Beleidsplan schuldhulpverlening 2016 - 2019
Gemeente Katwijk Afdeling Samenleving Oktober 2015
Inhoud Samenvatting ..........................................................................................................................3 1 Inleiding ..............................................................................................................................5 1.1 Aanleiding voor het beleidsplan ....................................................................................5 1.2 Doel van deze nota........................................................................................................5 1.3 Leeswijzer ....................................................................................................................5 2 Beleidskader ........................................................................................................................7 3 Doelstellingen......................................................................................................................9 3.1 Missie en doelstelling ...................................................................................................9 3.2 Doelgroep ................................................................................................................... 12 4 Situatieschets ..................................................................................................................... 14 4.1 Landelijk .................................................................................................................... 14 4.2 Katwijk ....................................................................................................................... 16 4.2.1 BIP (Budget Informatie Punt)................................................................................... 16 4.2.2 Overige voorzieningen schuldhulpverlening gemeente Katwijk................................ 19 4.2.3 Samenhang uitvoering overige beleidsterreinen........................................................ 20 5 Wacht- en doorlooptijd ...................................................................................................... 22 6 Preventie ........................................................................................................................... 24 7 Kwaliteit ............................................................................................................................ 26 8 Middelen ........................................................................................................................... 27 Bijlage 1 Begrippen en afkortingen....................................................................................... 28 Bijlage 2 Werkzaamheden BIP ............................................................................................. 30
2
Samenvatting Terugdringen van de schuldenproblematiek staat blijvend op de politieke agenda. Ook in de afgelopen jaren is de vraag om ondersteuning bij financiële problemen toegenomen. Er zijn tekenen van economisch herstel, maar dit wil niet zeggen dat de problematiek direct vermindert. De schuldhulpverlening van de gemeente Katwijk wordt aangeboden conform de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs), de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp), de landelijke richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK) en de NEN-8048 norm (certificering). Het gemeentebestuur van Katwijk wil met het schuldhulpverleningsbeleid ondersteuning bieden voor iedere inwoner met financiële problemen die niet in staat is deze zelfstandig op te lossen. Doel van de hulp is dat de klant (weer) in staat is te participeren in de maatschappij, het liefst schuldenvrij. In deze nota worden de uitgangspunten, de missie en de doelstelling van het schuldhulpverleningsbeleid van de gemeente Katwijk vastgelegd. Eigen verantwoordelijkheid, bevorderen van financiële zelfredzaamheid, vergroten van participatie in de samenleving, en rechtvaardig en ondersteunend beleid voor de kwetsbare inwoners zijn hierbij de kernwoorden. Met dit beleid wil de gemeente Katwijk realiseren dat iedere Katwijker, die hulp nodig heeft bij financiële problemen, met zijn vraag bij de gemeente terecht kan. Per individuele hulpvraag wordt een traject op maat aangeboden. De eigen verantwoordelijkheid van de burger staat hierbij voorop. Schuldtrajecten zijn zwaar en daarom zijn de motivatie, alsmede de competenties om dit tot een goed einde te brengen, voorwaarde om resultaat te behalen. Door vroegtijdig hulp te bieden wordt voorkomen dat financiële problemen uitgroeien tot problematische schulden. De preventieve activiteiten worden beschreven. Met bovenstaande uitgangspunten sluit de schuldhulpverlening aan bij de principes van de transformatie in het sociaal domein. De ingang voor de inwoners van Katwijk is het Budget Informatie Punt (BIP) met een laagdrempelige toegang. De taken van het BIP worden uitgevoerd door een professionele organisatie die werkt volgens de Wgs, de methodiek van de NVVK en de uitgangspunten van deze beleidsnota. Daarnaast vervult het algemeen maatschappelijk werk (AMW) een rol vanwege budgetbegeleiding, psychosociale hulpverlening en het project Broodnodig. De Formulierenbrigade wordt ingezet voor hulp bij het invullen van formulieren en de thuisadministratie. De vrijwilligers van Grip op de Knip geven als maatje ondersteuning aan inwoners met financiële problemen. De gemeentelijke schuldhulpverlening staat niet op zich. Er is sprake van een integrale benadering, waarbij via netwerkontwikkeling wordt samengewerkt met de netwerkpartners. De samenwerking is goed tot stand gekomen en wordt blijvend onderhouden. De burger kan bij de gemeente (het BIP) terecht voor het hele traject van schuldhulpverlening. Het streven is om het slagingspercentage van de trajecten te vergroten. Dit slagingspercentage is als indicator in de begroting opgenomen. Voor de toegang tot de schuldhulpverlening is een uitvoeringsregel opgesteld. Er is geen wachtlijst voor de aanmelding. Het BIP biedt de hulpvrager inzicht in (de doorlooptijd van) het traject om de schuldenproblematiek samen zo optimaal mogelijk op te lossen. In Katwijk is bij het Budget Informatie Punt (BIP) een verschuiving te zien van eenmalige adviezen naar stabilisaties en schuldregelingen. Dit is ook een landelijk beeld. Stabilisaties zijn meer en meer een noodzakelijke tussenstap maar soms ook het hoogst haalbare. Door de werkzaamheden van
3
Broodnodig, Formulierenbrigade en de vrijwilligers van Grip op de Knip wordt de instroom bij het BIP meer beperkt tot de doelgroep met problematische schulden. In de komende jaren zal met de komst van de teams Sociale Ondersteuning worden gewerkt aan vroegsignalering en integrale benadering. Om de uitval in de stabilisatiefase te verminderen wordt een pilot ontwikkeld waarin training en coaching wordt gecombineerd. We kunnen stellen dat we goed op weg zijn met het realiseren van de gestelde doelen, maar weten ook dat we er nog niet zijn. In de nieuwe planperiode proberen we op dezelfde voet door te gaan met een toevoeging van nieuwe acties. De speerpunten voor de komende jaren zijn: - blijven monitoren van de wacht- en doorlooptijden; - blijven investeren in netwerkontwikkeling; - aanhaken bij de teams Sociale Ondersteuning (vroegsignalering; integrale aanpak); - zoeken naar effectieve wijze van voorlichting o.a. aan jongeren; - opzetten van een pilot gericht op verminderen van uitval in de stabilisatiefase en daarmee een hogere positieve uitstroom.
4
1 Inleiding 1.1 Aanleiding voor het beleidsplan Sinds de inwerkingtreding van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) op 1 juli 2012 is de zorgplicht van gemeenten op het gebied van de schuldhulpverlening wettelijk ingebed. De Wgs legt een bodem onder de gemeentelijke schuldhulpverlening, waarbij het uiteindelijke doel is het bereiken van een selectieve, gerichte en effectieve schuldhulpverlening. De Wgs schrijft onder meer voor dat de gemeenteraad een plan vaststelt dat richting geeft aan de integrale schuldhulpverlening aan de inwoners van zijn gemeente (artikel 2, lid 1). In 2012 is het eerste beleidsplan schuldhulpverlening opgesteld. De looptijd van dit eerste beleidsplan is tot en met 2015. Dit is aanleiding voor het opstellen van dit volgende beleidsplan schuldhulpverlening, voor de periode 2016 tot en met 2019. We bespreken de ervaringen en resultaten van de afgelopen jaren om deze mee te nemen en te vertalen naar de doelen en acties voor de komende jaren. Daarbij geven ook andere ontwikkelingen aanleiding tot het opstellen van dit beleidsplan. Zoals de immer complexe schuldenproblematiek die mede als gevolg van de economische crisis om oplossingen blijft vragen en nieuwe landelijke en lokale ontwikkelingen, zoals de decentralisaties in het sociaal domein en de daarmee gepaard gaande transformatie (Verbinden en Vernieuwen).
1.2 Doel van deze nota Met dit beleidsplan worden de missie en de doelstelling van het schuldhulpverleningsbeleid binnen de gemeente Katwijk vastgelegd. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de wettelijke uitgangspunten van de Wgs, het geformuleerde beleid van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK), de opzet en werkwijze van het Budget Informatie Punt en de ervaringen van de afgelopen jaren, de uitgangspunten van het beleid in het kader van de drie decentralisaties: Wmo 2015, Participatiewet en Jeugdwet. Dit plan beperkt zich tot de gemeentelijk gefinancierde schuldhulpverlening. Hieronder verstaan we de hulpverlening die rechtstreeks door de gemeente wordt gefinancierd (van taken in eigen beheer tot inkoop via aanbesteding of subsidiering). Natuurlijk staat de gemeentelijke schuldhulpverlening niet op zich, maar bevindt zich in een netwerk van hulpverlenende organisaties die elkaar versterken. Ook deze netwerksamenwerking komt aan de orde.
1.3 Leeswijzer Hiervoor is de aanleiding geschetst van de totstandkoming van dit beleidsplan. In het vervolg komt de schuldhulpverlening zoals deze in Katwijk wordt vormgegeven op hoofdlijnen aan de orde. Hierbij is ook aandacht voor verplichte onderdelen vanuit de Wgs, zoals resultaten, kwaliteitsborging, wachttijd en de doelgroep gezinnen met minderjarige kinderen. In dit beleidsplan vallen de volgende producten onder schuldhulpverlening: aanmelding, intake, adviesgesprek, crisisinterventie, stabilisatie, schuldregeling, budgetbeheer, budgetbegeleiding, verklaringen Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp), netwerkontwikkeling, voorlichting/preventie en nazorg.
5
Hoofdstuk 2 geeft het kader waarbinnen het gemeentelijk beleid wordt geformuleerd. De missie en doelstellingen van het schuldhulpbeleid worden verwoord in hoofdstuk 3. Vervolgens wordt in hoofdstuk 4 na een landelijk beeld de huidige situatie in Katwijk beschreven met daarbij aandacht voor de ervaringen van de afgelopen jaren. In de hoofdstukken 5, 6 en 7 worden enkele onderdelen van de wet uitgelicht, waarbij actiepunten voor de uitvoeringspraktijk zijn geformuleerd. Zo ontstaat een beeld van de gemeentelijke schuldhulpverlening in Katwijk voor de komende jaren. Tot slot volgt het financiële kader in hoofdstuk 8. Voorafgaand is een samenvatting van dit beleidsplan gegeven op hoofdlijnen. De speerpunten worden in de samenvatting nog eens op een rijtje gezet.
