Beleidsplan integrale schuldhulpverlening gemeente Twenterand 2012-2015 ‘Samen werkt het: Schulddienstverlening op maat!’
Mei 2012
Beleidsplan SHV
1
Inhoudsopgave Managementsamenvatting ……………………………………………………………………..
3
1. Inleiding..……………………………………………………………………………………….
4
1.1 1.2 1.3 1.4
Aanleiding ………………………………………………………………………….. Wet gemeentelijke schuldhulpverlening ………………………………………… Wat verandert er voor de gemeente …………………………………………….. Integrale schuldhulpverlening in de huidige praktijk ………………………….... 1.4.1 Materiële schuldhulpverlening ..………………………………………. 1.4.2 Immateriële schuldhulpverlening..………………………….. ………… 1.4.3 Preventie..…………………………………………..………………….... 1.5 Opbouw beleidsplan ………………………………………………………………
4 4 4 5 5 5 5 6
2. Visie op ondersteuning bij problematische schulden ………………………………… 2.1 Relatie met ander (lokaal) beleid ………………………………………………….. 2.1.1 Maatschappelijke ondersteuning ………………………………………. 2.1.2 Re-integratiebeleid ……………………………………………………… 2.1.3 Kaders Minimabeleidplan 2012-2015 ………………………………… 2.1.4 Deelname aan de GR SON …………………………………………….. 2.2 Uitgangspunten voor de gemeente Twenterand……………………………….…
7 7 7 7 8 8 9
3. Doelstellingen en beoogde resultaten …………………………………………………….. 3.1 Inleiding ……………………………………………………………………………… 3.2 Doelstellingen voor de gemeente Twenterand ………………………………….. 3.2.1 Doelstelling betreffende de toegang tot schuldhulpverlening ………. 3.2.2 Doelstelling crisisinterventie ……………………………………………. 3.2.3 Doelstellingen schuldhulpverleningstrajecten ………………………... 3.2.4 Doelstellingen nazorg …………………………………………………... 3.2.5 Doelstelling termijnen ……………………………………………………
10 10 10 10 11 11 11 12
4. Doelgroepen …………………………………………………………………………………… 4.1 Aanleiding ………………………………………………………………………..….. 4.2 Enkelvoudige problematiek …………………………………………………………. 4.3 Overlevingsproblematiek …………………………………………………………… 4.4 Meervoudige, complexe problematiek ……………………………………………. 4.5 Complexe persoonlijkheidsproblematiek …………………………………………. 4.6 Subdoelgroepen ……………………………………………………………………... 4.6.1 Zelfstandige (ex-) ondernemers……………………………….. ………. 4.6.2 Situatie met kinderen……..……………………………………………. 4.6.3 Recidivisten…………………………………….. ………………………...
13 13 13 14 14 14 15 15 15 15
5. Voorlichting, preventie en nazorg ………………………………………………………….. 5.1 Voorlichting ………………………………………………………………………….... 5.2. Preventie …………………………………………………………………………….... 5.3 Nazorg ………………………………………………………………………………… 5.4 Samenvatting van het Twenterandse aanbod …………………………………….
17 17 18 19 19
Mei 2012
Beleidsplan SHV
2
Managementsamenvatting Voor u ligt het Beleidsplan integrale schuldhulpverlening 2012-2015. In het beleidsplan beschrijft de gemeenteraad van de gemeente Twenterand – in de lijn met de kadernota Wmo 2011-2014, het Reintegratiebeleidsplan, 2012-2015 en het Beleidsplan Minima 2012-2015 – het beleidskader waarbinnen het college in de periode van 1 juli 2012 tot 1 januari 2016 haar verantwoordelijkheid voor schuldhulpverlening vorm en inhoud geeft. Hiermee wordt invulling gegeven aan de Wet op de Gemeentelijke Schuldhulpverlening (Wgs) die op 1 juli 2012 in werking treedt. In dit (eerste) beleidsplan staan vooral de kaders van het Twenterandse schuldhulpverleningsbeleid centraal. Centraal staat dat er voor elke inwoner van de gemeente Twenterand een breed schuldhulpaanbod aanwezig is, maar dat hij/zij vooral zelf aan het stuur zit, om er een succes van te maken. Onder succes wordt verstaan een schuldenvrije toekomst en indien dit niet mogelijk is een beheersbare schuld. Het hoofddoel bij dit alles is te voorkomen dat er belemmeringen zijn die (maatschappelijke) participatie in de weg staan. Uitgangspunten Het hierboven genoemde hoofddoel heeft geleid tot de volgende 10 uitgangspunten voor schuldhulpverlening: De gemeente Twenterand voert de regie op schuldhulpverlening. Op financieel technisch gebied ligt deze verantwoordelijkheid bij de Stadsbank. Er is een brede toegankelijkheid tot schulddienstverlening met een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van de Twenterandse burger. De mate van zelfredzaamheid van de klant is de maatstaf voor de inzet van de dienstverlening. De gemeente Twenterand is regisseur en laat haar schuldhulpverleningsbeleid aansluiten bij het gemeentelijk minima-, re-integratiebeleid en Wmo-beleid. De schuldhulpverlening, met uitzondering van het financieel-technische deel, wordt lokaal geregeld, waar het lokaal geregeld kan worden. Het financieel technische deel van de schuldhulpverlening, oftewel het te behartigen belang van de gemeente Twenterand, blijft bij de Stadsbank Oost Nederland. Eerste doelstelling is beheersbare schulden, pas als dit niet mogelijk is, wordt er ingezet op schuldenvrij. De gemeente Twenterand pakt niet alleen het probleem aan, maar ook de oorzaak. Hiervoor werkt de gemeente samen met netwerkpartners zoals Maatschappelijk Werk en de GGZ. Schuldhulpverlening is niet vrijblijvend, de cliënt heeft hier vooral ook een eigen verantwoordelijkheid in. De kosten voor schuldhulpverlening bedragen niet meer dan het door de Raad vastgestelde bedrag. Doelgroepenbeleid De gemeente gaat een doelgroepenbeleid voeren (pagina 13). Per doelgroep is een gerichte aanpak geformuleerd om de kans op succes zo groot mogelijk te maken. De doelgroepen zijn gedefinieerd op basis van hun problematiek. De volgende doelgroepen worden onderscheiden: enkelvoudige problematiek, overlevingsproblematiek, meervoudige / complexe problematiek en complexe persoonlijkheidsproblematiek. Daarnaast is er extra aandacht voor de volgende 3 subdoelgroepen: zelfstandige (ex-)ondernemers, gezinnen/alleenstaanden met minderjarige kinderen en recidivisten. De gemeente Twenterand heeft zoals gezegd de regierol op het gebied van schuldhulpverlening. We kunnen echter niet alles zelf. Samenwerking met netwerkpartners is belangrijker dan ooit. Samen werkt het; we delen kennis en zullen deze gezamenlijke kennis gebruiken. Zo creëren we schulddienstverlening op maat en regelen we zoveel mogelijk lokaal. De toekomst vraagt van ons een duidelijke koers op basis waarvan we in staat zijn bewuste en soms moeilijke keuzes te maken. Het beleidsplan integrale schuldhulpverlening gemeente Twenterand 2012-2015 biedt hiertoe een duidelijk handvat.
