BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2576/ Grontmij BRP - AVR Milieutechniek
I. MELDING 1. Op 3 juli 2001 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Grontmij Beheer Reststoffenprojecten B.V. voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over AVR Milieutechniek B.V. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 130 van 10 juli 2001. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht.
II. PARTIJEN 2. Grontmij Beheer Reststoffenprojecten B.V. (hierna: Grontmij BRP) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Grontmij BRP behoort tot de Grontmij groep. Grontmij N.V., een beursgenoteerde onderneming, staat aan het hoofd van deze groep. De Grontmij groep bestaat uit vier divisies, te weten Advies & Techniek, Data en Infrastructuur, Water & Reststoffen en Industrie, Bouw & Vastgoed. Grontmij BRP behoort tot de divisie Water & Reststoffen. Grontmij Water & Reststoffen Holding B.V. staat aan het hoofd van deze divisie; zij is actief op het gebied van de verwerking van huishoudelijk afval, bedrijfsafval, industrieel afval en de reiniging van grond. De overige ondernemingen die behoren tot de Grontmij groep leveren advies- en ingenieursdiensten, waaronder bouwadvies en -engineering, projectontwikkeling, realisatie, beheer en exploitatie. Grontmij BRP heeft gezamenlijke zeggenschap in BVNN/BKD vof, een onderneming die actief is op het gebied van fysisch chemische grondreiniging. Grontmij BRP heeft uitsluitende zeggenschap in Afvalverwerking Stainkoeln B.V. die actief is op het gebied van biologische grondreiniging. 3. AVR Recycling N.V. (hierna: AVR Recycling) is een naamloze vennootschap naar Nederlands recht. AVR Recycling behoort tot de AVR groep. Holding AVR-Bedrijven N.V. staat aan het hoofd van deze groep. Enig aandeelhouder in Holding AVR-Bedrijven N.V. is de gemeente Rotterdam. De AVR groep bestaat uit zes divisies, te weten AVR-Afvalverwerking, AVROverheid, AVR-Industrie, AVR-Recycling, AVR-Chemie en AVR-AVIRA. AVR Recycling staat aan het hoofd van de divisie AVR Recycling, die met name actief is op het gebied van het verwerken en bewerken van afval ten einde het geschikt te maken voor hergebruik. De overige ondernemingen die behoren tot de AVR groep zijn werkzaam zijn op het gebied van afvalinzameling en afvalverwerking, zoals verbranding van afval met energieproductie, compostering van huishoudelijk en bedrijfsafval en verwerking van gevaarlijk
afval. 4. AVR Milieutechniek B.V. (hierna: AVR Milieutechniek) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. AVR Recycling houdt 99% van de aandelen in AVR Milieutechniek; de Stichting EZMIA houdt 1%.[1] AVR Milieutechniek is actief op het gebied van grond- en grondwaterreiniging. Binnen de AVR groep is AVR Caldwell B.V. eveneens actief op het gebied van grond- en grondwaterreiniging. AVR Caldwell B.V. is een dochteronderneming van AVR Recycling.
III. DE GEMELDE OPERATIE 5. Thans wordt 99% van de aandelen in AVR Milieutechniek gehouden door AVR Recycling, die daarmee uitsluitende zeggenschap heeft over AVR Milieutechniek. Grontmij BRP is voornemens om 50% van de aandelen in AVR Milieutechniek te verwerven. 6. AVR Recycling en Grontmij BRP hebben hieromtrent op 21 december 2000 een overeenkomst tot koop en verkoop van aandelen inzake Arcadis Heidemij Realisatie Grondreiniging B.V. tussen AVR Recycling N.V. en Grontmij Beheer Reststoffenprojecten B.V. (hierna: de overeenkomst) gesloten. De overeenkomst behelst de verkoop en levering door AVR Recycling van 50% van de aandelen in AVR Milieutechniek aan Grontmij BRP. AVR Recycling zal de activiteiten van AVR Caldwell B.V. overdragen aan AVR Milieutechniek. AVR Caldwell B.V. zal vervolgens ophouden met het verrichten van marktactiviteiten. 7. Blijkens de overeenkomst is het doel van de operatie dat AVR Recycling en Grontmij BRP elk voor 50% zullen deelnemen in een onderneming, waarin zij activiteiten op het gebied van grondreiniging zullen inbrengen of waaraan zij deze activiteiten zullen overlaten. AVR Recycling heeft een koopoptie op het aandeel van 1% dat thans door de Stichting EZMIA in AVR Milieutechniek wordt gehouden. AVR Recycling heeft een verklaring overgelegd, waaruit blijkt dat zij deze optie gaat uitoefenen voorafgaand aan of onmiddellijk na de overdracht van 50% van de aandelen aan Grontmij BRP. De Stichting EZMIA heeft destijds 1% van de aandelen in Arcadis Heidemij Realisatie Grondreiniging B.V. verworven uitsluitend om fiscale redenen. Op het moment dat Grontmij BRP mede-aandeelhouder in AVR Milieutechniek wordt, vervallen deze redenen. Genoemde elementen brengen met zich dat uitoefening van de koopoptie thans zeer waarschijnlijk is[2] en dat ervan mag worden uitgegaan dat AVR Recycling het aandeel van 1% dat de Stichting EZMIA in AVR Milieutechniek houdt, zal verwerven voorafgaand aan of onmiddellijk na de overdracht van 50% van de aandelen aan Grontmij BRP. AVR Recycling zal als gevolg hiervan eveneens beschikken over 50% van de aandelen in AVR Milieutechniek.
IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT 8. Het concentratietoezicht is van toepassing op de gemelde operatie wanneer zij inhoudt de totstandbrenging van een gemeenschappelijke onderneming die duurzaam alle functies van een zelfstandige economische
eenheid vervult en die er niet toe leidt dat de oprichtende ondernemingen hun marktgedrag cordineren. Gezamenlijke zeggenschap 9. Grontmij BRP en AVR Recycling zullen ieder 50% van de aandelen in AVR Milieutechniek houden. Blijkens de statuten van AVR Milieutechniek geeft ieder aandeel recht op een stem en worden besluiten in de algemene vergadering van aandeelhouders als regel genomen met meerderheid van stemmen. Dit geldt in ieder geval voor beslissingen ten aanzien van het jaarlijkse beleidsplan en de begroting en de benoeming van de directie. Volgens opgave van partijen is er geen aandeelhoudersovereenkomst. Als gevolg hiervan zullen Grontmij BRP en AVR Recycling gezamenlijke zeggenschap hebben in AVR Milieutechniek. Zelfstandige economische eenheid 10. AVR Milieutechniek is de voortzetting van Arcadis Heidemij Realisatie Grondreiniging B.V. (zie voetnoot 1). Tevens zullen in AVR Milieutechniek de activiteiten van AVR Caldwell B.V. worden ondergebracht. Arcadis Heidemij Realisatie Grondreiniging B.V. en AVR Caldwell B.V. waren al langer als zelfstandige ondernemingen op de markt actief. Geen gevaar voor cordinatie 11. AVR Milieutechniek zal actief zijn op het gebied van grond- en grondwaterreiniging. Slechts n van de moederondernemingen, namelijk de Grontmij groep zal in beperkte mate actief blijven op het gebied van grond- en grondwaterreiniging (zie punt 23). 12. Na grond- en grondwaterreiniging blijven reststoffen achter. Dit betreft voor een klein deel gevaarlijk afval en voor een klein deel niet-gevaarlijk afval, dat beide gestort moet worden, en voor een klein deel bouw- en sloopafval dat gerecycled moet worden. Wat betreft het storten van gevaarlijk afval zijn de AVR groep en de Grontmij groep actief door middel van een gemeenschappelijke onderneming, Verwerking Bedrijfsafvalstoffen Maasvlakte C.V. (hierna: VBM). Gelet op het feit dat slechts een klein deel gevaarlijke afvalstoffen bij grond- en grondwaterreiniging vrijkomt (zie punt 25) en de AVR groep en de Grontmij groep nu al uitsluitend via een gemeenschappelijke onderneming op de markt voor het storten van gevaarlijk afval actief zijn, is het niet aannemelijk dat de voorgenomen operatie op dit punt zal leiden tot cordinatie tussen de AVR groep en de Grontmij groep. Wat betreft het storten van niet-gevaarlijk afval zijn de AVR groep en de Grontmij groep beide actief, zij het op regionaal verschillende markten en wanneer wordt uitgegaan van een landelijke markt met een zeer laag marktaandeel (zie punt 24). Gelet op het feit dat slechts een klein deel niet-gevaarlijke afvalstoffen bij grond- en grondwaterreiniging vrijkomt (zie punt 24), is het niet aannemelijk dat de voorgenomen operatie op dit punt zal leiden tot cordinatie tussen de AVR groep en de Grontmij groep. Op het gebied van het recyclen van bouw- en sloopafval is alleen de AVR groep actief. De Grontmij groep houdt circa 15% van de aandelen in een onderneming die actief is op het gebied van recycling van bouw- en sloopafval, maar zij heeft geen zeggenschap in deze onderneming. 13. Gelet op het voorgaande is het niet aannemelijk dat de voorgenomen
concentratie zal leiden tot cordinatie van het marktgedrag van de AVR groep en de Grontmij groep. Conclusie 14. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder c, van de Mededingingswet. De hierboven, onder de punten 5, 6 en 7 omschreven transactie leidt er toe dat AVR Recycling en Grontmij BRP gezamenlijke zeggenschap verkrijgen in AVR Milieutechniek (de gemeenschappelijke onderneming). 15. Betrokken ondernemingen, in de zin van het Besluit vaststelling formulieren Mededingingswet (Staatscourant 1 van 2 januari 1998), zijn AVR Recycling en Grontmij BRP. 16. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt.
