CONCEPT Verslag Betreft
Algemene Ledenvergadering (ALV) d.d. 25 november 2015
Aanwezig
Bestuur DPF De heer J. Poen (voorzitter) en de dames E.J. Salton (secretaris) en E. Visser (penningmeester). Verenigingsraad DPF De dames/heren, F.A. van Dijk, C.N.T.G. Fraats-Aardening, J.L.H. van Gerwen, E. Griesheimer, C. Haverhoek, K. Heemskerk, M. Lankhorst, I. de Lijster, J.S. Luider, K. Menkveld, H.J.M. Paauw, F. Pothoven, J.M. Quist, J. Snijder, H.A.C. Spit, A. Vos. Leden DPF De dames/heren A. Barszczowski, D. A. Bolkestein, M.S de Cock-van Arem; R. Even, M. van Engelen, T.P.J.A. van den Heuvel, S. Hoever; M.P.G. Hofmans-Weijman, L.J. van Kuijck, D. Paap, R. van Pommeren, W. Sillen, J. Sluis, C. Spaan, P. van de Ven, J.H.G. Vos.
Afwezig met
Leden Verenigingsraad
bericht
J.C.M. Maas en de heer Teunissen. Leden DPF J.M. van Dam, I. de Haan, J.A. Harms, C.W.M. Hoosemans, R. Mulders-Disveld, J. Verschut, A.M. Wouters-Brongers
Van
Katinka Smit
Datum
29 november 2015
Kenmerk
KLSA.2016.DPF.VSL.1857
1.
OPENING/MEDEDELINGEN e
De voorzitter heet alle aanwezigen welkom op de 11 Algemene Ledenvergadering (ALV) van de Deelnemersvereniging Pensioenfonds Fysiotherapeuten (DPF). De voorzitter brengt in herinnering de vorige ALV van 26 november 2014, waar discussie heeft plaatsgevonden over de reikwijdte van de pensioenregeling, de hoogte van de premie en de wijze van betalen. Begin 2015 heeft het bestuur het functioneren van het bestuur in zijn algemeenheid en richting zijn medecollega’s en dat van de individuele bestuurders geëvalueerd. Voorop staat dat het bestuur ervan overtuigd is dat het zich inzet en zal blijven inzetten voor een zo goed mogelijke pensioenregeling tegen zo laag mogelijke kosten, en het liefst ‘van ons, voor ons en zo lang mogelijk door ons’. Verder diende ten aanzien van de regeling een beslissing te worden genomen, waarvoor toestemming nodig was van alle leden in de vorm van een schriftelijke stemronde. De uitkomst van deze stemronde was dat de Basisregeling vanaf 1 januari 2016 de verplichte pensioenregeling van het fonds wordt. De deelnemers aan de Basisregeling worden in de gelegenheid gesteld om vóór 1 januari 2016 alsnog over te stappen naar de BasisPlusregeling. Na 1 januari 2016 wordt de BasisPlusregeling gesloten en is de Basisregeling de enige verplichte pensioenregeling. De deelnemers die zijn overgestapt naar de BasisPlusregeling of in deze regeling blijven kunnen op ieder gewenst moment eenmalig de keuze maken om terug te gaan naar de Basisregeling. Voor de nieuwe toetreders vanaf 1 januari 2016 is de Basisregeling wellicht te gering om daar een reële pensioenvoorziening uit op te bouwen. Of daar maatregelen voor genomen moeten worden kan een
toekomstig gespreksonderwerp zijn. Daarnaast is er van rechtswege een aantal aanpassingen van de pensioenregeling opgelegd. In dit kader is er zo veel mogelijk gezocht naar samenwerking tussen fonds en vereniging. In financiële zin hebben het pensioenplan 2015 en de teruggang naar de Basisregeling een negatieve impact gehad op de vermogenspositie van het fonds. Naast het huishoudelijke deel van de vergadering, bestaande uit het jaarwerk en de begroting, zal tijdens deze ALV afscheid worden genomen van een bestuurslid en van een aantal collega’s die zich jarenlang hebben ingezet voor de Verenigingsraad en de Deelnemersraad. Ook zal tijdens deze vergadering aandacht worden besteed aan de huidige verenigingsstructuur en in het bijzonder onderwerpen, zoals het ‘one man, one vote’ principe en het opting outsysteem, waarop in de schriftelijke stemronde veel reacties zijn gekomen. 2.
VERSLAG VORIGE VERGADERING D.D. 26 NOVEMBER 2014 Het verslag van de vorige ALV wordt tekstueel en inhoudelijk per pagina doorgenomen. De voorzitter wijst erop dat het verslag terug te vinden is op de website. Besluit Het verslag van de ALV, d.d. 26 november 2014 wordt ongewijzigd vastgesteld.
3.
JAARRAPPORT 2014 EN DECHARGE AAN HET BESTUUR De penningmeester geeft een korte toelichting op het jaarrapport 2014. Zij geeft aan dat er in 2014 veel aandacht is besteed aan de BasisPlusregeling. Het bestuur heeft de bezwaren tegen de BasisPlusregeling geïnventariseerd, waarna tijdens de extra ALV in november 2014 is besloten in 2015 een schriftelijke stemronde te houden. Ultimo 2014 was 78,86% van de actieve deelnemers van Stichting Pensioenfonds voor Fysiotherapeuten (SPF) lid van DPF. Deze leden tellen mee voor de meting. van de representativiteit. In totaal was 67,17% van alle deelnemers, slapers en gepensioneerden van SPF lid van DPF. De begroting voor 2014 bedroeg € 256.010,-. De inkomsten in de vorm van subsidie en ontvangen contributie bedroegen € 206.934,- en de daadwerkelijke uitgaven € 283.285,-, wat een tekort geeft van € 76.351,-. Dit tekort is onder andere een gevolg van de extra ALV en de werkzaamheden die daarmee samenhangen en is aangezuiverd vanuit de reserves die ultimo 2014 € 86.413,- bedroegen. Het jaar 2014 is derhalve niet afgesloten met een tekort. Er zijn naar aanleiding van het jaarverslag en de gepresenteerde cijfers geen vragen. BESLUIT
De ALV keurt het jaarverslag 2014 goed en verleent decharge aan het bestuur. 4.
