Aan de leden van de Raad Aan de wethouders en de secretaris Hierbij nodig ik u uit voor de Openbare Raadsvergadering op donderdag 30 mei 2013 om 19.30 uur in het gemeentehuis te Zuidwolde.
AGENDA
Aanvang/streeftijd
Vragenhalfuur voor de burgers Vragenhalfuur voor de raad
19.30 uur
Algemeen Opening Vaststelling agenda Besluitenlijst en toezeggingenlijst raad 25 april 2013 Toezeggingenlijst totaal raad per mei 2013
20.00 uur
Besluitvormend/bespreekstuk Instemming met het rapport “Verkenning mogelijkheden scheiding Welzijn en Beheer Stichting Welzijn De Wolden”
20.05 uur
Pauze
21.05 uur
Besluitvormend/bespreekstukken vervolg Vaststelling jaarrekening en jaarverslag De Wolden 2012 Bruggenbeheersplan fase 1, beschikbaarstelling budget Vaststelling beleidsplan openbare verlichting 2013-2017
21.20 uur
Besluitvormend/hamerstuk Vaststelling zienswijze jaarrekening en –verslag 2012 en beleidsbegroting 2014-2017 van de GGD Drenthe
22.55 uur
9.
10.
Ingekomen stukken
22.55 uur
11.
Sluiting
1. 2. 3. 4.
5.
6. 7. 8.
Zuidwolde, 17 mei 2013 De voorzitter van de Raad,
R.T. de Groot
Pagina 1 van 2
Het woord voeren door de burgers Voorafgaand aan de vergadering, tijdens het vragenhalfuur, kunnen burgers het woord voeren over onderwerpen die niet op de agenda staan. Ook kunnen zij ideeën over het gemeentelijk beleid kenbaar maken. Tijdens de vergadering kan er per agendapunt worden ingesproken. Dit kan niet als er een afzonderlijke hoorzitting over het onderwerp is/wordt gehouden. Een ieder heeft maximaal 5 minuten spreektijd. Voor het inspreken is maximaal 30 minuten beschikbaar. Om het woord te kunnen voeren, moet men zich voor de vergadering bij de griffier melden.
Pagina 2 van 2
Besluitenlijst van de vergadering van de raad van de gemeente De Wolden, gehouden op donderdag 25 april 2013 om 19.30 uur in het gemeentehuis te Zuidwolde. Aanwezig, de leden: A.F. Assink (PvdA), H.S. Benning (Gb.), H. Buld-Kist (Gb.), J.M. Dekker (VVD), P. Groot (Gb.), A. Haar (D66), M.S.J. Hulst (VVD), W. Kamphuis (CDA), G.C. Leffers-Heeling (Gb), H. van Noord (CDA), D. Oosterveen (Gb), W. Rumph (CDA), H.G. Scheper-Beijering (VVD) (tot 21.00 uur), G.F. Timmerman (VVD), E.M.M. Verheijen (GL), J.H. Wiechers (CU), J.R. van ’t Zand (Gb.), D. Zantingh (CDA) Voorzitter: Griffier: Verslag:
R.T. de Groot, burgemeester drs. I.J. Gehrke D.Y.S. Kloosterhof
Tevens aanwezig: M. Pauwels-Paauw en J.H. Lammers, wethouders; N. Kramer, secretaris-directeur Afwezig met kennisgeving: C.H.D. de Rijk (PvdA), J. ten Kate (wethouder),. Vragenhalfuur voor de burgers Hiervan wordt geen gebruikgemaakt. Vragenhalfuur voor de raad Hiervan wordt geen gebruikgemaakt. 1. Opening De voorzitter opent de vergadering. Hij deelt de verhindering mee van de heer De Rijk (PvdA) en de heer Ten Kate (wethouder). 2. Vaststelling agenda De voorzitter vraagt om vaststelling van de agenda. Hij stelt voor om agendapunten 6 en 7 gecombineerd te bespreken. Besluitvorming vindt wel afzonderlijk plaats. De heer Haar (D66) wenst een opmerking te maken bij ingekomen stuk f (Wecycle). De heer Groot (Gb) wenst ook een opmerking te maken bij ingekomen stuk f. De heer Oosterveen (Gb) vraagt om van agendapunt 8 (begraafplaatsenbeleid) een hamerstuk te maken. Voorgesteld wordt om dit toch te bespreken, omdat zich bij dit punt een inspreker heeft gemeld. Voorts stelt de heer Oosterveen voor om agendapunt 5 (herziening fietsplan) opiniërend te bespreken. De heer Wiechers (CU) vraagt ook om agendapunt 5 opiniërend te bespreken. Aldus besloten. De voorzitter merkt op dat agendapunt 5 dan later besluitvormend terugkomt. De agenda wordt door de raad vastgesteld. 3. Besluitenlijst en toezeggingenlijst raad 28 maart 2013 De voorzitter vraagt om vaststelling van de besluitenlijst en de toezeggingenlijst. De raad stelt beide lijsten vast. 4. Toezeggingenlijst totaal raad, april 2013 De voorzitter vraagt om vaststelling van de toezeggingenlijst totaal raad, april 2013. De raad stelt de lijst vast.
1
5. Instemming herziening fietsplan De Wolden, 2013 Er zijn drie insprekers, te weten: de heer Riphagen namens het Vechtdal College, mevrouw Van Diermen namens de initiatiefnemers van het burgerinitiatief fietspad Linderweg, en de heer Van Dommelen namens Dorpsbelangen Ruinen. De voorzitter geeft de fracties het woord. De raad bespreekt het agendapunt opiniërend. Wethouder Lammers zegt de raad toe om opnieuw een meting te doen op het traject Leeuwte-Ruinen. Ook wordt aan de raad toegezegd dat hij inzage krijgt in de metingen en bijbehorende cijfers tot nu toe. 6. Vaststelling Milieu-uitvoeringsprogramma 2013, inclusief evaluatie 2012 De voorzitter vraagt om vaststelling van het milieu-uitvoeringsprogramma 2013. De raad besluit conform het voorstel. 7. Vaststelling scenario’s voor CO2-besparingsdoelstellingen De voorzitter vraagt om vaststelling van dit voorstel. Er worden twee amendementen ingediend, door de fractie van Gb en de fractie van GL. Amendement Gb: Stemming: Voor: Gb, CDA, D66, VVD (totaal: 14) Tegen: PvdA, GL, CU (totaal: 3) Resultaat: aanvaard. Amendement GL: Stemming: Voor: GL, CU, PvdA, D66 (totaal: 4) Tegen: Gb, CDA, VVD (totaal: 13) Resultaat: verworpen. De voorzitter vraagt om vaststelling en merkt daarbij op het aangenomen amendement van Gb. De fracties van Gb, CDA, D66 en VVD zijn voor (14). Tegen het voorstel zijn de fracties van PvdA, CU en GL (3). Het voorstel is aangenomen. 8. Vaststelling begraafplaatsenbeleid De Wolden De voorzitter meldt dat, gezien de tijd, de inspreker nu schriftelijk een reactie heeft ingediend. Het voorstel is daarom om dit agendapunt als hamerstuk te behandelen. De heer Verheijen (GL) geeft zijn stemverklaring. Hij kan akkoord gaan met besluitpunten 1, 2 en 4, maar stemt niet in met besluitpunt 3 De heer Haar (D66) geeft zijn stemverklaring. Ook hij stemt niet in met besluitpunt 3. De raad besluit conform het voorstel. 9. Zienswijze sterkteverdeling politiebasisteam De voorzitter vraagt om vaststelling van de zienswijze. De raad besluit conform het voorstel. 10. Ingekomen stukken De heer Haar (D66) vraagt ten aanzien van ingekomen stuk f (Wecycle), welke maatregelen zijn genomen om te komen op het landelijk gemiddelde rondom recycling van oude elektrische apparatuur. De heer Groot (Gb) vraagt naar de status van een eerder ingediende motie over het stimuleren van e-waste. Wethouder Lammers antwoordt dat hierop integraal wordt ingegaan bij de behandeling van het afvalbeleidsplan dat binnenkort aan de raad wordt aangeboden. De raad stelt de lijst met ingekomen stukken vast. 11. Sluiting De voorzitter sluit om 23.10 uur de vergadering.
2
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente De Wolden in zijn openbare vergadering van 30 mei 2013,
de griffier,
de voorzitter,
3
Toezeggingenlijst vergadering Raad 25 april 2013
Data
Onderwerp
Afspraak/Toezegging
Actie door
25-042013
Herziening fietsplan De Wolden Herziening fietsplan De Wolden Herziening fietsplan De Wolden
Er wordt opnieuw een meting gehouden op het traject Leeuwte-Ruinen. De raad wordt toegezegd dat hij inzage krijgt in de metingen en bijbehorende cijfers tot nu toe. Uitgezocht wordt of de kosten van het fietspad ten laste kunnen komen van het provinciaal project Vitaal Platteland. Of de duurzaamheidsprijs kan worden gekoppeld aan het millenniumplatform, wordt nader uitgezocht.
Wethouder Lammers
25-042013 25-042013
25-042013
Scenario’s voor CO2besparingsdoelstell ing
griffie, 15 mei 2013
Wethouder Lammers Wethouder Lammers
Wethouder Lammers
Afdoening vóór
Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 30 mei 2013 Agendapuntnummer : IX, punt 4 Opdrachtgever : de raad
Aan de gemeenteraad Onderwerp: Toezeggingenlijst Totaal Raad per mei 2013. Samenvatting: Fase van besluitvorming: Besluitvormend. Ontwerpbesluit: De toezeggingenlijst Totaal Raad, per mei 2013, voor kennisgeving aannemen. Inleiding en aanleiding: Volgens de formele procedure voor afhandeling toezeggingen aan de raad, vindt er maandelijks terugkoppeling aan de raad plaats. Bijgevoegd is de Toezeggingenlijst Totaal Raad, met de stand van zaken per mei 2013. Problemen of vraagstukken: n.v.t. Ontwerpbesluit: toelichting en argumentatie: Volgens de procedure kunt u desgewenst procedurele vragen stellen. Een inhoudelijke reactie van het college is thans niet aan de orde. Alternatief beleid: n.v.t. Financiële effecten: n.v.t Personele effecten: n.v.t Bijlagen: - Toezeggingenlijst Totaal Raad per mei 2013.
Zuidwolde, 17 mei 2013 griffier drs. Josee Gehrke
burgemeester Roger de Groot
1
Nr. IX / 4 De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en griffier van 17 mei 2013;
Besluit:
De toezeggingenlijst Totaal Raad, per mei 2013, voor kennisgeving aan te nemen.
Zuidwolde, 30 mei 2013 De raad voornoemd,
griffier, drs. I.J. Gehrke
voorzitter, R.T. de Groot
Griffie Postbus 20 7920 AA Zuidwolde tel. 0528-378376
Toezeggingen Totaal Raad, plus voortgang afhandeling moties stand van zaken per mei 2013 Data 2013 28-3-2013
Onderwerp
Afspraak/toezegging
Actie door
Burgerinitiatief fietspad MunnekenwegLeeuwte
Desgevraagd wordt bekeken of er tijdelijke maatregelen worden getroffen.
Wethouder Lammers
28-3-2013
Beleid begraafplaatsen
28-3-2013
Beleid begraafplaatsen
11-04-2013
11-04-2013
Scala nieuwe stijl
Samenwerking met Hoogeveen
Stand van zaken Er is een memo op 18 april 2013 naar de raad gegaan. Toegezegd wordt om jaarlijks een overleg te hebben met de begrafenisondernemingen Is het mogelijk om bijzondere bijstand toe te passen voor personen die de begraafkosten echt niet kunnen betalen? Deze vraag wordt schriftelijk beantwoord. Stand van zaken De raad is geïnformeerd via het raadsvoorstel 25 april 2013. De raad wordt toegezegd dat hij wordt geïnformeerd als de omstandigheden wijzigen rondom Scala, o.a. door besluitvorming gemeenteraad Hoogeveen. Stand van zaken Besluitvorming in de raad van Hoogeveen heeft niet geleid tot een gewijzigd voorstel De raad wordt toegezegd dat (financiële) vragen en opmerkingen worden meegenomen in het plan van aanpak dat naar de raad komt. En dat de raad nauw blijft betrokken bij Pagina 1 van 2
Wethouder Lammers
Wethouder Lammers
Wethouder PauwelsPaauw
Burgemeest er De Groot
Afdoening vóór
Data
Onderwerp
Afspraak/toezegging
Actie door
Afdoening vóór
het proces van ambtelijke samenvoeging. Stand van zaken Er komt een kadernotitie voor de raad, wordt geagendeerd voor juni 2013.
Voortgang afhandeling moties Data
14/21 juni 2012
Onderwerp
Kadernota 2013
14/21 juni 2012
Kadernota 2013
14/21 juni 2012
Kadernota 2013
14/21 juni 2012
Kadernota 2013
14/21 juni 2012
14/21 juni 2012
Afspraak/toezegging Bij de Kadernota 2014 aangeven hoe en met welke gevolgen de aangegeven besparing op de loonsom van de gemeentelijke organisatie, gerealiseerd kan worden. Onderzoek samenwerking met andere beheerders openbare ruimte en/of samenwerking met verenigingen voor dorpsbelangen, om de kosten voor het onderhoud van de openbare ruimte te verlagen. Aandacht schenken aan de dorpsvisies in de Kadernota 2014 Overzicht exploitatie dorpshuizen meenemen in de Kadernota 2014 Onderzoek samen met de Stichting Welzijn naar verzelfstandiging van de dorpshuizen die onder hun beheer vallen. Presentatie onderzoeksresultaten.
Actie door
Afdoening vóór 15 mei 2013
Volgt via H. Kalk op basis van een aanpak
15 mei 2013
15 mei 2013
15 mei 2013 (voor oplevering Kadernota)
Kadernota 2013 Stand van zaken Het onderzoek is gestart, meldde de wethouder in de raad van 31 januari. Wordt geagendeerd voor de raad van 30 mei 2013. Kadernota 2013
Onderzoek inzamelpunt apparaten.
Griffie, 7 mei 2013
Pagina 2 van 2
Betrekken bij het afvalbeleidspl an.
Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering Agendapuntnummer Besluitnummer Portefeuillehouder
: 30 mei 2013 : IX, punt 5 : 908 : Wethouder Mirjam Pauwels
Aan de gemeenteraad Onderwerp: Ontvlechting functies welzijn en beheer Stichting Welzijn De Wolden. Samenvatting: De gemeenteraad heeft bij de vaststelling van de begroting 2012 besloten 20% te bezuinigen op de subsidie aan de Stichting Welzijn De Wolden (verder: SWDW). Deze bezuiniging kan worden bereikt door maatregelen in de huisvesting. In het rapport van StadeAdvies wordt aangegeven op welke wijze de functies van welzijn en beheer kunnen worden gescheiden. De SWDW geeft in een aanvulling op het rapport (hoofdstuk 7) aan welke acties daarvoor nodig zijn. Fase van besluitvorming: Besluitvormend. Ontwerpbesluit: In te stemmen met het rapport “Verkenning mogelijkheden scheiding Welzijn en Beheer Stichting Welzijn De Wolden”. Inleiding en aanleiding: Inleiding: Bij de besluitvorming over de Kadernota 2013 in juni 2012 en in de begroting 2013 is binnen de ‘Reserve investeringsprojecten’ een bedrag van € 50.000 beschikbaar gesteld voor een nader onderzoek bij de Stichting Welzijn De Wolden. Aanleiding: Bij de vaststelling van de begroting 2012 heeft de gemeenteraad besloten de subsidie aan de Stichting Welzijn De Wolden (SWDW) met 20% te verlagen, met een totaalbedrag van €164.000 te realiseren in 2015. Dat nader onderzoek is bedoeld om duidelijkheid te verkrijgen over de mogelijkheden omtrent scheiding van de functies welzijn en beheer in de drie welzijnsaccommodaties van de SWDW. Problemen of vraagstukken: Beschrijving probleem: De besluitvorming door de gemeenteraad tot het opleggen van een bezuiniging is onder andere ingegeven door het gegeven dat elders in de gemeente dorpshuizen worden geëxploiteerd door vrijwilligers en zonder exploitatiesubsidie van de gemeente. De opvatting heerste dat deze wijze van beheer ook kon worden toegepast bij de drie welzijnsaccommodaties van de SWDW. Concreet betekent dit de scheiding van de functies welzijn en beheer. Nader onderzoek was nodig om daarover definitief te kunnen besluiten.Vanwege het ontbreken van expertise is gebruik gemaakt van externe deskundigheid die in opdracht van de SWDW en de gemeente een verkenning heeft gedaan naar de mogelijkheden.
Pagina 1 van 3
De conclusie van dat onderzoek is dat drie reële toekomstscenario’s aanwezig zijn en een vierde scenario als een mogelijke mix van deze drie. Gemeente en SWDW uitgesproken kunnen zich vinden in het rapport, maar hebben aangegeven dat (meer) cijfermateriaal nodig is om een uitspraak te kunnen doen over de exploitatie en bedrijfsvoering van het beheerspoot. De SWDW heeft aangeboden om in de vorm van een aanvulling op het rapport waarin is ingegaan op de koers die de stichting voor ogen heeft, waartoe behoort het maken van een ondernemingsplan. Die aanvulling betreft hoofdstuk 7 in het rapport. Beoogd effect: Met de uitkomsten van het onderzoek kan de functiescheiding welzijn en beheer worden gerealiseerd. Ontwerpbesluit: toelichting en argumentatie: Toelichting ontwerpbesluit: Het onderzoek naar de mogelijkheden van functiescheiding is de wens van de gemeenteraad. Argumenten ontwerpbesluit: De conclusie van het rapport kunnen wij onderschrijven, zeker nu de SWDW in de aanvulling middels een planning aangeeft dat wordt gewerkt aan een gefaseerde invoering van deze scheiding en het opstellen van een ondernemingsplan. Kanttekeningen: De directeur van de SWDW zal tijdens de raadsavond op 16 mei a.s. uitgebreid ingaan op de functiescheiding en wat dat betekent voor het opnieuw positioneren van de welzijnsorganisatie in de Woldense samenleving, alsook voor de samenwerking met de gemeente voor de taken die (soms ook gezamenlijk) moeten worden uitgevoerd in het sociaal domein. De gemeenteraad is met een memo gedateerd 1-3-2013 geïnformeerd over het integraal aanbod Wonen, welzijn en zorg in Ruinen medio 2015. De functie dorpshuis wordt dan geëxploiteerd in De Priensenije. De beheersfuncties in De Wijk en in Zuidwolde moeten nog concreet worden ingevuld. Omdat ook in andere beleidsterreinen ontwikkelingen zijn (te verwachten) op het gebied van accommodatie, wordt u op een ander moment geïnformeerd over deze ontwikkelingen. Alternatief beleid: Geen functiescheiding is geen optie. De andere genoemde scenario’s in het rapport leveren niet het gewenst resultaat. Financiële effecten: Met de uitvoering van het rapport ontstaan geen directe financiële gevolgen. In de aanvulling die de SWDW heeft opgesteld is een financieel overzicht gekoppeld waaruit blijkt welke inspanningen de stichting moet doen om zonder subsidie van de gemeente het beheer van de Havezathe en de Boerhoorn kan worden uitgevoerd. Personele effecten: n.v.t. Juridische effecten: Voor gemeente geen. De stichting ontvlecht het beheer juridisch van welzijn, onder te brengen in een zogenaamde ANBI/FFI structuur. Participatie- en communicatieparagraaf: (in te vullen aan de hand van de menukaart) Uitvoering van het rapport heeft vergaande gevolgen voor inwoners en voor gebruikers van de accommodaties. Met de stichting wordt een communicatieplan gemaakt dat
Pagina 2 van 3
duidelijkheid geeft over de plannen en de positie van gebruikers en bezoekers. Fatale termijnen: De door de gemeente opgelegde bezuiniging dient uiterlijk in 2015 te worden gerealiseerd. De acties die verband houden met functiescheiding lopen door tot en met 2017. Aanpak en uitvoering: Uitvoering van het rapport is vooral een taak van de SWDW. Gemeente en SWDW trekken gezamenlijk op in de verantwoordelijkheden die ieder voor zich heeft in het sociale domein, hetgeen in tal van situaties zichtbaar zal zijn. Bijlagen: - Rapport “Verkenning mogelijkheden scheiding Welzijn en Beheer Stichting Welzijn De Wolden”.
Zuidwolde, 17 mei 2013 Burgemeester en wethouders van De Wolden, secretaris Nanne Kramer
burgemeester Roger de Groot
Pagina 3 van 3
Ontwerp
Nr.
IX / 5
De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 mei 2013;
Besluit:
In te stemmen met het rapport “Verkenning mogelijkheden scheiding Welzijn en Beheer Stichting Welzijn De Wolden”.
Zuidwolde, 30 mei 2013 De raad voornoemd,
griffier, drs. I.J. Gehrke
voorzitter, R.T. de Groot
Pagina 1 van 1
Verkenning mogelijkheden scheiding Welzijn en Beheer Stichting Welzijn De Wolden
In opdracht van de gemeente De Wolden en Stichting Welzijn De Wolden Februari 2013
Erik Vermathen Nico Kersten Susanne van der Lugt Stade Advies
Inhoud
1
Inleiding................................................................................................................................ 3
2
De opdracht ......................................................................................................................... 4
3
De verkenning ...................................................................................................................... 5
4
De bevindingen .................................................................................................................... 7
5
De scenario’s ..................................................................................................................... 10
6
Aanbevelingen: hoe verder ................................................................................................ 14
7
Visiedocument Stichting Welzijn De Wolden ...................................................................... 15
8
Kanttekening en nawoord .................................................................................................. 22
Verslag Verkenning mogelijkheden scheiding Welzijn en Beheer
2
1 Inleiding Stade Advies is een landelijk opererend adviesbureau voor maatschappelijke ontwikkeling dat op een breed vlak een bijdrage wil leveren aan de kwaliteit van samenleven. Stade Advies is nauw betrokken bij de visievorming, beleidsvorming en implementatie van beleid samenhangend met de grote transities op het terrein van de AWBZ, Jeugdzorg en Participatie. Sommigen noemen in dat rijtje ook nog Passend onderwijs. Ook adviseert en traint Stade Advies opdrachtgevers rond processen bij de kanteling, de Wmo en Welzijn Nieuwe Stijl. Het stimuleren van de inbreng en bijdrage van de burger op diverse beleidsterreinen via het bevorderen van eigen kracht staat vrijwel overal centraal. Stade Advies is ook goed op de hoogte van ontwikkelingen die de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden op het gebied van accommodatiebeleid en voert vaak onderzoeken uit rondom accommodatiebeleid. De gemeente De Wolden en de Stichting Welzijn De Wolden hebben - vertegenwoordigd door respectievelijk hoofd Afdeling Samenleving Bernard Jansen en interim directeur Jannes Kuik Stade Advies gevraagd om een verkenning te doen naar de mogelijkheden voor de stichting om de bezuinigingstaakstelling van € 160.000,- in 2015 te realiseren, met name op het beheer van de accommodaties in Zuidwolde (De Boerhoorn), De Wijk (De Havezate) en Ruinen (De Tump) o.a. door meer vrijwillige inzet. Zoals wel vaker bij onze onderzoeken en adviestrajecten blijft de omgeving tijdens het traject veranderen. Dat was ook het geval tijdens het onderhavige onderzoek. Er deden zich twee belangrijke zaken voor: allereerst werd duidelijk dat de Nieuwe Priensenije definitief functies van de Tump zal gaan overnemen en op de tweede plaats trad de nieuwe directeur van Stichting Welzijn De Wolden aan waardoor een nieuwe wind ging waaien. Een en ander heeft er in geresulteerd dat dit onderzoek een extra dynamisch karakter heeft gekregen. Dat is ook in het verslag terug te vinden. Niet alleen treft u de bevindingen van Stade Advies aan, maar in het tweede deel vindt u in zekere zin ook het antwoord op die bevindingen van de welzijnsstichting. Zij pakt de handschoen op middels een visiedocument dat aansluit op de scenario’s die Stade Advies schetst. Aan die visie zal in een volgend stadium een vervolg worden gegeven middels een ondernemingsplan. Ondanks het feit dat daar nog een hele uitdaging ligt, onderstreept de welzijnsstichting de noodzakelijke bezuinigingen te gaan halen en tegelijkertijd het actief burgerschap te zullen bevorderen. Het doet Stade Advies deugd dat ze middels haar onderzoek de voortgang van dit hele proces heeft kunnen bevorderen.
Verslag Verkenning mogelijkheden scheiding Welzijn en Beheer
3
2 De opdracht Gemeente De Wolden en Stichting Welzijn De Wolden hebben de vraag aan Stade Advies als volgt geformuleerd: Geef middels een verkenning een uitwerking aan de volgende vragen: Wat betekent de ontvlechting van de dorpshuisfunctie, de welzijnsfunctie, de bezuinigingsopdracht en de veranderopgave ten aanzien van welzijn nieuwe stijl op de terreinen: bedrijfsmatig maatschappelijk profilering/imago Wat is nodig voor de ontvlechting van de dorpshuisfunctie, de welzijnsfunctie, de bezuinigingsopdracht en de veranderopgave ten aanzien van welzijn nieuwe stijl met betrekking tot: de inhoud en de inrichting van de manier van werken van de stichting; de organisatie (eisen, professionalisering organisatie, betrokkenheid gemeente De Wolden, etc.); de financiering (in het licht van de bezuinigingen, benodigde financiering, dekking van de kosten etc.). Betrek bij de verkenning ook de aspecten ‘draagvlak onder de bevolking’ en ‘politiek/bestuurlijke wenselijkheid’, ‘potentiële (reikwijdte) aanbod/inzet vrijwilligers’ en ‘de behoefte aan deze accommodaties’. De verkenning heeft als doel input te leveren voor besluitvorming met betrekking tot de toekomstige organisatie van het welzijnswerk in de gemeente De Wolden na implementatie van welzijn nieuwe stijl en ontkoppeling van de dorpshuisfunctie.
Verslag Verkenning mogelijkheden scheiding Welzijn en Beheer
4
3 De verkenning Stade Advies heeft voor haar verkenning een viertal middelen ingezet. Allereerst is er natuurlijk deskresearch gedaan naar al de beschikbare informatie, studies, documenten en rapporten. Daarbij ging het onder andere om beleidsnota’s en regelingen, plannen en onderzoeken van de gemeente en van de stichting:
Integraal Maatschappelijk Accommodatiebeleid van Synarchis Onderzoek huisvesting Welzijnswerk Ruinen van bureau Nieuw Ruimte De relatieve positie De Wolden in Welzijn Beleidsplan en uitvoeringsplan Wmo-Volksgezondheid ‘Samen in Beweging’ Collegeprogramma 2010 – 2014 Dorpsplan Ruinen Dorpsvisie De Wijk Beheer accommodaties 2012- 2013 op hoofdlijnen Van beheren naar ondernemen Een schets scenario’s De gevolgen van gemeentelijk accommodatiebeleid & onderzoek in Ruinen Begroting, exploitatieoverzichten en andere financiële stukken Stichting Welzijn De Wolden
Individuele gesprekken:
Hans Lorijn; scheidende directeur Stichting welzijn De Wolden Jannes Kuik; Interim directeur Stichting Welzijn De Wolden Paul Leenaarts; nieuwe directeur Stichting welzijn De Wolden Hilda Kalter; Hoofd beheer stichting Welzijn de Wolden Erwin Hermelink; controller (hd Accountants) Stichting Welzijn De Wolden Harold Keuter; accountant (hd accountants) Stichting Welzijn De Wolden Bernard Jansen; afdelingshoofd Samenleving gemeente De Wolden Mathilde Bruinenberg; Centrum voor jeugd en Gezin Jan Ronald Dijkema; Locatiemanager Stichting Zorgcentra Zuidwest-Drenthe Ruurd van de Meulen; manager projectontwikkeling Woningstichting Actium Mevrouw Mekkes-Bouma; Dorpshuis Bastogne Ansen Petra Haanstra; voorzitter bestuur Dorpshuis Buddingehof Ruinerwold Petra Kreulen; beheerder Dorpshuis Buddingehof Ruinerwold
Groepsgesprekken
Grietje van Echten (voorzitter) en Theo Wessels (penningmeester); bestuur Stichting Welzijn De Wolden Henk Wind, Geert Tijms, Bert Jansen; beleidsadviseurs afdeling Samenleving gemeente De Wolden Beheerders in dienst van Stichting Welzijn De Wolden
Verslag Verkenning mogelijkheden scheiding Welzijn en Beheer
5
Bestuur dorpsbelangen Zuidwolde Bestuur dorpsbelangen Ruinen Bestuur dorpsbelangen De Wijk Vertegenwoordigers van gebruikers De Boerhoorn Vertegenwoordigers van gebruikers De Tump Vertegenwoordigers van gebruikers De Havezate
Bij deze gesprekken is gebruik gemaakt van de zogenaamde ‘gevulde achterzak’-methode waarbij waar van toepassing, uitkomsten uit eerdere gesprekken ter commentaar worden voorgelegd in volgende gesprekken. Op die manier ontstaat een cumulatie van kennis met een prioritering en een toetsing van draagvlak. Telefonische peiling Tenslotte hebben we ook 51 telefonische vraaggesprekken gevoerd met actieve bewoners in Ruinerwolde, Ruinen en De Wijk met behulp van de door Stade Advies ontwikkelde CPQmethode (Community Potential Quickscan) om de potentie voor vrijwillige inzet rond het beheer van de accommodaties te peilen los van de huidige gebruikers. Het ging hierbij om 20 bewoners in Zuidwolde, 17 bewoners in Ruinen en 14 bewoners in De Wijk.
Verslag Verkenning mogelijkheden scheiding Welzijn en Beheer
6
4 De bevindingen Over het algemeen hebben we zeer open en constructieve gesprekken kunnen voeren. Alleen tijdens de groepsgesprekken met gebruikers was bij een deel van de aanwezigen duidelijk een weerstand te merken tegen mogelijke wijzingen in het beheer. Vooral had men voornemens in die richting bij monde van vertegenwoordigers van de stichting en van de gemeente willen horen. Als er al iets moet wijzigen dan zijn de gebruikers in het algemeen eerder bereid om wat meer te betalen, dan om veel meer eigen inzet te plegen. Verder stellen zij meer flexibiliteit in wat er wel en niet kan (feesten, invulling van pauzes, trakteren bij verjaardagen etc.) en in openingstijden op prijs. Ook bij de dorpsbelangen en in de verdere gemeenschap is onvoldoende animo om de accommodaties geheel in eigen beheer te nemen. Voor het zelf in eigendom nemen en besturen (niet praktisch beheren) ligt er alleen een kans in De Wijk. De stichting is voor een open benadering en een constructieve samenwerking met de gemeente op basis van partnerschap met ieder een eigen verantwoordelijkheid en expertise. De stichting denkt na over verschillende scenario’s. De nieuwe directeur ziet in principe juist een meerwaarde in het koppelen van de accommodaties en welzijn vanwege inhoudelijke argumenten; het bevorderen van sociale cohesie en ontmoeting in buurten/dorpen zijn belangrijke taken van welzijn. Volgens de financiële informatie is het mogelijk om tot het realiseren van de bezuinigingstaakstelling te komen zonder het beheer (geheel) af te stoten (verbeteren efficiency). Het hoofd beheer denkt met een groep beheerders over de mogelijkheid om het beheer op de een of andere manier te verzelfstandigen en meer ondernemend te gaan werken in samenhang met ruimere horecamogelijkheden en inzet van vrijwilligers en mensen met een beperking. De stichting en haar accountant suggereren in dit verband een zogenaamde verticale juridische splitsing (FFi-structuur). De stichting is bezorgd dat het afstoten van beheertaken tot een slechter imago zou kunnen leiden onder de bevolking, zeker als men zou denken dat het idee van een grotere eigen inzet van de stichting zou komen. Aan ambtelijke zijde beschouwt men de stichting als een vaste partner. Er liggen behoorlijk wat opgaven in het brede kader van Wmo, transities etc. en men hoopt hoop daar samen met de nieuwe directeur van de stichting een goede invulling aan te kunnen geven. Meer specifiek is men van mening dat het beheer van accommodaties niet tot de kerntaken van een welzijnsstichting behoort en dat het niet zo’n probleem zou hoeven zijn voor de stichting om het beheer van de accommodaties los te laten. Men wil de kant uit van de dorpshuizen in eigendom en zelfbestuur en/of -beheer. In dat geval zouden ook de horecamogelijkheden kunnen worden uitgebreid. Men vindt het logisch dat eerst het noodzakelijk onderhoud aan de gebouwen plaatsvindt alvorens ze met een symbolisch bedrag worden overgedragen aan de burgers. Dat een van de accommodaties in eigendom is van de stichting hoeft geen probleem te zijn. Het gebouw de Boerhoorn is ooit aan de stichting gegeven en kan dus ook teruggegeven worden, zo is de redenering. Uit alle gesprekken blijkt ook hoe verschillend de drie accommodaties zijn qua gebruik, exploitatie(mogelijkheden), plaats in en omvang van de plaatselijke gemeenschappen. Dit geldt evenzeer voor de vergelijking met dorpshuizen als die in Ansen (veel kleinere gemeenschap en uit eigen gemeenschap ontstaan en vormgegeven) en in Ruinerwold (combinatie met sporthal).
Verslag Verkenning mogelijkheden scheiding Welzijn en Beheer
7
Per accommodatie en gemeenschap De Boerhoorn in Zuidwolde is in eigendom van de Stichting Welzijn de Wolden. Behalve groepsaccommodaties zijn er ook kantoren in gehuisvest voor de Stichting Welzijn de Wolden, maar ook voor het Centrum voor Jeugd en Gezin. Het pand wordt goed gebruikt. De gebruikers zijn redelijk tevreden, al zou men wat flexibiliteit in het beheer op prijs stellen (feesten, invulling van pauzes, openingstijden) en is een enkeling verbolgen over een eerdere prijsverhoging. De gesprekspartners vanuit de plaatselijke gemeenschap geven aan dat volledig zelfbeheer hier niet tot de mogelijkheden behoort. De gemeenschap is daarvoor te groot en te divers. Men wil bijvoorbeeld best (en doet dat ook al) kopjes terugbrengen of helpen koffie te schenken, maar aan taken als schoonmaken en poetsen heeft men geen behoefte. Mogelijk kan men wel een stichting vormen die het dorpshuis in eigendom heeft en een professionele beheerder inhuurt. Ook bij een duurder aanbod moet er wel zorg blijven voor de zwakkere broeders. Daarnaast moet men dan uitkijken dat het verschil met de andere commerciële accommodaties niet te klein wordt. Probleem is dat de accommodatie in het bezit is van de stichting en de stichting het als een onderdeel van haar reserve ziet en vooralsnog niet van plan is om dat voor een symbolisch bedrag weg te geven. De stichting ziet verder ook een bezwaar in het niet meer zelf beheren omdat de programmering en het kantoorgebruik dan op gespannen voet kunnen komen te staan. Meer principieel is de gedachte dat het vanuit de inhoud (Wmo, transities e.d.) bezien juist goed is dat dit soort accommodaties door welzijn worden beheert en wijkgericht worden gebruikt (niet bijvoorbeeld in een verafgelegen CJG) voor zorg voor de doelgroepen en als ontmoetingsfunctie. Tenslotte wordt er op gewezen dat besparen op personeelskosten ook geld kost. De situatie voor De Havezate in De Wijk is in die zin anders dat deze accommodatie kleiner is en de gemeenschap ook. Verder is er nauwelijks andere gelegenheid in het dorp voor samenkomsten. De bereidheid van de gemeenschap om zich voor deze accommodatie in te zetten is dan ook het grootst van de drie onderzochte plekken. Tevens is hier de behoefte aan meer flexibiliteit in gebruik (feesten en partijen) en openingstijden het grootst. Sommige huisregels stuiten op onbegrip, zoals bijvoorbeeld dat als men jarig is, men niet een zelf gebakken cake mag uitdelen binnen de eigen groep. Ook de 50 euro per uur voor als men de beheerder op zondag nodig heeft, kan op weinig begrip rekenen. De welzijnsstichting zegt aan de 60 uur per week vast te zitten en merkt op dat men vergeet dat er ook veel gratis opslagruimte wordt geboden. Maar ook hier ziet men geen mogelijkheden voor een volledig zelfbeheer door vrijwilligers. Het in eigendom nemen van het pand en een professionele beheerder inhuren via een stichting van bewoners kan wel op steun rekenen, mits uiteraard het pand in goede staat is gebracht (liefst met een podium erbij) en onder de juiste voorwaarden (o.a. uitgebreidere vergunning, aandacht voor de zwakkeren) wordt overgedragen. Als er onder de vlag van een dergelijke stichting een uitbater dient te worden gevonden, dan denkt men aan een aanbesteding waarbij de beheerders van de Stichting Welzijn de Wolden (al dan niet in verzelfstandigde vorm) ook kunnen deelnemen. Maar men heeft wel liever verschillende beheerders voor De Boerhoorn en De Havezate, zodat er geen zaken door elkaar gaan lopen.
Verslag Verkenning mogelijkheden scheiding Welzijn en Beheer
8
Op de exploitatie van De Tump in Ruinen wordt verlies geleden op de exploitatie en het gebruik van de bovenverdieping is beperkt vanwege het ontbreken van een lift. De gebruikers zijn redelijk tevreden en met name de biljartvereniging zegt op de ruimte in de Tump aangewezen te zijn. In Ruinen zijn diverse (gedeeltelijk commerciële) locaties waar zalen gehuurd kunnen worden en er staan ook (potentiële) accommodaties leeg. De Tump wordt door de gemeenschap niet echt als haar dorpshuis gezien. In de dorpsvisie wordt voorgesteld om wat meer functies rond de Brink te klusteren (reuring) en men zou graag een zaal met een podium er bij hebben. Sinds geruime tijd wordt gesproken over alternatieve mogelijkheden voor de te bouwen Nieuwe Priensenije. Deze nieuwe Priensenije wordt in opdracht van de Stichting Zorgcentra ZuidwestDrenthe (SSZD) gebouwd en geëxploiteerd omdat de huidige Priensenije niet meer voldoet. De SSZD wil met behulp van de Nieuwe Priensenije zoveel mogelijk ook een functie voor de gemeenschap leveren. Eerder is daarom ook gesproken over het huren van zalen en kantoorruimte door de Stichting Welzijn De Wolden in de Nieuwe Priensenije. Indien daardoor De Tump overbodig zou worden, dan zou woningbouwvereniging Actium op die plek – na sloop – wellicht nog wat willen herontwikkelen (vervangende zorgappartementen?). Bureau Vrije Ruimte deed vorig jaar onderzoek naar de mogelijkheden rond de nieuwbouw van de Priensenije. De conclusie was dat de wil er wel is om de inhoudelijke en ruimtelijke koppeling van welzijnswerk met wonen en zorg te maken, maar dat de financiële haalbaarheid afhangt van de nadere uitwerking van de plannen. Bij het afronden van dit verslag werd duidelijk dat de partijen (SSZD, gemeente, stichting Welzijn De Wolden en Actium) afspraken hebben kunnen maken over de investering en de huur van de Priensenije. Door een besparing op het aantal vierkante meters (meer multifunctioneel gebruik) en een bijdrage van gemeente en SSZD wordt een kostendekkende exploitatie mogelijk. De stichting gaat beperkt wat kantoorruimte huren, maar geen zalen. De zalen zullen vanaf 2015 geëxploiteerd gaan worden door de SSZD. Waarschijnlijk zal de Tump dan gesloten worden. De gemeente zal nog wel haar best moeten doen om volgens haar toezegging te zorgen dat alle gebruikersgroepen na sluiting van de Tump weer een goed onderdak vinden. De nieuwe Priensenije herbergt namelijk stukken minder vierkante meters zaalruimte dan de Tump en met name voor de biljartvereniging zal het niet meevallen om een vergelijkbaar onderkomen met evenveel biljarttafels te vinden. Een dergelijke voorziening zal er in de nieuwe Priensenije niet komen. Vraag is nog wel wat er met het gebouw de Tump gaat gebeuren na beëindiging van de huidige exploitatie. Het gebouw staat nog voor 2 ton in de boeken van de gemeente. Eerdere ideeën dat woningbouwvereniging Actium daar zou willen herontwikkelen staan op losse schroeven. Door de perikelen rond o.a. Vestia, de greep in de kas door het kabinet en de eerdere onduidelijkheden rond het toekomstige huurbeleid heeft Actium – net als veel andere woningcorporaties – een derde deel van haar projecten geschrapt en een derde deel stilgelegd. Herontwikkeling van de Tump valt onder de stilgelegde projecten. Gezien de berekeningen die eerder door bureau Vrije Ruimte zijn gemaakt (uitkomend op zo’n € 30.000 per kavel, terwijl dat ongeveer de helft zou moeten zijn) is Actium op dit moment niet erg optimistisch over voorzetting van dit project. Het valt wellicht te overwegen om De Tump gedeeltelijk (met name het biljartdeel) in zelfbeheer te geven aan de gebruikers tot het gebouw wordt gesloopt.
Verslag Verkenning mogelijkheden scheiding Welzijn en Beheer
9
5 De scenario’s Welke toekomstscenario’s zijn er uit de bevindingen in de voorgaande paragraaf te halen? In onze optiek zijn er 3 hoofdscenario’s. Maar natuurlijk kunnen elementen van de diverse scenario’s ook weer tot een nieuw scenario worden samengevoegd. Door de oogharen kijkend ontstaat zo een gemengd scenario dat uiteindelijk onze voorkeur heeft gekregen. Dat scenario volgt als laatste. Het eerste scenario is om de stichting Welzijn De Wolden uiteindelijk zelf te laten besluiten waar men de bezuinigingsdoelstelling op behaalt. Beëindiging van het beheer van de Tump levert een besparing op als het personeel bijvoorbeeld in de Nieuwe Priensenije of elders aan de slag kan. Zo niet dan moet rekening worden gehouden met afvloeiingskosten. Het tweede scenario is om welzijn en beheer los te knippen en beheer te verzelfstandigen en meer in ondernemende zin te laten opereren. Aan de nieuwe niet winstbeogende stichting wordt het beheer van de huidige accommodaties gelaten. Het derde scenario is dat de stichting het beheer afstoot en dat er in Zuidwolde en De Wijk een stichting van bewoners wordt opgericht die de accommodatie onder haar hoede krijgt en voor het beheer een beheerder/uitbater kan selecteren. Voorwaarde is dat Stichting Welzijn De Wolden de Boerhoorn ter beschikking stelt/overdraagt. Scenario 1: niet elke verandering is een verbetering Het eerste scenario is om de stichting Welzijn De Wolden zelf te laten besluiten hoe men de bezuinigingsdoelstelling van € 160.000,- in 2015 haalt. De stichting kan die doelstelling waarschijnlijk halen uit efficiency verbetering door de hele organisatie. Voordelen van dit scenario zijn dat de stichting inhoudelijke doelstellingen kan (blijven) koppelen aan het gebruik van de accommodaties en dat er meer respect uit spreekt voor de stichting als een eigenstandige organisatie. Het nadeel is dat bestuur en raad zich hebben uitgesproken voor een scheiding welzijnstaken en beheertaken. Natuurlijk zou men hier aan tegemoet kunnen komen door van de beheertak een dochter te maken, maar dat is in dit opzicht toch vooral een cosmetische ingreep. Omdat op de exploitatie van De Tump verlies wordt geleden en het te verwachten valt dat die wordt gesloten zodra de Nieuwe Priensenije gereed is, kan ook worden gekeken om het beheer ervan versneld af te stoten en de huidige gebruikers naar een andere locatie te begeleiden. Misschien is deze subvariant zelfs noodzakelijk om tot de bezuinigingsdoelstelling te komen. Mogelijk zouden een aantal gebruikersgroepen een aantal ruimtes nog een tijd in zelfbeheer kunnen houden. Met name de biljartvereniging heeft aangegeven daar wel oren naar te hebben. Hierbij moet wel rekening worden gehouden met afvloeiingskosten.
Verslag Verkenning mogelijkheden scheiding Welzijn en Beheer
10
Scenario 2: van beheren naar ondernemen In het tweede scenario wordt de beheertak afgestoten en vormt deze een zelfstandige niet winst- beogende stichting, geheel los van Stichting Welzijn de Wolden. Zij krijgt echter wel als taak om het beheer over de drie voorzieningen te verzorgen. (Bij verticale splitsing zou ook de Boerhoorn naar deze nieuwe stichting kunnen gaan. De overige accommodaties blijven eigendom van de gemeente.) Voorwaarden zijn dat de vergunningen worden verruimd zodat men meer ondernemend kan optreden en de omzet kan verhogen en dat de afvloeiing van personeel dat niet mee kan (kosten) of wil, vooraf wordt geregeld. Dat zal nodig zijn om tenminste kostendekkend te kunnen opereren. Een grote groep van het beheerderspersoneel onder leiding van hoofd beheer Hilda Kalter heeft aangegeven wel zin te hebben om meer ondernemend te gaan werken en zo het eigen brood te verdienen. Aandachtspunten zijn hier het realiteitsgehalte van de plannen (veel ideeën en enthousiasme, maar (nog) geen doorgerekend ondernemingsplan) en de (concurrentie-) verhouding tot de overige horeca. In een aantal plaatsen in De Wolden heeft in het verleden het Bureau Eerlijke Mededinging (BEM) met succes dit soort ondernemerschap aan banden laten leggen. Daarvoor – en om een voldoende sociale exploitatie te behouden – is het nodig om het beheer en de exploitatie slechts onder voorwaarden (gewaarborgd gebruik voor minder draagkrachtige gebruikersgroepen) toe te staan. Voordelen van dit scenario zijn scheiding van welzijn en beheer zoals (politiek gewenst), behoud van kennis en kunde waarin is geïnvesteerd (diploma’s sociale hygiëne, bedrijfshulpverlening, kennis van de gebruikers en de accommodaties, kennis van welzijn) en minder kosten dan bij totale ontmanteling van de beheertak. Voordeel zou ook kunnen zijn dat er door een ondernemender instelling flexibeler zal worden beheerd, wat meer aansluit bij de wensen van de (potentiële) gebruikers. Als nadeel kan ervaren worden dat het hier om gedwongen winkelnering gaat. Partijen kunnen niet makkelijk van elkaar af. Wat te doen als de kwaliteit te wensen overlaat of als men het financieel niet redt? Maar ook van de andere kant, wat als de gemeente bijvoorbeeld accommodaties wil sluiten? Ook bij dit scenario geldt dat omdat op de exploitatie van De Tump verlies wordt geleden en deze waarschijnlijk op termijn wordt gesloten, het beheer ervan ook versneld kan worden afgestoten en men vervolgens de huidige gebruikers een andere locatie aan kan bieden. Misschien is deze subvariant zelfs noodzakelijk om de nieuwe beheerstichting voldoende te laten renderen. Met name de biljartvereniging heeft aangegeven wel mogelijkheden te zien om een en ander aan zelfbeheer te doen. Die mogelijkheid van (een deel van) De Tump als een soort clubhuis zou ook bekeken kunnen worden. Tevens zou bekeken kunnen worden of deze beheerstichting ook het beheer voor de nieuwe Priensenije zou kunnen verzorgen. Scenario 3: het dorpshuis is van ons Het derde scenario komt het dichtst bij de situatie waarbij de accommodaties als dorpshuizen worden gerund door de plaatselijke gemeenschappen. In dit scenario wordt het beheer van de accommodaties geheel los van de huidige situatie vormgegeven. Er gelden echter wel twee beperkingen, namelijk dat geen van de gemeenschappen in staat is om het beheer volledig voor haar rekening te nemen en dat de Boerhoeve eigendom is van de Stichting Welzijn De Wolden.
Verslag Verkenning mogelijkheden scheiding Welzijn en Beheer
11
Uitgaande van het maximaal haalbare in deze richting is de variant dat er in Zuidwolde en De Wijk een stichting van bewoners wordt opgericht die de accommodatie onder haar hoede krijgt en voor het beheer een beheerder/uitbater kan selecteren. (Het lijkt uitgesloten dat de nieuwe Priensenije op deze wijze kan worden geëxploiteerd.) De exploitatie dient te voldoen aan een aantal door de gemeente te stellen eisen om de sociale - en ontmoetingsfunctie van de accommodatie voor alle groepen te kunnen waarborgen. Ook hier geldt dat het BEM zou kunnen pogen beperkingen in de exploitatie af te dwingen. Die kans lijkt in De Wijk overigens gering vanwege het ontbreken van horeca. Het pachterschap wordt aanbesteed. Indien de beheertak van de stichting is ondergebracht/doorgestart in een eigen rechtsvorm dan kan zij meedingen naar het pachten van een of meer accommodaties. De grote vraag is natuurlijk of Stichting Welzijn De Wolden de Boerhoorn ter beschikking stelt/overdraagt. De gemeente denkt dat wat eens is geschonken wel weer kan worden terug gegeven, maar het gebouw staat wel voor 2,5 miljoen op de balans van de stichting en het gezegde is toch ‘eens gegeven, blijft gegeven’. Er is geen grote bereidheid te bespeuren bij de stichting om dat gezegde te weerleggen. Denkbaar is dat ze eigenaar blijft en de groepsaccommodaties aan de stichting van bewoners verhuurt en de stichting vervolgens weer een pachter zoekt. Welzijn de Wolden zal dan wel willen vastleggen dat de wijze van exploitatie niet het gebruik van de kantoorruimten beperkt. Voor de Tump geldt hetzelfde als hiervoor onder scenario 1 en 2 is gezegd. Voorkeursscenario Door de ogenharen kijkend en alle voor- en nadelen van de voorgaande scenario’s afwegend, komen we tot een gemengd scenario, dat misschien wat pragmatisch overkomt, maar vergeleken met de meer pure scenario’s meer voordelen en minder nadelen bevat. Het heeft daarom ook onze voorkeur. Omdat de exploitatie van de Tump op niet al te lange termijn lijkt te eindigen, is daarvoor niet goed een structurele oplossing te bedenken qua beheer. De exploitatie is verliesgevend en gezien de mogelijkheden van het gebouw en de concurrentie vanuit andere accommodaties ook niet snel winstgevend te maken. Voorzetting van de exploitatie staat dus op gespannen voet met de gegeven bezuinigingsdoelstelling. Vandaar dat in elk scenario en dus ook in het onderhavige de exploitatie wordt beëindigd, voor de gebruikers een ander onderkomen wordt gezocht en wordt bekeken of de biljartclub nog een deel van het gebouw zou kunnen gebruiken als een soort clubhuis. Mogelijk zouden er ook andere tijdelijke gebruikers zijn te vinden om leegstand tegen te gaan. De exploitatie van de zalen in de Nieuwe Priensenije wordt door de SSZD verzorgd. Aangezien de gemeenschap in Zuidwolde nauwelijks mogelijkheden ziet om de Boerhoorn als een soort dorpshuis te exploiteren, de welzijnsstichting er gezien de combinatie met eigen kantoorfuncties niet voor is dat er een andere beheerder komt dan zijzelf en zij ook geen afstand lijkt te willen doen van het gebouw, is het misschien het wijste om de Boerhoorn te laten blijven beheren door de stichting. Er moet dan wel een zogenaamde verticale splitsing plaatsvinden en het beheer moet flexibeler, efficiënter en ondernemender gestalte worden gegeven, met behoud van de sociale doelstelling. De vergunning wordt daartoe verruimd.
Verslag Verkenning mogelijkheden scheiding Welzijn en Beheer
12
Omdat de behoefte en het animo in De Wijk daarvoor het grootst is wordt De Havezate opgeknapt en overgedaan aan een stichting van bewoners die een uitbater zoekt om de accommodatie te exploiteren onder door de gemeente te stellen randvoorwaarden, die dienen om de sociale functie en ontmoetingsfunctie van de accommodatie voor alle groepen te kunnen waarborgen. De vergunning wordt verruimd. De verticaal afgesplitste beheertak van de stichting Welzijn Zuidwolde mag meedingen naar de functie van uitbater. Afhankelijk van de uitkomst van de aanbesteding moet rekening worden gehouden met extra afvloeiingskosten als de afgesplitste beheertak niet de uitbater wordt. Wat stichting Welzijn Zuidwolde niet binnen het (afstoten van) beheer aan efficiency winst kan boeken, zal ze tot aan de bezuinigingsdoelstelling daar buiten moeten vinden. Hoe ze dat doet wordt aan de stichting overgelaten. De eventuele frictiekosten die hierdoor ontstaan zou de gemeente eenmalig - los van de bezuinigingsdoelstelling - voor haar rekening moeten nemen.
Verslag Verkenning mogelijkheden scheiding Welzijn en Beheer
13
6
Aanbevelingen: hoe verder
Met het uitspreken van ons voorkeursscenario rest ons nog enige aanbevelingen te doen over het verdere proces, waarbij we overigens buiten de formele besluitvormingslijnen willen blijven. Allereerst dient het aanbeveling om het rapport publiek te maken en de deelnemers aan het onderzoek ervan op de hoogte te stellen. Verder verdient het aanbeveling om met de hoofdrolspelers nog eens om de tafel te gaan zitten. Is het door de stichting Welzijn De Wolden voorgestelde pad inderdaad begaanbaar? De gebruikers en de dorpsbelangen gaven aan het gesprek met de stichting en de gemeente op dit punt te hebben gemist. Daarna kan samen met de betrokkenen de uitwerking per locatie plaatsvinden, met uiteraard speciale aandacht voor de gebruikers van de Tump. Ten slotte zal ook een nadere uitwerking in een ondernemingsplan van de stichting moeten plaatsvinden.
Verslag Verkenning mogelijkheden scheiding Welzijn en Beheer
14
7 Visiedocument Stichting Welzijn De Wolden Status: concept
Samen op weg naar duurzame verzelfstandiging van de dorpshuizen.
Verslag Verkenning mogelijkheden scheiding Welzijn en Beheer
15
Inleiding Gemeente De Wolden heeft Welzijn de Wolden (WDW)een taakstellende bezuiniging opgelegd van € 164.000, die in 2015 geëffectueerd moet zijn. Deze bezuiniging zou gevonden moeten worden in de verzelfstandiging van de drie dorpshuizen (De Boerhoorn,De Havezate en De Tump). In opdracht van de gemeente en WDW is Stade Advies gevraagd om een verkenning te doen om de mogelijkheden te onderzoeken om Welzijn en Beheer van elkaar te ontvlechten. Dit onderzoek is in februari afgerond. Naar aanleiding van dit rapport is er een eerste oriënterende en meningsvormende bijeenkomst geweest met de Gemeente, WDW en Stade Advies. In deze bijeenkomst is ondermeer door de gemeente en WDW vastgesteld dat de cijfermatige gegevens en de financiële doorrekening, die nodig zijn om tot een gefundeerde afweging te komen, ontbreken. WDW heeft in deze bijeenkomst expliciet te kennen gegeven dat ze welwillend mee wil werken om de bezuinigingen te realiseren. We moeten immers allemaal de tering naar de nering zetten. Wat voor WDW wel voorop staat is dat we zoveel als mogelijk vanuit de inhoud van ons werk willen denken en dat we moeten voorkomen dat we te snelle en te ondoordachte keuzes maken, waarvan de burgers uiteindelijk onbedoeld de negatieve gevolgen ondervinden. WDW wil daarom graag proactief meedenken in dit proces en zelf met een goed plan komen,waarin inhoud voorop staat en de taakstellende bezuinigingopgave leidend blijft. Met deze boodschap en opdracht aan ons zelf, hebben we deze vergadering besloten. WDW zal binnenkort haar koersdocument 2013-2015 aan u presenteren, waarin de kanteling naar participatie en actief burgerschap het centrale thema zal zijn. Dit geldt ook voor het beheer van de dorpshuizen. Ons plan WDW wil zelf verantwoorde keuzes maken om de bezuinigingsopgave te halen. Zoals gezegd staat daarbij de inhoud voorop. Enerzijds zullen wij dit doen door kritisch te kijken naar de eigen interne organisatie en bedrijfsvoering en anderzijds willen wij de dorpshuizen onder gaan brengen in een beheerstichting, die gefaseerd hun eigen broek moeten gaan ophouden en (gedeeltelijk) los van de gemeentelijke subsidie moeten gaan functioneren. Dus niet in een keer alle betaalde krachten gaan vervangen door vrijwilligers maar dit gaande weg vorm geven. Om de bewoners meer in hun kracht te zetten en meer zeggenschap te geven worden ze uitgenodigd om in het bestuur of in een bewonersraad zitting te nemen zodat ze" het vak "kunnen leren en ze mede verantwoordelijk te maken voor de programmering in het dorpshuis. Hiermee wordt ook uiting gegeven aan de wens van de gemeente om de burger meer te laten participeren en zeggenschap te geven. Het tijdspad om te komen tot een algehele gefaseerde verzelfstandiging(subsidie van gemeente gefaseerd reduceren tot nul) van de dorpshuizen is op dit moment moeilijk in te schatten, omdat de snelheid van het proces mede bepaald wordt door onzekere factoren (verruiming van vergunningen, realistisch beeld van de inverdienmogelijkheden, de inzetcapaciteit van vrijwilligers). Het nog te maken ondernemingsplan zal hier dieper op ingaan (risicio-en kansenanalyse, kosten-baten analyse). Het opstellen van een doortimmerd ondernemingsplan vereist de nodige deskundigheid en onderzoek .Een mogelijkheid is, als er voldoende tijd is,dit te laten uitvoeren door een student (bedrijfseconomie) in het kader van een afstudeeropdracht.
Verslag Verkenning mogelijkheden scheiding Welzijn en Beheer
16
Onze opdracht om in 2015 te voldoen aan de taakstellende bezuiniging van €164.000 hebben we reeds 2012 in gang gezet door een deel van de schoonmaak in eigen beheer uit te voeren. In Ruinen gaan we in 2014 afscheid gaan nemen van een aantal beheerders. Daarnaast gaan we een belangrijk deel van de bezuiniging vinden binnen de eigen organisatie door een herschikking van taken en het verlagen van de overheadkosten. Verder blijft de doelstelling bij beheer om uiteindelijk gedeeltelijk of geheel los te komen van de gemeentelijke subsidie, wat op langere termijn een verdere besparing zal kunnen opleveren. Bovenstaand plan geldt specifiek voor De Boerhoorn (Zuidwolde) en Havenzate (de Wijk) De Tump (Ruinen) zal geen onderdeel uitmaken van de beheerstichting omdat daar de keuze is gemaakt voor een nieuw te bouwen zorgcentrum, waarin welzijn wel een belangrijke rol heeft maar de exploitatie in handen is van SSZD. Op weg naar verzelfstandiging...aansluiten bij onze inwoners Net als in veel andere gemeenten staat ook de gemeente De Wolden en de welzijnsorganisatie voor de grote veranderopgave om burgerkracht te mobiliseren. Inwoners moeten meer zeggenschap krijgen en weer aan het roer komen. WDW onderschrijft deze visie van harte. In het gemeentelijke WMO-programma "Samen in Beweging" en de beleidsnota Burgerparticipatie 2011, "investeren in betrokkenheid",doet de gemeente De Wolden nadrukkelijk meer beroep op de eigen verantwoordelijkheid van onze inwoners, ondernemers en maatschappelijke instanties: "Meedoen,het benutten van de eigenkracht, verantwoordelijkheid voor jezelf en voor elkaar zijn en zo gezond mogelijk zijn en blijven zijn de uitgangspunten voor de toekomst". Ook WDW heeft met deze veranderingen te maken. Het traditioneel sociaal cultureel werk en de maatschappelijke dienstverlening maakt plaats voor burgerschapsgerichte interventies,die doelgericht zijn ,tot actief burgerschap en participatie leiden. Nieuw beleid heeft echter wel tijd nodig om zijn weg te vinden naar de praktijk. De praktijk is dat burgers lang in de comfortzone van onze verzorgingsmaatschappij hebben gezeten. Nu wordt versneld , ingegeven door de tijdgeest,een actieve bijdrage gevraagd waarin burgers zelf het heft in eigen handen moeten nemen. Dit proces gaat niet van vandaag op morgen. Onze belangrijkste aandeelhouders, de inwoners van De Wolden, moeten dus worden meegenomen in dit proces naar verzelfstandiging en zelfregie. Daar ligt de opgave voor Welzijn! het ontwikkelen van burgerkracht en eigenaarschap! Daar waar de gemeente en welzijn hun ambitieuze plannen op papier hebben gezet en voor de troepen uitlopen, zijn onze inwoners echter nog lang niet zover. Overal in het land zijn er voorbeelden van wijk-en dorpshuizen, die minder of géén subsidie meer ontvangen en die zelf hun broek moeten gaan ophouden. De praktijk laat veelal zien dat de weg naar succesvolle verzelfstandiging in grote mate bepaald wordt door een gefaseerde en gedoseerde aanpak, waarin de subsidie geleidelijk wordt afgebouwd. Een valkuil voor dergelijke initiatieven is dat er genoeg aandacht moet zijn voor borging. Vaak is er een handjevol trekkers. Als zij uitvallen, sneuvelt het initiatief. Andere valkuil is de mentaliteit. Aanbieders moeten wennen aan het ondersteunen van burgers. Lokale kracht is nodig en is alom aanwezig. De bal kan prima bij de burgers liggen, zo lang zij deze maar delen met de overige spelers in het veld. En zo lang er oog is voor de kwetsbare burgers. Juist zij zouden ook moeten profiteren van de lokale kracht.
Verslag Verkenning mogelijkheden scheiding Welzijn en Beheer
17
Het Stade rapport laat zien dat onze burgers op dit moment (nog)onvoldoende instaat zijn om de dorphuizen zelfstandig te exploiteren. Helemaal niet zo vreemd,want er komt veel bij kijken en naar onze overtuiging kan een dorpshuis in de grootte van De Boerhoorn, Havezate en de Tump niet alleen draaien op vrijwilligers maar zal er altijd professionele inzet nodig blijven(zakelijk leider). Dit in tegenstelling tot de dorphuizen in onze kleinere kernen, die van oudsher door vrijwilligers gerund worden en vaak ook nog door bewoners zelf gebouwd zijn: ongelijke monniken, ongelijke kappen! Belangrijk voor de meningsvorming is dat WDW het plan omarmt om onze inwoners meer aan het roer te krijgen, zelfregie en eigenaarschap te bevorderen Domeindenken en institutionele belangen zijn daarin voor ons ondergeschikt. WDW wil echter voorkomen dat we het kind met het badwater laten weglopen door nu de keuze te maken om de beheerpoot af te stoten. Te snel, (nog) te weinig draagkracht bij de inwoners en daarmee een te groot afbreukrisico. In onze overtuiging moet dit proces naar zelfregie en eigenaarschap gefaseerd en gedoseerd verlopen. Van dorpshuis naar sociale buurtonderneming Het dorpshuis van de toekomst wordt steeds meer gezien als een sociale buurtonderneming in de wijk, waarin naast de sociale doelstellingen ook actief gezocht moet worden naar nieuwe inverdienmogelijkheden. De gemeente is op zoek naar een manier om de uitvoering van de WMO vorm te geven, waarbij de integrale aanpak centraal staat. Naar de mening van WDW biedt de WMO (en de beoogde uitbreiding vanuit de AWBZ,jeugdzorg en Participatiewet) nieuwe kansen voor een goed en modern functionerend dorpshuis. Het dorpshuis heeft immers een aantal sterke punten: -
laagdrempelige aanloop van wijk en buurt (ontmoetingsfunctie) continuïteit in relatie tot beheer netwerken onder burgers en professionals ruimte
In dit ontwikkeltraject ziet WDW een belangrijke toegevoegde waarde om vanuit inhoudelijke motieven de verbinding te houden met de dorpshuizen. Dit geldt ook voor de nog te bouwen accommodatie in Ruinen (Priensenije), waarin we gezamenlijk de ambitie hebben uitgesproken om de inhoudelijke en ruimtelijke koppeling van welzijn met wonen en zorg te maken. Belangrijke voorwaarden om de ''eigen broek" op te houden is te kunnen gaan ondernemen. Hiervoor zal de gemeente de bestaande vergunningen moeten verruimen zodat de omzet verruimd kan worden. (weekendopenstelling,volledige horecavergunning) Ondernemen betekent ook een ondernemingsplan maken waarin een kosten-baten analyse gemaakt wordt om te komen tot een rendabele exploitatie en een realistisch scenario....want ondernemen betekent ook risico's aangaan. Wat doen we als in de praktijk blijkt dat er verliezen worden geleden? is het wel een haalbaar scenario om geheel los van de gemeentelijke subsidie tot een kostendekkende exploitatie te komen? Het ondernemingsplan zal op deze vragen duidelijkheid moeten geven.
Verslag Verkenning mogelijkheden scheiding Welzijn en Beheer
18
Onze ambitie met de sociale buurtonderneming: -
de behoefte van de klant staat centraal in plaats van de doelen van de organisatie; toename klanttevredenheid; een herkenbare, laagdrempelige centrumfunctie in het dorp, waar alle bewoners terecht kunnen voor voorzieningen, advies en activiteiten samenwerking/trots: ‘met z’n allen staan we voor de wijk’; beter kunnen benutten dynamiek en creativiteit bij medewerkers; medewerkers denken en werken vanuit een betrokkenheid bij de wijk; medewerkers denken en werken organisatieoverstijgend; structurele verbinding tussen vrijwilligers en professionals. de wil om commercieel en ondernemend te handelen.
Bewonersparticipatie WDW vindt het belangrijk dat bewoners een belangrijke rol vervullen in de buurtonderneming. Dat betekent dus niet alleen dat bewoners betrokken worden bij hetgeen de buurtonderneming uitvoert, maar dat zij ook echt fungeren als ‘aandeelhouders’ van de buurtonderneming. Bewoners beslissen mee, maar hebben ook een eigen verantwoordelijkheid om de buurtonderneming tot een succes te maken. Om deze intentie te kunnen borgen, stelt WDW voor om inwoners te laten participeren in de nieuw op te zetten beheersstichting en/of een bewonersraad in te stellen. De bewonersraad geeft advies, heeft instemmingsrecht bij het werkplan van de buurtonderneming en is gesprekspartner bij het vaststellen van de beleidsuitgangspunten van de buurtonderneming. Zij houdt het reilen en zeilen van de buurtonderneming in de gaten. De bewonersraad dient een afspiegeling te vormen van het dorp; dat vereist dat vooraf functie-eisen worden gesteld op het gebied van kwaliteit en representativiteit. Het is van het allergrootste belang dat de buurtonderneming een eigen, omvangrijk maar duidelijk afgebakend mandaat krijgt. Zo wordt het een onderneming waar borging is voor een gezonde slagkracht. Voorstel en overwegingen om te komen tot een nieuwe structuur In onze visie moeten de twee dorpshuizen uitgroeien tot duurzame sociale buurtondernemingen, die inspelen op lokale behoeften op het gebied van economie, werkgelegenheid, sport, cultuur,communicatie, welzijn en leefbaarheid. De rechtspersoonlijkheid zou een vereniging, coöperatie of een stichting kunnen zijn. Er is dan geen winstoogmerk en het profijt zal volledig ingezet worden voor de doelstellingen van de organisatie. WDW stelt voor om Welzijn en Beheer vertikaal en juridisch te ontvlechten en komt hiermee tegemoet aan de wens van de politiek. We willen dit proces met ingang van 2014 in gang gaan zetten. Dit plan behelst dat WDW wordt omgevormd tot een welzijnspoot die wordt ondergebracht in een ANBI (algemeen nut beogende instelling) en dat de beheerpoot wordt ondergebracht in een zogenaamde FFI (fiscaal fondswervende instelling) De omvorming naar deze nieuwe structuur kan relatief snel en goedkoop worden gerealiseerd. De huidige bestuur- en directiestructuur blijven in dit scenario gehandhaafd. Zoals eerder gezegd blijft de doelstelling wel overeind om de beheerpoot gefaseerd geheel te verzelfstandigen.
Verslag Verkenning mogelijkheden scheiding Welzijn en Beheer
19
Groot voordeel van deze structuur is dat eventuele winsten fiscaal vriendelijk overgeheveld kunnen worden naar de welzijnstak (ANBI) die deze extra middelen weer kan laten terugvloeien naar de wijk. In deze constructie hoeft geen vennootschapsbelasting te worden afgedragen en de inkomsten voor de ANBI (Welzijnspoot) zijn onbelast. Op deze manier kan er een inverdieneffect optreden die ten goede komt aan de inwoners. Zodoende snijdt het mes aan twee kanten. Belangrijkste voorwaarde voor een FFI-structuur is dat 30% van de activiteiten door vrijwilligers moeten worden uitgevoerd. Deze doelstelling ligt binnen bereik omdat het beheer van de dorpshuizen gefaseerd in handen komt van vrijwilligers. Voordelen van dit plan zijn scheiding van welzijn en beheer zoals door de politiek is aangegeven maar behoudt van de sociale doelstelling, behoud van de expertise van het huidige beheerpersoneel (bedrijfshulpverlening, sociale hygiëne, kennis van de accommodatie, centrale inkoop) en minder directe dreiging van afvloeiingskosten. Tijdspad en actieplan -
Mei-juli 2013 samenstellen van het ondernemingplan. (actie WDW) 2013 verruiming van de benodigde vergunningen is gerealiseerd (actie gemeente( januari 2014 welzijn en beheer zijn losgekoppeld en de ANBI/FFI structuur is gerealiseerd (voorstel moet dan worden overgenomen door gemeente) januari -maart 2014 beheerstichting+ bewonersraad is operationeel 2015-2017 verdere doorontwikkeling en verzelfstandiging van de beheerpoot en gefaseerd loskomen van de gemeentelijke subsidie,
Verslag Verkenning mogelijkheden scheiding Welzijn en Beheer
20
Bijlage kosten-baten overzicht van de afgelopen 3 jaar. (Boerhoorn,Havezate)
Stichting Welzijn De Wolden Overzicht beheer
Jaarrekening 2011
Jaarrekening 2012
Begroting 2013
Baten: Opbrengsten buffet Opbrengsten facilitair
147.097,00 59.247,00
137.717,00 63.083,00
148.000,00 59.750,00
Totaal baten
206.344,00
200.800,00
207.750,00
Salariskosten beheer Overige personeelskosten Huisvesting Organisatie Inkopen buffet Inkopen facilitair
186.423,00 11.808,00 192.572,00 29.432,00 37.876,00 3.110,00
175.568,00 13.474,00 185.141,00 29.652,00 35.760,00 2.631,00
179.439,00 14.367,00 182.000,00 33.336,00 38.500,00 4.736,00
Totaal lasten
461.221,00
442.226,00
452.378,00
-254.877,00
-241.426,00
-244.628,00
Lasten:
Resultaat/subsidie gem.
Verslag Verkenning mogelijkheden scheiding Welzijn en Beheer
21
8 Kanttekening en nawoord Zoals bij de inleiding gezegd doet het Stade Advies deugd dat ze middels dit onderzoek de voortgang van het hele proces heeft kunnen bevorderen. Stichting Welzijn De Wolden heeft de handschoen opgepakt en heeft middels een visiedocument aansluiting gezocht bij de scenario’s die Stade Advies schetst. De concretisering daarvan in een ondernemingsplan vormt nog een grote uitdaging. Wie naar de cijfers van de stichting op het eind van de visie kijkt ziet dat de gemeente tot nu toe de helft van alle kosten van het beheer subsidieert. De opgave is dus om het daarmee gemoeide bedrag van € 265.000,- voor een groot deel terug te verdienen door meer inkomsten te generen en minder kosten te maken. Daarbij komen dan nog de kanttekening dat het terugbrengen van personeelskosten in eerste instantie vaak extra geld kost, de kanttekening dat het blijven uitoefenen van een maatschappelijke functie het vragen van commerciële prijzen niet altijd toelaat en de kanttekening dat het bevorderen van de inzet van burgers tijd kost. Vandaar dat Stade Advies stichting Welzijn De Wolden op de valreep nog een paar tips wil meegeven: Leg goed vast wie waarvoor probleemeigenaar zijn (met gemeente en gemeenschap) Kijk naar de (on)rendabele uren vanuit de werkelijke kostprijs en neem maatregelen; Maak op basis van een regio-benchmark een risico-analyse per locatie; Werk met flexibele tarieven; Zorg voor de benodigde vergunning; Spreek met de plaatselijke Horeca; Stel functieprofielen op; Zoek slimme oplossingen middels: mogelijkheden Participatiewet, open digitale plannings-, boekings- en factureringssysteem, delen van personeel, uitbesteden van taken etc.
Verslag Verkenning mogelijkheden scheiding Welzijn en Beheer
22
Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering Agendapuntnummer Besluitnummer Portefeuillehouder
: 30 mei 2013 : IX, punt 6 : 922 : Wethouder Henk Lammers
Aan de gemeenteraad Onderwerp: Jaarstukken 2012. Samenvatting: n.v.t. Fase van besluitvorming: Besluitvormend. Ontwerpbesluit: Aan de raad wordt gevraagd om: - de jaarrekening 2012 van de gemeente De Wolden vast te stellen; - in te stemmen met voorgestelde bestemming van het rekeningresultaat 2012. Inleiding en aanleiding: Artikel 197 van de Gemeentewet: Het college legt aan de raad over elk begrotingsjaar verantwoording af over het door hem gevoerde bestuur, onder overlegging van de jaarrekening en het jaarverslag. Problemen of vraagstukken: n.v.t. Ontwerpbesluit: toelichting en argumentatie: Voor een toelichting wordt verwezen naar de jaarstukken 2012. In de eerste onderdelen van het jaarverslag wordt in hoofdlijnen de belangrijkste afwijkingen nader toegelicht. De jaarrekening 2012 sluit met een positief saldo van € 386.000. Door de accountant is een goedkeurende controleverklaring afgegeven inzake de getrouwheid en rechtmatigheid van de jaarrekening 2012. Alternatief beleid: n.v.t. Financiële effecten: Bij de vaststelling van de jaarrekening 2012 door de raad moet de besluitvorming plaatsvinden over de bestemming van het rekeningresultaat. Bij de vaststelling van de programmabegroting 2012 is door de raad besloten mogelijke incidentele overschotten over de jaren 2012 tot en met 2015 bij bestemming van het rekeningresultaat te storten in de ‘reserve investeringsprojecten’. Voor het bepalen van het uiteindelijk te bestemmen resultaat wordt ook rekening gehouden met de reeds eerder door de raad genomen besluiten, zoals een onttrekking uit de algemene reserve grondexploitatie i.v.m. de te verwachten verliezen op de bouwgrondexploitatie en een toevoeging in deze reserve i.v.m. een winstneming van de bouwgrondexploitatie complex Ruinen-Zuid.
Pagina 1 van 2
Na de verwerking hiervan bedraagt het uiteindelijk toe te voegen bedrag aan de ‘reserve investeringsprojecten’ € 538.000. Bij de decemberrapportage 2012 was uitgegaan van een voordelig saldo van € 295.000. Personele effecten: Het positief effect op de personeelslasten van € 62.000 is reeds verwerkt in de jaarrekening ter toevoeging in de egalisatiereserve personeelskosten. Juridische effecten: De Gemeentewet, het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en de Financiële-verhoudingswet. Participatie- en communicatieparagraaf: n.v.t. Fatale termijnen: Op grond van artikel 200 van de Gemeentewet zendt het college het jaarverslag en de vastgestelde jaa rrekening in ieder geval voor 15 juli van het jaar, volgend op het begrotingsjaar aan gedeputeerde staten. Op grond van de Financiële Verhoudingswet moet voor 15 juli de Sisa-bijlage worden toegezonden aan het CBS. Aanpak en uitvoering: n.v.t. Bijlagen (alleen digitaal): - De jaarstukken 2012; - De goedkeurende controleverklaring, alsmede het verslag van bevindingen van de accountant over 2012.
Zuidwolde, 17 mei 2013 Burgemeester en wethouders van De Wolden, secretaris Nanne Kramer
burgemeester Roger de Groot
Pagina 2 van 2
Ontwerp Nr.
IX / 6a
De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 mei 2013; en tevens gezien het door PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. uitgebrachte controleverslag;
Besluit:
De jaarrekening 2012 van de gemeente De Wolden vast te stellen.
Zuidwolde 30 mei 3013 De raad voornoemd,
griffier, drs. I.J. Gehrke
voorzitter, R.T. de Groot
Pagina 1 van 1
Ontwerp Nr.
IX / 6b
De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 mei 2013; en tevens gezien het door PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. uitgebrachte verslag van bevindingen over 2012 en de goedkeurende controleverklaring;
Besluit:
Ter bestemming van het rekeningresultaat 2012 van:
€ 386.099,13
Te onttrekken aan: - de algemene reserve grondexploitatie ter dekking van de extra storting in de voorziening verliezen bouwgrondexploitatie voor de complexen bedrijventerrein Hoge Akkers en Kerkenveld-Noord: Toe te voegen aan: - het exploitatiebudget 2012 ter aanwending voor inhuur van personeel voor het maken van een plan van aanpak voor de implementatie van de nieuwe drank- en horecawet: - de reserve cofinanciering Leader ter dekking van projecten in het kader van plattelandsontwikkeling: - de reserve cofinanciering speelplaatsen i.v.m een onderschrijding op de onderhoudsbudgetten speelvoorzieningen: - de algemene reserve bouwgrondexploitatie i.v.m. een winstneming van de bouwgrondcomplex Ruinen-Zuid:
- 386.563,94 € 772.663,07
€ 45.000,00 -
7.660,27
- 16.077,10 - 165.612,64 € 234.350,01
Toe te voegen aan: - de reserve investeringsprojecten:
€ 538.313,06
Zuidwolde, 30 mei 2013 De raad voornoemd,
griffier, drs. I.J. Gehrke
voorzitter, R.T. de Groot
Pagina 1 van 1
Jaarstukken 2012
actief en betrokken
dewolden.nl
JAARSTUKKEN 2012
INHOUDSOPGAVE 1 JAARVERSLAG 2012 1.1 Algemene inleiding 1.2 Rekeningresultaat 1.3 Bestemming rekeningresultaat 1.4 Overzicht Incidentele Baten en Lasten 1.5 Kerngegevens 1.6 Programma’s 1.6.1 Programma 01 – Bestuur en organisatie 1.6.2 Programma 02 – Dienstverlening 1.6.3 Programma 03 – Veiligheid en openbare orde 1.6.4 Programma 04 – Verkeer en vervoer /openbaar gebied 1.6.5 Programma 05 – Economische zaken en plattelandsontwikkeling 1.6.6 Programma 06 – Toerisme en recreatie 1.6.7 Programma 07 – Onderwijs en kinderopvang 1.6.8 Programma 08 – Cultuur en sport 1.6.9 Programma 09 – Sociaal/maatschappelijke zorg 1.6.10 Programma 10 – Milieu 1.6.11 Programma 11 – Ruimte en Wonen 1.6.12 Programma 12 – Financiering- en algemene dekkingsmiddelen 1.6.13 (Hulp) Kostenplaatsen (interne kostenplaatsen bedrijfsvoering) 1.7 Paragrafen 1.7.1 Lokale heffingen 1.7.2 Weerstandsvermogen 1.7.3 Onderhoud Kapitaalgoederen 1.7.4 Bedrijfsvoering 1.7.5 Financiering 1.7.6 Verbonden partijen 1.7.7 Grondbeleid 1.7.8 Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2 JAARREKENING 2012 2.1 Balans per 31 december 2.2 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 2.3 Toelichting op de balansposten 2.4 Recapitulatie lasten en baten per programma 2.5 Programmarekening met toelichting 2.6 Gerealiseerde lasten en baten per programma met toelichting 2.6.1 Programma 01 - Bestuur en organisatie 2.6.2 Programma 02 - Dienstverlening 2.6.3 Programma 03 - Veiligheid en openbare orde 2.6.4 Programma 04 - Verkeer en vervoer / openbaar gebied 2.6.5 Programma 05 - Economische zaken en plattelandsontwikkeling 2.6.6 Programma 06 - Toerisme en recreatie 2.6.7 Programma 07 - Onderwijs en kinderopvang 2.6.8 Programma 08 - Cultuur en sport 2.6.9 Programma 09 - Sociaal / maatschappelijke zorg 2.6.10 Programma 10 - Milieu 2.6.11 Programma 11 - Ruimte en wonen 2.6.12 Programma 12 - Financieringsmiddelen 2.6.13 Algemene dekkingsmiddelen 2.6.14 Onvoorziene uitgaven 2.6.15 Mutaties reserves 2.6.16 Interne producten / (hulp)kostenplaatsen 2.7 SISA-bijlage
1 3 4 7 8 9 10 10 12 16 19 21 25 28 31 34 38 41 44 47 49 49 58 68 72 77 81 90 97 101 102 104 105 121 123 125 125 126 127 128 130 131 132 134 136 139 141 143 146 147 149 151 153
JAARSTUKKEN 2012
JAARSTUKKEN 2012
1
JAARVERSLAG 2012
Jaarverslag 2012
Aldus behandeld en vastgesteld in de vergadering Van het college van burgemeester en wethouders van 7 mei 2013. Secretaris,
Burgemeester,
pagina 1
JAARSTUKKEN 2012
pagina 2
JAARSTUKKEN 2012
1.1
ALGEMENE INLEIDING
Jaarresultaat Hierbij bieden wij u het jaarverslag en de jaarrekening 2012 aan. De jaarrekening 2012 sluit met een positief rekeningsresultaat van € 386.000. Dit resultaat is voornamelijk een gevolg van incidentele mee- en tegenvallers. Bij de aanbieding van de begroting 2012 was er, rekening houdende met de budgetten voor onvoorziene uitgaven en de verwerkte bezuinigingsmaatregelen (begrotingswijziging 1 en 2), een begrotingsruimte van € 435.000. De bestuursrapportage 2012 leverde een negatieve bijstelling op € 208.000. Deze bijstelling was hoofdzakelijk een gevolg van mee- en tegenvallers binnen het sociale domein. Daarnaast was er een positieve bijstelling van kapitaallasten en een vrijval van de stelpost cao-verplichtingen salarissen 2011. Rekening houdende met de diverse tussentijdse begrotingswijzigingen als gevolg van besluitvorming in de raad bedroeg het positieve begrotingssaldo na vaststelling van de ‘decemberrapportage 2012’ € 295.000. Het verschil tussen het positieve resultaat van de jaarrekening 2012 en het saldo zoals die is gepresenteerd met de decemberrapportage 2012 bedraagt € 91.000. Dit bedrag is het saldo van vele mee- en tegenvallers. In het jaarverslag wordt onder ‘1.2 rekeningresultaat’ op hoofdlijnen ingegaan op de voornaamste oorzaken van de diverse verschillen. Bij de diverse programma’s en paragrafen wordt hierop dieper ingegaan. Bestemming rekeningresultaat Bij de vaststelling van de programmabegroting 2012 is door de raad besloten mogelijke incidentele overschotten over de jaren 2012 tot en met 2015 bij bestemming van het rekeningresultaat te storten in de ‘Reserve investeringsprojecten’. Voordat tot bepaling van het te storten bedrag wordt overgegaan, moet eerst uitvoering worden gegeven aan reeds eerder door de raad genomen besluiten tot onttrekking uit dan wel toevoeging aan diverse reserves. Hierbij moet gedacht worden aan de onttrekking van een bedrag van € 387.000 uit de algemene reserve bouwgrondexploitatie wegens de te verwachten verliezen op bouwgrondcomplexen Kerkenveld-Noord en bedrijventerrein Hoge-Akkers Ruinerwold en een toevoeging aan de algemene reserve bouwgrondexploitatie van winstneming bouwgrondcomplex Ruinen-Zuid van € 166.000. Onder de rubriek ‘1.3 bestemming rekeningresultaat’ wordt aangegeven hoe het uiteindelijke bedrag ter toevoeging aan de ‘reserve investeringsprojecten’ van € 538.000 is berekend. Is datgene gerealiseerd wat we ons hadden voorgenomen/afgesproken Bij de beantwoording van deze vraag wordt in het jaarverslag alleen ingegaan op activiteiten die als speerpunten met elementen van nieuw beleid in de programmabegroting 2012 en tussentijdse rapportages zijn opgenomen. Op activiteiten die bij uitvoering van de programmabegroting op basis van bestaand beleid zijn gerealiseerd, wordt niet ingegaan, tenzij er substantiële afwijkingen zijn geweest die om een nadere toelichting vragen. De toelichting op de gerealiseerde lasten en baten per programma in de jaarrekening is op hoofdlijnen. In principe worden afwijkingen onder de € 25.000 niet toegelicht tenzij een toelichting op een lager bedrag relevant is voor de verantwoording of de besluitvorming.
pagina 3
JAARSTUKKEN 2012
1.2
REKENINGRESULTAAT
Algemene opmerking De jaarrekening 2012 sluit met een bedrag van € 386.000. De voornaamste oorzaken zijn: Omschrijving
Bedrag
Nog in de begroting aanwezige vrije besteedbare ruimte Deze bestaat uit het bij de decemberrapportage 2012 vermelde bedrag aan aanwezige begrotingsruimte van € 264.000 en een bedrag voor onvoorziene uitgaven van € 31.000. Overige positieve en negatieve afwijkingen:
295.000
Bedrag
Positief: 1. Budgetten veiligheid en openbare orde
69.000
2. Vervoer van leerlingen
113.000
3. Participatiebudget
64.000
4. Uitvoering BUIG-regelingen
75.000
5. Incidentele aanvullende rijksuitkering uitvoering BUIGregelingen 2011
296.000
6. Reiniging
113.000
7. Riolering
86.000
8. Winstneming bouwgrondexploitatie
166.000
9. Administratiekosten
43.000
10. Kapitaallasten
147.000 1.172.000
Negatief: 11. Afwikkeling verzelfstandiging Stichting Wolderwijs
236.000
12. Huisvestingslasten Brede Scholen
56.000
13. Begraafplaatsen
45.000
14. Toevoeging aan de voorziening verliezen bouwgrondexploitatie
387.000
15. Ten laste van de exploitatie komende verliezen bouwgrondexploitatie
113.000
16. Eigendommen niet voor de publieke dienst bestemd
52.000
17. Algemene uitkering uit het Gemeentefonds
48.000
18. Onderhoudslasten gemeentehuis
35.000
19. Brandstof, huur en onderhoud tractiemiddelen Woldwerk
114.000 -1.086.000 86.000
20. Overige posten en afronding
5.000
Totaal positief saldo
386.000
Algemene opmerking De in bovenstaande tabel vermelde afwijkingen worden hierna op hoofdlijnen toegelicht. Per programma en bij interne producten/kostenplaatsen wordt in het jaarverslag en in de jaarrekening een toelichting gegeven bij de belangrijkste afwijkingen en wordt melding gemaakt van overige relevante informatie. Toelichting 1. Budgetten veiligheid en openbare orde Een aantal posten zijn lager uitgekomen dan begroot, zoals de kosten van huisuitzettingen en de kosten van tijdelijk huisverbod, de kosten van buurtbemiddeling, alsmede door een vrijval van kosten bij de Hulpverleningsdienst-Drenthe. Dit door een andere bekostiging van de opleidingen en oefeningen in 2012. In totaliteit is een voordeel ontstaan van € 69.000, waarvan wordt voorgesteld een bedrag van € 45.000 in
pagina 4
JAARSTUKKEN 2012 te zetten voor inhuur van personeel voor het maken van een plan van aanpak voor de implementatie van de nieuwe drank- en horecawet. 2. Vervoer van leerlingen Als resultaat van de collectieve aanbesteding samen met de doelgroepenvervoer Wmo is een voordelig verschil van € 113.000 ontstaan op het onderdeel van vervoer van leerlingen naar het basis- en voortgezet onderwijs. 3. Participatiebudget Terwijl bij de ‘Bestuursrapportage 2012’ nog een tekort was verwacht op het participatiebudget en er een bedrag van € 100.000 is bijgeraamd is men toch ruimschoots binnen de begrote bedragen gebleven. Er is een positief verschil ontstaan van € 64.000. 4. Uitvoering BUIG-regelingen Op de uitvoering van de Wet ‘bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten’ (BUIG) is een voordeel ontstaan van € 75.000. Bij de ‘Bestuursrapportage 2012’ was nog uitgegaan van een groter verwacht tekort en is een bedrag van € 450.000 ten laste van de exploitatie bijgeraamd. Zonder dit extra beschikbaar gestelde bedrag zou er derhalve sprake zijn van een tekort van € 375.000. 5. Incidentele aanvullende rijksuitkering uitvoering BUIG-regelingen 2011 Voor de overschrijding op de uitvoering van de Buig-regelingen over 2011 is door de toetsingscommissie WWB van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een incidentele aanvullende uitkering toegekend van € 296.000. Dit bedrag is en kon niet worden meegenomen in de exploitatierekening van 2011. Het nu toegekende bedrag van € 296.000 heeft derhalve een positief incidenteel effect op de jaarrekening 2012. Ten aanzien van een mogelijke aanvullende uitkering over 2012 kan het volgende worden opgemerkt. Bij een overschrijding van meer dan 10% van het toegekende rijksbudget kan een gemeente bij het rijk een aanvraag indienen voor een aanvullende uitkering. Voor onze gemeente betekent dit dat het verschil meer dan 10% van € 2.209.000 moet bedragen, zijnde een bedrag van € 221.000. Aangezien het tekort in 2012 ten opzichte van de rijksbijdrage € 163.000 bedraagt kunnen we voor 2012 geen incidentele aanvullende bijdrage aanvragen bij de toetsingscommissie WWB. 6. Reiniging Per saldo is er t.o.v. de begrote bedragen een voordelig verschil ontstaan van € 113.000. Ten opzichte van de begrote cijfers is dit voordeel veroorzaakt door lagere lasten bij de verwerking van het huishoudelijk afval zoals het restafval en de inzamelingskosten oud papier. Ook is een hogere vergoeding ontvangen van de Stichting Afvalfonds (Nedvang) voor het gescheiden inzamelen van verpakkingsafval. 7. Riolering Het voordelig verschil van € 86.000, exclusief kapitaallasten op het onderdeel riolering is voornamelijk ontstaan door incidentele meevallers. Dit is t.o.v. de begrote cijfers veroorzaakt door een verrekening van elektriciteitskosten en oppompkosten met het waterschap Reest en Wieden en minder uren onderhoud aan de riolering door openbare werken. 8. Winstneming bouwgrondexploitatie De exploitatie van het bouwgrondexploitatie complex Ruinen-Zuid wordt afgesloten en de nog beschikbare grond wordt overgebracht naar overige gronden. Als winstneming is een bedrag van € 166.000 verantwoord. Bij bestemming van het rekeningresultaat 2012 zal worden voorgesteld dit bedrag toe te voegen aan de algemene reserve bouwgrondexploitatie. 9. Administratiekosten Door meer gebruik van de digitale mogelijkheden is er minder uitgegeven op de aanschaf van boeken, tijdschriften en losbladige uitgaven. Ook is er aanzienlijk bespaard op portikosten. Er zijn geen grote hoeveelheden (enquêtes en aanschrijvingen) ter postbezorging aangeboden. Daarnaast heeft ook de postbezorging via het werkvoorzieningschap Alescon voordeel opgeleverd. In totaal gaat het om een bedrag van € 43.000. 10. Kapitaallasten Tussen het moment dat de raad een krediet voor een investering beschikbaar heeft gesteld en het realiseren/afronden van de investering, zit een tijdsbestek die al gauw meer dan een jaar is. Vooral als het gaat om grote/omvangrijke investeringen. Dit is inherent aan de systematiek van begroten (verplicht op basis van het BBV) en derhalve een jaarlijks terugkerend verschijnsel. De nog niet geïnvesteerde bedragen hebben incidenteel een positief effect op de kapitaallasten.
pagina 5
JAARSTUKKEN 2012 11. Afwikkeling verzelfstandiging Stichting Wolderwijs Na de verzelfstandiging van het openbaar primair onderwijs per 1 januari 2010 was er nog verschil van inzicht over nog een aantal te verrekenen posten. De op de balans verantwoorde vordering is afgewaardeerd met een bedrag van € 236.000 en komt ten laste van de exploitatie 2012. 12. Huisvestingslasten Brede Scholen Voor een aantal ‘brede scholen’ (De Wijk, Ruinerwold en Zuidwolde) die onlangs zijn gebouwd zijn een deel van de energie- en onderhoudslasten ten laste van de exploitatie gekomen. Het medegebruik van derden moet nog nader worden afgestemd. 13. Begraafplaatsen Geraamd is een kostendekkingspercentage op de begraafplaatsen van 80%. In werkelijkheid is de kostendekkendheid voor 2012 66%. De opbrengst begraafrechten in Ruinen en met name in Zuidwolde, is aanzienlijk beneden de raming gebleven. 14. Toevoeging aan de voorziening verliezen bouwgrondexploitatie In verband met de te verwachten verliezen op de bouwgrondexploitatie complexen Kerkenveld-Noord en Hoge-Akkers in Ruinerwold is besloten een extra bedrag van € 386.000 toe te voegen aan de voorziening verliezen bouwgrondexploitatie. Bij de bestemming van het rekeningsresultaat zal worden voorgesteld deze toevoeging te dekken door een aanwending vanuit de algemene reserve bouwgrondexploitatie. 15. Ten laste van de exploitatie komende verliezen bouwgrondexploitatie In de nota Grondbeleid is vastgelegd hoe de boekwaardes beoordeeld moeten worden. Dit kan tot gevolg hebben dat er tussentijdse winsten/verliezen genomen moeten worden die ten gunste/laste van de exploitatie van de algemene dienst komen. Zo is in 2012 i.v.m. het overschrijden van de maximum toegestane boekwaarde van nog niet in exploitatie genomen gronden € 113.000 als verlies ingeboekt. 16. Eigendommen niet voor de publieke dienst bestemd Een aantal gemeentelijke gebouwen zijn hun onderwijs en/of publieke functie kwijtgeraakt. De lasten van gemeentelijke eigendommen niet voor de publieke dienst bestemd moeten ingevolge de BBV verantwoord worden op programma 12. In 2012 waren deze lasten van € 52.000, hetgeen niet was begroot. Wat de bestemming van de voormalige gebouwen zal worden is nog niet bekend. 17. Algemene uitkering uit het Gemeentefonds In totaliteit heeft er over de uitkeringsjaren 2010 tot en met 2011 een positieve verrekening plaatsgevonden van € 38.000 als gevolg van definitieve vaststelling van de verschillende eenheden en maatstaven. Naar aanleiding van de decembercirculaire van het Ministerie van Financiën is er over het uitkeringsjaar 2012 een negatieve afwijking ontstaan van € 86.000. Dit i.v.m. een bijstelling van de onderliggende aantallen en eenheden. Per saldo een negatieve afwijking van € 48.000. 18. Onderhoudslasten gemeentehuis Er was meer onderhoud noodzakelijk aan het gemeentehuis, met name aan de technische installaties, waardoor € 35.000 meer voor het klein onderhoud is uitgegeven dan geraamd. 19. Brandstof, huur en onderhoud tractiemiddelen Woldwerk Door de oplopende brandstofkosten is er een negatieve afwijking ontstaan van € 35.000. Ook zijn de lasten van huur en onderhoud van tractiemiddelen zijn € 79.000 hoger uitgevallen, waardoor in totaliteit op het onderdeel tractiemiddelen een overschrijding van € 114.000 is ontstaan. 20. Overige posten en afronding De overige mee- en tegenvallers zijn divers van aard. Bij de toelichting op de jaarrekening wordt uitvoeriger op de afwijkingen ingegaan.
pagina 6
JAARSTUKKEN 2012
1.3
BESTEMMING REKENINGRESULTAAT
De rekening van Lasten en Baten van 2012 wordt afgesloten met een positief resultaat van € 386.000. Voor de bestemming van dit bedrag is op grond van de BBV voorschriften nog expliciete besluitvorming van de raad nodig. Bij de vaststelling van de programmabegroting 2012 is door de raad besloten mogelijke incidentele overschotten over de jaren 2012 tot en met 2015 bij bestemming van het rekeningresultaat te storten in de ‘reserve investeringsprojecten’. In het voorstel ter bestemming van het rekeningresultaat wordt dit voornemen meegenomen. Voor het bepalen van het uiteindelijk te bestemmen resultaat wordt rekening gehouden met de uitvoering van reeds eerder door u genomen besluiten. Omschrijving
Bedrag
De jaarrekening sluit, rekening houdende met de begrote en verwerkte mutaties reserves, met een bedrag van
Bedrag 386.000
Ter toevoeging aan de ‘reserve investeringsprojecten’ van het uiteindelijk te bestemmen rekeningresultaat moet rekening worden gehouden met: Een onttrekking uit de algemene reserve grondexploitatie. Dit i.v.m. een extra storting in de voorziening verliezen bouwgrondexploitatie van € 387.000 voor de bouwgrondexploitatie complexen ‘bedrijventerrein Hoge Akkers Ruinerwold’ en Kerkenveld-Noord. Om de normale exploitatie niet te belasten wordt dit bedrag, conform de nota grondbeleid uit de algemene reserve grondexploitatie gehaald
387.000
Subtotaal
773.000
Het bestemmen van een bedrag van € 45.000 ter aanwending voor inhuur van personeel. Dit voor het maken van een plan van aanpak voor de implementatie van de nieuwe drank- en horecawet Een toevoeging aan de reserve co-financiering Leader ter dekking van projecten in het kader van plattelandsontwikkeling, conform de nota reserves en voorzieningen. Dit om tekorten op rekeningsbasis te verrekenen met de reserve Een toevoeging aan de reserve co-financiering speelplaatsen i.v.m. een onderschrijding op de onderhoudsbudgetten speelvoorzieningen, conform de nota reserves en voorzieningen om overschotten op rekeningsbasis toe te voegen aan de reserve co-financiering speelplaatsen Een toevoeging aan de algemene reserve bouwgrondexploitatie i.v.m. een winstneming van de bouwgrondexploitatie complex Ruinen-Zuid
45.000
8.000
16.000
166.000 -/- 235.000
Toevoeging aan de reserve investeringsprojecten
pagina 7
538.000
JAARSTUKKEN 2012
1.4
OVERZICHT INCIDENTELE BATEN EN LASTEN
Op grond van artikel 28 van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) moet een overzicht worden verstrekt van de incidentele baten en lasten. Het betreft een totaaloverzicht van de feitelijke afwijking van hetgeen werd begroot en van hetgeen alsnog, na het einde van het begrotingsjaar, bij het opstellen en analyseren van de jaarrekeningcijfers als een incidentele bate dan wel last is gesignaleerd. Programma
Bedrag Baten
Omschrijving
3.
Kosten van huisuitzettingen, tijdelijk huisverbod en rampenbestrijding
7.
Afwikkeling verzelfstandiging openbaar basisonderwijs
7.
Huisvesting basisonderwijs
9.
Aanvullende uitkering uitvoering BUIG-regelingen
296.000
10.
Afvalinzameling
113.000
10.
Riolering
11.
Verliezen bouwgrondexploitatie
11.
Toevoeging aan voorziening verliezen bouwgrondexploitatie
11.
Winstneming bouwgrondexploitatie
12.
Eigendommen niet voor de publieke dienst bestemd
Bedrag Lasten
69.000 236.000 56.000
86.000 113.000 386.000 166.000
Totaal
52.000 730.000
843.000
De afwijkingen tussen begroot en werkelijk zijn per programma nader uitgewerkt. De structurele afwijkingen die doorwerken naar 2013 en volgende jaren zijn of worden meegenomen in de begroting 2013. Bij de structurele afwijkingen moet gedacht worden aan: − het vervoer van leerlingen; − de uitkeringen ingevolge sociale zorg; − de begraafplaatsen; − de administratiekosten; − brandstofkosten, huur en onderhoud tractiemiddelen. In de bestuursrapportage 2013 zal dit de nodige aandacht krijgen. Het in artikel 28 van de BBV genoemde overzicht van toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves is per programma opgenomen in de jaarrekening verderop in de jaarstukken.
pagina 8
JAARSTUKKEN 2012
1.5
KERNGEGEVENS Rekening 2011 31-12-2011
A. Sociale structuur Inwoners Waarvan:
Rekening 2012 31-12-2012
23.763
23.640
5.642
5.843
5.568
van 20 t/m 64 jaar
13.357
13.381
13.264
van 65 t/m 74 jaar
2.586
2.404
2.700
van 75 jaar en ouder
2.178
2.012
2.231
150
152
173
14
18
18
Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen werknemers (IOAW)
11
13
14
Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
3
3
3
Besluit bijstandverlening zelfstandigen (BBZ)
-
2
1
153
145
143
van 0 t/m 19 jaar
Periodieke bijstandsgerechtigden Uitkeringsgerechtigden Waarvan:
Begroting 2012
Tewerkgestelden in sociale werkgemeenschappen (WSW)
Rekening 2011 31-12-2011
B. Fysieke structuur
Begroting 2012
23.673
Rekening 2012 31-12-2012
Oppervlakte van de gemeente (in hectares)
22.635
22.635
22.635
Woonruimten
10.537
10.505
10.598
9.586
9.612
9.648
recreatiewoningen
594
594
593
bijzondere woningen
357
299
357
2.474.135
2.510.298
2.497.747
Waarvan:
woningen
wegen (in m2) Lengte verharde fietspaden (in kilometers)
88
97
96
Lengte verharde wandelpaden (in kilometers)
91
80
83
Openbaar groen (in ha) – excl. natuurterreinen (in ha)
135
133
133
Openbaar groen – buiten de kom wegbermen, natuurterreinen
283
282
286
36
36
36
Sportterreinen (in hectares)
C. Financiële structuur (x € 1000) Totale exploitatielasten programma’s
2011 Totaal
2011 Bedrag per inwoner
2012 Totaal
2012 Bedrag per inwoner
48.694
2.049
50.130
2.110
Opbrengst belastingen en heffingen
9.263
390
9.213
389
Algemene uitkering gemeentefonds
20.564
865
20.699
871
Vaste schuld
11.211
472
10.467
440
Eigen financieringsmiddelen
54.053
2.275
49.860
2.098
Geactiveerde kapitaaluitgaven
54.855
2.308
53.489
2.251
6.077
256
6.077
256
65.664
2.763
64.982
2.735
Financieringsoverschot Gewaarborgde geldleningen
pagina 9
JAARSTUKKEN 2012
1.6 1.6.1
Progr. 1.
PROGRAMMA’S Programma 01 – Bestuur en organisatie
Wat willen we bereiken? Hoofddoelstelling / Beoogd maatschappelijk effect: Onze inspanningen zijn er op gericht dat aan het einde van de raadsperiode (2010-2014): de gemeente zich steeds meer manifesteert als ‘Eerste Overheid’ er meer betrokkenheid is van de burger bij beleid- en besluitvorming om concrete resultaten te bereiken bij complexe maatschappelijke vraagstukken de uitvoering van de besluitvorming in control is Het programma ‘Bestuur en organisatie’ omvat de beleidsproducten: 01 - Bestuursorganen 02 - Bestuursondersteuning Het programma in beeld:
Doelstellingen beleidsproducten: 01.0 Bevorderen van een transparant gemeentebestuur 01.1 Bevorderen van de communicatie tussen gemeentebestuur en gemeentelijke organisatie met haar inwoners 02.0 Bevorderen van een effectieve en efficiënte ondersteuning van de bestuursorganen, vanuit een integrale invalshoek Het beleid voor dit programma is vastgelegd in de (beleids)nota’s: Toekomstvisie 2005-2020, vastgesteld d.d. 22 december 2005 Politieke Termijnagenda 2010-2014 van de raad, vastgesteld d.d. 11 maart 2010 Collegeprogramma 2010-2014, d.d. 22 april 2010 ‘De tering naar de nering zetten’, eind maart 2010 aangeboden aan de raad Reglement van Orde voor de raad, vastgesteld d.d. 24 juni 2010 Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning, vastgesteld d.d. 19 december 2002 01 – Bestuursorganen Activiteit
Beleidsimplementatie burgerparticipatie
Verantwoording/ Realisatie 2012
*Het college had ook in 2012 het jaarlijks contact met de 14 belangenverenigingen. Inwoners zijn op vele manieren betrokken bij het gemeentelijk beleid, zoals bijv. bij het woonplan en het cultuur beleid. *In september, de maand van de burgerparticipatie, is in de gemeentelijke organisatie geëvalueerd hoe de medewerkers participatie ervaren en of er behoefte bestaat aan ondersteuning. In 2013 volgt overleg met het MT over de rapportage en het plan van aanpak. In september 2012 vond de bijeenkomst plaats met 35 inwoners over overheidsparticipatie, voorbereid door een denktank van inwoners in samenwerking met een kleine ambtelijke werkgroep. Doel was te onderzoeken of ‘De Lerende Gemeenschap’ (Hellendoorn) ook voor De Wolden een goed instrument is om zelfstandige initiatieven vorm te geven. Bijna 30 inwoners meldden zich aan om hieraan vorm te geven. In de bijeenkomst die volgde is een netwerk opgericht, waarin leren van elkaar en het aanpakken van gezamenlijke thema’s centraal staat. De rol van de gemeente in dit netwerk is ondersteunend. *Ook intern groeit de aandacht voor burgerparticipatie; participatie van inwoners en derden bij het LOK (Landschappelijk OntwikkelingsKader) is een voorbeeld.
pagina 10
JAARSTUKKEN 2012 Met vrijwel alle beleidsmedewerkers is gesproken. Er is een netwerk van inwoners gevormd; 40 inwoners van de bijna 100 genodigden waren 17 september 2012 aanwezig in Koekange. Ruim 30 gaven zich op om het model ‘Lerende gemeenschap’ verder uit te werken. Middelen
Voor de implementatie van participatie (breed) is € 11.700,- uitgegeven. Het rest bedrag en het budget voor trainingen en workshops is overgeheveld naar 2013. Het resterend budget voor het onderzoek naar het model ‘Lerende gemeenschap’ staat ook gereserveerd voor 2013, conform de gemaakte afspraken.
Activiteit
In 2012 in beeld brengen wat er moet gebeuren om papierloos te kunnen vergaderen
Verantwoording/ Realisatie 2012
Het papierloos vergaderen door de gemeenteraad is in juni 2012 ingevoerd. Er is voor gekozen om met behulp van de huidige digitale systemen eerst ervaring op te doen, in zowel het vergadergebruik als in de interne processen. Het gebruik van tablets is door de Gemeenteraad voortvarend opgepakt. Door de realisatie van een digitale website (“raadsapp”:besloten gedeelte voor raadsleden) zijn diverse stukken (uitnodigingen, achtergrondinformatie etc.) overzichtelijk digitaal aan de raad beschikbaar gesteld. Het proces voor de aanlevering van de raadstukken verloopt via het Document Management Systeem. Door middel van een koppeling tussen dit systeem en de raadsagenda op de website worden de vergaderstukken direct beschikbaar. Deze koppeling wordt in 2013 in gebruik genomen. Na een jaar zal op grond van de opgedane ervaringen een Programma van Eisen worden opgesteld, op basis waarvan een aanbesteding kan plaatsvinden. Uitgangspunt daarbij is een geïntegreerd systeem voor gemeenteraad, college en organisatie.
Middelen
Voor dit project is € 15.000 beschikbaar gesteld. In 2012 is € 11.000 besteed en een bedrag van € 4.000 wordt overgeheveld naar 2013.
Activiteit
Hogere pensioenpremies op grond van de Wet APPA (Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers)
Verantwoording/ Realisatie 2012
Het begrote bedrag voor 2012 is voldoende om de premies te voldoen. Er is een tekort van (momenteel) ongeveer € 100.000 op het beleggingsresultaat. Dit tekort fluctueert. De verwachting is dat bij een aantrekkende economie dit tekort kleiner wordt of oplost. De kans dat de pensioenuitkeringen in één keer worden opgevraagd is zeer klein. We monitoren deze ontwikkeling jaarlijks. Voor dit jaar nemen we een voorzienbaar risico en vullen het tekort niet aan. Loyalis kan ons niet garanderen dat bij een aanvulling van het tekort nu (door premieverhoging), we in de toekomst gevrijwaard worden van eventuele nieuwe tekorten.
Middelen
Ingaande 2012 is structureel € 31.500 meer ingezet.
02 – Bestuursondersteuning Activiteit
Het ontwikkelen van communicatiebeleid en de uitvoering ervan
Verantwoording/ Realisatie 2012
Na behandeling in het MT en DT is het Communicatiebeleidsplan, visie op uitvoering 20122014 in december vastgesteld door het college. De koers van het communicatiebeleid vindt zijn uitwerking in een twaalftal speerpunten. Ieder jaar pakt het taakveld een aantal speerpunten op. Deze zijn in concrete acties opgenomen in het ‘Jaarplan 2012’. Verdere uitwerking en implementatie van deze actie(plannen) vindt plaats in 2013.
Middelen
In eigen beheer opgemaakt.
Budgetten 2012 Programma 1 Lasten programma Baten programma Resultaat voor bestemming Toevoeging (-) / onttrekking (+) reserves Resultaat na bestemming
Rekening 2011
Begroting 2012 voor wijz.
Begroting 2012 na wijz.
Rekening 2012
Afwijking begroting -/rekening
2.350.247
2.510.997
2.917.609
2.911.624
5.985
0
0
294.571
294.819
248
-2.350.247
-2.510.997
-2.623.038
-2.616.805
6.233
6.107
0
21.233
22.108
875
-2.344.140
-2.510.997
-2.601.805
-2.594.697
7.108
pagina 11
JAARSTUKKEN 2012
1.6.2
Progr. 2
Programma 02 – Dienstverlening
Wat willen we bereiken? Hoofddoelstelling / Beoogd maatschappelijk effect: Onze inspanningen zijn er op gericht dat aan het einde van de raadsperiode (2010-2014): er sprake is van een klantgerichte dienstverlening klanten hun zaken snel en zeker kunnen regelen klanten bij de juiste deur uitkomen klanten hun gegevens slechts eenmaal hoeven op te geven klanten de gemeente transparant en aanspreekbaar vinden Het programma ‘Dienstverlening’ omvat de beleidsproducten: 03 – Gegevensbeheer 04 – Dienstverlening Het programma in beeld
Doelstellingen beleidsproducten: 03.0 - Voorbereiden en implementeren wettelijke basisregistraties, waaronder Adressen en Gebouwen, Personen, Grootschalige Topografie en Woz 04.0 - Realisatie Collegeprogramma en visie dienstverlening Het beleid voor dit programma is vastgelegd in de (beleids)nota’s: Toekomstvisie 2005-2020, vastgesteld d.d. 22 december 2005 Politieke Termijnagenda 2010-2014 van de raad, vastgesteld d.d. 11 maart 2010 Collegeprogramma 2010-2014, d.d. 22 april 2010 ‘De tering naar de nering zetten’, eind maart 2010 aangeboden aan de raad Visie dienstverlening d.d. 27 augustus 2009 vastgesteld door de raad Realisatieplan dienstverlening d.d. 9 februari 2010 vastgesteld door het college Benchmark ‘Waar staat je gemeente’ 2009 Het programma dienstverlening omvat de activiteiten op het gebied van Externe Dienstverlening en Gegevensbeheer.
04 – Dienstverlening Activiteit
Ontwikkeling en operationalisatie dienstverleningsconcept
Verantwoording/ Realisatie 2012 Internet/website
De gemeentelijke website is sinds 1 januari 2010 met succes operationeel. Doorontwikkeling is een continue proces. In 2013 zal de E-herkenning (DigiD) voor bedrijven operationeel worden gemaakt.
Waar staat je gemeente
In 2011 is het onderzoek waar staat je gemeente voor de tweede maal gehouden. In maart zijn de uitkomsten bekend geworden. De uitkomsten zijn uitgebreid gecommuniceerd binnen en buiten de organisatie. De uitkomsten hiervan worden meegenomen in de evaluatie van de gemeentewinkel.
pagina 12
JAARSTUKKEN 2012 Evaluatie gemeentewinkel
De uitkomsten van ‘waar staat je gemeente. nl’ worden ondermeer als input gebruikt voor de evaluatie van de Gemeentewinkel. In juli is gestart met het project. Bij de start van het project is rekening gehouden met het programma “de blik naar buiten” en dan specifiek met het project “herkenbare en bereikbare gemeente.” De evaluatie is hierdoor vertraagd. De uitkomsten geven input voor de verdere ontwikkeling van het Klanten Contact Centrum (KCC). De ontwikkeling van het Klanten Contact Centrum krijgt een extra uitdaging indien we gaan samenwerken met de gemeente Hoogeveen. Door de verschillende projecten meer gelijktijdig naast elkaar te laten lopen kunnen de projecten meer op elkaar afgestemd worden. De verwachting is dat de evaluatie in de eerste helft van 2013 wordt afgerond.
Omgevingsvergunning
Sinds 2011 is Gemeentewinkel versterkt met 2 tijdelijke casemanagers voor de omgevingsvergunning. Tevens is een RO-medewerker aan toegevoegd voor bestemmingsplantechnische vragen en het afhandelen van principeverzoeken. Het doel van de inzet van deze medewerkers is dat de kennis aan de voorkant (balie, telefoon) wordt vergroot. Hierdoor krijgt de klant direct de juiste informatie en wordt geïnformeerd over de procedure. Vooroverleg is mogelijk en wordt door deze medewerkers geïnitieerd en gefaciliteerd. Het mag duidelijk zijn dat dit de nodige capaciteit met zich mee brengt, maar het komt de dienstverlening naar onze klant zeer ten goede. De afgelopen periode is gebruikt om de het technische systeem Squit XO zo in te richten, dat het proces van de omgevingvergunning kan ondersteunen. Hiermee kunnen de casemanagers beter de processen beheersen en wordt de sturing verbeterd. Ook het verlenen van vergunningen kan beter plaatsvinden. Dit leidt tot een verbetering van onze dienstverlening doordat eerder kan worden bijgestuurd. De optimale inrichting van het proces heeft veel tijd gekost en zal de efficiency van het proces ten goede komen. Vooruitlopend op de terugkomst van de medewerkers van de handhavingsdienst is de samenwerking tussen de clusters gemeentewinkel, vergunningverlening, ruimtelijke ordening en handhaving geïntensiveerd. Doel hiervan is om onze informatievoorziening, diensten en handhaving uniform, duidelijk en transparant te krijgen voor de burger. Deze stappen lopen vooruit op de visie KCC. De visie op de rol en de inrichting van het KCC krijgt de komende jaren verder vorm.
Burgerparticipatie
De beleidsnota burgerparticipatie ‘investeren in betrokkenheid’ is vastgesteld door de raad op 8 maart 2012. Een aantal actiepunten uit de nota is en wordt momenteel uitgewerkt. Dit zijn: *gebruik en inzet klantenpanel, *burgerparticipatie integreren in handboek projectmatig werken en in de raads- en collegevoorstellen, *onderzoek naar de mogelijkheden om in De Wolden met een ‘lerende gemeenschap’ aan de slag te gaan.
Mediation
In de tweede helft van 2010 zijn we gestart met een pilot binnen het cluster Sociale Zaken. De evaluatie van de pilot is in oktober 2011 afgerond. Geconcludeerd is dat het gebruik van mediationvaardigheden bijdraagt aan een betere dienstverlening. De inwoners die met de pilot in aanraking zijn gekomen reageerden hierop positief, net als de betrokken medewerkers. Mediationvaardigheden leiden tot een verlaging van het aantal bezwaarschriften dat aan de commissie wordt voorgelegd. Omdat bij de WOZ bezwaren taxateurs bezoek aan huis afleggen en de commissie hier geen rol in heeft is nagegaan op welke wijze bij belastingbezwaren vaardigheden toegepast kunnen worden. Gelet hierop zal in 2013 een afzonderlijk traject volgen.
Telefooncentrale/ telefonische bereikbaarheid
Begin 2012 is de telefooncentrale vervangen. De continuïteit van de vorige telefooncentrale kon door blikseminslag niet gegarandeerd worden. Met de komst van de nieuwe telefooncentrale is het mogelijk om vanuit de telefonie de agenda van een ambtenaar te raadplegen. Dit draagt bij aan de dienstverlening. Op deze manier kan de telefoniste namelijk zien of iemand in overleg zit en wanneer deze weer bereikbaar is. Ook is het mogelijk geworden om managementrapportages te genereren over onze bereikbaarheid. In december zijn de eerste uitkomsten van de rapportages geclusterd en geïnventariseerd. Vanaf 2013 zijn de rapportages beschikbaar. Hiermee kunnen we in 2013 onze telefonische bereikbaarheid beter monitoren en bijsturen. Dit vormt vervolgens weer input voor de positie van het telefonische kanaal in het Klanten Contact Centrum.
Documentmanagementsysteem
Het documentmanagementsysteem (dms) wordt steeds meer gebruikt binnen de organisatie. Al primair voor de voortgang en bewaking van de afhandeling van correspondentie (aanvragen, brieven, etc). Het documentmanagementsysteem is volledig beschikbaar binnen de organisatie. Nu kan het gebruik verder geoptimaliseerd worden, zodat uitkomsten vanuit de Benchmark Servicegerichtheid verbeterd worden. Het dms is ondertussen gekoppeld aan het vergunningensysteem. Het college heeft inmiddels ook een besluit genomen dat het mogelijk maakt om analoge documenten te vervangen door digitale documenten. Hierdoor wordt het mogelijk om binnen de organisatie nagenoeg papierloos te gaan werken.
Deregulering – administratieve lastenverlichting
Met de komst van de website zijn de meeste formulieren ook meteen sterk vereenvoudigd. De deregulering omvat veel meer onderwerpen; APV, Bouwregelgeving, Sociale Zaken, etc. Binnenkort ontvangt u een voorstel met de stand van zaken en de vervolgacties.
pagina 13
JAARSTUKKEN 2012 Overzicht gebruikte kanalen (schriftelijk, telefonische, elektronisch en persoonlijk (STEP))
Overzicht: Intern Fax E-formulier Mail Balie Overige (ter hand gesteld/ telefoon) Initiatiefbrieven Post
2012 103 98 808 1184 696 123 284 3462 6.758
2011 73 112 786 1.046 1.004 44 229 3.811 7.105
In 2012 zijn 608 zwemabonnementen digitaal aangevraagd. Initiatiefbrieven zijn brieven die vanuit de gemeente zijn verzonden, zonder dat een verzoek is ingediend. Servicenormen
Door de veelheid aan projecten (waarstaatjegemeente, evaluatie gemeentewinkel, implementatie telefooncentrale, herkenbare en bereikbare gemeente, optimalisatie proces klachten en meldingen) zijn de servicenormen nog niet vastgesteld en gepubliceerd. Dit komt mede doordat er steeds gebruikt wordt gemaakt van de dezelfde expertise in deze projecten. In 80% van de activiteiten (doorverbinden, wachttijden, afhandeling correspondentie, etc.) wordt er al conform de servicenormen gehandeld. De ontwikkelingen van het KCC hangt samen met het vast stellen van servicenormen. Ook kunnen de normen beïnvloed worden door de samenwerking met Hoogeveen. Om de beschikbare ‘manuren’ efficiënt te benutten, wordt het vaststellen van de servicenormen mee genomen in de visie kcc.
Digitaal belastingloket
Van het aantal bezwaarschriften is 30% digitaal ingediend. Als er bezwaar gemaakt wordt gebeurt dit wel steeds vaker digitaal. Het totaal aantal bezwaarschriften ligt met 251 (2,1%) onder het landelijke gemiddelde (2,7%).
Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG)
De opbouw van de BAG heeft plaatsgevonden. In de wet is het beheer duidelijk weergegeven en voorzien van strakke termijnen. Na de opbouw is de periode van het inrichten van het beheer aangebroken. Het beheer van de BAG vraagt om een dagelijkse inzet van medewerkers. Het beheer is essentieel voor het bijhouden van een juiste registratie en het slagen van de audit. De bouwplannen op de Rabolocatie in Zuidwolde en de Priensenije in Ruinen zijn aanleiding om op grote schaal adreswijzigingen voor bestaande woningen door te voeren. De procedures hiervoor zijn opgestart en vragen om zorgvuldig handelen. Alle wijzigingen worden door de BAG-beheerder in de BAG vastgelegd.
Basisregistratie Personen
De koppeling met de landelijke voorziening is klaar. Momenteel wordt gewerkt aan het interne gebruik. De Wet Basisregistratie Personen stelt dat alleen persoonsgegevens gebruikt mogen worden uit de Basisregistratie. Om dit te realiseren moeten processen en systemen aangepast en op elkaar afgestemd worden. Losse bestanden met personen en adressen moeten dus opgeheven worden. Dit leidt tot een eerste terugdringing van het aantal registraties. Een volgende stap in het proces is de modernisering van de GBA. Daarbij gaan we naar een landelijke GBA waar we als gemeente afnemer worden. Een en ander heeft mede tot gevolg dat we de gemeentelijke software moeten gaan vervangen door GBA-modules.
Koppelen van basisregistraties
De komst van de diverse basisregistraties (Personen, Adressen, Gebouwen en WOZ) brengt met zich mee dat de gegevens van de verschillende registraties op elkaar afgestemd moeten worden. De verschillen moeten geanalyseerd worden en verwerkt in de verschillende applicaties. Naast het reguliere beheer moet de BAG afgestemd worden op de registratie van Burgerzaken (GBA) en de WOZ. De afstemming van de Adressen en Gebouwen(BAG) met de GBA heeft inmiddels plaatsgevonden. Ook is inmiddels een relatie gelegd tussen de BAG en WOZ administratie. De afstemming van de BAG met de WOZ heeft meer terugmeldingen opgeleverd dan verwacht. De BAG-beheerder werkt momenteel aan het oplossen hiervan. Hiermee wordt invulling gegeven aan de wettelijke plicht om terugmeldingen te onderzoeken en de BAG zonodig aan te passen zodat de gegevenskwaliteit hoog blijft.
Basisregistratie grootschalige topografie
De Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) is de volgende basisregistratie die opgebouwd moet worden. De huidige GBKN (Grootschalige BasisKaart Nederland) wordt hiervoor als basis gebruikt. Echter deze wordt verder opgewaardeerd, door meer informatie op te nemen en van lijnen objecten (4 of meer lijnen vormen een object) te maken. Aan een object kan informatie hangen, zoals gebouw, weg, sloot, etc. De kaders van deze wet worden door het rijk opgesteld en krijgen steeds meer vorm. De complexiteit is te vinden in de afstemming tussen de verschillende bronhouders. De gemeente is bronhouder, maar ook Rijkswaterstaat, Prorail, Defensie, etc. De inhoudelijke uitwerkingen (informatiemodellen) zijn gereed. Het (landelijk) samenwerkingsverband van bronhouders (SVB) krijgt steeds meer vorm.
pagina 14
JAARSTUKKEN 2012 De wetgeving zal naar verwachting in 2013 in werking treden. De totale opbouw zal naar verwachting doorlopen tot 2020. Begin 2013 wordt een plan van aanpak opgesteld voor deze basisregistratie. Geografisch Informatie Systeem (GIS)
Voor de bedrijfsvoering is het van belang om verschillende kaarten met gegevens (geodatasets) te kunnen raadplegen. Dit is opgebouwd in verschillende vakspecifieke applicaties, zoals wegbeheer. Door deze verschillende kaarten in een raadpleegomgeving te ontsluiten, kan breder gebruik gemaakt worden van de aanwezige informatie. Een bijkomend voordeel is dat er niet continue gekeken hoeft te worden in verschillende systemen. Het beheer van een specifieke kaart blijft plaatsvinden in de specifieke applicatie. In de 2e helft van 2012 is de GEOviewer intern beschikbaar gekomen en hebben ca. 70 medewerkers in meerdere bijeenkomsten met de applicatie kennisgemaakt. Zij hebben hierdoor op hun werkplek toegang gekregen tot een schat aan integraal te raadplegen plaatsgebonden (geo) informatie.
Vervanging Basis Registratie Systeem (BRS)
Op dit moment is een BasisRegistratie Systeem actief in de gegevens architectuur. Deze zorgt voor de uitwisseling van basisgegevens tussen de verschillende afdelingen en applicaties. KING (Kwaliteit Instituut Nederlandse Gemeenten) heeft recent een vergelijking uitgevoerd tussen verschillende applicaties en de BasisRegistraties (Personen, Adressen en Gebouwen). Hieruit kwamen weinig verschillen naar voren. Dit is een mooi resultaat. De BRS moet vervangen worden. Met de komst van de BasisRegistraties en het actualiseren van vele applicaties vindt de leverancier het noodzakelijk om de BRS te vervangen door Civision Makelaar Gegevens. Dit gegevensmagazijn wordt ingezet om alle basisgegevens te distribueren naar de verschillende applicaties. Tevens wordt hierdoor de pre-fill van formulieren verbeterd. De 1e fase wordt momenteel uitgevoerd. De 2e fase is de overgang van de diverse applicaties naar de koppeling met Civision Makelaar Gegevens. Dit vraagt om veel afstemming en opschoning van de applicaties. Begin 2013 wordt de 2e fase uitgevoerd en zal de BRS overgaan naar CMG.
Klachten en meldingen
In 2012 is aan de raad toegezegd om het aantal klachten openbare ruimte te verminderen. Naast het optimaliseren van het onderhoud op openbare ruimte willen we dit realiseren door het proces voor klachten en meldingen te optimaliseren. Hiervoor is in 2012 een project gestart voor klachten en meldingen.
App voor klachten en meldingen
Gekozen is voor aansluiting bij de website. Door de app wordt een extra kanaal gecreëerd om meldingen door te geven. De app is in januari 2013 in gebruik genomen.
Digitalisering
Binnen dit project valt de digitalisering van persoonskaarten en vergunningen. Ten aanzien van de digitalisering van de persoonskaarten wordt begonnen met de akten van de burgerlijke stand. Hiervoor is subsidie verkregen door het Drents Archief/provincie. Wij sluiten ons aan bij dit project en conformeren ons aan hun planning. Het Drents Archief wilde dit eind 2012 gerealiseerd hebben. Echter door de verbouwing van het Drents Archief is er vertraging opgetreden. De prioriteit ligt momenteel bij het digitaliseren van het archief van de bouwvergunningen. Gelet op het grote aantal van circa 20.000 vergunningen, zal dit een meerjarig traject zijn.
Middelen
De activiteiten hebben plaatsgevonden binnen de beschikbare middelen.
Activiteit
Wifi – besloten en openbaar
Verantwoording/ Realisatie 2012
Door de overgang naar papierloos vergaderen was het noodzakelijk om het bestaande verouderde Wifi-netwerk te vervangen. Dit is in 2012 gerealiseerd. Naast een besloten gedeelte, dat door de gemeenteraad en de interne organisatie gebruikt kan worden is ook een publiek gedeelte gerealiseerd. Middels het publieke gedeelte kunnen bezoekers internet raadplegen.
Middelen
Realisatie binnen de reguliere ICT middelen.
Budgetten 2012 Programma 2
Rekening 2011
Begroting 2012 voor wijz.
Begroting 2012 na wijz.
Afwijking Rekening 2012 begroting -/rekening
Lasten programma
757.650
668.368
704.649
656.988
47.661
Baten programma
424.525
403.733
403.733
383.834
-19.899
-333.125
-264.635
-300.916
-273.154
27.762
2.527
0
7.631
7.631
0
-330.598
-264.635
-293.285
-265.523
27.762
Resultaat voor bestemming Toevoeging (-) / onttrekking (+) reserves Resultaat na bestemming
pagina 15
JAARSTUKKEN 2012
1.6.3
Progr. 3
Programma 03 – Veiligheid en openbare orde
Wat willen we bereiken? Hoofddoelstelling / Beoogd maatschappelijk effect: Het realiseren van een situatie waarin burgers zich veilig voelen en in alle rust kunnen wonen, werken en recreëren mede door het stellen en handhaven van regels. Het blijven behoren tot de top-10 van de veiligste gemeenten in Nederland. Het maatschappelijk effect van onze inspanningen moet zijn dat in deze raadsperiode (2010-2014): de inzet van veiligheidsbeleid erop gericht is om zowel sociaal als fysiek een veilige gemeente te blijven de thema’s alcohol, overlast, geweld, jeugd en verkeer een hoge prioriteit hebben de samenwerking met veiligheidspartners, maar ook intergemeentelijke samenwerking op het gebied van openbare orde en veiligheid zich moeten richten op efficiency en effectiviteit van lokaal veiligheidsbeleid. Het programma ‘Veiligheid en openbare orde’ omvat de beleidsproducten: 05 - Veiligheid en openbare orde 06 - Brandweer 07 - Rampenbestrijding Het programma in beeld:
Doelstellingen beleidsproducten: 05.0 - Bevorderen van het veiligheidsgevoel bij burgers; 05.1 - Bevorderen van goede samenwerking tussen de bij de veiligheid betrokken instanties; 05.2 - Bevorderen van adequaat toezicht op de naleving van regels en optreden tegen overtreding daarvan; 05.3 - Bevorderen van de veiligheid door meer aandacht te besteden aan preventie; 05.4 - Bevorderen van veilig uit gaan zonder overlast in en om horecagelegenheden; 06.0 - Het voorkomen, beperken en bestrijden van de gevolgen van ongevallen bij brand; 07.0 - Het beperken en bestrijden van gevaar bij andere ongevallen dan brand. Het beleid voor dit programma is vastgelegd in de (beleids)nota’s: Toekomstvisie 2005-2020, vastgesteld d.d. 22 december 2005; Politieke Termijnagenda 2010-2014 van de raad, vastgesteld d.d. 11 maart 2010; Collegeprogramma 2010-2014, d.d. 22 april 2010; ‘De tering naar de nering zetten’, eind maart 2010 aangeboden aan de raad; Kadernota integraal veiligheidsbeleid gemeente De Wolden; Kadernota handhaving, beleid, prioriteit en aanpak; Preventie Activiteiten Plan (Prevap) De Wolden; Rampenplan 2005; Nota ‘Brandweer De Wolden uitruk gereed’; Tractieplan / vervangingsplan voor de brandweer 2006.
pagina 16
JAARSTUKKEN 2012
Progr. 3
05 – Veiligheid en openbare orde Activiteit
Inzet buurtbemiddeling
Verantwoording/ Realisatie 2012
De directie heeft een plan van aanpak vastgesteld. Afspraken worden gemaakt met de uitvoeringspartner. In het eerste kwartaal 2013 kan buurtbemiddeling van start gaan. Hierover wordt in de eerste maanden van 2013 gecommuniceerd naar inwoners.
Middelen
Bij de bestemming van het rekeningsresultaat wordt voorgesteld de hiervoor beschikbare middelen van € 20.000 in 2013 in te zetten voor een plan van aanpak implementatie nieuwe drank- en horecawet.
Activiteit
Gemeentelijke handhaving in de openbare ruimte
Verantwoording/ Realisatie 2012
De directie heeft een plan van aanpak vastgesteld. Er wordt gewerkt aan een handhavingsplan om organisatorisch en inhoudelijk invulling te geven aan deze vorm van handhaving. Verwacht wordt dat ingaande het derde kwartaal 2013 handhaving in de openbare ruimte operationeel is.
Middelen
In 2012 is een bedrag van € 30.000 beschikbaar gesteld. Van dit bedrag resteert nog een bedrag van € 10.000. Bij de bestemming van het rekeningresultaat wordt voorgesteld dit bedrag en een bedrag van € 15.000, opleiden en oefenen voor de rampenbestrijding, in te zetten voor de implementatie van de nieuwe drank- en horecawet.
Activiteit
Hulpverlening in het kader van de Wet tijdelijk huisverbod
Verantwoording/ Realisatie 2012
In De Wolden zijn in 2012 twee huisverboden opgelegd, waarvan één met verlenging. Hulpverlening is conform geldende protocollen ingezet. Daarnaast is afhandeling via aangeschaft digitaal systeem gebeurd.
Middelen
Bij de kadernota 2012 is besloten extra middelen beschikbaar te stellen van € 22.000.
