Beleidsplan schuldhulpverlening 2012 – 2015 Gemeente Achtkarspelen
Beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2015
Inhoudsopgave
Inleiding
3
ng en beleidskader Ontwikkelingen Beleidskader
4 4 5
Visie en uitgangspunten Visie
6 6
ten
6
1 1.1 1.2 2 2.2 2.3
Ontwikkeli
Uitgangspun
3 3.1 3.2
Uitvoering Preventie en Nazorg Schuldregeling
10 10 12
4 4.1 4.2 4.3
Doelstellingen, kwaliteitsborging, streefwaarden Doelstellingen Kwaliteitsborging Streefwaarden
15 15 15 16
5 5.1 5.2
Financiën Kosten Baten
17 17 18
2
Beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2015
Inleiding In 2009 heeft Achtkarspelen besloten om schulddienstverlening in de reguliere bedrijfsvoering op te nemen. De Wet op de gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) was toen al aangekondigd en in afwachting van deze wet zou er een nieuw beleidsplan worden opgesteld. De Wgs heeft enkele jaren op zich laten wachten, maar treedt met ingang van 1 juli 2012 in werking. De wet schrijft voor dat de gemeenteraad een plan vaststelt dat richting geeft aan de integrale schuldhulpverlening. Daarom wordt nu het beleidsplan aan de gemeenteraad voorgelegd. Integrale aanpak Een belangrijk uitgangspunt van de wet is dat de schuldhulpverlening een integraal karakter heeft. Dat betekent dat er bij schuldhulpverlening niet alleen aandacht moet zijn voor het oplossen van financiële problemen van een klant, maar dat er ook wordt gekeken naar de eventuele oorzaken of omstandigheden die hebben bijgedragen aan het ontstaan van de schulden. Om de financiële problemen structureel op te lossen is het vaak essentieel om deze oorzaken of omstandigheden weg te nemen. Schuldhulpverlening binnen Algemene wet bestuursrecht Met de invoering van de Wgs wordt de gemeente wettelijk verantwoordelijk voor de schuldhulpverlening. Daarmee verschuift schuldhulpverlening van het privaatrechtelijke naar het publiekrechtelijke domein. Er ontstaat op grond van de wet van rechtswege geen recht op schuldhulpverlening. Een eventueel recht op schuldhulpverlening ontstaat pas nadat het college van b&w de beslissing heeft genomen tot aanbod van schuldhulpverlening. Een beslissing van het college van b&w tot het doen van een aanbod of tot een weigering van schuldhulpverlening is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Tegen een dergelijke beslissing is dan ook bezwaar en beroep mogelijk. Het college legt in de beleidsregels vast wat het aanbod is en onder welke voorwaarden de doelgroep daarvan gebruik kan maken. Eisen beleidsplan De gemeente dient voor ten hoogste vier jaren een beleidsplan vast te stellen. Preventie is een onderdeel waaraan in ieder geval aandacht moet worden besteed. Daarnaast moet schuldhulpverlening breed toegankelijk zijn: er worden geen groepen mensen op voorhand uitgesloten. Ook moet zijn vastgelegd welke resultaten de gemeente wenst te behalen en welke maatregelen de gemeente neemt om de kwaliteit van de schuldhulpverlening te borgen. Gemeenten moeten aangeven welke maximale wachttijd voor schuldhulpverlening zij nastreven. Ook moet in het plan staan beschreven hoe er wordt omgegaan met schuldhulpverlening aan gezinnen met minderjarige kinderen. Het Rijk wil met deze wet de kwaliteit en effectiviteit van de gemeentelijke schuldhulpverlening verbeteren. De wet is kaderstellend, schuldhulpverlening is een wettelijke taak, maar de gemeente mag zelf bepalen hoe ze daar invulling aan geeft.
