OPENBARE VERSIE
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaak nr: 1427/ The Greenery – Fruitmasters I.
Nummer: 1427/ 14
MELDING
1. Op 30 juli 1999 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat The Greenery International B.V. en Coöperatie Fruitmasters Groep U.A. voornemens zijn een gemeenschappelijke onderneming tot stand te brengen, in de zin van artikel 27, onder c, van de Mededingingswet. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 146 van 3 augustus 1999. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht. Ambtshalve zijn vragen gesteld aan verschillende marktpartijen. II.
PARTIJEN
2. The Greenery International B.V. (hierna: The Greenery) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. The Greenery is een 100%-dochteronderneming van Coöperatie VoedingsTuinbouw Nederland U.A. (VTN) en is de marketing- en verkooporganisatie van de circa 6000 groente- en fruittelers die bij VTN zijn aangesloten. The Greenery is voorts via enkele dochterondernemingen actief in de handel in en de import en export van groente en fruit. 3. Coöperatie Fruitmasters Groep U.A. (hierna: Fruitmasters) is een coöperatie met uitsluiting van aansprakelijkheid naar Nederlands recht. Fruitmasters verkoopt door haar veiling- en bemiddelingsdiensten de producten van de circa 1500 bij haar aangesloten fruittelers. Fruitmasters is op 31 december 1998 ontstaan door een fusie van drie coöperaties: Coöperatieve Fruitveiling Geldermalsen en Omstreken B.A., Coöperatie Afzet Tuinbouwproducten “Rijn-Waal-Maas” U.A. en de Coöperatie van Aanvoerders bij de “ Fruitveiling Wijk bij Duurstede” U.A. te Geldermalsen.
III.
DE GEMELDE OPERATIE
1
OPENBARE VERSIE
OPENBARE VERSIE
4. De gemelde operatie betreft de totstandbrenging van een gemeenschappelijke onderneming (hierna: g.o.) waarin partijen hun activiteiten zullen bundelen op het gebied van veiling- en bemiddelingsdiensten voor de afzet van fruit. 5. Partijen hebben de voorgenomen concentratie omschreven in een bij de melding overgelegde intentieverklaring van 25 juni 1999. Nadere details over de concentratie werden door partijen desgevraagd als aanvulling op de melding ingediend, onder meer in een conceptaandeelhoudersovereenkomst van 12 augustus 1999 en een notitie over ‘corporate governance’ van 6 augustus 1999. IV.
TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT
Gezamenlijke zeggenschap 6. De hierboven, onder punt 4, omschreven transactie leidt er toe dat een onderneming wordt opgericht waarin The Greenery en Fruitmasters Holland B.V., een onderdeel van Fruitmasters, ieder voor 50% deelnemen. Ieder van de aandeelhoudende vennootschappen zal drie commissarissen benoemen, en deze vennootschappen zullen gezamenlijk een of twee commissaris(sen) benoemen. 7.
[…..]*
8. […..]* * Duurzame zelfstandige economische eenheid 9. Partijen zullen aan de g.o. bedrijfsmiddelen verschaffen die reeds thans de basis vormen voor een bedrijfsactiviteit die alle functies van een zelfstandige economische eenheid in zich verenigt, te weten het uitoefenen van het veiling- en bemiddelingsbedrijf voor fruit. Deze activiteit wordt, op basis van deze bedrijfsmiddelen, reeds thans duurzaam uitgeoefend. *
Verwijderd; vertrouwelijke gegevens. Niet-vertrouwelijke samenvatting: Ten aanzien van de besluitvorming over
belangrijke strategische beslissingen hebben partijen onder meer het volgende naar voren gebracht: • •
•
De aandeelhouders benoemen de directie van de onderneming, waarbij de instemming van elk der aandeelhouders is vereist. Voor een besluit tot schorsing, ontslag of niet-herbenoeming van een commissaris is de instemming van beide aandeelhouders en van een gekwalificeerde meerderheid van de Raad van Commissarissen vereist. De Raad van Commissarissen beslist over de schorsing of het ontslag van directieleden, over de goedkeuring van het meerjarenplan en het jaarlijkse budget en over belangrijke investeringen.
**
Verwijderd; vertrouwelijke gegevens. Niet-vertrouwelijke samenvatting: De aandeelhouders hebben de mogelijkheid
om gezamenlijk een veto uit te spreken over beslissingen die van essentieel belang zijn voor het strategische gedrag van de g.o., zodat deze onder de gezamenlijke zeggenschap van partijen zal komen te staan.
2
OPENBARE VERSIE
OPENBARE VERSIE
Partijen beogen een duurzame samenwerking en gaan deze aan voor onbepaalde tijd. Een en ander rechtvaardigt de conclusie dat er sprake is van de totstandbrenging van een gemeenschappelijke onderneming die duurzaam alle functies van een zelfstandige economische eenheid zal vervullen. Geen coördinatie van het marktgedrag tussen de oprichtende ondernemingen. 10. Partijen zullen al hun activiteiten op het gebied van veiling en bemiddeling van fruit in de g.o. onderbrengen. Uit de intentieverklaring blijkt voorts dat partijen zich ertoe zullen verbinden om zich te onthouden van met de g.o. concurrerende activiteiten. Hieruit blijkt dat zij zich duurzaam van de markt terugtrekken waarop de g.o. actief zal zijn. Daarbij is bovendien van belang dat The Greenery zelfstandig de verwante activiteit op het gebied van de veiling en bemiddeling van groenten zal blijven uitoefenen, maar dat Fruitmasters op dit terrein niet actief is. Er kan daarom worden geconcludeerd dat de totstandbrenging van de g.o. er niet toe zal leiden dat The Greenery en Fruitmasters hun marktgedrag ten aanzien van een of meer van deze activiteiten zullen coördineren. 11. Uit het voorgaande vloeit voort dat de gemelde operatie een concentratie is in de zin van artikel 27, onder c, van de Mededingingswet. 12. Betrokken ondernemingen, in de zin van het Besluit vaststelling formulieren Mededingingswet (Staatscourant 1 van 2 januari 1998), zijn Fruitmasters en The Greenery. 13. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt.
