Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1924/Achmea Gak Holding
I. MELDING 1. Op 17 mei 2000 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Achmea Holding N.V. voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over Gak Holding B.V. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 98 van 22 mei 2000. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht.
II. PARTIJEN 2. Achmea Holding N.V. (hierna: Achmea) is een naamloze vennootschap naar Nederlands recht. Achmea maakt deel uit van de onder de naam Achmea Groep bekend staande groep van financile ondernemingen op coperatieve grondslag. Volgens partijen wordt de zeggenschap over Achmea uitgeoefend door de Stichting Administratiekantoor Achmea. Achmea houdt alle aandelen in Achmea Verzekeringsholding N.V. en PVF Nederland N.V. en 70% van de aandelen in Achmea Bank Holding N.V. Achmea Verzekeringsholding N.V. houdt op haar beurt alle aandelen in AVCB Holding N.V. en Achmea Zorg N.V. Achmea Bank Holding N.V. houdt alle aandelen in Achmea Hypotheekbank N.V. en bijna alle aandelen in Staal Bank N.V. 3. Achmea is actief op het gebied van verzekeringen, vermogensbeheer, bancaire diensten en aanverwante dienstverlening, waaronder pensioenadministratie en rentegratiediensten (via Argonaut B.V. (hierna: Argonaut), de gezamenlijke dochter van Gak Holding B.V. en Achmea). 4. Gak Holding B.V. (hierna: Gak Holding) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Gak Holding maakt thans onderdeel uit van de als Gak Groep bekend staande groep van ondernemingen waarvan Gak Groep N.V. aan het hoofd staat. Binnen de Gak Groep bestaat een onderscheid tussen ondernemingen met een publiek karakter (de A-poot) en private ondernemingen (de B-poot). De A-poot van de Gak Groep wordt gevormd door een erkende uitvoeringsinstelling voor de sociale verzekering, Gak Nederland B.V. De B-poot van de Gak Groep wordt gevormd door Gak Holding. 5. Op het moment dat de concentratie tot stand wordt gebracht houdt Gak Holding alle aandelen in Gak Verzekeringen B.V. en Gak Sociale Zekerheid B.V. Voorts houdt Gak Holding 74% van de aandelen in Gak Bedrijfszorg B.V. die op haar beurt alle aandelen houdt in Arbo Groep Gak B.V. en een 51%-belang in Arbo Management Groep B.V. Tot slot neemt Gak Holding voor 50% deel in Argonaut (zie punt 3)[1].
6. Gak Holding is actief op het gebied van sociale zekerheid, waaronder arbodienstverlening, assurantiebemiddeling, preventie- en rentegratiediensten en additionele diensten zoals het uitvoeren van administratieve processen.
III. DE GEMELDE OPERATIE 7. De gemelde operatie betreft een aandelenruil waarbij alle aandelen in Gak Holding door Gak Groep aan Achmea zullen worden overgedragen in ruil voor verkrijging door Gak Groep van een minderheid van de certificaten in het kapitaal van Achmea, zoals neergelegd in de overeenkomst inzake totstandkoming fusie d.d. 10 april 2000.
IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT 8. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 7, omschreven transactie leidt er toe dat Achmea uitsluitende zeggenschap krijgt over Gak Holding. De door Gak Groep verworven certificaten in het kapitaal van Achmea verschaffen haar geen zeggenschap in Achmea. 9. Betrokken ondernemingen, in de zin van het Besluit vaststelling formulieren Mededingingswet (Staatscourant 1 van 2 januari 1998), zijn Achmea en Gak Holding. 10. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt.
