Beschrijving en theoretische onderbouwing van het Marokkaanse buurtvaderproject ‘Al-Wasl’ in Den Haag.
Universiteit Utrecht, 31-05-2011
Inhoudsopgave Voorwoord 3
Samenvatting
4
Deel A. Interventiebeschrijving
4
Deel B. Theoretische onderbouwing
8
Deel C. Overige informatie
Literatuur
11
14
Bijlage Observatie Marokaans buurtvaderproject ‘Al-Wasl’
Universiteit Utrecht, 2011
16
2
Voorwoord Voor u ligt de beschrijving en theoretisch onderbouwing van het Marokkaanse buurtvaderproject ‘Al-Wasl’. De beschrijving en onderbouwing is gemaakt in het kader van het project ‘Allemaal Opvoeders’ van de Universiteit Utrecht. Het doel van dit project is verkennen hoe de banden tussen gezinnen en hun sociale omgeving versterkt kunnen worden en welke rol het CJG hierbij kan spelen. In samenwerking met het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) en elf Nederlandse gemeenten is de Universiteit Utrecht een pilot gestart. In deze pilot hebben gemeenten de ruimte om, met ondersteuning van het NJi activiteiten op te zetten die een bijdrage kunnen leveren aan het versterken van deze sociale netwerken. Aangezien zowel in Nederland als in het buitenland veel meer gebeurt om de sociale netwerken van gezinnen te versterken, willen wij ook activiteiten buiten de ‘pilotwijken’ beschrijven. Door te kijken wat de werkzame mechanismen van deze activiteiten zijn, kunnen we leren wanneer dit soort activiteiten al dan niet succesvol zijn. Deze informatie kan vervolgens gebruikt worden bij het opzetten van toekomstige activiteiten en het verbeteren van bestaande activiteiten.
Mayke Schouten Universiteit Utrecht
Voor vragen over deze beschrijving kunt u contact opnemen met de Universiteit Utrecht. De contactpersoon is Marije Kesselring:
[email protected]; 030-2539754
Universiteit Utrecht, 2011
3
Samenvatting Het Marokkaanse buurtvaderproject is een activiteit waarbij vaders uit de eigen (Marokkaanse) gemeenschap een bijdrage leveren aan een rustig buurtklimaat. Zij lopen rond door de buurt, vaak bij pleinen en veldjes waar veel jongeren zijn. Indien het nodig is spreken zij jongeren aan op hun gedrag. Daarnaast hebben zij een brugfunctie naar de hele Marokkaanse gemeenschap. Ze helpen mensen uit de Marokkaanse gemeenschap actief deel te nemen aan de maatschappij. Het Marokkaanse buurtvaderproject ‘Al Wasl’ is opgezet vanuit vadercentrum ADAM en kan hierdoor niet los gezien worden van het vadercentrum. Om deze reden zijn ook de activiteiten in het vadercentrum meegenomen in deze activiteit.
Deel A. Interventiebeschrijving Naam van de activiteit Het Marokkaanse buurtvaderproject ‘Al Wasl’. Al Wasl betekent bemiddeling/contact.
Organisator Bilal Sahin is de coördinator van Vadercentrum ADAM in Den Haag. Vanuit het vadercentrum is het buurtvaderproject opgezet.
Gemeente waar de activiteit plaatsvindt Den Haag
Locatie van de activiteit De activiteit vindt buiten plaats. De vaders lopen een vaste ronde door de wijk. Er zijn 3 vaste wijken waar de vaders lopen (de wijken zijn allemaal in het stadsdeel Laak).
Aanleiding Het Marokkaanse buurtvaderproject is opgezet vanuit vadercentrum ADAM. Tien jaar geleden kwam vanuit de vaders van stadsdeel Laak zelf de vraag voor activiteiten. Ze hadden behoefte aan praktische activiteiten zoals computerles, zwemmen, vrije tijd besteding met hun kinderen (aanvankelijk alleen zonen, maar later ook dochters). De reden hiervoor was dat ze (hun) vrouwen wilden bijbenen. Ze hadden het gevoel dat ze met bepaalde dingen achterliepen. Om deze reden werd het vadercentrum opgericht, als kleinschalig project. Vanuit het Vadercentrum is toen het Marokkaanse buurtvaders gestart. De directe aanleiding hiervan waren de rellen in 2001 tussen jongeren en de politie met oud en nieuw in Amsterdam. Naar aanleiding hiervan hebben vaders uit de buurt besloten dat zij dit in Den Haag willen voorkomen. In Den Haag was het toen nog niet uit de hand gelopen. Het opzetten van het buurtvaders project was een voorzorgsmaatregel.
Universiteit Utrecht, 2011
4
Doelen Het buurtvaders project heeft als doelen: -
Vaders een duwtje in de rug geven en zo zorgen dat ze weer participeren in de maatschappij. Door middel van vrijwilligerswerk leren de vaders om weer deel te nemen aan de maatschappij;
-
Toezicht houden op de jeugd (het gaat hierbij voornamelijk om de Marokkaanse jeugd, maar ook om andere jongeren die op straat hangen);
-
De stand van zaken in de buurt terugkoppelen aan het Vadercentrum.
