Beleidsvisie Duurzaamheid Achtkarspelen November 2009
Inhoudsopgave Inleiding
3
1. Wat is duurzaamheid? 1.1 Definitie duurzaamheid 1.2 Klimaatbeleid over grenzen 1.2.1 Wereld 1.2.2 Europa 1.2.3 Nederland 1.2.4 Gemeenten 1.3 Duurzaamheid in Achtkarspelen
6 6 6 7 8 8 8 8
2. Visie en doelstellingen 2.1 Visie 2.2 Doelstellingen 2.3 Definitie Duorsum yn de Wâlden
10 10 11 11
3. De vertaling 3.1 People 3.2 Planet 3.3 Profit
12 12 12 13
4. Aanpak
14
5. Prioriteit en uitvoering
16
6. Tot slot: de dilemma’s rond duurzaamheid
17
Bijlage 1 Overzicht duurzame ontwikkelingen Achtkarspelen
19
Bijlage 2 Projecten 2010 Communicatie Bouwen en wonen Duurzame energie Duurzaam ondernemen
28
2
Inleiding
Achtergrond: In 2007 hebben de VNG en het Rijk een Klimaatakkoord Gemeenten en Rijk afgesproken om zich gezamenlijk in te spannen voor een schoner, zuiniger en duurzamer Nederland. Het akkoord bevat afspraken op het gebied van energiebesparing, het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen, energietransitie en het klimaat bestendig maken van Nederland. Het uitgangspunt daarbij is dat gemeenten een cruciale rol hebben bij het streven naar een duurzame en efficiënte energievoorziening op lokaal niveau. Gemeente staan steeds dichter bij de burger en het bedrijfsleven en kunnen daarbij verschillende belangrijke rollen vervullen, van een voorbeeldfunctie, duurzaam aanbesteden, beleidsmaker, educatie en voorlichting of vergunningverlener tot het faciliteren van lokale klimaatinitiatieven. Van milieubeleid naar duurzaamheidsbeleid: Duurzame ontwikkeling heeft daarmee feitelijk betrekking op al het gemeentelijk beleid. Het economisch beleid, het milieubeleid, verkeer en vervoerbeleid, natuur en landschap en het ruimtelijk beleid bevatten allemaal componenten die invloed hebben op de ontwikkelingsrichting van de gemeente en op de balans tussen de drie duurzaamheidsdomeinen; people, planet en profit. We lopen daar tegen verschillende zaken aan. Naast het bepalen van de ambities, het creëren van draagvlak, het vergaren van kennis over bijvoorbeeld regelgeving, mogelijke maatregelen en randvoorwaarden, speelt ook de financiering een grote rol. Het klimaatbeleid bestrijkt immers een breed scala aan onderwerpen, zoals duurzame energieproductie, stimuleren van energiebesparing bij burgers en bedrijven, duurzame (agrarische) bedrijven, energiezuinige gebouwde omgeving en schone en zuinige mobiliteit. Voor al die onderwerpen zijn in de loop van de tijd subsidieregelingen en andere fiscale of financiële regelingen opgezet. In de praktijk levert dit een veelheid aan (subsidie)regelingen op met uiteenlopende subsidie verstrekkers, doelgroepen, doelstellingen, voorwaarden etc. Het bekendste voorbeeld hiervan is de in 2008 gepresenteerde Stimuleringsregeling Duurzame Energie (SDE) Doel: Het doel van deze Duurzaamheidsvisie is duidelijk zicht te geven op de doelen die we als gemeente Achtkarspelen willen realiseren en met welke concrete plannen we dit kunnen bereiken. Deze visie wil daarnaast de kapstok zijn voor heel veel goede en praktische ideeën op het gebied van duurzaamheid die wij als gemeente hebben. • • •
We willen een totaaloverzicht geven van het duurzaamheidbeleid in de verschillende beleidssectoren in onze gemeente. We willen aangeven op welke terreinen intensivering en uitbreiding nodig en mogelijk is ten aanzien van het bestaande beleid. We willen blijvende aandacht voor het onderwerp duurzaamheid binnen de verschillende beleidsvelden waarborgen.
3
We achten het verder van belang om duidelijk te communiceren over onze toenemende aandacht voor duurzaamheid. Deels om draagvlak voor activiteiten te creëren maar ook met het oog op educatie en voorlichting. Een belangrijk nevendoel is daarom om op samenhangende wijze te communiceren over de doelen en resultaten van onze duurzaamheidsactiviteiten. Aanpak: In Gewogen Ambitie III heeft de gemeenteraad prioriteit toegekend aan het thema Duurzaamheid en een voorzet gedaan voor een aantal plannen dat zij nader uitgewerkt wilde zien. Om invulling te geven aan deze wens is er een (ambtelijke) projectgroep ingesteld. De projectgroep bestaat uit een vaste kerngroep, die afhankelijk van de thematiek uitgebreid werd met interne en externe deskundigen. De kerngroep heeft op verzoek van de raad een miniconferentie georganiseerd, waarin samen met raad, burgers en bedrijfsleven is gesproken over hoe we duurzaamheid in Achtkarspelen vorm kunnen geven. Tijdens deze themasessie is het huidige beleid op hoofdlijnen geïnventariseerd, zijn taakstellingen en activiteiten benoemd waarmee het duurzaamheidsbeleid geïntensiveerd en uitgebreid kan worden. Ook de verantwoordelijke wethouders waren bij de themasessie aanwezig. De aanbevelingen en conclusies van deze interdisciplinaire bijeenkomst zijn meegenomen in deze visie. Voorliggende nota is tot stand gekomen door een interdisciplinaire aanpak, waarbij alle relevante beleidsafdelingen betrokken zijn geweest. De houdbaarheid van de duurzaamheidsnota: Duurzame ontwikkeling is een zaak van lange adem, een continu proces. Het gaat om lange termijn perspectieven met acties in het hier en nu. In de voorliggende kadernota worden aspecten met betrekking tot de lange termijn vastgelegd. Daarbij hanteren we een meerjarige zichttermijn. Nieuwe innovatieve ontwikkelingen spelen een grote rol bij de oplossing van de energievraagstukken of bij het ontzien van het milieu. Daar willen we de ogen niet voor sluiten. Ontwikkelingen volgen elkaar in snel tempo op en inzichten veranderen soms met de dag. Hypes, al dan niet onderbouwd, spelen soms een hoofdrol in het duurzaamheids denken en zo krijgen de ontwikkelingen een competitief karakter. Daar is niemand mee gediend. Menukaart: Er zal daarom jaarlijks een actieprogramma worden opgesteld, waarin de visie middels concrete en onderbouwde plannen gestalte krijgt. Hierin wordt de stand van zaken van lopende projecten bijgehouden en worden nieuwe projecten voorgesteld. Een interactief proces, waarbij zowel raad als college kunnen (bij)sturen. Achtkarspelen is dan ook actief aan de slag met de ontwikkeling en uitvoering van (lokaal) klimaatbeleid.
Leeswijzer: Deze visie begint met een begripsbepaling van Duurzaamheid. Het duurzaamheidsbeleid op wereld-, en Europees niveau wordt beschreven om het landelijke beleid, en ons gemeentelijk beleid, in perspectief te plaatsen. In het tweede hoofdstuk wordt de visie van Achtkarspelen besproken. In het derde hoofdstuk is deze visie vertaald naar concrete doelstellingen. Hoe we dit gaan
4
bereiken, en waar we mee beginnen en wat nog meer tijd nodig heeft, komt in de volgende hoofdstukken aan de orde. De visie sluit af met een nadere beschouwing over duurzaamheid en de dilemma’s waar dit begrip ons soms voor plaatst.
5
1. Wat is duurzaamheid?
1.1 Definitie duurzaamheid ‘Duurzame ontwikkeling’ is het kernbegrip in het rapport ‘Our Common Future’, dat in 1987 werd uitgebracht door de VN-Commissie Brundtland. Mevrouw Brundtland legde een duidelijke verbinding tussen economische groei, milieuvraagstukken en armoede- en ontwikkelingsproblematiek. Volgens Brundtland is duurzaamheid een ontwikkeling die voorziet in de behoefte van de huidige generatie zonder daarmee voor toekomstige generaties hier en elders de mogelijkheden in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien. Er is sprake van duurzame ontwikkeling als economische, sociaal-culturele en ecologische belangen op een evenwichtige wijze worden afgewogen. Zo moet economische groei niet ten koste gaan van mensen en het milieu, maar juist zo veel mogelijk ten gunste van mens en milieu. Waar mogelijkheden zijn voor milieuverbetering, moet gezocht worden naar economisch voordeel. De genoemde drie invalshoeken worden ook wel de 3 P’s genoemd (Planet, People, Profit). Deze invalshoeken werken door in de drie pijlers ‘fysiek‘, sociaal’ en ‘economisch’, die gehanteerd worden als afwegingskader bij de belangenafweging voor een duurzaam evenwicht. Hieronder wordt dit grafisch weergegeven.