Mei 2012
Beleidsplan SHV
3
1.
Inleiding
1.1
Aanleiding
Op 21 januari 2010 is het Wetsvoorstel gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) aan de Tweede Kamer aangeboden. Op 7 februari 2012 is de wet (unaniem) door de Eerste Kamer 1 aangenomen. De wet, die per 1 juli 2012 zal ingaan , zorgt ervoor dat de gemeente een zorgplicht krijgt op het terrein van schuldhulpverlening. Inwoners van de gemeente Twenterand krijgen daarmee recht op schuldhulpverlening, mits ze voldoen aan de eisen die onze gemeente stelt. De eisen die gemeente stelt worden vastgelegd in dit beleidsplan en zijn uitgewerkt in beleidsregels.
1.2
Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
De gemeente krijgt expliciet de taak om regie te voeren en integraal beleid te ontwikkelen. Dat betekent dat niet alleen gewerkt wordt aan het oplossen of hanteerbaar maken van het schuldenprobleem, maar dat tegelijkertijd iets wordt gedaan aan de andere problemen waar de persoon mee te maken heeft (en die mede oorzaak zijn van het ontstaan van problematische schulden). Daarbij moet de gemeente nog meer werk gaan maken van het betrekken van andere beleidsterreinen en dus integraal het schuldhulpverlening oppakken. Te denken valt aan zorg (verslaving, gezondheid), re-integratie (werkloosheid), openbare orde (criminaliteit), welzijn (psychosociale hulpverlening), onderwijs (preventie) en armoedebeleid (terugdringen niet gebruik sociale voorzieningen). De gemeente moet ook beleid gaan ontwikkelen op het gebied van schuldenpreventie. Mogelijkheden hiervoor liggen in het (nog meer) samenwerking met andere organisaties in onze gemeente, zoals het onderwijs, vrijwilligersorganisaties en de hulpverlenende organisaties. Ook de nazorg op de schuldhulpverlening wordt bij de gemeente neergelegd. Het Rijk beoogt met de invoering van de Wgs een bodem in de gemeentelijke schuldhulpverlening te leggen. Het gaat dan om:
1.3
het realiseren van de brede toegankelijkheid, het beperken van de wacht- en doorlooptijden, het realiseren van de integrale schuldhulpverlening, het geven van regie aan de gemeente en het op de politieke agenda zetten van de gemeentelijke schuldhulpverlening.
Wat verandert er voor de gemeente?
In de wet is opgenomen dat de gemeenteraad verantwoordelijk is voor het bepalen van de visie op schuldhulpverlening en het opstellen van een beleidsplan. Voor de gemeente betekent het wetsvoorstel naast de nieuwe zorgplicht dan ook een herbezinning op het (bestaande) beleid. In het beleidsplan moet nadrukkelijk aandacht zijn voor preventie, nazorg en het integrale karakter van de hulpverlening. De gemeente moet beleidsregels opstellen die regelen onder welke omstandigheden de toegang tot schuldhulpverlening kan worden ontzegd. In de wet zijn bovendien termijnen opgenomen over de behandeling van aanvragen schuldhulpverlening: De wachttijd tussen aanvraag en eerste gesprek (intake) is maximaal 4 weken; In het geval van bedreigende schulden (=mogelijke uithuiszetting) is de wachttijd maximaal 3 werkdagen; De gemeente moet de aanvrager informeren over de verwachte doorlooptijd (de tijd tot bijvoorbeeld duidelijk is of een regeling kan worden getroffen).
1
Uitzondering hierop zijn artikel 5 en 11 van de Wgs, die gaan over het zogeheten moratorium en het recht op een basisrekening. Deze artikelen zullen waarschijnlijkheid per 1 januari 2013 in werking treden.
Mei 2012
Beleidsplan SHV
4
1.4
Integrale schuldhulpverlening in de huidige situatie
In de huidige praktijk wordt integrale schuldhulpverlening opgesplitst in drietal met elkaar samenhangende onderdelen van hulpverlening: 1. materiële schuldhulpverlening; 2. immateriële schuldhulpverlening en 3. preventie. De uitvoering van de verschillende onderdelen van hulpverlening wordt uitgevoerd door verschillende organisaties onder regie en verantwoordelijkheid van de gemeente. 1.4.1 Materiële schuldhulpverlening Over materiële schuldhulpverlening wordt gesproken als er sprake is van een financiële hulpvraag. Deze hulpvragen lopen sterk uiteen. Het kan hierbij gaan om het treffen van een schuldenregeling, het beheren van budgetten, het afgeven van verklaringen op grond van de faillissementswet, etc. De uitvoering voor dit type hulpvragen wordt verzorgd door het Meldpunt Schulden in samenwerking met de Stadsbank Oost Nederland (=SON). De intake voor schuldhulpverlening wordt verricht door het Meldpunt Schulden. Het Meldpunt Schulden brengt (evt. met behulp van andere organisaties zoals maatschappelijk werk en de St. Boot) in kaart wat er nodig is om de situatie in eerste instantie stabiel te krijgen en op termijn op te lossen. De verdere afwerking van het proces vindt plaats bij de Stadsbank Oost Nederland. Dit leidt uiteindelijk tot een plan van aanpak waarin de afspraken tussen de inwoner en de SON worden vastgelegd. 1.4.2 Immateriële schuldhulpverlening Een onderdeel van het genoemde plan van aanpak kan zijn dat er naast de schulden ook moet worden gewerkt aan de omstandigheden waarin de inwoner verkeert die een oplossing voor de schuldenproblematiek in de weg staan. In dit kader wordt gesproken van immateriële schuldhulpverlening. De uitvoering voor dit type hulpvragen ligt over het algemeen bij het Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW). Het AMW begeleidt inwoners bij psychosociale problematiek, motivatie, gedragsverandering en ondersteuning. Het AMW werkt hierbij nauw samen met partners zoals Mijande. Deze integrale benadering is vastgelegd in samenwerkingsovereenkomsten. In deze overeenkomsten is ook de gemeente een partij in de rol van beleidsverantwoordelijke, regisseur en financier. 1.4.3 Preventie Een belangrijk doel voor integrale schuldhulpverlening is het voorkomen dat inwoners problematische schulden krijgen. Dit wordt preventie genoemd. Een onderdeel van preventie is nazorg. Nazorg is het voorkomen dat inwoners opnieuw (dus na een schuldhulpverleningstraject) problematische schulden krijgen. In de huidige situatie hoeven gemeenten geen preventie aan te bieden. Op dit moment wordt incidenteel nazorg geboden aan inwoners van onze gemeente. In hoofdstuk 5 zal worden aangeven dat zowel preventie als nazorg vanaf 1 juli 2012 expliciet tot het schuldhulpverleningsaanbod van de gemeente Twenterand gaan behoren.