-
Een ‘brug’ tussen culturen maken (in dit geval de Marokkaanse en de Nederlandse cultuur);
-
Goede samenwerking tussen de politie, scholen etc. bevorderen;
Het vadercentrum heeft twee belangrijke doelen: -
Vaders een thuis geven waar ze zichzelf kunnen zijn;
-
Emancipatie van vaders. Op deze manier kan ook de rest van het gezin emanciperen. Vaders krijgen een duwtje in de rug om aan de maatschappij deel te nemen. (Voorbeeld: vaders nemen taken van moeder over, zoals naaien, koken en opvoeden).
Doelgroep De buurtvaders willen de Marokkaanse gemeenschap bereiken. Het gaat voornamelijk om het bereiken van de jongeren, maar ook mannen, vrouwen en jongere kinderen worden bereikt.
Achtergrond deelnemers Alle mannen die meelopen met de buurtvaders zijn van Marokkaanse afkomst. Het gaat niet alleen om vaders, maar het zijn wel allemaal mannen uit de Marokkaanse gemeenschap. De leeftijd van de buurtvaders varieert van ± 30 jaar t/m ± 80 jaar. De meeste mannen zijn rond de 40-50 jaar. In het vadercentrum komen kinderen vanaf drie jaar met hun vaders mee voor activiteiten. In het vadercentrum komen vaders van alle nationaliteiten.
Aantal deelnemers Er zijn 25 buurtvaders. Per keer lopen er 4 à 5 buurtvaders mee. In het vadercentrum komen wekelijks ± 600 vaders.
Bereik van de buurtvaders Er worden tientallen mensen bereikt door de rondes die de buurtvaders elke avond lopen. Daarnaast werken de buurtvaders op speciale gelegenheden, waar zij ook veel jongeren bereiken. Enkele voorbeelden hiervan zijn:
Universiteit Utrecht, 2011
5
- Ieder jaar organiseert het vadercentrum het couscous kletscafé voor vaders en jongeren uit de buurt, met als doel de bewoners dichter bij elkaar te brengen en een discussie tussen verschillende generaties op gang te zetten. De jongeren helpen met koken en kunnen zo actief een bijdrage leveren. Tijdens het jaarlijkse etentje zijn gemiddeld 80 personen aanwezig. - Binnenkort is de opening van een nieuw voetbalveld. Hier zullen tientallen personen aanwezig zijn. De buurtvaders worden gevraagd door de gemeente. Zij bereiden deze bijeenkomsten altijd voor, door met ouders uit de buurt te praten op straat en in de moskee en te bedenken hoe zij de bijeenkomst in goede banen kunnen leiden, aldus de betrokken professional.
Aanpak Opzet van de interventie Het buurtvaderproject is een doorlopende activiteit. De buurtvaders lopen ‘officieel’ (dus vanuit het vadercentrum) 2 keer per week op dinsdag en donderdagavond van 19.0021.00. Het is een duurzame activiteit. De medeweker geeft verder aan dat de vaders vaker rondlopen in de buurt, maar dan officieus. De functie blijft hetzelfde. Als buurtvader blijf je een voorbeeldfunctie hebben, ook als je niet ‘aan het werk’ bent. In eerste instantie vond de wandeling drie of vier keer per week plaats, maar omdat het rustiger is geworden in de buurt en er minder overlast is, lopen ze nu twee keer in de week.
Setting De activiteit vindt buiten plaats. De vaders lopen een vaste ronde door de wijk. Er zijn op dit moment drie vaste wijken waar de vaders lopen; Molenwijk, Spoorwijk en LaakCentraal de wijken zijn allemaal in het stadsdeel Laak). Ze wisselen af in welke wijk ze rondlopen en op het moment dat het nodig is, lopen ze ook in andere wijken, zoals Schipperskwartier en Laak haven. Ze hebben geen aparte kleding aan en lopen per buurt een vaste route. Stukje uit de observatie: Halverwege stoppen ze bij de een speelveld. Dit speelveld is een combinatie van een Cruyff court en een Krajicek playground, waar de jongeren aan het voetballen zijn. Er is ook een begeleider aanwezig van welzijnswerk Den Haag. Het speelveld wordt omringd door (redelijk vervallen) flats. De rest van de buurt bestaat uit rijtjeshuizen. Ze zijn aanwezig en groeten de jongeren. Daarnaast drinken ze koffie en thee in de keet van de welzijnswerker. Via een andere weg lopen ze weer terug naar het vadercentrum.
Vadercentrum ADAM Het buurtvaderproject is opgezet vanuit vadercentrum ADAM. Dit is een plek waar mannen/vaders van allerlei nationaliteiten dagelijks bijeen komen voor veel verschillende activiteiten. Het vadercentrum is bestaat uit meerdere ruimten. Er zijn verschillende werkplekken (naai atelier, werkplaats voor houtbewerking, metaalbewerking en fietsen maken), een bar, enkele kantoren en een grote ruimte met tafels, stoelen en Marokkaanse
Universiteit Utrecht, 2011
6
banken waar de vader kunnen zitten. Daarnaast is er een kamer met allemaal computers, waar de vaders computerles kunnen volgen. Het is druk in het vadercentrum. Sommige vaders komen een hapje eten of een praatje maken, maar er zijn ook vaders die gericht komen voor een bepaalde activiteit. De buurtvaders beginnen in het vadercentrum, waar ze rond 17.00 uur verzamelen. Van te voren vergaderen ze over de komende avond. Ze beginnen de avond altijd met het drinken van koffie en thee en gezamenlijk bidden. Vervolgens gaan ze de straat op.
