Beleidsplan erfgoedconvenant stad Antwerpen 2005-2008
LOGO’S Stad, MBE, EgcA
INHOUDSTAF EL
Missie Erfgoedcel Antwerpen Voorwoord 1. Het traject 1.1. Inleiding 1.1.1. Erfgoeddecreet 1.1.2. Cultuurbeleidsplan 1.2. Erfgoedconvenants 1-5 1.3. Beleidsplan en decretaal erfgoedconvenant 2. Antwerpen, een rijke erfgoedstad 2.1. Inleiding 2.2. Antwerpen, de plek, het werkterrein 2.2.1. Geografie 2.2.2. Een concentrische stad 2.2.2.1. Structuur 2.2.2.2. Geschiedenis 2.2.2.3. De stad Antwerpen in een bredere context 2.2.2.4. De stad Antwerpen in een engere context 2.2.3. Grootstedelijke aspecten 2.2.4. De districten 2.2.5. Bestuurlijke structuren 2.2.5.1. Stadsbestuur 2.2.5.2. Districtsbesturen 2.2.5.3. Provinciebestuur 2.2.6. Antwerpen een culturele stad 2.2.6.1. Overzicht van wat er is: theater, film, dans, letteren, beeldende kunsten, architectuur 2.2.6.2. Cultuur als feest, kunst als bezwering 2.3. De mensen in Antwerpen 2.3.1. Bevolkingsaantallen en demografische verhoudingen 2.3.2. Leeftijd 2.3.3. Welstand en bedrijvigheid
2.3.4. De culturele assen en infrastructuur in de stad 2.3.5. Religieuze gebouwen 2.3.6. Nationaliteiten 2.4. De dingen en de verhalen: cultureel erfgoed in Antwerpen 2.4.1.Het roerend erfgoed 2.4.2. Het onroerend erfgoed 2.4.3. Het immaterieel erfgoed 2.5. De cultureel-erfgoedactoren 2.5.1. Toelichting 2.5.2. Erfgoedbeheerders 2.5.3. Erfgoedontsluiters 2.5.4. Erfgoedhouders 2.5.5. Erfgoednetwerken 2.5.5.1. Tussen instellingen 2.5.5.2. Digitale netwerken 2.6. De stad als erfgoedbeleidsmaker 2.6.1. Stedelijke Overheid 2.6.1.1 Het cultuurbeleidsplan: een algemeen kader 2.6.1.2. Het cultuurebeleidsplan en cultureel erfgoed 2.6.1.2.1. Erfgoed in de stad 2.6.1.2.2. Het beoogde cultureel-erfgoedbeleid van de stad (visie, missie, doelstellingen) 2.6.1.3 Beleidsopties van de dienst Cultuur, Sport en recreatie/ Musea, Bewaarbibliotheken en Erfgoed (missie, doelstellingen, werking) 2.7. Het Erfgoedconvenant 3. Het inzetten van de Erfgoedcel Antwerpen 3.1. Inleiding 3.1.1. Wat is een erfgoedcel? 3.1.2. Wat is het ‘erfgoed’ waarmee een erfgoedcel aan de slag gaat? 3.1.3. Waarnaar streeft een erfgoedcel? 3.1.4. Wat doet een erfgoedcel? 3.1.5. Sturing en beleid 3.2. Erfgoedcel in Antwerpen 3.2.1. Motto 3.2.2. Missie 3.2.3. Visie
3.3. Positie van de Erfgoedcel Antwerpen in de stad Antwerpen 3.4. Aansturing: Stuurgroep Erfgoedcel Antwerpen 4. Vier jaar werking Erfgoedcel Antwerpen: sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen (SWOT-analyse) 4.1. Overzichten sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen 4.2. Toelichting correlaties 5. Doelstellingen 5.1. Strategische doelstellingen 5.1.1. Dienst Cultuur, Sport en Recreatie (CS) 5.1.2. Musea, Bewaarbibliotheken en Erfgoed 5.1.2.1. MAS 5.1.2.2. Erfgoedcel Antwerpen 5.2. Operationele doelstellingen 5.2.1. Mogelijke operationele doelstellingen voor de Erfgoedcel Antwerpen 5.2.2. Prioritaire operationele doelstellingen 6. Inzet van Financiële middelen 7. Afspraken voor implementatie, evaluatie en bijsturing 7.1. Opstartfase 7.2. Tussentijdse evaluatie
Missie Het stimuleren van een zinvolle en duurzame omgang met het erfgoed in Antwerpen. De Erfgoedcel Antwerpen laat de mensen de rijkdom van het cultureel erfgoed ontdekken en beleven. Zij doet dat door een zinvolle en duurzame omgang met het cultureel erfgoed in de havenstad te stimuleren. De Erfgoedcel Antwerpen onderhoudt en bevordert de netwerking, in en vanuit de stad, van wijk tot district, van stad tot Vlaanderen en daarbuiten. Zij doet dat met het oog op een brede en kwaliteitsvolle erfgoedzorg en ter versterking van de uitwisseling van expertise en ideeën en van praktische samenwerkingsverbanden. De Erfgoedcel Antwerpen bevindt zich in een unieke positie om het cultureel erfgoed in al zijn verscheidenheid als een samenhangend geheel te benaderen en het te presenteren aan de vele gemeenschappen in de havenstad, ter bevordering van hun levenskwaliteit.
Voorwoord
Antwerpen: zin in erfgoed. Dat is het motto van de Erfgoedcel Antwerpen (egcA) en de rode draad van dit beleidsplan, waarin de erfgoedcel haar missie, visie en doelstellingen voor het beleid van de komende vier jaar voorstelt. Antwerpen: zin in erfgoed drukt een gevoel uit, een goesting. Maar het wijst ook op een betekenis: het cultureel erfgoed van Antwerpen is een betekenisvol geheel dat onze samenleving mee bepaalt, nu en in de toekomst. Cultureel erfgoed geeft zin aan het bestaan van iedereen die in deze stad woont, werkt of haar bezoekt. Het draagt bij tot de levenskwaliteit van al die mensen. Sinds de zomer van het jaar 2000 beweegt de Erfgoedcel Antwerpen zich in het veld van het Antwerpse cultureel erfgoed. Als speler, initiator, coördinator, partner en promotor, met als oogmerk een brede en kwaliteitsvolle erfgoedzorg binnen een ‘geïntegreerd en integraal’ stedelijk cultureel-erfgoedbeleid (d.w.z. een beleid waarin cultuur wordt opgevat als een allesomvattend gegeven, waarvan het cultureel erfgoed deel uitmaakt). Eerst gebeurde dat met projecten binnen de experimentele convenants tussen de Vlaamse overheid en de stad Antwerpen. Met de goedkeuring van het Erfgoeddecreet in december 2004 en vanaf de goedkeuring van dit beleidsplan in maart 2005 zal de erfgoedcel verankerd zijn in de stedelijke structuur van Musea, Bewaarbibliotheken en Erfgoed (MBE). Het ondersteunen en versterken van het cultureel-erfgoedbeleid dat door de stad Antwerpen wordt ontwikkeld, is het blijvende doel. De Erfgoedcel Antwerpen werkt altijd in de zone waar mensen, dingen, verhalen en de ruimte of leefwereld elkaar vinden. In dat gebied wil de Erfgoedcel Antwerpen een zinvolle en duurzame omgang met het erfgoed stimuleren. Dat houdt in dat er verder wordt gekeken dan vandaag. Omgang is geen statisch gegeven maar een proces, continu onderhevig aan veranderingen in de samenleving. Een beleidsplan dat op die omgang inspeelt, mag daarom niet statisch zijn. Ook beleidsvoering is een proces. Tegen het eind van 2006 zal daarom een herziene en uitgediepte versie van het beleidsplan worden opgesteld, die aangepast is aan de evolutie in de samenleving en in de omgang met het erfgoed. Antwerpen: zin in erfgoed. De Erfgoedcel Antwerpen wil ertoe bijdragen dat deze leuze in 2008 voor alle inwoners en bezoekers van deze stad een begrip is. Het stimuleren van een zinvolle en duurzame omgang met erfgoed is onze opdracht.