6
2 Beleidskader De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) vormt het belangrijkste kader voor de schuldhulpverlening in de gemeente. Deze wet is sinds 1 juli 2012 van kracht. Voor het eerst kregen gemeenten hiermee een wettelijke taak met betrekking tot de minnelijke schuldhulpverlening. Ook voor invoering van deze wet had de gemeente Katwijk al schuldhulpverlening voor haar inwoners. Hiervoor gold geen ander wettelijk kader dan de algemene zorgplicht van gemeenten voor hun inwoners op basis van de Gemeentewet. De Wgs legt een bodem onder de schuldhulpverlening. De gemeente heeft de verantwoordelijkheid om schuldhulpverlening te bieden aan haar inwoners. De Wgs schrijft voor dat de gemeenteraad daarvoor een beleidsplan schuldhulpverlening vaststelt. Hierin staan de hoofdzaken van het door de gemeente te voeren beleid betreffende integrale schuldhulpverlening en het voorkomen van schuldproblemen. Verder omvat de Wgs enkele bepalingen over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de schuldhulpverlening. Een belangrijke bepaling is bijvoorbeeld de maximale wachttijd van vier weken na de aanmelding. De lange wachtlijsten (landelijk) moesten hiermee fors verminderen. In 2016 wordt de Wgs geëvalueerd. Hiernaast is er de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp). Hiermee wordt de wettelijke schuldhulpverlening geregeld, via de rechter. Vanuit het Rijk is aan gemeenten de wettelijke verplichting opgelegd om een zogenaamde Wsnp-verklaring af te geven. Hierin geeft de gemeente aan waarom het minnelijke traject mislukt is. Op basis van deze verklaring kan de klant een verzoek bij de rechter indienen voor het wettelijk schuldsaneringstraject. Buiten deze wettelijke bepalingen hebben gemeenten de vrijheid om zelf regels op het terrein van schuldhulpverlening vast te stellen en mogen zij zelf bepalen hoe zij schuldhulpverlening vormgeven. Er bestaan evenwel, naast de Wgs en de al genoemde Wsnp, andere wettelijke bepalingen, landelijke convenanten en lokaal beleid waarmee rekening moet worden gehouden. Het wettelijk kader bestaat uit: De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) De Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) De Participatiewet (Pw) Grofweg een kwart van de klanten van de schuldhulpverlening heeft een bijstandsuitkering. Belangrijk uitgangspunt van de Pw is de eigen verantwoordelijkheid om in eigen onderhoud te voorzien. Schulden kunnen een belemmering zijn voor de re-integratie. Goede schuldhulpverlening is voor deze groep van belang en kan onderdeel uitmaken van het re-integratietraject. Daarnaast is er de bijzondere bijstand die een rol speelt in de ondersteuning van deze groep. Door de decentralisatie vallen sinds 2015 meer mensen met een arbeidsbeperking (voorheen deels Wajong, Wsw) onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. De Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) Goede schuldhulpverlening, met aandacht voor preventie en nazorg is een belangrijk instrument om kwetsbare burgers te helpen om blijvend te kunnen participeren in de samenleving. Met de decentralisatie van AWBZ taken, waaronder begeleiding, naar de gemeente is de doelgroep van de Wmo 2015 verder uitgebreid. De Jeugdwet De ondersteuning voor de doelgroep tot 18 jaar is gedecentraliseerd naar de gemeente. In Katwijk is dit met name in Holland Rijnland verband opgepakt. Er zijn Jeugd- en Gezinsteams opgericht. Voor de gezinnen die jeugdhulp ontvangen is het van belang dat de schuldhulpverlening en de JGT’s elkaar weten te vinden.
7
De laatste drie wetten zijn op 1 januari 2015 in werking getreden. Ze betekenen een decentralisatie van rijks/provincietaken naar de gemeente (de zogenoemde 3D’s). Doel van de 3 D’s (werk, zorg en jeugd) is onder meer een meer integrale en vraaggerichte benadering van de inwoners. Hierdoor komen problemen op alle leefgebieden naar voren. Geldproblemen spelen hierbij vaak een rol. Het is daarom zaak te zorgen een goede aansluiting van de schuldhulpverlening op de integrale dienstverlening en vice versa. Overige landelijke regelgeving vanuit het Rijk, zoals de regeling tegen afsluiten van energie. Door de NVVK zijn er gedragscodes voor uitvoerders van schuldhulpverlening en convenanten met grote landelijke schuldeisers opgesteld. Gemeentelijke kaders zijn het coalitieakkoord, de re-integratieverordening, het beleidsplan reintegratie, het beleidsplan Wmo, de visienota herontwerp sociaal-maatschappelijk domein “verbinden en vernieuwen” en de notitie integrale dienstverlening in het sociaal domein. Met het bovenstaande is het beleidskader voor de gemeentelijke schuldhulpverlening aangegeven. In het volgende hoofdstuk is dit verder uitgewerkt en vertaald naar doelstellingen voor de schuldhulpverlening in Katwijk.
8
3 Doelstellingen 3.1 Missie en doelstelling Zoals in hoofdstuk twee is aangegeven, heeft schuldhulpverlening een wettelijke basis in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs). Deze wet legt een bodem onder de gemeentelijke schuldhulpverlening. In dit beleidsplan wordt uitgewerkt wat dit betekent voor de uitvoering van de schuldhulpverlening door de gemeente Katwijk. Daarnaast is reeds aangegeven dat schuldhulpverlening samenhangt met de Participatiewet, Wmo 2015 en het transformatieproces in het sociaal-maatschappelijk domein. Het is van belang een duidelijke relatie te leggen tussen de uitgangspunten van deze wetten en transformatie met de schuldhulpverlening. Om te komen tot een missie moet eerst helder zijn wat verstaan wordt onder integrale schuldhulpverlening. Definitie: Integrale schuldhulpverlening is een samenhangend hulpaanbod van preventie tot en met nazorg met als doel zowel financiële problemen als de oorzaak hiervan op te lossen of te stabiliseren, zodanig dat ze geen belemmering vormen om te participeren in de samenleving. Het gaat bij de gemeentelijke schuldhulpverlening om het ondersteunen van een inwoner bij het vinden van een oplossing voor financiële problemen, maar ook bij het vinden van een oplossing voor de eventuele oorzaken hiervan of voor omstandigheden die verhinderen dat de financiële problemen kunnen worden opgelost. Daarbij wordt maatwerk toegepast. De eigen verantwoordelijkheid en gedragsverandering van de klant staan hierbij voorop. Daarnaast houdt integrale schuldhulpverlening in dat zoveel mogelijk voorkomen wordt dat problematische schulden (weer) ontstaan (schuldpreventie). Hieronder wordt weergegeven binnen welke kaders voor Katwijk de doelstelling schuldhulpverlening wordt geformuleerd. 1. Coalitieakkoord In het Coalitieakkoord 2014-2018 spreekt het college de volgende ambitie uit: “dat inwoners van de gemeente Katwijk op het gebied van zorg zelf regie kunnen voeren over de ondersteuning die zij nodig hebben en ontvangen. Dit uitgangspunt geldt voor ouderen, jongeren en voor ouders met hun kinderen. Wij stimuleren en ondersteunen de inwoners om de eigen kracht aan te spreken. Tegelijkertijd kunnen de zwakken in de samenleving rekenen op steun en bescherming door de gemeente”. Met het Coalitieakkoord 2014-2018 zet het college het ingezette beleid van eerdere jaren voort. Nieuwe ontwikkelingen worden daar waar nodig ingepast. Dit betekent voor de schuldhulpverlening een activerend beleid uitgaande van het motto: “Als je het niet kan, word je geholpen. Als je het zelf kan, moet je aan de slag”. De schuldhulpverlening zoals die in Katwijk wordt uitgevoerd, hanteert deze uitgangspunten: preventie, hulp waar nodig en nazorg. Schuldhulpverlening is opgenomen in de programmabegroting onder programma 4 Sociaal Domein. Als beleidsdoel is opgenomen: het vergroten van de (financiële) zelfredzaamheid en bevorderen van de participatie. Hiertoe wordt een breed palet van producten schuldhulpverlening ingezet. Met name de dienstverlening voor klanten via het BIP en via project Broodnodig en andere ketenpartners.
9
2. Visienota Verbinden en Vernieuwen In de Visienota herontwerp sociaal domein, verbinden en vernieuwen, treffen we de uitgangspunten aan die de gemeente Katwijk hanteert bij de veranderingen die de 3D’s met zich meebrengen. “Met de komst van de 3D’s wordt de gemeente verantwoordelijk voor bijna de gehele maatschappelijke ondersteuning van haar burgers. De bedoeling is dat burgers zo veel mogelijk, vanuit hun eigen kracht en mogelijkheden, meedoen in de samenleving. Zowel de ontwikkelingen in de samenleving als de ingezette beleidsontwikkelingen door het Rijk vragen om verandering. Het gaat hierbij om rollen, verhoudingen, werkwijzen en cultuur van de betrokkenen in het Katwijkse sociaal-maatschappelijk domein en van de voorzieningen en diensten. Het betreft de zogenoemde transformatie.” Er zijn 10 leidende principes voor de verandering: Samen leven in Katwijk Met elkaar voor elkaar Partnerschap Vraaggericht Integrale aanpak Resultaatgericht Eigen mogelijkheden Professioneel In verhouding Effectief De schuldhulpverlening maakt onderdeel uit van het sociaal domein en zal aanhaken op deze ontwikkelingen en principes. De doelstellingen sluiten aan op de uitgangspunten van de transformatie, gericht op een toekomstbestendig sociaal domein. 3. Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) Deze wet heeft als doel een effectievere gemeentelijke schuldhulpverlening. Een belangrijke maatregel om dit te bereiken is het wettelijk inbedden van de taak van gemeenten op het terrein van de integrale schuldhulpverlening. Dit betekent dat er bij schuldhulpverlening niet alleen aandacht moet zijn voor het oplossen van de financiële problemen van een klant maar ook voor eventuele omstandigheden die op enigerlei wijze in verband kunnen staan met de financiële problemen, zoals psychosociale factoren, relatieproblemen, de woonsituatie, de gezondheid, de verslaving of de gezinssituatie. Het is van belang in het kader van de schuldhulpverlening de eventuele oorzaken die ten grondslag liggen aan het ontstaan van de schulden, zo mogelijk weg te nemen. Hetzelfde geldt voor het wegnemen van omstandigheden die het oplossen van problematische schulden in de weg staan. Daarnaast zou de Wgs moeten leiden tot een toenemend vertrouwen van de schuldenaren, maar vooral ook van de schuldeisers in de gemeentelijke schuldhulpverlening. Immers als gevolg van dit wetsvoorstel zal de gemeentelijke schuldhulpverlening in de toekomst onder meer breed toegankelijk zijn voor natuurlijke personen, zullen de wachttijden zijn gemaximeerd en zal de schuldhulpverlening een integraal karakter krijgen. In 2016 wordt een evaluatie van de Wgs verwacht, die in zal gaan op de doeltreffendheid en effecten van de wet in de praktijk. 