Inhoud van de interventie Er zijn 25 buurtvaders. Zij lopen rond door de buurt, vaak bij pleinen en veldjes waar veel jongeren zijn. Zij zijn er om te observeren en voornamelijk om aanwezig te zijn. Dit is op dit moment voldoende. Indien het nodig is spreken zij jongeren aan op hun gedrag. Het is belangrijk dat de buurtvaders zich niet opstellen als politieagenten. Op dit moment dragen de buurtvaders ook geen herkenbare kleding meer. Ze willen voorkomen dat ze afschrikken doordat mensen denken dat ze een autoriteit zijn. Ze zijn gelijkwaardig en proberen op die manier contact te maken en een praatje te maken met de jongeren. Als ze de jongeren beter kennen, kunnen de buurtvaders de jongeren eventueel begeleiden. Ze nodigen ze dan uit in het vadercentrum en kunnen ze daarnaast helpen met het vinden van werk/stage en andere zaken die de jongeren zelf soms lastig vinden.
Betrokken professionals Er is één professional betrokken bij de buurtvaders. Hij is al vanaf het begin betrokken bij het vadercentrum. Binnen zijn werkwijze ziet hij gelijkwaardigheid als een belangrijk thema. Iedereen is gelijk en hij werkt niet met hiërarchische lagen. Wel helpt hij de vaders met wat ze moeten doen en geeft hij ze tips waar dat nodig is. Als het niet nodig is, houdt hij zich voornamelijk op de achtergrond. Hij probeert het proces de hele tijd te monitoren en blijft zo op de hoogte van waar ze hem al dan niet nodig hebben. 13 maanden geleden heeft hij de coördinatiefunctie overgenomen van zijn voorganger. Daarnaast zijn er drie additionele medewerkers die met subsidie van de gemeente bij het vadercentrum werken. Samen coördineren zij de vrijwilligers (= buurtvaders). De vrijwilligers en medewerkers komen wel regelmatig bijeen voor vergaderen en de medewerker is het aanspreekpunt, voor zowel de buurtvaders als derden.
Beschikbare materialen Er zijn geen beleidsstukken en/of projectplannen voor handen van het buurtvaderproject. Iedereen die geïnteresseerd is, kan informatie vinden over de activiteit op de website van het vadercentrum (www.vadercentrum.nl).
Universiteit Utrecht, 2011
7
Deel B. Theoretische onderbouwing Analyse van de situatie Het buurtvaderproject is tien jaar geleden begonnen, omdat er met oud en nieuw rellen waren in Amsterdam. Een aantal Marokkaanse vaders in stadsdeel Laak besloot om een buurtvaderproject te starten om zulke rellen in hun stadsdeel te voorkomen. Het begon in principe als een voorzorgsmaatregel, hoewel er ook in Laak veel overlast door jongeren werd ervaren. Marokkaanse vaders (voornamelijk de 1e generatie) zien grote verschillen tussen de manier waarop jongeren hier in Nederland opgroeien en hun eigen opvoeding in Marokko. ‘Het kind van je buurman behandel je als je eigen kind’ (Pels, 2005), zo omschrijft een Marokkaanse vader van de 1e generatie de relatie tussen jongeren en volwassenen in zijn eigen jeugd. De buurt was één grote familie waar je altijd op terug kon vallen en er waren altijd ogen op straat. In de huidige Nederlandse samenleving zijn deze ‘ogen op straat’ minder aanwezig. Hier rust de opvoeding veel meer op de schouders van de ouders zelf, in plaats van op de hele gemeenschap (Pels, 2005). Het gevolg is dat er een pedagogisch vacuüm (Verwey-Jonker instituut, 2005), Marokkaanse ouders verwachten dat er ook op straat toezicht is, terwijl dit toezicht ontbreekt. Hierdoor zijn Marokkaanse gemeenschappen in Nederland minder in staat goed werkzame sociale controle uit te voeren, die jongeren weerhoudt grensoverschrijdend gedrag te begaan (Vermeulen & Penninx, 1994). De sociale desorganisatietheorie van Shaw en McKay (1942) zoekt de verklaring van het criminele gedrag van jongeren niet op het individuele niveau. Zij zien asociaal gedrag van jongeren als een normale reactie van normale individuen op abnormale sociale voorwaarden (Shaw & McKay, 1942). Een voorbeeld van abnormale voorwaarden, is een gebrek aan (gedeelde) normen in een buurt. Zolang mensen in een buurt overeenkomende normen hebben, levert dit een positieve bijdrage aan het collectieve buurtgevoel. Dit heeft vervolgens weer een positief effect heeft op het algemeen welbevinden van de buurtbewoners (McDonell, 2006). Wanneer deze gezamenlijke normen echter ontbreken, door een gebrek aan hulpbronnen, residentiële instabiliteit en sociale netwerken met een te lage dichtheid, is de lokale gemeenschap niet in staat om gezamenlijke normen te handhaven (Sampson, Raudenbush & Earls, 1997). Dit leidt tot ongewenst gedrag van jongeren, wat op zijn beurt weer leidt tot wantrouwen van bewoners naar elkaar, waardoor ze zich terugtrekken uit de publieke ruimte (Uitermark & Duyvendak, 2006). De buurtvaders proberen dit gat in de opvoeding op te vullen door ‘de ogen op straat’ terug te brengen. Tegenwoordig is het rustig in de Haagse wijken waar de buurtvaders lopen. Hierdoor houden de vaders meer tijd over om aan de slag te gaan met opvoeding en om echt met de jongeren aan de slag te gaan (http://www.vadercentrum.nl/main.php?pag=pages&id=154&sid=140). De buurtvaders van ‘Al Wasl’ proberen ook nu nog een steentje bij te dragen aan de opvoeding en ontwikkeling van de (Marokkaanse) jongeren in hun wijken door als sleutelfiguren in de wijk te opereren.