ONTWIKKELINGEN IN 2015
.
FINANCIËLE INFORMATIE Voordat de onderwerpen bij dit agendapunt worden besproken, geeft de penningmeester een toelichting op de actuele financiële situatie van de vereniging. De begroting voor 2015 is goedgekeurd door de ALV, exclusief de kosten voor de stemronde. De Verenigingsraad is gemandateerd om voor de stemronde een aanvullende begroting goed te keuren. De uitgaven voor de reguliere werkzaamheden tot 1 oktober 2015 bedragen € 107.025,- en voor de extra werkzaamheden € 77.616,-. De raming voor de reguliere werkzaamheden in het 4e kwartaal van 2015 bedraagt € 64.129,- en voor de extra werkzaamheden € 48.300,-. De totale kosten voor 2015 komen daarmee uit op € 297.070,-. De inkomsten en het beschikbare vermogen komen uit op € 315.163,-, hetgeen betekent dat er geen sprake is van een tekort. De kosten van de stemronde waren geschat op € 50.000,- en bedroegen in werkelijkheid ongeveer € 59.000,-; de Verenigingsraad is hier tussentijds in meegenomen.
De voorzitter wijst erop dat in de huidige verenigingsstructuur bij agendapunten waarover door de ALV gestemd moet worden het ‘one man, one vote’ principe tot een schriftelijke stemronde kan leiden. Het convoceren van ruim 20.000 leden brengt de nodige kosten met zich mee. Gezien de reacties die op de stemronde zijn gekomen en het opting outsysteem, waardoor men zich niet van stemming kan onthouden, is de vraag gerezen of hiervoor een andere methode kan worden gevonden. De voorzitter geeft aan dat hierover discussie plaatsvindt in de Verenigingsraad en nodigt alle leden uit zijn of haar visie op dit onderwerp te geven. De heer Van Kuijck geeft aan dat hij uit de stukken begrijpt dat het bestuur streeft naar een eigen vermogen van volgens hem ongeveer € 50.000,- en vraagt waar deze reserve terugkomt in het financiële overzicht over 2015. De penningmeester geeft aan dat genoemd bedrag niet per se op de rekening hoeft te staan, maar dat de vereniging in staat moet zijn de lopende rekeningen te betalen. Mocht dit niet meer mogelijk blijken, dan kan een extra subsidieverzoek bij het bestuur van SPF worden ingediend. De voorzitter licht toe dat er met de subsidieverstrekker, zijnde het pensioenfonds, een overeenkomst ligt waarin is opgenomen dat een onderbouwd verzoek van de vereniging voor een additionele subsidie, bovenop de vooraf afgesproken contributie, gehonoreerd zal worden. 4a. LEDENAANTAL De penningmeester geeft aan dat in 2015 door een wetswijziging de deelnemers van het pensioenfonds niet meer automatisch lid zijn van de vereniging, maar dat er sprake is van een opting in methode, hetgeen van invloed is geweest op het percentage leden. Ultimo 2014 was 78,86% van de actieve deelnemers van SPF lid van DPF; per 1 november 2015 is er sprake van een lichte daling van dit percentage naar 76,5%. Deze daling is nog niet zorgwekkend. Het bestuur wil desalniettemin voorkomen dat het draagvlak wordt aangetast en is daarom met andere verenigingen, waar dezelfde problematiek speelt, in gesprek om samen te kijken naar mogelijke oplossingen. 4b. NAAR DE BASISREGELING Op dit moment kunnen de deelnemers nog kiezen tussen de Basisregeling en de BasisPlusregeling. Na 1 januari 2016 wordt de BasisPlusregeling gesloten en is de Basisregeling de enige verplichte pensioenregeling.
4c. WIJZIGING VERPLICHTSTELLING De voorzitter geeft aan dat bij iedere wijziging van de verplichtstelling een representativiteitstoets afgelegd moet worden om aan te tonen dat wordt voldaan aan de in de wet gestelde eisen met betrekking tot representativiteit. Conform de Regeling verplichtstelling beroepspensioenregeling moet een belangrijke meerderheid van de beroepsgenoten, namelijk 60%, lid zijn van de vereniging en moet er daarnaast sprake zijn van een verdeling van (maximaal) 45% beroepsgenoten in loondienst en 55% zelfstandig werkzame beroepsgenoten. Uit de representativiteitstoets kwam naar voren dat het deelnemersbestand van het fonds niet voldoet aan de vereiste verdeling. Doordat het vak verandert zijn er steeds minder zelfstandig werkzame beroepsgenoten en steeds meer beroepsgenoten in loondienst. DPF (als formeel verantwoordelijke partij) wordt tot februari 2017 in de gelegenheid gesteld om alsnog aan de vereiste verdeling te voldoen. Het afgelopen jaar heeft mevrouw Van den Heuvel, voorzitter van SPF, zitting genomen in het bestuur van de Pensioenfederatie, zodat ook langs deze weg voor de belangen van SPF opgekomen
kan worden. Door samenwerking tussen SPF, de Pensioenfederatie en het KNGF is bereikt dat de staatssecretaris gedurende de periode dat aan aanpassing van de wetgeving wordt gewerkt, niet zal handhaven voor wat betreft de representativiteit. Dit geeft voldoende rust om het pensioenplan 2015 in 2016 te effectueren.