1.2 Klimaatbeleid over grenzen Op internationaal, Europees, nationaal, provinciaal en regionaal niveau zijn wetten, regelgeving en afspraken gemaakt om een gedragsverandering ten aanzien van het gebruik van energie te stimuleren. In deze paragraaf wordt ingegaan op deze afspraken en op welk niveau ze zijn gemaakt. Door het grote
6
aantal regels, wetten en afspraken wordt er gekeken naar enkele (de belangrijkste) delen hiervan. Deze paragraaf is daarom niet uitputtend. 1.2.1 Wereld Klimaatverdrag In 1992 werd in Rio de Janeiro het zogenoemde Raamverdrag Klimaatverandering van de Verenigde Naties (UNFCCC, United Nations Framework Convention on Climate Change) gesloten, meestal aangeduid als het Klimaatverdrag. De doelstelling van dit verdrag: “het stabiliseren van de concentratie van broeikasgassen in de atmosfeer op een zodanig niveau, dat een gevaarlijke menselijke invloed op het klimaat wordt voorkomen”. Verschillende industrielanden, waaronder Nederland, hebben verplichtingen onder het Klimaatverdrag afgesproken om de groei van hun uitstoot van broeikasgassen te stoppen. De groep (189) bestaat uit Westerse landen en de landen in Oost-Europa. Halverwege de jaren negentig werd duidelijk dat de uitstoot van broeikasgassen niet genoeg stabiliseert om het doel van het Klimaatverdrag te realiseren. Dat heeft geleid tot het Kyoto-protocol. Kyoto-protocol Het Kyoto-protocol werd in 1997 opgesteld als aanvulling op het Klimaatverdrag. Industrielanden verbinden zich door het ondertekenen van dit verdrag aan de afspraak om in 2012 de uitstoot van broeikasgassen met gemiddeld 5% te verminderen ten opzichte van het niveau in 1990. Per land gelden uiteenlopende reductiepercentages. Het percentage voor de Europese Unie is 8%. De Europese Unie heeft vervolgens de emissiereducties per lidstaat bepaald. Nederland moet zijn broeikasgasemissies in 2012 met 6% hebben gereduceerd ten opzichte van 1990. Millenniumdoelstellingen VN In 2000 hebben regeringsleiders van 159 landen de 8 millenniumdoelstellingen geformuleerd om vóór 2015 de belangrijkste problemen in ontwikkelingslanden aan te pakken. Millenniumdoelstelling 7 is het waarborgen van een duurzaam milieu. De gevolgen van klimaatveranderingen zijn sterk merkbaar in veel ontwikkelingslanden en vormen een bedreiging voor de toekomstige economische groei. Klimaattop Kopenhagen Van 7 tot 18 december 2009 vindt in de Deense hoofdstad Kopenhagen de beslissende klimaatconferentie onder het UNFCCC plaats. Tijdens deze klimaattop moet door wereldleiders worden beslist over de uiteindelijke inhoud van het nieuwe internationale klimaatverdrag, dat het Kyoto-protocol dient te vervangen. Het nieuwe verdrag treedt in 2012 in werking en bevat concrete doelen voor 2020.
7
1.2.2 Europa Europees klimaatbeleid Op 9 maart 2007 heeft de Europese Commissie een overeenkomst bereikt met ambitieuze klimaatdoelstellingen. In 2020 moet een vijfde van de totale energieconsumptie in de Unie bestaan uit groene energiebronnen zoals wind, water en zon. De Commissie wil dat in 2020 tenminste 10 procent van alle olie en diesel in de vervoerssector moet bestaan uit biobrandstoffen. Deze percentages zijn een gemiddelde voor de Unie. Per lidstaat wordt bepaald welk aandeel zij moeten leveren.
1.2.3 Nederland In september 2007 heeft het kabinet het werkprogramma “Schoon en Zuinig” vastgesteld. Dit programma is opgesteld naar aanleiding van afspraken die bij de start van het kabinet zijn gemaakt om duurzaamheid als een van de belangrijkste pijlers van dit kabinet te zien. De doelstellingen van het kabinet in dit programma zijn: • • •
De uitstoot van broeikasgassen, vooral CO2, in 2020 met 30% verminderen vergeleken met 1990. Het tempo van energiebesparing de komende jaren verdubbelen van 1% nu naar 2% per jaar. Het aandeel duurzame energie in 2020 verhogen van ongeveer 2% nu naar 20% van het totale energiegebruik.
1.2.4 Gemeenten In november 2007 hebben het kabinet en de gemeenten het door hen samen opgestelde klimaatakkoord ondertekend. Zij hebben afgesproken zich gezamenlijk in te spannen voor een schoner, duurzamer en zuiniger Nederland. De doelstellingen van gemeenten en rijk zijn: • • • •
Vermindering CO2 uitstoot in 2020 met dertig procent. Het aandeel duurzaam geproduceerde energie in 2020 verdubbelen tot twintig procent. Energieverbruik in woningen en gebouwen in 2020 halveren. In 2010 zal het Rijk al zijn producten duurzaam inkopen. Vijf jaar later moet dit zijn gelukt bij de gemeenten
1.3 Duurzaamheid in Achtkarspelen Duurzaamheid in onze gemeente is niet nieuw. De gemeente Achtkarspelen is op vele terreinen bezig met duurzaamheid en loopt op sommige terreinen zelfs op kop. Voorbeelden hiervan zijn de zonnecollectoren op het dak van het gemeentehuis, ons ecologische groen, het aanbestedingsbeleid en het gebruik maken van groene stroom. Een overzicht van de huidige stand van zaken van
8
zaken van duurzame ontwikkelingen binnen de gemeente is in de bijlagen opgenomen (bijlage 1). Traditioneel is er ook veel aandacht voor openbare ruimte, natuur en multifunctionele plekken, ontmoetingsplaatsen die goed zijn voor de sociale cohesie. Een belangrijke functie hierin heeft natuurbehoud en agrarisch landschapsonderhoud. De nog te ontwikkelen Structuurvisie biedt de kans om alle ruimtelijke ordeningsthema’s op het duurzaamheidvlak te verbinden. Duurzaamheid is ook recht doen aan identiteit en karakteristieken en verschillen. Achtkarspelen biedt een uniek landschap, een goed ondernemersklimaat en bruisende gemeenschappen. Ook niet nieuw is, dat er nog veel kansen in het verschiet liggen. In Nederland zijn bijvoorbeeld al veel woonwijken opgezet die energie-efficiënt zijn en zijn uitgerust met innovatieve verwarming- en koelsystemen.
9
2. Visie en doelstellingen
2.1 Visie Duurzaamheid is een ontwikkeling die voorziet in de behoefte van de huidige generatie zonder daarmee voor toekomstige generaties de mogelijkheden in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien. Duurzaamheid is daarmee de aarde net zo achterlaten als je haar aangetroffen hebt. Dit jezelf als mensheid ten doel stellen is heel mooi, maar onuitvoerbaar. Wel kunnen we dit doel voor onze eigen gemeente stellen en hier met al onze energie invulling aan geven.
Visie • • •
2020 Achtkarspelen klimaatneutraal Blijvende aandacht voor duurzaamheid binnen alle beleidsterreinen. Een aanpak gericht op samenwerking met bedrijven, inwoners en maatschappelijke instellingen. • Actieve communicatie over duurzaamheid intern en extern.
In 2020 zijn wij als gemeentelijke organisatie klimaat neutraal en is de CO2 uitstoot van onze gemeente met 30 procent gedaald. Dit is een forse ambitie voor de komende jaren. De grootste uitdaging hierbij is het overbrengen van deze boodschap. Wanner bij iedereen, van kind tot woningbouwcorporatie, van ambtenaar tot bedrijf, tussen de oren zit is het zwaarste werk echter gedaan. Milieucommunicatie is het belangrijkste middel om aan bewustwording te werken waarbij natuur- en milieueducatie een belangrijk instrument is. Globaal houdt dit doel in dat Achtkarspelen op een duurzame wijze moet voorzien in haar eigen energiebehoefte. Een ambitie die vraagt om een visie en een koerswijziging. Met deze ambitie wordt duurzaamheid immers neergezet als leidend principe en niet een verbijzondering van beleid. De overgang naar een klimaatneutrale gemeente kenmerkt zich dan ook als een transitieproces. In dit visiedocument worden de uitgangspunten weergegeven. Er wordt een voorzet gegeven voor een omslag van milieubeleid naar duurzaamheidbeleid, met een jaarlijks duurzaamheidprogramma (Actieplan) waarin concrete projecten
10
worden uitgewerkt. Er is daarbij gekozen voor een indeling op basis van de 3 P’s. People, Planet en Profit. Dit visiedocument vormt dan ook een instrument waarmee zowel intern als extern gecommuniceerd kan worden over duurzaamheid in Achtkarspelen. Duurzaamheid is immers een breed begrip dat zich op allerlei manieren laat vertalen. In dit visiedocument wordt duurzaamheid vertaald naar de ambities van het college en de gemeenteraad.
2.2 Doelstellingen Deze Visie laat zich in combinatie met de drie P’s en de vele afspraken die er zijn gemaakt op Europees, landelijk en provinciaal niveau vertalen naar onderstaande doelstellingen op langere en kortere termijn. Ambities People 2020 - Herkenbare en vooruitstrevende inspirerende voorbeeldfunctie voor ondernemers, bewoners en maatschappelijke instelling. Ambities Planet 2020 - Een CO2 neutrale organisatie; compensatie van CO2 emissie is overbodig. - Een CO2 reductie van 30% voor de hele gemeente. Ambities Profit 2020 • Duurzaamheid als basisvoorwaarde voor al onze inkoop, aanbestedingen en contracten. • Stabiele economische ontwikkeling gericht op de kwaliteit van het menselijk welzijn.
2.3 Definitie Duorsum yn de Wâlden De doelstellingen samen vormen de basis voor de definitie van het duurzaamheidsbeleid in Achtkarspelen. We willen een gezonde gemeente zijn zowel economisch als sociaal en ecologisch. Bovendien willen we gezond blijven nu én in de toekomst. Dit doel willen we echter niet bereiken ten koste van andere delen van de wereld. Duorsum yn de Wâlden: “Een ontwikkeling die zorgt voor een gezonden duurzaam leef- en werkklimaat in de Wâlden, voor nu en in de toekomst, voor hier en elders.”
11
3. De vertaling
3.1 People Ambities 2020 - Herkenbare en vooruitstrevende inspirerende voorbeeldfunctie voor ondernemers, bewoners en werknemers. - Een duurzaam ondernemersklimaat - Bij ontwikkelen en uitvoeren van beleid niet alleen rekening houden met “hier en nu” maar ook met “daar en later”.