Universiteit Utrecht, 2011
8
Werkzame mechanismen Gedeelde opvoedingsverantwoordelijkheid Vanuit de Marokkaanse cultuur is er een belangrijke taak weggelegd voor de gemeenschap als het gaat om de opvoeding, voornamelijk in het publieke domein. Deze gedeelde opvoedingsverantwoordelijkheid lijkt in Nederland minder vanzelfsprekend (Pels, 2005). In Nederland blijkt dat als buurtbewoners en ‘hangjongeren’ elkaar niet kennen, buurtbewoners niet goed kunnen inschatten welke jongeren wel en welke juist niet aanspreekbaar zijn (Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO), 2008). Hierdoor durven veel buurtbewoners de jongeren uit de buurt niet aan te spreken op hun gedrag. Hangjongeren zijn met name negatief in het nieuws (RMO, 2008). Voornamelijk over Marokkaanse jongeren op straat zijn buurtbewoners overwegend negatief (Stichting de wijk, 2003). Vaak zien buurtbewoners het niet als hun taak om de overlast op straat aan te pakken en zullen eerder geneigd zijn de politie in te schakelen (RMO, 2008; Martineau, 2006). Met het buurtvaderproject laten de mannen uit de Marokkaanse gemeenschap zien dat zij bereidt zijn hun opvoedingsverantwoordelijkheid in hun gemeenschap te delen. Dit doen zij op een eigentijdse manier. Het is niet de bedoeling dat de buurtvaders de mechanismen zoals deze vroeger aanwezig waren in gemeenschappen in Marokko, te kopiëren. Allereerst is er nu sprake van een doelgerichte aanpak. De buurtvaders zijn begonnen met het project, om ernstige rellen tussen jongeren en autoriteiten te voorkomen. Vroeger deden mannen in de gemeenschap deze vorm van toezicht in het publieke domein, tussen de bedrijven door. De buurtvaders geven aan dat, ook al gaat het nu om doelgerichte activiteiten, als je eenmaal buurtvader bent, je altijd een voorbeeldfunctie hebt, ook als je niet ‘officieel aan het werk bent’. Een ander verschil is dat de autoritaire houding die volwassen mannen vroeger voornamelijk naar jongens hadden, is veranderd in een meer autoritatieve vorm van opvoeden, waarbij het tonen van affectie en het stellen van regels als belangrijk wordt gezien (Pels, 2005).
Gelijkwaardigheid/vertrouwen Een belangrijk aspect binnen het buurtvaderproject is gelijkwaardigheid. Alle vaders hebben een stem in het project en er is geen sprake van een hiërarchische verhouding tussen de professional en de vaders. In het begin verliep de samenwerking tussen de verschillende betrokken organisaties zoals de moskee, het jongerenwerk en de gemeente, niet soepel. Er kwam een stuurgroep met vertegenwoordigers van alle organisaties, maar dit werkte niet. Uiteindelijk is ervoor gekozen dat alle vaders voor en namens zichzelf spreken en niet meer vanuit de verschillende organisaties (Verwey-Jonker instituut, 2005). Deze horizontale overlegstructuur zorgt voor een goede samenwerking. Alle beslissingen worden gezamenlijk genomen. Op deze manier wordt er gewerkt vanuit vertrouwen, alle vaders tellen mee. De houding van de professional speelt hierbij een belangrijke rol. De betrokken professional geeft aan dat hij gelijkwaardigheid een belangrijk thema vindt. Hij geeft alleen advies en tips als hier om gevraagd wordt en stelt zich verder afwachtend op. Daarnaast ziet hij het als zijn taak om vertrouwen op te bouwen. Bij sommige vaders lukt dit in enkele weken of maanden, maar bij andere vaders moet je soms jaren lang elke dag
Universiteit Utrecht, 2011
9
investeren in het contact om vertrouwen op te bouwen. Het gaat hierbij niet om diepgaande gesprekken, maar om korte ontmoetingen. Vadercentrum ADAM fungeert hierbij als ontmoetingsplek. Doordat de vaders elkaar en de professional regelmatig in het vadercentrum ontmoeten, ontstaat publieke familiariteit; iemand doet kennis over anderen op en gaat hen herkennen, zonder dat hij ze direct tot zijn kennissen rekent (Blokland, 2008). Op deze manier kan langzaam gebouwd worden aan een vertrouwensband tussen de vaders onderling en de vaders en de professional.