V.
BEOORDELING
A.
RELEVANTE MARKTEN
Rel evan t e pr oduct mar kt en Opvatting van partijen 14. Partijen hebben naar voren gebracht dat de activiteiten die in de g.o. zullen worden ondergebracht betrekking hebben op de afzet van de fruittelende leden van de aan partijen verbonden coöperaties. De afzet geschiedt door veiling en door bemiddeling die door tussenkomst van partijen plaatsvindt. Partijen omschrijven hun activiteiten dan ook als veilingen bemiddelingsdiensten ten behoeve van de bij hen aangesloten fruittelers. Deze activiteiten omvatten de keuring van het aangevoerde fruit en de indeling daarvan in kwaliteitsklassen, de
3
OPENBARE VERSIE
OPENBARE VERSIE
opstelling van het fruit ter schouwing door de kopers, de veiling of het door bemiddeling samenbrengen van kopers en verkopers alsmede de verdere logistieke en administratieve afhandeling van de verkooptransacties. In samenhang met de veiling- en bemiddelingsdiensten leveren partijen logistieke en facilitaire diensten zoals expeditie en verpakkingsactiviteiten, stellen zij (veelal gekoelde) opslagruimte ter beschikking en spelen zij een rol bij de distributie van verpakkingsmaterialen. Voor de dienstverlening die bestaat uit veiling en bemiddeling of die daarmee rechtstreeks verband houdt, betaalt de teler provisie en een bijdrage in verpakkings- en logistieke kosten, terwijl de koper een bedrag aan verladingskosten betaalt. Overige diensten worden apart in rekening gebracht. 15. Partijen zetten door middel van hun veiling- en bemiddelingsdiensten de volgende fruitsoorten af: hardfruit (appels en peren), zachtfruit (aardbeien), houtig kleinfruit (bessen, bramen en frambozen) en pit- en steenvruchten (kersen en pruimen). Zij wijzen er op dat van al deze fruitsoorten in bepaalde mate ook een soortgelijk importproduct beschikbaar is. Daarnaast wordt op handelsniveau citrusfruit en exotisch fruit onderscheiden. Partijen rekenen deze fruitsoorten tot één productmarkt. Beoordeling 16. Met partijen kan worden aangenomen dat de g.o. actief zal zijn op de markt voor veiling- en bemiddelingsdiensten voor fruit. In samenhang daarmee zal de g.o. diverse diensten verlenen die zijn genoemd in punt 14 en die gebruikelijk door een veiling worden aangeboden. Sommige van deze activiteiten zullen strikt genomen afzonderlijke productmarkten vormen, zoals de opslag van fruit in gekoelde ruimten, een dienst die ook door niet-veilingbedrijven wordt aangeboden. Voor de beoordeling van onderhavige concentratie kan echter worden volstaan met een omschrijving die uitgaat van de in punt 14 omschreven activiteiten die kenmerkend zijn voor de veiling- en bemiddelingsdiensten van een fruitveiling. Hierbij moet worden aangetekend dat tussen enerzijds de veiling ‘via de klok’ en anderzijds bemiddeling door een veiling een sterke samenhang bestaat en het gebruikelijk is dat een veiling beide methoden van vermarkting naast elkaar toepast,1 zodat in het navolgende geen onderscheid zal worden gemaakt tussen deze twee methoden van vermarkting. 17. Veiling- en bemiddelingsdiensten worden verleend aan aanvoerders en afnemers van fruit op veilingen. Er zijn dus twee verschillende afnemersgroepen en het is aannemelijk dat de diensten die aan de onderscheiden afnemersgroepen worden verleend tot afzonderlijke productmarkten behoren. Dit kan onder meer worden aangenomen omdat voldaan is aan de eisen als omschreven in punt 43 van de Bekendmaking van de Commissie inzake de afbakening
1
Baas en Ravensberger, Verhandeling over de problematiek van de huidige afzet van Nederlands hardfruit, blz. 50 e.v.,
Wageningen, oktober 1998.
