BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1736/Cebeco-La Royale
I. MELDING 1. Op 14 januari 2000 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Coperatie Koninklijke Cebeco Groep U.A. voornemens is zeggenschap te verkrijgen in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over La Royale Holding B.V.. 2. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 15 van 21 januari 2000. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht. Ambtshalve zijn vragen gesteld aan verschillende marktpartijen.
II. PARTIJEN 3. Coperatie Koninklijke Cebeco Groep U.A. (hierna: Cebeco) is een coperatie naar Nederlands recht. Zij heeft als leden een 24-tal coperaties. 4. Cebeco is, ten behoeve van de boeren en tuinders die zijn aangesloten bij de coperaties die lid zijn van Cebeco, via diverse werkmaatschappijen actief op het gebied van de ontwikkeling en verkoop van planten en zaden, de ontwikkeling, inkoop en verkoop van grond- en hulpstoffen en dierlijk uitgangsmateriaal voor boeren en tuinders (bijvoorbeeld veevoeders, kunstmeststoffen), de be- en verwerking van agrarische grondstoffen, zoals aardappelen, vlees, eieren en tuinbouwgroenten tot maaltijden, maaltijdcomponenten of snacks, waaronder het slachten, verwerken en verkopen van pluimvee (kip en kalkoen) en pluimveevleesproducten. 5. La Royale Holding B.V. (hierna: La Royale) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Zij heeft als aandeelhouders: Mondi B.V., Dutch Avian Select B.V. en Victoire B.V.. 6. La Royale is via diverse dochterondernemingen actief op het gebied van het slachten, verwerken en verkopen van pluimvee (vleeskuikens) en kipproducten en de handel in pluimvee, wild en gevogelte, zowel import als export.
III. DE GEMELDE OPERATIE
7. De gemelde operatie is neergelegd in een Intentieovereenkomst van 5 november 1999 tussen de aandeelhouders van La Royale en Cebeco en een Conceptkoopovereenkomst aandelen in La Royale Holding B.V. van 14 december 1999, die de overname van La Royale door Cebeco behelsen. 8. Dit wordt in de volgende stappen gerealiseerd. Cebeco zal met werkende kracht per 1 januari 2000 51% van de aandelen in La Royale verwerven en daarmee de zeggenschap[1]. Per 1 januari 2003 zal Cebeco additioneel 19% van de aandelen in La Royale verwerven; de overige 30% van de aandelen in La Royale zullen uiterlijk 1 januari 2008 aan Cebeco worden overgedragen.[2]
IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT 9. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 8, omschreven transactie van verwerving van 51% van de aandelen leidt er toe dat Cebeco uitsluitende zeggenschap zal verkrijgen in La Royale. 10. Betrokken ondernemingen, in de zin van het Besluit vaststelling formulieren Mededingingswet (Staatscourant 1 van 2 januari 1998), zijn Cebeco en La Royale. 11. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt.
V. BEOORDELING A. Relevante markten Relevante productmarkten Opvatting partijen 12. Partijen geven aan dat Cebeco[3] en La Royale[4] beide actief zijn op de markt voor vleeskuikenslachterijen en de markt voor verwerking van vleeskuikens en ander vlees, zowel voor de versmarkt als voor de diepvriesmarkt en de markt voor convenience producten en snacks[5]. Verticale relatie Cebeco heeft een minderheidsbelang van 40% (geen zeggenschap) in CAS Pluimvee B.V., die zich bezighoudt met het fokken van vleeskuikens. Beoordeling a. De markt voor het slachten van pluimvee 13. Slachterijen zijn tegenwoordig gespecialiseerd in het slachten van n bepaalde diersoort, zoals bijvoorbeeld varkens, runderen of pluimvee[6]. Dit hangt samen met het feit dat het slachtproces voor een belangrijk deel is geautomatiseerd.[7] Voor het slachten van pluimvee is andere apparatuur