3
Beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2015
1 1.1
Ontwikkelingen en beleidskader Ontwikkelingen Een aantal actuele ontwikkelingen op het terrein van schuldhulpverlening is van invloed op de uitvoering. In deze paragraaf wordt in het kort een beeld geschetst van deze ontwikkelingen. Het aantal aanvragen om schuldhulpverlening stijgt Landelijk is de tendens dat het aantal aanvragen schuldhulpverlening stijgt. Ook in Achtkarspelen is de afgelopen jaren sprake van een stijging van het aantal aanvragen. Hoe het aantal aanvragen zich gaat ontwikkelen is niet nog niet duidelijk. Doorgaans duurt het gemiddeld vijf jaar tussen de eerste schulden en het ontstaan van een problematische schuldensituatie. Gezien de ontwikkelingen op de huizenmarkt en de financiële crisis is niet te verwachten dat het aantal aanvragen de komende jaren zal afnemen. Diversiteit onder klanten neemt toe Er zijn nieuwe groepen klanten die een beroep doen op schuldhulpverlening. Naast de 'traditionele' groep die bestaat uit aanvragers tussen de 25 en 45 jaar met een lager inkomen zien we ook steeds meer jongeren, klanten in loondienst of huiseigenaren. Schuldensituaties worden steeds complexer Het schuldenpakket waarvoor klanten een beroep doen op schudhulpverlening wordt steeds complexer. Er is steeds vaker sprake van hypotheekschulden of complexe financieringsconstructies, dit vraagt meer tijd van het team schulddienstverlening. Opstelling crediteuren De afgelopen jaren zijn steeds minder crediteuren bereidt om mee te werken aan een schuldregeling. Wanneer je als crediteur regelmatig wordt gevraagd om een deel kwijt te schelden is dit best te begrijpen, helemaal wanneer je als crediteur zelf in de problemen dreigt te komen. Daarnaast hebben verschillende crediteuren een eigen incassobevoegdheid gekregen zoals de belastingdienst en zorgverzekeraars, zij mogen beslag leggen en hoeven geen rekening te houden met de beslagvrije voet. Gevolg hiervan is dat de vaste lasten niet kunnen worden betaald en er nieuwe schulden ontstaan. Een schuldregeling kan dan niet tot stand worden gebracht. Meer doen met minder…….. Met ingang van 2012 is 20 miljoen euro per jaar gekort op het gemeentefonds voor schuldhulpverlening. Deze bezuiniging komt bovenop het wegvallen van de tijdelijke middelen schuldhulpverlening die we in 2009-2011 hebben ontvangen. Voor 2012 hebben we nog deel van deze tijdelijke middelen meegenomen om de extra aanvragen en de toename in budgetbeheer op te vangen. De komende jaren staan we voor de opgave om meer te doen met minder.
4
Beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2015
1.2 Beleidskader Dit beleidsplan staat niet op zichzelf. Er is een nauw verband met de Wet werk en bijstand (Wwb) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Deze wetgeving geeft gemeenten de verantwoordelijkheid om zoveel mogelijk burgers te laten participeren (maatschappelijke participatie en in de vorm van werk of scholing). Problematische schulden kunnen een belemmering zijn voor het volwaardig meedoen in onze maatschappij. Een integrale aanpak begint dan ook bij afstemming tussen relevante beleidsterreinen zoals armoedebeleid, re-integratie en zorg (Wmo), waarbij de Sociale Agenda als kapstok fungeert. Sociale Agenda De Sociale Agenda is het beleidskader voor sociaal beleid in Achtkarspelen en fungeert daarmee als kompas voor een verdere invulling van het beleidsplan schuldhulpverlening. Schuldhulpverlening valt op basis van de driedeling zoals deze in de sociale agenda wordt gehanteerd onder "ondersteuning". Burgers die een beroep doen op schuldhulpverlening hebben tijdelijk extra ondersteuning nodig. De interventies op het terrein van schuldhulpverlening moeten zo worden ingericht dat burgers daar waar mogelijk weer zelfstandig verder kunnen. Op het terrein van ondersteuning is de ambitie: In Achtkarspelen blijven mensen participeren in de lokale samenleving doordat zij ondersteund worden op het gebied van werk, inkomen, opvoeding, inburgering en sociale problematiek Inzet is om mensen die (tijdelijk) in de problemen te komen te ondersteunen zodat zij deel uit blijven maken van de gemeenschap waarin zij leven en/of weer deel van deze gemeenschap gaan uitmaken. Kortom, participatie staat centraal en dit zal in de visie op schuldhulpverlening nader worden uitgewerkt.
5
Beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2015
2
Visie en uitgangspunten
2.1
Visie Met de uitvoering van schulddienstverlening wil Achtkarspelen participatie bevorderen en maatschappelijke kosten beperken. We bieden met integrale schuldhulpverlening de noodzakelijke ondersteuning op het gebied van preventie, schuldregelingen en nazorg om het voor de klant maximaal haalbare aan financiële zelfredzaamheid te bereiken.
2.2
Uitgangspunten
Met schuldhulpverlening (arbeids) participatie bevorderen We vinden het belangrijk dat iedereen participeert in de samenleving. Een problematische schuld is een belangrijke belemmerende factor voor (volwaardige) participatie. Er is onderzoek gedaan naar de kosten en baten van schuldhulpverlening door Regioplan en de Hogeschool Utrecht1. Uit dit onderzoek blijkt dat wanneer Wwbers gebruik maakten van schuldhulpverlening, de uitkeringsduur 4 tot 12 maanden korter was. Daarom stimuleren we klanten met een WW-uitkering om de schuldenproblematiek aan te pakken, hierdoor kan worden bijgedragen aan een snellere uitstroom uit de uitkering. Deels omdat opgeloste schulden een stimulans zijn voor mensen om (weer) aan het werk te gaan of meer te gaan werken. Maar ook omdat werkgevers niet zitten te wachten op medewerkers die veel werk met zich meebrengen vanwege beslagen op hun inkomen of waarbij sprake is van een verhoogd ziekteverzuim door psychosociale problematiek. Tegelijkertijd verwachten wij dat wanneer een klant in aanmerking komt voor een reintegratietraject hij hieraan volledige medewerking verleent. Ook verwachten wij dat de klant en eventueel de partner er alles aan doen om voldoende inkomsten voor de schuldeisers te genereren. We kiezen ervoor om schuldhulpverlening en re-integratie voorwaardelijke te maken voor elkaar.