4
OPENBARE VERSIE
OPENBARE VERSIE
van de relevante markt2: er is sprake van twee duidelijk verschillende afnemersgroepen, waartussen geen arbitrage, in de zin van gelijktijdige prijsberekening op verschillende plaatsen van dezelfde goederen, mogelijk is. 18. Ten aanzien van veiling- en bemiddelingsdiensten aan afnemers van fruit op veilingen geldt dat deze dienstverlening onlosmakelijk verbonden is met de afzet van fruit door telers. De inschakeling van een veiling betekent immers een bundeling van het aanbod van een aantal fruitproducerende ondernemingen, de fruittelers. Een concentratie van veilingen houdt dus in dat meerdere van deze bundelingen op hun beurt worden samengevoegd. 19. Afzet van fruit geschiedt langs verschillende kanalen. Binnenlands fruit wordt afgezet via veilingen en buiten de veiling om (hierna: BVO). Dit BVO-kanaal bestaat uit twee stromen: 1. De afzet van fruit die door niet bij een coöperatieve afzetorganisatie aangesloten fruittelers in het handelskanaal wordt gebracht. 2. De afzet van fruit door leden van coöperatieve afzetorganisaties die zich niet aan hun statutaire leveringsplicht houden. Onder deze stroom wordt ook verstaan de directe verkoop aan consumenten (huisverkoop), die wel statutair is toegestaan. De verdeling tussen deze twee stromen is volgens partijen moeilijk te achterhalen. Naast afzet via veilingen en BVO wordt fruit geïmporteerd vanuit het buitenland. 20. Ten aanzien van de afzet van fruit hoeft niet uitputtend te worden onderzocht of alle te onderscheiden fruitsoorten al dan niet afzonderlijke productmarkten vormen. Vooralsnog wordt er van uitgegaan dat appels, peren en aardbeien aparte productmarkten vormen. Uit bij de melding verstrekte gegevens blijkt dat partijen alleen ten aanzien van deze fruitsoorten een zeer substantieel deel van het totale aanbod in Nederland voor hun rekening nemen. Daarom zullen bij de beoordeling van de onderhavige zaak alleen de mogelijke mededingingsgevolgen op het gebied van appels, peren en aardbeien worden onderzocht. Conclusie 21. In onderhavige zaak zijn de volgende twee productmarkten van belang: A. de markt voor de levering van veiling- en bemiddelingsdiensten aan aanvoerders van fruit op veilingen (hierna: markt voor veiling- en bemiddelingsdiensten aan fruittelers); B. de markt voor de afzet van fruit door telers en, daarmee samenhangend, de veiling- en bemiddelingsdiensten aan kopers van fruit op veilingen (hierna: markt voor afzet van fruit). Rel evan t e geogr af isch e mar kt en Opvatting van partijen
2
Bekendmaking van de Commissie inzake de bepaling van de relevante markt voor het gemeenschappelijke
mededingingsrecht, Mededeling van 9 december 1997, Pb. 1997, nr. C 372, p. 5.
5
OPENBARE VERSIE
OPENBARE VERSIE
22. Partijen hebben geen zienswijze gegeven over de geografische dimensie van de relevante markten. Zij wijzen er wel op dat voor fruittelers de deelname aan een veiling in zeer sterke mate wordt bepaald door de plaats van vestiging en de afstand tot de veiling. Zij menen dat telers als gevolg van deze factoren niet snel zullen besluiten van veiling te veranderen. 23. Ten aanzien van de markt voor afzet van fruit wijzen partijen op het belang van importen van met Nederlands fruit concurrerende producten. Impliciet geven zij aan van oordeel te zijn dat de markt wereldwijd is. Opvatting van derden 24. Verscheidene geraadpleegde derden hebben er op gewezen dat zij geïmporteerd fruit in kwalitatief opzicht niet volledig als een vervanging van Nederlands fruit beschouwen. Uit hun reacties wordt echter eveneens duidelijk dat zij van mening zijn dat van geïmporteerd fruit op alle belangrijke Nederlandse fruitsoorten een aanzienlijke concurrentieprikkel uitgaat. Beoordeling A.
Markt voor veiling- en bemiddelingsdiensten aan fruittelers
25. De geografische reikwijdte van de markt voor veiling- en bemiddelingsdiensten aan fruittelers zal met name afhangen van de vraag welk aanbod aan veiling- en bemiddelingsdiensten zich binnen het bereik van de individuele fruitteler bevindt. Aangenomen mag worden dat fruittelers door betere vervoersmogelijkheden minder gebonden zijn aan de nabij gelegen veilinglocatie. 26. Partijen hebben desgevraagd gegevens verstrekt over de vestigingsplaatsen van de leden van de met partijen verbonden coöperaties. Uit deze gegevens blijkt dat de gebieden waaruit de aanvoer naar veilingen van The Greenery en Fruitmasters afkomstig is een groot deel van Nederland omvat. Voorts blijkt dat deze ‘aantrekkingsgebieden’ van The Greenery en Fruitmasters elkaar voor een flink deel overlappen. Ook blijkt dat deze veilingen hoegenaamd geen aanvoer uit Zuid-Limburg aantrekken, hetgeen een aanwijzing lijkt te zijn dat de in ZuidLimburg gevestigde veilingen niet op dezelfde geografische markt opereren als partijen. Conclusie 27. Vooralsnog wordt er van uitgegaan dat de geografische reikwijdte van de markt voor veiling- en bemiddelingsdiensten aan fruittelers Nederland is. Ten aanzien van de vragen in hoeverre de in Zuid-Limburg gevestigde veilingen een alternatief vormen voor fruittelers in de rest van Nederland en in hoeverre in Zuid-Limburg gevestigde fruittelers zijn aangesloten bij fruitveilingen in de rest van Nederland, is nader onderzoek vereist.
6
OPENBARE VERSIE
OPENBARE VERSIE
B.