nodig dan voor het slachten van andere diersoorten; slachtlijnen voor de onderscheiden diersoorten verschillen in hoogte, omvang, gewicht, opbouw enz.. Overschakeling op het slachten van een andere diersoort is zonder omvangrijke investeringen niet mogelijk. Een en ander wordt door partijen en andere marktdeelnemers bevestigd. In het onderhavige geval zal worden uitgegaan van een aparte markt voor het slachten van pluimvee. 14. Geslacht pluimvee moet verder worden uitgebeend en veredeld. Veel slachterijen hebben een eigen uitsnijd- en veredelingsafdeling, maar het uitsnijd- en veredelingsproces vindt ook plaats bij gespecialiseerde veredelingsbedrijven. Met name de grotere slachterijen[8] - dit zijn de belangrijkste concurrenten van Cebeco en La Royale - doen het uitsnijd- en veredelingsproces van het door hen geslachte pluimvee zelf. Van het door Cebeco verwerkte pluimveevlees komt 99% uit de eigen slachterij. Ook La Royale beent het door haar geslachte pluimvee zelf uit en veredelt dit. Het slachten, uitsnijden en veredelen van pluimvee zal daarom in dit geval tezamen worden bezien. b. De markt voor het verwerken van vlees 15. Het pluimvee dat geslacht, uitgesneden en veredeld is, wordt verder verwerkt tot verse pluimveeproducten, diepvriesproducten of convenience producten en snacks. Partijen verwijzen naar een beschikking van de Europese Commissie waarin[9] zij onder meer overwoog dat uit de door partijen verstrekte gegevens bleek dat pluimveevlees wat betreft consumentenvoorkeur en prijsstelling is te onderscheiden van andere vleessoorten (met name varkens- en rundvlees). Producenten leggen zich veelal toe op de verwerking van een specifieke vleessoort, met als gevolg dat voor de verschillende vleessoorten andere producenten actief zijn. Een verdere behandeling van de vraag of bovengenoemde vleessoorten tot dezelfde markt of tot aparte markten behoren kon in genoemde zaak achterwege blijven, omdat dit voor de uiteindelijke beoordeling niet uitmaakte. Concurrenten van partijen bevestigen dat marktdeelnemers zich veelal specialiseren in het verwerken van een bepaalde vleessoort; daarnaast wijzen zij echter op het bestaan van andere marktdeelnemers zoals bijvoorbeeld Mora die zich hebben gespecialiseerd in convenience producten, die van diverse vleessoorten afkomstig zijn. 16. In het onderhavige geval kan in het midden blijven of moet worden uitgegaan van een markt voor de verwerking van vlees of dat er nadere onderscheidingen moeten worden gemaakt, bijvoorbeeld naar een aparte markt voor het verwerken van pluimveevlees (zie punten 23 en 24). 17. Wat betreft de verwerking van (pluimvee)vlees zou weer een nadere afbakening gemaakt kunnen worden naar vers vlees, diepvriesproducten, snacks en convenience producten.[10] In het onderhavige geval kan echter in het midden blijven of hier sprake is van aparte markten, omdat dit de materile beoordeling niet benvloedt (zie punt 25). Relevante geografische markten a. De markt voor het slachten van pluimvee 18. Partijen stellen dat de inkoopmarkt voor slachtpluimvee overwegend nationaal is. Zowel Cebeco als la Royale kopen hun slachtpluimvee vrijwel
uitsluitend in Nederland in. Slechts vlak over de grens in Duitsland en Belgi wordt ook slachtpluimvee ingekocht. Van het pluimvee dat La Royale slacht, bevindt 85% zich binnen een straal van 75 kilometer rondom de slachterij, aldus partijen. In onderhavige zaak kan evenwel in het midden blijven of de markt voor het slachten van pluimvee regionaal, nationaal of ruimer is, omdat dit de materile beoordeling niet benvloedt (zie punten 20 en 21). b. De markt voor het verwerken van vlees 19. Partijen stellen dat de markt voor verwerking van (pluimvee)vlees, zowel aan inkoop- als aan verkoopzijde, mondiaal is of ten minste gelijk aan Europa. De markt voor verwerking van vers vlees is Europees; de markt voor verwerking van diepvriesproducten is mondiaal. (Pluimvee)vlees kan door middel van koeltransport over grotere afstanden worden vervoerd; voor diepvriesproducten geldt dit in nog in meerdere mate, aldus partijen. In onderhavige zaak kan in het midden blijven of de markt voor het verwerken van vlees nationaal, Europees of ruimer is, omdat dit de materile beoordeling niet benvloedt (zie punten 23 tot en met 25). B. Gevolgen van de concentratie a. De markt voor het slachten van pluimvee 20. Op de markt voor het slachten van pluimvee zullen partijen binnen Nederland een gezamenlijk marktaandeel van circa [10-20][11]% verkrijgen (Cebeco heeft een marktaandeel van circa [10-20]%, La Royale van circa [010]%). In Nederland zijn ongeveer 15 slachterijen actief. Er is n concurrent met een even groot marktaandeel als Cebeco en La Royale gezamenlijk; daarnaast is er een aantal kleinere concurrenten actief. 