Activiteit
Ophogen budget maatregelen rondom de jaarwisseling
Verantwoording/ Realisatie 2012
De ophoging van het budget maatregelen is aangewend voor het verzorgen van een instructie verantwoord alcohol gebruik aan vrijwilligers van een oud en nieuw feest, het stimuleren van carbid schieten buiten kernen en inzet van toezicht en handhaving op carbid schieten. In 2013 moet de geldende subsidieregeling voor oud en nieuw feesten worden geactualiseerd. De maatregelen rondom de jaarwisseling en nieuwjaarsfeesten worden ieder jaar verder verbeterd en bijgesteld met de organisatoren. De overlast wordt steeds meer beperkt.
Middelen
Bij de kadernota is het budget opgehoogd tot een bedrag van € 5.000, hetgeen ruim voldoende is voor de uit te keren bijdragen.
Activiteit
Nieuwe Drank en Horecawet
Verantwoording/ Realisatie 2012
Voorbereiding op implementatie van de nieuwe Drank en Horecawet is gestart. Een plan van aanpak is opgesteld om in 2013 de implementatie inhoudelijk en organisatorisch vorm te geven. Er is een verplichting bij de gemeente neergelegd om te zorgen voor de praktische handhaving van de regelgeving. Dit betekent een toename van de personele inzet op dit terrein. Hierover wordt u nog nader geïnformeerd.
Middelen
Zie hiervoor ook de toelichting bij de activiteiten: inzet buurtbemiddeling en gemeentelijke handhaving in de openbare ruimte. Voor de personele inzet in 2013 is hiermede een bedrag van € 45.000 beschikbaar (€ 20.000 buurtbemiddeling, € 10.000 handhaving openbare ruimte en € 15.000 gelden rampenbestrijding).
06 – brandweer Activiteit
Ontwikkelingen samenwerking Brandweer ZuidWest Drenthe
Verantwoording/ Realisatie 2012
Vooruitlopend op de wettelijk verplichte regionalisering van de brandweer, worden per 1 januari 2013 de vrijwillige brandweerkorpsen van de gemeenten De Wolden, Hoogeveen, Meppel en Westerveld samengevoegd. Het ligt vervolgens in de planning dat Brandweer Zuidwest Drenthe per 1 januari 2014 aansluit bij de Hulpverleningsdienst Drenthe. Inmiddels zijn op het gebied van brandweer de begrotingen van de vier gemeenten in elkaar geschoven.
pagina 17
JAARSTUKKEN 2012 Middelen
Afgesproken is dat de verzelfstandiging van de brandweer minimaal een budgettair neutraal karakter moest hebben. Bij de samenvoeging van de begrotingen van de vier gemeenten is voor De Wolden vanaf 2016 een besparing op de bijdrage ingeboekt van € 25.000. Deze besparing is reeds verwerkt in de gemeentelijke meerjarenbegroting 2013-2016.
Activiteit
Uitvoering van het vervangingsplan tractie c.a. brandweer 2012 en volgende jaren
Verantwoording/ Realisatie 2012
Bij de begrotingsvaststelling op 10 november 2011 heeft de raad ingestemd met enkele vervangingen op grond van het tractieplan brandweer. Vervolgens heeft het college bij de daadwerkelijke uitvoering van dit besluit een administratieve begrotingswijziging nr. 19 van 2012 vastgesteld en daarmee kan de vervanging van mobilofoons, portofoons en uniformkleding worden afgerond. Tevens heeft er in 2012 budgetoverheveling plaatsgevonden aan de Brandweer Zuidwest Drenthe van de geraamde bijdrage ten behoeve van de gemeente Hardenberg.
Middelen
De kapitaallasten van de op grond van het tractieplan brandweer verrichte vervangingen en investeringen worden gedekt binnen de administratie van Brandweer Zuidwest Drenthe.
Budgetten 2012 Programma 3 Lasten programma Baten programma Resultaat voor bestemming Toevoeging (-) / onttrekking (+) reserves Resultaat na bestemming
Begroting 2012 voor wijz.
Rekening 2011
Begroting 2012 na wijz.
Afwijking begroting -/rekening
Rekening 2012
2.041.938
1.734.865
1.714.870
1.576.377
138.493
8.939
11.379
10.866
10.379
-487
-2.032.999
-1.723.486
-1.704.004
-1.565.998
138.006
0
0
0
0
0
-2.032.999
-1.723.486
-1.704.004
-1.565.998
138.006
pagina 18
JAARSTUKKEN 2012
1.6.4
Progr. 4.
Programma 04 – Verkeer en vervoer /openbaar gebied
Wat willen we bereiken? Hoofddoelstelling / Beoogd maatschappelijk effect: Het bereiken van een acceptabele kwaliteit van de openbare ruimte. Kernwoorden hierbij zijn: schoon, heel, veilig, duurzaam en gezond. Van de inwoners dient 70% tevreden te zijn over de kwaliteit van de openbare ruimte. Het maatschappelijk effect van onze inspanningen moet zijn dat in deze raadsperiode (2010-2014): het onderhoud aan verhardingen een verbetering van de wegkwaliteit laat zien. Deze wordt de komende jaren nog meer zichtbaar; een acceptabele kwaliteit van de openbare ruimte van groot belang is voor de leefbaarheid van onze landelijk gelegen gemeente; het aantal meldingen over de openbare ruimte jaarlijks met 10% gaat afnemen. Het programma ‘Verkeer en vervoer / Openbaar gebied’ omvat de beleidsproducten: 10 – Wegen 11 – Verkeersmaatregelen 14 – Waterbeheersing 41 – Natuur en landschap 43 – Openbaar groen Het programma in beeld:
Doelstellingen beleidsproducten: 10.0 - Wegen/straten, fietspaden en trottoirs dienen voldoende onderhouden en veilig begaanbaar te zijn. Hierbij is ook aandacht voor sociale veiligheid en de verkeersveiligheid. Onderhoud, renovatie en vervanging moeten zijn gewaarborgd 10.1 - Straten en trottoirs zijn zo veel mogelijk vrij van zwerfvuil en onkruid 11.0 - Inzetten voor een veilig wegennetwerk, goede en veilige schoolroutes en een verkeersveilige omgeving nabij de scholen en verzorgingscentra 14.0 - Voorkomen van wateroverlast door het zorgdragen van voldoende afvoer via het watergangenstelsel 41.0 - Behouden, versterken en ontwikkelen van de bestaande karakteristieken in het landschap. Versterken van het landschap als drager voor recreatie en toerisme in het buitengebied 43.0 - Het openbare groen dient van voldoende kwaliteit te zijn, moet goed worden onderhouden en passen bij het karakter van onze groene gemeente Het beleid voor dit programma is vastgelegd in de (beleids)nota’s: Toekomstvisie 2005-2020, vastgesteld d.d. 22 december 2005; Politieke Termijnagenda 2010-2014 van de raad, vastgesteld d.d. 11 maart 2010; Collegeprogramma 2010-2014, d.d. 22 april 2010; ‘De tering naar de nering zetten’, eind maart 2010 aangeboden aan de raad; Beheerplan Openbare Verlichting; Beheerplan Bruggen en Kunstwerken; Kwaliteitsvisie openbare ruimte 2007; Landschapsbeleidsplan; Algemene Plaatselijke Verordening; Bermenbeheersplan; Gemeentelijk Verkeers- en VervoersPlan (GVVP) 2010-2014.
pagina 19
JAARSTUKKEN 2012
Progr. 4.
10 – Wegen Niet benoemde speerpunt/ activiteit
Uitvoering Fietsplan
Verantwoording/ Realisatie 2012
Het fietspad Oshaarseweg is in 2012 grotendeels aangelegd. Op 2 percelen dient dit nog te gebeuren vanwege een lopende onteigeningsprocedure. In 2013 is de procedure afgerond en kan het laatste deel worden gerealiseerd. Van de totaal te realiseren 6.400 meter is 6.000 meter uitgevoerd. Fietspad Meppelerweg: de raad is geïnformeerd over stagnatie bij de aankoop van benodigde eigendommen. Een aantal varianten in het tracé is toegelicht. Plan is om in 2013 het deel buiten de kom aan te leggen. Van de totaal te realiseren 1.200 meter is nog niets uitgevoerd. Fietspad Ommerweg: de voorbereiding is afgerond. Het project is in december 2012 aanbesteed. Nu kunnen de totale projectkosten verder worden geraamd met o.a. de kosten voor grondverwerving. Begin 2013 zal bekend zijn of de totale geraamde projectkosten binnen het geoormerkt krediet vallen. Van de totaal te realiseren 3300 meter is nog niets uitgevoerd.
Middelen
Voor uitvoering van het totale Fietsplan zullen de beschikbare middelen mogelijk niet toereikend zijn.
11 – Verkeersmaatregelen Activiteit
Verbeteren toegankelijkheid bushaltes 2012
Verantwoording/ Realisatie 2012
In totaal zijn 23 bushaltes geschikt gemaakt voor minder validen. Het project is hiermee met uitzondering van de bushalte aan de Meppelerweg te Zuidwolde afgerond. De bushalte bij de Meppelerweg wordt meegenomen in een vervolgproject begin 2013. Er zijn 23 aangepaste bushaltes.
Middelen
Kan worden uitgevoerd binnen de beschikbare middelen.
Activiteit
Uitwerking Gemeentelijk verkeer- en vervoerplan (GVVP)
Verantwoording/ Realisatie 2012
De 60 km zones zijn ingevoerd. Gelijkertijd is een bordenscan uitgevoerd, waardoor het totaal aantal verkeersborden met ca. 10% is afgenomen. Snelheidslimiet is verminderd van 80 km naar 60 km/h. Daarmee worden de wegen veiliger voor het langzaam verkeer.
Middelen
Kan worden uitgevoerd binnen de beschikbare middelen.
Niet benoemde speerpunt/ activiteit
Afname klachten openbare ruimte
Verantwoording/ Realisatie 2012
Door pro-actief te werken bij de aanpak bij het ontstaan van schade in de openbare ruimte is het aantal meldingen in 2011 afgenomen met 14% ten opzichte van 2010. In 2012 is verder gewerkt aan het verbeteren van de interne procedure van registratie en afhandeling. Dit heeft geresulteerd in nog eens een afname van het aantal klachten met 10% ten opzichte van 2011. Dit proces wordt in 2013 afgerond. Begin 2013 wordt het aantal en de aard van klachten en meldingen opnieuw in beeld gebracht. Het aantal meldingen in 2010 en 2011 bedroeg 2.700 en 2.300.
Middelen
n.v.t.
Budgetten 2012 Programma 4 Lasten programma Baten programma Resultaat voor bestemming Toevoeging (-) / onttrekking (+) reserves Resultaat na bestemming
Rekening 2011
Begroting 2012 voor wijz.
Begroting 2012 na wijz.
Rekening 2012
Afwijking begroting -/rekening
6.931.872
4.999.238
8.387.719
7.491.038
896.681
177.488
19.786
19.786
85.913
66.127
-6.754.384
-4.979.452
-8.367.933
-7.405.125
962.808
1.693.144
42.000
3.360.160
2.386.177
-973.983
-5.061.240
-4.937.452
-5.007.773
-5.018.948
-11.175
pagina 20
JAARSTUKKEN 2012
1.6.5
Progr. 5.
Programma 05 – Economische zaken en plattelandsontwikkeling
Wat willen we bereiken? Hoofddoelstelling / Beoogd maatschappelijk effect: Economische Zaken: Stimuleren economische bedrijvigheid in De Wolden. Plattelandsontwikkeling: Het bevorderen van de vitaliteit van het platteland. Het behouden en verder ontwikkelen van de dynamiek en de leefbaarheid op het platteland vraagt om een algehele aanpak. Plattelandsontwikkeling is daarom een portefeuille overstijgende aangelegenheid. Het maatschappelijk effect van onze inspanningen moet zijn dat in deze raadsperiode (2010-2014):
Het maatschappelijk effect van onze inspanningen moet zijn dat in deze raadsperiode (2010-2014): de gemeente als extra stimulans een bedrijfscontactfunctionaris aanstelt om bedrijven beter van dienst te zijn en te begeleiden bij hun ontwikkelplannen (aanstelling heeft inmiddels plaatsgevonden); de gemeente zich inzet voor, reagerend op de huidige ontwikkelingen, het zoveel mogelijk in stand houden van de bestaande voorzieningen; de gemeente een kwalitatieve omgeving aanbiedt waar een gunstig vestigingsklimaat aanwezig is.
Het programma ‘Economische zaken en plattelandsontwikkeling’ omvat het beleidsproduct: 16 – Economische zaken Het programma in beeld:
Doelstellingen beleidsproduct: 16.0 – Bevorderen van projecten ter stimulering van de plattelandseconomie 16.1 – Bevorderen van een gezond ondernemersklimaat Het beleid voor dit programma is vastgelegd in de (beleids)nota’s: Toekomstvisie 2005-2020, vastgesteld d.d. 22 december 2005; Politieke Termijnagenda 2010-2014 van de raad, vastgesteld d.d. 11 maart 2010; Collegeprogramma 2010-2014, d.d. 22 april 2010; ‘De tering naar de nering zetten’, eind maart 2010 aangeboden aan de raad; Economisch beleidsplan De Wolden (2000); Plattelandsonderzoek De Wolden (2003); Ruimtelijk-economische visie detailhandel De Wolden (2004); Provinciaal Meerjarenprogramma (2007 – 2013); Onderzoek behoefte bedrijventerreinen 2008 en advisering Vrijkomende Agrarische Bedrijfsgebouwen. Mede sturend voor dit programma zijn de dorpsvisies.
pagina 21
JAARSTUKKEN 2012
Progr. 5.
16 – Economische zaken Activiteit
Centrumplan de Wijk
Verantwoording/ Realisatie 2012
Deelgebied 1 Horstlocatie en Holwortelplein Er is een uitgebreid verkeersonderzoek geweest naar de ontsluiting van de Horstlocatie en het Holwortelplein. Daarna is een verkeersontwerp opgesteld en geïntegreerd met het nieuwe ruimtelijke beeldkwaliteitplan voor de Horstlocatie en het Holwortelplein. Er is in het ontwerp een toename van minimaal 80 parkeerplaatsen opgenomen, mede ter facilitering van de toekomstige supermarkt op de Horstlocatie. Er is ondanks drukke besprekingen nog geen uitsluitsel gegeven door de supermarkt over de planning van de realisatie. Er zijn onderzoeken voor de ruimtelijke onderbouwing in het kader van het bestemmingsplan uitgevoerd. De raad heeft intussen besloten om versneld al 40 definitieve parkeerplaatsen aan te leggen aansluitend aan het Holwortelplein. In januari 2013 wordt het bestemmingsplan hiervoor ter goedkeuring aan de raad voorgelegd. De planning is om de 40 parkeerplaatsen in maart 2013 gerealiseerd te hebben. De aanwezige woning is in november 2012 gesloopt. De aansluiting van het Holwortelplein op de Dorpsstraat wordt vergroot en aangepast in maart 2013. Hiermee ontstaat een verbeterd verkeersgebied in het projectgebied Dorpsstraat/ versteek, aansluiting op het Holwortelplein en de herinrichting van het Holwortelplein. De bovenbeschreven ontwikkelingen zijn telkens in harmonie met omwonenden en klankbordgroep besproken. Deelgebied 2 Dorpsstraat De verkeersvisie voor de Wijk heeft geresulteerd in een mogelijke urgentie tot het verleggen van de verkeersdrukte via een rondweg in 2030, met aantakkingen via de noordzijde. De berekeningen zijn gebaseerd op verkeersmodellen en gematigde groei van autoverkeer. Na 2020 is het nodig om opnieuw te kijken of er daadwerkelijk noodzaak blijft. Andere uitkomst is dat de Dorpsstraat een verbeterde oversteekplaats nodig heeft. Dit is al met een raadsbesluit bekrachtigd en zal in maart 2013 zijn gerealiseerd. De uitbreiding van parkeerplaatsen in het centrum is urgent. Het raadsbesluit van afgelopen najaar leidt tot de realisatie van 40 nieuwe parkeerplaatsen aansluitend op het Holwortelplein in maart 2013. Grootschalige fysieke ingrepen in de Dorpsstraat zijn niet noodzakelijk, maar enkele kleinschalige aanpassingen. Toekomstige ontwikkeling is inspelen op de behoefte van ondernemers en bewoners om de voetgangerszone langs de winkels te verbeteren. N.a.v. de verkeersvisie, participatie van burgers en ondernemers is bovenstaande het programma voor de komende jaren. Projectorganisatie De voorbereiding en realisatie van het Centrumplan de Wijk vindt plaats volgens de principes van een projectmatig werken zoals dat in de organisatie is ingevoerd.
Middelen
De gemeenteraad heeft de hiervoor benodigde middelen beschikbaar gesteld.
Activiteit
Project Ruinen
Verantwoording/ Realisatie 2012
Het Project Ruinen bestaat uit twee onderdelen, te weten: 1. Het centrumplan Ruinen 2. De Benderse Poort Centrumplan Ruinen Provincie heeft in oktober 2012 toegezegd een ISV-bijdrage aan de gemeente van € 500.000 te doen toekomen voor het centrumplan Ruinen. Het beeldambitieplan is vastgesteld. In overleg met de klankbordgroep, dorpsbelangen en de uitwerkgroep is een conceptplan voor de herinrichting brink opgesteld. Het plan wordt definitief uitgewerkt voor het activiteitenseizoen van 2013. Er zijn diverse ruimtelijke onderzoeken uitgevoerd in het kader van het komende bestemmingsplan voor de herontwikkelingslocatie SNS-bank en op naastgelegen percelen. Het concept-ontwerpbestemmingsplan is gereed. Er zijn overleggen met een ontwikkelaar en belanghebbenden over de haalbaarheid van de bouw van wooneenheden en commerciële ruimte. Er vindt telkens afstemming plaats met de overige woonontwikkelingen en plannen in Ruinen op programmatisch niveau.
pagina 22
JAARSTUKKEN 2012 De Benderse Poort Er is onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden voor een alternatieve zwemvoorziening, Poort van het Dwingelderveld en overige koppelmogelijkheden. Doel is een aantrekkelijk attractief dagrecreatieobject dat bijdraagt aan de recreatieve voorzieningen in ZuidwestDrenthe en van Ruinen in het bijzonder. Het Recreatieschap Drenthe is hiervoor opdrachtgever, waarbij de gemeente de helft bijdraagt. Een klankbordgroep vanuit de buurt en vanuit LTO is nadrukkelijk bij het onderzoek betrokken. Er vindt gezamenlijk overleg plaats met het bestuur van de Stichting Het Drents Heideschaap, Natuurmonumenten en de gemeente om gezamenlijke plannen te maken voor een verbetering van de toeristisch sterke omgeving. Voor een perceel loopt een bestemmingwijzigingsprocedure; hiertegen loopt een bezwaarschrift. Projectorganisatie De voorbereiding en realisatie van het Centrumplan de Wijk vindt plaats volgens de principes van een projectmatig werken zoals dat in de organisatie is ingevoerd. In 2013 vindt er een heroriëntatie plaats van de projectorganisatie ‘Project Ruinen’. Middelen
De gemeenteraad heeft de hiervoor benodigde middelen beschikbaar gesteld.
Activiteit
Centrumplan Zuidwolde
Verantwoording/ Realisatie 2012
Algemeen Op 13 juli jl. heeft er een slotbijeenkomst met de klankbordgroep plaatsgevonden. Hiermee zijn de werkzaamheden van deze klankbordgroep, overeenkomstig eerder gemaakte afspraken, beëindigd. Gesteld kan worden dat de klankbordgroep een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan het tot stand komen van de diverse deelprojecten van het centrumplan Zuidwolde. Aansluiting Zuidwolde op de N48 De werkzaamheden zijn afgerond. De eindafrekening met Rijkswaterstaat, de provincie en de gemeente vindt begin 2013 plaats. Hoofdstraat Fase I van de herinrichting, het gedeelte tussen de Oosterweg en de Wethouder Klunderstraat, is gereed. De voorbereiding van de werkzaamheden voor de aanpassing van het kruispunt met de Oosterweg/De Vennen en de waterberging in de Raadhuisstraat en in de parkeerplaats achter de voormalige rabobanklocatie zijn nagenoeg afgerond. De uitvoering van deze werkzaamheden vindt in 2013 plaats. De herontwikkeling van het perceel Reins is in uitvoering. De Plus-supermarkt heeft in 2012 een nieuw entree gekregen aan de zijde van het parkeerterrein. Er is overeenstemming bereikt met de firma Middelveld om het bedrijf te verplaatsen naar de uitbreiding van het bedrijventerrein in Zuidwolde. Hierdoor is het mogelijk geworden om fase 2 van de herontwikkeling van de voormalige rabobanklocatie te realiseren. De uitgevoerde werkzaamheden in de Hoofdstraat zijn in goed overleg met de betrokken ondernemers gecommuniceerd. De ondernemers hebben diverse activiteiten uitgevoerd om bepaalde stappen in de uitvoering te markeren. - Met diverse ondernemers zijn gesprekken gevoerd en acties uitgevoerd waardoor het mogelijk is geworden om het winkelklimaat in de Hoofdstraat te versterken.
Middelen
De gemeenteraad heeft de hiervoor benodigde middelen beschikbaar gesteld.
Activiteit
Opstellen van een startnota demografische ontwikkelingen in het kader van ‘Vitaal Platteland’
Verantwoording/ Realisatie 2012
In 2012 is het project Vitaal Platteland voorbereid en gestart. De eerste fase van de uitvoering is nagenoeg afgerond. De eerste fase behelst een demografisch onderzoek en een analyse over de gevolgen voor De Wolden. De rapportage daarvan, Notitie Vitaal Platteland, wordt voorjaar 2013 aan de raad aangeboden. In 2013 en 2014 worden ambities en strategieën opgesteld en voorgelegd aan de raad. Door de nieuwe raad in 2014 kunnen deze worden vastgesteld.
Middelen
Voor dit project is € 25.000 beschikbaar gesteld. Het loopt door in 2013 waarvoor een bedrag van € 13.000 is overgeheveld.
pagina 23
JAARSTUKKEN 2012
Progr. 5.
Activiteit
Drentse Zuidas
Verantwoording/ Realisatie 2012
De stuurgroep Drentse Zuidas heeft besloten om de werkzaamheden van de Drentse Zuidas te ‘extensiveren’. De Wolden blijft zowel ambtelijk als bestuurlijk betrokken bij deze samenwerking. De samenwerking richt zich de komende tijd vooral op ‘regionale bedrijventerreinen’ en de problematiek van overcapaciteit, een onderwerp dat voor onze gemeente slechts indirect relevant is. Wij hebben alleen lokale bedrijventerreinen. Onze deelname loopt tot en met 2013.
Middelen
Voor 2012 en 2013 is hiervoor twee keer een bedrag van € 9.600 beschikbaar.
Activiteit
Stimuleren projecten plattelandsontwikkeling/plattelandseconomie
Verantwoording/ Realisatie 2012
Jaarlijks is een budget beschikbaar voor initiatieven van inwoners gericht op plattelandsontwikkeling. Op voorwaarde van cofinanciering, (gedeeltelijke) eigen inzet en samenwerking kunnen initiatieven gericht op sociaal economische vitalisering een subsidie krijgen. In 2012 zijn onder meer de volgende initiatieven gesteund: Idyllisch Reestdal, Live Cooking de Wijk, Smikkelen en Bikkelen Ruinen, Werkschuur Karstenhoeve, Dorpshart Veeningen, zichtlocatie varkenshouderij, Hippisch Café en promotiebeurs R&T ondernemers Zuidwest Drenthe. Daarnaast kregen initiatieven ondersteuning bij het zoeken naar aanvullende subsidie, bijvoorbeeld bij provincie Drenthe. Vanuit dit budget is ook de deelname aan het Europa Servicepunt en proceskosten voor de Gebiedsontwikkeling Uffelte-Ruinen gefinancierd.
Middelen
De realisering kon in 2012 binnen de beschikbare middelen worden uitgevoerd.
Activiteit
Agenda Platteland Zuidwest Drenthe
Verantwoording/ Realisatie 2012
Binnen dit project wordt samengewerkt met de gemeenten Meppel, Westerveld, MiddenDrenthe en Hoogeveen. In 2011 zijn de overeenkomsten in visie en beleid beschreven. In 2012 zijn kansen voor samenwerking onderzocht op het gebied van landschap, cultuurhistorie, natuur en sociaal-economische vitalisering. Het doel is om door samenwerking de ambities effectiever te realiseren. In januari 2013 wordt het project afgerond. De benoemde kansen voor samenwerking worden vervolgens opgepakt en uitgevoerd.
Middelen
n.v.t.
Activiteit
Gebiedsagenda Zuidwest Drenthe
Verantwoording/ Realisatie 2012
Om de Provinciale Omgevingsvisie Drenthe te realiseren wil Provincie Drenthe op gebiedsniveau samenwerken met de andere overheden en gebiedspartners. De Gebiedsagenda Zuidwest Drenthe is daarnaast een belangrijk instrument om provinciale, nationale en Europese middelen voor de periode 2014-2020 naar Zuidwest Drenthe te halen. De inzet van De Wolden is erop gericht om de gemeentelijke prioriteiten op de Gebiedsagenda Zuidwest Drenthe te krijgen. Om dat te bereiken wordt samengewerkt met de andere vier gemeenten: Meppel, Westerveld, Midden-Drenthe en Hoogeveen. Door samen te werken en een gelijkwaardige rol op te eisen willen we maximaal effect voor Zuidwest Drenthe en De Wolden bereiken.
Middelen
n.v.t.
Budgetten 2012 Programma 5 Lasten programma Baten programma Resultaat voor bestemming Toevoeging (-) / onttrekking (+) reserves Resultaat na bestemming
Rekening 2011
Begroting 2012 voor wijz.
Begroting 2012 na wijz.
Afwijking Rekening 2012 begroting -/rekening
559.760
330.798
587.580
572.108
15.472
3.021
11.038
11.038
3.187
-7.851
-556.739
-319.760
-576.542
-568.921
7.621
222.056
0
260.753
292.658
31.905
-334.683
-319.760
-315.789
-276.263
39.526
pagina 24
JAARSTUKKEN 2012
1.6.6
Progr. 6.
Programma 06 – Toerisme en recreatie
Wat willen we bereiken? Hoofddoelstelling / Beoogd maatschappelijk effect: Het landschap is een belangrijke pijler voor de recreatieve aantrekkelijkheid. Het maatschappelijk effect van onze inspanningen moet zijn dat in deze raadsperiode (2010-2014): Dit jaar is gestart met het opstellen van een nieuw beleidsplan recreatie en toerisme. In samenspraak met de toeristisch-recreatieve sector is gekozen voor de visie ‘verblijf in De Wolden, actief in de regio’. Deze keuze is door de raad gemaakt bij het vaststellen van de kaderstellende notitie op 13 september 2012. Bij het uitwerken van de visie “verblijf in De Wolden, actief in de regio” gelden de volgende uitgangspunten: Vraaggericht: de bezoeker centraal. Wat de (potentiële) bezoeker of doelgroep verlangt moet centraal staan. Opschaling en verbreding. ‘Grensoverschrijdend’ denken en handelen waar dit gepast is. Voor wat betreft onderlinge samenwerking betekent dit: “lokaal waar het kan, regionaal waar het moet” (gelet op de behoefte en actieradius van de bezoeker). Daarnaast is het van belang over sectorgrenzen heen kijken naar kansen. Meer en effectievere samenwerking. Hier gaat het om meer samenwerking en afstemming tussen gemeente en de sector, en de sector onderling. Essentie gebied. De profiel van Zuidwest Drenthe en Reestdal (zoals omschreven met de Interpretation-methode) is een kapstok voor promotie en productontwikkeling. De visie van dit beleidsplan vraagt op om een impuls in kwaliteit van het aanbod aan verblijfsaccommodaties en een betere vermarkting van het aanbod. Hier ligt een belangrijke verantwoordelijkheid en uitdaging voor de toeristisch-recreatieve ondernemers. De gemeente kan de toeristisch-recreatieve sector hierin slechts ondersteunen. Samen met de sector zetten we in op drie deelstrategieën: Gebiedsmarketing. Dit is het langetermijnproces en/of beleidsinstrument bestaande uit verschillende met elkaar samenhangende activiteiten gericht op het aantrekken en behouden van de gewenste doelgroepen (Hospers 2009). Gebiedsmarketing is dus geen synoniem van promotie. Promotie maakt, net als (gezamenlijke) productontwikkeling, onderdeel uit van gebiedsmarketing. Om te komen tot professionele gebiedsmarketing ligt er tevens een vraagstuk op het gebied van organisatie en financiering. Bedrijfsontwikkeling: De (verblijfs)recreatieve bedrijven moeten de mogelijkheid krijgen te vernieuwen (uitbreidingen, productvernieuwing). De houding van de gemeente ten aanzien van particuliere initiatieven en de regelgeving op het gebied van ruimtelijke ordening spelen hierbij een belangrijke rol. Toeristisch-recreatieve infrastructuur: de toeristisch-recreatieve infrastructuur (recreatieve routes, ontsluiting, toeristische informatie) moet van goede kwaliteit blijven Kansen voor verbetering en uitbreiding moeten worden benut. Het programma ‘Toerisme en recreatie’ omvat het beleidsproduct: 45 – Toerisme en recreatie Het programma in beeld:
pagina 25
JAARSTUKKEN 2012
Progr. 6.
Doelstellingen beleidsproduct: 45.0 - Bevorderen toeristisch-recreatieve voorzieningen 45.1 - Bevorderen van toeristisch-recreatief ondernemersklimaat Het beleid voor dit programma is vastgelegd in de (beleids)nota’s: Toekomstvisie 2005-2020, vastgesteld d.d. 22 december 2005; Collegeprogramma 2006-2010, d.d. 7 april 2006; Kadernota 2010, behandeld door de d.d. 11 en 18 juni 2009; Toeristisch Recreatief Ontwikkeling Plan 2007; Fietspadenplan Gemeente De Wolden (2002); Fietstotaalplan Recreatieschap Drenthe; Outdooroffensief Recreatieschap Drenthe (2005); Provinciaal Meerjarenprogramma (2007-2013). 45 – Toerisme en recreatie Activiteit
Nieuw Toeristisch Recreatief OntwikkelPlan (TROP) De Wolden
Verantwoording / Realisatie 2012
Het beleidsplan is in concept gereed. Het wordt in het eerste kwartaal van 2013 ter inzage gelegd en naar verwachting in april/mei voorgelegd aan de raad. Om te komen tot een volledig en goed beleidsplan is er meer tijd nodig gebleken voor dit traject dan oorspronkelijk gepland. De aansturing van het adviserend bureau kostte na de kaderstellende fase meer tijd dan gepland. En de besluitvorming van de kadernotitie heeft meer tijd gekost dan geraamd vanwege tijdelijke vervanging van de beleidsmedewerker enerzijds en anderzijds vanwege het intensieve traject met de raad anderzijds. Op verzoek van de portefeuillehouder is de kadernotitie eerst toegelicht aan de raad en daarna opiniërend en vervolgens besluitvormend behandeld door de raad.
Middelen
Bechikbaar is gesteld een bedrag van € 35.000. Een deel (€9.000) is nog beschikbaar en wordt overgeheveld naar 2013.
Activiteit
Stimuleringsmaatregelen ter verbetering van het evenementenaanbod
Verantwoording / Realisatie 2012
Een evenementenboekje met daarin info over evenementen in heel De Wolden van mei tot en met december 2012 is huis-aan-huis verspreid onder de inwoners van De Wolden en wordt ter beschikking gesteld aan toeristen. Omdat o.a. het nieuwe toeristische beleidsplan meer tijd vergt dan geraamd, kan met het opstellen van het evenementenbeleid pas in 2013 gestart worden in plaats van 2012.
Middelen
Beschikbaar is gesteld een bedrag van € 21.000.
Activiteit
Bijdragen aan verbetering recreatieve vaarvoorzieningen en informatie aan Hoogeveense Vaart om vaarrecreanten te verleiden tot bezoek aan dorpen en buitengebied De Wolden
Verantwoording / Realisatie 2012
In 2012 zijn samen met het Recreatieschap en de gemeente Hoogeveen voorbereidingen getroffen voor een Knooppunt Land-Water bij de aanlegplaats bij Echten met voorzieningen als wifi, water- en stroomtappunten en een toeristisch informatiebord. Dit knooppunt wordt in 2013 gerealiseerd. Ook passanten kunnen gebruik maken van de voorzieningen (het wandelen fietsnetwerk met knooppunten gaat erlangs). Bij de aanlegvoorziening Rogat komt een toeristisch informatiebord over de omgeving (o.a. Reestdal, de Wijk).
Middelen
Bij het vaststellen van de begroting 2012 is € 20.000 beschikbaar gesteld. In 2012 zijn er geen uitgaven geweest. Het bedrag wordt overgeheveld naar 2013.
Activiteit
Project Idyllisch Reestdal
Verantwoording / Realisatie 2012
In 2012 is het project Idyllisch Reestdal (van Recreatieschap Drenthe en Vechtdal Marketing) met als doel vermarkting van het gebied door promotie en productontwikkeling, afgerond. Resultaten zijn o.a. realisatie van een minimagazine, kunstbankje, verhalenpalen, GPS routes, een vernieuwde website en ondersteuning van evenementen, natuurspeelpad, uitkijktoren en streekproducten. Door de oprichting van Stichting Ondernemend Reestdal zal het merk Reestdal in de komende jaren verder worden uitgebouwd.
Middelen
Uitvoering binnen de bestaande middelen.
pagina 26
JAARSTUKKEN 2012
Activiteit
Project Bestemming Zuidwest Drenthe
Verantwoording / Realisatie 2012
In 2012 is het project Bestemming ZW Drenthe (Recreatieschap) met als doel productontwikkeling en profilering van het gebied, afgerond. Resultaten zijn o.a. het opstellen van een toeristisch regioprofiel, belevenissenkaart ZW Drenthe, regio- en arrangementenfolders, het concept Eddie de Eekhoorn (kinderrouteboek en een pak), deelname aan toeristische beurzen in Nederland en België, opzet hippische Drenthe Trail, etc. Het komende jaar moet met ondernemers en betrokken gemeenten worden bezien of met meer structurele samenwerking vermarkting van de regio als geheel kan worden uitgebouwd.
Middelen
€ 7.250 voor de periode 2009-2012.
Activiteit
Subsidiering TIP De Wolden
Verantwoording / Realisatie 2012
De drie TIP-kantoren (Toeristisch Informatie Punt) hebben de baliefunctie vervuld en activiteiten georganiseerd. In 2012 heeft st. TIP De Wolden op verzoek en met ondersteuning van de gemeente een advies laten opstellen over een toekomstbestendig organisatiemodel. Daarin staat dat de TIP zich op schaalniveau van De Wolden (ipv uitsluitend de lokale dorpen), met een groeimodel naar ZW Drenthe, meer zou moeten richten op marketing en dienstverlening aan ondernemers. In 2013 wordt nagegaan of en zo ja hoe dit geïmplementeerd kan worden. De bezoekersaantallen in 2010 en 2011 zijn: Ruinen 14.000 en 12.000, de Wijk 3.200 en 3.179 en Ruinerwold 3.480 en 3.000.
Middelen
Naast de reguliere subsidie van € 35.740 is een cofinancieringsbijdrage van € 5.800 uitbetaald voor onderzoek onderzoek toekomstbestendige TIP De Wolden.
Budgetten 2012 Programma 6 Lasten programma Baten programma Resultaat voor bestemming Toevoeging (-) / onttrekking (+) reserves Resultaat na bestemming
Rekening 2011
Begroting 2012 voor wijz.
Begroting 2012 na wijz.
Afwijking Rekening 2012 begroting -/rekening
236.047
306.841
336.500
312.216
103
0
0
165
165
-235.944
-306.841
-336.500
-312.051
24.449
31.090
0
38.910
38.910
0
-204.854
-306.841
-297.590
-273.141
24.449
pagina 27
24.284
JAARSTUKKEN 2012
1.6.7
Progr. 7.
Programma 07 – Onderwijs en kinderopvang
Wat willen we bereiken? Hoofddoelstelling / Beoogd maatschappelijk effect Zorgdragen voor een optimale ontwikkeling van kinderen, proberen alle leerlingen naar hun vermogen te laten presteren en de leerlingen een doorgaande lijn in hun schoolloopbaan te garanderen. Veel projecten binnen het onderwijs en kinderopvang, cultuur en sport en sociaal maatschappelijke zorg zijn gericht op het activeren van en/of versterken van lokale netwerken in de kernen. Het maatschappelijk effect van onze inspanningen moet zijn dat in deze raadsperiode (2010-2014): wij ons in de komende jaren gaan inzetten voor het instandhouden van de huidige basisscholen; wij waar mogelijk samen met private partijen komen tot clustering van voorzieningen met de basisschool als uitgangspunt. Volwasseneneducatie Richt zich op maatschappelijke en sociale redzaamheid, op algemene ontplooiing en aanbieden van toegang tot hoger onderwijs middels diplomering. Jongerenzorg Een kwalitatief hoogwaardig voorzieningenaanbod om een positieve ontwikkeling van de jongeren te ondersteunen. Het programma ‘Onderwijs en Kinderopvang’ omvat de beleidsproducten: 18 – Openbaar basisonderwijs 19 – Huisvesting openbaar onderwijs 21 – Bijzonder basisonderwijs 22 – Huisvesting bijzonder onderwijs 23 – Onderwijs algemeen (onderwijsbegeleiding, leerlingenvervoer, leerplicht en overige voorzieningen) 25 – Volwasseneneducatie 64 – Jongerenzorg (kinderopvang, peuterspeelzaalwerk en speelplaatsen) Het programma in beeld:
Doelstellingen beleidsproducten: 18.0 – Het aanbieden van openbaar basisonderwijs in een voldoende aantal scholen om 4-12 jarigen in staat te stellen een ononderbroken leer- en ontwikkelingsproces door te laten maken dat de grondslag legt voor het voortgezet onderwijs en dat toegankelijk is voor iedereen, zonder onderscheid van godsdienst of levensbeschouwing 19.0 – Zorgdragen voor een kwalitatief en kwantitatief goed gebouwenbestand voor het openbaar basisonderwijs 21.0 – Binnen het kader van de wet- en regelgeving zorgdragen voor het verstrekken van faciliteiten c.q. voorzieningen aan het bijzonder basisonderwijs 22.0 – Zorgdragen voor een kwalitatief en kwantitatief goed gebouwenbestand voor het bijzonder basisonderwijs 23.0 – Zorgdragen voor: - voldoende onderwijsbegeleiding - het ontwikkelen en uitvoeren van lokaal onderwijsbeleid - het zo vroeg mogelijk signaleren en bestrijden van onderwijsachterstanden - het vervoer van leerlingen voor (speciaal) basis- en voortgezet onderwijs - naleving van de Leerplichtwet met als doelstelling het voorkomen en bestrijden van schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten - overige gemeenschappelijke onderwijsvoorzieningen
pagina 28
JAARSTUKKEN 2012
Progr. 7.
25.0 – Het bijdragen aan de realisatie van voldoende en passende educatieve activiteiten voor volwassenen 64.0 – Het bijdragen aan de instandhouding van voorzieningen op het gebied van de kinderopvang (dagopvang, gastouderopvang en buitenschoolse opvang) 64.1 – Het bijdragen aan de instandhouding van groepsopvang van kinderen van 2 tot 4 jaar in peuterspeelzalen met als doel kinderen in hun ontwikkeling te stimuleren 64.2 – Het bijdragen aan de realisatie en instandhouding van veilige speelaccommodaties voor scholen en in de openbare ruimte
Het beleid voor dit programma is vastgelegd in de (beleids)nota’s: Toekomstvisie 2005-2020, vastgesteld d.d. 22 december 2005; Politieke Termijnagenda 2010-2014 van de raad, vastgesteld d.d. 11 maart 2010; Collegeprogramma 2010-2014, d.d. 22 april 2010; ‘De tering naar de nering zetten’, eind maart 2010 aangeboden aan de raad; Huisvestingsprogramma onderwijs 2012; Integraal Huisvestings Plan (IHP) 2012-2030; Beleidsnotitie instandhouding basisscholen kleine kernen 2012; Regionaal Meld- en Coördinatiepunt (RMC); doelgroep is 17-23 jarigen; doelstelling is voorkomen dat de doelgroep zonder startkwalificatie toetreedt tot de arbeidsmarkt; Beleidsplan Speelpeuter De Wolden; Beleidsplan Speelwerk Kinderopvang; Speelruimtebeleidsplan; Nota Jeugdbeleid. 19 – Huisvesting openbaar basisonderwijs Activiteit
Instandhoudingsbeleid kleine scholen, onderzoekskosten
Verantwoording/ Realisatie 2012
Uitvoering van deze activiteit stond aanvankelijk gepland voor 2013. Door deze activiteit te combineren met actualisering van het Integraal Huisvestingsplan heeft de uitvoering reeds in 2012 kunnen plaatsvinden. De gemeenteraad heeft in september 2012 zowel het IHP als de beleidsnotitie instandhouding schoolgebouwen vastgesteld. Het instandhoudingscriterium is in de wet primair onderwijs bepaald op 23 leerlingen.
Middelen
n.v.t.
23 – Onderwijs algemeen Activiteit
Beleidsplan lokaal onderwijsbeleid
Verantwoording/ Realisatie 2012
De taken van de gemeente op het gebied van onderwijs veranderen. In het collegeprogramma is afgesproken dat er een heroriëntatie zal plaatsvinden over de rol, taken en betekenis van de gemeente. Deze activiteit was aanvankelijk gepland voor 2012. Als gevolg van extra werkzaamheden in verband met bezuinigingstaakstelling is dit doorgeschoven naar 2013.
Middelen
n.v.t.
64 – Jongerenzorg Activiteit
Handhaving bestaande uitvoering lokaal jeugdbeleid
Verantwoording / Realisatie 2012
Dit is een continue proces. Het vindt plaats op basis van de recent vastgestelde nota jeugdbeleid met veel aandacht voor de naderende transitie en transformatie van de jeugdzorg, alcohol, zorg en het koppelwerk (jongerenwerk en politie).
Middelen
Voor dit doel is structureel een bedrag van € 24.000 opgenomen. Hiervan is een deel overgeheveld naar 2013.
pagina 29
JAARSTUKKEN 2012
Progr. 7.
Budgetten 2012 Programma 7 Lasten programma Baten programma Resultaat voor bestemming Toevoeging (-) / onttrekking (+) reserves Resultaat na bestemming
Rekening 2011
Begroting 2012 voor wijz.
Begroting 2012 na wijz.
Afwijking Rekening 2012 begroting -/rekening
3.781.536
3.635.822
3.956.116
3.995.184
575.819
358.106
400.481
457.717
57.236
-3.205.717
-3.277.716
-3.555.635
-3.537.467
18.168
120.987
51.000
373.859
279.632
-94.227
-3.084.730
-3.226.716
-3.181.776
-3.257.835
-76.059
pagina 30
-39.068
JAARSTUKKEN 2012
1.6.8
Progr. 8.
Programma 08 – Cultuur en sport
Wat willen we bereiken? Hoofddoelstelling / Beoogd maatschappelijk effect: Het aanbieden van voorzieningen en het ondersteunen van initiatieven ter bevordering van deelname aan activiteiten op het gebied van sport en cultuur. Sport, sportbeoefening en cultuur zijn van groot belang voor de leefbaarheid in de kernen. Het maatschappelijk effect van onze inspanningen moet zijn dat in deze raadsperiode (2010-2014): het uitgangspunt voor het gemeentelijk sportbeleid de breedtesport is, waarbij het streven is zoveel mogelijk inwoners te laten bewegen en sporten; gekomen wordt tot het instellen van een Sportraad dat gezien wordt als een instrument om de betrokkenheid van de inwoners bij het beleid te vergroten. zoveel mogelijk inwoners in aanraking komen met cultuur. een cultureel netwerk wordt opgezet om cultuur op de kaart te zetten; met de inzet van combinatiefuncties sport en cultuur een kwaliteitsimpuls aan bewegingsonderwijs & cultuur wordt gegeven voor het primaire onderwijs. Het programma ‘Cultuur en sport’ omvat de beleidsproducten: 27 – Culturele vorming 30 – Sport algemeen 31 – Buitensportaccommodaties 32 – Zwembaden 33 – Binnensportaccommodaties 35 – Kunst 39 – Musea Het programma in beeld:
Doelstellingen beleidsproducten: 27.0 - Bevorderen van het verstrekken van informatie in de meest brede zin, waarbij sprake moet zijn van een zo goed mogelijke spreiding en toegankelijkheid van bibliotheekvoorzieningen. 27.1 - Het bijdragen aan lokale, regionale en provinciale activiteiten op het gebied van cultuur, o.a. beeldende kunst, creatieve en culturele vorming, als die van meerwaarde zijn voor de inwoners van de gemeente De Wolden. 27.2 - Inwoners van de gemeente in de gelegenheid stellen zich te ontplooien d.m.v. muzikale, beeldende en dansante vorming alsmede dramatische expressie. 27.3 - Het bevorderen van de amateuristische kunstbeoefening op het gebied van muziek, zang en toneel in verenigingsverband. 30.0 - Het scheppen van voorwaarden voor en stimuleren van sportbeoefening alsmede het instandhouden en ondersteunen van overige, niet nader in te delen sportaccommodaties. Het waarderen van geleverde sportprestaties. 31.0 - Het bieden van mogelijkheden tot het beoefenen van buitensport (zoals korfbal en voetbal). Het ondersteunen van mogelijkheden tot het beoefenen van tennissport. 32.0 - Het bieden van mogelijkheden voor recreatief en educatief zwemmen. 33.0 - Het bieden van mogelijkheden voor het geven van bewegingsonderwijs, het beoefenen van sport en het organiseren van culturele en recreatieve manifestaties in overdekte sportaccommodaties. 39.0 - Een bijdrage leveren aan het instandhouden van voorzieningen waar voor inwoners van de gemeente en toeristen de mogelijkheid wordt gecreëerd om kennis te nemen van het culturele erfgoed van de gemeente.
pagina 31
JAARSTUKKEN 2012
Progr. 8.
Het beleid voor dit programma is vastgelegd in de (beleids)nota’s: Toekomstvisie 2005-2020, vastgesteld d.d. 22 december 2005; Politieke Termijnagenda 2010-2014 van de raad, vastgesteld d.d. 11 maart 2010; Collegeprogramma 2010-2014, d.d. 22 april 2010; ‘Algemene Subsidieverordening De Wolden; Cultuurnota; Cultuureducatieplan; Beleidsregels inzake subsidiering sportverenigingen; Sportbeheersplan; Sportnota; Nota tennisbeleid; Regeling tarieven openlucht zwembaden; Regeling tarieven gemeentelijke sportaccommodaties; Zwembaden plan; Nota accommodatiebeleid. 27 – Culturele vorming Activiteit
Cultuurnetwerken De Wolden in het kader van de Culturele Alliantie met Provincie Drenthe 2009-2012 (Pilotproject)
Verantwoording/ Realisatie 2012
Cultuureducatienetwerk De Wolden opgericht; Certificering docenten tot cultuurcoördinatoren (ICC-ers); Cultuureducatie map is ontwikkeld en op alle scholen verspreid; Cultureel Platform De Wolden is geïnstalleerd en actief; Er wordt aansluiting gezocht bij het Brede scholennetwerk. Alle basisscholen van De Wolden doen mee in het provinciale project ‘Cultuureducatie met Kwaliteit’ (2013-2017) waarvoor bij het ministerie een aanvraag wordt gedaan.
Middelen
Voor deze pilot is in het kader van de Culturele Alliantie voor 2012 een bedrag van € 9.818 beschikbaar.
30 – Sport algemeen Activiteit
Kosten functioneren nieuw op te zetten sportplatform
Verantwoording/ Realisatie 2012
Sportplatform is reeds in 2011 ingesteld. In 2012 is dit platform meer verankerd en structureel geborgd binnen de beleidscyclus.
Middelen
Voor het instellen van Sportplatform De Wolden is via de landelijke impuls ‘Sport Lokaal Samen’ een incidentele subsidie verkregen.
30 – Sport algemeen Activiteit
Instellen Council in het kader van Drenthe 2028 en het Drents Olympisch Plan
Verantwoording/ Realisatie 2012
Sinds 2011 zijn er Drenthe dertig evenementen ondersteund. Hetzij gebundeld in de Olympische maand (april 2011), de Olympische Zomer (zomer 2012) of incidenteel. In De Wolden zijn Concours Hippique De Wolden en het internationale tennistoernooi in Zuidwolde ondersteund. De initiatieven van het Olympisch plan zijn overgenomen door Sport Drenthe.
Middelen
Voor het instellen van de Council is voor de periode 2011 en 2012 in totaal € 20.000 beschikbaar gesteld. De beschikbare middelen worden ingezet via Sport Drenthe.
31 – Buitensportaccommodaties Activiteit
Onderzoek realisatie kunstgrasvelden
Verantwoording/ Realisatie 2012
De eerste fase (inventarisatiefase) is afgerond. Op basis van deze fase heeft de raad bij de begrotingsvergadering 2013 het noodzakelijke krediet voor de voorgesteld investeringen beschikbaar gesteld. Op de sportparken in de Wijk, Koekange en Zuidwolde worden nieuwe accommodaties gerealiseerd. In de Wijk wordt in 2013 gestart met de werkzaamheden. De overige werkzaamheden staan voor 2014 gepland.
Middelen
Voor het project Hard Gras is is ter voorbereiding € 175.000 beschikbaar gesteld. Aan het eind van het jaar resteerde nog een bedrag van € 162.000 hetgeen overgeheveld is naar 2013.
pagina 32
JAARSTUKKEN 2012
Progr. 8.
33 – Binnensportaccommodaties Activiteit
Nieuwbouw kleedaccommodatie tennisclub ’t Wold te Ruinerwold
Verantwoording/ Realisatie 2012
De bouw van de kleedaccommodatie is eind september 2012 gestart. Naar alle verwachtingen wordt de bouw begin 2013 afgerond.
Middelen
Voor de bouw van de kleedaccommodatie heeft de raad in 2011 reeds € 170.000 beschikbaar gesteld.
Budgetten 2012 Programma 8 Lasten programma Baten programma Resultaat voor bestemming Toevoeging (-) / onttrekking (+) reserves Resultaat na bestemming
Rekening 2011
Begroting 2012 voor wijz.
Afwijking Begroting Rekening 2012 begroting -/2012 na wijz. rekening
3.623.638
3.652.619
3.693.564
3.738.845
-45.281
693.765
679.110
713.001
715.968
2.967
-2.929.873
-2.973.509
-2.980.563
-3.022.877
-42.314
102.901
51.125
10.244
16.982
6.738
-2.826.972
-2.922.384
-2.970.319
-3.005.895
-35.576
pagina 33
JAARSTUKKEN 2012
1.6.9
Progr. 9.
Programma 09 – Sociaal/maatschappelijke zorg
Wat willen we bereiken? Hoofddoelstelling / Beoogd maatschappelijk effect: Het aanbieden van voorzieningen en instrumenten ter bevordering en behoud van maatschappelijk zelfstandig functioneren. Het investeren in wijkgericht werken, in informatieverstrekking en het opbouwen van lokale netwerken stimuleert de ontwikkeling van een ‘civil society’. Het maatschappelijk effect van onze inspanningen op basis van het vastgestelde collegeprogramma moet zijn dat in deze raadsperiode (2010-2014): de gemeente het huidige (individuele) voorzieningenniveau voor kwetsbare inwoners gaat voortzetten (in het nieuwe beleidsplan Wmo (2012) staat dit als centraal uitgangspunt); de gemeente de inwoners in een vroeg stadium betrekt bij de ontwikkeling van beleid (het initiëren van beleid met een maatschappelijk draagvlak vraagt om een actieve relatie tussen de gemeente en haar inwoners (al of niet verenigd in belangengroepen of verenigingen). Het programma ‘Sociaal/maatschappelijke zorg’ omvat de beleidsproducten: 50 – Minimabeleid; 52 – Uitstroombevordering; 54 – Inkomensvoorziening; 55 – Sociale Werkvoorziening; 56 – Maatschappelijk werk; 57 – WMO huishoudelijke verzorging; 58 – Ouderenzorg; 60 – Asielzoekerszorg; 62 – Sociaal-cultureel werk; 66 – Vrijwilligersbeleid; 67 – Ontwikkelingszorg; 68 – WMO Voorziening Gehandicapten; 70 – Volksgezondheid. Het programma in beeld:
Doelstellingen beleidsproducten: 50.0 - Bevorderen maatschappelijke participatie en het voorkomen van sociaal isolement 52.0 - Bevorderen van uitstroom uit een uitkeringssituatie door het aanbieden van scholing, training, werkervaringsplaatsen en trajecten 54.0 - Het aanbieden van een uitkering ter bevordering van zelfstandig maatschappelijk functioneren in de noodzakelijke kosten van het bestaan 55.0 - Het desgevraagd aanbieden van een voorziening aan inwoners die door een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking alleen onder aangepaste omstandigheden tot regelmatige arbeid in staat zijn 57.0 - Het bevorderen van deelname aan het maatschappelijk verkeer door het aanbieden van huishoudelijke verzorging 56.0 - Bevorderen maatschappelijke participatie en maatschappelijk functioneren door het aanbieden van verschillende vormen van maatschappelijke dienstverlening
pagina 34
JAARSTUKKEN 2012
Progr. 9.
58.0 - Bevorderen van het zelfstandig functioneren van ouderen door het aanbieden van zorg en dienstverlening 62.0 - Bevorderen van deelname aan activiteiten die gericht zijn op educatieve, sociale, creatieve en recreatieve ontplooiing en verbetering van de leefsituatie 66.0 - Bevorderen van het instandhouden en zo mogelijk uitbreiden van de maatschappelijke bijdrage van vrijwilligers 68.0 - Bevorderen van deelname aan het maatschappelijk verkeer door het aanbieden van vervoers-, woon- en rolstoelvoorzieningen 70.0 - Bevorderen van de gezondheid van de inwoners van de gemeente
Het beleid voor dit programma is vastgelegd in de (beleids)nota’s: Toekomstvisie 2005-2020, vastgesteld d.d. 22 december 2005; Politieke Termijnagenda 2010-2014 van de raad, vastgesteld d.d. 11 maart 2010; Collegeprogramma 2010-2014, d.d. 22 april 2010; Beleidsnotitie Reïntegratie & Werk in het kader van de Wet werk en bijstand (Wwb) herziene versie 2012; Re-integratieverordening en Uitvoeringsregeling Wet werk en bijstand (Wwb herziene versie 2012); Beleidsuitvoeringsplan Wet Werk en Bijstand; Beleidsnotitie Hoogwaardig handhaven; Kadernota minimabeleid; Lokaal beleid Volksgezondheid; Beleidsplan schuldhulpverlening 2012. 50 – Minimaregelingen Activiteit
Inkomensbeleid
Verantwoording / Realisatie 2012
De nieuwe verordeningen van de minimaregelingen zijn in februari 2012 door de raad vastgesteld, en in september 2012 opnieuw vastgesteld i.v.m. het afschaffen van de huishoudinkomenstoets. In 2012 is er een groter beroep gedaan op de minimaregelingen. Op basis van cijfers t/m oktober 2012 kan geconcludeerd worden dat deze toename bij de begroting goed is ingeschat.
Middelen
Naar verwachting volstaat het begrote budget voor de minimaregelingen.
Activiteit
Schuldhulpverlening
Verantwoording / Realisatie 2012
In de raadsvergadering van oktober 2012 is het beleidsplan Schuldhulpverlening 2012-2016 vastgesteld. De verwachte stijging van het klantenaantal in 2012 is in oktober 2012 al gerealiseerd. Tot en met oktober 2012 zijn dezelfde aantallen gerealiseerd als in het gehele jaar 2011.
Middelen
n.v.t.
52 – Uitstroombevordering Activiteit
Bijdrage aan sociale werkvoorzieningschappen Reestmond en Alescon
Verantwoording / Realisatie 2012
Anticiperen op nieuwe wetgeving leidde in 2012 tot veel onzekerheid door de val van het kabinet Rutte 1. De bezuinigingen treffen de WSW hard. Er heeft een heroriëntering op de toekomst van de WSW plaatsgevonden zonder dat er duidelijke (wettelijke) kaders zijn, hierdoor ontstaan grote financiële risico’s. Gemeente De Wolden kent een opdracht tot het realiseren van 118 arbeidsjaren. In het kader van de mogelijkheden tot overdracht is deze realisatie uitgebreid met 5,3 arbeidsjaren.
Middelen
De bezuinigingen op de rijksbijdrage en de economische crisis leidden in 2012 tot een groter tekort dan begroot. Het is met name Reestmond niet gelukt de exploitatie binnen de begroting te realiseren. Omdat Reestmond niet meer beschikt over voldoende reserves komt het gehele exploitatietekort ten laste van de deelnemende gemeenten.
Reestmond Alescon
begroot 2012
bestuursrapportage
decemberrapportage
Totaal begroot
Verwacht 2012
42.000
76.000
32.000
150.000
191.000
100.000
10.000
10.000
120.000
102.000
142.000
86.000
42.000
270.000
293.000
pagina 35
JAARSTUKKEN 2012
Zodra de besturen van de werkvoorzieningschappen de jaarrekening definitief vaststellen zal deze worden aangeboden aan de gemeenteraad, conform het bepaalde in de gemeenschappelijke regeling.
Activiteit
Re-integratie WWB en Inburgering (53)
Verantwoording/ Realisatie 2012
Er is sprake van grote instroom van inburgeraars door een inhaalslag ten aanzien van de wettelijke taakstelling huisvesting vergunninghouders. Tegelijkertijd heeft er een aanzienlijke bezuiniging plaatsgevonden op het Participatiebudget waardoor de uitvoering minder mogelijkheden had voor externe trajecten. Daarom is in 2012 stevig ingezet op begeleiding van bijstandsklanten vanuit de eigen organisatie. Er zijn eind 2012 20 alfabetiseringstrajecten en 19 inburgeringstrajecten. De rijksoverheid heeft fors op het participatiebudget bezuinigd.
Middelen
Jaar
Totaal
BZK-bijdrage
OCW-bijdrage
SZW-bijdrage
2011
579.652
32.491
136.852
410.309
2012
422.551
39.117
132.100
251.334
52, 53, 54 en 57 – Ontwikkeling inkomensvoorzieningen sociale zaken Activiteit
Uitzetting Wet Bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten (BUIG)
Verantwoording / Realisatie 2012
2012 kent een hoge instroom van WWB-klanten. In december 2012 hadden we een klantenaantal van 224. We zijn 2012 begonnen met 164 klanten.
Middelen
Zoals in eerdere rapportages aangegeven is over het jaar 2011 de Incidentele Aanvullende Uitkering aangevraagd. Deze aanvraag is volledig toegekend en kunnen een bedrag tegemoet zien van € 296.129.
68 – Wet maatschappelijke ondersteuning Activiteit
Overgang functie ‘begeleiding’ van de AWBZ naar de Wmo
Verantwoording / Realisatie 2012
Het nieuwe kabinet is voornemens om de AWBZ-begeleiding per 1-1-2015 te decentraliseren naar de gemeenten door aanpassing van de Wmo. Ook andere onderdelen van de AWBZ zoals de persoonlijke verzorging, worden opgenomen in de Wmo. Duidelijk is dat met deze decentralisatie veel van de gemeente wordt gevraagd.
Middelen
n.v.t.
Activiteit
Uitvoering integraal beleidsplan Wmo/Volksgezondheid (‘De Wolden in beweging’)
Verantwoording / Realisatie 2012
Diverse activiteiten zijn gestart, waarbij de pilot ‘Vraagverheldering’ een speerpunt is. In de pilot werken MEE Drenthe, St. Welzijn De Wolden, CJG en gemeente (Wmo) samen. Vanuit de pilot wordt per 1 januari 2013 gestart met een integrale werkwijze rondom het signaleren, diagnosticeren, ondersteunen en doorverwijzen en terugkoppelen van ondersteuningvragen vanuit de lokale samenleving.
Middelen
n.v.t.
70 – Volksgezondheid Activiteit
Overgang van de Jeugdzorg naar de gemeente (2014-2016)
Verantwoording / Realisatie 2012
In de Drentse pilot Jeugd werken de gemeenten Hoogeveen, Meppel, Westerveld en De Wolden samen in de regio Zuidwest Drenthe. Het visiedocument ‘Als jeugd en toekomst tellen’ en het bijbehorende plan van aanpak zijn door de raad vastgesteld. Inmiddels is een start gemaakt met de opdrachten uit het plan van aanpak. Aan de kernpartners op het terrein van zorg, welzijn en onderwijs zullen wij gedurende het proces input vragen. Hiermee is een start gemaakt in september 2012. Inmiddels is in pilotvorm een start gemaakt met het overhevelen van de toegangstaken van Bureau JeugdZorg Drenthe (BJZ) naar het Centra Jeugd en Gezin en de vorming van één gebiedsteam. Het verder ontwikkelen van het CJG vormt hiervoor de basis.
Middelen
n.v.t.
pagina 36
JAARSTUKKEN 2012
Progr. 9.
Activiteit
Alcoholbeleid
Verantwoording / Realisatie 2012
* In het schooljaar 2009-2010 is gestart met de implementatie van het programma ‘De gezonde school en genotmiddelen’. Bijna alle basisscholen in De Wolden doen hier aan mee. Het programma wordt in het schooljaar 2012-2013 uitgebreid met ouderavonden. * Het ketenbeleid is voortgezet. De Instructie Verantwoord Alcohol schenken (IVA) is onderdeel geworden van de certificering. * In 2013 wordt met de GGD bekeken hoe vervolgmeting kan worden uitgevoerd op de nulmeting. Hierbij wordt zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij bestaande onderzoeken (jeugd- en volwassenmonitor). * Vanuit het CJG wordt jaarlijks een voorlichting over het thema alcohol gehouden. Er wordt gekeken hoe ouders en jongeren beter bereikt kunnen worden. Bijvoorbeeld door aan te sluiten bij algemene thema’s zoals puberteit. * Voorlichting in het ketenbeleid en project Gezonde School wordt gecontinueerd. * De twaalf Drentse gemeenten voeren samen met vijf projectpartners (GGD, Verslavingszorg Noord-Nederland, Politie, Koninklijke Horeca Nederland en Voedsel en Waren Autoriteit) een alcohol matigingsproject uit in de periode 2011-2013. Er is een samenwerkingsovereenkomst getekend met het ministerie BZK en een actieprogramma vastgesteld. * De pilot stimuleringsmaatregel sportkantines heeft twee verenigingsseizoenen gelopen. Er hebben zes sportverenigingen meegedaan. Eén vereniging is tussentijds afgehaakt. * De vroegtijdige signalering van problematisch alcoholgebruik bij volwassenen is onderwerp van het gesprek met de huisartsen.
Middelen
Voor de uitvoering van de nota integraal alcoholbeleid ‘Nuchter en bekeken’ worden de nog niet bestede middelen van € 20.000 overgeheveld naar 2013.
Budgetten 2012 Programma 9 Lasten programma Baten programma Resultaat voor bestemming Toevoeging (-) / onttrekking (+) reserves Resultaat na bestemming
Rekening 2011
Begroting 2012 voor wijz.
Afwijking Begroting Rekening 2012 begroting -/2012 na wijz. rekening
14.723.373
14.573.063
15.205.274
15.566.674
6.837.576
6.038.645
6.400.316
7.141.538
741.222
-7.885.797
-8.534.418
-8.804.958
-8.425.136
379.822
-20.421
-250.000
-21.051
56.175
77.226
-7.906.218
-8.784.418
-8.826.009
-8.368.961
457.048
pagina 37
-361.400
JAARSTUKKEN 2012
1.6.10
Progr. 10.
Programma 10 – Milieu
Wat willen we bereiken? Hoofddoelstelling / Beoogd maatschappelijk effect programma 10: Vermindering van de belasting van het milieu; Adequate inzameling van afvalstoffen en afvalwater tegen aanvaardbare kosten; Het bieden van gelegenheid tot begraven. De gemeente streeft naar duurzame ontwikkeling. Er is aandacht voor het zorgvuldig omgaan met onze leefomgeving en er wordt gekozen voor oplossingen die ook voor de toekomst verantwoord zijn. Het maatschappelijk effect van onze inspanningen moet zijn dat in deze raadsperiode (2010-2014): de gemeente initiatieven op het gebied van alternatieve energievormen stimuleert en faciliteert; de gemeente streeft naar energiebesparing bij gemeentelijke gebouwen, een duurzaam wagenpark (rijden op (groen) gas), een duurzame afvalverwerking door hergebruik van afval, natuurlijk bermbeheer en duurzaam inkopen. Het programma ‘Milieu’ omvat de beleidsproducten: 71 – Afvalinzameling 72 – Riolering 73 – Milieuzorg 74 – Begraven Het programma in beeld:
Doelstellingen beleidsproducten: 71 – Het verminderen van milieudruk door afvalpreventie en -scheiding (recycling). Het voldoen aan de scheidingsdoelstellingen uit het Landelijk Afvalplan. Het inzamelen van aangeboden afvalstoffen uit huishoudens tegen het gewenste serviceniveau en tegen acceptabele kosten voor de huishoudens. 72.0 – Inzamelen en transporteren van afvalwater van zowel huishoudens als bedrijven. Zorgplicht voor de inzameling van het binnen de gemeente vrijkomende afvalwater. Treffen van maatregelen waarmee de uit het rioolstelsel vrijkomende emissie via de riooloverstorten worden beperkt. Beheer en onderhoud van het rioolstelsel op een doelmatige manier vormgeven en uitvoeren. De lasten voor de gebruikers van het stelsel bepalen op een maatschappelijk acceptabel niveau. 73.1 – Toezicht op Wet Milieubeheer bedrijven. De bedrijfsactiviteiten worden zo uitgevoerd dat er gevaar schade en/of hinder voor burgers tot een aanvaardbaar niveau terug wordt gebracht. Door de bedrijfsactiviteiten ontstaat geen onacceptabele milieudruk. 73.2 – De bodemkwaliteit in De Wolden is in 2030 zodanig dat er geen risico’s voor de volksgezondheid en het milieu bestaan. 73.3 – Geluidsbeheer A. Geen nieuwe geluidhindersituaties B. Alle woningen van de raillijst voldoen in 2020 aan de geldende norm voor het binnengeluidsniveau 73.4 – Bedrijfsinterne Milieuzorg. Beheersing en vermindering van de milieu-effecten van de eigen bedrijfsvoering door een planmatige aanpak van de gemeentelijke interne milieuzorg.
pagina 38
JAARSTUKKEN 2012
Progr. 10.
73.5 – Netwerk voor natuur- en Milieu-educatie (NME). Bewustwording en betrokkenheid bij natuur en milieu in de eigen leefomgeving stimuleren onder de inwoners van de gemeente. 74.0 – Het bieden van gedifferentieerd aanbod tot gelegenheid tot begraven.
Het beleid voor dit programma is vastgelegd in de (beleids)nota’s: Toekomstvisie 2005-2020, vastgesteld d.d. 22 december 2005; Politieke Termijnagenda 2010-2014 van de raad, vastgesteld d.d. 11 maart 2010; Collegeprogramma 2010-2014, d.d. 22 april 2010; ‘De tering naar de nering zetten’, eind maart 2010 aangeboden aan de raad; Plan van aanpak afvalpreventie en –scheiding gemeente De Wolden 2004; Milieuplan 2004-2008; Jaarverslag 2004 en programma 2005-2006 van het NME-netwerk De Wolden; Gemeentelijk rioleringsplan; Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen en Uitvoeringsvoorschriften gemeentelijke begraafplaatsen; Wet op de lijkbezorging; Waterplan De Wolden 2008; Kwaliteitsvisie openbare ruimte 2007. 71 - Afvalinzameling Activiteit
Opstellen afvalbeleidsplan 2012 –2016
Verantwoording/ Realisatie 2012
Begin 2013 zal een startnotitie aan de raad worden aangeboden. Hiermee kan de raad richting geven voor het daarna op te stellen afvalbeleidsplan, inclusief een uitvoeringsplan. Het afvalbeleidsplan wordt voor de zomer 2013 aan de raad aangeboden voor vaststelling. De scheidingsdoelstellingen uit het Landelijk AfvalstoffenPlan (LAP) zijn door de gemeente overgenomen als eigen scheidingsdoelstellingen (MilieuAmbitiePlan 2010-2015).
Middelen
Raadsbesluit (Kadernota 2012), € 18.000 beschikbaar voor opstellen plan. De werkzaamheden hebben in 2012 niet plaatsgevonden, vandaar dat het bedrag overgeheveld wordt naar 2013.
73 – Milieuzorg Activiteit
Uitvoeringsprogramma 2012 op basis van het Milieu-ambitieplan 2010-2015
Verantwoording/ Realisatie 2012
Het MilieuUitvoeringsProgramma 2012 is op 29 maart 2012 door de raad vastgesteld. Belangrijke speerpunten dit jaar waren: 1. het opstellen van de CO2-scan en het opstellen van een projectenlijst voor klimaat- en energieprojecten om te komen tot CO2 reductie in de gemeente. 2. Selecteren van maatregelen voor energiebesparing bij gemeentelijke gebouwen. In het milieuverslag MUP 2012 wordt uitgebreid verslag gedaan van de uitvoering van het programma 2012.
Middelen
Raadskrediet € 60.000 CO2 scan en projecten. Raadskrediet € 175.000 energiebesparing gemeentelijke gebouwen.
Activiteit
Subsidieregeling energiebesparing als onderdeel van het milieu-ambitieplan
Verantwoording/ Realisatie 2012
Vanaf 1 april 2012 konden woningeigenaren subsidie aanvragen voor energiebesparende maatregelen (o.a. woningisolatie en PV-zonnepanelen). De regeling was (weer) succesvol, binnen enkele dagen was het budget uitgeput. In het milieuverslag MUP 2012 wordt hier uitgebreid verslag van gedaan. In 2013 wordt de regeling opnieuw opengesteld.
Middelen
Voor energiebesparende maatregelen is € 150.000 beschikbaar gesteld.
74 - Begraven Activiteit
Ontwikkelen van een beleidsnota: uitbreiden of ruimen(Capaciteitsgarantie)
Verantwoording/ Realisatie 2012
In 2012 is gewerkt aan de opstelling van het rapport. Daarnaast in aanvullend Geo-hydrologisch onderzoek opgestart op de begraafplaatsen. In februari 2013 presenteren we de uitkomsten van het rapport aan de raad, waarna deze ter besluitvorming worden aangeboden.
pagina 39
JAARSTUKKEN 2012 Middelen
Voor de opstelling van het rapport is een bedrag van € 10.000 beschikbaar gesteld. Dit wordt uitgevoerd binnen de middelen. De uitvoering van het noodzakelijk geo-hydrologisch onderzoek brengen we eenmalig ten laste van het aanbestedingsvoordeel van € 45.000 op het groenonderhoud.
74 - Begraven Activiteit
Kostendekking
Verantwoording/ Realisatie 2012
De kostendekkendheid in 2012 komt uit op 67%. In 2012 zijn eenmalig kosten ten laste van de exploitatie geboekt in verband met aanvullend hydrolgisch onderzoek voor het rapport ‘Begraafplaatsen De Wolden’ en drainagewerkzaamheden op vak Q in Zuidwolde(totaal € 22.000). Wanneer deze kosten buiten beschouwing blijven is er sprake van een kostendekkendheid van 72%. Tot en met 2013 vinden extra verhoging van tarieven plaats om volledige kostendekking te realiseren. Daarnaast proberen we daar waar mogelijk besparingen te realiseren. Op rekeningbasis blijkt volledige kostendekking niet realiseerbaar. Bij de bespreking van het rapport ‘Begraafplaatsen De Wolden, capaciteitgarantie voor de toekomst’ in maart 2013 wordt hieraan aandacht besteed en brengen we de aspecten en keuzemogelijkheden voor de raad welke hier mee samenhangen in beeld.
Budgetten 2012 Programma 10
Rekening 2011
Begroting 2012 voor wijz.
Afwijking Begroting Rekening 2012 begroting -/2012 na wijz. rekening
Lasten programma
5.211.605
5.535.329
5.514.437
5.326.674
187.763
Baten programma
5.666.759
5.209.940
5.701.492
5.444.264
-257.228
Resultaat voor bestemming
455.154
-325.389
187.055
117.590
-69.465
Toevoeging (-) / onttrekking (+) reserves
-250.000
0
-549.612
-217.388
332.224
Resultaat na bestemming
205.154
-325.389
-362.557
-99.798
262.759
pagina 40
JAARSTUKKEN 2012
1.6.11
Progr. 11.
Programma 11 – Ruimte en Wonen
Wat willen we bereiken? Hoofddoelstelling / Beoogd maatschappelijk effect programma 11: Bevorderen van voldoende huisvesting voor eigen behoefte en behoud van het plattelandskarakter van De Wolden. De gemeentelijke ambitie is het versterken van de leefbaarheid door voldoende ruimte te creëren voor wonen. Het maatschappelijk effect van onze inspanningen moet zijn dat in deze raadsperiode (2010-2014): dat de gemeente een flexibel woningbouwbeleid voert, waarbij aanbod-gerelateerd wordt gebouwd in de grootste kernen. In de kleine kernen wordt zoveel mogelijk gereageerd op de vraag naar woningen, waarbij de vastgestelde dorpsvisies worden betrokken; dat gemeente gaat onderzoeken op welke manier de regelgeving rondom bouwen en wonen kan worden teruggedrongen, zonder dat de ruimtelijke kwaliteit in gevaar komt. Het programma ‘Ruimte en Wonen’ omvat de beleidsproducten: 37 – Monumenten en beeldbepalende panden 81 – Structuur- en bestemmingsplannen 82 – Bouw- en woningtoezicht 83 – Volkshuisvesting 85 – Bouwgrondexploitatie Het programma in beeld:
Doelstellingen beleidsproducten: 37.0 - Behoud van herkenbaarheid van cultuur en historie door instandhouding van karakteristieke panden en/of dorpsgezichten 81.0 - Voorzien in actuele bestemmingsplannen 82.0 - Bevorderen van een goede kwaliteit ten aanzien van sloop- en bouwvergunningen 83.0 - Zorgen voor voldoende huisvesting voor ‘eigen behoefte’ 85.0 - Bevorderen van financieel gezonde bouwexploitatie Het beleid voor dit programma is vastgelegd in de (beleids)nota’s: Toekomstvisie 2005-2020, vastgesteld d.d. 22 december 2005; Politieke Termijnagenda 2010-2014 van de raad, vastgesteld d.d. 11 maart 2010; Collegeprogramma 2010-2014, d.d. 22 april 2010; ‘De tering naar de nering zetten’, eind maart 2010 aangeboden aan de raad; Monumentenverordening 2005; Woonplan De Wolden; Wro (Wet ruimtelijke ordening); Visie ISV-2 2005-2010; Diverse bestemmingsplannen; Nota Grondbeleid 2009; Welstandsnota; Reclamenota; Nota blijvend bos; Nota nieuwe landgoederen; Kadernotitie handhaving 2003; Strategisch plan van plannen en bouwen.
pagina 41
JAARSTUKKEN 2012
Progr. 11.
81 – Structuur- en bestemmingsplannen Activiteit
Actualisatie bestemmingsplannen
Verantwoording / Realisatie 2012
De gemeenteraad heeft in juni ingestemd met de kadernotitie beheersverordeningen voor de kernen Ruinen, de Wijk en Zuidwolde. De beheersverordeningen hebben ter visie gelegen, er is een beperkt aantal reacties ingediend, deze worden verwerkt en de verordeningen worden in februari 2013 aan de raad aangeboden ter vaststelling. De kadernotitie voor de beheersverordening buitengebied is ook door de raad vastgesteld en inmiddels is gestart met het opstellen van de diverse facetbestemmingsplannen en de actualisatie van de plankaart voor het buitengebied. Begin 2013 start een uitgebreid communicatieen inspraaktraject.
Middelen
Raadskrediet € 120.000 voor de actualisatie van 3 bestemmingsplannen Ruinen, de Wijk en Zuidwolde bij Kadernota 2012, als onderdeel van een totaal krediet van € 657.000. Opstellen beheersverordeningen Ruinen, Zuidwolde en de Wijk: Externe kosten (inhuur bureau o.a.) € 8.200 (excl. laatste termijn, totaal ca. € 15.000). Ambtelijke inzet: 1.220 uur.
Activiteit
Landschappelijk Ontwikkelingskader LOK
Verantwoording/ Realisatie 2012
In 2011 is de structuurvisie voor de gemeente De Wolden vastgesteld. In deze structuurvisie is opgenomen dat er een Landschappelijk Ontwikkelingskader (LOK) ontwikkeld dient te worden. Het LOK zal een kader bieden bij ruimtelijke ontwikkelingen in het buitengebied van De Wolden. Daarnaast zal het LOK toetsingscriteria bevatten voor ontwikkelingsmogelijkheden van agrarische bedrijven, vrijkomende agrarische bebouwing, landschappelijk bouwen en het bouwen van extra woningen in het buitengebied in de drie linten Ommerweg, Oshaarscheweg en Wolddijk. Inmiddels is met alle bij dit project betrokken organisaties het LOK opgesteld en op 29 november 2012 door de raad vastgesteld.
Middelen
Externe kosten (inhuur bureau o.a.) € 30.000. Ambtelijke inzet: 400 uur.
Activiteit
Welstandsvrij bouwen
Verantwoording/ Realisatie 2012
Op verzoek van de raad heeft het college een beleid welstandsvrij bouwen voorbereid. In 2012 zijn een startnotitie en een kadernotitie in de raad besproken en vastgesteld. Het voornemen van de raad om De Wolden grotendeels welstandsvrij te maken heeft vervolgens ter inzage gelegen en, met inbreng van het college van de gemeente Boekel, is een informatie-avond gehouden. Het nieuwe welstands(vrije) beleid is op 13 december 2012 ter vaststelling aangeboden aan de raad, met het voorstel om dit per 1 januari 2013 in te voeren.
Middelen
Externe kosten (opstellen beeldkwaliteitsbrochure) € 10.000. Ambtelijke inzet: 450 uur.
Activiteit
Opstellen woonvisie
Verantwoording / Realisatie 2012
De gemeenteraad heeft op 12 juli 2012 het Woonplan 2011-2015 vastgesteld met een daarbij behorend uitvoeringsprogramma. De aangenomen motie is verwerkt in het uitvoeringsprogramma, idem het LOK, particuliere initiatieven, herontwikkelingsopgaven en opgaven van de centrumplannen. Het aangepaste uitvoeringsprogramma wordt begin 2013 toegelicht aan de raad en daarna ter vaststelling aangeboden. Inmiddels houdt een kleine ambtelijke regiegroep zich bezig met de uitvoering van het woonplan. Parallel aan het Woonplan is ook de regionale woonvisie opgesteld. De regionale woonvisie is gebaseerd op een lagere bevolkingsprognose (Bevolkingsprognose XVIII). Deze visie is door het college vastgesteld en de uitgangspunten zijn meegenomen in het uitvoeringsprogramma.
Middelen
Voor opstellen woonvisie is een totaalbedrag van € 90.000 beschikbaar gesteld. Voor de uitvoering van het Uitvoeringsprogramma 2011-2015 resteert er op 31-12-2012 nog een bedrag van € 41.000.
pagina 42
JAARSTUKKEN 2012
Progr. 11.
Budgetten 2012 Programma 11
Rekening 2011
Begroting 2012 voor wijz.
Begroting 2012 na wijz.
Rekening 2012
Afwijking begroting -/rekening
Lasten programma
5.465.254
4.522.726
5.714.241
4.835.490
878.751
Baten programma
2.987.156
2.630.203
3.155.388
2.012.246
-1.143.142
-2.478.098
-1.892.523
-2.558.853
-2.918.292
-359.439
615.084
0
818.191
814.801
-3.390
-1.863.014
-1.892.523
-1.740.662
-2.008.443
-267.781
Resultaat voor bestemming Toevoeging (-) / onttrekking (+) reserves Resultaat na bestemming
pagina 43
JAARSTUKKEN 2012
1.6.12
Progr. 12.
Programma 12 – Financiering- en algemene dekkingsmiddelen
Wat willen we bereiken? Hoofddoelstelling / Beoogd maatschappelijk effect programma 12: Het realiseren van een structureel sluitende begroting in meerjarenperspectief op basis van heldere kaders voor de gemeentelijke uitgaven en inkomsten. Een gezonde financiële positie is de basis voor het toekomstige beleid. Het maatschappelijk effect van onze inspanningen moet zijn dat in deze raadsperiode (2010-2014): - de administratie en de planning- en controlcyclus op orde blijft; - ambities worden afgestemd op de financiële mogelijkheden; - alleen tot structurele uitgaven wordt besloten als er structurele dekking is; - gezorgd wordt voor een solide financieel beleid, waarbij belastingen niet onnodig worden verhoogd en reserves goed worden ingezet. Het programma ‘Financiering- en algemene dekkingsmiddelen’ omvat de beleidsproducten: 90 – Beleggingen 91 – Uitvoering Wet Onroerende Zaken 92 – Algemene uitkeringen 93 – Algemene lasten en baten 95 – Onroerende zaakbelastingen 96 – Belasting op toeristen 98 – Heffing en invordering gemeentelijke belastingen Het programma in beeld:
Doelstellingen beleidsproducten: 90.0 – Het zo optimaal mogelijk inzetten van financiële middelen waarbij wordt voldaan aan de bepalingen van het door de raad vastgestelde treasurystatuut 91.0 – Het voldoen aan het gestelde in de Wet WOZ en het jaarlijks tijdig, kwalitatief juiste gegevens beschikbaar hebben en beschikbaar stellen voor de belastingheffing van het rijk, de waterschappen en de gemeente 92.0 – Het inzetten van de via algemene uitkering verkregen rijksmiddelen uit het Gemeentefonds 93.0 – Het voldoen aan de door de raad vastgestelde financiële spelregels zoals verwoord bij de opzet van de nieuwe jaarplancyclus 93.1 – Het actueel houden van de verschillende beheersprogramma’s die gevolgen hebben voor de jaarlijkse exploitatielasten 93.2 – Het up-to-date houden van de bouwgrondexploitatie en nota reserves en voorzieningen 93.3 – Het regelmatig houden van een financiële risicoanalyse 93.4 – Uitvoering geven aan de opdracht ‘budget is budget’ en alleen uitzetting indien onvoorzien en onvermijdelijk 95.0 – Het opleggen en invorderen van aanslagen OZB teneinde de eigen, begrote inkomstenstroom te realiseren 96.0 – Het opleggen en invorderen van aanslagen op toeristen als bijdrage in de kosten gemaakt voor het toerisme 98.0 – Het voeren van een degelijk beleid met betrekking tot de gemeentelijke inkomsten, waaronder leges, belastingen en rechten
pagina 44
JAARSTUKKEN 2012
Progr. 12.
Het beleid voor dit programma is vastgelegd in de (beleids)nota’s: Toekomstvisie 2005-2020, vastgesteld d.d. 22 december 2005; Politieke Termijnagenda 2010-2014 van de raad, vastgesteld d.d. 11 maart 2010; Collegeprogramma 2010-2014, d.d. 22 april 2010; ‘De tering naar de nering zetten’, eind maart 2010 aangeboden aan de raad; Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido); Nota reserves en voorzieningen; Wet waardering onroerende zaken; Financiële verhoudingswet; Treasurystatuut; Gemeentewet en beleidskader financieel toezicht op gemeenten van de provincie; Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten; Woningfinancieringsregeling ambtenaren 1998; Gemeentelijke verordening onroerende-zaakbelastingen 2012, forensenbelasting 2012 en toeristenbelasting 2012; Leidraad invordering gemeentelijke belastingen. 93 – Algemene lasten en baten Activiteit
Het beschikbaar hebben of verkrijgen van financiële middelen op basis van de Toekomstvisie 2005-2020 om de in het collegeprogramma 2010-2014 verwoorde ambities te kunnen verwezenlijken.
Verantwoording / Realisatie 2012
Het in gang gezette traject van bezuinigingen en ombuigingen zal voldoende middelen (moeten) opleveren voor een sluitende begroting en voor de realisatie van de ambities van het collegeprogramma. Het streven naar een goede balans tussen beschikbare middelen enerzijds en de vastgestelde ambities anderzijds heeft doorlopend de aandacht van zowel het college als de raad.
Ken- en stuurgetallen
GEGEVENS OP BASIS JAARREKENINGEN
1-1-2009
1-1-2010
1-1-2011
1-1-2012
€ 42.028
€ 50.911
€ 50.456
€ 49.751
23.546
23.580
23.620
23.760
Eigen vermogen per inwoner
€ 1.785
€ 2.159
€ 2.136
€ 2.094
Langlopende leningen (x € 1.000)
€ 13.577
€ 12.759
€ 11.985
€ 11.211
Schuld per inwoner lang geld
€
€
€
€
Eigen vermogen (x € 1.000) per Aantal inwoners per
Solvabiliteitsratio I (verhouding tussen eigen vermogen en vreemd vermogen) Totaal vermogen Solvabiliteitsratio II (verhouding tussen eigen vermogen en totaal vermogen) Totaal omzet (x € 1.000 o.b.v. gecorrigeerde begrotingscijfers) Schuld om percentage van de omzet Middelen
577
541
507
472
310%
400%
421%
443%
€ 63.576
€ 63.576
€ 71.989
€ 70.972
76%
80%
70%
70%
€ 55.507
€ 54.548
€ 45.270
€ 44.645
24%
23%
26%
25%
n.v.t.
93 – Algemene lasten en baten Activiteit
Voortgang bezuinigings- en ombuigingsmaatregelen 2012 en volgende jaren
Verantwoording / Realisatie 2012
In een bezuinigingsmatrix wordt de voortgang over de bezuinigingen weergegeven en per de eerste van de maand geactualiseerd. Deze bezuinigingen zijn door de raad op 10 november 2011 vastgesteld. De matrix is te vinden op intranet “Thema’s/Dossiers” bezuinigingen. De raad is voorts geïnformeerd via de raadsapp en nog eens afzonderlijk bij de kadernota en decemberrapportage van 2012.
Middelen
Het voor 2012 door de raad vastgestelde totale bezuinigingsbedrag is bepaald op € 496.176 en is in zijn volle omvang gerealiseerd.
pagina 45
JAARSTUKKEN 2012
Progr. 12.
93 – Algemene lasten en baten Activiteit
Saldo stelpost nieuw beleid collegeprogramma
Verantwoording / Realisatie 2012
Het betreft hier de € 700.000 die op grond van besluitvorming van de Kadernota 2012 ingaande 2014 in de meerjarenbegroting is opgenomen. Genoemde stelpost is bedoeld om jaarlijks middelen te storten in de ‘Reserve investeringsprojecten’ waarmee vervolgens vanaf 2014 investeringen financieel worden gedekt.
Middelen
Bij de begrotingsbehandeling d.d. 8 november 2012 is door de raad besloten de rente- en afschrijvingslasten van het project “Hard gras’ van jaarlijks € 200.800 ingaande 2014 te dekken ten laste van de genoemde stelpost van € 700.000.
93 – Algemene lasten en baten Activiteit
Incidenteel frictiebudget i.v.m. knelpunten realisatie bezuinigingen
Verantwoording / Realisatie 2012
Op 21 juni 2012 is door de raad besloten in 2013 een bedrag van € 300.000 te oormerken als frictiebudget realisatie bezuinigingen. Dit bedrag is geparkeerd binnen de reserve investeringsprojecten. Hiervan zijn ultimo 2012 nog geen bedragen afgeboekt. Het geoormerkte bedrag heeft betrekking op de volgende punten: - € 250.000 wegens frictiekosten i.v.m. de ombouw van het openbaar groen. Verwacht wordt dat in 2013 en 2014 elk € 100.000 benodigd is, terwijl in 2015 nog gerekend wordt met een bedrag van € 50.000; - € 50.000 wegens frictiekosten i.v.m. de realisatie van de bezuiniging op de subsidie aan de Stichting Welzijn De Wolden. De kosten van het inzichtelijk maken van de bezuinigingsmogelijkheden zijn begroot op € 50.000.
Middelen
Er is 31 december 2012 € 300.000 geoormerkt en nog beschikbaar binnen de ‘Reserve investeringsprojecten’.
Budgetten 2012 Programma 12
Rekening 2011
Begroting 2012 voor wijz.
Begroting 2012 na wijz.
Rekening 2012
Afwijking rekening/ begroting
Lasten programma
3.011.218
1.552.624
2.741.817
3.146.728
-404.911
Baten programma
1.245.153
255.560
641.983
764.315
122.332
-1.766.065
-1.297.064
-2.099.834
-2.382.413
-282.579
-361.535
-110.000
1.509.286
1.289.364
-219.922
-2.127.600
-1.407.064
-590.548
-1.093.049
-502.501
28.272.964
28.187.084
28.214.649
-95.047
294.966
Resultaat voor bestemming Toevoeging (-) / onttrekking (+) reserves Totaal lasten/baten
Algemene dekkingsmiddelen
29.369.319
Onvoorziene uitgaven
pagina 46
27.565 294.966
JAARSTUKKEN 2012
1.6.13
(Hulp)kostenplaatsen
(Hulp) Kostenplaatsen (interne kostenplaatsen bedrijfsvoering)
Incidentele formatieve capaciteit Mid-Office Activiteit
Incidentele formatieve capaciteit Mid-Office
Verantwoording/ Realisatie 2012
De incidentele formatie mid-office is ingezet om de projecten in het kader van dienstverlening te realiseren. Hierbij valt te denken aan Decos, web-site (digitale formulieren), papierloos vergaderen en digitale besluitvorming voor college en raad. Zie activiteiten in programma 2.
Middelen
Realisatie binnen het beschikbaar gestelde budget.
Organisatie- en proceskosten organisatiebrede visie dienstverlening (2010 t/m 2015) Activiteit
Organisatie- en proceskosten organisatiebrede visie dienstverlening (2010 t/m 2015)
Verantwoording/ Realisatie 2012
Zoals in de visie dienstverlening en het bijbehorende realisatieplan is aangegeven vraagt de implementatie om extra organisatie en proceskosten. Zo vinden activiteiten in het kader van vergunningverlening (WABO), mediation en levencyclus gebouwen plaats. Zie activiteiten in Programma 2.
Middelen
Realisatie binnen het beschikbaar gestelde budget.
Incidentele meerkosten GEO-abonnementen Activiteit
Incidentele meerkosten GEO-abonnementen
Verantwoording/ Realisatie 2012
Gemeenten hebben zich in 2011 teruggetrokken uit de landelijke aanbesteding voor de vervaardiging van panorama- en luchtfotobeelden. In 2012 en 2013 dienen gemeenten deze beelden zelf aan te schaffen. De panoramabeelden zijn geleverd in juli en de luchtfoto’s met een vertraging in november.
Middelen
Realisatie binnen het beschikbaar gestelde budget.
Structurele meerkosten software intranet en GIS Activiteit
Structurele meerkosten software intranet en GIS
Verantwoording/ Realisatie 2012
Intranet is geïmplementeerd. In de 2e helft van 2012 is de GEOviewer op ons Citrix-systeem geïnstalleerd en hebben ca. 70 medewerkers in meerdere bijeenkomsten met de applicatie kennisgemaakt. Zij hebben hierdoor toegang gekregen tot een schat aan integraal te raadplegen plaatsgebonden (geo)informatie.
Middelen
Dit zijn de structurele kosten die bij de implementatie van intranet en GIS naar voren komen. Deze kosten worden dus jaarlijks gemaakt.
Structurele kosten bijhouding Basisregistraties Activiteit
Structurele kosten bijhouding Basisregistraties
Verantwoording/ Realisatie 2012
De luchtfoto’s 2012 zijn in augustus geleverd en door de slechte kwaliteit niet geaccepteerd. Eind november zijn kwalitatief betere luchtfoto’s geleverd die onlangs wel geaccepteerd zijn. Door de onzekere en vertraagde levering is de start van de bijhouding van de pandcontouren in de BAG verschoven naar begin 2013.
Middelen
Dit zijn de structurele kosten die bij de implementatie van intranet en GIS naar voren komen. Deze kosten worden dus jaarlijks gemaakt.
Implementatie duurzaam inkopen, opstarten en opstellen plan van aanpak 2012 Activiteit
Implementatie duurzaam inkopen, opstarten en opstellen plan van aanpak 2012
Verantwoording/ Realisatie 2012
In 2012 heeft de werkgroep zich diverse malen gebogen over actuele thema’s nl: 1. het concretiseren van duurzaam inkopen aan de hand van duidelijke doelen; 2. het vormgeven en professionaliseren van de inkoopfunctie (o.a. met behulp van de door de
pagina 47
JAARSTUKKEN 2012 VNG onlangs gepresenteerde modellen); 3. het mede vorm geven van de uitgangspunten van social return in het inkoop- en aanbestedingsbeleid. Gezocht is naar een projectleider die deze thema’s voldoende weet te borgen binnen het inkoopproces van de organisatie. Naar verwachting zal begin 2013 door samenwerking met de gemeente Hoogeveen deze borging vorm krijgen. Gezien de diversiteit in het inkoopproces heeft de werkgroep er voor gekozen de inkoopfunctie decentraal te houden. Er wordt naar toegewerkt om in 2015 100% duurzaam in te kopen. Middelen
In 2013 moet voor dit proces nog een bedrag beschikbaar worden gesteld.
Gemeentelijke gebouwen Activiteit
Valbeveiliging gemeentelijke gebouwen
Verantwoording/ Realisatie 2012
In 2012 zijn de werkzaamheden voor het aanbrengen van valbeveiliging bij 20 gemeentelijke gebouwen voorbereid en aanbesteed. De realisatie vindt in 2013 plaats.
Middelen
In totaal is een krediet van € 81.000 beschikbaar gesteld.
Activiteit
Energiebesparing gemeentelijke gebouwen, energiezuinige gemeentelijke gebouwen
Verantwoording/ Realisatie 2012
Er is opdracht gegeven om in de sporthallen de verlichting te vervangen door energiezuinige armaturen en lampen. Bovendien worden er bewegingsmelders geplaatst om de verlichtingsduur te beperken en verwarmingsleidingen worden beter geïsoleerd. Er vindt een onderzoek plaats bij een aantal gemeentelijke gebouwen naar de mogelijkheid voor het inzetten van duurzame energie. Hierbij wordt gedacht aan het plaatsen van zonnepanelen voor het opwekken van elektriciteit en zonneboilers voor de warmwatervoorziening. De realisatie vindt in 2013 plaats.
Middelen
In 2013 (begr.wijz. 6) is een krediet van € 175.000 beschikbaar gesteld.
Openbare werken Activiteit
Doorontwikkeling WoldWerk
Verantwoording/ Realisatie 2012
Het onderzoeksrapport ‘WoldWerk; de volgende stappen…’ is in 2012 opgesteld. Besloten is om een nadere uitwerking in de vorm van een businessplan op te stellen. Het businessplan zal uit drie delen bestaan. Het eerste deel betreft het afhechten en afmaken van de ontwikkeling van WoldWerk zoals enkele jaren geleden is ingezet. Het gaat er om de puntjes op de i te zetten. In het tweede deel van het plan wordt, in het geval van interne verzelfstandiging, de doorontwikkeling beschreven van een WoldWerk als ware het een apart ‘bedrijf’ binnen de gemeente. Het derde deel van het businessplan gaat over samenwerking.
Middelen
Het uitgevoerde onderzoek is financieel afgewikkeld in 2012. Bij de beschikbaarstelling van het krediet (€ 25.000) is geen rekening gehouden met de daarna aangevraagde en toegezegde subsidie. De subsidie-toezegging is afgerekend. De nog resterende gelden worden aangewend in 2013 ondermeer voor de uitwerking van het businessplan.
Tractie openbare werken Activiteit
Vervangingen tractieplan openbare werken
Verantwoording/ Realisatie 2012
De vervanging van de Open Combo, VW LT46 en de VW Syncro, alsmede de daarbij behorende ROM Rioolspuit is afgerond (jaarschijf 2011). De vervanging van de trekker met maaiarm en de frontklepelmaaier is eveneens afgerond (jaarschijf 2012). De vervanging van de Scania met kraan (jaarschijf 2011) is doorgeschoven naar 2013. De vervanging van de Opel Vivaro (servicebus) (jaarschijf 2012) is doorgeschoven naar 2013.
Middelen
Alle gedane investeringen zijn in 2012 ook financieel afgewikkeld.
pagina 48
JAARSTUKKEN 2012
1.7 1.7.1
PARAGRAFEN Lokale heffingen
Inleiding De gemeentelijke belastingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van de gemeente. De onroerende-zaakbelastingen (OZB), toeristen- en forensenbelasting zijn lokale heffingen die als algemeen dekkingsmiddel aangemerkt kunnen worden. Daarnaast zijn er nog heffingen die niet tot de algemene dekkingsmiddelen horen, maar wel in deze paragraaf betrokken zijn. Hierbij valt te denken aan de afvalstoffenheffing en de rioolheffing maar ook de gemeentelijke leges waartegenover een direct aanwijsbare tegenprestatie staat. Privaatrechtelijke bedragen zoals prijzen van zwembaden en sportaccommodaties e.d. komen niet in het overzicht aan de orde. In 2012 was bijna 18% van de inkomsten van de gemeente De Wolden afkomstig uit lokale heffingen (belastingen en rechten). Deze lokale heffingen zijn opgebracht door burgers, bedrijven en recreanten. Deze paragraaf geeft een overzicht van de diverse lokale heffingen en belastingen op hoofdlijnen. Hiermee ontstaat inzicht in de lokale lastendruk, wat van belang is voor de integrale afweging tussen enerzijds beleid en anderzijds inkomsten. Ook wordt weergegeven welk beleid de gemeente heeft gevoerd ten aanzien van de lokale heffingen en welke landelijke ontwikkelingen (rijksbeleid) daarbij van invloed waren. Op basis van het collegeprogramma 2010-2014 hanteren we de volgende uitgangspunten: • Wij gaan terughoudend om met verhoging van de onroerende-zaakbelasting; Bijstelling op basis van de inflatiecorrectie is het uitgangspunt. Als verhoging van de OZB nodig is (handhaving voorzieningenniveau) dan maken we de consequenties voor de woonlasten inzichtelijk; • Tarieven en verhoging van tarieven worden goed gemotiveerd en zijn transparant; • Wij streven er naar rechten (leges, afvalstoffenheffing en rioolheffing) zoveel mogelijk kostendekkend te houden/maken.
Ontwikkelingen Hertaxatie Wet waardering onroerende zaken In 2012 zijn WOZ waarden, voor een periode van 1 jaar, vastgesteld op basis van de plaatsgevonden hertaxatie naar het prijspeil op 1 januari 2011. De beschikkingen 2012 hebben we binnen de wettelijke termijn verstuurd. Het aantal ingediende bezwaren kwam uit op 2,1%. Dit percentage ligt onder het landelijk gemiddelde (2,45%). De bezwaren zijn voor het eind van het jaar afgehandeld. In 2012 hebben opnieuw hertaxaties plaats gevonden van alle objecten in de gemeente naar het prijspeil op 1 januari 2012. De taxaties werden in eigen beheer uitgevoerd. Landelijke ontwikkelingen De Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken introduceert in artikel 228a van de Gemeentewet een nieuwe rioolheffing. Deze rioolheffing komt in plaats van het rioolrecht. Ingaande 2010 is overgegaan naar de nieuwe rioolheffing. Overzicht van de lokale heffingen Onderstaande tabel geeft weer welke opbrengsten uit lokale heffingen zijn begroot (inclusief eventuele begrotingswijzigingen) en welke opbrengsten werkelijk zijn verkregen in 2012. Begroting 2012 (na wijziging)
Belastingen en heffingen
Werkelijk 2012
Onroerende zaakbelasting
€
3.159.645
€
3.165.864
Afvalstoffenheffing
€
2.014.477
€
2.013.115
Rioolheffing
€
2.391.418
€
2.396.652
Bouwleges
€
652.485
€
654.203
Secretarieleges
€
288.302
€
293.050
Leges bestemmingsplannen
€
32.960
€
22.638
pagina 49
JAARSTUKKEN 2012 Begroting 2012 (na wijziging)
Werkelijk 2012
Leges bouw- en woningtoezicht handhaving
€
5.000
€
138-
Leges milieubeheer
€
3.090
€
3.202
Leges monumentenvergunning
€
1.030
Belastingen en heffingen
Overige Leges VROM (volkshuisvesting)
€
-
€
982 6.003
Leges vergunningen o.a. drank en horeca
€
5.417
€
Leges Brandweer
€
1.855
€
782
Leges OW
€
3.946
€
9.465
Toeristenbelasting
€
289.550
€
293.538
Forensenbelasting
€
130.958
€
130.011
Graf- en begraafrechten
€
279.416
€
223.848
Totaal belastinginkomsten
€
9.259.549
€
9.213.215
De procentuele verdeling van de werkelijke opbrengsten per soort belasting/heffing in 2012 is in onderstaande grafiek weergegeven. Onroerende-zaakbelastingen 2010 % WOZ waarde
2011 % WOZ waarde
2012 % WOZ waarde
Zakelijk gerechtigden(woningen)
0,0844
0,0872
0,0910
Zakelijk gerechtigden niet-woningen
0,0844
0,0872
0,1016
Gebruikers niet-woningen
0,0668
0,069
0,0815
Totaal
0,1512
0,1562
0,1562
OZB tarieven
In de begroting is uitgegaan van een stijging van de OZB-opbrengst met 2,5% (1,5% indexering en 1% autonome groei). Daarnaast is een extra opbrengst ingeboekt van € 83.750 uit de OZB voor niet-woningen. Besloten is deze tarieven gefaseerd te verhogen (2012-2015). Het voorstel gaat uit van een te realiseren meeropbrengst van € 335.000 in 2015 (naast de jaarlijkse indexering). In 2012 werden de nieuwe getaxeerde waarden in het kader van de Wet waardering onroerende zaken naar het prijspeil op 1-1-2011 van kracht voor de belastingheffing in 2012. Hertaxatie heeft uitgewezen dat er sprake was van een lichte gemiddelde waardedaling van onroerende zaken (1-1-2011), ten opzichte van 1-1-2010 (-2,% woningen, –0,5% niet-woningen). In het onderstaande overzicht zijn de heffingspercentage OZB en gemiddelde WOZ waarden 2012 voor woningen per Drentse gemeente opgenomen. Bron van de aan de tabel ten grondslag liggende gegevens is een onder de Drentse gemeenten gehouden onderzoek door het Regionaal Belastingoverleg Drentse gemeenten. De hoogte van de tarieven is naast het voorzieningenniveau van gemeenten ook afhankelijk van de waarde van woningen (de markt). De gemiddelde WOZ-waarde van woningen in de gemeenten De Wolden is het hoogste van Drenthe. Gemeente
Heffingspercentage 2011 woning
Heffingspercentage 2011 bedrijven
Gemiddelde WOZ-waarde woningen
Borger-Odoorn
0,16250%
0,28020%
197.000
Assen
0,12690%
0,49680%
181.000
Emmen
0,17660%
0,48270%
174.000
Meppel
0,10900%
0,40300%
205.000
Hoogeveen
0,12200%
0,35200%
179.400
Midden Drenthe
0,09430%
0,29540%
211.000
Coevorden
0,14010%
0,25690%
198.000
Noordenveld
0,09210%
0,22428%
218.000
Aa en Hunze
0,08640%
0,22260%
238.000
De Wolden
0,09100%
0,18310%
266.000
Tynaarlo
0,08420%
0,17680%
238.920
Westerveld
0,08200%
0,14310%
258.500
pagina 50
JAARSTUKKEN 2012
Onroerende-zaakbelasting 2012 per huishouden Drenthe 350,00 300,00 250,00 200,00 150,00 100,00 50,00
T yn a ar N lo o o rd e M n id ve d ld e n D re n th e
M e p p H el o o g ev ee n W es te rv e A ld a e n H u n ze
A ss e n
E m m e C n oe vo rd en D e W o ld e n
B or g er -O d oo rn
0,00
Afvalstoffenheffing Tarieven
2009
2010
2011
2012
Eenpersoonshuishoudingen
€
178,08
€
171,00
€
173,52
€
165,96
Meerpersoonshuishoudingen
€
226,08
€
216,96
€
220,20
€
210,60
Uitgangspunt is dat de huisvuilinzameling kostendekkend is. In 2012 was het beoogde dekkingspercentage 100. Dit naar aanleiding van een besluit van de raad uit 2006 om de egalisatievoorziening afvalstoffenheffing af te bouwen. De afvalstoffenheffing wordt berekend op basis van de begrotingscijfers. Gelet op de hoge prijs voor oud papier en lage inzamelkosten door een nieuw inzamelcontact zijn de tarieven met 4,38% verlaagd. De kosten van afvalinzameling zijn in 2012 gedekt uit de opbrengsten. Ter bepaling van de kostendekkendheid van de reiniging is een extracomptabele becijfering noodzakelijk. Rekening moet worden gehouden met de compensabele btw en het bedrag aan kwijtscheldingen reinigingsheffingen. Het meenemen van de compensabele btw als kostenpost is conform het gestelde in artikel 10 van de Wet op het BTW-compensatiefonds en artikel 229b van de Gemeentewet. Overzicht kostendekkendheid reiniging 2012 Prim. Begroting Lasten: Exploitatielasten minus overige inkomsten Compensabele btw Kwijtscheldingen (programma 9 minimabeleid) Baten: reinigingsheffingen Onder c.q. overdekking Dekkingspercentage
€ € -
1.814.000 309.000 46.000 2.169.000 2.123.000
€ € -
1.597.000 312.000 53.000 1.962.000 2.013.000
-/- €
46.000
+€
51.000
98%
pagina 51
Rekening
102%
JAARSTUKKEN 2012 In vergelijking met de primitieve begroting is de afwijking van de kostendekkendheid met name ontstaan door een hogere incidentele vergoeding voor inzameling verpakkingsmaterialen en oud papier, alsmede door een lagere doorbelasting van uren Woldwerk. In de volgende grafiek zijn de tarieven 2012 van Drentse gemeenten opgenomen.
Afvalstoffenheffing 2012 per huishouden Drenthe 310,00 290,00 270,00 250,00 230,00 210,00 190,00 170,00
Em m C en oe vo rd H en oo ge ve A a en en H un W ze es te rv el d M ep pe l A ss en Ty na N ar oo lo rd M e id nv d en el d -D re nt h D e e W B ol or d g en er -O do or n
150,00
Van de 12 Drentse gemeenten hanteren 10 gemeenten een afvalstoffenheffing op basis van het solidariteitsprincipe. De andere 2 gemeenten (Tynaarlo en Borger-Odoorn) hanteren een systeem van tariefdifferentiatie. In de grafiek hebben we de afvalstoffenheffingen in Drenthe (tarief Meerpersoonshuishouden) met elkaar vergeleken. Het gemiddelde tarief in Drenthe bedraagt in 2012 € 245,16. De gemeente De Wolden hoort bij de gemeenten met het laagste tarief (€ 210,60). Rioolheffing Regelgeving: in De Wolden is reeds rekening gehouden met de nieuw regelgeving; middelen zijn gereserveerd voor onderzoeksinspanningen naar grondwateroverlast en de klimaatveranderingen. Andere gemeenten moeten dit de komende jaren waarschijnlijk nog gaan doen. Niveau: de rioleringszorg in De Wolden is voor plattelandsgemeenten op een adequaat peil. Alle panden zijn voorzien van een gemeentelijke voorziening voor huishoudelijk afvalwater, doordat zij zijn aangesloten op de riolering of op een IBA (individuele behandeling van afvalwater). Ook zijn afrondende maatregelen voor het beperken van de overstortemissie en vervangingsinvesteringen in uitvoering. De voor de uitvoering benodigde middelen zijn verwerkt in het tarief. Exploitatielasten: de uitgestrektheid van de gemeente heeft invloed op de exploitatielasten. Relatief lange rioolleidingen met veel pompen zijn nodig om de woningen te kunnen ontsluiten. De exploitatie van riolering in een meer stedelijk gebied is per saldo voordeliger hetgeen in de tarieven in Drenthe tot uitdrukking komt. Rioolheffing Tarieven
2009
2010
2011
2012
Eenpersoonshuishoudingen
€
182,88
€
188,40
€
194,04
€
197,88
Meerpersoonshuishoudingen
€
203,04
€
209,04
€
215,28
€
219,60
pagina 52
JAARSTUKKEN 2012 In de volgende grafiek zijn de tarieven 2012 van Drentse gemeenten opgenomen. Voor de riolering is ter bepaling van de kostendekkendheid, i.v.m. de compensabele btw en het bedrag aan kwijtscheldingen, ook een extracomptabele becijfering noodzakelijk. Overzicht kostendekkendheid riolering 2012 Prim. Begroting Lasten: Exploitatielasten minus overige inkomsten Kapitaallasten Compensabele btw exploitatie Compensabele btw investeringen Kwijtscheldingen (programma 9 minimabeleid)
€ € -
Baten: rioolrechten Overdekking
1.149.000 967.000 112.000 115.000 41.000 2.384.000 2.386.000
+ €
Dekkingspercentage
Rekening € € -
965.000 882.000 119.000 82.000 58.000 2.106.000 2.397.000
2.000 + €
291.000
100%
114%
Het positieve verschil is overwegend van incidentele aard. Dit geldt met name voor de elektriciteitskosten voor een bedrag van € 52.000 (verrekeningen van voorgaande jaren met het Waterschap) en de kapitaallasten i.v.m. latere uitvoering van de geplande rioleringsinvesteringen voor een bedrag van € 120.000. Verder zijn er minder uren doorberekend vanuit Woldwerk. In de volgende grafiek zijn de tarieven 2012 van Drentse gemeenten opgenomen.
Rioolheffing 2012 per huishouden Drenthe 300,00 250,00 200,00 150,00 100,00
Em m H en oo ge ve en
M ep pe C oe l vo rd en
A ss en
W es t
er ve N oo ld rd M en id de ve nld D re nt h D e e W ol de n Ty na A ar a lo en H B un or g ze er -O do or n
50,00
De verschillen in de tariefstelling worden veroorzaakt door de mate waarin rekening is gehouden met nieuwe regelgeving, het niveau van de rioleringszorg, de exploitatiekosten en het aantal aansluitingen. In de grafiek hebben we de rioolheffingen in Drenthe (tarief meerpersoonshuishouden) met elkaar vergeleken. Het gemiddelde tarief in Drenthe bedraagt in 2012 € 197,38. De gemeente De Wolden hoort bij de gemeenten met het laagste tarief (€ 219,60). Kwijtschelding gemeentelijke belastingen Gemeenten kunnen, met inachtneming van de Invorderingswet 1990, kwijtschelding verlenen van gemeentelijke heffingen. Gemeenten beslissen zelf of, en zo ja, voor welke heffingen belastingplichtigen kwijtschelding kunnen krijgen. Gemeenten zijn gebonden aan de landelijke Uitvoeringsregeling. Alleen ten aanzien van het bestaansminimum hebben gemeenten de mogelijkheid om af te wijken van de regeling.
pagina 53
JAARSTUKKEN 2012 De rijksregeling gaat uit van 90% van de bijstandsnorm. In onze gemeente is gekozen om 100% van de bijstandsnorm als bestaansminimum te hanteren. Bij de tariefstelling is rekening gehouden met de te verlenen kwijtschelding. Kwijtschelding is mogelijk van de afvalstoffenheffing en het rioolrecht. Met de kwijtscheldingverlening zijn de volgende aantallen en bedragen gemoeid. Belasting/recht
2009
2010
2011
2012
Afvalstoffenheffing
€ 31.822
€ 36.067
€ 37.376
€ 46.457
Rioolrecht
€ 29.772
€ 37.117
€ 38.943
€ 51.518
€ 61.594
€ 73.184
€ 76.319
€ 97.975
199
213
245
269
Totalen Aantal aanvragen
Bouwleges Overzicht opbrengst bouwleges en aantal verleende bouwvergunningen 2003 t/m 2012. Jaartal
Opbrengst bouwleges
Aantal vergunningen
2003
305.046
429
2004
462.435
561
2005
322.897
438
2006
331.125
368
2007
704.127
485
2008
788.055
458
2009
562.750
363
2010
612.700
287
2011
857.400
218
2012
654.200
250
Begraafrechten Door een jaarlijkse extra verhoging van de rechten met 3,5% tot 2013 streven we naar volledige kostendekking. Het percentage kostendekking is in 2012 begroot op ca. 96%. Bij de Tussentijdse Rapportage is dit percentage bijgesteld naar 80%. Dit gelet op de stand van de opbrengsten op dat moment. Uitgaande van de cijfers van de jaarrekening komt het werkelijk percentage neer op 66%. Dit als gevolg van minder aankopen dan geraamd.
Begraafplaats
Prognose Werkelijk aankoop graf aankoop graf
Prognose aankoop nis
Werkelijk aankoop nis
Prognose aankoop urnengraf
Werkelijk aankoop urnengraf
Zuidwolde
65
35
10
12
2
5
Ruinen
15
7
6
4
1
1
de Wijk
15
4
2
4
1
1
Ruinerwold
12
2
2
3
1
1
Echten
1
0
0
0
0
1
Totaal
85
48
19
23
5
9
Begraafplaats
Aantal begrafenissen
Aantal bijzettingen/verstr.
Zuidwolde
38
21
Ruinen
13
11
de Wijk
10
8
9
9
Ruinerwold Echten
0
2
Totaal
70
51
pagina 54
JAARSTUKKEN 2012
Secretarieleges De opbrengst secretarieleges 2012 is als volgt opgebouwd. Leges
Begroting 2012 (na wijz.) €
Rijbewijs Paspoort/ID-kaart
Werkelijk 2012 €
86.534
54.766
124.630
155.569
Gehandicapten parkeerkaart
3.375
4.000
Uittreksel GBA
5.616
4.743
Verklaring omtrent gedrag
4.738
4.094
Persoonsregistratie en info.voorziening
8.240
7.421
Administratie
16.507
16.507
Huwelijken
34.095
40.699
Naturalisatie
1.432
2.989
Adresaanduiding
2.620
2.015
Kadastrale informatie Totaal legesinkomsten
515
247
288.302
293.050
Productieaantallen 2012 Werkelijk aantal 2010
Werkelijk aantal 2011
Begroot 2012
Werkelijk aantal 2012
Huwelijksvoltrekkingen
87
84
90
94
Geregistreerd Partnerschap
10
12
20
15
Product Burgerlijke Stand
Geboorteaangiften
62
56
70
52
Overlijdensaangiften
129
128
110
147
Burgerlijke stand, uittreksel
268
248
270
379
Naturalisatieverzoeken
4
16
10
7
Optieverzoeken
0
2
0
1
1.738
1.856
1.800
2.214
Reisdocumenten Paspoort gewoon Spoedlevering paspoort Nik gewoon Spoedlevering Nik
36
47
40
22
2.283
2.066
2.300
1.777
21
20
20
16
Nik jeugd
768
1.871
800
373
Kinderbijschrijving
768
28
0
2
9
0
0
0
810
678
800
601
21
25
20
0
170
144
140
110
Kindersticker Persoonsregistratie Uittreksel GBA Waarmerken Archiefonderzoek
pagina 55
JAARSTUKKEN 2012
Werkelijk aantal 2010
Werkelijk aantal 2011
Begroot 2012
Werkelijk aantal 2012
2.885
2.544
3.000
1.708
Spoedlevering rijbewijs
109
120
110
76
Eigen verklaring
655
697
650
434
Kadastraal uittreksel
15
130
125
3
Kadastraal/hypothecair bericht eigendom
40
30
20
1
121
113
52
119
97
98
100
105
450
670
600
549
Product Rijbewijzen/eigen verklaringen Rijbewijs
Kadastrale informatie
Huisnummering Afgegeven beschikkingen Gehandicapten parkeerkaart Gehandicaptenparkeerkaart (GPK, Invalidenparkeerkaart)
Verklaring omtrent het gedrag Verklaring omtrent het gedrag
Woonlasten 2012 De Wolden in vergelijk met gemeenten in de regio (bron Coelo) Soorten woonlasten Woonlasten zijn er in soorten en maten. Om te beginnen is er natuurlijk de woning zelf. Die kan met eigen geld zijn gefinancierd, of, zoals meestal, met een hypothecaire lening. Ongeveer de helft van de woonlasten bestaat uit hypotheeklasten. Uitgegaan is van de bijkomende woonlasten. Het gaat hier om een breed scala, van de energierekening tot de onroerendezaakbelasting (ozb). per onderdeel is aangegeven hoe hoog de bijkomende woonlasten zijn en hoeveel deze zijn gestegen. Dit wordt bovendien vergeleken met de situatie in andere gemeenten. Gemiddeld huishouden Iedereen heeft weer andere woonlasten. Dat hang niet alleen af van de gezinssituatie, maar ook van bijvoorbeeld de locatie. Om door de bomen het bos te blijven zien is uitgegaan van een standaard meerpersoonshuishouden met een hypotheekgefinancierde eigen woning. We gaan uit van gemiddelde tarieven, gemiddeld energieverbruik, een gemiddelde woning, enzovoort. In De Wolden bedraagt de gemiddelde woningwaarde € 275.000, in de vergelijkingsgemeenten € 229.000. In euro’s en als percentage van het inkomen Woonlasten moeten worden betaald uit het inkomen. Daarom worden woonlastenstijgingen niet alleen in euro’s gepresenteerd, maar ook als percentage van het gemiddelde besteedbare inkomen. Zo is in één oogopslag te zien welk beslag de woonlastenstijgingen leggen op de koopkracht van het gemiddelde huishouden. Het gemiddelde besteedbare inkomen bedraagt in De Wolden € 34.100 en in de vergelijkingsgemeenten € 32.500. Hypotheeklasten en bijkomende woonlasten Hypotheeklasten maken vaak meer dan de helft uit van de woonlasten. In De Wolden gaat het gemiddeld om 55%, in de vergelijkingsgemeenten om gemiddeld 52% van de totale woonlasten. Verschillen in woningprijzen vormen de belangrijkste reden waarom woonlasten tussen huishoudens verschillen. Woningen zijn in de ene gemeente meer waard dan in de andere. Regionale variatie in belastingtarieven speelt een veel kleinere rol.
pagina 56
JAARSTUKKEN 2012
Vergelijking met andere gemeenten Naast de hypotheeklasten kent de huiseigenaar tal van bijkomende woonlasten. Bij elkaar gaat het in 2012 voor een gemiddeld huishouden in De Wolden om € 4.268 per jaar, en in de vergelijkingsgemeenten om € 4.018. Dat is 12,5% (in de vergelijkingsgemeenten 12,3%) van het gemiddelde besteedbare inkomen van gezinnen.
Energie en water nemen in De Wolden 32% van de bijkomende woonlasten voor hun rekening. De opstalverzekering is goed voor 3%. De overige bijkomende woonlasten zijn belastingen. De belangrijkste woonbelastingen worden door het rijk opgelegd. Belastingen op energie en water, het eigenwoningforfait en de overdrachtsbelasting maken samen 40% uit van de bijkomende woonlasten in De Wolden. Waterschapslasten zijn in De Wolden goed voor 9%, en gemeentelijke belastingen voor 16% van het totaal (vergelijkingsgemeenten: gemiddeld 17%). Bijkomende woonlasten stijgen in 2012 met 196 euro per huishouden De bijkomende woonlasten zijn in 2012 gestegen voor een gemiddeld huishouden in De Wolden met 4,8% gestegen. Dat is € 196 op jaarbasis. In de vergelijkingsgemeenten zijn de bijkomende woonlasten met gemiddeld 4,9% (€ 189) gestegen.
pagina 57
JAARSTUKKEN 2012
1.7.2
Weerstandsvermogen
Inleiding Sinds de invoering per 1 januari 2004 van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) zijn gemeenten verplicht om bij de begroting en de jaarrekening inzicht te geven in het weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen geeft de relatie aan tussen de risico’s, waar geen maatregelen voor zijn getroffen en de (weerstands)capaciteit, die een gemeente heeft om onvoorziene uitgaven, voortvloeiende uit de risico’s, op te vangen. Voor het kunnen beoordelen van het benodigde (minimale) weerstandsvermogen is het gewenst de aanwezige weerstandscapaciteit te analyseren, in samenhang met de omvang en de achtergronden van de risico’s. De diverse termen worden in het vervolg van de paragraaf nader toegelicht. Uit de gehouden inventarisatie blijkt dat zowel de incidentele als de structurele weerstandscapaciteit van de gemeente van een ruim voldoende omvang is in relatie tot de risico’s die worden gelopen. In het vervolg van deze paragraaf zal nader worden ingegaan op: Beleid betreffende de weerstandscapaciteit en de risico’s; Inventarisatie van de weerstandscapaciteit; Inventarisatie van de risico’s. Beleid betreffende de weerstandscapaciteit en de risico’s Er zijn geen landelijke (wettelijke) normen voor de bepaling van de minimale weerstandscapaciteit. Iedere gemeente voor zich bepaalt deze norm, zulks mede in relatie tot de risico’s die de gemeente loopt. Op basis van ervaringscijfers en benchmarkgegevens is echter een tabel ontwikkeld die als uitgangspunt wordt genomen voor de berekening van het benodigde weerstandsvermogen. Deze berekeningen zijn niet wetenschappelijk onderbouwd, maar hebben wel draagvlak in de branche en worden ondersteund door toezichthouder de provincie Drenthe. Risicoprofiel
Bandbreedte per inwoner Minimum Maximum
Hoog risico
€ 400
€ 500
Meer dan gemiddeld risico
€ 300
€ 400
Gemiddeld risico
€ 200
€ 300
Minder dan gemiddeld risico
€ 100
€ 200
-
€ 100
Laag risico
Het algemene profiel van een plattelandsgemeente, als De Wolden, brengt geen extra risico’s met zich mee. Er is geen sprake van risicovolle bebouwing op bijvoorbeeld bedrijfsterreinen, er worden geen extreem grote investeringen gedaan in bouwgrondexploitaties, etc. Op basis van een inwonertal van 23.763 per 1-1-2013 en bij een minder dan gemiddeld risico, zoals die valt af te leiden uit de hiervoor genoemde inventarisatie, is een weerstandsvermogen van minimaal € 2,4 miljoen en maximaal € 4,8 miljoen nodig, waarbij ervan wordt uitgegaan dat niet alle risico’s zich gelijktijdig voordoen. Binnen de uitvoering van het beleid wordt momenteel al veel aan het beperken van risico’s gedaan. Bij elk besluit tot uitvoering worden thans, zo mogelijk, al waarborgen ingebouwd in de college- en raadsvoorstellen om risico’s zoveel mogelijk te vermijden of te beperken. Daarnaast zijn op allerlei terreinen (wegen, riolering, gebouwen, openbare verlichting, etc.) reeds beheersplannen opgesteld waarbij zo nodig voorzieningen worden getroffen. Bij grotere projecten worden diverse momenten ingebouwd waarop de gemeente nog kan kiezen om al dan niet door te gaan (go of no-go momenten). Alle voorstellen worden bovendien door de financiële consulenten beoordeeld om eventuele financiële risico’s te onderkennen. Voor zover zich deze voordoen mag worden verwacht dat ze worden benoemd. Kortom: risicomanagement maakt primair onderdeel uit van de dagelijkse processen.
pagina 58
JAARSTUKKEN 2012 Inventarisatie van de weerstandscapaciteit Om risico’s te kunnen opvangen is het van belang dat hiervoor een buffer beschikbaar is. In dit kader is de weerstandscapaciteit van een gemeente van belang. Onderscheid wordt gemaakt tussen incidentele en structurele weerstandscapaciteit. De incidentele weerstandscapaciteit is het vermogen dat ingezet kan worden om éénmalige tegenvallers op te vangen. Met de structurele weerstandscapaciteit worden de middelen bedoeld die permanent (op lange termijn) ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van bestaande taken. Incidentele weerstandscapaciteit De incidentele weerstandscapaciteit wordt uitgedrukt in beschikbare incidentele middelen (vermogen), namelijk de omvang van de vrij besteedbare reserves. Vrij besteedbare reserves zijn reserves waaraan de gemeenteraad geen specifieke bestedingsdoelen heeft gekoppeld. Bij de begroting 2010 heeft de raad ingestemd met de zienswijze van het COELO (Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden) en is aansluiting gezocht bij het BBV. Dit betekent dat tot het weerstandsvermogen wordt gerekend het volledige vrije eigen vermogen, na aftrek van de activa met een maatschappelijk nut. Hierdoor wordt ook de Algemene Reserve tot het weerstandsvermogen gerekend en behoeft eigenlijk geen afzonderlijke Reserve weerstandsvermogen te worden aangehouden. Vooruitlopend op een mogelijke verdere overheveling is 50% van deze reserve reeds overgebracht naar de Algemene Reserve. Hierdoor is de gemeente in staat een efficiënter gebruik te maken van de renteopbrengst voor de jaarlijkse exploitatie (structureel in plaats van incidenteel). De incidentele weerstandscapaciteit is als volgt opgebouwd: Begroting 2013 (in € 1.000) Algemene reserves Algemene reserve bouwgrondexploitatie Activa met een maatschappelijke nut
1
Totaal incidentele weerstandscapaciteit
Stand 31 december 2012 (in € 1.000)
31.248
31.092
-/- 1.275
-/- 993
-/- 23
-/- 1.586
29.950
28.513
Buiten beschouwing zijn gelaten de cijfers van de bouwgrondexploitatie, omdat daarvoor een afzonderlijke weerstandscapaciteit geldt (volgens de ‘Nota grondbeleid 2009-2012 bepaald op € 2.087.000), waarvoor binnen de ‘Algemene reserve bouwgrondexploitatie’ een afzonderlijke buffer wordt aangehouden. Daarmee wordt geconcludeerd dat het aanwezige incidentele weerstandsvermogen (€ 28,5 miljoen) ruimschoots de minimaal benodigde incidentele weerstandscapaciteit (tussen € 2,4 en € 4,7 miljoen) overtreft.
Structurele weerstandscapaciteit Met de structurele weerstandscapaciteit worden de middelen bedoeld die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van bestaande taken. Hierbij zijn ook de risico’s van belang die aan de uitvoering van al die taken kleven. De structurele weerstandscapaciteit kan in noodgevallen worden ingezet teneinde aan meerjarige verplichtingen te kunnen voldoen. Hiermee kunnen bijvoorbeeld de rente- en aflossingsverplichtingen van aan te trekken leningen worden voldaan. Omschrijving
Begroting 2012
Onvoorziene uitgaven (exclusief taakmutaties) Onbenutte belastingcapaciteit Begrotingsoverschot/tekort (= begrotingssaldo) Totaal structurele weerstandscapaciteit (in € 1.000)
1
36 1.900 p.m. 1.936
Betreft investeringen die geen middelen genereren maar wel duidelijk een publieke taak vervullen (b.v. digitalisering bestemmingsplannen). De toename t.o.v. 2011 wordt veroorzaakt doordat toegezegde subsidies voor o.a. de aanleg van fietspaden nog niet daadwerkelijk zijn ontvangen.
pagina 59
JAARSTUKKEN 2012 Onvoorziene uitgaven De post onvoorziene uitgaven kan worden ingezet voor bepaalde incidentele uitgaven die geen structureel karakter dragen. De criteria die hierbij worden gehanteerd zijn onvoorspelbaar, onvermijdbaar en onuitstelbaar. De post onvoorzien bedraagt in de begroting 2012 € 36.180 exclusief de verwachte personele uitgaven voor vervanging wegens ziekte etc. (€ 105.594). Overeenkomstig eerdere besluitvorming is de post onvoorzien gesplitst in onvoorziene lasten raad (€ 7.570), onvoorziene lasten college van B&W (€ 18.610) en onvoorziene lasten incidentele- en startsubsidies (€ 10.000). Onbenutte belastingcapaciteit Voor de berekening van de onbenutte belastingcapaciteit onroerende-zaakbelastingen (OZB) werd tot voor kort vaak de artikel 12-norm gehanteerd. Het percentage van de WOZ-waarde voor toelating tot artikel 12 van de Financiële verhoudingswet bedraagt voor 2012: 0,1432 (redelijk peil volgens de meicirculaire 2011). Het percentage in De Wolden bedraagt voor 2012: 0,0885. Sinds 2008 geldt geen maximaal toegestaan stijgingspercentage meer. Om te voorkomen dat de lokale lasten teveel zullen gaan stijgen wordt door het Rijk jaarlijks wel een macronorm vastgesteld, waarmee de totale OZB-opbrengst van alle gemeenten maximaal mag stijgen. Voor 2012 is de macronorm bepaald op 3,75% (uit meicirculaire 2011: betreft de som van de geraamde reële groei van 1,25% en de inflatie van 2,5%). De raad heeft in het verleden echter aangegeven voor de OZB uit te gaan van een jaarlijkse verhoging (naast autonome uitzetting) met een percentage dat gelijk is aan de inflatiecorrectie. Voor 2012 wordt uitgegaan van 1% autonome uitzetting en 1,5% inflatiecorrectie. Hiermee blijven we ruim onder de 3,75%. De onbenutte belastingcapaciteit voor de OZB kan bepaald worden op 3,75% -/- 1,5% = 2,25% van de opbrengst 2012. De geraamde opbrengst OZB 2012 bedraagt totaal € 3.049.000. Hiervan 2,25% geeft een resterende capaciteit van € 68.603. Deze capaciteit heeft de gemeente zichzelf opgelegd. Er geldt immers geen maximaal wettelijk stijgingspercentage meer. De werkelijke onbenutte belastingcapaciteit van deze belasting is dus groter! Als de capaciteit bijvoorbeeld wordt afgezet tegen de norm toelating artikel-12 gemeente dan is er nog een ruimte van ± € 1,9 miljoen (€ 3.049.000 x 0,1432/0,0885 = € 4.934.000 -/- € 3.049.000). Het rioolrecht en de afvalstoffenheffing mogen maximaal 100% kostendekkend zijn. Omdat deze beide op begrotingsbasis al geheel kostendekkend zijn bij De Wolden, zit hierin geen ruimte om extra middelen te genereren. Begrotingsoverschot Een eventueel begrotingsoverschot op de exploitatie wordt ook meegenomen in de berekening van de structurele weerstandscapaciteit. Bij de aanbieding van de begroting 2012 was er, rekening houdende met de budgetten voor onvoorziene uitgaven en de verwerkte bezuinigingsmaatregelen (begrotingswijziging 1 en 2), een begrotingsruimte van € 435.000. Rekening houdende met de diverse tussentijdse begrotingswijzigingen, o.a. de bijstellingen n.a.v. de bestuursrapportage 2012 is het positieve begrotingssaldo na vaststelling van de ‘decemberrapportage 2012’ € 295.000. Alhoewel in de laatste primitieve meerjarenramingen (rekening houdende met de ophanden zijnde rijksmaatregelen) voorlopige begrotingstekorten zijn voorzien, mag worden aangenomen dat deze tekorten door de gemeente met bezuinigings- en ombuigingsmaatregelen worden omgezet in begrotingsoverschotten. Dekking vanuit de ‘Algemene reserve’ is dan ook niet aan de orde. Ook in de toekomst dient er sprake zijn van een structureel sluitende begroting. Beoordeling structurele weerstandscapaciteit Uitgaande van bovenstaande opzet is naar onze mening de structurele weerstandscapaciteit van de gemeente De Wolden zodanig dat de uitvoering van taken vooralsnog geen direct gevaar loopt. Bij de behandeling van de kadernota 2012 heeft de raad voorts besloten dat de gemeente moet groeien van een ‘beheer- naar een ontwikkelgemeente’. In verband hiermee is toen besloten dat uiterlijk bij de begroting 2014 een structureel bedrag van € 700.000 voor investeringsprojecten in de exploitatie moet zijn opgenomen. Ter dekking van de investeringsprojecten op de korte termijn is € 4,0 miljoen onttrokken aan de algemene reserve. Daarnaast heeft de raad bij de begrotingsbehandeling op 10 november 2011 ingestemd met het vinden van bezuinigingsrichtingen, inclusief ombuigingen en inkomstenverhogingen tot een totaalbedrag van afgerond € 1,8 miljoen. Daarmee waren de aanvankelijk berekende exploitatietekorten structureel weggewerkt en was er sprake van een sluitende begroting in meerjarenperspectief.
pagina 60
JAARSTUKKEN 2012 Inventarisatie van de risico’s Evenals iedere organisatie heeft ook onze gemeente bij de uitvoering van haar taken te maken met onzekerheden die het risico van financiële nadelen met zich meebrengen. Reguliere risico’s – risico’s die zich regelmatig voordoen en die veelal goed meetbaar zijn – maken geen deel uit van de risico’s in de paragraaf weerstandsvermogen. Immers reguliere risico’s zijn in beginsel goed in te schatten en te ondervangen, door het afsluiten van een verzekering of het treffen van een voorziening. De resterende risico’s worden opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen. Zoals in de inleiding reeds is aangegeven, geeft het weerstandsvermogen de relatie aan tussen de risico’s, waar geen maatregelen voor zijn getroffen en de (weerstands)capaciteit, die een gemeente heeft om onvoorziene uitgaven, voortvloeiende uit de risico’s, op te vangen. Een risico is een kans op het optreden van een gebeurtenis, die een negatief gevolg voor de gemeente met zich mee kan brengen. Doen deze risico’s zich voor dan dient hiervoor een zodanige reserve aanwezig te zijn om deze gevolgen te kunnen opvangen (weerstandsvermogen). Het in geld waarderen van risico’s is echter niet altijd mogelijk. Het benoemen van de belangrijke risico’s is veelal voldoende om er de aandacht op te vestigen. Onze accountant onderschrijft deze zienswijze. Wij zijn van oordeel dat de risico’s binnen de normaal te achten grenzen liggen. Daarbij nemen wij mee dat zich naast tegenvallers ook meevallers kunnen voordoen. Verder speelt mee dat niet wordt verwacht dat alle risico’s zich (gelijktijdig) zullen voordoen. Ook wordt een actief beleid gevoerd ter beheersing en verdere beperking van de genoemde risico’s. Te benoemen risico’s De risico’s worden bij het opstellen van de begroting telkens opnieuw geïnventariseerd (per afdeling). De risico’s, zoals ze zijn opgenomen, zijn daardoor actueel. In hoeverre alle risico’s in beeld zijn gebracht, is moeilijk te zeggen. Gemeenten zijn complexe organisaties, die te maken hebben met een grote diversiteit aan risico’s. Absolute zekerheid met betrekking tot de volledigheid van de risico’s bestaat dus niet. In de hierna volgende tabel wordt samengevat aangegeven welke risico’s zijn onderkend door de gemeente, wat de maximaal mogelijke omvang van het risico is en wat de geschatte kans is op het risico. De omvang x de kans, dat het risico zich voor gaat doen, geeft aan wat het benodigde weerstandsvermogen is. De risico’s zijn zoveel mogelijk op waarde gezet.