V. BEOORDELING A. Relevante markten Relevante productmarkten 11. Volgens partijen vindt de concentratie plaats met betrekking tot: (i) het uitvoeren van (a) arbo- en (b) rentegratiediensten en (ii) de verkoop van verzekeringen. Arbodiensten 12. Van partijen is Gak Holding actief op het gebied van arbodiensten, terwijl Achmea ziektekostenverzekeringen aanbiedt. In de punten 35 en 36 wordt nader ingegaan op de potentile verticale relatie tussen deze activiteiten, alsmede de effecten van synergie. 13. In eerdere zaken is geconcludeerd dat de markt voor arbodienstverlening een scala van diensten omvat, waarvan de door de
Arbeidsomstandighedenwet omschreven diensten de kern vormen, maar die mede daarmee verband houdende, niet-wettelijke diensten omvat[2]. Partijen delen deze conclusie. Voorts zijn partijen van mening dat binnen de markt voor arbodiensten geen nader onderscheid moet worden gemaakt naar sectoren. 14. Partijen zijn voorts van oordeel In de besluiten als bedoeld in punt 13 is in het midden gelaten of er sprake is van n markt voor arbodienstverlening of van markten voor arbodienstverlening per sector. Het is in het onderhavige geval echter niet aannemelijk dat een dergelijke opsplitsing een dusdanig ander beeld zou opleveren van de marktposities van partijen dat de beoordeling hierdoor zou veranderen (zie de punten 34 tot en met 39). Een eventuele opsplitsing naar sectoren of soorten afnemers kan derhalve in casu achterwege blijven. Rentegratiediensten 15. Volgens partijen behelst rentegratie een vorm van dienstverlening waarbij in opdracht van de werkgever of de uitvoeringsinstelling zieke werknemers worden begeleid om hen zo spoedig mogelijk en zo goed mogelijk te herintegreren in het arbeidsproces. Deze vorm van dienstverlening gaat volgens partijen aanzienlijk verder dan de gebruikelijke dienstverlening door arbodiensten. Voorts stellen partijen dat het merendeel van de arbodiensten niet actief is op het gebied van rentegratiediensten, aangezien dit gespecialiseerde kennis en ervaring vereist die bij arbodiensten ontbreekt en die voor de uitvoering van hun taken ook niet is vereist. 16. Partijen zijn van mening dat het hier een nieuwe markt betreft, te weten de zogenaamde rentegratiemarkt. De activiteiten op dit gebied zijn nog pril en sterk in ontwikkeling, aldus partijen. Voorts wijzen zij op een onderscheid dat gemaakt zou kunnen worden naar zes groepen diensten die bij het rentegratieproces een rol spelen: (i) diensten met betrekking tot fysieke belasting; (ii) diensten met betrekking tot de mentale belasting; (iii) kenniscentra; (iv) diagnostiek & voorlichting; (v) arbeidstoeleiding en (vi) cordinatie van het aanbod van deze vijf groepen diensten. 17. Partijen zijn van mening dat het gentegreerd aanbieden van rentegratiediensten zodanig verschilt van het aanbieden van afzonderlijke activiteiten dat dit een afzonderlijke markt betreft. Zij wijzen er op dat bij de afnemers van rentegratiediensten de expertise en de wens ontbreekt om de afzonderlijke diensten zelf te selecteren en in te kopen. Afnemers zouden derhalve een sterke voorkeur hebben voor aanbieders die het volledige rentegratietraject voor hun rekening kunnen nemen, aldus partijen. 18. Gezien bovenstaande factoren kan met partijen worden aangenomen dat er een zeker onderscheid kan worden gemaakt tussen enerzijds arbodiensten en anderzijds rentegratiediensten. Gezien de marktposities van partijen (zie de punten 34 tot en met 40) kan in het onderhavige geval worden volstaan met een beoordeling ten aanzien van beide soorten diensten afzonderlijk en kan een eventuele opsplitsing naar sectoren of soorten afnemers achterwege blijven, aangezien het niet aannemelijk is dat een dergelijke afbakening een dusdanig ander beeld zou opleveren van de marktposities van partijen dat de beoordeling hierdoor zou veranderen.