Belang Voorbeeldgedrag laat zien dat een organisatie zich verantwoordelijk voelt en gaat uit van het principe ‘goed voorbeeld’ doet goed volgen. Ons streven naar duurzaamheid is afhankelijk van en doet een beroep op de samenleving daarom moet ons eigen handelen geloofwaardig zijn. We moeten dus nadrukkelijk kijken naar hoe we zelf functioneren en onze bedrijfsvoering verduurzamen. Een nieuwsgierige, onderzoekende en innovatie basishouding moet bovendien anderen verassen, prikkelen en inspireren tot duurzaam handelen. Belangrijke ontwikkelingen Onze organisatie is voortdurend in beweging als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen. Dit betekent dat duurzaam handelen een onderwerp is dat continu aandacht vereist. Belangrijke aandachtsgebieden hierbij zijn ons personeelsbeleid en het NME. Hoe kunnen we dit bereiken? Zorgen dat ondernemers, bewoners en werknemers zich optimaal kunnen ontplooien, zonder nadelige gevolgen af te wentelen op volgende generaties, betekent investeren in voorlichting- en stimuleringprogramma’s die bewoners en werknemers aanzetten tot duurzaam handelen. Het betekent ook ondernemers, bewoners en werknemers uitdagen om te participeren in duurzame ontwikkeling en de opgave om energieneutraal te worden, want alleen samen kunnen we werken aan duurzame toekomst. Informeren, stimuleren, participeren en inspireren zijn dan ook sleutelbegrippen.
3.2 Planet Ambities 2020 - Een CO2 neutrale organisatie; compensatie van CO2 emissie is overbodig. - Een CO2 reductie van 30% voor de hele gemeente in 2020.
12
Belang CO2 levert een grote bijdrage aan het opwarmen van de aarde. Er zijn hierover talloze onderzoeken gepubliceerd. De VNG heeft samen met het Rijk afspraken gemaakt om deze uitstoot te verminderen. Belangrijke ontwikkelingen Onze organisatie is voortdurend in beweging als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen. Dit betekent dat duurzaam handelen en energiebesparing een onderwerp is dat continu gestimuleerd moet worden. Hoe kunnen we dit bereiken? We kunnen een CO2-neutrale gemeentelijke organisatie bereiken door een combinatie van maatregelen. Ten eerste door zo veel mogelijk te besparen op energieverbruik, ten tweede door zo veel mogelijk gebruik te maken van duurzame energie en ten derde door de CO2 uitstoot van het overige energieverbruik te compenseren. Het ministerie van VROM heeft een subsidie regelgeving voor particulieren om voordeliger een zonneboiler of zonnecollector of andere energiebesparende matrialen aan te schaffen. Hier dient aandacht voor te zijn. Bedrijven en particulieren kunnen ook bijdragen door het gebruik van bijvoorbeeld andere koelapparaten, een bio-vergasser, gebruik van spaarlampen. Hierbij dient ook samengewerkt te worden met de agrarische-, de energie sector en de corporatie SWA en Woonfriesland
3.3 Profit Ambities 2020 • Duurzaamheid als basisvoorwaarde voor al onze inkoop, aanbestedingen en contracten. • Stabiele economische ontwikkeling gericht op menselijk welzijn. • In 2015 kopen wij al onze producten duurzaam in. Belang De economie is de motor van de gemeente. Onze taak als overheid is om de economie op een zo verantwoord mogelijke wijze te stimuleren en zelf op een verantwoorde manier hier onderdeel van uit te maken als afnemer. Belangrijke ontwikkelingen Bij het actualiseren van het inkoop- en aanbestedingsbeleid nemen we alle aspecten van duurzaamheid mee bij de afwegingen. De werkgroep inkoop & aanbesteding onderzoekt op welke manier we dit, organisatiebreed, kunnen bereiken. Hoe kunnen we dit bereiken? Door zelf duurzaam in te kopen stimuleren we de (lokale) duurzame economie. Hierbij kunnen we lokale ondernemers wijzen op de mogelijkheden die zij zelf hebben. Voor bedrijven zijn er diverse subsidiemogelijkheden voor het vervangen van apparatuur en innovatief werken.
13
4. Aanpak De doelstellingen zijn ambitieus. Er is niet sprake van een kleine beleidsopgave maar van een koerswijziging, een transitie. Er wordt een structurele maatschappelijke verandering nagestreefd. Toch heeft de gemeenteraad gevraagd om concrete plannen. Dit is ook in lijn met het algemeen beleidskader van Gewogen Ambitie. Op deze manier wordt stapsgewijs gewerkt aan de realisatie van de verandering. Immers, zelfs de grootste reis begint met het zetten van de eerste stappen. Op 18 juni heeft er een miniconferentie duurzaamheid plaatsgevonden. Deskundigen uit het werkveld, bestuurders en bedrijfsleven hebben tijdens deze conferenties samen gesproken over de wijze waarop we duurzaamheid vorm moeten geven. Dé conclusies die werd getrokken was dat als we iets willen bereiken het begint met de wil en bereidheid van mensen om een verschil te maken. Dit wordt bereikt door educatie en communicatie, dit zou volgens de aanwezigen dan ook een vast onderdeel van het beleid moeten zijn. Om de doelstellingen te realiseren zijn concrete plannen en voorstellen neergelegd in de “menukaart” duurzaamheid. De plannen op de menukaart zijn in 4 categorieën in te delen; communicatie, bouwen en wonen en energie. Daarnaast is in het actieprogramma nog een thema opgenomen over het stimuleren van duurzaam ondernemen binnen Achtkarspelen. De volgende projecten staan op de menukaart: Communicatie • Optimaliseren communicatie Duurzaamheid • Uitbouwen en opwaarden Natuur en Milieu Educatie (NME) • Aanhaken bij landelijke acties energiebesparing Bouwen en wonen • Duurzame gemeentelijke gebouwen • Stimuleren duurzaam bouwen particulieren • Energiebesparing bestaande woningbouw (corporaties) • Ontwikkelen duurzame woonwijken (charette) Duurzame energie • Gemeentelijke CO2 monitor • Minimapakket “duurzame energie” • Duurzame energie uit landschap Duurzaam ondernemen • duurzaam ondernemen stimuleren Elk jaar zal er een overzicht van projecten worden gepresenteerd. Hierin staat de voortgang van lopende projecten en worden nieuwe projecten gepresenteerd. Voor meer gecompliceerde projecten zal voorafgaand aan de uitvoering een 14
projectplan worden gemaakt. Bij kleinere zaken, zoals het aanhaken bij acties bijvoorbeeld, zal dit niet altijd nodig zijn. In bijlage 2 is het overzicht voor 2010 opgenomen. Voor het uitvoeren en bewaken van de voortgang van de projecten is het aantrekken van een duurzaamheidsmedewerker raadzaam. In Gewogen Ambitie III is hier in de formatie-uitbreiding al rekening mee gehouden.
4.1 Kosten Het programma is als zodanig opgezet en bevat projecten die deel uit maken van het bestaande beleid en de uitvoering daarvan. De projecten, zoals Bodem- en Baggerbeleid, het Waterplan en de Onkruidbestrijding worden kostenneutraal met de bestaande personele capaciteit uitgevoerd. Ook bevat het projecten die vooral uitgevoerd worden door maatschappelijke partners zoals de woningbouwcorporaties. Er worden convenanten afgesloten, waarvan de uitvoering ten laste zal komen van deze corporaties die door de gemeente ondersteunend wordt bijgestaan. Dit gebeurt met de bestaande personele capaciteit. Ten slotte bevat het programma projecten waarvan de uitvoering ten laste van de gemeentelijke begroting komen. In Gewogen Ambitie III is door de raad 400.000 euro beschikbaar gesteld voor de uitvoering van het duurzaamheidbeleid in de komende vier jaren van 2010 tot en met 2014. Als voorwaarden werd gesteld dat er een duurzaamheidsbeleid zal worden geformuleerd met daarin duidelijke visie en doelen. De raad wil beleid vaststellen waarin de ambitie voor de komende jaren omschreven wordt. Bij het kiezen van uitvoeringsprojecten ligt er beleid waaraan getoetst kan worden. Na vaststelling van deze Beleidsvisie Duurzaam Achtkarspelen kan er met gebruikmaking van dit budget met de uitvoering van de projecten gestart worden. De laatste projecten worden met de bestaande personele capaciteit uitgevoerd. Dat wil zeggen dat de projecten worden geleid door een interne werkgroep, een projectleider en drie medewerkers, die parttime de projecten aanstuurt. De daadwerkelijke uitvoering kan door interne gemeentelijke afdelingen of door externe specialisten, mogelijk door inhuur, gestalte gegeven worden. Ook zal gezocht worden naar cofinanciering in de vorm van subsidies of andere bijdragen. De afzonderlijke projecten, met de financiële onderbouwing, zullen alvorens met de uitvoering begonnen wordt, aan de raad ter besluitvorming worden voorgelegd.
15
5. Prioriteit en uitvoering De uitwerking van de projecten op de menukaart kan, en hoeft, niet allemaal tegelijk plaats te vinden. Er zal een prioritering moeten plaatsvinden. Communicatie vormt het hart, is het speerpunt van de aanpak en is de meest logische beginstap. Zonder dit op orde te hebben zullen de andere projecten niet goed uit de verf komen en geen inspirerende voorbeelden kunnen zijn. Het communicatie handboek en het logo, het “gezicht” voor duurzaamheid in Achtkarspelen, is daarom als eerste opgepakt. Alle volgende projecten kunnen hier hun voordeel mee doen. Natuur- en milieueducatie is voor een groot deel communicatie. Bij nagenoeg alle communicatie rond duurzaamheid kan natuuren milieueducatie een bijdrage leveren aan het educatieve element, voor groot en klein, van de projecten. Immers, duurzaamheid moet tussen de oren van iedereen een plek krijgen en educatie is daarvoor hét instrument! Binnenkort wordt u daarom het beleidplan voor NME gepresenteerd. Ook het aanhaken bij bestaande acties is reeds van start gegaan en moet worden gezien als doorlopend proces. Het bepalen van een nulpunt, of vertrekpunt, voor de CO2 besparing is daarna een vervolgstap. Op basis hiervan zullen keuzes moeten worden gemaakt. Dit project start eind 2009. Het zelfde geldt voor duurzame gemeentelijk gebouwen. Nu de energielabels bekend zijn kunnen maatregelen worden getroffen. De projecten voor het minimapakket, duurzaam ondernemen en het stimuleren van duurzaam bouwen bij particulieren kunnen gelijktijdig worden opgestart in de eerste helft van 2010. Voor deze projecten is de regie van de gemeente nodig maar voor de uitvoering is expertise nodig die we extern zullen zoeken. Daarnaast zijn er nog een aantal zaken die op dit moment nog even tijd nodig hebben voordat er concreet mee aan de slag kan worden gegaan. Het betreft hier het ontwikkelen van duurzame woonwijken en de duurzame energie uit landschap. Eerder constateerden we al dat duurzaamheid een doorlopend proces is. Er zullen dus in de loop van de tijd projecten worden toegevoegd aan de menukaart. Ook kunnen afgeronde projecten van de menukaart verdwijnen.