21. Op mogelijke regionale markten bestaat er geen overlap tussen Cebeco en La Royale, omdat Cebeco geen vleeskuikens inkoopt in de gebieden vanwaar La Royale haar vleeskuikens betrekt. Partijen zijn wat betreft het inkopen van slachtpluimvee buiten Nederland nauwelijks actief. Verticale relatie 22. Cebeco koopt ongeveer tweederde van de door haar benodigde vleeskuikens in bij CAS Pluimvee B.V., waarin zij 40% van de aandelen houdt. Cebeco draagt hiermee bij aan circa 70% van de omzet van CAS Pluimvee B.V.. La Royale neemt niet af van CAS Pluimvee B.V.. CAS Pluimvee B.V. heeft, naar blijkt uit gegevens die door partijen zijn verstrekt, op de Nederlandse markt voor vleeskuikens een marktaandeel van circa [1020]%. Gelet op het gezamenlijk marktaandeel van Cebeco en La Royale in relatie tot het marktaandeel van CAS Pluimvee B.V. is het niet aannemelijk dat de voorgenomen concentratie marktafsluitende effecten zal hebben. b. De markt voor het verwerken van vlees 23. Indien de diverse vleessoorten (rundvlees, varkensvlees, pluimveevlees) geacht worden te behoren tot dezelfde productmarkt, hebben partijen een gezamenlijk marktaandeel in Nederland van [0-10]%. Op een ruimer dan nationale markt is het gezamenlijk marktaandeel geringer. 24. De activiteiten van partijen overlappen met name op het gebied van pluimveevlees. Op dit gebied hebben partijen een gezamenlijk marktaandeel
in Nederland van circa [10-20]%, en in Europa van circa [0-10]%. Op een ruimer dan Europese markt is het gezamenlijk marktaandeel nog lager. 25. Indien nader onderscheid wordt gemaakt naar diepvriesproducten, versproducten of convenience producten en snacks hebben partijen op alle genoemde deelgebieden, zowel op een nationale als op een ruimer dan nationale markt, een marktaandeel van minder dan 15%. Hierop bestaat n uitzondering. Op de Nederlandse markt voor convenience producten en snacks heeft Cebeco een marktaandeel van circa [20-30]%, waaraan als gevolg van de voorgenomen overname [0-5]% marktaandeel van La Royale zal worden toegevoegd. Convenience producten en snacks worden meestal als diepvriesproducten verkocht, zodat het voor de hand ligt dat de markt ruimer dan nationaal is (zie punt 19). Op een Europese markt voor convenience producten en snacks zullen Cebeco en La Royale beschikken over een gezamenlijk marktaandeel van circa [0-10]%.
VI. NEVENRESTRICTIES 26. Partijen hebben verzocht om een non-concurrentiebeding, zoals opgenomen in artikel 7.1 van de conceptkoopovereenkomst, aan te merken als nevenrestrictie. Krachtens dit artikellid verbinden verkopers zich om gedurende een periode van vijf jaar na afstoting van alle aandelen in La Royale, niet actief te zijn in het geografisch gebied waarin La Royale alsdan actief zal zijn in de handel in pluimvee, wild en gevogelte, zowel import als export, alsmede de exploitatie van een pluimveeslachterij. Partijen stellen dat het non-concurrentiebeding noodzakelijk is om Cebeco te beschermen tegen het gebruik van de kennis en ervaring die de verkopers, die tevens de directie vormen van La Royale, hebben voor het opzetten van een concurrerende onderneming. In casu zijn volgens partijen de omstandigheden die een duur van vijf jaar rechtvaardigen gelegen in het feit dat de verkopers jarenlang actief het bedrijf hebben geleid en beschikken over veel specifieke kennis over de inen verkoopkanalen van La Royale en de markt waarop La Royale actief is. 27. Het is aannemelijk dat een dergelijk non-concurrentiebeding in beginsel rechtstreeks verbonden is aan de concentratie en dat het noodzakelijk is voor haar verwezenlijking. De duur en de geografische draagwijdte van het onderhavige beding, die geen van beide gerelateerd zijn aan het moment van totstandbrenging van de concentratie (de overdracht van zeggenschap), gaan echter verder dan wat redelijkerwijs als noodzakelijk wordt beschouwd voor de verwezenlijking van de concentratie. 28. Op grond van het voorgaande kan worden geconcludeerd dat het in punt 26 beschreven beding, voorzover de duur van de clausule zich beperkt tot vijf jaar na totstandbrenging van de concentratie - 1-1-2000 - en voorzover de geografische draagwijdte zich niet verder uitstrekt dan tot het gebied waarin La Royale thans actief is, als rechtstreeks verbonden aan en noodzakelijk voor de verwezenlijking van de concentratie kan worden beschouwd.