Informele sociale controle Publieke familiariteit lijkt ook een rol te spelen bij het tegengaan van overlast op straat. Door herhaaldelijke ontmoeting tussen de buurtvaders en de jongeren ontstaat deze publieke familiariteit en kan er gewerkt worden aan een vertrouwensband. Herhaalde ontmoeting lijkt een voorwaarde te zijn voor het ontstaan van informele sociale controle (Flap & Völker, 2005). Informele sociale controle is een belangrijk achterliggend mechanisme voor het buurtvaderproject. Doordat de buurtvaders regelmatig in de buurt aanwezig zijn om een oogje in het zeil te houden, lijkt het gedrag van de jongeren te veranderen (Verwey-Jonker instituut, 2005). Uit onderzoek blijkt dat als buurtbewoners zich bezig houden met adolescenten in de buurt, de kans op prosociaal gedrag bij jongeren lijkt te worden vergroot (Roosa, Jones, Tein & Cree, 2003). Een belangrijk aspect hierbij is de manier waarop de jongeren worden aangesproken. Er is sprake van wederzijds respect en jongeren worden op een respectvolle manier aangesproken op hun gedrag (VerweyJonker instituut, 2005). Zolang de jongeren wantrouwend tegenover buurtvaders staan en ze zien als een verlengstuk van de politie, lijken buurtvaderprojecten weinig effect te hebben (Verwey-Jonker instituut, 2005). De vaders zien dit zelf in en geven aan dat het van belang is om het vertrouwen van de jongeren te winnen. Informele sociale controle is in het buurtvaderproject meer dan alleen surveilleren op straat. Zij proberen ook te bemiddelen in conflicten tussen de jongeren en hun ouders. De buurtvaders kennen de vaders van de jongeren vaak van de moskee. Door de contacten die in de moskee worden gelegd, kunnen de buurtvaders ongewenst gedrag doorgeven aan de vaders van de jongeren. Op deze manier weten de vaders hoe hun kinderen zich op straat gedragen en kunnen zij hun kinderen hier, indien nodig, op aanspreken. Sampson, Morenoff en Earls (1999) geven aan dat ‘intergenerational closure’ belangrijk is voor het welbevinden van kinderen en jongeren. Als de ouders van de kinderen andere volwassenen in de gemeenschap kennen en praten over het gedrag van hun kinderen, dan komen ouders erachter hoe hun kinderen zich gedragen in situaties waar zijzelf niet bij zijn en is het gemakkelijker om hun kind, daar waar nodig, bij te sturen.
Onderlinge steun Doordat de overlast intussen is geminimaliseerd, hebben de buurtvaders tijd om naast het zorgen voor informele sociale controle, ook op andere manieren in de jongeren in de buurt te investeren. Ze zetten allerlei activiteiten op voor de jongeren (Verwey-Jonker instituut, 2005), zoals het couscous kletscafé, waarbij de discussie tussen generaties centraal staat.
Universiteit Utrecht, 2011
10
Daarnaast ontstaat er sociaal kapitaal, waar de jongeren van kunnen profiteren. Coleman definieert sociaal kapitaal als ‘a form of social organization created when the structure of relations among persons facilitates action, making possible the achievement of certain ends that in its abscence would not be possible’ (Sampson et al., 1999, p. 634). Zonder deze contacten met de buurtvaders, zouden de jongeren geen toegang hebben tot bepaalde (hulp)bronnen. Een voorbeeld hiervan is dat het netwerk dat de jongeren opbouwen door de buurtvaders, ze aan stageplekken kan helpen. Daarnaast bieden de buurtvaders ondersteuning voor de ouders. Zij lichten ouders bijvoorbeeld in over voorlichtingsbijeenkomsten in het vadercentrum en vertellen wanneer vaders gebruik kunnen maken van activiteiten en cursussen uit het vadercentrum. Op deze manier hebben zij een brugfunctie, aldus de betrokken professional. Dit lijkt een vorm van bridging capital; sociaal kapitaal dat personen uit verschillende groepen met elkaar verbindt (Putnam, 2000) en vooral voor minderheidsgroepen erg bruikbaar kan zijn (Putnam, 2007).
Intergenerationeel contact Naast het in stand houden van de informele sociale controle en de sociale steun die de buurtvaders bieden aan de jongeren, is intergenerationeel contact tussen de buurtvaders en de jongeren op zichzelf ook van belang. Intergenerationele contacten kunnen een positieve invloed hebben de ontwikkeling van jongeren. Zo kunnen ze onder andere leiden tot meer empatisch gedrag (Hrdy, 2006) en betere sociale vaardigheden bij de jongeren (Scales et al., 2004). De buurtvaders dienen hierbij als rolmodel voor de jongeren. Doordat de buurtvaders enkele malen per week als buurtvader in de buurt rondlopen, zullen zij ook op momenten dat zij niet ‘aan het werk’ zijn een oogje in het zeil houden en hen aanspreken op negatief of gevaarlijk gedrag.
Deel C. Overige informatie Randvoorwaarden voor uitvoering en kwaliteitsbewaking Randvoorwaarden voor de activiteit
-
Het vadercentrum; zonder centrum kunnen de buurtvaders hun werk niet doen;
-
Financiën voor scholing/cursus van de buurtvaders en voor koffie en thee;
-
Alle vaders moeten minimaal één keer per week meelopen.
Eisen ten aanzien van opleiding Er zijn geen eisen ten aanzien van opleiding. Het buurtvaderproject is toegankelijk voor alle vaders/mannen uit de Marokkaanse gemeenschap. Juist deze laagdrempeligheid is belangrijk aldus de betrokken professional.