Maximale omvang risico (x 1.000)
Risico
Kans op verlies in %
Omvang x kans op verlies (in duizenden euro) Incidenteel
Structureel
Renteontwikkeling
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Lagere algemene uitkering
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Actuele financiële situatie van de gemeente
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Gerechtelijke procedures/aansprakelijkheden
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Gemeenschappelijke regelingen WSW (Alescon/Reestmond) Bijdrage gemeente in nadelig exploitatieresultaat Specifiek risico Alescon Specifiek risco Reestmond
p.m. p.m.
10% 10%
p.m p.m
p.m.
Garantstelling aflossing leningen verenigingen/instellingen
253
10%
25
p.m.
60 1,5 66 20 28,5
100%
60
-
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Verstrekte leningen: Achtergestelde renteloze lening muziekschool Hoogeveen Renteloze lening voetbalvereniging Ruinerwold Renteloze lening Stichting Dorpshuis Ansen Renteloze lening Stichting Dorpshuis Ansen Renteloze lening Stichting Dorpshuis Koekangerveld Leningen sociaal participatiefonds Geldlening NV Enexis (v/h Edon) Bruglening Enexis Geldleningen ambtenaren Arbeidsongeschiktheid wethouders
0 182 1.160 6.415 p.m.
pagina 61
JAARSTUKKEN 2012
Maximale omvang risico (x 1.000)
Risico
Wet APPA, pensioenverplichtingen wethuders
Kans op verlies in %
Omvang x kans op verlies (in duizenden euro) Incidenteel
Structureel
160
p.m.
p.m.
p.m.
Marktwerking GBA-producten
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Verplichting tot identificatie
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
90
4%
p.m.
4
Doorbelasting kostenplaatsen aan investeringen en bouwgrondexploitatie
248 265
p.m. p.m.
p.m. p.m.
p.m. p.m.
Deelneming St. Waarborgfonds Eigen Woningen en Waarborgfonds Sociale Woningbouw
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Gemeenschappelijke regelingen (o.a. WSW)
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
85
4
Gemeentelijke belastingen en WOZ
Totalen
Toelichting op de risico’s De genoemde risico’s worden in onderstaande tabel per afdeling of taakveld toegelicht. Aangegeven wordt welke risico’s door de gemeente zijn onderkend, welke maatregelen zijn getroffen, danwel acties zijn ondernomen. Met dit laatste wordt tegemoetgekomen aan het in het verleden (Rapport van bevindingen 2009) benoemde verbeterpunt van de accountant. Financiën Renteontwikkeling Gelet op de onduidelijke economische omstandigheden is het moeilijk te voorspellen hoe de toekomstige renteontwikkelingen na 2012 zullen zijn. De rente voor langlopende leningen zal echter onder invloed van het verwachte lichte conjunctuurherstel gaan oplopen (Bron: Economisch Beeld BNG 31 augustus 2012). Een stijging van de rentevoet op de geld- en kapitaalmarkt zal een negatieve invloed hebben op de totale rentelast van de gemeente. Alhoewel we geen scherpe rentestijgingen verwachten houden we er veiligheidshalve rekening mee, dat de rente mogelijk zal stijgen tot 5%. Dit percentage is ook in de begroting 2013 aangehouden voor de berekening van de rente over de eigen financieringsmiddelen zoals de reserves en voorzieningen. Het percentage wegens rente rekening-courant is bepaald op respectievelijk 3,25% (debet) en 1,5% (credit). Op grond van de thans voorhanden meerjareninvesteringsplanning zal over de jaren 2013 t/m 2016 gemiddeld € 2,7 miljoen worden geïnvesteerd. Omdat intern al gerekend wordt met een rentefactor van 5% (ook over de in te zetten eigen financieringsmiddelen) over de voorgenomen investeringen, is het risico van een verder oplopende markt vooralsnog beperkt te noemen. Maatregel/ondernomen acties Jaarlijks wordt de ruimte voor de kasgeldlimiet berekend volgens de Wet FIDO en wordt beoordeeld in hoeverre overgegaan moet worden tot het aantrekken van vaste financieringsmiddelen. Daarvoor volgen we de renteontwikkelingen op de markt op de voet. Tot 2012 werd ieder kwartaal weliswaar een kwartaalrapportage Treasury opgesteld maar de onderliggende gegevensverzameling behoefde verbetering. Daarvoor was het noodzakelijk dat werkwijzen werden aangepast en een betere invulling werd gegeven aan het projectmatig werken. Afstemming hiervan zal in 2013 plaatsvinden waardoor er elke 4 maanden in het verslag interne controle aandacht besteed kan worden aan de vraag of aan de wettelijke eisen van de Wet Fido en het Treasurystatuut wordt voldaan. Algemene uitkering uit het Gemeentefonds en uitkering behoedzaamheidreserve Het is aannemelijk dat de omvang van de algemene uitkering als gevolg van diverse vereveningseffecten steeds zal wijzigen. Een en ander heeft te maken met de koppeling die het Rijk heeft doorgevoerd en waarvan de uiteindelijke effecten onzeker zijn. Het instellen van een behoedzaamheidreserve is gedaan om deze risico’s op de algemene uitkering af te dekken. De tijdelijk buiten werking gestelde normeringsystematiek is ingaande 2012 weer heringevoerd. Na de landelijke verkiezingen als gevolg van de val van het zittende kabinet is in het najaar van 2012 een nieuw regeerakkoord tot stand gekomen. Zoals verwacht moeten de lagere overheden bijdragen aan de terugdringing van het tekort bij de rijksoverheid. Verdeeld over de komende jaren zijn verschillende maatregelen afgekondigd die aanzienlijke offers van onder andere de gemeenten vragen. Daarnaast staan gemeenten met de aankomende decentralisaties voor de forse opdracht om deze nieuwe taken efficiënter uit te voeren en hierbij samen te werken met andere gemeenten. Maatregel/ondernomen acties Bij de berekening van de algemene uitkering uit het gemeentefonds worden de ontwikkelingen nauwlettend gevolgd en becijferd wat de mogelijke gevolgen voor de gemeente kunnen zijn. In de begroting 2013 is rekening gehouden met de junicirculaire 2012. Ook is rekening gehouden met de laatste aantallen inwoners, woonruimten, uitkeringsgerechtigden, etc.
pagina 62
JAARSTUKKEN 2012 Actuele financiële situatie van de gemeente Op aandringen van het Rijk is dit risico hier benoemd. In verband met het risico omtrent een lagere toekomstige algemene uitkering uit het gemeentefonds, neemt ook het risico toe inzake het sluitend maken/houden van de begroting. Diverse decentralisatieplannen (van vele politieke partijen) kunnen invloed hebben op de gemeente. Als alle plannen doorgaan, krijgen gemeenten veel meer taken op hun bordje. Daarbij is het goed gebruik dat het rijk de taken overdraagt met een korting, omdat ze verwacht dat gemeenten de uitvoering efficiënter en goedkoper kunnen doen. Bij de uitvoering van de Wet werk en bijstand (WWB) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) hebben gemeenten dat ook laten zien. Decentralisatie betekent dus voor de gemeente risico’s in de begroting. Ten slotte vormen de diverse open einderegelingen (b.v. WMO) een risico voor de gemeente. Maatregel/ondernomen acties Bij de begroting 2012 is een groot aantal bezuinigingsmaatregelen uitgewerkt tot een bedrag dat oploopt tot € 1.820.000 in 2015. Op basis hiervan is destijds een sluitende begroting in meerjarenperspectief opgesteld. Begin 2013 is gebleken dat er in verband met de gevolgen van nieuwe regeerakkoord aanvullende bezuinigingen en ombuigingen noodzakelijk zullen zijn. Deze aanvullende maatregelen zullen worden uitgewerkt in de Kadernota 2014. In de begroting en de rekening wordt de raad ook geïnformeerd over de financiële positie van de gemeente. Er is echter geen landelijke verplichting om de raad te informeren over de kengetallen eigen vermogen per inwoner en de solvabiliteit. Wanneer alle gemeenten deze gegevens zouden verzamelen zou dit interessante informatie kunnen opleveren. Onder programma 12 zijn een 4-tal kengetallen genoemd, te weten: eigen vermogen per inwoner; de solvabiliteit; de vaste schuld per inwoner; de vaste schuld als percentage van de gecorrigeerde omzet. Juridische zaken Gerechtelijke procedures/ aansprakelijkheden Jaarlijks worden een aantal procedures door of tegen de gemeente gevoerd. Deze zijn zowel bestuursrechtelijk als privaatrechtelijke van aard. Het aantal keren, dat de gemeente aansprakelijk wordt gesteld, neemt de laatste jaren wat toe. De bestaande goede rechtsvoorzieningen binnen het publiekrecht en een toenemende bereidheid om te claimen door o.a. de opkomst van de rechtsbijstandverzekeringen, dragen daartoe zeker bij. Vooraf kan moeilijk worden ingeschat hoe dat in financiële zin z'n verloop zal hebben. Ook door ons wordt schade door vernieling, contractbreuk, beschadiging of anderszins zo veel mogelijk verhaald. Maatregel/ondernomen acties In 2012 zijn geen claims toegekend met significante gevolgen. Tot dusver worden deze ook niet voorzien. Ze kunnen echter niet worden uitgesloten. De risico's waar de gemeente tegen aan loopt in de uitoefening van haar taken worden door een systematiek van juridische kwaliteitszorg wel zoveel mogelijk beperkt. Omgekeerd lopen er momenteel een aantal door ons ingezette verhaalacties. De afloop daarvan kan moeilijk worden ingeschat. Samenleving Gemeenschappelijke regelingen Reestmond en Alescon Algemeen risico inzake bijdrage gemeente in nadelige exploitatiesaldi Alescon en Reestmond Op grond van de gemeenschappelijke regeling hebben deelnemende gemeenten zich verbonden om nadelige exploitatiesaldi aan Alescon en Reestmond te vergoeden. Op dit moment hebben Alescon en Reestmond nagenoeg geen bedrijfsreserve om eventuele nadelige exploitatiesaldi op te kunnen vangen. Alescon en Reestmond hebben zelf een reservering voor het weerstandsvermogen. Deze reservering staat op dit moment gelijk aan het noodzakelijke weerstandsvermogen. Hierdoor is de situatie ontstaan, dat bij een exploitatietekort de deelnemende gemeenten per direct worden aangesproken voor het aanzuiveren van dit tekort. Dit tekort is reeds grotendeels verwerkt in de decemberrapportage. Op basis van de huidige financieringssystematiek en de forse bezuinigingen op het WSW budget en de meerjarenbegrotingen van Alescon en Reestmond dreigt dit risico de komende jaren groter te worden. Het aandeel van de Gemeente De Wolden kan hierbij worden becijferd op basis van de aantallen WSW-ers maal het fictieve subsidiebedrag. Het verwachte exploitatietekort (gekwantificeerd risico) wordt in de begrotingen van de Gemeenschappelijke Regelingen jaarlijks in april voor zienswijze aan de gemeenten aangeboden. Specifiek risico Alescon De gemeenschappelijke regeling Alescon participeert via ASP BV en Apm BV in ruim 20 joint ventures. In verband met de hoofdelijke aansprakelijkheid is de directie van Alescon de bestuurder van deze participaties. Het bestuur van de GR Alescon heeft daarmee geen rechtstreeks invloed op de bedrijfsvoering en financiële risico’s van deze deelnemingen. De GR loopt wel het financieel riscio van het gestort aandelenkapitaal. Bij faillissement of waardedaling van de joint ventures loopt de gemeente risico via afwaardering van het aandelenkapitaal. De kans op verlies wordt ingeschat op 10%.
pagina 63
JAARSTUKKEN 2012 Specifiek risico Reestmond De gemeenschappelijke regeling Reestmond participeert in RRC (100%) en Bestolux (100%). In 2012 is de deelname in Alreno beëindigd (€ 106.000 onttrokken uit het eigen weerstandsvermogen in 2012 ). Voor 2013 wordt door de GR verwacht het aandelenkapitaal van RRC te moeten afwaarderen. Hiervoor is door de organisatie in het weerstandsvermogen voldoende reserve aanwezig. Bestolux is al jaren winstgevend en heeft een solide liquiditeit en solvabiliteit. Momenteel maken de deelnemende gemeenten nadere afspraken over de financiële verantwoordingscyclus om meer grip te krijgen op de ontwikkeling van de exploitatierisico’s. De kans op verlies voor de gemeente wordt daarom ingeschat op 10%. Maatregel/ondernomen acties Toezicht op de financiële positie van beide gemeenschappelijke regelingen is formeel geregeld in de statuten en krijgt vorm in de reguliere overlegstructuren. Gemeente De Wolden wordt vertegenwoordigd in het dagelijks bestuur door mevrouw M. Pauwels-Paauw (wethouder). Plaatsvervangende lid is de heer H. Lammers (wethouder). Parallel aan het bestuurlijk overleg vindt een ambtelijk (voor)overleg plaats. Periodiek dragen de directies van beide gemeenschappelijke regelingen verantwoording aan het bestuur af over de (financiële) ontwikkelingen bij de participaties. De invloed van de gemeentelijke bestuurders op de partcipaties is nagenoeg nihil in verband met de aansprakelijkheid van het bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling. Hierdoor is het risico voor de gemeente beperkt tot het gestort aandelenkapitaal. De accountant van de Gemeente De Wolden heeft op basis van de door de commissie BBV geschreven notitie Verbonden partijen van februari 2012 inzicht in de jaarrekeningen van de verbonden partijen. Garantstelling aflossing leningen verenigingen/ instellingen Ten behoeve van diverse verenigingen en instellingen zijn in het verleden garanties voor de betaling van de rente en aflossing afgegeven. Het betreft hier onder andere dorpshuizen, sportverenigingen, musea, etc. In totaal betreft het ultimo 2012 een bedrag van afgerond € 253.000. Voor een nadere specificatie wordt verwezen naar de ‘Staat van gegarandeerde leningen 2012’ (Bijlagenboek behorende bij de jaarrekening 2012). Gedurende het bestaan van de gemeente De Wolden hebben zich nog geen schades voorgedaan. Daar de gemeente 1e aanspreekpunt is bij eventuele schades wordt de geringe kans op verlies gesteld op 10%. Maatregel/ondernomen acties Het gemeentelijk garantiebeleid is ingevolge de Wet FIDO (Wet FInanciering Decentrale Overheden) behoorlijk aangescherpt. Nieuwe aanvragen worden slechts gehonoreerd voor zover passend binnen dit beleid en uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak. De afloop van bestaande garanties worden gemonitord via de jaarlijks samen te stellen staat van afgegeven gemeentegaranties. Verstrekte leningen Door de gemeente zijn een aantal leningen verstrekt. Hoewel het risico gering wordt geacht, bestaat het risico dat de leningen niet (kunnen) worden afgelost. Het betreffen: Achtergestelde renteloze lening van € 60.000 aan muziekschool Hoogeveen verstrekt in 2006. Aflossing vindt plaats na 20 jaar (2026). Renteloze lening voetbalvereniging Ruinerwold van € 22.689 verstrekt in 1998. De lening wordt afgelost in 15 jaar m.i.v. 1999 (dus t/m 2014). Boekwaarde per 1 januari 2013 € 1.512,75. Renteloze lening aan Stichting Dorpshuis Ansen van € 66.000 verstrekt in 2007. De lening wordt afgelost in 30 jaar m.i.v. 2012. In 2012 heeft geen aflossing plaatsgevonden. Renteloze lening aan Stichting Dorpshuis Ansen van € 20.000 verstrekt in 2009. De lening wordt afgelost in 30 jaar m.i.v. 2012. In 2012 heeft geen aflossing plaatsgevonden. Renteloze lening aan Stichting Dorpshuis Koekangerveld van € 29.500 verstrekt in 2009. De lening wordt afgelost in 30 jaar m.i.v. 2012. Boekwaarde per 1 januari 2013 € 28.516,67. Leningen sociaal fonds. Boekwaarde per 1 januari 2013 is nihil. De laatste aflossing ad € 233,19 is in 2012 ontvangen. Geldlening NV Enexis (v/h Edon) van € 181.512. Aflossing is niet bepaald. Bruglening Enexis van € 1.159.841,81. Aflossing vindt plaats in 4 tranches in 2012, 2014, 2016 en 2019. Geldleningen ambtenaren: boekwaarde per 31 december 2012 € 6.415.104. Gering risico, aangezien er sprake is van een woning als onderpand. Maatregel/ondernomen acties Door aanscherping van de treasuryfunctie in geval van nieuwe aanvragen en het daarnaast kritisch volgen van de al verstrekte leningen, wordt hieraan aandacht besteed. Een en ander conform het treasurystatuut. Voorts is het op grond van de wijzigingen in de Wet FIDO (Wet Financiering Decentrale Overheden) per 1 januari 2010 verboden om nog langer hypothecaire geldleningen aan ambtenaren te verstrekken. Het bestuur van Stichting Dorpshuis Ansen heeft lopende de afwikkeling van haar verzoek om kwijtschelding van de beide leningen, geen aflossing betaald in 2012. Dit verzoek was eind 2012 nog niet afgewikkeld. Naar het zich laat aanzien zal het verzoek echter worden afgewezen, waarna alsnog de aflossing van 2012 moet worden voldaan. In 2013 zal dan ook 2x het aflossingsbedrag worden ontvangen.
pagina 64
JAARSTUKKEN 2012 Arbeidsongeschiktheid wethouders In het verleden (23 november 2010) heeft het college besloten geen arbeidsongeschiktheidsverzekering voor de wethouders af te sluiten. Dit besluit werd destijds genomen op basis van de ervaringen uit het verleden en mede gelet op de kans dat een dergelijke situatie zich al dan niet voordoet alsmede de onzekerheid omtrent de mate van een eventuele arbeidsongeschiktheid. Niettemin is er vanzelfsprekend een zeker risico dat de gemeente hiermee op zich neemt. Maatregel/ondernomen acties De eventuele gevolgen van het niet afsluiten van een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor de wethouders kunnen zijn dat de gemeente in een dergelijke, onverhoopte situatie, zelf opdraait voor de structurele financiële gevolgen. Op dat moment zal de gemeente binnen de exploitatiebegroting hiervoor dekking moeten zoeken. Wet APPA pensioenverplichtingen wethouders Jaarlijks wordt door verzekeringsmaatschappij Loyalis een berekening gemaakt van de benodigde bedragen en rendementen uit de verzekering die de grondslag vormt voor de voorziening APPA (Algemene Pensioenwet Politieke Ambsdragers). De afgesloten verzekering laat de afgelopen jaren steeds een verschil zien tussen het verzekerd kapitaal en het benodigde pensioenvermogen. Hierbij gaat het om een verschil van € 80.000 op de einddatums. De mogelijkheid is aanwezig dat er een verschil bestaat ten aanzien van de financiering van de pensioenverplichtingen van de (oud) wethouders. Onderzoek heeft geleerd dat er de afgelopen vijf jaren steeds sprake was van een verschil tussen het verzekerd kapitaal en het benodigd pensioenvermogen. Dit verschil varieert jaarlijks en is afhankelijk van beleggingsresultaten. In het verleden heeft het jaarlijks verschil niet tot problemen geleid. Wij achten het verschil een voorzienbaar risico en een directe storting bij Loyalis wordt niet gezien als de oplossing hiervoor. Voor de nog niet gepensioneerde wethouders laat de laatste opgave van Loyalis een tekort zien van afgerond van € 80.000 op het beleggingstegoed. In totaliteit gaat het derhalve om een bedrag van € 160.000. Maatregel/ondernomen acties In overleg met Loyalis wordt bekeken of verhoging van de in te leggen premie – zoals in principe door Loyalis berekend – enigszins kan worden bereikt om zo in de komende jaren het verschil wel te verkleinen. IED Marktwerking GBA-producten Al enkele jaren wordt er gespeculeerd over de mogelijkheid voor het aanvragen en uitgeven van een reisdocument bij elke gemeente kan plaats vinden. Het is onduidelijk of in 2013 een pilot bij enkele grote gemeenten plaatsvindt. Het kunnen aanvragen bij elke gemeente kan consequenties hebben voor onze opbrengsten. Maatregel/ondernomen acties De gevolgen van het invoeren van de mogelijkheid zijn nog niet volledig in beeld. Mogelijk zal het aantal aanvragen afnemen. Meerdere opties zijn dan mogelijk: tariefaanpassing, werken op afspraak, verbreden openingstijden, etc. Een en ander vraagt ook beleidskeuzes in combinatie met de ontwikkeling van het Klanten Contact Centrum (KCC). Verplichting tot identificatie Vanaf 26 juni 2012 is bijschrijving van kinderen in het paspoort vervallen. Hiervoor zal in het vervolg een eigen paspoort of identiteitskaart moeten worden afgeschaft. Al enkele jaren geldt dat mensen zich vanaf 14 jaar moeten kunnen identificeren. Onlangs is hierdoor een discussie ontstaan over de doorbelasting van de kosten voor de identiteitskaart aan de burger. Het gerechtshof in Den Bosch heeft besloten dat er nu geen kosten meer verbonden mogen worden aan de identiteitskaart. Over deze beslissing zal de Hoge Raad zich nog uitspreken. Dit kan betekenen dat alle gemeenten inkomsten missen voor het aanvragen van identiteitskaarten. Maatregel/ondernomen acties Ondertussen heeft de minister, via een wetswijziging, besloten dat de kosten van de identiteitskaart worden doorbelast aan de burger. Op dit moment is het dus geen risico. Welke ontwikkelingen zich de komende tijd voor gaan doen, is onbekend. Gemeentelijke belastingen en rechten WOZ/OZB Een mogelijk risico schuilt in de onzekerheid van de ontwikkeling van de economie. Een risico is dat meer mensen een beroep gaan doen op het gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid, waardoor minder wordt ontvangen dan geraamd. Dit kan mede ontstaan door inkomensmaatregelen op rijksniveau. Een en ander heeft gevolgen voor de opbrengsten afvalstoffenheffing en rioolheffing. De opbrengst leges gerelateerd aan vergunningen is o.a. afhankelijk van het aantal aanvragen. Als gevolg van de economische crisis kan het aantal aanvragen en daarmee de opbrengst teruglopen terwijl de kosten niet evenredig afnemen. Omdat WOZ-waarden worden bepaald naar de waarde op 1 januari van het jaar voorafgaand aan het belastingjaar en de actuele waarde dus niet op de beschikking staat, kan het aantal bezwaarschriften toenemen. Daarnaast kan het aantal bezwaren toenemen als gevolg van verhogingen van belastingen, mocht de gemeenteraad hiertoe besluiten. Maatregel/ondernomen acties Bij de tariefberekening voor 2013 is rekening gehouden met de ramingen kwijtschelding om verlies aan inkomsten te voorkomen. Op basis van ervaringscijfers wordt de kans op verlies ingeschat op 4% van het totale kwijtscheldingsbedrag. Als gemeente hebben we weinig invloed op het aantal aanvragen. De afgelopen jaren is nog steeds de geraamde leges gerealiseerd. Dit is met name te danken geweest aan de realisatie van groter bouwprojecten.
pagina 65
JAARSTUKKEN 2012 Goede voorlichting over de waardeontwikkeling, tariefaanpassing en de gevolgen voor de gemeentelijke aanslag kan bijdragen aan een lager aantal bezwaarschriften. Door tarieven mee aan te passen aan de waardeontwikkeling kan inkomstenderving worden voorkomen. Verder wordt bij de berekening van de tarieven rekening gehouden met een totaal te verminderen bedrag aan WOZ waarde. Tegen de hoogte van de tarieven is geen bezwaar mogelijk. De kosten van bezwaarbehandeling blijven voor rekening van de gemeente. Communicatie in de periode van bekendmaking van de WOZ waarden en de verzending van de aanslagen krijgen jaarlijks ruime aandacht. Financiën/VROM en OW Doorbelasting kostenplaatsen aan bouwgrondexploitatie en investeringen Een deel van de te verdelen kosten op kostenplaatsen wordt doorgerekend aan investeringen. Bij een lager investeringsniveau kunnen wij in feite minder uren toerekenen aan investeringen dan voorheen. Gevolg is dat er een verschuiving plaats vindt van toe te rekenen kosten naar de exploitatie van baten en lasten van de algemene dienst. Voor zover dit niet kan worden opgevangen door een afname van de personeelsgrootte heeft dit een negatieve invloed op de exploitatiebegroting. Raming toerekening aan investeringen 2012 € 280.000 (in 2011 € 350.000). Raming toerekening aan bouwgrondexploitatie 2012 € 477.000 (in 2011 € 505.000). Maatregel/ondernomen acties In 2012 is afgerond €248.285 toegerekend aan investeringen en € 265.262 aan bouwgrondexploitatie. De lagere toerekening bij met name de bouwgrondexploitatie is deels veroorzaakt doordat op begrotingsbasis rekening is gehouden met de doorbelasting van 4 fte’s, terwijl dit in werkelijk 2 fte’s zijn geweest. Daar staat tegenover dat de inhuur van een externe krachten rechtstreeks op nota is doorbelast. Ook het later uitvoeren en afwikkelen van investeringen en de afgenomen vraag naar bouwgrond zijn oorzaken van de lagere toerekening. Laatstgenoemde onderwerpen verdienen in de komende tijd doorlopend bijzondere aandacht. VROM Deelneming St. Waarborgfonds Eigen Woningen en Waarborgfonds Sociale Woningbouw Zowel met betrekking tot de afgegeven garanties voor particuliere als voor sociale woningbouw heeft de gemeente besloten tot overdracht van de hieruit voortvloeiende risico’s. Hiervoor zijn destijds afkoopsommen betaald. Slechts wanneer de fondsen zodanig slechte tijden meemaken, dat ze niet aan hun verplichtingen kunnen voldoen bestaat de mogelijkheid dat het rijk en de gemeenten alsnog worden aangesproken voor eventuele tekorten (achtervang). Tot nu toe heeft de gemeente geen tekorten van beide fondsen hoeven aan te vullen en was de reservepositie van beide fondsen zodanig, dat dit ook niet werd verwacht. Onderzoek in 2009 heeft echter uitgewezen dat de kans op gedwongen verkoop van particuliere woningen die onder Nationale Hypotheek Garantie zijn gebouwd, thans uitkomt op 1,83%. De kans is het hoogste in het vijfde jaar na de afgifte van de garantie, nl. 0,3%. De executiewaarde bij gedwongen verkoop blijkt gemiddeld 80%, daarboven is dan gemiddeld 1 jaar rentebetalingsachterstand. Risico bij particuliere woningen: 925 leningen x 0,3% is 3 leningen. Verwacht gemiddeld verlies ingeschat op ± € 50.000 per lening. Totale omvang schade ca. € 150.000. Aangenomen wordt dat deze gemiddeld aan te merken schade door de stichting Waarborgfonds Eigen Woningen kan worden gedragen, zonder dat een beroep op aanvullende middelen van de gemeente wordt gedaan. Ten aanzien van de sociale woningbouw worden er geen verliezen verwacht. Maatregel/ondernomen acties Tot nu toe heeft de gemeente geen tekorten van beide fondsen hoeven aan te vullen en was de reservepositie van beide fondsen zodanig, dat dit ook niet werd verwacht. Tussen het Rijk en de VNG is voorts afgesproken dat de achtervangfunctie van de gemeenten ten aanzien van nieuwe borgstellingen in het kader van de Nationale Hypotheek Garanties (NHG) per 1 januari 2011 werd beëindigd en dat de NHG wordt gecontinueerd met een 100% achtervangfunctie van het Rijk. Voor de in het verleden afgegeven garanties blijft de gemeente wel deels aansprakelijk. Met betrekking tot de afgegeven garanties voor de sociale woningbouw, heeft een commissie in opdracht van de VNG onderzoek gedaan naar de financiële risico’s van de gemeentelijke achtervangpositie in het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Het onderzoek heeft uitgewezen dat de kans, dat gemeenten vanwege hun achtervangpositie renteloze leningen moeten verstrekken, onder de huidige omstandigheden heel klein is. Gemeenten hebben er dan ook baat bij dat het garantiestelsel blijft bestaan en dat zij hun positie in de achtervang behouden. Wel stelt de commissie dat door de Vestia-affaire herstel van vertrouwen nodig is in het systeem. Om dit te bereiken moet het WSW alle informatie met de achtervangers delen. Ook moeten het Rijk en de gemeenten een vertegenwoordiging hebben in de Raad van Commissarissen van het WSW. Tenslotte zouden het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) en het WSW hun werkzaamheden beter op elkaar moeten afstemmen, zodat het preventiebeleid effectiever wordt. Zowel voor de particuliere als de sociale woningbouw worden de totale afgegeven garanties jaarlijks gemonitord. Er wordt vooralsnog aangenomen dat de gemeente geen aanvullende middelen aan de fondsen behoeft te betalen.
pagina 66
JAARSTUKKEN 2012 Diverse afdelingen –Gemeenschappelijke regelingen De gemeente neemt deel aan een aantal gemeenschappelijke regelingen, waarbij de gemeente bijdraagt in eventuele exploitatietekorten. De gemeenschappelijke regelingen bevatten veelal bepalingen over financiële zaken, zoals begroting en bijdragen. Doordat deze GR’s bestuurlijk op afstand staan, terwijl de gemeente wel (deels) moet bijdragen in tekorten, is er sprake van een risico. Maatregel/ondernomen acties Bij een goede informatievoorziening (begroting, tussentijdse cijfers, jaarrekening) worden de deelnemende gemeenten tijdig op de hoogte gesteld over de financiële gang van zaken. De diverse GR’s, voor zover van toepassing voor gemeente De Wolden, worden nader toegelicht in de paragraaf verbonden partijen van deze begroting. Mede op grond van een in het verleden opgesteld intern rapport (‘Grip op gemeenschappelijke regelingen’), heeft de gemeenten aan elke verbonden partij een ‘aandachtsambtenaar’ gekoppeld. Omdat de uitvoering van de WSW bij GR Reestmond en GR Alescon een verhoogd risico vormt, is de problematiek t.a.v. Alescon in voorstaande reeds apart genoemd in de opsomming van risico’s.
Conclusie Zoals in de inleiding reeds genoemd, is voor het kunnen beoordelen van het benodigde (minimale) weerstandsvermogen het gewenst de aanwezige weerstandscapaciteit te analyseren, in samenhang met de omvang en de achtergronden van de risico’s. Hoewel er geen landelijke (wettelijke) normen zijn voor de bepaling van het minimaal benodigde weerstandsvermogen, is er wel op basis van ervaringscijfers en benchmarkgegevens een tabel ontwikkeld, die als uitgangspunt kan worden genomen voor de berekening van het benodigde minimale weerstandsvermogen. Deze tabel heeft draagvlak in de branche en wordt ondersteund door toezichthouder de provincie Drenthe. Op basis van deze tabel bedraagt het minimaal benodigd weerstandsvermogen voor gemeente De Wolden tussen € 2,4 miljoen en € 4,8 miljoen. De aanwezige incidentele weerstandscapaciteit van gemeente De Wolden ultimo 2012 bedraagt € 28,5 miljoen. De aanwezige structurele weerstandscapaciteit van gemeente De Wolden voor 2012 bedraagt € 1,9 miljoen. Hierbij is rekening gehouden met een berekening van de onbenutte belastingcapaciteit op basis van de norm toelating artikel-12 gemeente. Op basis van de geschatte omvang van de risico’s is aan incidentele capaciteit benodigd € 85.000 + diverse p.m.-posten en aan structurele capaciteit is benodigd € 4.000 + diverse p.m.-posten. Uit de gehouden inventarisatie blijkt dat zowel de incidentele als de structurele weerstandscapaciteit van de gemeente van een ruim voldoende omvang is in relatie tot de risico’s die worden gelopen.
pagina 67
JAARSTUKKEN 2012
1.7.3
Onderhoud Kapitaalgoederen
Inleiding Een aanzienlijk deel van de in de gemeente De Wolden aanwezige kapitaalgoederen zoals infrastructuur, gebouwen en plantsoenen is in beheer en onderhoud van de gemeente. Voor het onderhoud van de kapitaalgoederen kent de gemeente een aantal beheersprogramma’s. Deze beheersprogramma’s zijn belangrijk, omdat op basis hiervan binnen de exploitatiebegroting gelden worden gereserveerd om jaarlijks in het noodzakelijke onderhoud te kunnen voorzien. Ook het gewenste onderhoudsniveau moet vastgelegd worden in de beheersplannen. Dit niveau is afhankelijk van de toereikendheid van de hiervoor benodigde beschikbare middelen. De paragraaf onderhoud kapitaalgoederen geeft een dwarsdoorsnede van de begroting. Lasten van onderhoud kunnen op diverse programma’s voorkomen. Basisgegevens te onderhouden kapitaalgoederen (peil 2012) Onderwerp
Karakteristiek
Openbare ruimte
Oppervlakte totaal Oppervlakte wegen Verharde fietspaden Verharde wandelpaden
8.300 m2
2.810.000 m2 50.380 st.
Speeltoestellen Begraafplaatsen
360.000 m2 5.500 st. 500 st. 6 st.
Onderwijsgebouwen
15 st.
Sportaccommodaties
21 st.
Lengte
511 km
Kolken
11.500 st.
Minigemalen
1.100 st (excl. 232 IBA’s).
Hoofdgemalen
49 st.
Bergbezinkvoorzieningen
6 st.
Tunnels
1 st.
Bruggen en duikers Verkeersmeubilair
240.000 m2
Oppervlakte bos en natuur (berm, etc.)
Openbare verlichting (armaturen)
Kunstwerken
2.497.747 m2
1.330.000 m2
Sportterreinen
Riolering
22.635 ha.
Oppervlakte groen (plantsoen)
Bomen
Gebouwen
Onderhoud
Verkeersborden Objectverwijzingsborden
60 st. 2.240 st. 654 st.
Beleidskader Ten aanzien van het benodigde onderhoudsvolume zijn de volgende uitgangspunten vastgelegd. Een beheersprogramma dient een periode te beslaan van de langste afschrijving van de kapitaallasten. Hierdoor is de gemeente in staat altijd voldoende geld te reserveren voor het noodzakelijke onderhoud en worden desinvesteringen voorkomen; Een beheersprogramma dient gemiddeld iedere vier jaar opnieuw te worden doorgerekend op basis van de actuele onderhoudssituatie (BBV). Dit schept de mogelijkheid om de onderhoudskosten tijdig naar boven of beneden bij te stellen. De gemeente heeft een kwaliteitsvisie, de visie functioneert als een overkoepelende schil voor de onderliggende beheerssystemen. In de visie wordt het niveau aangegeven dat bepalend is voor de individuele beheersystemen. In 2012 is de kwaliteitsniveau op onderdelen herzien. Als kwaliteitsniveau heeft de raad gekozen het niveau ‘basis’, uitzondering vormen de bedrijventerreinen. Het niveau van de groenvoorzieningen op de bedrijventerreinen is herzien naar het niveau laag. De niveaus zijn verwerkt in de opdrachten voor het uit te voeren van het planmatig onderhouden van de openbare ruimte. Voor het rationeel beheer
pagina 68
JAARSTUKKEN 2012 maakt de gemeente gebruik van een beheersysteem. Dit systeem van ingenieursbureau Arcadis is voorzien van een grafische koppeling met de database van de beheergegevens. Het inzichtelijk maken en uitwisselen van de data van de te beheren onderdelen in de openbare ruimte wordt daarmee mogelijk. De verschillende beheersprogramma’s worden hierna toegelicht. Toelichting per beheersprogramma Het wegenbeheersprogramma De gemeente heeft een rationeel beheersprogramma voor wegen. In dit programma heeft de raad het onderhoudsniveau vastgelegd, waaraan het wegenonderhoud dient te voldoen. Gekozen is om het kwaliteitsniveau van de wegen te differentiëren op basis van de gebruikscategorie van de wegen. Verhardingen met een belangrijke functie worden van een hoger onderhoudsniveau voorzien. Jaarlijks wordt na de winter een wegeninspectie uitgevoerd op basis waarvan in relatie met het beschikbare budget wordt vastgesteld welke wegen dat jaar een onderhoudsbeurt behoeven. De afgelopen jaren heeft de gemeente ieder jaar prioriteiten moeten stellen voor wat betreft de te onderhouden wegen. In de afgelopen jaren is het onderhoudsbudget vanwege bezuinigingen met € 250.000 verlaagd. Het technisch urgente onderhoud kan daardoor niet volledig worden uitgevoerd. In de keuze van de te onderhouden verhardingen wordt daarom ingezet op de veiligheid van de weggebruikers. Niet alle verhardingen die om technische redenen dienen te worden onderhouden kunnen worden aangepakt. Het achterstallig onderhoud neemt toe. Hier wordt in 2013 op teruggekomen. Het beheersprogramma groen Met behulp van het beheersprogramma zijn overzichten gemaakt van de diverse beheersobjecten. Bij het vaststellen van de kadernota 2007 is een kwaliteitsniveau bepaald. Dit kwaliteitsniveau is inmiddels verwerkt in de onderhoudsbestekken. Begin 2012 zijn de bestekken opnieuw aanbesteed aan ondermeer de SW bedrijven. In de bestekken en opdrachten is de vermindering van de kwaliteit (bezuinigingen op het groenonderhoud van € 250.000) doorvertaald. De vertaling vindt plaats op de thema’s sober, efficiënt en kwaliteit. In dit kader zal een deel van het arbeidsintensieve groen worden omgebouwd naar gras. Verder wordt het aantal bladkorven, bloembakken verminderd. Een pilot is opgestart om met vrijwilligers natuuronderhoud te gaan uitvoeren. Het gemeentelijke rioleringsplan (GRP) Op 9 juni 2006 heeft de raad het Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP) vastgesteld. Dit plan, met een strategisch en beleidsmatig karakter, vormt de basis voor het gemeentebestuur bij besluiten over de doelen en de daarmee samenhangende middelen voor de aanleg en beheer van riolering op langere termijn. Alleen de hoofdlijnen van de aanpak worden in het GRP geregeld. In 2012 is een nieuw GRP voorbereid. Het GRP zal in het voorjaar 2013 worden aangeboden aan de raad. Het beheer en onderhoud van de rioolstelsels van de gemeente worden de komende jaren op het huidige niveau doorgezet. Door de maatregelen te actualiseren die voortvloeien uit de doelstellingen van het GRP, is inzicht verkregen in de kwaliteitstoestand van de objecten. Jaarlijks wordt een uitvoeringsprogramma opgesteld ter uitwerking van het vastgestelde GRP. In het uitvoeringsprogramma worden maatregelen opgenomen die voorzien in het bereiken van de doelstellingen op het gebied van emissiebeperking, wateroverlast en het instant houden van de voorzieningen. Met het vaststellen van de Wet Verbrede Watertaken is de gemeente ook belast met de zorg voor het regenwater en het ondiepe grondwater. Daarom heeft de gemeente bij het opstellen van het Waterplan samen met het Waterschap, de Provincie en de Waterleidingmaatschappij en diverse andere instanties afstemming gezocht. In het Waterplan zijn afspraken gemaakt over alle wateraspecten in de gemeente. De afspraken worden in de komende periode verder concreet gemaakt en verankerd in het beheer en onderhoud. Op het gebied van samenwerking vindt intensief overleg plaats tussen Waterschap Reest en Wieden en regiogemeenten. De samenwerking vindt plaats op uitvoeringsniveau (monitoren van overstorten) en gezamenlijk strategisch onderzoek naar marktprijzen, kwaliteit riolen en het efficiënt waterbeheer. Het gebouwenbeheersplan In 2001 is een beheersprogramma voor onze gemeentelijke gebouwen opgesteld. In dit beheersprogramma is vastgelegd wat de afschrijvingstermijnen van elk onderdeel zijn. Hierbij wordt uitgegaan van een normaal onderhoudsniveau. Jaarlijks wordt ieder gebouw geïnspecteerd om de actuele onderhoudssituatie vast te stellen. Ook voor het huisvestingsprogramma onderwijs is er sinds 2007 een beheersprogramma beschikbaar. In 2009 heeft het college de “Nota planmatig onderhoud 2009-2012” vastgesteld.
pagina 69
JAARSTUKKEN 2012 In deze nota is een duidelijk scheiding aangebracht tussen ‘periodiek groot onderhoud’ en ‘normaal klein jaarlijks onderhoud’. Er is o.a. een doorrekening gemaakt voor groot onderhoud op langere termijn. Op deze berekening is de jaarlijkse storting in de “voorziening onderhoud gebouwen” afgestemd. In 2012 is gestart met de actualisatie van het meerjarenonderhoud van de gemeentelijke gebouwen voor de periode 2013 – 2022. De uitwerking hiervan, komt in het eerste halfjaar van 2013 . Voor de dekking van de kosten in verband met het Integraal Huisvestingsplan basisonderwijs (IHP) is een ‘Voorziening huisvesting onderwijs (incl. groot onderhoud/renovatie)’ ingesteld. Op basis van het jaarlijks op te stellen ‘onderwijshuisvestingsprogramma’, vinden uitgaven plaats, gemiddeld in beginsel tot hetzelfde bedrag als de toevoeging aan de voorziening, zulks ten laste van de jaarexploitatie. Beheersprogramma openbare verlichting Sinds 2006 wordt gebiedsgewijs jaarlijks een aaneengesloten deel van de armaturen schoongemaakt en van de lampen vervangen. Iedere 5 jaar wordt op deze wijze de volledige openbare verlichting gestructureerd onderhouden. In 2011 zijn een aantal proeven uitgevoerd met energiezuinige LED-lampen, ook is getest of het mogelijk is om met minder lichtmasten een woonwijk te verlichten. In 2012 is het nieuwe OVplan voorbereid. In dit beleidsplan worden de resultaten van de proefprojecten geëvalueerd en wordt ingegaan op het optimaliseren van de schakeltijden, vervangen van masten, longlife lampen (levensduur 8-10 jaar), verdeling avond en nachtbranders en knelpunten (lichthinder, energiebesparing en sociale veiligheid). Het plan zal begin 2013 voorgelegd worden aan de raad. Beheersprogramma kunstwerken en bruggen De werkzaamheden aan de gemeentelijke bruggen en duikers zijn gebaseerd op het beheerplan ‘bruggen en kunstwerken’ dat deel heeft uitmaakt van de kadernota 2006. De kadernota is door de raad medio juni 2005 vastgesteld. In het beheerplan zijn de relevante kwaliteitsaspecten van de bruggen beoordeeld en de noodzakelijke maatregelen beschreven om deze voorzieningen in stand te kunnen houden. Jaarlijks wordt voor een bedrag van ongeveer € 44.000 aan planmatig onderhoud uitgevoerd aan de bruggen en duikers. Het jaarlijkse onderhoudsplan is gebaseerd op de prioriteiten zoals deze zijn aangegeven in het Beheerplan. In 2011 en 2012 zijn bruggen vervangen bij de Pieperij, Wold Aa-weg, Havelterweg, fietsbrug Meppelerweg en de Stuw. Het beheersplan dateert uit 2005, het daarin aangegeven prijspeil is niet meer actueel, ook zijn maatregelen geheel of gedeeltelijk herzien. Het beschikbare budget zal daardoor moeten worden bijgesteld. De laatste twee bruggen van vervangingsfase 1 (Ommerweg en Munnikenweg) zijn in voorbereiding. Via een update van het plan wordt de raad gevraagd een correctie door te voeren in het beschikbare budget van fase 1. In de kadernota 2014 zal een doorkijk worden gemaakt voor de fase 2 van het vervangingsplan. Het speelruimtebeleidsplan In de gemeente De Wolden zijn rond de 90 speelplekken. De omvang, inrichting en wijze van beheer varieert. In de praktijk blijkt dat een goede en uitgebreide speelvoorziening de (jonge) inwoner zeer aanspreekt. In stand houden van speelvoorzieningen in een gemeente is echter geen wettelijke verplichting. Wel is een grondeigenaar aansprakelijk voor schade ten gevolge van bouwwerken die in zijn grond verankerd zijn. De gemeente heeft de taak zorg te dragen voor de veiligheid en de openbare orde. Dit betekent dat een gemeente aansprakelijk kan worden gesteld voor schade die voortkomt uit een ondeugdelijk speeltoestel of ondergrond. Het speelruimtebeleidsplan is op 28 maart 2002 door de gemeenteraad vastgesteld. In het speelruimtebeleidsplan is een streefbeeld opgenomen van hoe de speelvoorzieningen in de gemeente er in de toekomst moeten uitzien. Aan de hand van de uitkomsten van inspectiegegevens zal de komende jaren het direct urgent onderhoud aan de speelvoorzieningen uitgevoerd moeten worden. Onderzocht is of het een optie is de verenigingen met ingang van 2008 het onderhoud zelf te laten uitvoeren. Hoewel dit een besparing in de uitvoeringskosten zou dienen op te opleveren. Voor de gemeente blijft het noodzakelijk het beheerplan actueel te houden. De voorzieningen zijn op het eigendom van de gemeente geplaatst, de gemeente blijft na de overdracht van het onderhoud aan de verenigingen primair verantwoordelijk. Door middel van inspecties zal daarom aangetoond moeten worden dat het noodzakelijke onderhoud daadwerkelijk is uitgevoerd. Bij de Kadernota 2009 is besloten tot een gedeeltelijke herbestemming van de structurele middelen. Een deel (ongeveer 2/3) is weer bestemd voor onderhoud (voor de primaire voorzieningen).
pagina 70
JAARSTUKKEN 2012 Landschapsbeleidsplan In het op 25 januari 2000 vastgestelde Landschapsbeleidsplan is een visie op het bestaande landschap en de ontwikkelingen daarbinnen en beleidsaanbevelingen daarover gegeven. Voor de opstelling van het plan heeft een uitgebreide veldinventarisatie plaatsgevonden op nagenoeg alle landschapselementen in het buitengebied. Deze gegevens zijn vastgelegd in een digitaal bestand. Het plan wordt op termijn omgebouwd naar een landschapsontwikkelingsplan, waarin een uitvoeringsplan en een financiële vertaling hiervan wordt opgenomen. De wijze van ombouw naar een landschapsontwikkelingsplan is afhankelijk van de beschikbare financiële mogelijkheden. Dankzij een impuls vanuit TenneT zijn in 2011 in Koekange (Hoge Linthorst), Ten Arlo en in het landinrichtingsgebied Zuidwolde diverse landschappelijke verbeterplannen uitgevoerd. In de loop van 2012 is gestart met de evaluatie van de diverse projecten. De evaluatie zal vervolgens de basis vormen om het landschapsbeleidsplan te actualiseren en een vervolgaanpak.
pagina 71
JAARSTUKKEN 2012
1.7.4
Bedrijfsvoering
In de programmabegroting 2012 staat dat in de bedrijfsvoering bijzonder aandacht wordt gegeven aan de verdere verbetering van de volgende thema’s. Activiteit
Strategisch document organisatie-inrichting
Stand van zaken
Door de organisatie is een document gemaakt wat een antwoord geeft op de vraag: Hoe kunnen we, gelet op de ontwikkelingen, ons werk gaan organiseren om ook in de toekomst de uitdagingen die op ons afkomen en de ambities die we onszelf opleggen aan kunnen. We hebben aan de hand van gemeentelijke toekomst scenario’s de antwoorden geformuleerd over: - het te voeren HRM-beleid, - de verhouding met onze inwoners, - regionalisering en samenwerking, - onze ambities voor de toekomst. Daaruit hebben we een beeld gemaakt van wat voor gemeente we willen zijn. In het kort willen we een regisserende en samenwerkende gemeente zijn. Deze antwoorden en visie hebben we vertaald in strategische keuzes. De keuze voor een toekomstbestendige organisatie zijn samengevat in een drietal pijlers, te weten: 1. het beter benutten van de kracht in de Wolder samenleving; 2. een herkenbare en bereikbare gemeente voor inwoners en instellingen willen zijn; 3. op duurzame wijze meer en pro-actiever samenwerken met andere partners. Op projectmatige wijze worden deze pijlers nu uitgewerkt naar concrete projecten. Hiervoor zijn in december initiatiefdocumenten gemaakt. Vervolgens wordt nu gewerkt aan projectplannen. Het project Samenwerken met andere partners betreft ook een gerichte samenwerking met een buurgemeente. Voor dit onderdeel is in december een Bestuursopdracht aan de gemeentesecretarissen van De Wolden en Hoogeveen gegeven. Op de uitkomsten van het onderzoek is in maart 2013 besloten de ambtelijke organisaties op 1 januari 2015 samen te voegen.
Activiteit
Uitvoering ‘Verordening doelmatigheid en doeltreffendheid 2009 gemeente De Wolden’
Stand van zaken
Jaarlijks wordt de doelmatigheid en doeltreffendheid van onderdelen van de organisatie van de gemeente en/of (delen van) programma’s of paragrafen in opdracht van het college onderzocht (conform artikel 213a van de Gemeentewet). Het college heeft ons de opdracht gegeven om in 2012 de organisatie te onderzoeken volgens het overheidsontwikkelmodel. Dit onderzoek is uitgevoerd aan de hand van het “Onderzoeksplan juridische kwaliteitszorg en kwaliteit bedrijfsvoering” zoals vastgesteld door het DT op 18 oktober 2011 en door het college besproken op 24 oktober 2011. De voorbereidingen en de uitvoering van het onderzoek zijn in 2012 uitgevoerd conform onderzoeksplan. Het conceptrapport is in juli 2012 aangeboden aan de directie. De interne bespreking en het opstellen van het verbeterplan hebben vertraging opgelopen. Door deze vertraging is het rapport en het verbeterplan, afwijkend van de planning, nog niet aangeboden aan het college en de raad. Het onderzoek levert veel conclusies en aanbevelingen op waarmee de organisatie de kwaliteit van de interne bedrijfsvoering kan verbeteren. Hierin moeten veel inhoudelijke keuzes worden gemaakt en prioriteiten worden gesteld. Deze moeten worden afgestemd met andere projecten en verbeteracties zoals deze voortkomen uit het strategisch organisatiedocument en planning & control.
Personele kosten Personeel is de belangrijkste bron voor het maken van onze producten. De kennis en ervaring van onze medewerkers laten we toenemen door alle voorkomende werkzaamheden zoveel mogelijk zelf op te pakken. Wanneer er projecten zijn of er is sprake van zieke medewerkers dan is het uitgangspunt dat eigen medewerkers het werk gaan doen. Dit geeft kansen voor ontwikkeling voor eigen personeel. Wanneer het niet mogelijk is dat eigen personeel dit oppakt, kijken we of medewerkers van de buurgemeenten ons kunnen helpen. De buurgemeenten vragen ook aan ons of wij (veelal tegen kostprijs) hulp kunnen bieden. Dit gebeurt via het mobiliteitsnetwerk Wisselwerk. Als blijkt dat ook zij geen medewerkers kunnen leveren dan maken we gebruik van derden. Inhuur derden worden bekostigd uit (vrijvallende) personele middelen, (investerings-)projecten en exploitatiebudgetten. De totale personeelslasten van het ambtelijk apparaat (excl. bestuur en sportaccommodaties) zijn in de primitieve begroting 2012 geraamd op een bedrag van € 9.503.000. De werkelijke loonkosten bedroegen
pagina 72
JAARSTUKKEN 2012 € 8.851.000. Ten opzichte van de primitieve begroting is dit een onderuitputting op de loonsom van € 652.000. De totale lasten van inhuur van personeel bedroeg in 2012 € 2.172.000. Deze kosten van inhuur zijn als volgt gedekt. Omschrijving
Bedrag
Lagere personeelslasten i.v.m. ontstane vacatureruimte en mutaties personeelsbestand
652.000
Ten laste van projecten in het kader van de automatisering en dienstverlening en vanuit de reserve investeringsprojecten.
383.000
Ten laste van onvoorziene uitgaven (vervanging bij ziekte en onvoorziene omstandigheden)
123.000
Inkomsten uitkering ziektegelden en detachering medewerkers Uit de OR-gelden
93.000 53.000
Uit de reserve egalisatie personeelskosten
567.000
Uit exploitatiebudgetten
301.000
Totaal
2.172.000
Arbeidsmarktbenadering In 2012 heeft nauwelijks werving & selectie plaatsgevonden voor vacatures in de vaste formatie. Wel zijn nieuwe netwerkverbanden benut om (vooral tijdelijke) vacatures uit te wisselen. Social media spelen in toenemende mate een rol in onze werving & selectie. Terwijl we het plaatsen van vacatures in dag- of vakbladen steeds minder hebben gebruikt. Eind 2012 zijn we gestart met een onderzoek welke invloed de strategische visie ‘De blik naar buiten’ en de samenwerking met de gemeente Hoogeveen hebben op onze arbeidsmarktbenadering. In 2013 ronden we dat onderzoek af met een aanbeveling. Deze nemen we mee in een nog op te stellen nota arbeidsmarktbenadering 2014. Levensfasebewust personeelsbeleid Het overleg met de medezeggenschap over de nota levensfasebewust personeelsbeleid is afgerond. De nota is definitief vastgesteld. Implementatie vindt plaats in 2013. De implementatie wordt ondersteund door een medewerkersbrochure, een toelichting in de diverse werkoverleggen en de mogelijkheid om deel te nemen aan diverse workshops of loopbaantesten. Waarvoor de medewerkers zich via de digitale ‘Loopbaanwinkel’ kunnen aanmelden. De loopbaanwinkel is een zogenaamde portal, waardoor de medewerkers kunnen deelnemen aan de aangeboden workshops en testen die in samenwerking met de gemeente Hoogeveen worden aangeboden. Eén van de belangrijkste instrumenten om een goed levensfasebewust personeelsbeleid te kunnen voeren, is de HR-gesprekscyclus (zie hieronder). HR-gesprekscyclus In 2012 is de nota HR-gesprekscyclus nagenoeg afgerond. Besluitvorming (inclusief medezeggenschap) en implementatie vinden plaats in de eerste maanden van 2013. Om goed te kunnen sturen op resultaten, is het nodig dat leidinggevenden en medewerkers van te voren heldere afspraken maken over welke resultaten de medewerker het komende jaar behaalt, op het gebied van werk en ontwikkeling. Gaandeweg het jaar bespreken ze samen de stand van zaken en welke extra inspanningen of ondersteuning nog nodig zijn. Ook is er aandacht voor omstandigheden die van invloed kunnen zijn (o.a. vanuit levensfasebewust personeelsbeleid). Aan het eind van het jaar wordt geëvalueerd of de resultaten zijn behaald. Een dergelijke gesprekscyclus is vergelijkbaar met de P&C-cyclus: plannen – voortgangsrapportage, eventueel bijsturen – terugkijken/evalueren. Leiderschap en medewerkerschap Leiderschap en medewerkerschap zijn belangrijke thema’s in de Ontwikkelagenda. In 2012 is de training voor de afdelingshoofden uitgewerkt in een aantal nieuwe afspraken die het functioneren van de organisatie verbeteren. Dit bestaat uit projectmatig werken en managementstuurinformatie. De trainingen worden voortgezet door bijeenkomsten van de overige leidinggevenden (coördinatoren). Hierdoor wordt een nieuwe aanpak van het leidinggeven geïntroduceerd, gebaseerd op de stijl van het ‘coachend leidinggeven’ aan professionals.
pagina 73
JAARSTUKKEN 2012 Strategisch Personeelsbeleid Eind 2012 is de nota Strategisch Personeelsbeleid vastgesteld. De nota Strategisch Personeelsbeleid geeft zowel aan medewerkers als leidinggevenden een beter overzicht van de diverse beleidsterreinen van het personeelsbeleid binnen De Wolden. In de beleidsnota hebben we o.a. de vragen beantwoord: welk beleid hebben we, wat willen we daarmee bereiken en hoe hangt het met elkaar samen? We geven ook aan op welke thema’s we de komende tijd beleid willen ontwikkelen. Daarnaast wordt beter duidelijk hoe ons personeelsbeleid voortvloeit uit de missie/visie/strategie van De Wolden. Want de organisatieambities en de kernwaarden uit de missie en visie van De Wolden zijn leidend voor het werken. Strategisch Opleidingsbeleid Ook de nota Strategisch Opleidingsbeleid is eind 2012 vastgesteld. De ingangsdatum van het Strategisch Opleidingsbeleid is 1 januari 2013. Deze nota laat zien dat opleiding en ontwikkeling niet zomaar op zichzelf staan, maar verband houden met de ontwikkelingen om ons heen en met de missie/ visie/strategie. Belangrijk daarin is, dat we steeds het verband leggen tussen de ontwikkeling van de medewerkers, van de afdeling en van de totale organisatie. Daarnaast staat in deze nota beschreven op welke manier het opleidingsbudget wordt verdeeld en welke faciliteiten er zijn. In de CAO-gemeenten (2011-2012) zijn afspraken op hoofdlijnen opgenomen over het Individueel Loopbaanbudget. De verdere detaillering van deze afspraken vinden plaats in het vervolgoverleg tussen de CAO-partners. Juridische kwaliteitszorg Vierjaarlijks wordt de kwaliteit van het juridisch handelen van de organisatie onderzocht. De bewaking van de juridische kwaliteit van het handelen van de organisatie wordt ingebed in de organisatie en de werkprocessen. In 2012 is een onderzoek gehouden naar de kwaliteit aan de hand van de zeven deelgebieden van het Gronings model: personeel, structuur, werkwijze, publiekrechtelijk kader, privaatrechtelijk kader en juridische procedures. De voorbereidingen en de uitvoering van het onderzoek zijn in 2012 uitgevoerd conform onderzoeksplan. De interne bespreking en het opstellen van het verbeterplan hebben vertraging opgelopen. Het rapport is aangeboden in de maand mei. Het onderzoek levert conclusies en aanbevelingen op waarmee de organisatie de juridische kwaliteit van de producten en diensten verder gaat verbeteren. Misbruik en Oneigenlijk gebruik (M&O) In de notitie “Misbruik en Oneigenlijk gebruik” (2008) is als uitgangspunt gekozen dat elke afdeling verantwoordelijk is voor de te nemen maatregelen, gericht op het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik. De uitvoering van de notitie is onder andere terug te vinden in het maken van nieuwe verordeningen. Zo is bij het maken van de nieuwe subsidieverordening expliciet aandacht geschonken aan de verantwoording door de gesubsidieerde instellingen. Verdere waarborgen tegen misbruik en oneigenlijk gebruik bestaan onder andere uit het inrichten van adequate functiescheidingen in processen en het uitvoeren van interne controles. In 2012 zijn er drie rapportages geweest vanuit de interne controles. Hieruit is in geen van de rapportages een signaal gekomen van misbruik of oneigenlijk gebruik. Vanuit de controle van de jaarrekening en de controle van specifieke verantwoordingen doet de accountant verslag. In de afgelopen jaren zijn meerdere interne regelingen ingevoerd om invulling te geven aan het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik. Onderstaand worden de scores voor 2012 weergegeven. Regelingen
2012
Regeling nevenwerkzaamheden en verplichte melding van (financiële) belangen ambtenaren
Geen meldingen van ‘mogelijk strijdige nevenwerkzaamheden’
Nota integriteit: naar aanleiding hiervan wordt o.a. bij iedere nieuwe medewerker de ambtseed of ambtsbelofte afgenomen
Ambtseed of -belofte
Regeling Klokkenluiders
Geen meldingen
Regeling Ongewenst gedrag
Geen meldingen
Privacyreglement E-mail & internetgebruik
Een medewerker is aangesproken op internetgebruik
pagina 74
JAARSTUKKEN 2012 Overige bedrijfsvoering Voor wat betreft bedrijfsvoering op het terrein van ICT verwijzen we naar de toelichting bij programma 12. Communiceren(d) in kernwaarden Naast trainingen van medewerkers in het toepassen van de ‘actief en betrokken’ huisstijl en schrijfregels zijn er nieuwe formats ontwikkeld voor het maken van raads- en collegevoorstellen. Hierop zijn aanvullende korte trainingen gegeven. In 2012 is dit project afgerond en de werkzaamheden ingepast in de reguliere budgetten en werkzaamheden, zoals het opleidingsplan en ontwikkeling communicatie-instrumenten Bedrijfsvoering Woldwerk Inleiding In 2007 is bij het cluster WoldWerk (buitendienst Openbare Werken) het gedachtegoed van marktconform werken ingevoerd. In 2011 heeft de raad aan de rekenkamercommissie gevraagd onderzoek te doen naar de vraag of de door de raad gestelde doelen van het marktgerichte en marktconforme werken inmiddels bereikt zijn en welke verbetermogelijkheden er nog zijn. Het onderzoek is afgerond. De rekenkamercommissie heeft daarbij een aantal aanbevelingen geformuleerd. Het onderzoeksrapport is in februari 2012 opiniërend en op 26 april 2012 besluitvormend door de raad behandeld. Daarbij zijn de aanbevelingen overgenomen. Ten aanzien van de aanbeveling over het inrichten van een bedrijfsmatige boekhouding is gesteld dat dit in het vervolgonderzoek wordt meegenomen. In 2012 is door een vervolgonderzoek uitvoering gegeven aan een motie van de raad. Hierin staat: 1. Onderzoek te doen naar de haalbaarheid van het nog verder verbeteren van de efficiëncy van WoldWerk; 2. Onderzoek te doen naar hoe WoldWerk meer werk van andere overheden, bedrijven of particulieren kan binnenhalen. Door Organisatiebureau Hoffman, Krul en Partners is het vervolgonderzoek gedaan. Hun bevindingen zijn beschreven in het rapport ‘WoldWerk, de volgende stappen’. Het rapport, inclusief de aanbevelingen, is besproken in het DT, MT, het college en de ondernemingsraad. Aansluitend heeft het college besloten ten behoeve van een doorontwikkeling van het bedrijfsvoeringniveau van WoldWerk, van ‘marktconform naar concurrerend’ de aanbevelingen in het rapport over te nemen. De uitkomsten van het onderzoek zijn in december 2012 aan de raad ter kennisname aangeboden. Omdat de oriëntatiefase heeft geduurd tot december 2012 moet de planning vanaf de voorbereidingsfase aangepast worden. Streven blijft het evaluatieplan op 31 december 2015 op te leveren. Huidige stand van zaken De basis voor de bedrijfsvoering is het intern bestek. De omvang van het bestek 2012 is met € 16.000 toegenomen ten opzichte van 2011. Ten opzichte van de GWW normbedragen is het totaal aan kostprijzen in 2012 in vergelijking met 2011 gedaald met 0,3% naar 19,0%. Dit is in geld € 6.000. Dit bedrag is aangewend voor bezuiniging op de uitvoeringskosten. Omschrijving
2012
2011
2010
% onder normkosten GWW
19,0%
18,7%
12,5%
Het resultaat Zoals uit de administratie blijkt zijn de voortbrengingskosten € 182.000 hoger dan de opbrengsten. Voornaamste oorzaak hiervan is dat bij de kostprijscalculatie en inschrijving geen c.q. onvoldoende rekening is gehouden met ziekte van personeel, een toenemende brandstofprijs en extra noodzakelijk onderhoud van enkele tractie-onderdelen. Bovendien was het vanuit het perspectief van de aannemer Woldwerk een ‘slechte’ winter: er hoefde maar zeer beperkt te worden uitgerukt. Het in financiële zin negatieve eindresultaat van 2012 heeft voor wat betreft de brandstofprijzen een structureel element van € 35.000 en is verder incidenteel van karakter. De éénmalige bate voor de opbrengst van de verkoop van afgeschreven duurzame goederen (€ 34.000) is afzonderlijk in het resultaat gepresenteerd.
pagina 75
JAARSTUKKEN 2012 Het (negatieve) resultaat over 2012 is daarmee: Omzet € 1.787.527 Kosten € 1.970.144 Exploitatieresultaat WoldWerk € Incidentele bate € Rekeningresultaat WoldWerk €
182.617 nadelig 34.814 147.803 nadelig
Het negatieve exploitatieresultaat is ontstaan doordat extra vervanging moest worden ingehuurd voor een drietal langdurig zieken. Daarnaast spelen oplopende brandstof- en onderhoudskosten tractie een rol. In de berekende kostprijzen is hiermee onvoldoende rekening gehouden. Verwerking groenafval (compostering) Ten aanzien van de exploitatieresultaten van de Composteerinrichting kan worden gemeld dat de verwerkingskosten per ton € 5,10 bedragen. In 2011 was dat € 5,89. Er is 9.000 ton meer verwerkt, waarvan 4.000 ton voor rekening is gekomen van de gemeente Hardenberg.
pagina 76
JAARSTUKKEN 2012
1.7.5
Financiering
In deze paragraaf komen de onderwerpen aan de orde die behoren tot het geldstromenbeleid van de gemeente. Dit zijn onder andere de financieringspositie, het kasbeheer en het risicobeheer (met name rente- en kredietrisico). Deze onderwerpen worden gerekend tot de treasuryfunctie van de gemeente. Treasury is het besturen en beheersen, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De treasuryfunctie heeft bij lagere overheden de laatste jaren sterk aan betekenis gewonnen, onder meer vanwege de inwerkingtreding van de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) en de ontwikkelingen op de Europese geld- en kapitaalmarkt. Meer concreet gaat het om financiering van het beleid tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden, het te allen tijde zorgen voor voldoende liquide middelen, waarbij een tijdelijk overschot tegen een zo hoog mogelijk rendement wordt belegd, en het daarbij afdekken van met name rente- en kredietrisico’s. De Wet Fido stelt regels voor het beheer van de treasury. De wet bevat normen voor het beheersen van risico’s op kort- en langlopende leningen. Voorts worden de decentrale overheden verplicht een treasurystatuut op te stellen en dienen gemeenten een treasuryparagraaf in de begroting en het jaarverslag op te nemen. De raad van de gemeente De Wolden heeft op 23 december 2005 het thans geldende Treasurystatuut 2005 vastgesteld. De in 2008 plaatsgevonden wijziging in de Wet Fido heeft geen gevolgen voor ons huidig treasurystatuut. Deze wijziging omvat met name het niet meer kunnen verstrekken van nieuwe hypothecaire geldleningen aan medewerkers en de renterisiconorm. Financieringspositie Reserves Verloop gedurende het jaar: Omschrijving
Bedrag
Stand 1 januari 2012
54.053.000
Toevoegingen
12.913.000
Onttrekkingen
-17.397.000
Jaarresultaat 2012
386.000
Stand per 31 december 2012
49.955.000
De gemeentelijke reserves en voorzieningen worden ingezet om de gemeentelijke investeringen te financieren. Hierdoor hoeven we minder een beroep te doen op de kapitaalmarkt. Opgenomen langlopende geldleningen Verloop gedurende het jaar: Omschrijving
Bedrag
Stand 1 januari 2012
11.211.417
Nieuwe leningen
0
Reguliere aflossingen
-744.873
Vervroegde aflossingen
0
Stand per 31 december 2012
10.466.544
Het gemiddelde rentepercentage over deze leningen bedraagt 4,70%. De berekening van de kapitaalbehoefte per 1 januari 2012
Bedrag
Totaal geïnvesteerd bedrag
59.187.560
- Reserves en voorzieningen
54.053.146
- Geldleningen
11.211.417
Financieringsoverschot
65.264.563 6.077.003
pagina 77
JAARSTUKKEN 2012
De berekening van de kapitaalbehoefte per 31 december 2012
Bedrag
Totaal geïnvesteerd bedrag
53.584.400
- Reserves en voorzieningen
49.955.337
- Geldleningen
10.466.544
Financieringsoverschot
60.421.881 6.837.481
De toename van het financieringsoverschot op 31 december 2012 ten € 760.478 is ontstaan door: + Afschrijvingen en mutaties investeringen Aflossing langlopende geldleningen -/-/ Mutaties reserves en voorzieningen Rekeningresultaat 2012 (voordelig) + Totaal
opzichte van 1 januari 2012 met € € € € €
5.603.000 745.000 4.484.000 386.000 760.000
Liquiditeitsplanning In 2012 is de periodieke treasury verslaglegging niet uitgevoerd. Momenteel zijn wij in overleg met de accountant over een andere wijze van presentatie van de liquiditeitenraming en het treasuryverslag. Zodra daar meer duidelijkheid is over de wijze van presentatie gaan we weer viermaandelijks een rapportage maken. In het jaarverslag 2012 is de verplichte berekening van de berekening van de ruimte onder het kasgeldlimiet wel uitgevoerd. Deze ruimte is € 8.286.000 en voldoet daarmee ruimschoots aan de gestelde criteria. Kasbeheer Het liquiditeitsgebruik wordt beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en op de liquiditeitsplanning af te stemmen. Hierdoor wordt er op toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig worden nagekomen. Het betalingsverkeer wordt grotendeels uitgevoerd via de NV Bank Nederlandse Gemeenten. De in 2012 ontstane kortlopende middelen hebben wij bij diverse banken op een spaarrekening tijdelijk uitgezet. Hierbij hebben wij ons gehouden aan de in de Wet Fido gestelde voorwaarden. Risicobeheer Met betrekking tot het risicobeheer geldt dat de gemeente het verstrekken van leningen of garanties en het aangaan van financiële participaties uitsluitend doet uit hoofde van de publieke taak. Bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële participaties uit hoofde van de publieke taak bedingt het college zoveel mogelijk zekerheden. Het college motiveert in zijn besluit het openbaar belang van dergelijke uitzettingen van middelen, verstrekkingen van garanties en financiële participaties. Koersrisicobeheer De koersrisico’s van de gemeente De Wolden zijn niet aanwezig omdat uitsluitend overtollige middelen zijn uitgezet in vastrentende waarden, zoals deposito's en spaarrekeningen. Door afstemming van de looptijden op de liquiditeitsplanning kunnen deze in principe tot het einde van de looptijd worden aangehouden. Vastrentende waarden garanderen dat op de einddatum de nominale waarde wordt uitgekeerd. Op deze einddatum is dus geen sprake van koersrisico's. Renterisico’s Renterisico’s kunnen worden onderscheiden in het renterisico op korte termijn (in Wet Fido termen: vlottende schuld) en het renterisico op lange termijn (in Wet Fido termen: vaste schuld, ofwel met een looptijd van één jaar of langer). Renterisico vaste schuld (renterisiconorm) Van renterisico is sprake indien er onzekerheid bestaat rond toekomstige renteniveaus. Deze situatie doet zich op de volgende momenten voor: Bij variabel rentende leningen; Indien een toekomstige financieringsbehoefte nog niet afgedekt is; Bij naderende aanpassingen van leningen.
pagina 78
JAARSTUKKEN 2012 Ook voor renterisico’s is in de Wet Fido een norm gesteld. Deze norm, de renterisiconorm, bedraagt thans 20% van het begrotingstotaal. Met andere woorden: de Wet Fido acht het renterisico aanvaardbaar in de tijd gespreid indien in een bepaald jaar niet meer dan 20% van het begrotingstotaal aan renteaanpassing onderhevig is. Het doel van deze norm is het vermijden van grote fluctuaties in de rentelasten, welke consequenties kunnen hebben voor de financiële positie. Aldus bevordert de Wet Fido een solide financieringswijze bij openbare lichamen. De wet beoogt hiermee een bijdrage te leveren aan een uitstekende kredietwaardigheid van openbare lichamen op de (inter)nationale kapitaalmarkt. Berekening renterisiconorm en renterisico’s van de vaste schuld (Bedragen x € 1.000) Renterisico op vaste schuld
2012
2013
2014
2015
Berekening renterisiconorm 1. Renteherzieningen op vaste opgenomen leningen 2. Aflossingen op opgenomen vaste schulden
745
745
745
3. Renterisico (1 + 2)
745
745
745
745 745
4. Renterisiconorm (zie berekening hieronder)
8.929
8.980
9.130
9.097
5. a. Ruimte onder renterisiconorm
8.184
8.235
8.385
8.352
45487
b. Overschrijding renterisiconorm Berekening renterisiconorm 4. a. Begrotingstotaal in het begrotingsjaar
44.645
44902
45651
b. Percentage regeling
20%
20%
20%
20%
Bedrag renterisiconorm
8.929
8.980
9.130
9.097
Er wordt derhalve ruimschoots voldaan aan de geldende criteria. Renterisico kortlopende financiering (kasgeldlimiet) Een belangrijk uitgangspunt van de Wet Fido is het vermijden van grote fluctuaties in de rentelasten van openbare lichamen. Om een grens te stellen aan kortlopende financiering is in de Wet Fido de kasgeldlimiet opgenomen. De kasgeldlimiet wordt bepaald door het begrotingstotaal bij aanvang van het dienstjaar te vermenigvuldigen met een bij ministeriele regeling vastgesteld percentage van 8,5%. Bij overschrijding van de kasgeldlimiet moet een vaste geldlening worden aangetrokken. Berekening liquiditeitspositie in relatie tot de kasgeldlimiet (bedragen x € 1.000)
Vlottende schuld
Vlottende middelen
Netto vlottende schuld (+) of overschot middelen (-)
Per 1 januari
4.154
-4.154
Per 1 april
4.692
-4.692
Per 1 juli
1.761
-1761
Per 1 oktober
6.565
-6.565
Per 31 december
5.283
-5.283
Gemiddeld
4.491
-4.491
Kasgeldlimiet Begrotingstotaal per begin jaar
44.645
Percentage regeling
8.5 %
Bedrag kasgeldlimiet
3.795
Liquiditeitsruimte Ruimte onder de kasgeldlimiet
8.286
Overschrijding van de kasgeldlimiet
Kredietrisico’s De gemeente heeft in beperkte mate te maken hebben met kredietrisico. Deze hebben onder andere betrekking op de uitzettingen in het kader van de publieke taak. Een overzicht:
pagina 79
JAARSTUKKEN 2012
Risicogroep (verstrekte geldleningen x € 1.000)
Restant schuld
Met/zonder (hypothecaire) zekerheid
% van het totaal
Leningen aan nutsbedrijven
1.341
17
Hypotheek verstrekking aan ambtenaren
6.415
81
196
2
7.952
100
Overige leningen Totaal
zonder met zonder
De verstrekte langlopende leningen betreffen voornamelijk leningen, verstrekt aan de Bank Nederlandse Gemeenten (belegging verkoopopbrengsten aandelen) en aan ambtenaren. Het risico, dat de gemeente loopt, kan als minimaal worden beschouwd. Valutarisico’s Valutarisico’s zijn niet aan de orde omdat er niet met vreemd geld (niet Euro’s) wordt gefinancierd. Externe ontwikkelingen op de geldmarkt Een belangrijke rol bij het uitvoeren van het treasurybeleid is het (verwachte en werkelijke) verloop van de rente. De gemeente De Wolden stelt haar rentevisie op aan de hand van tenminste twee gerenommeerde instellingen. Het algemene tarief voor een debetstand in rekening courant is in het jaar 2012 gedaald van 3,35% naar 3,25%. De rentetarieven voor het uitzetten van overtollige middelen (deposito’s) vertoonden in 2012 een dalende lijn. Voor een driemaands deposito daalde de rente van 0,22% op 1 januari 2012 naar 0,18% op 31 december 2012 (tarieven B.N.G.). In de loop van het jaar zijn de overtollige middelen op dagelijks opvraagbare spaarrekeningen gezet. Dit leverde een hogere rente op dan uitzettingen op deposito’s.
pagina 80
JAARSTUKKEN 2012
1.7.6
Verbonden partijen
Inleiding De paragraaf verbonden partijen is hier opgenomen omdat de relaties die gemeenten hebben met andere partijen, zoals NV’s, BV’s, gemeenschappelijke regelingen, VOF’s, stichtingen, verenigingen en commanditaire vennootschappen sterk zijn toegenomen het laatste decennium. De behoefte aan inzicht in deze relaties is gestegen, evenals de behoefte aan een duidelijk onderscheid. Verbonden partijen zijn gedefinieerd als die partijen waarin gemeenten zowel een bestuurlijk als financieel belang hebben. Een financieel belang houdt in dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die ze kwijt is in geval van faillissement. Voorts heeft de gemeente een financieel belang indien financiële problemen bij de verbonden partij kunnen worden verhaald op de gemeente. Een bestuurlijk belang betekent dat de gemeente op enigerlei wijze zeggenschap heeft, hetzij omdat de gemeente een zetel in het bestuur heeft, hetzij omdat ze mee kan stemmen. Conform bovengenoemde definiëring zijn participaties in NV’s, BV’s, VOF’s, commanditaire vennootschappen en gemeenschappelijke regelingen verbonden partijen. Ook stichtingen en verenigingen kunnen onder de verbonden partijen vallen, indien de gemeente een zetel in het bestuur heeft en financiële risico’s loopt. Een stichting of vereniging die jaarlijks subsidie krijgt, maar waaraan geen andere financiële verplichtingen zitten met een juridische afdwingbaarheid door derden is geen verbonden partij. Deelnemingen maken deel uit van de verbonden partijen. Het zijn die verbonden partijen, waarbij de gemeente aandelen in een NV of BV heeft. Oprichting van en deelneming in verbonden partijen Het college heeft vele bevoegdheden die geregeld zijn in de Gemeentewet. Eén daarvan (artikel 160 Gemeentewet) is dat het college besluiten mag nemen met betrekking tot de oprichting van en de deelnemingen in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang. Het besluit mag niet eerder worden genomen, nadat het ontwerpbesluit aan de raad is toegezonden en zij hun wensen en bedenkingen kenbaar hebben kunnen maken aan het college. Tevens moet het besluit de goedkeuring krijgen van gedeputeerde staten. Zij kunnen alleen hun goedkeuring weigeren indien het besluit in strijd is met het recht of het algemeen belang. Voorschriften ‘Besluit Begroting en Verantwoording’ In het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) is in art. 9 lid 2 sub f bepaald, dat in de begroting in een afzonderlijke paragraaf de beleidslijnen worden vastgelegd met betrekking tot de verbonden partijen. Volgens art. 15 BBV bevat de paragraaf de volgende elementen: de visie op verbonden partijen in relatie tot de uitvoering van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting; de beleidsvoornemens omtrent de verbonden partijen. Van verbonden partijen is in artikel 5 van het BBV bepaald dat deze niet worden geconsolideerd in de begroting c.q. het jaarverslag van de gemeente. In de uitvoeringsinformatie bij de productenrealisatie (jaarrekening) dient overeenkomstig artikel 67 en 69 BBV achtergrondinformatie verstrekt te worden over de betreffende verbonden partijen. Algemeen kan gesteld worden dat de relaties tussen verbonden partijen en het publieke belang, zoals geconcretiseerd in de programma’s in hoofdlijnen worden aangegeven. Doelstelling De gemeente is vrij in haar keuze hoe een taak zal worden uitgevoerd. De gemeente kan een subsidie verstrekken, haar taak zelf uitvoeren of dit laten uitvoeren door een verbonden partij. Een reden bij deze keuze van uitvoering kan gelegen zijn in doelmatigheid, doeltreffendheid en/ of bestuurlijke krachtenbundeling. Verbonden partijen, waaronder ook Publiek-Private-Samenwerking (PPS) constructies en gemeenschappelijke regelingen, worden in toenemende mate ingezet om op efficiënte wijze maatschappelijk beoogde doelen te realiseren. Verbonden partijen gemeente De Wolden Verbonden partijen van de gemeente De Wolden kunnen als volgt worden ingedeeld: Gemeenschappelijke Regelingen. De gemeenteraad van twee of meer gemeenten kunnen een gemeenschappelijke regeling treffen ter behartiging van één of meer belangen van die gemeenten. Deelnemingen. Vanuit het oogpunt van het behartigen van het publieke belang is de gemeente geheel of gedeeltelijk in het bezit van de aandelen van een aantal vennootschappen. Stichtingen, verenigingen, BV’s of NV’s. Het college kan, de raad gehoord hebbende, besluiten deel te nemen in een stichting, vereniging, BV of NV.
pagina 81
JAARSTUKKEN 2012 -
PPS-constructies. Publiek private samenwerking is een middel om bepaalde beleidsdoeleinden te realiseren. De samenwerking met marktpartijen moet een meerwaarde opleveren. Meerwaarde in de vorm van het benutten van kennis en expertise van andere partijen en het spreiden van risico’s kan leiden tot efficiëntere uitvoering van plannen en projecten.
Voor de raad is informatie over de verbonden partijen van belang omdat de partijen taken uitvoeren die in het verlengde van de gemeentelijke doelstellingen liggen (bijvoorbeeld brandweer). Hieronder vindt u in tabelvorm de uitwerkingen die per verbonden partij worden weergegeven. In de tabel wordt vermeld: de ondernemingsvorm van de verbonden partij, de visie in relatie tot doelstellingen, de beleidsvoornemens, het financieel belang, de zeggenschap, ontwikkelingen binnen de verbonden partij en een mogelijkheid voor een algemene opmerking. Ter verduidelijking van wat onder bepaalde begrippen moet worden verstaan, volgt hieronder een uitleg van: de visie in relatie tot doelstellingen, de beleidsvoornemens, zeggenschap en de ontwikkelingen. De visie op verbonden partijen in relatie tot de uitvoering van de doelstellingen die Visie: zijn opgenomen in de begroting (openbaar belang). Beleid: De beleidsvoornemens omtrent de verbonden partijen. Zeggenschap: De vertegenwoordiging vanuit de gemeente in de gemeenschappelijke regeling. Nieuwe/ huidige ontwikkelen die zich voordoen binnen de gemeenschappelijke regeling. Ontwikkelingen: Grip op Gemeenschappelijke Regelingen Bij de Kadernota 2009 heeft u een werkwijze bepaald hoe om te gaan met gemeenschappelijke regelingen. De kern is dat de gemeenschappelijke regelingen inhaken op het gemeentelijke proces van vaststelling kadernota (voorjaarsnota) in juni en de (meerjaren)begroting in november. Met andere woorden beleidsintenties van gemeenschappelijke regelingen worden dan in het voorjaar in de raad besproken, en vervolgens afgewogen bij de behandeling van de kadernota. Vervolgens weet het college met welk mandaat zij de begroting van de betreffende gemeenschappelijke regelingen kunnen vaststellen. In 2013 zal deze werkwijze worden geëvalueerd, eerst met intern betrokkenen en vervolgens met de partners op de schaal van Drenthe. Indien een verbonden partij een hoog risico vormt voor de gemeente, zal hierover nader worden gerapporteerd in de paragraaf Weerstandsvermogen. Er zal aangegeven worden waarom sprake is van een verhoogd risico en welke financiële kengetallen van toepassing zijn voor deze verbonden partij. Op dit moment is de inschatting dat alleen het werkvoorzieningschap Alescon te Assen een verhoogd risico met zich meebrengt. Werkvoorzieningschap Alescon te Hoogeveen Ondernemingsvorm
Gemeenschappelijke regeling
Visie/doelstellingen (openbaar belang)
Met ingang van 2008 is de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) gemoderniseerd. De regie over de Wsw is overgedragen aan de gemeenten, zodat gemeenten meer dan ooit verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de Wsw. Voor de gemeente betekent de modernisering een herbezinning op haar positie en de noodzaak tot het blijvend formuleren van eigen beleid in samenspraak met de overige deelnemende gemeenten.
Beleidsvoornemens
De gemeente De Wolden is deelnemer aan twee verschillende gemeenschappelijke regelingen. De Wolden is in de gemeenschappelijke regeling Alescon deelnemer zonder bevoegdheden en verplichtingen uit de Wsw over te dragen. Onze gemeente heeft wel stemrecht. De financiële risico’s worden verdeeld op basis van het aantal SE per gemeente, die werkzaam zijn bij Alescon. Met het werkvoorzieningschap zijn afspraken gemaakt d.m.v.: 1. De Gemeenschappelijke regeling (2008) 2. Notitie “Modernisering van de Wet Sociale Werkvoorziening april 2008” (2009-2014) 3. De raamovereenkomst 2009-2014 4. De uitvoeringsovereenkomst 2011-2012 5. De uitvoeringsovereenkomst 2013-2014 De gemeenten ontvangen een rijksbudget gerelateerd aan het aantal deelnemers van De Wolden binnen het werkvoorzieningschap Alescon. In de afgelopen jaren is het niet mogelijk gebleken voor Alescon om de Wsw kostendekkend uit te voeren. Dit leidde tot een extra bijdrage die bij de begroting en/of de jaarrekening door gemeenteraden beschikbaar werd gesteld, nadat het eigen vermogen van Alescon daarvoor eerst werd aangewend en het nulpunt bereikte. Op basis van de huidige financieringssystematiek en de forse bezuinigingen op
pagina 82
JAARSTUKKEN 2012 het WSW budget dreigt het exploitatietekort in de komende jaren groter te worden. Deelnemende gemeenten w.o. De Wolden zullen voor extra gemeentelijke bijdragen komen te staan. In het kader van de Participatiewet welke – naar verwachting – per 1-1-2014 wordt ingevoerd zal de visie op WSW wijzigen. De Gemeente De Wolden zal in de loop van 2013 – na publicatie van de (concept)wettekst - haar visie formuleren. Financieel belang
De bijdrage van De Wolden aan Alescon voor het jaar 2012 is begroot op € 120.000. Uiteindelijk is in 2012 inclusief verrekeningen van voorgaande jaren, € 101.844 voldaan aan Alescon.
Zeggenschap
Gemeente De Wolden wordt vertegenwoordigd in het algemeen en dagelijks bestuur door mevrouw M. Pauwels-Paauw (wethouder). Vervanging vindt plaats door de heer H. Lammers (wethouder).
Gemeentelijk contactpersoon
Afdeling Samenleving, de heer Fred Borchers.
Werkvoorzieningschap Reestmond te Meppel Ondernemingsvorm
Gemeenschappelijke regeling
Visie/doelstellingen (openbaar belang)
Met ingang van 2008 is de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) gemoderniseerd. De regie over de Wsw is overgedragen aan de gemeenten, zodat gemeenten meer dan ooit verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de Wsw. Voor de gemeente betekent de modernisering een her-bezinning op haar positie en de noodzaak tot het blijvend formuleren van eigen beleid in samenspraak met de overige deelnemende gemeenten.
Beleidsvoornemens
De gemeente De Wolden heeft met Reestmond en Alescon een gemeenschappelijke regeling op het beleidsterrein sociale werkvoorziening. Het werkvoorzieningschap Reestmond is aangewezen als schap, waaraan het gemeentebestuur van De Wolden ingaande het jaar 2000 haar taken integraal heeft overgedragen. Met andere woorden is de beleidsnotitie van het werkvoorzieningschap Reestmond van belang voor de uitvoering van de Wsw binnen De Wolden. Met 1. 2. 3.
Reestmond zijn afspraken gemaakt over onder andere: Uitvoeringszaken van het wetsvoorstel voor de gemeenten; Het beheren van de wachtlijst (overdracht van taakstelling); Gemeenschappelijke regeling onderdeel te maken van de gemeentelijke planning- en controlcyclus.
Op basis van de huidige financieringssystematiek en de forse bezuinigingen op het WSW budget dreigt het exploitatietekort in de komende jaren groter te worden. Deelnemende gemeenten w.o. De Wolden zullen voor extra gemeentelijke bijdragen komen te staan. In het kader van de Participatiewet welke – naar verwachting – per 1-1-2014 wordt ingevoerd zal de visie op WSW wijzigen. De gemeente De Wolden zal in de loop van 2013 – na publicatie van de (concept)wettekst - haar visie formuleren. Financieel belang
De gemeenten ontvangen tot 2014 een Rijksbudget gerelateerd aan het aantal deelnemers van De Wolden binnen het werkvoorzieningschap Reestmond. De laatste jaren is het Reestmond niet gelukt de WSW-kostendekkend uit te voeren. Tot 2010 kon Reestmond dit tekort nog dekken uit eigen reserves. Sinds 2011 is er sprake van een (extra) gemeentelijke bijdrage in de exploitatie van de gemeenschappelijke regeling. In 2012 werd uitgegaan van een gemeentelijke bijdrage van € 150.000. De uiteindelijke bijdrage kwam uit op € 191.449. De overschrijding is mede veroorzaakt door een verrekening van voorgaande jaren. Het aandeel van de gemeente De Wolden is globaal 14%.
Zeggenschap
Gemeente De Wolden wordt vertegenwoordigd in het algemeen bestuur door mevrouw M. Pauwels (wethouder) en de heer H. Lammers (wethouder). Mevrouw M. Pauwels-Paauw is ook lid van het dagelijks bestuur. Plaatsvervangende leden zijn de heer R. de Groot (burgemeester) en de heer J. ten Kate (wethouder).
Gemeentelijk contactpersoon
Afdeling Samenleving, de heer Fred Borchers.
pagina 83
JAARSTUKKEN 2012 Gemeentelijke Gezondheidsdienst Drenthe te Assen Ondernemingsvorm
Gemeenschappelijke regeling
Visie/doelstellingen (openbaar belang)
Samenwerkingsverband tussen alle 12 Drentse gemeenten, middels het uitvoeren van regelingen met betrekking tot het gebied van de volksgezondheid en het beheren van het fonds gezondheidszorg.
Beleidsvoornemens
De GGD Drenthe is een organisatie op het brede terrein van openbare gemeentelijke gezondheidszorg voor de 12 Drentse gemeenten. En heeft zowel beleidsadviserende als beleidsuitvoerende taken. De wettelijke basis van de GGD wordt gevormd door de Wet Publieke Gezondheid (wet PG). Doel van deze wet is gezondheidsbescherming, gezondheidsbevordering en ziektepreventie. Voor de uitvoering van haar taken werkt de GGD intensief samen met een groot scala aan ketenpartners, zoals: netwerk met zorgaanbieders in de gezondheidszorg en jeugdzorg, maatschappelijke en sociale dienstverleners, bureau jeugdzorg, onderwijs, onderzoeksinstituten, RIVM, GGD NL, politie, provincie en gemeenten. De wet PG verplicht de gemeenteraad tot het bevorderen van de totstandkoming en de continuïteit van collectieve preventie en tevens de samenhang en afstemming met de curatieve sector. Voor de behartiging van de bevorderings- en uitvoeringstaken moet de gemeente een gemeentelijke gezondheidsdienst instellen en in stand houden. De wet schrijft voor dat de gemeentelijke gezondheidsdienst beschikt over deskundigen op het gebied van infectieziektebestrijding, epidemiologie, verpleegkunde, gezondheidsbevordering, tandzorg, gedragwetenschappen en informatica. De GGD voert tevens werkzaamheden uit op het gebied van de wet op de lijkbezorging en wettelijke inspecties van kinderdagverblijven, peuterspeelzalen, prostitutiebedrijven en tatoo & piercing shops. Tevens zijn er activiteiten ten behoeve van derden zoals reizigersvaccinaties, vaccinaties van risicogroepen, forensische geneeskunde voor politie en justitie, coördinatie van de openbare geestelijke gezondheidszorg en de aanpak van huiselijk geweld, medisch onderzoek bij onderbewindstelling, etc.
Financieel belang
De financiële bijdrage vanuit De Wolden was begroot op € 478.372. De werkelijke bijdrage was overeenkomstig de raming en is verdeeld over de Algemene Gezondheidszorg € 182.281, Jeugdgezondheidszorg € 265.483, en logopedie € 30.608.
Zeggenschap
Gemeente De Wolden wordt vertegenwoordigd in het algemeen en dagelijks bestuur door mevrouw M. Pauwels-Paauw (wethouder). Plaatsvervangend lid is de heer H. Lammers (wethouder).
Ontwikkelingen/overige opmerkingen
De beleidsuitgangspunten en -intenties zijn vastgelegd in een meerjaren beleidsnota. Op basis van onderzoek heeft de Inspectie voor de Volksgezondheid een aantal tekortkomingen in de bedrijfsvoering van de GGd Drenthe geconstateerd. Bij de begrotingsvaststelling 2009-2012 heeft de gemeenteraad besloten de noodzakelijke kwaliteitsstap AGZ (algemene gezondheidszorg), zoals ook door de inspectie voor de gezondheidszorg (IGZ) in 3 stappen aangegeven. Alle tekortkomingen zijn inmiddels weggewerkt. De gemeente De Wolden is voor Drenthe aangewezen als pilot gemeente voor het opstellen van een integrale nota WMO/VGZ. Deze is in de vergadering van december 2011 vastgesteld door de gemeenteraad. In 2012 hebben 8 van 12 gemeenten besloten de jeugdgezondheidszorg van 0-4 jaar bij de GGD onder te brengen. Vier gemeenten hebben besloten de jeugdgezondheidszorg van 0-4 jaar bij Icare te laten. Het jaar 2013 wordt gebruikt voor de voorbereiding om de i-JGZ voor de acht gemeenten vanaf 2014 van start te kunnen laten gaan.
Gemeentelijk contactpersoon
Afdeling Samenleving, de heer Geert Tijms.
Veiligheidsregio Drenthe te Assen Ondernemingsvorm
Gemeenschappelijke regeling
Visie/doelstellingen (openbaar belang)
De Veiligheidsregio Drenthe betreft een gemeenschappelijke regeling waaraan alle 12 Drentse gemeenten deelnemen. Deze regeling heeft als doel het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van brandweerzorg, de rampenbestrijding en de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen. Ook het medeontwerpen, beheren en uitvoeren van rampenplannen behoren hiertoe. Tevens vindt er administratieve en juridische beleidsadvisering aan het college van B&W plaats over het functioneren van de brandweer.
pagina 84
JAARSTUKKEN 2012 Beleidsvoornemens
Multidisciplinair verbeteren Rampenbestrijding naar aanleiding van het in 2009 opgestelde verbeterplan. Doorontwikkelen regionale brandweerzorg.
Financieel belang (
De financiële bijdrage van de gemeente De Wolden bedroeg in 2012 € 153.787. Hierin is naast de compensabele b.t.w. ook een voordelige afrekening over 2011 verwerkt ter grootte van € 12.014.
Zeggenschap
Gemeente De Wolden wordt vertegenwoordigd door de heer R.T. de Groot (burgemeester). Plaatsvervangend lid is de heer J. ten Kate (1e locoburgemeester).
Ontwikkelingen/overige opmerkingen
De Veiligheidsregio heeft aan de provincie uitstel gevraagd voor het toezenden va de begroting 2014 omdat de vorming van de nieuwe organisatie hiervoor meer voorbereidingstijd vraagt.
Gemeentelijk contactpersoon
Afdeling Concern, de heer Martin Nanninga.
Recreatieschap Drenthe te Diever Ondernemingsvorm
Gemeenschappelijke regeling
Visie/doelstellingen (openbaar belang)
Op een effectieve en efficiënte wijze bijdragen aan vernieuwing en stimulering van recreatie en toerisme als belangrijke economische sectoren in Drenthe. Het Recreatieschap ondersteunt gemeentelijk beleid door zich te richten op coördinatie (o.a. subsidies), belangenbehartiging, proces- en projectmanagement, advisering, beleid en beheer.
Beleidsvoornemens
Het betreft hier een regeling die niet wettelijk is voorgeschreven. De doelstellingen zijn direct te koppelen met de toekomstvisie van de Wolden en het collegeprogramma. Zonder schroom kan gesteld worden dat het Recreatieschap een zeer efficiënt samenwerkingsverband is. Projecten voor 2012 zijn o.a.: Bestemming Zuidwest Drenthe, Reestdal fase 2, ontwikkeling vaarrecreatieve voorzieningen, Onderzoek kwaliteit fietspaden en afstemming met Tourist Info Drenthe, Marketing Drenthe en andere samenwerkingspartners.
Financieel belang
De financiële bijdrage vanuit De Wolden bedraagt voor 2012 € 54.009 en voor 2013 € 51.673. De verlaging komt door de bezuiniging van minimaal 5% op verzoek van de VDG aan alle Gemeenschappelijke Regelingen. De bezuiniging komt ten laste van het Projectenfonds van het Recreatieschap.
Zeggenschap
Het algemeen bestuur bestaat uit 13 wethouders van de aangesloten gemeenten. De gemeente De Wolden wordt in het algemeen bestuur vertegenwoordigd door de heer H. Lammers (wethouder). Plaatsvervangend lid is mevrouw M. Pauwels-Paauw (wethouder).
Gemeentelijk contactpersoon
Afdeling Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ontwikkeling en Milieu, Ingeborg de Groot.
Stichting Drentse Bedrijvenlocaties te Meppel Ondernemingsvorm
Stichting
Visie/doelstellingen (openbaar belang)
Stimuleren van economische activiteiten en het versterken en verder ontwikkelen van de sociaal-economische structuur Drenthe en dus ook de gemeente De Wolden.
Beleidsvoornemens
Het betreft hier een regeling die niet wettelijk is voorgeschreven. De Wolden profiteert van projecten voor de vrijetijdseconomie. De gemeente profiteert indirect van meer grootschalige economische projecten in buurgemeenten en ook van het project Healthy Ageing Network waarin Noord-Nederland internationaal wordt geprofileerd als kennisregio voor gezond ouder worden.
Financieel belang
De financiële bijdrage vanuit De Wolden bedraagt voor 2012 € 1.631.
Zeggenschap
Gemeente De Wolden wordt vertegenwoordigd door de heer J. ten Kate (wethouder). Plaatsvervangend lid is mevrouw M. Pauwels-Paauw (wethouder).
Gemeentelijk contactpersoon
Afdeling Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ontwikkeling en Milieu, Jeannette Los.
pagina 85
JAARSTUKKEN 2012 Enexis Holding N.V. te Rosmalen Ondernemingsvorm
Naamloze Vennootschap
Visie/doelstellingen (openbaar belang)
Als gevolg van de invoering van de Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON) in Nederland is Essent per 30 juni 2009 gesplitst in een Netwerkbedrijf en een Productie- en Leveringbedrijf. De vennootschap heeft ten doel: a. het (doen) distribueren en het doen transporteren van energie, zoals elektriciteit, gas, warmte en (warm) water; b. het in stand houden, (doen) beheren, (doen) exploiteren en (doen) uitbreiden van distributie en transportnetten in relatie tot energie; c. het doen uitvoeren van alle taken die ingevolge de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet zijn toebedeeld aan een netbeheerder zoals daarin bedoeld; d. het binnen de wettelijke grenzen ontplooien van andere operationele en ondersteunende activiteiten.
Beleidsvoornemens
De provincies en gemeenten trachten met hun aandeelhouderschap de publieke belangen te behartigen.
Financieel belang
De gemeente bezit 129.325 aandelen op een totaal van 149.682.196 aandelen (0,0864%). De aandelen zijn gewaardeerd op een bedrag van € 37.000 (62% oude aandelen Essent). In 2012 is de dividenduitkering van € 99.000 over 2011 verantwoord.
Zeggenschap
Gemeente De Wolden wordt door de heer R.T. de Groot (burgemeester) in de aandeelhoudersvergadering vertegenwoordigd.
Ontwikkelingen/ overige opmerkingen
Het beleid van Enexis ondersteunt de transitie van een meer duurzame energievoorziening.
Gemeentelijk contactpersoon
Afdeling Concern, taakveld Financiën, de heer Frans de Vries.
Vordering op Enexis B.V. te ‘s-Hertogenbosch Ondernemingsvorm
Besloten Vennootschap
Visie/doelstellingen (openbaar belang)
Deze vennootschap is in het leven geroepen om de Aandeelhouderslening aan Enexis doelmatig en efficiënt te kunnen beheren. Deze lening is ontstaan bij de interne verkoop van de gas- en elektriciteitsdistributienetwerken van Essent.
Beleidsvoornemens
-
Financieel belang
De gemeente bezit 1.728 aandelen op een totaal van 2.000.000 aandelen (0,0864%). Aan Enexis Holding NV is een lening verstrekt van € 1.555.000. Dit bedrag wordt gefaseerd afgelost in 2012, 2014, 2016 en 2019. De komende jaren wordt rente ontvangen over het niet afgeloste deel. In de meerjarencijfers 2012-2015 van De Wolden is hiermee reeds rekening gehouden.
Zeggenschap
Gemeente De Wolden wordt door de heer R.T. de Groot (burgemeester) in de aandeelhoudersvergadering vertegenwoordigd.
Ontwikkelingen/ overige opmerkingen
-
Gemeentelijk contactpersoon
Afdeling Concern, taakveld Financiën, de heer Frans de Vries.
Verkoop Vennootschap B.V. te ‘s-Hertogenbosch Ondernemingsvorm
Besloten Vennootschap
Visie/doelstellingen (openbaar belang)
Deze vennootschap is in het leven geroepen voor een efficiënte afwikkeling van de rechten en verplichtingen van de Verkopende Aandeelhouders. Ter verzekering van de betaling van eventuele schadeclaims heeft RWE bedongen dat een deel van de verkoopopbrengst door de Verkopende Aandeelhouders gedurende een bepaalde tijd op een aparte bankrekening zal worden aangehouden, een zogenaamde escrow-rekening.
Beleidsvoornemens
N.v.t.
Financieel belang
De gemeente bezit 1.728 aandelen op een totaal van 2.000.000 aandelen (0,0864%). Onze gemeente had een bedrag van € 691.200 op deze escrow-rekening staan. In 2011 is de helft van de escrow afgerekend met de aandeelhouders. Jaarlijks wordt een bescheiden rentevergoeding uitgekeerd. Een eventueel overschot komt op het einde geheel ten goede aan de aandeelhouders. In 2012 is een éénmalige agio uitgekeerd van € 4.000.
pagina 86
JAARSTUKKEN 2012 Zeggenschap
Gemeente De Wolden wordt door de heer R.T. de Groot (burgemeester) in de aandeelhoudersvergadering vertegenwoordigd.
Ontwikkelingen/ overige opmerkingen
De looptijd van deze B.V. is afhankelijk van de periode dat claims onder deze escrow kunnen worden ingediend en afgewikkeld.
Gemeentelijk contactpersoon
Afdeling Concern, taakveld Financiën, de heer Frans de Vries.
Attero Holding N.V. (voorheen Essent Milieu) te ‘s-Hertogenbosch Ondernemingsvorm
Naamloze Vennootschap
Visie/doelstellingen (openbaar belang)
Attero Holding N.V. heeft ten doel het deelnemen in vennootschappen die werkzaam zijn op het gebied van de afvalverwijdering en –verwerking, recycling/verwerking en het geschikt maken van afval tot producten voor hergebruik en energieopwekking.
Beleidsvoornemens
-
Financieel belang
De gemeente bezit 129.325 aandelen op een totaal van 149.682.196 aandelen (0,0864%). Voorheen maakte het onderdeel uit van Essent N.V. De aandelen zijn gewaardeerd op een bedrag van € 7.000 (12% oude aandelen Essent). In 2012 is een dividenduitkering ontvangen van € 7.087 over 2011. Voor 2013 wordt hierin geen verandering verwacht.
Zeggenschap
Gemeente De Wolden wordt door de heer R.T. de Groot (burgemeester) in de aandeelhoudersvergadering vertegenwoordigd.
Ontwikkelingen/ overige opmerkingen
Op 18 juni 2010 is het dividendbeleid vastgesteld. Dit is een onderdeel van de herijking strategie van Attero. Per jaar geldt een gegarandeerde dividenduitkering van minimaal € 7,5 miljoen. Voor De Wolden betekent dit een jaarlijkse dividenduitkering van tenminste € 6.480.
Gemeentelijk contactpersoon
Afdeling Concern, taakveld Financiën, de heer Frans de Vries.
CBL Vennootschap B.V. (Cross Border Leases) te ‘s-Hertogenbosch Ondernemingsvorm
Besloten Vennootschap
Visie/doelstellingen (openbaar belang)
De functie van CBL Vennootschap is dat zij de Verkopende Aandeelhouders zal vertegenwoordigen als medebeheerder aan het CBL Fonds, naast RWE, Enexis en Essent. Zij vertegenwoordigt de aandeelhouders in eventuele andere relevante Cross Border Leases aangelegenheden en fondsen.
Beleidsvoornemens
N.v.t.
Financieel belang
De gemeente bezit 1.728 aandelen op een totaal van 2.000.000 aandelen (0,0864%). Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap. In ons geval een bedrag van € 17.
Zeggenschap
De gemeente De Wolden wordt door de heer R.T. de Groot (burgemeester) in de aandeelhoudersvergadering vertegenwoordigd.
Ontwikkelingen/ overige opmerkingen
De looptijd van deze B.V. is afhankelijk van de doorlooptijd van de nog openstaande CBL contracten en de claims die onder deze escrow kunnen worden ingediend en afgewikkeld. Op het beheerde geld zal een rentevergoeding worden toegevoegd aan de reserve van deze BV. Een eventueel overschot in het CBL-fonds komt op het einde voor 50% ten goede aan de Verkopende aandeelhouders.
Gemeentelijk contactpersoon
Afdeling Concern, taakveld Financiën, de heer Frans de Vries.
Claim Staat Vennootschap B.V. te ‘s-Hertogenbosch Ondernemingsvorm
Naamloze Vennootschap
Visie/doelstellingen (openbaar belang)
In februari 2008 zijn Essent N.V. en Essent Nederland B.V., met toestemming van de publieke aandeelhouders, een procedure begonnen tegen de Staat der Nederlanden. Hierin vragen zij ‘een verklaring voor recht’ dat bepaalde bepalingen van de splitsingwetgeving onverbindend zijn. Essent is van mening dat de aandeelhouders schade lijden als gevolg van de splitsing.
Beleidsvoornemens
-
Financieel belang
De gemeente bezit 1.728 aandelen op een totaal van 2.000.000 aandelen (0,0864%). Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap. In ons geval een bedrag van € 17.
pagina 87
JAARSTUKKEN 2012 Zeggenschap
Gemeente De Wolden wordt door de heer R.T. de Groot (burgemeester) in de aandeelhoudersvergadering vertegenwoordigd.
Ontwikkelingen/ overige opmerkingen
De juridische procedure valt buiten de verkoop van Essent en is niet door RWE overgenomen. Uit praktische overwegingen hebben Essent en RWE afgesproken dat Essent de procedure blijft voeren. Dit gebeurt echter op instructie en kosten van de aandeelhouders via Verkoop Vennootschap B.V. Aandeelhouders hebben zich in de koopovereenkomst verbonden om door te procederen totdat er een definitieve uitspraak is gedaan door een gerechtelijke instantie. De rechtbank heeft de vordering van Essent N.V. en Essent Nederland B.V. afgewezen. Essent N.V. en Essent Nederland B.V. hebben echter hoger beroep tegen deze uitspraak ingesteld.
Gemeentelijk contactpersoon
Afdeling Concern, taakveld Financiën, de heer Frans de Vries.
NV Rendo te Meppel Ondernemingsvorm
Naamloze vennootschap
Visie/doelstellingen (openbaar belang)
Behartigen van het publiek belang van een betrouwbare en continue nutsvoorzieningen tegen de laagst mogelijke prijs.
Beleidsvoornemens
Aanhouden als duurzame belegging en opbrengsten inzetten als algemeen dekkingsmiddel.
Financieel belang
De gemeente bezit 102 aandelen op een totaal van 991 aandelen (10,29%). In 2012 is een dividenduitkering over 2011 van € 720.484 verantwoord. De uitkering 2013 is geraamd op € 697.000. Met dit bedrag is ook in de meerjarencijfers 2013-2016 van De Wolden rekening gehouden.
Zeggenschap
Gemeente De Wolden wordt in de raad van commissarissen vertegenwoordigd door de heer H. Lammers (wethouder) en in de aandeelhoudersvergadering door de heer J. ten Kate (wethouder).
Ontwikkelingen/ overige opmerkingen
Momenteel loopt een onderzoek door de Fiod (Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst) naar een vermoedelijke fraude door de (voormalige) directie.
Gemeentelijk contactpersoon
Afdeling Concern, taakveld Financiën, de heer Jan Hendriks.
Waterleidingsmaatschappij Drenthe te Assen Ondernemingsvorm
Naamloze vennootschap
Visie/doelstellingen (openbaar belang)
Behartigen van het publiek belang van een betrouwbare en continue nutsvoorzieningen, namelijk de zorg voor zuiver en betrouwbaar drinkwater tegen de laagst mogelijke prijs.
Beleidsvoornemens
Aanhouden als duurzame belegging en opbrengsten inzetten als algemeen dekkingsmiddel.
Financieel belang
In de statuten van de Waterleidingmaatschappij Drenthe is bepaald dat er eens in de 5 jaar aandelen worden uitgegeven om de verhouding tussen aantal aansluitingen en aandelen per gemeente “up to date” te maken. Dit is op 10 mei 2010 via een akte van emissie uitgevoerd. De gemeente is nu in het bezit van 51 aandelen, nominaal € 50. In 2012 is een dividenduitkering over 2011 van € 76,50 verantwoord. Dit betreft het statutair maximaal toegestane dividend gelijk aan de wettelijke rente ad 3% over het geplaatste aandelenkapitaal. Voor 2013 wordt een verhoging verwacht naar € 150. Hiermee is in de meerjarencijfers van De Wolden reeds rekening gehouden.
Zeggenschap
Gemeente De Wolden wordt vertegenwoordigd door de heer J. ten Kate (wethouder).
Ontwikkelingen/ overige opmerkingen
N.v.t.
Gemeentelijk contactpersoon
Afdeling Concern, taakveld Financiën, de heer Jan Hendriks.
pagina 88
JAARSTUKKEN 2012 NV Bank Nederlandse Gemeenten te Den Haag Ondernemingsvorm
Naamloze vennootschap
Visie/doelstellingen (openbaar belang)
De Bank Nederlandse Gemeenten vervult een bankfunctie van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Aanhouden als duurzame belegging en opbrengsten inzetten als algemeen dekkingsmiddel.
Financieel belang
De gemeente bezit 31.122 aandelen. In 2012 is het dividend over 2011 van € 35.790 verantwoord. Ten opzichte van voorgaande jaren is dit bedrag gehalveerd. De uitkering over 2012 die plaatsvindt in 2013 bedraagt € 46.372. De vooruitzichten voor 2013 zijn volgens de bank opnieuw ‘met meer dan normale onzekerheden omgeven’.
Zeggenschap
De zeggenschap bestaat uit het stemrecht (1 stem) per aandeel. Gemeente De Wolden wordt door de heer R.T. de Groot (burgemeester) in de aandeelhoudersvergadering vertegenwoordigd.
Ontwikkelingen/overige opmerkingen
De BNG heeft een triple-A rating. Dit is een kwalificatie van de kredietwaardigheid die afgegeven wordt door De Nederlandse Bank. Gedurende het begrotingsjaar hebben zich geen veranderingen voorgedaan in de belangen van aandeelhouders in de BNG-bank.
Gemeentelijk contactpersoon
Afdeling Concern, taakveld Financiën, de heer Jan Hendriks.
pagina 89
JAARSTUKKEN 2012
1.7.7
Grondbeleid
Algemeen Grondbeleid is het beleid dat gericht is op het realiseren van ruimtelijke doelstellingen. Het is daarmee geen doel op zich, maar een middel om andere doeleinden te verwezenlijken. Het grondbeleid ondersteunt andere gemeentelijke beleidsterreinen, zoals volkshuisvesting en ruimtelijke ontwikkeling. Het grondbeleid heeft een grote financiële impact. De eventuele baten, maar vooral de financiële risico’s zijn van belang voor de financiële positie van de gemeente. Gelet op deze risico’s is een afzonderlijke paragraaf in het jaarverslag over de grondexploitatie verplicht gesteld door de commissie Besluit Begroting & Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Nota grondbeleid gemeente De Wolden De raad heeft op 26 februari 2009 de ‘Nota grondbeleid gemeente De Wolden 2009-2012’ vastgesteld. In deze nota wordt ingegaan op o.a. de kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraad, de financiële aspecten van het grondbeleid alsmede de randvoorwaarden voor aansturing en beheersing op hoofdlijnen van het grondbeleid. Woonplan 2011-2015 Op 12 juli 2012 is het Woonplan 2011-2015 door de gemeenteraad vastgesteld. Dit herziene volkshuisvestelijke beleidsdocument schetst de gemeentelijke visie op de ontwikkeling van het wonen in De Wolden tot 2015, met een doorkijk naar tot 2020. Het Woonplan 2011-2015 vormt het beleidskader dat daarnaast bestaat uit een uitvoeringsprogramma. Daar waar de woonvisie 2004-2009 nog uitgaat van een kwantitatieve vraagstuk, zet het Woonplan 20112015 sterk in op een sociale woningbouwopgave van 50%. Deze opgave heeft relatief gezien een grote impact op de grondexploitaties. Toelichting complexen in exploitatie Algemeen De resultaten over 2012 zijn verantwoord in de exploitatierekening en worden als onderdeel van de resultaatbestemming (vast te stellen door de raad) onttrokken of toegevoegd aan de algemene reserve bouwgrondexploitatie. Rekening is gehouden met de door de afdeling openbare werken opgestelde ramingen van nog te maken kosten bouw- en woonrijpmaken, één en ander gebaseerd op het prijspeil en de toestand op 1 januari 2013. Verloop boekwaarde 2012, bouwgrond in exploitatie Omschrijving, B.I.E.
Boekwaarde 1-1-2012
OVB van NIEGG
Investeringen
t.g.v. exploitatie
Boekwaarde 31-12-2012
-164.788,51
0,00
-824,13
165.612,64
0,00
1.736.925,52
0,00
13.198,17
0,00
1.750.123,69
91.666,33
0,00
14.893,62
0,00
106.559,95
-110.751,86
0,00
86.468,54
10.125,00
-14.158,32
787.959,29
0,00
142.494,96
0,00
930.454,25
-130.356,69
0,00
325,31
0,00
-130.031,38
121.706,76
0,00
12.119,89
0,00
133.826,65
1.177.153,42
0,00
-42.405,61
0,00
1.134.747,81
-463.449,77
0,00
132.028,70
84.923,00
-246.498,07
Oosteinde-Oost
-93.966,56
0,00
-155,39
0,00
-94.121,95
Centrumplan de Wijk
200.000,00
0,00
-200.000,00
0,00
0,00
3.152.097,93
0,00
158.144,06
260.660,64
3.570.902,63
Ruinen-Zuid Bedrijventerrein Hoge Akkers Ruinerwold-Oost/Perenhof Koekange-Zuidwest Dunningen Fort Veeningen West III Kerkenveld-Noord Middelveen IV
Totaal
pagina 90
JAARSTUKKEN 2012 Complexen bouwgrond in exploitatie, verwacht exploitatieresultaat per 31 dec. 2012 Omschrijving
Nog te maken kosten
Boekwaarde 31-1-2012
Nog te ontvangen
Verwacht resultaat
V = Voordelig N = Nadelig
0,00
0,00
0,00
0,00
1.750.123,69
1.904.355,83
1.848.180,00
1.806.299,52
Ruinerwold-Oost/Perenhof
106.559,95
79.076,88
194.505,00
-8.868,17
V
Koekange-Zuidwest
-14.158,32
13.446,57
0,00
-711,75
V
Dunningen
930.454,25
1.174.749,40
2.421.450,00
-316.246,35
V
-130.031,38
85.834,32
337.927,50
-382.124,56
V
133.826,65
238.483,18
539.177,50
-166.867,67
V
1.134.747,81
1.893.986,25
1.580.572,50
1.448.161,56
N
-246.498,07
184.268,56
316.085,00
-378.314,51
V
-94.121,95
35.529,36
528.325,00
-586.917,59
V
3.570.902,63
5.609.730,35
7.766.222,50
1.414.410,48
N
Ruinen-Zuid Bedrijventerrein Hoge Akkers
Fort Veeningen West III Kerkenveld-Noord Middelveen IV Oosteinde-Oost Totaal
V N
Ruinen-Zuid In het plangebied liggen gronden van de gemeente. De huidige bestemmingen van de gronden is maatschappelijke doeleinden en doeleinden voor dienstverlening. Vanwege tegenvallende verkoopresultaten, is intern gekeken naar de ruimtelijke mogelijkheden van deze gronden. Het onderzoek naar een passende bestemming heeft echter geen resultaat opgeleverd. Voor sociale/maatschappelijke en commerciële functies wordt geen afzet verwacht en woningbouw heeft vooralsnog niet de voorkeur. De reden dat woningbouw niet de voorkeur heeft komt dat verwacht wordt dat woningbouw op de beschikbare grond zal gaan concurreren met nieuwbouwplan Oldenhave/Bos en de herontwikkeling van de voormalige SNS-locatie. In de herziene grondexploitatie zijn geen kosten geprognosticeerd voor de aanleg van een nieuwe ontsluitingsweg over gronden die in particulier eigendom zijn. Gesprekken over aankoop van gronden hebben geen resultaat opgeleverd. In de beheersverordening Ruinen zal de huidige ontsluitingsweg worden gehandhaafd. Doordat voor dit complex geen opbrengsten of kosten meer worden geprognosticeerd, kan het worden afgesloten. Voorgesteld wordt om de beschikbare grond binnen de grondexploitatie over te brengen naar overige gronden. Bedrijventerrein Hoge Akkers In 2008 zijn de gronden aan de westzijde van Ruinerwold verworven ten behoeve van de locale ondernemer en ter uitbreiding van bedrijventerrein Hoge Akkers. Het bestemmingsplan is gewijzigd en het terrein is bouwrijp gemaakt. Eind 2010 is begonnen met de uitgifte van het bedrijventerrein. Er zijn met diverse partijen gesprekken over de mogelijkheden om zich te vestigen op het bedrijventerrein. Deze hebben geresulteerd in de verkoop van één kavel in 2012. Verdere interesse uit de markt is gering. Indien de interesse bij een marktpartij concreet wordt, leert de ervaring dat de financiering voor de ondernemer bij bankinstellingen nauwelijks tot niet haalbaar is. Ruinerwold-Oost/Perenhof In 2007 is het plangebied bouwrijp gemaakt en is de realisatie van de woningbouw aangevangen. Het merendeel van de woningen is gebouwd door een tweetal ontwikkelende bouwers. De gemeente heeft drie kavels verkocht. Door de tijdelijke voorziening voor de peuterspeelzaal te beëindigen, kunnen nog eens drie kavels voor een vrijstaande woning door de gemeente verkocht worden. Deze uitgifte is eind 2010 opgestart. In 2011 is er één kavel verkocht en nu zijn er nog twee kavels beschikbaar. Koekange-Zuidwest Dit plangebied is in 2007 bouwrijp gemaakt. Een deel van de grond is verkocht aan Actium voor de realisatie van een multifunctionele accommodatie (MFA). De bouw van deze MFA is afgerond. De resterende grond is ten behoeve van woningbouw. Het betreft hier een tweetal kavels voor vrijstaande woningen, vier kavels voor een twee-onder-één-kap woning en een tweetal blokken voor drie starterwoningen. Het bijzondere van deze starterwoningen is dat de woningen ontworpen zijn door studenten van scholen: ontwerp voor jongeren door jongeren. De bouw van deze woningen heeft in 2010 plaatsgevonden. De laatste kavels zijn in 2011 verkocht en geleverd. Nadat de woningen zijn gerealiseerd, is begonnen met het woonrijp maken van het plangebied. Inmiddels is het woonrijp maken afgerond, behoudens het plaatsen
pagina 91
JAARSTUKKEN 2012 van de openbare verlichting. De verlichting zal naar verwachting begin 2013 geïnstalleerd worden, waarna het complex in z’n geheel is afgerond. Dunningen In 2009/2010 is het plan Dunningen fase II woonrijp gemaakt. De laatste afrondende werkzaamheden zijn in 2012 uitgevoerd. Op 12 juli 2012 heeft de gemeenteraad het Woonplan 2011-2015 met bijgevoegde uitvoeringprogramma vastgesteld en daarbij het startsein gegeven voor de ontwikkeling van Dunningen fase III. De verwachting is dat de planvoorbereidingen begin 2013 zullen worden afgerond, waarna de bestemmingsplanprocedure zal worden opgestart. Wanneer de procedure geen vertraging oploopt, kan het bestemmingsplan in het najaar van 2013 worden vastgesteld, waarna het plangebied bouwrijp gemaakt kan worden. De kaveluitgifte voor circa 60 woningen staat vanaf 2014 gepland. Fort De kaveluitgifte van de laatste fase in Fort is gestart in 2007. Na tegenvallende verkoopresultaten, is het plangebied herverkaveld naar acht kavels (vier kavels voor type vrijstaand en vier kavels voor type tweeonder-één-kap woning). Er zijn inmiddels twee kavels voor een vrijstaande woning verkocht. Op 12 juli 2012 heeft de gemeenteraad het Woonplan 2011-2015 vastgesteld en daarmee ingestemd met de toevoeging van drie bouwkavels voor sociale woningbouw, ten koste van twee bouwkavels voor vrije sector woningen. Om deze planwijziging mogelijk te maken, is een bestemmingsplanprocedure doorgevoerd en door de gemeenteraad vastgesteld (bestemmingplan Kleine Kernen Zuid). Veeningen De kaveluitgifte van Veeningen is in 2010 gefaseerd gestart. Naar aanleiding van het vastgestelde Woonplan 2011-2015, omvat het gewijzigde plan tien bouwkavels voor vijf vrijstaande woningen, twee twee-onder-een-kap woningen en drie rijwoningen (sociale woningbouw). Om deze planwijziging mogelijk te maken, is een bestemmingsplanprocedure doorgevoerd en door de gemeenteraad vastgesteld (bestemmingplan Kleine Kernen Zuid). In de kaveluitgifte van het plan is een fasering aangebracht. De eerste fase omvat zes bouwkavels voor vier vrijstaande woningen en twee twee-onder-één-kap woningen, waarvan één kavels voor een vrijstaande woning is verkocht. Vanwege een ander plan binnen het dorp is vooralsnog de keuze gemaakt om de drie kavels voor rijwoningen in een later stadium uit te geven. Kerkenveld Na de aankoop van een boerderij aan de Ten Hoevestraat in 2007 (vanwege een milieuhindercontour), is in 2008 begonnen met de onderzoeken en voorbereidende werkzaamheden ten aanzien van de bestemmingsplanwijziging. Op 12 maart 2009 is het bestemmingsplan vastgesteld en na het onherroepelijk worden is gestart met een gefaseerde uitgifte en het bouwrijp maken van het plan. De kaveluitgifte van de eerste fase is in 2009 begonnen en heeft erin geresulteerd dat tien van de dertien kavels zijn verkocht. Door deze positieve verkoopresultaten is in 2012 de kaveluitgifte van zes rijwoningen (sociale woningbouw) in de tweede fase aangevangen. Door het vastgestelde Woonplan 2011-2015, met een sociale woningbouwopgave van 50%, is het plan herverkaveld. Daar waar de woningen binnen het plan passen binnen het bestemmingsplan, is de kaveluitgifte in de tweede fase reeds opgestart. Om de planwijziging planologisch mogelijk te maken, dient voor een gedeelte van het plan opnieuw een bestemmingsplanprocedure doorlopen te worden. De voorbereidende werkzaamheden voor de bestemmingsplanwijziging zijn opgestart en zal naar verwacht eind 2013 worden afgerond. Middelveen IV, Zuidwolde Van het plan Middelveen IV is het bestemmingsplan onherroepelijk geworden in 2007. Het plan is bouwrijp gemaakt waarbij de afronding maart 2008 heeft plaatsgevonden. Een deel van de kavels zijn teruggeleverd aan ontwikkelaars en voormalige eigenaren (contractuele verplichting). De resterende kavels worden c.q. zijn reeds uitgegeven door de gemeente. Na vertraging te hebben opgelopen bij de uitgifte van het DuBo-project binnen dit complex, is in 2012 alsnog een koopovereenkomst gesloten met stichting Actium en een ontwikkelaar voor de verkoop. De gronden van Actium zijn in 2012 getransporteerd en de prognose is dat de gronden aan de ontwikkelaar in 2013 zullen worden geleverd. Oosteinde-Oost De kaveluitgifte van Oosteinde-Oost is in 2010 gestart. Naar aanleiding van het vastgestelde Woonplan 2011-2015, omvat het gewijzigde plan twaalf bouwkavels voor vijf vrijstaande woningen, vier twee-ondereen-kap woningen en drie rijwoningen (sociale woningbouw). Om deze planwijziging mogelijk te maken, dient een facet bestemmingsplan in procedure gebracht te worden. Naar verwachting zal deze procedure in 2013 worden afgerond.
pagina 92
JAARSTUKKEN 2012 Centrumplan de Wijk Het betreft hier de locatie in het centrum van de Wijk, dat na het vertrek van o.b.s. de Horst naar de brede school aan de Postweg, vrij is gekomen. Sindsdien is de gemeente De Wolden bezig met de herinvulling van deze locatie. In 2007 heeft de gemeenteraad besloten het plangebied van locatie de Horst op te schalen om een oplossing te realiseren voor het parkeren op langere termijn. In 2009 heeft de gemeenteraad ingestemd met de aankoop van de Dorpsstraat 61/63 en met de sloop van de opstallen. Vanaf 2011 wordt integraal gewerkt aan de planvorming van het centrumgebied in de Wijk. Naar verwachting zal in 2013 het bestemmingsplan voor de aanleg van het parkeerterrein (gedeeltelijk) zal worden vastgesteld, waarna de realisatie zal beginnen. De gemeenteraad heeft voor de voorbereiding en uitvoering van dit complex een budget beschikbaar gesteld ten lasten van de reserve investeringsprojecten. Dit complex wordt in 2013 afgesloten. De boekwaarde zal worden verrekend met het beschikbare investeringskrediet van Centrumplan de Wijk. Tussentijdse winstneming Op basis van de gekozen systematiek worden positieve resultaten pas als gerealiseerd beschouwd indien en voor zover sprake is van een negatieve boekwaarde (opbrengsten hoger dan de al gemaakte kosten). De winstneming vindt plaats tot het verschil tussen de boekwaarde (opbrengsten minus kosten) en de nog te maken kosten, zodat de overblijvende boekwaarde groot genoeg is om de nog resterende kosten te kunnen betalen. Naar aanleiding van de financiële doorrekeningen levert dit het volgende beeld op: Omschrijving
Verwacht resultaat 0,00
Ruinen-Zuid Bedrijventerrein Hoge Akkers Ruinerwold Ruinerwold-Oost/Perenhof
Jaar van realisering (verwachting) 2013
1.806.299,52
2030
-8.868,17
2016
-711,75
2013
Dunningen
-316.246,35
2025
Fort
-382.124,56
2022
Veeningen
-166.867,67
2024
1.448.161,56
2026
Middelveen IV
-378.314,51
2015
Oosteinde-Oost
-586.917,59
2024
0,00
2013
Koekange-Zuidwest
Kerkenveld-Noord
Centrumplan de Wijk
1.414.410,48
Totaal
Nog niet in exploitatie genomen gronden. Op basis van de huidige stand van zaken en mogelijkheden zal een deel van de complexen in voorbereiding uiteindelijk in exploitatie genomen worden. Bij andere eigendommen is dat niet zeker of zelfs onwaarschijnlijk. Bij alle eigendommen is echter kritisch gekeken naar de waardering in relatie tot eventuele ontwikkelingsmogelijkheden. Daar waar meer duidelijkheid is over de nadere invulling van de toekomstige bouwlocatie en de daartoe nog te maken kosten, mag op basis van het grondbeleid en de Commissie BBV de boekwaarde oplopen tot maximaal de verwachte toekomstige marktwaarde. In de nota grondbeleid is bepaald, dat dit is toegestaan tot maximaal € 12 per vierkante meter. Daar waar dit niet het geval is, dient de marktwaarde van maximaal € 3 per vierkante meter gehanteerd te worden. Op basis van het bovenstaande uitgangspunt zijn alle complexen in voorbereiding beoordeeld. Indien de waarde hoger is dan het maximum bedrag per m², dan wordt voorgesteld om de waarde te verlagen. Een bijkomend effect van de afwaardering van de complexen in voorbereiding tot een maximale grondwaarde per vierkante meter betreft de jaarlijkse rentebijschrijving. Aangezien bij de bovenstaande gronden de maximale waarde is bereikt, kan jaarlijks ook geen rentebijschrijving meer plaatsvinden.
pagina 93
JAARSTUKKEN 2012 Nog niet in exploitatie genomen gronden Omschrijving, N.I.E.G.G
Boekwaarde 1-1-2012
Overboeking naar IEX en overige gr.
Ruinen-Zuid fase III
40.800,00
40.800,00
Koekange-Noord/Kerklaan
97.500,00
97.500,00
Koekange-Zuuid/Langedijk
71.400,00
71.400,00
Voormalige zuivelfabriek
Investeringen
t.l.v. exploitatie
Boekwaarde 31-12-2012
28.800,00
28.800,00
Neuzendijk
278.818,80
278.818,80
Vondersland
243.168,00
17.925,66
17.925,66
243.168,00
Drogteropslagen
116.424,00
9.293,05
9.293,05
116.424,00
Slagenweg
197.403,66
224.548,66
0,00
421.952,32
1.074.314,46
251.767,37
27.218,71
781.544,32
Totaal
517.318,80
Berekening maximale boekwaarde o.b.v. van de Nota Grondbeleid 2009-2012 (art. 6.4) Waardering conform Nota Grondbeleid
Werkelijk per 31 december 2012
Omschrijving, N.I.E.G.G.