Klant is probleemeigenaar Een problematische schuldensituatie is in eerste plaats een probleem tussen de klant en zijn crediteuren. Van de klant wordt verwacht dat hij verantwoordelijkheid neemt. Dit betekent dat afspraken worden nagekomen, informatie op tijd wordt aangeleverd, dat tijdens het traject geen nieuwe schulden worden gemaakt en dat inzet wordt getoond. Bij het oplossen van de schulden gaan we uit van maximale zelfwerkzaamheid, hierbij wordt aansluiting gezocht bij de eigen mogelijkheden van de klant. Met andere woorden, de klant doet zelf wat hij kan. Als de klant door omstandigheden niet in staat is om verantwoordelijkheden te dragen wordt maatwerk toegepast door de klant te faciliteren en ondersteuning te bieden zodat de klant alsnog gebruik gaat maken van de dienstverlening die nodig wordt geacht. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de inzet van beschermingsbewind.
Samenstelling schuldenpakket, motivatie en vaardigheden bepalen aanbod Een schuldenvrije toekomst is niet voor iedereen haalbaar. Wat maximaal haalbaar is hangt af van de regelbaarheid van het schuldenpakket en de regelbaarheid van de klant, de gemeente stemt hierop het aanbod af. Regelbaarheid schuldenpakket Er zijn schulden die (nog) niet voor een schuldregeling in aanmerking komen. Het gaat dan bijvoorbeeld om fraudevorderingen of niet saneerbare CJIB boetes. Ook kan het zijn dat een schuldenpakket nog niet helemaal duidelijk is, bijvoorbeeld wanneer
1
Schuldhulpverlening Loont! Onderzoek naar maatschappelijke kosten en baten van schuldhulpverlening, Hogeschool Utrecht/Regioplan, Utrecht, Amsterdam 2011.
6
Beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2015
er over schulden nog juridische procedures lopen, bij restschulden van nog te verkopen woningen of lopende echtscheidingsprocedures waarbij de boedel nog niet is verdeeld. De schulden zijn (nog) niet regelbaar. Regelbaarheid klant Regioplan Beleidsonderzoek heeft onderzoek gedaan naar 'kenmerken' in gedrag van aanvragers van schuldhulpverlening die van invloed zijn op de mogelijkheden om tot een oplossing van de schuldensituatie te komen 2. De belangrijkste conclusie in dit onderzoek luidt dat twee aspecten cruciaal zijn: de motivatie en de vaardigheden van de klant. Een klant is regelbaar wanneer hij voldoende gemotiveerd is en over de juiste vaardigheden beschikt. 3
Wanneer beide componenten tegen elkaar worden afgezet, ontstaat onderstaand kwadrant : Regelbare klant Regelbaar Schuldenpakket Onregelbaar Schuldenpakket
Schuldensituatie is op te lossen met schuldhulpverlening Schuldensituatie is alleen te stabiliseren
Onregelbare klant Mogelijkheden hangen af van individuele dossier: soms stabiliseren, soms geen oplossing Gemeente kan niets of nauwelijks iets doen
Wanneer op voorhand duidelijk is dat de klant niet of onvoldoende te helpen is wordt er geen schuldregeling gestart. Indien het individuele budgetplan het toelaat kan ervoor worden gekozen om in deze situatie beperkt budgetbeheer uit te voeren. Ook kan worden gekeken of het beslag op de juiste wijze is vastgesteld, meer kan de gemeente niet doen. We bepalen per situatie (maatwerk) wat het hoogst haalbare is. Enerzijds is het direct helder voor de klant wat het hoogst haalbare is, hiermee voorkomen we dat de klant in een later stadium van het traject alsnog gedesillusioneerd uitvalt. Anderzijds willen we hiermee bereiken dat we de beschikbare middelen goed inzetten. Er wordt landelijk nog gewerkt aan een diagnose-instrument op basis van klantprofielen, wanneer dit gereed is zal worden beoordeeld of deze toegevoegde waarde heeft voor de uitvoering.