4. Participatiewet (Pw) Werk boven uitkering en eigen verantwoordelijkheid zijn belangrijke uitgangspunten van de Pw. Als het de burger zelf niet lukt om in eigen inkomen te voorzien, heeft de gemeente de verantwoordelijkheid om de burger naar werk te begeleiden en indien nodig daarnaast een uitkering te verstrekken. Ook de Pw gaat uit van de eigen kracht van mensen en het bieden van ondersteuning waar het nodig is. In Katwijk is de doelstelling van het participatiebeleid: alle mensen kunnen volwaardig meedoen aan de maatschappij. Zij hebben een baan, kunnen voorzien in hun eigen levensonderhoud en/of zijn op andere manieren maatschappelijk actief. Vanaf 2015 is doelgroep uitgebreid en is de gemeente ook verantwoordelijk voor ondersteuning naar de arbeidsmarkt van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt die voorheen onder de Wsw of Wajong vielen. 5. Wmo 2015 In het beleidsplan Wmo 2015-2017 is de visie op de maatschappelijke ondersteuning vastgelegd. De gemeente is verantwoordelijk voor een belangrijk deel van de ondersteuning aan burgers die zelf onvoldoende zelfredzaam zijn of onvoldoende in staat zijn tot participatie. Een belangrijk uitgangspunt
10
in de nieuwe Wmo is meedoen. Van burgers wordt verwacht dat zij op allerlei manieren meedoen aan de maatschappij. Hierbij gaan we uit van meer inzet van eigen kracht, preventie en algemene voorzieningen. Het doel is om tot een op preventie georiënteerde en geïntegreerde aanpak te komen voor mensen die het niet “op eigen kracht en met behulp van het netwerk” redden. Meer specifiek gaat het om de volgende (sub)doelen: • participatie van inwoners, sociale netwerkvorming en onderlinge hulp in het gebied (wijk, kern) bevorderen; • ondersteunen van inwoners bij kwesties op alle levensgebieden, zoveel mogelijk door middel van het versterken eigen kracht en het zelfoplossend vermogen van inwoners; • gebruik van specialistische (en daardoor duurdere) hulp uit de 2e lijn terugdringen; • minder individuele voorzieningen leveren en meer oplossen met ondersteuning en inzet van collectieve en algemene voorzieningen. Om dat doel te bereiken worden onder andere gebiedsgerichte sociale ondersteuningsteams ingezet. Mensen kunnen bij de teams Sociale Ondersteuning in de wijken terecht voor vragen en ondersteuning op de volgende gebieden: financiën, huisvesting, activiteiten dagelijks leven, sociaal netwerk, dagbesteding, maatschappelijke participatie, geestelijke gezondheid, lichamelijke gezondheid, verslaving, justitie (zelfredzaamheidsmatrix). De teams bieden niet op alle onderdelen zelf ondersteuning, maar ze weten wel de weg en voeren waar nodig de coördinatie. Ook de centrale teams bij de gemeente (Zorg, Werk en Inkomen) zorgen voor aansluiting op deze werkwijze, onder andere door de voorintake, waarbij de tien leefgebieden onderzocht worden. De beschreven doelstellingen van de Wmo 2015 sluiten aan op de doelstellingen van de schuldhulpverlening. Voor de schuldhulpverlening is de preventieve en integrale aanpak in de gebieden van groot belang. Immers een meer zelfredzame inwoner zal minder snel een beroep doen op de specialistische schuldhulpverlening in de 2e lijn. Het is belangrijk in te zetten op een goede aansluiting en samenwerking met de teams Sociale Ondersteuning. Bovenstaande komt samen in de onderstaande missie en doelstelling van schuldhulpverlening in Katwijk. Missie De gemeente Katwijk biedt iedere natuurlijke persoon met (potentiële) financiële problemen op laagdrempelige wijze advies en hulp. Doelstelling Doel van de dienstverlening via het BIP is het vergroten van zelfredzaamheid en het bevorderen van participatie van burgers, waarbij arbeidsparticipatie voorop staat. Binnen de gemeente Katwijk kan iedereen hulp aanvragen die in financiële problemen terecht is gekomen dan wel dreigt te geraken. Door het aanbieden van laagdrempelige voorlichting en informatie wordt bevorderd dat minder mensen problematische schulden krijgen. De burgers die reeds in financiële problemen zijn geraakt krijgen ondersteuning waar nodig (maatwerk). Zij worden begeleid naar een leven waar financiële problemen geen belemmering meer vormen en waarbij zij het liefst vrij van schulden maatschappelijk kunnen participeren. Als dit (nog) niet lukt wordt een stabilisatietraject ingezet. Achterliggende problematiek die leidt tot het ontstaan van de financiële problemen, wordt aangepakt in samenwerking met de netwerkpartners. De eigen verantwoordelijkheid en motivatie van de burger blijven hierbij belangrijke uitgangspunten. Uitgangspunten Bovenstaande leidt tot de formulering van de volgende uitgangspunten: Zowel het oplossen van de financieel-technische kant van de schulden als het realiseren van gedragsverandering ter voorkoming van nieuwe schulden staan centraal bij integrale schuldhulpverlening. 11
Degene die in een problematische schuldsituatie zit, is primair zelf daarvoor verantwoordelijk; hij/zij moet zich daarvan bewust zijn c.q. bewust worden gemaakt. De schuldenaar is de probleemeigenaar. Schuldhulpverlening moet klantgericht, helder en eindig zijn. Met de klant worden afspraken gemaakt, vastgelegd in een schuldhulpverleningsplan. Dit bestaat uit een doelperspectief inclusief de daarbij behorende afspraken over gedragsmatige aspecten, de financieel-technische verplichtingen waaraan de klant moet voldoen, de aard en omvang van de begeleiding en inzicht in de doorlooptijd. Klanten die de afspraken niet nakomen krijgen eerst een schriftelijke waarschuwing. Een tweede keer wordt het traject afgesloten. Hiervan kan soms worden afgeweken, maatwerk blijft het uitgangspunt. Een aanpak in samenwerking (volgens het principe 1 huishouden 1 plan) is uitgangspunt waar het gaat om klanten die met meervoudige problematiek en verschillende instellingen te maken hebben. Dit houdt in: samenwerking met en onderlinge doorverwijzing tussen de verschillende hulpverleningsorganisaties waarbij er één regisseur is. Burgers met (problematische) schulden kunnen ongeacht de hoogte van hun inkomen een beroep doen op schuldhulpverlening.
3.2 Doelgroep - Inwoners van Katwijk, niet zijnde zelfstandig ondernemer. - Ongeacht de hoogte van het inkomen. - Met een vraag op het gebied van financiën/schulden. - Van wie redelijkerwijs is te voorzien dat zij niet kunnen doorgaan met het betalen van de schulden of die verkeren in een toestand dat zij zijn opgehouden te betalen. Katwijk kiest voor een brede toegankelijkheid van de schuldhulpverlening aan natuurlijke personen. Geen groepen mogen op voorhand worden uitgesloten van schuldhulpverlening. Een zelfstandige valt in principe niet onder de Wgs. De regering is van mening dat gemeentelijke minnelijke schuldhulpverlening niet toegankelijk kan zijn voor zelfstandigen met een nog functionerende onderneming. Voor zelfstandigen staat een andere weg open (banken, Kamer van Koophandel, Bijstandsbesluit zelfstandigen (Bbz 2004), Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf (IMK) en andere gespecialiseerde adviesbureaus. Niet bij voorbaat uitgesloten wordt de zelfstandige met enkel privéschulden. Ook een zelfstandige die zijn onderneming heeft beëindigd, komt in aanmerking voor gemeentelijke minnelijke schuldhulpverlening. In Katwijk is geregeld dat zelfstandigen een gesprek bij het BIP kunnen aanvragen, waarin de situatie wordt bekeken en een advies wordt gegeven over de mogelijke stappen die de zelfstandige kan zetten. Hierbij wordt eventueel doorverwezen naar bovengenoemde instanties. De Wgs regelt verder dat dak- en thuislozen zich kunnen wenden tot de daarvoor in het kader van de Participatiewet aangewezen centrumgemeenten. Voor inwoners van Katwijk is dat de gemeente Leiden. Een aparte doelgroep in de Wgs vormen de gezinnen met inwonende minderjarige kinderen. Als gezinnen met inwonende minderjarige kinderen een beroep doen op schuldhulpverlening is er sprake van extra kwetsbaarheid. Voorkomen moet worden dat een dergelijk gezin op straat komt te staan. Voor deze doelgroep bestaan regionale afspraken ter voorkoming van afsluiting van energie en is er een convenant voorkoming huisuitzettingen (zie onder 4.2.3). Kern van de afspraken is een sluitende aanpak tussen woningcorporatie, GGD/Meldpunt Zorg en Overlast en de gemeente (BIP/afdeling Samenleving). Niet alleen gezinnen met inwonende kinderen vallen onder het convenant, het kan ook gaan om kwetsbaarheid door meervoudige problematiek.
12
Daarnaast is het van belang aandacht te hebben voor groepen die vaak niet als zodanig herkend worden, zoals laaggeletterden en licht verstandelijk beperkten. Ook statushouders hebben vaak een achterstand in kennis op het gebied van financiën en regelgeving. Het college bepaalt of een inwoner in aanmerking komt voor de schuldhulpverlening. Over de specifieke voorwaarden voor toelating tot de schuldhulpverlening via het BIP Katwijk zijn beleidsregels opgesteld. Dit was een actiepunt in het eerste beleidsplan. In de beleidsregels is vastgelegd aan welke voorwaarden burgers moeten voldoen om in aanmerking te komen voor schuldhulpverlening. Op grond van de Wgs mogen gemeenten schuldhulpverlening weigeren aan personen die fraude hebben gepleegd of al eerder gebruik hebben gemaakt van schuldhulpverlening. De beleidsregels geven hiervoor richtlijnen. Het blijft altijd een afweging van de individuele situatie. Om in aanmerking te komen voor schuldhulpverlening, moet de schuldenaar in ieder geval ingezetene zijn die rechtmatig verblijf houdt in Nederland. Wordt de schuldenaar afgewezen voor de schuldhulpverlening, dan kan hij daartegen bezwaar maken en eventueel in beroep gaan (Algemene wet bestuursrecht). Sinds de invoering van de Wgs is twee keer bezwaar gemaakt, beide bezwaren waren ongegrond.