4d. VAN DE BESTUURSTAFEL De voorzitter geeft aan dat er door inbreng van de leden van de Deelnemersvereniging meerdere onderwerpen op de agenda van het bestuur terecht zijn gekomen. Daaronder het verschuiven van de pensioenrichtleeftijd van 65 naar 67 jaar en de toenemende behoefte aan deeltijdpensioen. De regeling van SPF is ‘lean and mean’, dat wil zeggen een zo goed mogelijke regeling tegen zo laag mogelijke kosten. De Vereniging overweegt SPF te vragen te onderzoeken welke kosten het met zich brengt om deeltijdpensioen onderdeel van de regeling te maken. De invoering van deeltijdpensioen is een besluit dat ter goedkeuring aan de ALV moet worden voorgelegd indien dit leidt tot lastenverzwaring. Een ander onderwerp dat waar leden aandacht voor vragen, is de premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid. Om in aanmerking te komen voor premievrijstelling bij volledige arbeidsongeschiktheid moet aan een inkomenscriterium worden voldaan. De zelfstandige deelnemers moeten een uitkering hebben van minimaal het niveau van een bijstandsuitkering. Voor de deelnemers in dienstverband die uitvallen wegens ziekte wordt het loon twee jaar doorbetaald door de werkgever. Aan het einde van deze twee jaar wordt door UWV een keuring uitgevoerd en een afschattingspercentage vastgesteld op basis waarvan een inkomen wordt bepaald.. Het bestuur van DPF heeft hierover berichten ontvangen van deelnemers die geconfronteerd worden met een pensioengat en zich niet kunnen bijverzekeren dan wel herverzekeren en kijkt naar de implicaties van deze regeling voor de zelfstandige deelnemers. Het bestuur neemt deze signalen serieus en onderzoekt verdere mogelijkheden.
Waar het bestuur tegenaan loopt is dat er vanuit de deelnemers weinig interesse bestaat voor het pensioen en dat er, zeker nu leden actief lid moeten worden van de vereniging, sprake is van een groeiend aantal mensen die wel deelnemer zijn in het fonds, maar geen lid worden van de vereniging. Deze ontwikkeling speelt niet alleen bij pensioenfondsen, maar ook bij de beroepsorganisaties en de VVAA. Het bestuur ziet het als zijn taak om te zorgen dat de deelnemers in het pensioenfonds ook lid worden van de vereniging, omdat het lidmaatschap mede bijdraagt aan vergroting van het draagvlak voor de verplicht gestelde regeling. Het bestuur onderzoekt of er instrumenten zijn om mensen meer inzicht te geven in hun financiële situatie en hun handelingsperspectief en om de vraag waarom het belangrijk is lid te worden van de vereniging te beantwoorden. Het bestuur denkt dat het goed is dat mensen daar vroegtijdig aandacht aan besteden.
5.
CONTRIBUTIE
5a. BEGROTING 2016 De penningmeester geeft een toelichting op het beleidsplan voor 2016. De missie is een goede pensioenregeling tegen de meest gunstige voorwaarden. De visie is de leden van informatie over de regeling voorzien. De doelstelling is alle (toekomstige) leden voorzien van voldoende inzicht in de pensioenregeling en informeren over de voordelen van de verplichte regeling. Het beleid voor 2016 is een toekomstbestendige pensioenregeling.
De begroting 2016 bedraagt voor de reguliere werkzaamheden € 250.550,- en voor de extra werkzaamheden, zoals bijvoorbeeld juridisch advies, verplichtstelling en samenwerking met andere deelnemersverenigingen, € 13.500,-. De begroting 2016 bedraagt in totaal € 264.050,-. Kijkend naar de financiële positie bedraagt de subsidie voor 2016 € 230.397,-, de raming van het eigen vermogen € 18.000,-, hetgeen leidt tot een tekort van € 15.653,-. Het is mogelijk een subsidieverzoek in te dienen, maar de dekkingsgraad van het fonds zit op dit moment onder de 100% daarom kiest het bestuur er op dit moment niet voor om en officieel subsidieverzoek te doen. De penningmeester streeft derhalve naar een sluitende begroting, zeker waar het de basisactiviteiten en de bestuurlijke verplichtingen betreft, en ziet daarvoor meerdere mogelijkheden. Een mogelijke oplossing is het heffen van contributie. Hiertoe moet evenwel een proces worden ingericht en in het verleden is reeds gebleken dat de inningskosten behoorlijk kunnen oplopen. Bovendien kan dit ertoe leiden dat leden hun lidmaatschap gaan opzeggen, hetgeen ten koste gaat van het draagvlak. De ALV is het met deze zienswijze eens. De penningmeester vervolgt dat na afloop van de vergadering van de Verenigingsraad waar dit onderwerp is besproken kwam de heer Roerdink met het idee om de leden per e-mail om een vrijwillige bijdrage van bijvoorbeeld € 10,- te vragen. Deze bijdrage zou kunnen worden aangewend om deelnemers die geen lid zijn te benaderen en bijvoorbeeld met een presentje over te halen lid te worden. Dit voorstel is nog niet besproken in de Verenigingsraad. De penningmeester wil dit voorstel evenwel toch aan de algemene vergadering voorleggen. De heer Van Kuijck is van mening dat een dergelijke actie alleen maar geld zal kosten en niets zal opleveren. Voor wat betreft het begrotingstekort vraagt hij of er is gekeken naar de uitgavenkant en wijst erop dat de kosten van de uitvoeringsorganisatie