Oppervlakte
Boekwaarde
Werkelijk prijs per m2
prijs per m2
Max. boekwaarde
Ruinen-Zuid fase III
13.600,00
40.800,00
3,00
3,00
40.800,00
Koekange-Noord/Kerklaan
32.500,00
97.500,00
3,00
3,00
97.500,00
23.800,00
71.400,00
3,00
3,00
71.400,00
9.600,00
28.800,00
3,00
3,00
28.800,00
Koekange-Zuid/Langedijk Voormalige zuivelfabriek Neuzendijk
18.705,00
56.115,00
3,00
3,00
56.115,00
Vondersland
20.264,00
243.168,00
12,00
12,00
243.168,00
9.702,00
116.424,00
12,00
12,00
116.424,00
52.679,00
421.952,32
8,01
12,00
180.850,00
1.076.159,32
Drogteropslagen Slagenweg Totaal
632.148,00 1.286.355,00
Toelichting nog niet in exploitatie genomen gronden Overige wijzigingen binnen de complexen in voorbereiding betreffen het ten laste van de exploitatierekening brengen van rentelasten in verband met het bereiken van maximale boekwaarden. Van de complexen in voorbereiding kan het volgende opgemerkt worden. Ruinen-Zuid fase III, Koekange-Noord/Kerklaan, Koekange-Zuid/Langedijk, voormalige zuivelfabriek en Neuzendijk Bij de vaststelling van het Woonplan 2011-2015 heeft de gemeenteraad besloten om deze complexen vooralsnog niet tot ontwikkeling te brengen. Aanleiding hiervan is de beperkte hoeveelheid beschikbare contingenten, waardoor prioriteit is gesteld aan een andere ontwikkeling. Vanwege de strategische ligging worden deze complexen afgesloten en binnen de grondexploitatie overgebracht naar overige gronden. Vondersland Voor dit plangebied zijn diverse omgevingsonderzoeken uitgevoerd. (bodemonderzoek, flora/ fauna, hydrologie en archeologie). De resultaten hiervan worden als opmaat gebruikt om te komen tot een stedenbouwkundig programma van eisen (SpvE). Het SpvE vormt de basis voor een voorontwerpbestemmingsplan dat vervolgens in procedure gebracht moet worden. Na diverse overleggen met aanwonenden en een klacht van hen aan de ombudsman, is er besloten het project voorlopig niet uit te geven. De uitgifte zal pas plaatsvinden na 2013. Eén en ander is nog onder voorbehoud van verdere besluitvorming hieromtrent.
pagina 94
JAARSTUKKEN 2012 Drogteropslagen Ter uitbreiding van woningbouw in Drogteropslagen, heeft de gemeente De Wolden in 2009 gronden aangekocht. In 2011 is de procedure van bestemmingsplan Kleine Kernen zuid opgestart en is in 2012 vastgesteld. In 2013 zal in samenspraak met dorpsbelangen begonnen worden met de verkaveling van het plan, waarna de uitgifte zal volgen. Slagenweg In 2011 is Slagenweg aangekocht ten behoeve van de uitbreiding van het huidige bedrijventerrein in Zuidwolde. De RO-procedure is opgestart. Naar verwachting zal eind 2013 het bestemmingsplan worden vastgesteld, waarna de kaveluitgifte eind 2013/begin 2014 zal worden opgestart. Overige gronden, ruilgronden en erfpachtgronden Omschrijving Overige gronden Ruilgronden Erfpachtgronden
Boekwaarde 1-1-2012 164.812,60
t.l.v. exploitatie
92.254,98
boekwaarde 31-12-2012
92.254,98
164.812,60
364,67-
9.938,05
9.573,38
0,00
169,05
48.238,08
48.407,13
0,00
45.054,93
4.254,93
40.800,00
102.884,11
5.384,11
97.500,00
75.479,11
4.079,11
71.400,00
Ruinen-Zuid fase III Koekange-Noord/Kerklaan Koekange-Zuid/Langedijk Voormalige zuivelfabriek Neuzendijk Totaal
Investeringen
164.616,98
30.749.11
1.949,11
28.800,00
295.952,18
239.837,18
56.115,00
700.550,55
405.739,93
459.427,60
Weerstandsvermogen bouwgrondexploitatie Op basis van de per 31 december 2012 herziene exploitatie opzetten is de verwachting dat er sprake is van twee verliesgevende complexen, het bedrijventerrein Hoge Akkers en complex Kerkenveld Noord. Bij de bestuursrapportage 2012 is besloten € 321.000 toe te voegen aan de voorziening verliezen bouwgrondexploitatie voor het bouwgrondcomplex Kerkenveld-Noord. Dit door overheveling van dit bedrag uit de algemene reserve bouwgrondexploitatie. Bij het opmaken van de jaarrekening 2012 is alsnog besloten een extra bedrag van € 386.000 toe te voegen aan de voorziening verliezen bouwgrondexploitatie. Dit i.v.m. de te verwachten verliezen op de bouwgrondexploitatie complexen bedrijventerrein Hoge Akkers Ruinerwold voor een bedrag van € 169.000 en Kerkenveld-Noord voor € 218.000. Bij de bestemming van het rekeningsresultaat zal worden voorgesteld deze toevoeging van totaal € 387.000 te dekken door een aanwending vanuit de algemene reserve bouwgrondexploitatie. Algemene reserve bouwgrondexploitatie Saldo per 1-1-2012: Af: - Onttrekking bij jaarrekening 2011 i.v.m. de te verwachten verliezen complexen Hoge-Akkers en Kerkenveld-Noord - Extra storting bij bestuursrapportage 2012 in voorziening verliezen bouwgrondexploitatie bovengenoemde complexen
1.843.304,42
€
850.263,87 993.040,55
€
165.612,74 1.158.653,29
€
386.563,94 772.089,35
€ 529.454,87 - 320.809,00
Saldo per 31-12-2012: Bij: - Voorstel bij bestemming rekeningsresultaat 2012 om in 2013 ingevolge de nieuwe nota grondbeleid (raad 14-3-2013) i.v.m. winstneming complex Ruinen-Zuid toe te voegen een bedrag van Af: - Een onttrekking uit de reserve i.v.m. een extra storting in de voorziening verliezen bouwgrondexploitatie voor de complexen Hoge Akkers en Kerkenveld-Noord bij bestemming rekeningsresultaat 2012 Saldo na resultaatbestemming per 1-6-2013:
pagina 95
€
JAARSTUKKEN 2012
Voorziening verliezen bouwgrondexploitatie: Saldo per 1-1-2012: Bij: - Toevoeging ingevolge besluitvorming bij bestuursrapportage 2012, overboeking vanuit alg. reserve bouwgrondexploitatie - Extra storting i.v.m. te verwachten verliezen (jaarrekening 2012). Bij bestemming van het rekeningsresultaat 2012 wordt deze storting gedekt door een onttrekking vanuit de algemene reserve bouwgrondexploitatie Saldo per 31-12-2012: Gespecificeerd als volgt, voor het complex: - Bedrijventerrein Hoge Akkers - Kerkenveld-Noord
€ € €
€
775.003,67
320.809,00 € 1.095.812,67
€
386.563,94 1.482.376.61
750.758,23 731.618,28 1.482.376,61
Het totale weerstandsvermogen bedraagt conform de nota grondbeleid 2009 – 2012 € 2.088.853,22 (€ 993.040,55 + € 1.095.812,67). Door de mutaties van de winstneming complex Ruinen-Zuid (€ 165.612,74) en de mutaties van de extra storting in de voorziening verliezen bouwgrondexploitatie komt het totale weerstandsvermogen in 2013 hoger uit of te wel op een bedrag van € 2.254.465,96 (€ 772.089,35 + € 1.482.376,61). Dit is conform de nieuwe nota Grondbeleid 2013 – 2016, ingevolge raadsbesluit van 14 maart 2013.
Winst en verliesbepaling De rekening 2012 sluit met een voordelig saldo van € 52.368,12 en is als volgt opgebouwd: Winstneming complexen: - Ruinen-Zuid € 165.612,64 € 165.612,64 Afwaardering niet in exploitatie genomen complexen: - Ruinen-Zuid fase III € 4.254,93 - Koekange-Noord/Kerklaan € 4.250,48 - Koekange-Zuid/Langedijk € 4.079,11 - Terrein voormalige Zuivelfabriek € 1.949,11 - Neuzendijk € 71.492,18 - Vondersland € 17.925,66 - Drogteropslagen € 9.293,05 -/- € 113.244,52 Voordelig exploitatiesaldo € 52.368,12 Dit bedrag is een onderdeel van het exploitatieresultaat jaarrekening 2012.
pagina 96
JAARSTUKKEN 2012
1.7.8
Wet Maatschappelijke Ondersteuning
Inleiding Met de invoering per 1 januari 2007 van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is een aantal nieuwe taken naar de gemeente gegaan en is een aantal bestaande taken onder de werking van de Wmo gebracht. De verschillende beleidsterreinen die onder de Wmo vallen, zijn thans verdeeld over de hoofdstukken 7, 8 en 9 van de programmabegroting. Afgesproken is dat in de jaarlijkse programmabegroting en jaarrekening een Wmo-paragraaf wordt opgenomen. Het gaat daarbij met name om de individuele voorzieningen als onderdeel van het brede Wmo-beleid. Gemeentelijk beleidskader Op 22 december 2011 heeft de gemeenteraad het beleidsplan Wmo en volksgezondheid 2012-2015 ‘Samen in beweging!’ vastgesteld. De kaders in het beleidsplan zijn bedoeld voor alle inwoners van De Wolden: jong en oud, gezond en minder gezond, mobiel en minder mobiel. De belangrijkste kaders zijn: Preventie Preventie staat hoog in het vaandel, want voorkomen is beter dan genezen. Daarvoor is een actieve samenleving nodig. Professionals die oog hebben voor preventie en gezonde leefstijl en een overheid die mogelijkheden tot bewegen en een gezonde leestijl bevordert. Daarbij zijn een goede communicatie, voorlichting en informatievoorziening belangrijk. Zelforganiserend vermogen Zelforganisatie is de eigen kracht die mensen aanwenden om samen met hun informele netwerken blijvend invulling te geven aan hun eigen leven. Coördinatie van ondersteuning indien noodzakelijk Als het niet lukt om op eigen kracht te participeren, is ondersteuning gewenst. Daar waar het in de ondersteuning gaat om meervoudige problematiek, is een goede coördinatie van die ondersteuning is belangrijk. Het doel van de ondersteuning is er op gericht om de inwoner weer (zo veel mogelijk) zelfredzaam te laten zijn. Samenwerking Samenwerking wordt steeds belangrijker. Samenwerking in de dorpen van onze gemeente, maar ook samenwerking tussen professionele organisaties en vrijwilligersorganisaties. En daar waar het de positie van onze inwoners versterkt ook samenwerking in de regio en/of daarbuiten met zowel publieke als private partners. Ondernemerschap gericht op eigen kracht De doelstelling van de Wmo is deelnemen aan de (lokale) samenleving. Primair zijn mensen daar zelf of samen met hun omgeving, verantwoordelijk voor. Ondersteuning van maatschappelijke organisaties is dan ook gericht op het versterken van de eigen kracht of van de omgeving. Als gemeente willen we daarvoor ruimte geven aan organisaties. Integrale uitvoering De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van diverse participatiewetten zoals de Wmo, de (toekomstige) Participatiewet, de Wet sociale werkvoorziening (Wsw), de Wet Inburgering (WI) en de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). Door verbindingen te leggen tussen die wetten en regelingen kunnen ondersteuningsvragen van en oplossingsmogelijkheden voor inwoners doelmatiger en doeltreffender aan elkaar worden gekoppeld. Uitvoering beleidsplan Wmo-Volksgezondheid 2012-2015 Voor de uitvoering van het beleidsplan is een Uitvoeringsprogramma opgesteld. De uitvoeringsactiviteiten zijn gekoppeld aan de volgende thema’s: Leefstijl; Sociale samenhang en leefbaarheid; Preventieve ondersteuning jeugd en ouders/verzorgers; Compenseren; Informatie, advies en cliëntondersteuning; Mantelzorgondersteuning en vrijwillige inzet in de zorg; Vrijwillige inzet gericht op participatie; Toegankelijke zorg en gezond van geest; Vrouwenopvang en huiselijke geweld; OGGZ (openbare geestelijke gezondheidszorg) en maatschappelijke opvang. -
pagina 97
JAARSTUKKEN 2012 In 2012 lag het speerpunt van de uitvoering bij de pilot ‘Samen in beweging’ (vraagverheldering) zoals die staat beschreven in het Uitvoeringsprogramma. Deze pilot heeft zich in 2012 positief ontwikkeld. Naar aanleiding van de evaluatie van de pilot is besloten de werkwijze die binnen de pilot is ontwikkeld, een structureel karakter te geven door de samenstelling van een sociaal team. De samenwerkingspartners in het sociaal team zijn MEE Drenthe, St. Welzijn De Wolden (o.a. maatschappelijk werk), Centrum voor Jeugd en Gezin en gemeente (o.a. Wmo). Evaluatie uitvoering beleidsplan Met de gemeenteraad is afgesproken dat de uitvoering van het beleid jaarlijks wordt geëvalueerd. In 2013 neemt de gemeente deel aan de Wmo-benchmark van het SGBO over het jaar 2012. In de benchmark worden de gemeentelijke prestaties op alle Wmo-prestatievelden gemeten. Er ontstaat dan niet alleen een objectief beeld van de eigen prestaties, maar die prestaties worden dan ook afgezet tegen prestaties van andere gemeenten in dezelfde klasse van gemeentegrootte én van alle deelnemende gemeenten. De benchmark gaat dus over onze Wmo-prestaties over het jaar 2012, het eerste jaar van uitvoering van het nieuwe beleidsplan. Het is wenselijk om de uitkomsten van de Wmo-benchmark te betrekken bij de evaluatie met de gemeenteraad. Van AWBZ naar Wmo In 2012 is bekend geworden dat het Kabinet-Rutte II van plan is om twee belangrijke en omvangrijke functies uit de AWBZ (de begeleiding en de persoonlijke verzorging) te decentraliseren naar de Wmo. Deze decentralisaties naar de Wmo maken onderdeel uit van het gemeentelijke Programma Decentralisaties. In 2013 wordt ook in samenspraak met Hoogeveen en de regio Zuid-West Drenthe (verdere) invulling gegeven de nieuwe taken die op de gemeente afkomen. Financiën In dit onderdeel van de Wmo-paragraaf wordt een analyse gegeven van de individuele voorzieningen (prestatieveld 6) binnen de Wmo. Het gaat daarbij om hulp bij het huishouden, rolstoelen, vervoersvoorzieningen en woningaanpassingen. Budget nieuwe Wmo-taken De nieuwe middelen in het kader van de Wmo komen via een integratie-uitkering binnen het gemeentefonds naar de gemeente. Financiële uitkomst individuele voorzieningen 2012 In de begroting, jaarrekening en financiële administratie worden de individuele voorzieningen onderverdeeld in hulp bij het huishouden en de overige individuele voorzieningen (rolstoel-, vervoers- en woonvoorzieningen; de voorzieningen die uit de voormalige Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) naar de Wmo zijn overgeheveld). Vergelijking 2011 en 2012 - Hulp bij het huishouden - Overige voorzieningen
2011 2.537.713 1.161.487
2012 2.499.810 1.180.599
Verschil - 37.903 19.112
Toelichting verschillen: a. Het aantal Wmo-meldingen neemt nog steeds toe. Door de beleidsmatige kanteling van de Wmo leidt het aantal meldingen tot minder aanvragen en dus minder verstrekkingen. Door de kanteling wordt er meer geïnvesteerd in het voortraject en wordt samen met de inwoner gekeken wat een passende oplossing voor het gemelde probleem is. De personele inzet verschuift meer van de ‘achterkant’ (beoordelen en afhandelen aanvragen) naar de ‘voorkant’ (het gesprek; maatwerk oplossing). b. Conform de landelijke richtlijnen wordt ingaande 2011 voor meer Wmo-voorzieningen een eigen bijdrage gevraagd. Dit heeft geresulteerd in een stijging van de ontvangen eigen bijdragen: € 380.800 in 2012 en € 370.100 in 2011. De eigen bijdragen worden door het Centraal Administratiekantoor (CAK) berekend, geïnd en aan de gemeente overgemaakt. Het CAK is daarvoor door de wetgever aangewezen. Vergelijking begroting en rekening 2012 Begroting 2.432.514 - Hulp bij het huishouden - Overige voorzieningen 1.176.336
Rekening 2.499.810 1.180.475
Verschil - 67.296 - 4.139
a. In het saldo van € 67.296 zit een overschrijding van € 187.000 op de verstrekkingen. Het budget is gebaseerd op de rijksbijdrage. De hoogte van de rijksbijdrage heeft geen relatie met de te verwachten
pagina 98
JAARSTUKKEN 2012 uitgaven, maar is gerelateerd aan onder andere het aantal 75-plussers. De overschrijding in 2011 was aanzienlijk hoger. De lagere overschrijding komt vooral door minder aanvragen als gevolg van ‘De Kanteling’. b. Het bedrag aan eigen bijdragen was € 88.000 meer dan was geraamd. Voor alle Wmo-voorzieningen waarvoor dat mogelijk is, wordt een eigen bijdrage gevraagd. In 2012 was het budget daarop nog niet aangepast. c. Het saldo van de ‘Overige voorzieningen’ is inclusief een overschrijding op de verstrekkingen van € 34.000. In 2012 waren er een paar financieel omvangrijke woningaanpassingen. Daarbij moet ook worden opgemerkt dat het budget bij de Bestuursrapportage 2012 is verlaagd met € 150.000. Ook bij de overige voorzieningen is het effect van ‘De Kanteling’ meer zichtbaar. d. In 2012 is € 30.000 minder dan begroot uitgegeven aan indicatiekosten. Dit komt met name door een minder aantal Wmo-aanvragen. Reserve Wet Maatschappelijke Ondersteuning Het doel van deze reserve is het opvangen van onvermijdelijke overschrijdingen op de openeind regelingen “hulp bij het huishouden” en “overigen individuele Wmo-voorzieningen”. Bij de Bestuursrapportage 2011 is besloten ingaande 2012 geen minimumniveau meer te hanteren. Als maximumnorm is in de ‘Programmabegroting 2012’ 15% van de begrotingsbedragen aangegeven. Wanneer niet aan deze normen wordt voldaan, dient een verrekening plaats te vinden met de Algemene Reserve. De stand van de reserve per 31 december 2012 is € 393.557. Inzicht totale Wmo-budget 2012 In het overzicht hieronder is aangegeven welke budgetten voor welke Wmo-taken beschikbaar zijn. Daarbij is aansluiting gezocht bij de indeling van de Wmo en het gemeentelijke beleidsplan in prestatievelden. Jaarrekening 2011
Kostenplaats
Omschrijving
4.08.27.5000.2
Bibliotheek
4.08.30.5200.4
Sport (breedtesport)
4.08.62.5800.2
Dorps- en wijkcentra (incl. subsidiering St. Welzijn)
Subtotaal
Leefbare kernen – Prestatieveld 1
4.07.64.4910.2
Kinderdagverblijven
4.07.64.4920.2
Peuterspeelzalen
4.07.64.4930.2
Begroting 2012 na wijzigingen
Jaarrekening 2012
Afwijking rekening/ begroting
554.612
552.623
545.619
7.004
47.871
202.131
203.787
-1.656
951.436
928.097
938.527
-10.430
1.553.919
1.682.851
1.687.933
-5.082
36.454
47.691
30.987
16.704
241.526
267.783
267.982
-199
Speeltuinen
81.707
44.732
17.854
26.878
4.07.64.4940.0
Jeugdbeleid
38.978
275.908
289.896
-13.988
4.10.70.7000.1
Vroegsignalering (gezondheidszorg)
33.849
61.018
29.365
31.653
4.10.70.7000.2
Jeugdgezondheidszorg en Centrum voor Jeugd en Gezin
178.791
233.892
248.134
-14.242
Subtotaal
Opgroeien in De Wolden Prestatieveld 2
611.305
931.024
884.218
46.806
4.09.57.6320.0
Wmo-raad; zie prestatieveld 6 Hulp bij het huishouden
0
0
0
0
Subtotaal
Informatie, advies en cliëntondersteuning - Prestatieveld 3
0
0
0
0
4.09.66.6500.0
Vrijwilligers
64.058
45.391
44.025
1.366
4.09.66.6510.0
Maatjesproject
7.500
6.000
5.400
600
Subtotaal
Mantelzorg en vrijwillige inzet – Prestatieveld 4
71.558
51.391
49.425
1.966
4.09.56.6300.1
Maatschappelijk werk
376.172
381.256
373.520
7.736
4.09.58.6400.1
Flankerend beleid bejaarden
35.631
35.041
35.379
-338
Subtotaal
Algemene voorzieningen Prestatieveld 5
411.803
416.297
408.899
7.398
pagina 99
JAARSTUKKEN 2012 Jaarrekening 2011
Kostenplaats
Omschrijving
4.09.57.6320.0
Hulp bij het huishouden, incl. kosten Wmo Raad De Wolden
4.09.68.6600.0
Wmo voorziening algemeen
4.09.68.6600.1/3 Verstrekkingen individuele hulpmiddelen/ aanpassingen (voorheen woon-, vervoers-, en rolstoelvoorziening) Subtotaal
Individuele voorzieningen Prestatieveld 6
4.10.70.7000.4
Project problematisch woongedrag/ casemanager OGGZ(-netwerk)
Subtotaal
Maatschappelijke zorg Prestatievelden 7, 8 en 9
Totaal Wmo
Begroting 2012 na wijzigingen
Jaarrekening 2012
Afwijking rekening/ begroting
2.537.713
2.432.514
2.499.810
-67.296
1.487
6.529
3.050
3.479
1.161.487
1.176.336
1.180.475
-4.139
3.700.687
3.615.379
3.683.335
-67.956
6.734
24.411
11.267
13.144
6.734
24.411
11.267
13.144
6.356.006
6.721.353
6.725.077
-3.724
Samenwerking De Wmo is niet alleen een op participatie maar ook op samenwerking gerichte wet. De samenwerking met de Wmo Raad De Wolden wordt wederzijds als prettig, constructief en betrokken ervaren. Daarnaast is er een structurele samenwerking op Drents en regionaal niveau met provincie en gemeenten. Een goede en regelmatige beleids- en uitvoeringsafstemming tussen de vier Zuidwest-Drentse gemeenten heeft al jaren een structureel karakter. Zoals ook is aangegeven in het nieuwe beleidsplan, krijgt met een verdere ontwikkeling en uitvoering van de Wmo ook de samenwerking met andere externe partners zowel op lokaal als op regionaal niveau, nog meer gestalte.
pagina 100
JAARSTUKKEN 2012
2
JAARREKENING 2012
Jaarrekening 2012
Aldus behandeld en vastgesteld in de vergadering Van het college van burgemeester en wethouders van 7 mei 2013. Secretaris,
Burgemeester,
pagina 101
JAARSTUKKEN 2012
2.1
BALANS PER 31 DECEMBER (bedragen x € 1.000)
ACTIVA ultimo 2012
Omschrijving
ultimo 2011
Vaste activa Immateriële vaste activa
0
Kosten van onderzoek en ontwikkeling
0
Materiële vaste activa
0 0
40.889
Investeringen met economisch nut Investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut
38.984
39.103
38.255
1.786
729
Financiële vaste activa
8.295
Kapitaalverstrekking aan deelnemingen
15.871
178
178
Leningen aan deelnemingen
1.347
8.792
Overige uitzettingen > 1 jaar
6.605
6.704
165
197
Bijdragen activa in eigendom derden Totaal vaste activa
49.184
54.855
3.329
3.616
Vlottende activa Voorraden Niet in exploitatie genomen gronden
781
1.074
Overige grond- en hulpstoffen
460
165
2.088
2.377
Onderhanden werk, waaronder bouwgrond in exploitatie Uitzettingen < 1 jaar
5.662
11.527
Vorderingen op openbare lichamen
4.432
4.137
Overige vorderingen
1.230
1.443
Uitgezette gelden
5.947
Liquide middelen
5.287
Kassaldi Bank- en girosaldi
29
3
7
5.284
22
Overlopende activa
435
Vooruitbetaalde bedragen
435
945 945
Totaal vlottende activa
14.713
16.117
Totaal activa
63.897
70.972
pagina 102
JAARSTUKKEN 2012
PASSIVA ultimo 2012
Omschrijving
ultimo 2011
Vaste passiva Eigen vermogen
45.150
49.751
Algemene reserve
31.092
35.844
Bestemmingsreserves
13.672
12.450
386
1.457
Resultaat na bestemming
Voorzieningen
2.723
Voorzieningen
2.723
Langlopende schulden
2.994 2.994
10.466
Onderhandse leningen van binnenlandse banken
10.466
Totaal vaste passiva
11.211 11.211
58.339
63.956
Vlottende passiva Waarborgsommen
1
Waarborgsommen
1
Netto-vlottende schulden < 1 jaar
7 7
4.101
5.448
Overige schulden
4.100
3.633
Bank- en girosaldi
1
1.815
Overlopende passiva
1.456
Transitorische rente Vooruitontvangen middelen Europese en Nederlandse overheidslichamen Overige overlopende posten
Totaal vlottende passiva
Totaal passiva
1.561
204
219
1.194
1.237
58
105
5.558
7.016
63.897
70.972
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Borg- en garantstellingen
64.982
pagina 103
65.664
JAARSTUKKEN 2012
2.2
GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING EN RESULTAATBEPALING
Algemeen De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van het “Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten”. De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende balanspost anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden. De lasten en baten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op de balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar is gesteld. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt. Daarbij moet worden gedacht aan overlopende vakantiegeld-, verlofaanspraken en dergelijke. Vaste activa Immateriële vaste activa, Materiële vaste activa en Financiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijgings- c.q. vervaardigingprijs onder aftrek van afschrijvingen. Bij de gehanteerde afschrijvingstermijnen is het bepaalde in de verordening ex artikel 212 van Gemeentewet uitgangspunt. De materiële vaste activa met economisch nut worden in principe lineair afgeschreven, of naar bevind van zaken annuïtair. Aankoop en vervaardiging van activa met een meerjarig maatschappelijk nut worden onder aftrek van bijdragen van derden ten laste van de exploitatie gebracht. Indien hiervan bij raadsbesluit wordt afgeweken, wordt het actief lineair afgeschreven over de verwachte levensduur van het actief of een kortere door de raad aan te geven tijdsduur. Voorraden De voorraden bouwgronden zijn gewaardeerd tegen verkrijgings- c.q. vervaardigingprijzen. Winsten uit grondexploitatie worden slechts genomen indien en voorzover die met voldoende mate van betrouwbaarheid als gerealiseerd kunnen worden aangemerkt. Zolang daarvan geen sprake is, worden de verkregen verkoopopbrengsten ten volle op de vervaardigingkosten in mindering gebracht. Gronden waarvoor nog geen ROprocedure is opgestart en waarvoor op het moment van verkrijging niet duidelijk is voor welke doel deze gronden ingezet zullen worden, worden gewaardeerd op maximaal € 3 per m2. Gronden waarvoor al een RO-procedure opgestart is, worden gewaardeerd op maximaal € 12 per m2. Uitzettingen <1 jaar De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. Vaste passiva Reserves Reserves zijn gewaardeerd tegen nominale waarde, eventueel vermeerderd met bespaarde rente. Voorzieningen Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. Langlopende schulden Langlopende schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met gedane aflossingen. De langlopende schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer. Vlottende passiva De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Borg- en Garantstellingen Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar buiten de telling van de balans opgenomen.
pagina 104
JAARSTUKKEN 2012
2.3
TOELICHTING OP DE BALANSPOSTEN
(De bedragen in de tabellen zijn weergegeven in duizenden euro’s) ACTIVA VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa De specificatie van de immateriële vaste activa is als volgt: Omschrijving
Boekwaarde 1-1-2012
Investeringen
Desinvesteringen
Afschrijvingen
Bijdrage van derden
Afwaarderingen
Boekwaarde 31-12-2012
Kosten van onderzoek en ontwikkeling
0
259
11
248
0
Totaal
0
259
11
248
0
Toelichting Voor een specificatie van de investeringen wordt verwezen naar in de bijlagen opgenomen investeringsstaat 2012. Onder de immateriële vaste activa zijn onder meer opgenomen: het economisch ruimtelijk proces Hoofdstraat Zuidwolde, project ‘De Ontmoeting’/dorpsvisies en opstellen woonvisie. De lasten worden in één keer afgeschreven en gedekt door een onttrekking uit de reserves. Materiële vaste activa Omschrijving
Boekwaarde 1-1-2012
Investe -ringen
Desinvesteringen
Afschrijvingen
Bijdrage van derden
Afwaarderingen
Boekwaarde 31-12-2012
Investeringen met economisch nut Gronden en terreinen Woonruimten Bedrijfsgebouwen
1.041
0
51
990
1
1
2 24.852
2.445
166
958
26.173
Grond-, weg- en waterbouwk. werken
9.329
401
10
358
9.362
Vervoermiddelen
1.153
255
504
171
733
Machines, appar. en installaties
1.228
195
271
225
927
591
331
13
403
506
59
470
38.255
4.097
Overig Financial lease Sub-Totaal
964
118
411
2.285
39.103
Investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut Gronden en terreinen
122
561
Bedr.gebouwen
130
121
Grond-, weg- en waterbouwk.werk
430
4.021
47
38
Overig Centrumplan De Wijk Sub-totaal Totaal
94
1.141
449
140
124
127
2.014
1.296
62
23
200
200
729
4.941
1.235
2.649
1.786
38.984
9.038
2.199
4.934
40.889
pagina 105
JAARSTUKKEN 2012 Toelichting Voor een specificatie van de investeringen wordt verwezen naar de in de bijlagen opgenomen investeringsstaat 2012. De belangrijkste investeringen waren in 2012: reconstructie Hoofdstraat Zuidwolde, bouw brede school Zuidwolde, renovatie gemalen drukriolering, vervanging tractiemiddelen, organisatie en proceskosten visie dienstverlening, infrastructuur nabij de brede scholen, herstructurering Julianaplein Zuidwolde, aanleg fietspaden, ontsluiting kern Zuidwolde op N48, vervanging bruggen en Tennet-projecten. De langdurige verplichtingen uit hoofde van financial leasing zijn onder de materiële activa in de balans opgenomen. Die van operational leasing worden buiten de balans om toegelicht. In de jaarrekening 2011 was onder de in exploitatie genomen gronden het complex Centrumplan de Wijk opgenomen met een boekwaarde van € 200.000, omdat er toen nog sprake was van een grondexploitatie. De investering moet administratief opgenomen worden onder ‘investeringen in de openbare ruimte’. Financiële vaste activa Omschrijving Kapitaalverstrekking aan deelnemingen
Boekwaarde 1-1-2012
Investeringen
8.792
Overige uitzettingen > 1 jaar
6.704
14
382
Bijdragen aan activa in eigendom van derden
197
92
16.523
106
Balanstotaal
Boekwaarde 31-12-2012
7.445
1.347
113
6.605 382
7.558
124
165
124
8.677
382 15.871
Afwaarderingen
178
Vordering ivm verkoop Essent
Minus: Voorziening op vordering Verkoop Vennootschap (Essent)
Afschrijvingen
178
Leningen aan deelnemingen
Totaal
Desinvesteringen
382 106
7.558
124
8.295
Toelichting Voor een specificatie van de investeringen wordt verwezen naar de in de bijlagen opgenomen investeringsstaat 2012.
Kapitaalverstrekking aan deelnemingen Onder kapitaalverstrekking aan deelnemingen zijn de participaties in het aandelenkapitaal van de nutsbedrijven WMD, Rendo, Essent/Attero e.d. en van de Bank Nederlandse Gemeenten opgenomen. Leningen aan deelnemingen Het onder dit onderdeel verantwoorde financieringsarrangement Rendo/BNG van € 7.050.000 is per 1 augustus 2012 geheel afgelost. Als onderdeel van de verkooptransactie van Essent aan RWE is een zogenaamde bruglening van € 1.555.000 verstrekt aan Enexis Holding N.V. Deze bruglening wordt gefaseerd afgelost in 2012, 2014, 2016 en 2019. In 2012 is een aflossing verantwoord van € 395.000. Per 31 december resteert er nog een bedrag van € 1.160.000. Het overige per 31 december heeft betrekking op een achtergestelde lening aan Enexis van € 181.000 en een bedrag van € 6.000 als grootboek nationale schuld. Overige uitzettingen De overige uitzettingen langer dan een jaar betreffen leningen aan sportverenigingen, de dorpshuizen Ansen en Koekangerveld en de regionale muziekschool Scala Hoogeveen. Ook de verstrekking van hypothecaire geldleningen aan ambtenaren is hieronder opgenomen. Ingevolge de wijziging van de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) worden ingaande 2009 geen nieuwe hypothecaire geldleningen meer verstrekt aan de medewerkers. In 2012 zijn drie leningen totaal afgelost. ‘Vordering op Verkoop Vennootschap B.V. (Essent)’ Een deel van de verkoopopbrengst van Essent aan RWE, een bedrag van € 691.200 is apart gehouden en als vordering onder de overige uitzettingen opgenomen. Dit gezien het meerjarig karakter van deze vordering. In 2011 is hiervan een bedrag van € 309.000 uitgekeerd. Het resterende bedrag van € 382.000 komt geheel of gedeeltelijk, afhankelijk van mogelijke claims, te zijner tijd tot uitkering. Ter dekking van de mogelijke onzekerheden van de uitkering van de afgegeven garanties bij de verkoop is een voorziening ingesteld van ook € 691.200. Na de uitkering in 2011 is in deze voorziening ook een bedrag aanwezig van € 382.000.
pagina 106
JAARSTUKKEN 2012
Bijdragen activa derden De bijdragen aan activa in eigendom van derden betreffen restauratie van monumenten, het verlenen van bijdragen voor het treffen van energiebesparende maatregelen en de deelname in het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederland. Per 2009 zijn hier ook vermeld de boekwaarden van de geprivatiseerde tenniscomplexen in Ruinen en Zuidwolde. In de raadsvergadering van 12 september 2009 is besloten de deelname aan de stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederland te beëindigen. De definitieve afhandeling is afhankelijk van de nog lopende uitstaande leningen bij het Fonds.
VLOTTENDE ACTIVA Voorraden Niet in exploitatie genomen gronden Omschrijving
Naar in expl. gen. gronden en overige gr.
Boekwaarde 1-1-2012
Ruinen-Zuid 3e fase
41
Koekange-Noord, Kerklaan
98
98
Koekange-Langedijk Zuid
71
71
Terrein vm. Zuivelfabriek
Saldo expl. uitgaven/ inkomsten
Genomen verliezen
Boekwaarde 31-12-2012
41
29
29
Neuzendijk Ruinen
279
279
Buddingeborgh/Vondersland Ruinerwold
243
18
18
243
9
116
27
781
Drogteropslagen
116
9
Slagenweg
197
225
Totaal
Gerealiseerde winst
1.074
518
422
252
Overige grond- en hulpstoffen Omschrijving
Boekwaarde 1-1-2012
Saldo expl. uitgaven/ inkomsten
Gerealiseerde winst
Genomen verliezen
Boekwaarde 31-12-2012
Ruilgronden Ruinen
0
10
10
0
Erfpachtsgronden Ruinen
0
48
48
0
Aan- en verkoop overige gronden
165
92
92
165
Ruinen-Zuid 3e fase Koekange-Noord, Kerklaan Koekange-Langedijk Zuid Terrein vm. Zuivelfabriek Neuzendijk Ruinen Totaal
165
45
4
41
103
5
98
75
4
71 29
31
2
296
240
56
700
405
460
Onderhanden werk, waaronder bouwgrond in exploitatie Omschrijving Ruinen-Zuid Bedrijventerrein Hoge Akkers Ruinerwold Oost, Perenhof
Boekwaarde 1-1-2012
Van niet in exploitatie genomen gronden
Saldo expl. uitgaven/ inkomsten
-165
-1
1.737
13
91
15
Koekange Zuid West
-111
86
De Wijk, Dunningen
788
142
Fort Veeningen West III
-130
Gerealiseerde winst 166
Genomen verliezen
Boekwaarde 31-12-2012 0 1.750 106
10
-15 930 -130
122
12
pagina 107
134
JAARSTUKKEN 2012
Omschrijving
Boekwaarde 1-1-2012
Kerkenveld-Noord Middelveen IV Zuidwolde
Van niet in exploitatie genomen gronden
Saldo expl. uitgaven/ inkomsten
1.177
-42
-463
132
Oosteinde-Oost, 2e fase
-94
Centrumplan de Wijk
200
-200
3.152
157
775
707
2.377
-550
Totaal Minus: Voorziening verliezen bouwgrondexploitatie Balanstotaal
Gerealiseerde winst
Genomen verliezen
Boekwaarde 31-12-2012 1.135
85
-246 -94
261
3.570 1.482
261
2.088
Toelichting Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf Grondbeleid. In 2012 heeft er een storting ten laste van de exploitatie in de voorziening verliezen bouwgrondexploitatie plaatsgevonden. Dit in verband met voorziene verliezen in de bouwgrondexploitatie. Tussentijdse resultaatbepaling Op basis van de gekozen systematiek worden positieve resultaten pas als gerealiseerd beschouwd indien en voor zover sprake is van een negatieve boekwaarde (opbrengsten hoger dan de al gemaakte kosten). De winstneming vindt plaats tot het verschil tussen de boekwaarde (opbrengsten minus kosten) en de nog te maken kosten, zodat de overblijvende boekwaarde groot genoeg is om de nog resterende kosten te kunnen betalen. Uitzettingen <1 jaar Omschrijving
2012
Vorderingen op openbare lichamen
4.650
Overige vorderingen
1.230
2011 4.137 1.595
Uitgezette gelden
5.947
Totaal
5.880
Minus: Voorzieningen dubieuze debiteuren Balanstotaal
11.679
218
152
5.662
11.527
Toelichting Vorderingen op openbare lichamen Per 31 december 2012 stond er voor € 4.650.000 aan vordering op openbare lichamen uit. Per 1 maart 2013 was hiervan € 1.260.000 ontvangen. Het resterende bedrag van € 3.172.000 kan als volgt gespecificeerd worden: - vordering van de belastingdienst, BTW-compensatiefonds € 2.712.000 - stichting Wolderwijs *1 501.000 - overige vorderingen openbare lichamen (rijk, provincie) - -/41.000 Saldo per 1 maart 2013 *1
€
3.172.000
Met de Stichting Wolderwijs was er een verschil van inzicht over de afwikkeling van een vordering. Beide partijen hebben onlangs overeenstemming bereikt over de afwikkeling hiervan. De financiële consequenties hiervan zijn dat wij van de openstaande vordering van € 737.000 een bedrag van € 236.000 hebben afgeboekt ten laste van het rekeningsresultaat 2012. Het afgeboekte bedrag is meegenomen onder de lasten bij programma 7 Onderwijs en kinderopvang.
Overige vorderingen Per 31 december 2012 stond er voor € 1.230.000 aan overige vorderingen uit. Per 1 maart 2013 was hiervan € 380.000 ontvangen. Het resterende bedrag van € 850.000 kan als volgt gespecificeerd worden: - bijstandsdebiteuren - belastingdebiteuren - overige debiteuren
€ -
291.000 493.000 66.000
Saldo per 1 maart 2013
€
850.000
pagina 108
JAARSTUKKEN 2012 Uitgezette gelden De in de jaarrekening 2011 opgenomen bedrag van € 5.947.000 betreft uitgezette geldmiddelen en wel bij de Rabobank, ABN/AMRO, ING en SNS bank. Gezien de rente-ontwikkelingen wordt nu voor het uitzetten van de liquide middelen gebruik gemaakt van spaarrekeningen, vandaar dat deze nu verantwoord zijn onder de liquide middelen. De afname ten opzichte van het vorig jaar is het gevolg van de investeringen in 2012. Voorzieningen dubieuze debiteuren Dubieuze debiteuren afdeling samenleving, cluster sociale zaken Met de invoering van de Wet Werk en Bijstand (WWB) is de gemeente volledig verantwoordelijk voor de financiering van de bijstand. Dit heeft onder andere tot gevolg dat de uitkeringsdebiteuren voor rekening en risico van de gemeente komen. De voor dit risico gevormde voorziening bedraagt Overige dubieuze debiteuren Voor de belastingvorderingen en overige vorderingen is een voorziening getroffen ter dekking van mogelijke risico’s bij de invordering van belastingen en enkele overige privaatrechtelijke vorderingen. Het bedrag van de voorziening bedraagt
€
129.000
-
89.000
€
218.000
Liquide middelen Omschrijving
2012
Kassaldo, kas gemeentewinkel Banksaldi van BNG, de Rabobank, ABN/AMRO en de ING-bank Saldi van spaarrekeningen
2011 3
7
105
22
5.179
Totaal
5.287
29
Overlopende activa Vooruitbetaalde bedragen
2012
De overlopende activa hebben betrekking op in 2012 vooruitbetaalde bedragen, die ten laste van 2013 moeten komen.
2011
435
945
PASSIVA VASTE PASSIVA Eigen vermogen Algemene reserves Het verloop van de algemene reserves wordt in onderstaand overzicht per reserve weergegeven.
Omschrijving
Stand per 1-1-2012
Toevoegingen 2012
Toevoeging/ onttrekking via resultaatbestemming voorgaand dienstjaar
Algemene reserve
10.168
Reserve aandelenoverdracht Rendo
13.843
Reserve aandelenoverdracht Essent
8.351
Weerstandsvermogen
1.639
1.639
Algemene reserve Bouwgrondexploitatie
1.843
321
-529
6.357
-468
Totaal
35.844
2.094
Onttrekkingen 2012 4.397
Vermindering i.v.m. afschrijving op activa 21
Stand per 31-12-2012
7.844 13.843
61
2.094
8.412 0 993 21
31.092
Toelichting In de nota ‘Reserve en voorzieningen 2009-2012’ is voor een aantal reserves het maximaal benodigd peil aangegeven. Ook is in deze nota het verwachte verloop van de reserves aangegeven. Indien er belangrijke ontwikkelingen zijn of dat het niveau van de reserve tot onder het vastgestelde minimum is afgenomen, wordt dit hierna bij de desbetreffende reserve nader toegelicht. pagina 109
JAARSTUKKEN 2012 Algemene reserve De doelstelling van deze reserve is het opvangen van tegenvallers. De rente wordt gebruikt als structurele inkomstenbron voor de exploitatie. De reserve is niet vrij besteedbaar. Mutaties 2012: Het betreft de volgende mutaties: − In het kader van de ombuigingen/bezuinigingen heeft de raad in de vergadering van 12 november 2009 besloten de reserve weerstandsvermogen op te heffen. In 2010 is de helft van deze reserve overgebracht naar de algemene reserve en in 2012 is de andere helft, een bedrag van € 1.638.500, overgeheveld. − Bij de ombuigingsoperatie van 12 november 2009 is ook besloten de voorziening egalisatie afvalstoffenheffing op te heffen en de vrijgevallen middelen te storten in de algemene reserve. Toegevoegd is een bedrag van € 269.000. − Bij de bestuursrapportage 2012 is besloten de nieuw(ver)bouw van de kleedaccommodatie TC ’t Wold in Ruinerwold te activeren i.p.v. een dekking vanuit de reserve investeringsprojecten. Het hiervoor aangewende bedrag van € 186.000 vanuit de algemene reserve wordt teruggeboekt. − Bij het vaststellen van de kadernota 2004 is onder meer besloten de boekwaarden op een aantal investeringen op het terrein van automatisering vervroegd af te schrijven ten laste van de algemene reserve. Conform deze besluitvorming heeft in 2012 een onttrekking plaatsgevonden van € 21.000. − Bij raadsbesluit van 10 november 2011 is besloten een bedrag van € 3.625.000 te onttrekken aan de algemene reserve en te storten in de reserve investeringsprojecten. − Bij raadsbesluit van 8 maart 2012 is besloten een bedrag van € 248.000 van de algemene reserve over te hevelen naar de dekkingsreserve ‘bouw brede school Schoolbrink te Zuidwolde’. − Voor de aanleg van twee tunnels in de N48 (raadsbesluit 27-11-2011) is een bedrag van € 375.000 aangewend. − Voor de aanleg van parkeerplaatsen is als onderdeel van het centrumplan De Wijk € 150.000 aangewend (raadsbesluit 27-11-2012). Reserve aandelenoverdracht Rendo Het doel van deze reserve is het genereren van structurele rente-inkomsten ter compensatie van de weggevallen dividenduitkering als gevolg van de verkoop van aandelen van het energiebedrijf Rendo. In 1997 is bij de oprichting van de NV Rendo Holding een afkoopsom van € 7.050.000 ontvangen. Deze afkoopsom was gekoppeld aan een verplicht financieringsarrangement met de BNG, welke in 2012 geheel is afgelost. Daarnaast is in 2007 een opbrengst van € 6.793.000 in deze reserve gestort wegens verkoop van de aandelen NV Rendo Energielevering aan Electrabel. De reserve is niet vrij besteedbaar. Reserve aandelenoverdracht Essent Doel van deze reserve is het genereren van structurele rente-inkomsten ter compensatie van de in 2009 weggevallen dividenduitkering als gevolg van de verkoop van aandelen van het energiebedrijf Essent. De reserve is niet vrij besteedbaar. Mutaties 2012: − In 2012 is ingevolge de bestemming van het rekeningresultaat 2011 toegevoegd een bedrag van € 61.000 i.v.m. een extra uitkering vanuit de verkoop van Essent aan RWE. Weerstandsvermogen Het doel van deze reserve is het kunnen opvangen van onvoorziene en onvermijdelijke uitgaven zonder dat dit structurele gevolgen voor de exploitatie heeft. Deze reserve is in principe vrij besteedbaar omdat de rente incidenteel ten gunste komt van de exploitatie. Bij de ombuigingen/bezuinigingen heeft de raad in de vergadering van 12 november 2009 besloten de omvang van de reserve weerstandsvermogen in 2010 met 50% te verlagen en in 2012 wederom met 50%. Het vrijkomend bedrag van twee keer (in 2010 en 2012) € 1.638.500 wordt overgeheveld naar de algemene reserve. In tegenstelling tot de rente weerstandsvermogen wordt de rente van de algemene reserve als structureel aangemerkt. Dit levert in 2012 een structureel voordeel op van € 82.000. Algemene reserve bouwgrondexploitatie Deze reserve is bedoeld voor het opvangen van risico’s in het kader van de bouwgrondexploitatie en met de voorziening verliezen bouwgrondexploitatie als weerstandvermogen voor de bouwgrondexploitatie. De algemene reserve bouwgrondexploitatie is vrij besteedbaar. Mutaties 2012: Bij bestemming van het rekeningsresultaat 2011 is besloten € 529.000 te onttrekken aan deze reserve ter overheveling naar de voorziening verliezen bouwgrondexploitatie. Bij bestemming van het rekeningresultaat 2012 zal worden voorgesteld een bedrag van € 166.000 toe te voegen aan de reserve vanwege winstneming bouwgrondexploitatie complex Ruinen-Zuid.
pagina 110
JAARSTUKKEN 2012
Bestemmingsreserves Het verloop van de bestemmingsreserves wordt in onderstaand overzicht per reserve weergegeven. Toevoeging/ onttrekking via resultaatbestemming voorgaand dienstjaar
Vermindering i.v.m. afschrijving op activa
Stand per 31-12-2012
3.062
6.879
Stand per 1-1-2012
Toevoegingen 2012
Onttrekkingen 2012
Reserve investeringsprojecten
6.879
3.652
2.013
Reserve overheveling exploitatiebudgetten
1.555
1.868
1.555
1.868
35
105 853
Omschrijving
1.423
BTW-compensatiefonds
140
Reserve frictie- en organisatiekosten
754
305
206
Egalisatie personeelskosten
438
62
979
Levensfasebewust personeelsbeleid
155
31
Egalisatie wegenonderhoud
155
7
Co-financiering Leader
230
-7
223
45
11
56
Co-financiering speelplaatsen Wet Maatschappelijke Ondersteuning Wet Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorziening aan Gemeenten
361
17
Minimabeleid
65
Harmonisatie tennisbeleid
113 186
42
120
67
394
0
Trajecten werkgelegenheid Reserve woonplan
100
592
0 17 9
56
167
3
10
160
86
4
28
62
Kleedaccommodatie VVR Ruinerwold
270
14
23
261
Bouw brede school Ruinerwold
860
43
51
852
Bouw brede school Schoolbrink Zuidwolde Egalisatie verfijningsuitkering rioleringen Totaal
1.255
1.255
273
14
75
12.450
7.358
4.981
212 2.019
3.174
Toelichting aard en reden van de bestemmingsreserves Reserve investeringsprojecten Deze reserve heeft als doel middelen te stallen die beschikbaar zijn voor het dekken van (grote) investeringsprojecten.
pagina 111
13.672
JAARSTUKKEN 2012 Het verloop van deze reserve is in 2012 als volgt geweest Saldo per 1 januari 2012 Toevoegingen 2012 Bestemming rekeningresultaat 2011 Overheveling van alg. reserve Vrijval m.b.t. investering infrastructuur brede school Ruinerwold
€
-
1.423.000 3.625.000 27.000
€
6.879.000
€
5.075.000 11.954.000
€
2.013.000
Onttrekkingen 2012 In 2012 zijn er onttrekkingen geweest ten behoeve van:
Vorming reserve bouw brede school Het Groene Hart Zuidwolde Overheveling naar alg.reserve t.b.v. tennisaccommodatie Ruinerwold Beleidsimplementatie burgerparticipatie Projectkosten papierloos vergaderen Opstellen nieuw beleidsplan TROP Opstellen startnota ‘vitaal platteland’ Verbetering recreatieve vaarvoorzieningen Culturele alliantie gelden Onderzoekkosten kunstgrasvelden Council Drenthe 2028 Uitvoeringsprogramma milieu-ambtitieplan Beleidskaart archeologie Acutalisatie bestemmingsplannen 2012 Afwaardering bouwgrondcomplex Neuzendijk Ruinen Incidentele formatie capaciteit Midoffice 2011 Plan van aanpak duurzaam inkopen Doorontwikkelplan afdeling VROM Doorontwikkeling Woldwerk In 2012 zijn er onttrekkingen geweest ten behoeve van de volgende investeringsprojecten: Toegankelijkheid openbaar vervoer Ontsluiting kern Zuidwolde op de N48 Reconstructie Hoofdstraat Zuidwolde Infrastructuur brede school de Wijk Centrumplan Ruinen Centrumplan de Wijk Infrastructuur brede scholen Zuidwolde Infrastructuur brede school Heidelaan Zuidwolde Infrastructuur brede school Schoolbrink Zuidwolde Fietspad Oshaarseweg Aanleg fietspad Meppelerweg Vervanging bruggen Brug de Stuw, Tennet-2 project Grondverwerving inzake ruilverkaveling Economisch ruimtelijk proces Hoofdstraat Zuidwolde Project ‘de Ontmoeting’, ontwikkeling dorpsvisies Project centrumontwikkeling Ruinen Tijdelijke huisvesting brede scholen obs en bbs Zuidwolde Legionellabestrijding/risico analyse scholen Subsidieregeling energiebesparing Herstructuering Julianaplein Zuidwolde Digitalisering documenten Organisatie en proceskosten visie dienstverlening 2011 en 2012 Saldo per 31 december 2012
pagina 112
€ -
-
€ -
-
-
-
1.007.500 186.000 15.000 15.000 35.000 25.000 20.000 10.000 175.000 20.000 60.000 28.000 48.500 168.000 80.000 15.000 80.000 25.000
92.000 252.000 646.000 21.000 41.000 249.000 19.000 28.000 267.000 148.000 7.000 279.000 115.000 18.000 85.000 153.000 31.000 121.000 5.000 50.000 145.000 24.000 266.000
€
3.062.000
€
6.879.000
JAARSTUKKEN 2012 Voor wat betreft de al dan niet vrije besteedbaarheid wordt het saldo van deze reserve als volgt opgesplitst: Reeds bestemd voor in uitvoering zijnde projecten/investeringen Toegankelijkheid openbaar vervoer Ontsluiting kern Zuidwolde op de N48 Reconstructie Hoofdstraat Zuidwolde Centrumplan Ruinen Centrumplan de Wijk Infrastructuur brede scholen Zuidwolde Fietspad Oshaarseweg Fietspad Ommerweg Fietspad Meppelerweg Vervanging bruggen Verkeersveiligheid rondom scholen Grondverwerving inzake ruilverkaveling Wegmarkeringen bebouwde kom Project ‘de Ontmoeting’, ontwikkeling dorpsvisies Tijdelijke huisvesting brede scholen Zuidwolde Subsidieregeling energiebesparing Digitalisering documenten, dienstverleningsconcept 60 km zones in het buitengebied Beleidskaart archeologie, opstellen en uitvoeren Doorontwikkelplan afdeling VROM Reeds bestemd voor in 2013 in uitvoering te nemen projecten/ investeringen Implementatie en borging speerpunt burgerparticipatie Meerkosten reconstructie N48 Onderzoekskosten rotonde N375 Koekange/Weerwille
Herinrichting woonomgeving Burg.D.L.S. Briëtweg Opstellen ambitiedocument ‘vitaal platteland’ Uitvoering agenda plattelandsgemeenten ZW-Drenthe Onderbrenging budgetten dorpsvisies bij ‘De Ontmoeting’ Opstellen startnotitie economisch beleidsplan Implementatie beleidsplan Recreatie en Toerisme Promotie en marketing plan Implementatie evenementenbeleid Advieskosten rol gemeente lokaal onderwijs Onderzoekkosten instandhouding kleine scholen Incidentele bijdrage instandhouding Drentse Toal Dekking rentelast 2013, investering ‘hard gras’ Incidentele formatieve capaciteit Mid-office 2013 Incidentele capaciteit applicatiebeheer 2013 Organisatie- en proceskosten visie dienstverlening 2013 Incidentele uitbreiding formatie juridische zaken Uitwerking Gemeentelijk Verkeers en VervoersPlan (GVVP) Uitvoeren bruggenbeheersplan 2014 HBD Zuidwolde-zuid, wandelpad Drogteropslagen Realisering rotonde N375 Vervanging beschoeiing vijver Luchtenstein de Wijk Herinrichting Julianaweg te de Wijk Dorpshart Ruinerwold (Buddingehof) Actualisatie bestemmingsplannen 2013 Frictiekosten bezuinigingen Totaal geoormerkte bestedingen
€ -
46.000 340.000 817.000 889.000 262.000 23.000 148.000 287.000 62.000 501.000 17.000 258.000 116.000 171.000 19.000 50.000 212.000 125.000 30.000 73.000
€
17.000 30.000 20.000 225.000 20.000 15.000 35.000 25.000 15.000 10.000 5.000 15.000 15.000 5.000 34.000 79.000 80.000 140.000
-
-
€
4.446.000
€ €
2.578.000 7.024.000
35.000 200.000 400.000 50.000 145.000 40.000 220.000 100.000 303.000 300.000
Uit bovenstaande blijkt dat de geoormerkte bestedingen hoger zijn dat het aanwezige saldo in de ‘reserve investeringsprojecten’.
pagina 113
JAARSTUKKEN 2012 Reserve overheveling exploitatiebudgetten Het doel van deze reserve is om activiteiten veilig te stellen die nog niet volledig zijn gerealiseerd. Noodzakelijk is het de budgetten hiervan over te hevelen naar het volgend jaar. Over twee jaren gezien verloopt een en ander budgettair neutraal. De budgetoverheveling is slechts een verschuiving van middelen van 2012 naar 2013. Deze reserve is niet vrij besteedbaar. Mutaties 2012: De besluitvorming tot overheveling van de exploitatiebudgetten heeft plaatsgevonden in de raad van 13 december 2012. In 2012 is een bedrag van € 1.868.000 gestort in de reserve overheveling exploitatiebudgetten. In 2013 wordt ter bijstelling van de budgetten dit bedrag weer onttrokken aan de reserve. De onttrekking van € 1.555.000 in 2012 heeft te maken met de overheveling van budgetten van 2011 naar 2012. Reserve BTW-compensatiefonds Het doel van deze reserve is de dekking van tekorten die met name in de eerste jaren ontstaan door de invoering van het BTW-compensatiefonds. Deze reserve is niet vrij besteedbaar. Mutaties 2012: Jaarlijks vindt er een onttrekking plaats ten gunste van de exploitatie ter opvang van de nadelige effecten van de BTW-component in de afschrijvingslasten van de oude activa. In 2012 was dit een bedrag van € 35.000. Reserve frictie- en organisatiekosten Het doel van deze reserve is het opvangen van onvoorziene en onvermijdelijke kosten in het kader van de organisatieontwikkeling. Deze reserve is bestemd voor personele frictiekosten en voor projecten in het kader van de organisatieontwikkeling. Gezien de geoormerkte onttrekkingen is de reserve niet vrij besteedbaar. Mutaties 2012: − Conform de besluitvorming bij de jaarrekening 2009 is een bedrag van € 28.000 toegevoegd aan resterende vrijvallende IZA-gelden. Dit bedrag is ontvangen i.v.m. opheffing van de gemeenschappelijke regeling IZA-Nederland. − Vanuit de reserve egalisatie personeelskosten is een bedrag van € 277.000 overgeboekt voor uitkeringen aan voormalige personeelsleden. − Voor reguliere personele frictiekosten is een bedrag van € 99.000 onttrokken aan de reserve. − Onttrokken is voor uitkeringen aan voormalige personeelskosten een bedrag van € 102.000. − Het overige nog onttrokken bedrag van € 5.000 heeft betrekking op uitvoering van projecten in het kader van de organisatieontwikkeling. Reserve egalisatie personeelskosten Het doel van deze reserve is het egaliseren van de jaarlijkse personeelskosten. Deze reserve is vrij besteedbaar. Onttrekking voor andere doeleinden heeft geen budgettaire gevolgen voor de exploitatie. Mutaties 2012: − Bij de bestemming van het rekeningsresultaat 2011 is i.v.m. een onderschrijding op de personeels- en organisatiekosten een bedrag van € 592.000 toegevoegd. − Bij de bestuursrapportage 2012 (raad 27-9-2012) is gezien het verloop van de personeelsbudgetten besloten een bedrag van € 979.000 te onttrekken uit de reserve egalisatie personeelskosten. − De werkelijke situatie van de personeelskosten in 2012 geeft aan dat er een onderschrijding is ontstaan van € 62.000. Dit bedrag wordt weer toegevoegd aan de reserve egalisatie personeelskosten. Reserve levensfasebewust personeelsbeleid De reserve is bedoeld voor de bekostiging van het levensfasebewust personeelsbeleid. In de nota ‘levensfasebewust personeelsbeleid De Wolden, gezond en plezierig (blijven) werken’ wordt de inzet van de middelen beleidsmatig onderbouwd. Op basis van in het verleden gemaakte CAO-afspraken zijn de middelen in deze reserve geoormerkt en derhalve niet vrij aanwendbaar. Mutaties 2012: Ten laste van de exploitatie wordt jaarlijks ter bekostiging van noodzakelijke maatregelen op het gebied van strategische personeelsplanning een bedrag van € 11.000 gestort in de reserve. Tevens is een bedrag toegevoegd aan de reserve van € 30.000. Dit als gevolg van CAO-afspraken, waarbij nieuw beleid ontwikkeld moet worden dat gericht is op duurzame inzetbaarheid van medewerkers. Ter stimulering hiervan krijgen we via de afdracht loonheffingen voor de medewerkers van 62 tot en met 65 jaar een premiekorting van € 20.000.
pagina 114
JAARSTUKKEN 2012 Reserve egalisatie wegenonderhoud Het doel van de reserve is het inzetten van geoormerkte middelen voor wegenonderhoud om daarmee de toekomstige exploitatie te ontlasten. Deze reserve is niet vrij besteedbaar. Mutaties 2012: Voor het op peil houden van de reserve is conform de nota reserves en voorzieningen in 2011 een bedrag van € 7.000 wegens bespaarde rente toegevoegd. Ten gunste van de exploitatie is een bedrag van € 42.000 onttrokken aan de reserve. Reserve co-financiering Leader Deze reserve is bedoeld voor de egalisatie van de kosten die verband houden met Leader, ILG en POP projecten. Deze reserve is vrij besteedbaar. Onttrekking voor andere doeleinden heeft geen budgettaire gevolgen voor de exploitatie. Mutaties 2012: Het exploitatietekort op de post plattelandsontwikkeling van 2011 van € 7.000 is in 2012 aan deze reserve onttrokken. Ten aanzien van de budgetoverschrijding over 2012 wordt bij bestemming van het rekeningresultaat 2012 voorgesteld een bedrag van € 8.000 toe te voegen aan de reserve co-financiering Leader. Reserve co-financiering speelplaatsen Het doel van deze reserve is het egaliseren van de bijdragen aan derden voor het op (laten) knappen van speeltuinen. Deze reserve is vrij besteedbaar. Onttrekking voor andere doeleinden heeft geen budgettaire gevolgen voor de exploitatie. Mutaties 2012: Het exploitatie-overschot op de post onderhoud speelvoorzieningen van 2011 van € 11.000 is in 2012 aan deze reserve toegevoegd. In 2012 bedroeg het exploitatie-overschot op dit onderdeel € 16.000. Voorgesteld wordt dit bedrag bij bestemming van het rekeningresultaat toe te voegen aan de reserve co-financiering speelplaatsen. Reserve Wet Maatschappelijke Ondersteuning Het doel van deze reserve is het opvangen van onvermijdelijke overschrijdingen op de openeindregelingen ‘huishoudelijke verzorging’ en ‘voorzieningen gehandicapten’. Deze reserve is vrij besteedbaar. Onttrekking voor andere doeleinden heeft geen budgettaire gevolgen voor de exploitatie, maar kan wel tot gevolg hebben dat het doel van deze reserve in het gedrang komt. Mutaties 2012: − Gezien de besluitvorming bij de Kadernota 2012 en de Bestuursrapportage 2012 is ten laste van de exploitatie een bedrag van € 100.000 gestort in de reserve Wet Maatschappelijke Ondersteuning. − Het tekort op de uitvoering van de ‘Wet Maatschappelijke Ondersteuning’, met name op het onderdeel huishoudelijke verzorging is in 2012 € 67.000. Dit bedrag is onttrokken aan de reserve WMO. Reserve wet Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorziening aan Gemeenten De reserve is bedoeld voor de opvang van risico’s bij de uitvoering van de wet BUIG (voorheen inkomensdeel Wwb/Bbz/Ioa). Deze reserve is vrij besteedbaar. Onttrekking voor andere doeleinden heeft geen budgettaire gevolgen voor de exploitatie, maar kan wel tot gevolg hebben dat het doel van deze reserve in het gedrang komt. Mutaties 2012: Het saldo van de reserve is nihil. Een toevoeging aan deze reserve is niet aan de orde, daar er in 2012 geen sprake is van een overschot aan middelen. In 2011 is ten laste van de exploitatie een extra bedrag beschikbaar gesteld van € 241.000 voor uitvoering van de BUIG-regelingen. Reserve trajecten werkgelegenheid Het doel van deze reserve is het beschikbaar hebben van middelen voor de kosten van aangegane reïntegratieverplichtingen, waarvoor nog geen ESF-middelen zijn ontvangen. Deze reserve is vrij besteedbaar. Onttrekking voor andere doeleinden heeft geen budgettaire gevolgen voor de exploitatie, maar kan wel tot gevolg hebben dat het doel van deze reserve in het gedrang komt. Mutaties 2011: Het saldo van deze reserve bedraagt € 17.000. In 2012 hebben er geen mutaties plaatsgevonden. Reserve minimabeleid Het doel van deze reserve is het opvangen van fluctuaties in de realisatie van vastgesteld minimabeleid. Deze reserve is vrij besteedbaar. In de raad van 12 november 2010 is bij de ombuigingen/bezuinigingen voorgesteld de reserve op te heffen en de vrijkomende middelen te storten in de algemene reserve. Dit behoudens de reeds geoormerkte bedragen ter uitvoering van de lopende projecten, zoals hieronder vermeld.
pagina 115
JAARSTUKKEN 2012 Mutaties 2012: Van de geoormerkte bedragen voor het project ‘Kinderen doen Mee’ is een bedrag van € 9.000 onttrokken aan de reserve. Het nog aanwezige saldo van € 56.000 wordt gebruikt voor de afwikkeling van de lopende projecten. Reserve woonplan Het doel van deze reserve is het beschikbaar hebben van middelen om plannen te realiseren die bijdragen aan de gewenste woningvoorraad en bijbehorende woonomgeving. Deze reserve is vrij besteedbaar. Onttrekking voor andere doeleinden heeft geen budgettaire gevolgen voor de exploitatie. Mutaties 2012: Ten laste van project Oldenhave-Bos in Ruinen is een bedrag van € 3.000 toegevoegd aan de reserve. Voor het opstellen van een nieuwe woonvisie is van het hiervoor geoormerkte bedrag van € 90.000 een bedrag van € 10.000 onttrokken aan de reserve. Reserve harmonisatie tennisbeleid De reserve heeft als doel de dekking van kapitaallasten die verband houden met de harmonisatie van het tennisbeleid. Het aanwenden voor andere doeleinden heeft budgettaire gevolgen. Deze reserve is niet vrij besteedbaar. Mutaties 2012: Voor het op peil houden is € 4.000 (bespaarde rente) aan deze reserve toegevoegd. Ter dekking van de kapitaallasten verbandhoudende met de harmonisatie van het tennisbeleid is € 28.000 onttrokken aan deze reserve. Reserve kleedaccommodatie VVR Ruinerwold De reserve heeft als doel de dekking van kapitaallasten die verband houden met de verbouw van de kleedaccommodatie van de voetbalvereniging VVR te Ruinerwold. Deze reserve is niet vrij besteedbaar. Mutaties 2012: Voor het op peil houden is € 14.000 (bespaarde rente) aan deze reserve toegevoegd. Ter dekking van de kapitaallasten verbandhoudende met de verbouw van de kleedaccommodatie is € 23.000 onttrokken aan deze reserve. Reserve bouw brede school Ruinerwold De reserve heeft als doel de dekking van een deel van de kapitaallasten die verband houden met de bouw van een brede school te Ruinerwold. Deze reserve is niet vrij besteedbaar. Mutaties 2012: Voor het op peil houden is € 43.000 (bespaarde rente) aan deze reserve toegevoegd. Ter dekking van de kapitaallasten verbandhoudende met de verbouw van de kleedaccommodatie is € 51.000 onttrokken aan deze reserve. Reserve bouw brede school Schoolbrink Zuidwolde De reserve heeft als doel de dekking van een deel van de kapitaallasten die verband houden met de bouw van een brede school te Ruinerwold. Deze reserve is niet vrij besteedbaar. Mutaties 2012: Voor de bouw van de brede school Schoolbrink in Zuidwolde is vanuit de algemene reserve en de reserve investeringsprojecten in deze ‘dekkingsreserve’ een bedrag van € 1.255.000 gestort. Dit ter dekking van een deel van de kapitaallasten (raadsbesluit 22-12-2011). Reserve egalisatie verfijninguitkering rioleringen Deze reserve heeft als doel het egaliseren van het niet gelijkmatig aflopen van de verfijninguitkering riolering ten opzichte van de kapitaallasten. Deze reserve is niet vrij besteedbaar. Mutaties 2012: Voor het op peil houden is conform de nota reserves en voorzieningen € 14.000 aan deze reserve toegevoegd wegens bespaarde rente. Aan deze reserve is onttrokken een bedrag van € 75.000. In verband met het wegvallen van een deel van de verfijninguitkering riolering van de algemene uitkering wordt jaarlijks ten gunste van de exploitatie een aflopend bedrag onttrokken aan de reserve. Resultaat na bestemming Omschrijving
Stand per 1-1-2012
Rekeningresultaat Totaal
pagina 116
Toevoegingen
Onttrekkingen
Stand per 31-12-2012
1.457
386
1.457
386
1.457
386
1.457
386
JAARSTUKKEN 2012
Voorzieningen Het verloop van de voorzieningen wordt in onderstaand overzicht per voorziening weergegeven. Stand per 1-1-2012
Omschrijving Bruidsschatregeling openbaar basisonderwijs Huisvesting onderwijs
Toevoegingen
218
256
82
1.198
302 838
Versterking EHS, groenfonds N48
100
Pensioenverplichtingen voorm. wethouders
33
0
281
269
150
969
73
27
295
22
273
Verliezen bouwgrondexploitatie
775
707
Dubieuze debiteuren
151
89
Voorziening op vordering Verkoop Vennootschap BV (Essent)
382
Balanstotaal
Stand per 31-12-‘12
474
Onderhoud gebouwen
Minus de voorzieningen: verliezen bouwgrondexploitatie, dubieuze debiteuren en vordering Verkoop Vennootschap (Essent) opgenomen onder de financiële vaste activa en onder de vlottende activa
Aanwendingen
1.280
Egalisatie afvalstoffenheffing
Totalen
Vrijval
1.482 22
218 382
4.302
1.372
1.308
796
2.994
576
269
269
600
4.805
22
2.082
578
2.723
Toelichting aard en reden van de voorzieningen Algemeen In de nota ‘Reserves en voorzieningen’ wordt per voorziening nader ingegaan op b.v. het benodigde peil van een voorziening, verwachte ontwikkelingen, e.d. Voor de gedetailleerde informatie wordt verwezen naar de staat van reserves en voorzieningen in de bijlagen behorende bij de jaarrekening 2012. Voorziening bruidsschatregeling openbaar basisonderwijs In de raadsvergadering van 29 oktober 2009 heeft de raad ingestemd met verzelfstandiging van het openbaar onderwijs per 1 januari 2009. Op basis van de z.g. bruidsschatregeling is besloten om ten laste van de algemene reserve een voorziening, groot € 1.292.000, te treffen voor de dekking van de extra kosten voor algemeen beheer en bestuur die de stichting Wolderwijs in de eerste vijf jaren van de verzelfstandiging heeft. Mutaties 2012: Op grond van het raadsbesluit van 29 oktober 2009 is in 2012 aan de stichting Wolderwijs een bedrag van € 218.000 uitgekeerd. Voorziening huisvesting onderwijs De voorziening is bedoeld om aangewend te worden voor de dekking van de kosten van het Integraal Huisvestingsplan basisonderwijs. Mutaties 2012: Ten gunste van de exploitatie huisvesting openbaar en bijzonder onderwijs (stelpost) is een bedrag van € 53.000 onttrokken aan de reserve. Voor het onderhoud aan de schoolgebouwen is € 29.000 aangewend. Voorziening egalisatie afvalstoffenheffing Deze voorziening was bedoeld om fluctuaties in de kosten van de afvalverwerking te egaliseren om daarmee bovenmatige schommelingen in het tarief van de afvalstoffenheffing te voorkomen. In de raad van 12 november 2009 is bij de ombuigingen/bezuinigingen voorgesteld de voorziening op te heffen en de vrijkomende middelen te storten in de algemene reserve. Dit behoudens de reeds geoormerkte bedragen ter uitvoering van de lopende investeringen t.b.v. de aanschaf van groene containers en voor ondergrondse inzameling van glas en textiel. In 2012 zal het dan nog resterende saldo van deze voorziening vrijvallen en worden gestort in de algemene reserve. Mutaties 2012: Voor de lopende investeringen is een bedrag van € 33.000 aangewend. Conform het raadsbesluit van 12 november 2009 is een bedrag van € 269.000 vrijgevallen en toegevoegd aan de algemene reserve.
pagina 117
JAARSTUKKEN 2012 Voorziening onderhoud gebouwen Deze voorziening is bedoeld om bovenmatige schommelingen in de jaarlijkse onderhoudskosten van gemeentelijke gebouwen op te vangen. De mutaties zijn gebaseerd op het onderhoud beheerprogramma gebouwen. Mutaties 2012: Voor de dekking van periodiek (groot) onderhoud is ten laste van de exploitatie € 281.000 in deze voorziening gestort. Voor de uitvoering van onderhoudswerkzaamheden is in 2012 € 150.000 aangewend. Voorziening EHS, groenfonds N48 Rijkswaterstaat Noord-Nederland, provincie Drenthe en de gemeente De Wolden zijn overeengekomen om ter versterking van de EHS (ecologische hoofdstructuur) een fonds of voorziening te vormen van € 100.000, waarvan een derde deel ten laste komt van elk van de partijen. Het bedrag wordt gebruikt ter uitvoering van compensatiemaatregelen verband houdende met de reconstructie van de N48. Mutaties 2012: In 2012 zijn gronden aangekocht voor een bedrag van € 73.000. Voorziening pensioenverplichtingen voormalige wethouders Deze voorziening is bedoeld voor de bekostiging van de pensioenverplichtingen van voormalige wethouders. Mutaties 2012: In 2012 is een bedrag van € 295.000 ontvangen van pensioenverzekeraar Loyalis wegens uitkering pensioenverplichtingen van een voormalige wethouder. Jaarlijks wordt hiervan een bedrag ontrokken voor het uitkeren van een bedrag aan betrokkene. In 2012 was dit € 22.000. Voorziening verliezen bouwgrondexploitatie Deze voorziening is bedoeld voor het opvangen van voorziene verliezen in de complexen van de bouwgrondexploitatie. Mutaties 2012: In 2012 heeft er een storting ten laste van de exploitatie plaatsgevonden van € 707.000. Dit in verband met voorziene verliezen in de bouwgrondexploitatie van de complexen ‘Kerkenveld-Noord’ en ‘Hoge Akkers Ruinerwold’. Voorziening dubieuze debiteuren Deze voorziening is bedoeld voor het opvangen van de financiële risico’s voortvloeiende uit vermoedelijk oninbare vorderingen. Mutaties 2012: − Uit een actualisatie van de dubieuze debiteuren sociale zaken blijkt dat een bedrag van € 24.000 moet worden toegevoegd aan deze voorziening. − Ter dekking van toekomstige oninbare belastingvorderingen en overige publiekrechtelijke vorderingen is een bedrag van € 65.000 toegevoegd. − Voor de dekking van definitief oninbaar verklaarde belastingvorderingen is een bedrag van € 22.000 onttrokken aan deze voorziening. Voorziening dubieuze debiteur ‘Vordering op Verkoop Vennootschap B.V. (Essent)’ Bij verkoop van Essent aan RWE is een deel van de verkoopopbrengst niet uitbetaald en als vordering opgenomen. Voor onze gemeente gaat het om een bedrag van € 691.200, waarvan in 2011 € 309.000 is uitgekeerd. Afhankelijk van mogelijke claims zal het restantbedrag van € 382.000 te zijner tijd geheel of gedeeltelijk tot uitkering komen. In verband met deze onzekerheid is het bedrag als dubieus aangemerkt en is hiervoor een voorziening getroffen. Mutaties 2012: In 2012 zijn er geen mutaties geweest. Langlopende schulden De in de balans opgenomen langlopende geldleningen betreffen onderhandse leningen, afgesloten bij de Bank Nederlandse Gemeenten. Het verloop van deze leningen is in onderstaand overzicht weergegeven. Restantbedrag van de leningen per 1-1-2012 11.211
Opgenomen leningen 0
Aflossingen
745
Restantbedrag van de leningen per 31-12-2012 10.466
Het restantbedrag ultimo 2012 heeft betrekking op vier langlopende geldleningen met een totale rentelast in 2012 van € 508.000.
pagina 118
JAARSTUKKEN 2012 VLOTTENDE PASSIVA 2012 Waarborgsommen Netto-vlottende schulden < 1 jaar
7
4.100
3.633
1
1.815
Bank- en girosaldi Overlopende passiva Totaal
2011 1
1.487
1.561
5.589
7.016
Toelichting Waarborgsommen Het te verrekenen bedrag aan waarborgsommen eind 2012 van € 1.000 heeft betrekking op waarborgsommen inzake planschadevergoedingen. Netto-vlottende schulden < 1 jaar Onder “netto-vlottende schulden < 1 jaar” zijn de overige schulden per 31 december 2012 opgenomen. Ten tijde van het opstellen van de jaarrekening is van deze crediteuren (per 1-3-2013) € 2.888.000 afgewikkeld. Het restantschuld komt hiermede per 1-3-2012 op € 1.212.000. Bank- en girosaldi Het betreft hier debetsaldi bij de BNG. Overlopende passiva Omschrijving
2012
Transitorische rente Vooruitontvangen bedragen Europese en Nederlandse overheidslichamen
204
219
1.194
1.237
58
105
1.456
1.561
Overige overlopende posten Totaal
2011
Transitorische rente De transitorische rente heeft betrekking op de te betalen rente van de aangegane vaste geldleningen die in het volgende jaar verschuldigd is. Vooruitontvangen bedragen Europese en Nederlandse overheidslichamen Het verloop van de vooruitontvangen bedragen wordt als volgt weergegeven. Stand per 1-1-2012
Omschrijving Min. van OCW, bijdrage brede scholen Zuidwolde
Toevoegingen
Min.van Soza, bijdr. doorontwikkeling Woldwerk
0
15
0
229
Prov. Drenthe, inrichting landelijk gebied
6
1 15 229
543
399
144
10
10
0
Prov. Drenthe, Landschapsproject Heerlijkheid Ruinen Prov. Drenthe, regeling verkeersveiligheid wegen
Stand per 31-12-12 500
7
Prov. Drenthe, TenneT gelden tweetal projecten
Aanwendingen
500
Min. van Financiën, te verrekenen btw Prov. Drenthe, toegankelijkheid bushaltes
Vrijval
95 43
95 43
0
Prov. Drenthe, bijdrage museum Karstenhoeve
0
8
8
Prov. Drenthe, project De Olde Karke Echten
0
25
25
Prov. Drenthe, doeluitkering klimaatcontract
174
174
Prov. Drenthe, bijdrage culturele alliantie
48
48
0
Prov. Drenthe, bijdrage infrastructuur brede school Ruinerwold
86
86
0
Belastingdienst, teruggaaf zorgverzekeringswet
2
UWV, ziektewetgelden
1
Totaal
1.237
pagina 119
549
2 1 592
1.194
JAARSTUKKEN 2012 Overige overlopende posten De overige posten hebben betrekking op verrekeningen (algemeen en sociale zaken) en optierente van verkoop bouwkavels. NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE VERPLICHTINGEN Aan de passiefzijde van de balans wordt buiten de balanstelling het bedrag opgenomen waartoe aan natuurlijke personen of rechtspersonen borgstellingen of garantiestellingen zijn verstrekt (artikel 50 BBV).
Borg- en garantstellingen
Omschrijving Gewaarborgde geldleningen, sportverenigingen, dorpshuizen e.d. Garanties sociale woningbouw, diverse corporaties Totaal
2012
2011 252
293
64.730
65.371
64.982
65.664
Voor een nadere specificatie (aflossingen, nieuwe leningen) van de borg- en garantiestellingen wordt verwezen naar de ‘staat van gegarandeerde geldleningen’ zoals die opgenomen is in de bijlagen behorende bij de jaarrekening 2012. Verplichtingen voortvloeiende uit leasing De langdurige verplichtingen uit hoofde van operational lease zijn niet in de balans opgenomen en worden hieronder toegelicht. Omschrijving Océ-finance, kopieermachines/ printers
Aanvang contract
Einde contract
Jaarbedrag
25-7-06/28-3-07/1-12-10
25-7-12/28-3-12/1-12-2016
55
1-1-2010
1-1-2013
28
IBM, server
pagina 120
JAARSTUKKEN 2012
2.4
RECAPITULATIE LASTEN EN BATEN PER PROGRAMMA
Lasten per programma 01 Bestuur en organisatie
Begroting 2012 voor wijz.
Rekening 2011
Begroting 2012 na wijz.
Afwijking rekening/ begroting
Rekening 2012
2.350.247
2.510.997
2.917.609
2.911.624
V
5.985
757.650
668.368
704.649
656.988
V
47.661
03 Veiligheid en openbare orde
2.041.938
1.734.865
1.714.870
1.576.377
V
138.493
04 Verkeer en vervoer / openbaar gebied
6.931.872
4.999.238
8.387.719
7.491.038
V
896.681
559.760
330.798
587.580
572.108
V
15.472
02 Dienstverlening
05 Economische zaken en plattelandsontwikkeling 06 Toerisme en recreatie
236.047
306.841
336.500
312.216
V
24.284
07 Onderwijs en kinderopvang
3.781.536
3.635.822
3.956.116
3.995.184
N
39.068
08 Cultuur en sport
3.623.638
3.652.619
3.693.564
3.738.845
N
45.281
14.723.373
14.573.063
15.205.274
15.566.674
N
361.400
10 Milieu
5.211.605
5.535.329
5.514.437
5.326.674
V
187.763
11 Ruimte en wonen
5.465.254
4.522.726
5.714.241
4.835.490
V
878.751
12 Financieringsmiddelen
3.011.218
1.552.623
2.741.817
3.146.728
N
404.911
48.694.138
44.023.289
51.474.376
50.129.946
V
1.344.430
Rekening 2011
Begroting 2012 voor wijz.
Begroting 2012 na wijz.
Rekening 2012
09 Sociaal/maatschappelijke zorg
Totaal van de lasten
Baten per programma 01 Bestuur en organisatie 02 Dienstverlening 03 Veiligheid en openbare orde 04 Verkeer en vervoer / openbaar gebied 05 Economische zaken en plattelandsontwikkeling 06 Toerisme en recreatie
Afwijking rekening/ begroting
-
-
294.571
294.819
V
248
424.525
403.733
403.733
383.834
N
-19.899
8.939
11.379
10.866
10.379
N
-487
177.488
19.786
19.786
85.913
V
66.127
3.021
11.038
11.038
3.187
N
-7.851
103
-
-
165
V
165
07 Onderwijs en kinderopvang
575.819
358.106
400.481
457.717
V
57.236
08 Cultuur en sport
693.765
679.110
713.001
715.968
V
2.967
09 Sociaal/maatschappelijke zorg
6.837.576
6.038.645
6.400.316
7.141.538
V
741.222
10 Milieu
5.666.759
5.209.940
5.701.492
5.444.264
N
-257.228
11 Ruimte en wonen
2.987.156
2.630.203
3.155.388
2.012.246
N
-1.143.142
12 Financieringsmiddelen
1.245.153
255.560
641.983
764.315
V
122.332
18.620.304
15.617.500
17.752.655
17.314.345
N
438.310
-33.721.721
-32.815.601
V
906.120
28.214.649
Totaal van de baten
Saldo gerealiseerde lasten en baten Algemene dekkingsmiddelen
-30.073.834
-28.405.789
29.369.319
28.272.964
28.187.084
-
-270.176
-30.704
Resultaat voor bestemming
-704.515
-403.001
-5.565.341
-4.600.952
Toevoeging (-) / onttrekking (+) reserves
2.161.940
37.778
5.829.603
4.987.051
1.457.425
-365.223
264.262
386.099
Onvoorziene uitgaven
Resultaat na bestemming (N = nadelig / V = voordelig)
pagina 121
V
27.565
V
294.966
V N V
1.228.651 842.552 386.099
JAARSTUKKEN 2012 Recapitulatie totaal saldi per programma op lastenniveau In het kader van de rechtmatigheidtoets is het begrotingscriterium een belangrijk onderdeel. Met andere woorden zijn de verplichtingen en uitgaven tot stand gekomen binnen de grenzen van de door de gemeenteraad vastgestelde begroting. Door de accountant wordt aandacht besteed aan de juiste functie-indeling, de aard en de omvang van begrotingsoverschrijdingen, de toelichting hierop en de beoordeling of de overschrijdingen passen binnen het beleid van de gemeente De Wolden. Over de financiële beheershandelingen wordt beoordeeld of deze plaatsvinden binnen de grenzen van de actuele, geautoriseerde begroting. Begroting voor bestemming
Rekening voor bestemming
01 Bestuur en organisatie
2.917.609
2.911.624
V
5.985
704.649
656.988
V
47.661
6,8%
03 Veiligheid en openbare orde
1.714.870
1.576.377
V
138.493
8,1%
04 Verkeer en vervoer / openbaar gebied
8.387.719
7.491.038
V
896.681
587.580
572.108
V
15.472
02 Dienstverlening
05 Economische zaken en plattelandsontwikkeling 06 Toerisme en recreatie 07 Onderwijs en kinderopvang 08 Cultuur en sport
Afwijking t.o.v. begroting
Afwijking t.o.v. begroting in %
Saldi per programma op lastenniveau
0,2%
10,7% 2,6%
336.500
312.216
V
24.284
7,2%
3.956.116
3.995.184
N
39.068
-1,0%
3.693.564
3.738.845
N
45.281
-1,2%
15.205.274
15.566.674
N
361.400
-2,4%
10 Milieu
5.514.437
5.326.674
V
187.763
3,4%
11 Ruimte en wonen
5.714.241
4.835.490
V
878.751
15,4%
12 Financieringsmiddelen
2.741.817
3.146.728
N
404.911
-14,8%
50.129.946
V
1.344.430
2,6%
09 Sociaal/ maatschappelijke zorg
Totaal programma’s op lastenniveau
51.474.376
Toelichting recapitulatie saldi per programma op lastenniveau Uitgaven die de begroting overschrijden of die gedaan zijn buiten de doelstelling van de vastgestelde programma’s zijn formeel gezien onrechtmatig. Na vaststelling van de jaarrekening 2011 door de raad worden deze overschrijdingen alsnog rechtmatig. Het beoordelingscriterium is 1%. Bij onderstaande programma’s heeft een begrotingsoverschrijding plaatsgevonden: Op programma 9 ‘Sociaal/ maatschappelijke zorg’ is een overschrijding ontstaan van 2,4%. De overschrijding op de uitkeringen van de sociale voorzieningen worden gecompenseerd door hogere rijksbijdragen en verhaal van sociale uitkeringen. Per saldo blijft het dan op dit programma binnen het criterium van 1%. Op programma 12 ‘Financieringsmiddelen’ is een overschrijding ontstaan van 4,1%. De overschrijding is ontstaan op het onderdeel ‘saldi kostenplaatsen’. Tegenover dit nadelig verschil op de kostenplaatsen staat een hoger bedrag aan voordelige verschillen op de kostenplaatsen. Hiermee wordt binnen het begrotingscriterium gebleven. Een toelichting op de kostenplaatsen is verderop in de jaarrekening opgenomen. Mutaties reserves De ‘mutaties reserves’ worden bij de ‘Gerealiseerde lasten en baten per programma met toelichting’ gedetailleerd toegelicht bij elk programma.
pagina 122
JAARSTUKKEN 2012
2.5
PROGRAMMAREKENING MET TOELICHTING
Alvorens in te gaan op een nadere analyse per programma geven wij hieronder eerst een dwarsanalyse van enkele kostensoorten. Bij de toelichting op de programma’s wordt hierop verder niet ingegaan. Personeelslasten De totale afwijkingen van de personeelslasten kunnen als volgt worden gespecificeerd. Omschrijving
Bedrag
Positieve afwijking salarislasten van de afdeling I & ED door de niet benutte vacatureruimte
60.000
Bij de sportaccommodaties en zwembaden is door ziekte etc. een overschrijding ontstaan
-/- 28.000
De extra beschikbaar gestelde middelen voor inhuur personeel op de afd. VROM zijn nog niet volledig ingezet, ondermeer voor wat betreft de Handhaving Uitvoering Programma (HUP).
111.000
De hogere salarislasten en de lasten van inhuur personeel op de afdeling samenleving is veroorzaakt door hogere studie en opleidingskosten en inhuur van personeel voor de uitvoering van de nieuwe decentralisatiewetgeving
-/- 53.000
Bij Openbare Werken is met name een overschrijding op het onderdeel uitbesteed werk bij de buitendienst (Woldwerk). Dit is ontstaan doordat extra vervanging moest worden ingehuurd voor een drietal langdurig zieken.
-/- 70.000
Door het nog niet besteden van de geoormerkte gelden voor het woon-werkverkeer is er een voordeel ontstaan van
47.000
Overige per saldo negatief verschil
-/Totaal positief verschil
5.000 62.000
Het positief verschil van € 62.000 is gestort in de ‘egalisatiereserve personeelskosten’. Bij programma 12 zijn de mutaties met de reserve verwerkt. Het verloop van de ‘egalisatiereserve personeelskosten’ is weergegeven onder de ‘vaste activa’ bij de balans. Energielasten Overzicht van de energielasten. Begroot
Werkelijk
Verschil
Gasverbruik
178.000
246.000
Elektriciteitsverbruik
518.000
450.000
Benzine en dieselolie
82.000
115.000
-/-
33.000
778.000
811.000
-/-
33.000
Totaal
-/-
68.000 68.000
Op bepaalde onderdelen vertonen de energielasten een wat grillig verloop. Bij het basisonderwijs, de brede scholen en de gebouwen die hun onderwijsfunctie hebben verloren is aan energielasten een bedrag van € 123.000 verantwoord, hetgeen niet was begroot. Hiertegenover staat wel een extra vergoeding van energielasten van derden van € 50.000. Per saldo derhalve een extra exploitatielast van € 73.000. Verder is er een positieve afwijking ontstaan op het onderdeel riolering van € 52.000 wegens afrekeningen over voorgaande jaren en bij de openbare verlichting van € 24.000. Bij de overige gemeentelijke gebouwen waren er nauwelijks afwijkingen. Onderhoud gebouwen Groot onderhoud De Commissie BBV heeft een ‘Notitie verkrijging/vervaardiging en onderhoud van kapitaalgoederen’ uitgebracht. In de notitie worden richtlijnen gegeven hoe om te gaan met het begroten en verantwoorden van de kosten van onderhoud gebouwen. Voor het groot onderhoud vindt er conform de raming ten laste van de exploitatie een storting plaats van € 281.000 in de voorziening ‘groot onderhoud gebouwen’. Voor groot onderhoud is ten laste van deze voorziening is een bedrag van € 150.000 verantwoord. Het betrof hier voornamelijk onderhoud aan het gemeentehuis, brandweerkazernes en sportgebouwen.
pagina 123
JAARSTUKKEN 2012 Het ‘klein onderhoud’ kan als volgt worden gespecificeerd. Begroot 1
Werkelijk
Afwijking
Gebouwen eigen dienst, zoals gemeentehuis, openbare werken, brandweerkazernes en gebouwen op de begraafplaatsen
84.000
115.000
-/- 31.000
2
Verhuurde panden, zoals kinderopvang, peuterspeelzalen, dorpshuizen, musea, aula en mortuarium
32.000
21.000
11.000
3
Sportgebouwen
85.000
79.000
6.000
4
Schoolgebouwen, eigendommen niet voor de publieke dienst bestemd.
1.000
17.000
-/- 16.000
202.000
232.000
-/- 30.000
Totaal
De overschrijding onder 1: de gemeentelijke gebouwen is voor € 35.000 ontstaan door extra onderhoud aan de technische installaties van het gemeentehuis. Naast deze overschrijding is voor de schoolgebouwen en de gebouwen niet voor de publieke dienst (voormalige schoolgebouwen) een extra last ontstaan van € 16.000, hetgeen niet was geraamd. Kapitaallasten Kapitaallasten zijn jaarlijks terugkerende lasten die samenhangen met investeringen. De kapitaallasten bestaan uit afschrijvingen en rente en komen ten laste van de exploitatie. Jaarlijks wordt bij de vaststelling van de Kadernota het rentepercentage voor het doorberekenen van de rente bepaald. Bij dit systeem van vaste percentages komt het voor dat de werkelijk doorberekende rente afwijkt van de werkelijk betaalde rente. Dit positief c.q. negatief calculatieverschil komt als (incidenteel) resultaat tot uitdrukking op de hulpkostenplaats ‘kapitaallasten’ en komt ten gunste of ten laste van de algemene dekkingsmiddelen (programma 12). Overzicht kapitaallasten 2012 voor zover van invloed op de exploitatie De totale door te berekenen kapitaallasten zijn begroot op
9.126.000
De werkelijk doorberekende kapitaallasten bedroegen
8.069.000
Totaal verschil doorberekende kapitaallasten
1.057.000
Af:
kapitaallasten van investeringen, waarvan de afschrijving ineens wordt gedekt door aanwendingen vanuit de reserve
950.000
Af:
diverse verrekeningen van kapitaallasten met voorziening huisvesting onderwijs en woningfinanciering ambtenaren
27.000
Positief verschil kapitaallasten
80.000 Begroot
Rente kort geld Renteopbrengst eigen vermogen Saldo financieringsfunctie kostenplaats kapitaallasten
Werkelijk
Verschil
96.000
81.000
2.703.000
2.703.000
0
-/- 203.000
-/- 121.000
82.000
Totaal renteverschil
-/-
15.000
67.000
Totaal positief verschil kapitaallasten en rentelasten
147.000
Nadere toelichting Bij de doorberekening van de kapitaallasten naar de exploitatie is een hoger rentebedrag begroot dan werkelijk als last is verantwoord. Rekening houdende met de kapitaallasten die op een andere wijze worden verrekend ontstaat er een voordelig verschil van € 80.000. De rente-opbrengst van de uitgezette kortlopende gelden is door de lagere rente tarieven € 15.000 lager uitgevallen. Het negatieve verschil van € 82.000 op het saldo van de financieringsfunctie is het verschil tussen het totaal van rente en afschrijving op de kostenplaats kapitaallasten enerzijds en de toegerekende kapitaallasten aan de producten van de exploitatie anderzijds. Informatie WOPT De Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT) is per 1 maart 2006 in werking getreden. Op grond van de WOPT moeten beloningen en ontslaguitkeringen in de jaarrekening worden vermeld als deze de gemiddelde ministersbeloning te boven gaan. In onze gemeente heeft zich dit in 2012 niet voorgedaan.
pagina 124
JAARSTUKKEN 2012
2.6
GEREALISEERDE LASTEN EN BATEN PER PROGRAMMA MET TOELICHTING
Per programma is een cijfermatige analyse opgenomen van de lasten en baten, alsmede van de mutaties op de reserves. Afwijkingen onder de € 25.000 worden niet toegelicht tenzij een toelichting op een lager bedrag relevant is voor de inhoudelijke verantwoording. 2.6.1
Programma 01 - Bestuur en organisatie Begroting 2012 voor wijzigingen
Begroting 2012 na wijzigingen
1.520.333
1.603.893
1.945.647
1.937.586
8.061
829.914
907.104
971.962
974.038
-2.076
Lasten programma
2.350.247
2.510.997
2.917.609
2.911.624
5.985
Baten
Rekening 2011
Begroting 2012 voor wijzigingen
Begroting 2012 na wijzigingen
Lasten 01 Bestuursorganen
Rekening 2011
02 Bestuursondersteuning
Afwijking rekening/ begroting
Rekening 2012
Afwijking rekening/ begroting
Rekening 2012
01 Bestuursorganen
-
-
294.571
294.819
02 Bestuursondersteuning
-
-
-
-
-
Baten programma
-
-
294.571
294.819
248
-2.350.247
-2.510.997
-2.623.038
-2.616.805
6.233
6.107
-
21.233
22.108
875
-2.344.140
-2.510.997
-2.601.805
-2.594.697
7.108
Resultaat voor bestemming Toevoeging (-) / onttrekking (+) reserves Resultaat na bestemming (- = tekort / + = overschot) Toelichting mutaties reserves Toevoeging
Begroot
248
Werkelijk
Reserve overheveling exploitatiebudgetten (naar 2013): - Beleidsimplementatie/voorbereidingsbudget burgerparticipatie
-24.085
-23.210
-4.325
-4.325
- Beleidsimplementatie burgerparticipatie
15.000
15.000
- Projectkosten papierloos vergaderen
15.000
15.000
- Projectkosten papierloos vergaderen Onttrekking Reserve investeringsbudgetten:
Reserve overheveling budgetten (van 2011): - Voorbereidingsbudget burgerparticipatie
19.643
19.643
21.233
22.108
Toelichting resultaat 01 – Bestuursorganen Geen bijzonderheden. 02 – Bestuursondersteuning De onderschrijding van € 12.000 op het onderdeel advertentiekosten is gebruikt voor aanschaf van 2.500 exemplaren van een relatieboek ‘Huizen van De Wolden’.
pagina 125
JAARSTUKKEN 2012 2.6.2
Programma 02 - Dienstverlening
Lasten
Rekening 2011
Begroting 2012 voor wijzigingen
Begroting 2012 na wijzigingen
Afwijking rekening/ begroting
Rekening 2012
03 Gegevensbeheer
747.136
651.860
688.141
640.481
04 Gemeentewinkel
10.514
16.508
16.508
16.507
1
757.650
668.368
704.649
656.988
47.661
Begroting 2012 voor wijzigingen
Begroting 2012 na wijzigingen
Lasten programma
Baten
Rekening 2011
47.660
Afwijking rekening/ begroting
Rekening 2012
03 Gegevensbeheer
424.525
403.733
403.733
383.834
-19.899
04 Gemeentewinkel
-
-
-
-
-
Baten programma
424.525
403.733
403.733
383.834
-19.899
Resultaat voor bestemming
-333.125
-264.635
-300.916
-273.154
27.762
Toevoeging (-) / onttrekking (+) reserves
2.527
-
7.631
7.631
-
Resultaat na bestemming (- = tekort / + = overschot)
-330.598
-264.635
-293.285
-265.523
27.762
Toelichting mutaties reserves
Begroot
Werkelijk
Onttrekking Algemene reserve: - GIS-pakket GEO (extra afschrijving)
7.631
7.631
7.631
7.631
Toelichting resultaat 03 – Gegevensbeheer De verschillen op dit onderdeel worden veelal geneutraliseerd door hogere legesopbrengsten. De meevaller is veroorzaakt door aanschaf van minder materieel en het niet uitvoeren van een gba-audit. Voor dit laatste was € 8.000 begroot en zal vermoedelijk nu in 2014 worden uitgevoerd.
pagina 126
JAARSTUKKEN 2012 2.6.3
Programma 03 - Veiligheid en openbare orde
Lasten 05 Veiligheid en openbare orde 06 Brandweer 07 Rampenbestrijding
Begroting 2012 voor wijzigingen
Rekening 2011
Begroting 2012 na wijzigingen
Afwijking rekening/ begroting
Rekening 2012
161.425
133.988
138.275
99.952
38.323
1.661.144
1.316.470
1.325.641
1.269.779
55.862
219.369
284.406
250.954
206.646
44.308
Lasten programma
2.041.938
1.734.865
1.714.870
1.576.377
138.493
Baten
Rekening 2011
Begroting 2012 voor wijzigingen
Begroting 2012 na wijzigingen
Rekening 2012
Afwijking rekening/ begroting
05 Veiligheid en openbare orde
5.470
5.930
5.417
6.003
586
06 Brandweer
3.469
5.449
5.449
4.376
-1.073
07 Rampenbestrijding Baten programma
Resultaat voor bestemming
-
-
-
-
-
8.939
11.379
10.866
10.379
-487
-2.032.999
-1.723.486
-1.704.004
-1.565.998
138.006
Toevoeging (-) / onttrekking (+) reserves
0
0
0
0
0
Resultaat na bestemming (- = tekort / + = overschot)
-2.032.999
-1.723.486
-1.704.004
-1.565.998
138.006
Toelichting resultaat 05 – Veiligheid en openbare orde De kosten van huisuitzettingen en de kosten van tijdelijk huisverbod zijn door een geringer beroep met € 16.000 onderschreden. Voor kosten buurtbemiddeling was een bedrag van € 20.000 geraamd. In 2012 was buurtbemiddeling nog niet actief en zijn hiervoor geen kosten gemaakt. Bij bestemming van het rekeningsresultaat zal worden voorgesteld deze onderuitputting, alsmede een deel van de onderuitputting bij het onderdeel rampenbestrijding aan te wenden voor inhuur van personeel voor het maken van een plan van aanpak voor de implementatie van de nieuwe drank- en horecawet. Het gaat hierbij om een bedrag van € 45.000. 06 – Brandweer De onderschrijding bij de brandweer zijn veroorzaakt door lagere personeelslasten van € 13.000. Voor het overige is de onderschrijding ontstaan door lagere kapitaallasten van € 41.000. Dit door overdracht van materieel en het doorschuiven van investeringen aan het samenwerkingsorgaan Brandweer ZuidWest Drenthe. 07 – Rampenbestrijding De opleidingen en oefeningen zijn in 2012 verzorgd door de Hulpverleningsdienst-Drenthe In 2012 zijn deze bekostigd uit de reserves van de HVD. In onze begroting was hiervoor € 21.000 geraamd en kan hiermede vrijvallen. In de vergadering van het Algemeen Bestuur van 20 juni 2012 van de Hulpverleningsdienst Drenthe is bij vaststelling van de rekening 2011 besloten een deel van het positief resultaat te restitueren aan de gemeenten. Voor ons is dit een bedrag van € 12.000.
pagina 127
JAARSTUKKEN 2012 2.6.4
Programma 04 - Verkeer en vervoer / openbaar gebied
Lasten
Rekening 2011
10 Wegen
Begroting 2012 voor wijzigingen
Begroting 2012 na wijzigingen
Afwijking rekening/ begroting
Rekening 2012
4.714.865
2.845.238
6.282.974
5.392.187
11 Verkeersmaatregelen
237.982
230.593
222.343
153.384
68.959
14 Waterbeheersing
335.515
355.142
340.862
415.781
-74.919
41 Natuur en landschap
249.030
95.452
95.452
94.922
530
1.394.480
1.472.813
1.446.088
1.434.764
11.324
6.931.872
4.999.238
8.387.719
7.491.038
896.681
Begroting 2012 voor wijzigingen
Begroting 2012 na wijzigingen
43 Openbaar groen Lasten programma
Baten
890.787
Rekening 2011
Afwijking rekening/ begroting
Rekening 2012
10 Wegen
49.502
14.827
14.827
84.563
69.736
11 Verkeersmaatregelen
23.844
-
-
333
333 -2.846
41 Natuur en landschap
104.138
3.858
3.858
1.012
4
1.101
1.101
5
-1.096
177.488
19.786
19.786
85.913
66.127
-6.754.384
-4.979.452
-8.367.933
-7.405.125
962.808
1.693.144
42.000
3.360.160
2.386.177
-973.983
-5.061.240
-4.937.452
-5.007.773
-5.018.948
-11.175
43 Openbaar groen Baten programma Resultaat voor bestemming Toevoeging (-) / onttrekking (+) reserves Resultaat na bestemming (- = tekort / + = overschot)
Begroot
Toelichting mutaties reserves
Werkelijk
Toevoeging Reserve investeringsprojecten: - Hogere BDU subsidie Hoofdstraat Zuidwolde
-180.000
0
-8.250
0
0
-26.868
-335.816
-335.816
- Bijdrage aanleg twee tunnels N48
375.000
375.000
- Centrumplan de Wijk (incl. tijdelijke parkeerplaatsen)
150.000
150.000
- Werkzaamheden N48 verkeersveiligheid - Positief saldo kosten infrastructuur nabij brede school Ruinerwold Reserve overheveling exploitatiebudgetten (naar 2013): - Bijdrage aanleg twee tunnels N48 Onttrekking Algemene reserve:
Reserve investeringsprojecten: - Aanvulling krediet Hoofdstraat Zuidwolde
180.000
0
30.000
65.082
- Reconstructie Hoofdstraat Zuidwolde
943.308
580.812
- Aanvulling krediet fietspad Oshaarseweg 2e fase Echten
148.000
148.000
- Infrastructuur nabij brede school Schoolbrink Zuidwolde
259.859
266.500
- Infrastructuur Brede scholen Zuidwolde
12.409
18.902
- Infrastructuur nabij brede school Heidelaan Zuidwolde
27.464
27.464
- Infrastructuur nabij brede school de Wijk
21.073
21.073
- Fietspad Ommerweg
11.415
0
200.000
249.201
- Voorbereiding herinrichting Hoofdstraat Zuidwolde
- Centrumplan de Wijk (incl. tijdelijke parkeerplaatsen) - Toegankelijkheid openbaar vervoer
92.000
92.000
- N48 / verkeersstructuur Zuidwolde
592.124
252.315
- Werkzaamheden N48 verkeersveiligheid
8.250
0
- Centrumplan Ruinen 2011
50.000
41.083
- Fietspad Meppelerweg Zuidwolde
10.351
6.908
pagina 128
JAARSTUKKEN 2012 Begroot
Toelichting mutaties reserves
Werkelijk
- Vervanging bruggen
197.770
279.231
- Tennet-2 project 2011 (brug De Stuw)
115.000
115.000
- Verkeersveiligheid rondom scholen
16.734
0
- Grondverwerving ruilverkaveling
276.469
18.290
- Invoering 60 km zones in het buitengebied
125.000
0
Reserve egalisatie wegenonderhoud: - Ter dekking exploitatielasten wegen
42.000
42.000
3.360.160
2.386.177
Toelichting resultaat Algemeen Bij de interne doorberekening van de uren van de buitendienst Openbare Werken ontstaat op bepaalde onderdelen een verschuiving van lasten. Zo is bijvoorbeeld bij de onderdelen reiniging en riolering minder doorbelast en voor onderhoud wegen en onderhoud watergangen en sloten meer. Deze verschuiving van de doorbelasting heeft in principe geen gevolgen voor het rekeningresultaat. Het per saldo negatieve bedrag, dus een hogere doorbelasting, op de onderdelen van dit programma bedraagt € 115.000. Overige belangrijke afwijkingen 10 – Wegen De kapitaallasten zijn € 808.000 lager dan geraamd, hetgeen veroorzaakt wordt door een latere uitvoering van de geplande investeringen. Tegenover dit bedrag staat een lagere onttrekking uit de reserves. Een en ander heeft geen financiële gevolgen voor het rekeningresultaat. De totale onderhoudslasten op het onderdeel wegen is met € 72.000 overschreden. Tegenover dit nadeel staat een hoger bedrag van € 65.000 aan BDU-bijdragen (Brede DoelUitkering) voor de infrastructurele projecten: ‘Weerwilleweg Koekange’ en ‘Ruinerweg Echten’. In deze overschrijding is niet meegenomen het realiseren van een calamiteitendoorsteek bij de Wijk vanaf de Slenkenweg naar de zuidelijke rijbaan van de A28. Het hiervoor benodigde bedrag van € 30.000 is beschikbaar gesteld in de Bestuursrapportage 2012, maar de werkzaamheden zijn nog niet uitgevoerd. Ter uitwerking van het GVVP (Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan) is een budget van € 125.000 beschikbaar gesteld voor het invoeren van 60 km zones in het buitengebied. De werkzaamheden zullen in 2013 worden uitgevoerd. Ook de onttrekking vanuit de reserve investeringsprojecten zal in 2013 plaatsvinden. 11 – Verkeersmaatregelen Het voordeel op dit onderdeel van € 69.000 is ontstaan door correcties vanuit 2011. Een deel van de kosten is om subsidiabele redenen ondergebracht op het krediet ‘ontsluiting kern Zuidwolde op N48’. 14 – Waterbeheersing De overschrijding is ontstaan door extra onderhoud in 2012 aan watergangen en sloten.
pagina 129
JAARSTUKKEN 2012 2.6.5
Programma 05 - Economische zaken en plattelandsontwikkeling
Lasten
Rekening 2011
16 Economische zaken Lasten programma
Baten
Baten programma
Resultaat voor bestemming Toevoeging (-) / onttrekking (+) reserves Resultaat na bestemming (- = tekort / + = overschot)
Begroting 2012 na wijzigingen
Rekening 2012
Afwijking rekening/ begroting
559.760
330.798
587.580
572.108
15.472
559.760
330.798
587.580
572.108
15.472
Begroting 2012 voor wijzigingen
Begroting 2012 na wijzigingen
Rekening 2011
16 Economische zaken
Begroting 2012 voor wijzigingen
Rekening 2012
Afwijking rekening/ begroting
3.021
11.038
11.038
3.187
-7.851
3.021
11.038
11.038
3.187
-7.851
-556.739
-319.760
-576.542
-568.921
7.621
222.056
0
260.753
292.658
31.905
-334.683
-319.760
-315.789
-276.263
39.526
Begroot
Toelichting mutaties reserves
Werkelijk
Toevoeging: Reserve overheveling exploitatiebudgetten (naar 2013): -9.345
-3.605
-13.390
-1.625
- Opstellen startnota ‘vitaal platteland’
25.000
25.000
- Opstellen nieuw beleidsplan TROP
35.000
35.000
163.488
153.067
- Beleidsplan TROP - Startnotitie ‘vitaal platteland’ Onttrekking Reserve investeringsprojecten:
- Ontwikkeling dorpsvisies / De Ontmoeting - Verplaatsing bedrijf nabij Rabobanklocatie
Toelichting resultaat 16 – Economische zaken Geen bijzonderheden.
pagina 130
60.000
84.821
260.753
292.658
JAARSTUKKEN 2012 2.6.6
Programma 06 - Toerisme en recreatie
Lasten 45 Toerisme en recreatie Lasten programma
Baten
Rekening 2011
Begroting 2012 voor wijzigingen
Begroting 2012 na wijzigingen
Rekening 2012
Afwijking rekening/ begroting
236.047
306.841
336.500
312.216
24.284
236.047
306.841
336.500
312.216
24.284
Rekening 2011
Begroting 2012 voor wijzigingen
Begroting 2012 na wijzigingen
Rekening 2012
Afwijking rekening/ begroting
45 Toerisme en recreatie
103
-
-
165
165
Baten programma
103
-
-
165
165
Resultaat voor bestemming
-235.944
-306.841
-336.500
-312.051
24.449
Toevoeging (-) / onttrekking (+) reserves
31.090
-
38.910
38.910
0
Resultaat na bestemming (- = tekort / + = overschot)
-204.854
-306.841
-297.590
-273.141
24.449
Begroot
Toelichting mutaties reserves
Werkelijk
Toevoeging Reserve overheveling exploitatiebudgetten (naar 2013): - Verbetering recreatieve vaarvoorzieningen
-20.000
-20.000
Onttrekking Reserve investeringsprojecten: - Verbetering recreatieve vaarvoorzieningen
20.000
20.000
- Project ‘Ruinen, heerlijk en zo’
30.810
30.810
Reserve overheveling exploitatiebudgetten (van 2011): - Stimulering ruiterroutes
8.100
8.100
38.910
38.910
Toelichting resultaat 45 – Toerisme en recreatie Een aantal projecten zijn niet doorgegaan. Door het ontbreken van provinciale co-financieringsmiddelen zal het geoormerkte bedrag voor stimulering van ruiterroutes niet worden besteed.
pagina 131
JAARSTUKKEN 2012 2.6.7
Programma 07 - Onderwijs en kinderopvang Begroting 2012 voor wijzigingen
Begroting 2012 na wijzigingen
240.006
261.302
298.834
536.860
-238.026
1.659.997
1.367.890
1.320.027
1.432.492
-112.465
Rekening 2011
Lasten
Afwijking rekening/ begroting
Rekening 2012
18
Openbaar basisonderwijs
19
Huisvesting openbaar onderwijs
21
Bijzonder basisonderwijs
97.319
93.481
94.940
95.455
-515
22
Huisvesting bijzonder onderwijs
315.701
246.298
597.866
450.966
146.900
23
Onderwijs algemeen
727.763
787.202
782.008
652.856
129.152
64
Jongerenzorg
740.750
879.649
862.441
826.555
35.886
Lasten programma
3.781.536
3.635.822
3.956.116
3.995.184
-39.068
Baten
Rekening 2011
Begroting 2012 voor wijzigingen
Begroting 2012 na wijzigingen
-
-
-
-
-
271.977
175.627
213.128
271.045
57.917
Afwijking rekening/ begroting
Rekening 2012
18
Openbaar basisonderwijs
19
Huisvesting openbaar onderwijs
21
Bijzonder basisonderwijs
-
-
-
-
-
22
Huisvesting bijzonder onderwijs
-
-
-
-
-
23
Onderwijs algemeen
-2.596
64
Jongerenzorg
30.994
16.000
28.727
26.131
272.848
166.479
158.626
160.541
1.915
575.819
358.106
400.481
457.717
57.236
-3.205.717
-3.277.716
-3.555.635
-3.537.467
18.168
120.987
51.000
373.859
279.632
-94.227
-3.084.730
-3.226.716
-3.181.776
-3.257.835
-76.059
Baten programma
Resultaat voor bestemming Toevoeging (-) / onttrekking (+) reserves Resultaat na bestemming (- = tekort/+ = overschot)
Begroot
Toelichting mutaties reserves
Werkelijk
Toevoeging Reserve overheveling exploitatiebudgetten (naar 2013): - Fusie openbare basisscholen Zuidwolde
-7.880
-7.880
- Invoering wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Eductie (OKE-wet)
-51.000
-51.000
- Uit te voeren inspecties/controles kinderopvang
-21.175
-21.175
- Extra controles gastouderopvang
-16.856
-16.856
- Kosten veranderingen wet kinderopvang
-240.000
-240.000
- Combinatiefuncties/sociale alliantie
-332.101
-318.046
- Uitvoering nota jeugdbeleid
-7.218
-7.218
- Koploperschap tijdbeleid
-34.968
-34.968
- Herplaatsing skatebaan Koekange
-10.000
-10.000
- Cofinanciering centrumplan Veeningen / speelbos Echten
-10.000
-5.000
-1.007.500
-1.007.500
-247.750
-247.750
- Overheveling naar reserve bouw brede school Schoolbrink Zuidwolde
247.750
247.750
- Afboeking boekwaarde en sloop voormalige bijzondere scholen Zuidwolde
124.000
0
1.007.500
1.007.500
Reserve bouw brede school Schoolbrink Zuidwolde: -Overheveling van reserve investeringsprojecten, instellen dekkingsreserve -Overheveling van algemene reserve, instellen dekkingsreserve Onttrekking Algemene reserve:
Reserve investeringsprojecten: - Overheveling naar reserve bouw brede school Schoolbrink Zuidwolde
pagina 132
JAARSTUKKEN 2012 Begroot
Toelichting mutaties reserves
Werkelijk
- Risico-analyse legionella bestrijding basisscholen
4.547
- Tijdelijke huisvesting obs brede school Zuidwolde
149
4.547 149
- Tijdelijke huisvesting bbs brede school Zuidwolde
110.283
121.001
Reserve overheveling exploitatiebudgetten (van 2011): - Fusie openbare basisscholen Zuidwolde - Invoering wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Eductie (OKE-wet) - Inspecties/controles kinderopvang
39.930
39.930
115.000
115.000
21.175
21.175
- Kosten verandering wet kinderopvang
182.004
182.004
- Combinatiefuncties/sociale alliantie
397.093
397.093
- Uitvoering nota jeugdbeleid - Koploperschap tijdbeleid
9.876
9.876
50.000
50.000
Reserve brede school Ruinerwold: - Dekking kapitaallasten brede school te Ruinerwold
51.000
51.000
373.859
279.632
Toelichting resultaat 18 – Openbaar basisonderwijs Na de verzelfstandiging van het openbaar primair onderwijs per 1 januari 2010 is er verschil van inzicht ontstaan tussen de gemeente en de stichting Wolderwijs over de uitleg van het raadsbesluit van 29 oktober 2009. De discussie spitst zich toe op de overdracht van de liquide middelen. Na onderzoek is gebleken dat onze vordering op de stichting Wolderwijs € 236.000 te hoog is. Deze afwaardering komt ten laste van de exploitatie in 2012. Na deze afwaardering bedraagt de vordering op de stichting Wolderwijs, zoals verantwoord op de balans, nog een bedrag van € 501.000. De stichting Wolderwijs heeft ingestemd met deze afwikkeling en het nog te ontvangen bedrag zal in 2013 worden voldaan. 19 – Huisvesting openbaar basisonderwijs Voor een aantal schoolgebouwen die buiten gebruik zijn gesteld en van de ‘brede scholen’ die onlangs zijn gebouwd zijn de energie- en onderhoudslasten verantwoord op dit onderdeel. Het gaat hierbij om een bedrag van € 106.000, waarvan een bedrag van € 50.000 is terugontvangen van de gebruikers. De voormalige schoolgebouwen hebben geen publieke functie meer. Als de schoolgebouwen definitief hun onderwijsfunctie zijn kwijtgeraakt worden de lasten tot het moment dat de gebouwen zijn verkocht verantwoord op programma 12. Voor de brede scholen in de Wijk, Ruinerwold en Zuidwolde worden na de definitieve financiële afwikkeling van de investeringen voor het medegebruik door derden nog de definitieve huurovereenkomsten opgesteld. Voor 2010, 2011 en 2012 zijn voorlopige huurbedragen in rekening gebracht. 22 – Huisvesting bijzonder basisonderwijs De onderschrijding is veroorzaakt door lagere kapitaallasten van € 145.000 voor afboeking van de boekwaarde en sloop van de “oude” . Tegenover dit bedrag staat ook een lagere onttrekking uit de algemene reserve van € 124.000. De voor eind 2012 geplande sloop van de “oude” basisscholen is begin 2013 uitgevoerd. 23 – Onderwijs algemeen Het voordelig verschil op dit onderdeel is voor een bedrag van € 113.000 ontstaan bij de kosten voor het vervoer van leerlingen. Dit is het resultaat van de collectieve aanbesteding samen met doelgroepen vervoer WMO ingaande september 2011. Hiervan is naar verwachting een bedrag van € 100.000 structureel. 64 – Jongerenzorg De kosten van controles in het kader van de kinderopvang van € 17.000 zijn in 2012 verwerkt in de exploitatierekening van de GGD-Drenthe. De exploitatie-uitgaven voor de speelplaatsen en de bijdragen aan de speeltuinverenigingen zijn € 16.000 lager uitgevallen. Conform de nota ‘reserves en voorzieningen’ wordt bij bestemming van het rekeningresultaat voorgesteld dit bedrag toe te voegen aan de reserve ‘co-financiering speelplaatsen’.
pagina 133
JAARSTUKKEN 2012 2.6.8
Programma 08 - Cultuur en sport
Lasten
Rekening 2011
Begroting 2012 voor wijzigingen
Begroting 2012 na wijzigingen
Rekening 2012
Afwijking rekening/ begroting
27 Culturele vorming
957.596
905.743
918.743
909.141
9.602
30 Sport algemeen
230.893
211.540
251.597
252.845
-1.248
31 Buitensportaccommodaties
557.224
550.070
541.873
562.592
-20.719
32 Zwembaden
802.244
818.691
814.093
835.154
-21.061
33 Binnensportaccommodaties
981.065
1.045.504
1.044.837
1.041.685
3.152
30.611
48.828
50.178
65.303
-15.125
35 Kunst 39 Musea Lasten programma
Baten
64.005
72.243
72.243
72.125
118
3.623.638
3.652.619
3.693.564
3.738.845
-45.281
Begroting 2012 voor wijzigingen
Begroting 2012 na wijzigingen
Rekening 2011
Rekening 2012
Afwijking rekening/ begroting
27 Culturele vorming
43.350
6.350
94.790
93.732
30 Sport algemeen
17.103
1.671
1.671
4.531
-1.058 2.860
31 Buitensportaccommodaties
33.666
36.738
36.738
33.098
-3.640 2.445
32 Zwembaden
225.321
277.985
223.436
225.881
33 Binnensportaccommodaties
374.325
356.366
356.366
358.726
2.360
693.765
679.110
713.001
715.968
2.967
-2.929.873
-2.973.509
-2.980.563
-3.022.877
-42.314
102.901
51.125
10.244
16.982
6.738
-2.826.972
-2.922.384
-2.970.319
-3.005.895
-35.576
Baten programma Resultaat voor bestemming Toevoeging (-) / onttrekking (+) reserves Resultaat na bestemming (- = tekort / + = overschot)
Begroot
Toelichting mutaties reserves
Werkelijk
Toevoeging Algemene reserve: - Terugboeking van reserve investeringsprojecten i.v.m. activering investering kleedaccommodatie Tennisclub ’t Wold
-186.000
-186.000
- Kunsteducatieproject brede scholen
-11.000
-11.000
- Uitvoering culturele alliantie
-87.188
-85.973
- Cultureel platform, gelden cultuurnota
-17.500
-17.500
-1.000
-1.000
Reserve overheveling exploitatiebudgetten (naar 2013):
- Stichting Muur tegen geweld - Bijdrage sportplatform De Wolden - Onderzoekskosten kunstgrasvelden - Inventarisatie en taxatie kunstcollectie - Onderhoudsplan kunstwerken in de openbare ruimte
-13.279
-13.279
-161.882
-156.359
-3.000
-3.000
-25.650
-25.650
Onttrekking Reserve investeringsprojecten: 9.818
9.818
- Onderzoekskosten kunstgrasvelden 2011/2012
175.000
175.000
- Overboeking naar algemene reserve i.v.m. activering verbouw kleedaccommodatie Tennisclub ’t Wold
186.000
186.000
20.000
20.000
- Culturele alliantie met provincie Drenthe
- Council Drenthe 2028
pagina 134
JAARSTUKKEN 2012 Begroot
Toelichting mutaties reserves
Werkelijk
Reserve overheveling exploitatiebudgetten (van 2011): - Oprichten cultureel platform - Culturele alliantie lokaal beleid
15.500
15.500
8.930
8.930
1.000
1.000
15.570
15.570
- Breedtesportactiviteiten
2.500
2.500
- Schoolsportdagen
1.300
1.300
- Inventarisatie kunst
3.000
3.000
27.000
27.000
28.259
28.259
- Bijdrage stichting Muur tegen Geweld - Sportplatform De Wolden
- Onderhoud kunst openbare ruimte Reserve harmonisatie tennisbeleid: - Dekking kapitaallasten harmonisatie tennisbeleid Reserve kleedaccommodatie VVR Ruinerwold: - Dekking kapitaallasten verbouw kleedaccommodatie
Toelichting resultaat Geen relevante bijzonderheden.
pagina 135
22.866
22.866
10.244
16.982
JAARSTUKKEN 2012 2.6.9
Programma 09 - Sociaal / maatschappelijke zorg
Lasten 50 Minimabeleid 52 Uitstroombevordering
Begroting 2012 voor wijzigingen
Rekening 2011
Begroting 2012 na wijzigingen
Afwijking rekening/ begroting
Rekening 2012
846.835
707.935
883.074
977.433
-94.359
3.333.305
3.446.947
3.524.696
3.544.652
-19.956
53 Participatiebudget
973.755
952.170
933.308
840.729
92.579
54 Inkomensvoorziening
3.100.016
2.867.775
3.445.088
3.669.132
-224.044
56 Maatschappelijk werk
376.172
381.256
381.256
373.520
7.736
2.907.859
2.747.063
2.724.631
2.880.603
-155.972
57 WMO – Huishoudelijke verzorging 58 Ouderenzorg 62 Sociaal-cultureel werk
35.631
35.477
35.477
35.379
98
1.020.120
1.004.734
1.005.321
1.010.752
-5.431
71.558
44.456
51.391
49.425
1.966
1.000
-
1.150
1.150
0
1.165.460
1.333.365
1.182.865
1.183.650
-785
66 Vrijwilligersbeleid 67 Ontwikkelingszorg 68 WMO - Voorziening gehandicapten 70 Volksgezondheid Lasten programma
Baten
891.662
1.051.885
1.037.017
1.000.249
36.768
14.723.373
14.573.063
15.205.274
15.566.674
-361.400
Rekening 2011
Begroting 2012 voor wijzigingen
Begroting 2012 na wijzigingen
Rekening 2012
50 Minimabeleid 52 Uitstroombevordering
64.361
25.000
25.000
120.927
3.164.682
3.267.716
3.212.075
3.212.075
0
616.631
579.065
460.203
431.191
-29.012
2.152.966
1.863.811
2.399.985
2.985.714
585.729
370.146
292.117
292.117
380.793
88.676 -436
53 Participatiebudget 54 Inkomensvoorziening
Afwijking rekening/ begroting
57 WMO – Huishoudelijke verzorging 58 Ouderenzorg
95.927
0
436
436
0
70 Volksgezondheid
468.790
10.500
10.500
10.838
338
Baten programma
6.837.576
6.038.645
6.400.316
7.141.538
741.222
-7.885.797
-8.534.418
-8.804.958
-8.425.136
379.822
-20.421
-250.000
-21.051
56.175
77.226
-7.906.218
-8.784.418
-8.826.009
-8.368.961
457.048
Resultaat voor bestemming Toevoeging (-) / onttrekking (+) reserves Resultaat na bestemming (- = tekort / + = overschot)
Begroot
Toelichting mutaties reserves
Werkelijk
Toevoeging Reserve overheveling exploitatiebudgetten (naar 2013): -6.725
- Aanpak en uitvoering millenniumdoelen - Gezondheidszorg, vroegsignalering - Centrum Jeugd en Gezin - Uitvoering nota integraal alcoholbeleid ‘Nuchter en bekeken’
-6.725
-13.150
-13.150
-260.000
-260.000
-20.405
-20.405
-100.000
-100.000
Reserve Wet Maatschappelijke Ondersteuning: - Vorming egalisatiereserve i.v.m. mogelijke overschrijdingen (Kadernota/Begroting 2012)
pagina 136
JAARSTUKKEN 2012 Begroot
Toelichting mutaties reserves
Werkelijk
Onttrekking Reserve overheveling exploitatiebudgetten (van 2011): - Mantelzorgondersteuning en maatschappelijke stages - Kosten millenniumdoelen - Regeling vroegsignalering, ontwikkeling centrum voor jeugd en gezin
6.935
6.935
5.375
5.375
13.150
13.150
161.258
161.258
- Nota integraal alcoholbeleid
28.300
28.300
- Problematisch woongedrag
29.211
29.211
135.000
135.000
0
67.957
0
9.269
-21.051
56.175
- Budget jeugd en gezin
- Vorming centra jeugd en gezin Reserve Maatschappelijke Ondersteuning: - Onttrekking i.v.m. overschrijding budgetten WMO 2012 Reserve minimabeleid: - Onttrekking i.v.m. uitvoering project ‘Kinderen doen mee’
Toelichting resultaat 50 – Minimabeleid De overschrijding op de verlening van bijzondere bijstand en de uitvoering van de minimaregelingen wordt gecompenseerd door baten ingevolge rente en aflossing leenbijstand. 52 – Uitstroombevordering Naast de doorbetaling van de rijksbudgetten is aan Alescon een gemeentelijke bijdrage verstrekt van € 101.000 en aan het werkvoorzieningschap Reestmond € 191.000. Voor het werkvoorzieningsschap Reestmond is er een overschrijding van € 26.000. 53 – Participatiebudget Per saldo (lasten/baten) is er een positief verschil ten opzichte van de raming van € 64.000. Bij de bestuursrapportage 2012 is nog een bedrag van € 100.000 bijgeraamd i.v.m. de toen verwachte overschrijding op het Participatiebudget. Ondanks dat er nog een bedrag van € 37.000 extra ten laste van het participatiebudget is gebracht ter afwikkeling van de kosten van de id-banen kan geconstateerd worden dat we ruimschoots binnen de verwachtingen zijn gebleven. Zoals het zich nu laat aanzien zal dit geen structureel karakter hebben. 54 – Inkomensvoorziening Per saldo (lasten/baten) is er een positief verschil op dit onderdeel van € 362.000. Voor de uitvoering van de Wet bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten (BUIG) is bij de ‘Bestuursrapportage 2012’ als extra last op dit onderdeel € 450.000 bijgeraamd. Zonder het extra beschikbaar gestelde bedrag van € 450.000 was het tekort op de Buig-regelingen € 375.000. Door het bijgeraamde bedrag is er een voordelig verschil ontstaan van € 75.000. Voor de overschrijding op de uitvoering van de Buig-regelingen over 2011 is door de toetsingscommissie WWB van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een incidentele aanvullende uitkering toegekend van € 296.000. Dit bedrag is en kon niet worden meegenomen in de exploitatierekening van 2011. Het nu toegekende bedrag van € 296.000 heeft derhalve een positief incidenteel effect op de jaarrekening 2012. Ten aanzien van een mogelijke aanvullende uitkering over 2012 kan het volgende worden opgemerkt. Bij een overschrijding van meer dan 10% van het toegekende rijksbudget kan een gemeente bij het rijk een aanvraag indienen voor een aanvullende uitkering. Voor onze gemeente betekent dit dat het verschil meer dan 10% van € 2.209.000 moet bedragen, zijnde een bedrag van € 221.000. Aangezien het tekort in 2012 ten opzichte van de rijksbijdrage € 163.000 bedraagt kunnen we voor 2012 geen incidentele aanvullende bijdrage aanvragen bij de toetsingscommissie Wwb. Gelet op de verhaalsmogelijkheden van de bijstandsdebiteuren heeft er een herberekening van de voorziening dubieuze debiteuren sociale zaken plaatsgevonden en is een bedrag van € 23.000 toegevoegd aan de voorziening dubieuze debiteuren.
pagina 137
JAARSTUKKEN 2012 57 – Wet Maatschappelijke Ondersteuning – huishoudelijke verzorging Per saldo (lasten minus baten) is er een overschrijding van € 67.000. Rekening houdend met het negatief verschil op beleidsproduct 68 van € 1.000 is een bedrag van € 68.000 onttrokken aan de reserve ‘maatschappelijke ondersteuning’. Overeenkomstig de Kadernota 2012 en de Bestuursrapportage 2012 is een bedrag van € 100.000 gestort in de reserve Wmo. Het negatief saldo op de verstrekkingen minus eigen bijdragen is een bedrag van € 99.000. De overschrijding was aanzienlijk hoger geweest als in 2011 niet een ‘kanteling’ van het Wmo-beleid had plaatsgevonden. Het minder aantal Wmo-aanvragen heeft tot gevolg dat er € 28.000 minder is uitgegeven voor indicatiekosten. Zie voor een nadere toelichting de paragraaf: ‘Wet Maatschappelijke Ondersteuning’. Uit het Wmo-budget is onder meer gefinancierd een bedrag van € 52.000 voor inhuur van personeel voor projecten op welzijnsterrein en aan voorbereidingen voor de decentralisaties. Het onder de baten opgenomen bedrag van € 381.000 heeft betrekking op de eigen bijdragen die geïnd worden door het Centraal Administratie Kantoor (CAK). Artikel 16 van de WMO bepaalt dat een eigen bijdrage wordt vastgesteld en geïnd door een door de minister (VWS) aan te wijzen rechtspersoon. Op grond van deze bevoegdheid is het CAK als rechtspersoon aangewezen. Met andere woorden: als de gemeente een eigen bijdrage ingevolge de Wmo vraagt (en de gemeente De Wolden doet dat) dan wordt die eigen bijdrage vastgesteld, opgelegd en geïnd door het CAK. Het CAK is een zelfstandig bestuursorgaan met eigen (spel)regels, waarin gemeenten zich (moeten) schikken. Door de gekozen systematiek heeft de wetgever in feite bepaald dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Op basis van de periodieke informatie van het CAK wordt de ontwikkeling van het eigen bijdragebudget zo goed mogelijk gevolgd. Voor 2012 is een budget geraamd van € 292.000. Werkelijk is € 89.000 meer ontvangen aan eigen bijdragen, te weten een bedrag van € 381.000. 70 – Volksgezondheid Op het onderdeel gezondheidszorg, regeling uitvoering vroegsignalering is een bedrag bijgeraamd van € 27.000. Dit bedrag heeft betrekking op de toezicht en handhaving op kinderdagverblijven (voor en vroegschoolse educatie). De implementatie en uitvoering van deze taken zal in 2013 plaatsvinden. Bij de septembercirculaire 2011 is dit bedrag via de algemene uitkering structureel beschikbaar gesteld.
pagina 138
JAARSTUKKEN 2012 2.6.10
Programma 10 - Milieu
Lasten
Rekening 2011
Begroting 2012 voor wijzigingen
Begroting 2012 na wijzigingen
Rekening 2012
Afwijking rekening/ begroting
71 Afvalinzameling
2.055.553
2.141.768
2.122.793
2.099.240
23.553
72 Riolering
1.742.682
2.116.378
2.047.404
1.884.604
162.800
73 Milieuzorg
1.010.931
892.606
980.873
995.670
-14.797
402.439
384.577
363.367
347.160
16.207
5.211.605
5.535.329
5.514.437
5.326.674
187.763
Begroting 2012 voor wijzigingen
Begroting 2012 na wijzigingen
74 Begraven Lasten programma
Baten
Rekening 2011
Rekening 2012
Afwijking rekening/ begroting
71 Afvalinzameling
3.049.311
2.450.436
3.027.350
2.784.321
-243.029
72 Riolering
2.365.803
2.385.880
2.391.518
2.434.892
43.374
-567
3.090
3.090
1.203
-1.887
252.212
370.534
279.534
223.848
-55.686
5.666.759
5.209.940
5.701.492
5.444.264
-257.228
Resultaat voor bestemming
455.154
-325.389
187.055
117.590
-69.465
Toevoeging (-) / onttrekking (+) reserves
-250.000
0
-549.612
-217.388
332.224
Resultaat na bestemming (- = tekort / + = overschot)
205.154
-325.389
-362.557
-99.798
262.759
73 Milieuzorg 74 Begraven Baten programma
Begroot
Toelichting mutaties reserves
Werkelijk
Toevoeging Algemene reserve: -601.612
-269.388
- Opstellen afvalbeleidsplan
-18.000
-18.000
- Uitvoeringsprogramma milieu-ambitieplan
-40.000
-40.000
50.000
50.000
- Storting vrijval voorziening egalisatie afvalstoffenheffing (rb 12-11-2009) Reserve overheveling exploitatiebudgetten (naar 2013):
Onttrekking Reserve investeringsprojecten: - Energiebesparende maatregelen - Uitvoeringsprogramma milieu-ambitieplan
60.000
60.000
-549.612
-217.388
Toelichting resultaat 71 – Afvalinzameling Per saldo is er t.o.v. de begrote bedragen een nadelig verschil ontstaan van € 219.000. Rekening houdende met de verwerking van de vrijgevallen bedragen van de voorziening egalisatie afvalstoffenheffing is er op dit onderdeel een positief resultaat van € 113.000. Lasten: Ten aanzien van de verwerking van het huishoudelijk afval is een voordeel ontstaan van € 18.000, met name bij de verwerking van het restafval en de inzamelingskosten oud papier. Door de organisatie, met name openbare werken is € 78.000 minder uren doorbelast. Baten: Mede door verantwoording van een bedrag betrekking hebbende op 2011 is een hogere bate aan vergoedingen ontvangen van Stichting Afvalfonds (Nedvang) voor het gescheiden inzamelen van verpakkingsafval van € 31.000. Bij de ombuigingen/bezuinigingen in de raad van 12 november 2009 is besloten tot opheffing van de voorziening egalisatie afvalstoffenheffing. In 2011 is een bedrag van € 360.000 vrijgevallen. Het nog
pagina 139
JAARSTUKKEN 2012 resterende bedrag van € 269.000 is in 2012 verwerkt. Bij de raming was uitgegaan van een bedrag inclusief het reeds in 2011 verantwoorde bedrag. Hierdoor is een negatieve afwijking ontstaan van € 332.000. Dit heeft verder geen gevolgen. Overeenkomstig het besluit van 2009 worden de vrijgevallen bedragen toegevoegd aan de algemene reserve. Een overzicht van de kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing en de rioolrechten is opgenomen onder de paragraaf ‘Lokale heffingen’. 72 – Riolering Ten opzichte van de begrote bedragen is een voordelig verschil ontstaan van € 206.000, waarvan een bedrag van € 120.000 betrekking heeft op kapitaallasten. Per saldo een verschil van € 86.000. Lasten: In 2012 is er door Bureau Oranjewoud een onderzoek ‘levensduur riolering’ uitgevoerd, waardoor er ten aanzien van de uitbestede werkzaamheden een overschrijding is ontstaan van € 25.000. De kapitaallasten zijn € 120.000 lager dan begroot. Dit houdt verband met een latere uitvoering van de geplande rioleringsinvesteringen. De lagere elektriciteitskosten van € 52.000 is ontstaan door de afrekeningen over voorgaande jaren met het waterschap Reest en Wieden. Hier is sprake van een afbouwende bijdrageregeling en kan derhalve niet structureel worden ingeboekt. De onderhoudslasten zijn € 158.000 hoger dan geraamd. Dit is veroorzaakt door uitvoering van groot onderhoud waarvan de kosten verantwoord zijn in de exploitatie en de aanpak van diverse calamiteiten, zoals het plaatsen van een duiker in de Wijk. Door openbare werken zijn minder uren verantwoord op onderhoud rioleringen, hetgeen een voordelig verschil betekent van € 166.000. De verrekening van de oppompkosten met het waterschap Reest en Wieden is € 12.000 lager dan geraamd. Voor een bedrag van € 10.000 is dit structureel. Baten: De opbrengst van de rioolrechten is € 5.000 hoger dan geraamd. Het onderzoeksproject ‘levensduur riolering’ is gezamenlijk met vijf andere gemeenten uitgevoerd, waardoor hier een extra bate is verantwoord van € 36.000. 74 – Begraven De kostendekkendheid van de begraafplaatsen bedraagt 66%. Geraamd is een kostendekkingspercentage van 80%. De opbrengst begraafrechten in Ruinen en met name in Zuidwolde is aanzienlijk beneden de raming gebleven. Op de exploitatie van de begraafplaatsen is een negatieve afwijking ontstaan van € 45.000. Ten aanzien van de aula in Zuidwolde en het mortuarium in Ruinen is er een positief verschil van € 5.000. Per saldo een toename van € 40.000.
pagina 140
JAARSTUKKEN 2012 2.6.11
Programma 11 - Ruimte en wonen Begroting 2012 voor wijzigingen
Begroting 2012 na wijzigingen
106.601
165.568
174.533
160.055
14.478
81 Structuur- en bestemmingsplannen
1.056.415
1.012.790
1.058.810
1.083.845
-25.035
82 Bouw- en woningtoezicht
1.131.821
1.271.854
1.261.338
1.276.222
-14.884
90.686
105.150
389.894
388.338
1.556
3.079.731
1.967.365
2.829.666
1.927.030
902.636
5.465.254
4.522.726
5.714.241
4.835.490
878.751
Lasten
Rekening 2011
37 Monumenten en beeldbepalende panden
83 Volkshuisvesting 85 Bouwgrondexploitatie Lasten programma
Afwijking rekening/ begroting
Rekening 2012
Begroting 2012 voor wijzigingen
Begroting 2012 na wijzigingen
92
1.030
6.030
300
-5.730
81 Structuur- en bestemmingsplannen
126.726
32.960
32.960
97.144
64.184
82 Bouw- en woningtoezicht
939.893
660.000
697.485
718.174
20.689
4.104
2.750
15.250
13.482
-1.768
1.916.342
1.933.463
2.403.663
1.183.146
-1.220.517
2.987.156
2.630.203
3.155.388
2.012.246
-1.143.142
-2.478.098
-1.892.523
-2.558.853
-2.823.244
-264.391
615.084
0
818.191
814.801
-3.390
-1.863.014
-1.892.523
-1.740.662
-2.008.443
-267.781
Baten
Rekening 2011
37 Monumenten en beeldbepalende panden
83 Volkshuisvesting 85 Bouwgrondexploitatie Baten programma Resultaat voor bestemming Toevoeging (-) / onttrekking (+) reserves Resultaat na bestemming (- = tekort / + = overschot)
Afwijking rekening/ begroting
Rekening 2012
Begroot
Toelichting mutaties reserves
Werkelijk
Toevoeging Reserve investeringsprojecten: - Tussentijdse winstneming bouwgrondexploitatie complex Koekange Zuidwest, aanpassing vanuit jaarrekening 2011
-10.125
-10.125
- Tussentijdse winstneming bouwgrondexploitatie Middelveen IV, aanpassing vanuit jaarrekening 2011
-84.923
-84.923
-33.000
-33.000
0
-3.390
- Actualisatie bestemmingsplannen 2012
48.500
48.500
- Opstellen en uitvoeren beleidskaart archeologie
28.000
28.000
- Afwaardering gronden complex Neuzendijk
168.345
168.345
- Herstructurering Julianaplein Zuidwolde
145.000
145.000
Reserve overheveling exploitatiebudgetten (naar 2013): - Opstellen archeologische en cultuurhistorische beleidsadvieskaart Reserve woonplan: - Toevoeging ten laste van het project Oldenhave-Bos in Ruinen Onttrekking Reserve investeringsprojecten:
Reserve overheveling exploitatiebudgetten (van 2011): - Opstellen archeologische en cultuurhistorische beleidsadvieskaart - Opstellen gemeentelijke structuurplannen - Bouw jongerenhuisvesting Echten
pagina 141
8.965
8.965
89.000
89.000
127.500
127.500
JAARSTUKKEN 2012 Begroot
Toelichting mutaties reserves
Werkelijk
Algemene reserve bouwgrondexploitatie: - overboeking naar voorziening verliezen bouwgrondexploitatie inzake KerkenveldNoord (Woonplan 2011-2015)
320.809
320.809
Reserve woonplan: - Opstellen nieuwe woonvisie
10.120
10.120
818.191
814.801
Toelichting resultaat 37 – Monumenten en beeldbepalende panden
De afronding van het opstellen van de archeologische en cultuurhistorische beleidsadvieskaart vindt in 2013 plaats. Ook is minder gebruik gemaakt van externe adviezen op het gebied van archeologie en monumentenzorg.