16
6.
Tot slot: de dilemma’s rond duurzaamheid
Toch nog één keer terug naar de begripsdefiniëring, wat is duurzaamheid. In de discussie over ‘het project ‘minsken meitsje in doarp’ in Twijzelerheide werd gevraag naar de duurzaamheid van de pilot. Even stonden een paar mensen op het verkeerde been. Duurzaamheid? Dat ging toch over het terugdringen van de CO2 uitstoot of zoiets? Correct, alleen in dit geval niet. Hier wilde men slechts weten of de beschikbare middelen een -uiteraard bij gebleken succes- structurele aanpak legitimeerden danwel dat het project per definitie eindig was. Duurzaamheid had hier dus even niets met luchtvervuiling te maken. Voormalige ontwikkelingswerkers zullen zich nog de standaardfrases over ‘duurzaamheid’ in hun functieprofielen herinneren. Ongetwijfeld zullen een paar van hen in de milieuhoek hebben gewerkt, maar het gros was toch echt werkzaam binnen de velden onderwijs of gezondheidszorg. Duurzaamheid had hier dan ook niets met milieu of energie te maken, duurzaamheid betekende slechts dat het betreffende project zodanig moest worden ingericht dat het zich na verloop van tijd zelf met inzet van lokale betrokkenen, maar dus zonder externe hulp, zou kunnen bedruipen. Tot ver in de jaren zestig stond het bekend als het duurzame materiaal bij uitstek. Menig kinderspeelgoedje is met dat argument aan de man gebracht. Het ging dan steevast over ... plastic. Plastic omdat het niet stuk kon, niet kon vermolmen of verroesten. Plastic dat daardoor als buitengewoon duurzaam werd beschouwd. Opvallend is dat we één generatie verder juist plastic om ongeveer precies hetzelfde argument -namelijk het feit dat het niet of nauwelijks afbreekbaar is- als het tegenovergestelde van duurzaam beschouwen. Bovenstaande voorbeelden mogen aangeven hoe breed het begrip duurzaamheid zou kunnen zijn. Maar willen we het werkbaar houden, willen we althans een begin van SMART opereren bewerkstelligen dan zal het ingeperkt moeten worden. Tegelijkertijd mag dit inperken niet ten koste gaan van het integrale karakter dat juist dit begrip bij uitstek verdiend. Iedere actie en elk product kan op zich duurzaam zijn, maar wanneer het niet binnen een duurzaam opererende omgeving tot stand is gekomen is het weinig meer dan een incident. Om dat te voorkomen is dus toch een brede definitie noodzakelijk. Een definitie die dan ook onvermijdelijk stof tot discussie zal doen opwaaien en wellicht ook op meerdere wijzen geïnterpreteerd zal kunnen worden. Maar is dat eigenlijk wel een nadeel? Of is dat misschien juist wel de essentie van de duurzaamheid. Dat het leeft, dat het beweegt, dat het morgen iets anders inhoudt dan vandaag en overmorgen weer iets anders. Dat we er met z’n allen mee bezig zijn. Want dat bevordert een ‘duurzame houding’. En als we het over één ding eens kunnen zijn, dan is het wel dat die houding de sleutelfactor is. Een houding die langs de drie sporen, planet, profit en people ontwikkeld moet worden. Wellicht niet noodzakelijkerwijs tegelijkertijd, misschien niet alledrie in dezelfde mate, maar wel zonder er één te vergeten. Want dan zou het niet beklijven, dan zou het niet duurzaam zijn. En dat is nu net wat we willen, duurzaamheid.
17
En met dat uitgangspunt laat het begrip zich relatief eenvoudig uitwerken in jaarlijkse uitvoeringsplannen. Plannen om onze gemeente te verduurzamen, plannen om tot een duurzame gemeenschap te komen. Concrete plannen, binnen een kader dat nu eenmaal naar zijn aard abstract is.
18
Bijlage 1 Overzicht duurzame ontwikkelingen Achtkarspelen In deze bijlage is een opsomming gemaakt van duurzame ontwikkelingen binnen de gemeente Achtkarspelen. Hoewel het overzicht bedoeld is om een zo volledig mogelijk beeld te geven kan het zijn, gezien de snelheid waarmee de ontwikkelingen verlopen, dat er onderwerpen ontbreken.
Wonen en voorzieningen: Kwaliteitsimpuls bestaande particuliere bouw: Op dit gebied heeft de gemeente weinig sturingsinstrumenten. Dit geldt met name richting particuliere woningeigenaren. De mogelijkheid om duurzaamheidsmaatregelen dwingend op te leggen zijn juridisch beperkt. Voorlichting en eventueel subsidieverstrekking zijn hier stimuli. (menukaart: stimuleren Duurzaam bouwen particulieren) Nieuwbouw: Duurzame nieuwbouw, waarbij we blijvend streven naar hogere duurzaamheidsambities dan vastgelegd in het bouwbesluit. Ambitie kan zijn een verdere verscherping van de wettelijke Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) met bijvoorbeeld 5%. Begin dit jaar heeft het college een convenant ondertekend met de noordelijke overheden waarin onderandere verklaard wordt dat in toekomstig beleid als doelstelling gehanteerd zal worden dat een EPC verlaging tot 0.5 tot de mogelijkheden behoort.
Sociale woningbouw: Hier valt de meeste winst te boeken. Met de corporaties maken we afspraken over een kwaliteitsimpuls gericht op het verbeteren van de energieprestaties en kwaliteit van het binnenklimaat in woningen. (Menukaart: energiebesparing bestaande woningbouw corporaties) Regenwater voor toiletgebruik: De woningcorporaties zijn innovatief bezig om regenwater te gebruiken voor het doorspoelen van het toilet. Dit vindt plaats door een kleine technische aanpassing. Door een regenwateropvangbak te plaatsen bij de woning, en deze te verbinden met de toiletgroep, kan voor het doorspoelen van het toilet regenwater worden gebruikt. Openbare gebouwen: Het huidige beleid m.b.t. de realisering van de nieuwe (publieke) voorzieningen, zoals scholen, bibliotheken, sportvoorzieningen, gemeentelijke gebouwen, e.d. is met betrekking tot energie/duurzaamheid niet specifiek geformuleerd. Wel is bij de voorbereiding van de uitbreiding van het gemeente kantoor extra aandacht besteed aan energiebesparing. Zo zijn alle radiatoren in de gemeentelijke
19
gebouwen waterzijdig ingeregeld (menukaart: duurzame gemeentelijke gebouwen) Groene energie Alle gemeentelijke energie wordt als groene energie ingekocht. Ook wekken we zelf groene energie op. Op het dak van het gemeentekantoor liggen zonnepanelen, het gaat dan om 200 vierkante meter. Energielabel: Alle gemeentelijke gebouwen hebben inmiddels een energielabel. Het energielabel is gebouwgebonden en geeft, op basis van een berekening, informatie over de hoeveelheid energie die bij gestandaardiseerd gebruik van dat gebouw nodig is. Het betreft gebouwgebonden energiegebruik voor verwarming, warmwatervoorziening, verlichting, ventilatie en koeling. Daarnaast geeft het energielabel bij bestaande bouw een lijstje met mogelijke maatregelen die de energieprestatie van het gebouw kunnen verbeteren. Afvoer regenwater: Het gescheiden afvoeren van regenwater en grijs/zwart water vindt plaats in het kader van het bouwrijp maken van woonlocaties. (in principe ook bedrijfslocaties) De kosten hiervan worden verdisconteerd in de exploitatieopzet. Waar mogelijk worden de woningen en/of bedrijven aangesloten op dit gescheiden stelsel. Duurzame woonwijken: Het doel van de charrette was om de mogelijkheden van een duurzaam ontwerp van de IJsbaanlocatie Buitenpost te verkennen. Centraal hierbij stond de vraag hoe kunnen we invulling geven aan het vormgeven van een duurzame woonwijk? Daarmee bedoelen we dat er aandacht is voor energie, innovatie, sociale aspecten, economische ontwikkeling en landschappelijk karakter. (Menukaart: ontwikkelen duurzame woonwijken)
Werken: Het realiseren van windturbines: De gemeente Achtkarspelen wil zich inzetten voor de opwekking van duurzame energie. Eén van de mogelijkheden is windenergie. Daarom is ruimtelijk beleid ten aanzien van windturbines geformuleerd. Solitaire windturbines op bedrijventerreinen worden niet toegestaan. Energie uit hout: In deze regio is er een breed draagvlak voor een pilot om het oogsten van biomassa om te zetten in energie. Een projectgroep bestaande uit de Noardlike Fryske Walden, de gemeenten Tytsjerksteradiel, Dantumadiel en Achtkarspelen doen samen met de verenigingen voor agrarisch landschapsbeheer onderzoek naar de mogelijkheid vrijkomende biomassa lokaal voor energiewinning in te zetten. (menukaart: Duurzame energie uit landschap) Particulier initiatief: Particuliere initiatiefnemers hebben bij Surhuisterveen een houtverbrandingsoven gerealiseerd. De opgewekte warmte wordt gebruikt om de bedrijfshallen te
20
verwarmen. Hout is een CO2 neutrale brandstof. Omdat bij dit project de fossiele brandstof vervangen wordt door biobrandstof, wordt per saldo het broeikaseffect verminderd. Biovergisting: Particuliere initiatiefnemers hebben bij Drogeham een biovergister gerealiseerd. De opgewekte warmte wordt gebruikt om een nabijgelegen kassencomplex te verwarmen. Omdat bij dit project de fossiele brandstof vervangen wordt door biobrandstof, wordt per saldo het broeikaseffect verminderd. Groen gas: Vanuit particulier initiatief zijn er vergevorderde plannen om een grote biovergisting- of vergassingsinstallatie te bouwen, die voldoende groene energie opwekt om de asfaltcentrale te Kootstertille van biogas te voorzien. We begeleiden de initiatiefnemers in het planologische traject. Omdat bij dit project de fossiele brandstof vervangen wordt door biobrandstof, wordt per saldo het broeikaseffect verminderd. Gemeentelijke CO2 monitor: De gemeentelijke CO2 monitor geeft inzicht in de totale CO2-uitstoot in de volgende deelgebieden: woningbouw; gemeentelijke gebouwen en voorzieningen; agrarische sector; bedrijven en industrie; verkeer en vervoer. Tevens wordt in kaart gebracht hoeveel CO2-uitstoot er voorkomen wordt door de inzet van duurzame energie en energiebesparingen. De metingen verschaffen ons een gedetailleerd beeld van de actuele stand van zaken. Daarmee kunnen we gericht aan de slag gaan. (menukaart: gemeentelijke CO2 monitor)
Duurzame showroom Op het industrieterrein Lauwerskwartier in Surhuisterveen staat een bedrijfspand van een installatiebedrijf dat revolutionair is op het gebied van duurzaamheid en is voorzien van allerlei duurzame installatietechnieken. Warmtepompen, ledverlichting, micro WKK, warmte terugwin technieken voor ventilatie, betonkernactivering (het nuttig gebruiken van de massa van een gebouw om koude of warmte te bufferen en af te geven aan de binnenruimte) De energiekosten van dit bijzondere gebouw zijn nihil. Infrastructuur: Bij infrastructuur maken we onderscheid tussen Grond- Weg- en Waterbouw (de boven- en ondergrondse infrastructuur) en Verkeer en Vervoer. Verlichting: Bij verlichting in de gemeente is gekozen voor een minimaal belichtingsniveau en om 23.00 uur worden nagenoeg alle lampen gedimd (50%). Bij openbare verlichting worden de meest zuinige lampen toegepast (SOX, SON en PLL) Van de 31 Friese gemeenten staat Achtkarspelen door toepassing van energiezuinige straatverlichting op de 5e plaats van energieverbruik OV. Najaar 2008 is bij wijze van proef een fietspad, in het buitengebied, verlicht met ledgrondspots die gebruik maken van zonne-energie.