Mei 2012
Beleidsplan SHV
5
1.5
Opbouw beleidsplan
Het tweede hoofdstuk van dit beleidsplan beschrijft de visie en uitgangspunten van de gemeente Twenterand. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 de doelstellingen en beoogde resultaten besproken. In het volgende hoofdstuk wordt ingegaan op de doelgroepen en is speciale aandacht voor schuldhulpverlening aan gezinnen met minderjarige kinderen. In het laatste hoofdstuk wordt ingegaan op preventie, voorlichting en nazorg, onderwerpen die vooral lokaal dienen te worden opgepakt. Dit beleidsplan beoogt:
Een aanbod schuldhulpverlening op te leveren dat maatwerk biedt; Een integrale werkwijze tot stand te brengen waarmee schuldhulpverlening een blijvend resultaat heeft en leidt tot minder recidive; Meer in te zetten op zelfredzaamheid en participatie van de klant; Een vermindering van de maatschappelijke problematiek en kosten als gevolg van uithuiszetting; Een betere sturing op resultaten van het aanbod door een heldere regierol van de gemeente.
Het college heeft nadere regels opgesteld voor de uitvoering van dit beleidsplan die gelijktijdig met dit beleidsplan in werking zullen treden.
Mei 2012
Beleidsplan SHV
6
2
Visie op ondersteuning bij problematische schulden
De visie van de gemeente Twenterand op schuldhulpverlening sluit aan bij de algemene missie en visie van de gemeente, zoals vastgelegd in het collegeprogramma 2010-2014 en nader uitgewerkt in de kadernota Wmo 2011-2014, het Re-integratiebeleidsplan 2012-2015 en het Beleidsplan Minima 2012-2016.
Algemene missie van het coalitieakkoord 2010-2014: “Versterking van de economische vitaliteit en weerbaarheid door een actievere deelname te bevorderen van iedere Twenterander. Schuldhulpverlening is een instrument om actievere deelname van kwetsbare Twenteranders aan de (Twenterandse) samenleving te stimuleren.”
2.1
Relatie met ander (lokaal) beleid
Schuldhulpverlening heeft raakvlakken met het gemeentelijk beleid inzake de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo), het re-integratiebeleid rond de Wet Werk en Bijstand (WWB) en het minimabeleid. Positieve effecten van het beleid op het terrein van schuldhulpverlening zouden tot succes moeten leiden op de aanpalende beleidsterreinen. Zo kan de maatschappelijke participatie toenemen, evenals het aantal geslaagde re-integratietrajecten. 2.1.1 Maatschappelijke ondersteuning De visie op maatschappelijke ondersteuning is uiteengezet in de kadernota Wmo 2011-2014 en is vastgesteld door de gemeenteraad op 15 maart 2011. Centraal in deze visie staat dat meedoen een belangrijk thema en erop gericht is om mensen zoveel mogelijk dat te bieden waar ze behoefte aan hebben om volwaardig mee te kunnen doen in de maatschappij. Het is de taak van de gemeente om burgers te ‘compenseren’ die beperkingen of belemmeringen ervaren om ‘mee te kunnen doen’ aan de maatschappij. De Wmo kent negen prestatievelden. Schuldhulpverlening begeeft zich op de volgende prestatievelden: Prestatieveld 3: het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning. Prestatieveld 7, 8 en 9: maatschappelijke opvang, vrouwenopvang, preventie van huiselijk geweld (prestatieveld 7), openbare geestelijke gezondheidszorg (prestatieveld 8) en verslavingsbeleid (prestatieveld 9). De gemeente Almelo is centrumgemeente voor de omliggende gemeenten. Dit betekent dat inwoners van de gemeente Twenterand voor de verschillende onderdelen van de prestatievelden 7 en 9 zijn aangewezen op voorzieningen van de gemeente Almelo. Daarentegen heeft de gemeente Twenterand de verantwoordelijkheid voor preventie, signalering, bemoeizorg en nazorg (bij alle prestatievelden). Bij schuldhulpverlening is vaak sprake van meervoudige problematiek. Oplossingen vinden we meestal niet binnen één prestatieveld. Daarom hangen de activiteiten van prestatievelden nauw met elkaar samen en zijn ze onlosmakelijk met elkaar verbonden. 2.1.2 Re-integratiebeleid Het re-integratiebeleid is uitgewerkt in het Re-integratiebeleidsplan 2012-21015, wat is vastgesteld door de gemeenteraad op 20 december 2011. Het uitgangspunt van de WWB 2012 en de Wet Werken naar Vermogen is dat burgers zelf verantwoordelijk zijn om werk te vinden en te behouden. In het kader van de WWB 2012 zijn gemeenten verplicht zich in te spannen om mensen te activeren en aan werk te helpen. In het Re-integratiebeleidsplan zijn aan de hand van de participatievisie uitgangspunten geformuleerd aan welke doelgroepen re-integratiegelden worden verstrekt. Wanneer een bijstandscliënt schulden heeft, wordt hier als eerste aan gewerkt om de kans te vergroten dat een re-integratietraject succesvol verloopt. Schuldhulpverleningsproducten kunnen daarom als een verplichting worden opgenomen in een re-integratietraject.
Mei 2012
Beleidsplan SHV
7
2.1.3 Kaders Minimabeleidsplan 2012-2015 Ook het Minimabeleidsplan 2012-2015 stelt centraal dat iedere Twenterander met een laag inkomen de mogelijkheid moet krijgen om te kunnen participeren in onze samenleving. Twenteranders die schulden hebben, voelen zich (mogelijk) belemmerd in het kunnen participeren in de Twenterandse samenleving en daarbuiten. In het beleidsplan wordt aangegeven dat de kernboodschap voor het kalenderjaar 2012 en volgende is dat Twenteranders zelf meer hun schuldhulpverlening dienen te organiseren. Echter het vangnet voor schuldhulpverlening blijft bestaan en door het Meldpunt Schulden te verankeren kan aan de wettelijke doorloop- en wachttijden, zoals genoemd in de wet, worden voldaan. In de door ons college vastgestelde beleidsregels wordt aangegeven dat in het kalenderjaar 2012 en volgende de instroom in vooral budgetbeheer wordt beperkt en de doorstroom naar een schuldenvrij bestaan wordt bevorderd. 2.1.4 Deelname aan de GR SON De Stadsbank neemt het financieel technische deel voor de gemeente Twenterand voor haar rekening. Dit vloeit voort uit artikel 4 van de Gemeenschappelijke Regeling Stadsbank 2005. In het genoemde artikel staan de doelstellingen en het te behartigen belang voor de deelnemende gemeenten. Het doel is “vanuit een bedrijfseconomisch aspect alsook vanuit een maatschappelijke optiek gezien, het bieden van financiële dienstverlening aan de ingezetenen in haar rechtsgebied”. In dit artikel staat tevens het “te behartigen belang vermeld”, te weten het: 1. deelnemen aan krediettransacties; 2. treffen van schuldregelingen; 3. budgetbeheer; 4. afgifte van verklaringen op grond van de Faillissementwet; 5. bewindvoering en curatele op grond van de Faillissementwet; 6. bewindvoering op grond van het Burgerlijk Wetboek; 7. verrichten van diensten in het kader van de beschikbaarheidnuttigheid; 8. preventie; 9. bevorderen van de spaarzin; 10. zorgdragen voor een harmonisatie en evenwichtige ontwikkeling van de onderneming. Het “te behartigen belang” voor de gemeente Twenterand en de overige 21 deelnemende gemeenten bestaat dus uit producten, die afgeleid zijn van het “te behartigen belang”. Wettelijk is tot op dit moment ook vastgelegd dat deze (financieel technische) taak ook alleen door officieel erkende kredietbanken in het publiek domein mogen worden verricht en dus alleen door de Stadsbank mogen worden uitgevoerd. Het voorgaand houdt ook in dat (schuldhulp)begeleiding lokaal geregeld mag worden, mits dit onder supervisie van de Stadsbank valt.