Markt voor afzet van fruit
28. Veilingen zijn van oorsprong, als afzonderlijke ondernemingen op coöperatieve basis, met name in productieregio’s gevestigd. Door de samenkomst van vraag en aanbod binnen één veiling ontstaat ter plaatse een markt. Er hebben meerdere ontwikkelingen plaatsgevonden die tot integratie van deze markten kunnen hebben geleid. Ten eerste zijn de meeste veilingen opgegaan in de ondernemingen die partij zijn bij de nu ter beoordeling staande concentratie, waarmee deze veilingen onderworpen zijn aan een gemeenschappelijke commerciële strategie. Ten tweede zijn er verschillende ontwikkelingen op het vlak van de prijsvorming aanwijsbaar die hebben geleid tot meer homogene concurrentievoorwaarden tussen de regio’s die door de individuele veilingen worden bediend. In dit verband kan worden gewezen op het koppelen van de klokken van veilingen op verschillende locaties en het kopen-op-afstand, waardoor vragende partijen in staat zijn prijsontwikkelingen op verschillende veilinglocaties te vergelijken. 29. Bovenstaande ontwikkelingen hebben, zo lijkt voorlopig te kunnen worden geconcludeerd, ertoe geleid dat de markt voor afzet van fruit ruimer is dan lokaal. Dit kan echter anders zijn waar het gaat om kleinschalig opererende kopers, maar vooralsnog lijkt het niet aannemelijk dat deze afnemers een aparte markt vormen, omdat het via de tussenhandel mogelijk is dat gelijktijdige prijsberekening op lokale (deel)markten van dezelfde goederen (arbitrage) plaatsvindt. 30. Ten aanzien van de markt voor afzet van fruit is het van belang dat er voor alle in onderhavige zaak van belang zijnde fruitsoorten (appels, peren en aardbeien) aanzienlijke importen naar Nederland plaatsvinden. Dit is ook door andere marktpartijen bevestigd. Volgens opgave van partijen bedroeg in 1998 het geïmporteerde volume van appels 74% van de Nederlandse productie, voor peren was dit 98% en voor aardbeien 74%. Export vanuit Nederland is eveneens aanzienlijk. Op grond hiervan lijkt het op het eerste gezicht aannemelijk dat de markt voor afzet van fruit ruimer is dan nationaal. 31. Bij de bepaling van de geografische reikwijdte van de markt voor afzet van fruit is voorts ook het tijdsaspect in twee opzichten van belang. In de eerste plaats moet worden beoordeeld hoeveel tijd het kost om door middel van im- en export te reageren op (wijzigingen in) schaarsteverhoudingen op plaatselijk niveau. Deze vraag is in de onderhavige zaak van belang, omdat op een veiling de prijs en het aanbod van dag tot dag worden bepaald. Hier staat tegenover dat exporteurs, die vaak zelfs vanuit andere werelddelen opereren, hun afzetstrategie op veel langere termijn bepalen. Partijen hebben hierover verklaard dat importeurs vaak voor risico van de producent werken en dat men daarbij niet in sterke mate reageert op de plaatselijke prijsvorming. Dit zou betekenen dat import weliswaar op plaatselijke aanbieders op langere termijn een belangrijke concurrentiedruk uitoefent, maar dat dit veel minder het geval is waar het de prijsvorming van dag tot dag betreft.
7
OPENBARE VERSIE
OPENBARE VERSIE
32. In de tweede plaats is het seizoensaspect van belang. Import van appels, peren en aardbeien is er het hele jaar door. In augustus tot en met december is er doorgaans een groot binnenlands aanbod van deze fruitsoorten. In die periode loopt de import dan ook sterk terug. Op basis van de door partijen verstrekte gegevens (zie ook de punten 62, 67 en 71) kan vooralsnog worden geconcludeerd dat in de tweede helft van het jaar de import van appels, peren en aardbeien dusdanig terugloopt, dat er aanwijzingen zijn dat de markt voor afzet van fruit, met name in die periode, nationaal is. Conclusie 33. In het onderhavige besluit wordt vooralsnog uitgegaan van een nationale markt voor afzet van fruit. Nader onderzocht moet worden in hoeverre het tijdsaspect (in twee opzichten: 1. hoeveel tijd het kost om door middel van im- en export te reageren op schaarsteverhoudingen op plaatselijk niveau, en 2. het seizoensaspect) invloed heeft op de geografische afbakening van de markt voor afzet van fruit. B.
GEVOLGEN VAN DE CONCENTRATIE
Opvattingen van partijen 34. Partijen wijzen er allereerst op dat aan de concentratie een streven ten grondslag ligt de fruitsector in Nederland te behoeden voor haar ondergang. De huidige kwetsbaarheid van de fruitsector is, aldus partijen, onder meer het gevolg van: • de concurrentiedruk van fruittelers en hun afzetsystemen in het buitenland, • de concentratie van het grootwinkelbedrijf en de wens van deze afnemers over een continue aanvoer van producten van constante kwaliteit en in grote hoeveelheden te beschikken, • de verdeeldheid van de fruittelers, hun verschillen in handelsposities, en het gebrek aan afstemming op het gebied van kwaliteit en productveiligheid. 35. Ten aanzien van de positie van de fruittelers wijzen partijen er op dat deze over diverse alternatieve afzetkanalen beschikken, zoals via de veilingen in Zaltbommel, Grubbenvorst, Margraten en in België, of langs niet-coöperatieve weg (BVO, zie ook punt 19). 36. Ook menen partijen dat de positie van andere afzetorganisaties niet nadelig wordt beïnvloed: er zal van de nieuwe combinatie geen aanzuigende werking op fruittelers uitgaan, de totale omvang van het aanbod neemt niet toe, en de integratie van The Greenery met handelshuizen is reeds nu een gegeven.3
3
Zie de besluiten van de d-g NMa met zaaknr. 132/ Greenery – Van Dijk, besluit van 6 april 1998 en met zaaknr.