21
Achtkarspelen neemt deel aan het project energieverbruik en besparingspotentieel openbare verlichting. Dit project is een samenwerking van Senter Novem en Provincie Fryslân. (provinciale 'donkerte' beleid, vermindering straatlampen /verlagen lichtniveau). Taskforce openbare verlichting van VROM. Taakstellende bezuiniging in 2011 van 15% van het energieverbruik OV t.o.v. 2007. Er is een kleine proefopstelling van 7 masten voorzien van Dynadimmer met een dynamisch dimprofiel. De dynadimmer schakelt om 23.00 uur naar 20%. De lamp wordt dus 80% gedimd in de nachturen In het voorjaar van 2010 zal als pilot een slijtlaag van reflecterende steenslag (luxofit) aangebracht worden op de Lytse Wei Drogeham. De gebruikte steenslag bestaat voor 70% uit moraine of porfier steenslag en 30% uit luxofit. Er is over deze toepassing een rapport geschreven door ingenieursbureau Tauw, waarin is aangetoond dat het verlichtingsniveau met zeker 30% verlaagd kan worden wanneer bovengenoemde materialen worden toegepast. Op dit wegvak is alleen een oriënterende verlichting aanwezig. Voor het verlagen van het verlichtingsniveau wordt het resultaat van de slijtlaag afgewacht. Afvoer regenwater: In het kader van ‘schoon water hoeft niet schoongemaakt te worden’ wordt, waar mogelijk, zoveel mogelijk verhard oppervlak (wegen, straten, pleinen, daken e.d.) afgekoppeld van het riool. Hiervoor worden speciale regenwater ‘riolen’ aangelegd. Riolering Buitengebied: Het plan van aanpak van bestaande bodemlozers en lozers op het oppervlaktewater in de vrij-afstromende gebieden (riolering Buitengebied) is inmiddels in uitvoering. Hiertoe heeft de raad de middelen voor een subsidieregeling vastgesteld. Asfalt en Duurzaamheid: Wij streven naar het verwijderen van teerhoudend asfalt uit onze gemeente; dit in combinatie met het groot onderhoud van de betreffende wegen. De kosten hiervan worden ten laste van het betreffende project gebracht. Stil asfalt: De toepassing van stil asfalt zal voornamelijk worden toegepast op de door de gemeente lopende provinciale wegen. (N 358 en N 369) Het toepassen van geluidreducerend asfalt op het gemeentelijk wegennet willen wij met name laten afhangen van de ervaring ten aanzien van de (levens)duur, die dit asfalt met zich meebrengt en de kwetsbaarheid tijdens winterperioden. Duurzaam materiaal gebruik: Bij realisering van nieuwe infrastructurele werken, of bij reconstructie van bestaande streven we naar een zo duurzaam mogelijk materiaalgebruik. Bij milieuverantwoord materiaalgebruik denken we aan vermindering van de negatieve milieueffecten tijdens de hele levenscyclus.
22
Maar duurzaam materiaalgebruik is ook: recycling van verpakkingsmateriaal en afval. Het opnieuw gebruiken van oud papier, glas, textiel, plastic, etc. Het gebruik van duurzame bronnen zoals FSC-hout e.d. Maar ook de aanleg van natuurvriendelijke oevers is een zeer duurzame keus, omdat het kwaliteit aan natuur en landschap toevoegt, en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Duurzaam inkopen: De overheden hebben duidelijke doelen gesteld: het Rijk wil in 2010 voor 100 procent duurzaam inkopen; gemeenten, provincies en waterschappen minstens 50%. SenterNovem ondersteunt overheden om die doelstelling te bereiken, onder andere door duurzaamheidscriteria te ontwikkelen voor alle producten, diensten en werken die overheden inkopen. Dit is door de raad in het aanbestedingsbeleid vastgelegd. De gemeentelijke projectgroep ‘Inkoop’ begeleid dit traject. Verkeer en Vervoer: De gemeentelijk ambities op dit terrein waren tot nu toe beperkt tot het gemeentelijk fietsproject en het optimaliseren van de halte voorzieningen openbaar vervoer in de gemeente. Verder wordt het nieuwe rijden gestimuleerd, volgen medewerkers veiligheidstrainingen en rijden de vuilniswagens op PPO. Nieuwe (vracht)wagens voldoen aan de strengste Euro 5-emissienorm, die een drastische vermindering van de NOx-uitstoot en roetdeeltjes geeft ten opzichte van de huidige Euro 4 norm. Verder wordt AdBlue technologie toegepast, waarbij de bij de verbranding gevormde stikstofoxiden worden omgezet in elementair stikstof en water. Bij de keuze voor een nieuwe veegauto is gekozen voor een variant die 50% minder fijnstof uitstoot dan de gangbare type veegmachines. 60 km zone: Afwaarderen van bestaande 80 km routes naar 60 km gebieden bevorderd, naast de veiligheid, ook een besparing op de energiekosten. Duurzame brandstof: Bij de vervanging van het eigen wagenpark is de emissie (uitstoot schadelijke stoffen), dan wel de mogelijke toepassing van alternatieve energiebronnen (biogas, bio-ethanol, biodiesel, aardgas, waterstof, elektrisch) een vast criterium. Onderzoeken van TNO en vergelijkbare instituten worden intensief gevolgd. Maar schone brandstof bestaat niet. Aardolie en aardgas zijn als bronnen van brandstof eindig en dus niet duurzaam. Bij het rijden op biobrandstoffen komt minder CO2 vrij dan bij de gangbare fossiele brandstoffen. Biobrandstoffen zijn echter niet klimaatneutraal: de productie ervan kan grote gevolgen hebben voor klimaat en milieu. Daarom doen we er verstandig aan om over te schakelen op de tweede generatie biovarianten van diesel en benzine. Biobrandstoffen uit resten afvalproducten hebben nu onze volle aandacht. Daarmee voorkomen we, dat door de teelt van energiegewassen en stijgende voedselprijzen, achtergestelde volken honger gaan lijden. Het gebruik van reststromen als bron voor biobrandstof zien wij als duurzaam.
23
Stimulering biobrandstoffen: Volgens de Europese Richtlijn biobrandstoffen behoort in 2010 5.75 procent van de energie-inhoud van fossiele brandstoffen uit biobrandstoffen te bestaan. Oliemaatschappijen zullen dat grotendeels realiseren door bijmengen van biobrandstoffen in de huidige fossiele brandstof. We willen streven naar een toename van het gebruik van duurzame brandstoffen. We willen bevorderen dat er ook in onze gemeente vulpunten voor biobrandstoffen komen. We begeleiden de initiatiefnemers in het planologische traject.
Fiets en openbaar vervoer: Ter stimulering van vervoer per fiets streven we naar verdergaande verbetering van het fietsnet in onze gemeente. Om de veiligheid van schoolgaande kinderen te vergroten zou onderzocht moeten worden of de fietsroutes naar school verbeterd kunnen worden, vooral in de driehoek Harkema, Augustinusga, Surhuizum. Verder willen we het vervoer van kinderen naar school per fiets stimuleren door middel van extra voorlichting en de stimuleren van veilge haalen brenglocaties.