Syntrus Achmea aanzienlijk zijn gestegen. Bovendien wordt er geen onderbouwing van de kosten gegeven en kan hij derhalve niet beoordelen of de begrote kosten terecht zijn. Hij is van mening dat het aanvragen van subsidie geen oplossing is en vindt dat er bezuinigd moet worden. Verder geeft de heer Van Kuijck aan dat bij eerdere wijziging van de pensioenregeling is geconstateerd dat deeltijdpensioen bij de bestaande Basisregeling uitgesloten is. Hij denkt dat het derhalve weinig zinvol is hier verder onderzoek naar te doen. De voorzitter is het met de heer Van Kuijck eens dat naar de uitgavenkant moet worden gekeken en hij geeft aan dat dit ook is gebeurd. De ontwikkelingen die sinds het ontstaan van de vereniging hebben plaatsgevonden, hebben geleid tot het inzicht dat de ondersteuning van het bestuur goed geregeld moet zijn, zodat het bestuur zich kan beperken tot de hoofdzaken en de hoofdlijnen van het beleid. Het bestuur heeft er bewust voor gekozen om met ingang van juni 2015 zwaarder in te zetten op de bestuursondersteuning door Syntrus Achmea. De voorzitter geeft aan dat het terugdraaien van deze keuze onbespreekbaar is. De verschuiving van werkzaamheden naar deze pensioenuitvoerder heeft het bestuurlijk functioneren enorm geholpen, ook in de samenwerking met andere partijen. Deze professionalisering is evenwel alleen terug te zien aan de kostenkant in de begroting. Voor wat betreft het bezuinigen op de bestuurskosten zijn er twee mogelijkheden, namelijk het halveren van het aantal bijeenkomsten of het halveren van de bestuursvergoeding. Daarnaast is het ook mogelijk het bestuur te verkleinen van drie naar twee bestuursleden. Dat levert een besparing op van ongeveer € 30.000,-. De heer Van de Ven geeft aan dat hij zijn vraagtekens zet bij de overleggen die worden gevoerd met andere verenigingen om het ledental op te hogen en stelt voor die ambitie los te laten. Hij vreest dat alle verenigingen te maken hebben met een teruglopende instroom van leden en geen van allen in staat is hiervoor een oplossing te bedenken. De voorzitter antwoordt dat de verkennende besprekingen die tot op heden gevoerd zijn met de drie verenigingen - die ook gebruik maken van pensioenuitvoerder Syntrus Achmea - het tegendeel bewijzen. Er wordt door deze verenigingen met
professionals gesproken over mogelijke activiteiten om de deelnemers die nog geen lid zijn te benaderen en te overtuigen lid te worden. De kosten die hieraan verbonden zijn worden volgens een verdeelsleutel over de verenigingen verdeeld. De voorzitter benadrukt dat daar waar er gezamenlijke belangen zijn het verstandig is samen op te trekken en refereert daarbij nogmaals aan de succesvolle samenwerking tussen SPF, de Pensioenfederatie en het KNGF voor wat betreft de representativiteit. De heer Van de Ven geeft aan heel veel respect en bewondering te hebben voor hetgeen de voorzitter van het fonds bereikt heeft en trekt zijn voorstel om op samenwerking te bezuinigen in.
De heer Van Kuijck vindt het weinig professioneel om de leden te vragen om een vrijwillige bijdrage of om de bestuursvergoeding te verlagen. Hij geeft aan van mening te zijn dat de stemronde niet alleen DPF maar ook SPF raakt en vindt derhalve dat de kosten van de stemronde door DPF en SPF gezamenlijk gedragen moeten worden. De voorzitter antwoordt dat het bestuur het als zijn verantwoordelijkheid ziet om binnen de grenzen van de begroting te blijven. Het eigen vermogen is in de afgelopen twee jaar verdampt conform de afspraak met de subsidieverstrekker. Hij is het ermee eens dat niet alleen naar de inkomsten maar ook naar de uitgaven moet worden gekeken. Echter aan een aantal zaken valt niet te ontkomen, namelijk de verdere professionalisering van de bestuursondersteuning en de bestuurskosten. Het aantal reguliere overleggen is ingekort en daar waar nodig kan dat ook op een andere wijze worden georganiseerd. Er blijft evenwel een aantal standaardwerkzaamheden dat het bestuur van een vereniging moet verrichten. De voorzitter merkt nog op dat het bestuur het afgelopen jaar in samenwerking met de deelnemersadministratie van Syntrus Achmea een adequate afhandeling van vragen door leden heeft bewerkstelligd. Deze efficiencyslag is ten dienste van de leden en het behoud van het draagvlak. Op het moment dat alle drie de verenigingen op een zelfde wijze met de deelnemersadministratie omgaan, levert dat bovendien een kostenvoordeel op. De heer Spit reageert op de suggestie van de heer Van Kuijck dat het hem niet zinvol lijkt om in feite een extra subsidie te vragen door het verdelen van de kosten van de stemronde over DPF en SPF. De heer Paauw geeft aan dat wanneer de bestuurskosten in 2016 lager zijn dan in de effectuering van 2015 en er voldoende ruimte is, het probleem daarmee opgelost is. Verder is hij het met de voorzitter eens dat samenwerking op de begroting moet blijven staan. Hij heeft evenwel nog nooit meegemaakt dat een ALV een begroting met een negatieve uitkomst goedkeurt; hiervoor zal dus een oplossing moeten worden gevonden.