Mei 2012
Beleidsplan SHV
8
2.2
Uitgangspunten voor de gemeente Twenterand
Het hoofduitgangspunt dat volgt uit de voorgaande paragraaf is dat de gemeente Twenterand een schuldhulpverleningsaanbod heeft voor inwoners van onze gemeente, dat (indien mogelijk) de schuld oplost, dan wel deze beheersbaar maakt. Het hoofddoel is om te voorkomen dat er belemmeringen zijn die (maatschappelijke) participatie in de weg staan. Dit hoofduitgangspunt leidt tot de volgende uitgangspunten voor schuldhulpverlening, die gelden voor het gemeentelijk beleid met ingang van 1 juli 2012: 1. De gemeente Twenterand voert de regie op schuldhulpverlening. Op financieel technisch gebied ligt deze verantwoordelijkheid bij de Stadsbank. 2. Een brede toegankelijkheid tot schulddienstverlening met een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van de Twenterandse burger. De gemeente Twenterand gaat uit van eigen verantwoordelijkheid en zet zoveel mogelijk in op begeleiding van cliënten zodat deze zelf duurzaam hun financiën (weer) goed kunnen beheren. Dit is niet voor alle doelgroepen mogelijk (zie ook hoofdstuk 4). 3. De mate van zelfredzaamheid van de klant is de maatstaf voor de inzet van de dienstverlening. Voor degene die echt niet zelfredzaam zijn, worden passende instrumenten ingezet zoals beschermingsbewind en budgetbeheer(totaal). 4. De gemeente Twenterand is regisseur en laat haar schuldhulpverleningsbeleid aansluiten bij het gemeentelijk minima-, re-integratiebeleid en Wmo-beleid. 5. De schuldhulpverlening, met uitzondering van het financieel-technische deel, wordt lokaal geregeld, waar het lokaal geregeld kan worden. 6. Het financieel technische deel van de schuldhulpverlening, oftewel het te behartigen belang van de gemeente Twenterand, blijft bij de Stadsbank Oost Nederland. 7. Eerste doelstelling is beheersbare schulden, pas als dit niet mogelijk is, wordt er ingezet op schuldenvrij. 8. De gemeente Twenterand pakt niet alleen het probleem aan, maar ook de oorzaak. Hiervoor werkt de gemeente samen met netwerkpartners zoals Maatschappelijk Werk en de GGZ. 9. Schuldhulpverlening is niet vrijblijvend, de cliënt heeft hier vooral ook een eigen verantwoordelijkheid in. 10. De kosten voor schuldhulpverlening bedragen niet meer dan het door de Raad vastgestelde bedrag.
Mei 2012
Beleidsplan SHV
9
3
Doelstellingen en beoogde resultaten
De wet schrijft voor dat dit beleidsplan dient te beschrijven welke resultaten behaald dienen te worden. In hoofdstuk 1 en 2 staat beschreven dat schulden een belemmering kunnen zijn om te participeren in de Twenterandse samenleving (en daarbuiten). In dit hoofdstuk staat centraal welke opbrengsten schuldhulpverlening voor de gemeente oplevert en welke resultaten wij willen bereiken door effectieve en integrale schuldhulpverlening in te zetten.
3.1
Inleiding
Financiële zorgen in een huishouden geven stress. Naarmate financiële problemen groter zijn ontstaan er effecten op andere levensterreinen als spanning in relaties, het terugtrekken uit vriendschappen of problemen bij het opvoeden van kinderen. Naast private effecten hebben problematische schulden ook maatschappelijke effecten. Een huisuitzetting kan leiden tot dakloosheid, toename van het aantal zwervers en gebruik van de maatschappelijke opvang. Met bijbehorende gevolgen voor de openbare orde en veiligheid. Afsluiting van nutsvoorzieningen kan leiden tot gezondheidsproblemen. Al deze omstandigheden hebben een negatieve uitwerking op de mogelijkheden voor participatie en sociale cohesie. Al deze maatschappelijke effecten leiden tot hoge maatschappelijke kosten voor bijstandsuitkeringen, huisuitzettingen, herinrichting vervangende woonruimte, maatschappelijke opvang, openbare orde en veiligheid. Door middel van schuldhulpverlening kan een direct netto rendement worden gerealiseerd. Daarnaast kunnen hoge maatschappelijke kosten worden voorkomen. 2
Uit onderzoek van de Hogeschool Utrecht in vijf gemeenten blijkt dat de baten van schuldhulpverlening ruim twee keer zo hoog zijn als de bedragen die de betreffende gemeenten daar aan uitgeven. Gemiddeld gaven de onderzochte organisaties aan schuldhulpverlening 1,4 miljoen 3 euro uit per 100.000 inwoners. Daarmee voorkwamen zij gemiddeld genomen een bedrag van 3,3 miljoen euro aan uitgaven op andere beleidsterreinen. Uit een analyse van de batenplaatsen blijkt dat de te voorkomen kosten voor uitkeringen (WW en WWB) en wonen het hoogst zijn. De bespaarde kosten op bijstandsuitkeringen vormen hierbij het hoogste belang uit. Anders gezegd, (effectieve) schuldhulpverlening loont!
3.2
Doelstellingen voor de gemeente Twenterand
Het algemene doel van schuldhulpverlening luidt als volgt:
Het voorkomen van problematische schuldsituaties, die een belemmering vormen voor participatie. Wanneer de schuldensituatie als problematisch wordt ervaren door de cliënten, worden deze cliënten begeleid naar een leven waarin de financiële situatie geen belemmering meer vormt voor maatschappelijke participatie.
3.2.1 Doelstelling betreffende de toegang tot schuldhulpverlening Voorkomen is beter dan genezen. Daarom is het belangrijk dat de doelgroep bekend is met de schudhulpverlening en weet waar aan te kloppen. Des te eerder personen zich melden met schulden, des te groter de mogelijkheden tot een oplossing zijn. Het is makkelijker personen te helpen wanneer de schulden nog niet problematisch zijn. Het bereik van de doelgroep wordt beter door meer bekendheid te geven aan de Twenterandse schuldhulpverlening en de drempel zo laag mogelijk te houden.