2 3 4
Schuldhulpverlening is integraal Integrale schuldhulpverlening is het actief ondersteunen van een inwoner bij het vinden van een oplossing voor zijn/haar financiële problemen, maar ook bij het vinden van een oplossing voor de eventuele oorzaken hiervan of voor omstandigheden die verhinderen dat de financiële problemen kunnen worden opgelost4. Voor het proces heeft dit de volgende consequenties: de intake wordt gedaan vanuit dit integrale gezichtspunt: zowel de financieel technische kant van het probleem als de psychosociale achtergronden worden in kaart gebracht; in de hulpverlening komen deze twee aspecten naar voren door voor beide een toepasselijk traject in te zetten, gelijktijdig dan wel volgtijdelijk;
Klantprofielen voor schuldhulpverlening, Regioplan Beleidsonderzoek, Amsterdam 2011 Dit kwadrant is ontwikkeld in de gemeente Tilburg Leidraad Wet gemeentelijke Schuldhulpverlening, NVVK, Den Haag, 2010
7
Beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2015
afhankelijk van de problematiek wordt flankerende hulp ingeschakeld via bijvoorbeeld het Algemeen Maatschappelijk Werk, Geestelijke Gezondheidszorg, Verslavingszorg Noord Nederland of Mee. Ook kan er beroep worden gedaan op vrijwilligersorganisaties zoals Humanitas, Fries Samenwerkingsverband Uitkeringsgerechtigden of Diaconaal Vertrouwenspersoon. in de begeleiding komen deze beide aspecten aan bod door één functionaris de voortgang van de hulpverleningstrajecten te laten bewaken en te coördineren, dit is veelal de rol van de consulent, maar daar waar de gemeente geen oplossing kan bieden dan kan dit ook een functionaris zijn van een hulpverlenende instantie. de integrale schuldhulpverlening is vanwege de doelstelling (oplossen schulden en aanpakken psychosociale problematiek) eindig. De afsluiting van de integrale schuldhulpverlening wordt bepaald door het langst lopende traject, wat gewoonlijk de schuldregeling is.
Schuldhulpverlening is laagdrempelig De toegang tot schuldhulpverlening moet zo laagdrempelig mogelijk zijn, zodat zo spoedig mogelijk kan worden gewerkt aan het regelen van de schulden. Hoe langer de klant wacht, hoe meer de schulden oplopen, de maatschappelijke risico's toenemen en hoe complexer de te bieden hulpverlening wordt.
Schuldhulpverlening is eenmalig Schulddienstverlening is gericht op een structurele aanpak van de problemen en is in principe eenmalig. Om te onderstrepen dat schulddienstverlening geen ongelimiteerde voorziening is, beperkt de gemeente de toegang tot eens in de vijf jaar. Alleen als de klant (of betrokken ketenpartners) gemotiveerd kunnen aantonen dat de situatie is veranderd, wordt een heraanmelding binnen vijf jaar opnieuw in overweging genomen. De consequentie hiervan is dat in specifieke gevallen de gemeente zelfs een dreigende huisuitzetting niet voorkomt. In de beleidsregels worden nadere criteria rondom recidive beschreven.
Doelgroep schuldhulpverlening Schulddienstverlening staat in beginsel open voor alle burgers van Achtkarspelen. Dit wil niet zeggen dat alle burgers ook daadwerkelijk geholpen kunnen worden. Gemeentelijke schuldhulpverlening is niet toegankelijk voor natuurlijke personen met een onderneming (zelfstandigen), toch bieden we ook deze doelgroep schuldhulpverlening. Deze groep wordt geholpen door Bureau Zelfstandigen Friesland (BZF) eventueel in combinatie met Zuidweg & Partners (voorheen Stichting Schuldhulpverlening voor Ondernemers).
Gezinnen met kinderen De Wgs schrijft voor dat de gemeente in haar beleidsplan expliciet vastlegt wat de inzet is ten behoeve van gezinnen met kinderen. Wanneer kinderen opgroeien in een problematische schuldensituatie dan kan dit een risicofactor zijn, daarom kan er een melding worden gemaakt in de verwijsindex van het Centrum voor Jeugd en Gezin. Door een melding te maken in de verwijsindex kan ook worden gezien of er instanties betrokken zijn bij de hulpverlening aan het gezin, er kan dan nadere afstemming plaatsvinden. Wij hanteren als uitgangspunt dat iedereen die zich meldt, binnen de toepasselijke termijnen in behandeling wordt genomen en we zorgen voor een passend aanbod. Mocht er op enig moment toch een wachtlijst ontstaan, dan wordt in geval van een crisissituatie voorrang verleend aan gezinnen met kinderen.
8
Beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2015
Wachttijd binnen wettelijke termijn Belangrijk voor een goede kwaliteit van de schuldhulpverlening zijn de wacht- en doorlooptijden. Zo belangrijk, dat het Rijk daar specifieke bepalingen over heeft opgenomen in de wet. Wachttijd is de tijd die verstrijkt vanaf het moment dat de schuldenaar zich meldt bij de gemeente voor hulp tot het intakegesprek. Voor de wachttijd geldt dat deze niet langer mag zijn dan 4 weken. In crisissituaties mag deze niet langer zijn dan 3 werkdagen. Er is sprake van een crisissituatie wanneer gedwongen woningontruiming, afsluiting van water, gas of elektriciteit of ontbinding van de zorgverzekering dreigen. Wij streven ernaar om de wachttijd te beperken tot maximaal 3 weken, waarbij ook al een eerste indicatie voor de oplossingsrichting wordt gegeven. De maximale wachttijd in crisissituaties is maximaal 3 werkdagen. Daarbij is overigens niet het streven om een volledig intakegesprek met de klant te voeren, maar uitsluitend de dreigende situatie aan te pakken.