13
4 Situatieschets 4.1 Landelijk Na de invoering van de Wgs op 1 juli 2012 is de belangstelling voor de problematiek van schuldensituaties niet afgenomen. Onder meer de aanhoudende economische crisis zorgt daarvoor. Er zijn sinds kort tekenen van herstel, maar het algemene beeld is nog steeds zorgelijk. Maatregelen om de schuldenproblematiek terug te dringen blijven onverminderd speerpunt van het beleid van het kabinet. De regering blijft de mogelijkheden verkennen om verbeteringen aan te brengen in het landelijk beleid. Dit betreft onder meer maatregelen tegen overkreditering en bescherming van het bestaansminimum (beslagvrije voet). De berekening van de beslagvrije voet zal vereenvoudigd worden. Deze is nu zo ingewikkeld dat deze regelmatig te laag wordt vastgesteld. Hiervoor is een wetswijziging nodig. Verbeteringen in de informatievoorziening zijn al ingezet, onder andere door een praktische rekentool. Daarnaast komt er een digitaal beslagregister, waarop alle gerechtsdeurwaarders worden aangesloten. Dit moet de samenwerking bevorderen. Ook overlegt het kabinet met landelijke partijen zoals de telecom- en de incassobranche over preventieve maatregelen en kwaliteitseisen1. De cijfers laten geen rooskleurig beeld zien. Het aantal mensen in Nederland dat moeite heeft met rondkomen en financiële problemen heeft neemt toe. Er is sprake van een groeiend aantal huishoudens in een risicosituatie. Deze huishoudens kunnen - onder andere tegen de achtergrond van stijgende werkloosheid en dalende huizenprijzen in de afgelopen jaren - niet alle rekeningen meer betalen en maken maximaal gebruik van de faciliteiten voor roodstand. Hun beginnende schulden zijn echter nog niet uitgegroeid tot problematische schulden.2 Ook uit de landelijke monitor betalingsachterstanden blijkt een toename ten opzichte van vorige metingen. In 2014 heeft 32,1% van alle huishoudens betalingsachterstand. In 2011 was dit 27,8%. Uit de monitor blijkt dat nog steeds veel huishoudens hun financiële situatie niet hebben verbeterd, maar ook blijkt dat de totale omvang van de bedragen van de achterstallige rekeningen niet of nauwelijks is gestegen ten opzichte van 2011. Dat laatste zou verklaard kunnen worden door de strengere eisen van onder andere banken en hypotheekverschaffers bij het aangaan van financiële verplichtingen door huishoudens. Een andere verklaring voor de positievere resultaten kan zijn dat huishoudens voorzichtiger zijn geworden in het aangaan van hoge leningen en het voor grote bedragen rood staan. Waarschuwingen via campagnes en kredietverschaffers, maar zeker ook de invloed van ervaringen in de eigen omgeving van huishoudens kunnen hieraan hebben bijgedragen. 3 Het aantal huishoudens met problematische schulden (dat geen gebruik maakt van hulpverlening) zal tussen 2009 en 2012 waarschijnlijk ongeveer gelijk zijn gebleven. Ten eerste zijn de mogelijkheden om problematische schulden te ontwikkelen kleiner geworden door factoren als maatregelen tegen overkreditering, meer beleid op het gebied van preventie en schuldhulpverlening). Ten tweede is het mogelijk dat huishoudens zich door (media-) aandacht meer bewust zijn van de risico’s van problematische schulden en ze in financieel opzicht iets voorzichtiger zijn geworden. Het aantal mensen dat hulp zoekt bij schuldhulpverlening is tussen 2011 en 2014 gestegen.4 Daarnaast zijn de hoogte van de schulden en de complexiteit van de schulden toegenomen. Volgens de NVVK (Vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren) is het opvallend dat de groei van schulden doorzet ondanks het voorzichtige economische herstel. Vooral mensen met een laag inkomen uit werk of met een uitkering hebben moeite om rond te komen. 87% van de klanten in de schuldhulpverlening 1
Brief Tweede Kamer, 24515, nr. 300, 23 maart 2015. Huishoudens in de rode cijfers 2012, Panteia, Zoetermeer, 2013. 3 Monitor betalingsachterstanden 2014, Panteia, Zoetermeer, december 2014. 4 Jaarverslagen NVVK, 2011t/m 2014, NVVK, Den Haag. 2
14
heeft een inkomen rondom het minimumloon of een inkomen tot maximaal modaal. In 2011 was dit nog 74%. Een steeds grotere groep moet met een minimaal inkomen rondkomen, de uitgaven zijn juist toegenomen. Eenmaal opgestarte regelingen van de schuld worden in 70% van de gevallen met succes afgerond. Maar in de afgelopen drie jaren is het aantal mensen met niet-regelbare schulden, waardoor een schuldregeling niet kan worden opgestart, meer dan verdubbeld. In onderstaande tabel enige cijfers van de NVVK. Nederland
2012
2013
2014
Aanvragen schuldregeling
84.000
89.000
92.000
Gemiddelde hoogte schulden (€)
33.500
37.700
38.500
Niet regelbare schulden
8.300
12.400
13.800
Regeling met succes tot stand
38%
41%
39%
Succesvol afgeronde regelingen
69%
68%
70%
Financiële problemen of zelfs een problematische schuldsituatie zijn om meerdere redenen onwenselijk. Een schuldsituatie is een probleem in de privésfeer, maar in toenemende mate ook een sociaal maatschappelijk probleem. Hierbij moet gedacht worden aan gezinnen die uit huis worden gezet wegens huurachterstand, afsluiting van gas en licht. Deze problemen leiden weer tot andere problemen in de sociale sfeer, op het werk en brengen mensen in een sociaal isolement. Ook om maatschappelijke redenen zijn schuldsituaties onwenselijk. Onderzoek toont aan dat de inzet van schuldhulpverlening leidt tot baten op andere terreinen. Deze zijn het hoogst op de terreinen van het wonen en de uitkeringsverstrekking. Gemiddeld genomen levert een euro inzet aan schuldhulp een besparing (vermeden kosten) van 2,4 euro op andere terreinen op5. Kenmerken huishoudens met schulden Om goed beleid te kunnen maken is het belangrijk dat men de specifieke groepen huishoudens met kans op betalingsachterstanden of problematische schulden kan onderscheiden: a) Huishoudens in een risicosituatie Huishoudens in een risicosituatie hebben over het algemeen een (boven)modaal of beneden modaal inkomen, maar een forse schuld. De (boven)modale groep betreft 'vrij jonge huishoudens', meestal met een inkomen uit arbeid en vaak zelfs tweeverdieners. Ondanks het (boven)modale inkomen kunnen de huishoudens niet rondkomen. Er is sprake van slecht financieel beheer, te hoge vaste lasten en maandelijkse uitgaven die vrijwel altijd de inkomsten overschrijden. Wanneer deze huishoudens 'de middelbare leeftijd' bereiken, hebben ze hun kredietwaardige inkomenspositie vrijwel geheel verzilverd. Als het bestedingspatroon dan niet wordt aangepast, kunnen vaak de betalingsverplichtingen niet meer worden nagekomen en dan ontstaat er al snel een problematische situatie. Een meerderheid van de groep van de lage inkomens is niet werkzaam en alleenstaand. Deze huishoudens kopen vaker op afbetaling, maar de hoogte van de leningen ligt lager dan voor de hoge en modale inkomens. Betalingsachterstanden komen regelmatig voor en de verklaring hiervoor is het feit dat binnen dit profiel een groot deel van het inkomen aan vaste lasten wordt besteed. Dit maakt dat een kleiner deel van het inkomen overblijft om te sparen en dit is terug te zien in de hoogte van de spaartegoeden. Een kleine tegenslag kan ervoor zorgen dat deze huishoudens in een problematische situatie terecht komen. b) Huishoudens in een problematische schuldsituatie Huishoudens in een problematische schuldsituatie hebben vaker een modaal of beneden modaal inkomen. De huishoudens met een modaal inkomen - vaak gezinnen met kinderen - hebben vaker afbetalingsregelingen en geen ruimte om te sparen. Dit komt terug in het grote aantal openstaande betalingsachterstanden en de lage bedragen op de spaarrekening. Het grootste deel van dit profiel bestaat uit huishoudens met een laag inkomen dat net toereikend is voor de noodzakelijke uitgaven. Vaak gaat het om alleenstaanden, zonder werk. Door de slechtere inkomenspositie van deze 5
Schuldhulpverlening loont!, N. Jungmann & R. van Geuns, Hogeschool Utrecht/Regioplan, 2011. 15
huishoudens verloopt het traject tussen het begin van een risico en het ontstaan van een problematische schuld sneller. Wanneer huishoudens maar net voldoende inkomsten hebben om iedere maand rond te komen, kan één onvoorziene rekening het begin van een schuldsituatie inluiden. Het zijn deze huishouden die niet in staat zijn tegenvallers op te vangen.
4.2 Katwijk Inwoners van Katwijk kunnen bij het Budget Informatie Punt van de gemeente Katwijk terecht voor hulp bij hun schulden. Het Budget Informatie Punt is onderdeel van de afdeling Samenleving. De activiteiten van het BIP omvatten het hele traject van de schuldhulpverlening. Het is een specialisme waarvoor sinds de start van het BIP in 2001 medewerkers worden ingehuurd. Sinds 2009 wordt de inkoop van de schuldhulpverlening aanbesteed. Hiernaast bestaan aanpalende voorzieningen zoals de Formulierenbrigade, Broodnodig en Grip op de Knip die preventief en ondersteunend worden ingezet. Als we de schuldhulpverlening in breder perspectief bekijken, zien we in Katwijk een samenwerking met vele netwerkpartners. Daarnaast is schuldhulpverlening onderdeel van het participatiebeleid. Het kan een voorwaarde zijn voor re-integratie op de arbeidsmarkt en als onderdeel van een traject worden ingezet. Schuldhulpverlening is flankerend beleid voor de uitvoering van de Participatiewet. De rest van dit hoofdstuk geeft een beeld van de activiteiten van de gemeente Katwijk op het gebied van schuldhulpverlening.
4.2.1 BIP (Budget Informatie Punt) Vanuit het BIP wordt een integrale aanpak gehanteerd met zowel preventieve als curatieve werking. In gemeente Katwijk is ervoor gekozen om volgens het onderstaande model schuldhulpverlening vorm te geven: Activiteit /product
Uitvoerder
-
BIP (gemeente Katwijk) (juli 2009-juli 2013 Westerbeek; juli 2013-heden Sociaal.nl Schuldsanering)
Preventie en voorlichting (o.a. budgetcursus) Aanmelding Crisisinterventie Adviesgesprek Integrale intake Stabilisatie Schuldregeling (minnelijk traject) Budgetbeheer Verzoek dwangakkoord/Wsnp Nazorg
- Budgetbegeleiding
Kwadraad (Maatschappelijk Werk)
Doelgroep Inwoners van Katwijk met een (dreigende) schuldenproblematiek, die niet als zelfstandige werkzaam zijn. Er geldt geen inkomensgrens voor schuldhulpverlening. Uitvoering De uitvoering wordt verricht conform de NVVK gedragscodes en richtlijnen. Dit is een eis geweest bij de aanbesteding. Ook de huidige aanbieder, Sociaal.nl Schuldsanering BV (verder te noemen Sociaal.nl), is lid van de NVVK. Er zijn diverse voordelen verbonden aan het lidmaatschap. Bijvoorbeeld:
16
Schuldeisers zijn eerder bereid om mee te werken aan een schuldsaneringstraject indien de bemiddelaar een NVVK-lid is. De NVVK volgt landelijke ontwikkelingen op schuldhulpverlening en budgetbeheer en zorgt dat haar leden hierover worden geïnformeerd. De NVVK onderhandelt met landelijke organisaties om te komen tot convenanten waarbij de belangen van de schuldenaren en schuldeisers zo goed mogelijk worden behartigd. De NVVK neemt deel aan het proces van certificering van de beroepsgroep. De leden van de NVVK worden op de hoogte gehouden van de actuele ontwikkelingen over dit onderwerp.