De penningmeester stelt voor de vacature voor een bestuurslid die ontstaat door het vertrek van mevrouw Salton voorlopig niet in te vullen. De heer Van Kuijck geeft aan dat conform de statuten het bestuur minimaal uit drie personen moet bestaan. Hij vindt het niet invullen van de vacature ook weinig professioneel. Op het moment dat een van beide bestuursleden uitvalt, kan er geen besluit worden genomen. De voorzitter is het met de heer Van Kuijck eens voor wat betreft de kwetsbaarheid, maar geeft aan dat het bestuur die afweging heeft gemaakt. Verder is vastgesteld dat dit voorstel past binnen de statuten. Bovendien is er op dit moment een goed functionerende verenigingsraad waarop het bestuur, wanneer dit aan de orde mocht zijn, terug kan vallen. De voorzitter geeft aan dat het mogelijk is de begroting sluitend te krijgen door de vacature aan te houden voor 2016. Het bestuur zal drie keer per jaar met de Verenigingsraad het bestuurlijk functioneren evalueren. In een finale evaluatie tijdens de ALV 2016 kan vervolgens worden besloten
de vacature al dan niet in te vullen. Gezien het feit dat vooralsnog niet wordt gehandhaafd op de verplichtstelling is het bestuur bereid het risico te nemen. De heer Van Kuijck vindt het onverstandig om met twee bestuursleden te gaan werken, omdat er zich te allen tijde onvoorziene kosten kunnen voordoen en een van de bestuursleden voortijdig kan aftreden, zoals nu het geval is bij mevrouw Salton. Hij zou zelfs willen voorstellen een reserve-bestuurder in te werken, omdat het niet eenvoudig is om bestuurders te krijgen. Hij vindt het afbouwen van het bestuur een achteruitgang en derhalve een onverstandig besluit. De voorzitter vindt dit een terechte opmerking en onderschrijft de zorg van de heer Van Kuijck. Hij wijst er evenwel op dat een aantal goede kandidaten zich beschikbaar heeft gesteld voor het bestuur van DPF. Idealiter zou het bestuur de komende jaren zijn uitgebreid naar drie bestuurders en een aspirant-bestuurder. De wetenschap dat er binnen de Verenigingsraad voldoende potentie aanwezig is om de overstap naar het bestuur te maken maakt dat dit besluit evenwel goed te verdedigen is. De heer Spit vraagt aan de hand van welke criteria het bestuurlijk functioneren in 2016 zal worden geëvalueerd. De voorzitter denkt dat de Verenigingsraad moet bepalen welke criteria hij belangrijk acht. De heer Spit gaat ervan uit dat het bestuur hierover heeft nagedacht en zou de criteria graag voorafgaand aan de beslissing vernemen. De voorzitter antwoordt dat het criterium zal zijn de vraag of de besluitvorming plaatsvindt op een wijze die bijdraagt aan de verenigingsdemocratie. Het eerste evaluatiemoment zal in maart 2016 plaatsvinden. Aan de hand van de uitkomst kan besloten worden de vacature alsnog in te vullen en de bestuurskosten zodanig aan te passen dat deze binnen de begroting blijven. De voorzitter wijst erop dat het bestuur door omstandigheden de afgelopen maanden reeds ervaring heeft opgedaan met een bestuur van twee personen en adequate bestuursondersteuning. Dit heeft er niet toe geleid dat het bestuur bestuurlijk aan kracht heeft ingeboet. Op het moment dat de ALV dit voorstel goedkeurt komen de uitgaven 2016 uit op ongeveer € 234.000,- en de inkomsten op ruim € 248.397,-, zodat er sprake is van een overschot van ongeveer € 15.000,-. Dit overschot kan eventueel samen met de post onvoorzien worden aangewend op het moment dat bij de evaluatie wordt besloten de vacature alsnog in te vullen. De voorzitter benadrukt dat hij dit voorstel nooit zou hebben gedaan als hij niet in de vaste overtuiging was dat het bestuur zich voldoende gesteund voelt door de kennis en medewerking van de Verenigingsraad. De heer Van Kuijck stelt voor de € 8.000,- voor verplichtstelling en de € 10.000,- onvoorzien te gebruiken om de begroting sluitend te maken. De voorzitter geeft aan dat, op het moment dat er toch iets gebeurt voor wat betreft de verplichtstelling of andere onvoorziene zaken, daar een voorziening voor getroffen moet zijn. De heer Van Kuijck ziet werkzaamheden in het kader van de verplichtstelling ook als een taak van het pensioenfonds. De voorzitter geeft aan dat met de subsidieverstrekker, zijnde het pensioenfonds, is afgesproken dat er enige ruimte in de begroting moet zijn in de vorm van een voorziening. De begroting 2016 is afgestemd met de subsidieverstrekker en de voorzitter wil daar ook niet verder over in onderhandeling moeten gaan. Op het moment dat in de loop van 2016 blijkt dat een aantal posten niet gebruikt is, kan de Verenigingsraad in september 2016 alsnog adviseren om de derde vacature in te vullen.