9
Beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2015
3 3.1
Uitvoering Preventie en nazorg Wanneer we participatie willen bevorderen en maatschappelijke kosten als gevolg van financiële problemen willen voorkomen, dan is preventie een belangrijk instrument. In het artikel 2 van de Wgs is vastgelegd dat het beleidsplan moet ingaan op activiteiten gericht op preventie en nazorg. De definitie van schuldpreventie luidt5: ' is een mix van maatregelen, activiteiten en voorzieningen die er op gericht zijn dat mensen financieel weer vaardig worden en zich zo gaan gedragen dat zij hun financiën op orde houden'. Met nazorg willen we terugval en recidive voorkomen. De afgelopen jaren hebben we verschillende activiteiten ontwikkeld op het gebied van preventie. Daarnaast zijn we bezig met het ontwikkelen van een aantal activiteiten gericht op preventie. In deze paragraaf brengen we de verschillende activiteiten in beeld. Wat doen we al: Product
Informatie en advies
Preventief budgetbeheer
Proactieve benadering
Afspraken schuldeisers
Inzet van verschillende (vrijwilligers) organisaties zoals: 1. Humanitas 2. Fries Samenwerkingsverband Uitkeringsgerechtigden (FSU) 3. Diaconaal Vertrouwenspersoon 4. Voedselbank
Omschrijving Het doel van het proces Informatie en advies is het geven van advies over het zelfstandig bereiken van duurzaam financieel evenwicht zonder beroep te doen op herfinanciering, schuldregeling of stabilisatie. Onder Informatie en advies wordt ook verstaan het doorverwijzen naar derden. Doorbetaling van de vaste lasten wanneer er geen sprake is van een schuldregeling. Er zijn 3 verschillende varianten waardoor maatwerk kan worden verricht. Voor preventief budgetbeheer betalen klanten een eigen bijdrage. Vroegsignalering door Wwb en Wmoconsulenten en deelname van consulent van team SDV aan het Sociaal Team. Met verschillende schuldeisers zijn uitvoeringsafspraken gemaakt. Zo zitten we bijvoorbeeld twee maal per jaar om tafel met de woningbouwvereniging om lopende zaken te bespreken. Daarnaast ontvangen we maandelijks een lijst van bewoners met een huurachterstand. 1. Thuisadministatie, hulp bij ordenen van de administratie. 2. Ondersteuning bij vragen op het terrein van schuldhulpverlening en hulp bij het invullen van formulieren 3. Ondersteuning bij vragen op het terrein van schuldhulpverlening en hulp bij het invullen van formulieren. 4. Over en weer actieve doorverwijzing.
5
Schuldpreventiewijzer, Over het belang van schuldpreventie en de mogelijkheden om daar lokaal invulling aan te geven, p. 11 Nadja Jungman, Frauke van Iperen, 2011
10
Beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2015
Nazorg
Binnen een jaar na afronding van de schuldbemiddeling wordt contact opgenomen met de klant om te informeren of de inkomsten en uitgaven nog in balans zijn.
Wat zijn we aan het ontwikkelen:
Project internethulpverlening Achtkarspelen Steeds meer jongeren hebben financiële problemen. Voor deze groep is het lastig om een schuldregeling op te zetten omdat zij veelal geen inkomen hebben om de schulden te regelen. Daarnaast zijn crediteuren veelal niet bereidt om in te stemmen met een schuldregeling omdat zij verwachten dat jongeren in de toekomst vaak meer inkomen krijgen. Veelal kunnen we alleen preventief iets betekenen voor deze doelgroep. In Achtkarspelen is recent gestart met de pilot internethulpverlening. SMWF, Interzorg en de NHL werken in deze pilot samen aan het ontwikkelen van een methodiek voor internethulpverlening. De focus is gericht op jongeren tot 21 jaar met als speerpunten: preventieve schuldhulpverlening psychosociale hulpverlening sociaal raadslieden voor jongeren Doel: Jongeren op een nieuwe manier te benaderen, laagdrempelig en dichtbij. Resultaat: De jongeren te leren kennen, die zich niet via de reeds bestaande kanalen (aan) melden en waarvan meer dan een vermoeden bestaat dat juist deze jongeren baat hebben bij goede hulp. Het preventief aandacht kunnen geven, daar waar het nodig is, het problemen kunnen aanpakken zodat erger voorkomen kan worden. De NHL Hogeschool stelt via het lectoraat iHuman kennis en kunde beschikbaar. Dat richt zich onder meer op nieuwe technologische mogelijkheden en de toepassing daarvan. Bovendien wordt een groep studenten actief betrokken de voorbereidingsen uitvoeringsfase van deze pilot. De uiteindelijke vorm van het project is een uitvloeisel van de inventarisatie en het behoeftenonderzoek onder de doelgroep zelf.