Het schuldhulpverleningstraject ziet er, kort omschreven, als volgt uit (zie bijlage 2 voor een uitgebreide beschrijving van de diverse onderdelen). Na aanmelding wordt het probleem van de schuldenaar geïnventariseerd. In deze fase wordt de totale schuldenlast opgemaakt en wordt gekeken naar het inkomen van de schuldenaar en of er mogelijkheden zijn om dit inkomen te vergroten. Hierbij wordt bekeken of er meer gewerkt kan worden en of de schuldenaar gebruik maakt van alle beschikbare inkomensondersteunende regelingen zoals zorg- of huurtoeslag. Eventueel kan geconstateerd worden dat een financieel probleem opgelost kan worden met slechts een advies aan de schuldenaar. Ook kan soms een betalingsregeling worden getroffen. Deze mogelijkheden doet zich vooral voor als de schuldenaar zich tijdig meldt en de schulden nog niet problematisch zijn. Zijn die mogelijkheden er niet, dan wordt een concrete oplossing gezocht voor het schuldenprobleem. Bij een schuldregeling bemiddelt de schuldhulpverlenende instantie tussen de schuldenaar en zijn schuldeisers om een minnelijke regeling van de totale schuldenlast te bewerkstelligen. De schuldenaar komt in aanmerking voor een minnelijke schuldregeling als hij in een problematische schuldsituatie verkeert. Hiervan is sprake als redelijkerwijs is te voorzien dat de schuldenaar niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of als hij heeft opgehouden te betalen. De schuldregeling geldt hiermee als het zwaarste instrument dat de schuldhulpverlening in het minnelijke traject ter beschikking staat, omdat een schuldregeling tegen finale kwijting wordt verleend. Van de schuldeisers wordt dus verwacht dat zij hun vordering op de schuldenaar voor een deel kwijtschelden. De schuldregeling verschilt hiermee van andere oplossingsmogelijkheden, zoals de betalingsregeling, omdat bij deze oplossingen volledige terugbetaling van het totale schuldenpakket het resultaat is. Als geen akkoord wordt bereikt, kan een wettelijk traject worden ingezet (Wsnp). De schuldregeling wordt om voornoemde reden alleen ingezet bij problematische schulden, zoals hierboven gedefinieerd. Enkele onderdelen van de huidige werkwijze van de NVVK (en het BIP) worden hieronder nader toegelicht. Vraaggericht (maatwerk) en aandacht voor stabilisatie. Een klant met een dreigend financieel probleem meldt zich. Na het aanmeldingsgesprek volgt een probleemanalyse (integrale intake). Op basis van de probleemanalyse wordt een plan van aanpak gemaakt. In dit plan is het samen met de klant oplossen van het probleem het uitgangspunt. Dit kan zijn met alleen een adviesgesprek, alleen schuldbemiddeling of het stabilisatietraject. Financiële rust en stabiliteit in het huishouden is het eerste doel. Vanuit de gerealiseerde stabiliteit stroomt de klant indien mogelijk en noodzakelijk door naar schuldbemiddeling. De stabiliteit zorgt voor een verhoogde kans op het slagen van het minnelijke traject. Uit de ervaringen is gebleken dat de combinatie van alle verschillende onderdelen van de methodiek de slagingskans van een schuldhulpverleningstraject vergroot. Inzet van budgetbeheer. Budgetbeheer wordt ingezet wanneer de klant tijdelijk niet in staat is het eigen inkomen te beheren. Hierbij kan o.a. worden gedacht aan mensen die moeite hebben om zich aan te passen aan een terugval in inkomen door bijvoorbeeld een scheiding. Klant moet in dat geval ‘leerbaar’ zijn om het inkomen uiteindelijk weer zelfstandig te beheren. Ook bij het stabiliseren van de schuldensituatie kan budgetbeheer een onderdeel zijn van het traject. Actieve inrichting van het proces van aanmelding tot intake zorgt voor minder uitval tijdens periode tot de intake (de klant wordt sneller uitgenodigd voor het eerste gesprek, er is meer
17
ondersteuning bij de aanvraag e.d.). Ook wordt de Formulierenbrigade ingeschakeld (zie onder 4.2.2). De wachttijd is verkort, waardoor klanten beter gemotiveerd blijven. De uitval in deze fase is klein. Er is met name sprake van uitval in de stabilisatiefase (25% in 2014). Dat is na de intake en vaststellen van het plan van aanpak en voor start van de daadwerkelijke regeling waarbij een poging wordt gedaan om tot een minnelijke schuldregeling te komen. Dit ligt onder meer aan afgenomen motivatie bij de klant. De klant werkt dan niet meer mee. Door middel van een pilot met groepsaanpak willen we deze uitval terugbrengen. Deze pilot willen we ontwikkelen met Sociaal.nl en Kwadraad (zie hoofdstuk 6). Aandacht voor netwerkontwikkeling/voorlichting met als doel goede samenwerking met organisaties in het veld. Om schuldhulpverlening te laten slagen is het van belang samen te werken en verbinding te zoeken. Hulpverleners kunnen elkaar aanvullen. Zo geeft het BIP regelmatig voorlichting bij netwerkpartners. Een ander voorbeeld is het project Grip op de Knip Katwijk dat, aanvullend op de professionele hulpverlening, werkt met vrijwilligers (maatjes) die een klant tijdens het vaak langdurige traject kunnen steunen, opdat zij het volhouden. Met de netwerkpartners is een goede samenwerkingsrelatie opgebouwd. In 2013/2014 is er geïnvesteerd in de contacten met netwerkpartners (verschillende maatschappelijke organisaties). Dit heeft er toe bijgedragen dat hulpverleners elkaar inmiddels goed weten te vinden, zodat zaken (zorg) zo nodig op elkaar kunnen worden afgestemd. Deze contacten zijn ook van belang met het oog op vroegsignalering van schuldensituaties. Net als in de voorafgaande periode zal het BIP blijven investeren in de netwerkontwikkeling.
Omvang Het BIP heeft een gemiddeld klantenbestand van 174 in 2012, 181 in 2013 en 190 in 2014. Het gemiddeld aantal klanten in traject loopt dus nog op.* Activiteit
2012
2103
2014
Aanmelding
217
224
169
Crisisinterventie
7
6
6
Eenmalig advies
78
43
28
Intake, inventarisatie, rapportage, dossiervorming
111
139
159
Budgetbegeleiding
19
11
7
100% betalingsregelingen/stabilisatie
37
69
111
Schuldregeling
37
26
114**
Schuldregeling geslaagd
12
12
6
Wsnp
17
9
77
Nazorg
38
10
93
Budgetbeheer
22
30
27
2
2
2
Budgetcursus (groepen)
* Omdat trajecten gemiddeld lang duren neemt het klantenbestand niet meteen af als het aantal aanmeldingen daalt. Voor de vergelijkbaarheid is nazorg in deze cijfers niet meegenomen, Sociaal.nl doet meer aan nazorg dan de vorige aanbieder, waardoor mensen langer in traject blijven. ** Dit cijfer is niet goed vergelijkbaar met de overige jaren; in de telling zijn ook tussentijdse wijzigingen en nieuwe voorstellen meegenomen. Er wordt naar gestreefd dit in 2015 op te lossen.
18
De cijfers van 2013 moeten met enige voorzichtigheid bekeken worden. Door de wisseling van aanbieder medio 2013 zijn de cijfers niet altijd te vergelijken. Er wordt soms net iets anders geregistreerd. Zo houdt bijvoorbeeld Sociaal.nl na alle afgesloten trajecten nazorggesprekken en meerdere nazorggesprekken per klant. Daardoor is het aantal bij nazorg vanaf 2014 hoger. Sociaal.nl heeft 75 dossiers overgenomen van Westerbeek. Hierdoor kunnen er dubbeltellingen zijn in het jaar 2013. Met de hierboven genoemde kanttekening kan toch geconcludeerd worden dat het aantal aanmeldingen afneemt, net als de eenmalige adviezen. De aanmeldingen zijn dus vaker problematische schulden, die niet meer met een advies kunnen worden opgelost. Verklaring hiervoor kan zijn dat inspanningen aan de voorkant, zoals Broodnodig, Grip op de Knip vruchten beginnen af te werpen. Het sluit ook aan bij de verklaring uit het landelijk onderzoek (zie 4.1) over de invloed van de campagnes van de afgelopen jaren. Daarnaast zijn er meer intakes en is vooral het aantal stabilisaties gestegen. Dit laatste is ook een landelijk beeld. Stabilisaties zijn meer en meer een noodzakelijke tussenstap maar soms ook het hoogst haalbare (hanteerbare schulden). Als indicator in de begroting is het slagingspercentage opgenomen, gedefinieerd als: aantal succesvol afgesloten trajecten ten opzichte van het aantal afgesloten trajecten. Kortom hoeveel procent van de klanten stroomt positief uit. In 2014 is dit 65% (68% in 2013). Zoals hierboven gesteld, is met name in de stabilisatiefase sprake van uitval. Het streven is dit percentage van positieve uitstroom geleidelijk te verhogen naar 72% in 2019. Onder meer het resultaat van de eerder genoemde pilot (zie verder H6) zou hiertoe kunnen bijdragen. In bijlage 2 staat omschreven wat de diverse werkzaamheden van de schuldhulpverlener van het BIP inhouden. Ervaringen overgangsperiode De aanbesteding voor het contract vanaf medio 2013 heeft een nieuwe opdrachtnemer opgeleverd, Sociaal.nl Schuldsanering. Hoewel de uitgangspunten van het beleid niet zijn veranderd, brengt een nieuwe aanbieder altijd veranderingen met zich mee. Elke uitvoerder heeft binnen de geldende richtlijnen een eigen werkwijze. Getracht is de overgang zo soepel mogelijk te laten verlopen, zodat het met name voor de klanten zo min mogelijk storing tot gevolg heeft. Beide aanbieders hebben zich hiervoor ingezet. Bij de overname van dossiers zijn afspraken gemaakt over een logisch knipmoment. In de tweede helft van 2013 zijn alle dossiers geleidelijk overgedragen. Daarnaast is het van belang de netwerkpartners te informeren over de overgang. Sociaal.nl heeft hiertoe met de partners contact gelegd. Ook is er een kennismakingsbijeenkomst georganiseerd, waar Sociaal.nl zich heeft voorgesteld en haar werkwijze uiteen heeft gezet. Zo is de basis gelegd voor een versterkte samenwerking in het netwerk. Vanuit het BIP/Sociaal.nl wordt een breed netwerk onderhouden van partners in het veld. Naast de al genoemde partners als Kwadraad, Broodnodig, Grip op de Knip, Formulierenbrigade, bestaat het netwerk uit een groot aantal organisaties waarmee in meerdere of mindere mate contacten zijn. Zonder compleet te willen zijn noemen we: diaconieën, De Binnenvest, De Brug, St. Financiële Dienstverlening, Stichting CAV, beschermingsbewindvoerders, GGD, Jeugd- en Gezinsteams, Teams Sociale Ondersteuning, Dunavie. Dit netwerk wordt structureel onderhouden. Met name bij wisseling van personeel vraagt dit de nodige aandacht.
4.2.2 Overige voorzieningen schuldhulpverlening gemeente Katwijk Formulierenbrigade In 2008 is de Formulierenbrigade opgericht. De Formulierenbrigade is een project met een tweeledig doel. Ten eerste krijgen klanten met een uitkering de kans om met scholing en begeleiding werkervaring op te doen. Doel is uit te stromen naar een reguliere baan. Daarnaast is de Formulierenbrigade er om het niet gebruik van regelingen voor minima tegen te gaan. Het team doet
19
een voorzieningencheck en helpt met het invullen van formulieren bij mensen die daar moeite mee hebben. Ze leren om het daarna zelf te doen. Ook helpt de Formulierenbrigade met het ordenen van de administratie (thuisadministratie), zodat mensen meer klaar zijn voor een traject bij het BIP. Voor de schuldhulpverlening via het BIP is de inzet van de Formulierenbrigade een preventieve activiteit. De Formulierenbrigade wordt gedeeltelijk gefinancierd vanuit het Participatiebudget (voormalig W-deel). Daarnaast worden werkzaamheden met behoud van uitkering verricht (I-deel; participatiebanen). In 2012 zijn 57 inwoners geholpen met de thuisadministratie, in 2013 en 2014 respectievelijk 85 en 70.6 Broodnodig Het project Broodnodig is op initiatief van Platform Kocon gestart in juni 2007. Inmiddels is het structureel ingebed en ondergebracht bij het Algemeen Maatschappelijk Werk (Kwadraad). Het project biedt ondersteuning aan kwetsbare inwoners bij financiële problemen en richt zich met name op klanten van de Voedselbank Katwijk en andere inwoners die bestaande wegen voor (financiële) ondersteuning niet kunnen vinden. Klanten worden op weg geholpen met informatie, advies en kortcyclische ondersteuning en begeleiding. Het project ontvangt subsidie via het Welzijnsprogramma. Naast het contact en de afstemming in de uitvoering is er halfjaarlijks beleids-/managementoverleg. Het aantal inwoners dat gebruik maakt van de Voedselbank is de afgelopen jaren toegenomen alsmede de complexiteit van de problematiek. Dit maakt dat ook de doelgroep van Broodnodig is gegroeid. Grip op de Knip De vrijwilligers van Grip op de Knip leveren een waardevolle bijdrage aan de schuldhulpverlening in Katwijk. De schuldhulpmaatjes begeleiden inwoners met financiële problemen. Dit doen zij onder meer in aansluiting op en afstemming met de professionele schuldhulpverlening bij het BIP. Vanwege het belang van de vrijwillige ondersteuning verleent de gemeente Katwijk subsidie voor de opleiding en certificering van de maatjes. Ook is er regelmatig contact en worden er voorlichtingsavonden gehouden. De inwoners ondervinden zo onder meer steun bij het voorsorteren en volhouden van een schuldregelingstraject. Ook met Grip op de Knip is er halfjaarlijks overleg naast de contacten van het BIP met de maatjes en de coördinator. In 2014 zijn 78 hulpvragen ontvangen, evenveel als in 2013. Aan het eind van 2014 waren 37 maatjes actief.