V. BEOORDELING A. Relevante markten Relevante productmarkten Horizontale relatie 17. AVR Milieutechniek is actief op het gebied van grond- en grondwaterreiniging. De Grontmij groep is eveneens op dit gebied actief. Eerder is uitgegaan van n markt voor de reiniging van grond en grondwater. Hierbij kon in het midden worden gelaten of de markt voor de reiniging van grond en grondwater nader diende te worden onderscheiden naar de toegepaste reinigingsmethode (thermische reiniging, natte reiniging en biologische reiniging f in situ reiniging, on site reiniging en ex situ reiniging) of naar combinaties van deze reinigingsmethodes (bijvoorbeeld biologische in situ reiniging), aangezien dit geen gevolgen had voor de uiteindelijke materile beoordeling.[3] Ook in het onderhavige geval zal worden uitgegaan van het bestaan van n markt voor de reiniging van grond en grondwater, waarbij eveneens in het midden kan worden gelaten of nadere onderscheidingen binnen deze markt moeten worden gemaakt (zie punt 23). Verticale relaties 18. Na grond- en grondwaterreiniging blijven reststoffen achter. Dit betreft voor een klein deel niet-gevaarlijk afval, dat gestort moet worden. De Grontmij groep is evenals de AVR groep actief op het gebied van het storten van nietgevaarlijk afval. Eerder is geconcludeerd dat het storten van niet-gevaarlijk afval een afzonderlijke productmarkt vormt[4]. In casu is derhalve sprake van een verticaal benvloede markt voor het storten van niet-gevaarlijk afval. 19. Na grond- en grondwaterreiniging blijven reststoffen achter. Dit betreft voor een klein deel gevaarlijk afval, dat gestort moet worden. De Grontmij groep en de AVR groep zijn actief op het gebied van het storten van gevaarlijk afval via
een gemeenschappelijke dochteronderneming. Eerder is geconcludeerd dat het storten van gevaarlijk afval een afzonderlijke productmarkt vormt[5]. De markt voor het storten van gevaarlijk afval is derhalve aan te merken als een verticaal benvloede markt. Relevante geografische markten Horizontale relatie 20. Eerder is ervan uitgegaan dat de markt(en) voor reiniging van grond en grondwater ten minste nationaal zijn.[6] Ook in het onderhavige geval zal hiervan worden uitgegaan. Verticale relaties 21. Eerder is in het midden gelaten of er sprake is van een nationale of van een regionale markt voor het storten van niet gevaarlijk afval.[7] Ook in het onderhavige geval kan dit in het midden blijven omdat de uiteindelijke beoordeling hierdoor niet wordt benvloed (zie punt 24). 22. Eerder is reeds geconcludeerd dat sprake is van een nationale markt voor het storten van gevaarlijk afval.[8] Ook in het onderhavige geval zal hiervan worden uitgegaan. B. Gevolgen van de concentratie Horizontale relatie 23. AVR Milieutechniek en de Grontmij groep hebben op een nationale markt voor de reiniging van grond en grondwater een marktaandeel van minder dan 15%. Ook indien nadere onderscheidingen worden gemaakt naar de toegepaste reinigingsmethode (thermische reiniging, natte reiniging en biologische reiniging f in situ reiniging, on site reiniging en ex situ reiniging) of naar combinaties van deze reinigingsmethodes (bijvoorbeeld biologische in situ reiniging) blijft het gezamenlijke marktaandeel van AVR Milieutechniek en de Grontmij groep onder de 15%.[9] Het marktaandeel van de Grontmij groep is naar schatting van partijen bij alle mogelijke marktafbakeningen minder dan 1%.