Eisen ten aanzien van overdracht en implementatie van de activiteit De werkwijze wordt overgedragen van vader op vader. Er is geen specifiek draaiboek. Nieuwe vaders leren door mee te lopen met de andere vaders. Veel vaders zitten al jaren
Universiteit Utrecht, 2011
11
bij de buurtvaders en hebben hierdoor veel ervaring. Deze ervaring delen zij met de nieuwe vaders. Onderzoek van het Verwey-Jonker instituut laat zien het belangrijk is om een eigen invulling te geven aan het project, dat specifiek is voor de situatie (VerweyJonker instituut, 2005). De hierboven genoemde mechanismen zijn overdraagbaar, maar verder is het voornamelijk van belang dat de vaders zelf beslissen hoe zij het buurtvaderproject aanpakken. Zij kennen de buurt en de Marokkaanse gemeenschap waarin zij zelf leven immers het beste en kunnen zo een project op maat maken voor het behalen van een optimaal resultaat.
Financiering van de activiteit Tien jaar geleden kregen ze voor het eerst subsidie vanuit de gemeente, voor het opstarten van vadercentrum ADAM. Daarna kwam er reguliere subsidie voor cursussen en activiteiten voor vaders in het vadercentrum. De financiering loopt via de afdeling welzijn. Naast subsidies vanuit de gemeente, doet het Vadercentrum ook aan fondsenwerving. Het Marokkaanse buurtvaders project wordt vanuit het vadercentrum georganiseerd, maar krijgt zelf subsidie vanuit de overheid. Voor de buurtvaders kwam er eerst specifieke subsidie voor het project voor drie jaar, die nu jaarlijks verlengd wordt.
Rol CJG Er is geen relatie tussen het CJG en de buurtvaders.
Relatie met andere opvoedactiviteiten Alle activiteiten beginnen vanuit het vadercentrum en zijn zo onderling met elkaar verbonden, dus ook het buurtvaderproject. Er komen meer dan 50 culturen in het vadercentrum (voornamelijk Marokkaanse, Nederlandse en Turkse vaders, maar ook Surinaamse, Poolse etc.). De buurtvaders komen meerdere malen per week in het vadercentrum en geven zelf aan ook andere cursussen gevolg te hebben in het vadercentrum. Tijdens hun werk als buurtvader, vertellen ze andere vaders over de activiteiten in het vadercentrum. Enkele voorbeelden van andere activiteiten in het vadercentrum zijn: het naaiatelier, waar vaders zelf hun kleding leren maken, computerles voor vaders en zwemmen voor vaders met hun kinderen.
Onderzoek naar de activiteit Het Verwey-Jonker instituut heeft in 2005 zes buurtvaderprojecten onderzocht, om zo te kijken wat de algemeen werkzame factoren van buurtvaderprojecten is en om de buurtvaderprojecten te bekijken vanuit hun context. Het belangrijkste resultaat van dit onderzoek is dat er een aantal gezamenlijke werkzame bestanddelen zijn voor buurtvaderprojecten, zoals het opbouwen van vertrouwen en een goede samenwerking met de betrokken instellingen, maar dat het met name van belang is dat er wordt gekozen voor een aanpak waarin de specifieke situatie centraal staat (Verwey-Jonker instituut, 2005).
Universiteit Utrecht, 2011
12
Methode om ouders te bereiken De beste methode om vaders te bereiken is via mond op mond reclame. De medewerker geeft aan dat dit de beste investering is. Je moet tijd in mensen investeren om ze te bereiken. Soms zijn hier tien minuten voor nodig, maar er zijn ook mensen die eerst afwachten en in deze mensen moet je soms wel maanden investeren voordat ze naar het vadercentrum komen.
Universiteit Utrecht, 2011
13
Literatuur Blokland, T. (2008). Ontmoeten doet ertoe. Rotterdam: Vetia. Flap, H. & Völker, B. (2005). Gemeenschap, informele controle en collectieve kwaden in de buurt. In B. Völker (eds.). Burgers in de buurt. Samenleven in wijk, buurt en verenigingen (42-67). Boekuitgave Mens en Maatschappij, Amterdam: University Press. Hrdy, S. B. (2006). Evolutionary context of human development. The cooperative breeding model. The MIT Press. 8-32. Matineau, E. M. (2006). ‘Too much tolerance’: Hang-around youth, public space and the problem of freedom in the Netherlands. New York: City University. McDonnel, J. R. (2006). Neighborhood characteristics, parenting and children’s safety. Social Indicators Research, 83, 177-199
Pels, T. (2005). Marokkaanse vaders: van patriarchen naar betrokken paternalisten, . In: M. Distelbrink, P. Geense & T. Pels (red.). Diversiteit in vaderschap: Chinese, Creoolse, Surinaamse en Marokkaanse vaders in Nederland (P215-301). Assen: Gorchum. Putnam, R. D. (2000). Bowling alone: The collapse and revival of American community. New York: Simon & Schuster. Putnam, R. D. (2007). E Pluribus Unum: Diversity and community in the twenty-first centruy. The 2006 Johan Skytte Prize Lecture. Scandinavian Political Studies, 30, 137174. Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling. (2008). Tussen flanteren en schofferen. Een constructieve aanpak van het fenomeen hangjongeren. Amsterdam: SWP. Roosa, M. W., Jones, S., Tein. J-Y. & Cree, W. (2003). Prevention science and neighborhood influences on low-income children’s development: theoretical and methodological issues. American Journal of Community Psychology, 31, 55-72.