4.2.3 Samenhang uitvoering overige beleidsterreinen Participatiewet Schuldhulpverlening kan ingezet worden als middel voor het realiseren van de doelstellingen binnen het re-integratiebeleid van de Participatiewet. Schuldproblemen kunnen een belemmering vormen voor de participatie. De medewerker van het BIP heeft bij klanten met een gemeentelijke uitkering contact met de medewerker van het team Werk en Inkomen om een en ander af te stemmen. Verder wordt voor de kosten van beschermingsbewind bijzondere bijstand verstrekt. Het aantal gevallen van onderbewindstelling is de laatste jaren toegenomen, in 2014 met 30% (91 toekenningen, € 155.000). Vaak is dit blijvende ondersteuning. Dit is ook landelijk aan de orde en wordt momenteel door het ministerie van SZW onderzocht. Wmo 2015 De samenhang met de Wmo 2015 is de deelname aan het maatschappelijk leven van kwetsbare groepen in de samenleving. Ook hier kan schuldenproblematiek een belemmering vormen voor deze deelname. Daarnaast is voor inwoners met schulden ook de inzet van het VIP (Vrijwilligers Informatie Punt) van belang. Door vrijwilligerswerk kunnen zij weer deelnemen aan de maatschappij en een stap richting werk zetten.
6
http://www.katwijk.nl/nieuws/bericht/burgerjaarverslag-2014/ 20
Teams Sociale Ondersteuning (teams SO) Zoals eerder beschreven zijn in Katwijk teams Sociale Ondersteuning opgericht. Deze teams zijn gebiedsgericht en multidisciplinair van opzet. In september 2015 gaan team Rijn en Team Zee van start. In de komende jaren is het streven om te komen tot een intensieve samenwerking met de teams SO. Deze teams zouden een belangrijke bijdrage kunnen leveren in de vroegsignalering van financiële problemen. Dit betekent dat de teams SO vanuit het BIP worden geïnformeerd over de werkwijze van schuldhulpverlening en waar nodig kunnen zij advies krijgen vanuit het BIP. Daarnaast is schuldhulpverlening soms onderdeel van de integrale hulpverlening die vanuit de teams SO wordt gecoördineerd. Informatie-uitwisseling en het onderhouden van contact is van belang voor een goede samenwerkingsrelatie. Openbare geestelijke gezondheidszorg Het convenant voorkomen huisuitzettingen is een voorbeeld van samenhang tussen schuldhulpverlening en het beleidsterrein (Openbare) geestelijke gezondheidszorg. Het Regionaal Kompas ZHN is de uitvoeringsagenda behorend bij de beleidsvisie voor de Verslavingszorg en de Maatschappelijke opvang in Zuid-Holland Noord. Eén van de doelen van het eerste Regionaal Kompas was dat het aantal huisuitzettingen van kwetsbare groepen in de regio als gevolg van huurschulden eind 2013 met 75% is teruggebracht ten opzichte van 2008. Doel was tot een sluitende lokale aanpak te komen. Een lokaal convenant is opgesteld, waarin afspraken staan tussen partijen om huisuitzettingen terug te dringen en te voorkomen. Hieraan werken mee: Dunavie, GGD (Meldpunt Zorg en Overlast) en de gemeente (afdeling Samenleving/BIP). Het convenant is medio 2012 door deze partijen getekend. Ten tijde van het schrijven van dit beleidsplan wordt een evaluatie van het convenant uitgevoerd. De verwachting is dat de evaluatie in het najaar van 2015 aan college en raad wordt aangeboden. Daarnaast heeft het bestuurlijk overleg OGGZ (Openbare Geestelijke Gezondheidszorg) een advies uitgebracht aan de gemeenten in de regio Zuid-Holland Noord over hoe te handelen bij dreigende energie-afsluitingen (proefperiode winter 2011-2012). De gemeente Katwijk/het BIP handelt conform deze regionale werkwijze. Hier wordt samengewerkt met het Meldpunt Zorg en Overlast van de GGD. In 2014 is deze werkwijze geëvalueerd. Naar aanleiding van de evaluatie is een vernieuwde werkwijze opgesteld per oktober 2014. Er geldt nu een minimum bedrag van twee maanden achterstand en men richt zich op huishoudens met kinderen en alleenstaande 75-plussers. Hiermee worden de meldingen meer beperkt tot de zorgelijke signalen. Binnen de keten van de OGGZ heeft signalering van dreigende energieafsluitingen een preventief karakter (vroeg signaleren van multi-problematiek). Zorgoverleg / Meldpunt Zorg en Overlast Een ander voorbeeld is het Zorgoverleg Katwijk. Hierin vindt multidisciplinaire afstemming plaats voor wat betreft de dienstverlening aan sociaal kwetsbare mensen met zorg mijdend gedrag. Schulden maken vaak deel uit van de problematiek. Het Zorgoverleg Katwijk is aangesloten bij het regionaal werkende Meldpunt Zorg en Overlast (GGD).
Actiepunten - Breed netwerk blijvend onderhouden. - Zorgen voor aansluiting bij de teams SO door geven van voorlichting, uitwisselen van relevante informatie, meedenken, opbouwen en onderhouden van contact.
21
5 Wacht- en doorlooptijd De wacht- en doorlooptijd zijn specifiek opgenomen in de Wgs. Vanuit deze wet worden aan de gemeenten eisen gesteld met als doel de wachttijden te verminderen. In Katwijk waren de wachttijden bij de invoering van de Wgs al kort. Wachttijd Onder wachttijd verstaan we de periode die ligt tussen het eerste contact (aanmeldgesprek) met de klant en het intakegesprek. Het intakegesprek is het gesprek met de klant waarin de hulpvraag wordt vastgesteld. Op grond van de Wgs bestaat een maximale wachttijd (artikel 4, leden 1 en 2). De maximale wachttijd bedraagt vier weken. De gemeente heeft dus vier weken de tijd om een intakegesprek te voeren met de schuldenaar. In geval van een crisissituatie is dat drie werkdagen. Van een crisissituatie spreken we bij gedwongen woningontruiming, beëindiging van de levering van gas, elektra of water of opzegging dan wel ontbinding van de zorgverzekering. Het BIP Katwijk hanteert kortere wachttijden voor de aanmelding. Ons streven is dat de aanmelding binnen één week plaatsvindt. In een crisissituatie is dat binnen 24 uur. Voor de intake geldt de maximale tijd uit de Wgs van vier weken (drie werkdagen bij crisis). Wat willen we bereiken? Geen wachtlijst: - 85 % van de aanmeldgesprekken vindt plaats binnen één week. Gezien de resultaten kan dit verhoogd worden naar 90%. - De maximale wachttijd voor het intakegesprek is vier weken (90%). Bij een crisissituatie: - 90 % binnen 24 uur aanmeldingsgesprek. - De maximale wachttijd is drie werkdagen. In de praktijk blijkt 100% binnen één week/vier weken niet haalbaar. Soms kan of wil de klant niet eerder een afspraak maken of zijn er feestdagen die de termijn verkorten. Met de aanbieder zijn afspraken gemaakt over bovengenoemde doelstellingen. Een wachtlijst mag niet ontstaan. We spreken van een wachtlijst als het intakegesprek niet binnen vier weken na de eerste melding kan worden ingepland. De streefpercentages worden gemonitord. Wacht- en doorlooptijd Binnen 1 week aanmeldgesprek Intakegesprek binnen vier weken
2012
2013
2014
59%
91%
96%
82%
83,5% (1e helft)
85%*
* Dit is een schatting; bij Sociaal.nl is dit niet zichtbaar in het systeem; er wordt aan gewerkt om dit vanaf 2016 mogelijk te maken. In 2014 was geen wachtlijst voor de intake; de gemiddelde wachttijd voor een intake is twee weken.
Een crisissituatie komt weinig voor en er wordt altijd direct actie ondernomen.
22
Doorlooptijd De Wgs bepaalt dat de gemeente inzicht geeft in de doorlooptijd van het aanmeldgesprek tot het bereiken van het resultaat (artikel 4 lid 3). Dit betekent dat de klant inzicht moet hebben in de doorlooptijd van een traject. Dit is niet een standaard aantal weken, dit zal per klant verschillen (maatwerk). Belangrijk is dat de klant weet wat hij kan verwachten en weet wat hij zelf moet doen om de doorlooptijd te behalen. In de werkafspraken met de aanbieder is opgenomen dat de doorlooptijd van het traject met de klant wordt doorgenomen. De klant moet inzicht hebben in het aantal weken dat het traject in beslag zal nemen. Dit is overigens ook opgenomen in de richtlijnen van de NVVK. Het is onderdeel van de huidige werkwijze van het BIP. In de intakefase worden de doorlooptijden besproken en afspraken gemaakt die in het schuldhulpverleningsplan worden vastgelegd.
Actiepunt - De wacht- en doorlooptijd blijven monitoren.