133/ Greenery – Perkins, besluit van 6 april 1998.
8
OPENBARE VERSIE
OPENBARE VERSIE
37. Ten slotte brengen partijen naar voren dat het effect van de concentratie op de positie van de afnemers gering is. De kopers die via de veiling- en bemiddelingsorganisaties van partijen inkopen, kopen een aanzienlijk deel (39%) van hun totale inkopen via andere wegen. Partijen wijzen met name op het grote belang van importen. Voorts wijzen zij op de voordelige effecten van de concentratie voor de afnemers op het vlak van kwaliteit, productbeschikbaarheid en logistiek. 38. Ten aanzien van BVO hebben partijen nog naar voren gebracht dat controle op niettoegestane BVO (zie punt 19) door leden moeilijk zal blijven. De opbrengst per hectare fluctueert enorm (10-80 ton per hectare). Ook kunnen met name grootschalig werkende fruittelers altijd uit de coöperatie stappen. Unistar W.A. te Zoelen is daarvan een voorbeeld. Deze 20-30 telers hebben in 1993 een coöperatieve vereniging opgericht uit onvrede over de bestaande afzetstructuren, aldus partijen. Dit kan volgens partijen zo weer gebeuren, ook op individuele basis, door met handelaren contact te leggen. Opvattingen van derden 39. Een concurrerende afzetorganisatie heeft er op gewezen dat voor afnemers zowel import als het BVO-kanaal volwaardige alternatieven zijn voor afname via de veiling. Deze organisatie verwacht voorts niet dat een overheersende structuur op de markt voor veiling- en bemiddelingsdiensten aan fruittelers zal ontstaan, omdat de leden van afzetorganisatie kunnen veranderen, en verwacht ook geen negatieve gevolgen voor het eigen bedrijf. 40. Een andere concurrerende afzetorganisatie ziet import en het BVO-kanaal niet als volwaardige alternatieven voor de afname via de veiling, gezien de verschillen in kwaliteit, uniformiteit en partijgrootte van de producten. Deze organisatie verwacht nadelige effecten van de concentratie op de concurrentiestructuur, zowel ten aanzien van de telers als ten aanzien van de afzetorganisaties. 41. Een organisatie van handelaren verwacht dat door de concentratie een marktpartij zal ontstaan die ten aanzien van de afzet van Nederlands fruit 55 à 60% van het aanbod zal beheersen en daarmee binnen zekere grenzen het aanbod en de marktprijs zal kunnen sturen. Beoordeling A.
Markt voor veiling- en bemiddelingsdiensten aan fruittelers
Marktstructuur
9
OPENBARE VERSIE
OPENBARE VERSIE
42. In Nederland waren in 1998 4091 fruittelers actief.4 De aan The Greenery verbonden coöperatie heeft 1450 fruittelende leden met een areaal van 7000 hectare hardfruit en 800 hectare aardbeien. Fruitmasters heeft circa 1500 bij haar aangesloten fruittelers, met in totaal een bebouwd areaal van 7100 hectare hardfruit en 500 hectare zachtfruit. 43. Als gevolg van de voorgenomen concentratie zal circa 72% van de Nederlandse fruittelers zijn fruit aanbieden aan één veilingorganisatie. Deze fruittelers bieden gezamenlijk 368 mln kg fruit aan, hetgeen circa 55% van het totaal in Nederland geproduceerde volume fruit 5 is. 44. Als blijkt dat de in Zuid-Limburg gevestigde veilingen niet tot de relevante markt behoren (zie punt 27), dan zullen de in punt 43 genoemde percentages waarschijnlijk hoger zijn. Dan zal nader onderzocht moeten worden hoeveel fruittelers zich in Zuid-Limburg bevinden en hoeveel fruit deze telers aanbieden. Alternatieve afzetmogelijkheden Opvatting partijen 45. De leden van de aan partijen verbonden coöperaties kunnen op basis van de verenigingsstatuten jaarlijks opzeggen. De beide coöperaties kennen voorts geen uittreedregelingen. Volgens partijen hebben de uittredende leden als alternatieve afzetmogelijkheden de overige Nederlandse coöperatieve afzetorganisaties, zoals Veiling Zaltbommel, Coöperatieve Veiling ZuidoostNederland te Grubbenvorst (hierna: Veiling Z.O.N.) en Veiling Margraten of de Belgische fruitveilingen, zoals bijvoorbeeld Veiling Hoogstraaten (met name aardbeien) of de Belgische Fruitveiling te Sint-Truiden. Voort hebben de leden het alternatief om afzet te realiseren langs andere dan coöperatieve weg (BVO). In de sector wordt algemeen aangenomen dat van de Nederlandse appelen- en perenproductie ongeveer een derde deel via het BVO-kanaal wordt afgezet. 46. Volgens partijen blijkt uit het vorenstaande dat de voorgestelde samenwerking geen beperkingen oplegt aan de afzetmogelijkheden van de thans aangesloten leden. Evenmin is er een wezenlijke nadelige invloed op de afzetmogelijkheden van thans niet-aangesloten leden. Beoordeling 47. Als gevolg van de voorgenomen concentratie is het voor leden van Fruitmasters niet meer mogelijk om over te stappen op de aan The Greenery verbonden coöperatie en vice versa. Dit afzetalternatief vervalt logischerwijs als gevolg van de voorgenomen concentratie. Partijen hebben aangegeven dat in de laatste vier jaren 30 leden van de aan (voorlopers van) The Greenery verbonden coöperatie(s) overgestapt zijn naar Fruitmasters. Het aantal
4
Bron: Productschap Tuinbouw.