[10] Op deze markt(en) zijn verschillende andere aanbieders actief, waaronder Heijmans Milieutechniek B.V., Boskalis Dolman B.V. en BAM NBM Milieu. Verticale relaties 24. De Grontmij groep heeft op een mogelijke nationale markt voor het storten van niet-gevaarlijk afval een marktaandeel van minder dan 5%. Wanneer gekeken wordt naar het gezamenlijke marktaandeel van de Grontmij groep en de AVR groep, dan blijft dit op een nationale markt eveneens onder de 5%. Wanneer wordt uitgegaan van regionale markten voor het storten van nietgevaarlijk afval, bestaat er geen overlap tussen de activiteiten van de Grontmij groep en de AVR groep. De AVR Groep is uitsluitend in de provincie Gelderland actief, waar zij een marktaandeel heeft van minder dan 5%. De Grontmij groep is uitsluitend in de provincie Groningen actief, waar zij de enige aanbieder is.[11] Na grond- en grondwaterreiniging blijft slechts een klein deel stortbaar niet-gevaarlijk afval over.[12]
25. De Grontmij groep en de AVR groep zijn op de markt voor het storten van gevaarlijk afval actief via een gemeenschappelijke onderneming, VBM. VBM heeft op een nationale markt voor het storten van gevaarlijk afval een marktaandeel van circa [30-40]*%. Er komt maar een zeer geringe hoeveelheid gevaarlijk afval vrij uit de activiteiten van AVR Milieutechniek in vergelijking met het totale aanbod van gevaarlijk afval.[13] Grontmij BRP biedt geen gevaarlijk afval, afkomstig van grondreiniging, ter storting aan. De markt voor het storten van gevaarlijk afval is sterk onderworpen aan overheidsregulering. 26. Gelet op het bovenstaande is het niet aannemelijk dat de onderhavige concentratie marktafsluitende gevolgen kan hebben op het gebied van het storten van gevaarlijk of niet-gevaarlijk afval.
VI. CONCLUSIE 27. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist. Datum: 8 oktober 2001
De directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit, voor deze: w.g. mr. J. Schnau Directeur Concentratiecontrole
Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam. -------------------------------------------------------------------------------[1] AVR Milieutechniek B.V. is na statutenwijziging de nieuwe naam voor Arcadis Heidemij Realisatie Grondreiniging B.V. (zie het besluit van 28 november 2000 in zaak 2041/ AVR Arcadis Heidemij Realisatie
Grondreiniging). De Stichting EZMIA is een onafhankelijke stichting naar Nederlands recht. Aan de door Stichting EZMIA gehouden aandelen zijn geen vetorechten verbonden. [2] Zie ook de Mededeling van de Europese Commissie betreffende het begrip concentratie (Pb C van 2 maart 1998, p.5, punt 15). [3] Zie het besluit in zaak 2041/ AVR Arcadis Heidemij Realisatie Grondreiniging, reeds aangehaald, punten 11 en 12. [4] Zie het besluit van 3 februari 2000 in zaak 1690/ AVR Avira, punt 8 e.v. [5] Zie het besluit in zaak 1690/ AVR Avira, reeds aangehaald, punt 11. [6] Zie het besluit in zaak 2041/ AVR Arcadis Heidemij Realisatie Grondreiniging, reeds aangehaald, punt 16. [7] Zie het besluit in zaak 1690/ AVR Avira, reeds aangehaald, punt 16. [8] Zie het besluit in zaak 1690/AVR Avira, reeds aangehaald, punt 23. [9] Partijen zijn wat betreft de bepaling van de totale marktomvang niet in staat om een onderscheid te maken tussen on site en ex situ reiniging. [10] Zie voetnoot 9. [11] De overheid streeft ernaar het aantal stortplaatsen te beperken. Als gevolg van dit beleid is er volgens partijen thans in de provincie Groningen nog n stortplaats. [12] De hoeveelheid te storten niet-gevaarlijk afval die door partijen in dit kader wordt aangeboden, maakt veel minder dan 20% van de totale hoeveelheid te storten niet-gevaarlijk afval uit. * In deze openbare versie van het besluit zijn vertrouwelijke gegevens verwijderd of weergegeven door middel van een bandbreedte; dit is aangegeven met vierkante haken. [13] De hoeveelheid te storten gevaarlijk afval die door AVR Milieutechniek in dit kader wordt aangeboden, maakt veel minder dan 20% van de totale hoeveelheid te storten gevaarlijk afval uit.
Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.