Verzekeringen 19. Volgens partijen geldt voor de markt voor verzekeringen dat er afzonderlijke productmarkten bestaan voor ieder afzonderlijk te verzekeren risico, te weten levens-, schade- en herverzekeringen. 20. Ten gevolge van de concentratie zal sprake zijn van een verticale benvloeding op de volgende gebieden, waar Achmea actief is als verzekeraar en Gak Holding als assurantietussenpersoon optreedt: (i) collectieve ziekenfondsverzekeringen; (ii) collectieve particuliere ziektekostenverzekeringen; (iii) verzekeringen voor werkgevers voor ziekteverzuimschade; (iv) arbeidsongeschiktheidsverzekeringen voor zelfstandigen en (v) bedrijfs/beroepsaansprakelijkheidsverzekeringen. De groepen (i) en (ii) kunnen volgens partijen samen worden aangeduid als ziektekostenverzekeringen. 21. In het verleden is geconcludeerd dat op het gebied van zorgverzekeringen afzonderlijke markten worden onderscheiden voor enerzijds het aanbieden voor ziekenfondsverzekeringen en anderzijds het aanbieden van particuliere ziektekostenverzekeringen, aangezien afnemers van zorgverzekeringen geen keuze hebben tussen deze twee soorten zorgverzekeringen[3]. 22. Omdat bij collectieve en individuele ziektekostenverzekeringen het aanspreekpunt van de verzekeraar verschillend is, te weten werkgever respectievelijk werknemer, kunnen volgens partijen de productmarkten (i) en (ii) worden onderscheiden van individuele ziektekostenverzekeringen. Tegelijkertijd voeren partijen als argument tegen deze scheiding aan dat de werknemer steeds de keus heeft of hij zich al dan niet via zijn werkgever verzekert; het contact via de werkgever is niet veel anders dan dat via een agent of een ander verkoopkanaal. 23. Een nadere afbakening van de markt voor ziekenfondsverzekeringen en de markt voor particuliere ziektekostenverzekeringen kan hier evenwel achterwege blijven, omdat de uiteindelijke beoordeling van de gevolgen van de concentratie hierdoor niet wijzigt (zie de punten 41 en 42). 24. Groep (iii) vormt volgens partijen een aparte productmarkt omdat er een ander risico wordt verzekerd. Het gaat hierbij volgens hen in feite om drie groepen verzekeringen: (a) verzekering van het risico van doorbetaling van het loon gedurende het eerste jaar van de ziekte van de werknemer; (b) verzekering van het risico van overige kosten verbonden aan het ziekteverzuim van de werknemer zoals productieverlies, vervangingskosten, etc. en (c) verzekering van het WAO-hiaat dat op grond van CAO-afspraken vaak voor gezamenlijke rekening van de werknemer en de werkgever komt. 25. Groep (iv) betreft arbeidsongeschiktheidsverzekeringen voor zelfstandigen, welke het inkomensverlies van zelfstandigen als gevolg van arbeidsongeschiktheid beogen te dekken. Zelfstandigen zijn op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (Waz) verplicht verzekerd tegen het risico van arbeidsongeschiktheid.
26. Ook hier kan een precieze afbakening evenwel achterwege blijven, omdat de uiteindelijke beoordeling van de gevolgen van de concentratie hierdoor niet wijzigt (zie de punten 41 en 42). 27. Groep (v) betreft verzekering van de kosten van ondernemingen die voortvloeien uit wettelijke aansprakelijkheden. Aangezien deze activiteiten, in tegenstelling tot de overige in punt 20 genoemde verzekeringen, schadeverzekeringen betreffen zullen zij in het onderhavige geval afzonderlijk van de andere verzekeringen behandeld worden. Relevante geografische markten Arbodiensten 28. Volgens partijen heeft de geografische markt voor arbodiensten een nationale dimensie en is er geen aanleiding het bestaan van een nauwere geografische markt aan te nemen. 29. De markt(en) voor arbodienstverlening is/zijn geografisch beperkt tot Nederland, gelet op de in Nederland geldende wet- en regelgeving met betrekking tot arbodiensten, die afwijkt van die in andere landen, en de nationale structuur van de vraag voor dit type diensten. Voorts blijkt, zoals ook in eerdere zaken is geconcludeerd[4], dat de belangrijkste aanbieders van arbodiensten op nationale schaal actief zijn. Rentegratiediensten 30. Partijen stellen dat rentegratiediensten op een nationale markt worden aangeboden. Zij wijzen op de kennis van de taal en de zeer gecompliceerde, specifieke nationale regelgeving, die volgens partijen onontbeerlijk is voor het functioneren op dit gebied. Voorts stellen partijen dat er op dit gebied geen buitenlandse aanbieders actief zijn in Nederland en dat de voornaamste aanbieders landelijk actief zijn. 31. Met partijen kan op grond van de door hen genoemde factoren worden aangenomen dat rentegratiediensten op een nationale markt worden aangeboden. Verzekeringen 32. Volgens partijen zijn de markten voor de verzekeringen als bedoeld in de punten 20 en 24 geografisch beperkt tot Nederland. Met betrekking tot de relevante verzekeringsmarkten is noch Achmea, noch Gak Holding actief buiten Nederland. Er zijn volgens partijen nauwelijks buitenlandse aanbieders met noemenswaardige activiteiten op de relevante productmarkten. Ook de Europese Commissie gaat ondanks de internationalisering op het gebied van verzekeringen uit van verzekeringsmarkten die vooralsnog nationaal van aard zijn[5]. 33. In het onderhavige geval kan in het midden blijven of de activiteiten van partijen op het gebied van verzekeringen worden aangeboden op een nationale dan wel een ruimere markt, aangezien dit de uiteindelijke materile beoordeling niet benvloedt (zie de punten 41 en 42). B. Gevolgen van de concentratie