1. Het traject: naar een decretaal erfgoedconvenant tussen de stad Antwerpen en de Vlaamse Gemeenschap
Midden 2000 sloot de stad Antwerpen – net als Brugge en Gent – een experimenteel erfgoedconvenant met de Vlaamse Gemeenschap af. Dat was een belangrijke voorzet voor een nieuw beleid inzake cultureel erfgoed, zowel voor de stad Antwerpen als voor Vlaanderen. Beide partijen waren het eens om de beleidsinitiatieven voor het cultureel erfgoed op stedelijk niveau krachtdadig te stimuleren. De afsprakenregeling bood aan de stad Antwerpen de mogelijkheid om in te spelen op de lokale situatie. Dat gebeurde vanuit het besef dat de lokale erfgoedsector de noden en sterktes van het cultureel erfgoed in Antwerpen beter kon inschatten. Het eerste erfgoedconvenant maakte het voor de stad Antwerpen mogelijk om impulsen te geven aan valabele projecten, die toen twee krachtlijnen in het cultuurbeleid ondersteunden: -
Een
omkadering
en
een
stimulans
verschaffen
aan
losse
behoud-
en
beheerprojecten met betrekking tot niet-museaal roerend erfgoed. -
Het herkennen en opwaarderen van de wijken en buurten dankzij een grote aandacht voor het materiële en immateriële cultureel erfgoed dat de cultuur en de stedenbouwkundige situaties van de stad aanvult. Het geheugen van de stad wordt daarbij gezien als bouwsteen voor de identiteit van de stad en haar inwoners.
Dit tweede punt, dat over het stedelijke weefsel gaat, verwierf in de voorbije jaren in het domein van de cultuur een steeds prominentere plaats. De intentienota voor het afsluiten van een decretaal gesteund erfgoedconvenant stelde die benadering eveneens centraal. 1.1.
Inleiding:
erfgoedconvenants
in
een
samenspel
van
decreten
en
besluiten; een algemeen cultuurbeleidsplan 1.1.1. Het erfgoeddecreet Sinds 2000 sloot de gemeenteraad, op gezamenlijk initiatief van de Vlaamse Gemeenschap
en
de
stad
Antwerpen,
vijf
opeenvolgende
‘experimentele’
erfgoedconvenants in afwachting van een nieuw erfgoeddecreet. Op 28 april 2004 werd dat Decreet houdende de organisatie en subsidiëring van een cultureel
1
erfgoedbeleid in het Vlaams parlement goedgekeurd. Voor de stad Antwerpen betekent dat een erfgoedbeleidsperiode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2008. Met het oog op het erfgoeddecreet en het cultuurbeleidsplan werd bij besluit van het college van burgemeester en schepenen op 19 december 2003 de Stuurgroep Erfgoedcel Antwerpen opgericht. 1.1.2. Het cultuurbeleidsplan In het Belgisch Staatsblad op 13 juli 2001 verscheen al het Decreet houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal gemeentelijk cultuurbeleid van de Vlaamse overheid. Een van opdrachten die daaruit voortvloeiden, was het voorleggen van een algemeen cultuurbeleidsplan voor de stad Antwerpen (hierna cbpA). Dat werd in 2003 goedgekeurd. Het beleidsplan betreft de periode van 1 januari 2003 tot en met 31 december 2007. 1.2. De experimentele erfgoedconvenants 1 tot 5 en het cultuurbeleidsplan van de stad Antwerpen: sleutelmomenten 2000-2004 2000 Erfgoedconvenant 1 De gemeenteraad stemt in de zitting van 29 mei 2000 (jaarnummer 1109) in met het erfgoedconvenant tussen de Vlaamse Gemeenschap en de stad Antwerpen met betrekking tot het roerend cultureel erfgoed. -
De
steden
Antwerpen,
Brugge
en
Gent
sluiten
elk
een
experimenteel
erfgoedconvenant af met de Vlaamse overheid. -
De wens naar een steunpunt voor de erfgoedconvenants mondt uit in een voorlopige
‘Landelijke
coördinatie
erfgoedconvenants’
binnen
de
Vlaamse
Vereniging voor Steden en Gemeenten (VVSG). -
Een eerste interstedelijk project wordt opgezet: de gewenste eerste Archievendag wordt gekoppeld aan de Museumdag en wordt het eerste Erfgoedweekend.
Stad Antwerpen Het Antwerpse bestuursakkoord 2001-2006 onder de titel Cultuur kan je meemaken heeft grote aandacht voor een stedelijk cultuurbeleid. In het cultuurbeleid ligt de idee van stedelijkheid als cultureel gegeven ingebed. 2001 Erfgoedconvenant 2 2
De gemeenteraad keurt op 23 april 2001 het besluit met jaarnummer 749 goed: Musea - erfgoedconvenant, tweede fase van 1 juni 2001 tot 31 mei 2002, tussen de Vlaamse Gemeenschap en de stad Antwerpen met betrekking tot het cultureel erfgoed en subsidieregeling aan de vzw Financieel Beheer Promotie Stad Antwerpen. -
Er komt een extra subsidiëring voor de publiekswerking van de archievensector.
-
Tijdens dit convenantjaar wordt het steunpunt voor de erfgoedconvenants, vzw Culturele Biografie Vlaanderen (CBV), officieel opgericht. Samenwerking op landelijk niveau wordt daardoor meer gestructureerd.
-
De
interstedelijke
projecten
worden
in
het
programma
van
de
stedelijke
erfgoedcellen opgenomen. -
Een voorstel voor een nieuw erfgoeddecreet wordt daadwerkelijk voorbereid.
Stad Antwerpen Vanaf 1 januari 2001 krijgen de districten bevoegdheid voor een lokaal cultuurbeleid. Decreet gemeentelijk cultuurbeleid Op 13 juli 2001 verschijnt in het Belgisch Staatsblad het Decreet houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal gemeentelijk cultuurbeleid van de Vlaamse overheid. 2002 Erfgoedconvenant 3 De gemeenteraad keurt op 27 mei 2002 het besluit met jaarnummer 884 goed: Musea - erfgoedconvenant, derde fase van 1 juni 2002 tot 31 mei 2003, tussen de Vlaamse Gemeenschap en de stad Antwerpen met betrekking tot het cultureel erfgoed en subsidieregeling aan de vzw Financieel Beheer Promotie Stad Antwerpen. -
De steden Leuven, Mechelen en Tongeren sluiten met de Vlaamse Gemeenschap eveneens een erfgoedconvenant af.
-
De vzw Culturele Biografie Vlaanderen (CBV) is niet louter meer een steunpunt voor de erfgoedconvenants, maar breidt haar radius uit tot de museumsector en het erfgoed in het algemeen.