Budgetcoaching Bij de start van de pilot Schulddienstverlening in 2007 werd er voor gekozen om bij een schuldregeling iedereen verplicht op te nemen in budgetbeheer, op deze manier ontstonden er geen schulden en konden wij de afloscapaciteit aan de schuldeisers garanderen. Het aantal klanten in budgetbeheer groeide gestaag. Inmiddels zijn we van deze verplichting afgestapt. Wanneer er geen achterstanden zijn in de vaste lasten en klant beschikt over een bruikbare bankrekening dan wordt de klant niet opgenomen in budgetbeheer. Dit sluit aan bij het principe dat de klant zelf doet wat hij kan. We streven er naar dat een klant zelfstandig verder kan. Het past dan niet om iedereen structureel in budgetbeheer te houden. Daar waar de klant de mogelijkheid heeft om door het aanleren van vaardigheden zelfstandig verder te gaan wordt dit bewerkstelligd. Momenteel volgen twee teamleden van de afdeling een cursus budgetcoaching. Dit instrument zal in de toekomst selectief worden ingezet. Niet alle klanten hebben 11
Beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2015
voldoende capaciteiten om zelfstandig verder te kunnen. Voor deze groep zal er een afweging worden gemaakt tussen budgetbeheer en beschermingsbewind. Ook gaan we onderzoeken hoe we zowel in het voortraject en het natraject beter samen kunnen werken met vrijwilligersorganisaties, waardoor het mogelijk wordt om het beroep op budgetbeheer te laten afnemen. 3.2. Schuldregeling Het schuldhulpverleningstraject is ingedeeld in twee fases. Fase 1 In deze fase wordt het probleem van de klant geïnventariseerd. De totale schuldenlast wordt opgemaakt en wordt gekeken naar het inkomen van de klant en of er mogelijkheden zijn om dit inkomen te vergroten. Hierbij wordt bekeken of er meer gewerkt kan worden en of de schuldenaar gebruik maakt van alle beschikbare Inkomensondersteunende regelingen zoals zorg- of huurtoeslag. In deze fase kan geconstateerd worden dat een financieel probleem opgelost kan worden met slechts een advies aan de klant. Deze mogelijkheid doet zich vooral voor als de klant zich tijdig meldt en de schulden nog niet problematisch zijn. Fase 2 In deze fase wordt een concrete oplossing gezocht voor het schuldenprobleem. Bij een schuldregeling bemiddelt de gemeente tussen de klant en zijn schuldeisers om een minnelijke regeling van de totale schuldenlast te bewerkstelligen. In Achtkarspelen maken we alleen gebruik van een schuldbemiddeling waarbij er periodiek aan alle schuldeisers wordt uitbetaald. De schuldenaar komt in aanmerking voor een minnelijke schuldregeling als hij in een problematische schuldsituatie verkeert. Hiervan is sprake als redelijkerwijs is te voorzien dat de schuldenaar niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of als hij heeft opgehouden te betalen. De schuldregeling geldt hiermee als het zwaarste instrument dat de schuldhulpverlening in het minnelijke traject ter beschikking staat, omdat een schuldregeling tegen finale kwijting wordt verleend. Van de schuldeisers wordt dus verwacht dat zij hun vordering op de schuldenaar voor een deel kwijtschelden. De schuldregeling wordt om die reden alleen ingezet bij problematische schulden, zoals hierboven gedefinieerd. Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) Wanneer er in het minnelijk traject geen overeenstemming wordt bereikt met de schuldeisers dan kan de klant een beroep doen op de Wsnp. Een belangrijke voorwaarde voor het wettelijke traject is dat er eerst een minnelijk traject is doorlopen. Het Wsnptraject loopt via de rechtbank. Een medewerker van team schulddienstverlening stelt een verzoekschrift op waarmee de klant de rechtbank kan verzoeken om toelating. De klant krijgt een bewindvoerder aangewezen. Belangrijke voorwaarde om toegelaten te worden tot de Wsnp is dat de klant te goeder trouw moet hebben gehandeld en er geen problemen zijn die een duurzame schuldenvrije toekomst in de weg staan.
12
Beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2015
Wat doen we al: Product Budgetbeheer Betalingsregeling
Schuldbemiddeling
Omschrijving Doorbetaling van de vaste lasten tijdens een schuldregelingstraject. Hiervoor wordt geen eigen bijdrage gevraagd. Het doel van de betalingsregeling is het 100% betalen van de vordering in een aantal termijnen. Een betalingsregeling is een overeenkomst tussen cliënt en schuldeiser, waarin wordt bepaald dat de vastgestelde vordering volledig wordt terugbetaald in een vooraf vastgesteld aantal termijnen. het bewerkstelligen van een minnelijke regeling van de totale schuldenlast. Een schuldbemiddeling is een overeenkomst waarin tussen cliënt en schuldeiser(s) wordt afgesproken dat de totale schuldenlast gedeeltelijk wordt terugbetaald in termijnen naar draagkracht tegen finale kwijting of dat aan het einde van de looptijd kwijtschelding wordt verleend.
Wat willen we ontwikkelen: Er zijn twee producten die we willen gaan inregelen: 1. Herfinanciering Een herfinanciering is een financieringsovereenkomst tussen klant en kredietverstrekker, waarmee de vastgestelde vordering voor 100% en ineens wordt voldaan. Doel Doelen van herfinanciering zijn het verminderen van de lastendruk (in termen van vermindering van rente en verlenging van looptijd) voor een klant en het overzichtelijk maken van de totale schuldenlast door het minimaliseren van het aantal schulden en schuldeisers. Op basis van de aflossingscapaciteit van de klant wordt berekend of 100% terugbetaling van de schulden mogelijk is door middel van één krediet over een looptijd van in principe maximaal 60 maanden. 2.