Omgeving: Ecologische hoofdstructuur (EHS) Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ( LNV) heeft in 1990 de Ecologische Hoofdstructuur ( EHS) geïntroduceerd. De ecologische hoofdstructuur is een samenhangend netwerk van bestaande en nog te ontwikkelen belangrijke natuurgebieden. De ecologische hoofdstructuur is opgebouwd uit kerngebieden, natuurontwikkelingsgebieden en verbindingszones. Het doel van de EHS is de instandhouding en ontwikkeling van deze natuurgebieden, om daarmee een groter aantal soorten en ecosystemen te laten voortbestaan. Door waardevolle en mooie natuurgebieden te beschermen kunnen zeldzame dier- en plantensoorten in Nederland beter overleven. Bovendien kunnen wij zo ook in de toekomst genieten van mooie natuur en bijzondere landschappen. Ook Achtkarspelen ligt in de Ecologische Hoofdstructuur. Het zoekgebied voor de EHS ligt rond het Prinses Margrietkanaal. Robuuste natte as (RNA) Het stroomdal van de Lauwers is door allerlei ingrepen weinig zichtbaar en beleefbaar. Naar de toekomst toe kan dit veranderen. Wanneer de Lauwers op dit traject meer ruimte krijgt zal weer een meer oorspronkelijke rivier ontstaan. Door een brede natte zone langs de Lauwers te creëren, kunnen de nabijgelegen natuurgebieden - de Surhuizumermieden, de Doezumermieden en het Dwarsdiep - worden verbonden. Hiermee wordt een schakel in de Natte As gerealiseerd. Een deel van deze schakel kan in de Doezumermieden (EHS) worden gerealiseerd. Dit is ook het deel van de Lauwers waar de voor dit gebied zo unieke natuur met petgaten en schraalgraslanden kan worden ontwikkeld en beleefd. Anderzijds ligt hier een zeer karakteristieke verkaveling van de middeleeuwse veenontginningen met kleinschalige landbouw. De ontsluiting voor wandelaars is gedeeltelijk gerealiseerd.
24
Fietspad de Lauwers: Herstel van het stroomdal De Lauwers. Een aantal ruimtelijke thema’s spelen hier een rol, zoals de verdroging van de Doezumermieden, het inrichten van een Ecologische Hoofdstructuur (EHS), de ecologische verbindingszone langs de Lauwers (robuuste natte as) en het creëren van extra berging en optimaliseren waterkwaliteit. Maar Achtkarspelen heeft nog een grote wens; een fietspad ontbreekt nog langs de Lauwers. Een dergelijk fietspad kan de ontbrekende schakel vormen om van Drents Friese Wold naar het Lauwersmeer te fietsen. Op dit moment bereidt een projectgroep de plannen voor. Miedenproject: De gemeente Achtkarspelen kent een aantal unieke natuurgebieden -het Miedengebied-. Het gebied bestaat uit de Drogehamstermieden, Izermieden, Twijzelermieden, Surhuizumermieden, Buitenpostermieden en de polder Rohel. Het open Miedengebied is ontstaan nadat grote veenpakketten (4 m dik) door invloed van de voormalige Lauwerszee werden weggeslagen. De Mieden, de naam staat voor natte hooilanden, zijn eeuwenoude veenweidegebieden met veel sporen uit een ver verleden. De Mieden staat aan de vooravond van grote veranderingen. SBB werkt aan nieuwe inrichtingsplannen voor dit veenweidegebied. Met het project 'Cultuurhistorie, mens en natuur!’ wil Staatbosbeheer een (her)inrichting van de Miedengebieden waar ecologische potenties, in samenhang met de historisch-geografische achtergronden tot ontwikkeling worden gebracht. Oude cultuurhistorische elementen zoals oude kreken, paden, petgaten en huisplaatsen worden weer zichtbaar gemaakt. Voor recreatie (vooral wandelen en fietsen) komt ruimte, maar wel in beperkte mate. Fietsroutes Door de gemeente liggen bewegwijzerde fietsroutes(o.a. Kerspelroute) en een fietsknooppuntensysteem dat bijdraagt aan het toeristisch-recreatief product van Achtkarspelen. Ook draagt dit bij aan de gezondheid en sportmogelijkheden. Wandelroutes: Door de hartstichting is langs de ecologische groengordel van Buitenpost een wandelroute aangelegd, speciaal voor hartpatiënten. De route is voorzien van rustpunten, verlichting en volledig verhard. Ruiterroutes De gemeenten Achtkarspelen beschikt over goed aangegeven ruiter- en menpadenroutes. Het informatiemapje "Met Paard te gast in de Noordelijke Friese Wouden" biedt toeristische informatie, adressen voor logies, stalling, weidegang en dierenartsen en een uitklapbare gedetailleerde routekaart met alle geschikte paden en wegen. Ecologische wegbermen en natuur De kwaliteit van de natuur volgen we door middel van monitoring om te zien of er verbetering of verslechtering optreedt. We willen de biodiversiteit van de flora en fauna vergroten door wegbermen en natuurgebieden te verschralen. Dit maaibeleid heeft al veel bijzondere planten en dieren opgeleverd waaronder veel orchideeën en andere zeldzame planten. Om de burger hier ook op attent te maken organiseren wij jaarlijks een aantal excursies voor belangstellenden.
25
Kinderklimaattop in Den Haag: Leerlingen van een basisschool in Achkarspelen hebben in november deelgenomen aan de Kinderklimaattop 2009 in Den Haag. Door middel van workshops over klimaat en milieubesparing is gekeken naar de haalbaarheid en effectiviteit van de ideeën die kinderen hebben. De gemeentelijke NMEcoordinator was gevraagd in Den Haag een workshop te begeleiden. Uit alle tips wordt een gouden tip gekozen, die door minister Cramer in ontvangst genomen is en door haar is meegenomen naar de klimaattop in Kopenhagen. De minister heeft toegezegd met deze tip aan de slag te gaan. Achtkarspelen was de enige Friese gemeente die op deze Kinderklimaattop vertegenwoordigd was. Energie uit hout Wij stimuleren dat reststoffen (stammen, takken, stobben) die bij het onderhoud van natuur en landschap vrijkomen worden hergebruikt voor energieopwekking of compostering. (menukaart: energie uit hout) Compostering Organisch (groen) materiaal dat vrijkomt bij het onderhoud van tuinen, plantsoenen en sloten wordt beschouwd als waardevol materiaal en moet niet bestemd worden als afval. Dit materiaal kan opnieuw gebruikt worden door het op een verantwoorde manier te composteren en weer opnieuw aan de bodem toe te voegen. Hierdoor kan er met minder kunstmest worden volstaan waardoor de natuurlijke bodemvruchtbaarheid zich kan herstellen. Jaarlijks wordt 10.000 ton plantaardig afval op het milieuterrein Lutkepost omgezet in waardevolle compost. Bodembeheer Hergebruik van secundaire grondstoffen (licht verontreinigde grond en baggerspecie) wordt optimaal benut, waarbij een duurzaam en verantwoord gebruik van de bodem voorop staat. Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van de zelfreinigende functie van de grond. Het hergebruik van licht verontreinigende grond is mogelijk door ons vastgesteld bodembeheerplan en bodemkwaliteitskaart. Baggerbeleidsplan: In het kader van het baggerbeleidsplan worden de vijvers op diepte gehouden. Door dit structurele baggerwerk neemt de waterkwaliteit toe en worden voedingsstoffen verwijderd. Uit onderzoek blijkt dat de kwaliteit van het water op veel plaatsen zeer goed is en er planten en dieren voorkomen die een schone biotoop nodig hebben. Indicatoren zijn de groene glazenwasser(libel), krabbenscheer en de kleine modderkruiper. Waterplan: In het waterplan zijn voorstellen geformuleerd om de waterkwaliteit te verhogen. Ook worden in dit kader plas- dras oevers gecreëerd. Hierdoor ontstaan brede oevers waar ruimte is voor rietkragen. Deze rietkragen bieden bescherming en voedsel aan vogels. Onkruidbestrijding: Het gebruik van bestrijdingsmiddelen op bestrating is geminimaliseerd. Alleen op trottoirs wordt gebruik gemaakt van de Duurzaam Onkruid Beheer (DOB) methode. De gemeente maakt gebruik van de ‘select spray’ methode. Door het
26
gebruik van sensoren en spuitcomputer kan een juiste dosering en nauwkeurige detectie plaatsvinden en zodoende selectief worden gespoten. Dankzij deze methode is de benodigde hoeveelheid onkruidbestrijdingsmiddel maar een fractie van de hoeveelheid, die nodig is bij conventionele spuitmethoden. In het openbaar groen wordt niet gespoten. Een totale stop op het geminimaliseerde gebruik draagt weinig bij aan een schoner milieu, zeker zolang (landbouw)bedrijven en particulieren nog op ruime schaal chemische middelen gebruiken. Kruidhof: De geschiedenis van Botanische tuin De Kruidhof begint in 1930 als gestart wordt met een proeftuin voor groenten en fruit. Later richt de proeftuin zich meer op het kweken van kruiden. Vanaf de jaren vijftig was De Kruidhof een kruidentuin waar de Rijksuniversiteit Groningen onderzoek liet verrichten naar de geneeskrachtige werking van planten. Vanaf de jaren zeventig is de toeristische functie van de tuin steeds belangrijker en het aantal thematuinen is uitgebreid tot zeventien. Botanische Tuin Fryslân 'De Kruidhof' wordt in 2000 geregistreerd als erkend museum. De huidige doelstellingen richten zich naast toerisme, educatie en recreatie ook op de arbeidsreïntegratie.
Natuur en Milieueducatie en voorlichting Wij willen ons steentje bijdragen aan de bewustwording van onze invloed op het milieu door mensen (weer) in contact te brengen met de natuur. Milieucommunicatie is het belangrijkste middel om hieraan te werken, waarbij natuur- en milieueducatie voor de jeugd een belangrijk instrument is. We richten ons daarbij met name op de schooljeugd (basis- en voortgezet onderwijs) maar willen dat verbreden tot een voor iedereen hoogwaardig aanbod op dit gebied. De doelgroepen worden daarom uitgebreid; ook voor peuterspeelzalen en volwassenen bijvoorbeeld worden activiteiten en lesmaterialen ontwikkeld. We willen de eigen gemeentelijke activiteiten intensiveren op het gebied van Natuuren Milieu educatie. Wegmeubilair, zitbanken en picknicksets: Sinds een aantal jaren past de gemeente, vooral in het buitengebied, bewust gerecycled plastic)* toe bij wegmeubilair, parkeerpaaltjes, zitbanken en picknicktafels. Reden hiervoor is het stimuleren van het hergebruik van landbouwplastic en ander plastic afval. Hoewel esthetisch misschien minder mooi dan het vaak fraai vorm gegeven nieuwe straatmeubilair, maar wel duurzaam hergebruik. )*Gerecyclede producten dragen bij aan een beter milieu want ze zijn gemaakt uit gerecycled materiaal, zijn niet geïmpregneerd en staan dus geen giftige stoffen af aan de omgeving en zijn altijd weer te recyclen. Speelterreinen: Ook bij de toepassing van speelterreinen staat hergebruik hoog in het vaandel. De door de gemeente aangeschafte speeltoestellen zijn voor het grootste gedeelte gemaakt van gerecycled plastic. Een bewuste keus, duurzaam en toch ook fraai om te zien. De toegepaste rubber veiligheidstegels onder de speeltoestellen zijn gemaakt van gerecycled rubber afkomstig van autobanden. Ook hier heeft de gemeente haar voorbeeldfunctie opgepakt.