-
Met een tweede Erfgoedweekend wordt een traditie ingezet.
-
Het
nieuwe
voorstel
voor
een
erfgoeddecreet
wordt
voorgesteld
aan
de
erfgoedsector. Stad Antwerpen: cultuurbeleidsplan 2003-2007 De
gemeenteraad
keurt
op
18
november
2002
(jaarnummer
2504)
het
cultuurbeleidsplan voor de periode 2003-2007 goed en dient zijn goedkeuring te hechten aan het subsidiereglement ter controle op de aanwending van de toegekende 3
subsidies voor het cultuurbeleidsplan 2003-2007 (collegebesluit van 28 mei 2003 met jaarnummer 5370). 2003 Erfgoedconvenant 4 – 2003 De gemeenteraad van 28 april 2003 keurt het besluit met jaarnummer 760 goed: Musea - erfgoedconvenant, vierde fase van 1 juni 2003 tot 29 februari 2004, tussen de Vlaamse Gemeenschap en de stad Antwerpen met betrekking tot het cultureel erfgoed en subsidieregeling aan de vzw Financieel Beheer Promotie Stad Antwerpen. -
De
Vlaamse
Gemeenschapscommissie
in
Brussel
sluit
met
de
Vlaamse
Gemeenschap ook een erfgoedconvenant af. -
De vzw Culturele Biografie Vlaanderen breidt als steunpunt haar radius uit tot de archievensector, bewaarbibliotheken en documentatiecentrum.
Stuurgroep Erfgoedcel Antwerpen Het college van burgemeester en schepenen keurt op 15 december 2003 het besluit met jaarnummer 13523 goed: Musea. Oprichting van de Stuurgroep Erfgoedcel Antwerpen. Stad Antwerpen: cultuurbeleidsplan 2003-2007 De gemeenteraad keurt op 23 juni 2003 (jaarnummer 1158) het subsidiereglement goed met het besluit: Coördinatie cultuur en communicatie. Cultuurbeleidsplan 20032007 - Subsidiereglement. Concretisering van beleidsrichtlijn. Het decreet op het lokaal cultuurbeleid bevat onder andere subsidies voor de uitvoering van een algemeen cultuurbeleidsplan en ter ondersteuning van het lokale cultuurbeleid. Erfgoedconvenant 5 (2004) De gemeenteraad van 15 december 2003 keurt het besluit met jaarnummer 2439 goed: Musea – Erfgoedcel Antwerpen. Erfgoedconvenant tussen de Stad Antwerpen en de Vlaamse Gemeenschap, vijfde fase van 1 maart 2004 tot 31 december 2004. 2004 Erfgoedconvenant 5 en overgangsfase -
De steden Ieper en Kortrijk sluiten voor dit jaar met de Vlaamse Gemeenschap eveneens een erfgoedconvenant af.
-
Het nieuwe erfgoeddecreet wordt op 28 april 2004 in het Vlaams Parlement goedgekeurd.
-
Eind december 2004 dient de stad Antwerpen haar intentienota Cultureel Erfgoedconvenant Stad Antwerpen – Vlaamse Gemeenschap 2005-2008 in. 4
-
De Erfgoedcel Antwerpen werkt voor het eerst aan twee stadsprojecten met internationale uitstraling mee: Rubens 2004 en ABC2004.
-
De
provincie
Antwerpen
en
stad
Antwerpen
sluiten
een
museale
samenwerkingsovereenkomst. -
Het college van burgemeester en schepenen keurt op 13 februari 2004 en 5 maart 2004 de besluiten Musea Antwerpen. Museale samenwerking tussen de Provincie Antwerpen en de Stad Antwerpen goed.
2005 -
De intentienota voor het afsluiten van een decretaal erfgoedconvenant tussen de stad Antwerpen en de Vlaamse Gemeenschap wordt goedgekeurd.
-
Op 1 februari 2005 wordt het Actieplan cultureel erfgoed Stad Antwerpen opgestuurd naar de Vlaamse Gemeenschap.
1.3. Beleidsplan en decretaal erfgoedconvenant In maart 2005 wordt het Beleidsplan Erfgoedcel Antwerpen 2005-2008 voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen van de stad Antwerpen. Na goedkeuring daarvan kan ook het definitieve, decretaal verankerde erfgoedconvenant tussen de Vlaamse Gemeenschap en de stad Antwerpen worden goedgekeurd. Het beleidsplan van de erfgoedcel kwam tot stand binnen het kader van het cultuurbeleidsplan van Antwerpen. In het Belgisch Staatsblad verscheen op 13 juli 2001 het Decreet houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid van de Vlaamse overheid. Een van de opdrachten die daaruit voortvloeiden, was het voorleggen van een algemeen cultuurbeleidsplan voor de stad Antwerpen (cbpA). Dat werd in 2003 goedgekeurd. Het beleidsplan betreft de periode van 1 januari 2003 tot en met 31 december 2007. Zowel het Decreet houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid (decreet lokaal cultuurbeleid) als het Decreet houdende de organisatie en subsidiëring van een cultureel-erfgoedbeleid (erfgoeddecreet) dat op 7 mei 2004 door de Vlaamse regering werd bekrachtigd, benadrukt de integrale/integrerende benadering van cultuur als een allesomvattend gegeven. Het cultureel erfgoed maakt in die benadering deel uit van een algemene cultuur. Beide decreten hebben enkele prominente krachtlijnen gemeen: kwaliteit in de activiteiten en de professionalisering daarvan; het stimuleren van de samenwerking;
5
participatie, integratie en engagement van de bevolking; verantwoordelijkheid geven aan de gemeenten. Het voorliggende Erfgoedbeleidsplan Antwerpen 2005-2008 voor een erfgoedconvenant tussen de stad Antwerpen en de Vlaamse overheid wil zich inschakelen binnen het nieuwe erfgoeddecreet. De erfgoedcel wil haar beleidsplan ook op andere bestaande of in de maak zijnde beleidsplannen afstemmen, zoals: -
het Cultuurbeleidsplan Antwerpen 2003-2007 (cbpA),
-
het Operationeel plan 2005-2008 van de bedrijfseenheid Cultuur, Sport en recreatie (CS),
-
de beleidsopties van de dienst Musea, Bewaarbibliotheken en Erfgoed (MBE),
-
de beleidsverklaring voor het Museum aan de Stroom 2005-2009,
-
het beleid van Toerisme.
Binnen de erfgoedsector van de stad werd recentelijk een belangrijke voorzet gegeven. Het initiatief van de provincie Antwerpen en de stad Antwerpen om voor de musea een gezamenlijk
beleid
te
voeren
is
een
voorbode
van
de
integrale/integrerende
benaderingswijze van het museale cultuuraanbod in Antwerpen.
6
2. Antwerpen, een rijke erfgoedstad
2.1. Inleiding Verscheidenheid,
veranderlijkheid
en
dynamiek
zijn
typische
kenmerken
van
grootsteden. Antwerpen als grootste stad van Vlaanderen vormt geen uitzondering op die regel.
Een
stad
als
Antwerpen
is
voortdurend
in
beweging.