Arbodiensten 34. Gak Holding heeft twee dochterondernemingen die actief zijn als arbodienst: Arbo Groep Gak B.V. en Arbo Management Groep (hierna: AMG) [6]. Achmea is niet actief als arbodienst en evenmin in een markt die in een rechtstreekse relatie tot de markt voor arbodiensten staat. 35. Partijen stellen dat er wel een zekere potentile verticale relatie bestaat tussen arbodiensten en ziektekostenverzekeringen omdat arbodiensten schade door ziekteverzuim/arbeidsongeschiktheid beogen te beperken terwijl de risicos op het ontstaan van die schade worden gereduceerd door verzekering tegen het intreden van die schade. 36. Indien een onderneming of meerdere door structurele banden verbonden ondernemingen die op meerdere markten actief is/zijn op n of meer van die markten een hoog marktaandeel heeft/hebben, dan zouden eventuele synergie-effecten tussen de activiteiten op meerdere markten dienen te worden meegewogen bij de beantwoording van de vraag of er reden is om aan te nemen dat als gevolg van een concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. 37. In dit verband hebben partijen marktaandelen overgelegd. Het marktaandeel van Gak Holding op de markt voor arbodiensten is volgens partijen kleiner dan 20%[7]. Voorts stellen partijen dat het marktaandeel van Achmea op geen van de verzekeringsmarkten groter is dan 20%. Dit geldt zowel voor de verzekeringen die zij in het kader van Argonaut aanbiedt, waarbij Gak Holding, via een dochteronderneming, als tussenpersoon optreedt, als voor de overige verzekeringsactiviteiten van Achmea. 38. Partijen merken bovendien op dat het optreden van een foreclosure-effect, gezien het karakter van de markt voor arbodiensten, ook bij hogere marktaandelen onwaarschijnlijk is, aangezien de markten voor arbodiensten en verzekeringen groeimarkten zijn die worden gekenmerkt door een groot aantal grotere en kleinere aanbieders die op deze markten actief zijn. 39. Op basis van voornoemde marktaandelen en het feit dat de markt voor arbodiensten een relatief jonge markt in ontwikkeling is, is het niet aannemelijk dat op grond van eventuele synergie-effecten tussen de activiteiten van Achmea op het gebied van de verzekeringen en de activiteiten van Gak Holding op het gebied van arbodiensten als gevolg van de concentratie voor het ontstaan van een economische machtspositie op n of meer van de betrokken markten op het gebied van arbodiensten zou moeten worden gevreesd. Rentegratiediensten 40. Indien wordt uitgegaan van een afzonderlijke markt voor rentegratiediensten dan is de omvang van deze markt volgens partijen NLG 200300 miljoen[8]. Op basis van door partijen overgelegde omzetgegevens wordt geconcludeerd dat het gezamenlijke marktaandeel van Gak Holding en Achmea op deze markt kleiner is dan 15%. Indien op deze markt een nader onderscheid wordt gemaakt naar de in punt 16 genoemde deelmarkten dan
zijn gezien de snelle ontwikkelingen op dit gebied geen nauwkeurige marktvolumes bekend, maar is het niet aannemelijk dat de positie van partijen op deze deelmarkten tot wezenlijk andere inzichten zou leiden. Verder kan erop worden gewezen dat op elk van deze afzonderlijke markten verschillende andere aanbieders actief zijn. Verzekeringen 41. Op het gebied van verzekeringen is sprake van een verticale relatie tussen de activiteiten van partijen. Dit geldt met name voor de producten waarvoor Gak Holding als assurantietussenpersoon optreedt, hetgeen geldt voor de in punt 20 genoemde activiteiten. Partijen schatten de marktaandelen van Gak Holding en Achmea op deze gebieden op maximaal circa 20%. Er is geen aanleiding om te twijfelen aan deze gegevens. Voorts is Gak Holding uitsluitend actief als assurantietussenpersoon voor verzekeringen van Achmea [9]. Het marktaandeel van Gak kan derhalve in geen geval groter zijn dan het marktaandeel van Achmea op het gebied van de verschillende verzekeringsmarkten. 42. Op basis van bovenstaande marktaandelen en het feit dat Gak Holding uitsluitend assurantietussenpersoon is voor verzekeringen van Achmea, wordt geconcludeerd dat het niet aannemelijk is dat als gevolg van onderhavige transactie voor het ontstaan van een economische machtspositie op n of meer van de betrokken markten op het gebied van verzekeringen zou moeten worden gevreesd.