2
N. Jungmann & R. van Geuns, Hogeschool Utrecht/Regioplan (2011) Schuldhulpverlening loont! De gemeente Twenterand heeft in het kalenderjaar 2010 ongeveer € 267.000 uitgegeven aan schuldhulpverleningsproducten. Dit houdt in, gelet op onze inwonersaantallen, dat onze gemeente per inwoner duidelijk minder uitgeeft dan de vijf gemeenten in het bedoelde onderzoek. 3
Mei 2012
Beleidsplan SHV
10
De gemeente Twenterand wil een laagdrempelige schuldhulpverlening door Twenteranders met schulden beter te bereiken. Dit gebeurt door: Verankering van het Meldpunt Schulden in de gemeente Twenterand, met focus op voorlichting en preventie. Informatie te verstrekken over het schuldhulpverleningsaanbod van de gemeente Twenterand en haar netwerkpartners. Voorlichting te geven aan netwerkpartners.
3.2.2 Doelstelling crisisinterventie Daarnaast dienen escalaties zoveel mogelijk voorkomen te worden. Afsluitingen en huisuitzettingen kosten de maatschappij veel geld. In een dergelijke situatie dient crisisinterventie plaats te vinden. Het doel van crisisinterventie is het afwenden van een crisis en daarmee de mogelijkheid te creëren om de klant te helpen via de reguliere schuldhulpverlening. Crisisinterventie is een interventie die onder de verantwoordelijkheid valt van het Meldpunt Schulden. Hiermee kunnen veel kosten worden voorkomen. Immers, een huisuitzetting kost gemiddeld € 7.000, een substantieel deel van deze kosten worden door de gemeente gedragen, bijvoorbeeld in de vorm van (leen)bijstand. Maatschappelijke opvang kost gemiddeld € 34.000 per bed per jaar en woonbegeleiding kost gemiddeld € 7.590 per traject. Kortom met een goede crisisinterventie wordt geld bespaard.
Doel crisisinterventie: In 90 % van de gevallen slaagt de crisisinterventie.
3.2.3 Doelstellingen schuldhulpverleningstrajecten De schuldhulpverleningstrajecten worden als zwaar ervaren. Inwoners van onze gemeente moeten bereid zijn een lange periode op een minimuminkomen te leven en alle inkomsten en uitgaven te verantwoorden. Men is afhankelijk van de medewerking van de schuldeisers. Ook de (financiële) investering van de gemeente Twenterand in deze trajecten is groot, daarom is het van belang dat deze trajecten slagen. Deze financieel technische opdracht ligt bij de Stadsbank. De Stadsbank kan alleen proberen als bemiddelaar de schuldenaar en dienst schuldeisers op minnelijke wijze tot elkaar te brengen om te proberen een nieuwe onderlinge afspraak te bewerkstelligen.
Doelen schuldhulpverleningstrajecten: Minimaal 75 % van de (minnelijke) schuldregelingen slaagt in de periode van 2012-2015. Het aantal cliënten dat het aanvraagtraject zelf afbreekt neemt af met 10 %.
3.2.4 Doelstellingen nazorg Nazorg is een belangrijk onderdeel van de schuldhulpverlening en er wordt op dit moment incidenteel gebruik van gemaakt. Schuldhulpverlening heeft vooral zin als het ook een gedragsverandering teweeg brengt bij de schuldenaar. Wanneer de schuldenaar zijn/haar gedrag niet aanpast, is de kans groot dat deze opnieuw in de schulden terecht komt. Dit gekoppeld aan het (schuldhulpverlening)recidivebeleid van de gemeente Twenterand, heeft ons college doen besluiten om in het najaar van 2012 te bekijken of het product “nazorg” kan worden aanbesteed, conform het gemeentelijke aanbestedingsbeleid.
Doelen nazorg: Nazorg behoort tot het schuldhulpverleningsaanbod van de gemeente Twenterand. In de periode van 2013 tot en met 2015 kunnen cliënten binnen 6 maanden met het inkomen omgaan. Dat wil zeggen ze weten wat er binnenkomt en zijn zich bewust van de uitgaven. Het aantal Twenteranders dat recidiveert binnen één jaar na een afgesloten traject is beperkt (maximaal 10 %).
Mei 2012
Beleidsplan SHV
11
3.2.5 Doelstelling termijnen Met in de inwerkingtreding van de Wgs, valt de schulddienstverlening binnen het kader van de Algemene wet bestuursrecht. In artikel 4 lid 1 is geregeld dat “indien een persoon zich wendt voor schuldhulpverlening binnen vier weken het eerste gesprek plaats dient te vinden, waarin de hulpvraag wordt vastgesteld”. Bij een bedreigende situatie (=crisisinterventie) dient dit eerste gesprek binnen drie werkdagen plaats te vinden. Als termijnen overschreden worden, kunnen burgers beroep doen op de Wet Dwangsom. Zoals ook aangeven in het raadsdebat van 25 januari 2012, vinden op dit moment alle gesprekken binnen de geldende termijnen plaats.
Doel termijnen: In 95 % van de gevallen worden termijnen niet overschreden. Dit geldt zowel voor een reguliere procedure (behandeltermijn maximaal 4 weken) als voor een crisisinterventie (behandeltermijn maximaal 3 dagen). Wettelijke termijnen worden nooit overschreden.
Mei 2012
Beleidsplan SHV
12
4.
Doelgroepen
4.1
Aanleiding
Dit eerste beleidsplan schuldhulpverlening geeft aan wat de gemeente Twenterand heeft aan schuldhulpverleningsaanbod, wie het aanbiedt (onder de regie van de gemeente), wat heeft gewerkt en wat minder werkt, en welk instrumenten er toegevoegd moeten worden om een effectieve integrale schuldhulpverlening te realiseren. Op dit moment is er niet expliciet sprake van een Twenterands doelgroepenbeleid. Door een doelgroepenbeleid voor de gemeente Twenterand kan veel gerichter worden bepaald welk soort voorziening wel (of niet werkt) voor een inwoner van onze gemeente. Tijd dus voor een doelgroepenbeleid! Soorten doelgroepen Binnen de schuldhulpverlening wordt onderscheid gemaakt tussen vier doelgroepen. In de wet is speciale aandacht voor de vormgeving voor schuldhulpverlening aan gezinnen met minderjarige kinderen (artikel 2 lid 4 sub d Wgs). In dit hoofdstuk wordt aandacht gegeven aan het (nieuwe) doelgroepenbeleid van de gemeente Twenterand. Immers, uit de praktijk en de literatuur blijkt dat iedere doelgroepen een andere aanpak vergt. Niet iedereen is in staat de eigen verantwoordelijkheid te nemen dan wel te dragen. Niet elk traject is geschikt voor elke doelgroep. Daarom hanteert de gemeente Twenterand met ingang van 1 juli 2012 een doelgroepenbeleid. Er is sprake van vier hoofddoelgroepen gebaseerd op de problematiek, namelijk: 1. Enkelvoudige problematiek 2. Overlevingsproblematiek 3. Meervoudige, complexe problematiek in de situatie 4. Complexe persoonlijkheidsproblematiek Daarnaast zijn er nog een aantal die extra aandacht behoeven of waarbij de werkwijze aangepast dient te worden, namelijk: 1. Zelfstandige (ex-)ondernemers 2. Gezinnen/alleenstaanden met minderjarige kinderen (artikel 2 lid 4 sub d Wgs) 3. Recidivisten
4.2
Enkelvoudige problematiek
Deze cliënten hebben dusdanige financiële problemen dat zij de stap nemen om hulp te zoeken. Hoe lager de drempel, hoe eerder deze doelgroep zich zal aanmelden. Over het algemeen zijn de problemen bij deze cliënten ontstaan door een combinatie van aanpassings- en overbestedingschulden. Zij zijn niet in staat gebleken om tijdig- hun bestedingspatroon aan de nieuwe situatie aan te passen. Een voorbeeld hiervan is wanneer iemand in de WW terecht komt, wanneer tweeverdieners terugvallen naar een éénverdiener, etc.