Die
voortdurende
veranderingen en evoluties in de stad en de grote culturele diversiteit maken van Antwerpen een heterogene, multiculturele stad. (cbpA p. 3) Een grote uitdaging voor het Erfgoedbeleidsplan Antwerpen is dan ook om rekening te houden met dat heterogene karakter van de stad en met de boeiende diversiteit aan cultuurbelevingen, cultuurparticipatie, cultuurvormen en cultuuruitingen. De stedelijke cultuur in Antwerpen is onlosmakelijk verbonden met de proporties van de stad en samen vormen ze een specifieke culturele biotoop. Zowel in het wonen, werken als leven spelen de activiteiten zich dicht op elkaar af, en Antwerpen is een knooppunt van bedrijvigheid. Het is een wereldcentrum van de diamantsector, een toeristisch centrum, een congrescentrum, een verkeersknooppunt, een handelsknooppunt en uiteraard ook een havenstad. (cbpA p. 4) Die knooppuntfunctie zorgt voor een grote verscheidenheid aan bevolkingsgroepen en culturele uitingen. Ook het stedelijk imago van de stad is allesbehalve eenduidig: havenstad, diamantcentrum, cultuurstad, … Die heterogeniteit vormt een grote uitdaging voor een moderne stad als Antwerpen, waarin de diverse bevolkingsgroepen hun stad op een verschillende manier beleven en gebruiken. Zowel de bewoners als de bezoekers hanteren de stad op hun manier. In die stedelijke omgeving zijn er intensieve contacten en interacties tussen mensen, groepen en gemeenschappen. Die contacten doen zich erg frequent en onder diverse vormen voor, en vereisen dan ook een soepele attitude van de burgers. (cbpA p. 4) Ook
het
Erfgoedbeleidsplan
Antwerpen
dient
met
die
diversiteit,
flexibiliteit,
heterogeniteit en veranderlijkheid rekening te houden en zowel de stad als de mensen (bewoners en bezoekers) met hun verschillende cultuuruitingen centraal te stellen. Naast de stad Antwerpen als plek, als ‘territorium’ en als werkterrein, en de mensen, de bewoners en bezoekers die de stad bevolken, spelen nog andere aspecten mee. Ook de dingen, de materiële voorwerpen als uitingen van de menselijke cultuur, en de verhalen die eraan vasthangen, zijn essentieel. Die voorwerpen worden door diverse erfgoedactoren bewaard. En uiteraard kan een stad als Antwerpen niet zonder een bestuurlijke structuur in de vorm van beleidsmakers. Op het vlak van cultureel erfgoed hebben die beleidsmakers een erfgoedconvenant met de Vlaamse overheid afgesloten waarbij ze zich engageren om een geïntegreerd en integraal cultureel-erfgoedbeleid te 7
voeren (d.w.z. een cultureel-erfgoedbeleid waarin cultuur opgevat wordt als een allesomvattend gegeven waarvan cultureel erfgoed deel uitmaakt). De Erfgoedcel Antwerpen bewaakt als uitvoerder van het convenant dat engagement. Het hierboven geschetste kader komt in de volgende pagina’s terug: de plek, de mensen, de dingen, de verhalen, de erfgoedactoren, de beleidsmakers, het erfgoedconvenant. Antwerpen heeft recentelijk een plaats verworven als culturele hoofdstad van Vlaanderen. De overvloedige rijkdom aan cultureel erfgoed en de groeperingen die zich ervoor inzetten, hebben daar een belangrijk aandeel in. Voor een stad van ongeveer 455.000 inwoners en zo’n 165 nationaliteiten is het culturele aanbod in Antwerpen verbluffend groot. Er is dan ook een grote, dynamische en gevarieerde groep aan instellingen, organisaties en mensen die zich inzetten voor het cultureel erfgoed (en cultuur in het algemeen). Toch zijn er nog heel wat acties te ondernemen om het cultureel erfgoed verder te ontsluiten. Antwerpen heeft op Vlaams niveau de ambitie een voortrekkersrol te spelen in het opzetten van stedelijke, regionale en landelijke netwerken. Op
stedelijk
niveau
is
bovendien
in
de
erfgoedsector
een
afstemming
van
programmering, dienstenaanbod, informatieverspreiding en dergelijke nodig. Er is nog veel overleg en coördinatie vereist om tot een betere beleidsplanning op lange termijn te komen. Het aanbieden van een ‘erfgoedkader’ is gewenst. Binnen
het
kader
van
dit
beleidsplan
werd
gekozen
voor
een
summiere
omgevingsanalyse. Voor een algemene culturele omgevingsanalyse wordt verwezen naar het cbpA Deel 2, p. 25-156. Daarin wordt de kern van het erfgoeddomein in Antwerpen beschreven, onder 2.B.4. Museaal en ander patrimonium: een oeverloze weelde (p. 91103) en 2.B.5 Bibliotheken en archieven, (p. 104-107). Vanuit het besef dat cultureel erfgoed -
in essentie een dynamische keten is tussen mensen, dingen en verhalen op een plek, en dus meer is dan alleen musea, monumenten en archieven,
-
en dat het immateriële aspect van het erfgoed op zo vele domeinen van cultuur betrekking heeft,
is het wenselijk om de omgevingsanalyse bewust te laten gebeuren vanuit een erfgoedperspectief en deze verder uit te diepen. Dat is een opdracht die tijdens het eerste decretale erfgoedconvenant verder moet worden uitgevoerd. 2.2. Antwerpen, de plek, het werkterrein De stad Antwerpen kan onder meer steunen op: -
een rijk cultureel verleden
8
-
talrijke, diverse en rijke erfgoedcollecties
-
de
aanwezigheid
van
talrijke
toonaangevende
artistieke
actoren
in
diverse
kunstdisciplines -
goed uitgebouwde culturele voorzieningen zoals bibliotheken, cultuurcentra, musea en theaters
-
een sterke nationale en internationale culturele uitstraling
-
bijzonder diverse woon- en leefculturen, cultuuruitingen en –belevingsvormen (cbpA p.5)
Deze aspecten vormen een basis waarop het cultureel-erfgoedbeleid kan voortbouwen. In Antwerpen is een grote rijkdom aan erfgoed en mogelijkheden tot erfgoedbeleving aanwezig. De stad Antwerpen is een boeiend, dynamisch en uitdagend werkterrein, waarin het cultureel erfgoed in al zijn vormen beter tot zijn recht kan komen dankzij een ‘geïntegreerd en integraal’ erfgoedbeleid (zie ook 1.3.). De feiten en cijfers die op de volgende pagina’s worden gegeven, zijn afkomstig van de website
www.antwerpen.be/feitenencijfers.