81 – Structuur- en bestemmingsplannen De lastenoverschrijding van € 25.000 wordt veroorzaakt door het toekennen van onvoorziene planschadevergoedingen, opstellen van anterieure overeenkomsten en het uitbesteden van werkzaamheden. Deze kosten worden grotendeels verhaald op derden hetgeen de hogere baten van € 64.000 verklaart. 85 – Bouwgrondexploitatie Bouwgrondexploitatie heeft een geheel eigen karakter. Dit komt omdat de exploitatie van complexen over meerdere jaren loopt, gemiddeld is dat 10 jaar. Tijdens deze looptijd worden de investeringen/ opbrengsten bij- c.q. afgeschreven op de boekwaarde van de diverse complexen en onder ‘voorraden’ op de balans opgenomen. De afwijkingen van de in 2012 begrote en gerealiseerde lasten en baten worden veroorzaakt door diverse factoren, waarvan de grootste zijn: - mutaties in de boekwaarden; - het treffen van voorzieningen; - tussentijdse winstneming; - lagere opbrengst grondverkopen. Zie ook de toelichting bij de paragraaf Grondbeleid (onder 1.6.6) en de bijlage ‘Jaarverslag 2012 en meerjaren perspectief’. Het vaststellen van het ‘Woonplan 2011-2015’ in 2012 heeft een relatief grote impact op de bouwgrondexploitaties. De sterke stijging van de sociale woningbouwopgave binnen de diverse complexen heeft geleid tot aanpassing van de prognoses. In de nota Grondbeleid is vastgelegd hoe de boekwaardes beoordeeld moeten worden. Dit kan tot gevolg hebben dat er tussentijdse winsten/verliezen genomen moeten worden die ten gunste/laste van de exploitatie van de algemene dienst komen. Zo is in 2012 i.v.m. het overschrijden van de maximum toegestane boekwaarde van nog niet in exploitatie genomen gronden € 113.000 als verlies ingeboekt. Bij de bestuursrapportage 2012 is besloten € 321.000 toe te voegen aan de voorziening verliezen bouwgrondexploitatie voor het bouwgrondcomplex Kerkenveld-Noord. Dit door overheveling van dit bedrag uit de algemene reserve bouwgrondexploitatie. Bij het opmaken van de jaarrekening 2012 is alsnog besloten een extra bedrag van € 386.000 toe te voegen aan de voorziening verliezen bouwgrondexploitatie. Dit i.v.m. de te verwachten verliezen op de bouwgrondexploitatie complexen ‘bedrijventerrein Hoge Akkers Ruinerwold’ voor een bedrag van € 169.000 en ‘Kerkenveld-Noord’ voor € 218.000. Bij de bestemming van het rekeningsresultaat zal worden voorgesteld deze toevoeging van totaal € 387.000 te dekken door een aanwending vanuit de algemene reserve bouwgrondexploitatie. Voor de bouwgrondexploitatie Ruinen-Zuid is een winstneming verwerkt van € 166.000. Bij de resultaat bestemming van de jaarrekening 2012 zal worden voorgesteld dit bedrag toe te voegen aan de algemene reserve bouwgrondexploitatie.
pagina 142
JAARSTUKKEN 2012 2.6.12
Programma 12 - Financieringsmiddelen
Lasten
Begroting 2012 voor wijzigingen
Begroting 2012 na wijzigingen
811
795
795
Rekening 2011
Afwijking rekening/ begroting
Rekening 2012
87
Kosten inzake algemene uitkeringen
88
Financiering e.d.
1.054.496
1.154.115
780.663
802.959
-22.296
89
Saldi kostenplaatsen
1.639.929
135.094
1.669.971
2.061.409
-391.438
91
Uitvoering Wet Onroerende Zaken
264.826
219.228
219.228
206.086
13.142
98
Heffing en invordering gemeentelijke belastingen
51.156
43.392
71.160
75.479
-4.319
3.011.218
1.552.624
2.741.817
3.146.728
-404.911
Begroting 2012 voor wijzigingen
Begroting 2012 na wijzigingen
Lasten programma
Baten
Rekening 2011
795
Rekening 2012
0
Afwijking rekening/ begroting
88
Financiering e.d.
336.199
234.060
376.544
330.745
-45.799
89
Saldi kostenplaatsen
887.128
-
246.066
413.568
167.502
-
-
-
-
-
21.826
21.500
19.373
20.002
629
1.245.153
255.560
641.983
764.315
122.332
-2.099.834
-2.382.413
-282.579
91 Uitvoering Wet Onroerende Zaken 98 Heffing en invordering gemeentelijke belastingen Baten programma Resultaat voor bestemming
-1.766.065
Toevoeging (-) / onttrekking (+) reserves Resultaat na bestemming (- = tekort / + = overschot)
-1.297.064
-361.535
-110.000
1.509.286
1.289.364
-219.922
-2.127.600
-1.407.064
-590.548
-1.093.049
-502.501
Begroot
Toelichting mutaties reserves
Werkelijk
Toevoeging Algemene reserve: - Storting i.v.m. opheffing reserve weerstandsvermogen (raad 12-11-2009)
-1.638.500
-1.638.500
-60.888
-60.888
- Overboeking van de algemene reserve ingevolge raadsbesluit 10-11-2011
-3.625.000
-3.625.000
- Bestemming saldo rekening 2011 (raadsbesluit 31-5-2012)
-1.328.775
-1.328.775
-28.293
-28.293
-592.288
-592.288
-11.555
-11.555
-7.730
-7.730
-4.318
-4.318
Reserve aandelenoverdracht NV Essent: - Extra uitkering verkoop Essent aan RWE (rekening 2011) Reserve investeringsprojecten:
Reserve frictie- en organisatiekosten: - Liquidatie-uitkering IZA Reserve egalisatie personeelskosten: - Onderschrijding personeels- en organisatiekosten (rekening 2011) Reserve co-financiering speelplaatsen: - Onderschrijding onderhoudsbudgetten speelvoorzieningen (rekening 2011) Reserve egalisatie wegenonderhoud: - Bijboeking rente voor het op peil houden van de reserve Reserve harmonisatie tennisbeleid: - Bijboeking rente voor het op peil houden van de reserve
pagina 143
JAARSTUKKEN 2012 Begroot
Toelichting mutaties reserves
Werkelijk
Reserve herbouw kleedaccommodatie VVR: - Bijboeking rente voor het op peil houden van de reserve
-13.530
-13.530
-43.013
-43.013
Reserve bouw brede school Ruinerwold: - Bijboeking rente voor het op peil houden van de reserve Reserve egalisatie verfijninguitkering riolering: - Bijboeking rente voor het op peil houden van de reserve
-13.644
-13.644
-7.367.534
-7.367.534
-4.465
-4.465
- Begeleidingskosten bezuinigingsproces
-25.000
-25.000
- Vervaardigen luchtfoto’s
-14.862
-14.862
- Automatisering, software migratiekosten SAP
-17.500
-17.500
-215.334
-215.334
- Storting vanuit reserve egalisatie personeelskosten i.v.m. sociaal plan overgang personeel naar Stichting Wolderwijs
-30.000
-30.000
- Extra storting vanuit reserve egalisatie personeelskosten i.v.m. reguliere onttrekkingen/aanwending t.b.v. uitvoering organisatieprojecten
-31.703
-31.703
0
-61.855
-11.380
-11.380
Subtotaal Interne producten: Reserve overheveling exploitatiebudgetten (naar 2013): - Doorontwikkeling Woldwerk
Reserve frictie- en organisatiekosten: - Storting vanuit reserve egalisatie personeelskosten i.v.m. financiële verplichtingen voormalige werknemers
Reserve egalisatie personeelskosten: - Storting i.v.m. onderschrijding personeelskosten 2012 Reserve leeftijdsbewust personeelsbeleid: - Storting t.l.v. exploitatie voormalige fpu-gelden - Storting i.v.m. vermindering loonheffing oudere werknemers Subtotaal
-16.500
-20.358
-366.744
-432.457
3.625.000
3.625.000
1.638.500
1.638.500
1.457.425
1.457.425
529.455
529.455
35.000
35.000
6.626
6.626
Onttrekking Algemene reserve: - Overboeking naar reserve investeringsprojecten ingevolge raadsbesluit van 10-11-2011 Reserve weerstandsvermogen: - Overboeking naar algemene reserve i.v.m. opheffen reserve weerstandsvermogen Rekeningsaldo: - Bestemming saldo rekening 2011 (raadsbesluit 31-5-2012) Algemene reserve bouwgrondexploitatie: - Extra storting in de voorziening verliezen bouwgrondexploitatie i.v.m. de te verwachten verliezen (rekening 2011) Reserve BTW-compensatiefonds: - Aanwending gevolgen invoering BTW-compensatiefonds Reserve co-financiering leader: - Ter dekking projecten plattelandsontwikkeling (rekening 2011) Reserve egalisatie verfijninguitkering riolering: - Aanwending i.v.m. wegvallende uitkering uit het gemeentefonds Subtotaal
75.000
75.000
7.367.006
7.367.006
11.854
11.854
1.182
1.182
Interne producten: Algemene reserve: - Projectmanagement automatiseringssysteem (extra afschrijving) - Doorontwikkeling Civision middelen (extra afschrijving)
pagina 144
JAARSTUKKEN 2012 Begroot
Toelichting mutaties reserves
Werkelijk
Reserve investeringsprojecten: - Incidentele formatieve capaciteit Mid-office
80.000
80.000
266.373
266.373
- Plan van aanpak duurzaam inkopen
15.000
15.000
- Doorontwikkeling Woldwerk
25.000
25.000
- Organisatie en proceskosten visie dienstverlening
- Incidentele inhuur doorontwikkeling afdeling VROM - Digitalisering documenten
150.000
80.147
43.731
24.373
Reserve overheveling exploitatiebudgetten (van 2011): - Opleiding en ondersteuning ontwikkeling visie dienstverlening
10.000
10.000
- Begeleidingskosten bezuinigingsproces
22.318
22.318
271.794
206.796
-215.334
-215.334
- Storting in reserve frictie- en organisatiekosten i.v.m. sociaal plan overgang personeel naar Stichting Wolderwijs
-30.000
-30.000
- Extra storting in reserve frictie- en organisatiekosten i.v.m. reguliere bestedingen en uitvoering organisatieprojecten
-31.703
-31.703
- Vrijval geoormerkte bedrag salarisverhoging op basis van nieuwe CAO per 2012
157.000
157.000
Reserve frictie- en organisatiekosten: - Reguliere onttrekkingen/ aanwending t.b.v. uitvoering organisatieprojecten Reserve egalisatie personeelskosten: - Storting in reserve frictie- en organisatiekosten i.v.m. financiële verplichtingen voormalige werknemers
- Onttrekking t.b.v. salarisverplichtingen in- en verkoop verlofdagen - Onttrekking i.v.m. overloop opleidingen vanuit 2011 - Bijstelling budgetten personeelskosten 2012 - Bijstelling personeelskosten afd. Samenleving i.v.m. invoering decentralisatieregelingen
4.703
4.703
17.000
17.000
466.527
466.527
57.039
57.039
Subtotaal
1.876.558
1.722.349
Totaal
1.509.286
1.289.364
Toelichting resultaat 88 – Financiering e.d. De negatieve afwijking van de rentebaten voor kort geld van € 16.000 is ontstaan door een lagere marktrente dan begroot. Een aantal gemeentelijke eigendommen (obs de Dissel, Burg.Buitenweg 8 Ruinerwold, bbs de Zaaier, Noorderesweg 8 Zuidwolde, voormalige peuterspeelzaal, Pr. Margrietlaan 18 Koekange, bbs de Hoeksteen Schoolbrink 3 Zuidwolde, obs ’t Veurlaand, Voorlanden 1 Ansen en Wheemhuus, Burg. Tonckensstraat 4 Zuidwolde) zijn hun onderwijs en/of publieke functie kwijtgeraakt. De lasten van gemeentelijke eigendommen niet voor de publieke dienst bestemd moeten op grond van de BBV verantwoord worden op programma 12. In 2012 waren deze lasten totaal € 52.000, hetgeen niet was begroot. Wat de bestemming van de voormalige gebouwen zal worden is nog niet bekend. 89 – Saldi kostenplaatsen Verantwoording van de saldi van de kostenplaatsen vindt plaats op programma 12: Nadelige saldi Voordelige saldi Per saldo
€ -
Begroot 1.670.000 246.000
€ -
Werkelijk 2.061.000 413.000
€ -
Verschil 391.000 167.000
-/- €
1.424.000
-/- €
1.648.000
€
224.000
Een toelichting van de nadelige afwijking van € 224.000 is opgenomen onder het onderdeel interne producten/(hulp)kostenplaatsen, onderdeel 2.6.16.
pagina 145
JAARSTUKKEN 2012 2.6.13
Algemene dekkingsmiddelen
Baten 90 Beleggingen 92 Algemene uitkeringen 94 Saldo financieringsfunctie 95 Onroerende zaakbelastingen 96 Belasting op toeristen Totaal
Rekening 2011
Begroting 2012 voor wijzigingen
Begroting 2012 na wijzigingen
Rekening 2012
Afwijking rekening/ begroting
5.515.394
3.476.887
4.062.727
4.047.191
-15.536
20.563.880
20.568.195
20.746.762
20.698.609
-48.153
-80.366
740.374
-202.558
-120.566
81.992
2.970.561
3.049.000
3.159.645
3.165.865
6.220
399.850
438.508
420.508
423.550
3.042
29.369.319
28.272.964
28.187.084
28.214.649
27.565
Het overzicht algemene dekkingsmiddelen is een verplicht onderdeel op grond van art. 27 BBV. 90 – Beleggingen De onderschrijding wordt veroorzaakt door een lagere rentevergoeding van € 13.000. Dit houdt verband met de vervroegde aflossing van € 395.000 van een aan Enexis verstrekte lening. 92 – Algemene uitkeringen De negatieve afwijking van € 48.000 van de algemene uitkeringen kan als volgt worden gespecificeerd: Positieve verrekeningen over de uitkeringsjaren 2010 en 2011 van € 38.000 als gevolg van de definitieve vaststelling van de verschillende eenheden en maatstaven. Negatieve afwijking over het uitkeringsjaar 2012 van € 86.000. Er is minder ontvangen door een bijstelling van de onderliggende aantallen en eenheden. Bij de bepaling van de hoogte van de algemene uitkering 2012 is uitgegaan van de decembercirculaire 2012. Hierbij is aanvullend rekening gehouden met verwachtingen over accressen als gevolg van het regeerakkoord, het niet afschaffen van het Btw Compensatie Fonds en de lagere uitgaven die het rijk doet of heeft gedaan in 2012. Niet in alle gevallen is op dit moment duidelijk wat de exacte financiële gevolgen zijn. Het uiteindelijke financiële effect is nog onzeker en zal duidelijk worden bij de “meicirculaire 2013”. 94 – Saldo financieringsfunctie Het saldo van de financieringsfunctie is het verschil tussen het totaal van rente en afschrijving enerzijds en de toegerekende kapitaallasten aan de exploitatie anderzijds. Het betreft hier geen analyse van de kapitaallasten zelf, hiervoor wordt verwezen naar de toelichting bij 2.5 ‘Programmarekening met toelichting’, maar een verklaring van de rente en afschrijvingslasten die niet functioneel zijn toegerekend aan de producten. Op begrotingsbasis werd rekening gehouden met een niet aan de producten toe te rekenen rente en afschrijving van € 203.000. In werkelijkheid is het resultaat € 121.000 negatief, oftewel een positief verschil van € 82.000.
pagina 146
JAARSTUKKEN 2012 2.6.14
Onvoorziene uitgaven Begroting 2012 voor wijzigingen
Rekening 2011
Lasten 93 Algemene lasten en baten
Begroting 2012 na wijzigingen
Afwijking rekening/ begroting
Rekening 2012
270.176
30.704
30.704
93 Saldo baten en lasten
-365.223
264.262
264.262
Totaal
-95.047
294.966
294.966
Begroting 2012 voor wijziging In de primitieve begroting 2012 is onder programma 12 voor onvoorziene uitgaven, inclusief het saldo baten en lasten € 95.047 negatief geraamd. Dit bedrag is als volgt onderverdeeld. Omschrijving
Bedrag
Saldo
Post onvoorziene uitgaven raad
31.957
Start- en incidentele subsidies
10.000
Post onvoorziene uitgaven b&w
18.610
Totaal onvoorzien
60.567
Stelpost wegens uitvoering bestuursakkoord
34.146
Stelpost overige uitgaven
175.463
Stelpost kapitaallasten nieuwe investeringen
-
Totaal stelposten
209.609
Begrotingssaldo
-365.223
Totaal begrotingssaldo
-365.223
Totaal
-95.047
Begroting 2012 na wijziging In het begrotingsjaar 2012 zijn 25 begrotingswijzigingen verwerkt. In onderstaand overzicht wordt inzicht gegeven in het gebruik/verloop van het geraamde bedrag voor ‘onvoorziene uitgaven’. Overzicht begrotingswijzigingen 2012 Wijz.
Raad
Onvoorzien
Stelposten
Begr. saldo
Toelichting
60.567
209.609
-365.223
1
22-12-2011
-5.637
-19.995
61.676
2
22-12-2011
-
-
493.676
3
22-12-2011
-
-
-
Instellen Handhavingsdienst Zuidwest-Drenthe
4
22-12-2011
-
-
-
Krediet bouw brede school Schoolbrink Zuidwolde (vervallen, zie begrotingswijziging nr. 12)
5
19-12-2011*
-
-162
-
Aanschaf schrobzuigmachine sporthal Ruinerwold
6
16-01-2012*
-
-
-
Vrijgeven budgetten n.a.v. vaststelling begroting
7
26-01-2012
-
-
-
Project papierloos vergaderen door de raad
8
23-02-2012
-
-
-
Overheveling incidentele budgetten van 2011
9
23-02-2012
-
-
-
Krediet bedrijventerrein Slagenweg Zuidwolde
10
09-03-2012
-
-
-
Bijdrage Council Drenthe 2028
11
08-03-2012
-
-
-
Aanvullend krediet fietspad Oshaarseweg
12
08-03-2012
-
-55.007
-
Krediet bouw brede school Schoolbrink Zuidwolde
13
13-09-2012
-
-
-
Krediet aanleg fietspad Ommerweg Zuidwolde
14
27-09-2012
-
-
-
Aanvullend krediet parkeerplaatsen en verkeersmaatregelen centrumplan de Wijk
15
27-09-2012
-500
-
-
Subsidie project ‘Feest van de Geest’
15
27-09-2012
-500
-
-
Subsidie parkopera Hoogeveen
15
27-09-2012
-
-34.146
-
Vrijval gelden bestuursakkoord
15
27-09-2012
-
-100.299
-
Vrijval stelpost kapitaallasten
15
27-09-2012
-18.226
-
-190.129
16
28-08-2012*
-
-
21.615
pagina 147
Oorspronkelijke begroting 2012 Diverse mutaties/correcties 2012 Verwerking bezuinigingsmaatregelen 2012
Bestuursrapportage 2012 Aanschaf trekker, tractieplan Openbare Werken
JAARSTUKKEN 2012 Onvoorzien
Stelposten
Wijz.
Raad
Begr. saldo
17
07-08-2012*
-
-
18
29-11-2012
-
-
-
19
20-11-2012*
-
-
-1.215
20
13-12-2012
-
-
-
Overheveling restantkredieten naar 2013
21
13-12-2012
-3.000
-
-
Project kunst openbare ruimte van het CBK
21
13-12-2012
-1.000
-
-
Subsidie kunstcarrousel Hoogeveen
21
13-12-2012
-1.000
-
-
Subsidie Vogelpop 2012
21
13-12-2012
-
-
250.931
22
06-11-2012*
-
-
-9.347
23
27-11-2012*
-
-
-
Invoeren 60 km zones in het buitengebied
24
18-12-2012*
-
-
-
Administratieve aanpassingen en correcties
25
18-12-2012*
-
-
-
Administratieve correcties
30.704
0
264.262
2.278
Toelichting Aanschaf klepelmaaier, tractieplan Openbare Werken Krediet sloop voormalige bijzondere basisscholen Vervangingen tractieplan brandweer 2012
Decemberrapportage 2012 Valbeveiliging platte daken gem. gebouwen
* Betreft besluiten van het college van burgemeester en wethouders. Het begrotingsbedrag, na wijziging kan als volgt worden gespecificeerd: - Onvoorziene uitgaven raad € - Onvoorzien voor start- en incidentele subsidies - Onvoorziene uitgaven college b&w € - Stelpost kapitaallasten - Begrotingssaldo Nog in de begroting aanwezige beschikbare ruimte Afgerond een bedrag van € 295.000.
pagina 148
€
18.000 1.000 11.704 30.704 0 264.262 294.966
JAARSTUKKEN 2012 2.6.15
Mutaties reserves
Lasten
Rekening 2011
Toevoegingen aan reserves
Begroting 2012 voor wijzigingen
Begroting 2012 na wijzigingen
Afwijking rekening/ begroting
Rekening 2012
4.593.123
351.441
12.010.377
11.541.700
-468.677
Totaal
4.593.123
351.441
12.010.377
11.541.700
-468.677
Baten
Rekening 2011
Begroting 2012 voor wijzigingen
Begroting 2012 na wijzigingen
Rekening 2012
Onttrekkingen aan reserves
Afwijking rekening/ begroting
6.755.063
389.219
17.839.980
16.528.751
-1.311.229
Totaal
6.755.063
389.219
17.839.980
16.528.751
-1.311.229
Saldo mutaties
2.161.940
37.778
5.829.603
4.987.051
-842.552
De mutaties in de reserves zijn ingevolge het Besluit Begroting en Verantwoording per programma vermeld en toegelicht. Ook bij de toelichting op de balans wordt het verloop van de reserves nader toegelicht. In grote lijnen zijn de afwijkingen tussen de begrote en werkelijke onttrekkingen/toevoegingen ontstaan door: - een latere uitvoering van de geplande investeringen op het gebied van wegen e.d. (programma 4), waardoor een lagere onttrekking uit de reserves € 955.000 - een latere uitvoering van de geplande investeringen, met name voor wat betreft de sloop van de ‘oude’ basisscholen in Zuidwolde (programma 7) 124.000 - een onttrekking uit de reserve minimabeleid t.b.v. chronisch zieken en het project ‘kinderen doen mee’ (programma 9) - -/9.000 - een onttrekking uit de reserve maatschappelijke ondersteuning i.v.m. tekort uitvoering WMO 2012 (programma 9) - -/68.000 - negatieve afwijking t.o.v. de raming van de storting in de algemene reserve i.v.m. opheffing voorziening egalisatie afvalstoffenheffing, hetgeen gedeeltelijk in 2011 was verantwoord (programma 10) - -/- 332.000 - een lagere onttrekking uit de reserve frictie- en organisatiekosten, door de nog niet volledig benutte budgetten voor uitvoering organisatieprojecten en voor de personele uitgaven (kostenplaatsen) 65.000 - storting in de reserve egalisatie personeelskosten i.v.m. onderschrijding personeelskosten 2012 (kostenplaatsen) 62.000 - overige afwijkingen 46.000 €
843.000
Totaaloverzicht rekening 2012 onttrekking/toevoeging reserves Omschrijving
Toevoeging
Programma 01 (Bestuur & organisatie)
Onttrekking
Saldo
27.535
49.643
22.108
Programma 02 (Dienstverlening)
0
7.631
7.631
Programma 03 (Veiligheid & openbare orde)
0
0
0
362.684
2.748.862
2.386.178
5.230
297.888
292.658
Programma 04 (Verkeer & vervoer/openbaar gebied) Programma 05 (Economische zaken & plattelandsontwikkeling) Programma 06 (Toerisme & recreatie) Programma 07 (Onderwijs & kinderopvang)
20.000
58.910
38.910
1.967.393
2.247.025
279.632
Programma 08 (Cultuur & sport)
499.761
516.743
16.982
Programma 09 (Sociaal & maatschappelijke zorg)
400.280
456.455
56.175
Programma 10 (Milieu)
327.388
110.000
-217.388
Programma 11 (Ruimte & wonen)
131.438
946.239
814.801
7.367.534
7.367.006
-528
432.457
1.722.349
1.289.892
11.541.700
16.528.751
4.987.051
Programma 12 (Financiering & algemene dekkingsmiddelen) Interne producten (kostenplaatsen) Totaal
pagina 149
JAARSTUKKEN 2012
Voordelig rekeningssaldo Naast de hiervoor genoemde mutaties in de reserves wordt na vaststelling van de jaarstukken het voordelig rekeningresultaat € 386.099,13 overgeboekt naar de reserve rekeningsaldo. Bij de vaststelling van de jaarstukken worden nadere voorstellen gedaan ter bestemming van dit rekeningresultaat. Bij de bestemming van het rekeningresultaat wordt ook rekening gehouden met de uitvoering van reeds eerder door de raad genomen besluiten. Uiteindelijk zal worden voorgesteld een bedrag van € 538.000 toe te voegen aan de ‘reserve investeringsprojecten’.
pagina 150
JAARSTUKKEN 2012 2.6.16
Interne producten / (hulp)kostenplaatsen
De voor- en nadelige saldi kostenplaatsen (per saldo € 223.936 negatief) zijn verantwoord onder programma 12, beleidsproduct 89 saldi kostenplaatsen. Hieronder een specificatie met toelichting hiervan per kostenplaats Kostenplaats 1. Administratiekosten
Begrote saldi (- = nadelig + = voordelig)
Werkelijke saldi (- = nadelig + = voordelig)
Saldo Begroot Werkelijk (N = nadelig V =voordelig)
Mutaties reserves (- = toevoeging +=onttrekking)
26.280
71.257
V
-227.972
-235.621
N
7.649
12.257
-8.980
N
21.237
1.587
-1.908
N
3.495
328
1.211
V
883
6. Directie
-10.818
-1.167
V
9.651
-2.682
7. Afdeling Concern
343.762
328.269
N
15.493
16.503
-271.794
-206.796
V
64.998
206.796
-95.715
-117.646
N
21.931
168.240
10. Afdeling VROM
-124.698
9.997
V
134.695
208.566
10a. Handhavingsdienst
-393.561
-368.762
V
24.800
139.863
11. Afdeling Samenleving
200.941
2. Automatiseringskosten 3. Gemeentehuis Zuidwolde 4. Openbare werken Zuidwolde 5. Gemeentewerken Ruinen
8. Frictie- en organisatiekosten 9. Afd. In-/Externe Dienstverlening
44.977
-650.745
-716.301
N
65.556
12. Afdeling OW-binnendienst
-10.558
-253.576
N
243.018
13. Afdeling OW-buitendienst
-22.258
-84.729
N
62.471
-
-63.090
N
63.090
-1.423.905
-1.647.841
N
223.936
14. Vervoersmiddelen Totaal
253.035
3.035 1.194.297
Een specificatie van de mutaties reserves is opgenomen bij programma 12. Ten aanzien van een aantal onderdelen van de desbetreffende kostenplaats volgt hierna een nadere toelichting: 1. Administratiekosten Met name op het onderdeel portikosten (€ 18.000) en op de aanschaf van boeken, tijdschriften, losbladige uitgaven (€ 25.000) is minder uitgegeven dan geraamd. Er zijn geen grote hoeveelheden (enquêtes en aanschrijvingen) ter postbezorging aangeboden. Daarnaast heeft ook de postbezorging via het werkvoorzieningschap Alescon voordeel opgeleverd. Op de structurele hoogte van deze besparingen zal worden teruggekomen bij de Bestuursrapportage 2013. 6. Gemeentehuis Zuidwolde Er was meer onderhoud noodzakelijk aan het gemeentehuis, met name aan de technische installaties, waardoor € 35.000 meer is uitgegeven dan geraamd voor het klein onderhoud. 8. Frictie- en organisatiekosten Naast de vorming van een reserve frictie- en organisatiekosten is een hulpkostenplaats ingesteld waar de lasten, die gedekt worden door een onttrekking vanuit deze reserve, verantwoord worden. In totaliteit verloopt een en ander budgettair neutraal. De uitgaven en onttrekkingen kunnen als volgt worden gespecificeerd: - reguliere personele frictiekosten € 100.000 - vorming concernafdeling 3.000 - organisatiebrede schrijf- en denktraining 2.000 - sociaal plan overgang personeel naar stichting Wolderwijs 11.000 - financiële verplichtingen voormalige werknemers 91.000 Totaal uit de reserve frictie- en organisatiekosten
pagina 151
€
207.000
JAARSTUKKEN 2012 9 t/m 14 Overige staf- en lijnafdelingen De voor en nadelige saldi op deze kostenplaatsen hebben voornamelijk betrekking op personeelslasten, inhuur derden en uitbestede werkzaamheden. Ook de mutaties reserves hebben hiermede een relatie. De totale personeelslasten worden toegelicht bij de dwarsanalyse onder punt 2.5 programmarekening met toelichting. Op de totale personeelslasten is een positief verschil ontstaan van € 62.000. Voorgesteld zal worden dit bedrag toe te voegen aan de reserve egalisatie personeelskosten. Het negatieve exploitatieresultaat bij Openbare Werken – buitendienst (Woldwerk) is ontstaan doordat extra vervanging moest worden ingehuurd voor een drietal langdurig ziekten. Daarnaast spelen oplopende brandstofkosten een rol waardoor een negatieve afwijking van € 35.000 is ontstaan. Bij de Bestuursrapportage 2013 is een structurele aanpassing op dit onderdeel noodzakelijk. Ook zijn de lasten van huur en onderhoud van tractiemiddelen € 79.000 hoger uitgevallen. In de berekende kostprijzen ook op het onderdeel vervoersmiddelen is hiermee onvoldoende rekening gehouden.
pagina 152
JAARSTUKKEN 2012
BZK
Ontvanger
Juridische grondslag
Specifieke uitkering
SISA-BIJLAGE
Nummer
Departement
2.7
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2012 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa
C7C Investering stedelijke vernieuwing (ISV) II
Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie
Provinciale beschikking en/of verordening
I N D I C A T O R E N Besteding (jaar T) ten laste Overige bestedingen (jaar T) Toelichting afwijking van provinciale middelen
Project-gemeenten (SiSa tussen medeoverheden) Aard controle n.v.t. Aard controle R Aard controle R Aard controle n.v.t. Indicatornummer: C7C / 01 Indicatornummer: C7C / 02 Indicatornummer: C7C / 03 Indicatornummer: C7C / 04 1 5/5/2006000907 – Geluids- € 0 € 3.935 sanering spoorweglawaai Eindverantwoording Ja/Nee Activiteiten stedelijke Activiteiten stedelijke Activiteiten stedelijke vernieuwing (in aantallen) vernieuwing (in aantallen) vernieuwing (in aantallen) Afspraak
Realisatie
Alleen in te vullen na afloop Alleen in te vullen na afloop project project Aard controle n.v.t. Aard controle D1 Indicatornummer: C7C / 05 Indicatornummer: C7C / 06 1 Ja 17 5
pagina 153
Aard controle D1 Indicatornummer: C7C / 07
Toelichting afwijking Alleen in te vullen na afloop project Aard controle n.v.t. Indicatornummer: C7C / 08 In 12 gevallen heeft geen sanering plaatsgevonden omdat de woning niet aan de eisen voldeed of doordat de eigenaar niet wilde meedoen
JAARSTUKKEN 2012 OCW
D9
Onderwijsachterstande Besteding (jaar T) aan nbeleid 2011-2014 voorzieningen voor (OAB) voorschoolse educatie die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen (conform artikel 166, eerste lid WPO) Gemeenten
I&M E27B Brede doeluitkering verkeer en vervoer SiSa tussen medeoverheden
Besteding (jaar T) aan overige activiteiten (naast VVE) voor leerlingen met een grote achterstand in de Nederlandse taal (conform artikel 165 WPO)
Besteding (jaar T) aan afspraken over voor- en vroegschoolse educatie met bevoegde gezagsorganen van scholen, houders van kindcentra en peuterspeelzalen (conform artikel 167 WPO)
Opgebouwde reserve ultimo (jaar T-1) Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie.
Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle nvt Indicatornummer: D9 / 01 Indicatornummer: D9 / 02 Indicatornummer: D9 / 03 Indicatornummer: D9 / 04 €0 €0 € 21.935 €0 Hieronder per regel één Besteding (jaar T) ten laste Overige bestedingen (jaar T) Toelichting afwijking Eindverantwoording beschikkingsnummer en in van provinciale middelen Ja/Nee de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie
Provinciale beschikking en/of verordening Gemeenten en Gemeenschappelijke Regelingen Aard controle n.v.t. Aard controle R Indicatornummer: E27B / 01 Indicatornummer: E27B / 02 1 26/6.92008007521 Fietspad Oshaarseweg KoekangeEchten 2 46/RO/2009014873 Aanleg fietspad Meppelerweg Zuidwolde 3 26/6.9/2008007521 Reconstructie Dorpsstraat Koekange 4 46/RO2009015098 Fietspad Steenbergerweg 5 46/RO/2009015098 Nieuwe ontsluitingsweg Zuidwolde op de N48 6 46/RO/2009015098 Anserweg in Ruinen 7 46/RO/2009015098 Oosteinde in Ruinerwold 8 45/5.8/2009015860 Aanpassing Postweg tbv Brede School de Wijk
Aard controle R Indicatornummer: E27B / 03
€ 466.956
€ 524.612
Aard controle n.v.t. Indicatornr: E27B / 05 Nee
€ 225
€ 225
Nee
€0
€0
Nee
€0
€0
Ja
€ 39.377
€ 209.925
Nee
€ 16.682
€ 104.397
Ja
€0
€0
Nee
€ 10.147
€ 15.229
Nee
pagina 154
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B/04
JAARSTUKKEN 2012 9 45/5.8/2009015860 Aanpassing Wolddijk Ruinerwold 10 201100364-00268267 Fietspad Ommerweg 11 201100708-00268956 Brede school Zuidwolde 12 201100369-00268269 Hoofdstraat Zuidwolde 13 201100366-0268270 Dorpsstraat De Wijk 14 201100371-00268953 Oshaarseweg 15 201100368-00268305 Meppelerweg Ruinen 16 201101674-00298386 Koekangerveld 17 21/RO/2009005997 en 201201035-00327792 Toegankelijkheid bushaltes 18 VVBD/20100122 Permanente Verkeerseducatie 2011 SZW G1C- Wet sociale Het totaal aantal 1 werkvoorziening geïndiceerde inwoners per (Wsw) Gemeentedeel gemeente dat een 2012 dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en Wet sociale beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld werkvoorziening (Wsw) in artikel 2, eerste lid, of Gemeenten verantartikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december woorden hier alleen het gemeentelijk deel indien (jaar T); er in (jaar T) enkele of alle inwoners werkzaam exclusief deel openbaar zijn bij een Openbaar lichaam lichaam o.g.v. de Wgr.
€ 19.789
€ 171.221
Ja
€0
€ 12.103
Nee
€ 82.812
€ 212.004
Nee
€ 269.500
€ 364.977
Nee
€0
€0
Nee
€0
€0
Ja
€0
€0
Nee
€0
€0
Nee
€ 235.600
€ 53.101
Nee
€ 23.844
€ 21.460
Ja
Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand in (jaar T), uitgedrukt in arbeidsjaren;
exclusief deel openbaar lichaam
Aard controle R Aard controle R Indicatornummer: G1C-1 / Indicatornummer: G1C-1 / 01 02 1,00 1,00
pagina 155
JAARSTUKKEN 2012 SZW G1C- Wet sociale 2 werkvoorziening (Wsw) Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Alle gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T-1). (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa (jaar T-1) regeling G1B + deel gemeente uit (jaar T-1) regeling G1C-1)
SZW
G2
Hieronder per regel één gemeente(code) uit (jaar T1) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Het totaal aantal geïndiceerde inwoners per gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december (T-1);
Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
Het totaal aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen voor geïndiceerde inwoners in (T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
inclusief deel openbaar inclusief deel openbaar lichaam lichaam
Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
inclusief deel openbaar lichaam
inclusief deel openbaar lichaam
Aard controle n.v.t. Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R Indicatornummer: Indicatornummer: G1C-2 / Indicatornummer: G1C-2 / Indicatornummer: G1C-2 / Indicatornummer: G1C-2 / 01 02 G1C-2 / 03 04 05 1 1690 (De Wolden) 166,00 11,33 122,53 6,01 I Gebundelde uitkering Besteding (jaar T) algemene Baten (jaar T) algemene op grond van artikel bijstand bijstand (exclusief Rijk) 69 WWB I.1 WWB: algemene bijstand
Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr. Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 01 Indicatornummer: G2 / 02 € 2.287.549 € 102.936 I. 2 Wet inkomensBesteding (jaar T) IOAW Baten (jaar T) IOAW voorziening oudere en (exclusief Rijk) gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T)
pagina 156
JAARSTUKKEN 2012 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr. Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 03 Indicatornummer: G2 / 04 € 147.640 € 665 I.3 Wet inkomensBesteding (jaar T) IOAZ Baten (jaar T) IOAZ voorziening oudere en (exclusief Rijk) gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 05 € 28.591 Besteding (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 06 €0 Baten (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
I. 5 Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK)
Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 07 Indicatornummer: G2 / 08 € 20.213 € 8.870 Baten (jaar T) WWIK (exclusief Rijk)
Gemeenten verantwoorden hier het totaal
pagina 157
JAARSTUKKEN 2012 (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
SZW
G3
Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 09 €0 Besteding (jaar T) Besteding (jaar T) levensonderhoud gevestigde kapitaalverstrekking zelfstandigen (exclusief Bob) (exclusief Bob)
Baten (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob) (exclusief Rijk)
Baten (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob) (exclusief Rijk)
Besteding (jaar T) aan onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (exclusief Bob)
Besteding (jaar T) Bob
Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) 2004 Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
SZW
G5
Aard controle R Aard controle R Indicatornummer: G3 / 01 Indicatornummer: G3 / 02 € 118.569 € 233.000 Baten (jaar T) Bob (exclusief Besteding (jaar T) aan Rijk) uitvoeringskosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 Aard controle R Aard controle R Indicatornummer: G3 / 07 Indicatornummer: G3 / 08 €0 €0 Wet participatiebudget Besteding (jaar T) Waarvan besteding (WPB) participatiebudget (jaar T) van educatie bij roc's Wet participatiebudget (WPB)
Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R Indicatornummer: Indicatornummer: G3 / Indicatornummer: G3 / Indicatornummer: G3 / 03 04 05 G3 / 06 € 23.789 € 82.095 € 13.312 €0
Baten (jaar T) (niet-Rijk) participatiebudget
Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij
pagina 158
Waarvan baten (jaar T) Besteding (jaar T) van educatie bij roc’s Regelluw Dit onderdeel is van toepassing voor gemeenten die in (jaar T-1) duurzame plaatsingen van inactieven naar werk
JAARSTUKKEN 2012 de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
VWS H10_ Brede doeluitkering 2010 Centra voor Jeugd en Gezin (BDU CJG)_ Hernieuwde uitvraag 2008 tot en met 2011 Tijdelijke regeling CJG Gemeenten
hebben gerealiseerd en verantwoord aan het Rijk.
Aard controle R Aard controle R Indicatornummer: G5 / 01 Indicatornummer: G5 / 02 € 478.319 € 132.100 Het aantal door de Het aantal door gemeente in (jaar T) volwassen inwoners ingekochte trajecten van de gemeente in basisvaardigheden (jaar T) behaalde NT2-certificaten, dat niet meetelt bij de output-verdeelmaatstaven uit de verdeelsleutel van Onze Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel. Aard controle D1 Aard controle D1 Indicatornummer: G5 / 06 Indicatornummer: G5 / 07 101 12 Besteding 2008 aan Besteding 2009 aan jeugdgezondheidszorg, jeugdgezondheidszorg maatschappelijke , maatschappelijke ondersteuning jeugd, ondersteuning jeugd, afstemming jeugd en gezin afstemming jeugd en en het realiseren van centra gezin en het voor jeugd en gezin. realiseren van centra voor jeugd en gezin. Aard controle R Aard controle R Indicatornummer: Indicatornummer: H10_2010 / 01 H10_2010 / 02 € 298.689 € 410.624
Aard controle R Aard controle R Aard controle R Indicatornummer: Indicatornummer: G5 / Indicatornummer: G5 / G5 / 03 04 05 € 47.128 €0 €0
Besteding 2010 aan jeugdgezondheidszor g, maatschappelijke ondersteuning jeugd, afstemming jeugd en gezin en het realiseren van centra voor jeugd en gezin. Aard controle R Indicatornummer: H10_2010 / 03 € 827.483
pagina 159
Besteding 2011 aan jeugdgezondheidszorg, maatschappelijke ondersteuning jeugd, afstemming jeugd en gezin en het realiseren van centra voor jeugd en gezin. Aard controle R Indicatornummer: H10_2010 / 04 € 147.042
Is er ten minste één centrum voor jeugd en gezin in uw gemeente gerealiseerd in de periode 2008 tot en met 2011? Ja/Nee
Aard controle D1 Indicatornummer: H10_2010 / 05 Ja
JAARSTUKKEN 2012
pagina 160
Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering Agendapuntnummer Besluitnummer Portefeuillehouder
: 30 mei 2013 : IX, punt 7 : 799 : Wethouder Henk Lammers
Aan de gemeenteraad Onderwerp: Bruggenbeheersplan fase 1, beschikbaarstelling budget. Samenvatting: In 2006 is het bruggenbeheersplan vastgesteld. Het plan gaat uit van het sober en doelmatig vervangen van bruggen. Inmiddels is de eerste fase van het plan bijna afgerond. De laatste twee bruggen die moeten worden aangepakt zijn de bruggen in de Ommerweg en Munnekenweg. Het budget voor de eerste fase van het beheersplan is in 2006 beschikbaar gesteld. Temporisering in de vervanging heeft vertraging in de uitvoering tot gevolg gehad. In het beschikbaar gestelde budget is geen rekening gehouden met inflatie. Verder zijn er diverse ontwikkelingen rond het ontwerp en er zijn bijkomende kosten aan de orde die niet voorzien zijn in de ramingen van het sober en doelmatig vervangen. Voordat het college de bruggen in de Ommerweg en Munnekenweg gaat aanbesteden verzoekt zij middelen die voor de uitvoering van het beheerplan in 2014 zijn gereserveerd eerder beschikbaar te stellen. Fase van besluitvorming: Besluitvormend. Ontwerpbesluit: - een aanvullend budget van € 177.000 beschikbaar te stellen voor het afronden van de 1e fase ‘vervangen bruggen’ (vervanging bruggen Ommerweg en Munnekenweg); - dit bedrag komt ten laste van de reserve investeringsprojecten 2014; - de 15e begrotingswijziging 2013 vast te stellen. Inleiding en aanleiding: Inleiding: De Wolden heeft 51 bruggen in beheer en eigendom. Door de toenemende intensiteit en de zwaardere voertuigen worden de bruggen meer belast. Constructies verzwakken door veroudering, fysieke en klimatologische invloeden. Uit inspecties blijkt dat bij een aantal bruggen gebreken zijn ontstaan. Door de in 2006 bepaalde beheersmatige aanpak zijn de meeste bruggen inmiddels verbeterd. In de afgelopen jaren is planmatig onderhoud uitgevoerd en zijn diverse bruggen vervangen (Pieperij, Meppelerweg, Havelterweg, Wold Aaweg en De Stuw). Van de 1e fase van het beheerplan resteren nog 2 bruggen: Ommerweg (Linde) en Munnekenweg (Ruinen). Voordat gestart wordt met het vervangen moet het beschikbare budget worden aangevuld.
Pagina 1 van 3
In 2005 is een beheerplan opgesteld voor de gemeentelijke bruggen. Het plan bevat een meerjarenplanning voor het (groot)onderhoud en een vervangingsplan van de bruggen. In 2006 is er door de gemeenteraad een krediet beschikbaar gesteld voor de vervanging van de bruggen (fase 1) uit het beheersplan. Aanleiding: Uit het beheerplan blijkt dat de brug in de Munnekenweg over de Ruiner Aa en de brug in de Ommerweg over de Reest vervangen moet worden. Voor de aanpak (vervanging) van deze laatste twee bruggen uit de 1ste fase bedraagt het tekort € 177.000. Problemen of vraagstukken: Beschrijving probleem: Het in 2005 berekende budget is niet meer voldoende. In 2013 zijn we 8 jaar verder, het budget is 18% (inflatie) minder waard geworden. Door inflatie en herziening van uitgangspunten (o.a. participatie) sluit het oorspronkelijke budget niet meer aan bij de actuele kosten. Gelet op de bijgestelde ramingen is het noodzakelijk dat het in 2006 beschikbaar gestelde krediet wordt aangevuld met € 177.000,--. Dit bedrag kan worden gevonden door een deel van het in de reserve investeringen jaarschijf 2014 eerder (in 2013) beschikbaar te stellen. Via de kadernota 2014 worden de actuele en bijgestelde ramingen van de 2e fase van het beheerplan (vervangingen) in beeld gebracht. De brug in de Ommerweg is de entree naar De Wolden en naar de provincie Drenthe, de brug ligt tevens in de beekdal van de Reest. We willen als De Wolden bij de bezoekers een toeristische en een aantrekkelijke indruk maken. Reden om deze brug te verbeteren. Zonder maatregelen hebben de weggebruikers risico’s, de gemeente kan bij schades aansprakelijk worden gesteld. Beoogd effect: Veilige bruggen. Ontwerpbesluit: toelichting en argumentatie: Toelichting ontwerpbesluit: In de reserve investeringsprojecten 2014 is € 400.000 benoemd voor het vervangen van bruggen. Uit dit bedrag wordt het tekort voor fase 1 vrijgemaakt. Bij de kadernota 2014 worden de verder benodigde middelen voor fase 2 van het bruggenbeheersplan in beeld gebracht. Argumenten ontwerpbesluit: Zonder de gevraagde middelen is het niet mogelijk om de vervanging van beide bruggen uit te voeren. Kanttekeningen: Het verbijzonderen van de brug en de aanleg van een fietsbrug in de Ommerweg vormen geen onderdeel van het beheerplan. Via uitgangspunten bij het ontwerp geven wij de (financiële en ruimtelijke) bandbreedte aan. Gestreefd wordt om de meerkosten van de verbijzondering binnen de herziene beschikbare middelen op te vangen. Alternatief beleid: De brug in de Munnekenweg vervangen en voor de brug in de Ommerweg alleen de voorbereiding opstarten. Het vervangen van de brug in de Ommerweg doorschuiven naar 2014. Het resterende budget voor het vervangen van de bruggen uit de eerste fase is niet voldoende om de voorbereiding en vervanging van de brug in de Ommerweg uit te voeren. De vervanging van de brug in de Munnekenweg past wel binnen het resterende krediet. Financiële effecten: - Voor het vervangen van de bruggen uit fase 1 is het krediet ‘Vervanging bruggen
Pagina 2 van 3
-
-
2006 t/m 2010’ (80428290) beschikbaar gesteld. De meerkosten van de al vervangen bruggen zijn voorlopig opgevangen binnen het krediet ‘Vervangen bruggen 2006 t/m 2010’. Door de hogere kosten op het krediet is er een dekkingstekort ontstaan voor het vervangen van de nog twee resterende bruggen uit fase 1. Binnen de ‘Reserve investeringsprojecten’ is € 400.000 gereserveerd binnen de jaarschijf 2014 voor de vervanging van bruggen uit fase 2. De raad verzoeken een bedrag van € 177.000 uit de ‘Reserve investeringsprojecten’ jaarschijf 2014 beschikbaar te stellen voor de afronding van fase 1 van het bruggenbeheerplan in 2013.
Personele effecten: Geen. Juridische effecten: Geen. Participatie- en communicatieparagraaf: (in te vullen aan de hand van de menukaart) Bij de uitvoering, informerend. Fatale termijnen: n.v.t. Aanpak en uitvoering: Voorbereiding 2013, start uitvoering 2013.
Zuidwolde, 17 mei 2013 Burgemeester en wethouders van De Wolden, secretaris Nanne Kramer
burgemeester Roger de Groot
Pagina 3 van 3
Ontwerp
Nr.
IX / 7
De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 mei 2013;
Besluit: -
-
een aanvullend budget van € 177.000 beschikbaar te stellen voor het afronden van de 1e fase ‘vervangen bruggen’ (vervanging bruggen Ommerweg en Munnekenweg); dit bedrag komt ten laste van de reserve investeringsprojecten 2014; de 15e begrotingswijziging 2013 vast te stellen.
Zuidwolde, 30 mei 2013 De raad voornoemd,
griffier, drs. I.J. Gehrke
voorzitter, R.T. de Groot
Pagina 1 van 1
Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering Agendapuntnummer Besluitnummer Portefeuillehouder
: 30 mei 2013 : IX, punt 8 : 783 : Wethouder Henk Lammers
Aan de gemeenteraad Onderwerp: Beleidsplan Openbare verlichting 2013-2017. Samenvatting: Het huidige beleidsplan Openbare verlichting is in 2006 vastgesteld, in de afgelopen jaren zijn diverse ontwikkelingen binnen de openbare verlichting actueel. Daarom is nieuw plan opgesteld voor de periode 2013 t/m 2017. Dit nieuwe plan geeft een beleidskader voor aanleg, beheer en onderhoud van de openbare verlichting. Door de voornemens in het vorige beleidsplan te monitoren zijn de uitgangspunten opnieuw afgewogen. Geconstateerd is dat deze op onderdelen moeten worden aangepast. De wijzigingen betreffen kaders/normen, energieverbruik, sociale veiligheid, beheer en onderhoud en nieuwbouw. Kaders/normen: - ROVL 2011 (Richtlijn Openbare Verlichting 2011). Een ‘grote’ verandering ten opzichte van het eerdere plan is de nieuwe (ROVL-2011). In de ROVL wordt er eerst een keuze gemaakt tot niet verlichten, wel verlichten of te besluiten tot een alternatieve maatregel (bijv. bermplanken). Voortaan wordt er niet meer standaard vanuit gegaan dat er openbare verlichting wordt geplaatst. - Lichthinder. Het aspect ‘lichthinder’ krijgt meer aandacht bij uitbreiding en vervangen van bestaande verlichtingsinstallaties. De Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSVV) heeft over lichthinder een aantal richtlijnen en normen opgesteld (Algemene richtlijn betreffende lichthinder). Energieverbruik: - Lampen. De huidige installatie is energiezuinig. Sinds 2003 is de efficiency van de openbare verlichting sterk verbeterd. De verlichting beschikt reeds over lampen met een zeer laag verbruik. Nieuwere lamptechnieken leveren daardoor in De Wolden geen grote energie en milieuwinst meer op. Het grootschalig vervangen van de bestaande lampen door LED-lampen kost meer dan het oplevert. - Aanpassen schakeltijden.De openbare verlichting gaat aan en uit op vastgestelde tijdstippen (schakeltijden). De aanpassing houdt in dat de verlichting later aan en eerder uit gaat. Het aanpassen van de schakeltijden komt er in de praktijk op neer dat de verlichting per dag ca. 30-50 minuten minder brand. Hierdoor zal er in De Wolden een energiebesparing gerealiseerd kunnen worden van ca. 39.093–62.550 kWh en ca. 1,1-1,8 ton minder CO2. De aanpassing zal in juni/juli 2013 plaats vinden. - Onderzoek draagvlak minder verlichtingsmasten. In het vorige beleidsplan is juist het omgekeerde gebeurd. Er is door de raad geld beschikbaar gesteld voor het bijplaatsen van lichtmasten. Inmiddels is iedereen bewuster geworden van de kosten(energie) en de duisternis en zijn er in Nederland initiatieven ontwikkeld voor het verminderen van het totaal aantal masten. Het eventueel verminderen van de
Pagina 1 van 4
masten moet natuurlijk gebeuren in overleg met de diverse belangengroepen. Het draagvlak voor het verminderen van het aantal lichtmasten moet worden onderzocht samen met de inwoners en belangenverenigingen voordat er masten verwijderd gaan worden. Sociale veiligheid: - Onderzoek verdeling avond- en nachtbranders. De verlichting in de gemeente bestaat uit avond- en nachtbranders. De avondbranders gaan door de week om 24.00 uur uit en de nachtbranders blijven branden. Er is echter niet goed in beeld hoe de verdeling van deze branders is. Bij een schouw in de kern De Wijk bleek dat er geen regelmatig patroon zit in het wel of niet branden van de verlichting na 24.00 uur. Door geen regelmatige verdeling van het type brander ontstaan er donkeren vlekken in het verlichtingsbeeld in de straten. Dit geeft veel vragen en opmerkingen van de burgers. Het geeft namelijk een onveilig gevoel. Door goed in beeld te krijgen wat avond- en nachtbranders zijn kan er een regelmatig patroon aangebracht worden wat het veiligheidsgevoel zal vergroten. Beheer/onderhoud: - Regulier onderhoud. In de gemeente staan ca. 5190 stuks lichtmasten met daarop een gelijk aantal armaturen (de lampenkap) en lampen. Voor het onderhouden van de verlichting is de Kwaliteitsvisie Openbare ruimte De Wolden van toepassing. Het onderhoudsniveau is vastgesteld op B (matig) voor alle gebieden in de gemeente. Uit de beleidsschouw komt naar voren dat de verlichting voldoet aan het gevraagde niveau. - Lamp vervanging. Om de bedrijfszekerheid op het huidige niveau te houden blijven we per 5 jaar groepsvervanging(remplacering) van de lampen uitvoeren, incidentele uitval van de lampen wordt eens per drie weken hersteld. - Controle op stabiliteit voor oudere masten. Om te voorkomen dat onnodig geld geïnvesteerd wordt in vervanging van oude, maar technisch nog in goede staat verkerende lichtmasten, worden lichtmasten die ouder zijn dan 30 jaar tijdens remplacering geïnspecteerd op stabiliteit en gebreken. Wanneer uit de inspectie blijkt dat masten nog minimaal vijf jaar zonder problemen mee kunnen, en er geen andere redenen zijn om tot vervanging over te gaan, worden de masten niet vervangen. Nieuwbouw: - LED-verlichting toepassen. Bij reconstructies, waarbij meer dan 10 armaturen moeten worden vervangen, en uitbreiding/nieuwbouw locaties Led-lampen toepassen. - Eigen OV-net. Waar mogelijk wordt een eigen OV-net gerealiseerd. Er zijn binnen de gemeentegrenzen al stukjes eigen net. Bij een eigen OV-net kan de gemeente zelf werkzaamheden uitvoeren, lichtmasten aansluiten/afkoppelen, de schakeltijden aanpassen, etc. Er horen ook verplichtingen bij. De gemeente is dan formeel netbeheerder (net als bij de riolering), met alle daaraan verbonden verplichtingen, verantwoordelijkheden en financiële risico’s. De kosten voor de aangegeven wijzigingen passen binnen het beschikbare budget van de openbare verlichting. Fase van besluitvorming: Besluitvormend. Ontwerpbesluit: Het Beleidsplan openbare verlichting 2013-2017 vaststellen. Inleiding en aanleiding: Inleiding: In het Beleidsplan Openbare Verlichting zijn de kaders voor de aanleg en het beheer en
Pagina 2 van 4
onderhoud vastgelegd. De kaders geven duidelijkheid aan de inwoners en richting voor de uitvoering. Het plan past binnen het kader van de Kwaliteitsvisie De Wolden, waarin het algemene beleidskader schoon, heel & veilig is aangegeven. In het plan staat de uitwerking van het beleid, het specifieke kwaliteitssysteem en de richtlijnen voor beheer en onderhoud van de openbare verlichting in de gemeente De Wolden voor de komende vijf jaar. Aanleiding: In de afgelopen jaren zijn diverse ontwikkelingen binnen de openbare verlichting actueel. Met het beleidsplan Openbare verlichting 2013-2017 wordt rekening gehouden met deze ontwikkelingen. Problemen of vraagstukken: Beschrijving probleem: Door ontwikkelingen op technisch en maatschappelijk vlak is het beleidsplan 2006 niet meer actueel. Beoogd effect: Voor de periode 2013-2017 een beleidskader voor de aanleg, het beheer en onderhoud van de openbare verlichting. Het nieuwe kader zorgt voor nog efficiënter en duurzamer beheer en onderhoud van de openbare verlichting. Ontwerpbesluit: toelichting en argumentatie: Toelichting ontwerpbesluit: Beheer & onderhoud Dit beleidsplan beschrijft welke wijzigingen we in de jaren 2013 t/m 2017 in het beheer en onderhoud gaan doorvoeren. Het plan vormt de basis voor het uitwerken van de uitvoeringsplannen voor de komende jaren en verbeterpunten voor een efficiënter beheer en onderhoud van de openbare verlichting met daaraan gekoppeld de beschikbare budgetten. Normen/richtlijnen Een ‘grote’ verandering is dat er een nieuwe richtlijn gehanteerd gaat worden voor het plaatsen van openbare verlichting. Het gaat dan om de Richtlijn Openbare Verlichting 2011 (ROVL-2011). Deze vervangt de inmiddels verouderde richtlijn NPR 13201-1, uit het vorige beleidsplan. In de ROVL wordt er eerst een keuze gemaakt tot verlichten, niet verlichten of te besluiten tot een alternatieve maatregel voordat er begonnen wordt met ontwerpen. Er wordt dus niet standaard vanuit gegaan dat er verlichting geplaatst wordt. We gaan selectiever om met het uitbreiden van de installatie. Maatregelen/beleidsontwikkelingen Het beleidsplan openbare verlichting 2013-2017 komt in hoofdlijnen overeen met het huidige beleidsplan openbare verlichting 2006-2010. Er zijn een aantal nieuwe maatregelen/beleidsontwikkelingen als planvorming opgenomen. Deze zijn onderzoek naar draagvlak voor verwijderen van verlichtingsmasten, onderzoek en zonodig aanpassen van de verdeling avond- en nachtbranders, controle op stabiliteit voor oude masten hoger dan 5,5 m. Argumenten ontwerpbesluit: Actueel beleidskader. Kanttekeningen: Alternatief beleid: Geen verbeteringen in beheer en onderhoud doorvoeren.
Pagina 3 van 4
Financiële effecten: De kosten voor de maatregelen/beleidsontwikkelingen passen binnen de bestaande exploitatie van de openbare verlichting. In 2014 zal er door het aanpassen van de aanen uitschakeltijden van de openbare verlichting( b&w besluit nr. 814, 19 februari 2013) een besparing zijn op de energiekosten. Tevens blijft er jaarlijks van het beschikbare budget voor het beheer en onderhoud van de openbare verlichting een klein bedrag over. Op dit moment wordt een overschot opgenomen in het rekeningsresultaat. We stellen voor de middelen te benutten voor de uitvoering van de in het beleidsplan aangegeven maatregelen. Personele effecten: n.v.t. Juridische effecten: n.v.t. Participatie- en communicatieparagraaf: (in te vullen aan de hand van de menukaart) Burgers en belangengroepen zijn en worden betrokken bij het onderzoek naar draagvlak voor de omvang van het aantal verlichtingsmasten en het onderzoek naar verdeling avond- en nachtbranders. Fatale termijnen: n.v.t. Aanpak en uitvoering: Uitvoering van de maatregelen staan gepland in de periode 2013-2017. Bijlagen (alleen digitaal): - Beleidsplan openbare verlichting 2013-2017.
Zuidwolde, 17 mei 2013 Burgemeester en wethouders van De Wolden, secretaris Nanne Kramer
burgemeester Roger de Groot
Pagina 4 van 4
Ontwerp
Nr.
IX / 8
De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 mei 2013;
Besluit:
Het beleidsplan openbare verlichting 2013-2017 vast te stellen.
Zuidwolde, 30 mei 2013 De raad voornoemd,
griffier, drs. I.J. Gehrke
voorzitter, R.T. de Groot
Pagina 1 van 1
Beleidsplan Openbareverlichting 2013 - 2017
Actief en betrokken
dewolden.nl
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
pagina 2 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
BELEIDSPLAN OPENBARE VERLICHTING VAN DE GEMEENTE DE WOLDEN 2013 - 2017
Gemeente De Wolden Raadhuisstraat 2 7921 GD Zuidwolde Afdeling : Openbare werken Cluster : Beheer openbare ruimte Datum : Mei 2013 Status : concept
pagina 3 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
pagina 4 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING................................ ................................................................ ................................................................................... ................................................... 7 1
2
3
4
Inleiding ................................................................ ....................................................................................... ....................................................... 10 1.1
Aanleiding .............................................................................................. 10
1.2
Doel van het beleidsplan. ...................................................................... 10
1.3
Een stukje lichttechniek ......................................................................... 10
1.4
Leeswijzer .............................................................................................. 11
DOEL EN FUNCTIE OPENBARE VERLICHTING ........................... 11 2.1
Verkeersveiligheid.................................................................................. 11
2.2
Sociale veiligheid ................................................................................... 11
2.3
Leefbaarheid en sfeer ............................................................................ 12
BEHEERAREAAL................................ ................................................................ ............................................................................ ............................................ 13 3.1
Kwantiteit............................................................................................... 13
3.2
Kwaliteit ................................................................................................. 13
Kaders................................ ................................................................ ........................................................................................... ........................................................... 15 4.1
Evaluatie Beleidsplan Openbare verlichting 2006-2010 ........................ 15
4.2
Gemeentelijke raakvlakken ................................................................... 16
4.2.1
5
Proefprojecten Dunningen & Perenhof ............................................ 16
4.3
Juridische kaders ................................................................................... 16
4.4
Landelijke richtlijnen.............................................................................. 17
Beleid OPENBAREVERLICHTING................................ ................................................. ................................................. 17 5.1
Richtlijn ROVL-2011............................................................................... 17
5.2
Tegengaan van lichtvervuiling en lichthinder ........................................ 18
5.3
Energiebesparing ................................................................................... 19
5.3.1
Energiebesparing door toepassing van alternatieven...................... 19
5.3.2
Armaturen ....................................................................................... 20
5.3.3
Lampen............................................................................................ 20
5.3.4
Dimmen van lichtpunten ................................................................. 21
5.3.5
Schakeltijden ................................................................................... 22
5.3.6
Verminderen aantal masten ............................................................ 24
5.4
Beheer en onderhoud ............................................................................ 25
5.4.1
Uitvoering ........................................................................................ 25
5.4.2
Onderhoud ....................................................................................... 25
5.4.3
Beheer ............................................................................................. 26
5.4.4
Standaardisatie................................................................................ 27
pagina 5 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
5.4.5
Areaal uitbreiding ............................................................................ 27
5.4.6
Vervanging en renovatie ................................................................. 27
5.5
Exploitatielasten..................................................................................... 28
5.6
Milieuvriendelijke materialen ................................................................. 28
6
7
Cluster Beheer openbare ruimte
OVERIGE BELEIDSASPECTEN ................................................... ................................................... 29 6.1
Openbaar groen/bomen......................................................................... 29
6.2
Aanlichten van gebouwen ...................................................................... 30
6.3
Tunnelverlichting ................................................................................... 31
6.4
Grondspots............................................................................................. 31
6.5
Bewegwijzering ...................................................................................... 31
6.6
Eigen openbaarverlichtings-net (Ov-net) .............................................. 32
UITVOERINGSPROGRAMMA 2013-2017 .................................... ................................ .... 32 7.1
Algemene beleidsaspecten..................................................................... 32
7.2
Regulier beheer & onderhoud ................................................................ 33
7.3
Verbeteringsmaatregelen....................................................................... 33
8
Middelen ................................................................ .................................................................................... .................................................... 34 8.1
Regulier budget...................................................................................... 34
8.2
Kosten maatregelen............................................................................... 34
8.2.1
9
Opbrengsten maatregelen ............................................................... 35
Conclusie Advies besluit................................ ........................................................... ........................................................... 36 9.1
Conclusie................................................................................................ 36
9.2
Bestuurlijk besluit .................................................................................. 37
Bijlagen ................................................................ .............................................................................................. .............................................................. 38 Bijlage 1 - Een stukje lichttechniek................................ ................................................. ................................................. 39 Bijlage 2 - Gemeentelijke Beleidskaders ........................................ ........................................ 43 Bijlage 3 - Hoofdlijnen uitkomsten enquête................................ ................................... ................................... 45 Bijlage 4 - Wettelijke aansprakelijkheid................................ ......................................... ......................................... 49 Bijlage 5 - Richtlijnen en normen .................................................... .................................................... 54 Bijlage 6 – Uitvoering in eigen beheer................................ ............................................ ............................................ 56 Bijlage 7 - Beleidsaspecten openbare verlichting.......................... .......................... 57
pagina 6 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
SAMENVATTING Het huidige beleidsplan Openbare verlichting is in 2006 vastgesteld, in de afgelopen jaren zijn diverse ontwikkelingen binnen de openbare verlichting actueel geworden. Dit nieuwe plan Openbare verlichting 2013 – 2017 geeft voor de gemeente De Wolden voor de komende vijf jaar een beleidskader voor de aanleg, het beheer en het onderhoud van de openbare verlichting. Dit plan is de opvolger van het beleidsplan Openbare verlichting 2006-2010 De algemene doelstelling van het plan is een beschrijving van de beleidsvoornemens en bijbehorende maatregelen voor het plaatsen, beheren en onderhouden van de openbare verlichting. Het plan geeft ook inzicht in de financiële gevolgen van de voorgenomen maatregelen. De beleidsvoornemens en maatregelen staan in hoofdlijnen in dit plan. Voor verdere uitwerking hiervan moet er een uitvoeringsplan opgesteld worden. Door de voornemens uit het vorige beleidsplan te monitoren zijn de uitgangspunten opnieuw afgewogen. Geconstateerd is dat deze op onderdelen moeten worden aangepast. De wijzigingen betreffen kaders/normen, energieverbruik, sociale veiligheid, beheer en onderhoud en nieuwbouw. Kaders/normen. - Richtlijn Openbare Verlichting 2011 (ROVL 2011). Een ‘grote’ verandering ten opzichte van het eerdere plan is de nieuwe ROVL. In de ROVL wordt er eerst een keuze gemaakt tot niet verlichten, wel verlichten of te besluiten tot een alternatieve maatregel (bv bermplanken). Voortaan wordt er niet meer standaard vanuit gegaan dat er openbare verlichting wordt geplaatst. - Lichthinder en lichtvervuiling. Het aspect ‘lichthinder’ krijgt meer aandacht bij uitbreiding en vervangen van bestaande verlichtingsinstallaties. De Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSVV) heeft over lichthinder een aantal richtlijnen en normen opgesteld (Algemene richtlijn betreffende lichthinder). Energieverbruik - Lampen. De huidige installatie is energiezuinig. Sinds 2003 is de efficiency van de openbare verlichting sterk verbeterd. De verlichting beschikt reeds over lampen met een zeer laag verbruik. Nieuwere lamptechnieken leveren daardoor in De Wolden geen grote energie en milieuwinst meer op. Het grootschalig vervangen van de bestaande lampen door LED-lampen kost meer dan het oplevert. - Aanpassen schakeltijden. De openbare verlichting gaat aan en uit op vastgestelde tijdstippen (schakeltijden). Dit wordt gedaan vanuit de netwerkbeheerder (Enexis) voor meerdere gemeenten. Door nieuwe inzichten is er opnieuw gekeken naar de
pagina 7 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
-
Cluster Beheer openbare ruimte
schakeltijden.De aanpassing houdt in dat de verlichting later aan en eerder uit gaat. Het aanpassen van de schakeltijden komt er in de praktijk op neer dat de verlichting per dag ca. 30-50 minuten minder brand. Door dit nieuwe schakelregiem zal er in De Wolden een energiebesparing gerealiseerd kunnen worden van ca. 39.093–62.550 kWh. Doordat de lampen minder branden wordt er niet alleen bespaart op het stroomverbruik maar ook op CO2. Dit komt neer op ca. 1,1-1,8 ton. De aanpassing zal in juni/juli 2013 plaats vinden. Onderzoek draagvlak minder verlichtingsmasten. In het vorige beleidsplan is juist het omgekeerde gebeurd. Er is door de raad geld beschikbaar gesteld voor het bijplaatsen van lichtmasten. Inmiddels is iedereen bewuster geworden van de kosten(energie) en de duisternis en zijn er in Nederland (RWS, provincies en gemeenten) initiatieven ontwikkeld voor het verminderen van het totaal aantal masten. Uit het onderzoek in de wijken Dunningen en Perenhof (zie paragraaf 4.2.1) komt naar voren dat het volgens deze burgers allemaal wel wat minder kan. Ook in het Milieuambitieplan De Wolden 2010-2015 is de licht-duister-discussie een van de belangrijke speerpunten. Het eventueel verminderen van de masten moet natuurlijk gebeuren in overleg met de diverse belangengroepen. Het draagvlak voor het verminderen van het aantal lichtmasten moet worden onderzocht samen met de inwoners en belangenverenigingen voordat er masten verwijdert gaan worden.
Sociale veiligheid - Onderzoek verdeling avond- en nachtbranders. De verlichting in de gemeente bestaat uit avond- en nachtbranders. De avondbranders gaan door de week om 24.00 uur uit en de nachtbranders blijven branden. Er is echter niet goed in beeld hoe de verdeling van deze branders is. Bij een schouw in de kern De Wijk bleek dat er geen regelmatig patroon zit in het wel of niet branden van de verlichting na 24.00 uur. Door geen regelmatige verdeling van het type brander ontstaan er donkeren vlekken in het verlichtingsbeeld in de straten. Dit geeft veel vragen en opmerkingen van de burgers. Het geeft namelijk een onveilig gevoel. Door goed in beeld te krijgen wat avond- en nachtbranders zijn kan er een regelmatig patroon aangebracht worden wat het veiligheidsgevoel zal vergroten. Beheer/onderhoud - Regulier onderhoud. In de gemeente staan ca. 5190 stuks lichtmasten met daarop een gelijk aantal armaturen (de lampenkap) en lampen. Voor het onderhouden van de verlichting is de Kwaliteitsvisie Openbare ruimte De Wolden van toepassing. Het onderhoudsniveau is vastgesteld op B (matig) voor alle gebieden in de gemeente. Uit de beleidsschouw komt naar voren dat de verlichting voldoet aan het gevraagde niveau. - Lamp vervanging. Om de bedrijfszekerheid op het huidige niveau te houden blijven we per 5 jaar groepsvervanging(remplacering) van de lampen
pagina 8 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
-
Cluster Beheer openbare ruimte
uitvoeren, incidentele uitval van de lampen wordt eens per drie weken hersteld. Controle op stabiliteit voor oudere masten. Een lichtmast wordt nooit uitsluitend op basis van de theoretische levensduur vervangen. Om te voorkomen dat onnodig geld geïnvesteerd wordt in vervanging van oude, maar technisch nog in goede staat verkerende lichtmasten, worden lichtmasten die ouder zijn dan 30 jaar tijdens remplacering geïnspecteerd op stabiliteit en gebreken. Wanneer uit de inspectie blijkt dat masten nog minimaal vijf jaar zonder problemen mee kunnen, en er geen andere redenen zijn om tot vervanging over te gaan, worden de masten niet vervangen. Na maximaal vijf jaar worden de masten opnieuw geïnspecteerd.
Nieuwbouw - LED-verlichting toepassen. Bij reconstructies, waarbij meer dan 10 armaturen moeten worden vervangen, en uitbreiding/nieuwbouw locaties Led-lampen toepassen. - Eigen OV-net. Waar mogelijk wordt een eigen OV-net gerealiseerd. Er zijn binnen de gemeentegrenzen al stukjes eigen net. Een voorbeeld hiervan zijn de lichtmasten rondom het gemeentehuis en in de Hoofdstraat. In het buitengebied zijn rioolgemalen onderling verbonden met een eigen stroomkabel. Bij een eigen Ov-net kan de gemeente zelf werkzaamheden uitvoeren, lichtmasten aansluiten/afkoppelen, de schakeltijden aanpassen, etc. Er horen ook verplichtingen bij. De gemeente is dan formeel netbeheerder (net als bij de riolering), met alle daaraan verbonden verplichtingen, verantwoordelijkheden en financiële risico’s. Financiën Voor de extra maatregelen is voor de komende vijf jaar een bedrag geraamd van € 85.000. De verdeling van de kosten over de maatregelen staan vermeld in hoofdstuk 8. We kunnen de kosten voor de aangegeven wijzigingen dekken uit het beschikbare budget van de openbare verlichting. Dit is mogelijk omdat er budget vrij komt door het aanpassen van de schakeltijden en door slimme combinaties te maken van maatregelen met regulier onderhoud.
pagina 9 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
1
Cluster Beheer openbare ruimte
INLEIDING Dit beleidsplan heeft betrekking op het beheren en onderhouden van de openbare verlichting. Het is opgesteld binnen het kader van de Kwaliteitsvisie De Wolden, waarin het algemene beleidskader schoon, heel & veilig is aangegeven. In het plan staat de uitwerking van het beleid, het specifieke kwaliteitssysteem en de richtlijnen voor beheer en uitvoering.
1.1 Aanleiding Het beleidsplan Openbare verlichting 2013 – 2017 is de opvolger van het beleidsplan Openbare verlichting 2006-2010. Het plan is een beleidsbepalend stuk dat de leidraad is voor het onderhoud, aanleg en beheer van de openbare verlichting in de gemeente De Wolden voor de komende vijf jaar. Dit beleidsplan dient verder als basis voor de meerjaren uitvoeringsplannen en jaarlijkse werkplannen, de budgetkeuzes en de uitvoering van het beheer. De uitvoeringsplannen geven invulling aan het effectief en efficiënt inzetten van arbeid en productiemiddelen en het aansturen van het werk van derden.
1.2 Doel van het beleidsplan. Het beleidsplan beschrijft de beleidsvoornemens en (bijbehorende) maatregelen voor het plaatsen, beheren en onderhouden van de openbare verlichting in de gemeente De Wolden voor de periode 2013 tot en met 2017. Het plan geeft ook inzicht in de financiële en organisatorische gevolgen van de voorgenomen maatregelen. Het beleidsplan geeft invulling aan het specifieke beleid, het kwaliteitssysteem en de kwaliteitsniveaus voor het betreffende product en geldt in principe voor een periode van vijf jaar. Gegevens met betrekking tot areaal en kosten worden jaarlijks geactualiseerd.
1.3 Een stukje lichttechniek De openbare verlichting bestaat uit een bovengronds- en ondergronds deel. Het ondergrondse deel is van de netbeheerder. Het bovengrondse deel is van de gemeente. Dit deel bestaat uit een mast met een armatuur. In het armatuur zit weer een lamp en een schakelapparaat. Er zijn meerdere mogelijkheden voor masten, armaturen, lampen, kleur licht etc. Verder zijn er meerdere ontwikkelingen aan de orde binnen de openbare verlichting. Ontwikkelingen zijn bijvoorbeeld groenlicht, dimmen, LED, energielabel etc.. De ontwikkelingen zijn uitgewerkt in bijlage 1.
pagina 10 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
1.4 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt het doel en de functie van de openbare verlichting beschreven. Hoofdstuk 3 geeft een overzicht van het areaal en de kwaliteit. Hoofdstuk 4 omschrijft de beleids- en juridische kaders. Hoofdstuk 5 en 6 geven de uitgangspunten aan hoe beleid en het beheer en onderhoud van de openbare verlichting binnen de gemeente uitgevoerd wordt. Per paragraaf wordt een overzicht gegeven van de acties die voortkomen uit de gehanteerde uitgangspunten en werkwijzen. In hoofdstuk 7 wordt ingegaan op de kosten om het doel te realiseren.
2
DOEL EN FUNCTIE OPENBARE VERLICHTING Openbare verlichting heeft tot doel om het openbare leven bij duisternis, in bijzonder de weggebruikers, zo goed mogelijk te laten functioneren. Hoewel het (verlichting)niveau van de openbare verlichting het daglichtniveau niet bereikt, moet deze in eerste instantie bijdragen aan een verkeersveilige situatie gedurende de (circa 4100 uur per jaar) duistere uren. Een acceptabele kwaliteit van de openbare verlichting is dan ook van groot belang. De functie hiervan laat zich onderverdelen in verkeersveiligheid, sociale veiligheid en in mindere mate esthetica. Het doel van de openbare verlichting kan als volgt worden samengevat: - Het bevorderen van de verkeersveiligheid en de verkeersafwikkeling. - Het bevorderen van de openbare veiligheid (de sociale en persoonlijke veiligheid).
2.1 Verkeersveiligheid Onder verkeersveiligheid wordt een veilige en vlotte afwikkeling van het verkeer verstaan. Bij toepassing van de verlichting moet de weg zodanig worden verlicht dat de situatie in de rijrichting door de weggebruiker te overzien is. Hierbij moeten de verkeersdeelnemers het verloop van de weg, de aanwezigheid van zijwegen en zich mogelijk op de weg bevindende weggebruikers en obstakels kunnen waarnemen. Vooral bij specifieke wegsituaties zoals kruispunten, drempels, wegversmallingen en onverwachte veranderingen in het wegprofiel is dit van groot belang.
2.2 Sociale veiligheid Sociale veiligheid heeft te maken met alle (semi-) openbare ruimten waar mensen verblijven. In een sociaal veilige omgeving kan men zich bewegen zonder direct gevoel voor dreiging of gevaar voor confrontatie met geweld. Er zijn een tweetal aspecten te onderscheiden binnen het begrip sociale veiligheid: de objectieve onveiligheid (de criminaliteit die werkelijk plaatsvindt) en de
pagina 11 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
subjectieve onveiligheid (de gevoelens van angst en onveiligheid, die bij de bevolking leven). Persoonlijke veiligheid wil zeggen dat inwoners, gebruikers en passanten kunnen zien waar zij lopen zonder te vallen over obstakels. Bezoekers zullen het op prijs stellen wanneer straatnaamborden goed zichtbaar en leesbaar zijn zodat zij snel en veilig hun adres of doel kunnen bereiken. Verlichting en sociale veiligheid staan in nauwe relatie tot elkaar. Bij duisternis is eerder sprake van vandalisme, openlijke bedreiging, geweld e.d. dan op klaarlichte dag. Bij goede openbare verlichting kan men tegemoetkomende personen op een redelijke afstand (4 à 5 meter) herkennen; voldoende kleurherkenning is hierbij onontbeerlijk.
2.3 Leefbaarheid en sfeer Leefbaarheid heeft betrekking op het bevorderen van de herkenbaarheid of het benadrukken van het bijzondere karakter of de gewenste sfeer van de openbare ruimte. Openbare verlichting speelt een belangrijke rol bij het tot zijn recht komen van die ruimte. In sociaal-maatschappelijk opzicht is het gemeentebestuur ervan overtuigd dat leefbaarheid een zaak is voor alle betrokkenen. Bedrijven, gemeente en inwoners maken de kernen leefbaar. In dit opzicht wordt tweerichtingsverkeer bevorderd. De burger zorgt zelf voor aanvullende verlichting in zijn privé woonomgeving. Het bijzondere karakter van een plek kan met behulp van de openbare verlichting tot uitdrukking worden gebracht. De plaatsing van eigentijds vormgegeven lichtmasten op een (centrum) plein kan de juiste sfeer oproepen. Bij de realisatie van verlichting met een meer decoratieve functie zal de ter plaatse vereiste functionele verlichtingskwaliteit en het jaarlijks terugkerende onderhoud het uitgangspunt moeten blijven. Voor de gemeente De Wolden zijn de verkeersveiligheid en sociale veiligheid maatgevend. Bij toepassing van decoratieve verlichting is esthetica belangrijk, maar dit mag niet ten koste gaan van de functionaliteit. Ook de keuze van de lichtsoort speelt een belangrijke rol bij de sfeerbeleving. In het algemeen wordt bijvoorbeeld warmwit licht als aangenamer ervaren dan koelwit licht, en groen licht creëert een sfeer van ‘maanlicht’, wat met name in buitengebieden toepasselijk kan zijn. Ook de mate van kleurherkenning van een lichtsoort speelt een rol bij de sfeerbeleving.
pagina 12 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
3
Cluster Beheer openbare ruimte
BEHEERAREAAL Voor het onderhouden van de openbare verlichting is het noodzakelijk te weten wat in eigendom, beheer en onderhoud is van de gemeente. Dit wordt vastgelegd in een (actueel) bestand met een overzicht van het te onderhouden areaal. Hierdoor is snel en doeltreffend informatie beschikbaar.
3.1 Kwantiteit De openbare verlichtingsinstallatie van gemeente De Wolden bestaat uit ca. 5.129 lichtmasten, waarvan tweederde binnen de bebouwde kom en eenderde buiten de bebouwde kom. Omdat nauwelijks masten met dubbele uithouder worden toegepast, komt het aantal armaturen vrijwel overeen met het aantal masten. Het betreft een brede mix van verschillende fabrikanten en uitvoeringen( ca. 54 soorten).
Het toe te passen lamptype is afhankelijk van het aanwezige armatuurtype; armatuurtype en lamptype zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Binnen gemeente De Wolden komen PL-lampen met 76% veruit het meeste voor. Overige voorkomende lamptypen zijn SOX (15%), SON (3%) en led (2%). De lamptypen TL, CDM en QL komen op zeer beperkte schaal voor (ieder minder dan 1%). Bij 4% van de lichtmasten is het lamp- of armatuurtype niet bekend.
3.2 Kwaliteit De kwaliteitseisen voor het onderhouden van de openbare ruimte zijn vastgelegd in de Kwaliteitsvisie openbare ruimte de Wolden. De openbare verlichting is een onderdeel van het wegmeubilair. Deze visie beschrijft de verzorgingsgraad (schoon, heel en veilig) op verschillende kwaliteitsniveaus (A=hoog, B=basis, C=laag). Afhankelijk van het gebied (centrum, woonwijk, industriegebied etc) is er een kwaliteitsniveau bepaald. Voor de beelden en normen bij de afgesproken kwaliteitsniveaus wordt gebruik gemaakt van de Kwaliteitscatalogus openbare ruimte 2010 van de stichting CROW. Onderstaand een voorbeeld van kwaliteitseisen voor de openbare verlichting uit de Kwaliteitscatalogus openbare ruimte 2010 van de stichting CROW. De codes A, B, C komen overeen met het hoog, basis en laag.
pagina 13 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
Groen Meubilair Verharding Kunstwerken Reiniging
B B B B B
B B B B A
B B B B A
C B B B A
B B B B A
A B B B B
Hoofdstructuur
Sport- en recreatie
Begraafplaatsen
Bedrijvent er-rein
Buitengebied
Woongebied
Dorpscentrum
In april 2012 zijn met de raad kwaliteitsafspraken gemaakt. De gemeente streeft naar een openbare ruimte met een kwaliteitsniveau basis, zie onderstaande tabel.
B B B B A
Uit de schouwresultaten van afgelopen jaren, zie onderstaande tabel, is te zien dat de verzorging en het onderhoud aan de openbare verlichting ruim voldoet aan de afgesproken kwaliteit. Alleen in jaar 2010 was er een percentage wat slecht(C) en zeer slecht(D) was. In 2011 is te zien dit inmiddels grotendeels is weggewerkt. In het algemeen is het onderhoudsniveau beter dan gevraagd.
pagina 14 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
4
Cluster Beheer openbare ruimte
KADERS Openbare verlichting heeft raakvlakken met diverse andere gemeentelijke beleidsterreinen: milieu, energie, verkeer, leefbaarheid en veiligheid. Voordat het beleid voor openbare verlichting wordt geformuleerd, wordt daarom eerst gekeken naar de kaders die voortvloeien uit bestaand beleid op diverse terreinen. Naast de gemeentelijke beleidskaders zijn er nog wettelijke en landelijke richtlijnen.
4.1 Evaluatie Beleidsplan Openbare verlichting 2006-2010 In het beleidsplan Openbare Verlichting 2006-2010 zijn een aantal doelstellingen en prioriteiten vastgesteld. Deze doelstellingen komen uit het beleidsplan Openbare verlichting 2002-2006. Door het niet beschikbaar stellen van kredieten zijn deze doelstelling toen niet gerealiseerd. In de afgelopen periode zijn deze doelstellingen en prioriteiten wel gerealiseerd. Bij de doelstelling C2 is één item nog niet gedaan en dat is de Leeuwveensweg. Een overzicht van de doelstellingen wordt in onderstaande tabel weergegeven.
Doelstelling/prioriteiten Omschrijving A: verlichtingsniveau binnen Vervangen van energie bebouwde kom conform onzuinige armaturen (SOXNSVV-richtlijnen en TL-armaturen) door energie efficiëntere. Een doelstelling uit het beleidsplan 2002-2006. Door bezuinigingen is het toen niet gerealiseerd.. C1: rendementsverbetering Vervangen van verouderde buiten bebouwde kom TL-armaturen buiten de bebouwde kom door energie efficiëntere armaturen. Een doelstelling uit het beleidsplan 2002-2006. Door bezuinigingen is het toen niet gerealiseerd. C2: verdichte oriëntatiever- Langs erftoegangswegen lichting buiten bebouwde kom buiten de bebouwde kom verdichte oriëntatieverlichting toepassen. Een doelstelling uit het beleidsplan 20022006. Door bezuinigingen is het toen niet gerealiseerd.
Uitgevoerd Ja
Ja
Deels, de Leeuwveenseweg is nog niet gedaan.
pagina 15 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
D: oriëntatieverlichting bij Wegen met een erffunctie verkeersonveilige situaties buiten de bebouwde kom moeten voorzien worden van oriëntatieverlichting. E: Oplossen Er zijn in 2006 door burgers knelpunten/wensen en belangenverenigingen belangenverenigingen knelpunten aangedragen m.b.t. de openbare verlichting. Hiervan is een lijst opgesteld met verbeterpunten.
Ja, lokaal zijn er knelpunten opgelost.
Ja
4.2 Gemeentelijke raakvlakken Openbare verlichting raakt andere gemeentelijke beleidsterreinen. Deze zijn onder andere; Politieke Termijn Agenda 2010-2014, Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan 2010-2019, Milieuambitieplan De Wolden 2010-2015, Programmabegroting 2012, Kwaliteitsvisie De Wolden, Vrienden van de nacht. De kaders worden toegelicht in bijlage 2.
4.2.1 Proefprojecten Dunningen & Perenhof In de afgelopen jaren zijn in de wijken Dunningen en Perenhof proefprojecten uitgevoerd met een verlaagd verlichtingsniveau (beide wijken) en led-verlichting (alleen Dunningen). Begin 2012 hebben de bewoners via een enquête hun mening gegeven over de openbare verlichting in hun wijk. In bijlage 3 zijn op hoofdlijnen de belangrijkste uitkomsten weergegeven, en vervolgens zijn deze uitkomsten per onderdeel nader onderbouwd met cijfers. Uit de proefprojecten kunnen de volgende conclusies getrokken worden. Bewoners zijn zeer tevreden over led-verlichting en adviseren de gemeente om dit op veel bredere schaal toe te passen in de openbare verlichting. Een lager verlichtingsniveau wordt in het algemeen wel gewaardeerd, maar er zijn kritische kanttekeningen ten aanzien van de verkeersveiligheid. Een ruime meerderheid adviseert de gemeente desondanks om in het verlichtingsbeleid uit te gaan van een lager verlichtingsniveau. Het belang dat burgers hechten aan het terugdringen van energieverbruik en lichthinder lijkt hierbij een rol te spelen. Wel wordt aangegeven dat minder verlichting niet voor iedere locatie geschikt is; het is een kwestie van maatwerk.
4.3 Juridische kaders De beheerder van een gebied dat is aangeduid als openbare ruimte, kan wettelijk aansprakelijk zijn voor de schade als gevolgen van gebreken: Aan het gebied: het gebied voldoet niet aan de eisen die men er onder gegeven omstandigheden aan mag stellen.
pagina 16 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
Op het gebied: voorwerpen of substanties zijn aanwezig die niet in het gebied thuishoren en die leiden tot gevaarlijke situaties. De gemeente heeft als wegbeheerder te maken met de Wegenwet en het Burgerlijk Wetboek (nr. 6). De Wegenwet regelt de openbaarheid en onderhoud aan wegen en in het Burgerlijk Wetboek is de aansprakelijkheid (onrechtmatige daad) geregeld. Voor uitgebreidere informatie zie bijlage 4.
4.4 Landelijke richtlijnen Naast de gemeentelijke- en juridische kaders zijn er nog normen en richtlijnen die betrekking hebben op de openbare verlichting kader. Deze zijn o.a. Politiekeurmerk Veilig Wonen, Richtlijn Openbare Verlichting 2011, CEkeurmerken, NEN-normen. Voor uitgebreidere informatie zie bijlage 5. Betekenis van de normen en aanbevelingen Normen en richtlijnen kunnen door de gemeente in de privaatrechtelijke sfeer worden voorgeschreven (bijvoorbeeld in een bestek of contract tussen de gemeente en een leverancier, aannemer en/of energiebedrijf). De openbare verlichtingsinstallatie moet zodanig worden onderhouden dat deze aan de gestelde normen blijft voldoen.
5
BELEID OPENBAREVERLICHTING
5.1 Richtlijn ROVL-2011 Bij het plaatsen van verlichting wordt de Richtlijn Openbare Verlichting 2011 (ROVL-2011) gehanteerd. De waarde van het donker en minder energieverbruik door de openbare verlichting wordt steeds belangrijker. In de richtlijnen zijn o.a. deze ontwikkelingen verwerkt. Het maken van de keuze tot verlichten, niet verlichten of te besluiten tot een alternatieve maatregel is een onderdeel in deze richtlijn. Er wordt dus niet standaard vanuit gegaan dat er verlichting geplaatst wordt. • • •
De ROVL-2011 gebruiken bij de beslissing of er wel/niet openbare verlichting geplaatst wordt. De verlichtingsniveau uit de ROVL-2011als maximaal niveau hanteren. Voor het verlichten van de openbare ruimte streven naar een gemiddeld verlichtingsniveau van 70 % van de richtlijnen ROVL-2011 tijdens de avonduren (inschakel moment tot middennacht).
pagina 17 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
•
•
Cluster Beheer openbare ruimte
Als minimum wordt 0% van het verlichtingsniveau van de richtlijnen ROVL-2011, dus geen verlichting of volledig dimmen (uitzetten in nachtelijke uren), gehanteerd. De bestaande verlichting niet ‘actief’ aanpassen op nieuwe richtlijnen. Dit gebeurt pas als er een ‘natuurlijk’ moment staat te gebeuren (bv. herinrichting van een gebied, in combinatie met groot onderhoud, vervanging vanuit ouderdom).
5.2 Tegengaan van lichtvervuiling en lichthinder Er is sprake van lichtvervuiling als het licht buiten het gebeid valt, dan waar de verlichting voor bedoeld was. Bijvoorbeeld het licht dat door een armatuur naar boven uitgestraald wordt. Met name in natuurgebieden kan dit een nadelige invloed hebben op de flora en fauna. Van lichthinder is sprake als verlichting door omwonenden of weggebruikers als hinderlijk wordt ervaren. Het kan hierbij bijvoorbeeld gaan om verblinding van weggebruikers of om licht als verstorende factor in huis, tuin of sterrenkunde. We willen de natuurwaarden van De Wolden beschermen tegen lichtvervuiling door openbare verlichting in het buitengebied tot een minimum te beperken. In het landelijke gebied heeft openbare verlichting voornamelijk een functie voor het verkeer. Vaak wordt verlichting geplaatst om een bocht goed zichtbaar te maken of om de weggebruikers te attenderen op een zijweg, een fietsoversteekplaats, etc. Juist in deze situaties zijn vaak alternatieven mogelijk in de vorm van bijvoorbeeld led-markering in het wegdek (zoals op de foto hiernaast) of led-paaltjes. Dergelijke alternatieven verspreiden zeer weinig licht, en leveren daarom geen lichtvervuiling op. Het aspect ‘lichthinder’ verdient bijzondere aandacht bij uitbreiding en vervangen van bestaande verlichtingsinstallaties. Bestaande, dan wel nieuwe, lichthinder situaties moeten opgelost, dan wel voorkomen worden, bijvoorbeeld door goede plaatsing van lichtmasten (niet pal voor een slaapkamerraam) en door toepassing van gerichte armaturen of afscherming van een deel van het armatuur. De NSVV (Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde) heeft over lichthinder een aantal richtlijnen en normen opgesteld. Deze zijn; - NSVV Algemene richtlijn betreffende lichthinder – Deel 1 Grenswaarden voor sportveldverlichting. - NSVV Algemene richtlijn betreffende lichthinder – Deel 2 Terreinverlichting. - NSVV Algemene richtlijn betreffende lichthinder – Deel 3 Aanstraling van gebouwen en objecten buiten. - NSVV Algemene richtlijn betreffende lichthinder – Deel 4 Reclameverlichting. - NSVV Algemene richtlijn betreffende lichthinder – Deel 5 Openbare verlichting.
pagina 18 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
-
Cluster Beheer openbare ruimte
Europese norm voor buitenverlichting NEN-EN 12464-2. • •
Richtlijnen van de NSVV tegen lichtvervuiling en lichthinder hanteren. In situaties waarin openbare verlichting buiten de bebouwde kom toch wenselijk is, wordt habitatvriendelijke verlichting toegepast
5.3 Energiebesparing De openbare verlichting verbruikt circa 780.000 kWh per jaar (gemiddelde over de periode 2005-2011). Openbare verlichting neemt daarmee een substantieel deel van het totale gemeentelijke energieverbruik voor haar rekening. In paragraaf 5.1 wordt al aangegeven dat het uitgangspunt wordt om in nieuwe situaties geen verlichting te plaatsen tenzij. Hiervoor wordt dan gebruik gemaakt van de ROVL-2012. Naast het dimmen van verlichting zijn er nog een aantal uitgangspunten die energiebesparing kunnen opleveren. De verwachting is dat de energie besparende maatregelen niet veel op zullen leveren. Dit komt door de redelijk energiezuinige openbare verlichtingsinstallatie in de gemeente. Het enige concrete op dit moment met betrekking tot energie besparing is het later aanen uitschakelen van de verlichting, zie paragraaf 5.3.5. Om verder nog wat energiebesparing(ca 15%) te halen moet er flink geïnvesteerd (ca. € 600.000) worden in de installatie. De terugverdientijd hiervan komt uit op 41 jaar. Dit is niet efficiënt en daarom niet raadzaam om dit uit te voeren. •
Stroomverbruik, kosten € 114.918,=.
5.3.1 Energiebesparing door toepassing van alternatieven Wanneer er sprake is van een situatie waarin vanuit verkeersveiligheidsoogpunt nieuwe verlichting gewenst is, dan kijken we eerst kritisch of er alternatieven mogelijk zijn. Is de functie het verlichten van objecten, dan kan reflectie of ledverlichting op het betreffende object een optie zijn. Voor het geleiden van verkeer door een bocht kan led-markering in de kantlijn van het wegdek – zogeheten actieve markering – vaak een goed alternatief zijn. Zijwegen kunnen bijvoorbeeld gemarkeerd worden met led-paaltjes. Per situatie zal beoordeeld worden of een alternatief mogelijk is. Belangrijke factoren daarbij zijn de snelheid van de weggebruiker, gemengde of uniforme verkeersstromen, sociale veiligheid (mogelijkheid alternatieve route) en overzichtelijkheid van de verkeerssituatie. •
Uitgangspunt hanteren: geen openbare verlichting plaatsen tenzij volgens ROVL-2012.
pagina 19 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
5.3.2 Armaturen Armaturen vormen tezamen met het lampsysteem (lamp en eventuele voorschakelapparatuur) het hart van de openbare verlichting. Het armatuur is samen met de lichtoptiek (spiegel en/of refractie) compleet afgestemd op het in het armatuur ondergebracht lichtsysteem. Dit systeem is onderling zo optimaal mogelijk afgestemd om het licht op de juiste plaats te krijgen. Om lichthinder als gevolg van openbare verlichting te voorkomen wordt er in principe gekozen voor armaturen die aan de bovenzijde geen licht doorlaten. Ook vanuit het oogpunt van een efficiënte en doelmatige verlichting is het van belang te kiezen voor armaturen die het licht zo veel mogelijk in de bedoelde richting sturen en uitgerust zijn met een duurzaam en energiezuinige lampsoort. •
Bij nieuwe armaturen efficiënte (functionele) armaturen gebruiken.
5.3.3 Lampen Uitfasering van lampen Volgens de Europese wetgeving mogen een aantal energieverspillende lampen niet meer door lichtproducenten verkocht worden. Een bekend voorbeeld van het verdwijnen van lampen voor de particuliere sector is het verdwijnen van de gloeilamp. Binnen de openbare verlichting verdwijnen er sommige gasontladingslampen. Voor de gemeente houdt dit in dat sommige SOX en SONT lampen verdwijnen. De producenten van de lampen reageren hierop door voor dit soort lampen zuinigere varianten te maken. Als er dus een lamp niet meer geleverd wordt gaan we over op een energie zuinige variant. Als dit niet mogelijk is wordt er bekeken wat de beste oplossing is voor een bepaalde situatie( bv. verwijderen verlichting, led). Led Een sterke ontwikkeling is de opkomst van de ledverlichting. Het gebruik van led als lichtbron in de openbare verlichting heeft voordelen: 1. Verlenging van levensduur tot 20 jaar volgens opgave fabrikanten, waardoor er geen vervanging van de lamp meer nodig is. 2. Het licht van de kleine led-lampjes in een armatuur is beter richting de straat te richten, waardoor minder strooilicht ontstaat. Hiermee is een energiebesparing ten opzichte van traditionele lichtbronnen voor openbare verlichting mogelijk. Bij toepassing in straten waarbij strooilicht niet gewenst is, kan een energiebesparing van maximaal 10% haalbaar zijn. Nadelen zijn er momenteel ook:
pagina 20 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
1.
2.
3.
4.
• •
Cluster Beheer openbare ruimte
De hoeveelheid licht per vermogenseenheid is nog niet zo hoog als traditionele verlichting. De efficiëntie is al redelijk vergelijkbaar met fluorescentielampen, maar voldoet nog niet ten opzichte van gasontladingslampen met lampvermogens vanaf 55 watt. Alleen door de betere richtbaarheid kan een energiebesparing gehaald worden ten opzichte van fluorescentielampen tot 55 watt. Verbetering van de efficiëntie tot het moment dat ook geconcurreerd kan worden met natrium lampen of metaalhalogeenlampen, komt snel dichterbij, maar zal nog enige tijd duren. Het licht op de rijbaan en voetpad richten heeft als nadeel dat het licht achter de lichtmast sterk beperkt wordt. Dit geeft een onveilig gevoel en het is mogelijk dat burgers zelf weer lampen bij de voordeur op gaan hangen. De armaturen maken gebruik van elektronica(drivers) om de led’s aan te sturen. Deze “drivers” zullen naar verwachting maximaal 12 tot 15 jaar meegaan. Omdat deze componenten vaak standaard niet uitwisselbaar zijn moet de hele armatuur vervangen worden. Een traditionele armatuur gaat ongeveer 25 jaar mee. In deze periode wordt 4 keer een lamp vervangen en 1 keer het elektronische voorschakelapparaat (EVSA). De led-armaturen zijn op dit moment ook nog erg duur. Als op basis van de beschreven uitgangspunten een TCO-berekening (Total Cost of Ownership) gemaakt wordt, zal een led-armatuur tot 30% duurder zijn dan conventionele armatuur. De ontwikkelingen gaan echter zo snel dat de verwachting is dat de komende jaren de kosten zullen dalen en de lichtkwaliteit zal verbeteren. Tegenwoordig gebruiken gemeenten in woonstraten standaard de zogenaamde compactfluorescentieverlichting (PLL). Deze compacte lampen zijn in de warmere tinten zuiniger dan de led-lampen en in de koele tinten net zo efficiënt. Door de grootte van de lamp wordt het licht wat verder verspreid, wat het beeldindruk in straten met wat bredere profielen ten goede komt. Deze lampen (PLL) krijgen een steeds langere levensduur(4 tot 10 jaar), de gemiddelde levensduur bedraagt ongeveer 4 jaar. Daarbij komt dat de lampen veel goedkoper zijn dan led-toepassingen. Bij uitfasering van lampen overgaan op de energiezuinige variant. Bestaande armaturen niet grootschalig gaan vervangen door ledarmaturen. Hiermee wachten tot einde levensduur (natuurlijk moment) van de bestaande armaturen.
5.3.4 Dimmen van lichtpunten Het principe avond- en nachtbranders was in het verleden het meest gangbare, technisch haalbare en relatief een goedkope manier van energie besparen. Nadeel van deze toepassing is dat de gelijkmatigheid van het licht slecht wordt en er donkere vlekken ontstaan wat als minder prettig of onveilig wordt ervaren. Een systeem als avond- nachtschakeling is met de komst van de ROVL 2011 en het PKVW achterhaald. In deze normen is uitschakeling om en om van de lichtmasten gedurende de nacht niet toegestaan, omdat met name de gelijkmatigheid van de verlichting drastisch wordt verminderd.
pagina 21 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
Met de moderne armaturen is het wel mogelijk om gedurende de nachtelijke- en avonduren de lichtpunten te dimmen. De gelijkmatigheid wordt hierbij niet aangetast, maar het verlichtingsniveau kan dan tot 50% worden gereduceerd. Dit vergt echter wel investering per lichtpunt, maar bespaart gedurende het dimmen ook weer energie. Om te weten of dimmen van lichtpunten voor de gemeente interessant is moeten we onderscheid maken in een tweetal situaties: 1. Dimmen in verblijfgebieden binnen de bebouwde kom. Voor de lichtpunten (lampen van 24 of 36 watt) in woongebieden kan gekozen worden voor dimbare verlichting. In de avonduren zal dan de verlichting ongedimd branden, terwijl in de nachtelijke uren er gedimd kan worden. De besparing is dan ca. 10 – 18 watt per lichtpunt, tegen de meerinvestering per lichtpunt van ca. € 100 tot € 140. Terugverdientijd duurt langer dan de levensduur van het armatuur. Vanuit besparing op de energiekosten is dit dus niet rendabel. Toch kunnen er ook nog andere redenen zijn voor het dimmen van de lagere vermogens, zoals bijvoorbeeld lichthinder/vervuiling of beperking van CO2. 2. Dimmen in ontsluitingswegen binnen de bebouwde kom. Op ontsluitingswegen is voor het verkeer een zwaardere verlichting nodig dan uit sociaal oogpunt. In de avonduren is de verkeersintensiteit hoger dan gedurende de nachtelijke uren. In de avonduren kan voldaan worden in ongedimde toestand aan de verkeerstechnische eisen (1 cd/m2 komt overeen met ca.10 lux gemiddeld). Gedurende de nachtelijke uren (bij dimmen 50%), wordt nog ruimschoots voldaan aan de sociale verlichtingsnorm, terwijl voor de verkeersintensiteit verkeersverlichting niet meer nodig is. De besparing is dan ca. 35 – 50 watt per lichtpunt, tegen de meerinvestering per lichtpunt van ca. € 100 tot € 140. Terugverdientijd duurt ongeveer 10 jaar. Zowel in ongedimde (avond) als gedimde (nacht) toestand zal er worden voldaan aan de geldende normen voor openbare verlichting. •
• •
In woonwijken PLL-verlichting wel dimmen, meer voor het verlagen van CO2 uitstoot en wat minder stroomverbruik. Maar ook zorgen dat er niet overdadig verlicht wordt en lichthinder richting woningen voorkomen wordt. Dit alleen toepassen bij nieuwe installaties (natuurlijk moment). Bij nieuwe armaturen met hogere vermogens (≥ 60 watt) dimunits meteen meenemen. Bestaande armaturen alleen gaan dimmen bij hogere vermogens (≥ 60 watt) en als de armaturen een restlevensduur groter dan 10 jaar hebben.
5.3.5 Schakeltijden De openbare verlichting wordt aan- en uitgeschakeld door een signaal over het stroomnet. Dit signaal wordt afgegeven door de netbeheerder. In De Wolden zijn er avond- en nachtbranders. Door het toepassen van avond- en nachtbranders gaan er op een bepaald moment lampen bijvoorbeeld om en om uit. Dit bespaart stroomkosten. Hierdoor ontstaan er in het verlichtingspatroon in de straten
pagina 22 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
donkere vlekken. Dit kan een onveilig/onprettig gevoel bij de gebruikers van de openbare ruimte geven. Alle lichtmasten worden bij zonsondergang ingeschakeld middels een stuursignaal van de netbeheerder (Enexis). Avondbranders worden op zondag t/m donderdag om 24:00 uur uitgeschakeld, en op vrijdag en zaterdag om 02:00 uur. Deze tijden zijn in een eerder beleidsplan vastgelegd. Nachtbranders worden bij zonsopkomst uitgeschakeld door een stuursignaal. Aan- en uitschakeltijden Door nieuwe inzichten(energiebesparing, donkerte, lichthinder) is er opnieuw gekeken naar de schakeltijden. In de platforms Openbare Verlichting Overijssel en Drenthe is hierover afstemming, op ambtelijkniveau (gemeentelijk), geweest. Voorgesteld wordt de schakeltijden aan te passen. De aanpassing houdt in dat de verlichting later aan(bij 10 Lux (een lichtwaarde)) en eerder uit gaat (bij 7,5 Lux). Deze niveaus zijn gebaseerd op ervaringen en onderzoek door het Intergemeentelijk Overleg Openbare Verlichting (IGOV). Enexis schakelt momenteel rond de 20 lux. In de praktijk betekent dit dat verlichting al aan is voordat het een effectieve functie op de weg heeft (het is nog niet donker genoeg). Het aanpassen van de schakeltijden komt in de praktijk neer op dat de verlichting per dag ca. 30-50 minuten minder brand. Door dit nieuwe schakelregiem zal er een energiebesparing gerealiseerd kunnen worden van ca. 39.093–62.550 kWh. Doordat de lampen minder branden wordt er niet alleen bespaart op het stroomverbruik maar ook op CO2. Dit komt neer op ca. 1,1-1,8 ton. Ca. € 2.600 tot € 4.200 besparen binnen de stroomkosten van de openbare verlichting. De exacte besparing zal blijken bij de afrekening van het werkelijke energie verbruik. Het college (besluit 814, 19-02-2013) heeft ingestemd met het aanpassen van de aan- en uitschakeltijden van de verlichting. Medio 2013 zullen de tijden aangepast worden. Verdeling avond- en nachtbranders Bij een controle van de avond- en nachtbranders is gebleken dat er niet een regelmatig patroon in de verdeling is. Er is een grote variatie geconstateerd in het uit en aan zijn van de lichtmasten. Hierdoor ontstaan er in het verlichtingspatroon in de straten onregelmatige donkere vlekken. Dit geeft een onveilig/onprettig gevoel. Hierover komen regelmatig opmerkingen dan wel klachten van burgers binnen. Om dit te verbeteren kunnen er een aantal dingen gedaan worden. 1. Betere verdeling van de avond- en nachtbrander. Bijv. Om en om aan/uit of een om twee aan – uit. Bij het gebruik van avond- en nachtbranders moet wel in gedachten gehouden worden dat dit niet helemaal volgens de richtlijn ROVL is. Deze gaat namelijk uit van een bepaalde gelijkmatigheid van de verlichting. Met de beleidskeuze in paragraaf 5.1 is dit wel mogelijk. Ook moet er bepaald worden wat welke verdeling van avondsen nachtbranders er toegepast gaat worden( bv 1:1 of 2:1). Kosten om dit te realiseren is moeilijk te ramen omdat niet goed inzichtelijk is wat de verdeling van de branders is. Na afronding van het onderzoek kan dit bepaald worden en wordt er aanvullend budget aangevraagd.
pagina 23 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
2.
Cluster Beheer openbare ruimte
Een betere manier om te besparen in de verlichting is om het lichtniveau gelijkmatig te verlagen (dimmen). Hiervoor kan hetzelfde stuursignaal gebruikt worden als voor de avond- en nachtbranders. De bestaande armaturen zullen wel omgebouwd moeten worden, er moet een dimmer in komen. De kosten hiervoor worden geraamd op € 512.900 tot € 718.060. Hierbij moet in gedachten gehouden worden dat dimmen bij lagere vermogens niet rendabel is, zie paragraaf 5.3.4.
De avond- en nachtbranders zijn alleen toegepast in woonstraten. De lichtmasten in de doorgaande routes blijven tijdens de hele duisternis branden (nachtbranders). In deze situatie kan er gedimd worden. Over het algemeen staan er op deze wegen masten met hogere vermogens en is het dimmen voor energiekosten besparing dus rendabel. Door het beter in beeld brengen van de avond- en nachtbranders en een betere verdeling hierin aanbrengen kan er een besparing behaald worden op het energieverbruik en lampkosten. Doordat de avondbranders minder uren branden gaan de lampen ook langer mee(ca. 2x). Het is nu niet inzichtelijk wat voor ‘brander’ er op een lichtmast zit en alle lampen wordt tijdens de remplace vervangen. Hier kan, door beter inzicht, efficiënter gewerkt worden. • • •
Aanpassing van de aan- en uitschakeltijden van de openbare verlichting. Geen aanpassing van de schakeltijden voor de avond- en nachtbranders. Goede verdeling aanbrengen in avond- en nachtbranders bij verblijfsgebieden, kosten € pm*.
* De kosten om dit te realiseren zijn moeilijk te ramen omdat niet goed inzichtelijk is wat de verdeling van de branders is. Na afronding van het onderzoek kan dit bepaald worden en wordt er aanvullend budget aangevraagd.
5.3.6 Verminderen aantal masten Een andere mogelijkheid voor besparing op de kosten binnen de openbare verlichting is het verminderen van het totale aantal lichtmasten. Hierdoor wordt er niet alleen bespaard op energiekosten, maar ook op onderhouds- en vervangingskosten. In de periode van het vorige beleidsplan(2006 –2010) is juist het omgekeerde gebeurd. In 2006 is er geïnventariseerd bij de burgers en belangenverenigingen waar er opmerkingen en knelpunten waren met betrekking tot de openbare verlichting. Naar aanleiding van de resultaten heeft de raad geld beschikbaar gesteld en zijn er lichtmasten bijgeplaatst. Inmiddels is iedereen bewuster geworden van de kosten(energie) en de duisternis en zijn er in Nederland (RWS, provincies en gemeenten) initiatieven ontwikkeld voor het verminderen van masten. Uit het onderzoek in de wijken Dunningen en Perenhof (zie paragraaf 4.2.1) komt naar voren dat het volgens deze burgers allemaal wat minder kan. Ook in het Milieuambitieplan De Wolden 2010-2015 is de licht-duister-discussie een van de belangrijkste speerpunten. Eén van de maatregelen uit dit plan is onderzoek naar de mogelijkheden voor het verminderen openbare verlichting, zie bijlage 2. Het eventueel verminderen van de masten moet natuurlijk
pagina 24 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
gebeuren in overleg met de diverse belangengroepen. Een eerste stap kan zijn om eerst de masten in het buitengebied te verminderen. Het draagvlak voor het verminderen van lichtmasten moet worden onderzocht. •
Onderzoeken draagvlak en opstellen gemeentelijke richtlijnen voor het verwijderen van lichtmasten, kosten € 15.000.
5.4 Beheer en onderhoud Binnen het onderhoud van de openbare verlichting zijn er twee typen onderhoud te onderscheiden namelijk preventief en correctief onderhoud. Het beheer en onderhoud van de openbare verlichting in de gemeente de Wolden wordt gedaan op basis van de Kwaliteitsvisie De Wolden. Correctief Onder correctief(dagelijks) onderhoud verstaan we het op incidentele basis herstellen van schade als gevolg van aanrijdingen, vandalisme en klachten/opmerkingen. Kortom onderhoud dat iets weer in "de aanvaardbare conditie" terugbrengt.
Preventief Onder preventief onderhoud verstaan we het op planmatige wijze onderhouden van de verlichting zodat een goede werking gewaarborgd is. Kortom onderhoud dat zorgt dat iets in "de aanvaardbare conditie" blijft.
5.4.1 Uitvoering De Wolden is een van de weinige gemeenten die het beheer en onderhoud van de openbare verlichting zelf uitvoert. De regie ligt bij de afdeling Beheer Openbare Ruimte, en de uitvoering bij de buitendienst (WoldWerk). Dit eigen beheer verloopt naar volle tevredenheid en er is binnen de gemeentelijke organisatie voldoende kennis en ervaring aanwezig op dit vakgebied. In 2010/2011 is dit onderzocht. Voor meer informatie zie bijlage 6. •
Uitvoering van het beheer en onderhoud aan de openbare verlichting in eigen beheer houden.
5.4.2 Onderhoud De bestaande verlichting wordt onderhouden volgens de Kwaliteitsvisie openbare ruimte De Wolden. •
Onderhoud uitvoeren volgens de Kwaliteitsvisie De Wolden, de bestaande middelen € 100.776 .
pagina 25 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
5.4.3 Beheer Een actieve vorm van beheren is een vereiste om met onderhoud van de openbare verlichting een optimaal resultaat te behalen. Het onderhouden van de openbare verlichting kan worden vergeleken met de manier waarop kwaliteitszorg wordt uitgevoerd. Bij het kwaliteitsdenken hoort een cirkel voor de verzorging van de openbare ruimte. Plan = Planvorming; beleid voor verzorging van de openbare ruimte.
Do = Uitvoering; taken en bevoegdheden, onderhoud volgens kwaliteitsschema. Check = monitoring; kwaliteit openbare ruimte volgens afspraken, monitoring conform schema door direct en indirect betrokkenen. Act = maatregelen; evalueren en bijsturen op niveau onderdeel en niveau locatie. Het beleidsplan openbare verlichting maakt deel uit van het planmatig beheer en is gepositioneerd op strategisch niveau. De uitgangspunten uit dit beleidsplan worden concreet gemaakt in een uitvoeringsplan. Het planmatig beheer kent drie niveaus: * Strategisch - de beleidsprogramma’s en visies. Hierover beslissen raad en college. * Tactisch - de beheerplannen geven uitvoering aan programma of visie. Hierover beslist het management. De plannen geven inzicht in de financiële en organisatorische gevolgen van het beleid voor langere termijn. * Operationeel - de uitvoeringsplannen beschrijven de operationele plannen en maatregelen voor het onderhoud van de openbare ruimte. Besluiten hierover worden op afdelingsniveau genomen. Het plan geeft ook inzicht in de financiële en organisatorische gevolgen van de geplande maatregelen. De basis voor het beheer en onderhoud is een goed overzicht van het areaal aan lichtmasten. Op dit moment is er een excelbestand met daarin de gegevens van de lichtmasten. Dit overzicht is op dit moment niet helemaal compleet. Er ontbreken leeftijden, masttypen, armaturen, lampsoorten, plaatsingsjaren etc. Ook is er niet bekend welke mast een avond- of nachtbrander is en is er geen koppeling tussen de administratieve gegevens en de gbkn(grafisch). •
• •
Gegevensbestand openbare verlichting inventariseren en verwerken in beheerprogramma. Inventariseren combineren met remplacering. Gegevens in beheerprogramma verwerken, kosten € 9.000. Opstellen verbeterplan avond en nachtbranders, zie paragraaf 5.3.2, kosten € 10.000 Opstellen uitvoeringsplan, kosten € 6.500
pagina 26 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
5.4.4 Standaardisatie Door het gebruik van lichtmasten, armaturen en lampen zoveel mogelijk te standaardiseren kunnen de voorraadkosten laag gehouden worden, wat zich vertaald in lagere exploitatielasten. Slechts in bijzondere situaties wordt afgeweken van het standaardpakket. •
standaardisatie materialen, met uitzondering van winkel- of dorpscentra.
5.4.5 Areaal uitbreiding In De Wolden zijn er een aantal uitbreidingsplannen. De ontwikkelingen van deze gebieden gaan niet zo snel. Hierdoor is de areaal uitbreiding laag.
5.4.6 Vervanging en renovatie Een lichtmast wordt nooit uitsluitend op basis van de theoretische levensduur vervangen. Om te voorkomen dat onnodig geld geïnvesteerd wordt in vervanging van oude, maar technisch nog in goede staat verkerende lichtmasten, worden lichtmasten die ouder zijn dan 30 jaar tijdens remplacering geïnspecteerd op stabiliteit en gebreken. Wanneer uit de inspectie blijkt dat masten nog minimaal vijf jaar zonder problemen mee kunnen, en er geen andere redenen zijn om tot vervanging over te gaan, worden de masten niet vervangen. Na maximaal vijf jaar worden de masten opnieuw geïnspecteerd. Uit de bestaande inventarisatie gegevens blijkt dat ca. 1762 masten ouder zijn dan 40 jaar. Van ongeveer 34% van de lichtmasten in De Wolden is geen aanlegjaar bekend. Dit dient nog wel uitgezocht te worden. De theoretische leeftijd van een mast wordt gesteld op 40 jaar. Dit houdt in dat de gemeente mogelijk een grote vervangingsronde staat te wachten voor de masten. Van de masten ouder dan 40 jaar is ca 32% (567 st.) langer dan 5m. Deze moeten gecontroleerd worden. In voorgaande jaren is dit al voor een aantal masten gebeurd. Ervaringen binnen De Wolden met controle metingen geven aan dat er ca. 5% van de gecontroleerde masten vervangen moeten worden. Als dit percentage aangehouden wordt, dan komt dit neer op ca. 90 masten ouder dan 30 jaar die vervangen moeten worden. Bij vervanging/reconstructie van een straat komt de vraag aan de orde of de nieuwe lichtmasten op dezelfde plek herplaatst worden, of dat deze opnieuw gerangschikt worden in een nieuw verlichtingsplan. Nieuwe inzichten, nieuwe verlichtingsrichtlijnen en nieuwe lamp- en armatuurtypen zorgen ervoor dat het bij vervanging doorgaans wenselijk is de verlichtingsinstallatie in de betreffende straat of wijk volledig te renoveren en opnieuw te rangschikken. Uit kostenoverwegingen wordt er echter vaak voor gekozen om de nieuwe lichtmasten toch op dezelfde plek te plaatsen als de verwijderde lichtmasten. Als er meer dan 10 masten met armaturen aaneensluitend vervangen moeten worden, wordt er een lichtberekening gemaakt voor de vervanging. Bij minder masten worden deze gewoon op dezelfde locatie geplaatst.
pagina 27 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
Voor armaturen geldt een theoretische levensduur van 20 jaar. De armaturen in de gemeente De Wolden zijn niet zo oud. De oudste armaturen zijn in de jaren 2002 tot 2006 grotendeels al vervangen. • • •
Masten vervangen op basis van technische staat en niet op basis van theoretische levensduurleeftijd. Contoleren van masten ouder dan 30 jaar op technische onderhoudstoestand. Dit combineren met remplace ronde, kosten € 500. Vervangen masten n.a.v. controle, ca 5% vervanging, kosten € 76.500
5.5 Exploitatielasten Bij aanleg van nieuwe verlichtingsinstallaties en renovatie of vervanging van bestaande installaties wordt niet alleen gekeken naar de investeringskosten, maar ook naar de jaarlijkse exploitatiekosten (Total Cost of Ownership= levensduur kosten). Immers, een installatie die in aanleg iets duurder is kan wel leiden tot lagere energie- en exploitatiekosten, waardoor deze duurdere installatie op langere termijn in prijstechnisch opzicht toch de beste keuze kan zijn. •
Bij aanleg van een nieuwe installatie de levensduurkosten (Total Cost of Ownership) bepalend laten zijn.
5.6 Milieuvriendelijke materialen Ook aan het einde van hun levensduur zorgen verlichtingsmiddelen nog voor een belasting van het milieu. Op dat moment komen er immers afvalstoffen vrij. Met name voor lampen zou het zeer bezwaarlijk zijn als deze in het milieu terecht zouden komen, omdat deze veel schadelijke chemische stoffen – zoals kwik en fluorescentiepoeders – bevatten. Lampen worden daarom afgevoerd naar een erkende verwerker, waar ze gedemonteerd worden en gescheiden worden in verschillende materialen (bijvoorbeeld kwik, fluorescentiepoeders, metaal en glas). Deze vrijkomende materialen kunnen vervolgens opnieuw gebruikt worden bij de productie van lampen. Sommige materialen die vervangen worden bevinden zich nog in een redelijke tot goede staat, en zouden nog enige tijd op een andere plek gebruikt kunnen worden. Het vervangen van de lichtmasten en armaturen wordt gedaan op basis van werkelijke toestand. Mocht het zo zijn dat de goede materialen niet meer direct toegepast kunnen worden binnen een project dan worden de beste exemplaren bewaard. Deze kunnen gebruikt worden als vervanging van beschadigde masten, tijdelijke verlichting op bijvoorbeeld een bouwterrein, bij wegwerkzaamheden of bij evenementen. Bij groepsremplace vrijgekomen lampen die jonger zijn dan een jaar, worden bewaard en hergebruikt voor het verhelpen van storingen of voor tijdelijke verlichting.
pagina 28 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
Bij de keuze van materialen houden we rekening met de milieubelasting van de verschillende materialen. IJzeren masten verdienen niet de voorkeur, omdat deze om de paar jaar geschilderd moeten worden om roestvorming te voorkomen. Dit is zowel milieubelastend als kostenverhogend. We kiezen daarom voor masten van aluminium of thermisch verzinkt staal. De producten van de openbare verlichting zijn te splitsen in dragers (masten, wandarmen) en verlichtingsmiddelen (armaturen en lampen). Bij de dragers wordt er uitgegaan van een levensduur van 40 jaar; de levensduur van een armatuur wordt gesteld op 20 jaar. Bij de keuze van de materialen dient zo veel als mogelijk rekening gehouden te worden met recyclingmogelijkheden, de afvalstoffen die ontstaan bij de fabricage van de toe te passen materialen en de reststoffen aan het eind van de levensduur. Lampen voor de openbare verlichting gaan gemiddeld 4 jaar lang mee. Er zijn ook longlife lampen te koop en deze hebben een drie keer langere levensduur in vergelijking met standaard producten. Hierdoor kunnen de onderhoudskosten en de CO2-uitstoot met tweederde worden verminderd. Deze lampen zijn in aanschaf wel duurder dan de standaard, maar deze verdienen zich zelf terug. Dit kan ca. 2/3 kostenbesparing opleveren voor de vervangingskosten van de lampen. Bij het installeren en onderhouden van een openbare verlichtingsinstallatie dient met het milieu rekening gehouden te worden door: • Het toepassen van milieuvriendelijk geproduceerde materialen. • Kiezen voor energiezuinige lampsoorten en armaturen. • De levensduur en recyclingmogelijkheden te betrekken bij de keuze van de installatie. • Het milieuvriendelijk afvoeren van alle vrijkomende materialen. • Materialen vervangen op basis van werkelijke toestand en niet op theoretische levensduur. • Lampen met langere levensduur ( longlife) toepassen. • Lichtmasten worden uitgevoerd in aluminium. Dit mastmateriaal is vrijwel volledig recyclebaar.
6
OVERIGE BELEIDSASPECTEN Bij de openbare verlichting is ook een aantal andere aspecten te onderscheiden. Deze aspecten zijn te onderscheiden in een aantal direct aan de openbare verlichting gekoppelde aspecten.