5
Het totaal in Nederland geproduceerde volume fruit bedraagt circa 680 mln kg (bron: Productschap Tuinbouw).
10
OPENBARE VERSIE
OPENBARE VERSIE
“ overstappers” van Fruitmasters naar de aan The Greenery verbonden coöperatie is niet bekend. 48. De overige Nederlandse veilingen zijn Veiling Z.O.N., Veiling Zaltbommel, Veiling Margraten en Veiling Zetten. Deze veilingen zetten in 1998 volgens opgave van partijen respectievelijk circa 5%, 2%, 3% en 1% van het in Nederland geproduceerde fruit af. Veiling Zetten is medio 1999 opgeheven en kan dus niet meer dienen als afzetmogelijkheid. Daarnaast noemen partijen als concurrent Unistar W.A. te Zoelen (zie ook punt 38), welke circa 2% van het in Nederland geproduceerde fruit afzet. 49. De andere Nederlandse veilingen zijn in vergelijking met de aan partijen verbonden coöperaties klein, waarbij het de vraag is of deze voor telers een volwaardig alternatief kunnen zijn. Daarnaast is het de vraag of de in Zuid-Limburg gevestigde veilingen tot de relevante markt behoren (zie de punten 27 en 44), hetgeen betekent dat Veiling Margraten en wellicht Veiling Z.O.N. geen alternatieven vormen voor fruittelers in de rest van Nederland. 50. Het overige deel van het in Nederland geproduceerde fruit (circa 33%) wordt buiten de veiling om afgezet. Daarmee lijkt BVO het belangrijkste uitwijkkanaal voor fruittelers te zijn. 51. Voor veel fruittelers vormt het BVO-kanaal geen volwaardig alternatief, omdat het voor een individuele fruitteler vaak niet mogelijk is om uniforme kwaliteitsklassen in een redelijke partijgrootte samen te stellen. Ook voor de markt voor afzet van fruit heeft het BVO-kanaal nadelen. Bij het BVO-kanaal is sprake van een sterk versnipperde aanbodstructuur, die niet goed aansluit op de wensen van grootschalige afnemers, zoals de binnen- en buitenlandse supermarktorganisaties. Daarnaast genereert het BVO-kanaal een onzeker aanbod voor de afnemers, omdat deze zijn overgeleverd aan één of enkele fruitteler(s). 52. Een marktpartij heeft er op gewezen dat BVO uitsluitend mogelijk is voor “ bewaarfruit” , zoals appels en peren. Bij de zachte fruitsoorten, zoals bessen, aardbeien en pruimen, is BVO nauwelijks mogelijk. 53. Krachtens EG-Verordening Nr. 2200/ 96 van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit6 is BVO per 1-1-1997 niet meer toegestaan voor leden van fruitveilingcoöperaties. Volgens artikel 11, lid 1, letter c, ten tweede, van genoemde verordening wordt onder “ telersvereniging” alleen verstaan “ rechtspersonen, (…), waarvan de statuten de aangesloten telers in het bijzonder ertoe verplichten hun volledige betrokken productie via de telersvereniging te verkopen”. Ook mogen telers krachtens deze verordening slechts lid zijn van één telersvereniging (Artikel 11, lid 1, letter c, ten eerste, van genoemde verordening).
6
PB L 297 van 21 november 1996, blz. 1.
11
OPENBARE VERSIE
OPENBARE VERSIE
54. Een telersvereniging kan voor een overgangsperiode in aanmerking komen voor financiële steun van de Europese Gemeenschap indien zij voldoet aan de in de EG-Verordening Nr. 2200/ 96 gestelde eisen. Telersverenigingen verspelen hun aanspraak op die financiële steun als zij hun leden toestaan ook via het BVO-kanaal te verkopen, met uitzondering van huisverkoop (ten hoogste 25% van de productie van een fruitteler). Een individuele fruitteler kan op grond van die verordening dus niet zowel lid zijn van een telersvereniging als zich in het BVO-kanaal (met uitzondering van huisverkoop) begeven. Conclusie 55. Uit het voorgaande blijkt dat de voorgenomen concentratie leidt tot een zeer sterke positie van de nieuwe veilingorganisatie op de markt voor veiling- en bemiddelingsdiensten aan fruittelers. Na realisatie van de voorgenomen concentratie zullen de alternatieve afzetmogelijkheden voor fruittelers gering zijn. De andere Nederlandse veilingen zijn in vergelijking met de aan partijen verbonden coöperaties klein. Het belangrijkste alternatief voor fruittelers lijkt BVO te zijn. Om de in de punten 51 tot en met 54 genoemde redenen lijkt BVO echter geen volwaardig alternatief te vormen voor fruittelers. 56. Op grond van voorgaande overwegingen komt de directeur-generaal tot de conclusie dat hij reden heeft om aan te nemen dat als gevolg van de voorgenomen concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. B.