23
6 Preventie Preventie is voorkomen dat er problemen ontstaan door van te voren in actie te komen. Het doel van schuldpreventie is het voorkomen van financiële problemen en daarmee ook te voorkomen dat er belemmeringen voor participatie en/of maatschappelijke kosten ontstaan. We definiëren schuldpreventie als volgt7: Schuldpreventie is een mix van maatregelen, activiteiten en voorzieningen die er op gericht zijn dat mensen financieel vaardig worden en zich zo gedragen dat zij hun financiën op orde houden. Vanuit het BIP doen we op verschillende manieren aan preventie. Hieronder een opsomming van de preventieve maatregelen die in Katwijk vanuit het BIP worden ingezet. Kennis en vaardigheden aanleren - Informatie en advies Soms is het geven van informatie en advies voldoende om een klant op weg te helpen. De klant wordt bijvoorbeeld geleerd hoe hij een betalingsregeling kan treffen met een schuldeiser. De klant kan voorbeeldbrieven meekrijgen. Het BIP heeft een spreekuur voor korte vragen en is elke werkdag telefonisch te bereiken voor informatie en het maken van een afspraak. - Budgetcursus Twee keer per jaar organiseert het BIP een budgetcursus. Deze bestaat uit acht groepsbijeenkomsten van twee uur. Deze training is gericht op: bewustwording, inzicht in financiën, inkomsten en uitgaven, vaardigheden tot het opstellen van een begroting, omslag van korte termijn denken naar lange termijn denken, communiceren met schuldeisers, kennis van administratie. Ook inwoners die (nog) geen problematische schulden ervaren, kunnen zich aanmelden. Daarmee wordt deze training ook ingezet als preventief instrument. De laatste jaren wordt het aantal deelnemers aan de budgetcursus minder. Er is nagedacht hoe we de cursus beter kunnen laten aanslaan. Zo hebben we de datum eerder vastgelegd en meer ruchtbaarheid aan de training gegeven. Toch is de laatste cursus van 2014 voortijdig afgebroken. Er waren voldoende aanmeldingen, maar bij de start verscheen er geen enkele deelnemer. Dit heeft ertoe geleid te zoeken naar een andere, effectievere vorm van preventie inzet. Ook omdat, zoals eerder in hoofdstuk 4 beschreven, er sprake is van relatief veel uitval in de periode vanaf de intake (25%), wordt gedacht aan een combinatie van budgettraining en groepscoaching. Het idee is om hiervoor een pilot te ontwikkelen. Omdat Sociaal.nl de budgettraining geeft en Kwadraad de budgetcoaching willen we de pilot met deze organisaties opzetten. Tevens willen we daarbij de aansluiting maken met de Teams SO in de wijken. - Voorlichtingsbijeenkomsten Regelmatig wordt voorlichting gegeven door het BIP over schuldhulpverlening en de werkwijze van het BIP. Vaak is dit bij netwerkpartners, intermediairs. Soms is dit op aanvraag, soms neemt het BIP het initiatief. De voorlichting is ook van belang voor de vroegsignalering. We willen kijken of we een soortgelijke voorlichtingsbijeenkomst ook voor inwoners kunnen organiseren. - Vroegsignalering Vroegsignalering van schuldenproblematiek is een belangrijke vorm van preventie. Doel is schulden tijdig te signaleren zodat deze, voordat zij problematisch worden, aangepakt kunnen worden. Door tijdig in te grijpen wordt voorkomen dat mensen dieper in de problemen komen. Er zijn verschillende instellingen, organisaties en hulpverleners die signalen kunnen ontvangen. Om vroeg te kunnen signaleren, moeten de betrokkenen bewust zijn waar men op moet letten. Het niet openen van de post is bijvoorbeeld één van de signalen. Door medewerkers van betrokken organisaties te scholen in het herkennen van de signalen en hen goed te informeren over waar zij 7
Schuldpreventiewijzer, februari 2011, N. Jungmann en F. van Iperen, MOgroep, NVVK, VNG, Divosa, Nibud. 24
-
-
terecht kunnen met de signalen, wordt de vroegsignalering versterkt. Door middel van de hierboven genoemde voorlichtingsbijeenkomsten die de medewerkers van het BIP organiseren voor de netwerkpartners wordt hieraan gewerkt. Ook de afspraken in het kader van convenanten, zoals het convenant voorkomen huisuitzetting, helpen daarbij. Een huurachterstand is een duidelijk signaal en heeft een voorspellende waarde voor het ontstaan van financiële problemen. Samen met een outreachende werkwijze (huisbezoek) wordt een tijdige aanpak van problemen bevorderd (zie 4.2.3). Verder is de verwachting dat de Teams SO die werken vanuit de wijken een bijdrage zullen leveren in de vroegsignalering. De medewerkers van deze teams zullen in het contact met burgers in staat gesteld moeten worden om beginnende financiële problemen te herkennen en te signaleren. Dit vraagt om sensitiviteit bij deze teams als het gaat om het herkennen van financiële problemen. In de Teams SO zijn de volgende organisaties vertegenwoordigd: Kwadraad (AMW), MEE, Welzijnskwartier en de gemeente (Zorg, Werk en Inkomen). Dit betekent dat al veel kennis op het gebied van financiën en schuldproblemen aanwezig is. Toch kan de schuldhulpverlening hierbij ondersteunen door voorlichting te geven en mee te denken (bijvoorbeeld over specifieke vragen die opgenomen kunnen worden in intakeprotocollen). Hulp Formulierenbrigade Via de Formulierenbrigade kunnen mensen hulp krijgen bij het invullen van formulieren en leren zij om het formulier de volgende keer zelf in te vullen. Via een voorzieningencheck worden mensen gewezen op financiële regelingen. Ook kunnen mensen hulp krijgen bij het ordenen van de administratie, waarbij ze, indien mogelijk, leren dit voortaan zelf te doen. De Formulierenbrigade werkt vanuit diverse locaties in de wijken en gaat zo nodig op huisbezoek. Vanaf september 2015 gaan de brigadiers ook als gastheer/vrouw optreden bij de teams SO. Voorlichting/budgetlessen op scholen Sociaal.nl heeft een lesprogramma dat ingezet kan worden op middelbare scholen. Vanwege onvoldoende respons van de scholen, is dit door Sociaal.nl nog niet ingezet. Wel is in 2014 in samenwerking met het Welzijnskwartier twee keer voorlichting en begeleiding aan jongeren gegeven. Dit willen we doorontwikkelen en voor de komende jaren kijken hoe we voorlichting aan jongeren op een effectieve wijze vorm kunnen geven.
Gedragsverandering - Budgetbegeleiding/budgetcoaching De klant krijgt inzicht in zijn budget en leert zelf zijn budget beheren. De hulpverlener coacht de klant daarin. De klant leert op een verantwoorde manier met geld om te gaan. Doel is het verkrijgen van inzicht in de inkomsten en uitgaven, het voeren van een overzichtelijke administratie en het afstemmen van de uitgaven op het beschikbare budget. Er wordt ook gewerkt aan gedragsverandering. Zo wordt voorkomen dat de klant in de toekomst nieuwe schulden maakt. De indicatie hiervoor wordt door het BIP gegeven. De budgetbegeleiding wordt uitgevoerd door Kwadraad. Met de eerdergenoemde pilot zal een deel van de coaching groepsgewijs worden ingezet.
Actiepunten - Opzetten pilot groepsaanpak in de wijk met Sociaal.nl en Kwadraad. - Zoeken naar effectieve wijze van voorlichting aan jongeren. - Mogelijk organiseren van voorlichtingsbijeenkomst voor inwoners.
25
7 Kwaliteit De Wgs geeft de gemeente de wettelijke taak om toe te zien op de kwaliteit van de schuldhulpverlening. In het beleidsplan moet worden aangegeven welke maatregelen de gemeente neemt om de kwaliteit te borgen van de wijze waarop de schuldhulpverlening wordt uitgevoerd. Bij de aanbesteding van de schuldhulpverlening van het BIP zijn eisen gesteld aan de kwaliteit van de aanbieder. Dit betreft de technische bekwaamheid. Dit is aangetoond met referenties van soortgelijke opdrachten. Daarnaast een beschrijving hoe de kwaliteit van de dienstverlening gewaarborgd wordt (kwaliteitskeurmerk en borging van kwaliteit en continuïteit van het personeel). Er dient een privacyen klachtenreglement te zijn. Sociaal.nl Schuldsanering, de huidige aanbieder, heeft aan deze eisen voldaan. Kwaliteitsborging Kwaliteit van het proces Sociaal.nl Schuldsanering zorgt voor monitoring van de kwaliteit van het proces via een klantvolgsysteem. Dit systeem dient als basis voor rapportages. Per kwartaal wordt een rapportage opgeleverd en vindt een overleg plaats waarin de gemeente deze rapportages bespreekt met Sociaal.nl. In het klantvolgsysteem worden alle doorlooptijden vastgelegd. Wekelijks wordt de voortgang van de processen bewaakt waardoor direct kan worden bijgestuurd. De monitoring draagt bij aan een continu proces van kwaliteitsborging en –verbetering. Kwaliteit van de dienstverlening Onder de kwaliteit van de dienstverlening vallen de klantbejegening en de inhoud van het proces. Van belang is de kwaliteit van de medewerkers. De medewerkers die worden ingezet hebben minimaal HBO niveau en ervaring met de werkzaamheden. Elke medewerker bij Sociaal.nl volgt een scholingsen ontwikkelprogramma (basisopleiding, werkbegeleiding, coaching, intervisie, bijscholing). Dit is een continu proces. Verder houdt Sociaal.nl periodiek klanttevredenheidsonderzoeken onder haar klanten. Ook het eerder genoemde lidmaatschap van de NVVK geldt als een kwaliteitskenmerk. Sociaal.nl is lid van de NVVK en werkt volledig volgens de richtlijnen en gedragscode van de NVVK. Daarnaast zijn de organisatie en het merendeel van de medewerkers gecertificeerd volgens de NEN-8048 norm. Kwaliteitsmanagement is onder andere een verplicht toetsonderdeel van de certificering. De kwaliteit blijft gewaarborgd door het verplicht deelnemen aan audits. In de afgelopen jaren zijn weinig klachten voorgekomen. Jaar
2012
2013
2014
Aantal klachten
2
1
1
26
8 Middelen De middelen voor schuldhulpverlening bestaan uit een deel van de uitkering van het rijk aan het gemeentefonds. De uitkering aan het gemeentefonds is niet vormgegeven in een zogenaamde doeluitkering en de gemeente is daarom vrij om zelf te bepalen welke gelden beschikbaar worden gesteld aan schuldhulpverlening. In de jaren 2013 (eenmalig) en 2014 (structureel) zijn door de rijksoverheid extra middelen toegevoegd aan het gemeentefonds in het kader van de bestrijding van armoede en schulden. In Katwijk zijn deze middelen ook voor dit doel ingezet. De extra middelen voor de onderdelen van schuldhulpverlening zijn in de begroting verwerkt. De verantwoording vindt plaats via de Planning & Control-cyclus (P&C-cyclus). De concept begroting 2016 levert het volgende overzicht op: Beschikbare middelen Structurele gemeentelijke middelen schuldhulpverlening - Diensten door derden (Sociaal.nl/Kwadraad) - Subsidies WZP (Kwadraad/Broodnodig; Grip op de Knip) Totaal
2016
2017
2018
2019
164.200
177.200
177.200
177.200
108.900
108.900
108.900
108.900
273.100
286.100
286.100
286.100
Blik naar de toekomst De verwachtingen in den lande over het beroep op schuldhulpverlening in de komende jaren lopen uiteen. Over het algemeen verwacht men dat het aantal mensen met schulden nog zal stijgen.8 In Katwijk kan dit zich ook voordoen (het blijft een open einde regeling), ook al is het aantal aanmeldingen in 2014 afgenomen. In 2014 was sprake van een kleine onderbenutting van het budget. Het effect van de inzet van de teams Sociale Ondersteuning in de wijken op het aantal trajecten schuldhulpverlening is nog niet bekend. De laagdrempeligheid zou in de beginperiode voor meer vraag kunnen zorgen, ook op het gebied van schuldhulpverlening. Hetzelfde geldt voor de gevolgen van extramuralisering, meer mensen gaan zelfstandig wonen en worden verondersteld hun eigen huishouden te voeren. De druk op het budget komt echter ook van de aantallen die in traject zitten. Dit aantal blijft nog stijgen. Zoals hiervoor aangegeven, willen we met extra inzet op de voorkant de uitval verminderen (pilot; vooralsnog budgetneutraal). Een stijging van de uitgaven kan dan voortkomen uit een procentueel groter beroep op de schuldregeling, daar dit het duurste traject is. Mocht zich in Katwijk een dergelijke stijging voordoen, dan zal het budget op enig moment niet toereikend zijn. Dit wordt dan meegenomen in de P&C-cyclus.