6.1 Openbaar groen/bomen Indien een lichtmast dichter bij de stam van een boom geplaatst is dan de masthoogte van de lichtmast bedraagt, zal over het algemeen na verloop van tijd de kruin van de boom het licht op het wegdek in de straat beïnvloeden. Deze
pagina 29 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
problemen treden vooral op in de maanden juni tot en met oktober, als de bomen bladeren hebben. In bestaande situaties wordt getracht dit probleem te verhelpen door de bomen regelmatig te snoeien. Bij ernstige overlast dient er per situatie bezien te worden of het wenselijk is de lichtmast te verplaatsen of de betreffende boom te rooien. Landelijk wordt de vuistregel gehanteerd dat de afstand tussen een lichtmast en een boom minimaal gelijk dient te zijn aan de hoogte van de betreffende mast, met het uitgangspunt een lichtmast te plaatsen met afstand van minimaal 5 meter uit de stam. Bij het ontwerpen van nieuwe situaties dient er in een vroeg stadium rekening gehouden te worden met de plaatsing van de bomen en de lichtmasten. Zo dienen de toe te passen lichtmasten, de lichtpunthoogtes en de toe te passen beplanting en boomsoorten tijdig en optimaal op elkaar afgestemd te worden. Verder dient het snoeibeleid afgestemd te zijn op de openbare verlichting. Indien de kruinen of takken van bomen het licht van de openbare verlichting direct belemmeren, moet er bekeken worden of er in het “groen” gesnoeid kan worden of dat de lichtmast verplaatst kan worden. •
Voor nieuwe situaties/herinrichtingen de openbare ruimte integraal ontwerpen.
6.2 Aanlichten van gebouwen Er komt landelijk steeds meer vraag naar aanlichten van gebouwen en objecten. Vooral het aanlichten van karakteristieke gebouwen en kerken speelt een rol. Het aanlichten van gebouwen is voor een dorpskern sfeerbepalend. Omdat het aanlichten van gebouwen op zich een vak apart is wordt hierover in dit beheersplan niet uitvoerig over uitgewijd. Het aanlichten behoort niet tot de normale openbare verlichting; hiervoor wordt steeds per geval en project bepaald wie de kosten draagt en hoe het wordt uitgevoerd. Om het milieu zo min mogelijk te belasten door de hemel aan te lichten is het beleid om gevels zo veel mogelijk van boven naar beneden aan te stralen. Deze verlichting dient ’s nachts uit te zijn om de hinder te beperken. • •
Lichtplan laten opstellen voor het aan te lichten gebouw, kosten initiatiefnemer. De verlichting voor het aanlichten ’s nachts uitschakelen.
pagina 30 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
6.3 Tunnelverlichting Op dit moment is er één tunnel in de gemeente De Wolden. Deze ligt in de Gijselterweg. De fietstunnel is verlicht volgens de richtlijnen van de NSVV (Aanbevelingen verlichting van (korte) tunnels en onderdoorgangen; Kunstlicht voor onderdoorgangen voor snelverkeer en langzaamverkeer). In 2013 komen er nog twee tunnels bij. Deze worden gemaakt ter hoogte van de N48. •
Tunnels verlichten volgens NSVV richtlijnen.
6.4 Grondspots Grondspots vallen onder decoratieve verlichting en doen niet mee aan de openbare verlichting. Het gebruik van grondspots in de openbare ruimte voor het aanlichten van bomen mag niet worden toegepast. Het aanlichten van gebouwen en dergelijke dient van boven naar beneden te gebeuren, zie paragraaf 6.2. •
Geen grondspots toepassen voor aanlichten van bomen.
6.5 Bewegwijzering De gemeente heeft een groot aantal bewegwijzeringmasten met wegwijzers. Sommige van deze wegwijzers zijn verlicht(intern) en aan sommige ANBW masten zitten armaturen voor de openbare verlichting. Voor het onderhoud van de bewegwijzering is er een contract met de ANWB. De ANWB doet geen onderhoud aan de verlichting welke bevestigt zijn aan de bewegwijzeringsmasten. Dit geldt voor de verlichting van de verlichte bewegwijzers en de openbare verlichtingsarmaturen. Bij eventuele vervanging van de inwendig verlichte wegwijzers moet gekeken worden naar vervanging door wegwijzers met hoogwaardig reflecterend materiaal of energiezuinige verlichting (led). Hierdoor kan er bespaard worden op verlichting en energie. Schades aan de ANWB-masten worden via het contract met de ANWB hersteld Openbare verlichting aan ANWBmasten en ‘binnenverlichting’ van de wegwijzers doet de gemeente zelf. Per 1 april gaat het lopende contract met de ANWB over naar de Nationale Bewegwijzeringsdienst. De voorwaarden van dit contract blijven gelden tot de wegenverkeerswet is aangepast op het item bewegwijzering. De inwerkingtreding van de nieuwe wet wordt verwacht medio 2014/begin 2015. •
Verlichting in en aan ANWB masten/wegwijzers wordt onderhouden door de gemeente.
pagina 31 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
•
Cluster Beheer openbare ruimte
Bij vervangen van verlichte wegwijzers deze, indien mogelijk, vervangen door wegwijzers met retroreflecterend materiaal.
6.6 Eigen openbaarverlichtings-net (Ov-net) Bijna alle lichtmasten van De Wolden zijn aangesloten op het openbare elektriciteitsnet van netbeheerder Enexis. Gemeenten hebben ook de mogelijkheid om (gedeeltelijk) een eigen elektriciteitsnet aan te leggen voor de openbare verlichting. In bepaalde gevallen kan het aanleggen van zo’n eigen Ovnet goedkoper zijn dan aansluiting op het elektriciteitsnet van de netbeheerder. In de exploitatie is een eigen net zeker goedkoper, omdat dan niet meer voor ieder aansluitpunt een vastrechtvergoeding betaald moet worden. Daar staat echter wel een investering tegenover. Naast de financiële aspecten heeft een eigen Ov-net nog een aantal organisatorische voordelen en nadelen. Zo kan de gemeente bij een eigen Ovnet zelf werkzaamheden uitvoeren, zelf lichtmasten aansluiten, zelf de schakeltijden aanpassen, etc. Er kleven echter ook verplichtingen aan. De gemeente wordt in geval van een eigen net formeel netbeheerder, met alle daaraan verbonden verplichtingen, verantwoordelijkheden en financiële risico’s. Er zijn binnen de gemeentegrenzen al stukjes eigen net. Een voorbeeld hiervan zijn de lichtmasten op het parkeerterrein achter het gemeentehuis. De lichtmasten zijn hier aangesloten via een eigen kabel. In het buitengebied zijn rioolgemalen onderling verbonden met een eigen stroomkabel. Bij de herinrichting van de Hoofdstraat in Zuidwolde zijn ook stukken eigen net aangebracht. De gemeente is op deze manier al als net-beheerder voor stroomkabels in de ondergrond. Dit geeft geen beperking meer voor het toe gaan passen van een eigen stroomnet voor de openbare verlichting. •
7
Waar mogelijk voor uitbreidingsgebieden en inpassingsherinrichtingsprojecten een eigen Ov-net toepassen.
UITVOERINGSPROGRAMMA 2013-2017 In de voorgaande twee hoofdstukken is het beleid voor de openbare verlichting beschreven. Bij ieder hoofdstuk is aangegeven welke maatregelen op grond van bepaalde beleidskeuzes uitgevoerd moeten worden in de periode 2013-2017. De maatregelen zijn opgesplitst in drieën. Er is onderscheid gemaakt in algemene beleidsuitgangspunten, regulier beheer & onderhoud en maatregelen met daarbij een indicatie van de kosten en het jaar van uitvoering.
7.1 Algemene beleidsaspecten In bijlage 7 zijn de algemene beleidsaspecten weergegeven. Deze zijn weergegeven in de bijlage omdat deze aspecten voornamelijk punten zijn die in het vorige beleidsplan al van toepassing waren en die nu voortgezet worden. Hier zijn verder geen extra kosten mee gemoeid. Het belangrijkste aspect is dat
pagina 32 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
voor het bepalen van het verlichtingsniveau de ROVL 2011 van toepassing wordt verklaard. Deze richtlijn gaat ervan uit om geen verlichting te plaatsen tenzij. Dit houdt concreet in dat we voor we lichtmasten gaan plaatsen er eerst over na gaan denken of we dit wel willen en of er geen alternatieven hiervoor zijn. Dit draagt bij aan duisternis en minder stijging van de energiekosten.
7.2 Regulier beheer & onderhoud In onderstaande tabel staat een overzicht van de acties voor het reguliere beheer en onderhoud van de openbare verlichting. De kosten hiervan worden vermeld in hoofdstuk 8. Regulier beheer & onderhoud § Omschrijving nr. 5.3 Stroomverbruik ca. 780.000 kWh per jaar, kosten 5.4 Onderhoud uitvoeren volgens de Kwaliteitsvisie De Wolden, kosten (materiaal + uren Woldwerk) Beheer (uren binnendienst)
7.3 Verbeteringsmaatregelen Onderstaande tabel is een overzicht van de verbeteringsmaatregelen voor het beheer en onderhoud van de openbare verlichting. Deze maatregelen vallen buiten het reguliere onderhoud. Hiervoor zijn aanvullende middelen nodig bovenop het reguliere budget. De kosten hiervan worden vermeld in hoofdstuk 8. Maatregelen § nr
Omschrijving
5.3 Goede verdeling aanbrengen in avond- en nachtbranders bij verblijfsgebieden Opstellen gemeentelijke richtlijnen voor het verwijderen van lichtmasten 5.4 Gegevensbestand openbare verlichting verbeteren Opstellen verbeterplan avond en nachtbranders Opstellen uitvoeringsplan Contoleren masten ouder dan 30 jaar op technische onderhoudstoestand Vervangen masten n.a.v. controle, ca 5% vervanging 5.6 Lampen met langere levensduur (long live) toepassen
pagina 33 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
8
Cluster Beheer openbare ruimte
MIDDELEN De inzet van de gemeente De Wolden met betrekking tot het beheren en onderhouden van de openbare verlichting bestaat uit energie-, materiaalkosten en uren van het personeel. De kosten en/of uren hebben een structureel karakter (bijvoorbeeld jaarlijks) of een eenmalige uitgave (verbetering).
8.1 Regulier budget In onderstaand overzicht is het benodigde budget voor het beheren en onderhouden van de openbare verlichting tot en met 2017 weergegeven. Het benodigde budget is gebaseerd op actie vanuit klachten en meldingen en jaarlijks beheer en onderhoud. Voor het reguliere beheer en onderhoud is te zien dat er voor de komende vijf jaar een bedrag nodig is van € 1.351.125,=. Dit komt neer op € 270.225 per jaar. Kosten overzicht Regulier beheer & onderhoud openbare verlichting 2013 – 2017 * §nr 2013 2014 2015 2016 2017 Kosten € 5.3 Stroomverbruik 114.918 114.918 114.918 114.918 114.918 574.590 5.4 Onderhoud 107.269 107.269 107.269 107.269 107.269 536.345 (materiaal & uren Woldwerk) Beheer 48.038 48.038 48.038 48.038 48.038 240.190 * kosten gebaseerd op prijspeil 2012 en geen Totaal 1.351.125 inflatiecorrectie meegenomen
8.2 Kosten maatregelen Voor de (verbeterings)maatregelen is een bedrag nodig van € 85.000 voor de komende vijf jaar( € 17.000/jaar). Dit levert een beter inzicht en beheer op van de openbare verlichting. Door het eerst goed op orde brengen van de basisgegevens komt er een goed beeld op de totale besparingsmogelijkheden binnen de openbare verlichting.
In 2014 zal er door het aanpassen van de aan- en uitschakeltijden van de openbare verlichting( b&w besluit nr. 814, 19 februari 2013) een besparing zijn op de energiekosten. Tevens blijft er jaarlijks van het beschikbare budget voor het beheer en onderhoud van de openbare verlichting een klein bedrag over. Dit gaat dan terug naar de algemene middelen. Deze twee bedragen geven voldoende ruimte binnen de bestaande middelen van de openbare verlichting om de geplande maatregelen uit het beleidsplan uit te voeren.
pagina 34 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
Kosten * overzicht (verbeterings)maatregelen openbare verlichting 2013 – 2017 § Maatregel 2013 2014 2015 2016 2017 Kosten nr € 5.3 Goede verdeling - Pm** Pm** Pm** Pm** Pm** aanbrengen in avonden nachtbranders Opstellen gemeentelijke - 7.500 7.500 - 15.000 richtlijnen voor het verwijderen van lichtmasten 5.4 Gegevensbestand 500 9.500 500 500 500 11.500 openbare verlichting verbeteren Opstellen verbeterplan 10.000 - 10.000 avond en nachtbranders Opstellen 6.500 6.500 uitvoeringsplan Vervangen masten - 9.000 16.500 16.500 42.000 n.a.v. controle, ca 5% vervanging Totaal 17.000 17.000 17.000 17.000 17.000 85.000 Kosten gebaseerd op prijspeil 2012 en geen inflatiecorrectie meegenomen Totaal ** De kosten voor een goede verdeling kunnen pas geraamd worden na realisering van het onderzoek. Na de uitkomsten van het onderzoek zal separaat budget aangevraagd worden voor het tot stand brengen van een goede verdeling.
8.2.1 Opbrengsten maatregelen Het merendeel van de maatregelen zijn onderzoeken die gericht zijn op een beter en efficiënter beheer en onderhoud van de openbare verlichting of een mogelijkheid tot energie besparing. Op dit moment is het niet mogelijk om voor de maatregelen de besparing in euro’s aan te geven. Maar er zijn niet alleen voordelen op het financiële vlak maar ook op verbeteringen binnen de leefomgeving. De opbrengsten van de (verbeterings)maatregelen zijn in onderstaande tabel vermeld. Opbrengsten (verbeterings)maatregelen openbare verlichting 2013 – 2017 § Maatregel Opbrengsten nr 5.3 Goede verdeling aanbrengen in - Minder klachten en opmerkingen van de avond- en nachtbranders burgers. - Gelijkmatigere verdeling van de verlichting tijdens de nachtelijke uren - Prettigere leefomgeving - Minderenergie verbruik (pas op winst te zetten na afronding verbeterplan)
pagina 35 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Onderzoek draagvlak en opstellen gemeentelijke richtlijnen voor het verwijderen van lichtmasten
Cluster Beheer openbare ruimte
- Draagvlak voor verwijderen lichtmasten - Minder lichthinder voor donkerte (buiten-, natuurgebieden) - Minder lichthinder voor fauna - Minderenergie verbruik (pas op winst te zetten na afronding verbeterplan) - Minder onderhoudskosten (pas op winst te zetten na afronding verbeterplan) - efficiënter beheer en onderhoud
5.4 Gegevensbestand openbare verlichting verbeteren Opstellen verbeterplan avond- en Zie 5.3, eerste rij nachtbranders Opstellen uitvoeringsplan - efficiënter beheer en onderhoud - inzicht in de acties en kosten beheer en onderhoud - basis voor werkplannen voor de uitvoerende afdelingen Vervangen masten n.a.v. - vergroten veiligheid controle, ca 5% vervanging - voorkomen aansprakelijkheidsstelling i.v.m. omvallen oude masten
9
CONCLUSIE ADVIES BESLUIT
9.1 Conclusie Het beheer en onderhoud van de openbare verlichting in De Wolden is op orde. Dit blijkt uit de resultaten van de beleidsschouw. Toch is er nog wel wat te verbeteren. Voor een beter en efficiënter beheer en onderhoud is het van essentieel belang dat er beter inzicht komt in wat er precies allemaal is en hoe oud dit is. Op het vlak van energie besparing is niet zoveel winst meer te behalen. Vanuit voorgaande beleidsplannen zijn er al initiatieven geweest om energie slurpende lampen te vervangen door energie zuinigere. Een andere mogelijkheid om te besparen op energie binnen de openbare verlichting is het verwijderen van lichtmasten. In de voorgaande beleidsperiodes zijn er juist masten bijgeplaatst om knelpunten, aangegeven door burgers en belangengroepen, op te lossen. Er kunnen dus niet zomaar weer masten verwijdert worden. Er zal eerst onderzocht moeten worden wat vanuit de gemeente wenselijk is en of hiervoor draagvlak voor is. Door de maatregelen beschreven in dit plan uit te voeren wordt er gewerkt aan een efficiënter en duurzamer beheer en onderhoud van de openbare verlichting.
pagina 36 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
9.2 Bestuurlijk besluit Het college heeft op 7 mei 2013 het volgende besloten: Toevoegen college besluit De raad heeft op 16 meihet volgende besloten: Toevoegen raadsbesluit
pagina 37 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
BIJLAGEN
pagina 38 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
BIJLAGE 1 - EEN STUKJE LICHTTECHNIEK Onderdelen van de verlichtingsinstallatie Het bovengrondse deel van de openbare verlichtingsinstallatie bestaat meestal uit drie onderdelen: - een mast; - een of meerdere armaturen; - een of meerdere lampen. Daarnaast behoort ook het ondergrondse kabelnet tot de openbare verlichtingsinstallatie. Er zijn twee manieren om lichtmasten aan te sluiten op het elektriciteitsnet: - d.m.v. een laagspanningskabel met hulpaders; - d.m.v. een apart kabelnet ten behoeve van de openbare verlichting. Lichtkleur en kleurweergave Een belangrijk aspect bij de openbare verlichting is de lichtkleur en de kleurweergave van de lamp. De lichtkleur heeft te maken met hoe het licht wordt ervaren (bijvoorbeeld geel, oranje of wit). De kleurweergave is de mate waarin een voorwerp onder de betreffende lichtsoort afwijkt van de natuurlijke kleur. Wanneer er onder een bepaalde lichtsoort helemaal geen kleurherkenning mogelijk is, spreken we van monochromatisch licht. Typen lampen en armaturen Er zijn verschillende typen lampen. In de eerste plaats kunnen we onderscheid maken in gloeilampen, gasontladingslampen en light emitting diodes (led’s). Gloeilampen worden niet toegepast in openbare verlichting; hiervoor worden met name gas-ontladingslampen gebruikt. Gasontladingslampen kunnen onderverdeeld worden in natrium-lampen en kwiklampen, die beiden weer onderverdeeld kunnen worden in hogedruk- en lagedruklampen. Schematisch weergegeven: Ieder lamptype heeft andere eigenschappen qua lichtkleur, kleurweergave en energieverbruik. In bijlage 2 is een een beknopt overzicht gegeven van de eigenschappen van ieder lamptype. De keuze voor een lamp en een armatuur zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Een armatuur is doorgaans voor een bepaald lamptype ontworpen, en kan kan geen andere lamptypen bevatten (er zijn wel armaturen die geschikt gemaakt kunnen worden voor meerdere lamptypen). Deze relatie tussen lamp en armatuur betekent dat wanneer een lamp vervangen wordt door een ander type, doorgaans ook het (veel duurdere) armatuur vervangen moet worden.
pagina 39 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
Ontwikkelingen in verlichtingstechniek en verlichtingsbeleid Energiezuinige lampen en armaturen Twee onderdelen van de verlichtingsinstallatie hebben een belangrijke invloed op het energieverbruik: de lamp en het armatuur. Door technische ontwikkelingen komen er steeds efficiëntere armaturen en energiezuinigere lamptypen beschikbaar. Lampen met een hoog energieverbruik, zoals hogedrukkwikdamplampen, worden daarom in nieuwe verlichtings- installaties vrijwel niet meer toegepast. Wel komende deze lampen (en armaturen) nog veelvuldig voor in oudere installaties. Door deze te vervangen voor moderne, energiezuinige lampen en efficiënte armaturen kan veel energie bespaard worden. In het armatuur zitten ‘spiegels’ die het licht uit de lamp weerkaatsen richting de grond. De techniek voor het weerkaatsen wordt steeds beter en hierdoor kan er gericht verlicht worden wat lichtver-vuiling tegengaat. Opkomst led-verlichting In de afgelopen jaren heeft led-verlichting een forse opmars doorgemaakt. Door de kleine afmetingen, het lage energieverbruik en de lange levensduur kunnen led’s gebruikt worden voor diverse toepassingen waarvoor traditionele verlichting niet geschikt is. Led’s werden daarom aanvankelijk veel toegepast voor zogeheten ‘actieve markering’: kleine lichtjes in de witte markeringsstreep op het asfalt. Door technische ontwikkelingen, zoals een hogere lichtopbrengst en betere kleurweergave, kunnen led’s ook steeds vaker toegepast worden als lichtbron in openbare verlichting. Door de technische ontwikkelingen in combinatie met dalende prijzen wordt ledverlichting een steeds aantrekkelijker alternatief voor andere vormen van openbare verlichting. Dynamische openbare verlichting Het verlichtingsniveau op wegen – met name op wegen met een belangrijke verkeersfunctie – is meestal afgestemd op de maximale verkeersbelasting. Dit betekent echter dat de verlichting op rustige tijdstippen en tijdens goede weersomstandigheden overvloedig is. Dergelijke overvloedige verlichting is een belangrijke oorzaak van lichtvervuiling, en bovendien een forse kostenpost voor de wegbeheerder. De laatste jaren wordt daarom steeds meer gebruik gemaakt van dynamische openbare verlichting: verlichting die afgestemd is op de verkeersintensiteit, de weersomstandigheden en overige externe omstandigheden (zoals calamiteiten en werkzaamheden). De verlichting kan bij goede
pagina 40 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
weersomstandigheden op rustige, nachtelijke uren gedimd worden tot 20% van het verlichtingsniveau, met als gevolg een lager energieverbruik en minder lichtvervuiling. Uit proeven van Rijkswaterstaat is gebleken dat dynamische openbare verlichting leidt tot een besparing van 25% tot 45% op het energieverbruik. 3D-inspectie van lichtmasten De gemiddelde technische levensduur van lichtmasten bedraagt circa veertig jaar, maar de werkelijke levensduur kan daar sterk vanaf wijken. Diverse factoren zijn van invloed op de levensduur, zoals het materiaal waarvan de mast gemaakt is, de mate van milieuvervuiling ter plaatse van de mast, de verkeersintensiteit, de bodemgesteldheid, het gebruik van strooizout en het uitlaten van honden (urine). Het is belangrijk technisch versleten masten tijdig te vervangen, omdat anders de onderhoudskosten toenemen en onveilige situaties kunnen ontstaan. Aan de buitenkant van een lichtmast is niet altijd te zien of deze technisch versleten is, maar tegenwoordig is het mogelijk om via statische en dynamische 3D-metingen een goed beeld te krijgen van de technische staat van een lichtmast. In de praktijk blijkt dat slechts circa 5% van de geteste masten daadwerkelijk dringend aan vervanging toe is, en dat de overige masten nog minimaal vijf jaar kunnen blijven staan. Omdat de besparing op de investeringskosten ruimschoots opweegt tegen de kosten van de inspectie, gaan steeds meer gemeenten en provincies over op het laten inspecteren van hun oudere lichtmasten. Groen licht Een relatief recente ontwikkeling is de opkomst van groene verlichting. Deze ontwikkeling is in gang gezet door de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM), nadat een NAM-ecoloog ontdekte dat met name de rode component in witte verlichting leidde tot ontregeling van het ingebouwde kompas van trekvogels. De NAM ontwikkelde vervolgens samen met Philips groene TL-verlichting, en voerde hiermee in 2007 een proef uit op een boorplatform ten noorden van Ameland. De proef bleek zeer succesvol: de groene verlichting trok 50% tot 90% minder trekvogels aan dan reguliere verlichting van boorplatforms. Sinds dat moment is groene verlichting bezig met een snelle opmars en wordt het door diverse gemeenten toegepast, met name in en nabij natuurgebieden. Er gaan zelfs al geluiden op om deze groene, habitatvriendelijke verlichting – die in populaire bewoordingen ook wel ‘opgevoerd maanlicht’ wordt genoemd – standaard te laten worden in Natura 2000-gebieden. Energielabel voor openbare verlichting
pagina 41 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
Iedereen kent inmiddels wel het energielabel voor wasmachines, koelkasten, lampen, auto’s en woningen. Zelfs gemeentehuizen moeten vanaf 1 januari 2009 voorzien zijn van een energielabel. Minder bekend is echter dat er sinds enige tijd ook een energielabel is voor openbare verlichting. Dit ‘macro-energielabel OVL’ is bedoeld voor gemeenten en provincies die daarmee de energieprestatie van hun bestaande en toekomstige openbare verlichtingsinstallatie kunnen bepalen. Binnen de berekeningsmethode wordt rekening gehouden met de efficiëntie van lampen, voorschakelapparatuur, het type armaturen en het lichtontwerp. Ook het gunstige effect van diminstallaties wordt meegewogen. Evenals bij andere energielabels is er een onderverdeling gemaakt van A (zeer energiezuinig) tot G (zeer energie-inefficiënt). De indeling is bewust zodanig gekozen dat niveau A met de huidige stand der techniek nog niet bereikbaar is, om daarmee de markt te prikkelen tot het ontwikkelen van nog betere armaturen en technieken. Longlife lampen Longlife lampen hebben een drie keer langere levensduur in vergelijking met standaard producten. Hierdoor kunnen de onderhoudskosten en de CO2-uitstoot met tweederde worden verminderd. Het gebruik van deze lampen levert wat op. Je bespaart namelijk op gebruik van grondstoffen, je hebt minder afval en in plaats van vervanging na 4 jaar doe je dit na 10 jaar. Wel moet er na 5 jaar een schoonmaakronde gedaan worden voor de lampenkappen. Deze lampen zijn er voor de hogedruk natrium- (SON-T), fluorescentie- (PLL) en metaalhalogeen lamp (CDO en CPO). Uitfasering energieverspillende lampen Volgens de Europese wetgeving –Europese Commissie No 245/2009- mogen een aantal energieverspillende gasontladingslampen met ingang van april 2012 niet meer door licht-producenten verkocht worden. Om aan deze wetgeving te voldoen is met ingang van 1 april 2012 ook de Philips SON(-T) standaard niet meer beschikbaar in het Philips portfolio. Binnen deze Europese wetgeving zullen er de komende jaren nog meer energieverspillende producten worden uitgefaseerd. Hierdoor kan het dus voorkomen dat er armaturen vervangen moeten worden omdat de lamp die bij het armatuur hoort niet meer geleverd wordt.
pagina 42 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
BIJLAGE 2 - GEMEENTELIJKE BELEIDSKADERS Politieke Termijn Agenda 2010-2014 en collegeprogramma 2010-2014 Openbare verlichting wordt noch in de Politieke Termijn Agenda (PTA) noch in het collegeprogramma specifiek benoemd. Toch zijn vanuit de PTA en het collegeprogramma wel enkele uitgangspunten te destilleren die van toepassing zijn op de openbare verlichting, met name op het gebied van energie. Eén van politieke thema’s uit de Politieke Termijn Agenda (PTA) van de gemeenteraad is (duurzame) economie. De gemeenteraad staat open voor voorzieningen en maatregelen die de CO2-uitstoot kunnen beperken. Alternatieve energie wordt gestimuleerd door de raad. Het college volgt in haar collegeprogramma de PTA en noemt energiebesparing, vermindering van gebruik van fossiele brandstoffen en stimuleren van duurzame energie als ambities. Vanwege de voorbeeldfunctie streeft het college ook naar energiebesparing binnen de gemeentelijke organisatie. Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan 2010-2019 Openbare verlichting speelt een ondergeschikte rol in het Gemeentelijk Verkeersen Vervoersplan (GVVP). Openbare verlichting wordt niet genoemd als middel om de verkeersveiligheid in het algemeen te vergroten. Wel wordt openbare verlichting specifiek benoemd als het gaat om het vergroten van de sociale veiligheid en het stimuleren van fietsverkeer. Ook uit de enquête die in het kader van het GVVP is gehouden onder inwoners komt naar voren dat openbare verlichting hoog scoort als het gaat om het stimuleren van fietsverkeer. Milieuambitieplan De Wolden 2010-2015 In 2010 heeft De Wolden een nieuw milieuambitieplan vastgesteld. Tijdens het opstellen van dit plan is een milieuenquête uitgevoerd onder de bevolking van De Wolden. Hieruit bleek dat burgers energie en de licht-duister-discussie de belangrijkste speerpunten vinden voor het gemeentelijke milieubeleid. Enkele maatregelen die daaruit voortvloeien voor het verlichtingsbeleid zijn energiebesparing bij gemeentelijke gebouwen en installaties, onderzoek naar mogelijkheden voor het verminderen en/of dimmen van openbare verlichting, stimuleren van energieverbruik bij particulieren waaronder buitenverlichting en deelname aan de Nacht van de Nacht. Programmabegroting 2012 In de programmabegroting voor 2012 is € 58.275 opgenomen voor onderhoud van de openbare verlichting. Dit bedrag is bedoeld voor het reguliere onderhoud van de openbare verlichting, zoals schoonmaken van de armaturen, vervangen van lampen en inspectie van lichtmasten. Vervanging van lichtmasten valt hier niet onder. Daarnaast is € 113.220 geraamd voor het energieverbruik van de openbare verlichting. Kwaliteitsvisie De Wolden De kwaliteitseisen voor de lichtmasten in de openbare ruimte zijn vastgelegd in de kwaliteitsvisie De Wolden. Deze catalogus beschrijft de verzorgingsgraad
pagina 43 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
C B B B A
B B B B A
A B B B B
Hoofdstructuur
B B B B A
Sport en recreatie
B B B B A
Begraafplaatsen
Buitengebied
B B B B B
Bedrijventerrein
Woongebied
Groen Meubilair Verharding Kunstwerken Reiniging
Dorpscentrum
(netjes) en technische staat (heel) op verschillende kwaliteitsniveaus (hoog(A), basis(B), laag(C)). Bij de verzorgingsgraad gaat het om hoe schoon( roest, stickers, algen aanslag etc.) de lichtmast is. Bij de technische staat wordt gelet op schade, de staat van het schilderwerk en defecte lampen. Afhankelijk in welk gebied (centrum, woongebied, buitengebied, bedrijventerrein etc) de lichtmasten staan is er een kwaliteitsniveau bepaald. In onderstaande tabel staan de huidige kwaliteitsniveaus weergegeven. Deze zijn vastgesteld door de raad op 29 maart 2012. De lichtmasten vallen onder het onderdeel meubilair.
B B B B A
Vrienden van de nacht Voor de gemeente vormen de landelijke richtlijnen uitgangspunten van beleid bij het ontwerp bij aanleg en onderhoud van de openbare verlichting. In nieuwbouw en bij renovatie en onderhoud worden zo veel als mogelijk de ondergrens van de richtlijnen aangehouden. De gemeente acht dit verantwoord omdat daarbij het meest kritisch wordt gekeken naar de uitgangspunten van ‘vrienden van de nacht‘. ook in de bebouwde gebieden zal rekening gehouden worden met lichthinder. Dit zal gebeuren door bij toepassing van nieuwe verlichting armaturen en opstelling te kiezen die de verlichting daar brengt waar het wezen moet. Hiermee voorkom je onder andere verstrooiing van het licht naar het openbaargroen, gevels en ramen. In dit kader wordt het toepassen van verlichting steeds nauwlettend bekeken in natuurgebieden, buitengebieden en gebieden waar weinig of geen verlichting wordt toegepast.
pagina 44 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
BIJLAGE 3 - HOOFDLIJNEN UITKOMSTEN ENQUÊTE Uitgangspunten Perenhof in Ruinerwold In de nieuwbouwwijk Perenhof in Ruinerwold was tijdens de bouwrijpfase – zoals gebruikelijk – 50% van de beoogde verlichting aangebracht. Tijdens een bewonersavond medio 2009 hebben de bewoners gevraagd of het wel nodig was om de overige 50% alsnog bij te plaatsen. Zij waren van mening dat het verlichtingsniveau dan erg overdadig zou worden. Na nader onderzoek is besloten om met uitzondering van enkele lichtmasten nabij de kinderopvang geen extra lichtmasten meer bij te plaatsen. Het aantal lichtmasten komt daarmee op ongeveer tweederde van wat normaalgesproken op grond van de verlichtingsnormen geplaatst zou worden. Onlangs hebben de bewoners via een enquête hun mening over deze verlichting gegeven. De resultaten van deze enquête zijn opgenomen in bijlage 1, en de uitkomsten zijn betrokken in het hoofdstuk ‘Verlichtingsbeleid’. Dunningen in De Wijk Nieuwbouwwijk Dunningen in De Wijk is de eerste wijk in De Wolden die volledig met led-verlichting wordt verlicht. Aanvankelijk was hier reguliere bouwverlichting geplaatst. Tijdens een bewonersavond eind 2009 werden opmerkingen gemaakt over het feit dat deze tijdelijke verlichting al voldoende tot teveel zou zijn. Ook waren er klachten over de felle, rondstralende verlichting. Daarom is een alternatief verlichtingsplan opgesteld, waarbij het aantal lichtmasten bijna gehalveerd werd ten opzichte van het oorspronkelijke verlichtingsplan en de aanwezige lichtmasten vervangen werden door led-verlichting van het type Philips City Spirit Led (zie foto hiernaast). Besloten is om het alternatieve verlichtingsplan uit te voeren, waarbij afgesproken is de proef na een jaar te evalueren. De ledverlichting is eind 2010 geplaatst; in februari 2012 hebben de bewoners via een enquête hun mening over deze verlichting gegeven. De resultaten van deze enquête zijn opgenomen in bijlage 1, en de uitkomsten zijn betrokken in het hoofdstuk ‘Milieuvriendelijke verlichting’. Dwingelerweg nabij Ansen In mei 2009 is een tweetal lichtmasten met led-verlichting geplaatst aan de Dwingelerweg nabij Ansen. Het initiatief voor deze proef kwam van ontwikkelaar Jeroen Brouwer uit Ansen in samenwerking met fabrikant Helder Licht bv. Helaas is deze proef vroegtijdig beëindigd vanwege faillissement van de fabrikant. De twee lichtmasten zijn inmiddels weer verwijderd. Algemeen Inwoners van Dunningen en Perenhof vinden openbare verlichting belangrijk, zo blijkt uit het hoge responspercentage op de enquêtes: ruim de helft van de geënquêteerden stuurde de enquête ingevuld retour. De respondenten vinden
pagina 45 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
sociale veiligheid en verkeersveiligheid de belangrijkste aspecten van openbare verlichting. Beperking van het energieverbruik vindt men bijna even belangrijk. Kleurweergave en sfeerbeleving blijken van ondergeschikt belang te zijn. Led-verlichting Bewoners van de wijk Dunningen zijn in het algemeen positief over ledverlichting. Een ruime meerderheid vindt de hoeveelheid licht voldoende en is van mening dat led-verlichting in vergelijking met reguliere verlichting even goed of zelfs beter scoort op de punten sociale veiligheid en verkeersveiligheid. Opvallend is ook dat led-verlichting leidt tot minder klachten over lichthinder. Gemiddeld krijgt de led-verlichting in de wijk Dunningen van de bewoners het rapportcijfer 7,6, wat aanzienlijk hoger is dan het rapportcijfer 6,9 voor de reguliere verlichting in de wijk Perenhof. Ruim 85% van de respondenten adviseert de gemeente om led-verlichting op bredere schaal toe te passen in De Wolden. Lager verlichtingsniveau Over een lager verlichtingsniveau zijn de bewoners van Dunningen en Perenhof in het algemeen iets minder te spreken. De meeste mensen voelen zich bij een lager verlichtingsniveau nog steeds veilig (sociale veiligheid). Op het gebied van verkeersveiligheid ervaart men echter meer problemen: bijna de helft van de respondenten vindt dat personen, obstakels en andere voertuigen minder goed zichtbaar zijn. Toch lijkt dit het totaaloordeel over een verlaagd verlichtingsniveau nauwelijks negatief te beïnvloeden: bijna driekwart adviseert gemeente De Wolden om in meer situaties een verlaagd verlichtingsniveau toe te bassen. Bij Dunningen is het oordeel over het verlaagde verlichtingsniveau overigens iets lager dan bij Perenhof; dit lijkt te maken te hebben met enkele specifieke knelpunten in Dunningen. Cijfers algemeen Inwoners van Dunningen en Perenhof vinden openbare verlichting belangrijk, zo blijkt uit het hoge responspercentage op de enquêtes. In totaal zijn 101 enquêtes verzonden naar alle adressen in de betrokken straten; 53 enquêtes zijn ingevuld retour ontvangen. In de wijk Dunningen lag het responspercentage hoger dan in de wijk Perenhof: 57% versus 46%. Om inzicht te krijgen in wat burgers 241 223 216 belangrijk vinden bij openbare verlichting is 250 167 gevraagd om een zestal aspecten te 200 rangschikken op prioriteit: beperken van 150 104 103 energieverbruik, tegengaan van 100 lichtvervuiling en lichthinder, goede 50 0 kleurweergave, sociale veiligheid, verkeersveiligheid en sfeerbeleving. De uitkomsten zijn in de grafiek hiernaast weergegeven, waarbij de aspecten gerangschikt zijn van meest belangrijk naar minst belangrijk. De respondenten blijken sociale veiligheid het belangrijkst te vinden, op de voet gevolgd door verkeersveiligheid. Beperking van het energieverbruik van de openbare
pagina 46 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
verlichting vindt men echter bijna even belangrijk als de verkeersveiligheid; bij Perenhof scoort verminderen van het energieverbruik zelfs hoger dan de verkeersveiligheid. Tegengaan van lichtvervuiling en lichthinder volgt op enige afstand. Kleurweergave van de verlichting en sfeerbeleving blijken minder belangrijk te worden gevonden. Cijfers led-verlichting Bewoners van de wijk Dunningen zijn in het algemeen tevreden over de ledverlichting in hun wijk. 80,0% vindt de hoeveelheid licht goed. Slechts 2,9% geeft aan lichthinder te ervaren op straat en/of in de eigen woning, tegen 18,8% bij de reguliere verlichting in de wijk Perenhof. 74,3% voelt zich in de eigen woonomgeving met led-verlichting even veilig als in een woonomgeving met reguliere verlichting (aspect sociale veiligheid). 77,2% vindt de zichtbaarheid van personen, voertuigen en obstakels even goed of zelfs beter dan bij reguliere verlichting (aspect verkeersveiligheid). Inwoners van de wijk Dunningen geven de verlichting in hun wijk (combinatie van lager verlichtingsniveau met led-verlichting) gemiddeld het rapportcijfer 7,6. Dit is aanzienlijk hoger dan het rapportcijfer voor de verlichting in de wijk Perenhof, waar een lager verlichtingsniveau gecombineerd is met reguliere verlichting. Die verlichting krijgt het rapportcijfer 6,9. 85,7% van de respondenten adviseert gemeente De Wolden om led-verlichting meer toe te passen in de openbare verlichting (zie grafiek hiernaast). 65,7% vindt zelfs dat led-verlichting op brede schaal toegepast kan worden in de openbare verlichting. 20,0% vindt dat ledverlichting veel meer toegepast kan worden, maar dat wel per situatie bekeken moet worden of led-verlichting in die situatie wel de beste oplossing is.
Ja, op brede schaal
8,65,7
Ja, maar niet voor iedere locatie geschikt
20 65,7
Nee
Weet niet/geen mening
Cijfers lager verlichtingsniveau Over verlaging van het verlichtingsniveau zijn de inwoners iets kritischer dan over led-verlichting. Toch is een ruime meerderheid wel positief over de hoeveelheid licht: 77,8% bij Perenhof en 68,6% bij Dunningen. Opvallend is dat bij Perenhof evenveel mensen vinden dat er nog steeds te veel verlichting is dan dat er te weinig verlichting is: ‘te veel’ en ‘te weinig’ scoren beiden 11,1%. In Dunningen vindt 31,4% de hoeveelheid licht te weinig. Dit lijkt te maken te hebben met enkele specifieke knelpunten. Bij de vrije opmerkingen werden diverse opmerkingen gemaakt over te weinig verlichting in de straat Boschstuk, de kruising van de Oosterweg met Boschstuk en Stobbe en het deel van de Oosterweg tussen deze beide kruisingen. Wellicht dat een geringe aanpassing van het verlichtingsplan op deze locaties kan leiden tot een positiever oordeel.
pagina 47 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
Het lagere verlichtingsniveau scoort op sociale veiligheid iets beter dan op verkeersveiligheid. 82,9% (Dunningen) en 88,9% (Perenhof) voelt zich in de eigen woonomgeving met een lager verlichtingsniveau even veilig of zelfs veiliger dan in een woonomgeving met een gebruikelijk (hoger) verlichtingsniveau. Ten aanzien van de verkeersveiligheid vindt 54,3% (Dunningen) en 50,0% (Perenhof) dat de zichtbaarheid van personen, voertuigen en obstakels minimaal even goed is als bij een gebruikelijk verlichtingsniveau. 42,9%/38,9% vindt de zichtbaarheid slechter. Toch lijkt dit het totaaloordeel over een lager verlichtingsniveau nauwelijks negatief te beïnvloeden: 71,4% (Dunningen) en 77,7% (Perenhof) adviseert gemeente De Wolden om in meer situaties een lager verlichtingsniveau toe te passen. 22,9%/16,7% vindt dit geen goed idee.
pagina 48 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
BIJLAGE 4 - WETTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID De beheerder van een gebied dat is aangeduid als openbare ruimte, kan wettelijk aansprakelijk zijn voor de schade als gevolgen van gebreken: aan het gebied: het gebied voldoet niet aan de eisen die men er onder gegeven omstandigheden aan mag stellen, op het gebied: voorwerpen of substanties zijn aanwezig die niet in het gebied thuishoren en die leiden toto gevaarlijke situaties. De gemeente heeft als wegbeheerder te maken met de Wegenwet en het Burgerlijk Wetboek (nr. 6). De Wegenwet regelt de openbaarheid en onderhoud aan wegen en in het Burgerlijk Wetboek is de aansprakelijkheid (onrechtmatige daad) geregeld. Wegenwet De wegenwet regelt de openbaarheid en het onderhoud van wegen. Op grond van de wegenwet kunnen publiekrechtelijk beheer en onderhoud in verschillende handen zijn. De gemeente als beheerder heeft publiekrechtelijk de eindverantwoordelijkheid dat de weg in goede staat verkeert. Ook als zij het feitelijk onderhoud aan een ander opgedragen heeft. Bij omvangrijke werkzaamheden wordt veelal via het bestek de zorg voor afzetting, bebakening en onderhoud hiervan aan de aannemer opgedragen. De gemeente kan dan als beheerder alleen aansprakelijk gesteld worden als zij te kort schiet in het toezicht houden. Voor de gemeente zijn met betrekking tot het beheer de artikelen 16 en 18 van de wet van belang: Artikel 16: Wegenwet De gemeente heeft te zorgen, dat de binnen haar gebied liggende wegen, met uitzondering van de wegen, welke door het Rijk of eene provincie worden onderhouden, van die bedoeld in artikel 17 en van die, waarop door een ander tol wordt geheven, verkeeren in goeden staat. Artikel 18: Wegenwet De gemeente en het waterschap worden geacht aan het in de artikelen 16 en 17 bepaalde te hebben voldaan: I. in het geval dat een ander dan de gemeente of het waterschap tot het onderhouden van den weg verplicht is, wanneer diens verplichting is nagekomen; II. in de overige gevallen, wanneer: de weg goed is onderhouden;aard, breedte en lengte van de verharding gelijk zijn aan aard, breedte en lengte van de verharding, zooals die zijn aangegeven op den in artikel 27 bedoelden legger. Aan de rechtsplicht zoals omschreven in artikel 16 heeft de gemeente voldaan wanneer de weg goed is onderhouden zoals omschreven in artikel 18. Overtreding van artikel 16 door de gemeente schept geen aansprakelijkheid richting de gebruiker. De aansprakelijkheid richting de gebruiker is geregeld in het Burgerlijk Wetboek.
pagina 49 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
Burgerlijk Wetboek De wettelijke aansprakelijkheid kan onderverdeeld worden in twee hoofdvormen: risicoaansprakelijkheid en schuldaansprakelijkheid. De aansprakelijkheid van de wegbeheerder is geregeld in artikel 174 van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek. Ook artikel 162 van boek 6, dat de onrechtmatige daad in het algemeen regelt, is van groot belang. Risicoaansprakelijkheid voor gebreken aan de weg Artikel 6:174 BW regelt de aansprakelijkheid van de wegbeheerder indien de schade het gevolg is van een gebrek aan de openbare weg. Onder de openbare weg vallen mede het ‘weglichaam’ en de ‘weguitrusting’. Weglichaam: die onderdelen die stabiliteit aan de weg geven. Weguitrusting: voorwerpen die worden gebruikt voor het inrichten van de weg voor het verkeersgebruik, bijv. bebording, lichtmasten, verkeerszuilen etc. Artikel 6:174BW De bezitter van een opstal die niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen, en daardoor gevaar voor personen of zaken oplevert, is, wanneer dit gevaar zich verwezenlijkt, aansprakelijk, tenzij aansprakelijkheid op grond van de vorige afdeling zou hebben ontbroken indien hij dit gevaar op het tijdstip van het ontstaan ervan zou hebben gekend. Bij erfpacht rust de aansprakelijkheid op de bezitter van het erfpachtrecht. Bij openbare wegen rust zij op het overheidslichaam dat moet zorgen dat de weg in goede staat verkeert, bij leidingen op de leidingbeheerder, behalve voor zover de leiding zich bevindt in een gebouw of werk en strekt tot de toevoer of afvoer ten behoeve van het gebouw of werk. Bij ondergrondse werken rust de aansprakelijkheid op degene die op het moment van bekend worden van de schade het werk in de uitvoering van zijn bedrijf gebruikt. Indien na het bekend worden van de schade een ander gebruiker wordt, blijft de aansprakelijkheid rusten op degene die ten tijde van het bekend worden gebruiker was. Indien de schade bekend is geworden na beëindiging van het ondergrondse werk, rust de aansprakelijkheid op degene die de laatste gebruiker was. Onder opstal in dit artikel worden verstaan gebouwen en werken, die duurzaam met de grond zijn verenigd, hetzij rechtstreeks, hetzij door vereniging met andere gebouwen of werken. Degene die in de openbare registers als eigenaar van de opstal of van de grond staat ingeschreven, wordt vermoedt de bezitter van de opstal te zijn. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder openbare weg mede begrepen het weglichaam, als mede de weguitrusting. Gebreken aan de weg Van een gebrek aan de weg is sprake als de weg niet voldoet aan de eisen die men hier onder de gegeven omstandigheden aan mag stellen en waardoor een gevaarlijke situatie ontstaat. Voorbeelden van gebreken zijn: gaten in de weg, losliggende stoeptegels, ondeugdelijk uitgevoerde drempels, gevaarlijke verkeerssituaties door onduidelijke bebording. Om te kunnen beoordelen of sprake is van een gebrek, moeten alle relevante omstandigheden ter plaatse in de beoordeling mee worden genomen, zoals
pagina 50 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
eventuele bebording, openbare verlichting e.d. Daarnaast moet ook gekeken worden naar de manier waarop de weg wordt gebruikt. Voor een automobilist levert een klein hoogte verschil in de weg normaal geen gevaar op. Voor de fietser kan ditzelfde hoogte verschil echter zeer gevaarlijk zijn. Ook de aard van het object bepaalt mede of er sprake is van een gebrek. Aan een grote doorgaande weg mogen hogere eisen worden gesteld dan aan een rustige weg in het buitengebied. Bij werkzaamheden aan een brug in een woonwijk, moet een beheerder er rekening mee houden dat spelende kinderen zich niet laten afschrikken door een bordje ‘werkzaamheden’. De wegbeheerder moet rekening houden met het gegeven dat niet alle weggebruikers steeds de nodige oplettendheid in acht zullen nemen. De wegbeheerder zal bijvoorbeeld een gewijzigde verkeerssituatie zeer duidelijk moeten aangeven. Van de weggebruikers mag worden verwacht dat zij er rekening mee houden dat het wegdek niet steeds in perfecte staat verkeert. Als zij van de toestand van de weg op de hoogte zijn, mag van de weggebruikers zelfs meer dan normale oplettendheid worden verwacht. Risicoaansprakelijkheid Artikel 6:174 BW bevat een risicoaansprakelijkheid voor de wegbeheerder. Dit houdt in dat de wegbeheerder aansprakelijk is voor schade als gevolg van een gebrek, ook al was hij niet op de hoogte van het gebrek. Aansprakelijkheid treedt in, onafhankelijk van de vraag of de wegbeheerder het gebrek kende of behoorde te kennen. Ook wordt voorbij gegaan aan de vraag of de wegbeheerde een verwijt is te maken ten aanzien van de aanwezigheid van het gebrek. Als bijvoorbeeld een wegbeheerder werkzaamheden door een aannemer laat uitvoeren, en deze een onvoldoende functionerend bord niet vervangt waardoor schade bij derden ontstaat, dan blijft de wegbeheerder aansprakelijk. De wegbeheerder kan de weggebruiker niet doorverwijzen naar de aannemer, ook al kan hij de schade onder omstandigheden op de aannemer verhalen. Is eenmaal vastgesteld dat schade is ontstaan als gevolg van een gebrek, dan is de enige mogelijkheid voor de wegbeheerder om onder de aansprakelijkheid uit te komen een beroep te doen op de ‘tenzij clausule’. Dit houdt in dat de wegbeheerder niet aansprakelijk is als er een zeer korte periode ligt tussen het ontstaan van het gebrek en het ontstaan van de schade. Een beroep op de tenzij clausule zal goed moeten worden onderbouwd. De wegbeheerder moet aantonen dat, ook al was hij van de situatie op de hoogte, vanwege het korte tijdsbestek tussen ontstaan van het gebrek en de schade geen mogelijkheid bestond tot het treffen van maatregelen. Ook moet de wegbeheerder aantonen dat de weg regelmatig is gecontroleerd. Hoeveel tijd er precies mag liggen tussen het ontstaan van het gebrek en ontstaan van de schade zal door de rechter voor elk geval apart moeten worden beoordeeld. Enkele uren tussen het ontstaan van het gebrek en de schade moet al als te veel worden aangemerkt. Kortom een beroep op de ‘tenzij clausule’ zal niet snel slagen.
pagina 51 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
Schuldaansprakelijkheid voor gebreken op de weg Als de schade niet het gevolg is van een gebrek aan de weg zelf, maar van de aanwezigheid van losse voorwerpen of substanties op de weg kan gesteld worden dat artikel 6:174 BW niet van toepassing is. In dergelijke gevallen dient de aansprakelijkheid te worden beoordeeld op grond van artikel 6:162 BW. Toerekenbaar te kort schieten van de wegbeheerder in zijn zorgplicht om de onder zijn beheer vallende wegen naar behoren te onderhouden is een noodzakelijke voorwaarde voor aansprakelijkheid. Dit moet door de gedupeerde worden aangetoond. Artikel 6:162 BW Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden. Als onrechtmatige daad worden aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond. Een onrechtmatige daad kan aan de dader worden toegerekend, indien zij te wijten is aan zijn schuld of aan een oorzaak welke krachtens de wet of in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt. Gebreken op de weg Als de beheerder op de hoogte is van de aanwezigheid van voorwerpen of substanties op het wegdek, zal hij maatregelen moeten treffen. Als bijvoorbeeld door een bouwproject in de omgeving een grote hoeveelheid zand op de weg is gekomen, dan mag van de wegbeheerder worden verwacht dat hij vaker dan gebruikelijk de weg controleert, veegt en duidelijke bebording plaatst om de weggebruiker te waarschuwen Schuldaansprakelijkheid In tegenstelling tot artikel6:174 BW, geldt voor artikel 6:162 BW dat de wegbeheerder aan de aansprakelijkheid kan ontkomen door aan te tonen dat hij niet op de hoogte was van de betreffende situatie. Hiervoor moet echter wel vast komen te staan dat voldaan is aan de zorgplicht van regelmatige controle( juridisch is geen minimumfrequentie vastgelegd). Deze controles moeten, net als uitgevoerde maatregelen, bij voorkeur wel zijn vastgelegd, wil de wegbeheerder zich er met succes op kunnen beroepen. Is de wegbeheerder eenmaal op de hoogte van de gevaarlijke situatie, dan dient hij zo snel mogelijk doeltreffende maatregelen te treffen. Wet Informatie-Uitwisseling Ondergrondse Netten (WION) In 2008 is de WION, of de grondroerdersregeling in werking getreden. De wet omschrijft: het proces van informatie-uitwisseling via het Kadaster; de verplichting om zorgvuldig te graven; zorgvuldig opdrachtgeverschap; de kwaliteit van het kaartmateriaal; het Kadaster;
pagina 52 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
toezicht op de naleving van de wet; de elektronische uitwisseling van gegevens;
Het kaartmateriaal moet met de feitelijke situatie in de grond corresponderen. Inventarisatie van de huidige situatie is hiervoor van belang en een digitale kaart moet worden vervaardigd. Als een grondroerder een melding doet moeten de gegevens actueel zijn. Dit betekent voor ons als netbeheerder dat het huidige proces, waarbij (revisie)tekeningen pas maanden na de oplevering worden bijgewerkt, moet worden aangepast. Een goed functionerend beheerssysteem voor de kabels van de openbare verlichting is noodzakelijk. Handhaving van de regelgeving door het agentschap Telecom is zowel preventief als repressief waarbij de sanctie op het niet-naleving van de regelgeving wordt opgelegd met bestuurlijke boete's. Daarnaast is de gemeente aansprakelijk voor de aangerichte schade en vervolgschade van een grondroerder als de geleverde leidinginformatie onjuist is.
pagina 53 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
BIJLAGE 5 - RICHTLIJNEN EN NORMEN Politiekeurmerk Veilig Wonen(PKVW) Het Politiekeurmerk Veilig Wonen is een initiatief van de politie. Doel is voorkoming van criminaliteit in de woonomgeving. Naast een pakket van maatregelen voor woningen worden ook eisen gesteld aan de openbare ruimte, waaronder openbare verlichting. Omdat het Politiekeurmerk uitgaat van de sociale veiligheidsfunctie van openbare verlichting, is het uitgangspunt anders dan wanneer uitgegaan wordt van de verkeersveiligheidsfunctie. Het Politiekeurmerk vereist bijvoorbeeld dat alle openbare ruimte verlicht is, dus ook bijvoorbeeld achterpaden en fietstunnels. Voldoen aan de eisen van het Politiekeurmerk is geen verplichting, maar een keuze van de gemeenteraad. Deze afweging kan per wijk of zelfs per straat gemaakt worden. Het is wel noodzakelijk dat alle spelers in de openbare ruimte hieraan meedoen. Richtlijn Openbare Verlichting 2011 (ROVL-2011) Voor het aanbrengen van openbare verlichting zijn er richtlijnen opgesteld. In 2002 is er een nieuwe serie aanbevelingen, NPR13201-1 uitgebracht. De NPR werkte, met verlichtingsklassen voor verblijfsgebieden en voor wegen met een verkeersfunctie. NPR is een richtlijn en dus niet wettelijk verplicht. Door ontwikkelingen in de openbare verlichting, gebaseerd op financiële, milieukundige aspecten en verlichtingstechniek (LED,), zijn er vaak argumenten om in de praktijk te kiezen voor een lager verlichtingsniveau dan het verlichtingsniveau van de NPR. Door deze ontwikkelingen is de richtlijn aangepast en in 2011 vervangen door de ‘Richtlijn voor Openbare Verlichting ROVL-2011’. Deze richtlijn geeft handreikingen voor het maken van een beleidskeuze binnen de openbare verlichting. Het maken van de keuze tot verlichten, niet verlichten of te besluiten tot een alternatieve maatregel is een nieuw onderdeel in deze richtlijn ten opzichte van de NPR. CE-keurmerken Voor lichtmasten, armaturen dienen door de fabrikanten CE-keurmerken afgegeven te worden. De CE-keurmerken moeten zijn onderbouwd met een CEcomptabiliteitsverklaring, waarin de fabrikanten verklaren dat de door hun op de markt gebrachte producten volledig voldoen aan de binnen de EG gestelde eisen voor het betreffende product. Deze CE-verklaring vrijwaart de opdrachtgever voor aansprakelijkheid, indien hij de producten inzet voor het doel waarvoor zij zijn ontworpen. De fabrikant neemt op deze wijze de productaansprakelijkheid op zich, mits de door hem geleverde producten toegepast worden op de wijze zoals ze ontworpen zijn. Het CE-keurmerk is dan ook van toepassing op lampen, voorschakelapparatuur, armaturen en lichtmasten. Voor lichtmasten wordt er sinds januari 2006 een keurmerk afgegeven voor alle materialen die worden gebruikt voor de aanleg van openbare verlichting. Voor lichtmasten is dit herkenbaar aan de CE-sticker die staat voor de NEN-EN40, Europese norm voor berekeningen van sterkte.
pagina 54 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
Elektrotechnisch deel van de OV-installaties. Voor alle Elektrotechnische installaties en dus ook het bovengrondse deel van de openbare verlichting, dient een veilige bedrijfsvoering gewaarborgd te zijn. Dit dient te geschieden volgens NEN3140, NEN1010 en NEN-EN50110-1. De verantwoording hiervoor ligt bij de gemeente. Omdat de gemeente het werk aan de installaties zelf niet uitvoert dient er een verantwoordelijke schriftelijk aangewezen te worden. De Arbo-wet geeft geen directe praktische invulling hoe veilige installaties en het veilig werken aan deze installaties moet worden uitgevoerd, maar verwijst naar een aantal normen als NEN3140 en NEN1010. Indien alle openbare verlichting aangesloten is op het OV-net van het nutsbedrijf (in dit geval Essent) behoeft de bovengrondse installatie niet aan alle bovenvermelde eisen te voldoen. Het is echter wel raadzaam dit schriftelijk vast te leggen bij de beheerder van het OV-net. Deze zal dan ook een verklaring dienen af te leggen om de gemeente te vrijwaarden betreffende aanspraken in deze. De gemeente fungeert als ‘installatieverantwoordelijke’ en is verantwoordelijk voor het veilig maken en houden van de elektrotechnische installatie en de bedrijfsvoering hiervan en betreft dan alleen het bovengrondse deel van de OVinstallaties. Dit houdt in dat hij verantwoordelijk is voor de veilige nieuwbouw en onderhoud van de installaties. Om deze verantwoording goed te kunnen dragen dient er een periodieke keuring/inspectie en periodieke instructie van betrokken medewerkers/werknemers geregeld te zijn. Bij uitbesteed elektrotechnisch onderhoud dient dit via de onderhoudsovereenkomst geregeld en vastgesteld te worden. Betekenis van de normen en aanbevelingen De Europese normen hebben tot doel Europese regels inzake verlichting op te stellen en daarbij de technologische hinderpalen tussen de lidstaten uit de weg te ruimen. Wanneer een ontwerpnorm is voltooid, stemmen de lidstaten van de CEN over zijn goedkeuring als EN-norm. De nu gemandateerde EN-normen worden vervolgens door de lidstaten binnen een termijn van zes maanden omgezet in nationale normen en bindend verklaard. Dat wil zeggen dat de verlichtingsinstallatie in overeenstemming met deze normen moet worden ontworpen en gerealiseerd. De Aanbevelingen voor Openbare Verlichting van de NSVV en het PolitieKeurmerk Veilig Wonen® kunnen door de gemeente in de privaatrechtelijke sfeer worden voorgeschreven (bijvoorbeeld in een bestek of contract tussen de gemeente en een leverancier, aannemer en/of energiebedrijf). De openbare verlichtingsinstallatie moet zodanig worden onderhouden dat ze aan de gestelde normen blijft voldoen. Voor de regeling van aansprakelijkheid bij eventuele ongevallen of misdrijven is het van belang, dat duidelijk kan worden aangetoond dat het beheer en het onderhoud naar behoren zijn en worden uitgevoerd.
pagina 55 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
BIJLAGE 6 – UITVOERING IN EIGEN BEHEER In 2009 heeft energiebedrijf Rendo de deelnemende gemeenten – waaronder De Wolden – een voorstel gedaan voor samenwerking op het gebied van openbare verlichting. Die samenwerking hield in dat diverse taken – waaronder beheer en onderhoud, inkoop van materialen, ontwerpen van OV-installaties, bestandsbeheer en storingsdienst – uitbesteed zouden worden aan Rendo. Een dergelijke samenwerking cq uitbesteding zou echter leiden tot een vermindering van de flexibiliteit in het beheer van de openbare verlichting. Bovendien was er geen garantie dat een dergelijke samenwerking zou leiden tot betere kwaliteit of lagere kosten. Naar verwachting zou de samenwerking juist leiden tot hogere kosten, vanwege de extra personele inzet voor coördinatie, aansturing en controle. Ook werd het niet waarschijnlijk geacht dat Rendo de werkzaamheden goedkoper uit zou kunnen voeren dan de eigen buitendienst. Daarom heeft het college besloten om de openbare verlichting zelfstandig te blijven beheren en onderhouden, en geen gebruik te maken van het aanbod van Rendo. De andere deelnemende gemeenten hebben hetzelfde besluit genomen. Het niet-doorgaan van de samenwerking met Rendo heeft in 2010 geleid tot gesprekken tussen de gemeenten Hoogeveen, Meppel en De Wolden over een lichte intergemeentelijke samenwerking voor het beheer en onderhoud van de openbare verlichting. Aanleiding voor deze gesprekken was dat de gemeente Hoogeveen – die het volledige beheer en onderhoud van de openbare verlichting uitbesteed heeft aan Rendo – ontevreden was over de uitvoering door Rendo en het contract hiervoor per eind 2012 wilde beëindigen. Uit de gesprekken bleek dat er grote verschillen bestaan tussen het OV-beheer van de gemeenten. De gemeente Hoogeveen besteedt het beheer, onderhoud, storingen, inkoop van materialen en opstellen van het OV-beleidsplan uit aan Rendo. De gemeente Meppel besteedt het groot onderhoud en nieuwbouw uit aan een aannemer, huurt expertise in voor het opstellen van een beleidsplan en doet zelf het beheer, klein onderhoud, storingen en inkoop van materialen. Gemeente De Wolden doet alles zelf, van de storingen tot het opstellen van een beleidsplan. Alleen bij nieuwbouw worden de uitvoerende werkzaamheden uitbesteedt aan een aannemer. Op een later moment is ook de gemeente Westerveld aangeschoven bij de gesprekken over een mogelijke samenwerking. Gezien de grote verschillen tussen het beheer en beleid op het gebied van openbare verlichting is uiteindelijk geconcludeerd dat een samenwerking waarschijnlijk niet zou leiden tot de gewenste voordelen, zoals efficiencyverbetering, kwaliteitsverbetering en kostenbesparing. De gesprekken om te komen tot een samenwerking zijn daarom beëindigd.
pagina 56 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
BIJLAGE 7 VERLICHTING
Cluster Beheer openbare ruimte
BELEIDSASPECTEN
OPENBARE
Algemene beleidsuitgangspunten openbare verlichting § nr
Omschrijving
5.1 De ROVL-2012 gebruiken bij de beslissing of er wel/niet openbare verlichting geplaatst wordt Het verlichtingsniveau uit de ROVL-2011als maximaal niveau hanteren Voor de verlichting van de openbare ruimte streven naar een gemiddeld verlichtingsniveau van 70 % van de ROVL-2011 tijdens de avond uren (inschakel moment tot middernacht) Als minimum wordt 0% van het verlichtingsniveau van de richtlijnen ROVL-2011 gehanteerd, dus geen verlichting of volledig dimmen (uitzetten in nachtelijke uren) De bestaande verlichting niet ‘actief’ aanpassen op nieuwe richtlijnen. Dit gebeurt pas als er een ‘natuurlijk’ moment staat te gebeuren (bv. herinrichting van een gebied, in combinatie met groot onderhoud, vervanging vanuit ouderdom) 5.2 Richtlijnen van de NSVV tegen lichtvervuiling en lichthinder hanteren In situaties waarin openbare verlichting buiten de bebouwde kom toch wenselijk wordt geacht, wordt habitatvriendelijke verlichting toegepast 5.3 Uitgangspunt hanteren geen openbare verlichting plaatsen tenzij volgens ROVL-2012 Bij nieuwe armaturen efficiënte (functionele) armaturen gebruiken Bij uitfasering van lampen overgaan op de energiezuinige variant Bestaande armaturen niet grootschalig gaan vervangen door ledarmaturen. Hiermee wachten tot einde levensduur (natuurlijk moment) van de bestaande armaturen In woonwijken PLL-verlichting wel dimmen, meer voor het verlagen van CO2 uitstoot en een wat minder stroomverbruik. Maar ook zorgen dat er niet overdadig verlicht wordt en lichthinder richting woningen voorkomen wordt. Dit alleen toepassen bij nieuwe installaties (natuurlijk moment) Bij nieuwe armaturen met hogere vermogens (≥ 60 watt) dimunits meteen meenemen Bestaande armaturen alleen gaan dimmen bij hogere vermogens (≥ 60 watt) en als de armaturen een restlevensduur groter dan 10 jaar hebben Geen aanpassing van de schakeltijden voor de avond- en nachtbranders 5.4 Uitvoering van het onderhoud aan de openbare verlichting binnen de gemeente houden Voor de duur van dit beleidsplan percentage areaal uitbreiding op nul houden Masten vervangen op basis van technische staat en niet op basis van theoretische levensduurleeftijd Standaardisatie materialen 5.5 Bij aanleg van een nieuwe installatie de levensduurkosten (Total Cost of Ownership) bepalend laten zijn.
pagina 57 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
5.6 Het toepassen van milieuvriendelijk geproduceerde materialen Kiezen voor energiezuinige lampsoorten en armaturen De levensduur en recyclingmogelijkheden betrekken bij de keuze van de installatie. Het milieuvriendelijk afvoeren van alle vrijkomende materialen Materialen vervangen op basis van werkelijke toestand en niet op theoretische levensduur Lichtmasten worden uitgevoerd in aluminium Overige beleidsaspecten Voor nieuwe situaties/herinrichtingen de openbare ruimte integraal 6.1 ontwerpen 6.2 Lichtplan laten opstellen voor het aan te lichten gebouw, kosten initiatief nemer De verlichting voor het aanlichten ’s nachts uitschakelen 6.3 Tunnels verlichten volgens NSVV richtlijnen 6.4 Geen grondspots toepassen voor aanlichten van bomen 6.5 Verlichting in en aan ANWB masten/wegwijzers worden onderhouden door de gemeente 6.6 Voor uitbreidingsgebieden een eigen OVL-net toepassen
pagina 58 van 59
Beleidsplan Openbare verlichting
Cluster Beheer openbare ruimte
pagina 59 van 59
Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering Agendapuntnummer Besluitnummer Portefeuillehouder
: 30 mei 2013 : IX, punt 9 : 939 : Wethouder Mirjam Pauwels
Aan de gemeenteraad Onderwerp: Begroting 2014 en de jaarstukken 2012 van de GGD Drenthe. Samenvatting: Overeenkomstig de gemeenschappelijke regeling wordt de gemeenteraad gevraagd hun zienswijze bij de voornoemde stukken te geven. Fase van besluitvorming: Besluitvormend. Ontwerpbesluit: 1. Kennis te nemen van de concept(meerjaren)begroting GGD Drenthe 2014-2017; 2. Als zienswijzen in te dienen: - De begroting 2014 van de GGD Drenthe voldoet aan de uitgangspunten en criteria die door de gemeenten en de GGD zijn overeengekomen en passen binnen het gemeentelijk volksgezondheidsbeleid van De Wolden en voldoet aan de opgelegde taakstelling. 3. Kennis te nemen van de conceptjaarstukken 2012. 4. Als zienswijze in te dienen: - Gezien de goedkeurende accountantsverklaring en het feit dat de GGD een financieel stabiele organisatie met een deugdelijke financiële basis is akkoord gaan met de jaarstukken 2012. Inleiding en aanleiding: Inleiding: In de brief van 19 december 2012 heeft het dagelijks bestuur van de GGD Drenthe de beleidsvoornemens voor 2014 kenbaar gemaakt. Deze beleidsvoornemens zijn vertaald in de door het Dagelijks Bestuur aangeboden conceptbegroting 2014. Tevens worden het jaarverslag, de jaarrekening en de nota reserves en voorzieningen 2012 aangeboden. Aanleiding: Overeenkomstig de gemeenschappelijke regeling stelt het Algemeen Bestuur (AB) de begroting vast voor 1 juli voorafgaand aan het jaar waarop de begroting betrekking heeft. De gemeenteraad wordt binnen 10 weken na toezending van de conceptbegroting in de gelegenheid gesteld bij het DB schriftelijk de zienswijze over de begroting naar voren te brengen. Het DB stelt jaarlijks de jaarrekening over het voorgaande jaar op en zendt deze voor 1 april aan de gemeente en ter controle aan de accountant. Het AB stelt de jaarrekening vast voor 1 juli, waarbij kennis wordt genomen van het accountantsrapport en de eventuele opmerkingen van de gemeente.
Pagina 1 van 5
Problemen of vraagstukken: De beleidsvoornemens 2014 zijn in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 12 februari 2013 besproken. Het college heeft kunnen constateren dat de opbouw van de kaderbrief wederom overzichtelijk en duidelijk is. Ook heeft het college geconstateerd dat de kaderbrief in lijn is met het vastgestelde beleidsplan WMO en volksgezondheid 2012-2015. De eigen verantwoordelijkheid van mensen zit er in en ook het versterken van de eigen kracht en dat vinden we belangrijk. De begroting 2014 is gebaseerd op de beleidsvoornemens 2014 en is thans onderwerp van behandeling. Van de gemeenteraden worden zienswijzen op de onderhavige stukken gevraagd. Beoogd effect: Door vaststelling van de begroting 2014 wordt uitvoering gegeven aan het gemeentelijk beleid volksgezondheid, zoals opgenomen in de nota WMO/Volksgezondheid, alsmede aan de door de wet opgelegde taken die zijn belegd bij de GGD Drenthe. Ontwerpbesluit: toelichting en argumentatie: Begroting 2014 Toelichting voorgesteld besluit: De conceptbegroting 2014 staat in het teken van de bezuiniging en is daarmee de vierde begroting op rij die beleidsarm is. Niettemin worden de taken uitgevoerd die worden genoemd in de kaderbrief van 19 december 2012. De begroting 2014 kent dezelfde opbouw als die van 2013. De hoofdlijnen zijn afgeleid van de reacties van de gemeenten op de kaderbrief 2014. Uitgegaan wordt van een korting van 3% van de inwonersbijdrage 2014 ten opzichte van die van 2013. De tendens van de reacties van de gemeenten op de kaderbrief 2014 is dat deze kaderbrief duidelijk en overzichtelijk is en in ieder geval voor De Wolden naadloos aansluit bij het gemeentelijk beleid. Het gegeven dat De Wolden als pilot voor Drenthe heeft gefungeerd voor de integrale nota WMO/VGZ (Wet Maatschappelijke Ondersteuning en Volksgezondheid) zal hier ongetwijfeld mee te maken hebben. De drie thema’s die uit de reacties van de gemeenten naar voren komen zijn: • Integrale jeugdgezondheidszorg • Krimp als thema binnen de Academische Werkplaats • Het financiële kader voor 2014-2017 Integrale jeugdgezondheidszorg (i-JGZ) In 2013 wordt gewerkt aan de realisatie van de integrale jeugdzorg. Hierin wordt samen met Icare nadere afspraken gemaakt over de overgang met als uitgangspunt een warme overdracht. In 2014 zal de integratiefase plaatsvinden. Vanaf 2015 zal vervolgens de transformatiefase plaatsvinden. Deze fase staat in het teken van de realisatie van de meerwaarde van de i-JGZ. Krimp als thema binnen de Academische Werkplaats. Partijen die in de werkplaats participeren zijn onder andere de Rijksuniversiteit Groningen, het Universitair Medisch Centrum Groningen, de Noordelijke hogescholen, het RIVM, overheden en de drie noordelijke GGD'en. Onderzoek binnen de werkplaats sluit aan bij de gemeentelijke beleidsthema’s. De focus in de advisering door de werkplaats ligt op de vraag hoe gezondheidsachterstanden bij specifieke doelgroepen kunnen worden voorkomen. Het financiële kader voor 2014-2017 De belangrijkste door de gemeenten genoemde standpunten zijn: • Het belang dat het basistakenpakket volledig blijft voldoen aan de wettelijk gestelde eisen.
Pagina 2 van 5
Dit is in lijn met het standpunt van het bestuur. • Een aantal gemeenten wenst zicht te krijgen op de effecten van de inkoop van additionele taken gezondheidsbevordering. De GGD voert momenteel gesprekken met de gemeenten over de inzet gezondheidsbevordering 2013 en 2014. • Een aantal gemeenten vraagt aandacht voor de ontwikkelingen in het sociaal domein en de onzekerheid die dit op dit moment nog met zich meebrengt op financieel niveau. De GGD geeft aan bewust te zijn van deze ontwikkelingen maar merkt op dat het bestuur vasthoudt aan het wettelijk basistakenpakket. • Een aantal gemeenten wenst een beeld te krijgen bij de financiële risico’s die er mogelijk zijn nu vier gemeenten niet hebben gekozen voor i-JGZ. De GGD blijft voldoen aan de door het bestuur gevraagde bezuinigingsopgave, echter niet geheel op de i-JGZ maar voor een deel op overhead en bedrijfsvoering. Andere hoofdlijnen van de begroting 2014 zijn: Beleid en activiteiten De komende jaren komen er verschillende ontwikkelingen op ons af. Een belangrijke ontwikkeling in Noord-Nederland is de bevolkingskrimp. Een afnemende bevolking heeft op tal van terreinen gevolgen voor de publieke gezondheid in een regio. De belangrijkste boodschap die uit de aangepaste Wet Publieke Gezondheid (Wpg) is op te maken sluit prima aan bij de door ons vastgestelde beleidskaders waarbij we uitgaan van: van ziekte en zorg ontwikkelen we naar gezondheid en gedrag. Op basis van de gezondheidsthema’s uit de beleidsvisie van de GGD zijn de prioriteiten voor 2014 benoemd. Samen met de gemeenten zullen deze verder worden uitgewerkt. • Bevorderen: gezond leven, gezonde keuze Hieronder vallen de leefstijlonderwerpen die de meeste gezondheidsschade veroorzaken: eten en bewegen, roken en alcoholgebruik. Onze beleidslijn is duidelijk beschreven in de integrale nota WMO/VGZ en houdt in dat wij als gemeente verantwoordelijk zijn voor een gezonde leefomgeving en het ondersteunen van inwoners bij het makkelijker toegankelijk maken van gezonde keuzes. • Beschermen: veiligheid en gezondheid Het OGGz netwerk en het Project problematisch Wonen zijn inmiddels geïntegreerd tot het OGGZ netwerk nieuwe stijl waarmee een professionaliseringsslag en kwaliteitsslag wordt gemaakt. De beschreven taken op het terrein van seksuele gezondheid passen geheel binnen de uitdaging van ons Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). • Bewaken: monitoring en advies De inzet hierop van de GGd omarmen wij mede gelet op de aanstaande transities. Inzicht en de risico’s is dan onontbeerlijk. • Jeugd De integrale Jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar is voor acht gemeenten waaronder De Wolden in 2014 een feit. De daarbij te hanteren uitgangspunten onderschrijven wij en passen binnen het beleid van het CJG in De Wolden Samengevat: De begroting 2014 van de GGD Drenthe voldoet aan de uitgangspunten en criteria die door de gemeenten en de GGD zijn overeen gekomen en passen binnen het gemeentelijk volksgezondheidsbeleid van De Wolden en voldoet aan de door de gemeenteraad opgelegde taakstelling. Jaarstukken 2012 In 2012 is een aantal belangrijke onderwerpen de revue gepasseerd. De belangrijkste zijn: de beleidsvisie van de GGD voor de komende jaren, de vorming van de integrale jeugdgezondheidszorg, de bezuinigingen en de reorganisatie.
Pagina 3 van 5
Het rekeningresultaat bedraagt € 258.000. Dit is het gevolg van een aantal incidentele meevallers, die geen aanleiding geven om de lopende begroting 2013 bij te stellen. Voorgesteld wordt om het resultaat toe te voegen aan de reserves en als volgt te verdelen: • Een toevoeging ad € 53.000 aan de reserve Nieuwbouw teneinde de geprognosticeerde uitgaven in 2013/2014 te kunnen dekken. Na prognose bedraagt de stand van de reserve € 0. • De reserve Achtergesteld Werk wordt conform de planning en besluitvorming opgeheven. Voorgesteld wordt het eindsaldo ad € 11.000 toe te voegen aan de Algemene reserve. • Een bedrag van € 190.000 toe te voegen aan de Frictiekostenreserve om de hiervoor benoemde kosten te kunnen dekken. Na prognose is de eindstand van deze reserve € 0. • Per saldo een bedrag van € 26.000 toe te voegen aan de Algemene reserve. In de periode 2013-2014 zal een behoorlijk beslag op de reserves worden gedaan. Dit toekomstig beslag betekent dat de omvang van de Algemene reserve zakt van € 447.000 naar € 73.000. Op basis van de begrote bestemming zal aan de reserves ruim € 1.9 miljoen worden onttrokken. Hierdoor zal de reservepositie zijn afgenomen tot ongeveer € 1 miljoen. Samengevat: Gezien de goedkeurende accountantsverklaring en het feit dat de GGD een financieel stabiele organisatie met een deugdelijke financiële basis is akkoord gaan met de jaarstukken 2012. Alternatief beleid: n.v.t. Financiële effecten: Bezuinigingstaakstelling gemeente: In meerjarenperspectief heeft De Wolden een taakstelling per 2014 ingeboekt van € 25.000,-. De verwachting bestond dat de Integrale JGZ een structureel voordeel voor de 12 Drentse gemeenten van € 1,- per inwoner (totaal € 500.000) met ingang van 2014 zou opleveren. Het aandeel van de GGD hierin is begroot op € 227.000). Doordat 8 gemeenten hebben gekozen voor de integrale JGZ (i-JGZ) en 4 gemeenten niet zal het meer voorbereidingstijd kosten. Naar verwachting zal de totale taakstelling per 2016 worden gerealiseerd. Een gedeelte (€ 125.000) is verwerkt in de bezuinigingen 2014. Voor De Wolden is dit € 6.250. Het restant (€ 102.000) komt in 2016 ten goede aan de acht deelnemende gemeenten In de decemberrapportage 2012 is de raad hierover geïnformeerd. Hierin is vermeld dat de bezuiniging van € 25.000 op de integratie jeugdzorg bij de GGD in plaats van per 1 januari 2014 mogelijk pas ingaande 2016 kan worden gerealiseerd. Bezuinigingstaakstelling GGD Drenthe: De door de GGD gepresenteerde bezuinigingen gingen voorts uit van een meerjarige nul-lijn en een extra korting van 5% op de inwonersbijdrage van 2014 ten opzichte van 2013. Het bezuinigingsvoorstel is in grote lijnen overgenomen met dien verstande dat het GGD bestuur het niet acceptabel vond te bezuinigen op het primaire proces. In 2008 is het minimale dienstverleningsniveau vastgesteld, waarbij de wettelijke minimumnormen als uitgangspunt zijn genomen. Bezuinigen op deze functies zou betekenen dat niet meer aan deze minimumnormen voldaan kan worden, waardoor de gezondheidsrisico’s voor onze inwoners te groot zouden worden. Het GGD bestuur heeft derhalve besloten niet op deze functies te bezuinigen. Dit betekent dat op de inwonersbijdrage voor 2014 geen 5% maar ruim 3% wordt bezuinigd ten opzicht van 2013. Voor De Wolden betekent dit per 2014 een bezuiniging van € 17.630,- structureel.
Pagina 4 van 5
Dit gevoegd bij de bezuiniging op de i-JGZ betekent dat de bezuiniging voor De Wolden ad € 25.000,- ruimschoots wordt gehaald, echter niet per 2014 maar per 2016. Op basis van de huidige informatie gaan we uit van de onderstaande bezuinigingsmogelijkheid: bezuiniginsmogelijkheid lagere inwonersbijdrage integratie JGZ totaal
2014 11.380 6.250 17.630
2015 11.380 6.250 17.630
2016 11.380 25.000 36.380
Personele effecten: n.v.t. Juridische effecten: De bepalingen van de gemeenschappelijke regeling zijn van kracht. Participatie- en communicatieparagraaf: (in te vullen aan de hand van de menukaart) n.v.t. Fatale termijnen: De zienswijzen kunnen tot uiterlijk 10 juni 2013 worden ingediend bij het bestuur. Aanpak en uitvoering: De raad wordt gevraagd om een zienswijze en deze wordt teruggekoppeld aan het bestuur van de GGD. Bijlagen (alleen digitaal): - Beleidsbegroting 2014-2017 GGD Drenthe; - Jaarstukken 2012 GGD Drenthe.
Zuidwolde, 17 mei 2013 Burgemeester en wethouders van De Wolden, secretaris Nanne Kramer
burgemeester Roger de Groot
Pagina 5 van 5
Ontwerp
Nr.
IX / 9
De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 mei 2013;
Besluit:
1. Kennis te nemen van de concept(meerjaren)begroting GGD Drenthe 2014-2017; 2. Als zienswijzen in te dienen: - De begroting 2014 van de GGD Drenthe voldoet aan de uitgangspunten en criteria die door de gemeenten en de GGD zijn overeengekomen en passen binnen het gemeentelijk volksgezondheidsbeleid van De Wolden en voldoet aan de opgelegde taakstelling. 3. Kennis te nemen van de conceptjaarstukken 2012. 4. Als zienswijze in te dienen: - Gezien de goedkeurende accountantsverklaring en het feit dat de GGD een financieel stabiele organisatie met een deugdelijke financiële basis is akkoord gaan met de jaarstukken 2012.
Zuidwolde, 30 mei 2013 De raad voornoemd,
griffier, drs. I.J. Gehrke
voorzitter, R.T. de Groot
Pagina 1 van 1
JAARSTUKKEN | 2012 Jaarverslag Jaarrekening Nota reserves en voorzieningen
GGD Drenthe maart 2013 | Overcingellaan 17 | 9401 LA Assen | (0592) 306 300 |
[email protected] | www.ggddrenthe.nl
Inhoud 1. Jaarverslag...............................................................................................5
1.1 Inleiding..........................................................................................5
1.1.1 Beleidsvisie................................................................................5 1.1.2 Integrale jeugdgezondheidszorg.....................................................5 1.1.3 De bezuinigingen........................................................................6 1.1.4 Reorganisatie..............................................................................6
1.2 Programmaverantwoording Algemene Gezondheidszorg.............................7
1.2.1 Belangrijke ontwikkelingen AGZ.....................................................7 1.2.2 Technische Hygiëne Zorg..............................................................7 1.2.3 Vaccinaties.................................................................................8 1.2.4 OGGz.........................................................................................8 1.2.5 Forensische Geneeskunde............................................................ 11 1.2.6 Seksuele Gezondheid.................................................................. 12 1.2.7 Medische Milieukunde................................................................ 12 1.2.8 Infectie Ziekten Bestrijding........................................................ 14 1.2.9 Epidemiologie, Gezondheidsbevordering en beleidsadvisering........... 16 1.2.10 GROP..................................................................................... 17 1.2.11 Huiselijk Geweld...................................................................... 18
1.3 Programmaverantwoording Jeugdgezondheidszorg................................. 19
1.3.1 Belangrijke ontwikkelingen......................................................... 19 1.3.2 Preventief gezondheidsonderzoek basis- en voortgezet onderwijs...... 22 1.3.3 Preventief gezondheidsonderzoek speciaal onderwijs....................... 23 1.3.4 Rijksvaccinatieprogramma jeugd.................................................. 24 1.3.5 Additionele taken van de jeugdgezondheidszorg............................. 25
1.4 Bedrijfsvoering................................................................................ 26
1.4.1 Communicatie........................................................................... 26 1.4.2 Kwaliteit.................................................................................. 26 1.4.3 Personeel en organisatie............................................................. 27 1.4.4 Huisvesting: inrichting Groene Dijk.............................................. 29
| jaarstukken 2012
2. Jaarrekening........................................................................................... 30
2.1 Exploitatierekening 2012................................................................... 32
2.1.1 Toelichting op de exploitatierekening........................................... 33 2.1.2 Exploitatie per programma.......................................................... 34 2.1.3 Wet openbaarmaking uit publieke middelen
gefinancierde topinkomens (WOPT)............................................... 35
2.2 Balans per 31 december 2012............................................................ 36
2.2.1 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling.......................... 37 2.2.2 Toelichting op de balans per 31 december 2012............................. 38
2.3 Overzicht reserves ultimo 2012........................................................... 40
2.4 Paragrafen...................................................................................... 41
2.4.1 Bedrijfsvoering......................................................................... 41 2.4.2 Weerstandsvermogen.................................................................. 41
2.5 Controleverklaring accountant............................................................ 43
3. Nota Reserves en Voorzieningen................................................................ 45
3.1 Concept voorstel resultaatsbestemming............................................... 46
3.2 Verslag per reserve en voorziening...................................................... 47
| jaarstukken 2012
1. JAARVERSLAG | 2012
| jaarstukken 2012
1.1 Inleiding In 2012 is een aantal belangrijke onderwerpen de revue gepasseerd. De belangrijkste daarvan zijn: De beleidsvisie van de GGD voor de komende jaren, de vorming van de integrale jeugdgezondheidszorg, de bezuinigingen en de reorganisatie.
1.1.1 Beleidsvisie De vaststelling van de beleidsvisie is voor de GGD heel belangrijk. Niet alleen zijn de missie en visie helder geformuleerd, ook is een aantal kernwaarden benoemd. Samen zijn deze de komende jaren leidend voor het handelen van iedere individuele medewerker van de GGD en voor de GGD als geheel. In de beleidsvisie geeft de GGD onder andere aan dat het van de gemeenten verwacht dat deze nadrukkelijk regie gaan voeren wanneer het gaat om de richting die de GGD uitgaat en de wijze waarop dat plaatsvindt. De GGD sluit daarbij nadrukkelijk aan bij het buurt-, wijk- en dorpsgericht werken. Basis voor de taak en rol van de GGD vormt natuurlijk de professioneel inhoudelijke functie die de GGD heeft. De GGD heeft er voor gekozen een beleidsvisie te formuleren en dus geen beleidsplan. De GGD gaat er derhalve van uit dat in overleg met de gemeenten de komende jaren invulling aan deze beleidsvisie wordt gegeven. Dat vraagt van de gemeenten een duidelijk gemeentelijk opdrachtgeverschap en van de GGD om adequaat relatiemanagement. Om deze reden heeft iedere gemeente een relatiemanager toegewezen gekregen, die de ‘voordeur’ van de hele GGD vormt. De in de beleidsvisie geformuleerde kernwaarden gaan zowel op het niveau van teams als van individuele medewerkers steeds meer een rol spelen. Dit uit zich in meer samenwerkingsverbanden tussen teams onderling (waar men eerder vooral als specialisten werkte), meer oog voor (de vraag van) de cliënt en het laten zien van meer eigen verantwoordelijkheid als het gaat om het behalen van resultaten. In de beleidsvisie is overigens gekozen voor een andere programma-indeling, mede op basis van de geformuleerde missie en visie. Dat betekent dat het jaarverslag en jaarrekening over 2013 er anders uit zullen gaan zien.
1.1.2 Integrale jeugdgezondheidszorg Na een jarenlange discussie hebben 8 van de 12 Drentse gemeenten ervoor gekozen om ook de jeugdgezondheidszorg 0-4 bij de GGD onder te brengen. Dit is niet alleen goed vanuit het ontwikkelingsperspectief van het kind. Ook vanuit het perspectief van de decentralisatie van de Jeugdzorg zal dit de nodige voordelen bieden. Er ligt immers een uitdagende opgave om zo weinig mogelijk kinderen en jeugdigen te laten instromen in de zwaardere trajecten van bijvoorbeeld de jeugdhulpverlening en jeugd-GGZ. Dit is zowel vanuit de inhoud als vanuit de beheersing van de financiën belangrijk. De integrale jeugdgezondheidszorg kan hieraan een belangrijke bijdrage leveren.
| jaarstukken 2012
In 2013 zal de integrale jeugdgezondheidszorg worden voorbereid, waarna in 2014 de transitie van de jeugdgezondheidszorg zal worden vormgegeven. De inhoudelijke en financiële verantwoordelijkheid voor het jeugddomein zal immers vanaf 2015 bij de gemeenten liggen.
1.1.3 De bezuinigingen Naast over de bezuinigingen die in 2012 zijn doorgevoerd, heeft het bestuur van de GGD een stevige discussie gevoerd over de begroting 2013. Uitgangspunt daarbij is dat de GGD zeker ook haar aandeel levert, waarbij de uitvoering van het wettelijk basistakenpakket niet onder de minimale norm mag komen. In de periode 2010 – 2014 bezuinigt de GGD een bedrag van € 1,2 miljoen op een begroting van het basistakenpakket van bijna € 9 miljoen. Dit is ruim 13% van de begroting. Dit vraagt van de GGD niet alleen een grote inspanning, maar ook de nodige creativiteit. Door samenwerking, innovaties en minder overhead is dit gelukt. Wel constateert het bestuur dat de rek binnen de organisatie er nu echt helemaal uit is. Vastgesteld moet worden dat eventueel toekomstige bezuinigingen per definitie ten koste zullen gaan van de inhoud.
1.1.4 Reorganisatie Als gevolg van de nieuwe beleidsvisie, de ontwikkelingen bij de gemeenten en de bezuinigingen is besloten tot een reorganisatie. Kern van deze reorganisatie is dat de GGD qua organisatiestructuur en –cultuur aansluit bij het wijk-, buurt en dorpsgericht werken. Inhoudelijke professionals moeten de ruimte hebben om op lokaal niveau eigen afspraken met gemeenten en ketenpartners te kunnen maken, afgestemd op de lokale vraag. Een en ander betekent bijvoorbeeld ook dat de GGD één managementlaag (die van sectorhoofden) schrapt. Dit krijgt vanaf 2013 vorm en inhoud. Vooruitlopend op de reorganisatie is er binnen de sector Algemene gezondheidszorg (AGZ) geëxperimenteerd met de implementatie van Resultaat Verantwoordelijke Eenheden (RVE’s). De 5 RVE-trajecten in deze pilot zijn in 2012 voltooid en in z’n totaliteit geëvalueerd. Deze evaluatie geeft inzicht in de positieve resultaten en in de leerpunten die er zijn voor het vervolgtraject. Het management zal deze leerpunten actief oppakken in de uitwerking van het vervolgtraject voor alle andere teams binnen de GGD.
| jaarstukken 2012
1.2 Programmaverantwoording Algemene Gezondheidszorg
1.2.1 Belangrijke ontwikkelingen AGZ Noord-Nederlandse samenwerking Het door de drie noordelijke GGD-en (Groningen, Drenthe en Fryslân) gezamenlijk ontwikkelde GROP (GGD Rampen Opvang Plan) is in 2012 door de directies vastgesteld. Tevens is er in gezamenlijkheid een ‘GROP’film gemaakt. Deze heeft als doel alle GGD-medewerkers bewust te maken van de rol die de GGD, en daarmee mogelijk elke individuele medewerker, heeft in de opvang van incidenten en rampen. De film zal ook gebruikt worden ter informatie van bestuurders en raadsleden. De verschillende draaiboeken van de GGD-en worden afgestemd, er is echter nog wel een verschil in de organisatie van de bereik- en beschikbaarheid van medewerkers tussen de provincies. Inhoudelijk wordt er op verschillende terreinen steeds meer samengewerkt. Binnen de Medische Milieukunde (MMK) gaat dat inmiddels zo ver dat de taakgebieden over de drie teams zijn verdeeld. Daardoor beschikken we per individuele GGD over meer specialistische kennis. Voor de Forensische Geneeskunde geldt dat de samenwerking verder gaat dan alleen inhoudelijke uitwisseling. In het licht van een mogelijke noordelijke of landelijke aanbesteding van de arrestantenzorg door de politie wordt samengewerkt aan een uniformering van tarieven, werkprocessen en automatisering. Dit gebeurt overigens ook in een landelijke werkgroep, waarin het noorden wordt vertegenwoordigd door een manager van de GGD Drenthe. Daarnaast is in een groter verband (Noord- en Oost-Nederland) de NODO-procedure (Nader Onderzoek DoodsOorzaak bij minderjarigen) geïmplementeerd. Voor de uitvoering van Sense Noord Nederland (centrum voor seksuele gezondheid in Groningen, Friesland en Drenthe) is een nieuwe overeenkomst gesloten tussen de coördinerende GGD Groningen en de beide andere GGD-en (GGD Drenthe en GGD Friesland). Hierin zijn taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden opnieuw geregeld, conform de huidige eisen die gelden voor de uitvoering van Sense. Punt van aandacht in de samenwerking blijft de kwetsbaarheid van het relatief kleine team van GGD Drenthe. Eind 2012 is besloten om hiervoor in het jaar 2013 een oplossing te organiseren. In de volgende paragrafen wordt per productgroep van AGZ verslag gedaan van de belangrijkste ontwikkelingen in 2012.
1.2.2 Technische Hygiëne Zorg Het afgelopen jaar heeft het risico-gestuurd toezicht verder vorm gekregen. Alle bezochte locaties (met uitzondering van de nieuwe locaties en de locaties met een eerste reguliere inspectie) werden na de inspectie beoordeeld met een risicoprofiel. Dit risicoprofiel is groen, geel, oranje of rood, waarbij de groene locatie weinig risico’s laat zien en een rode locatie juist veel risico’s toont. Dit profiel geeft een inschatting met betrekking tot de intensiteit van de inspectie die uitgevoerd zal worden in 2013.
| jaarstukken 2012
Het aantal nieuwe gastouders dat zich in 2012 aanmeldde lag aanzienlijk hoger dan begroot. Daarom is, in overleg met de verantwoordelijke medewerkers van de gemeenten, in het laatste kwartaal besloten de steekproef onder bestaande gastouders te verlagen van 10% naar 5%. Hiermee voldeden we overigens nog aan de landelijke regelgeving voor wat betreft de omvang van de steekproef. Verder is er in 2012 aandacht geweest voor de kwaliteit van de inspecties op basisscholen (additioneel product binnen de vijf gemeenten van Noord- en Midden-Drenthe). De inspectie zoals die van oudsher werd uitgevoerd, leverde veel informatie op over de hygiëne en veiligheid op de scholen. Deze informatie kon ons inziens echter nog beter worden ingezet om verbeteringen tot stand te brengen op het gebied van hygiëne en veiligheid. De rapportages hadden een toetsend karakter en kwamen wellicht ook niet altijd bij de juiste personen terecht. Samen met de productgroep MMK is een werkwijze ontwikkeld waarbij de scholen worden geïnspecteerd en de docenten voorlichting krijgen over binnenmilieu en hygiëne. Docenten zijn de belangrijkste doelgroep om gedragsverandering te bewerkstelligen. Direct na de inspectie krijgen zij de resultaten gepresenteerd. Hieraan worden meteen adviezen gekoppeld die met hen worden besproken. Momenteel loopt een pilot van dit project.
1.2.3 Vaccinaties Vaccinatie en advies voor reizigers In 2012 is het aantal consulten voor vaccinatie en advies gedaald met 4% ten opzichte van 2011. Waarschijnlijk houdt deze daling verband met de economische crisis, waardoor minder mensen op reis gaan. Met name in de regio Zuidoost-Drenthe is de daling sterker dan in de andere regio’s.
Inloopspreekuren GGD Drenthe bood in de zomermaanden opnieuw inloopspreekuren aan waarvoor reizigers geen afspraak hoefden te maken. Veel reizigers maakten hiervan gebruik. GGD Groningen en GGD Fryslân hielden in dezelfde maanden ook extra inloopspreekuren en de noordelijke GGD’en communiceerden hier gezamenlijk over. Tevens konden reizigers vanaf Groningen Airport Eelde zich weer op een aantal momenten vlak voor vertrek op het vliegveld laten inenten. Deze drie inloopmomenten op het vliegveld werden dit jaar ook opengesteld voor andere lastminute reizigers. Zo’n 150 bezoekers maakten hiervan gebruik.
Activiteiten in het kader van zichtbaarheid De GGD heeft dit jaar weer een aantal marktactiviteiten uitgevoerd met als doel het vergroten van het bewustzijn over risico’s op reis, en daarmee ook het vergroten van de toestroom van cliënten. Een nieuwe doelgroep waar we ons op hebben gericht zijn de vrijwilligersorganisaties die buitenlandse (uitwisselings)projecten ondersteunen. Wij hebben diverse reizigers van deze organisaties groepsgewijs voorzien van informatie en vaccinaties. Daarnaast worden bijvoorbeeld jaarlijks de reisbureaus in Drenthe bezocht met relevante informatie over gezondheidsrisico’s op reis.
Beroepsvaccinaties Wie werkt, wil zijn beroep veilig en gezond kunnen uitvoeren. Bij sommige beroepen is er een groter risico dat de werknemer besmet raakt met een infectieziekte. Werkgevers moeten ervoor zorgen dat hun werknemers beschermd kunnen werken. Zij kunnen dat uitbesteden aan de GGD Drenthe. Wij verzorgen niet alleen de prik, maar ook alle organisatie en communicatie eromheen. In 2012 voorzagen we ruim 2900 personen van een vaccinatie die nodig was voor de uitoefening van hun beroep. Het gaat hier onder andere om Hepatitis B vaccinaties voor studenten die in de zorg gaan werken (stagelopen) en medewerkers van diverse zorginstellingen. Maar ook voorzagen we bijvoorbeeld groepen brandweer- en buitendienstmedewerkers van een
| jaarstukken 2012
DTP, Hepatitis A en Hepatitis B vaccinatie. Tot slot verzorgden we voor een aantal bedrijven de griepvaccinatie voor het personeel.
Kosten niet verschenen zonder bericht In april 2012 is de GGD Drenthe begonnen met het in rekening brengen van consulten waarvoor cliënten zonder bericht niet op het spreekuur verschenen (no show). Het doel van deze facturen was vooral een signaal afgeven om cliënten bewust te maken van het feit dat er voor een geplande afspraak tijd wordt gereserveerd. We zagen de ‘no shows’ vooral optreden bij de individuele vervolgconsulten ten behoeve van beroepsvaccinaties. Maar ook bij de reizigersconsulten kwam dit met enige regelmaat voor. Van april t/m december 2012 zijn 185 van deze facturen verstuurd. De facturen worden altijd naar de individuele cliënten gestuurd en niet naar de werkgevers. In de toekomst willen we de mogelijkheden verkennen om onze cliënten – kort voor hun afspraak – extra te attenderen door middel van bijvoorbeeld een sms of e-mail.
1.2.4 OGGz Meldingen OGGz
2012
2011
2010
Aa en Hunze
19
31
19
Assen
93
97
51
Borger-Odoorn
24
24
21
Coevorden
27
30
33
De Wolden
17
22
10
Emmen
77
94
87
Hoogeveen
59
40
34
Meppel
34
30
20
Midden-Drenthe
38
36
34
Noordenveld
33
27
26
Tynaarlo
27
18
15
Westerveld
17
11
14
TOTAAL
465
460
364
Meldingen OGGz Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het opstellen en uitvoeren van beleid gericht op hulp aan kwetsbare groepen in de samenleving. Voor de uitvoering van dit beleid hebben alle Drentse gemeenten een eigen OGGznetwerk. OGGz staat voor Openbare Geestelijke Gezondheidszorg. Samen maken zij gebruik van het centrale Advies- en Meldpunt OGGz dat bij de GGD Drenthe is ondergebracht. Zowel professionals als burgers kunnen personen melden die zich in een zorgelijke situatie bevinden en zelf niet om hulp vragen of de juiste hulp niet weten te vinden. Vanuit het OGGz-netwerk wordt vervolgens contact gelegd, de probleemsituatie geïnventariseerd en voorzien van een integrale aanpak waarin wordt toegeleid naar zorg en ondersteuning. Het totaal aantal meldingen is in 2012, ten opzichte van 2011, nagenoeg gelijk gebleven. Op gemeenteniveau zijn er wel verschillen ten opzichte van voorgaande jaren. Veranderingen in aantal kunnen te maken hebben met een vernieuwde aanpak (waardoor meer problemen in beeld komen) of
| jaarstukken 2012
eerder ingevoerde aanpak die zijn effect heeft gehad (waardoor het aantal problemen stabiliseert of daalt). In 2012 is verder ingezet op het bekend maken van het Advies- en Meldpunt OGGz onder burgers. Zij kunnen hiermee contact opnemen als zij zich zorgen maken over een buur of familielid. Dit heeft geresulteerd in een toename van het aantal meldingen door familie en buurtgenoten.
Versteviging OGGz-netwerken in Drenthe In 2012 werd de ontwikkeling van professionalisering van de OGGz voortgezet. Dit heeft ertoe geleid dat alle Drentse gemeenten nu een OGGz-voorzitter van de GGD betrekken. Deze voorzitters hebben mandaat en zijn vaardig om doorbraken bij lastige knelpunten te forceren. Bijvoorbeeld bij dreigende huisontruimingen waarbij veel verschillende partijen zijn betrokken en onder tijdsdruk tot een breed gedragen oplossing moet worden gekomen. De netwerken werken sinds 2012 ook allemaal volgens dezelfde procedures. Daardoor is de OGGz in Drenthe een stuk slagvaardiger geworden en verloopt de samenwerking tussen de partners vlotter. Gewerkt wordt volgens het motto ‘Slagvaardig waar het moet, geduldig waar het kan’. Hierdoor zijn doorlooptijden verkort. In 2012 is door geheel Drenthe continuïteit gewaarborgd doordat de voorzitters tijdens ziekte of vakantie elkaars netwerken overnemen. Mede door intervisie wordt verder gewerkt aan eenduidigheid van werken, wordt gebruik gemaakt van elkaars expertise en worden succesvolle aanpakken overgenomen. We hebben ook geconstateerd dat de functie OGGz-voorzitter goed te combineren is met coördinatie binnen het CJG. Twee OGGz-voorzitters hebben tevens een CJG-taak. Dit draagt bij aan een integrale aanpak in situaties waarbij problemen van ouders en zorgmijdend gedrag negatieve gevolgen hebben voor de kinderen.
Regiesysteem OGGz: Vis2 De wens was er al lang. Een regiesysteem waarin alle OGGz-werkers de voor het doel relevante informatie kunnen delen en de voortgang van hun acties kunnen vermelden. In 2012 is de inkoopprocedure afgerond en vanaf januari 2013 wordt het systeem geïmplementeerd. Gekozen is voor de leverancier Link2Control en het systeem Vis2. Belangrijke overweging hierbij was dat ook het Veiligheidshuis Drenthe gebruik maakt van dit pakket en het daarmee relatief eenvoudig is om in de toekomst koppelingen tot stand te brengen met andere gemeentelijke domeinen. Een van de andere mogelijke koppelingen van Vis2 is met het pakket KD+ van de integrale JGZ.
Advies OGGz Door stelselwijzigingen, transities op het terrein van zorg, welzijn en jeugdzorg herijken gemeenten momenteel hun welzijnsbeleid. Een voor het OGGz relevante ontwikkeling is de opkomst van het integraal werken op wijk- of dorpsniveau bijvoorbeeld in de vorm van sociale teams. In 2012 hebben OGGz-medewerkers van de GGD Drenthe met gemeenten meegedacht in visie-ontwikkeling op dit thema en ervaring ingebracht hoe je vanuit verschillende instanties met verschillende belangen slagvaardig kunt samenwerken rondom kwetsbare inwoners. Om die reden heeft de GGD Drenthe in 2012 een themabijeenkomst georganiseerd voor OGGz- netwerkleden en voor beleidsmedewerkers van gemeenten met de titel ‘Bezuinigen Ja én?!’. De Theatergroep ‘Ja-Maar!’ was hiervoor ingehuurd. Een aantal gemeenten heeft in workshops hun ideeën uiteengezet hoe zij meer wijkgericht willen werken (Assen), hoe ze meer gebruik willen maken van talenten van mensen (Tynaarlo) en ook met ‘Eigen Kracht in de wijk’ (Hoogeveen) aan de slag gaan. Eveneens was de Eigen Kracht Centrale aanwezig en de ambulante GGZ over community gericht werken. In 2013 zal de GGD Drenthe de adviesfunctie van het Advies-Meldpunt OGGz verder versterken en meer gericht doorverwijzen naar sociale teams en instanties om zelf tot een integrale aanpak van problemen te komen. De OGGz kan zich daarmee richten op haar kerntaak en als vangnet blijven functioneren.
10 | jaarstukken 2012
Sociaal verpleegkundige inzet OGGz Naast het OGGz-meldpunt, de procescoördinatie en de secretariële ondersteuning van de OGGz-netwerken is in 2012 ook weer sociaal verpleegkundige inzet geleverd ten behoeve van de OGGz. De GGD sociaal verpleegkundigen leveren bemoeizorg en worden vooral ingezet bij somatische problemen, ernstige woningvervuilingen en verzamelzucht (hoarding).
1.2.5 Forensische Geneeskunde Analyse aantal verrichtingen Ten opzichte van voorgaande jaren is er een stijging van het totale aantal verrichtingen: • • •
Het aantal verrichtingen in het kader van arrestantenzorg is behoorlijk gestegen. Dit heeft te maken met een nieuwe opdrachtgever, Forensisch Medische Maatschappij Utrecht (FMMU). De GGD opereert hier als een zogenaamde onderaannemer aangezien het gaat om de medische zorg voor gedetineerden in de penitentiaire inrichtingen (PI’s) in Drenthe tijdens de avond- nacht- en weekenduren. De GGD-artsen voeren de werkzaamheden uit en maken rechtstreeks afspraken met de medische diensten van PI’s. Echter de financiële afwikkeling verloopt via de FMMU. De medisch inhoudelijke werkzaamheden zijn grotendeels gelijk aan de arrestantenzorg bij de andere opdrachtgevers (Politie en Koninklijke Marechaussee). De arrestantenzorg voor andere opdrachtgevers is qua omvang ongeveer gelijk gebleven. Het aantal lijkschouwingen is stabiel; het aantal euthanasieën is gestegen van 112 in 2011 naar 138 in 2012. Hiervoor is geen duidelijke oorzaak te benoemen.
Het aantal letselbeschrijvingen (74) is gedaald naar het niveau van het jaar 2010 en daarvoor. Het lijkt er op dat het jaar 2011 met 105 letselbeschrijvingen hierin een “uitschieter” was.
NODO-procedure Per 1 oktober 2012 is de NODO-procedure van kracht gegaan. NODO staat voor “Nader Onderzoek DoodsOorzaak bij minderjarigen” en is een procedure die als apart artikel in de Wet op de Lijkbezorging is opgenomen. Het doel van de NODO-procedure is om meer onderzoek te doen naar – en kennis te krijgen over – de doodsoorzaak bij overleden kinderen. Deze nieuwe kennis kan ingezet worden voor preventie ten aanzien van kinderen in Nederland met betrekking tot onverwacht en onverklaard overlijden. De procedure wordt uitgevoerd door een specifiek opgeleide NODO-forensisch arts. Voor de uitvoering van de procedure werken we samen met de GGD’en Fryslân, Groningen, Twente en IJsselland. Gezamenlijk wordt een 24 uurs bereik- en beschikbaarheid gewaarborgd. Het daadwerkelijke NODO-onderzoek bij overleden kinderen vindt plaats in één van de twee NODO-centra (ziekenhuizen) in Nederland, te weten Amsterdam en Utrecht. Er is door de GGD Drenthe in 2012 één NODO-procedure gedaan.
11 | jaarstukken 2012
Overige activiteiten/ontwikkelingen In Noord-Nederlands verband lopen de bijscholingsavonden inmiddels als een geoliede machine. De avonden worden goed bezocht en goed geëvalueerd. In het kader van regionalisering/nationalisering van de Politie is de projectgroep (Groningen/Friesland/ Drenthe) verder gegaan met het uitwerken van de uniformering op het gebied van werkwijzen, automatisering en tariefstelling. Er heeft ook een eerste overleg plaatsgevonden met vertegenwoordiging van de politie NoordNederland, waarbij de ontwikkelingen, de eerste verwachtingen en wensen voor de toekomst zijn verkend.
1.2.6 Seksuele Gezondheid Het teamontwikkelingstraject is in 2012 afgerond. Daarbij zijn onder andere alle processen en protocollen opnieuw beschreven en vastgesteld. Dat had onder andere tot resultaat dat alle door de Inspectie aangemerkte verbeterpunten weer op het gevraagde niveau zijn en dat de productgroep glansrijk door de HKZ audit is gekomen. Afgelopen jaar zijn de activiteiten om de doelgroep te bereiken uitgebreid. Er is, in samenwerking met de RVE Infectie Ziekten Bestrijding, op parkeerplaatsen geflyerd voor het spreekuur voor mannen die seks hebben met mannen (MSM). Dit mede in het kader van de bestrijding van acute hepatitis B. Voor het flyeren zijn vrijwilligers ingezet. Omschrijving
Gerealiseerd
Begroot
Aantal consulten
951
806
- Man
405
315
- Vrouw
544
486
- Jongeren (<25 jaar)
404
250
- Volwassenen (>24 jaar)
545
551
- MSM
99
59
- Man Hetero
239
222
- Transgender
2
5
- Prostitutie
144
154
Gevonden SOA
149
101
- Chlamydia
115
87
-%
15.7
12.5
1.2.7 Medische Milieukunde Geuroverlast Het aantal geurmeldingen in Drenthe is opvallend. In 2011 zijn bijvoorbeeld 3 geurmeldingen binnengekomen, in 2012 hebben we 7 meldingen van geurhinder binnengekregen.
12 | jaarstukken 2012
Enkele casussen uitgelicht: • Coevorden: omwonenden ondervinden al gedurende langere tijd geurklachten van een biovergister in Coevorden. Uit een medisch milieukundig spreekuur blijkt dat veel bewoners gezondheidsklachten hebben (prikkeling slijmvliezen), waarbij een link met de biovergister wordt gelegd. In opdracht van de gemeente Coevorden heeft het team epidemiologie een inventarisatie van gezondheidsklachten als gevolg van stankoverlast in de wijk Klinkenvlier gedaan. Het onderzoek, dat bestond uit een huis aan-huis verspreide vragenlijst, is afgelopen zomer uitgevoerd. Zeventig procent van de wijkbewoners heeft aan het onderzoek meegedaan. Uit de inventarisatie blijkt dat de overlast die bewoners van de nabijgelegen biovergister ervaren, van invloed is op hoe gezond zij zich voelen. Veel bewoners hebben gezondheidsklachten. Zij zijn van mening dat de klachten hun leven beïnvloeden en/of zij maken zich zorgen over de klacht. De gemeente Coevorden, GGD Drenthe en omwonenden proberen nu gezamenlijk tot een oplossing van dit probleem te komen. • Wijster: In januari 2012 wordt een nieuwe fabriek opgestart in Wijster, die slachtafval van pluimvee verwerkt. Vrijwel meteen na de start wordt in de wijde omgeving van de fabriek met enige regelmaat stankoverlast ervaren. GGD Drenthe heeft de gemeente Midden-Drenthe geïnformeerd over de gezondheidsrisico’s van geuroverlast en hen geadviseerd over eventuele maatregelen. Bovendien heeft de GGD de omwonenden voorgelicht door middel van een informatieblad. • Nieuw-Buinen: De provincie Drenthe en gemeente Borger-Odoorn krijgen een klachtenbrief van een inwoonster van Nieuw-Buinen die ernstige geurhinder en gezondheidsklachten ervaart van de vloeivelden in Nieuw-Buinen. De provincie is, als toezichthouder, in gesprek getreden met het bedrijf. De provincie heeft de GGD ingeschakeld om de gezondheidsklachten en –vragen van mevrouw te beantwoorden.
Windpark Veenkoloniën Begin 2012 hebben GGD Drenthe en GGD Groningen een brief ontvangen van het Drents-Groningse collectief Tegenwind Veenkoloniën. In deze brief worden beide GGD’en gevraagd eerst onderzoek te laten plaatsvinden naar potentiële gezondheidseffecten van windturbines. Naar aanleiding van deze brief en een gesprek met het collectief is het RIVM gevraagd om een update van het informatieblad ‘Windturbines: invloed op de beleving en gezondheid van omwonenden’. Hiermee zijn zij inmiddels gestart. Bovendien ondersteunt de GGD Drenthe de provincie Drenthe, de gemeente Borger-Odoorn en de gemeente Aa en Hunze in de gezondheidsvoorlichting omtrent de windturbines.
Asbest In de zomer van 2012 was er in Nederland sprake van een verhoogde aandacht voor gezondheidsschade als gevolg van asbest. Na het grote incident in Kanaleneiland (Utrecht), kwamen overal in Nederland asbestincidenten voor, inclusief ontruimingen, en met veel media-aandacht. Ook in Drenthe hadden we enkele asbestcasussen. In Sleen, Norg en Assen zijn (muziek)scholen gesloten na de vondst van asbest. In dezelfde periode is de GGD benaderd door een woningbouwvereniging voor advies in een grote asbestsanering in drie flats. De GGD Drenthe is deskundig in het beoordelen van gezondheidsrisico’s van asbest en de voorlichting hierover. Wij adviseren gemeenten en instanties om de GGD tijdig in te schakelen in geval van een asbestincident. In het voorjaar van 2013 zal de GGD een ontbijtbijeenkomst over dit onderwerp organiseren voor bestuurders van gemeenten en directies van woningbouwcorporaties.
13 | jaarstukken 2012
Luchtkwaliteit basisscholen Het binnenmilieu op basisscholen blijft een belangrijk speerpunt van het team Medische Milieukunde van GGD Drenthe. Dit hebben we in 2012 op drie verschillende manieren vorm gegeven. • • •
Eéndagsmethode. Het project de ééndagsmethode loopt in Drenthe sinds 2008. Tijdens dit bewustwordingsproject zijn de ventilatiemogelijkheden van scholen met natuurlijke ventilatie onderzocht en is voorlichting gegeven over een optimaal binnenmilieu aan directies en leerkrachten. Dit project is in 2012 afgerond. In de loop van 2013 zullen wij de resultaten van de onderzoeken per gemeente evalueren. Gastlessen PABO’s. Uit onderzoek is gebleken dat er veel winst voor het binnenmilieu in leslokalen te behalen is door leerkrachten bewust te maken van het belang van een goed binnenmilieu. Daarom heeft de GGD het initiatief genomen om gastlessen over dit onderwerp te verzorgen bij de PABO’s in Assen en Meppel. De evaluaties waren erg positief. In 2013 zullen de gastlessen opnieuw worden opgenomen in het onderwijsprogramma. Pilot ‘Frisse school’ met Technische Hygiëne Zorg (THZ). Samen met THZ is een werkwijze ontwikkeld, waarbij scholen zullen worden geïnspecteerd en voorgelicht over binnenmilieu en hygiëne. Momenteel loopt een pilot van dit project.
1.2.8 Infectie Ziekten Bestrijding Communicatie is voor het team Infectie Ziekten Bestrijding belangrijk om alle doelgroepen van de juiste gezondheidsinformatie te voorzien. Afgelopen jaar hebben we onze communicatiemiddelen verder uitgebreid met korte informatieve filmpjes over veel voorkomende infectieziekten. Deze filmpjes worden in eigen beheer gemaakt en zijn geplaatst op YouTube. Ze zijn beschikbaar op youtube.com/ggddrenthe. Het Drentse infectieziektenonderwerp bij uitstek is ‘tekenbeten en de ziekte van Lyme’. Ieder jaar voeren we flink campagne om alle inwoners en toeristen van Drenthe onze preventieve boodschap mee te geven. Andere voorlichtingscampagnes van 2012 hadden onder andere betrekking op voedselinfecties, zwemwater-gerelateerde infectieziekten en hand- voet- en mondziekte. In 2012 hebben we ons solide zorgnetwerk uitgebreid met een netwerk Infectiepreventie Zuid-Drenthe. Hierin zijn bijna alle zorginstellingen in Zuid-Drenthe aangesloten. In Noord-Drenthe bestond dit al. Met deze netwerken heeft de GGD een nog betere verbinding met alle zorginstellingen in de provincie, waardoor de preventie van infectieziekten binnen en buiten zorginstellingen adequater kan worden uitgevoerd. Speciaal voor medewerkers van alle kindercentra in Drenthe zijn in maart en april een aantal avonden rond het thema ‘Infectieziekten en kinderen’ georganiseerd. De landelijke toename van het aantal mensen met kinkhoest was ook zichtbaar in Drenthe. Om maatschappelijke onrust onder de Drentse burgers te voorkomen zijn regelmatig de juiste doelgroepen geadviseerd over de risico’s en de bestrijdings- en preventiemaatregelen tegen kinkhoest. Dat communicatie voor de bestrijding van infectieziekten essentieel is, gaf de leptospirose (ziekte van Weil) casus in Meppel aan. Door medewerking van patiënt, familie en intensieve samenwerking met de gemeente, artsen, microbiologen, dierenartsen, waterschap en provincie zijn de juiste maatregelen getroffen om verdere besmettingen te minimaliseren. Tuberculose kwam afgelopen jaar in beeld in de hulpverlening voor dak- en thuislozen en op het provinciehuis te Assen. Grootschalig bron- en contactonderzoek was nodig om te onderzoeken of de patiënten met open tuberculose anderen in hun directe omgeving hadden besmet.
14 | jaarstukken 2012
Binnen zorginstellingen en kindercentra werden gedurende de wintermaanden veel uitbraken gezien van diarree en braken. Veroorzaker bleek veelal het norovirus te zijn. Samen met de betreffende instellingen konden door de juiste hygiënemaatregelen, waaronder handen wassen, de uitbraken tot een minimum worden beperkt. Infectieziekte
2012
2011
2010
2009
Bof
9
3
1
Buiktyfus
2
CJD Klassiek
2
Drifterie
1
E.Coli O157
3
2008
1
1
1
2
2
Hantavirus
1 5
5
1
Hepatitis A
3
1
4
Hepatitis B chron.
32
20
31
22
27
Hepatitis B acuut
16
12
9
7
9
Hepatitis C acuut
3
1
Invasieve GAS
6
6
8
Invasieve Hib
1
1
1
Kinkhoest
501
81
Legionellose
18
Leptospirose
2 8
1
119
87
181
8
22
10
11
2
2
1
Listeriose
2
1
4
1
Malaria
2
4
2
4
Mazelen
4 1
Meningokokkose
2
Paratyfus A
1
6
3
1
4
1
Paratyfus B
1
Ornithose
3
1
1
4
4
2
Q-koorts
3
2
7
2
2
Shigellose
8
9
10
17
11
STEC
14
21
1
33
TBC
16
16
25
23
Voedselvergiftiging
1
2
132
39
Artikel 26
15
1 77
55
71
Toelichting overzicht Artikel 26 betreft meldingen die worden gedaan door instellingen waar kwetsbare groepen verblijven, zoals ziekenhuizen en kindercentra. De toename van acute hepatitis B is een bijzondere ontwikkeling. Landelijk daalt het, terwijl het in Drenthe toeneemt. De toename kan in belangrijke mate worden toegeschreven aan mannen die (onveilige) seks hebben met mannen (MSM) in de regio Emmen. In samenwerking met het team Seksuele Gezondheid zijn daar gerichte acties op ingezet. Daarbij worden deze mannen actief benaderd met het verzoek zich (anoniem) te laten testen en vaccineren. Dit krijgt een vervolg in 2013.
15 | jaarstukken 2012
1.2.9 Epidemiologie, gezondheidsbevordering en beleidsadvisering Samenstelling van de teams Conform het voorgenomen beleid ten aanzien van de integratie van additionele en basistaken zijn de medewerkers additionele taken ondergebracht in de RVE Gezondheidsbevordering. Deze maakt op haar beurt weer deel uit van het nieuw te vormen cluster Onderzoek, Beleid en Innovatie.
Ondersteuning bij de cyclus van het gemeentelijk gezondheidsbeleid Gemeenten zijn verplicht om uiterlijk mei 2013 een nota gemeentelijk gezondheidsbeleid vast te stellen. De GGD wil en kan de gemeenten daarin ondersteunen. Vanuit het project ‘Verkenningen’ is door beleidsadvisering, epidemiologie en gezondheidsbevordering een integraal ondersteuningsaanbod ontwikkeld. Dit aanbod bestaat uit vier pakketten met producten waarbinnen maatwerk kan worden geleverd. Deze pakketten zijn vastgesteld door het algemeen bestuur. Vervolgens hebben epidemiologie en gezondheidsbevordering gesprekken gevoerd met gemeenten over de behoefte aan ondersteuning door de GGD bij het opstellen van de nota. Daaruit kwam naar voren dat de vier pakketten en het aanbod binnen deze pakketten door de gemeenten goed zijn ontvangen. Het aanbod is overzichtelijk en gemeenten stellen het op prijs om keuze te hebben. Het project ‘Verkenningen’ is daarmee afgerond.
Algemene ondersteuning en advies Naast ondersteuning bij het opstellen van de nota gemeentelijk gezondheidsbeleid, hebben de beleidsadviseurs gezondheidsbevordering, in overleg met de epidemiologen, gemeenten advies gegeven over diverse thema’s. Dit betreft onder meer: • Advies aan een gemeente over een registratiesysteem voor effectiviteit van interventies op gebied van (preventieve) volksgezondheid. Dit registratiesysteem, gebaseerd op het systeem ‘Zwolle gezonde stad’ van de gemeente Zwolle, is per 1 maart 2013 beschikbaar voor alle JOGG-gemeenten (Jongeren op Gezond Gewicht). • Advies aan een aantal gemeenten over het al dan niet worden van een JOGG-gemeente; • Advies aan een gemeente om het ad hoc overleg met de partijen in een gezondheidscentrum rond een zorgpad obesitas te structureren in de vorm van een lokaal netwerk, waarin de gemeente het overleg faciliteert. Een dergelijke aanpak past in een wijkgerichte aanpak van onder andere gezondheidsbevordering.
Onderzoek gezondheid Drentse ouderen In het najaar is onder ruim 8.000 willekeurige Drenten van 65 jaar en ouder een onderzoek gehouden. Doel van dit onderzoek was om zoveel mogelijk te weten komen over de gezondheid, leefstijl, het zorggebruik en de woonomgeving van Drentse ouderen. Bijna 70% van de mensen heeft gehoor gegeven aan het verzoek om de vragenlijst ingevuld te retourneren. Dit is een erg goede respons. We streven ernaar om de resultaten voor de zomer van 2013 te publiceren. Net als voorgaande keren (eens per vier jaar) zal dan een provinciaal rapport verschijnen. Tevens zullen alle gemeenten hun resultaten afzonderlijk ontvangen. De gegevens worden ook op de website www.gezondheidsgegevensdrenthe.nl geplaatst.
Deelname landelijk gezondheidsonderzoek volwassenen Gelijktijdig met het ouderenonderzoek vond het landelijke onderzoek naar de gezondheid van volwassenen plaats. In dit kader is aan 700 personen in Drenthe een vragenlijst over gezondheid en leefstijl gestuurd. De helft van deze groep heeft de vragen beantwoord en teruggestuurd. Voor deze leeftijdsgroep is dat een goede respons. De resultaten zullen in het voorjaar op landelijk niveau beschikbaar komen.
16 | jaarstukken 2012
Themarapport (on)gezond gewicht in Drenthe Overgewicht en obesitas zijn belangrijke gezondheidsproblemen die in Drenthe, net als in de rest van Nederland, in grote mate voorkomen. De omvang van en trend in overgewicht en de factoren die hiermee te maken hebben, zijn uitgewerkt in een themarapport over Drenthe. Begin 2013 zal dit themarapport worden gepubliceerd.
Maklukzat Na ruim twee jaar is eind 2012 het jeugd en alcohol project Maklukzat afgerond. Daarmee komt weliswaar een einde aan het project, maar het in gang gezette actieprogramma loopt door. De gemeenten en samenwerkingspartners hebben de afgelopen jaren met geld, menskracht en onderzoek geïnvesteerd in het alcoholmatigingsbeleid. De komende jaren moet worden gewerkt aan de structurele borging van het beleid. Dat is geen eenvoudige opgave: samenwerking tussen de belangrijkste spelers is een noodzakelijke voorwaarde, maar geen vanzelfsprekendheid. De ervaringen van de afgelopen twee jaar laten zien dat het kan. De belangrijkste partijen zullen elkaar moeten blijven opzoeken om op het thema ‘jeugd en alcohol’ vooruitgang te blijven boeken.
JOGG-Drenthe Drenthe is nu twee jaar ‘JOGG Drenthe’. JOGG (Jongeren op Gezond Gewicht) is de beweging waarbij iedereen in stad, dorp of wijk zich inzet om gezond eten en bewegen voor jongeren gemakkelijk en aantrekkelijk te maken. Jongeren van 0-19 jaar, hun ouders en hun omgeving staan hierbij centraal. Ambitie van JOGG-Drenthe is om in de periode van 2011 – 2016 de stijging van overgewicht onder jongeren om te zetten naar een daling. In 2012 heeft de GGD, in de rol van projectleider, op provinciaal niveau diverse activiteiten uitgevoerd rond de vijf pijlers van JOGG: publiek-private samenwerking, politiek-bestuurlijk draagvlak, sociale marketing, verbinden preventie en zorg en wetenschappelijke begeleiding en evaluatie. Het jaar 2012 stond, evenals 2011, in het teken van ‘bouwen’, waarbij gaandeweg soms andere wegen bewandeld moesten worden om het gewenste resultaat te halen. Er is veel tijd gestoken in het leggen van contacten met diverse organisaties om publiek-private samenwerkingsmogelijkheden te verkennen. Met de belangrijkste samenwerkingspartners (Icare, Indigo, ProGez, SportDrenthe, VNN en de koepel welzijnsstichtingen) is een basis gelegd voor een gezamenlijk preventieconcept. Op basis van de richtlijn overgewicht JGZ en de zorgstandaard obesitas is een basisaanbod benoemd dat in heel Drenthe uitgevoerd zou kunnen worden. Daarbij is ook aangegeven hoe dit basisaanbod ‘opgeplust’ kan worden. Voor de projectleiders van de drie JOGG-gemeenten in Drenthe (Meppel, Borger-Odoorn en Tynaarlo) zijn twee uitwisselingsbijeenkomsten georganiseerd. Het convenant JOGG-Drenthe had een looptijd tot eind 2012 met een optie op verlenging van vier jaar. In de tweede helft van 2012 heeft overleg plaatsgevonden met de provincie over continuering van JOGG. De provincie heeft toegezegd om de financiële middelen voor continuering te reserveren.
17 | jaarstukken 2012
1.2.10 GROP Naast het in noordelijk verband vastgestelde GGD Rampen Opvang Plan (GROP) en de hierover gemaakte GROP-film, zijn de geplande activiteiten ten aanzien van opleiden, trainen en oefenen (OTO) uitgevoerd. Het Crisisteam GGD Drenthe en de operationele teams Infectie Ziekten Bestrijding, Psychosociale Hulpverlening en Medische Milieukunde hebben meegedaan aan diverse oefeningen. Het protocol Psychosociale hulpverlening bij incidenten met maatschappelijke onrust (PSHi) is geactualiseerd en zal medio 2013 bestuurlijk worden ondertekend. De in dit protocol beschreven werkwijze is in 2012 in twee situaties ingezet. Het draaiboek ‘Gezondheidsonderzoek bij ongevallen en rampen’ is geactualiseerd.
1.2.11 Huiselijk Geweld Vanaf april 2012 is er binnen de productgroep Huiselijk geweld (HG) gefaseerd een nieuwe werkwijze ingevoerd. Deze houdt in dat alle politiemeldingen met codering HG worden gemeld bij het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) om te beoordelen of, en zo ja welke, passende hulpverlening moet worden ingezet. Door de nieuwe werkwijze is het aantal meldingen en trajecten in 2012 significant gestegen. Doel van de werkwijze is, door het eerder en vaker inzetten van hulp, het vóórkomen van geweld in afhankelijkheidssituaties te reduceren. De formele invoering van de meldcode ‘Huiselijk geweld en kindermishandeling’ is uitgesteld naar 2013. In voorbereiding daarop zijn in 2012 al diverse werkzaamheden in het kader van scholing en implementatie opgestart. Het jaar 2012 is tevens gebruikt om de scheiding tussen front- en backoffice vorm te geven, onder andere door het uitvoeren van een pilot. Door de scheiding is de bezetting van het meldpunt tijdens de afgesproken openingstijden gewaarborgd, is er voldoende ruimte voor advisering van melders en vindt er voor de OGGzmeldingen een vorm van triage aan de voorkant plaats. Dit laatste draagt bij aan het klein houden van de OGGz in de gemeenten. Er is een business case geschreven met betrekking tot de integratie van het SHG en het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Dit is in samenwerking met Bureau Jeugdzorg en AMK gedaan. Het vervolg hierop vindt plaats in 2013.
18 | jaarstukken 2012
1.3 Programmaverantwoording Jeugdgezondheidszorg 1.3.1 Belangrijke ontwikkelingen De jeugdgezondheidszorg (JGZ) heeft als doel het beschermen en bevorderen van de lichamelijke en geestelijke gezondheid van de 0- tot 19-jarigen in Drenthe. Op dit moment is de JGZ van de GGD verantwoordelijk voor de jeugd van 4 tot 19 jaar. Wij werken vanuit de visie dat de JGZ dichtbij ouders, kinderen en scholen moet worden georganiseerd. Wij bieden laagdrempelige preventieve jeugdgezondheidszorg, waar mogelijk vraaggericht. We zijn gericht op een goede samenwerking met en tussen onze ketenpartners. Daarbij staat het werken vanuit een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) centraal. De belangrijkste ontwikkelingen van de jeugdgezondheidszorg van de GGD Drenthe waren: • CJG en transitie jeugdzorg • Integrale jeugdgezondheidszorg 0-19 • Positief opvoeden Drenthe en Veilig opgroeien Drenthe • Pilot ‘Kortdurende begeleiding overgewicht’ • Implementatie functionaris nieuwe richtlijnen, een initiatief van het Nederlands Centrum voor Jeugdgezondheid (NCJ) • Advisering (jeugd)beleid en uitvoering
CJG en transitie jeugdzorg In iedere gemeente neemt de JGZ deel aan werkgroepen en projectgroepen met als doel het verder ontwikkelen en implementeren van de CJG’s. De samenwerking tussen de verschillende kernpartners, zowel op managementals op medewerkerniveau is van groot belang voor een goede advisering en hulpverlening aan jongeren, kinderen en ouders. CJG-partners weten elkaar steeds eenvoudiger te vinden. De specifieke rol van de JGZ in de CJG’s is de aandacht voor de publieke gezondheid. Onderwerpen als leefstijl, gezondheid en sociaal medische vraagstukken staan niet altijd vanzelfsprekend op de CJG-agenda. Het inbrengen van items op het terrein van de gezondheid in de brede zin van het woord heeft bijvoorbeeld geleid tot projecten op het terrein van overgewicht en de verbinding tussen JOGG en de CJG’s. De JGZ maakt in haar communicatie naar ouders duidelijk dat we deel uit maken van het CJG. Van de massavaccinaties, waar veel ouders komen, is gebruik gemaakt om de lokale CJG’s te presenteren. Publicaties van het Loket Gezonde School worden naar de CJGcoördinatoren gestuurd voor plaatsing op de website. In 2012 was de transitie van de jeugdzorg die in 2015 een feit moet zijn, een centraal thema. Waar dit traject eerst vooral provinciaal werd aangepakt, is er steeds meer een structuur gekomen waarbij de drie regio’s centraal staan. Er wordt in toenemende mate tussen de gemeenten en de CJG’s van die regio’s samengewerkt. Wij juichen dat toe. Door regionale samenwerking kan er efficiënter worden gewerkt. Hierbij moeten de lokale verschillen natuurlijk niet uit het oog worden verloren. De eerste stappen zijn gezet om de transitie in de praktijk vorm te geven. Per regio/gemeente worden verschillende pilots uitgezet.