27
FSC en papier De gemeente gebruikt papier met een FSC keurmerk (Forest Stewardship Council). Het FSC-keurmerk geeft de zekerheid dat de grondstof voor het papier afkomstig is uit verantwoord beheerde bossen. Geen overbodige luxe: voor een gemiddelde papiersoort komt de pulp vaak uit drie of vier verschillende bronnen. Het FSC-keurmerk geeft ons zekerheid over de herkomst van de grondstoffen. Hossebos De gemeente Achtkarspelen heeft als enige gemeente in Fryslân een groot educatief natuur- en speelbos. Dit speelbos is één hectare groot en en er zijn zes speelpoelen met water. Iedere speelpoel is weer anders. Klauteren op een ‘junglebrug’, waterbeestjes zoeken vanaf een vissteiger en lekker met zand en water kliederen in een waterspiraal. In het ‘Hossebos’ in Drogeham, onderdeel van natuurgebied ‘Hege Bulten’, kunnen kinderen uit de omgeving spelenderwijs de natuur ontdekken. Het Hossebos is altijd voor iedereen open, maar vooral bedoeld voor schoolklassen uit de hele regio. Het NME-Achtkarspelen maakte speciale leskisten die in het educatief natuur- en speelbos gebruikt kunnen worden voor de biologieles voor scholen.
Hergebruik dukdalven voor zitbanken: Bij waterbouw projecten komt regelmatig goed bruikbaar hardhout vrij, zoals meerpalen of dukdalven. Dit hardhout is perfect te (her) gebruiken voor (houten) zitbanken. Dit type zitbank zal in het Hossebos worden geplaatst. Door gebruik te maken van gerecycled hout voor zitbanken sparen we het milieu, omdat er geen nieuwe bomen gekapt hoeven te worden. Bovendien besparen we ook CO2 uitstoot, doordat transportkosten van recyclede hout tot een minimum beperkt zijn.
28
Bijlage 2 Projecten 2010 De volgende projecten staan op de menukaart: 1. • • •
Communicatie Optimaliseren communicatie Duurzaamheid Uitbouwen en opwaarden Natuur en Milieu Educatie (NME) Aanhaken bij landelijke acties energiebesparing
2. • • • •
Bouwen en wonen Duurzame gemeentelijke gebouwen Stimuleren duurzaam bouwen particulieren Energiebesparing bestaande woningbouw (corporaties) Ontwikkelen duurzame woonwijken (charette)
3. • • •
Duurzame energie Gemeentelijke CO2 monitor Minimapakket “duurzame energie” Duurzame energie uit landschap
4. Duurzaam ondernemen • duurzaam ondernemen stimuleren Op de volgende bladzijden worden de gerechten van de menukaart per onderwerp beschreven.
29
1
Communicatie
1.1 Optimaliseren communicatie duurzaamheid Communicatie is van blijvend belang voor het creëren van draagvlak en bewustwording. Een doordachte en consequente manier van communiceren is hiervoor nodig. Om het duurzaamheidsbeleid een duidelijk gezicht te geven is er een huisstijl voor duurzaamheid ontwikkeld: “Duorsum yn de Walden”. De huisstijl sluit aan bij de gemeentelijke huisstijl zodat het duidelijk te herkennen is als onderdeel van de gemeente Achtkarspelen. Resultaat of ambitieniveau: Bij alle projecten rond duurzaamheid zal een communicatieparagraaf worden opgenomen. Resultaten van het duurzaamheidsbeleid zullen via alle relevante media worden gepubliceerd. Bij alle vormen van communicatie rond duurzaamheid wordt het logo gebruikt. Duurzaamheid van Achtkarspelen krijgt op deze manier een duidelijk gezicht. Financiële consequenties: Het ontwerpen van de huisstijl en het maken van een huisstijl handboek heeft € 2083,- euro gekost. Start uitvoering: Doorlopend
1.2 Uitbouwen en opwaarderen Natuur en Milieu Educatie (NME) De gemeente is al een aantal jaren bezig met natuur en milieu educatie. In het verleden was de educatie vooral gericht op de uitvoering. Er werd op een afwachtende, reactieve manier gewerkt. In het afgelopen jaar is een professionele kracht ingehuurd en is ervaring opgedaan met een brede, proactieve manier van werken. De resultaten zijn positief. Binnenkort wordt er een beleidsplan Natuur en Milieu educatie aangeboden aan de gemeenteraad. Met de uitvoering van dit plan zal NME gericht als beleidsinstrument kunnen worden gebruikt bij het overbrengen van de duurzaamheids gedachte. Resultaat of ambitieniveau: We willen in 2012 het volgende bereikt hebben: •
• • •
Provinciaal is NME-Achtkarspelen een goed voorbeeld van een ondernemend NME-centrum. Het is partner bij gemeenteoverstijgende projecten en draagt het bij aan expertiseontwikkeling voor NME in Friesland. NME-Achtkarspelen heeft actuele visies op NME voor de doelgroepen. Elk kind komt op school minimaal 1x per jaar in aanraking met een NMEactiviteit. NME hanteert actuele en aansprekende werkvormen, inclusief toepassing van ICT en moderne media en sluit aan bij de moderne informatiesamenleving. 30
• • •
Het bedrijfsleven is actief betrokken bij NME. Ouders hebben toegang tot informatie over de mogelijkheden om met hun kinderen met NME bezig te zijn. NME-Achtkarspelen is -als een spin in het web, de drijvende kracht achter het lokale netwerk van NME-organisaties. Hierbij zal ook samenwerking met Tytsjersteradiel worden gezocht.
Financiële consequenties: Voor de uitvoering van de projecten uit het beleidsplan is € 100.000,- euro nodig. Voor uitvoering van de plannen is het nodig de formatie voor NME op minimaal 24 uur per week te brengen. Nu is dat nog 16 uur waarbij in de vakantieperiodes er nu geen bezetting aanwezig is. Start uitvoering: Zodra beleidsplan is vastgesteld (eind 2009)
1.3 Aanhaken bij landelijke acties energiebesparing Er wordt al zo nu en dan aangehaakt bij landelijke acties. Er moet echter meer aandacht komen voor het aanhaken bij landelijke acties. De projectgroep speelt een belangrijke rol bij het inventariseren en opmerken van acties waar we bij aan kunnen sluiten. Voorbeelden van acties waar al bij aangesloten is zijn bijvoorbeeld de “groene voetstappen (stimuleren om per fiets of te voet naar school te gaan) en de Nacht van de Nacht (aandacht voor schoonheid van de nacht en energiebesparing buitenverlichting). Resultaat of ambitieniveau: De projectgroep is op de hoogte van landelijke acties en sluit waar mogelijk en wenselijk aan. Het meedoen aan een actie wordt duidelijk gecommuniceerd met de inwoners van Achtkarspelen. Financiële consequenties: Afhankelijk van actie Start uitvoering: Doorlopend
31
2
Bouwen en wonen
2.1 Duurzame gemeentelijk gebouwen Hier is al veel gedaan aan inventarisatie van de energielabels van de verschillende gemeentelijke gebouwen. Bij de labelling van de gebouwen is ook een EPA gemaakt. Naar aanleiding hiervan kunnen per gebouw maatregelen worden genomen. Bij aanpassingen of onderhoud wordt in de keuze van materialen duurzaamheid meegenomen in de keuze. Dit vertaalt zich in het gebruik van verantwoorde materialen, zoals FSC hout, en/of de keuze voor energiezuinige opties. Dit is een doorlopend proces. Voor wat betreft de nieuwbouw van het gemeentekantoor geldt als kader dat de extra kosten voor duurzaamheidsmaatregelen binnen 8 jaar terug verdiend moeten zijn. Resultaat of ambitieniveau Bij onderhoud en verbouwingen van gemeentelijke gebouwen wordt gekozen voor de op dat moment meest energiezuinige opties en duurzame materialen. Financiële consequenties: Afhankelijk van maatregelen. Start uitvoering: Doorlopend
2.2 Energiebesparing bestaande woningbouw De grootste slag valt hier te maken bij de huizen van de woningbouwcorporaties. Tijdens de miniconferentie waren deze aanwezig en gaven zij aan te willen investeren in de duurzaamheid van hun woningen. Met de corporaties is inmiddels overleg geweest. Er is een convenant in de maak voor de aanpak van het woningbezit van de corporaties. De energielabels van de woningen worden in kaart gebracht en hieruit vloeit een maatregelenpakket voort. Besparingsmaatregelen in de schil van de woning zijn over het algemeen erg effectief. De gemeente heeft een ondersteunende rol in dit proces. Resultaat of ambitieniveau: Alle woningbouwcorporaties die actief zijn binnen Achtkarspelen ondertekende het akkoord. Financiële consequenties: Geen Start uitvoering: Ondertekening convenant 2010
32