VII. CONCLUSIE 29. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de
Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. 30. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist. 31. Gelet op de overwegingen in de punten 26 tot en met 28 is de directeurgeneraal van oordeel dat, voorzover de in punt 26 omschreven clausule een overeenkomst vormt als bedoeld in artikel 6 van de Mededingingswet, dat artikel ingevolge artikel 10 van de Mededingingswet, niet geldt voor deze overeenkomst, voorzover de duur van de clausule zich beperkt tot vijf jaar na de totstandbrenging van de concentratie en voorzover de geografische draagwijdte zich niet verder uitstrekt dan tot het gebied waarin La Royale thans actief is. Datum: 6-03-2000
De directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit, voor deze: w.g. drs. R.J.P. Jansen Hoofd Concentratiecontrole Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam. -------------------------------------------------------------------------------[1] Elk aandeel geeft recht op n stem. In de algemene vergadering van aandeelhouders worden alle besluiten, met inbegrip van de benoeming van directeuren, genomen met volstrekte meerderheid van uitgebrachte stemmen (artikel 13 statuten van La Royale). Er zullen geen vetorechten gelden. [2] Partijen zijn inmiddels wat betreft de resterende 49% van de aandelen mondeling overeengekomen dat Cebeco een optie op deze aandelen verkrijgt, die uitoefenbaar is in december 2000 of begin 2001; Cebeco zal de resterende 49% van de aandelen in elk geval uiterlijk op 1-1-2005 verwerven. De Conceptkoopovereenkomst is nog niet aangepast. [3] Cebeco is actief op het gebied van het slachten, verwerken en verkopen van pluimvee en pluimveevleesproducten via Plukon Beheer B.V. die de
aandelen houdt in Plukon Poultry B.V. en Plusfood B.V.. [4] La Royale is actief op het gebied van het slachten, verwerken en verkopen van vleeskuikens en kipproducten door middel van Vleesch du Bois B.V. en Kipcentrale B.V.. [5] Cebeco slacht en verwerkt naast vleeskuikens tevens kalkoenen; La Royale is niet actief op het gebied van kalkoenen. De markt voor pluimveevlees bestaat voor ongeveer 97% uit kippenvlees en voor het overige uit kalkoenvlees (Zie het Besluit in zaaknr. 1409/Nutreco Hencu van 4 augustus 1999, voetnoot 1). Gezien dit geringe aandeel van kalkoenvlees op het totaal van pluimveevlees en omdat er tussen partijen geen overlap is op het gebied van kalkoenvlees, wordt de markt voor pluimveevlees in onderhavige zaak niet verder onderverdeeld in kippen- en kalkoenvlees. [6] Binnen de sector pluimvee bestaan in verband met de grootte van kalkoenen aparte slachtlijnen voor kalkoenen en kippen. Hierop zal verder niet worden ingegaan; zie voetnoot 5. [7] Zie hieromtrent het Besluit van 18 mei 1998 inzake zaaknr. 349/ SturkoMeat - Jansen Group, punt 14. [8] Zoals Storteboom, Goossens en Nutreco. [9] Beschikking van de Europese Commissie van 24 september 1998 in zaak IV/M.1262 Cebeco/Plukon, punt 6. [10] Zie de beschikking van de Europese Commissie, reeds aangehaald, punt 7. [11] Om redenen van vertrouwelijkheid zijn in de openbare versie van dit besluit marktaandelen weergegeven met een bandbreedte. Dit is aangegeven door middel van vierkante haken.
Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.