19 | jaarstukken 2012
Integrale jeugdgezondheidszorg 0 - 19 jaar In 2012 is besloten dat de integrale jeugdgezondheidszorg met ingang van 2014 in 8 Drentse gemeenten wordt ingevoerd. Het onderbrengen van de jeugdgezondheidszorg onder één dak biedt veel voordelen. Zo krijgt elk gezin straks te maken met één organisatie, één gezicht en één plan. Daardoor is het eenvoudiger om gezinnen die dat nodig hebben een aanpak op maat te bieden. Ook daalt de kans dat kinderen buiten beeld raken. De integrale jeugdgezondheidszorg biedt GGD Drenthe de mogelijkheid om dichterbij kinderen en gezinnen te werken in hun wijk of dorp en school. Hierbij is sprake van een doorlopende lijn van 0 tot 19 jaar. Dit moet er uiteindelijk toe leiden dat minder jeugdigen (en hun ouders) worden verwezen naar de 2e lijns jeugdzorg. De gemeenten worden de komende jaren verantwoordelijk voor de jeugdzorg, dit betreft de zogenaamde transitie van de jeugdzorg. Door de volledige jeugdgezondheidszorg aan GGD Drenthe toe te vertrouwen, kan de GGD gemeenten daarin optimaal ondersteunen. Er is meer maatwerk op lokaal niveau mogelijk. Daarnaast kunnen we meer vraaggericht, meer ondersteunend en versterkend werken met Drentse kinderen, jongeren en gezinnen. De integrale jeugdgezondheidszorg is hiermee een belangrijke basis voor het realiseren van een succesvolle transitie van de jeugdzorg.
Positief opvoeden Drenthe en Veilig Opgroeien Drenthe Sinds enkele jaren maken de medewerkers van JGZ bij opvoedingsvragen gebruik van de benaderingswijze van Positief opvoeden Drenthe (PoD). Veel gedrag waarover ouders zich zorgen maken, is van tijdelijke aard, maar kan voor veel onzekerheid zorgen. Door een zo vroeg mogelijke signalering en een passende effectieve aanpak, kunnen ernstige problemen op latere leeftijd worden voorkomen. Met Positief opvoeden Drenthe willen we het volgende bereiken: 1. Beïnvloeden van het gedrag van het kind; 2. Beïnvloeden opvoedgedrag van de ouder; 3. Beter samenwerken in de keten; 4. Verbeteren van de kwaliteit van het huidig aanbod op basis van vijf methodische basisprincipes, vijf werkzame principes in de grondhouding van de professional en de drie werkzame principes van het werken met vragenlijsten / praktijk gestuurd meten, met als doel een positief, voorspelbaar en veilig klimaat voor alle kinderen. Alle nieuwe artsen en verpleegkundigen worden in PoD geschoold. Er is een provinciale opleiderspool waar ook een trainer van de GGD deel van uitmaakt. Alle jeugdverpleegkundigen nemen deel aan de PLG ’s, professionele leergemeenschappen. Dit zijn leergroepen samengesteld uit CJG-medewerkers van verschillende organisaties die PoD-trajecten uitvoeren. In de PLG’s wordt gewerkt aan deskundigheidsbevordering door gestructureerd leren van en aan elkaar. PoD kent, afhankelijk van de aard en de zwaarte van de opvoedvraag, verschillende niveaus van ondersteuning aan ouders. In het verlengde hiervan is de zorg rond veiligheid van kinderen en jongeren ingericht. Een breed samengestelde werkgroep, waarvan ook de aandachtsfunctionaris kindermishandeling van de GGD deel uitmaakte, heeft de werkwijze bij vermoeden van een onveilige opgroeisituatie uitgewerkt in dezelfde 5 niveaus. Inbedding en implementatie vraagt nog de nodige aandacht in 2013.
20 | jaarstukken 2012
Pilot kortdurende begeleiding overgewicht De jeugdgezondheidszorg vindt het belangrijk kinderen en jongeren die extra zorg nodig hebben goed te ondersteunen. Dit geldt zeker ook voor jongeren die kampen met een ongezond gewicht. De productgroep Gezondheidsbevordering heeft op basis van de richtlijn overgewicht JGZ en de zorgstandaard obesitas een basisaanbod benoemd dat in heel Drenthe uitgevoerd zou kunnen worden. Daarbij is ook aangegeven hoe dit basisaanbod ‘opgeplust’ kan worden. Op vijftien basisscholen verspreid over de provincie, is een pilot gestart waarin de jeugdverpleegkundige met deze nieuwe werkwijze de kinderen met overgewicht en hun ouders helpt toe te werken naar een gezond gewicht. Samen wordt gezocht naar mogelijkheden om de leefstijl aan te passen, zoals regelmatiger ontbijten of minder frisdrank drinken. De jeugdverpleegkundige coacht ouder en kind om de afgesproken leefstijlverandering in praktijk te brengen. Het doel van de pilot is inzicht te krijgen hoe deze werkwijze toegepast kan worden op alle basisscholen (met ingang van het schooljaar 2013/2014). Ter ondersteuning van deze werkwijze volgen alle professionals een training motiverende gespreksvoering en zijn ondersteunende materialen ontwikkeld. De productgroep Gezondheidsbevordering coördineert en evalueert de pilot.
Implementatie functionaris nieuwe richtlijnen De jeugdgezondheidszorg maakt steeds meer gebruik van wetenschappelijk onderbouwde richtlijnen voor de uitvoering van het Basistakenpakket. Het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ) houdt zich bezig met het tot stand komen en verspreiden van deze landelijke richtlijnen. Voor de meeste richtlijnen is ook een e-learning module beschikbaar waarvan de JGZ- medewerkers gebruik zullen maken. Om ervoor te zorgen dat richtlijnen daadwerkelijk worden gebruikt door de professionals in de JGZ is een structurele implementatie hiervan noodzakelijk. Om deze reden is de JGZ overgegaan tot het benoemen van één van de jeugdartsen tot implementatie functionaris nieuwe richtlijnen. In 2012 zijn we gestart met de implementatie en borging van de volgende richtlijnen: - JGZ-richtlijn Zindelijkheid urine en feces - JGZ-richtlijn Huidafwijkingen - JGZ-richtlijn Overgewicht Het werken met richtlijnen levert een belangrijke bijdrage aan de kwaliteit van het professioneel handelen in de JGZ.
Advisering (jeugd) beleid en uitvoering Jeugdgezondheidszorg verzamelt veel gegevens over kinderen en jongeren in Drenthe. Alle scholen voor voortgezet onderwijs ontvingen een rapportage met recente gegevens. De jeugdarts en jeugdverpleegkundige voerden met iedere school een gesprek om de gegevens gezamenlijk in perspectief te plaatsen en te relateren aan het beleid van de school op het terrein van gezondheid, leefstijl en psychosociale begeleiding. Ze adviseerden over mogelijkheden om geconstateerde (gezondheids)problemen te verminderen. De productgroep Epidemiologie analyseert en interpreteert de data die door de JGZ tijdens de screenings worden verzameld. De productgroep Gezondheidsbevordering biedt, vanuit hun expertise van interventies, ondersteuning aan de jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen bij de voorbereiding en uitvoering van de jaargesprekken. In de volgende paragrafen wordt per productgroep van JGZ verslag gedaan van de belangrijkste ontwikkelingen in 2012.
21 | jaarstukken 2012
1.3.2 Preventief gezondheidsonderzoek basis- en voortgezet onderwijs Preventief gezondheidsonderzoek Het basistakenpakket kent drie contactmomenten in de leeftijd van 4-19 jaar. Deze contactmomenten voeren wij uit in de groepen 2 en 7 van het basisonderwijs en bij jongeren uit de tweede klas van het voortgezet onderwijs. In totaal kregen 16.252 leerlingen een screening. Deze bestaat uit het onderzoeken van een aantal gezondheidsgebieden, het invullen van vragenlijsten door ouders en leerlingen en de resultaten van observaties van leerkrachten. Het doel van ons preventief gezondheidsonderzoek is het vroegtijdig opsporen van gezondheidsrisico’s bij kinderen en jeugdigen van 4 tot 19 jaar. Daardoor kunnen zij zich optimaal gezond ontwikkelen, zodat zij nu en later als volwassene, deel kunnen nemen aan de samenleving en verantwoordelijkheid kunnen dragen voor gezondheid en eigen ontwikkeling.
Spreekuren In 2012 hielden onze jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen op alle scholen (of op een locatie in de naaste omgeving) van het basis- en voortgezet onderwijs in totaal 2.923 spreekuren. Jongeren en ouders bij wie tijdens bovenstaande screening bleek dat er meer ondersteuning nodig was, werden uitgenodigd voor deze spreekuren. De jeugdarts richt zich op jongeren met visus-, gehoor- en groeiproblemen, ontwikkelingsvragen, gedrags- of kinderpsychiatrische problemen, chronische ziektes en zorgwekkend ziekteverzuim. De jeugdverpleegkundige heeft deskundigheid op het terrein van opvoeding, psychosociale problemen, overgewicht, voeding, zindelijkheid en gezonde leefstijl. Naast leerlingen die vanuit de eigen screening worden uitgenodigd voor de spreekuren, kunnen ook ouders, jongeren en school een leerling aanmelden. In totaal hebben 12.080 jongeren en/of ouders gebruik gemaakt van de spreekuren.
1.3.3 Preventief gezondheidsonderzoek speciaal onderwijs Op het speciaal onderwijs wordt niet volgens de triage methodiek gewerkt. We hebben hier te maken met een groep leerlingen met specifieke risico’s waardoor wij het wenselijk vinden dat ze allen door de jeugdarts onderzocht worden. Voor de leerlingen tot 8 jaar is dat om de twee jaar en voor leerlingen vanaf 8 jaar om de drie jaar. De jeugdarts kijkt samen met de ouder wat, aanvullend op wat ouders zelf kunnen en wat de school aan ondersteuning biedt, nodig is om het kind een optimale ontwikkeling te bieden. Voor de school is de jeugdarts een waardevolle partner omdat hij het geheel van de zorg en hulpverleners die om de gezinnen heen staan, inzichtelijk maakt en in kaart brengt. JGZ-professionals beschikken over kennis en expertise over gezondheid, ontwikkeling en groei van kinderen tussen de 0 - 19 jaar. De professionals beoordelen welke consequenties fysieke, cognitieve of psychosociale beperkingen hebben voor het volgen van onderwijs. Zij kunnen leerlingen, ouders en scholen hierin adviseren en bijstaan. Scholen zien duidelijk de meerwaarde van JGZ in aanvulling op wat er al aan expertise in de school aanwezig is. We merkten dat weer afgelopen zomer toen bij vertrek van enkele jeugdartsen de scholen bezorgd vroegen of het wel goed zou komen met de opvolging.
Integrale benadering van het risicokind JGZ neemt structureel deel aan de Zorg Advies Teams (ZAT’s) in het primaire onderwijs, voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs. De werkwijze rond meldingen Huiselijk Geweld (HG) is in 2012 veranderd. Hierdoor is het aantal meldingen fors toegenomen. Bij meldingen waarbij kinderen betrokken zijn vormt de
22 | jaarstukken 2012
aandachtsfunctionaris kindermishandeling van de JGZ de schakel tussen SHG en de JGZ-medewerkers van het team waar de kinderen onder vallen. Tussen het SHG en JGZ zijn procesafspraken gemaakt. In 2013 worden deze afspraken geëvalueerd om te kijken of ze doelmatig zijn. De JGZ-medewerker houdt contact met de hulpverleners van maatschappelijk werk die de directe zorg verlenen in het gezin waar het huiselijk geweld plaatsvindt en stemt af wat er aanvullend nodig is. Ook houdt de JGZ- medewerker de vinger aan de pols op de school om te kijken hoe het met de kinderen gaat, ook als het huiselijk geweld wat langer geleden is. Het voordeel van deze werkwijze is ook dat de informatie over het huiselijk geweld bekend is bij de JGZ en meegenomen kan worden in de weging van latere signalen. Op scholen doen zich af en toe calamiteiten voor die grote impact hebben op kinderen, ouders en leerkrachten. Hierbij kunt u denken aan overlijden van kinderen, ouders of docenten, suïcide of pogingen daartoe en ernstig normoverschrijdend gedrag. De jeugdarts of jeugdverpleegkundige maakt in overleg met school een inschatting in hoeverre ondersteuning wenselijk is en wie die ondersteuning het beste kan bieden. Daarnaast zijn er gesprekken gevoerd met ouders en leerkrachten, zijn er kinderen verwezen naar gespecialiseerde hulpverleners en zijn er JGZ- medewerkers aanwezig geweest op informatiebijeenkomsten. In een aantal gevallen is gebruik gemaakt van onze verdrietkoffer. Hierin zitten allerlei materialen die school kan gebruiken om het verwerkingsproces te ondersteunen. De koffer is in 2012 16 keer uitgeleend. Betrokkenheid van JGZ bij ernstige incidenten waarin het PSHI-protocol in werking is gesteld is twee keer voorgekomen.
1.3.4 Rijksvaccinatieprogramma jeugd De jeugdgezondheidszorg zorgt ervoor dat alle kinderen op 9-jarige leeftijd een vaccinatie krijgen tegen difterie, tetanus en polio en een vaccinatie tegen bof, mazelen en rode hond. Meisjes krijgen rond hun twaalfde een oproep van ons voor de vaccinatie tegen baarmoederhalskanker (HPV). Wij verzorgen daarnaast ook de benodigde vaccinaties van alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV-ers). Wij vaccineren de kinderen tijdens massavaccinaties of tijdens het maandelijkse vaccinatiespreekuur in Assen, Emmen en Meppel. Op dit spreekuur komen kinderen die om wat voor reden dan ook een prik hebben gemist. Daar komen ook de AMV-ers. De spreekuren van de AMV-ers worden goed bezocht, maar vragen wel een specifieke aanpak en extra organisatie. JGZ werkt nauw samen met het Nidos, een organisatie die AMV-ers opvangt. Er zit een verschil in opkomstpercentage bij de vaccinaties voor 9-jarigen en de 12-jarigen. Bij beide zien we wel een stijging. Voor wat betreft het opkomstpercentage van de 9-jarigen is er een stijging van 95% naar 98%. Het opkomstpercentage voor de 12-jarige meisjes is gestegen van 60% naar 68%. De 12-jarige meisjes en hun ouders zien steeds meer het belang van de HPV-vaccinatie in. Ook wordt er door het RIVM vaker een beroep gedaan om ook andere vaccinaties te geven zoals Hepatitis B en Meningokokken C.
Alle kinderen in beeld Sinds 2010 werkt de JGZ met digitale dossiers. Hiermee is het mogelijk om de individuele gezondheidsloopbaan van jongeren te monitoren. Dankzij het digitale dossier krijgen we daarnaast op termijn inzicht in gezondheidsaspecten en bedreigingen op collectief niveau. In 2012 is een ambtelijke werkgroep ingesteld om in samenspraak met de jeugdgezondheidszorg 0 - 19 jaar te bepalen welke beleids- en verantwoordingsrapportages de gemeenten van de JGZ verwachten. Op basis van de uitkomsten hiervan zal de wijze van rapporteren in het dossier worden aangepast.
23 | jaarstukken 2012
Planmodule In 2012 hebben we een start gemaakt met de implementatie van de digitale planning van JGZ afspraken. De applicatie KD+ is hiervoor verder ontwikkeld. Doordat deze ontwikkeling meer tijd vroeg dan verwacht, en doordat er sprake was van functionele fouten in de applicatie, zijn we later in het jaar met de implementatie gestart dan gepland. Naast de kwaliteit van het planprogramma is de input van leerlinggegevens vanuit de scholen cruciaal. De leerlingenlijsten ontvingen we vaak laat of incompleet. Tevens zitten er veel kinderen in Drenthe op school die buiten onze provincie wonen. Deze dossiers worden niet automatisch door het GBA geladen, waardoor veel handmatig invoerwerk en zoekwerk nodig is. De implementatie wordt in 2013 voortgezet.
24 | jaarstukken 2012
1.3.5 Additionele taken van de jeugdgezondheidszorg De jeugdgezondheidszorg voerde voor verschillende gemeenten aanvullende taken uit naast het basistakenpakket.
Preventieve logopedie Preventieve logopedie is gericht op het bevorderen van (de voorwaarden voor) een normale communicatieve ontwikkeling door bijvoorbeeld het geven van voorlichting aan ouders en beroepskrachten. Daarnaast richt de preventieve logopedie zich op het vroegtijdig signaleren van spraaktaalproblemen om verergering hiervan zo snel en effectief mogelijk tegen te gaan. Wetenschappelijk onderzoek in Nederland heeft aangetoond dat preventieve logopedie uitstroom naar het speciaal onderwijs, voortijdige schooluitval en gedragsproblemen voorkomt en daarom onmisbaar is in de eerste levensjaren van een kind. 1 Op basis van de positieve resultaten van het project “Vanzelfsprekend” (2010-2012), zijn met verschillende gemeenten gesprekken gevoerd over de inzet van de preventieve logopedie in de periode 0-4 jaar. In deze periode vindt namelijk de sterkste ontwikkeling op het gebied van spraak en taal plaats. Inmiddels zijn enkele gemeenten op deze werkwijze overgestapt waardoor sprake is van een doorgaande lijn 0-12 jaar.
Centrum voor Jeugd en Gezin De GGD participeert in alle gemeentelijke CJG’s. In een aantal gemeenten ontvangt de GGD aanvullende middelen voor extra werkzaamheden vanuit het CJG. Voorbeelden hiervan zijn: • In de CJG’s van de gemeenten Emmen, De Wolden, Borger- Odoorn en Coevorden is er naast de reguliere overleggen extra tijd beschikbaar gesteld voor het aanstellen van een contactpersoon CJG. Hierdoor is er frequent contact tussen scholen en het CJG. • In verschillende gemeenten verzorgen we trainingen voor bijvoorbeeld kinderen in echtscheidingssituaties (KIES) en sociale vaardigheidstrainingen. • De CJG’s van Meppel en Emmen hebben een loket (digitaal, telefonisch en mogelijkheid voor bezoek) waar JGZ-medewerkers actief worden ingezet. Het loket in Emmen is in 2012 gaan functioneren voor de hele regio. • In de gemeente Noordenveld is dagelijks een CJG-spreekuur. Eenmaal per week wordt dit verzorgd door de JGZ van de GGD. • In Emmen en Assen zijn projecten uitgevoerd gericht op voorkomen en bestrijden van overgewicht. Een overzicht van alle activiteiten van de CJG’s en de resultaten worden per CJG in hun verantwoording aan de gemeente gepresenteerd.
1
http://www.logopedie.nl/bestanden/nvlf/documentatiecentrum/voor_de_media/De_
waarde_van_logopedie_september_2012.pdf
25 | jaarstukken 2012
1.4 Bedrijfsvoering
1.4.1 Communicatie GGD Drenthe bracht in 2012 ongeveer 40 nieuwsberichten uit over allerlei activiteiten en onderwerpen. Sommige van deze berichten hadden naast een informerend ook een preventief doel. Zo brachten we nieuwsberichten uit over de risico’s bij extreme kou in februari, het voorkomen van de ziekte van Lyme en de gevaren van de eikenprocessierups. Een aantal berichten had als doel het publiek zo goed mogelijk te informeren over actuele gezondheidsvraagstukken. Zo brachten we informatie over een kleine uitbraak van schurft, stonden we verschillende scholen en gemeenten bij met informatie over asbest en informeerden we het publiek over tuberculose bij een dakloze patiënt. Over deze en andere onderwerpen hebben we in 2012 ook publieksvragen beantwoord, telefonisch en schriftelijk. Om vooral de preventieve boodschappen extra te ondersteunen zochten we ook in 2012 de samenwerking met pers, gemeenten en andere partijen die onze boodschap verder konden verspreiden. Halverwege 2012 lanceerde de GGD een nieuwe website. De nieuwe site voldoet meer aan de eisen van deze tijd. Bovendien zijn de verschillende onderwerpen beter vindbaar en heeft het geheel een frissere uitstraling. Daarnaast is de inhoud flink op de schop genomen, waardoor de website meer aansluit bij de behoeften van de bezoeker. De voorheen aparte site over huiselijk geweld in Drenthe is in 2012 onderdeel geworden van ggddrenthe.nl.
1.4.2 Kwaliteit De GGD beschikt over een kwaliteitssysteem waarin wij informatie borgen uit klachten van cliënten, incidenten en verbetervoorstellen, audits, klantonderzoek en leveranciersbeoordelingen.
Klachten Er zijn in 2012 vier klachten van cliënten geregistreerd. Het klachtenproces van de GGD Drenthe bestaat uit een intern bemiddelingstraject en – indien de klacht niet naar tevredenheid van de indiener is opgelost – een extern traject bij de klachtencommissie. Eén klacht is doorgeleid naar deze klachtencommissie. De overige klachten zijn opgelost in het interne bemiddelingstraject. Er waren minder klachten dan in voorgaande jaren. De oorzaak hiervan is waarschijnlijk dat negatieve signalen voordat ze als klacht worden ingediend, al proactief worden opgelost door medewerkers en management. Aantal 2010
Aantal 2011
Aantal 2012
GGD algemeen
1
1
0
AGZ
6
8
2
Oneens met inspectierapport gastouder bureau
JGZ
4
4
2
Bejegening: oneens met aanspreken op overgewicht
Organisatieonderdeel
Omschrijving
26 | jaarstukken 2012
Audits en HKZ-certificering Alle productgroepen en sectoren van GGD Drenthe behaalden in november 2012 opnieuw het HKZ-certificaat. Tijdens de externe audits kwamen drie aandachtspunten naar voren, twee daarvan waren gericht op dossiervoering en een had betrekking op het bijhouden van ICT meldingen. De aandachtspunten zijn direct opgelost. Voor de medewerkers van de GGD betekent de HKZ- certificering dat zij de processen goed op orde hebben, zicht hebben op de wensen van de klant en op de te behalen resultaten. Ter ondersteuning van de certificering – maar vooral om de verbetercyclus in alle facetten te doorlopen – heeft de GGD een goedwerkend systeem van interne audits. De interne auditoren zijn ook in 2012 (blijvend) geschoold, om zo de kwaliteit op orde te houden en te kunnen anticiperen op gevraagde ontwikkelingen, bijvoorbeeld het nieuwe HKZschema Publieke Gezondheidszorg. In 2012 werden 16 interne audits afgenomen. De hieruit voortgekomen verbeterpunten zijn actief opgepakt.
Klanttevredenheid De GGD gebruikt diverse kanalen om de tevredenheid van klanten en ketenpartners te meten. In het algemeen is de waardering van onze klanten goed. Een interne wens is om het terugkoppelen vanuit en met onze klanten, de gemeenten, meer te stroomlijnen. Mede om die reden is in 2012 een begin gemaakt met het vormgeven van relatiemanagement, waarbij de managers accounthouder worden.
Medewerkerstevredenheid In november 2012 is ons driejaarlijkse medewerkerstevredenheidsonderzoek uitgevoerd. De resultaten hiervan zijn op dit moment nog niet bekend.
1.4.3 Personeel en organisatie 2012
2011
139
141
9
21
Aantal sollicitanten
241
598
Aantal kandidaten uitgenodigd voor gesprekken
40
79
Indiensttredingen
19
26
Uitdiensttredingen
30
24
4,64%
4,29%
Formatie in fte per 31 december In- en uitstroom Opengestelde
Ziekteverzuim
Toelichting op het overzicht Personeel en organisatie: Formatie Ten opzichte van 2011 is de toegestane formatie met 2 fte teruggebracht. Dit is gerealiseerd door, als gevolg van de bezuinigingsopdracht, de formatie voor management en ondersteunende functies terug te brengen. In het licht van belangrijke ontwikkelingen als i-JGZ , integratie van Middelen en bezuinigingen zal het actief sturen op formatie en bezetting de komende jaren hoog op de agenda blijven van directie en management. Opengestelde vacaturemeldingen en indiensttredingen.
27 | jaarstukken 2012
In een aantal gevallen is er sprake van indiensttreding zonder voorafgaande openstelling van een vacature. Hierbij moet worden gedacht aan indiensttreding na voorafgaande uitzendperiode, meerdere indiensttredingen op één vacature of indiensttreding zonder voorafgaande vacaturemelding. Herziening Beloningsbeleid Meerdere keren hebben vakorganisaties, ondernemingsraad , directie en P&O samen om tafel gezeten over het afschaffen van het automatisme voor het doorlopen van de uitloopschaal. Het automatisme van de uitloopschaal is niet marktconform en zet de GGD op achterstand in relatie tot private partijen. Het overleg heeft geresulteerd in een intentieverklaring. Partijen zijn in april overeengekomen dat modernisering van het beloningsbeleid van de GGD gewenst is met voldoende stimuli voor een adequaat personeelsbeleid met een daarop afgestemd instrumentarium dat aansluit bij de hedendaagse maatschappelijke ontwikkelingen en opvattingen van goed werkgeverschap. Medio 2012 is overeenstemming bereikt over de weg waarlangs invulling te geven aan herziening van het beloningsbeleid. In de 2e helft 2012 is een bescheiden begin gemaakt aan het wegwerken van het achterstallig onderhoud aan het functiegebouw. Het komende jaar zal voor een belangrijk deel in het teken staan van de noodzakelijke en afgesproken herziening van het beloningsbeleid. Basis op orde Het afgelopen jaar is de kwetsbaarheid gebleken van het cluster P&O. Door arbeidsongeschiktheid en beperkte inzetbaarheid is het niet gelukt om alle ambities en geplande verbeteringen waar te maken. De prioriteit lag bij het continueren van het dagelijkse werk en het op orde houden van het personeelsbeheer. Dat is gelukt. Het komende jaar zal een inhaalslag moeten volgen. Speerpunten zijn een impuls op het terrein van het personeelsbeleid en verbetering van het personeelsbeheer onder andere door meer rendement te halen uit het bestaande personeelsinformatiesysteem. Ter voorbereiding daarop zijn in het afgelopen jaar al gesprekken gevoerd met de externe dienstverlener op het terrein van salaris- en personeelsadministratie. Vanuit een gemeenschappelijk belang trekken de clusters Financiën en P&O hier gelijk op. Vorming, training en opleiding In het kader van de noodzakelijke bezuinigingen is in goed overleg tussen management, ondernemingsraad en directie besloten om het budget voor vorming, training en opleiding (VTO-budget) terug te brengen van 2% naar 1,5% voor 2013 en volgende jaren. Deze bijstelling in combinatie met invoering van het Individueel Loopbaan Budget (ILB) vraagt om een fundamentele herziening van het VTO beleid. Niet uit te sluiten is dat ambities met betrekking tot scholing en deskundigheidsbevordering moeten worden bijgesteld. Ook andere vormen voor kennisdeling zullen worden onderzocht. Nieuwe vormen van leren dienen zich aan en worden betrokken in de evaluatie VTO die voor 2013 op de agenda staat. Pilot RVE In 2012 is de pilot geëvalueerd van het werken met RVE’s (resultaatverantwoordelijke eenheden). De uitkomst van de evaluatie is zonder meer bevredigend en aanleiding om het principe van de RVE gefaseerd uit te rollen over de rest van de organisatie. De evaluatie geeft ook handvatten om te verbeteren en aanbevelingen voor het verder uitrollen van het RVE principe. Via een gefaseerde aanpak wordt het organisatieprincipe tussen 2013 en 2017 over alle organisatie-onderdelen uitgerold. Directie en management nemen daarbij het voortouw. Ook directie en MT moet kunnen functioneren als een RVE. Daarbij is het belangrijk dat een RVE kan beschikken op een daartoe afgestemd instrumentarium. P&O komt vóór 1 april 2013 met een plan van aanpak gericht op HR instrumenten in relatie tot RVE’s. Het nieuwe werken bij de GGD Het Nieuwe Werken wordt ingezet om een maximale bijdrage te kunnen leveren aan de integrale dienstverlening aan de klant, medewerker, organisatie en maatschappij. Onder andere omdat HNW bijdraagt aan het bevorderen
28 | jaarstukken 2012
van kennisdeling, informatie-uitwisseling, duurzame inzetbaarheid van ons personeel en flexibiliteit van de bedrijfsvoering. In de tweede helft van 2012 hebben we onze visie op Het Nieuwe Werken vertaald in ons programma voor 2013. Het uitgangspunt daarbij is dat we gestaag werken aan bewustwording in gedrag en gedragsverandering in het kader van Het Nieuwe Werken. We hebben gekozen voor een pragmatische insteek die past bij ons uitgangspunt dat Het Nieuwe Werken een kwestie van doen is. Dit betekent dat we medewerkers en leidinggevenden voornamelijk voorbereiden op Het Nieuwe Werken door gebruik te maken van kennis en ervaring die we zelf hebben opgedaan.
1.4.4 Huisvesting: inrichting Groene Dijk Op veel fronten is in 2012 geïnvesteerd in de relatie met de HVD Drenthe en Brandweer Assen. Niet alleen vanuit het oogpunt van integratie van Middelen maar vooral met het oog op de gezamenlijke huisvesting. Weliswaar getooid met verschillende vlaggen zijn GGD , HVD en Brandweer Assen gezamenlijk het afgelopen jaar intensief bezig geweest met wat deze organisaties samenbrengt. Veel werk is verzet om een gezamenlijke visie te ontwikkelen op huisvesting, inrichting, kantoor-automatisering en telefonie. Ook het komende jaar wordt veel inzet gevraagd vanuit de bestaande lijnorganisaties om het proces van (in)richting Groene Dijk in goede banen te leiden.
29 | jaarstukken 2012
2. JAARREKENING | 2012
30 | jaarstukken 2012
Het tweede deel van de jaarstukken betreft de jaarrekening. Deze bestaat uit: • de exploitatierekening met toelichting; • de balans met toelichting; • het overzicht van reserves en voorzieningen en • de paragraaf Weerstandsvermogen. De paragraaf Bedrijfsvoering is opgenomen als onderdeel van het jaarverslag. De overige verplichte paragrafen van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) voor gemeenten en provincies zijn niet van toepassing op de GGD. Alle bedragen zijn gepresenteerd in duizendtallen (k). Door deze wijze van presentatie kunnen in de overzichten en tabellen afrondingsverschillen zijn ontstaan.
31 | jaarstukken 2012
2.1 Exploitatierekening 2012 Het boekjaar 2012 is afgesloten met een positief resultaat van € 190k. In het resultaat is een bijzondere (incidentele) last verwerkt van € 153k. Per saldo is een bedrag van € 68k aan de reserves onttrokken. Het bedrijfsresultaat komt daarmee op een bedrag van € 258k. In het onderstaande overzicht is het resultaat gespecificeerd en toegelicht. Ten opzichte van de vorige jaarrekening is de presentatie gewijzigd. Naast de primitieve begroting is ook de kolom met de gewijzigde begroting opgenomen. De begrotingswijzigingen zijn door het Dagelijks Bestuur vastgesteld naar aanleiding van de drie tussentijdse rapportages. Het betreft aanpassingen van de additionele begroting en technischincidentele aanpassingen van de basistaken. De aanpassingen van de additionele begroting zijn voornamelijk nieuwe projecten of projecten die in de loop van het jaar zijn gewijzigd. De technische incidentele aanpassingen op de basistaken betreft voornamelijk het verwerken van de voorgenomen onttrekkingen aan de reserves, voor zover daarover een besluit is genomen in het bestuur. Het volume van lasten en baten binnen de programma’s Basistaken, zoals dat door het Algemeen Bestuur (AB) is vastgesteld in de beleidsbegroting 2012, is niet gewijzigd. De begrotingswijzigingen zijn belangrijk voor de interne beheersing. Door deze wijzigingen hadden wij in 2012 voortdurend actueel financieel inzicht. Exploitatierekening 2012
2012 Realisatie
2011
Prim. Begroting
Begr. na wijz.
Verschil
Jaarrekening
Baten Bijdragen gemeenten basis
8.940
8.940
8.940
-
8.931
Opbrengsten additioneel
3.971
3.702
3.959
12
3.299
Bijdrage GHOR
795
783
783
12
798
Overige opbrengsten
336
145
232
104
676
14.042
13.570
13.914
128
13.704
1.153
1.128
1.240
87
1.000
11.150
10.452
11.273
123
10.691
kapitaallasten
338
322
322
-16
306
huisvestingslasten
421
608
639
218
589
Algemene kosten
637
644
648
11
664
13.699
13.154
14.122
423
13.250
Totaal opbrengsten Lasten Direkte productiekosten personele lasten
Totaal lasten Bijzondere baten
79
Bijzondere lasten
153
-153
Jaarresultaat
190
416
-208
398
Toevoeging reserves
416
416
246
-170
Onttrekking reserves
484
-
454
30
Bedrijfsresultaat
258
-
-
258
32 | jaarstukken 2012
533
533
2.1.1 Toelichting op de exploitatierekening Hierna worden de belangrijkste verschillen in de exploitatierekening toegelicht. Voor meer gedetailleerde financiële verschillenverklaringen en andere belangrijke productiegegevens verwijzen wij u graag naar de productbladen. De productbladen zijn geen onderdeel van de jaarstukken, maar zijn informatief aan de jaarstukken toegevoegd. De verschillen hebben een incidenteel karakter en geven geen aanleiding de lopende begroting bij te stellen. Aan de opbrengstenzijde vielen de overige opbrengsten € 104k hoger uit dan begroot. Het rijksvaccinatieprogramma had een hogere opbrengst van € 26k als gevolg van een hoger dan begroot tarief en een hoger opkomstpercentage. Voor de Gezondheidskundig adviseur gevaarlijke stoffen (Gaggs) en MMK werden extra bijdragen ontvangen tot een bedrag van € 83k, maar hier stonden ook kosten tegenover. Overige per saldo - € 5k. De belangrijkste verklaring voor de meevallende directe productiekosten is de uitloop van de implementatie van een nieuw cliëntvolgsysteem (CVS). Dit was voorzien voor het vierde kwartaal van 2012, maar liep uit naar het eerste kwartaal van 2013. Dit resulteerde in meevallende directe productiekosten van € 75k. Overige meevallende productiekosten waren per saldo € 12k. Aan de opbrengstenzijde wordt de subsidie die wij ontvangen voor het CVS ook in 2013 verantwoord. Deze tegenvaller werd echter gecompenseerd door meevallende opbrengsten van Forensische Geneeskunde. Als gevolg van een selectieve invulling van vacatures vielen de personele kosten per saldo € 123k mee. Het structurele deel van dit bedrag zal te zijner tijd worden ingezet voor te realiseren bezuinigingen (onder andere cao verhoging die in 2012 heeft plaatsgevonden). In 2011 is besloten om een deel van de bezuinigingen ad € 207k in te zetten voor huisvestingslasten. Deze huisvestingslasten worden zichtbaar in 2014, waardoor in 2012 en 2013 twee maal een voordeel ontstaat. Het AB heeft besloten dit voordeel in beide jaren in te zetten voor dekking van te maken voorbereidingskosten van de nieuwe huisvesting. Er is een incidentele last opgenomen van afgerond € 153k Het betreft: • De afboeking van een oninbare post ad € 60k uit 2011, vanwege een foutief opgestelde afrekening. • Het opnemen van een voorziening € 58k voor dubbele huurlasten van de TBC-ruimte. Het huurcontract loopt tot en met 2014, terwijl we begin 2014 de nieuwe huisvesting betrekken. • Het afboeken van eenmalige extra te maken personeelslasten ad € 35k ter voorkoming van toekomstige wachtgeldverplichtingen en waardoor per saldo wordt bezuinigd. In het navolgende overzicht is een opstelling gemaakt van de begrote en gerealiseerde baten en lasten per programma.
33 | jaarstukken 2012
2.1.2 Exploitatie per programma Exploitatierekening 2012 per programma AGZ Basis
Totaal AGZ Basis AGZ Additioneel
Totaal AGZ Additioneel JGZ Basis
Totaal JGZ Basis JGZ Additioneel
Totaal JGZ additioneel Rijksvaccinatieprogramma
Kostensoort Salarissen en sociale lasten Overige personeelskosten Kapitaallasten Huisvestingskosten Algemene kosten Doorbelasting middelenfuncties Reserveringen Directe productiekosten Bijdragen gemeenten Overige opbrengsten Salarissen en sociale lasten Overige personeelskosten Kapitaallasten Algemene kosten Doorbelasting middelenfuncties Reserveringen Directe productiekosten Overige opbrengsten Salarissen en sociale lasten Overige personeelskosten Kapitaallasten Huisvestingskosten Algemene kosten Doorbelasting middelenfuncties Reserveringen Directe productiekosten Overige opbrengsten 40 Salarissen en Sociale lasten 41 Personeelskosten 42 Kapitaallasten 44 Algemene kosten 49 Dekkingsrekeningen 60 Reserveringen 73 Productiekosten Jgz Add. 83 Opbrengsten Jgz Add, 90 Resultaat vorig jaar Salarissen en sociale lasten Directe productiekosten Overige opbrengsten
Totaal Rijksvaccinatieprogramma GHOR Salarissen en sociale lasten Overige personeelskosten Kapitaallasten Algemene kosten Doorbelasting middelenfuncties Bijdrage GHOR Totaal GHOR Bedrijfsvoering en algemeen Stelposten Salarissen en sociale lasten Overige personeelskosten Doorbelasting middelenfuncties Reserveringen Bijdragen gemeenten Totaal Bedrijfsvoering Resultaat
Primitieve begroting 2012 -1.772 -13 -3 -4 -83 -1.154 0 -618 3.640 7 0 -1.755 -14 -36 -43 -366 -290 -322 2.826 0 -2.753 -50 -29 -1 -37 -1.460 0 -175 4.505 0 -616 0 -29 -13 -120 -126 0 876 0 0 -125 -14 139 0 -625 -16 10 -9 -143 783 0 -212 -324 -571 312 0 795 0 0
Gewijzigde begroting 2012 -1.768 -113 -3 -4 -67 -1.154 37 -637 3.640 69 0 -1.905 -64 -36 -45 -370 -118 -409 2.947 0 -2.847 -50 -29 -1 -37 -1.460 0 -175 4.599 0 -647 -114 -29 -13 -127 -128 -6 1.036 0 0 -125 -14 139 0 -625 -16 10 -9 -143 783 0 -118 -324 -571 311 0 702 0 0
34 | jaarstukken 2012
Resultaat 2012 -1.707 -278 -5 -1 -52 -1.200 73 -659 3.640 149 -40 -1.731 -273 -16 -30 -368 -160 -302 2.847 -33 -2.924 -104 -9 0 -35 -1.443 59 -165 4.600 -21 -644 -123 -9 -18 -123 -122 -16 1.084 -10 24 -109 -12 165 44 -583 -22 0 -8 -143 795 39 0 -262 -521 322 4 702 245 258
2.1.3 Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT) De bezoldiging van de functionaris(sen) die over 2012 in het kader van de Wopt verantwoord worden, is als volgt:
Functionaris (functienaam) Percentage dienstverlening In dienst vanaf (datum)
arts openbare gezondheid 100% 1-jul-02
In dienst tot (datum) Belastbaarloon 2012 (in e)
179.419
Belastbaarloon 2011 (in e)
151.561
Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn 2012 (in e)
36.095
Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn 2011 (in e)
33.902
Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband 2012 (in e)
0
Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband 2011 (in e)
0
Totaal beloning in kader van de Wopt 2012
215.514
Totaal beloning in kader van de Wopt 2011
185.463
Op grond van de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT) dienen publieke organisaties de inkomens te publiceren van medewerkers die meer hebben verdiend dan € 194.000 (belastbaar loon inclusief pensioenafdracht van het werkgevers- en werknemersdeel en de werkgeversbijdrage ZVW). In 2012 heeft een arts Openbare gezondheid, die twee functies bekleedt bij de GGD, deze norm overschreden. De overschrijding is veroorzaakt doordat op de arts, vanwege ziekte en onderbezetting, een meer dan evenredig beroep is gedaan voor de uitvoering van diensten. Inmiddels zijn er maatregelen genomen om herhaling in 2013 te voorkomen.
35 | jaarstukken 2012
2.2 Balans per 31 december 2012 Referentie
31-12-2012
31-12-2011
415
758
ACTIVA Vaste activa Materiële vaste activa
1
415
Totaal vaste activa
758
Vlottende activa Voorraden
2
17
20
Kortlopende vorderingen
3
395
1.053
Overlopende activa
4
267
67
Liquide middelen
5
3.412
2.503
Totaal vlottende activa
4.091
3.643
Totaal activa
4.507
4.401
PASSIVA Vaste passiva Eigen vermogen
6
3.002
3.227
Voorzieningen
7
93
-
Langlopende schulden
8
69
92 3.164
Totaal vaste passiva
3.319
Vlottende passiva kortlopende schulden
9
375
273
Overlopende passiva
10
967
809
Totaal vlottende passiva
1.343
1.082
Totaal activa
4.507
4.401
36 | jaarstukken 2012
2.2.1 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Algemeen • • • •
De jaarrekening is opgemaakt volgens de grondslagen van het Besluit Begroting en Verantwoording voor gemeenten en provincies. De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende balanspost anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden. De lasten en baten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op de balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt. Daarbij moet worden gedacht aan bijvoorbeeld overlopende vakantiegeld- of verlofaanspraken.
Vaste activa Materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs onder aftrek van afschrijvingen. De materiële vaste activa worden lineair afgeschreven. Bij de gehanteerde afschrijvingstermijnen is het bepaalde in de Nota activeren, waarderen en afschrijven uitgangspunt geweest. In 2012 heeft een versnelde afschrijving plaats gevonden van € 81k op materiële activa, in verband met de nieuwe huisvesting aan de Groene Dijk. Voorraden De voorraad vaccinaties is gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Kortlopende vorderingen, overlopende activa en liquide middelen De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. Deze voorziening is bepaald op basis van de ouderdom van de vorderingen en op basis van individuele beoordeling. Reserves Reserves zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Voorzieningen Voorzieningen kunnen (conform de BBV) worden gevormd als sprake is van: - - -
verplichtingen en verliezen, waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, maar wel redelijkerwijs kan worden ingeschat; op balansdatum bestaande risico’s, die kunnen leiden tot verplichtingen of verliezen, waarvan de omvang reeds redelijkerwijs kan worden ingeschat; toekomstige kosten, mits de oorsprong ligt voorafgaande aan de balansdatum en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van de lasten over een aantal begrotingsjaren.
37 | jaarstukken 2012
In 2012 is een voorziening getroffen als voorbereiding op de nieuwe huisvesting. Het gaat om een bedrag van € 58k voor dubbele huurlasten van de TBC ruimte. Voor extra te maken personeelskosten, ter voorkoming van toekomstige wachtgeldverplichtingen, is een voorziening getroffen van € 35k. Totaalbedrag aan voorzieningen per 31-12-2012 is € 93k. De voorzieningen zijn getroffen in overleg met de accountant. Langlopende schulden De langlopende schuld is gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met gedane aflossingen. De langlopende schuld heeft een rente typische looptijd van één jaar of langer.
2.2.2 Toelichting op de balans per 31 december 2012 Ref. 1 Materiële vaste activa Omschrijving
Afschrijv Aanschaf %
Mutaties 2012
Cumulatieve Boekwaarde Afschrijving
1-1-2012 Investeringen
Inventaris/verbouwingen
10
638
410
228
Automatisering
25
1.269
843
426
Technische installaties
7
409
333
76
Medische apparatuur
20
55
33
22
6
Wagenpark
20
13
7
6
-
2.384
1.626
758
31
Totaal
Boekwaarde
Afschrijving 31-12-2012
Desinv. 4
112
112
207
244
38
38
9
19
-
3
3
4
370
415
25
De investeringen betreffen alleen investeringen met een economisch nut.
Ref. 2 Voorraden De voorraad vaccins is gedaald van 20 naar 17.
Ref. 3 Kortlopende vorderingen Specificatie kortlopende vorderingen Deelnemende gemeenten
31-12-2012
31-12-2011
215
770
44
146
Debiteuren
149
150
Voorziening dubieuze debiteuren
-13
-13
Totaal
395
1.053
31-12-2012
31-12-2011
Vooruitbetaalde bedragen en borg
267
67
Totaal
267
67
Overige vorderingen op openbare lichamen
Ref. 4 Overlopende activa Specificatie overlopende activa
38 | jaarstukken 2012
Ref. 5 Liquide middelen In 2012 zijn er geen rekening courant gelden meer uitgezet in deposito. Overheidsinstellingen dienen namelijk hun liquide middelen beschikbaar te houden voor andere overheden in het kader van schatkistbankieren. Dit houdt onder andere in dat de centrale overheid een beroep kan doen op beschikbare liquide middelen van decentrale overheden, voordat zij leningen aantrekt op de geld- en kapitaalmarkt. Decentrale overheden zijn verplicht deze middelen beschikbaar te houden. De toekomstige tegenvallende opbrengsten zijn meegenomen in de bezuinigingen. Specificatie liquide middelen
31-12-2012
31-12-2011
Kasgelden
1
1
Deposito BNG
-
1.500
3.407
999
5
3
3.412
2.503
Rekening-courant BNG Rekening-courant ABN-Amro Totaal
Ref. 6 Eigen vermogen
Algemene reserve Bestemmingsreserves Resultaat boekjaar Totaal
Stand per
Terugstorting c.q.
1-1-2012
Herbestemming
Toevoegingen
Onttrekkingen
Saldo per 31-12-2012
390
57
2.837
-473
416
-484
2.297
447
-
-
258
-
258
3.227
-416
674
-484
3.002
Ref. 7 Voorzieningen De voorziening is getroffen ten behoeve van dubbele huurlasten en het afboeken van extra personeelskosten ter voorkoming van toekomstige wachtgeldverplichtingen. Stand per
Toevoegingen
Onttrekkingen
1-1-2012
Saldo per 31-12-2012
Voorzieningen nieuwbouw
-
58
-
58
Voorzieningen Frictie
-
35
-
35
Totaal
-
93
-
93
39 | jaarstukken 2012
Ref. 8 Langlopende schulden Specificatie langlopende schulden
31-12-2012
31-12-2011
Langlopende lening
69
92
Totaal
69
92
Dit betreft de financiering van de multifunctionele printerapparatuur.
Ref. 9 Kortlopende schulden specificatie kortlopende schulden
31-12-2012
31-12-2011
Crediteuren
375
273
Totaal
375
273
31-12-2012
31-12-2011
Vooruitontvangen projectgelden
197
145
Nog te betalen bedragen/vooruitontvangen
347
266
Belastingen en premieheffing
424
398
Totaal
967
809
Ref. 10 Overlopende passiva specificatie overlopende passiva
Niet in de balans opgenomen verplichtingen • • •
De GGD Drenthe heeft, in het kader van haar huisvesting, tot en met 31-12-2013 een verplichting van € 263k per jaar voor het huurcontract van het pand in Assen. In de balans zijn niet de verplichtingen tot uitdrukking gebracht met betrekking tot de betaling van vakantietoeslagen van circa € 274k. De verplichting voor overlopende verlofrechten is niet opgenomen. In de arbeidsvoorwaarden is een limiet gesteld voor overlopende verlofrechten van maximaal de helft van het basisverlof per persoon. Op basis van een inventarisatie is gebleken dat er in totaal 1.201 uren openstaan boven deze limiet. Tegen een gemiddeld uurloon van € 35 per werknemer zou dit een kostenpost van € 42k bij uitbetaling opleveren.
40 | jaarstukken 2012
2.3 Overzicht reserves ultimo 2012
Algemene reserve
1-1-2012
Herbestemming en terugbetaling in 2012
Toevoegingen
Onttrekkingen 31-12-2012
390
57
447
130
-130
-
-
-
-
389
-174
215
Bestemmingsreserves Bestemmingsreserve “kapitaallasten EKD” Bestemmingsreserve “CIZ” Bestemmingsreserve “Ondersteuning Middelen”
29
-29
Bestemmingsreserve “Voorbereiding Nieuwbouw”
Bestemmingsreserve “planners JGZ”
232
18
Bestemmingsreserve “Achtergesteld werk”
198
Bestemmingsreserve “Verwachte frictiekosten”
-47
262
-125
-63
10
482
18
-209
291
Bestemmingsreserve “Risicoservering”
901
-125
349
-134
991
Bestemmingsreserve “Organisatieontwikkeling”
456
44
8
-9
499
20
30
-
-22
28
2.837
-473
416
-484
2.744
3.227
-416
416
-484
2.744
Bestemmingsreserve “Egalisatie onderzoeken EPI”
59
Te bestemmen resultaat 2012 Totaal Vermogen eind 2012
258 3.227
-416
416
-484
2.4 Paragrafen 2.4.1 Bedrijfsvoering De paragraaf bedrijfsvoering is onderdeel van het jaarverslag.
2.4.2 Weerstandsvermogen De benodigde hoeveelheid weerstandvermogen, in de vorm van reserves die een algemeen karakter hebben, hangt vooral samen met de wijze waarop een organisatie in staat is haar risico’s te beheersen. Er is geen vaststaande financiële norm voor. Bij de GGD hebben we twee reserves met een algemeen karakter, namelijk de algemene reserve en de risicoreserve. Voor de algemene reserve is besloten dat deze 5% van het volume van de basistaken heeft. De risicoreserve heeft een maximumhoogte van 33% van de gemiddelde loonsom additioneel. Risicobeheersing betekent voor de GGD vooral in staat zijn mee te bewegen met groei- en krimpbewegingen. Immers, de Drentse gemeenten hebben het afgelopen jaar nadrukkelijk aangegeven dat zij van de GGD verwachten mee te doen in de lastige bezuinigingsopgaven waarvoor zij staan. Dit heeft er toe geleid dat in het Algemeen Bestuur in oktober het besluit is genomen om de inwonersbijdrage 2014 Basistaken met 3,1%
41 | jaarstukken 2012
3.002
te verlagen ten opzichte van 2013. Ook de reguliere kostenverhogingen dienen door bezuinigingen te worden opgevangen. Naast de bezuinigingen op de basistaken staat ook de additionele begroting onder druk, onder andere als gevolg van de economische recessie. In het najaar van 2012 heeft het managementteam van gedachten gewisseld over de wijze waarop de GGD flexibel mee kan bewegen met de eisen die (met name) de gemeenten aan haar stellen. Er is een meerjarige inschatting gemaakt van risico’s op terugval in inwonersbijdrage en additionele inkomsten. Op grond van deze inschatting zoekt de GGD naar een verhouding tussen vast en tijdelijk personeel, waarmee flexibel kan blijven worden ingespeeld op toekomstige omstandigheden.
42 | jaarstukken 2012
3. NOTA RESERVES EN VOORZIENINGEN | 2012
45 | jaarstukken 2012
Het derde en laatste onderdeel van de jaarstukken betreft de notitie Reserves en voorzieningen. In de nota Reserves en voorzieningen wordt door het AB het beleid bepaald ten aanzien van duur, omvang en specificatie van de bestemmingen van de mutaties in het eigen vermogen van de GGD. Ten aanzien van voorgaande nota’s herhalen wij hier slechts dat het AB limitatief bepaalt welke reserves en voorzieningen er zijn, wat de maximale omvang ervan is en voor welke duur de reserve of voorziening wordt ingesteld. Ten aanzien van het beslag op de reserves en voorzieningen is hierna een geactualiseerde prognose gemaakt van het vermoedelijke vermogensbeslag. De prognose is gebaseerd op eerdere besluitvorming, met name ten aanzien van de gevolgen van ‘Naobij’, de nieuwe huisvesting en de gevolgen van de bezuinigingen. In de notitie is voorlopig uitgegaan van het navolgende voorstel voor resultaatsbestemming. Mocht het AB zich niet kunnen vinden in dit voorstel, dan zal de nota uiteraard worden aangepast.
3.1 Concept voorstel resultaatsbestemming Wij stellen u voor het bedrijfsresultaat ad € 258k toe te voegen aan de reserves, gezien het beslag dat wij voorzien op de reserves in de periode 2013-2014. Het toekomstige beslag betekent dat de omvang van Algemene reserve zakt van € 447k naar € 73k. In onderstaand overzicht is de verdeling van de bestemming uitgewerkt en is tevens rekening gehouden met een geprognosticeerde onttrekking aan de reserves van ruim € 1,9 miljoen euro. stand 1-1-2-12 Algemene reserve
447
mutatie 2012 0
resultaatsbestemming 2012
prognose 2013/2014
geprognosticeerde eindstand
26
-400
73
Ondersteuning middelen
215
0
0
-100
115
Voorbereiding nieuwbouw
250
12
53
-315
0
74
-63
-11
0
0
Frictiekosten
500
-209
190
-481
0
Risicoreserve additioneel
776
215
0
-371
620
Organisatieontwikkeling
500
-1
0
-295
204
Achtergesteld werk
Egalisatie epid. onderzoeken
50
-22
0
-28
0
2.812
-68
258
-1.989
1.012
De prognose van de onttrekking kan als volgt worden gespecificeerd: • Transitiekosten zoals die zijn benoemd in ‘Naobij’: € 400k ten laste van de Algemene reserve • Ondersteuning van de middelenfunctie om de overgang van ‘Naobij’ en de verhuizing naar de Groene Dijk mogelijk te maken: € 100k ten laste van de desbetreffende reserve. • Voorbereidingskosten nieuwbouw Groene Dijk per saldo: € 315k • Frictiekosten zoals die zijn benoemd in ‘Naobij’: € 344k ten laste van de desbetreffende reserve. Overige frictiekosten, onder andere om de bezuinigingen vanaf 2014 mogelijk te maken: € 137k. • Frictiekosten € 202k en te maken kosten ad € 150k voor deelname aan pilots voor de transitie van de jeugdgezondheidszorg, waarbij een actieve inbreng wordt gevraagd van de GGD. Verder zal een bedrag van € 250k nodig zijn voor de professionalisering van Gezondheidsbevordering. Gesaldeerd met een geprognosticeerde toevoeging uit de additionele exploitatiebegroting (€ 231k), levert dit per saldo een onttrekking op van € 371k aan de Risicoreserve additioneel. • Kosten voor de ontwikkeling van de organisatie en de daarmee gepaard gaande kosten vooopleidingen, aanpassing van het functieboek en communicatie ad € 295k. • Reguliere onttrekking aan de reserve egalisatie epidemiologische onderzoeken ad € 28k.
46 | jaarstukken 2012
Rekening houdende met de geprognosticeerde uitgaven ten laste van de reserves, stellen wij u voor het resultaat 2012 ad € 258 toe te voegen aan de reserves en deze als volgt te verdelen: • Een toevoeging ad € 53k aan de reserve Nieuwbouw teneinde de geprognosticeerde uitgaven in 2013/2014 te kunnen dekken. Na prognose bedraagt de stand van de reserve € 0. • De reserve Achtergesteld Werk wordt conform planning en besluitvorming opgeheven. Voorgesteld wordt het eindsaldo ad € 11k toe te voegen aan de Algemene reserve. • Een bedrag van € 190k toe te voegen aan de Frictiekostenreserve om de hiervoor benoemde kosten te kunnen dekken. Na prognose is de eindstand van deze reserve € 0. • Per saldo een bedrag van € 26k toe te voegen aan de Algemene reserve. Hierna volgt een rapportage per reserve en voorziening, waarbij rekening is gehouden met de hiervoor opgenomen resultaatsbestemming en uitgavenprognose.
47 | jaarstukken 2012
3.2 Rapportage per reserve en voorziening Nummer: 007100
Naam: Algemene Reserve
Financiële informatie Stand per 31 December 2011 ( na resultaatbestemming )
€
447
Toevoeging
€
26
Onttrekking
€
0
Stand per 31 december 2012 (na resultaatbestemming)
€
473
Verwacht verloop verdere jaren Te verwachten stand per 1 januari
2013
2014
2015
2016
2017
473
73
p.m.
p.m.
p.m.
-400
p.m.
73
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Te verwachten stortingen Te verwachten onttrekkingen Te verwachten stand per 31 december Mogelijke claims Kenmerk reserve Nr.
Onderwerp
Omschrijving
1.
Doel
De Algemene reserve is ingesteld voor de dekking van nadelige rekeningresultaten, onvoorziene incidentele uitgaven en andere niet voorziene bedrijfsrisico’s, voor zover hiering niet op andere wijze is voorzien.
2.
Historische achtergrond
Deze reserve is in het verleden gevormd door batige saldi en toevoegingen vanuit vervallen bestemmingsreserves. Het maximale niveau van de algemene reserve is in 2009 teruggebracht van 10% naar 5%.
3.
Soort
Reserve
4.
Looptijd
Startdatum
2002
Einddatum
Niet bepaald
5.
Benodigd peil
Minimaal
€0
Maximaal
5% basistaken
6.
Storting
Onder andere eventuele jaarrekeningsaldi.
7.
Onttrekking
De algemene reserve mag niet worden aangewend als structureel dekkingsmiddel. Onttrekkingen alleen via besluit Algemeen Bestuur.
8.
Risicocalculatie
Voor deze reserve wordt een maximum aangehouden van 5% van de jaarbegroting van het basistakenpakket (bufferfunctie). Het maximum voor 2012 bedraagt € 447
9.
Ontwikkelingsplanning
Zie risicocalculatie.
10.
Algemene opmerkingen
Het is noodzakelijk om eenmalig het plafond te verhogen naar € 473, teneinde de transitiekosten van ‘Naobij’ te kunnen opvangen. Deze worden geraamd op € 400.
Structureel
48 | jaarstukken 2012
Nummer: 007404
Naam: Ondersteuning middelen
Financiële informatie Stand per 31 December 2011 ( na resultaatbestemming )
€
215
Toevoeging
€
0
Onttrekking
€
0
Stand per 31 december 2012 (na resultaatbestemming)
€
215
2016
2017
Verwacht verloop verdere jaren Te verwachten stand per 1 januari Te verwachten stortingen Te verwachten onttrekkingen Te verwachten stand per 31 december
2013
2014
2015
215 0 -100 115
Mogelijke claims Kenmerk reserve Nr.
Onderwerp
Omschrijving
1.
Doel
Inzet ondersteuning middelenfunctie tijdens transitie naar nieuwbouw en integratie middelenfunctie met HVD.
2.
Historische achtergrond
De reserve huisvesting Emmen is in 2011 omgezet naar de reserve ondersteuning middelen. Dit was mogelijk omdat besloten is de huisvesting in Emmen per 1 januarie 2012 te verlaten.
3.
Soort
Bestemmingsreserve
Incidenteel
4.
Looptijd
Startdatum
1 januari 2012
Einddatum
31 december 2013
5.
Benodigd peil
Minimaal
€ 10
Maximaal
€ 215
6.
Storting
Besluitvorming Algemeen Bestuur.
7.
Onttrekking
Directeur en Dagelijks Bestuur, verantwoording achteraf aan Algemeen Bestuur.
8.
Risicocalculatie
N.v.t.
9.
Ontwikkelingsplanning
Na 2013 vervalt deze reservering.
10.
Algemene opmerkingen
Dit betreft de oude huisvesting in Emmen.
49 | jaarstukken 2012
Nummer: 007418
Naam: Voorbereiding Nieuwbouw
Financiële informatie Stand per 31 December 2011 ( na resultaatbestemming )
€
250
Toevoeging
Additionele opslagen Resultaatbestemming 2012
€ €
59 53
Onttrekking
Advieskosten
€
-47
€
315
2016
2017
Stand per 31 december 2012 (na resultaatbestemming) Verwacht verloop verdere jaren Te verwachten stand per 1 januari Te verwachten stortingen Te verwachten onttrekkingen Te verwachten stand per 31 december
2013
2014
2015
315 70 -385 0
Mogelijke claims Incidentele projectondersteuning, vervanging van in werkgroepen deelnemende medewerkers, verhuizing, opening e.d. Kenmerk reserve Nr.
Onderwerp
Omschrijving
1.
Doel
Een zo optimaal mogelijke voorbereiding met betrekking tot de tijdsplanning, inrichting, voorbereiding ICT, facilitair, betrokkenheid, medewerkers, communicatie enzovoort.
2.
Historische achtergrond
Met het besluit tot nieuwbouw krijgt de GGD te maken met een aantal voorbereidingskosten en zal externe deskundigheid nodig zijn en zullen o.a. mensuren van medewerkers die mee gaan doen in project- en werkgroepen vervangen moeten worden. Dergelijke projecten zijn incidenteel en vormen geen onderdeel van de exploitatiebegroting.
3.
Soort
Bestemmingsreserve
Incidenteel
4.
Looptijd
Startdatum
25 juni 2010
Einddatum
31 december 2014
5.
Benodigd peil
Minimaal
10
Maximaal
250
6.
Storting
Besluitvorming Algemeen Bestuur.
7.
Onttrekking
Directeur en Dagelijks Bestuur, verantwoording achteraf aan Algemeen Bestuur.
8.
Risicocalculatie
Het bedrag dat normaliter door de markt gevraagd wordt voor een dergelijk ondersteuning in de voorbereiding.
9.
Ontwikkelingsplanning
De reserve zal in de jaren tot aan de betrekking van de nieuwbouw aangewend worden.
10.
Algemene opmerkingen
Het is noodzakelijk om eenmalig het plafond te verhogen naar € 315, teneinde geprognosticeerde uitgaven te kunnen opvangen. Deze worden geraamd op € 385.
50 | jaarstukken 2012
Nummer: 007419
Naam: Achtergesteld werk
Financiële informatie Stand per 31 December 2011 ( na resultaatbestemming )
€
74
Toevoeging
€
0
€ €
-63 -11
Onttrekking
Diversen Herschikking c.q. resultaatbestemming 2012
€
0
2016
2017
Stand per 31 december 2012 (na resultaatbestemming) Verwacht verloop verdere jaren
2013
2014
2015
Te verwachten stand per 1 januari Te verwachten stortingen Te verwachten onttrekkingen Te verwachten stand per 31 december Mogelijke claims Kenmerk reserve Nr.
Onderwerp
Omschrijving
1.
Doel
Inhalen van de in 2009 als gevolg van de “nieuwe griep” opgelopen achterstanden.
2.
Historische achtergrond
Met de aanpak van de Mexicaanse griep is binnen de GGD het nodige werk blijven liggen. Omdat dit werkzaamheden waren die de GGD feitelijk wel had moeten uitvoeren, zijn deze met instemming van de gemeenten doorgeschoven naar 2010 en 2011.
3.
Soort
Bestemmingsreserve
Incidenteel
4.
Looptijd
Startdatum
25 juni 2010
Einddatum
31 december 2012
5.
Benodigd peil
Minimaal
€ 10
Maximaal
€ 178
6.
Storting
Besluitvorming Algemeen Bestuur.
7.
Onttrekking
Directeur en Dagelijks Bestuur, verantwoording achteraf aan Algemeen Bestuur.
8.
Risicocalculatie
N.v.t.
9.
Ontwikkelingsplanning
In 2011 zijn niet alle geplande werkzaamheden uitgevoerd kunnen worden. De overige werkzaamheden worden in 2012 uitgevoerd.
10.
Algemene opmerkingen
De reserve wordt per 31 december 2012, na resultaatsbestemming opgeheven.
51 | jaarstukken 2012
Nummer: 007420
Naam: Frictiekosten
Financiële informatie Stand per 31 December 2011 ( na resultaatbestemming )
€
500
Toevoeging
Herschikking c.q. resultaatbestemming 2012
€
190
Onttrekking
Diverse uitgaven 2012
€
-209
€
481 2017
Stand per 31 december 2012 (na resultaatbestemming) Verwacht verloop verdere jaren Te verwachten stand per 1 januari Te verwachten stortingen Te verwachten onttrekkingen Te verwachten stand per 31 december
2013
2014
2015
2016
481
p.m.
p.m.
p.m.
-481
p.m.
p.m.
p.m.
0
p.m.
p.m.
p.m.
0
Mogelijke claims Kenmerk reserve Nr.
Onderwerp
Omschrijving
1.
Doel
Opvangen frictiekosten.
2.
Historische achtergrond
Ontwikkelingen in de organisatie hebben er toe geleid dat deze reserve is gevormd. In de vergadering van 25 juni 2010 is het Dagelijks- en Algemeen Bestuur mondeling op de hoogte gebracht van de achtergronden.
3.
Soort
Bestemmingsreserve
Incidenteel
4.
Looptijd
Startdatum
25 juni 2010
Einddatum
31 december 2014
5.
Benodigd peil
Minimaal
€0
Maximaal
€ 500
6.
Storting
Besluitvorming Algemeen Bestuur.
7.
Onttrekking
Directeur en Dagelijks Bestuur, verantwoording achteraf aan Algemeen Bestuur.
8.
Risicocalculatie
Inschatting op basis van bestaande afspraken.
9.
Ontwikkelingsplanning
Op basis van actuele inzichten en ontwikkelingen wordt de planning steeds bijgesteld. Op dit moment moeten wij constateren dat een aantal mensen dat WW-wachtgeld ontvangt als gevolg van de economische ontwikkelingen langer doen over het vinden van een nieuwe baan dan waarvan eerder is uitgegaan.
10.
Algemene opmerkingen
Voorlopig wordt er van uitgegaan dat de frictiekosten zich tot en met 2013 zullen voordoen, maar het valt niet uit te sluiten dat de GGD ook na deze jaren nog te maken heeft met frictiekosten, dan wel dat de kosten die nu voor 2013 worden voorzien worden verdeeld over meerdere jaren.
52 | jaarstukken 2012
Nummer: 007422
Naam: Risicoreservering
Financiële informatie Stand per 31 December 2011 ( na resultaatbestemming )
€
776
Toevoeging
Additionele opslagen
€
349
Onttrekking
Diverse uitgaven 2012
€
-134
€
991
Stand per 31 december 2012 (na resultaatbestemming) Verwacht verloop verdere jaren
2013
2014
2015
2016
2017
Te verwachten stand per 1 januari
991
620
p.m.
p.m.
p.m.
Te verwachten stortingen
232
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
-603
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
620
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Te verwachten onttrekkingen Te verwachten stand per 31 december Mogelijke claims Kenmerk reserve Nr.
Onderwerp
Omschrijving
1.
Doel
Het opvangen van risico van additioneel werk.
2.
Historische achtergrond
Met de presentatie van de kostprijsnotitie en de invoering van de “hybride organisatie” is vastgesteld dat de tarieven die gebruikt worden bij de uitvoering van de additionele taken een element bevat ter dekking van risico’s op dit gebied. Daarbij gaan wij uit van een maximale risicoreservering van 33% van het personele volume additioneel.
3.
Soort
Bestemmingsreserve
Incidenteel
4.
Looptijd
Startdatum
Einddatum
pm
5.
Benodigd peil
Minimaal
Maximaal
Zie 8.
6.
Storting
Besluitvorming Algemeen Bestuur.
7.
Onttrekking
Directeur en Dagelijks Bestuur, verantwoording achteraf aan Algemeen Bestuur.
8.
Risicocalculatie
“Personeelsvolume additionele taken per einde jaar” x “gemiddeld jaarsalaris additioneel” 33 “% worstcase scenario”. Het maximum voor 2012 bedraagt € 776.
9.
Ontwikkelingsplanning
Zie verwacht verloop verdere jaren hierboven.
10.
Algemene opmerkingen
25 juni 2010
53 | jaarstukken 2012
Nummer: 007422
Naam: Organisatieontwikkeling �����������������������
Financiële informatie Stand per 31 December 2011 ( na resultaatbestemming )
€
500
Toevoeging
Egalisatie van de opleidingskosten forensisch geneeskundigen
€
8
Onttrekking
Diversen
€
-9
€
499
2016
2017
Stand per 31 december 2012 (na resultaatbestemming) Verwacht verloop verdere jaren Te verwachten stand per 1 januari Te verwachten stortingen Te verwachten onttrekkingen Te verwachten stand per 31 december
2013
2014
2015
499
204
p.m.
0
p.m.
p.m.
-295
p.m.
p.m.
204
p.m.
p.m.
Mogelijke claims Kenmerk reserve Nr.
Onderwerp
Omschrijving
1.
Doel
Het opvangen van risico van additioneel werk.
2.
Historische achtergrond
Het betreft onder andere een onderzoek naar de beste oplossing voor de post & archieffunctie, het op peil houden van de kwaliteit volgens de daartoe geldende normen, het opstellen van een nieuw en actueel functieboek (mede als gevolg van het voorgenomen besluit de uitloopschalen af te schaffen), de verwachte en benodigde externe ondersteuning bij de integratie van de middelenfunctie met die van de HVD en een egalisatiereserve voor opleidingskosten. Tot slot wordt er een bedrag gereserveerd voor de actualisatie van de website ook qua techniek. Mede gelet op onze ervaringen bij de communicatie via de website over de Mexicaanse griep bleek de website niet over die faciliteiten te beschikken om communicatie gemakkelijk en snel via de website te laten lopen. Maar ook bij crises, rampen en evenementen is een verbetering van het gebruik va de moderne communicatiemiddelen onontbeerlijk. Voor organisatieontwikkeling zijn geen structurele posten opgenomen in de begrotingen.
3.
Soort
Bestemmingsreserve
Incidenteel
4.
Looptijd
Startdatum
25 juni 2010
Einddatum
31 december 2015
5.
Benodigd peil
Minimaal
10
Maximaal
500
6.
Storting
Besluitvorming Algemeen Bestuur.
7.
Onttrekking
Directeur en Dagelijks Bestuur, verantwoording achteraf aan Algemeen Bestuur.
8.
Risicocalculatie
Realistische inschatting van de te verwachten kosten bij de onder 2. genoemde onderwerpen.
9.
Ontwikkelingsplanning
erwacht wordt dat deze reserve in de jaren 2010 tot en met 2015 geheel uitgeput wordt.
10.
Algemene opmerkingen
54 | jaarstukken 2012
Nummer: 007426
Naam: Egalisatie ���������������������������� epidemiologische onderzoeken
Financiële informatie Stand per 31 December 2011 ( na resultaatbestemming )
€
50
Toevoeging
€
0
Onttrekking
€
-22
Stand per 31 december 2012 (na resultaatbestemming)
€
28
2016
2017
Verwacht verloop verdere jaren Te verwachten stand per 1 januari Te verwachten stortingen Te verwachten onttrekkingen Te verwachten stand per 31 december
2013
2014
2015
28 p.m. -28 p.m.
Mogelijke claims Kenmerk reserve Nr.
Onderwerp
Omschrijving
1.
Doel
Egalisatie van de kosten van 3 onderzoeken per 4 jaar.
2.
Historische achtergrond
Er heeft altijd een onbalans gezeten tussen de tijdstippen van onderzoeken en de kosten daarvan vergeleken met de reguliere financiering via de (jaar)begrotingen.
3.
Soort
Bestemmingsreserve
Incidenteel
4.
Looptijd
Startdatum
27 juni 2011
Einddatum
p.m.
5.
Benodigd peil
Minimaal
€0
Maximaal
€ 50
6.
Storting
Besluitvorming Algemeen Bestuur.
7.
Onttrekking
Directeur en Dagelijks Bestuur, verantwoording achteraf aan Algemeen Bestuur.
8.
Risicocalculatie
Realistische inschatting van de te verwachten kosten bij de onder 2. genoemde onderwerpen.
9.
Ontwikkelingsplanning
Eéns per 4 jaar zal deze reserve op bijna “€ 0” uitkomen.
10.
Algemene opmerkingen
Als uitzondering op algemeen beleid (wanneer een reserve beneden de € 10 komt, wordt deze opgeheven) wordt dat voor deze reserve toegestaan.
55 | jaarstukken 2012
Nummer: 007520
Naam: Voorziening ���������������� 2012
Financiële informatie €
0
€ €
58 35
Onttrekking
€
0
Stand per 31 december 2012 (na resultaatbestemming)
€
93
2016
2017
Stand per 31 December 2011 ( na resultaatbestemming ) Toevoeging
Dubbele huurlasten TBC-ruimte Extra personeelskosten
Verwacht verloop verdere jaren
2013
2014
93
58
0
0
Te verwachten onttrekkingen
35
-58
Te verwachten stand per 31 december
58
0
Te verwachten stand per 1 januari Te verwachten stortingen
2015
Mogelijke claims Kenmerk reserve Nr.
Onderwerp
Omschrijving
1.
Doel
Kosten die in 2013 e.v. worden gemaakt, maar waarvoor de onvermijdelijke verplichting in 2012 is ontstaan.
2.
Soort
Voorziening
3.
Looptijd
Startdatum
31 december 2012
Einddatum
31 december 2014
4.
Benodigd peil
Minimaal
€ 10
Maximaal
€ 60
5.
Storting
Ten laste van de exploitatie 2012.
7.
Onttrekking
Directeur en Dagelijks Bestuur, verantwoording achteraf aan Algemeen Bestuur.
8.
Risicocalculatie
Realistische inschatting van de te verwachten kosten.
9.
Ontwikkelingsplanning
Het deel van de voorziening voor de personeelskosten zal in 2013 worden aangewend. Het deel van de voorziening voor de dubbele huurlasten zal in het jaar na de betrekking van de nieuwbouw aangewend worden.
10.
Algemene opmerkingen
De voorziening is gevormd in overleg met de accountant.
Incidenteel
56 | jaarstukken 2012
BEGROTING | 2014
GGD Drenthe maart 2013 | Overcingellaan 17 | 9401 LA Assen | (0592) 306 300 |
[email protected] | www.ggddrenthe.nl
Inhoud 1. Inleiding.................................................................................................3 2. Reacties kaderbrief....................................................................................4 3. Beleid en activiteiten................................................................................9 4. Het bedrijf GGD in 2014........................................................................... 13 5. Begroting 2014 - 2017............................................................................. 14
| begroting 2014
1. Inleiding Mede als gevolg van de economische recessie en demografische ontwikkelingen zien gemeenten zich samen met de GGD de komende jaren voor een stevige opgave staan. Dit betekent onder meer dat de begroting 2014 de vierde begroting op rij is die in het teken staat van bezuinigingen. Ook dit jaar is de begroting feitelijk beleidsarm. Dit ontslaat ons niet van de maatschappelijke verantwoordelijkheid vanuit onze expertise waarin gedrag, omgeving en gezondheid centraal staan - bij te dragen aan het tot stand brengen van goede volksgezondheid. Beleidsarm houdt dus niet in dat we stilstaan, maar betekent veel meer dat we met elkaar zoeken naar nieuwe antwoorden op maatschappelijke vragen. Ook voor het domein van de publieke gezondheid. In de afgelopen maanden heeft het bestuur van de GGD nadrukkelijk stil gestaan bij de bezuinigingen. De door de GGD gepresenteerde bezuinigingen in het vierde kwartaal van 2012 gingen uit van hantering van een meerjarige nullijn en een extra korting van 5% op de inwonersbijdrage 2014 ten opzichte van 2013. Het bestuur heeft het voorstel in grote lijnen overgenomen met dien verstande dat zij het niet acceptabel vond om te bezuinigen op het primaire proces. Concreet hebben we het dan over: infectieziektebestrijding, medische milieukunde, technische hygiënezorg en seksuele gezondheid. Bezuinigingen op deze functies zou betekenen dat niet meer aan het in 2008 vastgestelde minimale dienstverleningsniveau kan worden voldaan. Dit leidt tot te grote gezondheidsrisico’s voor onze inwoners. Het bestuur heeft daarom besloten af te zien van dit deel van de bezuinigingen (ad € 167.500). Dit betekent dat er op de inwonersbijdrage 2014 ruim 3% wordt bezuinigd ten opzichte van de inwonersbijdrage 2013. Van 2011 tot en met 2014 is er in totaal € 1.209.000 bezuinigd. Ten opzichte van de inwonersbijdrage 2011 (€ 8.985.000) is dit ruim 13%. De voor u liggende begroting 2014 kent dezelfde indeling en opbouw als vorig jaar. De hoofdlijnen van de begroting worden vooral bepaald door de reacties van de gemeenten op de kaderbrief 2014. Uit de reacties hebben we de grootste gemene delers als uitgangspunt genomen. De (integrale) jeugdgezondheidszorg springt eruit als meest dominante thema en we bij dit thema staan wij in de begroting dan ook uitvoeriger stil. De komende maanden staan in het teken van de uitwerking van een convenant, een letter of intent, met Icare. Hierin beschrijven we met elkaar de afspraken en consequenties voor de warme overdracht. In 2014 gaat de jeugdgezondheidszorg 0 - 4 jaar ongewijzigd over naar de GGD en vindt de integratie van de beide onderdelen van de integrale jeugdgezondheidszorg binnen de GGD plaats. Het jaar 2014 wordt, zoals we al in de kaderbrief aangaven, een bijzonder jaar waar we naar uitkijken. We hebben onze intrek genomen in het nieuwe pand aan de Groene Dijk in Assen en werken volgens de uitgangspunten van Het Nieuwe Werken. Ook geven we nader vorm en inhoud aan het inrichtingsprincipe van de Resultaat Verantwoordelijke Eenheden. Onze professionals die voor de gemeenten werken krijgen hierdoor ruimte om, binnen de door het algemeen bestuur vastgestelde kaders, flexibel in te spelen op vragen en/of lokale omstandigheden. Hiermee sluiten we nauw aan bij het wijk- en buurtgericht werken dat veel gemeenten op dit moment ontwikkelen. Wij nodigen u uit om uw vragen en/of opmerkingen kenbaar te maken aan de directeur van de GGD. Hij geeft graag een toelichting. U kunt hem hiervoor ook altijd uitnodigen.
| begroting 2014
2. Reacties kaderbrief Ten tijde van het opstellen van de begroting zijn niet alle formele reacties van de gemeenten op de kaderbrief 2014 ontvangen. In dit hoofdstuk gaan wij zowel in op de formeel, als op de informeel ontvangen reacties. Op deze manier kunnen wij aandacht geven aan de diverse thema’s die zijn ingebracht door de gemeenten welke, in het kader van de begroting 2014, om een reactie vragen. Wij zijn trots op de tendens in de reacties. Er is veelvuldig aangegeven dat de kaderbrief duidelijk en overzichtelijk is. Een andere veelgehoorde reactie is dat de kaderbrief (soms naadloos!) aansluit op het gemeentelijk beleid waarin eigen verantwoordelijkheden en eigen kracht van burgers wordt benadrukt. Hiermee komt de GGD tegemoet aan de wens van verschillende gemeenten om meer regie te voeren op gezondheidsbevordering en lokaal gezondheidsbeleid. Het meest dominante thema dat uit de reacties van de gemeenten naar voren komt, betreft de integrale jeugdgezondheidszorg. In onze reactie gaan we hierop uitvoerig in. Tevens werken we in dit hoofdstuk de volgende twee thema’s kort uit: • Krimp als thema binnen de Academische Werkplaats. • Het financieel kader voor 2014-2017.
2.1 Integrale Jeugdgezondheidszorg Een aantal gemeenten geeft aan uit te gaan van de ontvangst van een implementatieplan voor de integrale jeugdgezondheidszorg. In dit kader geven wij u graag een kleine doorkijk naar 2014 in relatie tot de (integrale) jeugdgezondheidszorg.
Van het bedrijfsplan Naobij richting de integratiefase in 2014 Er komt geen feitelijk implementatieplan voor de integrale jeugdgezondheidszorg. In het bedrijfsplan Naobij hebben we u reeds inzicht gegeven in de meerwaarde die we samen kunnen realiseren. Ook hebben we hierin uitgebreid stil gestaan bij de manier waarop gemeenten invulling kunnen geven aan hun verantwoordelijkheid, die aansluit bij hun wettelijke verantwoordelijkheid en de lokale vraag. Voor het Dagelijks Bestuur is begin dit jaar een presentatie gehouden waarin wij hebben aangegeven hoe we één en ander verder oppakken. De kaders voor deze aanpak hebben we overgenomen uit Naobij en presenteren wij in de eerstvolgende vergadering van het Algemeen Bestuur (maart 2013). De hoofdlijnen voor de realisatie van de integrale jeugdzorg voor 2013 zijn: • Samen met Icare werken wij aan een ‘Letter of intent’. Wij maken met elkaar nadere afspraken over de overgang met als uitgangspunt een warme overdracht; • Het verzamelen van informatie; • een due diligence-onderzoek (optioneel) door een onafhankelijk accountant, zodat inzage ontstaat in de wijze waarop Icare haar zaken heeft georganiseerd en geadministreerd; • een overdrachtsovereenkomst. Naast concretisering en afspraken tussen Icare en de GGD richten we ons op de organisatie van de overgang van de “0 - 4 jaar”-medewerkers van Icare die bij de GGD komen. Het is van belang dat we één en ander zo organiseren dat deze grote groep nieuwe GGD’ers zich welkom voelt. We zijn dan aanbeland in 2014 en spreken over de integratiefase waarin veel zaken nog hetzelfde zijn. We zullen ervoor zorgen dat het primaire proces vlekkeloos doorloopt. Ouders en kinderen mogen geen hinder
| begroting 2014
ondervinden van de overgang. Ook voor de medewerkers is het belangrijk dat ze hun werk gewoon kunnen blijven doen. Dat hun computer werkt, zij hun spreekuren blijven draaien, de bedrijfsprocessen van de GGD langzaam leren kennen en dat hun salaris gewoon doorloopt. Voor de GGD geldt dat zij de bedrijfsprocessen “0 - 4 jaar” onder de knie moet krijgen. Vanaf 2015 zal vervolgens de transformatiefase plaatsvinden. Deze fase staat in het teken van de realisatie van de meerwaarde van de integrale jeugdgezondheidszorg. Belangrijke zaken zijn dan onder andere de vorming van resultaatverantwoordelijke eenheden, teamvorming, scholing, inbedding met de Centra voor Jeugd en Gezin en de dialoog met gemeenten.
Herontwerp van de jeugdgezondheidszorg Wij realiseren ons dat tijdens de verbouwing ‘de winkel gewoon open blijft’. Wij voorkomen, dan wel beperken, eventuele ongemakken van de overgang voor de gemeenten zoveel mogelijk. We moeten ons echter wel blijven realiseren dat de huidige dienstverlening ter discussie staat als gevolg van bezuinigingen en bijvoorbeeld de transitie jeugdzorg. Hierop gaan wij samen met de gemeenten een adequaat antwoord formuleren. Eén en ander houdt in dat we in 2014 uitwerken hoe we de jeugdgezondheidszorg 0 - 19 jaar verder vorm gaan geven. We kunnen het beste spreken over een herontwerp van onze jeugdgezondheidszorg. Want we staan niet alleen voor de vraag hoe we de jeugdgezondheidszorg 0 - 19 jaar optimaal gaan vormgeven en daarmee de belangrijkste meerwaarde van de integrale jeugdgezondheidszorg realiseren; wij werken ook de uitkomsten van commissie De Winter, die medio dit jaar bekend worden, uit in ons herontwerp. Deze commissie evalueert het basistakenpakket van de jeugdgezondheidszorg aan de hand van de centrale vraag: Welke preventieve volksgezondheidprogramma’s en - activiteiten moeten via de jeugdgezondheidszorg actief en identiek worden aangeboden aan alle Nederlandse kinderen? Wij hopen dat de uitkomsten van deze commissie leiden tot meer ruimte voor gemeenten om zelf invulling te geven aan de jeugdgezondheidszorg, waardoor meer maatwerk mogelijk wordt. In het herontwerp krijgt ook het vierde contactmoment adolescenten een structurele plek. Nu al formuleren de ambtenaren volksgezondheid hoe dit contactmoment feitelijk vanaf het schooljaar 2013 – 2014 ingevuld kan worden. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de deskundigheid van de GGD, maar wordt bijvoorbeeld ook het onderwijs gehoord.
Transities Tot slot staan we stil bij de transformatie van het sociale domein. De reikwijdte en invulling van de transformaties zijn nog niet volledig te overzien. We zien wel dat de jeugdgezondheidszorg / GGD in de transformaties haar specifieke deskundigheid op het terrein van sociale geneeskunde en publieke gezondheid moet blijven inbrengen, zodat in het nieuwe stelsel voor de jeugd de gezonde ontwikkeling van jongeren in de breedste zin van het woord wordt gewaarborgd. Niet alleen de gezinnen met ernstige problemen, maar vooral ook die ouders en kinderen die het op veel terreinen prima redden, moeten in onze optiek in het nieuwe stelsel een plek hebben. Zij zoeken een luisterend oor voor hun vragen. De jeugdgezondheidszorg blijft zich inzetten voor een brede preventie met oog voor de vragen die gezinnen in deze tijd bezig houden. Het versterken van de eigen kracht van ouders staat daarbij centraal en problemen die klein zijn, worden klein gehouden. Daarmee draagt de jeugdgezondheidszorg in onze optiek bij aan normaliseren in plaats van problematiseren. Met dit gedachtegoed sluiten we aan bij de ketenbrede aanpak van opvoedingsondersteuning voor de hele jeugdzorg, Positief Opvoeden Drenthe, met als doel het voorkomen van psychosociale problematiek bij alle kinderen. Bovenstaande houdt tevens in dat de samenwerking met de jeugdgezondheidszorg 0 - 19 jaar, zowel extern als intern, opnieuw en versterkt invulling krijgt en wordt geborgd, bijvoorbeeld door er zorg voor te dragen dat
| begroting 2014
de goede contacten van Icare, zoals kraamzorg en verloskundigen, behouden blijven. Door de samenwerking met andere GGD-teams opnieuw tegen het licht te houden in het kader van de integraliteit, kunnen we een aantal maatschappelijke vraagstukken sneller en integraal aanpakken en worden ‘zorg’ en ‘veiligheid’ op een natuurlijke wijze aan elkaar verbonden, waardoor bestuurlijke verantwoordelijkheden kunnen worden waargemaakt.
2.2 Het thema Krimp in de Academische Werkplaats en gemeentelijke ontwikkelingen Wij hebben kennis genomen van uw opmerking om in de Academische Werkplaats samenhang en verbinding te zoeken met relevante ontwikkelingen en kennis uit de gemeente zelf en in relatie tot het sociale domein. Wij delen de strekking van uw opmerking en zien dat de verantwoordelijkheden die gemeenten krijgen in het kader van de drie transities ingrijpen op de relatie tussen krimp en gezondheid. We zoeken de samenhang en verbinding met gemeenten nadrukkelijk. Vragen vanuit gemeenten staan centraal binnen de Academische Werkplaats. In het voorjaar 2013 organiseren we een Noordelijk symposium voor bestuurders met als doel om bestuurlijke aansluiting te zoeken bij het openbaar bestuur (gemeenten en provincies). Ook maken gemeenten uit de drie noordelijke provincies, die de komende jaren verregaand te maken krijgen met krimp, onderdeel uit van de werkplaats. Onder meer door participatie in onderzoek, stuurgroep en adviesraad. Met als doel: • de verwerving van kennis voor beleidsontwikkeling in relatie tot gezondheid en leefbaarheid in Noord Nederland; • beperking van de effecten van krimp op gezondheid en leefbaarheid in de noordelijke krimpregio’s, in samenhang met de ontwikkeling van passende zorgvoorzieningen; • het genereren van lokaal toepasbaar beleid en kennis die ook in andere (krimp)regio’s van toepassing is.
2.3 Het financieel kader Er zijn verschillende standpunten ingenomen door de gemeenten ten aanzien van het financieel kader dat voor de GGD zou moeten gelden. De belangrijkste noemen we: • Een aantal gemeenten benadrukt het belang dat het basistakenpakket volledig blijft voldoen aan de wettelijk gestelde eisen: Het belang dat door de gemeenten wordt benadrukt, is volkomen in lijn met het standpunt van het bestuur om niet te tornen aan het uitgangspunt dat de uitvoering van het basistakenpakket op het verantwoorde, wettelijke niveau moet blijven plaatsvinden. Hierbij brengen we bij u in herinnering dat in 2008 de uitvoering van dit basistakenpakket op een verantwoord niveau is genormeerd. De GGD voldoet hierbij aan de eisen die de inspectie en het kwaliteitssysteem HKZ stellen. • Een aantal gemeenten wenst zicht te krijgen op de effecten van de inkoop van additionele taken gezondheidsbevordering: Gezondheidsbevordering is onderdeel van het basistakenpakket van de GGD. In 2012 heeft het bestuur aangegeven meer regie te willen voeren op gezondheidsbevordering. Een ambtelijke werkgroep heeft de opdracht gekregen het basistakenpakket van gezondheidsbevordering voor 2013 nader uit te werken waarmee invulling wordt gegeven aan bovenstaande wens. Dit heeft geresulteerd in instemming van het bestuur met het productaanbod van gezondheidsbevordering wat nu alleen nog bestaat uit beleidsadvisering en het verbeteren van de preventiestructuur. De GGD krijgt in 2013 de ruimte om het basis- en additionele pakket gezondheidsbevordering voor 2014 uit te werken. Voor de zomer presenteert de GGD haar pakket aan het algemeen bestuur. Voor 2013 is afgesproken dat de GGD met u afspraken maakt over de inkoop van additionele
| begroting 2014
taken in 2013. Initiatieven hiertoe worden nu genomen om met u gesprekken aan te gaan en afspraken te maken voor wat betreft de additionele taken gezondheidsbevordering in 2013. De gemeenten zijn vrij om te bepalen of, welke en bij wie zij additionele producten/projecten afnemen. Natuurlijk zal de GGD graag blijven offreren. In onze optiek is dit goed voor de kwaliteit en de prijs en kunnen gemeenten beter lokale r egie op gezondheidsbevordering voeren.
•
Een aantal gemeenten vraagt aandacht voor de ontwikkelingen in het sociale domein en de onzekerheid die dit op dit moment nog met zich meebrengt op financieel niveau. Specifiek gaat het om het nog niet kunnen voorzien of, en in welke mate, verwachte rijksmaatregelen opnieuw doorwerken naar bijdragen aan/in de gemeenschappelijke regeling: Wij zijn ons terdege bewust van de door u geschetste ontwikkelingen in het sociale domein en denken hierover met u mee. Daarbij merken wij op dat het bestuur op dit moment vasthoudt aan een minimaal verantwoorde invulling van het wettelijke basistakenpakket.
•
Een aantal gemeenten wenst een beeld te krijgen bij de financiële risico’s die er mogelijk zijn nu vier gemeenten niet hebben gekozen voor de integrale jeugdgezondheidszorg: In de begroting 2013 was voorzien dat het GGD aandeel van € 227k van de bezuiniging op de integrale jeugdgezondheidszorg ad. € 500k (volgens Naobij) in 2016 gerealiseerd zou gaan worden. Een gedeelte van het GGD-aandeel ad € 92,5k is verwerkt in de bezuinigingen 2014 en komt ten goede aan alle Drentse gemeenten, omdat zij is doorgevoerd in de huidige organisatiewerkwijzen van de jeugdgezondheidszorg. In het oorspronkelijke bezuinigingsvoorstel gingen wij er nog van uit dat de bezuiniging € 125k op het primaire proces zou kunnen zijn. Maar toen naderhand bleek dat niet alle gemeenten gingen deelnemen bleek een bezuiniging van € 92,5k op de jeugdgezondheidszorg realistischer en haalbaar. Overigens is in de begroting 2014 wel de gehele bezuinigingsdoelstelling gehaald en is alsnog het verschil tussen €€125k en € 92,5k, zijnde €32,5k bezuinigd op met name overhead en bedrijfsvoering. Daarmee blijven wij voldoen aan de bezuinigingsopgave zoals die door uw bestuur aan ons is gevraagd.
Het restant van het te bezuinigen bedrag ad. € 102k (€ 227k - € 125k) komt in 2016 ten goede aan de acht deelnemende gemeenten, omdat deze een rechtstreeks gevolg is van de integratie. Overigens gaat het hier om een indicatie van het bedrag, omdat de werkelijk te bezuinigen bedragen nog worden afgezet tegen het prijspeil 2010. In december 2013 zullen wij de eerste berekeningen en mogelijkheden binnen het Dagelijks bestuur bespreken. Hierna gaan wij nader in op het financieel kader voor 2014 tot en met 2017. In de meerjarenraming is uitgegaan van de 0-lijn. Dit betekent dat de GGD er vooralsnog vanuit gaat dat de reguliere prijsstijgingen kunnen worden opgevangen met nieuwe bezuinigingen. We zullen daarbij scherp het moment bewaken dat deze bezuinigingen ten koste zullen gaan van de inhoud. Immers, een aantal gemeenten heeft aangegeven dat de GGD dient te blijven voldoen aan de bestuurlijke besluitvorming ten aanzien van het niveau van het basistakenpakket.
| begroting 2014
Vanaf 2014 en verder zijn de kosten en opbrengsten van 0-4 jarigen opgenomen in de begroting van de GGD. In desbetreffende paragraaf gaan wij hier verder op in. In de meerjarenbegroting 2014-2017 is uitgegaan van het volgende ontwikkeling van de inwonersbijdrage: Verkoop inwonersbijdragen (x € 1,000) Totale bijdrage Gemiddeld per inwoner Inwonersbijdrage 2013 € 8.865,0 18,06 Gezondheidsbevordering tweede tranche naar additioneel € -110,0 Bezuinigingsvoorstel oktober 2014 € -437,5 Amendement Algemeen bestuur nav bezuinigingsvoorstel € 167,5 Bijdrage 2014 € 8.485,0 17,29 Handhaven prijspeil per saldo € 0,0 Bijdrage 2015 € 8.485,0 17,29 Handhaven prijspeil per saldo € 0,0 Bijdrage 2016 € 8.485,0 17,29 Handhaven prijspeil per saldo € 0,0 Bijdrage 2017 € 8.485,0 17,29 De gemiddelde bijdrage is gebaseerd op het werkelijke aantal inwoners per 1-1-2012: 490.807
| begroting 2014
3. Beleid en activiteiten De komende jaren zien wij verschillende ontwikkelingen op de GGD afkomen. Een belangrijke ontwikkeling in Noord-Nederland is de bevolkingskrimp. Een afnemende bevolking heeft op tal van terreinen gevolgen voor de publieke gezondheid in een regio. Het is u bekend dat we in Drenthe te maken hebben met een toename van het aandeel ouderen (vergrijzing) en afname van het aantal jongeren (ontgroening). Vanwege de krimp in Drenthe zijn de Oost-Drentse gemeenten aangewezen als anticipeerregio. Dit heeft allerlei gevolgen voor de leefbaarheid en voorzieningen. De verwachting is dat een afname van de bevolking leidt tot een geringer gebruik en daarmee verschraling van bepaalde zorgvoorzieningen zoals bijvoorbeeld de eerste hulp en gespecialiseerde zorgvoorzieningen. Hierdoor dreigen zorgvoorzieningen te verdwijnen. Een afname van de bevolking kan ook leiden tot veranderingen in ziektepatronen in een regio en tast de kwaliteit aan van de leefomgeving en leefbaarheid. De drie noordelijke GGD-regio’s hebben samen krimp op de agenda van de Academische Werkplaats gezet. Hiervoor ontvangen we landelijke subsidie. Partijen die in de werkplaats participeren zijn onder andere de Rijksuniversiteit Groningen en het Universitair Medisch Centrum Groningen, de Noordelijke Hogescholen, het RIVM, overheden en de drie noordelijke GGD’en. De werkplaats gaat relevante kennis en adviezen voor gemeenten genereren voor beleidsontwikkeling in relatie tot gezondheid en leefbaarheid in Noord-Nederland. Onderzoek binnen de werkplaats sluit aan bij thema’s die voor de praktijk en het gemeentelijke beleid belangrijk zijn. De focus ligt daarbij onder meer op de vraag hoe gezondheidsachterstanden bij specifieke doelgroepen kunnen worden voorkomen. Ontwikkeling bevolking in Drenthe 2010-20401
500 450
Aantal (x1000)
400 350 300 250 200 150
65+ 15-64 0-14
100 50 0
2010
2020
2030
2040
Andere belangrijke ontwikkelingen zijn gelegen in de aanstaande transities binnen het sociale domein. Gemeenten staan, samen met onder meer maatschappelijke instellingen, nulde- en eerstelijnszorg, GGD en werkgevers, voor de uitdaging om samenhang aan te brengen in het sociale domein. Ook activeren gemeenten eigen kracht in samenhang met minder geld. Hiermee komen gemeenten tot een aanbod van begeleiding, hulp en zorg bij hulpvragen. In het verlengde hiervan zien wij dat huishoudens met een uitkering of een laag inkomen en hoge zorgkosten extra kwetsbaar worden. Deze ontwikkeling kan de effecten van de krimp
1
Bron: Provincie Drenthe.
| begroting 2014
en de sociaaleconomische gezondheidsverschillen verder versterken. Wij adviseren u hoe u als gemeente de weerbaarheid en algemene gezondheidsvaardigheden bij bijvoorbeeld risicogroepen kunt vergroten. Een goede gezondheid verhoogt immers de kansen op deelname aan de maatschappij en daarmee aan de leefbaarheid in Drenthe, zowel op sociaaleconomisch als sociaal-maatschappelijk terrein. Wij vragen u bij de uitwerking en implementatie van de decentralisaties oog te hebben voor de publieke gezondheid. Bijvoorbeeld aan de hand van vragen als wat het betekent als mensen vanwege hun gezondheid niet actief kunnen meedoen of wat mensen zelf kunnen doen om hun eigen leefsituatie te verbeteren, gezond te blijven en/of te worden. De GGD streeft naar integraal beleid, waarbij de verschillende gemeentelijke beleidsterreinen worden gefaciliteerd om gezonde beleidskeuzes te maken. Wij zien het als onze uitdaging om samen aansluiting te zoeken bij de mogelijkheden en de kracht van onder meer jeugdigen en hun opvoeders en om te helpen deze te vergroten. Daarbij denken wij onder meer aan het inbouwen van prikkels in opvoed- en opvoedingsondersteuning om de nadruk te gaan leggen op (collectieve) preventie en ondersteuning in een vroegtijdig stadium. De GGD Drenthe kijkt de komende jaren naar de impact van de transities voor gezondheid en mogelijke interventies. Landelijk is de Strategische Benchmark GGD ontwikkeld. Drenthe vervulde hierbij een voortrekkersrol. De benchmark maakt het makkelijker om gegevens te vergelijken. Op landelijk niveau worden verzamelde gegevens geanalyseerd en geduid, gerelateerd aan de eigen regio. Dit levert bruikbare management- en beleidsinformatie op. De eerste resultaten laten we in 2014 zien voor onder andere ‘Gezond gewicht onder 10-jarigen’ en ‘Roken en alcoholgebruik van jongeren bij aanvang van de middelbare schoolleeftijd’. Op basis van de gezondheidsthema’s uit onze beleidsvisie geven wij hierna aan waar onze prioriteiten in 2014 liggen. Vanzelfsprekend werken wij deze na vaststelling, samen met u uit.
3.1 Bevorderen: gezond leven, gezonde keuze In het kader van de discussie over gezondheidsbevordering heeft het bestuur van de GGD besloten een onderscheid te maken tussen die taken die voor alle gemeenten hetzelfde zijn en waar de IGZ de GGD Drenthe ook direct op toetst (basistaken) en additionele taken. De uitvoeringstaken op het gebied van gezondheidsbevordering brengen we over van het basistakenpakket naar de additionele taken. Op deze wijze heeft de gemeente zelf de regie in handen op de vraag of, en zo ja welke en door wie, uitvoeringsprojecten op het gebied van gezondheidsbevordering worden uitgevoerd. Daarbij kan iedere gemeente een beroep doen op de expertise van de GGD bij bijvoorbeeld de beantwoording van leefstijlvragen vanuit het CJG. Het is goed om hierbij op te merken dat het ministerie en de inspectie verwachten dat gemeenten actief invulling geven aan het thema gezondheidsbevordering. Wij adviseren de gemeenten dit expliciet zichtbaar te maken in het lokaal gezondheidsbeleid.
3.2 Beschermen: veiligheid en gezondheid Momenteel herijken gemeenten hun welzijnsbeleid, veelal ingegeven door de bezuinigingen en de eerder genoemde stelselwijzigingen. Dit leidt mogelijk tot wijzigingen voor de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGz) in gemeentelijke aanpakken. Op dit moment constateren wij al dat de economische crisis leidt tot een toename van het aantal OGGz-cliënten. Dat vraagt om proactief beleid. De GGD Drenthe kijkt hoe de OGGz bij mogelijk nieuwe werkwijzen van de gemeenten kan aansluiten. Het uitgangspunt daarbij is dat gemeenten en GGD complementair zijn aan elkaar. Bij ruimtelijke ordening, milieu en bouw- en woningtoezicht is gezondheid niet altijd een thema geweest. Wij zien de laatste jaren dat ruimtelijke ontwikkelingen kunnen leiden tot gezondheidsproblemen en vraagstukken die veel maatschappelijke onrust geven. Wij noemen hier bijvoorbeeld de asbestproblematiek
10 | begroting 2014
in onder andere Sleen en Emmen en de stankoverlast in Drijber en Wijster door Noblesse. Om bij te dragen aan het beter beschermen en bevorderen van de gezondheid van de Drentse inwoners bieden wij gemeenten ondersteuning vanuit de expertise die wij hebben opgebouwd. Wij adviseren bij nieuwe planvorming of rekenen de gezondheidswinst van nieuwe planvorming door. Ook adviseren wij over gewenste aanpassing van plannen vanuit het aspect volksgezondheid of bij (mogelijke) gezondheidsproblemen door de leefomgeving. Op het terrein van seksuele gezondheid en infectieziektebestrijding gaan we, op Noord-Nederlands niveau, steeds intensiever samenwerken. Door onze capaciteit en kennis meer en beter te gaan (ver)delen kunnen wij belangrijke doelgroepen beter bereiken. We zien bijvoorbeeld een toename van het aantal gevonden seksueel overdraagbare aandoeningen (soa). Door bron- en contactonderzoek zetten we in op de beperking van verdere verspreiding van de infectie. Daarmee kan (tijdig) de juiste behandeling en begeleiding worden ingezet. Overigens kunnen sommige soa’s tot onvruchtbaarheid leiden. Voorlichting blijft daarom belangrijk.
3.3 Bewaken: monitoring en advies Sinds 2010 werken we met het KD+. Een web-gebaseerd elektronisch kind dossier, dat ervoor zorgt dat wij de jeugdgezondheidszorg op individueel kindniveau beter in beeld hebben. In de eerste fase is het analoge dossier feitelijk gedigitaliseerd. In de komende jaren zullen we met dit digitale dossier steeds beter en meer beleidsinformatie kunnen genereren. De informatie uit het KD+ ontsluiten we en koppelen we met informatie uit andere systemen, zoals het CVS Huiselijk Geweld en andere organisaties voor zover de privacywetgeving dat toestaat. Hierdoor genereren we beleidsinformatie voor gemeenten. Informatie die bijvoorbeeld inzicht geeft in lokale situaties. De kennis die wij hebben uit het KD+ vertalen we beleidsmatig en delen we met onze (CJG-)partners. Zo dragen we bij aan een verdere vergroting en kwaliteit van de samenwerking tussen de verschillende domeinen.
3.4 Jeugd De integrale Jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar is voor acht gemeenten in 2014 een feit. We hebben 2013 benut voor het treffen van alle voorbereidingen en het maken van concrete afspraken met Icare over de overgang. 2014 is het jaar van de integratiefase. Dit jaar gebruiken we ook om de daadwerkelijke transformatie in goed overleg voor te bereiden met de medewerkers, leidinggevenden en ondernemingsraad. We zorgen ervoor dat eind 2014 alle medewerkers klaar zijn voor de transformatiefase in 2015. Als uitgangspunten hanteren we hierbij: • het werken in gebiedsgebonden teams en het verder ontwikkelen van de CJG’s; • centrale aandacht binnen de GGD voor het ‘risicokind en risicogezin’; • Flexibele contactmomenten in de i-JGZ (voor zover de nieuwe wet dat toelaat). Hierdoor zal er altijd sprake zijn van maatwerk. We bespreken in 2014 de uitkomsten van het jeugdonderzoek 2013 met de verschillende gemeenten en vertalen deze beleidsmatig met en naar onze CJG-ketenpartners.
11 | begroting 2014
4. Het bedrijf GGD in 2014 4.1 Een nieuwe uitvalsbasis In 2014 is de GGD Drenthe samen met de Hulpverleningsdienst Drenthe en Brandweer Assen verhuisd naar het nieuwe pand aan de Groene Dijk. Daarmee hebben we als drie organisaties de stap gemaakt van drie grote kantoren naar één compact kantoor. Eén van de achterliggende gedachten hierbij is dat wij zoveel mogelijk aanwezig zijn en zitten waar onze klanten ook zijn. Samen werken vanuit de nieuwe uitvalsbasis betekent ook dat we in 2014 een verbeteringsslag maken door integratie van de middelenfuncties van de GGD en HVD. In het verleden hebben we ervoor gekozen om onze middelenfuncties niet op het vereiste niveau te brengen. Dat kunnen we nu wel doen, omdat we door de integratie de kwaliteit en continuïteit van deze functies beter waarborgen. In onze nieuwe huisvesting faciliteren we de medewerkers van de GGD nog beter om uitvoering te geven aan de principes van Het Nieuwe Werken.
4.2 Organisatiestructuur Binnen de GGD zijn we met elkaar aan de slag om het inrichtingsprincipe van de Resultaat Verantwoordelijke Eenheden verder vorm en inhoud te geven. Dit inrichtingsprincipe sluit nauw aan bij het wijk- en buurtgericht werken dat veel gemeenten op dit moment ontwikkelen. Het betekent dat de GGD-professionals de ruimte krijgen om lokaal meer maatwerk te verrichten en hierover dus ook lokaal afspraken te maken. Lokale antwoorden zijn belangrijker dan centrale sturing. Hierbij blijven professionele standaarden natuurlijk gerespecteerd.
4.3 Noord-Nederlandse samenwerking Vanuit Drenthe blijven we met onze collega’s in Groningen en Friesland inzetten op de mogelijkheden om samenwerking op Noord-Nederlands niveau op een aantal meer beleidsarme, en daarmee vooral wettelijke, functies verder uit te bouwen. Omdat blijkt dat samenwerking ook inspanning vraagt, werken we gestaag voort op de ingezette lijnen van 2012 en 2013. Onze focus is op dit moment niet zozeer het maken van efficiencyslagen. Samenwerking is gericht op kwaliteit en continuïteit. In 2013 intensiveren we de samenwerking op onder andere de volgende werkvelden: TBC-bestrijding, Seksuele Gezondheid (inclusief Sense) en GROP.
12 | begroting 2014
5. Begroting 2014 - 2017 In dit hoofdstuk is de meerjarenbegroting 2014-2017 uitgewerkt, conform het hiervoor geschetste financiële kader. De grootste wijziging ten opzichte van de vorige beleidsbegroting betreft de integratie van de jeugdgezondheidszorg. Wij hebben de kosten opgenomen van de acht deelnemende gemeenten op basis van het prijspeil 2013. Ook hier gaan wij uit van de 0-lijn voor de jaren 2014 en daarna. De opbrengsten van deze acht gemeenten zijn vooralsnog geraamd als een specifieke inkomst en zijn niet verrekend via de inwonersbijdrage. De gemeenschappelijke regeling schrijft voor dat het gedeelte dat betrekking heeft op de basistaken (0-4 jarigen uniform) verrekend zou moeten worden via de inwonerbijdragen. Wij kunnen echter op dit moment nog niet overzien of, en in welke mate, dit leidt tot ongewenste herverdelingseffecten tussen de acht deelnemende gemeenten. In de beleidsbegroting 2015 komen wij hierop terug. Als gevolg van de integratie jeugdgezondheidszorg van de acht deelnemende gemeenten2 is de begroting 2014 ten opzichte van 2013 als volgt aangepast (bedragen x € 1.000): Programma
Kostenplaats
Kostensoort
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2013
04 Jeugd
180 JGZ 0-4 Uniform
2014
2015
2016
2017
-2.278
-2.278
-2.176
-2.176
-928
-928
-928
-928
-1.042
-1.042
-1.042
-1.042
89 Bijdragen gemeenten 0-4 jrg
4.248
4.248
4.146
4.146
40 Salarissen En Sociale Lasten
-226
-226
-226
-226
44 Algemene Kosten
-69
-69
-69
-69
73 Productiekosten Jgz Add.
-63
-63
-63
-63
89 Bijdragen gemeenten 0-4 jrg
358
358
358
358
0
0
0
0
40 Salarissen En Sociale Lasten 44 Algemene Kosten 71 Productiekosten Jgz Basis
05 Additioneel 498 JGZ 0-4 Maatwerk/ Prenataal
Eindtotaal
5.1 Meerjarenbegroting 2014-2017 Rekening houdende met het hiervoor geschetste financiële kader en de integratie van de jeugdgezondheidszorg ziet de meerjarenbegroting 2014-2017 er als volgt uit:
2
Bedragen zijn aangeleverd door de acht deelnemende gemeenten.
13 | begroting 2014
Programma
Kostensoort
01a Beschermen
40 Salarissen En Sociale Lasten 41 Personeelskosten 43 Huisvestingskosten 44 Algemene Kosten 49 Dekkingsrekeningen 72 Productiekosten Agz Basis 81 Bijdragen Gemeenten 84 Opbrengsten Agz Basis 40 Salarissen En Sociale Lasten 41 Personeelskosten 42 Kapitaallasten 44 Algemene Kosten 49 Dekkingsrekeningen 71 Productiekosten Jgz Basis 82 Opbrengsten Jgz Basis 87 Bijdrage Ghor 40 Salarissen En Sociale Lasten 41 Personeelskosten 44 Algemene Kosten 49 Dekkingsrekeningen 60 Reserveringen 72 Productiekosten Agz Basis 81 Bijdragen Gemeenten 40 Salarissen En Sociale Lasten 41 Personeelskosten 42 Kapitaallasten 44 Algemene Kosten 49 Dekkingsrekeningen 72 Productiekosten Agz Basis 81 Bijdragen Gemeenten 40 Salarissen En Sociale Lasten 41 Personeelskosten 42 Kapitaallasten 43 Huisvestingskosten 44 Algemene Kosten 49 Dekkingsrekeningen 60 Reserveringen 71 Productiekosten Jgz Basis 73 Productiekosten Jgz Add. 81 Bijdragen Gemeenten 82 Opbrengsten Jgz Basis 89 Bijdragen gemeenten 0-4 jrg 40 Salarissen En Sociale Lasten 41 Personeelskosten 42 Kapitaallasten 44 Algemene Kosten 49 Dekkingsrekeningen 60 Reserveringen 72 Productiekosten Agz Basis 73 Productiekosten Jgz Add. 74 Productiekosten Agz Add. 83 Opbrengsten Jgz Add. 85 Opbrengsten Agz Add. 88 Overige Opbrengsten 89 Bijdragen gemeenten 0-4 jrg 40 Salarissen En Sociale Lasten 41 Personeelskosten 44 Algemene Kosten 49 Dekkingsrekeningen 81 Bijdragen Gemeenten
01b Beschermen - derden
02 Bevorderen
03 Bewaken
04 Jeugd
05 Additioneel
06 Bedrijfsvoering
Eindtotaal
Begroting 2014 -1.365 -108 -4 -27 -846 -594 2.777 167 -696 -16 10 -3 -143 -14 125 738 -317 -3 -4 -250 71 -4 508 -252 -2 -3 -2 -128 -33 421 -4.789 -67 -28 -1 -935 -1.659 15 -1.055 -110 4.335 45 4.248 -2.950 -230 -52 -141 -560 -165 -4 -63 -297 943 2.959 203 358 -267 -548 -21 393 443 0
Begroting 2015 -1.365 -108 -4 -27 -846 -594 2.777 167 -696 -16 10 -3 -143 -14 125 738 -317 -3 -4 -250 71 -4 508 -252 -2 -3 -2 -128 -33 421 -4.789 -67 -28 -1 -935 -1.659 15 -1.055 -110 4.335 45 4.248 -2.950 -230 -52 -141 -560 -165 -4 -63 -297 943 2.959 203 358 -267 -548 -21 393 443 0
Begroting 2016 -1.365 -108 -4 -27 -846 -594 2.777 167 -696 -16 10 -3 -143 -14 125 738 -317 -3 -4 -250 71 -4 508 -252 -2 -3 -2 -128 -33 421 -4.687 -67 -28 -1 -935 -1.659 15 -1.055 -110 4.335 45 4.146 -2.950 -230 -52 -141 -560 -165 -4 -63 -297 943 2.959 203 358 -267 -548 -21 393 443 0
Begroting 2017 -1.365 -108 -4 -27 -846 -594 2.777 167 -696 -16 10 -3 -143 -14 125 738 -317 -3 -4 -250 71 -4 508 -252 -2 -3 -2 -128 -33 421 -4.687 -67 -28 -1 -935 -1.659 15 -1.055 -110 4.335 45 4.146 -2.950 -230 -52 -141 -560 -165 -4 -63 -297 943 2.959 203 358 -267 -548 -21 393 443 0
14 | begroting 2014
Specificaties inwonersbijdragen De inwonersbijdragen zijn gebaseerd op het werkelijk aantal inwoners per 1 januari 2012 en laten zich per gemeente als volgt specificeren: Inwoners
2014
2015
2016
2017
Beschermen
1-1-2012
per inw.
totaal
per inw.
totaal
per inw.
totaal
per inw.
totaal
Aa en Hunze
25.738
5,66
145.640
5,66
145.640
5,66
145.640
5,66
145.640
Assen
67.208
5,66
380.299
5,66
380.299
5,66
380.299
5,66
380.299
Borger-Odoorn
25.859
5,66
146.324
5,66
146.324
5,66
146.324
5,66
146.324
Coevorden
35.881
5,66
203.034
5,66
203.034
5,66
203.034
5,66
203.034
Emmen Hoogeveen
108.838
5,66
615.865
5,66
615.865
5,66
615.865
5,66
615.865
54.889
5,66
310.592
5,66
310.592
5,66
310.592
5,66
310.592
Meppel
32.573
5,66
184.316
5,66
184.316
5,66
184.316
5,66
184.316
Midden-Drenthe
33.558
5,66
189.889
5,66
189.889
5,66
189.889
5,66
189.889
Noordenveld
30.955
5,66
175.160
5,66
175.160
5,66
175.160
5,66
175.160
Tynaarlo
32.357
5,66
183.094
5,66
183.094
5,66
183.094
5,66
183.094
Westerveld
19.198
5,66
108.633
5,66
108.633
5,66
108.633
5,66
108.633
De Wolden
23.753
5,66
134.407
5,66
134.407
5,66
134.407
5,66
134.407
490.807
2.777.253 2014
Bevorderen Aa en Hunze
2.777.253
2.777.253 2016
2015
2.777.253 2017
1-1-2012
per inw.
totaal
per inw.
totaal
per inw.
totaal
per inw.
totaal
25.738
1,04
26.647
1,04
26.647
1,04
26.647
1,04
26.647
Assen
67.208
1,04
69.581
1,04
69.581
1,04
69.581
1,04
69.581
Borger-Odoorn
25.859
1,04
26.772
1,04
26.772
1,04
26.772
1,04
26.772
Coevorden
35.881
1,04
37.148
1,04
37.148
1,04
37.148
1,04
37.148
108.838
1,04
112.681
1,04
112.681
1,04
112.681
1,04
112.681
Hoogeveen
54.889
1,04
56.827
1,04
56.827
1,04
56.827
1,04
56.827
Meppel
32.573
1,04
33.723
1,04
33.723
1,04
33.723
1,04
33.723
Midden-Drenthe
33.558
1,04
34.743
1,04
34.743
1,04
34.743
1,04
34.743
Noordenveld
30.955
1,04
32.048
1,04
32.048
1,04
32.048
1,04
32.048
Tynaarlo
32.357
1,04
33.499
1,04
33.499
1,04
33.499
1,04
33.499
Westerveld
19.198
1,04
19.876
1,04
19.876
1,04
19.876
1,04
19.876
De Wolden
23.753
1,04
24.592
1,04
24.592
1,04
24.592
1,04
24.592
Emmen
490.807
508.135 2014
Bewaken
508.135
508.135 2016
2015
508.135 2017
1-1-2012
per inw.
totaal
per inw.
totaal
per inw.
totaal
per inw.
totaal
Aa en Hunze
25.738
0,86
22.086
0,86
22.086
0,86
22.086
0,86
22.086
Assen
67.208
0,86
57.671
0,86
57.671
0,86
57.671
0,86
57.671
Borger-Odoorn
25.859
0,86
22.189
0,86
22.189
0,86
22.189
0,86
22.189
Coevorden
35.881
0,86
30.789
0,86
30.789
0,86
30.789
0,86
30.789
108.838
0,86
93.393
0,86
93.393
0,86
93.393
0,86
93.393
Hoogeveen
54.889
0,86
47.100
0,86
47.100
0,86
47.100
0,86
47.100
Meppel
32.573
0,86
27.951
0,86
27.951
0,86
27.951
0,86
27.951
Midden-Drenthe
33.558
0,86
28.796
0,86
28.796
0,86
28.796
0,86
28.796
Noordenveld
30.955
0,86
26.562
0,86
26.562
0,86
26.562
0,86
26.562
Emmen
Tynaarlo
32.357
0,86
27.765
0,86
27.765
0,86
27.765
0,86
27.765
Westerveld
19.198
0,86
16.474
0,86
16.474
0,86
16.474
0,86
16.474
23.753
0,86
20.382
0,86
20.382
0,86
20.382
0,86
De Wolden
490.807
421.158
421.158
421.158
20.382 421.158
15 | begroting 2014
2014
Jeugd Aa en Hunze Assen Borger-Odoorn Coevorden
2015
2016
2017
1-1-2012
per inw.
totaal
per inw.
totaal
per inw.
totaal
per inw.
totaal
4.591
48,48
222.558
48,48
222.558
48,48
222.558
48,48
222.558
12.866
48,48
623.704
48,48
623.704
48,48
623.704
48,48
623.704
4.627
48,48
224.303
48,48
224.303
48,48
224.303
48,48
224.303
6.400
48,48
310.253
48,48
310.253
48,48
310.253
48,48
310.253
Emmen
18.900
48,48
916.214
48,48
916.214
48,48
916.214
48,48
916.214
Hoogeveen
10.007
48,48
485.109
48,48
485.109
48,48
485.109
48,48
485.109
Meppel
6.105
48,48
295.952
48,48
295.952
48,48
295.952
48,48
295.952
Midden-Drenthe
6.318
48,48
306.277
48,48
306.277
48,48
306.277
48,48
306.277
Noordenveld
5.643
48,48
273.555
48,48
273.555
48,48
273.555
48,48
273.555
Tynaarlo
6.079
48,48
294.691
48,48
294.691
48,48
294.691
48,48
294.691
Westerveld
3.320
48,48
160.944
48,48
160.944
48,48
160.944
48,48
160.944
De Wolden
4.573
48,48
221.685
48,48
221.685
48,48
221.685
48,48
221.685
89.429
4.335.245 2014
Bedrijfsvoering
4.335.245
4.335.245 2016
2015
4.335.245 2017
1-1-2012
per inw.
totaal
per inw.
totaal
per inw.
totaal
per inw.
totaal
Aa en Hunze
25.738
0,90
23.242
0,90
23.242
0,90
23.242
0,90
23.242
Assen
67.208
0,90
60.690
0,90
60.690
0,90
60.690
0,90
60.690
Borger-Odoorn
25.859
0,90
23.351
0,90
23.351
0,90
23.351
0,90
23.351
Coevorden
35.881
0,90
32.401
0,90
32.401
0,90
32.401
0,90
32.401
108.838
0,90
98.283
0,90
98.283
0,90
98.283
0,90
98.283
Hoogeveen
54.889
0,90
49.566
0,90
49.566
0,90
49.566
0,90
49.566
Meppel
32.573
0,90
29.414
0,90
29.414
0,90
29.414
0,90
29.414
Midden-Drenthe
33.558
0,90
30.304
0,90
30.304
0,90
30.304
0,90
30.304
Noordenveld
30.955
0,90
27.953
0,90
27.953
0,90
27.953
0,90
27.953
Emmen
Tynaarlo
32.357
0,90
29.219
0,90
29.219
0,90
29.219
0,90
29.219
Westerveld
19.198
0,90
17.336
0,90
17.336
0,90
17.336
0,90
17.336
23.753
0,90
21.450
0,90
21.450
0,90
21.450
0,90
De Wolden
490.807
443.209 2014
Totaal
443.209
443.209 2016
2015
21.450 443.209
2017
1-1-2012
per inw.
totaal
per inw.
totaal
per inw.
totaal
per inw.
totaal
Aa en Hunze
25.738
17,10
440.172
17,10
440.172
17,10
440.172
17,10
440.172
Assen
67.208
17,74 1.191.946
17,74 1.191.946
17,74 1.191.946
17,74 1.191.946
Borger-Odoorn
25.859
17,13
442.940
17,13
442.940
17,13
442.940
17,13
442.940
Coevorden
35.881
17,10
613.625
17,10
613.625
17,10
613.625
17,10
613.625
Emmen Hoogeveen
108.838 54.889
16,87 1.836.436
16,87 1.836.436
16,87 1.836.436
16,87 1.836.436
17,29
17,29
17,29
17,29
949.193
949.193
949.193
949.193
Meppel
32.573
17,54
571.355
17,54
571.355
17,54
571.355
17,54
571.355
Midden-Drenthe
33.558
17,58
590.009
17,58
590.009
17,58
590.009
17,58
590.009
Noordenveld
30.955
17,29
535.279
17,29
535.279
17,29
535.279
17,29
535.279
Tynaarlo
32.357
17,56
568.269
17,56
568.269
17,56
568.269
17,56
568.269
Westerveld
19.198
16,84
323.262
16,84
323.262
16,84
323.262
16,84
323.262
17,79
422.516
17,79
422.516
17,79
422.516
17,79
422.516
De Wolden
23.753 490.807
17,29 8.485.000
17,29 8.485.000
17,29 8.485.000
17,29 8.485.000
16 | begroting 2014
Vergadering : 30 mei 2013 Nummer : IX, punt 10 Onderwerp : Ingekomen stukken
INGEKOMEN STUKKEN RAAD 30 mei 2013 a.
29-042013
Provincie Drenthe
Motie Provinciale Staten m.b.t. behoud werkgelegenheid rijksdiensten
V.k.a.
b.
08-052013
Rekenkamercommissie De Wolden
Rapportage Onderzoek monitoring aanbevelingen
Voorshands ter info; de agendacommissie komt met een behandelvoorstel
c.
15-052013
Veiligheidsregio Drenthe
Jaarverslag en jaarrekening 2012 Veiligheidsregio Drenthe
V.k.a.
Zuidwolde, 17 mei 2013 griffier,
burgemeester,
drs. Josee Gehrke
Roger de Groot
Rekenkamercommissie
AAN De gemeenteraad van De Wolden
Zuidwolde, 7 mei 2011
Geachte leden van de raad, De rekenkamercommissie van de gemeente De Wolden biedt u bij deze met genoegen de rapportage “Onderzoek monitoring aanbevelingen” aan. De rapportage gaat in op een drietal door de rekenkamercommissie gedane onderzoeken, te weten: Nakoming toezeggingen, Sturing op gemeenschappelijke regelingen en Inkoopbeleid. Aan het rapport ligt geen regulier onderzoek ten grondslag, maar een eenvoudige scan van nakoming van de aanbevelingen. In het bijgevoegde rapport is per aanbeveling nagegaan welke (uitvoerings-)besluiten er zijn genomen. Al in het begin van het onderzoek is snel duidelijk geworden dat de aanbevelingen van het rapport over de nakoming van toezeggingen goed zijn verwerkt in de gemaakte afspraken en dat die ook worden nagekomen. De beide andere rapporten zijn uitvoeriger tegen het licht gehouden. Door middel van deze rapportage geven wij u inzicht in de wijze waarop door het college, de ambtelijke organisatie en ook uw raad, wordt omgegaan met de aanbevelingen die vermeld staan in bovengenoemde onderzoeken. Tevens doen wij enkele aanvullende aanbevelingen. Wij zijn, zoals gebruikelijk, bereid tot het geven van een toelichting op deze rapportage. Met vriendelijke groeten, De rekenkamercommissie De Wolden, namens deze
Mr. H. Haan, voorzitter
Rekenkamercommissie
Rapportage onderzoek monitoring aanbevelingen van de rekenkameronderzoeken: - Nakoming toezeggingen - Sturing op gemeenschappelijke regelingen - Inkoopbeleid
Rekenkamercommissie De Wolden 6 mei 2013 Status: definitief 1
Rapportage onderzoek monitoring aanbevelingen
0
VOORWOORD
De rekenkamercommissie heeft onderzoek gedaan naar de wijze waarop haar aanbevelingen, gedaan in eerdere onderzoeken, zijn opgevolgd. Gekozen is voor drie in het verleden verrichte onderzoeken, namelijk: 1. nakoming toezeggingen (mei 2010); 2. sturing op gemeenschappelijke regelingen (november 2007) 3. inkoop- en aanbestedingsbeleid (september 2007). In dit rapport wordt aangegeven hoe met de aanbevelingen is omgegaan en welke adviezen de commissie u, naar aanleiding van dit onderzoek geeft. Het onderzoek is uitgevoerd door de rekenkamercommissie zelf. Het conceptrapport is voor een technische reactie voorgelegd aan de secretaris-directeur en voor een bestuurlijke reactie aan het college van burgemeester en wethouders. De reactie van de gemeentesecretaris heeft geleid tot een bijstelling van enkele onderdelen van het rapport. De reactie van het college is in het rapport gevoegd. In het nawoord geeft de rekenkamercommissie haar commentaar op de bestuurlijke reactie. Concluderend menen wij te kunnen stellen dat het rapport goed bruikbare informatie verschaft en dat de aanbevelingen en de adviezen in het nawoord een goede bijdrage leveren aan het verbeteren van de bestuurlijke organisatie. Wij spreken onze dank uit aan allen die op een constructieve wijze hebben bijgedragen aan de totstandkoming van dit rapport. De Rekenkamercommissie De Wolden, namens deze,
mr. H. Haan, voorzitter
Rekenkamercommissie De Wolden, mei 2013
2
Rapportage onderzoek monitoring aanbevelingen
INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1
INLEIDING
4
Hoofdstuk 2
BEVINDINGEN
6
Paragraaf 2.1
Paragraaf 2.2
Paragraaf 2.3
Onderzoek nakoming aanbevelingen sturing gemeenschappelijke regelingen
6
Onderzoek nakoming aanbevelingen inkoop- en aanbestedingsbeleid
10
Onderzoeksopdracht inkoopfunctie
12
Hoofdstuk 3
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
14
Hoofdstuk 4
BESTUURLIJKE REACTIE
15
Hoofdstuk 5
NAWOORD
16
Rekenkamercommissie De Wolden, mei 2013
3
Rapportage onderzoek monitoring aanbevelingen
1
INLEIDING
1.1
Aanleiding en achtergronden van de onderzoeksvraag
Eind 2011 heeft de rekenkamercommissie besloten na te gaan op welke wijze de aanbevelingen van een drietal onderzoeken zijn overgenomen in het beleid van de gemeente, namelijk: 1. nakoming toezeggingen (mei 2010); 2. sturing op gemeenschappelijke regelingen (november 2007) 3. inkoop- en aanbestedingsbeleid (september 2007). Gekozen is voor deze drie onderzoeken omdat die belangrijke consequenties inhielden voor het besturen van de gemeente en de risico’s die daarbij gelopen worden. Het onderzoek naar de woonvisie van de gemeente, van maart 2009, is niet in de monitoring meegenomen omdat de aanbevelingen een sterke relatie hebben met die van het onderzoek naar de planning en controlcylcus. Voor het laatstgenoemde onderzoek is al een bijzonder rapportagetraject gestart. Onderzoek nakoming toezeggingen Uit de brief van de griffier van 4 juli 2012 blijkt dat de raad op 14 oktober 2012 de ‘Formele procedure afhandeling toezeggingen aan de raad’ heeft vastgesteld. De toelichting van de griffier hierop geeft aan dat de aanbevelingen uit het onderzoek nakoming toezeggingen goed zijn vertaald in de procedureregeling en in voldoende mate worden opgevolgd. Nader onderzoek is dan ook niet nodig. Onderzoek sturing op gemeenschappelijke regelingen In de reactie van de gemeentesecretaris over de nakoming van aanbevelingen uit het rapport sturing op gemeenschappelijke regelingen verwees hij naar het rapport genaamd ‘G.R.I.P. op het stuur’, dat is opgesteld door een werkgroep en vastgesteld door het college en de raad. In het rapport worden de aanbevelingen van de Rekenkamercommissie in hoofdstuk 4 uitgewerkt. Vervolgens worden in hoofdstuk 5 de conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan. Echter de inhoud van het rapport en de wijze waarop de aanbevelingen worden behandeld en min of meer in acties worden omgezet, maken het onmogelijk door middel van een quick scan na te gaan of de aanbevelingen zijn overgenomen en of er vervolgens ook wordt gewerkt volgens de getrokken conclusies en gedane aanbevelingen. De rekenkamercommissie heeft geconcludeerd dat de monitoring van de aanbevelingen op het gebied van de sturing op gemeenschappelijke regelingen een nader onderzoek vergt. Onderzoek Inkoop- en aanbestedingsbeleid De reactie van de gemeentesecretaris luidde als volgt: “in 2008 is er een nieuw inkoopbeleid geschreven. Daarbij is rekening gehouden met de bestaande afspraken en bestaande weten regelgeving. Ook zijn de aanbevelingen van de rekenkamer, indachtig onze brief van 3 september 2007 richtinggevend geweest. Dit beleid is destijds ter kennisname aan de raad gezonden. Inmiddels zijn wij het beleid opnieuw aan het herijken aan de nieuwste inzichten qua milieu, duurzaamheid etc en samenwerking met een buurgemeente. Mocht je in het beleid geïnteresseerd zijn verwijs ik je graag naar onze website” Het bedoelde rapport, genaamd ‘Nota Inkoopbeleid 2008’, is vastgesteld door het college op 18 december 2007 en ter kennisname aan de raad gezonden. Gemeld wordt dat de aanbevelingen van de rekenkamercommissie mede de basis zijn geweest voor de inhoud van het rapport. Echter de inhoud van het rapport en de wijze waarop de aanbevelingen (niet herkenbaar) worden behandeld, maken het onmogelijk door middel van een quick scan na te gaan of de aanbevelingen zijn overgenomen en of er vervolgens ook wordt gewerkt volgens de getrokken conclusies en gedane aanbevelingen. De rekenkamercommissie heeft geconcludeerd dat de monitoring van de aanbevelingen op het gebied van het inkoopbeleid een nader onderzoek vergt.
Rekenkamercommissie De Wolden, mei 2013
4
Rapportage onderzoek monitoring aanbevelingen
Besluit rekenkamercommissie 23 oktober 2012 e De rekenkamercommissie heeft op 23 oktober 2012 besloten in het 4 kwartaal van 2012 maximaal vijf onderzoeksdagen uit te trekken voor de monitoring van de aanbevelingen van de onderzoeken Sturing op gemeenschappelijke regelingen en Inkoop- en aanbestedingsbeleid. 1.2 Doel van het onderzoek Het doel van het onderzoek is na te gaan of en zo ja welke effecten de betreffende aanbevelingen hebben gehad op het beleid van de gemeente en de uitvoering daarvan. 1.3 Centrale vraagstelling en onderzoeksvragen Zoals uit het vorenstaande al blijkt en uit de hierna geformuleerde hoofdvragen heeft het onderzoek betrekking op de twee resterende onderzoeken, namelijk de sturing van de gemeenschappelijke regelingen en het inkoop- en aanbestedingsbeleid. Hoofdvragen zijn: - Wat is de stand van zaken met betrekking tot de opvolging van de gedane aanbevelingen in het onderzoek Sturing op gemeenschappelijke regelingen? - Wat is de stand van zaken met betrekking tot de opvolging van de gedane aanbevelingen in het onderzoek Inkoop- en aanbestedingsbeleid? De volgende onderzoeksvragen vormen dus een vertaling van de onderzoeksdoelen naar concrete, onderzoekbare vragen. 1. Wat heeft de raad op grond van de aanbevelingen besloten? 2. Wat heeft het college ter uitvoering van het raadsbesluit besloten? 3. Tot welke acties heeft de gemeentesecretaris en/of de griffier, ter uitvoering van het raads- en/of het collegebesluit besloten? 4. Op welke wijze zijn de aanbevelingen verwerkt in het nieuwe beleid en/of de uitvoering hiervan? 5. Op welke wijze zijn het college en de raad geïnformeerd over de opvolging van de aanbevelingen? 1.4 Organisatie Het onderzoek is uitgevoerd als een zogenaamde quick scan, op grond waarvan de raads- en collegebesluiten naar aanleiding van de drie onderzoeken als startpunt zijn genomen en vervolgens door dossier- en documentstudie en een tweetal interviews is nagegaan op welke wijze de aanbevelingen daadwerkelijk tot veranderingen hebben geleid in het gemeentelijke beleid en de uitvoering daarvan. Het onderzoek is uitgevoerd door de voorzitter van de rekenkamercommissie. Hij heeft op 1 november 2012 een gesprek gevoerd met de griffier over de nakoming van de aanbevelingen inzake de sturing op de gemeenschappelijke regelingen. Op 16 november 2012 heeft hij een gesprek gehad met de gemeentesecretaris over zowel de sturing op gemeenschappelijke regelingen als op de nakoming van de aanbevelingen met betrekking tot het inkoop- en aanbestedingsbeleid.