2.3 Stimuleren duurzaam bouwen particulieren Hoewel er het duurzaam bouwen door particulieren uiteraard wordt toegejuicht ondernemen we momenteel geen maatregelen om dit te stimuleren. Wel wordt via de website mensen op de hoogte gesteld van het bestaan van het informatiepunt duurzaam bouwen in Groningen. Door tijdens het bouwen van nieuwe huizen te kiezen voor energiezuinige maatregelen kan een grote bijdrage geleverd worden aan duurzaam wonen. Wanneer burgers een nieuw huis laten bouwen of bij renovatie van bestaande bouw kan door het kosteloos aanbieden van een “Duurzaam advies op maat” de burger op de hoogte worden gebracht (creëren van vraag) van welke mogelijkheden er zijn en ook welke besparing een dergelijke maatregel oplevert. Aan de hand van een berekening van de energie prestatie coëfficiënt (EPC) worden de mogelijkheden voor energieoptimalisatie van de woning onderzocht. Het is belangrijk dat de gemeente dit advies (door een adviesbureau) aanbiedt in een vroeg stadium van het nieuw- of verbouwtraject. Aan de hand van het advies kunnen burgers kiezen voor duurzame aanpassingen in hun woning. EPCverlagende maatregelen zijn doorgaans rendabel, echter een subsidieregeling voor het uitvoeren van de aanpassingen is wel een belangrijke stimulans. Het adviesbureau kan burgers ook adviseren over subsidiemogelijkheden. Ervaring in andere gemeenten (het gaat dan vooral om nieuwbouw) leert dat vooral in dorpen de animo het grootst is, namelijk 50%. In grotere plaatsen/steden ligt dit op 20%. Als verklaring wordt aangevoerd dat in dorpen mensen vooral een huis bouwen om lang te blijven wonen en meer aandacht besteden aan ontwerp en uitvoering. In plaatsen waar veel cataloguswoningen worden verkocht is de respons lager, een aanpassing bij een dergelijke woning is relatief duur. Misschien kopen mensen op die plekken ook een huis met de intentie later door te stromen. Een investering wordt dan minder interessant gevonden. Mensen die bereid zijn om te investeren in energiebesparende oplossingen zijn dus zeker in een plattelandsgemeente als Achtkarspelen te vinden. Voor bestaande bouw kunnen energiebesparende maatregelen genomen worden op het moment dat er gerenoveerd wordt of een nieuwe ketel/boiler etc. nodig is. De EPC norm is hier niet praktisch toepasbaar maar het energielabel wel. Ook hier wordt het traject weer ingezet door een “advies op maat” door een adviesbureau. Deze groep is moeilijker te vinden dan de nieuwbouwers. Een goede voorlichting over de subsidiemogelijkheden is hier belangrijk. Mensen die in aanmerking komen zullen zich zelf moeten melden en komen niet automatisch naar voren zoals bij verkoop van kavels. Goede communicatie is hier weer belangrijk. Resultaat of ambitieniveau: Nieuw gebouwde woningen hebben een EPC van minimaal ≤ 0,5. Iedereen die een huis bouwt of verbouwt in Achtkarspelen krijgt de mogelijkheid voor een gratis maatwerkadvies voor duurzaam bouwen. Indien mensen willen investeren in maatregelen om de EPC te verlagen hiervoor subsidie of een (goedkope) lening beschikbaar stellen. Financiële consequenties:
33
Een maatwerkadvies kost ca. € 500,- voor een eerste gesprek. Vervolg gesprekken komen op ca. € 200,-. Start uitvoering: 2010
2.4 Ontwikkelen duurzame woonwijken Ontwikkeling van nieuwe woonwijken biedt unieke mogelijkheden om duurzaam bouwen mogelijk te maken. De gemeente heeft eind 2007 een zogenaamde charette georganiseerd om de mogelijkheden om een duurzame woonwijk te realiseren op de ijsbaanlocatie in Buitenpost te onderzoeken. Tijdens een charette worden ideeën verzameld, gesorteerd en op bruikbaarheid getoetst. Uitgangspunten voor het ontwerp van de nieuwe wijk waren: • • • • •
zorg dat woningen klimaatneutraal zijn Denk aan ruimtelijke inpasbaarheid denk aan sociale aspecten van duurzaamheid maak gebruik van Cradle to Cradle principes maak zoveel mogelijk gebruik van regionale ruimtelijke/fysieke karakteristieken
Bij de ontwikkeling van de wijk zullen de resultaten van de charrette worden gebruikt. Resultaat of ambitieniveau: Bij de ontwikkeling van nieuwe woonwijken, zoals de ijsbaanlocatie, worden bovenstaande uitgangspunten in acht genomen. Financiële consequenties: onbekend Start uitvoering: Onbekend
34
3. Duurzame energie 3.1 Gemeentelijke CO2 monitor Om de ambitie van een CO2 reductie van 30% voor de hele gemeente te realiseren zal er eerst bepaald moeten worden wat de CO2 uitstoot nu is. Op grond van deze nulmeting kan bepaald worden op welke gebieden we maatregel kunnen nemen die het meest effect sorteren. Resultaat of ambitieniveau: Vertrekpunt creëren voor de ambitie CO2 reductie 30% gemeentebreed in 2020. Op basis van deze meting een plan van aanpak opstellen voor maatregelen. Financiële consequentie: De kosten voor de uitvoering van de CO2 monitor bedragen € 4.800,- excl. btw. Start uitvoering: Uitvoering CO2 monitor eind 2009. Opstellen plan van aanpak 2010.
3.2 Minimapakket “Duurzame energie” Door de minima te betrekken bij het duurzaamheidsbeleid snijdt het mes aan 2 kanten. Natuurlijk levert het een bijdrage aan de doelstelling maar er kan op deze manier ook een financiële besparing worden gerealiseerd waar deze het hardst nodig is. Door de minima een gratis energiebespaaradvies in combinatie met energiebesparende materialen aan te bieden kunnen bewuste keuzes worden gemaakt. Ook bij het toekennen van bijzondere bijstand voor de aanschaf van een apparaat zou de gemeente de keuze voor een duurzame variant moeten stimuleren. Als wordt uitgegaan van gezinnen met een inkomen van maximaal 120% van het minimum gaat het in Achtkarspelen om 1850 gezinnen (voor 100% minima komt dit neer op 683 huishoudens). I Resultaat of ambitieniveau: Alle minima wordt een energiebespaaradvies met bijpassende maatregelen (spaarlampen, waterbesparende douchekop, radiatorfolie etc.) aangeboden. Financiële consequentie: Per advies in combinatie met uitvoering van maatregelen zal op een bedrag van € 75,- tot €100,- gerekend moeten worden. Start uitvoering: Begin 2010.
3.3 Duurzame energie uit landschap Bij het onderhoud van de voor Achtkarspelen karakteristieke houtsingels en houtwallen, komen enorme hoeveelheden snoeihout vrij. Tot voor kort kwam
35
dunning daaruit op composthopen terecht, maar het merendeel werd gewoon ter plaatse verbrand. Verbranden van het afvalhout mag niet meer, dus moet het worden afgevoerd en veelal gecomposteerd. Omdat dit kostbaar is wordt er veel met ontheffingen gewerkt. Vanuit milieutechnisch oogpunt niet bepaald een ideale situatie. Nederland importeert energie, maar energiebronnen binnen de landsgrenzen worden onderbenut. Op hout stoken heeft echter een groot aantal voordelen. Het is schoner, CO² neutraal, ruim voorradig en bovendien veel voordeliger. Hout is dus een duurzame grondstof die nog niet optimaal gebruikt wordt. Houtwallen zijn mooi voor het landschap, maar leveren tot dusver niets op voor de grondeigenaar. Onderhoud wordt steeds duurder, overheidssteun neemt af (SAN).Vandaar de vraag; kun je het gebruik van houtachtig materiaal rendabel maken voor duurzame energieproductie? Op dit moment zijn veel partijen bezig met het onderzoeken of er mogelijkheden zijn. De Noardlike Fryske Wâlden, verschillenden gemeenten; verbranding van biomassa is letterlijk een “hot item”. Binnen Achtkarspelen zijn er ook mogelijkheden, milieuterrein Lutkepost zou een goede locatie zijn voor een dergelijke centrale. De NFW laten een haalbaarheidsonderzoek uitvoeren. Het gaat dan om een gezamenlijk project voor het benutten van snoeihout uit Achtkarspelen, Tytsjerksteradiel en Dantumadiel. Zodra de resultaten van het haalbaarheidsonderzoek van NFW bekend zijn moet bezien worden hoe en op welke manier Achtkarspelen hieraan aan bijdragen. Resultaat of ambitieniveau: Ontwikkelingen ondersteunen en stimuleren. Financiële consequentie: Nog onbekend Start uitvoering: Zodra het haalbaarheidsonderzoek van de NFW is uitgevoerd komen met plan voor de rol van gemeente Achtkarspelen.
36
4. Duurzaam ondernemen 4.1 Stimuleren duurzaam ondernemen Ook bedrijven zullen duurzamer moeten worden. De gemeente stimuleert dit, bijvoorbeeld door duurzaam te gaan inkopen. Voor het bedrijfsleven biedt dit kansen. Het MKB kijkt vooralsnog eerst de kat wat uit de boom. Belangstelling is er zeker maar concreet aan de slag gaan blijkt lastiger. De gemeente kan een belangrijke rol spelen in het stimuleren van bedrijven om op een praktische manier met duurzaam ondernemen aan de slag te gaan. Een manier om de lokale bedrijven te stimuleren is het opzetten van een zogenaamd koploper project. Bij een dergelijk project worden, onder regie van de gemeente, een aantal bedrijven gevraagd deel te nemen in een pilot. Deze bedrijven, de koplopers, gaan aan de slag met een tweetal praktische instrumenten; de duurzaam Ondernemen quickscan en de Milieubarometer. Deze bedrijven zijn bij voorkeur al bezig met duurzaam ondernemen of zijn hier enthousiast over, én ze zijn bereid hun ervaringen met andere bedrijven te delen. Op deze manier wordt bewustwording gecreëerd, samenwerking met de gemeente bevorderd, ervaringen gecommuniceerd en wordt invulling gegeven aan het gemeentelijk klimaatbeleid. Resultaat of ambitieniveau: Duurzaam ondernemen binnen Achtkarspelen stimuleren en mogelijkheden voor duurzaam ondernemen voor de bedrijven in kaart brengen. Financiële consequentie: onbekend Start uitvoering: 2010
37