De
Erfgoedcel
Antwerpen
is
niet
verantwoordelijk voor de juistheid en/of actualiteitswaarde van de gegevens. Waar mogelijk wordt het jaartal waarin de gegevens werden opgemaakt, vermeld. 2.2.1. Geografie Oppervlakte: 20.373 ha Ligging: 88 km van de Scheldemonding 51°13'16"NB - 4°24'OL 7,5 m boven de zeespiegel (Grote Markt) breedte N-Z : 26 km breedte O-W : 11 km District
Oppervlakte
Antwerpen
10.466 ha
Berchem
581 ha
Borgerhout
393 ha
Merksem
828 ha
Deurne
1.306 ha
Hoboken
1.060 ha
Ekeren
923 ha
Wilrijk
1.367 ha
Berendrecht/Zandvliet/Lillo (Bezali)
3.449 ha
9
Antwerpen wordt sterk beïnvloed door zijn ligging. De Schelde en de nabijheid van de Nederlandse grens hebben een impact op de bereikbaarheid, de groei, de veranderingen en de knooppuntfunctie die Antwerpen vervult. De stad dankt haar bestaan aan de aanwezigheid van de Schelde, waardoor ze tot een kosmopolitische havenstad kon uitgroeien. Ze evolueerde op een radiaal-concentrische manier van een kleine havenstad bij het Steen tot een grote, nationale en internationale multiculturele stad. Hieronder volgen enkele figuren die de geografie van de stad en de ruimte-invulling illustreren. FIGUREN Bodembezetting 2.2.2. Een concentrische stad (cbpA p. 37-43) 2.2.2.1. Structuur De stad Antwerpen is concentrisch gegroeid en heeft nog steeds een min of meer concentrische structuur. De stadskern ontstond uit een nederzetting langs de Schelde, die nog steeds de ruggengraat van het historische stadscentrum vormt. Het grondgebied binnen de Leien bevat nu het culturele hart van Antwerpen. Tussen de Leien en de Singel ligt het 19de-eeuwse stadsuitbreidingsgebied. Dat bevindt zich binnen de (nu grotendeels verdwenen) Brialmontvesting, die in de tweede helft van de 19de eeuw werd aangelegd. De huidige Singel loopt over het tracé van die omwalling. Buiten de Singel (de Ring) rond Antwerpen, maar nog in het district Antwerpen, liggen enkele wijken die een nogal geïsoleerd bestaan leiden, met name het Kiel, Linkeroever en de Luchtbal. Tijdens de havenuitbreiding van de jaren zestig van de vorige eeuw verdwenen enkele polderdorpen ten noorden van Antwerpen. In een periode van tien jaar werden Lillo, Oorderen, Oosterweel en Wilmarsdonk afgebroken. Alleen het kerkje van Oosterweel en de kerktoren van Wilmarsdonk zijn nog stille getuigen van dat verleden. De acht districten die waaiervormig rond Antwerpen liggen, waren oorspronkelijk autonome gemeenten, tot ze in 1983 bij de stad werden gevoegd. Enkele urbanistische en vervoerstechnische ingrepen versterken de concentrische structuur van Antwerpen. Bijna alle lijnen van het openbaar vervoer leiden naar het stadscentrum. Ringlijnen en verbindingen tussen de districten zijn veeleer schaars. Antwerpen is bovendien een stad met weinig groene ruimte. Alleen de Zoo, het Stadspark en het Albertpark kunnen als groene longen in het centrum worden bestempeld. Buiten het centrum zijn er meer groene plekken aanwezig, waaronder het Rivierenhof
(Deurne),
het
Nachtegalenpark
(met
het
Openluchtmuseum
voor
10
Beeldhouwkunst Middelheim). Binnentuinen zijn talrijk en voortuintjes komen in enkele districten vrij veel voor. 2.2.2.2. Geschiedenis In die concentrische opbouw van Antwerpen is de bewogen geschiedenis van de stad weerspiegeld. Binnen de Leien bevindt zich de historische stad, die tijdens de 16de en 17de eeuw een bloeiperiode meemaakte met kunstenaars als Rubens en Van Dyck en terecht een wereldstad werd genoemd. In de 18de eeuw verviel die wereldstad tot een slapende provinciestad. Vanaf de 19de eeuw kende de stad een heropleving, die gepaard ging met een sterke uitbreiding van het grondgebied. In de 20ste eeuw groeide Antwerpen verder uit tot een metropool met internationale allures. Hoewel Antwerpen een Vlaamse grootstad is, blijft het toch nog zeer bescheiden in vergelijking met wereldsteden als Londen, Parijs en New York. Die tweepoligheid – metropool ten opzichte van kleinschaligheid – kenmerkt het dynamische Antwerpen. FIGUUR Publiek domein FIGUUR Toeristische voorzieningen 2.2.2.3. De stad Antwerpen in een bredere context Het is belangrijk te wijzen op de bredere context waarin Antwerpen zich, ook als cultuurstad, bevindt. Antwerpen is niet alleen het middelpunt van een stadsgewest, maar ook de hoofdstad van de provincie Antwerpen, een stad in een netwerk van Vlaamse steden, de grootste stad van Vlaanderen en een van de belangrijkste steden in België. Tegelijk ligt Antwerpen bijzonder gunstig in een breder verband van economisch relatief succesvolle grote (of middelgrote) Europese steden (Rotterdam, Rijsel, …) en ligt de stad in een van de (economisch) succesvolste Europese subregio’s. Terwijl enkele historisch gegroeide verbanden – het nationale niveau van de staat/natie België, het provinciale niveau – aan belang verliezen of ter discussie staan, winnen de regionale en de Europese dimensie aan belang.
De
uitbreidende
Europese
Unie
schept
ook
voor
Antwerpen
nieuwe
mogelijkheden voor verbanden en samenwerking. Wie de moeite neemt om Europa niet als een eiland te beschouwen, kan er ook niet omheen dat Antwerpen een onderdeel is van de Euromediterrane ruimte: de instroom van migranten uit landen rond de Middellandse Zee maakt die Euromediterrane realiteit zichtbaar in het straatbeeld. En tot slot is Antwerpen – en heus niet alleen vanwege haar rol als zeehaven – een stadin-de-wereld, die een actieve rol speelt in een aantal internationale verbanden.
11
Antwerpen heeft internationale commerciële relaties, speelt een rol in de NoordZuidverhoudingen en heeft historische banden met steden als Sint-Petersburg of de Hanzesteden. Het culturele leven van de stad spiegelt zich aan en verwijst naar belangrijke internationale kunststromingen en evoluties. Antwerpen speelt een rol in de toenemende globalisering. 2.2.2.4. De stad Antwerpen in een engere context Tegelijk bezit Antwerpen ook geledingen op een lager niveau. Er is de agglomeratie met haar randgemeenten, er is de fusiestad met haar negen districten. Maar daarnaast is er ook de stad die zich laat opdelen in ‘stadsdelen’: Haven en Polder, Noordrand, Binnenstad en Westrand, Zuidrand, Oostrand – de onderverdeling die het Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen hanteert. Op een nog lager niveau zijn er de uiterst diverse wijken en buurten. Voor de ‘gewone’ Antwerpenaar begint de stad in zijn straat, die een centrum wordt van een leefomgeving met openbare ruimten en voorzieningen, parken, plantsoenen en vervoersmogelijkheden. En de stad vindt haar kleinste bepalende eenheid – wellicht ook haar reden van bestaan – bij de bewoner, in zijn huis, zijn appartement, zijn ‘kwartier’. 2.2.3. Grootstedelijke aspecten (cbpA p. 44-50) Antwerpen
bevat
enkele
inkomensniveau wonen.
wijken
waar
De afgelopen
hoofdzakelijk
bewoners
met
decennia kwamen talrijke
een
lager
nieuwkomers,
migranten en asielzoekers zich in de stad vestigen. Sommige plaatsen kennen dan ook een onevenwichtige verdeling tussen oude en nieuwe inwoners. Bovendien telt Antwerpen meer eenoudergezinnen dan het Vlaamse of Belgische gemiddelde. Deze stadsgebieden hebben vergelijkbare sociaal-economische of sociaal-culturele problemen. De hierna volgende kaart illustreert de wijkontwikkelingsgebieden, die extra aandacht of zorg verdienen. Armoede, kansarmoede en achterstelling zijn vaak moeilijk te lokaliseren. Ook kunnen bepaalde gegoede wijken armoedezones kennen. Bovendien verplaatsen fenomenen zoals armoede, kansarmoede en achterstelling zich vaak door de stad. Bepaalde wijken of zones worden soms gesaneerd en opgewaardeerd, waardoor de oorspronkelijke bevolking wegtrekt en nieuwe, kapitaalkrachtigere inwoners zich er vestigen. Een voorbeeld daarvan is het Eilandje: waar vroeger vooral schippers en zeelui vertoefden, leven nu kapitaalkrachtige bewoners in een hippe buurt. KAARTEN Wijkontwikkelingsgebieden, Netto belastbaar inkomen, Huishoudens met bestaansminimum, Werklozen, Sociale Woningen (allemaal???)