Sampson, R. J., Morenoff, J. D. & Earls, F. (1999). Beyond social capital: spatial dynamics of collective efficacy for children. American Sociological Review, 64, 633-660.
Sampson, R. J., Raudenbush, S. W. & Earls, F. (1997). Neighborhoods and violent crime: A multilevel study of collective efficacy. Science, 277, 918-924.
Scales, P.C., Benson, P.L., Roehlkepartain, E.C., Hintz, N.R., Sullivan, T.K. & Mannes, M. (2004). The Role of Parental Status and Child Age in the Engagement of Children and Youth with Adults Outside their Families. Journal of Family Issues 25 (4), 735-760.
Universiteit Utrecht, 2011
14
Shaw, C. & McKay, H. (1942). Juvenile delinquency and urban ares. Chicago: University of Chicago Press.
Stichting de wijk. (2003). ‘Mythes en mores’. Intercultureel samenleven en de betekenis van bewonersinitiatieven. Amsterdam.
Uitermark, J. & Duyvendak, J. W. (2006). Mensen maken de stad. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam.
Verwey-Jonker instituut, (2005). De toekomst van buurtvaderschap: professionalisering met behoud van zeggenschap.
Vermeulen, H. & Penninx, R (1994). Het democratisch ongeduld. De emancipatie en integratie van zes doelgroepen van het minderhedenbeleid. Amsterdam: Het spinhuis.
Websites: http://www.vadercentrum.nl/main.php?pag=pages&id=154&sid=140) geraadpleegd op: 07-03-2011.
Universiteit Utrecht, 2011
15
Bijlage
Observatielijst activiteiten “Allemaal Opvoeders” ID-code observant: MASC2LD 03-2011
Datum: 23-
ACTIVITEIT 1. Naam en locatie activiteit Het Marokkaanse buurtvadersproject ‘El Wasl’(bemiddeling/contact) in Den Haag. 2. Omschrijving van de ruimte (Wat valt op aan de inrichting etc.) De activiteit vindt buiten plaats. De vaders lopen een vaste ronde door de wijk. Er zijn 3 vaste wijken waar de vaders lopen (de wijken zijn allemaal in het stadsdeel Laak). Dit wisselen ze af. Ze hebben geen aparte kleding aan. Halverwege stoppen ze bij de een speelveld. Dit speelveld is een Cruyff court en Krajicek playground, waarde jongeren aan het voetballen zijn. Er is ook een begeleider aanwezig van welzijnswerk Den Haag. Het speelveld wordt omringd door flats met kleine (redelijk vervallen) woningen. De rest van de buurt bestaat uit rijtjeshuizen. Ze zijn aanwezig en groeten de jongeren. Daarnaast drinken ze koffie en thee in de keet van de welzijnswerker. Via een andere weg lopen ze weer terug naar het vadercentrum. 3. Beschrijving van de start/ introductie (Wordt de activiteit ingeleid? Zo ja, hoe? En door wie? Wat wordt er gezegd over de doelen?) De activiteit begint in het vadercentrum. Het vadercentrum is bestaat uit meerdere ruimten. Er zijn verschillende werkplekken (naai atelier, werkplaats voor houtbewerking, metaalbewerking en fietsen maken), een bar, enkele kantoren en een grote ruimte met tafels, stoelen en Marokkaanse banken waar de vader kunnen zitten. Daarnaast is er een kamer met allemaal computers, waar de vaders computerles kunnen volgen. Het is druk in het vadercentrum. Sommige vaders komen een hapje eten of een praatje maken, maar er zijn ook vaders die gericht komen voor een bepaalde activiteit. De buurtvaders komen langzaam binnen lopen en zijn allemaal uiterlijk 17.00 uur aanwezig. Van te voren vergaderen ze over de komende avond. Ze beginnen de avond altijd gezamenlijk en drinken koffie en thee en bidden gezamenlijk. Dan gaan ze de straat op.