Saneringskrediet Bij een saneringskrediet wordt door middel van het afsluiten van een kredietovereenkomst de totale schuldenlast tegen finalekwijting, op basis van betaling van een percentage van de totale schuldenlast, afgekocht. Doel Het doel van een saneringskrediet is het betalen van een gedeelte van de vordering ineens, tegen finale kwijting. Een saneringskrediet draagt bij aan het overzichtelijk maken van de totale schuldenlast van de klant.
Het gaat hier om kredieten, deze kredieten kunnen wij als gemeente niet zelf verstrekken, we zijn geen bank. We willen onderzoeken of we deze kredieten via Kredietbank Nederland beschikbaar kunnen stellen. Naast voordelen voor de klant zijn deze producten ook gunstig voor de crediteuren en voor de uitvoering van schuldhulpverlening. Voor de crediteuren is het gunstig omdat zij in sneller hun geld krijgen. Bij een schuldbemiddeling ontvangen crediteuren meestal in drie jaarlijkse termijnen een 13
Beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2015
bepaald bedrag van de vordering. Er zijn crediteuren die niet akkoord gaan met een voorstel omdat zij 3 jaar moeten wachten. Zij geven aan dat zij wel akkoord zouden gaan wanneer zij het bedrag ineens zouden ontvangen. Voor de uitvoering is het gunstig omdat dit tijdswinst oplevert. De uitvoering van een schuldbemiddeling is arbeidsintensief. Jaarlijks moeten stukken worden opgevraagd met betrekking tot de inkomsten en moet er een herberekening van de afloscapaciteit worden gemaakt. Daarnaast moeten de doorbetalingen aan de schuldeisers handmatig worden geactiveerd. In het kader van Lean-management is geadviseerd om te gaan werken met saneringskredieten.
14
Beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2015
4
Doelstellingen, kwaliteitsborging en streefwaarden
4.1
Doelstellingen De beschreven aanpak in dit plan heeft tot doel: de participatie van onze burgers te vergroten: investeren in schuldhulpverlening zorgt dat schulden geen belemmering meer zijn voor onze burgers om te participeren in de maatschappij; het ontstaan van schulden te voorkomen: investeren in een goed preventief aanbod voorkomt het ontstaan van schulden en daarmee samenhangende maatschappelijke problemen; langdurig resultaat te bereiken: Het resultaat moet zijn dat de burger weer financieel zelfredzaam is en niet terugvalt in een schuldsituatie; maatschappelijke kosten die voortvloeien uit schuldsituaties te voorkomen: door een goed aanbod op het gebied van schuldhulpverlening blijven de maatschappelijke risico’s6 en daarmee samenhangende kosten beperkt; de aanpak op het terrein van Werk en Bijstand en Wmo te versterken: Het succes op de terreinen van armoedebestrijding, participatie (re-integratie en zorg) wordt versterkt door een succesvol beleid op schuldhulpverlening. Deze samenhang komt ook naar voren in de Sociale Agenda.
4.2
Kwaliteitsborging Lidmaatschap NVVK We zijn lid van de NVVK (Vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren), dit is de koepelorganisatie van schuldhulpverlenende instanties in Nederland. Het NVVKlidmaatschap wordt door zowel klanten als schuldeisers vaak gezien als kwaliteitskeurmerk. De NVVK heeft gedragscodes ontwikkeld waarin richtlijnen voor goede schuldhulpverlening zijn opgenomen. Deze gedragscodes zijn bindend voor de leden. Team schulddienstverlening werkt met de volgende gedragscodes: 1. gedragscode schuldregeling 2. gedragscode budgetbeheer Door te werken volgens deze gedragscodes is de kwaliteit van schuldhulpverlening geborgd. De kwaliteit van schuldhulpverlening is een bepalende factor voor de effectiviteit. Het is essentieel dat schuldeisers vertrouwen hebben in de wijze waarop de gemeente de schuldhulpverlening uitvoert en dat er recht wordt gedaan aan hun belangen. Het werken volgens de gedragscode levert een belangrijke bijdrage aan het vertrouwen van schuldeisers in de gemeentelijke schuldhulpverlening. Het belang van klanten vraagt echter in een aantal gevallen om gestandaardiseerd maatwerk. Voor het behoud van het vertouwen in schuldeisers, is afwijking van de gedragscode alleen mogelijk wanneer de klant en de schuldeisers daarmee instemmen. Interne controle De gemeente is zelf verantwoordelijk voor het goed uitvoeren van de Wgs, daarom wordt schuldhulpverlening op termijn opgenomen in het interne controleplan. Steekproefsgewijs zal er controle plaatsvinden op de uitvoering van schuldhulpverlening. Automatiseringssysteem Om te kunnen sturen op resultaat is een goed automatiseringssysteem een voorwaarde. Aanvankelijk was het zelfstandig uitvoeren van schulddienstverlening in 2007 gestart als pilot. De aanschafkosten van een applicatie speciaal voor schulddienstverlening waren 6
Denk bij maatschappelijke risico’s aan schooluitval, criminaliteit, huisuitzetting en niet slagen van reintegratietrajecten.