12
De sociaal-economische gegevens zoals hierboven vermeld, hebben invloed op de culturele actoren, de cultuurbeleving en het cultuurbeleid. Enkele tendensen: -
Een groeiende jongerenpopulatie, met name in de allochtone gemeenschappen, pleit voor meer aandacht voor de jongerencultuur als beleidsoptie.
-
Ook de vergrijzing van de Antwerpse bevolking en het toenemende aantal senioren pleiten voor meer aandacht voor deze doelgroep, vooral wat betreft bereikbaarheid en toegankelijkheid van de culturele voorzieningen.
-
Het
grote
aantal
eenoudergezinnen
vraagt
om
na
te
denken
over
opvangmogelijkheden van kinderen en dergelijke tegemoetkomingen. Er worden in het Antwerpse cultuurleven nog te veel sociale groepen uitgesloten. Men vergeet vaak dat niet iedereen toegang tot het internet heeft en dat niet iedereen even mobiel is of even gemakkelijk de weg naar ticketshops of cultuurhuizen vindt. Bovendien is er in een grootstad als Antwerpen een gigantisch aanbod aan culturele (erfgoed-) activiteiten. Daardoor kan ‘cultuur- of erfgoedmoeheid’ optreden: zij die wel aan de activiteiten kunnen deelnemen, kunnen geen keuze meer maken en beslissen dan maar om helemaal niet te participeren. 2.2.4. De districten Voor de politieke vertegenwoordiging is de stad Antwerpen sinds de fusie van 1983 ingedeeld
in
negen
districten:
Antwerpen,
Berchem,
Berendrecht/Zandvliet/Lillo,
Borgerhout, Deurne, Ekeren, Hoboken, Merksem en Wilrijk. Die bestuurlijke structuur vertaalt een grote diversiteit: sommige districten koesteren nog steeds hun landelijke karakter, andere zijn behoorlijk welstellende residentiële gebieden, nog andere zijn bijna schoolvoorbeelden van wat algemeen van een stedelijke woonkern verwacht wordt. Op de volgende pagina worden de negen districten van de fusiestad Antwerpen in kaart gebracht. Hierbij dient opgemerkt dat ook de historisch gegroeide districten niet homogeen
zijn
samengesteld.
Oud-Borgerhout
(Borgerhout
intra
muros)
heeft
bijvoorbeeld een ander profiel dan het ‘nieuwe Borgerhout’, waarvan het door de Singel en de Ring gescheiden is. Oud-Borgerhout sluit aan bij het district Antwerpen en de kernstad, terwijl het nieuwe Borgerhout veeleer bij Deurne en de groene rand aanleunt. Het gedeelte van het district Merksem dat aansluit op de groene, suburbane gemeente Schoten, ziet er anders uit – en gedraagt zich anders – dan de kern van het district langs de drukke Bredabaan, of dan de verpauperde buurt van ‘Het Dokske’. (cbpA p. 35) Vóór de fusie van de stad Antwerpen werd de stedelijke cultuur sterk geïdentificeerd met wat zich binnen de contouren van de stad zelf afspeelde. Daarnaast voerden de autonome
randgemeenten
een
eigen
beleid.
Met
de
schaalvergroting
en
de
13
totstandkoming van de fusiestad Antwerpen ontstond tot op zekere hoogte een bestuurlijk en cultureel vacuüm. De vraag ‘wie ondersteunt en stimuleert de districten?’ is daarvan een uitdrukking. Sinds
1
januari
2001
bestaat
een
nieuwe
context,
waarbinnen
de
districten
bevoegdheid hebben voor het lokale cultuurbeleid. Die nieuwe situatie is een uitdaging, zowel voor het stedelijk bestuur als voor de districten. (cbpA p.2) Sinds 1 januari 2001 zijn er, naast de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen,
in
de
negen
Antwerpse
districten
ook
verkozen
districtsraden
en
districtsbureaus aan het werk. De grenzen van de negen districten stemmen overeen met die van de gemeenten van voor de fusie van 1983. Het gaat om de districten Antwerpen, Berchem, Berendrecht/Zandvliet/Lillo, Borgerhout, Deurne, Ekeren, Hoboken, Merksem en Wilrijk. Om het beleid dichter bij de burgers te brengen werden bepaalde bevoegdheden toegewezen aan de districten, waaronder die voor het lokale cultuurbeleid. (cbpA p. 13) Op de hierna volgende pagina’s worden de districten van de stad Antwerpen behandeld. FIGUUR Bestuurlijke indeling (districten) 2.2.5. Bestuurlijke structuren 2.2.5.1. Stadsbestuur Stand op 30 januari 2004 Gemeenteraad 2000 – 2006: -
55 raadsleden (inclusief burgemeester en schepenen)
-
verkozen voor 6 jaar (vanaf 1 januari 2001)
Zetelverhouding Partij
Aantal zetels
SP.A (Sociaal Progressief Alternatief)
12
CD&V (Christen-Democratisch & Vlaams)
5
VLD (Vlaamse Liberalen en Democraten)
10
GROEN!