4. Beschrijving van de afsluiting (Wordt de activiteit afgesloten? Zo ja, hoe? En door wie? Wat wordt er gezegd over een eventueel vervolg? Wordt er gevraagd naar de tevredenheid/ ervaringen van de deelnemers? Zo ja, wat valt op aan die reacties?) De buurtvaders gaan gezamenlijk terug naar het vadercentrum, waar ze nog even blijven om wat te drinken. Dan gaan ze weer naar huis. Er is geen gezamenlijke afsluiting. Je kunt merken dat het voor de buurtvaders routine is en dat de meeste al lang meelopen met de buurtvaders. DEELNEMERS 1. Aantal deelnemers (zowel volwassenen als kinderen)
Universiteit Utrecht, 2011
16
Er zijn vanavond 6 buurtvaders. Een van de vaders geeft aan dat er gemiddeld 4 a 5 vaders per keer zijn. Met feesten en andere buurtactiviteiten, zijn er meer vaders aanwezig. 2. Achtergrond deelnemers (geslacht, etniciteit) Het zijn allemaal mannen met een Marokkaanse achtergrond. De meeste mannen zijn ook vaders, maar dit is geen vereiste. De vaders zijn van alle leeftijden; de oudste is eind 70, de jongste rond de 35. De meeste vaders zijn tussen de 40 en 50 jaar. 3. Rol deelnemers (Denk aan: inzet, inbreng, enthousiasme, actief/ passief) De buurtvaders lopen door de buurt. Ze praten met elkaar en door aanwezig te zijn en te observeren zorgen ze ervoor dat het rustig is op straat en jongeren in de gaten worden gehouden. Ze grijpen alleen in daar waar dat nodig is. Het was duidelijk dat 1 vader (die ook additioneel medewerker is), een voorbeeldfunctie had. Hij was sterker dan de andere vaders gericht op de jongeren en hield telkens een oogje op de jongeren, ook tijdens het gezamenlijk koffie drinken. Er waren een aantal vaders duidelijk aanwezig. Zij waren actief en praten veel. Andere vaders/mannen waren wat meer op de achtergrond en liepen vooral mee. 4. Interactie deelnemers (Contact/ uitwisseling tussen ouders?) Er is veel interactie tussen de vaders. Daarnaast wisselen ze ervaringen uit met een medewerker van welzijn jongerenwerk, die aanwezig is op het sportveld in de Ketelstraat op Eljero Elia Veld. Tussen de vaders en de jongeren is minder interactie. De jongeren voetballen op het veld, terwijl de buurtvaders in de buurt blijven en kijken naar het voetbal. De buurtvaders geven aan veel van de jongens op het veldje te kennen.
1. Aantal aanwezige professionals en hun functie Op het vadercentrum is 1 medewerker aanwezig die alle activiteiten coördineert. Hij is ook bij de vergadering voordat de buurtvaders gaan lopen. De buurtvaders lopen in principe zonder professional. Wel loopt er een additionele medewerker van het vadercentrum mee en twee stagiaires van het vadercentrum. Dit zijn jonge jongens die aangeven zelf ook op straat te hebben gelopen. Op deze manier zijn zij bij het vadercentrum gekomen. Zij geven aan dat de buurtvaders ze geholpen hebben met het vinden van een stage en het ‘op het juiste pad blijven’. 2. Zijn er vrijwilligers aanwezig? (Zo ja, hoeveel en wat is hun rol?) Ja, de activiteit bestaat uit vrijwilligers. Er zijn deze avond 6 vrijwilligers. De meesten lopen al jaren (sommige zelfs al tien jaar, vanaf het begin van de buurtvaders) mee met de buurtvaders. Hun rol is een aanspreekpunt zijn in de buurt (zowel voor jongeren als voor buurtbewoners). Ze nemen het initiatief en zijn een voorbeeldfunctie in de buurt. 3. Rol professionals (Denk aan: Opstelling professional als deskundige of meer op de achtergrond? Hoe betrekt/ activeert de professional de deelnemers? Besteedt de professional expliciet aandacht aan onderling contact tussen ouders/ uitwisseling van ervaringen/ informele steun etc.?) De medewerker is de hele avond aanwezig in het vadercentrum. Hij is duidelijk aanwezig in het vadercentrum. Hij praat veel met alle vaders die binnen zijn en
Universiteit Utrecht, 2011
17
komt erg amicaal over. Wat betreft de buurtvaders geen hij ze ook duidelijke instructies; waar moeten ze vanavond op letten, op welk tijdstip zijn de vaders weer terug in het centrum etc. Achteraf vraagt hij hoe het geweest is en wat de opbrengst van de avond is geweest.
ALGEMENE INDRUK Algemene beschrijving van de activiteit. Wat zie je? Wat valt je op? Allereerst valt de werkwijze op. Door naast de jongeren te staan en ze op een vriendelijke manier toe te spreken bereiken ze veel jongeren. Daarnaast geven de vaders aan dat ze de ouders van de jongeren proberen te bereiken. Doordat de jongeren weten dat ze de ouders kennen en zij worden aangesproken op het gedrag van hun kinderen in de moskee, werken de buurtvaders als informeel sociale controle netwerk. Daarnaast is ‘vertrouwen’ een belangrijk woord. Door het vertrouwen van de jongeren te wekken, luisteren de jongeren beter en ontstaat er een band tussen buurtvaders en jongeren. Ook gelijkwaardigheid is een thema binnen de buurtvaders. Ze willen niet boven de jongeren staan, maar naast ze staan, om samen te werken aan een goede buurt. Jongeren die problemen hebben worden door de buurtvaders naar het vadercentrum gehaald om ze uit hun situatie te halen en kansen te geven voor een betere toekomst. Er wordt binnen deze activiteit veel tijd bestaat aan intergenerationeel contact; jongeren en volwassenen eten samen en ondernemen andere activiteiten samen. Het gaat hierbij niet alleen om vaders, ook mannen uit de buurt die zelf geen kinderen hebben doen mee aan deze vorm van intergenerationeel contact. De kracht achter de buurtvaders, is het vadercentrum. De buurtvaders vormen een onderdeel van het grotere geheel. Een van de vaders vertelt dat de aanleiding van het buurtvaders project was dat het in de wijken waar de buurtvaders actief was, soms onrustig was. Sinds zij op straat lopen, is het rustiger en minder druk. Tijdens de activiteit is het inderdaad rustig op straat. Er is ieder jaar een trainingsweekend waarbij de buurtvaders aan teambuilding doen. Ook de politie is hierbij aanwezig.
Universiteit Utrecht, 2011
18