Rekenkamercommissie De Wolden, mei 2013
5
Rapportage onderzoek monitoring aanbevelingen
2
BEVINDINGEN
De bevindingen worden ter wille van het overzicht hieronder telkens per aanbeveling kort weergegeven. Vervolgens geeft de rekenkamercommissie cursief haar conclusies weer. In het derde hoofdstuk worden de eindconclusie(s) en de aanbevelingen uit dit onderzoek weergegeven. 2.1 Onderzoek nakoming aanbevelingen sturing op gemeenschappelijke regelingen Op basis van het rapport “De macht over het stuur, een rekenkameronderzoek naar de sturing van gemeenschappelijke regelingen door de gemeente De Wolden”, heeft de rekenkamercommissie twaalf aanbevelingen gedaan, die erop zijn gericht de ‘stuurbaarheid van de gemeenschappelijke regelingen’ te vergroten. Het college en de raad hebben vervolgens besluiten genomen op grond van het rapport “G.R.I.P. op het stuur”, waarin de aanbevelingen zijn vertaald in concrete maatregelen. Hieronder de opsomming van de aanbevelingen met daaronder de bevindingen van de rekenkamercommissie. Aanbeveling 1: Bepaal als raad in welke mate sturing gegeven wordt aan gemeenschappelijke regelingen. De mate van sturing kan afhankelijk zijn van de aard van de regeling en de uit te voeren taken. Bedenk daarbij dat sturing energie kost. Wordt voor meer sturing gekozen, dan nemen de bestuurlijke lasten toe. Of men geeft geen aandacht aan gemeenschappelijke regelingen en stuurt niet, of men maakt er werk van en stuurt actief. Meer sturing betekent in principe meer invloed op de afgenomen output, en daarmee een kwalitatief hoogwaardiger product. Aanbeveling 2: Zorg dat de wettelijke planning en controlcyclus adequaat doorlopen wordt en spreek de gemeenschappelijke regelingen er op aan als dat niet gebeurt. Als de gemeenteraad goed sturing wil geven moeten de begroting en de jaarrekening van de regelingen tijdig aangeleverd worden, zodat ze in de raad besproken kunnen worden, voorzien van adviezen van het college. Bevinding: De raad heeft reeds enkele jaren de mogelijkheid om meer sturing uit te oefenen. In de kadernota 2009 is de aanpak in drie stappen onderscheiden, namelijk: - informeren over beleidsintenties in de maanden januari-maart; raad: maart-april en juli (kadernota); - rapportage over de uitvoering van de begroting in september-oktober; raad: aparte behandeling van de rapportage of bij de programmabegroting; - maken van een nieuw beleidsprogramma eenmaal per vier jaar. Het college voorziet de raad, overeenkomstig deze driedeling, in de regel tijdig van de benodigde adviezen. Aanbeveling 3: Maak in de paragraaf verbonden partijen van de programmabegroting zichtbaar welke beleidsinhoudelijke keuzes ten aanzien van de regelingen gemaakt zijn, welke middelen daarvoor ingezet worden en hoe de gewenste resultaten bereikt worden. Producten moeten gedefinieerd worden. Bevinding: Dit is via een vast te stellen sjabloon uitgewerkt en wordt jaarlijks toegevoegd aan de programmabegroting in de paragraaf ‘Verbonden partijen’. De producten zijn in algemene zin gedefinieerd. Aanbeveling 4: Werk als gemeenten meer samen op het vlak van kaderstelling en controle ten opzichte van de regelingen. De leden van het algemeen bestuur uit de deelnemende gemeenten kunnen elkaar ondersteunen. Ambtelijke werkgroepen met specialisten op het betreffende beleidsterrein zouden voor alle deelnemende gemeenten zaken kunnen voorbereiden met het
Rekenkamercommissie De Wolden, mei 2013
6
Rapportage onderzoek monitoring aanbevelingen
oog op kaderstelling en controle. Laat de raadsgriffiers van de deelnemende gemeenten in overleg met elkaar er voor zorgen dat de stukken van het samenwerkingsverband van kritisch commentaar worden voorzien voordat deze ter goedkeuring aan de raden worden voorgelegd. Het is goed voorstelbaar dat de secretaris van het algemeen bestuur van het samenwerkingsverband contact onderhoudt met de raadsgriffiers. Bevinding: In regionaal verband wordt er bestuurlijk en ambtelijk regelmatig gesproken over de (agenda’s van de) gemeenschappelijke regelingen, zowel in breed collegiaal als in bilaterale overleggen. Er worden dan vaak inhoudelijke en/of procedurele afspraken gemaakt, teneinde de besluitvorming in de colleges, de gemeenteraden en het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling goed voor te bereiden. Ook wordt het onderwerp regelmatig besproken in de Vereniging van Drentse Gemeenten. Er zijn geen vaste (overleg)afspraken gemaakt. De griffiers van de deelnemende gemeenten voeren wel regelmatig overleg met elkaar, echter zij hebben niet de zorg op zich genomen om stukken van kritisch commentaar te voorzien. Die activiteiten worden uitgevoerd door de hierna genoemde contactambtenaren. Aanbeveling 5: Zorg dat op het gemeentehuis een ambtenaar aanwezig is die voldoende tijd heeft om zowel beleidsinhoudelijk als financieel de gemeenschappelijke regelingen te beoordelen. Deze ambtenaar dient de gemeenteraad te voorzien van informatie, zoals beleidsvoorstellen, helpt bij het ontwikkelen van een duidelijke visie en ondersteunt bij het uitzetten van kaders. De betreffende ambtenaar ondersteunt niet alleen de bestuurders die vanuit de gemeente in het bestuur van de regeling zitten, maar ook de raadsleden. Hij is tevens sparringpartner voor de directie van de gemeenschappelijke regeling. Op het terrein van ambtelijke ondersteuning kan ook samenwerking met andere gemeenten gezocht worden, maar dan moeten de uitgangspunten van deze gemeenten in grote mate overeenstemmen. Bevinding: Er is voor elke gemeenschappelijke regeling een contactambtenaar aangewezen. Deze contactambtenaar houdt, op grond van interne procedureafspraken, de gemeenschappelijke regeling zowel inhoudelijk als financieel, actief in de gaten en rapporteert hierover aan het college. In de programmabegroting worden deze medewerkers vermeld. De ondersteuning van raadsleden vindt slechts plaats indien een raadslid daarom verzoekt. De contactambtenaren werken veel samen met medewerkers van andere gemeenten, zowel voor wat betreft de inhoudelijke voorbereiding van vergaderingen als verdeling van werkzaamheden. De centrale regie wordt gevoerd vanuit de concernafdeling en de directie. Aanbeveling 6: Overweeg om naast collegeleden beleidsinhoudelijke experts af te vaardigen in het dagelijks bestuur van de regelingen. Deze experts dienen om deze functie uit te oefenen, voldoende tijd en deskundigheid te hebben. Belangrijk is belang dat zij ervaring hebben met de bestuurlijke verhoudingen binnen de gemeenschappelijke regelingen. Gedacht kan worden aan voormalige bestuurders die tijd hebben om zich in de gemeenschappelijke regeling te verdiepen. Bevinding: In de Nota ‘G.R.IP op het stuur’ is al aangegeven dat deze aanbeveling niet moest worden overgenomen. Dit is door het college en de raad als zodanig besloten, met als argumentatie: “Niet doen: dit leidt tot een mengvorm waardoor de relatie met de raad naar verwachting verder wordt vergroot. Ondersteuning van bestuursleden door inhuur van externe expertise is ook in de huidige situatie mogelijk.” Aanvullend heeft de gemeentesecretaris aangegeven dat voorafgaande aan elke bestuursvergadering van een gemeenschappelijke regeling in het college aan de hand van de agenda (en eventuele ambtelijke advisering) het standpunt van de gemeente wordt bepaald.
Rekenkamercommissie De Wolden, mei 2013
7
Rapportage onderzoek monitoring aanbevelingen
Aanbeveling 7: Zorg dat er meer dan nu niet één, maar twee sturingsrelaties zijn tussen de gemeente en de gemeenschappelijke regelingen. Beperk sturing niet tot de financiële kaders, maar stuur vooral ook op beleidsinhoudelijk vlak. Geef aan welke producten verwacht worden tegen welke kwaliteitsnormen, welke prestaties geleverd moeten worden en koppel daaraan de financiële ruimte die daarvoor beschikbaar is. Bevinding: Door de informatieverstrekking en de besluitvorming in drie stappen te laten plaatsvinden wordt voldoende inhoud gegeven aan de aanbeveling. Er wordt gestuurd op inhoud en financiën. Jaarlijks wordt er in het voorjaar bepaald welke producten en/of prestaties er geleverd moeten worden en welke middelen hiervoor beschikbaar zijn. Aanbeveling 8: Betrek de uitkomsten van een evaluatie naar de effecten van de privatisering van het centrum voor musische vorming in Hoogeveen bij een besluit tot het wijzigen van de gemeenschappelijke regeling RIMV/Scala in een stichting. Kijk daarbij goed of de sturingsrelatie in het geval van Hoogeveen verbeterd is, zoals wordt aangenomen, alvorens tot privatisering over te gaan. Stel in dat geval ook duidelijk vast met welk doel privatisering plaatsvindt (taken afstoten of op afstand zetten). Bevinding: Dit onderwerp is apart afgehandeld en niet meegenomen in het onderzoek. Aanbeveling 9: Bevorder de kennis van raadsleden over gemeenschappelijke regelingen. Zorg dat raadsleden op de hoogte zijn van de doelstellingen, de taken en de producten van de verschillende regelingen. Zorg ook dat raadsleden inzicht hebben in de wijze waarop sturing gegeven kan worden. De griffie zou op dit punt een initiërende rol kunnen spelen door discussies te agenderen en door voorlichting en training te verzorgen. Aanbeveling 10: Plan buiten de planning en controlcyclus van de gemeente zelf en die van de regelingen om vaste momenten in, waarop inhoudelijke discussie gevoerd wordt over gemeenschappelijke regelingen. Daarbij gaat het om het bepalen van kaders ten aanzien van het beleid en bestuur van de regelingen. Bevinding: Door de informatieverstrekking en de besluitvorming in drie stappen te laten plaatsvinden wordt deels inhoud gegeven aan de aanbevelingen 9 en 10. De griffie heeft geen sturende rol door discussies te agenderen of door het verzorgen van voorlichting en training. Aanbeveling 11: Neem actief deel aan mogelijke discussies over het onderscheid tussen wettelijke en vrijwillige taken. Bepaal daarbij als raad duidelijk welke taken tot het publieke domein (wettelijk of pseudo-wettelijk) gerekend moeten worden en welke door de regelingen uitgevoerd moeten worden. Bevinding: Op het moment dat de gemeenschappelijke regeling wordt gevraagd een toelichting te geven op de beleidsintenties, een tussentijdse rapportage te verzorgen of een beleidsprogramma te schrijven, wordt verzocht om daarbij onderscheid te maken tussen wettelijke en niet-wettelijke taken. Ook het sjabloon bij de programmabegroting voorziet in dit onderscheid. Aanbeveling 12: Bepleit als raad dat de Minister van Binnenlandse Zaken duidelijkheid schept in de gevolgen van de dualisering van het gemeentebestuur voor gemeenschappelijke regelingen. Vraag de Minister een standpunt te bepalen en pleit daarbij voor het doortrekken van de duale verhoudingen.
Rekenkamercommissie De Wolden, mei 2013
8
Rapportage onderzoek monitoring aanbevelingen
Bevinding: Dit is via VDG naar VNG gegaan. Heeft op Rijksniveau geen resultaat gehad. Tenslotte nog het volgende: Register gemeenschappelijke regelingen De eerdergenoemde werkgroep heeft binnen de gemeente geen register gemeenschappelijke regelingen aangetroffen. Artikel 27 van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen stelt een dergelijk register verplicht. Dit artikel luidt: 1. Burgemeester en wethouders houden een register bij van de regelingen waaraan hun gemeente deelneemt. 2. In de registers worden in ieder geval vermeld: a. de deelnemers b. de wettelijke voorschriften waardoor de bevoegdheden van het samenwerkingsverband worden beheerst c. de bevoegdheden die bij de regeling dan wel, met toepassing van artikel 10, tweede lid tweede volzin, krachtens de regeling zijn overgedragen d. het adres en de plaats van vestiging e. of een openbaar lichaam of een gemeenschappelijk orgaan is ingesteld. 3. De registers liggen voor een ieder kosteloos ter inzage. Aan een ieder worden op diens verzoek afschriften van of uittreksels uit hetgeen in de registers is ingeschreven ter beschikking gesteld. 4. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere voorschriften worden gegeven omtrent de inrichting van de registers. De werkgroep heeft indertijd geadviseerd een dergelijk register in te stellen, rekening houdende met hetgeen hierover in de WGR is gesteld. Tevens heeft de werkgroep geadviseerd een persoon aan te wijzen die zich bezighoudt met het bijhouden en verwerken van deze gegevens en het register op internet te publiceren. Bevinding: Er is geen separaat register en dus ook geen publicatie hiervan op internet. Wel is binnen de afdeling concern een medewerker aangewezen die bijhoudt in welke regelingen (zowel publiekrechtelijk in het kader van de WGR, als privaatrechtelijk) de gemeente participeert. Jaarlijks wordt in de begroting gepubliceerd in welke regelingen de gemeente participeert, welke juridische vorm dit behelst, welke visie en doelstellingen hieraan ten grondslag liggen, wat de beleidsvoornemens zijn van de betreffende regeling, het financieel belang van De Wolden in de regeling, hoe de bestuurlijke zeggenschap voor De Wolden is geregeld en welke ambtelijke contactpersoon aan de regeling is verbonden. Hoewel de begroting een publiek toegankelijk document is en op internet wordt gepubliceerd voldoet de gemeente hiermee echter niet aan de hiervoor omschreven wettelijke plicht. Verbeteren samenspel bestuursorganen De raad heeft in de Programmabegroting 2013 onder programma 1 de volgende activiteit opgenomen: Het samenspel tussen bestuursorganen (intern en extern) verbeteren respectievelijk optimaliseren. Over de gevolgen voor de burger wordt het volgende gezegd: Mogelijk minder kosten en beperkingen van de doorlooptijd van projecten en regelingen door evaluatie onderzoeksrapporten Rekenkamercommissie De Wolden en vernieuwing van werkwijzen (incl. ‘Grip op Gemeenschappelijke Regelingen’).
Rekenkamercommissie De Wolden, mei 2013
9
Rapportage onderzoek monitoring aanbevelingen
2.2 Onderzoek nakoming aanbevelingen inkoop- en aanbestedingsbeleid Naar aanleiding van het rekenkameronderzoek is er in 2008 is er een nieuw inkoopbeleid geschreven. Dit is vastgelegd in de Nota Inkoopbeleid 2008. Deze nota is ter kennisname aan de raad gezonden. In het beleid is rekening gehouden met de bestaande afspraken en bestaande wet- en regelgeving. De secretaris heeft aangegeven dat de aanbevelingen van de rekenkamercommissie mede de basis zijn geweest voor de inhoud van het rapport. Om te kunnen nagaan of en in hoeverre rekening is gehouden met de aanbevelingen van de commissie volgen hieronder de aanbevelingen met de resultaten van het onderzoek. Aanbeveling 1: Leg, in afwachting van de vaststelling van het inkoopactieplan, de selectie- en gunningcriteria vast in een besluit. Bevinding: Naast het inkoop- en aanbestedingsbeleid zijn de selectie- en gunningscriteria vastgelegd in de nota Inkoopbeleid 2008. Aanbeveling 2: Zie erop toe dat de aggregatieverplichting wordt nageleefd en dat geen splitsing van opdrachten plaatsvindt. Bevinding: De aggregatieplicht vloeit voort uit Europese regelgeving.Deze regelgeving is bekend bij de decentrale inkopers / budgethouders. Hierop wordt vanuit de concernafdeling (financiën / AJZ) getoetst. De gemeentesecretaris heeft mondeling aangegeven dat de budgethouders de opdracht hebben om hiermee rekening te houden en dat de directie hierop globaal stuurt. Er vindt door middel van steekproeven controle plaats door concerncontrol. Volgens de secretaris neemt de accountant dit onderwerp mee in zijn controles. Aanbeveling 3: Beleg de functie van inkoopcoördinator en benoem de aan deze functie verbonden verantwoordelijkheden, bevoegdheden en taken, alsmede de relatie met andere functies. Bevinding: Er is in 2011 een aparte inkoopcoördinator aangesteld voor 2 dagen per week, in samenwerking met de gemeente Hoogeveen. Deze persoon verleent hulp bij grote en/of ingewikkelde aanbestedings- en inkooptrajecten. Verder geeft hij advies aan de budgethouders en heeft hij medio 2011 de aanbestedings- en inkoopfunctie binnen de organisatie geanalyseerd (zie hierna onder 3). Het interne aanspreekpunt is belegd bij een van de MT-leden (op rotatiebasis, momenteel het hoofd samenleving). Hij rapporteert over ontwikkelingen aan het MT. De inkoop geschiedt door de decentrale budgethouders. Er is een werkgroep inkoop, bestaande uit medewerkers die regelmatig inkopen en/of aanbestedingen doen. De werkgroep komt regelmatig bij elkaar om met elkaar te spreken over kwaliteitsverbetering binnen het inkoopproces en afspraken te maken over nieuwe ontwikkelingen. De controle vindt plaats door middel van steekproeven door concerncontrol. Er vindt geen afzonderlijke rapportage plaats. Aanbeveling 4: Stel een inkoopactieplan vast met als aandachtspunten daarin: a. inzicht verkrijgen in van toepassing zijnde wet- en regelgeving; b. ontwikkelen van inkoopvoorwaarden; c. ontwikkelen van het (intern gericht) inkoopbeleid, met als speerpunten: - doelstellingen en beleidsuitgangspunten, - dossierindeling en -inhoud, - in omloop zijnde contracten (contractenregister), - organisatie van de inkoopfunctie, - organisatie van het inkoopproces;
Rekenkamercommissie De Wolden, mei 2013
10
Rapportage onderzoek monitoring aanbevelingen
d.
bepalen van de consequenties hiervan voor de informatievoorziening.
Bevinding: In 2008 is de eerdergenoemde Nota Inkoopbeleid opgesteld, die jaarlijks wordt geactualiseerd. De genoemde aandachtspunten krijgen in deze nota aandacht. In de nota zijn tevens de selectie-, technische- en gunningscriteria vastgelegd, evenals de economische keuzes, de risico’s en verantwoording en de organisatorische keuzes. De inkoopcoördinator besteedt in zijn adviseursrol aandacht aan de risico’s. De verantwoording vindt daar waar nodig plaats via de planning en controlcyclus. De grote opdrachten worden geëvalueerd. De controle vindt plaats door de afdeling concerncontrol onder verantwoordelijkheid van een directielid. De grotere of risicovollere inkopen verlopen via het college en worden vooraf getoetst door de juridisch consulenten. In de werkgroep inkoop wordt jaarlijks besproken wat er op het terrein van de inkoop moet gebeuren en welke bijzondere trajecten er gelopen moeten worden, zoals bijvoorbeeld Europese aanbestedingen. De gemeente beschikt over een contractenregister. De dossiervorming gebeurt door middel van projectdossiers en vindt digitaal plaats in het contractenregister / Decos. De gemeente geeft informatie over de inkoop en aanbestedingen op haar website en geeft hierbij aan dat de gemeente Algemene Inkoopvoorwaarden hanteert. Deze zijn te vinden op de site. Tevens geeft de gemeente aan dat zij de Europese aanbestedingsregels hanteert en dat zij daarnaast een eigen inkoopbeleid heeft vastgesteld. De lopende aanbestedingen zijn via een link bereikbaar. Er kan direct worden doorgeklikt naar de aanbestedingen 2012, de algemene inkoopvoorwaarden, de nota inkoopbeleid en de aanbestedingen tot en met 2012. De website is te bereiken via www.dewolden.nl/ondernemers/inkoop-en-aanbestedingen_3595. Aanbeveling 5: Het verankeren van het inkoopactieplan in de planning en controlcyclus; Bevinding: De verankering heeft plaatsgevonden door middel van de generieke afspraken over de planning en controlcyclus. Aanbeveling 6: De rekenkamercommissie beveelt nadrukkelijk aan om werk te maken van de beschrijvingen en vastlegging van de administratieve organisatie en interne controle rond het inkoopbeleid, waardoor de transparantie en controleerbaarheid kunnen worden vergroot. Bevinding: De administratieve organisatie van het inkoopproces is niet beschreven noch vastgelegd. Wel wordt aan de hand van specifieke checklisten geborgd dat de juiste processtappen worden gevolgd. De interne controle is opgenomen in de reguliere controleafspraken. De accountant controleert jaarlijks of de gemeente voldoet aan de regelgeving en verplichtingen. Aanbeveling 7: Ga over tot het invoeren van een verplichtingenadministratie op concernniveau. Bevinding: Er is op concernniveau geen verplichtingenadministratie ingevoerd. De secretaris heeft aangegeven dat dit systeemtechnisch niet mogelijk is. Er is voor een praktische benadering gekozen rond de planning en controlcyclus. Dan worden door de concernstaf de belangrijkste verplichtingen in kaart gebracht. Overigens is er op diverse beleidsterreinen wel decentraal zicht op de verplichtingen, bijvoorbeeld van het Grondbedrijf, van projecten en bij Woldwerk.
Rekenkamercommissie De Wolden, mei 2013
11
Rapportage onderzoek monitoring aanbevelingen
2.3 Onderzoeksopdracht inkoopfunctie Deze paragraaf is aan de rapportage toegevoegd omdat tijdens de monitoring bleek dat de gemeente inmiddels de inkoopfunctie aan een ander onderzoek heeft onderworpen. De eerste resultaten van dit onderzoek zijn van invloed op de uitvoering van de besluiten naar aanleiding van het rekenkameronderzoek en daarom hierna opgenomen. Medio 2011 is in de gemeentelijke organisatie de behoefte ontstaan om de inkoopfunctie kritisch tegen het licht te houden, ten behoeve van de doorontwikkeling van de inkoopfunctie, de verankering in de organisatie, de duurzaamheid en kostenbesparing. De focus/blikrichting van het onderzoek was: - de ontwikkelingen in inkoopland (toenemende complexiteit, juridisering en de nieuwe aanbestedingswet (ingaande begin 2013); - decentralisaties (Wmo, Awbz en Jeugdzorg); - verschuiving inkoop en aandacht van ‘harde’ naar ‘sociale’ kant. Het onderzoek is uitgevoerd door de heer J.J. Hollander, inkoopcoördinator van de gemeenten De Wolden en Hoogeveen. De resultaten van deze analyse zijn vastgelegd in het rapport “Onderzoeksopdracht inkoopfunctie” van 8 maart 2012. In het rapport is de huidige situatie is in hoofdlijnen als volgt geanalyseerd: Sterke punten Flexibiliteit/korte lijnen Openheid Praktische en nononsense instelling Sense of urgency
Ontwikkelpunten Strategisch en tactisch inkoopbeleid Afstemming en coördinatie Planmatige aanpak van inkoop Kennisniveau
Kansen Schaalgrootte
Bedreigingen Schaalgrootte
Samenwerking
Beheerfunctie
Toepassen van nieuwe aanbestedingsmethodieken
Te grote focus op besparingen Tempo en veelheid aan ontwikkelingen Nieuwe aanbestedingswet Afhankelijkheid van derden
Geografische ligging Nieuwe aanbestedingswet
Verdere waarnemingen: Nota Inkoopbeleid (2008) sluit niet altijd aan bij het beleven van de medewerkers en is ook niet actueel. Inkoopbeleid 2008 lijkt te veel theoretisch en opgelegd waardoor draagvlak onvoldoende is. Afstemming via inkoopoverleg komt (nog ) niet goed op gang. Risico’s worden onvoldoende overzien (ontbreken van specifieke inkoopkennis en ervaring ). Gemis aan oriëntatie op het vlak van inkoop (actuele ontwikkelingen). Onvoldoende continuïteit in de ontwikkeling van de inkoopfunctie. Inkoop(overleg) is in huidige vorm niet optimaal belegd. Te excentrisch met onduidelijke rollen, waardoor langere lijnen en onvoldoende focus op ontwikkelingen. In het rapport passeren vele verbetervoorstellen de revue. Samenvattend zijn de volgende actiepunten en voorstellen in het rapport opgenomen: nota inkoopbeleid actualiseren (een lean versie overwegen); een uitgebreidere inkoopscan uitvoeren. Dit voorstel is inmiddels overgenomen en wordt uitgevoerd door twee stagiaires van de Hanze Hogeschool Groningen; inkoopjaarplan maken. Dit geeft enerzijds de mogelijkheid om op basis van prioriteiten ieder jaar duidelijke doelstellingen en ontwikkelpunten vast te leggen en anderzijds de rode draad van het doorgaande proces te bewaken; startformulier inkoop introduceren; selectiemethodiek voor uit te nodige partijen bij een meervoudig onderhandse aanbesteding vaststellen. De nieuwe aanbestedingswet (medio 2012) bevat direct en indirect (flankerend beleid/Gids Proportionaliteit) aanwijzingen dat keuzes van uit te
Rekenkamercommissie De Wolden, mei 2013
12
Rapportage onderzoek monitoring aanbevelingen
nodigen partijen gemotiveerd moeten worden. Een selectiemethodiek die de gemeente hiertoe hanteert is afdoende; overwegen om over te gaan naar gecoördineerde inkoop en deze te beleggen bij Concern; Informatievoorziening over inkoop naar de organisatie via bijvoorbeeld een inkooptool; actief participeren bij regionaal inkoopoverleg; Inkoopsamenwerking overwegen. Een vorm van inkoopsamenwerking met b.v. Hoogeveen, Meppel, Midden-Drenthe en Westerveld zou onderzocht kunnen worden.
De verbetervoorstellen zijn in de werkgroep inkoop besproken en uitgewerkt. Dit heeft geleid tot een voorstel met aanbevelingen aan de directie, welke in januari 2013 is geaccordeerd. De werkgroep is bezig met de implementatie van de aanbevelingen. Op korte termijn zullen de bestaande beleidsregels worden aangepast en aan het college worden voorgelegd ter vaststelling.
Rekenkamercommissie De Wolden, mei 2013
13
Rapportage onderzoek monitoring aanbevelingen
3
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
In het onderzoek zijn de twee hoofdvragen en de vijf deelvragen voldoende beantwoord. Zo is de stand van zaken in de bevindingen aangegeven en zijn de standpunten en besluiten van raad en college vermeld. Ook zijn de uitvoeringsbesluiten c.q -handelingen van de gemeentesecretaris en de raadsgriffier aangegeven. De raad is niet altijd geïnformeerd over het al dan niet nakomen van de aanbevelingen. Op grond van de hiervoor gemelde bevindingen kunnen de volgende conclusies worden getrokken en aanbevelingen worden gedaan. 3.1
Onderzoek nakoming aanbevelingen sturing op gemeenschappelijke regelingen
Conclusies: 3.1.1 Over het algemeen genomen zijn de aanbevelingen goed verwerkt in beleidscyclus. Informatie aan de raad heeft plaatsgevonden. 3.1.2 Het college van burgemeester en wethouders heeft het wettelijk verplichte register niet ingesteld. De raad is hierover niet uitdrukkelijk geïnformeerd. Aanbeveling: 1. Draag het college op om binnen twee maanden het register in te stellen en een medewerker aan te wijzen die dit periodiek bijhoudt. Spreek met het college een rapportagemoment af.
3.2
Onderzoek nakoming aanbevelingen inkoop- en aanbestedingsbeleid
Conclusies: 3.2.1 De administratieve organisatie van het inkoopproces is niet vastgelegd c.q. geregeld. 3.2.2 Er is geen verplichtingenadministratie op concernniveau. 3.2.3 De raad is over voormelde feiten niet geïnformeerd. Aanbevelingen: 2. Verzoek het college om de conclusies over de administratieve organisatie, de interne controle en de verplichtingenadministratie te verwerken in de plannen tot het verbeteren van het inkoopbeleid en de uitvoering daarvan. 3. Spreek met het college rapportagemomenten en informatiemomenten af.
Rekenkamercommissie De Wolden, mei 2013
14
4
BESTUURLIJKE REACTIE
Op 20 februari 2013 zond de rekenkamercommissie het definitieve rapport, inclusies de conclusies en aanbevelingen, aan het college van burgemeester en wethouders voor een bestuurlijke reactie. Op 28 maart 2013 heeft de commissie de reactie van het college ontvangen. In het volgende hoofdstuk gaat de commissie in haar nawoord inhoudelijk in de op deze bestuurlijke reactie. De tekst van deze reactie is hieronder integraal weergegeven: Aanbeveling 1: Register gemeenschappelijke regelingen. Draag het college op om binnen 2 maanden het register in te stellen en een medewerker aan te wijzen die dit periodiek bijhoudt. Spreek met het college een rapportagemoment af. Het belang van het instellen van een register is gelegen in de openheid en openbaarheid van gemeenschappelijke regelingen en om overzicht te kunnen houden over het geheel van regelingen. Het college is van mening dat we hier met de door ons gekozen oplossing invulling aan geven door jaarlijks in de begroting een overzicht te genereren van de regelingen waarin we participeren. Binnen de afdeling concern is er een medewerker aangewezen die bijhoudt in welke regelingen (zowel publiekrechtelijk in het kader van de WGR, als privaatrechtelijk) de gemeente participeert. Jaarlijks wordt in de begroting gepubliceerd in welke regelingen de gemeente participeert, welke juridische vorm dit behelst, welke visie en doelstellingen hieraan ten grondslag liggen, wat de beleidsvoornemens zijn van de betreffende regeling, het financieel belang van De Wolden in de regeling, hoe de bestuurlijke zeggenschap voor De Wolden is geregeld en welke ambtelijke contactpersoon aan de regeling is verbonden. De begroting ligt voor een ieder – digitaal en fysiek - ter inzage. Omdat de wet zich niet uitspreekt over een vorm is het college is van mening hiermee te voldoen aan de rapportageverplichting. Aanbeveling 2: Inkoop- en aanbestedingsbeleid Verzoek het college om de conclusies over de administratieve organisatie, de interne controle en de verplichtingenadministratie te verwerken in de plannen tot het verbeteren van het inkoopbeleid en de uitvoering daarvan. Er is in De Wolden bewust gekozen voor een systematiek van decentrale inkoop met een centrale coördinatie. Aan de hand van specifieke checklisten en richtlijnen wordt geborgd dat de juiste processtappen worden gevolgd bij de essentiële processen. Deze werkwijze past bij de door De Wolden gekozen systematiek. De interne controle is opgenomen in de reguliere controleafspraken. Gerichte controles vinden vanuit de concernafdeling plaats op de aanbestedingen. De accountant controleert jaarlijks of de gemeente voldoet aan de landelijke en Europese regelgeving en verplichtingen. Wij denken op deze wijze de controle afdoende te hebben geregeld. Een centrale verplichtingenadministratie is op dit moment systeemtechnisch niet mogelijk. Er is voor een decentrale verplichtingenadministratie gekozen rond de planning en controlcyclus. Overigens is er op diverse beleidsterreinen zicht op risicovolle verplichtingen, bijvoorbeeld binnen het Grondbedrijf, binnen projecten en bij Woldwerk. In de aanloop tot de invoering van de nieuwe aanbestedingswet is er in samenwerking met de gemeente Hoogeveen een herijking van dit gehele proces aan de orde om daarmee te voldoen aan de nieuw wetgeving. Een van de wijzigingen is het overgaan tot een model van gecoördineerde inkoop. Aanbeveling 3: Informeren van de gemeenteraad Tenslotte beveelt u ons aan de gemeenteraad van De Wolden over het vorenstaande te informeren. Wij gaan ervan uit dat de raad van De Wolden vanuit uw terugkoppeling wordt geïnformeerd over het vorenstaande. Mocht u dit wenselijk vinden dan zijn wij vanzelfsprekend bereid de gemeenteraad hierover apart te informeren.
15
Rapportage onderzoek monitoring aanbevelingen
5
NAWOORD
De rekenkamercommissie heeft kennis genomen van de bestuurlijke reactie, zoals verwoord in de brief van het college van burgemeester en wethouders van 28 maart 2013. In zijn brief spitst het college zijn reactie toe op de drie aanbevelingen. Deze bestuurlijke reactie geeft aanleiding tot het volgende. Aanbeveling 1. Het college geeft in zijn reactie op deze aanbeveling het inhoudelijk eens te zijn met de rekenkamercommissie dat de door de gemeente aangegane gemeenschappelijke regelingen publiekelijk bekend gemaakt moeten worden. Het is echter van mening dat het door opname van een lijst met die regelingen in de programmabegroting in voldoende mate voldoet aan de rapportageverplichting. Wij kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat het college hier een te ruime interpretatie geeft aan het wetsartikel en wel vooral aan het woord ‘register’. Wij adviseren uw raad dan ook om bij het college aan te dringen op nakoming van uw besluit, genomen op grond van het rapport “G.R.I.P. op het stuur” om over te gaan tot het invoeren van een apart register. Aanbeveling 2. Het college vermeldt in zijn reactie over de administratieve organisatie dat aan de hand van specifieke checklists en richtlijnen wordt geborgd dat de juiste processtappen worden gevolgd bij de essentiële processen. Over de interne controle wordt aangegeven dat gerichte controles plaatsvinden vanuit de afdeling Concern en dat de accountant jaarlijks controleert. Verder geeft het college aan dat een centrale verplichtingenadministratie op dit moment systeemtechnisch niet mogelijk is en dat er gekozen is voor een decentrale verplichtingenadministratie rond de planning en control cyclus. Gelet op de laatste alinea van dit onderdeel van de reactie, waarin het college aangeeft dat dat er in samenwerking met de gemeente Hoogeveen een herijking van het inkoopproces aan de orde is, adviseren wij u om vooralsnog genoegen te nemen met de gekozen invulling en het college te verzoeken om na de herijking uw raad te informeren, en dan in het bijzonder over de hiergenoemde drie onderdelen. Aanbeveling 3. Onze derde aanbeveling is gebaseerd op het feit dat uw raad niet over de afwijkende invulling van de oorspronkelijke aanbevelingen over het inkoop- en aanbestedingsbeleid is geïnformeerd. Wij adviseren u nu dan ook weer om met het college concrete rapportage- en informatiemomenten af te spreken, bijvoorbeeld in de komende bestuursrapportages.
Rekenkamercommissie De Wolden, mei 2013
16
Gemeenteraden Drentse gemeenten
Postbus 402 9400 AK Assen Bezoekadres Jan Fabriciusstraat 60, Assen T. (0592) 32 46 60 Bankrelatie BNG nr. 28.50.64.118
Pagina 1/2 ons kenmerk U130174
uw kenmerk
datum 15 mei 2013
inlichtingen bij S.C.H. Ritsema
doorkiesnummer (0592) 366 727
e-mail
[email protected]
Onderwerp Ter kennisgeving Jaarverslag en jaarrekening 2012 Veiligheidsregio Drenthe.
Geachte raad, Hierbij bieden wij u, overeenkomstig artikel 38 van de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Drenthe, het door het algemeen bestuur vastgestelde Jaarverslag en jaarrekening 2012 ter kennisgeving aan. Met deze brief informeren wij u over het genomen besluit. In tegenstelling tot voorgaande jaren, ontvangt u het jaarverslag en jaarrekening niet in combinatie met de ontwerpbegroting. Over de ontwerpbegroting wordt u separaat geïnformeerd. Resultaat 2012 Op 27 maart heeft het algemeen bestuur ingestemd met het Jaarverslag- en rekening 2012 en daarmee de bestemming van het positieve exploitatieresultaat. Het positieve exploitatieresultaat over 2012 bedraagt € 695.500,-. Een afschrift van dit besluit treft u bij deze brief aan. Aan het einde van het jaar zijn wij geconfronteerd met een onverwachte extra instroom van middelen. In december 2012 heeft de minister van Veiligheid en Justitie alle veiligheidsregio’s een incidentele bijdrage toegekend van € 402.000,-. Daarnaast ontvingen wij een extra financiële bijdrage van de provincie van € 38.000,-. Tenslotte deelden wij in de positieve resultaten van de Meldkamer Noord-Nederland (€ 117.000,-) en de GHOR (€ 134.000,-). Dit is bij elkaar een aanzienlijk bedrag. Deze onverwachte bijdragen vormen een substantieel deel van het positieve exploitatieresultaat, in totaal € 695.500,-. Het moment van ontvangst van deze bijdragen maakt, dat wij hierop niet meer hebben kunnen anticiperen.
Bestemming van het positief exploitatieresultaat Vanzelfsprekend is het uitgangspunt, conform de gemeenschappelijke regeling, dat overschotten terugvloeien naar de gemeenten. In de bestuurlijke discussie vorig jaar in het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio, is uitgesproken dat rekening gehouden moet worden met de kosten van de regionalisering en het verstandig is daar gezamenlijk rekenschap mee te houden door een buffer te vormen. Daarom heeft het algemeen bestuur gekozen voor een 50/50-verdeling, waarmee tegemoet wordt gekomen aan beide uitgangspunten. Het algemeen bestuur denkt hiermee tegemoet te zijn gekomen aan het belang van uw gemeente en de noodzaak geleidelijk een financiële buffer te creëren om het proces van regionalisering zorgvuldig vorm te geven. Digitaal beschikbaar U kunt het Jaarverslag en jaarrekening 2012 ook bekijken of downloaden via www.hvddrenthe.nl. Indien gewenst kunt u een of meer gedrukte exemplaren het jaarverslag en jaarrekening aanvragen bij het secretariaat van de Hulpverleningsdienst Drenthe (
[email protected], 0592- 324660). Tot slot Heeft u nog vragen? Neemt u dan contact op met mevrouw S.C.H. Ritsema. Haar telefoonnummer is 0592-366727. Hoogachtend, Het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio Drenthe,
K.S. Heldoorn voorzitter
Bijlage:
S.C.H. Ritsema secretaris
Jaarverslag en jaarrekening 2012 Veiligheidsregio Drenthe Besluit algemeen bestuur Veiligheidsregio Drenthe
Jaarverslag
Samen bouwen aan veiligheid
Inhoudsopgave I DIRECTIEVERSLAG 5 Samen bouwen aan veiligheid 6 Voorwoord 7 Multidisciplinaire Veiligheid 8 Brandweer Drenthe 11 Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) Drenthe 14 Bedrijfsvoering 17
II JAARREKENING 19 Vaststellingsbesluit 20 Nota van aanbieding 21 Begrotingswijzigingen 22 Exploitatie 23 Financiële positie 27 Weerstandsvermogen 27 Financiering 28 Rechtmatigheid 28 Balans per 31 december 2012 29 Verkorte balans 29 Toelichting op de balans per 31 december 2012 29 Single Information Single Audit 35
2
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 36
III BIJLAGEN 39 Bijlage I: Verkorte Jaarrekening 40 Bijlage II: Staat van opgenomen geldleningen 41 Bijlage III: Staat van geactiveerde kapitaaluitgaven 42 Bijlage IV: Overzicht salariskosten 44 Bijlage V: Bijdrage gemeenten 45
3
4
I DIRECTIEVERSLAG
5
Samen bouwen aan veiligheid
Voorwoord
De volgende organisaties vormen samen Hulpverleningsdienst
In dit jaarverslag kijken we als veiligheidsregio Drenthe met
De ‘winkel blijft open’
• Multidisciplinair Veiligheidsbureau Drenthe
van wat we toch geen eenvoudig jaar kunnen noemen. Een dy-
2012 ‘de winkel open gehouden’. De kwaliteitstoets brandweer
Drenthe:
• GHOR Drenthe (Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio)
• Brandweer (in) Drenthe Hulpverleningsdienst Drenthe is de uitvoeringsorganisatie van
elkaar terug op het jaar 2012. Een relatief eenvoudige weergave
HVD Drenthe heeft ondanks alle bijkomende activiteiten in
namisch jaar was het zeker. Maar ook een jaar waarin we ons,
Drenthe liet een mooi beeld zien van de staat van de brandweer.
dankzij de inzet en het commitment van alle medewerkers, een
betrokken partner hebben getoond voor onze partners binnen en buiten onze regio. Hieronder leest u een korte toelichting.
Daarnaast is het traject ontwikkeling leiderschap onverminderd
voortgezet om een goede basis te bieden voor de regionalisering. En er is blijvend (multi- en monodisciplinair) aandacht besteed aan evaluaties van incidenten om het lerend vermogen te stimu-
de Veiligheidsregio Drenthe. Zij geeft uitvoering aan de missie
18 nieuwe medewerkers MkNN
aan een veilige samenleving in Drenthe. Zij werken samen om
dewerkers van de nieuwe Meldkamer Noord Nederland (MkNN).
Betrokken partner
nawerk van de overname vroeg van HVD Drenthe ook in 2012 nog
buurregio’s. Bijvoorbeeld op het gebied van rampbestrijdings-
leren.
om samen met alle partners in de veiligheidsketen te bouwen
Hulpverleningsdienst (HVD) Drenthe verwelkomde in 2012 18 me-
bedreigingen en verstoringen van de fysieke veiligheid en de
Juist ook voor hen was het een jaar van grote aanpassingen. Het
Het was een jaar van intensieve samenwerking met partners en
veel (personeels)capaciteit.
plannen, opleiden, trainen en oefenen, maar ook door middel
openbare orde zo mogelijk te voorkomen of de gevolgen ervan te beperken.
Aandacht voor informatievoorziening tijdens crises Het crisismanagement was in 2012 de ontwikkelfase voorbij. De
verdere implementatie van het netcentrisch werken vroeg echter
nog veel aandacht. Samen met alle partners zijn vele oefeningen
en trainingen gedraaid om de implementatie verder af te ronden.
van diverse convenanten en samenwerkingsovereenkomsten. Hiermee heeft HVD Drenthe ook in 2012 laten zien een betrokken partner te zijn in veiligheid.
Met vriendelijke groet,
Voorbereidingen 2013/14 6
2012 was ook een jaar met veel activiteiten ter voorbereiding van
7
het jaar 2013 en 2014. Omdat ook de overname van het personeel van MkNN nog veel capaciteit vroeg is op een aantal onderwerpen extra capaciteit ingezet, met name op het gebied van personeel. Veelal dezelfde medewerkers leveren een bijdrage aan: • Nieuwe huisvesting voor GGD -HVD -Brandweer Assen
De bouw van de nieuwe huisvesting voor zowel GGD Drenthe, HVD Drenthe als Brandweer Assen is gestart. Dit project moet eind 2013 afgerond zijn.
• Regionalisering
De voorbereidingen van de regionalisering bevond zich in 2012 in de oriëntatie- en ontwikkelfase.
• Uitvoering basisbrandweerzorg ZuidWest
Per 1 januari 2013 voert HVD Drenthe de basisbrandweerzorg
uit voor brandweer ZuidWest. De medewerkers zijn aan HVD Drenthe gedetacheerd.
Fred Heerink
Directeur Hulpverleningsdienst Drenthe
Multidisciplinaire Veiligheid De activiteiten van het veiligheidsbureau volgen uit:
1. de opdracht van het Jaarplan Directeuren Overleg Veiligheid (DOV) 2012 en aanvullende opdrachten;
2. de afspraken en opdrachten van de coördinerend gemeentesecretaris in de Ambtsgroep veiligheid;
3. afspraken met en opdrachten van de directeur Hulpverleningsdienst Drenthe.
Treinincidentmanagement
In december 2012 heeft Drenthe het initiatief genomen om het
plan Treinincidentmanagement in samenwerking met de buur-
8
zelftest van 2012 zijn de voorbereidingen in overleg met de Inspectie Veiligheid en Justitie gestart.
Informatievoorziening is in het Jaarplan DOV 2013 één van de
drie belangrijke thema’s voor verbetering van de crisisorganisatie. De opleiding tot informatiemanager was in 2012 echter nog
niet klaar. Omdat de opleiding nodig blijft, zal deze in 2013 plaatsvinden.
Netcentrisch werken MOTO-activiteiten
Incidentmanagement-LPG
• verbreding van het gebruik van LCMS (Landelijk Crisisma-
oefenen (MOTO) is grotendeels uitgevoerd. In overleg met de be-
De implementatie van het plan Incidentmanagement-LPG is gestart.
Multidisciplinair Opleiden en Trainen
ding hiervoor was onder andere de besluitvorming over de cri-
2 basiscursussen Crisisbeheersing en rampenbestrijding (OCR), in
volgde de eerste fase van de implementatie en startte de training
12 Crisisteam trainingen
voor informatiemanagers, operationeel leider (OL) en leider COPI
1 training voor algemeen commandanten
heidseisen is afgerond.
2 trainingen voor multidisciplinaire informatiemanagers
In 2012 organiseerde MOTO-Drenthe: totaal ca. 100 deelnemers
van de vastgestelde nieuwe structuren. De selectieprocedure
1 GRIP 4 training
(LC) aan de hand van de competentieprofielen en de beschikbaar-
3 trainingen voor beleidsondersteuners
Planvorming
zoveel mogelijk direct verwerkt in volgende oefeningen. Voor de
Verbreding van gebruik en verdieping van kennis
Aanpassingen Regionaal Crisisplan Drenthe
sisorganisatie bij GRIP4 en niet-acute crises. Na de aanpassing
Ervaringen uit de laatste zelftest en de oefeningen in 2012 zijn
Opleiding informatiemanager naar 2013
regio’s Groningen en Friesland te actualiseren.
Rampenbestrijding op orde brengen en houden Het Regionaal Crisisplan Drenthe is in 2012 aangepast. Aanlei-
Zelftest
Centrale thema’s van 2012 zijn een:
nagementorganisatie Systeem) door kolommen en partnerorganisaties;
• verdieping van de kennis van informatiemanagement bij informatiemanagers, OL en LC.
Het intensieve programma multidisciplinair opleiden, trainen en
trokken gemeenten en andere partners zijn enkele wijzigingen
doorgevoerd. Het jaarverslag MOTO wordt in het eerste kwartaal van 2013 uitgebracht. Evalueren
In het najaar zijn de overige gebruikers bij gemeenten, brandweer,
Format voor evaluatie
Verder zijn LCMS trainingen georganiseerd voor informatiema-
mat voor de evaluatie van oefeningen opgesteld en in de prak-
politie, GHOR en ketenpartners geoefend.
nagers bevolkingszorg en calamiteitencoördinatoren van de
meldkamer. Deze laatste was in samenwerking met Groningen en Friesland.
De multidisciplinaire werkgroep evalueren heeft in 2012 een fortijk getest. Dit format sluit naadloos aan op de inrichting van de Drentse crisisorganisatie waarin het accent op de functionele prestaties ligt en minder op het gevolgde proces. Het gaat uit van
de resultaten, waarbij vervolgens daar waar nodig naar het pro-
4 trainingen voor mono- en multidisciplinaire informatiemanagers
ces wordt gekeken.
gezamenlijk
Bestuurlijke informatievoorziening
2 trainingen voor Leiders COPI
Opleiden Trainen Oefenen Oranje Kolom
De actualisatie van de procedure over de bestuurlijke informa-
1 vierdaagse COPI week voor alle Officieren van Dienst
Proces
Aangeboden activiteiten
tievoorziening vanuit het Nationaal CrisisCentrum (NCC) aan de
Daarnaast is er door HVD Drenthe een Mediatraining voor
Opvangen en verzorgen
3 basiscursussen CMO
gemeenten is afgerond.
operationeel leiders georganiseerd, en zijn informatiemanagers OL en
3 proces specifieke basiscursussen
beleidsondersteuners deelnemers van het reguliere OL overleg geworden.
1 Cursus leidinggeven opvanglocatie
Uitval van electriciteit en gas
In het najaar is de voorbereiding van actuele plannen voor de uit-
Registratie slachtoffers
val van elektriciteit en gas opgepakt.
Multidisciplinair Oefenen
Pragmatische interregionale afstemming
6 Ketenoefeningen
Groningen en Friesland over een pragmatische interregionale af-
4 COPI-Veld oefeningen
Registratie Schade
In 2012 organiseerde MOTO-Drenthe:
In november 2012 heeft een eerste verkenning met de buurregio’s
2 Crisisteam oefeningen
stemming plaatsgevonden. Uitwerking volgt in 2013.
Wijzigingen ten opzichte van het jaarplan 2012:
Ramp- en incidentbestrijdingsplannen
gehouden
De besluitvorming over het rampbestrijdingsplan Kernkraftwerk
gehouden
en Twente, is vrijwel afgerond. Het plan ligt aan het eind van
daarom toegevoegd aan de GRIP 4 oefening/training van Assen en
In Hoogeveen is in plaats van een Crisisteam oefening een Ketenoefening
Rampbestrijdingsplan KKE
In Noordenveld is in plaats van een Ketenoefening een Crisisteamoefening
Emsland, voorbereid in samenwerking met de regio’s IJsselland
In Aa en Hunze kon de ketenoefening niet doorgaan. Aa en Hunze is
2012 ter visie.
Tynaarlo
3 basiscursus CMO
10 proces oefeningen
9 9 proces oefeningen
2 proces specifieke informatiebijeenkomsten 3 basiscursussen CMO
6 proces oefeningen
3 proces specifieke basiscursussen Proces Omgevingszorg
3 basiscursussen CMO
9 proces oefeningen
3 proces specifieke basiscursussen Proces Uitvaartzorg
3 basiscursussen CMO
2 proces oefeningen
3 proces specifieke basiscursussen Proces Crisiscommunicatie
3 basiscursussen CMO
1 piketpool vervolgtraining
1 proces specifieke cursus voor nieuwe
12 crisisteamtrainingen
piketleden Proces Primaire levensbehoefte Nazorg
3 basiscursussen CMO
10 proces oefeningen 3 proces oefeningen
3 proces specifieke basiscursussen 3 basiscursussen CMO
3 proces oefeningen
3 proces specifieke basiscursussen
Aan de oefeningen van 2012 hebben 25 organisaties meegewerkt:
Functie
Aangeboden activiteiten
Politie, Brandweer, GHOR, 12 Gemeenten, HVD Drenthe, het OM, de
Algemeen Commandant bevolkingszorg
3 basiscursussen CMO
1 multidisciplinaire training
2 functie specifieke basiscursussen
10 functie oefeningen
3 basiscursussen CMO
1 COPI-week (diverse trainingen)
1 functie specifieke cursus
11 functie oefeningen
3 basiscursussen CMO
11 functie oefeningen
Waterschappen, RTV Drenthe, PI Veenhuizen, Groningen Airport Eelde, het Rode Kruis, het NCC, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, de NAM, de KMAR, WPA Robertus en de Meldkamer Noord Nederland. Aan de oefening in Emmen namen ook de Burgemeester van de gemeente Twist, en de Abschnittsleiter der Feuerwehren (Landskreis Emsland) deel.
Officier van dienst bevolkingszorg Informatiemanager bevolkingszorg
4 functie specifieke cursus/training
Training multidisciplinaire evaluatoren en uitbreiding format
Convenanten
Doelstelling is een multidisciplinair samengesteld groepje eva-
staat zijn afspraken over de uitvoering van de convenanten ge-
naar 2013
Met de vertegenwoordigers van waterschappen en rijkswater-
luatoren te trainen en het format voor evaluaties van GRIP-inci-
maakt: de regionale actielijsten. Ondertekening volgde na be-
denten uit te breiden. Als gevolg van niet-geplande maar noodza-
kelijke acties zoals NL-alert en OOV-alert is vertraging opgelopen. De training en uitbreiding van het format vinden nu in de eerste
sluitvorming eind 2012 (convenant Rijkswaterstaat) en begin 2013 (convenant waterschappen).
maanden van 2013 plaats.
Zelfredzaamheid (en natuurbrand)
NL- alert
gebruikers van het Dwingelderveld over:
In het kader van zelfredzaamheid zijn gesprekken gevoerd met
De voorbereiding van NL-Alert is in Noord-Nederland vrijwel af-
gerond. De opleiding van alle bij NL-Alert betrokken functionarissen (e-learning) vindt voor invoering plaats.
Brandweer Drenthe heeft in 2012 in het teken gestaan van de re-
Meerjarige ontwikkelingen binnen de rode kolom
de gemeenten en HVD Drenthe geleid. Dit komt onder meer door-
Binnen het leiderschapstraject is op alle (repressief) leidingge-
gionalisering. Natuurlijk heeft dit project in 2012 tot druk binnen
Leiderschap
dat de capaciteit voor de uitvoering grotendeels geleverd wordt
vende niveaus verder gegaan met interactieve bijscholingen op
vanuit de eigen organisaties. Voor Brandweer Drenthe betekent
het dat de ambities voor 2012 ten aanzien van het initiëren en doorontwikkelen van beleid en activiteiten bewust zijn beperkt.
• hun verwachtingen van de overheid;
• wat zij zelf kunnen doen bij een natuurbrand;
• wat zij daarvoor nodig hebben van de overheid.
Regionalisering Brandweer
De uitkomsten zullen in 2013 worden uitgewerkt in beleid.
Het project Regionalisering verloopt voortvarend. De geplande
Er zijn afspraken gemaakt met de gemeenten over de vulling van
Ondersteuning coördinerend gemeentesecretaris
ject, door de complexiteit en verwevenheid, om een goede voort-
breid communicatietraject als voorbereiding op de test in okto-
staat in 2012 uit de ondersteuning van:
OOV-alert het alarmeringssysteem OOV-alert. Daarnaast was er een uitgeber 2012 .
De ondersteuning van de coördinerend gemeentesecretaris be-
startdatum, 1 januari 2014, staat overeind. Wel vraagt het progangsbewaking. De ingestelde stuurgroep en voortgangsrappor-
het gedachtegoed rond kernwaarden, verantwoordelijkheden en
bijbehorend gedrag als leidinggevende in de ‘warme’ en ‘koude’ organisatie.
Kwaliteitszorgsysteem
Als onderdeel van het project regionalisering zijn de ontwikke-
lingen en inzichten van het kwaliteitszorgsysteem in 2012 benut
voor de ontwikkeling van de kwaliteitstoets Brandweer Drenthe.
tages aan het bestuur voorzien hierin.
BON
ambtsgroep gemeentesecretarissen alsmede het AOV-overleg;
Natuurbrandbeheersing en Zelfredzaamheid
Opleidingen Noord (BON) een rapport opgeleverd met
telijke functionarissen conform het jaarplan;
meer gericht op het ontwikkelen van een multidisciplinaire visie
1. het overleg met gemeentesecretarissen in de kerngroep en de 2. de oranje kolom in opleidingen en oefeningen voor gemeen-
Het project Natuurbrandbeheersing en Zelfredzaamheid is onder
3. de in 2012 gestarte kennis- en beheerteams voor de gemeente-
op natuurbrandbeheersing in Drenthe.
lijke rampbestrijdingsprocessen.
In het project nemen deel:
GRIP incidenten 2012
10
Brandweer Drenthe
#
Datum
Incident
Locatie
Gemeente
Grip
0
03-01
Hoogwater
Noord Drenthe
1
19-01
Stankoverlast Biogasinstallatie
Coevorden
Coevorden
1
2
06-02
Explosieven
Nieuweroord
Hoogeveen
1
3
12-02
OGS Avébé
Gasselternijveen
Aa en Hunze
1
4
25-02
Brand PJI ’t Poortje
Veenhuizen
Noordenveld
1
5
10-03
Boerderijbrand
Rolde
Aa en Hunze
1
6
11-03
Brand voorm. Garage Timmer
Assen
Assen
1
7
21-03
Zeer Grote Brand EMCO
Klazienaveen
Emmen
2
8
07-04
Brand bibliotheek
Erica
Emmen
1
9
16-04
Gaslekkage
Schoonebeek
Emmen
1
10
17-04
Kasbrand
Erica
Emmen
1
11
24-04
Gekantelde vrachtwagen
Papenvoort
Aa en Hunze
1
12
05-06
Explosieven hoofdkantoor politie
Assen
Assen
1
13
30-06
GAE 1B: Buiklanding
Eelde
Tynaarlo
1
14
02-08
Brand Schepenziekenhuis
Emmen
Emmen
1
15
04-08
Neergestort vliegtuigje
Hollandscheveld
Hoogeveen
1
16
21-08
Onwelwording winkel
Emmen
Emmen
1
17
26-08
GAE 2A: probleem landingsgestel
Eelde
Tynaarlo
1
18
29-08
Asbestbrand schoolgebouw
Hoogeveen
Hoogeveen
1
19
04-09
Dreiging brandstichting Bankenbos
Veenhuizen
Noordenveld
1
20
19-09
H2S lekkage
Meppel
Meppel
1
21
01-11
Brand Dierentuin
Emmen
Emmen
1
RVT
• brandweermedewerkers uit het regionaal bureau; • brandweermedewerkers uit de districten;
• verschillende afdelingen binnen HVD Drenthe; --
multidisciplinair veiligheidsbureau
--
opleiden, trainen en oefenen
----
communicatie
operationele voorbereiding risicobeheersing
• de burgemeester en AOV-er van de gemeente Westerveld (agendalid);
• partijen zoals politie, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten. In april 2012 heef een startbijeenkomst plaatsgevonden. In het
tweede kwartaal van 2013 wordt het project ook met een bijeenkomst afgesloten, waarbij de producten en ‘lessons learned’ worden gepresenteerd.
In 2012 heeft het bestuur van de Stichting Brandweer
een doorkijk naar de toekomst. Kern van het rapport is dat
de BON eerst “op orde moet komen”, voor er met andere par-
tijen gesproken kan worden over verdergaande vormen van
samenwerking. Voor de verbetering is een plan van aanpak
opgesteld. De financiële stabiliteit en verbeterde afstemming
en samenwerking tussen de participerende regio’s en de BON vormen de kern. Voor 1 januari 2014, de datum dat de drie regio’s geregionaliseerd zijn, moet ook de visie op de relatie met de BON duidelijk zijn.
11
• De trainingsweek voor de officieren vond dit jaar voor het
Activiteiten binnen de clusters Risicobeheersing
eerst plaats in Drenthe, op het terrein van Emmtec. In afwij-
Projecten
king van eerdere edities, deden niet alleen officieren van de
Naast de reguliere advisering op objectniveau is in 2012 deelge-
zich op bewustwording en gedragsbeïnvloeding omtrent brandveiligheid van inwoners en instellingen met verminderd zelfredzamen binnen Drenthe. Ook is er deelgenomen in het project
Natuurbrandbeheersing en Zelfredzaamheid. Verder is ingezet op
Totaal
de Drentse gemeenten.
Ook heeft het op niveau houden van de oefenbegeleiding binnen Drenthe de aandacht gekregen in 2012.
< 15 min.
>15 min. <18 min.
>18 min.
aantal
% van aantal uitrukken
aantal
% van aantal uitrukken
aantal
% van aantal uitrukken
Totaal aantal uitrukken
1554
88
121
7
96
5
1771
Prioriteitsbepaling Brandweer
Plan van Aanpak Risico Inventarisatie
Prio 1
Monodisciplinaire oefeningen brandweer door HVD Drenthe georganiseerd
Een uitruk waarvan de centralist van de alarmcentrale vindt dat er sprake
Bevelvoerders
Onder druk van het project Regionalisering is er in 2012 geen noe-
menswaardige voortgang van de actiepunten uit het Plan van
Wijsterdagen
162
is van een dringende taak.
Themaweek
149
Prio 2
Thema-avonden
157
Een uitruk zonder dringende taak, maar met een noodzaak om ter plaatse
Meetsessies
32
te komen. Er is dan geen sprake van een voorrangsvoertuig, maar er mag
Praktijk
57
wel gebruik gemaakt worden van de vrijstellingen die de minister aan de
Thema-avonden
21
brandweer heeft verleend.
Stafoefening
11
Prio 3
Praktijk Trainingsdagen
12
Alle overige uitrukken.
Thema-avonden
10
branche, de VNG en het Veiligheidsberaad. De reactie van het mi-
Ketenoefening
6
Stafoefening
7
2012: 2638 incidenten waarbij brandweer is gealarmeerd
Enkele opvallende incidenten in 2012
fielen, opkomsttijden en dekkingsplannen maken een verdere
Praktijk Trainingsdagen
8
Prioriteit
Incident de bio-vergistingsinstallatie in Coevorden
de geplande activiteiten binnen het project Alternatieve Bluswa-
tervoorzieningen. In een aantal gemeenten is besloten om over te stappen op het tankwagensysteem. De voorbereidingen hiervoor zijn in volle gang.
Meetploegen
Rapport opkomsttijden
OvD
Het rapport ’Ter plaatse; onderzoek naar de opkomstijden brandweer’ van de Inspectie Veiligheid en Justitie heeft op nationaal niveau geleid tot standpunten van onder meer de brandweer-
HOvD1
nisterie in het vierde kwartaal over de thema’s brandrisicopro-
doorontwikkeling van het repressief dekkingsplan van Drenthe in 2013 noodzakelijk.
Adviezen risicobeheersing
12
Prio 1 Uitrukken over de periode 1-1-2012 tot 1-1-2013
brandweer mee, maar ook officieren van de Politie, GHOR en
nomen in diverse projecten. De projecten Brandveilig leven en Brandveiligheid in de zorg zijn voortgezet. Beide projecten richten
Opkomsttijden TS1 voor incidenten in de regio Drenthe
Aanpak van de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E, 2008)
gerealiseerd. Er staan daardoor voor 2013 nog een twintigtal actiepunten (van de 174 benoemde) open. RI&E reddingsduiken
Van de RI&E reddingsduiken (eind 2009) is de werkinstructie nog niet gerealiseerd.
De herziening van het landelijke model is nog niet afgerond, dit heeft zijn weerslag op de uitwerking hiervan voor Drenthe.
Peleton
21 avonden
Prio 1
1771
Brand bij het kassencomplex in Klazienaveen
Raamcontracten
Oefencentrum wijster 2 sessie
prio 2
858
Brand in het Scheperziekenhuis in Emmen
(I en J) voor manschappen
Prio 3
9
Brand in het van Echtencollege in Hoogeveen
Praktijktraining, realistisch
Soort
oefnenen met het UMCG
Brand
1782
Een voorwaarschuwing voor een mogelijke crash op Groningen Airport
Een neergestort vliegtuigje in Hollandscheveld
Adviezen externe veiligheid
70
Adviezen brzo
1
Hulpverlening
454
Eelde
Adviezen vuurwerkontbranding
19
Dienstverlening
402
Een GRIP1 incident in de justitiële jeugdinrichting JUVAID in Veenhuizen
Adviezen vuurwerkopslag
2
Overige adviezen
7
Logistiek en techniek
Een aantal onwelwordingen in het winkelcentrum in Emmen leidend tot
Nieuwe tankautospuiten
Herstel
een GRIP1 alarmering
tankautospuiten in de komende 5 jaar is afgerond.
Nazorg
Vrijkomen van zwavelzuurgas bij een bedrijf in Meppel (met o.a. inzet
Algemeen
Vervanging van kleine dienstvoertuigen
“Nazorg brandweer Drenthe” geoptimaliseerd. De snelle beschik-
Brand in Hoogeveen met dodelijk slachtoffer
procedures geplaatst zijn, is er een ‘zakboekje’ gemaakt en onder
in 2012 door de Drentse gemeenten en de Hulpverleningsdienst
matiserende incidenten is daarmee beter geborgd dan voorheen.
soon.
Een europese aanbesteding voor de aanschaf van negen nieuwe
Operationele voorbereiding In aanvulling op de website waarop de operationele brandweeralle bevelvoerders in Drenthe verspreid.
Uit de landelijke aanbesteding van (kleine) dienstvoertuigen zijn
Drenthe 13 voertuigen besteld. Het betreft allemaal reguliere ver-
De nazorg aan het eigen personeel is door een regionaal koepelplan
gaspakdragers)
baarheid van een collegiaal opvang team (COT) na mogelijk trau-
Brand in Meppel met een succesvolle redding van een bewusteloos per-
vanging van bestaande voertuigen.
Lerend vermogen
Ook in 2012 vormt synergie door intensivering van samenwer-
C2000 apparatuur
alle GRIP-incidenten monodisciplinair nabesproken met de lei-
• Zowel de regionale als de lokale oefeningen zijn in gezamen-
Daarop aanvullend heeft het bestuur ingestemd met de verwer-
Opleiden en oefenen
king het centrale thema:
lijkheid met de (brandweer) districten voorbereid.
• In 2012 was Drenthe wederom gastheer tijdens de bevelvoerderweken die door Groningen en Drenthe samen zijn uitge-
voerd. Deze was voor de ‘eigen’ bevelvoerders en bevelvoer-
Verder is de vervanging van C2000 randapparatuur gerealiseerd. ving van zogenoemde ‘repeaters’ om de beperkte binnenhuisdekking van het verbindingsnetwerk te verbeteren. Respons/incidenten
ders uit Friesland en Overijssel.
De Meldkamer Noord Nederland (MkNN) is in november 2012 één
in 2013 het oefenen in compagniesverband samen uit te voe-
Het traject van Drentse werkgeverschap voor de brandweer-
• Friesland en Drenthe hebben voorbereidingen getroffen om ren.
jaar operationeel.
Ten behoeve van het lerend vermogen zijn in 2012 onder meer
dinggevenden. Ook worden gedupeerden/betrokkenen af en
toe bij evaluaties betrokken, om te leren over de daadwerkelijke taakverdeling tussen brandweer en bijvoorbeeld BHV-organisaties. Zo is onder meer het incident bij Astelles Pharma te Meppel
(zwavelzuurlekkage) gezamenlijk met het bedrijf geëvalueerd. Geconstateerde leerpunten vormen input voor de overige regionale werkgroepen om optimalisatie van het repressief optreden vorm te geven.
centralisten is volledig afgerond. De technische en procedurele
Bedrijfsvoering
inmiddels grotendeels verholpen. Het verandertraject voor een
Het beleidsplan arbeidsveiligheid is halverwege 2012 aangebo-
onvolkomenheden die aan het begin waren geconstateerd zijn
Beleidsplan arbeidsveiligheid
hechtere cultuur van samenwerken gaat langer duren.
den aan de gemeentelijke colleges.
13
Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) Drenthe De ‘nieuwe’ GHOR krijgt ook in Drenthe steeds meer vorm. De
GHOR ontwikkelt zich van een uitvoerende organisatie richting
een meer beleidsmatige en faciliterende. Daarnaast werkt zij
aan de kwaliteitsverbetering van de crisismanagementorganisa-
da van GHOR en GGD.
Kwaliteitsverbetering crisismanagement
Benoeming directeur publieke gezondheid
De benoeming van de directeur publieke gezondheid is een belangrijke mijlpaal het afgelopen jaar. De directeur Publieke Ge-
zondheid verbindt de GGD en de GHOR (Veiligheidsregio) en zorgt voor de vereniging van de dagelijkse en de opgeschaalde publieke zorg. Dit vergroot de slagkracht.
nementen nemen gestaag toe. In 2012 zijn maar liefts 85 adviezen
In de tweede helft van 2012 heeft GHOR Drenthe samen met de
ziekenhuizen in Drenthe stappen gezet om de uitwisseling van
slachtoffergegevens te verbeteren. Het traject krijgt in 2013 een vervolg, als onderdeel van de gewenste samenwerking Noord Ne-
Adviezen evenementen 2012
slachtoffers die zelf niet in staat zijn om contact te zoeken met
door de GHOR Academie.
In 2012 in gang gezet
De Wolden
3 3
Samenwerkingsovereenkomst RAV – GHOR Noord Nederland
Verder zijn de volgende actiepunten – met een uitloop over meer-
Borger-Odoorn
dere jaren – in 2012 in gang gezet.
Hoogeveen
2
Meppel
2
lands niveau gevoerd. De RAV is onder meer verantwoordelijk
Zorgcontinuïteit zorginstellingen in Drenthe
Westerveld
1
GHOR-regios’s en de drie RAV’en streven ernaar om intensiever
ïntensiveerd. Het programma GHOR4all geeft GHOR Drenthe in-
Advisering algemeen
naast geeft het handvaten om zorginstellingen te ondersteunen
In multidisciplinair verband heeft GHOR Drenthe een bijdrage
voor de belangrijke operationele GHOR functie OvDG. De drie
samen te werken en elkaars capaciteiten maximaal te benutten. In de ontwerp samenwerkingsovereenkomst RAV – GHOR Noord Nederland zijn voor verschillende functies kwaliteitseisen gefor-
Voor het jaar 2012 heeft GHOR Drenthe in haar meerjarenbeleids-
In 2012 zijn de contacten met de zorginstellingen verbreed en gezicht hoe de zorg continuïteit regio breed is gewaarborgd. Daarbij situaties waar er meer zorg wordt gevraagd dan kan worden
geboden. Het traject neemt meerdere jaren in beslag. Door GHOR Drenthe is ook een seminar zorgcontinuïteit georganiseerd voor
de Drentse zorginstellingen. In het verlengde daarvan is een Platform Zorgcontinuïteit ingesteld. Tot slot is er samen met Friesland
ming te bereiken met alle partners binnen het Regionale Overleg
zelfredzaamheid in Drenthe.
the gevraagd om GGD Drenthe behulpzaam te zijn met de ver-
seerd op het visiedocument zoals dat door de besturen van de drie Veiligheidsregio’s is vastgesteld.
dere vormgeving van de crisisorganisatie van GGD Drenthe.
Positionering ‘nieuwe’ GHOR
• Nieuwe overeenkomst Psychosociale Hulpverlening bij onge-
is een gestaag proces dat nog enige tijd vergt.
Voorts is ondersteuning verleend bij: vallen en rampen
• Gezamenlijk generiek draaiboek infectieziektebestrijding • Convenant Huisartsen Rampenopvangplan Gezamenlijke visie
GHOR Nederland en GGD Nederland hebben in het najaar van 2012 een gezamenlijke visie gepresenteerd onder de titel ‘Publieke Gezondheid en Veiligheid verbonden’. Het document maakt
duidelijk op welke wijze GHOR en GGD elkaar kunnen en moeten vinden om optimaal invulling te geven aan hun (gezamenlijke) taakstelling. De regionale vertaalslag en het maken van keuzes
Het positioneren van de “nieuwe” GHOR binnen de witte kolom
GHOR Drenthe participeert in de multidisciplinaire projectgroep
actualisatie IRP GAE (Groningen Airport Eelde)
--
rampbestrijdingsplan Kern Kraftwerk Emsland (KKE)
--
actualisatie LPG raamplan
• het jaarplan DOV;
• het Jaarverslag VR Drenthe 2011; • de Begroting VR Drenthe 2013. Opleiden, trainen, oefenen
systeem LCMS stagneert. Naast LCMS oriënteert de GHOR zich
Het oefenprogramma 2012 is nagenoeg geheel uitgevoerd. Enkele
De doorontwikkeling van het landelijk informatiemanagementook op een informatiesysteem specifiek voor de witte kolom, dat aansluit bij LCMS. Dat systeem is nog in ontwikkeling.
Opstellen meerjaren oefenplan
Cycloon
van het nieuwe plan vindt in 2013 plaats. De herformulering van
den – trainen – oefenen voor Noord Nederland, onder leiding van
Het eerdere meerjaren oefenplan liep in 2012 af. Het opstellen
Het programma “Cycloon” is het stimuleringsprogramma oplei-
de verantwoordelijkheden van GHOR Drenthe en haar partners
het Traumacentrum UMC Groningen. Najaar 2012 is nadrukkelij-
beurt.
--
Doorontwikkeling informatiemanagement
Acute Zorg Netwerk Noord Nederland, programma
(Wet veiligheidsregio’s) is één van de oorzaken dat dit later ge-
• rampbestrijdingsplannen;
• het handboek crisisbeheersing;
het verlengde daarvan, de Wet publieke gezondheid (2 tranche).
Acute Zorg over een overall convenant Noord Nederland, geba-
geleverd aan:
• het MOTO-jaarplan;
Zelfredzaamheid
GHOR Drenthe geeft er de voorkeur aan om eerst overeenstem-
Multidisciplinair
en Groningen een handboek zorgcontinuïteit opgesteld.
Convenanten met individuele zorginstellingen
Daarnaast heeft de directeur publieke gezondheid GHOR Dren-
heden.
derland. Landelijk staat de implementatie in alle 25 veiligheidsre-
preventieve openbare gezondheid. Deze verandering in verant-
Vormgeving crisisorganisatie GGD Drenthe
middels een substantieel deel uit van de dagelijkse werkzaam-
6
telfunctionarissen van GHOR Drenthe in 2012 landelijk geschoold
plan specifiek de volgende actiepunten benoemd.
e
verstrekt tegen 54 in het jaar daarvoor. De advisering maakt in-
10
GGD is verantwoordelijk geworden voor twee van de drie klas-
woordelijkheid is een gevolg van de Wet veiligheidsregio’s en, in
De verzoeken om gemeenten te adviseren over de risico’s bij eve-
Tynaarlo
Agenda GHOR Drenthe 2011 – 2014
sieke GHOR-processen. Dit zijn psychosociale hulpverlening en
Verbetering slachtoffervolgsysteem GHOR
Emmen
In de tweede helft van 2012 zijn de eerste stappen gezet naar de (voorgenomen) integratie van de GHOR en de GGD in Drenthe. De
Advisering evenementen
verwanten.
muleerd.
Verdeling verantwoordelijkheden
om gezamenlijk invulling te geven aan een zestal projecten.
58
GHOR Drenthe heeft drie extra piketfunctionarissen geworven
De onderhandelingen met de RAV worden nu op noord Neder-
GHOR en GGD
derland op een aantal terreinen. Voor 2013 is overeengekomen
Aantal
voor de functie van informatiemanager. Verder zijn diverse sleu-
de nieuwe verantwoordelijkheden.
convenanten en overeenkomsten de volgende zaken opgepakt.
Wat betreft de reguliere activiteiten zijn naast de reeds benoemde
Assen
worden de nieuwe verantwoordelijkheden en de rol die de GHOR eenkomsten met de ketenpartners wordt invulling gegeven aan
afspraken gemaakt over de gewenste samenwerking Noord Ne-
De bureauhoofden GHOR Drenthe, Fryslân, Groningen hebben
Gemeente
Werving en scholing
daarbij kan spelen benoemd. Bij het opstellen van nieuwe over-
Reguliere activiteiten
gio’s voor 2013 gepland. De GHOR concentreert zich daarbij op die
tie. Het zoeken naar nieuw evenwicht is een gestaag proces dat nog wat tijd nodig heeft. In de contacten met de ketenpartners
14
voor de regio Drenthe staat voor 2013 op de (gezamenlijke) agen-
Onderzoek naar gewenste samenwerking Noord Nederland
ker richting gegeven aan het beleid van het programma Cycloon. Voor de komende jaren wordt beleid ontwikkeld dat past bij de
Oefenprogramma bijna geheel uitgevoerd
opkomstoefeningen geschrapt, omdat de Meldkamer Ambulancezorg nog druk doende was met de interne processen. Leerrendement aanzienlijk vergroot
De opzet van de monodisciplinaire (SMH) trainingen is zodanig gewijzigd dat het leerrendement van de individuele deelnemers aanmerkelijk vergroot is. Voor de toekomst wil GHOR Drenthe –
met behulp van de ambulancedienst – ook het rendement van de multi-oefeningen vergroten.
gewijzigde verantwoordelijkheden van de GHOR en haar keten-
Respons voldoende
van de stimuleringsgelden, wanneer het rijk ook op dit terrein
doende om adequaat te kunnen reageren op een inzet met de ge-
partners. Ook houdt het rekening met een mogelijke terugloop bezuinigingen gaat doorvoeren.
De respons tijdens een tweetal opkomstoefeningen bleek volneeskundige combinatie.
15
Succesvolle OvD trainingsweek
Voorbereiden ketenpartners
Drenthe gebruikt het resultaat als een soort nulmeting, als ijk-
voorbereiden van onze ketenpartners op opgeschaalde zorg.
De OvD trainingsweek (multidisciplinair) bleek een succes. GHOR punt voor de ontwikkeling van deze functionarissen. De trainingsweek krijgt de komende jaren een vervolg.
Bedrijfsvoering
In Cycloonverband levert GHOR Drenthe een bijdrage aan het
Drenthe, Groningen en Friesland hebben ieder voor dit doel 0,5 fte beschikbaar gesteld.
De Stafafdeling Ondersteuning heeft in 2012 – naast de reguliere
Kwaliteit
nende rol gehad in diverse werkgroepen. De werkzaamheden
Kengetallen P&O HVD Drenthe 2012
dingen op de regionalisering, de nieuwe huisvesting en de over-
Bezetting in personen
GHOR Drenthe is in november 2012 gehercertificeerd (HKZ). Opleidingen GHOR
taken - bij verschillende projecten een adviserende en ondersteuhebben voor een groot deel in het teken gestaan van voorberei-
Wat
Voor wie
13 januari
Scholing
Informatiemanagers GHOR
18 januari
Gastles MBOV
Leerlingen MBOV
Regionalisering
20 januari
Crisisteamtraining WZA
Sleutelfunctionarissen WZA
27 januari
CBT training WZA
Crisisbeleidsteam WZA
Vanaf 1 januari 2014 is een nieuwe HVD Drenthe de werkgever
27 januari
CBT training Bethesda
Crisisbeleidsteam Bethesda
1 februari
Scholing OCR multi
Nieuwe operationele functionarissen GHOR
5 maart
Scholing AC
HSGHOR
23 maart
Gastles MBOV
Leerlingen MBOV
10 juli
Scholing OvDG-HSGHOR
OvDG, HSGHOR, IM, GaGS
1 oktober
Scholing OCR multi
Nieuwe operationele functionarissen GHOR
12 november
Scholing informatiemanagers
Informatiemanagers mono- en multidisciplinair
4 december
Workshop Leidinggevenden Opvangcentrum
Leidinggevenden van PSHOR, Rode Kruis en gemeenten
13 december
Scholing informatiemanagers
Informatiemanagers mono- en multidisciplinair
HVD Drenthe.
van al het personeel van de brandweer, inclusief alle vrijwilligers. De stafafdeling ondersteuning levert een actieve bijdrage aan het project Regionalisering.
Deelname aan werkgroepen
De medewerkers nemen onder andere deel aan de werkgroepen: • personeel & organisatie;
• informatie & automatisering; • communicatie;
• bestuurlijke & juridische zaken. Bijdrage team P&O
16
Het team P&O heeft in 2012 onder andere ondersteund bij:
Oefeningen GHOR Datum
Wat
Voor wie
januari - maart
4 logistieke trainingen
SIGMA
22 maart
Monodisciplinaire training
Geneeskundige combinatie + 1e ambu
26 april
Multidisciplinaire oefening
10 mei
Multidisciplinaire oefening
4 - 8 juni
Multidisciplinair OvD trainingsweek
14 juni
Multidisciplinaire oefening
juni - september
3 112 dagen
13 september
Multidisciplinaire oefening
OvDG, 1e ambu, Geneeskundige combinatie, centralist, AC GZ, backoffice OvDG, 1e ambu, Geneeskundige combinatie, centralist, AC GZ, backoffice Alle OvDG’s OvDG, 1e ambu, Geneeskundige combinatie, centralist, AC GZ, backoffice Hoogeveen, Zuidlaren, Coevorden OvDG, 1e ambu, Geneeskundige combinatie, centralist, AC GZ, backoffice DPG, HSGHOR, OvDG, Geneeskundige Combinatie, informatie-
17 september
Alarmeringsoefening
oktober (3x)
ETS oefening
SEH en IC personeel Scheperziekenhuis Emmen
11 oktober
Monodisciplinaire oefening
Geneeskundige combinatie + 1e ambu
14 november
Pilot uitwisselen slachtofferinformatie
HSGHOR, ass. HSGHOR, crisiscoördinator ziekenhuizen
15 november
Monodisciplinaire oefening
Geneeskundige combinatie + 1e ambu
26 november
Skills Assessment
SIGMA
12 december
ETS oefening
SEH en IC personeel Wilhelmina Ziekenhuis Assen
Daarnaast: 2 onverwachte realtime CMO-oefeningen
managers, ass. HSGHOR
Ziekteverzuim gemiddeld: 5,02%
dracht van de basisbrandweerzorg van het district Zuidwest aan
Datum
Daarnaast: 7 CMO Ketenoefeningen
Personeel en Organisatie
1-1-2012
31-12-2012
mannen
vrouwen
mannen
vrouwen
45
21
61
23
18 nieuwe medewerkers vanuit MkNN
De groei in het personeelsbestand van 66 naar 84 personen wordt voornamelijk veroorzaakt doordat in 2012 18 mensen in dienst
zijn gekomen vanwege de nieuwe Meldkamer Noord Nederland. De Veiligheidsregio’s Groningen, Friesland en Drenthe zijn overeengekomen het werkgeverschap voor het brandweerpersoneel in de Meldkamer Noord-Nederland uit te laten voeren door de
Hulpverleningsdienst Drenthe. De MkNN maakt binnen HVD Drenthe deel uit van de sector Brandweer Drenthe. Visie op HRM
In 2012 heeft het team P&O het RMT en MT ondersteund bij het
beleidsstuk ‘Visie op HRM’. Dit stuk geeft richting aan de ontwikkeling van het HRM-beleid voor de komende jaren.
• het sociaal statuut;
Regelingen geactualiseerd
• het functieboek;
der meer om de klachtenregeling ongewenste omgangsvormen
• de organisatiestructuur; • een nieuw systeem van functiebeschrijven en –waarderen;
• onderzoek naar de personeels- en salarisadministratie per 1 januari 2014.
Ook is een aantal regelingen geactualiseerd. Hierbij gaat het onen de klokkenluidersregeling. In dit verband zijn twee vertrou-
wenspersonen geworven en is aangesloten bij een externe klachtencommissie.
Bijdrage Kwaliteitszorg
Overdracht basisbrandweerzorg district Zuidwest
aan het project Werkprocessen. De huidige werkprocessen van
uitvoering van de basisbrandweerzorg van het district Zuidwest
Vanuit Kwaliteitszorg is onder andere een bijdrage geleverd de drie districten (Zuidwest, Noord en Midden, Zuidoost) zijn
in kaart gebracht. Op het gebied van risicobeheersing en operationele voorbereiding zijn de processen geharmoniseerd en de
aandachtspunten voor procesoptimalisatie benoemd. Ook is de
kwaliteitstoets regionalisering uitgevoerd. De resultaten zijn besproken in het algemeen bestuur. Bijdrage Financiën
Door de werkgroep Financiën van de regionalisering is een nulmeting van de gemeentelijke begroting 2012 uitgevoerd. Geadviseerd is over de BTW gebouwen, overhead en begroting 2014.
Met de collega’s van het district Zuidwest is de overdracht van de aan Hulpverleningsdienst Drenthe per 1 januari 2013 vormge-
geven. Het brandweerpersoneel van de vier gemeenten van het
district is met ingang van 1 januari 2013 gedetacheerd bij HVD Drenthe.
17
Crisisorganisatie
Nieuwe huisvesting
Leider en bij de Leider CoPI. Er zijn in totaal 10 informatiemana-
de Groene Dijk te Assen goedgekeurd. Op 11 juli is de eerste paal
In 2012 is geworven voor informatiemanagers bij de Operationeel
In april 2012 is het definitief ontwerp van de nieuwbouw aan
gers benoemd. Zij komen vanuit HVD Drenthe en diverse Drentse
de grond in gegaan. De bouwwerkzaamheden zijn inmiddels in
gemeenten.
Financiën Vanuit financiën is deelgenomen en geadviseerd bij de opzet van de financiën voor:
• de Meldkamer Noord Nederland • de nieuwbouw Groene dijk • Noord en Midden Drenthe
wordt opgeleverd. Eind januari 2013 wordt het definitief interieur ontwerp goedgekeurd.
Samen met GGD Drenthe en Brandweer Assen is er een interne projectgroep opgericht die zich bezighoudt met alle facetten van
de inrichting van het nieuwe pand. Medewerkers van de drie verschillende organisaties zijn betrokken bij diverse werkgroepen.
• Rode werkgeverschap meldkamer
Samenwerking met GGD Drenthe
• Regionale regeling operationele leiding (ROLL)
Ook is samengewerkt aan een nieuwe website en een extranet.
• Brandweer Opleidingen Noord (BON)
Naast de al eerder vermelde bijdrage aan de werkgroep Financiën van de regionalisering is een leidende bijdrage geleverd aan landelijke thema’s zoals Aristoteles,
Over de integratie van de middelenfunctie wordt veel afgestemd. De bedoeling is dat de nieuwe website en het extranet begin 2013 operationeel zijn.
Ondernemingsraad
BTW compensatiefonds en netwerk financiën en control NVBR.
Het afgelopen jaar heeft de focus van de OR HVD Drenthe gele-
Communicatie
• nieuwbouw HVD, GGD en Brandweer Assen in combinatie
Het team communicatie heeft, naast de reguliere taken, ondersteuning verleend aan:
gen op:
met de integratie van de middelenfuncties tussen HVD en GGD;
• het project Regionalisering
• regionalisering brandweer;
• het project Natuurbrandbeheersing en Zelfredzaamheid
• Arbo en personeelszaken.
• de crisisorganisatie – het handboek en zakboekje 18
volle gang en de verwachting is dat het nieuwe gebouw eind 2013
• het project Brandveilig Leven en Brandveiligheid in de Zorg • MOTO (Multidisciplinair Opleiden, Trainen en Oefenen) • de werkgroep Opleiden en Oefenen Oranje Kolom • het kennis- en beheerteam crisiscommunicatie
• de voorbereidingen op het nieuwe extranet en de website • de OR
• vorming OnderdeelsCommissie MkNN;
II JAARREKENING
19
Vaststellingsbesluit Het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Drenthe, gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur d.d. 8 maart 2013, gelet op artikel 38 van de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Drenthe, besluit: 1. in te stemmen met het Jaarverslag en jaarrekening 2012 Veiligheidsregio Drenthe;
2. het positief resultaat van € 695.500,- als volgt te bestemmen:
- -
€ 347.750,- terug geven aan de Drentse gemeenten;
€ 347.750,- reserveren voor regionalisering brandweer.
Aldus besloten door het algemeen bestuur Veiligheidsregio Drenthe in de openbare vergadering van 27 maart 2013. K.S. Heldoorn voorzitter
20
S.C.H. Ritsema secretaris
Nota van aanbieding Hierbij wordt ter vaststelling de jaarrekening 2012 van Hulpverleningsdienst Drenthe aangeboden. De jaarrekening 2012 bestaat uit een financiële verantwoording op kostensoorten gerelateerd aan taakgebieden. De exploitatielasten worden gedekt door gemeentelijke bijdragen, rijksbijdragen en inkomsten uit verleende diensten. Het resultaat Het exploitatieresultaat van 2012 is € 695.511,-. In de managementrapportage van het derde kwartaal 2012 werd een positief geprognotiseerd exploitatieresultaat van circa € 100.000,- aangegeven. Extra incidentele inkomsten De Minister van Veiligheid en Justitie heeft in december 2012 een incidentele bijdrage € 402.000,- toegekend voor: • financiële knelpunten voor de veiligheidsregio’s vanwege inspanningen voor onder andere: -- de implementatie van de Wet veiligheidsregio’s, waaronder planvorming, het opstellen van convenanten met vitale sectoren en continuïteitsplannen; -- ICT; -- de invoering van NL-alert; -- de implementatie van het advies van de Bestuurlijke werkgroep Bovenregionale samenwerking; -- de organisatie van de meldkamer. • het plaatsen van een zendmast voor de inzetbaarheid van Dutch Amateur Radio Emergency Service (DARES). Door Provincie Drenthe is in december een extra incidentele bijdrage van € 38.000,- toegekend voor het programma externe veiligheid.
Exploitatie meevallers Rode werkgeverschap MkNN In 2012 heeft inrichting van het rode werkgeverschap zich gericht op plaatsing van de centralisten. Deze opbouw heeft in fases plaatsgevonden. Hierdoor zijn de personeelslasten pas in december verrekend met de partners van de meldkamer. In managementrapportage I en II is door het ontbreken van daadwerkelijke personeelslasten uitgegaan van een budgettair neutrale verrekening van de personeelslasten. Dit betekende op dat budgetten voor opleidingen en training, piketten, kleding en de personeelslasten totaal € 67.000,- lager zijn uitgevallen. Exploitatie MkNN Het jaar 2012 is het eerste daadwerkelijke exploitatiejaar geweest voor MkNN. Dit betekent dat een aantal geplande investeringen nog niet is uitgevoerd. Daarnaast is er rentevoordeel op de investeringen behaald. Ook hier heeft plaatsing van personeel voor de stafondersteuning gefaseerd plaats gevonden. Door deze factoren is er een exploitatievoordeel ontstaan. De opbrengst van het Openbaar meldsysteem is hoger dan geraamd. In totaal is er een incidentele meevaller van € 117.000,- ontstaan ten opzichte van de begroting. Het betreft een incidenteel voordeel omdat in 2013 deze budgetten wel volledig zullen worden aangewend. GHOR Het positief resultaat van GHOR Drenthe is €134.000,- hoger dan verwacht. Dit is het gevolg van het vrijvallen van een tweetal bestemmingsreserves en het in 2012 nog niet aanstellen van een tweede OvDG. Bedrijfsvoering Er zijn extra kosten op bedrijfsvoering van € 313.000,- gemaakt, ten behoeve van (nieuwe) huisvesting, het invoeren van Het Nieuwe Werken en voor projectondersteuning. Daarnaast heeft er een afwikkeling van kosten van voorgaande jaren plaats gevonden van € 250.000,-. De toelichting is op hoofdzaken In overleg met de accountant is besloten een toelichting op hoofdzaken weer te geven. In voorgaande jaarrekeningen werd een uitgebreide toelichting op de over- en onderbesteding van de begrotingsposten gegeven. De huidige toelichting is per organisatieonderdeel opgezet, zodat er aansluiting is met de exploitatie.
21
Begrotingswijzigingen Overhevelen budgetten
Deze begrotingswijziging heeft betrekking op het overhevelen van toegekende budgetten uit de rijksbijdrage t.b.v. de kwaliteits-
verbetering en de loonkosten van de officieren die deelnemen in de Regionale Regeling Operationele Leiding (RROL).
Exploitatie Begroting 2012
Uitvoering Advisering Gevaarlijke Stoffen
Daarnaast heeft het algemeen bestuur besloten € 35.000,- toe
bijdrage per inwoner aan HVD Drenthe zou hierdoor verlaagd
worden met € 0,07 per inwoner. In overleg met GGD Drenthe is
€ 35.000,- overmaken aan GGD Drenthe.
begrotings
2012
2012 Multidisciplinaire Veiligheid Risico Beheersing Project natuurbrandbeheersing/ zelfredzaamheid
besloten de verlaging van de bijdrage per inwoner in te laten gaan per 1-1-2013. Voor 2012 zal GHOR Drenthe een bijdrage van
Jaarrekening
wijzigingen
te kennen aan GGD Drenthe voor de uitvoering van de geneeskundige taak Advisering Gevaarlijke Stoffen. De gemeentelijke
Inclusief
100.000
100.000
Operationele voorbereiding Preparatie Plannen Mensen
145.317
167.179
57.266
Opleiden
69.309
110.946
102.113
Oefenen
150.622
150.622
128.794
Herstel Nazorg
22
Evalueren en leren
1.725
Bedrijfsvoering
150.005
195.005
160.507
Totaal Multidisciplinaire Veiligheid
515.253
723.752
550.406
Begroting
724.000
Analyse
Exploitatie
551.000
Netcentrisch werken
Voordeel
173.000
Programmakosten Personeelslasten
-113.000 254.000 32.000 173.000
23
Begroting 2012
Inclusief
Jaarrekening
begrotings
2012
Begroting 2012
wijzigingen
Inclusief
Jaarrekening
begrotings
2012
wijzigingen
2012
2012
Regionaal Bureau Brandweer Drenthe
GHOR
Risicobeheersing
Personeelslasten
700.057
712.057
711.736
Preventie
Algemene kosten
94.630
94.630
73.673
Bijdrage in overheadkosten van de GGD
143.000
143.000
143.004
Opleiden/Oefenen/Trainingen
137.362
137.362
111.420
24 uur inzetbaarheid
207.610
300.610
242.003
341.788
Totaal risicobeheersing
329.900
312.559
Operationele voorbereiding
Rente rekening-courant
Preparatie
Diverse opbrengsten
-10.000 -20.000
-20.000
-15.000
Plannen
Operationele plannen
112.309
112.309
39.439
Geneeskundige combinatie
12.000
12.000
12.000
Logistiek en techniek
Rijks- en regionaal en lokaal materieel/materiaal
508.398
508.398
428.527
Bijdrage algemene reserve
-12.000
-12.000
-35.000
1.262.659
1.367.659
1.233.836
Mensen
Totaal GHOR
Opleiden
37.680
24.226
Oefenen
513.212
487.504
537.265
1.171.598
1.132.436
1.005.231
Totaal operationele voorbereiding
Begroting
1.368.000
Analyse
Exploitatie
1.234.000
Nog geen inzet 2e OvDG in
Voordeel
134.000
Respons Repressie Crisisbestrijding
Melding en alarmering Meldkamer Noord Nederland
1.155.322
1.139.631
1.049.358
Openbaar Meldkamersysteem
-182.459
-182.459
-275.434
Totaal Brandweeralarmcentrale
972.864
957.172
773.923
Totaal Regionale regeling operationale leiding (RROL)
190.147
269.040
254.158
1.163.011
1.226.212
1.028.081
Opleiden/Oefenen/Trainingen
26.000
Algemene kosten
26.000
Bijdrage Algemene Reserve
23.000 134.000
Begroting 2012
24 Totaal respons
59.000
Noordelijk verband
Inclusief
Jaarrekening
begrotings
2012
wijzigingen 2012 Dienstverleningsovereenkomsten
Herstel
Assen
129.743
129.743
124.256
Nazorg
Borger-Odoorn
-34.298
-27.538
-15.308
Emmen
143.290
143.290
132.343
Totaal herstel (personeelslasten)
53.815
67.269
65.184
GHOR Hoogeveen Bedrijfsvoering
Meppel
Totaal bedrijfsvoering
96.663
86.997
115.905
2.826.875
2.842.814
2.526.960
Midden Drenthe
1.109
1.109
1.527
125.957
125.957
122.332
16.202
16.202
16.160
-32.548
-32.548
-19.310
-2.067
-2.067 3.364
38.539
347.388
357.512
397.365
Brandweer Opleidingen Noord Totaal Regionaal Bureau Brandweer Drenthe
-3.892
Tynaarlo Noord & Midden Drenthe
Begroting
2.843.000
Exploitatie
2.527.000
Voordeel
316.000
Analyse Programmakosten
Totaal Dienstverleningsovereenkomsten
718
11.000
Brandweer-alarmcentrale
184.000
Personeelslasten
Begroting
357.500
Analyse
121.000
Exploitatie
397.500
Personeelslasten
316.000
Nadeel
-40.000
-40.000
25
Begroting 2012
Inclusief
Jaarrekening
begrotings
2012
Financiële positie
wijzigingen 2012 Bedrijfsvoering Personeelszorg
297.442
297.442
353.260
Informatie
106.177
106.177
89.216
Organisatie
544.886
575.324
588.154
1.392.885
967.885
1.209.938
Automatisering
237.579
237.579
194.170
Communicatie
127.267
182.267
152.907
Huisvesting
276.289
276.289
319.284
2.982.524
2.642.963
2.906.928
Financiën
Totaal Bedrijfsvoering Begroting
2.643.000
Analyse
Exploitatie
2.907.000
Personeelslasten
Nadeel
-264.000
Het jaar 2012 is in financieel opzicht goed verlopen door de on-
Weerstandsvermogen
Nota van Aanbieding). Wanneer de regionaliseringsreserve bui-
principe het weerstandsvermogen. Deze reserves zijn gevormd
verwachte incidentele bijdragen aan het eind van het jaar (zie
De algemene reserve en de bestemmingsreserves vormen in
ten beschouwing wordt gelaten teert de organisatie in op haar
ten behoeve van mogelijke financiële risico’s. Het tijdstip van
vermogen. Eind 2011 is er een reserve gevormd van 2 miljoen voor de projectkosten regionalisering. Aan deze reserve is dit jaar € 0,5 miljoen onttrokken. Aan de overige bestemmingsreserves
is 0,3 miljoen onttrokken, ter dekking van project- en exploita-
ontstaan van de risico’s is altijd onbekend. Daarnaast zijn er re-
serves waarvan de bestemmingen en levensduur concreet zijn aangegeven.
tielasten.
Bedrijfsvoering op orde brengen
Overige personeelslasten
22.000
Programmakosten:
-69.000
•
informatievoorziening
•
organisatie
•
financiën (BTW effect)
•
automatisering
42.000
•
communicatie
9.000
4.000 -229.000
Huisvesting
-43.000 -264.000
In 2012 is verder invulling gegeven met het op orde brengen van
de bedrijfsvoering. Met het beschrijven van de processen is een aanvang gemaakt. Ook zijn initiatieven ontplooid om te komen
tot een vernieuwd HRM-, managementinformatie- en financieel systeem. Daarbij wordt onderzocht of samenwerking met gemeenten vormgegeven kan worden.
Nulmeting gemeentelijke begroting
De regionale werkgroep Financiën heeft een nulmeting van de gemeentelijke begroting 2012 uitgevoerd en deze in een meerja-
renperspectief geplaatst. Hiermee is inzicht verkregen in eventu-
ele beschikbare budgetten voor de regionalisering van de brand-
26 Begroting 2012
Inclusief
Jaarrekening
begrotings
2012
wijzigingen 7.934.700
7.934.700
7.615.495
Rijksbijdrage
4.373.959
4.373.959
4.750.264
Gemeentelijke bijdrage
3.560.741
3.560.741
3.560.741
7.934.700
7.934.700
8.311.005
Totaal inkomsten 7.935.000
Analyse
Exploitatie
8.311.000
Incidentele rijksbijdrage
Exploitatieresultaat
is er een gedetailleerde exploitatie- en projectbegroting opge-
steld. Dit is noodzakelijk voor de onderlinge kostenverdeling en beschikbare budgetten, omdat de participanten voor de nieuwbouw in verschillende processen zitten. BON
De liquide ondersteuning van de Brandweer Opleiding Noord is
Begroting Voordeel
Nieuwbouw
Voor de nieuwbouw Groene Dijk zijn aanloopkosten gemaakt en
2012 Totale exploitatie
weer in Drenthe.
376.000
376.000
376.000
0
0
-695.510
met één jaar verlengd.
27
Financiering
Rechtmatigheid
Treasurystatuut
Uit oogpunt van rechtmatigheid is sinds 2009 een financiële- en
dient Hulpverleningsdienst Drenthe jaarlijks verantwoording af
van toepassing. Onderdeel hiervan is het normatief kader recht-
Op grond van de Wet Financiering Decentrale Overheden (FiDO)
te leggen in de jaarrekening over het gevoerde beleid betreffende de treasuryfunctie. In de vergadering van het algemeen bestuur van 17 december 2008 is het Treasurystatuut gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Drenthe vastgesteld. Leningen en overtollige liquide middelen
HVD Drenthe had drie lang lopende BNG-leningen, waarvan dit
matigheid controle. Besluitvorming hierover heeft plaatsgevonden in het algemeen bestuur van 17 december 2008. De financieringsstructuur
Materiële vaste activa
292.839
496.587
Financiële vaste activa
630.405
719.152
923.244
1.215.739
(in € 1.000,-):
Het optimaal inzetten van overtollige liquide middelen vindt
31-12-2012
31-12- 2011
1.504.157
1.185.935
Beschikbare middelen:
Liquide middelen
5.102.638
3.750.279
• algemene reserve
681
681
Voorraden
6.606.795
4.936.214
• resultaat boekjaar
696
899 Totaal
7.530.039
6.151.953
• bestemmingsreserves
3.432
2.203
• langlopende schulden
440
459
5.248
4.242
• vaste activa
-/- 1.216
Beschikbaar voor de financiering van de vlottende middelen
28
4.325
3.027
• liquide middelen • vlottende activa • kortlopende schulden
Eigen vermogen
681.135
681.135
Algemene reserve
695.511
899.255
Resultaat boekjaar
3.431.997
2.203.222
Bestemmingsreserves
4.808.642
3.783.612
439.929
459.387
5.248.572
4.242.999
Langlopende schulden
Te weten: • vorderingen
31 december 2012 31 december 2011
Vaste passiva -/- 923
1.503 5.103
1.186 3.750
0
0
6.606
4.936
-/- 2.281
-/- 1.909
4.325
3.027
Subtotaal
Kortlopende schulden
2.281.467
1.908.954
Totaal
7.530.039
6.151.953
the geen moeite hebben om aan haar verplichtingen te kunnen
verleningsorganisatie in de regio Drenthe maken onderdeel uit
De financiële positie is positief. Op korte termijn zal HVD Dren-
De exploitatie- en balanscijfers 2012 van de Geneeskundige Hulp-
voldoen. In 2013 dient HVD Drenthe rekening te houden met de
van de cijfers van Hulpverleningsdienst Drenthe.
nieuwe gezamenlijke huisvesting GGD Drenthe/HVD Drenthe
Waarderingsgrondslagen
van het district Zuid West Drenthe per 1 januari 2013 tegen boek-
gesteld in euro’s. Alle bedragen zijn opgenomen tegen nominale
waarde worden overgenomen. Deze verplichtingen zullen beslag leggen op de liquide middelen.
De obligatiefondsen worden gewaardeerd op basis van de aanschafwaarde of lagere marktwaarde. Indien de fondsen op lagere onder de post dividend obligaties.
Algemene reserve
De waardering van de algemene reserve mag maximaal 10% van
de begrotingsomvang zijn. De post algemene reserve is om financiële tegenvallers te kunnen opvangen. Daarnaast kan de reserve opgenomen in de begroting en het meerjarenperspectief. Bestemmingsreserves
Voor de waardering van de bestemmingsreserves wordt verwe-
zen naar de toelichting op de balans. De reserves zijn ingericht op basis van het beleid in de voorgaande jaren. De hoogte ervan is deels gebaseerd op de te verwachten kosten. Overige posten
Alle overige posten worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Algemeen
Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar en het programma waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Ver-
plichtingen en mogelijke verliezen, die hun oorsprong vinden Toelichting op de balans per 31 december 2012
en brandweer Assen. Daarnaast zal het materieel en materiaal
waarde.
Staat van baten en lasten
Vlottende passiva
Positie is positief
betaling van de financiële verplichtingen voortvloeiend uit de
De leningen u/g worden gewaardeerd op basis van nominale
dienen als financieel dekkingsmiddel voor besluiten die niet zijn Passiva
Waarvan vastgelegd op lange termijn in:
Financiële vaste activa
waarde worden gewaardeerd, is de mutatie hiervan opgenomen
Vlottende activa Vorderingen
den een aanpassing van het rentepercentage plaatsgevonden.
voerd. Zeker nu in deze roerige financiële markten.
31 december 2012 31 december 2011
Vaste activa
De financieringsstructuur kan als volgt worden weergegeven:
2011
het beleggen in obligaties wordt een terughoudend beleid ge-
Verkorte balans Activa
jaar één is afgelost. Voor twee leningen heeft enkele jaren gele-
plaats door obligaties en door gebruikmaking van deposito’s. In
Balans per 31 december 2012
controleverordening (ex. Artikel 212 en 213 van de Gemeentewet)
De richtlijnen van het BBV zijn gevolgd. De jaarrekening is opwaarde, tenzij anders wordt aangegeven, en tegen historische kosten.
Balansposten
Materiële vaste activa
De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs, verminderd met lineaire afschrijvingen, gebaseerd op
de verwachte economische levensduur. Kleine aanschaffingen
worden in het jaar van aankoop direct ten laste van het resultaat gebracht.
voor het einde van het verslagjaar worden opgenomen in de jaarrekening.
BTW Compensatiefonds
De in de staat van baten en lasten opgenomen vergelijkende cij-
fers zijn exclusief BTW. Met ingang van 2003 is het BTW compensatiefonds van toepassing.
De Wet veiligheidsregio’s is per 1 oktober 2010 van kracht geworden. Dit betekende een verandering in BTW. De BTW op de
brandweertaken mag alleen nog verrekend worden bij het BTW compensatiefonds.
29
In onderstaand overzicht ziet u de mutaties die hebben plaatsge-
Activa Materiële vaste activa
vonden. Materieel
Overige
RROL
Totaal
Obligatiefondsen
inventaris Boekwaarde per 1-1-2012
202.321
117.434
-5.163
1.065
Investeringen Desinvesteringen
176.832
496.586 -4.098 -/-
Bank Nederlandse gemeenten
96.480
100.000
100.000
311.200
400.000
400.000
Totale waarde per 31-12-2012
508.880
600.000
500.000
121.161
120.000
Afgelost
197.158
118.499
176.832
492.488
59.131
90.272
50.247
199.649
Afgelost
138.027
28.227
126.585
292.839
Var. Fortis banque (2010) Var SNS bank Nederland (2010)
497.852
426.091
-5.163
1.065
Investeringen Desinvesteringen
227.253
-/-
95.580
100.000
Afgelost
121.340
120.000
Afgelost
1.151.196
Bayerische Landesbank (2011)
98.520
100.000
Afgelost
-4.098
Bank Nederlandse gemeenten
101.200
100.000
Afgelost
-/-
492.689
427.156
227.253
1.147.098
Cumulatieve afschrijvingen
354.662
398.929
100.668
854.259
boekwaarde van de activa per 31-12-2012
138.027
28.227
126.585
292.839
Bij alle obligaties is de garantie ingebouwd, dat de eindwaarden
volledig zullen worden uitbetaald. Per jaar zal een bijschrijving
van koerswaarde tot eindwaarde plaats vinden. Aan renteopbrengsten zijn in, 2007, 2008, 2009, 2010, 2011 en 2012 respectie-
Financiële vast activa
velijk € 26.623, € 29.236, € 26.541, € 18.175, € 11.843 en € 7.271 ont-
De financiële activa betreffen leningen aan het personeel en
vangen.
obligatiefondsen. De rentepercentages variëren van 4 /2 tot 7, /8 %. 1
3
Ter dekking van deze leningen is recht van eerste hypotheek ver-
Vlottende activa
waarde. Een overzicht van het verloop van de financiële vaste ac-
De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde,
strekt. De financiële vaste activa zijn opgenomen tegen nominale 30
Vorderingen
tiva is opgenomen in onderstaande opstelling.
Boekwaarde1-1-2012 Aflossing Boekwaarde 31-12-2012
Koers waarde
Belgie coupon
Nederlandse Waterschapsbank (2010) Aanschafwaarde van activa per 1-1-2012
Eindwaarde
waarde
-/-
Afschrijvingen
Aankoop
Leningen
Lening u/g
Obligatie
u/g
(BON)
fonds
22.149
112.373
584.630
719.152
84.630
88.747
500.000
630.405
4.117 18.032
31
voor zover nodig rekening houdend met mogelijke oninbaarheid.
112.373
Totaal
De vorderingen kunnen als volgt worden gespecificeerd.
Vorderingen op overheden Rekening courant niet financiële instelling (GHOR) Overige vorderingen en overlopende activa Totaal
31 december 2012
31 januari 2011
€ 819.854
€ 518.666
633.335
545.512
50.868
111.756
€ 1.504.157
€ 1.175.934
31 december 2012
31 januari 2011
€ 1020
€ 44
Obligaties
In 2005 is ingestemd met de aankoop van obligaties. Dit om hogere renteopbrengsten te behalen dan de rentevergoeding op de
rekening-courant. Het beleid daarbij was om minimaal de nomi-
Liquide middelen De specificatie hiervoor is als volgt:
nale waarde van de obligatie op het einde van de looptijd uitbe-
Kas Bank Nederlandse Gemeente
3.151.533
1.904.881
naast voldoen de obligaties aan de wet FiDO.
Loyaal rekening ABN AMRO*
1.852.670
1.815.140
ABN-AMRO bestuur rekening
12.299
12.302
ABN-AMRO algemeen
85.116
17.912
€ 5.102.638
€ 3.750.279
taald te krijgen en de renteopbrengsten waren variabel. Daar-
* De gelden op de deposito en de loyaalrekening zijn belegd op vervaldatum tegen 2,1 %. Voor het beleggen in deposito is gekozen, omdat de liquide middelen beschikbaar moeten blijven voor financiering van de nieuwe huisvesting. Beleggingen in obligaties met een hoger rentepercentage zijn pas interessant wanneer deze een looptijd hebben van minimaal drie jaar. 2012 was ook geen gunstig beleggingsklimaat gezien de financieel onzekere situaties van banken en landen. Gelden staan ter vrije beschikking of zijn binnen 1 jaar opvraagbaar en toe te voegen. De uitzettingen voldoen aan de Ruddo.
Passiva Reserves en voorzieningen
Algemene reserve
e. BON nieuw leren
meldkamer is een stuurgroep en zijn er project- en klankbord-
(ESF) voor opleidingskosten brandweer is over 2007 een bijdrage
Voor het onderzoek naar een noordelijke gemeenschappelijke
Stand per
Toevoegingen
1 januari € Totaal
a. Meldkamer Noord Nederland
€
681.135
Kapitaal-
Overige
Stand per
onttrekkingen onttrekkingen
31 december
€ 0
€ 0
€ 0
681.135
De algemene reserve is gevormd voor financiële risico’s, waarvan
groepen ingesteld. Om gemeenten niet te belasten met extra bijdragen, is besloten de jaarlijkse exploitatiekosten van de Meld-
kamer Noord Nederland zoveel mogelijk direct ten laste van de
schillende culturen moeten nog omgevormd worden tot een een-
heeft de BON een verbeteringsplan voor brandweeropleidingen
drie regio’s verloopt niet geheel volgens verwachting. De ver-
b. ‘Brandweer in Drenthe vernieuwt’
tief. Het algemeen bestuur heeft door middel van het vaststellen
vernieuwt’ lopen parallel. Dit veranderingsproces leidt er toe, dat
van de nota ‘Reserves en voorzieningen 2009-2012’ besloten dat de algemene reserve niet meer dan 10% van het begrotingstotaal gedaan omtrent de inzet van de bestemmingsreserves voor de
begroting 2014 van de nieuwe organisatie. Deze vervangt dan de
31 december 2012
31 januari 2011
€ 889.255
€ 958.160
695.511
889.255
€ 1.584.766
€ 1.847.415
889.255
958.160
€ 695.511
€ 889.255
Exploitatieresultaat boekjaar
32 Af: verdeling positief resultaat Stand per 31 december
Toevoegingen €
Kapitaal-
Overige
Stand per
onttrekkingen onttrekkingen
31 december
€
€
€
a. Meldkamer Noord Nederland
216.562
216.562
b. Brandweer in Drenthe vernieuwt
307.646
c. Rampenpot/Mono- en Multidisciplinair oefenen
420.459
d. Project C2000
718.918
151.725
567.193
e. BON nieuw leren
141.671
33.652
108.019
22.620
285.026 420.459
40.000
40.000
g. Opleiden en oefenen GHOR
100.000
100.000
h. Centralist meldkamer GHOR
35.000
35.000
0
i. Evenementen GHOR
45.000
21.000
24.000
j. Bosbrandbestrijding
99.465
775
98.690
k.Bluswaterbestrijding
78.500
35.000
43.500
470.065
1.528.548
769.837
3.431.997
0
1.998.612
2.203.221
1.998.612
0
ding ad. € 12.900,- voor administratieve ondersteuning betaald aan de BON. Per saldo is 45.300,- toegevoegd aan de reserve “BON nieuw leren”.
Er heeft onttrekking van de reserve plaatsgevonden voor dekking
In de reguliere begrotingen zijn de jaarlijkse kosten van de trai-
die opleidingen volgen bij de BON.
van de personeelslasten van de ondersteuning van de cursisten
is in de reguliere begrotingen geen financiële dekking opgeno-
f. Geneeskundige combinatie t.b.v. GHOR
telijke en HVD Drenthe) exploitatie gebracht. Door de regiona-
van de veiligheidsregio komen. De financiering van deze over-
reserve is gevormd om een weerstandsvermogen op te bouwen
Stand per
overeenkomstig de afspraken, 40% voor lerend vermogen ad.
deze reserve worden aangesproken. Een soort rampenpot.
reserve is noodzakelijk om de incidentele kosten op te vangen. De
€
Totaal
€ 39.300,- beschikbaar gesteld aan de NVBR en er is een vergoe-
lisering zal deze budgetruimte niet meer aanwezig zijn. Deze
1 januari
l. Regionalisering
c. Rampenpot/ Mono- en Multidisciplinair oefenen
men. Tot nu toe werden deze lasten incidenteel t.l.v. de (gemeen-
het positief resultaat.
f. GNK/GHOR
De ESF-bijdrage voor de 3 e en 4 e bedraagt 97.500,-. Hiervan is
ning en het oefenen van officieren gedekt. Voor grote oefeningen
Het algemeen bestuur zal voorstellen doen over bestemming van
(2009). Aan administratiekosten is een vergoeding verstrekt van
verhoging van brandweerzorg te stimuleren.
niet duidelijk is wie de drager van deze kosten zal worden kan
Stand per 1 januari
Bestemmingsreserves
€ 36.500, -.
nomen, die direct financiële gevolgen hebben. Wanneer dan nog
Het verloop van de rekening is als volgt:
€ 83.300, -.
de bestemming van deze reserve verbreed is. Doel van de reserve
Bij een groot incident moeten meestal beslissingen worden ge-
Bestemming exploitatieresultaat
vastgesteld. Besloten is daarin een bijdrage te verstrekken van
Voor de 2e tranche is een ESF-bijdrage ontvangen van € 145.800.-
(van 1994 tot 2005 geheten rijksbijdrage)
‘nota reserves en voorzieningen 2009-2012’.
wing voor brandweeropleidingen en -oefeningen. Gelet hierop
De processen van ‘veiligheidsregio’ en ‘Brandweer in Drenthe
is om het verbeteringsproces voor samenwerking en kwaliteits-
mag zijn. In het project regionalisering zal een voorstel worden
kosten over de 1e tranche een vergoeding van € 23.100,- ontvangen. De ESF-gelden zijn geoormerkte gelden voor onderwijsvernieu-
reserve dienen als financieel dekkingsmiddel voor besluiten die
niet zijn opgenomen in de begroting en het meerjarenperspec-
ontvangen van € 97.600,- (2008). De BON heeft voor administratie-
exploitatie te brengen. De integratie van de centralisten van de
heid. Hiervoor dient nog een budget beschikbaar te zijn.
het tijdstip van ontstaan niet direct bekend is. Daarnaast kan deze
Vanuit de landelijke aanvraag van het Europees Sociaal Fonds
voor eenmalige kosten van mono- en multidisciplinair oefenen en bij daadwerkelijk operationeel optreden bij grote incidenten. d. Project C2000
De reserve heeft een tweeledig karakter, te weten,
1. In de projectopzet, die door het algemeen bestuur op 28 no-
vember 2001 is vastgesteld, zijn de personeelskosten van de projectleider en het extra ondersteunend personeel voor wat
betreft het brandweeraandeel inzichtelijk gemaakt. De reserve is met name gevormd voor implementatiekosten en herplaatsing van personeel.
2. Daarnaast is deze reserve gebruikt als dekkingsmiddel voor
de reorganisatiekosten van voormalig personeel. HVD Dren-
the heeft nog langdurige verplichtingen t.o.v. het voormalig personeel.
De onttrekking heeft plaatsgevonden voor dekking van de personeelslasten van voormalige personeelsleden.
De geneeskundige combinatie zal onder verantwoordelijkheid gang is nog niet geregeld. In afwachting hiervan is € 40.000,- gereserveerd voor de geneeskundige combinatie. g. Opleiden en oefenen t.b.v. GHOR
De reserve is gevormd uit rijksbijdragen om extra uitgaven ten behoeve van mono- en multidisciplinair oefenen te dekken. Bijvoorbeeld een grote compagnieoefening van één keer in de vier
jaar. Om de fluctuaties te voorkomen in de gemeentelijke bijdrage is deze reserve gewenst. Plus, dat er financiële middelen voor-
handen zijn om een kwaliteitsimpuls te kunnen betalen, wanneer dat noodzakelijk is.
h. Centralist meldkamer GHOR
Uit het onderzoek van de Inspectie Openbare Orde Veiligheid
(IOOV) kwam naar voren, dat het voor de GHOR noodzakelijk is dat er gedurende de tijden dat er slechts één centralist aanwezig is in de Meldkamer Ambulancezorg (MKA) Drenthe, ’s nachts en
in de weekends, direct een tweede centralist oproepbaar moet zijn (opkomsttijd max. 30 minuten). Inmiddels is in goed overleg
met de RAV dit piket geëffectueerd. Elke organisatie draagt 50% van de kosten.
Deze reserve is in 2012 vervallen.
33
i. Evenementen GHOR
k. Bluswatervoorziening
Voor gemeenten wordt steeds duidelijker, dat naast het vanzelf-
In het kader van de bezuinigingstaakstelling is in een Drentse
preventieve geneeskundige hulpverlening noodzakelijk is. In fei-
ningen te besparen. Het algemeen bestuur heeft besloten een on-
sprekende advies van brandweer en politie, ook een advies over
gemeente nagedacht om op de kosten van de bluswatervoorzie-
te is in de regio Drenthe sprake van een inhaalslag. De formatie
Single Information Single Audit SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2012 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa
derzoek te verrichten naar de reële mogelijkheden tot kostenre-
van de GHOR was onvoldoende om deze taak naar behoren uit te
ductie voor de gemeenten. HVD Drenthe zal het onderzoek verder
kunnen blijven voeren. Vooral administratieve ondersteuning is
uitwerken en coördineren. Binnen de huidige formatie is geen
noodzakelijk. Om de achterstand enigszins weg te werken heeft
personele capaciteit aanwezig om deze taak te kunnen uitvoe-
ren. Een externe projectleider zal gedurende 11/2 jaar worden inge-
het algemeen bestuur besloten een bedrag van € 45.000,- voor
huurd. De projectkosten hiervan worden geraamd op € 84.000,-.
personele ondersteuning beschikbaar te stellen. In 2012 heeft
Het resultaat van het project moet zijn dat de gemeenten inzicht
onttrekking plaatsgevonden ter dekking van de personeelslas-
krijgen of, en op welke wijze, de bluswatervoorziening anders
ten.
georganiseerd kan worden en welke besparingen hiermee struc-
j. Bosbrandbestrijding
tureel gerealiseerd kunnen worden. In 2011 is gestart met het onderzoek. Onttrekking van de reserve is voor de personele inzet.
De stichting Bosbrandbestrijding is per 2011 opgeheven. De nog
aanwezige financiële middelen, € 117.499,-, zijn overgedragen aan HVD Drenthe. Deze financiële middelen zijn als bestemmingsre-
l. Regionalisering
van € 18.034,- plaatsgevonden ter dekking van de kosten voor
projectkosten van de regionalisering in te stellen. Voor de project-
Departement
Nummer
Specifieke uitkering
Juridische grondslag
Ontvanger
INDICATOREN
V&J
A2
Brede DoelUitkering
Besluit veiligheidsregio's
Veiligheidsregio's
Besteding (jaar T)
Rampenbestrijding
artikelen
Aard controle R
(BDUR)
8.3 en 8.4
Indicatornummer: A2 / 01 € 4.750.264
Het algemeen bestuur heeft per 28 juni 2012 een reserve voor de
serve voor Bosbrandbestrijding geoormerkt. Er heeft onttrekking
kosten is een begroting opgesteld. Daarnaast is aangegeven dat
alarmeringszenders in de natuurgebieden.
de reserve aangewend kan worden voor mogelijk fictiekosten. De looptijd is voorlopig vastgesteld tot 2014. In dat jaar zal een her-
overweging plaatsvinden over de looptijd en doel van de reserve.
34
35 Langlopende schulden
Stand per
Aflossing
Toevoeging
1 januari BNG leningen AC-Hoogeveen Aanloopkosten Meldkamer Personeel
Stand per 31 december
€
€
€
409.657
9.464
--
400.193
7.150
7.195
--
0
42.580
2.844
--
39.736
459.387
19.503
--
439.929
Het uitstaande bedrag van een lening met een looptijd langer dan 5 jaar is € 400.193,-. Voor nadere bijzonderheden wordt verwezen naar de bijlage leningen. Kortlopende schulden
De kortlopende schulden kunnen als volgt worden gespecificeerd: 31 december 2012
31 december 2011
€ Rentekosten leningen Overige schulden en overlopende passiva Crediteuren Overlopende financiële middelen t.b.v.
6.110
6.110
726.819
1.645.551
1.474.567
90.431
73.971
166.862
€ 2.281.467
€ 1.908.954
multidisciplinaire oefeningen
Totaal
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
36
37
38
III BIJLAGEN
39
Bijlage I: Verkorte Jaarrekening
Verkorte exploitatie 2012
Bijlage II: Staat van opgenomen geldleningen
Begroting
Begrotings
Begrotings
Inclusief
Jaar
Oorspron
Datum
Besluit tot:
Jaar van de
Percen
Restantbe
Bedrag van
De aflos
Restant van
Bedrag van
2012
wijziging
wijziging
begrotings-
rekening
kelijk
aangaan
goedkeu
aflossing
tage van de
drag van de
de rente
sing of het
de lening
rente en af
wijzigingen
2012
bedrag van
van de
ring der
lossing
+
-
2012
de lening
lening c.q.
lening of
voorschot
voorschot
13.454
-13.454
7.934.700
7.615.494
Totale exploitatie
7.934.700
Rijksbijdrage
4.373.959
4.373.959
4.750.264
Gemeentelijke bijdrage
3.560.741
3.560.741
3.560.741
Totaal inkomsten
7.934.700
7.934.700
8.311.005
-0
-0
lening
of deel be
aflossings
op 31-12-
01-01-2012
standdeel
bestand
2012
Lening Meldkamer Drenthe 77.710
31-12-1992
MKD aanloopkosten
2012
7,625
7.150
545
7.150
-0
7.695
2022
6,00
42.580
2.555
2.844
39.736
5.399
2032
5,35
409.657
21.917
9.464
400.193
31.380
459.387
25.017
19.458
439.929
44.475
4
112.000
373
112.373
4
112.000
373
112.373
9.198
425
Lening t.b.v. personeel 70.336
Exploitatie resultaat
rente
23-06-1992
MKD 92/07
-695.511 Afkoopsom brandweerkazerne Hoogeveen 499.158
02-05-1992
RBD 94/13/ HU
647.204
Leningen uitgegeven aan Brandweer Opleiding Noord 112.000
40
1-12-2011
BON
41
Leningen uitgegeven aan het (ex)personeel: 18.151
01-03-1996
LA RBD
2016
4 5/8
18.151
01-11-1997
GRT BRD
2027
5 3/8
36.302
3.583
5.615
4.008
12.951
670
535
12.417
1.205
22.149
1.096
4.117
18.032
5.213
Bijlage III: Staat van geactiveerde kapitaaluitgaven Afschrijvingen
Boekwaarde
Boekwaarde
Toegekende
Totale
Afschrijvingen
Boekwaarde
Boekwaarde
Toegekende
Totale
2012
31-12-2011
31-12-2012
rentelasten
kapitaal
2012
31-12-2011
31-12-2012
rentelasten
kapitaal
2012
lasten
2012
lasten
52.438
MATERIEEL
OVERIGE INVENTARIS
Materieel Ondersteuningscontainer Haakarmbak
Verbindingsnetwerk 1.787
21.441
19.654
858
2.645
684
3.423
2.738
188
872
ontsmetting:
Computers Programma Filelinx Vervanging hardware
Bestrijding ongevallen gevaarlijke stoffen
-0
-0
-0
-0
49.760
48.695
-0
2.678
7.843
19.607
11.765
784
8.627
24.177
24.176
-0
967
25.144
81.780
92.478
11.764
4.429
86.209
1.530
5.452
3.922
300
1.830
0
0
0
0
Bestrijding ongevallen gevaarlijke stoffen
4.430
4.430
0
244
4.674
Bestrijding ongevallen gevaarlijke stoffen
2.830
2.830
0
156
2.986
Rampenbestrijding
Bestrijding ongevallen gevaarlijke stoffen(gaspakken)
5.950
26.775
20.825
1.473
7.423
Noodverbinding rampenbestrijding
Ontsmettingscontainer
1.606
1.606
0
137
1.743
Materiaal C2000
17.288
60.505
43.217
3.054
20.342
Oefenmateriaal
2.537
8.440
5.903
338
2.875
Netcentrisch werken
4.425
11.064
6.639
443
4.867
8.492
24.955
16.463
1.080
9.572
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Auto’s Dienstvoertuigen 3 Daily’s
15.499
69.745
54.246
3.836
19.335
Meldkamer
3 VW Golf
15.270
30.540
15.270
1.222
16.492
Mobiel observatiesysteem
VW Touran
6.161
12.323
6.161
493
6.654
-0
-0
-0
-0
982
6.874
5.892
275
1.257
Inventaris Inrichting Kantoor
VW Golf LMPO/CAC Volvo TRUCK Haakarmbak VW Polo (informatiemanagement)
3.931
22.334
13.241
893
4.824
41.843
141.816
94.810
6.719
48.562
42
0
Meubiliar units Meubiliar
RROL Auto’s
0
0
0
0
0
0
0
0
0
90.272
117.434
28.227
5.509
95.781
199.649
496.586
292.839
22.356
222.005
Dienstvoertuigen RROL Opel Zafira 52-RF-KN
3.625
3.625
0
145
3.770
Opel Zafira
6.825
6.825
0
273
7.098
0
0
0
0
0
Mercedes Vito (ROGS) 60-JHJ-9
7.880
39.401
31.521
1.576
9.456
MDT (Vito)
5.706
11.412
5.706
456
6.162
Volkswagen Multivan 89-NSV-6
8.633
60.428
51.795
2.417
11.050
MDT (Multivan)
6.486
22.862
16.376
914
7.400
Opel Zafira
6.165
18.494
12.330
740
6.905
Skoda Octavia 23-NS-SZ
Volkwagen Golf (LMPO/CAC)
4.928
13.785
8.857
551
5.479
50.247
176.832
126.585
7.073
57.320
109.378
379.152
264.612
16.846
126.224
TOTAAL OVERIGE INVENTARIS
TOTAAL MATERIELE VASTE ACTIVA
43
Bijlage IV: Overzicht salariskosten
Afdeling
Formatie
Bijlage V: Bijdrage gemeenten
Manjaren
Jaarwedde
Toelagen
plaatsen
Sociale
Bruto
Sociale
Netto
lasten
lasten
lasten
lasten
afdracht Directie/Commandant Control & Kwaliteit Stafafdeling Ondersteuning
0,8
0,8
78.079
11.450
24.992
Gemeenten
inhoudingen 114.521
-9.253
105.269
Begroot
Gemeente
Gemeente
Begroot
Hernieuw
Terug
aantal lijke bijdragen lijke bijdragen
aantal
berekende
te betalen
inwoners gemeentelijke
voorschot.
inwoners per
begroting
inclusief
1-1-2010
2012 HVD
begrotings
per 1-1-2011
bijdragen
wijziging
2,0
2,0
128.708
5.349
39.453
173.510
-15.137
158.373
11,6
11,4
466.484
39.480
148.811
654.775
-61.909
592.866
Aa en Hunze
25563
185.391
185.391
25771
150.282
35.109
Brandweerzorg
7,7
8,7
438.787
40.181
140.564
619.531
-56.745
562.785
Assen
66857
484.867
484.867
67162
391.651
93.216
Risicobeheersing
3,8
3,8
216.612
14.476
65.635
296.724
-26.417
270.306
Borger-Odoorn
26072
189.082
189.082
25942
151.279
37.803
Multidisciplinaire Veiligheid
6,4
6,4
339.603
24.750
105.262
469.614
-41.230
428.385
Coevorden
36121
261.960
261.960
36049
210.217
51.743
Meldkamer
9,3
8,2
333.493
112.851
124.759
571.104
-51.113
519.990
Emmen
109491
794.061
794.061
109256
637.119
156.942
MLNN
0,0
2,8
159.344
13.625
51.215
224.184
-19.821
204.363
Hoogeveen
54805
397.462
397.462
54826
319.714
77.748
RROL
1,6
1,6
102.727
13.483
33.556
149.767
-12.796
136.970
Meppel
32378
234.815
234.815
32515
189.609
45.206
Midden-Drenthe
33560
243.387
243.387
33575
195.791
47.597
Dienstverleningsovereenkomsten/samenwerkingsverbanden: Borger-Odoorn
3,5
2,6
138.063
11.656
47.107
196.826
Noordenveld
30808
223.429
223.429
30798
179.597
43.832
-18.688
178.139
Tynaarlo
32408
235.033
235.033
32458
189.277
45.756
Midden Drenthe
6,0
6,0
234.441
18.468
69.580
322.489
-31.176
291.313
Westerveld
19342
140.274
140.274
19369
112.949
27.325
Tynaarlo
2,0
2,0
76.608
7.728
24.841
109.177
-10.607
98.570
De Wolden
23576
170.980
170.980
23621
137.744
33.236
Totaal
490.981
3.560.741
3.560.741
491.342
2.865.230
695.511
7,25
5,83
Hoogeveen
0,8
0,8
33.483
7.689
11.211
52.383
-5.467
46.915
Meppel
1,0
1,0
42.154
2.591
13.456
58.201
-5.578
52.623
District Noord en Midden Drenthe
1,0
0,2
11.703
1.731
4.151
17.584
-1.559
16.025
BON
0,4
0,4
18.530
1.036
5.857
25.424
-2.377
23.047
GHOR/GGD
1,0
1,0
38.346
2.761
12.526
53.633
-5.478
48.154
58,9
59,6
2.857.162
329.305
922.978
4.109.445
-375.353
3.734.092
Gemeentelijke bijdrage per inwoner
7,25
Over bestemming van het postief resultaat van € 695.511,-- moet nog besluitvorming plaats vinden. Na de besluitvorming zal een definitieve afrekening van de gemeentelijke bijdragen plaats vinden.
Eindtotaal
44
45
Hulpverleningsdienst Drenthe Bezoekadres
Jan Fabriciusstraat 60, 9401 BW Assen Correspondentieadres
Postbus 402, 9400 AK Assen Telefoon (0592) 32 46 60 Fax: (0592) 32 46 61
Email:
[email protected]
website: www.hvd-drenthe.nl
Hulpverleningsdienst Drenthe (GHOR Drenthe) Bezoekadres
Overcingellaan 17, 9401 LA Assen Correspondentieadres
Postbus 144, 9400 AC ASSEN Telefoon: (0592) 30 63 34 Fax: (0592) 30 63 09