6
N-VA (Nieuw-Vlaamse Alliantie)
1
VB (Vlaams Belang)
20
Onafhankelijke
1
College van burgemeester en schepenen:
14
Patrick Janssens
Tuur van Wallendael
Chantal Pauwels
Eric Antonis
Leo Delwaide
Ludo Van Campenhout
Marc Van Peel
Erwin Pairon
Robert Voorhamme
Dirk Grootjans
Luc Bungeneers Managementcomité Roel Verhaert
Luc Tesseur
Eddy Cop
Marjan Knockaert
Eddy Schevernels
Hugo Vermeulen
Tuur Ceuppens
Karin Nauwelaerts
Paul van Steenvoort
Bruno Verbergt
Pierre De Strycker
Freddy Vandekerckhove
Jaak Vanlandschoot
Roger Bekaert
Gemeenteraadsleden Patrick Janssens
Leo Delwaide
Marc Van Peel
Chantal Pauwels
Robert Voorhamme
Ludo Van Campenhout
Eric Antonis
Erwin Pairon
Tuur van Wallendael
Dirk Grootjans
Luc Bungeneers
Staf Neel
Marcel Bartholomeeussen
Jan Claes
Hilda Vienne
Johan Van Brusselen
Fatima Bali
Gilbert Verstraelen
Geert Brouwers
Bob Hulstaert
Dirk Geldof
Filip Dewinter
Jan Penris
Nahima Lanjri
Ludo De Ranter
Tanja Smit
Paul De Loose
Louis Anken
Marleen Segers
Hugo Verhelst
Luk Lemmens
Claude Marinower
Suzette Verhoeven
Leona Detiège
Gerolf Annemans
Rita Depestel
Marleen Van Ouytsel
Youssef Slassi
Patrick De Roo
Ann Coolsaet
Freya Piryns
Johan Peeters
Philip Heylen
George Ver Eecke
Christel Crauwels
Koenraad Dillen
15
Anneke Vermeiren
Hans Coveliers
Kathleen Van Brempt
Rob Verreycken
Johan Bijttebier
Caroline Drieghe
Ledy Broeckx
Christel Luyckx
Maurice Van Tongerloo 2.2.5.2. Districtsbesturen (cbpA p. 53-54) Elk districtsbestuur heeft diverse bestuurlijke functies. Op het vlak van cultuur zijn de districten sinds 2001 verantwoordelijk voor hun eigen cultuurbeleid. De functies die hiervoor verantwoordelijkheid bevatten, zijn: - De districtsschepen Cultuur, politieke beleidsverantwoordelijke Elk district heeft een districtsschepen Cultuur, dat politiek verantwoordelijk is voor het lokale cultuurbeleid van zijn district. De krijtlijnen van het cultuurbeleid in de districten worden uitgetekend in de raadscommissies Cultuur, onder leiding van de districtsschepen Cultuur. - Cultuurantennes, stedelijke cultuurdeskundigen De idee van de cultuurantenne ontstond in 1996 vanuit het kabinet van de schepen voor Cultuur, Bibliotheken en Monumentenzorg. Sedert 1999 zijn in de negen Antwerpse districten cultuurantennes aan de slag. Het gaat om stedelijke cultuurdeskundigen die centraal worden aangestuurd, vanuit de dienst Coördinatie Cultuur en Communicatie van de bedrijfseenheid Sport en Cultuur. Hun specifieke taak is op maat gesneden van de behoeften van elk district en houdt rekening met omgevingsfactoren, zoals de aanwezigheid van stedelijke culturele infrastructuur (bijvoorbeeld een cultuurcentrum). De werking van de cultuurantennes is een van de vele evenwichtsoefeningen in het Antwerpse culturele veld, met centraal besturen aan de ene en decentraal besturen aan de andere kant. - Autonome cultuurraden in de districten De districtsschepenen Cultuur werken samen met de autonome cultuurraden, die een adviserende functie hebben. Een nieuwe samenstelling van de negen autonome cultuurraden van de districten is een van de beleidsinitiatieven die deel uitmaken van het Cultuurbeleidsplan Antwerpen 20032007. De opdracht van de autonome cultuurraden van de districten is vergelijkbaar met die van de stedelijke cultuurraad, maar hun bevoegdheid beperkt zich tot culturele materies die het grondgebied van het district niet overstijgen. 16
Districtsraad Antwerpen Stephan Bogaert
Chris Anseeuw
Lieve Stallaert
Herman De Bleser
Jan Somer
Hilde De Lobel
Jules Neel
Tilly Fertin
Frank Mariëns
Mimount Bousakla
Ivonne Julliams
Mesut Yucel
Ilse Van Dienderen
Frank Reniers
Anne Poppe
Josy Legiers
Koen Calliauw
Guido Daems
Désiré Stoffels
Paul Fleerackers
Christian Floru
Luk Dieudonné
Bart Vercruyssen
Annick De Ridder
Karin Moller
Mariette Schillemans
Mohammad Reza Najd Javadi Pour
Chantal Coolen
Brigitte Jacobs
Albert Schepens
Marco Laenens
Dirk Vanlommel
Kolliopoulou Magdalini
Jos Bergmans
Districtscollege Berchem Prosper Slachmuylders
Martine Depestel
Luc Thiessen
Peter Raats
Joseph Radart Districtsraad Berchem Prosper Slachmuylders
Ann Bakelants
Remy Bisschops
Alfons Borginon
Brouwers Edwin
Ernest Van Bauwel
Davy Cleymans
Frederika Hostens
Nathalie Imre
Tyl Jonckheer
Joseph Libens
Cornelius Faes
Rachida Setti
Maria Strubbe
Jeroen Van Bogaert
Susanna Van Den Kieboom
Luc Verhelst
Gustaaf De Vos
Districtsraad Berendrecht/Zandvliet/Lillo Willy Van Hees
Danielle Meirsman
Karel Hendrickx
Eddy Daems
Karel Van Roy
François Leyssens
17
Romain Rul
Werner Van Linden
Rudi Sempels
Benedictus Jansen
Willem Van Alsenoy
Rudi Maes
Steven Van Dieven
Petra Anthonissen
Frieda Haemhouts
Alex Boiy
Eddy Van Thillo Districtsraad Borgerhout Patrick Marivoet
Walter Van den Branden
Charles Bruers
Stefan Lauwers
Veerle Kennis
Werner Broux
Godelieve De Preter
Walter Wegge
Andreas De Leeuw
Mohammed Sidi Habibi
Ingeborg Van de Ven
Amir El Kebdani
Linda Bel
Uschi Van Dyck
Roger Koreman
Geert Vanderoost
Willem Voet
Luc Moerkerke
Sharon Dunn
Ingrid Severyns
Julienne De Bats
Leon Jeurissen
Marc De Meyer
Maurice Verstraelen
Hilda De Mol Districtsraad Deurne René De Preter
Marleentje De Backer
Walter Verbruggen
Luc Mahieu
Guy Dirckx
Guido Tastenhoye
Beatrix Vanderplasschen
Helena Calluy
Walter Damen
Ronny Matheesen
Karin Hansen
Nico Bresseleers
Barbara De Backer
Sonia Belmans
Willy Smolders
Gustaaf Hendrickx
Tony De Boeck
Patricia Rillaers
Jim Geudens
Marc De Belder
Marina Rothmayer
Ann Hendrickx
Maria Van der Meulen
Nancy Leyman
Pascale Wils
Frans Crauwels
Freddy Lorent
Patricia De Somer
Mieke De Wispeleir
18
Districtsraad Ekeren Christophe Thomas
Freddy Wens
Ronny Kruyniers
Sabine Coene
Tilla Rauter
Erik Bernard
Rudy Van Linden
Wim Vansteenkiste
Koen Palinckx
Jan Somers
Ilse De Schutter
Guy De Kock
Freddy Geens
Cecilia Van den Sande
Clement Van Caimere
Yolande Boudewijns
Madeleine Kurten
Freddy Geubels
Louis Van Gasse
Dirk Platteau
Eddy Van Thillo Districtsraad Hoboken Marc Van Muylem
Herman Wellens
Johan Felix