De voorzitter stelt voor de vacature voor een derde bestuurslid aan te houden, het bestuurlijk functioneren in maart en september 2016 met de Verenigingsraad te evalueren en, mocht er na een half jaar nog voldoende ruimte in de begroting blijken te zijn, voor de tweede helft van het jaar 2016 een derde bestuurslid in te werken zodat deze in de ALV van 2016 voor benoeming kan worden voorgedragen.
De heer Spit stelt vast dat het op de evaluatiemomenten dus niet om een bestuurlijke evaluatie gaat, zoals in eerste instantie werd gesuggereerd, maar om een financiële evaluatie. De voorzitter antwoordt dat een bestuurlijke evaluatie weinig zinvol is als er geen financiële middelen beschikbaar zijn om op basis van de uitkomst van de evaluatie een beslissing te nemen. Het gaat dus wel degelijk om een evaluatie van het bestuurlijk functioneren. Mocht het in de eerste helft van het jaar mogelijk blijken de genoemde € 8.000,- en € 10.000,- vrij te spelen dan kan aan de hand van de bestuurlijke evaluatie eventueel besloten worden een derde bestuurder in te zetten, zonder dat dit alsnog tot een begrotingstekort leidt. Vervolgens vindt in november 2016 de evaluatie met de ALV plaats. De heer Van Kuijck geeft aan dat de voorzitter heeft gezegd dat de begroting is afgestemd met het bestuur van het pensioenfonds, wat betekent dat de ALV daar weinig meer aan toe kan voegen. Hij geeft aan dat hij tegen goedkeuring van de begroting zal stemmen, vanwege het feit dat de oplossing om van drie bestuurders naar twee te gaan zich naar zijn mening niet verhoudt met de statuten. Mevrouw Van den Heuvel geeft aan dat wordt gerefereerd aan het feit dat het bestuur van het pensioenfonds akkoord is gedaan met de begroting 2016. Zij benadrukt evenwel dat dit niet het geval is, omdat het bestuur van SPF vanuit een governance-oogpunt nooit akkoord kan gaan met een niet sluitende begroting. Er zijn wel gesprekken geweest over de aanwending van middelen en, zoals terecht opgemerkt werd, op het moment dat er een tekort is en er een goede onderbouwing is kan hier in het kader van de subsidieovereenkomst over gesproken worden. De voorzitter bevestigt dat met de subsidieverstrekker randvoorwaarden zijn afgesproken, waarbinnen een sluitende begroting moet worden afgegeven. Hij geeft aan dat op basis van het ambitieniveau voor 2016 en de kosten die daarmee samenhangen de begroting niet sluitend is. Het voorstel is derhalve de begroting op de aangegeven wijze sluitend te maken met de toezegging dat er drie evaluatiemomenten met de Verenigingsraad worden opgenomen. Indien gewenst zal het bestuur vooraf aan de eerste bijeenkomst de criteria opstellen, waarna de Verenigingsraad deze zelf kan aanvullen. De voorzitter brengt de door de penningmeester aangepaste begroting in stemming.
BESLUIT
De begroting 2016 wordt, met inachtneming van de besproken randvoorwaarden, met 23 stemmen voor, 3 stemmen tegen en 2 onthoudingen door de ALV goedgekeurd. 5b. HET BESTUUR DOET EEN VOORSTEL VOOR DE JAARLIJKSE CONTRIBUTIE VAN DE VERENIGING VOOR 2016 BESLUIT
De ALV gaat akkoord met het voorstel om de contributie 2016 op € 0,00 vast te stellen.
6.
STATUTEN EN HUISHOUDELIJK REGLEMENT
6a. OPINIËREND: INRICHTING VERENIGINGSSTRUCTUUR EN STEMPROCEDURE De voorzitter geeft aan dat naar aanleiding van de schriftelijke stemronde klachten zijn ontvangen over het opting -outsysteem en het gegeven dat deelnemers die geen belang hebben bij de Basisregeling, zich niet konden onthouden van stemmen. Daarnaast zijn er klachten ontvangen over de stemgerechtigden en het feit dat in dit geval bijvoorbeeld de slapers ook moesten stemmen. De voorzitter geeft aan er in de Verenigingsraad discussie heeft plaatsgevonden over de mogelijkheden van een toekomstbestendige inrichting van de vereniging. Een aantal punten dat hierbij naar voren kwam is: geen getrapte vertegenwoordiging maar stemrecht voor iedereen, maak geen onderscheid tussen groepen van leden, stap over van opting out naar ja/nee/geen mening, voorkom dat een kleine groep leden een besluit bepaalt en vergroot het draagvlak voor deelname
aan een stemming. Het streven is in de ALV van 2016 tot besluitvorming in dezen te komen. De voorzitter nodigt alle leden uit zijn of haar visie op deze onderwerpen met de leden van de Verenigingsraad te delen, zodat deze ook in de discussie kan worden meegenomen.
De heer Luider geeft aan dat het grootste gevaar van democratie de democratie zelf is; hij spreekt zijn twijfels uit over het feit of er overeenstemming zal worden bereikt over een oplossing in dezen. De voorzitter reageert dat in de huidige verenigingsdemocratie ieder lid zich overeenkomstig het ‘one man, one vote’ principe kan uitspreken. Conform de statuten moet een majeure wijziging van een regeling aan alle leden worden voorgelegd. Het feit dat mensen niet reageren op een schriftelijke stemronde leidt tot de vraag hoe de vereniging tot een gedragen besluitvorming kan komen, met andere woorden hoe kan worden voorkomen dat er in de toekomst een groep mensen opstaat die het niet eens is met het feit dat is besloten terug te gaan naar de Basisregeling. De discussie over dit onderwerp zal met de verenigingsraad worden gevoerd en komt terug in de volgende ALV.