Aanpak gemeente Twenterand: De schuldsituatie is op te lossen met budgetbeheer. In een dergelijke situatie zal gedacht worden aan een basisbudgetbeheerrekening, samen met voorlichting en eventueel een budgetteringscursus. Een basisbudgetbeheerrekening houdt in dat de primaire lasten worden doorbetaald en dat één mogelijkheid is om voor (on)voorziene omstandigheden, zoals de jaarafrekening van Essent, te reserveren. Dit is een uitwerking van het uitgangspunt 3, zoals verwoord in hoofdstuk 2 paragraaf 2.
Mei 2012
Beleidsplan SHV
13
4.3
Overlevingsproblematiek
Deze cliënten leven al langdurig op het sociale minimum. Door enkele tegenslagen wordt een neerwaartse spiraal ingezet, waardoor zij zelfstandig niet meer verder kunnen. In sommige gevallen zijn zij niet in staat een weg te vinden in de ‘wereld’ van de uitkeringen en inkomensvoorzieningen. Dit zijn onder andere cliënten die een uitkering van de gemeente Twenterand ontvangen. Tevens speelt bij deze cliënten het vraagstuk rondom participatie.
Aanpak gemeente Twenterand: Deze situatie dient integraal te worden opgepakt. In samenspraak met de inkomens- en/of werkconsulent dient een plan van aanpak te worden gemaakt, waarin participatie centraal staat. Schulden zijn een van de “obstakels”, die participatie in de samenleving belemmert.
4.4
Meervoudige, complexe problematiek
Bij deze doelgroep zijn de financiële problemen ‘slechts’ een deel van de totale problemen. Er kan tevens sprake zijn van problemen in de huiselijke sfeer, problemen rondom relaties en niet gediagnosticeerde persoonlijkheidsproblematiek. Voor deze cliënten kan in de schuldhulpverlening in eerste instantie veel worden gedaan middels inkomensbeheer en tijdelijke afspraken met schuldeisers.
Aanpak gemeente Twenterand: De gemeente Twenterand dient hier de regierol te vervullen, wat inhoudt dat er met netwerkpartners, zoals het AMW, GGZ nog meer dient te worden samengewerkt onder de regie van de gemeente Twenterand, zonder dat dit meer gaat kosten.
4.5
Complexe persoonlijkheidsproblematiek
Dit zijn cliënten die in eerste instantie ofwel psychiatrische hulp, verslavingszorg of ondersteuning van de Stichting MEE (nodig) hebben. De begeleiding van de cliënt blijft bij de netwerkpartner/primaire hulpverlenende instellingen. Dit omdat de begeleiding van psychiatrische, verslaafde en/of verstandelijk gehandicapten een specialisme is. Verder staat de algemene begeleiding voorop en is schuldhulpverlening daar slechts een onderdeel van.
Aanpak gemeente Twenterand: Schuldhulpverlening is slechts een onderdeel van de gehele “hulpvraag.” In deze situatie kan (waarschijnlijk) alleen de schuldsituatie worden gestabiliseerd.
Mei 2012
Beleidsplan SHV
14
4.6
Subdoelgroepen
Alle subdoelgroepen passen binnen een van de problematiekdoelgroepen, maar behoeven toch extra aandacht omdat bijvoorbeeld de werkwijze of benadering aangepast dient te worden. 4.6.1 Zelfstandige (ex-)ondernemers Schuldhulpverlening voor zelfstandige (ex-)ondernemers is een vak apart. De schuldproblematiek is complexer en bij ex-ondernemers is de boekhouding vaak niet afgerond. Zelfstandige ondernemers vallen in eerste instantie onder de Bbz2004 (starten van een onderneming vanuit de bijstand) of de Ioaz (uitkering voor ouderen die gestopt zijn met hun werk (als zelfstandige), en vult het inkomen aan tot op het bijstandsniveau) en dus dienen zij een aanvraag in te dienen bij het Regionale Organisatie Zelfstandigen (=ROZ Twente), die deze regelingen namens de gemeente Twenterand uitvoert. Bij exondernemers is het vaak noodzakelijk dat Zuidweg&Partners wordt ingeschakeld omdat de boekhouding niet op orde is en de schuldenproblematiek complex is. Indien een bedrijf is beëindigd en de ex-ondernemer is niet meer ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, dan kan hij/zij, als natuurlijk persoon, een beroep doen op het reguliere schuldhulpverleningsaanbod. 4.6.2 Situatie met kinderen (artikel 2 lid 4 sub d Wgs) Wanneer er kinderen zijn heeft dit veel gevolgen voor de schuldhulpverlening. Het kabinet en de gemeente Twenterand vinden het onwenselijk dat kinderen de dupe worden van het gedrag van de ouders. Daarom blijft de gemeente Twenterand bij schrijnende gevallen (ook als de ouders onvoldoende meewerken voor een traject), onder voorwaarden, ondersteuning bieden in het betalen van de vaste lasten zoals huur, gas, ziektekostenverzekering, etc. Dit om te voorkomen dat de kinderen niet verzekerd zijn en een onstabiele woonsituatie hebben. De “spelregels” zijn door ons college in beleidsregels vastgesteld. 4.6.3 Recidivisten De gemeente Twenterand biedt een schuldhulpverleningsaanbod voor iedere Twenterander aan. Echter, een cliënt kan één keer per jaar een verzoek doen tot regelen van zijn schulden. Als de aanvraag/schuldenregeling beëindigd wordt door toedoen van cliënt zelf, mag hij binnen 1 jaar geen nieuw verzoek/aanvraag doen. Het resultaat van deze maatregel is dat schuldbemiddeling alleen toegankelijk wordt voor mensen die écht willen en gemotiveerd zijn. De spelregels voor het nieuwe recidivebeleid zijn vastgelegd in beleidsregels, waarbij uitgangspunten 3 (=mate van zelfredzaamheid) en 9 (=schuldhulpverlening is niet vrijblijvend) leidend zijn geweest. Onduidelijke financiële situatie Bij een onduidelijke financiële situatie is het niet mogelijk om hulp te bieden. Er kan niet gestabiliseerd worden of een schuldregeling gestart worden, wanneer inkomsten, uitgaven en verplichtingen niet duidelijk zijn. Dit is bijvoorbeeld het geval bij lopende scheidingen. Pas als de financiële situatie duidelijk is kan schuldhulpverlening aangeboden worden. Praktijkvoorbeelden van het doelgroepenbeleid van de gemeente Twenterand Op de volgende pagina vindt u een aantal praktijkvoorbeelden, waarbij het (nieuwe) doelgroepen in praktische zin wordt vormgegeven.