Markt voor afzet van fruit
57. De g.o. verhandelt en vermarkt het door de leden van The Greenery en Fruitmasters geproduceerde fruit. Dit Nederlandse fruit is slechts een deel van het aanbod aan fruit op de Nederlandse markt voor afzet van fruit. Immers, van het geheel van voor de consumenten in Nederland beschikbare fruit wordt het merendeel (circa 76%) geïmporteerd. Geïmporteerd fruit wordt niet via veilingen verhandeld (zie ook punt 19). 58. Van het totale Nederlandse handelsvolume (productie en import) in 1998 ad 2.794,4 7 mln kg is 2.134,4 mln kg8 geïmporteerd. Op het eerste gezicht lijkt dat de onderhavige concentratie plaatsvindt tussen partijen die in het veld van de internationale concurrentie een volume produceren dat overeenkomt met circa 13% van het totale Nederlandse handelsvolume in 1998.
7
Opgave partijen, met als bronnen: Productschap Tuinbouw, CBS en Eurostat.
8
Bron: Eurostat.
12
OPENBARE VERSIE
OPENBARE VERSIE
59. Partijen nemen alleen ten aanzien van appels, peren en aardbeien een zeer substantieel deel van het totale aanbod in Nederland voor hun rekening. De gevolgen van de voorgenomen concentratie voor appels, peren en aardbeien zullen hierna worden behandeld. Appels 60. Het totale Nederlandse handelsvolume van appels bedroeg in 1998 800,4 mln kg9. Hiervan werd 314,6 mln kg10 geïmporteerd. Partijen produceren van het totale Nederlandse handelsvolume van appels circa 33%. 61. Appels zijn een seizoensproduct. In Nederland worden appels in de maanden augustus, september en oktober geoogst, zodat er in die maanden een groot binnenlands aanbod van appels is. Appels kunnen voor langere tijd bewaard worden in een koelcel, zodat het voor individuele telers mogelijk is om de geproduceerde appels over het jaar verspreid aan te bieden aan de veiling. 62. In onderstaande grafiek (zie ook punt 74) is het aandeel van partijen in het Nederlandse handelsvolume van appels per maand weergegeven:
Grafiek 1: Marktaandelen appels per m aand (1998) 100%
marktaandeel
80%
60%
40%
20%
The Greenery + Fruitmasters
r
r de ce m be
no ve m be
ok to be r
se pt em be r
au gu st us
ju li
ju ni
m ei
ap ril
m aa rt
fe br ua ri
ja nu ar i
0%
m a a nd
import
overige Nederlandse veilingen + BVO
63. Uit bovenstaande grafiek blijkt dat het marktaandeel van partijen in het Nederlandse handelsvolume van appels per maand varieert. Van januari tot en met maart is het gemiddelde marktaandeel van partijen per maand circa 34%. In de maanden april tot en met juli valt dit
9
Opgave partijen, met als bronnen: Productschap Tuinbouw, CBS en Eurostat.
10
Bron: Eurostat.
13
OPENBARE VERSIE
OPENBARE VERSIE
marktaandeel terug naar gemiddeld circa 20% per maand en neemt de import (zowel relatief als absoluut) toe. In de maanden augustus tot en met november bedraagt het gemiddelde marktaandeel per maand van partijen circa 40%. In december is het marktaandeel van partijen het hoogst: circa 45%. 64. Uit de productie- en importhoeveelheden per maand blijkt dat er een omgekeerd evenredige relatie is tussen het binnenlands aanbod van appels en de import van appels. Is het binnenlands aanbod van appels hoog (met name in de periode van augustus tot en met december), dan valt de import van appels terug. Is het binnenlands aanbod van appels laag (in de periode van januari tot en met augustus), dan worden absoluut en relatief meer appels geïmporteerd. Peren 65. Het totale Nederlandse handelsvolume van peren bedroeg in 1998 267 mln kg11. Hiervan werd 132 mln kg12 geïmporteerd. Partijen produceren van het totale Nederlandse handelsvolume van peren circa 33%. 66. Evenals appels zijn peren een seizoensproduct. Ook peren kunnen langere tijd bewaard worden in een koelcel, zodat telers ze gespreid over het jaar aan kunnen bieden aan de veiling. 67. In onderstaande grafiek (zie ook punt 74) is het aandeel van partijen in het Nederlandse handelsvolume van peren per maand weergegeven:
11
Opgave partijen, met als bronnen: Productschap Tuinbouw, CBS en Eurostat.
12
Bron: Eurostat.