VI. CONCLUSIE 43. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. 44. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist. Datum: 22 juni 2000
De directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit, voor deze: w.g. Drs. R.J.P. Jansen
Hoofd Concentratiecontrole
Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam. -------------------------------------------------------------------------------[1] De ICT-activiteiten van de Gak Groep, het datatransport en het beheer van het onroerend goed, uitgevoerd door respectievelijk A.S.Z. Automatisering Sociale Zekerheid B.V., ViaPrisma N.V. en Gak Onroerend Goed B.V. (middels de 50% deelneming van Gak Onroerend Goed B.V. in Gak Onroerend Goed v.o.f.) worden voorafgaand aan de concentratie overgedragen aan Gak Groep en derhalve niet in onderhavige concentratie betrokken. Voorts wordt gewezen op het besluit van 22 maart 2000 in zaak 1804/PinkRoccade ASZ, waarin is aangegeven dat voor het tot stand brengen van de verwerving van alle aandelen in ASZ door PinkRoccade geen vergunning is vereist. [2] Zie het besluit van 14 april 2000 in zaak 1809/Interpolis Commit Beheer, het besluit 27 augustus 1999 in zaak 1414/PGGM-VGZ Twaalf Provincin, het besluit van 30 augustus 1999 in zaak 1423/Arbo Groep Gak Arbo Management Groep en het besluit van 19 oktober 1999 in zaak 1326/Arbo Unie. [3] Zie het besluit van 29 december 1998 in zaak 1165/ANOZ Verzekeringen ANOVA-ZAO, punt 32. [4] Zie bijvoorbeeld de besluiten in de zaken 1423/Arbo Groep Gak Arbo Management Groep en 1414/PGGM-VGZ Twaalf Provincin, beide reeds aangehaald. [5] Zie bijvoorbeeld de beschikkingen van de Commissie van 10 november 1999 in zaak COMP/M.1719-Delta Lloyd Verzekeringsgroep/Nuts Ohra en van 28 september 1999 in zaak IV/M.1691 Aegon UK/GRE. [6] In zaak 1423/Arbo Groep Gak Arbo Management Groep d.d. 30 augustus 1999 is geconcludeerd dat wanneer wordt uitgegaan van de omzet van de belangrijkste arbodiensten die landelijk actief zijn een gecombineerd aandeel van ruim 18% op de Nederlandse markt voor arbodienstverlening voor Arbo Groep Gak B.V. en AMG resulteert. [7] Dit geldt zowel bij een beoordeling op basis van het aantal werkgevers dat is aangesloten bij Gak Holding voor arbodiensten als bij een berekening op basis van omzet. [8] Partijen baseren dit standpunt op een recentelijk door MarketConcern uitgevoerd onderzoek naar rentegratieactiviteiten in Nederland. [9] Gak Holding voert voor Reaal de administratie van een pakket verzekeringen dat zij in het verleden heeft verkocht. Thans is zij, anders dan voor Achmea, niet meer actief voor derden.
Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.