6b. BESLUITVORMING: AANPASSING STATUTEN EN HUISHOUDELIJK REGLEMENT De voorzitter geeft aan dat vanwege de gewijzigde wetgeving en de gewijzigde verplichtstelling de statuten en het huishoudelijk reglement aangepast moeten worden. De penningmeester geeft een toelichting op de voorgestelde wijzigingen.
1. Gewijzigde wetgeving. In de ALV van 26 november 2014 is een principebesluit genomen over de aanpassing van de statuten in verband met de voorgenomen wetswijziging, waardoor het automatische lidmaatschap van de vereniging niet langer mogelijk is. Met ingang van 1 januari 2015 is de wet Verplichte beroepspensioenregeling gewijzigd. Nu deze wetswijziging een feit is stelt het bestuur voor het principebesluit definitief vast te leggen en de statuten aan te passen. Deze aanpassing betreft de statuten artikel 1 lid 1 en artikel 4 lid 3.
2. Gewijzigde verplichtstelling. Door de staatssecretaris van Sociale zaken en Werkgelegenheid is op 17 februari 2015 de verplichtstelling gewijzigd als gevolg van de gewijzigde pensioenrichtleeftijd. In de tekst van de beschikking wordt verwezen naar de wet BIG. In de statuten wordt nog verwezen naar de voorloper van de BIG. Het bestuur stelt voor de statuten hierop aan te passen en in de statuten te verwijzen naar de nu geldende verplichtstelling. Deze aanpassing betreft de statuten artikel 1 lid 6 en artikel 3 lid 1.
3. Het mogelijk maken van digitale communicatie. De methodiek van automatisch lidmaatschap bij de deelnemersvereniging is sinds 2015 niet meer mogelijk. Het bestuur heeft ervoor gekozen het aan- en afmelden, maar ook alle overige communicatie digitaal mogelijk te maken. Voorgesteld wordt de statuten hiervoor te wijzigen of aan te vullen in artikel 5, artikel 6 lid 1, 2 en 3, artikel 8 lid 5, 6 en 8, artikel 9 lid 2.
4. De correctie van een eerder besluit tot statutenwijziging. De ALV heeft op 26 november 2014 besloten tot een wijziging van het toenmalige artikel 5. Aan lid 1 werd onder c. een nieuwe bepaling toegevoegd over het einde van het lidmaatschap wanneer het lid geen recht of aanspraak jegens het pensioenfonds heeft als gevolg van afkoop of overdracht van aanspraken. Artikel 5 werd tevens vernummerd tot artikel 6. De notaris liet DPF weten dat op grond van het Burgerlijk Wetboek deze aanvulling niet kan worden opgenomen in lid 1, maar
moet worden verplaatst naar lid 3. Het bestuur stelt voor de statuten te wijzigen volgens de suggesties van de notaris, inclusief een aanpassing van de lay-out. Dit betreft artikel 6 lid 3 van de statuten.
De voorgestelde wijzigingen punten 1 tot en met 3 zijn besproken in de Verenigingsraad op 25 maart 2015 en de wijziging punt 4 is met de Verenigingsraad besproken op 4 november 2015.
BESLUIT
De ALV gaat akkoord met de voorgestelde aanpassingen van de statuten.
De keuze van het bestuur voor digitaal communiceren dient ook in het huishoudelijk reglement opgenomen te worden. Deze aanpassing van artikel 2 van het huishoudelijk reglement is met de Verenigingsraad besproken op 25 maart 2015.
BESLUIT
De ALV gaat akkoord met de voorgestelde aanpassingen in het huishoudelijk reglement.
De voorzitter geeft aan dat hiermee de aanpassingen van de statuten en reglementen worden bekrachtigd. In 2016 zal een aantal grotere aanpassingen ter goedkeuring worden voorgelegd die te maken hebben met de harmonisatie van de statuten van de vereniging met die van de stichting.
7.
VACATURES DPF
7a. BESTUUR Overeenkomstig het rooster van aftreden loopt de zittingstermijn van mevrouw Visser dit jaar af. Mevrouw Visser stelt zich herkiesbaar voor een nieuwe zittingstermijn van zes jaar.
BESLUIT
De ALV gaat bij acclamatie akkoord met het verlengen van de zittingstermijn van mevrouw Visser.
De voorzitter geeft aan dat mevrouw Salton haar functie als bestuurslid neerlegt en in deze ALV afscheid neemt. Hij geeft een korte toelichting op de overwegingen die ten grondslag hebben gelegen aan het haar besluit. De voorzitter geeft aan mevrouw Salton bijzonder erkentelijk te zijn, bedankt haar namens de ALV voor haar inzet en wenst haar veel succes. De voorzitter geeft aan dat er een aantal opvolgers in portefeuille is, mocht er zich een deconfiture voordoen. 7b. VERENIGINGSRAAD Vanwege tussentijds vertrek en het aflopen van de zittingstermijn ontstaan er acht vacatures in de Verenigingsraad. Het bestuur doet hiervoor een voordracht, waarbij zoveel mogelijk rekening is gehouden met een evenwichtige regionale verdeling en de samenstelling van het ledenbestand naar leeftijd, geslacht en beroepsuitoefening. Daarnaast is gezocht naar mensen met bestuurlijke ervaring en een duidelijke visie. Deze afspiegeling van het ledenbestand heeft tot gevolg gehad dat besloten is van een aantal gewaardeerde collega’s dat zich voor de vereniging en het fonds heeft ingezet afscheid te nemen, te weten de heren Roerdink, Hobbelink, Boonstra en Pothoven. De voorzitter bedankt de heren
voor hun inzet en de rol die zij hebben vervuld.