Mei 2012
Beleidsplan SHV
15
Enkelvoudige problematiek
Geert verloor zijn baan en ging een half jaar later weg bij zijn vrouw. In die turbulente periode bouwde hij een flinke schuld op. Hij wil er nu alles aan doen om uit de schulden te komen. Hij solliciteert zo veel hij kan, betaalt elke maand zijn huur en maakt geen nieuwe schulden. Met deze opstelling zal de gemeente Twenterand in samenwerking met de Stadsbank de crediteuren vragen om mee te werken aan een schuldregeling.
Maxime is psychiatrisch patiënt. Ze neemt niet trouw haar medicijnen in. Met regelmaat is ze de realiteit kwijt en maakt ze nieuwe schulden. Zolang zij niet medicijntrouw is, kan de schulddienstverlening er niet op rekenen dat zij geen nieuwe schulden maakt. De gemeente Twenterand begeleidt haar naar beschermingsbewind. Pas als dat geregeld is, gaat zij de mogelijkheid van een schuldregeling na.
Overlevingsproblematiek
Complexe persoonlijkheidsproblematiek
In 2009 vulde Mark zijn aanvraag voor huurtoeslag verkeerd in. Hij heeft sinds 2010 op het minimum.
Diederik is verslaafd aan drugs en verblijft in de maatschappelijke opvang. Hij heeft een aantal niet saneerbare schulden bij de CJIB. De gemeente kan zowel vanwege zijn verslaving als vanwege de boetes niets voor hem betekenen. Hij heeft een lange weg te gaan om zijn leven op de rit te krijgen.
Schuldsituatie
Schuldenaar Meervoudige, complexe problematiek
Volgens de belastingdienst moet hij een groot bedrag terugbetalen. Mark wendt zicht tot de gemeente en vraagt hulp bij zijn werkconsulent.
Het is maar de vraag of hij ooit aan een schuldregeling toe komt. Lukt dat, dan staat de gemeente Twenterand voor hem klaar.
Figuur 1: Het kwadrant schetst met cases als voorbeeld het maximaal haalbare in verschillende situaties. Dit voorbeeld zet de grenzen scherper neer dan ze in werkelijkheid zijn. De dossiers in de spreekkamer kennen juist vaak allerlei grijstinten. Het kwadrant is een denkmodel om in de dagelijkse praktijk het maximaal haalbare in een dossier te kunnen afwegen.
Mei 2012
Beleidsplan SHV
16
5.
Voorlichting, preventie en nazorg
Een belangrijk onderdeel van de schuldhulpverlening is preventie, voorlichting en nazorg. Met de komst van de Wgs is de gemeente Twenterand verplicht beleid en maatregelen te formuleren betreffende het voorkomen dat inwoners schulden aangaan die ze niet kunnen betalen. Zoals aangegeven in hoofdstuk 2 is juist door gerichte (integrale) inzet aan de voorkant en achterkant van het proces veel (participatie)winst en kostenbesparing te realiseren. Daarnaast wordt vroegsignalering van schulden steeds belangrijker. Het is effectiever (en goedkoper) iemand te helpen wanneer de schulden niet problematisch zijn. Niet-problematische schulden groeien regelmatig alsnog uit tot problematische schulden.
5.1
Voorlichting
Voor de inwoners uit de gemeente Twenterand moet het bekend zijn waar zij terecht kunnen op het gebied van schuldhulpverlening. Daarnaast moeten ook de stappen bekend zijn wat personen zelf kunnen doen wanneer zij schulden hebben. Het Nibud en de NVVK hebben hiervoor een website ter beschikking gesteld, www.zelfjeschuldenregelen.nl. Op deze website krijgen personen inzicht in de situatie en hoe dit op te lossen met behulp van een (persoonlijk) stappenplan. Bij een intakegesprek bij het Meldpunt Schulden zal hieraan expliciet aandacht worden besteed. Netwerkpartners Veel aanmeldingen komen binnen bij het Meldpunt Schulden via netwerkpartners, zoals de St. Boot, Mijande en Maatschappelijk Werk. Het is van belang dat de netwerkpartners weten wat het Meldpunt Schulden in samenwerking met de Stadsbank Oost Nederland doet en kan doen betreffende schuldhulpverlening. Daarnaast dient er sprake te zijn van korte lijnen, ook in verband met de integrale aanpak. Ook is er eenmaal per zes weken een gezamenlijk overleg met de netwerkpartners waarin werkafspraken worden gemaakt en geëvalueerd, en waarin cliënten besproken worden. Samenwerking met vrijwilligers(organisaties) Samenwerking met netwerkpartners is van het grootste belang van de gemeente Twenterand, want een goede samenwerking zorgt voor meer (gezamenlijk) resultaat met minder middelen. Belangrijk is wel dat de gemeente Twenterand regievoerder is op het gebied van schuldhulpverlening en dat het financieel technische deel is belegd bij de Stadsbank (zie hoofdstuk 2.1.4). De zorginformatiepunten, als verlengstuk van de gemeente, helpen (onder andere) bij het zoeken naar hulp bij het voorkomen van schulden.
De gemeente Twenterand zal proberen afspraken te maken met vrijwilligersorganisatie, zoals de St. Boot, de Stichting Hulpfonds Twenterand en vakbonden, met als doel een verduidelijking van de (schuldhulpverlenings)verantwoordelijkheden/taken. Belangrijk uitgangspunt is en blijft dat de geboden (preventieve) schuldhulpverlening voor iedere inwoner van de gemeente Twenterand toegankelijk is. Gestreefd wordt naar de situatie waarbij vrijwilligersorganisaties vooral als “aangever” fungeren, wat inhoudt dat het wenselijk is dat zij een rol als het op orde brengen van de administratie op zich nemen en het invullen van belastingpapieren/huur- en zorgtoeslagen/bijzondere bijstand. Hierna neemt het Meldpunt Schulden, als professionele schuldhulpverlenende instantie, het schuldhulpverleningsproces over. Inwoners Het is belangrijk dat bewoners weten waar ze terecht kunnen op het gebied van schuldhulpverlening en dat de drempel tot het zoeken van hulp zo laag mogelijk is. Schaamte speelt een grote rol binnen de schuldhulpverlening en is vaak een belemmerende factor. Tenminste eenmaal per halfjaar wordt er informatie betreffende schuldhulpverlening gepubliceerd via de website en de gemeentepagina in de kranten. Bovendien komt er op www.twenterand.nl een informatiepagina, met daarin informatie over wat het Meldpunt Schulden en wat de Twenterandse netwerkpartners (onder andere de Zorginformatiepunten, de St. Boot, het Maatschappelijk Werk) doen op het gebied van schuldhulpverlening.