8
Jaarverslag NVVK, 2014, NVVK, Den Haag. 27
Bijlage 1 Begrippen en afkortingen BEGRIPPEN Aflossingscapaciteit: het bedrag dat de schuldenaar dient af te dragen voor de aflossing van zijn schulden. De aflossingscapaciteit wordt vastgesteld door het inkomen te verminderen met het voor de schuldenaar vastgestelde Vrij te laten bedrag. Beschermingsbewind/bewindvoering: Bewindvoering is een voorziening die bedoeld is voor mensen die door hun lichamelijke of geestelijke situatie of vanwege een problematische schuldensituatie problemen hebben met hun financiële administratie en/of het omgaan met geld. Het bewind is erop gericht misbruik van hen te voorkomen. Budgetbeheer: Het geheel van activiteiten in het kader van het beheren van het inkomen van de klant en het overeenkomstig het vastgestelde budgetplan verrichtten van betalingen voor de klant. Budgetcoaching/budgetbegeleiding: Het aanleren van kennis en vaardigheden zodat de klant in de toekomst blijvend zijn financiën zelfstandig kan beheren (financiële zelfredzaamheid). Hoeveel gesprekken hiervoor nodig zijn hangt van de persoonlijke situatie en het kennisniveau van een klant af. Het kan individueel of in groepsverband plaatsvinden. Financieel beheer: het beheren van de ten behoeve van de schuldeisers gereserveerde gelden door het openen van een rekening bij de schuldregelende instelling of een daartoe aangewezen financiële instelling. Minnelijk traject: De schuldenaar is verplicht om vooraf aan het wettelijke traject om er alles aan te doen om de schulden minnelijk te regelen. Het woord minnelijk geeft aan dat de schulden in den minne worden geregeld met de schuldeisers. De schuldhulpverlener doet bij de schuldeisers een voorstel waarin staat welk bedrag maandelijks kan worden afgelost voor een periode van 36 maanden. De hoogte van dit bedrag wordt berekend volgens landelijke normen. Gewaarborgd wordt dat de schuldenaar een inkomen op of rond het bijstandsniveau behoudt. Extra inkomsten moeten worden aangewend ter aflossing. Indien er binnen deze periode sprake is van inkomensstijging of inkomensdaling, wordt het aflossingsbedrag aangepast. Moratorium: afkoelingsperiode, waarin schuldeisers alle invorderingsmaatregelen opschorten. Problematische schuldsituatie: Definitie NVVK: de situatie waarin van een natuurlijke persoon redelijkerwijs is te voorzien dat hij niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden, of waarin hij heeft opgehouden te betalen. Schuldregelende instelling: een lid van de NVVK. Schuldregeling: bij een schuldregeling bemiddelt de schuldregelende instelling tussen de schuldenaar en zijn schuldeisers om een minnelijke regeling van de totale schuldenlast te bewerkstelligen. Schuldregelingsovereenkomst: een overeenkomst waarin de rechten, verplichtingen en voorwaarden van de schuldenaar en het lid van de NVVK ten behoeve van de schuldregeling zijn opgenomen. Totale schuldenpositie: alle achterstallige betalingsverplichtingen inclusief rente en kosten. Vrij te laten bedrag (VTLB): het volgens de norm berekende bedrag dat de schuldenaar nodig heeft voor de betaling van zijn kosten van levensonderhoud en zijn vaste lasten. Wettelijk traject: Het wettelijke traject is de uitvoering van de Wet schuldsanering natuurlijke personen. De gemeente geeft de Wsnp-verklaring af. Vervolgens bepaalt de rechter of de persoon in aanmerking komt voor een wettelijke schuldsanering. Het traject van de wettelijke schuldenregeling duurt gemiddeld 3 tot 5 jaar. Een bepaald percentage van de totaalschuld wordt hiermee aan de schuldeisers betaald. Een aangewezen bewindvoerder draagt zorg voor de belangen van de schuldeisers, of zorgt dat de aflossing plaatsvindt. Alle post gaat direct naar de bewindvoerder.
28
AFKORTINGEN
AMW BIP IMK JGT NVVK OGGZ P&C-cyclus Pw Team SO VIP VTLB Wgs Wmo 2015 Wsnp Wsw Wajong
Algemeen maatschappelijk werk Budget Informatie Punt Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf Jeugd- en Gezinsteam Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet Openbare Geestelijke Gezondheidszorg Planning & Control-cyclus Participatiewet team Sociale Ondersteuning Vrijwilligers Informatie Punt Vrij te laten bedrag Wet gemeentelijke schuldhulpverlening Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 Wet schuldsanering natuurlijke personen Wet sociale werkvoorziening Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten
29
Bijlage 2 Werkzaamheden BIP Caseload
De klanten zijn opgenomen in schuldhulpverlening en of budgetbeheer. De meeste klanten in budgetbeheer aken ook gebruik van schuldhulpverlening. De schuldhulpverlener is aanspreekpunt voor de klant, schuldeisers, hulpverleners en andere betrokkenen. De volgende werkzaamheden worden verricht: Aanmelding Aanmeldingen komen binnen via telefoon, e-mail, brief of spreekuur. Er volgt een kort aanmeldgesprek. Tijdens dit gesprek wordt informatie verstrekt over schuldhulpverlening. De klant en zijn vraag staan hierbij centraal. De schuldhulpverlener geeft tijdens de aanmelding direct advies zodat de klant meteen een aantal acties kan ondernemen, zoals het openen van een nieuwe bankrekening of het aanvragen van landelijke- en gemeentelijke voorzieningen. Er vindt een beoordeling plaats of er sprake is van een acute noodsituatie, zoals een dreigende ontruiming of afsluiting van gas en elektriciteit. Indien hiervan sprake is, onderneemt de schuldhulpverlening direct actie. De klant ontvangt een aanvraagformulier. Eventueel wordt de klant aangemeld bij de formulierenbrigade als ondersteuning bij het invullen gewenst is. Na ontvangst van de aanvraag wordt een intakegesprek gepland. Integrale intake In de probleemanalyse verzamelt de schuldhulpverlener alle benodigde informatie en gegevens. Op basis van deze informatie wordt een plan van aanpak gemaakt. In dit plan worden alle stappen beschreven die nodig zijn om te komen tot een duurzame oplossing van de problemen. Doel van een integrale intake is om inzicht te verkrijgen in de financiële situatie en de eventuele samenhang met immateriële problemen. Tevens wordt onderzocht of de klant voldoende in staat is om het schuldhulpverleningstraject in te gaan. Een intake resulteert in een inventarisatie van de schulden, indien mogelijk een berekening van het vrij te laten bedrag (aflossing), een inschatting van de psychosociale problematiek en een plan van aanpak. In dit plan van aanpak wordt onder andere meegenomen welke andere hulpverlening ingezet zal moeten worden om de eventuele achterliggende problemen aan te pakken, zoals verslavingszorg of maatschappelijk werk. De klant krijgt inzicht in de (on)mogelijkheden en doorlooptijden. Informatie en Advies Deze module houdt in dat een persoon met een financiële hulpvraag een gesprek aan kan gaan over de situatie. Tijdens dit gesprek wordt informatie en advies verstrekt. Soms kan een klant op weg geholpen worden met een brief naar de schuldeisers om daarna zelfstandig verder te kunnen. Vooral huishoudens waar de situatie nog niet problematisch is kunnen met informatie en advies worden geholpen. Ook kan het een verwijzing inhouden naar diverse hulpverlening (o.a. beschermingsbewind), met name wanneer stabilisatie binnen vier maanden niet haalbaar is. Als de klant (bijna) stabiel is, kan opnieuw worden aangemeld. Crisisinterventie Doel van de crisisinterventie is om ontruiming of afsluiting te voorkomen om vervolgens de schuldhulpverlening op te starten. Het is van groot belang dat de crisis in goed overleg met de lokale en regionale crediteuren wordt
30
opgelost. Daarna volgt meestal eerst een stabilisatietraject. Stabilisatietraject De kern van het integrale schuldhulpverleningsbeleid wordt gevormd door het stabilisatietraject. De financiële situatie wordt eerst duurzaam gestabiliseerd. Pas als er rust, overzicht en inzicht is, wordt indien mogelijk overgegaan tot het regelen van de schulden. Het kan dus zijn dat een bepaalde groep hulpvragers niet verder gaan naar een vervolgtraject. Binnen het stabilisatietraject kunnen de volgende zaken worden aangeboden: Inkomensreparatie Budgetbeheer Beschermingsbewind Budgetbegeleiding/coaching Betalingsregelingen Flankerende hulp Schuldregeling De schuldhulpverlener bemiddelt tussen de schuldeisers en de klant met als doel een schuldregeling tot stand te krijgen voor maximaal 36 maanden tegen finale kwijtschelding. De schuldregeling is pas rond indien alle schuldeisers akkoord gaan met het voorstel. Indien enkele schuldeisers niet akkoord gaan met de regeling, vraagt de schuldhulpverlener in een aantal gevallen een dwangakkoord aan bij de rechtbank. Hercontrole/nazorg Elk jaar of na elke financiële wijziging zal er een hercontrole plaatsvinden. Tijdens deze hercontrole zal er gekeken worden of de klant zich aan alle verplichtingen heeft gehouden, hoeveel er gereserveerd is voor de schuldeisers en zal er een nieuwe berekening worden gemaakt worden van de aflossing. Gedurende het hele schuldentraject (gemiddeld 3 jaar) zal de schuldhulpverlener de klant motiveren en stimuleren om aan de oplossing voor de schuldenproblematiek te (blijven) werken. In nazorg wordt contact gehouden met alle klanten die uitstromen. Hierbij wordt indien nodig advies gegeven of doorverwezen om te voorkomen dat de persoon opnieuw in een schuldensituatie terecht komt. Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) Indien het minnelijke schuldentraject niet tot stand kan komen, door bijvoorbeeld schuldeisers die niet akkoord zijn gegaan met het bemiddelingsvoorstel, zal de schuldhulpverlener een verzoekschrift opstellen en indienen bij de rechtbank. Budgetbegeleiding Tijdens de schuldhulpverlening zal de klant indien nodig budgetbegeleiding ontvangen. Door middel van budgetbegeleiding leert de klant zelf zijn budget beheren. De hulpverlener coacht de klant daarin. De klant leert op een verantwoorde manier met geld om te gaan. Doel is het verkrijgen van inzicht in de inkomsten en uitgaven, het voeren van een overzichtelijke administratie en het afstemmen van de uitgaven op het beschikbare budget. Er wordt ook gewerkt aan gedragsverandering. Zo wordt voorkomen dat de klant in de toekomst nieuwe schulden maakt. Klanten met een indicatie voor budgetbegeleiding worden vanuit het BIP aangemeld bij het AMW via een warme overdracht. Budgetbeheer Budgetbeheer is een op maat gesneden dienst om mensen te ondersteunen bij het voorkomen/oplossen van financiële problemen, met behoud van de eigen verantwoordelijkheid. Doel is eerst rust te creëren in een
31
onoverzichtelijke situatie van schulden. Wanneer de schulden worden aangepakt, kan de klant zijn overzicht in zijn reguliere financiële huishouding leren terug te krijgen. Het creëren van nieuwe schulden wordt voor de klant beperkt en schuldeisers zijn verzekerd van (door)betaling van de lopende termijnen. Budgetbeheer is vaak in combinatie met schuldhulpverlening, maar kan ook preventief worden ingezet of in combinatie met de Wsnp. Voorlichting
Door preventie en voorlichting worden nieuwe financiële probleemsituaties voorkomen en mensen met financiële problemen gewezen op de mogelijkheden om hun situatie op te lossen. Het gaat zowel om voorlichtingsbijeenkomsten als het preventief inzetten van instrumenten als budgetbeheer. Er zijn meerdere voorlichtingsbijeenkomsten per jaar. Dit kan ook op verzoek. Er is foldermateriaal beschikbaar. Speciale aandacht gaat uit naar de doelgroep jongeren (budgetvoorlichting op scholen).
Budgetcursus
Twee keer per jaar geven de schuldhulpverleners de budgetcursus “Uitkomen met inkomen”. Het doel is om tijdens acht bijeenkomsten de deelnemers inzicht te laten krijgen in hun uitgaven patroon en te leren rondkomen met het inkomen.
Spreekuren
Het BIP houdt 1 keer per week spreekuur in het gemeentehuis van Katwijk. Klanten en inwoners kunnen hier zonder afspraak terecht voor informatie over geldzaken. Verder is het BIP tijdens kantooruren telefonisch bereikbaar.
Netwerkontwikkeling Hier gaat het om ondersteunende activiteiten zoals overleggen en maken van werkafspraken met instanties.
32