In de loop van het zittingsjaar is de heer Ehlert tussentijds vertrokken; zijn plek is ingenomen door de heer Even. De heer Even stelt zich kort voor. De heer Even wil zitting nemen in de Verenigingsraad om ervoor te zorgen dat iedereen, zowel jong als oud, een onbezorgd en goed pensioen tegemoet kan zien. Verder is in de loop van het zittingsjaar een vacante zetel ingenomen door de heer Vos. De heer Vos stelt zich kort voor. De heer Vos heeft naast bestuurs- en organisatiewetenschappen, ook fysiotherapie gestudeerd. Hij heeft bij het KNGF gewerkt en is op die manier ook beleidsmatig met het vakgebied in aanraking gekomen. Hij wil graag zitting nemen in de Verenigingsraad, omdat het zijn ambitie is om naast patiëntenzorg ook bestuurlijk actief te zijn en denkt dat hij met zijn kennis en ervaring een positieve bijdrage kan leveren aan de Verenigingsraad. Verder is voorgedragen de heer Paap. De heer Paap stelt zichzelf kort voor. Hij wil zich graag inzetten om de bestuurlijke ervaring die hij de afgelopen jaren heeft opgedaan in te zetten voor het pensioenstelsel en ervoor te zorgen dat jongeren zich bewust worden van het feit dat ze tijdig moeten gaan nadenken over hun pensioen. Tevens is voorgedragen de heer Bolkestein. De heer Bolkestein stelt zichzelf kort voor. Hij zit momenteel in het bestuur van RGF Groot IJsselland. Hij wil zich inzetten voor de beroepsgroep in brede zin, maar ook voor het pensioen, wat heel belangrijk is en met elkaar moet worden gedragen. De voorzitter geeft aan dat de heer Barszczowski gedurende het jaar is overgestapt als aspirant-lid naar het bestuur van SPF. De heer Van Engelen heeft zijn plek in de Verenigingsraad ingenomen. In het kader van de afspiegeling is de heer Lankhorst als vertegenwoordiger van de regio Noord-Holland en de heer Van Gerwen als vertegenwoordiger van de regio Limburg gevraagd om zich nog een termijn beschikbaar te stellen. Tevens wordt voorgedragen de heer Weltevreden. De heer Weltevreden is niet aanwezig wegens verplichtingen als voorzitter RGF Twente en IJsselzoom bij de ledenvergadering die ook op 25 november plaatsvindt. De voorzitter leest een korte introductie voor. De heer Weltevreden zet zich in voor het algemeen belang van de beroepsgroep. Hij heeft uitgebreide bestuurlijke ervaring en is op de hoogte van de relevante wet- en regelgeving met betrekking tot het besturen van een middelgrote praktijk. Graag wil hij de belangen van zijn collega’s behartigen in een dynamische en snel veranderende pensioenmarkt.
BESLUIT
De ALV gaat akkoord met de benoeming van de voorgedragen kandidaten. De heer Poen is er trots op dat collega’s van een zeer hoog niveau zich bereid hebben verklaard deel uit te maken van de Deelnemersvereniging.
8.
VERLENGING TERMIJN ALV 2016 Het bestuur stelt voor de termijn voor de ALV te verlengen en in de tweede helft van 2016, doch uiterlijk in november 2016 te laten plaatsvinden. De voorzitter merkt op dat de agenda zal worden afgestemd met het KGF, zodat de vergaderingen niet gelijktijdig plaatsvinden en er meer leden bij de ALV aanwezig kunnen zijn. Verder is het verzoek gekomen de vergadering dichter bij Amsterdam te laten plaatsvinden.
BESLUIT
De ALV stemt in met uitstel van de volgende ALV naar een tijdstip in de tweede helft van 2016, doch uiterlijk november 2016.
9.
RONDVRAAG EN SLUITING De heer Sillen geeft aan blij te zijn dat het bestuur een sluitende begroting heeft ingediend; desalniettemin maakt hij zich grote zorgen over de governance van een tweekoppig bestuur. Hij roept de Verenigingsraad op om in de ALV van 2016 een derde bestuurslid te benoemen, ongeacht de uitkomst van de evaluatie. De voorzitter antwoordt dat het bestuur de opmerking van de heer Sillen ter harte neemt.
De voorzitter vraagt mevrouw Van den Heuvel naar voren te komen en bedankt haar namens het bestuur voor wat zij op de achtergrond heeft weten te bereiken voor de leden van de vereniging en voor de deelnemers van het pensioenfonds. Mevrouw Van den Heuvel geeft aan dat zij het concept van de beantwoording van de Kamervragen heeft gezien en bevestigt dat daarin is opgenomen dat het ministerie van Sociale Zaken niet zal handhaven en dat ze op zoek gaan naar een structurele oplossing. Verder wil het ministerie regelen dat ook de verplicht gestelde bedrijfstakpensioenfondsen een APF kunnen oprichten of daar onderdeel van kunnen uitmaken. De staatssecretaris heeft gezegd dat te gaan repareren en die wet zou dan van kracht moeten worden met ingang van 1 januari 2017.
De voorzitter bedankt de aanwezigen voor hun inbreng en sluit de vergadering.