Mei 2012
Beleidsplan SHV
17
5.2
Preventie
Preventie vormt een belangrijk onderdeel van de schuldhulpverlening binnen de gemeente Twenterand en is een essentieel onderdeel van de Wgs. Het voorkomen van schulden en het vroeg ondervangen hiervan voorkomt dat personen in problematische schuldsituaties terecht komen. Niet zelden groeien niet problematische schulden uit tot problematische schulden. Daarom is het noodzakelijk de schuldhulpverlening toegankelijk te houden voor een brede doelgroep en ook preventieve instrumenten (zoals budgetcursussen en voorlichting) aan te bieden. Cliënten met een uitkering van de gemeente Twenterand Tijdens de intake van een nieuwe cliënt (voor een uitkering) wordt kritisch bekeken of er sprake is van financiële problemen. Deze cliënten worden direct aangemeld voor schuldhulpverlening en bovendien 4 zal er op maat worden bekeken hoe de cliënt weer beter kan participeren in onze samenleving. Samenwerking met netwerkpartners Zoals eerder genoemd hebben netwerkpartners een signalerende functie waardoor Twenteranders vaak in een vroeg stadium bij het Meldpunt Schulden terecht komen. De Teamleider Werk, Inkomen en Zorg krijgt van nutsbedrijven dreigende schuldsituaties door. Meestal is er dan sprake van een betalingsachterstand van ongeveer zes maanden. Deze personen worden binnen drie werkdagen benaderd door het Meldpunt Schulden, wanneer mogelijk bij voorkeur telefonisch, en uitgenodigd voor een gesprek.
Doordat er een keer per 6 weken overleg is tussen het AMW, Mijande en het Meldpunt Schulden is er op dit moment al voldoende inzicht in betalingsachterstanden van Twenteranders. Het is echter wenselijk dat meer partijen betalingsachterstanden doorgeven aan het Meldpunt Schulden. Binnen het samenwerkingsverband van de Stadsbank en de NVVK zal de gemeente Twenterand zich sterk maken voor meer (wettelijke) afspraken hierover. Inloopspreekuur De drempel om hulp te vragen is hoog en de schaamte is groot. Daarom is er elke dag de mogelijkheid om bij het Meldpunt Schulden langs te gaan voor een (laagdrempelig) gesprek over schuldhulpverlening. Wel is het nodig om een afspraak te maken. De openingstijden van het Meldpunt Schulden staan op www.twenterand.nl en zullen aan al onze netwerkpartners bekend worden gemaakt. Budgetteringscursus omgaan met geld Zoals uit de evaluatie van het Beleidsplan Minima 2009-2011 is gebleken dat met het aanbod van budgetcursussen wisselend succes is geboekt. Budgetcursussen helpen indien de cliënt gemotiveerd is en de wil heeft om zijn budget op orde te krijgen. Een budgetcursus is in een dergelijke situatie een effectief instrument. In overleg met de WT4-gemeenten zal worden bekeken of er gezamenlijk aan onze cliënten een budgetcursus kan worden aangeboden. Bovendien zal in samenspraak met het Maatschappelijk Werk, vooraf worden gekeken of de budgetcursus effect kan hebben in de individuele situatie. Het gemeentelijk aanbod van een budgetcursus is niet vrijblijvend; indien de deelnemer zonder geldige afmelding niet verschijnt op de cursus, wordt er door de consulent passende maatregelen conform de vigerende bijstandswet genomen. Administratie op orde Een onoverzichtelijke en niet bijgewerkte administratie zorgt voor betalingsachterstanden. Personen hebben geen goed overzicht van de inkomsten en uitgaven en betalen rekeningen niet op tijd. Ook zijn toeslagen vaak niet aangevraagd. Door het ondersteunen bij het ordenen van de administratie, na te gaan of er recht bestaat op voorzieningen waar geen gebruik van wordt gemaakt en door op eenvoudige wijze handvatten te geven de administratie bij te houden, kunnen personen geholpen worden met een overzichtelijke administratie wat schulden kan voorkomen.
4
Hiermee wordt bedoeld dat wordt bekeken tot welke doelgroep (zie hoofdstuk 4) hij/zij behoort.
Mei 2012
Beleidsplan SHV
18
In samenwerking met netwerkpartners, zoals de vakbonden, St. Boot, de Zorginformatiepunten zal worden bekeken of Twenteranders met vragen hieromtrent bij deze instanties terecht kunnen. Daarnaast bieden de websites www.berekenuwrecht.nl of www.twenterand.nl een makkelijk houvast om te berekenen of iemand in aanmerking komt voor voorzieningen, zoals de huur- en zorgtoeslag en allerlei gemeentelijke voorzieningen, zoals bijzondere bijstand.
5.3
Nazorg
Als cliënten vroegtijdig uitvallen uit de schuldhulpverlening, of als zij succesvol en met een schone lei uitstromen, is het belangrijk om nog een tijdje de vinger aan de pols te houden. Het Meldpunt Schulden bekijkt of de cliënt op eigen benen kan staan en of het risico bestaat dat er nieuwe schulden ontstaan. Dit valt onder het begrip nazorg. Nazorg vindt binnen het eerste jaar na uitstroom periodiek plaats. Nazorg werkt preventief: het voorkomt recidive. Nazorg geeft de gemeente Twenterand bovendien inzicht in de duurzaamheid van de resultaten van schuldhulpverlening. Nazorg kan ook plaatsvinden als de cliënt al is doorgestroomd naar de WSNP. Bewindvoerders in de WSNP hebben weinig middelen en deskundigheid om naast de reguliere bewindvoerderstaken ook de nodige begeleiding en hulpverlening te bieden. De nazorg is gericht op uitval uit het wettelijke traject. Nazorg wordt op tot op dit moment op incidentele basis ingekocht bij de Stadsbank Oost Nederland. Gelet op: a. de focus van ons college op het voorkomen van recidive en b. er geen gemeentelijk aanbod is van schuldhulp bij aantoonbare recidive en c. dat gedragsverandering de beste borging is voor een schuldenvrije toekomst dient nazorg, indien het Meldpunt Schulden hiervoor indiceert, tot de schuldhulpverleningsproducten te behoren van de gemeente Twenterand. Nazorg bestaat uit een aantal contactmomenten tussen de cliënt en zijn/haar gecertificeerde budgetconsulent. In het najaar van 2012 zal bezien worden of er mogelijkheden bestaand om het product nazorg aan te besteden. Tot dit moment zal, indien het Meldpunt Schulden hiervoor indiceert, de mogelijkheid zijn voor Twenterandse cliënten om gebruik te maken van nazorg bij de Stadsbank Oost Nederland.
5.4
Samenvatting van het Twenterandse aanbod
In onderstaand overzicht staat welke activiteit voor welke doelgroep in de gemeente Twenterand beschikbaar is. Bovendien wordt aangegeven wie de activiteit uitvoert. Inzet Preventie
Stabiliseren/ oplossen
Doelgroep
- Voorlichting - Budgetcursus - Vroegsignalering
-
Schuldregeling
-
-
-
Nazorg
Mei 2012
Voorkomen van recidive
Lokaal (Meldpunt Schulden en netwerkpartners)
(door netwerkpartners aangemelde) schuldenaren schuldenaren met een hulpvraag
Stadsbank
Schuldenaren met een recidiverisico
Beleidsplan SHV
Uitvoering
Alle inwoners van gemeente Twenterand Specifieke aandacht voor bijstandsgerechtigden
Lokaal
19