14
OPENBARE VERSIE
OPENBARE VERSIE
Grafiek 2: Marktaandelen peren per maand (1998) 100%
marktaandeel
80%
60%
40%
20%
0% januari
februari
maart
april
The Greenery + Fruitmasters
mei
juni
import
juli
augustus
september
oktober
november
december
overige Nederlandse veilingen + BVO
68. Uit bovenstaande grafiek blijkt dat ook het marktaandeel van partijen in het Nederlandse handelsvolume van peren per maand sterk varieert. In januari en februari is het gemiddelde marktaandeel van partijen per maand circa 32%. In de daarop volgende maanden daalt dit marktaandeel. In juli is het dieptepunt in het marktaandeel van partijen bereikt; het gezamenlijke marktaandeel van partijen is dan 3%. In de periode van augustus tot en met oktober is het gemiddelde marktaandeel van partijen per maand circa 40%. In november en december is het marktaandeel van partijen respectievelijk 51% en 52%. 69. De omgekeerd evenredige relatie tussen de hoeveelheden binnenlands aanbod en import doet zich ook bij peren voor. In de eerste vijf maanden van het jaar wordt er veel geïmporteerd. In de periode daarna neemt de import van peren, zowel absoluut als relatief, af. In de maanden juni en juli is er weinig aanbod van peren; zowel de Nederlandse productie als de import is dan laag. Aardbeien 70. Het totale Nederlandse handelsvolume van aardbeien bedroeg in 1998 48,2 mln kg13. Hiervan werd 20,5 mln kg14 geïmporteerd. Partijen produceren van het totale Nederlandse handelsvolume van aardbeien circa 28%. 71. In onderstaande grafiek (zie ook punt 74) is het aandeel van partijen in het Nederlandse handelsvolume van aardbeien per maand weergegeven:
13
Opgave partijen, met als bronnen: Productschap Tuinbouw, CBS en Eurostat.
14
Bron: Eurostat.
15
OPENBARE VERSIE
OPENBARE VERSIE
Grafiek 3: Marktaandelen aardbeien per maand (1998) 100%
marktaandeel
80%
60%
40%
20%
r be
r em
be de c
em
r
er no v
ok to b
pt em
be
us se
ju li
au gu st
i ju n
ei m
ap ril
aa rt m
ru ar i fe b
ja
nu a
ri
0%
maand
The Greenery + Fruitmasters
import
overige Nederlandse veilingen + BVO
72. Uit bovenstaande grafiek blijkt dat het marktaandeel van partijen op het gebied van aardbeien in de loop van het jaar toeneemt. In januari is het marktaandeel van partijen per maand circa 8%. In februari en maart is het marktaandeel van partijen vrijwel nihil; in april stijgt het naar 6%. In mei en juni is het marktaandeel van partijen gemiddeld 23%. Van juli tot en met december is het gemiddelde marktaandeel van partijen per maand gemiddeld circa 34%. In augustus en oktober is het marktaandeel van partijen het hoogst, respectievelijk 42% en 41%. 73. Bij aardbeien doet de omgekeerd evenredige relatie tussen de hoeveelheden binnenlands aanbod en import zich in veel mindere mate voor dan bij appels en peren. In de maanden januari, februari en december is het handelsvolume van aardbeien gering; zowel het binnenlands aanbod als de import van aardbeien is dan laag. Alleen van maart tot en met juni worden er in absolute zin veel aardbeien geïmporteerd. In de overige maanden van het jaar is de import van aardbeien in absolute zin laag. Hieruit volgt dat aardbeien een sterker seizoenspatroon vertonen dan appels en peren, hetgeen mede veroorzaakt wordt door het feit dat aardbeien niet voor langere tijd bewaard kunnen worden. 74. Bij de grafieken in de punten 62, 67 en 71 waren alleen de afzet van The Greenery en Fruitmasters en de import over de verschillende maanden bekend. Voor de afzet van de overige Nederlandse veilingen en het BVO-kanaal is aangenomen dat deze afzet op dezelfde wijze over het jaar is gespreid als de afzet van The Greenery en Fruitmasters. De juistheid van die aanname zal nader moeten worden onderzocht. Een feit is dat de afzet van de overige veilingen en het BVO-kanaal versnipperd is (zie de punten 48 en 51).
16
OPENBARE VERSIE
OPENBARE VERSIE
Prijzen 75. In de huidige situatie zijn de veilingen van The Greenery en Fruitmasters, de twee grootste veilingen van Nederland, alternatieven voor afnemers van fruit. Het is aannemelijk dat van deze onderlinge concurrentie tussen The Greenery en Fruitmasters een disciplinerend effect uitgaat op de prijsvorming van de afzet van beide veilingen. Dit disciplinerende effect zal als gevolg van de voorgenomen concentratie verdwijnen. 76. Om na te gaan in hoeverre partijen de marktprijs van een fruitsoort kunnen beïnvloeden, met name in de maanden waarin hun marktaandeel hoog is, is het noodzakelijk prijzen van andere veilingen en van importproducten te vergelijken met de prijs van partijen. Hiervoor is nader onderzoek vereist. Conclusie 77. In een substantieel deel van het jaar hebben partijen hoge marktaandelen op het gebied van de afzet van appels, peren en aardbeien. Als gevolg van de voorgenomen concentratie verdwijnt de onderlinge concurrentie tussen The Greenery en Fruitmasters en aannemelijk is dat daarmee ook het disciplinerende effect van deze concurrentie op de prijsvorming verdwijnt. 78. Op grond van voorgaande overwegingen komt de directeur-generaal tot de conclusie dat hij reden heeft om aan te nemen dat als gevolg van de voorgenomen concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.
VI.
CONCLUSIE
79. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. 80. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft een vergunning is vereist.
17
OPENBARE VERSIE
OPENBARE VERSIE
81. Voor zover dit besluit meebrengt dat een oordeel wordt gegeven over feiten of omstandigheden die van belang zijn voor de beslissing op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 41 van de Mededingingswet, heeft dit oordeel naar zijn aard een voorlopig karakter en bindt dit de directeur-generaal niet bij zijn beslissing op die aanvraag.
Datum: 16-09-1999
w.g. A.W. Kist Directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam.
18
OPENBARE VERSIE