15
Beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2015
veel te hoog. Er is destijds gekozen voor een systeem dat vooral het budgetbeheer goed ondersteunde. Een logische keuze, we beheren gelden klanten en dit moet zorgvuldig gebeuren. De schuldhulpverleningsmodule werd door het systeem minder goed ondersteund. Een gevolg hiervan is dat er geen managementinformatie kan worden verkregen. Er zijn recent afspraken gemaakt met de leverancier waarbij de schuldhulpverleningsmodule wordt aangepast aan onze wensen. De verwachting is dat eind 2012 managementinformatie kan worden gegenereerd. Managementinformatie moet nu nog handmatig worden geteld. We weten nog niet welke informatie kan worden verkregen, daarom beperken we ons in eerste instantie tot onderstaande streefwaarden. 4.3
Streefwaarden We streven er naar om in de periode van 2012-2015:
Het aantal schuldregelingstrajecten niet te laten stijgen ten opzichte van 2011
Aantal trajecten
2012
2013
2014
2015
90
90
90
90
90
Het aantal weken wachttijd binnen de wettelijke termijn van 4 weken te houden
Maximale wachttijd
2011
2011
2012
2013
2014
2015
< 4 weken
3 weken
3 weken
3 weken
3 weken
Van de ingezette trajecten, 80% binnen 3 jaar succesvol af te ronden
Slagingspercentage
2011 73%
2012 75%
16
2013 80%
2014 80%
2015 80%
Beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2015
5 5.1
Financiën Kosten De kosten van schulddienstverlening bestaan uit uitvoeringskosten, salariskosten van de teamleden van schulddienstverlening en de kosten die verband houden met schuldhulpverlening aan ondernemers. Daarnaast zijn er nog inkomsten in de vorm van eigen bijdragen voor preventief budgetbeheer. In onderstaande tabel zijn de uitgaven voor schulddienstverlening over 2011 opgenomen. De kosten van de pilot internethulpverlening en de vrijwilligersorganisaties zijn hierin niet meegenomen, deze worden op een andere manier gefinancierd. Figuur 1. Kosten schulddienstverlening 2011
Uitvoeringskosten Smart FMS/betaalrekeningen div. kosten eenmalig Lidmaatschap nvvk en Stimulansz Kredietbank budgetbeheer
€ € € € €
14.140 27.185 6.800 6.480 54.605
€ € €
146.686 92.038 238.724
Inkomsten budgetbeheer Bijdrage clienten budgetbeheer
€
5.700-
Ondernemers SHV ondernemers SVO
€
10.060
Team SDV team SDV 3,21FTE loonsom overhead
Bureau KWIZ heeft in 2009 de Pilot schulddienstverlening geëvalueerd en heeft een begroting gemaakt voor de uitvoering. Voor 2009/2010 was de begroting voor schulddienstverlening € 308.761. Schuldhulpverlening voor ondernemers was hierin niet meegenomen. Ondanks de stijging van het aantal aanvragen waren de kosten over 2011 € 287.620 (exclusief SVO). De verwachting is dat we in 2012 schuldhulpverlening binnen de regulier beschikbare middelen kunnen uitvoeren. De ontwikkelingen met betrekking tot de Sociale Agenda en eventuele verdergaande samenwerking met Tytsjerksteradiel en Kollumerland c.a. zijn op dit moment nog onduidelijk, maar zijn wel van invloed op de financiën. Wanneer er alsnog extra middelen nodig zijn zullen wij de keuzes voorleggen aan de raad (bijvoorbeeld extra investeren of beperken aanbod).
17
Beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2015
5.2
Baten De baten van het bieden van een effectief schuldhulpverleningsaanbod blijken lastig te kwantificeren. Er zijn de afgelopen jaren een aantal onderzoeken gedaan, waaruit steeds weer naar voren komt dat schuldhulpverlening loont. Één van de meest recente en regelmatig aangehaalde onderzoeken is het eerder genoemde onderzoek "Schuldhulpverlening loont” uit 2011, uitgevoerd door Regioplan en de Hogeschool Utrecht. De conclusie in dit onderzoek is dat de investering in schuldhulpverlening zichzelf dubbel terugverdient. De baten komen ongeveer voor de helft ten goede aan de gemeente, voor het grootste deel bestaande uit besparing op bijstandsuitkeringen. De andere helft komt ten goede aan andere organisaties zoals het woonbedrijf en het UWV. De inzet op schuldhulpverlening leidt tot besparingen op uitkeringsduur, houdt mensen aan het werk en zorgt onder andere voor minder huur- en energieachterstanden. Dit is een argument om tijdens de bezuinigingen te blijven inzetten op schuldhulpverlening.
18