Guy Eggermont
Patrick Smedts
Marie Louise Deelen
Mie Branders
Ingrid Keersmaekers
Hilde Wyninckx
Linda Schattevoet
Nourdin Ben Sellam
Constant Hendrickx
Filip Van Royen
Anne-Marie Langmans
Luc Marcelo
Albert Gysels
Paula Janssens
Julien Vlaeminck
Bart Van Giel
Robert Bosiers
Paul Apers
John van der Linden
Jozef Van Meensel Districtsraad Merksem Kris Janssens
André Keulemans
Frank Baeyens
Koenraad De Cock
Sonja De Meyer
Philippe Elst
Cyriel Wasteels
Yllona Van der Jonckheid
Alfons De Meulder
Eric Van Peel
Leopold Clauwaert
Jozef Wouters
Rudolf Van Velthoven
Maria Vervoort
Sonia Van Gestel
Jerry Teerlinck
Hugo Defrenne
Peter Platteau
Willy Van Campenhout
Jean-Marie De Kimpe
Fatma Akbas
Constant Leys
Willy Lambrechts
Serge Schoeters
19
Marc Van Boxelaer
Els Wittocx
Karla Blomme Districtsraad Wilrijk Gilbert Van Nuffel
Thierry Vanderkindere
Wendy Geens
Patrick Haazen
Kristel Claes
Anne Ricaille
Jean Boffen
Greta Van der Heyden
Laurent Daems
Viviane Wittock
Jan Van Es
Godelieve Van Gerwen
Raymond Van de Weyer
Danny Van Assche
Annick Oreglia
Simone Van Brussel-Ketels
Eric Huijbrechts
Hugo Haazen
Leopold Rouchet
Jozef Verbruggen
Lutgarde De Fruytier
Patrick Rotthier
Sandra Claes
Jan Schaut
Daniëlle Wouters 2.2.5.3. Provinciebestuur Gouverneur: Camille Paulus Provinciegriffier: Danny Toelen Provincieontvanger: Wilfried Van Gorp Bestendige deputatie Ludo Helsen
Jos Geuens
Frank Geudens
Martine De Graef
Marc Wellens
Corry Masson
Camille Paulus
Danny Toelen
Provincieraad Beuckelaers Harry
Bierkens Mathieu
Birchen Christel
Boden Rita
Boudewijns Raymond
Braem Nicole
Broeckx Hendrik
Caals Tom
Cateau Lut
Claessens Jan
Coel Frank
Colman Christel
Coveliers Roel
Cuyt Rony
Dams Lieve
De Cnodder Ann
De Graef Martine
De Jonghe-Meurrens Lea
De Loght Bruno
De Ridder Lydia
20
De Smedt Dirk
De Vos - Cox Sabine
Desmedt Annie
Dourcy-Belle-Rose Brigitte
Dries Dani
Eggermont Guido
Feyaerts Patrick
Frighem Paul
Geudens Frank
Geuens Jos
Gys Mia
Hellemans Jos
Helsen Ludo
Heylen Remi
Hofmans Lode
Huijbrechts Jan
Huyghe Eddy
Lauwers René
Lowie Ignace
Luyckx Anneke
Luyten Achiel
Mariën Albert
Masson Corry
Mateusen Bieke
Meert Ria
Michielsen Inge
Muyshondt Tine
Nauwelaerts An
Neel Jules
Pauli Koen
Peeters Boudewijn
Peeters Mathilda
Philipsen Patrick
Scheefhals Ben
Schoofs Hans
Smeulders Fonne
Stevens Lili
Switsers Ludo
Van Ammel Marcel
Van Aperen Anne
Van Craen Guido
Van Damme Ann
Van den Bergh Jos
Van den Bogaert Guido
Van der Sande Philippe
Van der Voort Chris
Van Duppen Jef
Van Dyck-Hendrickx Jenny
Van Hove Bart
Van Langendonck Gerda
Van Loon Magdalena
Van Miert Leo
Van Onckelen Lidwina
Van Rompaey Paul
Verheyen Ludo
Vermost Mark
Verschueren Lieve
Vochten Walter
Vollebergh Steven
Wellens Marc
Zander Jan
Zwijsen Tony
Provinciale Directie Departement Provinciegriffier
Dienst
Kwaliteitszorg
en
Organisatieontwikkeling Dienst Pers en Voorlichting Departement Financiën - Provincieontvanger
Dienst Boekhouding Dienst Fiscaliteit Dienst Begroting
21
Departement Personeel
Personeelsdienst Dienst Preventie en Bescherming op het werk
Departement Logistiek
Dienst Informatica - Communicatie Technologie Centrale Aankoopdienst Dienst
Onthaal,
Plechtigheden
en
Congressen Dienst Werken en Infrastructuur Dienst Patrimonium
Departement Welzijn, Onderwijs en Veiligheid
Dienst Welzijn Dienst Onderwijs Dienst Jeugd en Vorming
Departement Cultuur
Dienst Algemeen Cultuurbeleid Dienst Culturele Instellingen Dienst Cultureel Erfgoed
Departement Recreatie, Sport en Toerisme Departement
Ruimtelijke
Ordening
en Dienst Ruimtelijke Planning en Mobiliteit
Mobiliteit
Dienst
Stedenbouwkundige
Vergunningen Departement Leefmilieu
Dienst Milieu en Natuurbehoud Dienst Waterbeleid Dienst Milieuvergunningen
Departement Economie, Plattelands- beleid en Dienst Economie, Technologie, KMO en Internationale Samenwerking
Landbouw Dienst Ontwikkelingssamenwerking
2.2.6. Antwerpen een culturele stad 2.2.6.1. Overzicht van het culturele aanbod Hierna volgt een overzicht van de belangrijkste culturele spelers. De lijst is een staalkaart, ze poogt geenszins volledig te zijn. Theater en aanverwante disciplines Jeugd- en jongerentheater
22
Het Paleis, Laika, Luxemburg, Villanella, Educatief Theater Antwerpen Beeldend theater Theater FroeFroe, Stadspoppentheater van Merksem, Koninklijke Poppenschouwburg Van Campen, Poesje van Sint-Andries Dans en danstheater Koninklijk Ballet van Vlaanderen, WP Zimmer, Arabesque Musical Musicalafdeling Koninklijk Ballet van Vlaanderen, Particuliere initiatieven Mime en bewegingstheater Mimestudio van Jan Ruts, Mimecentrum Circus Circusschool Kay-Foe, 2 be 2, Cirque Perdu, Stevarius, Circus a’penstaart Muziek Opera Vlaamse Operastichting, Kameropera Transparant, Walpurgis Klassieke muziek Koninklijk Filharmonisch Orkest van Vlaanderen, Koninklijk Vlaams Conservatorium, Jeugd en Muziek Antwerpen Oude muziek Centrum voor Oude Muziek, Festival van Vlaanderen Antwerpen Hedendaagse en avant-gardemuziek Champ d’Action Popmuziek 5voor12 Populaire muziek La Esterella, de Strangers, Johnny Voners, Will Ferdy, El Tattoo del Tigre, Wannes Van de Velde Wereldmuziek Zuiderpershuis, Moussem Jazz Jazz Middelheim Literatuur Schrijversacademie, Thakafa 11/ Open Arabisch literair salon in Antwerpen, Les Liseuses Fabuleuses, Le Tigre Unick, De Sprekende Ezels, Moussem, AMVC-Letterenhuis, Stadsbibliotheek, Openbare bibliotheken, Antwerpen Boekenstad, bibliotheken van de Universiteit
en
Hogescholen
Antwerpen, Museum
Plantin-Moretus,
Vertel.de.stad!,
23
Vlaams Fonds voor de Letteren, Administratie letteren van de Vlaamse Gemeenschap, Villa Kakelbont/ Nationaal centrum voor Jeugdliteratuur, Behoud de Begeerte, Villanella, Boek.be Beeldende kunst Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen, MuHKA, FotoMuseum provincie Antwerpen, Openluchtmuseum voor beeldhouwkunst Middelheim, Academie voor Schone Kunsten, HAL, NICC Toegepaste kunst Provinciale
musea:
FotoMuseum,
Zilvercentrum
Sterckshof,
Diamantmuseum,
ModeMuseum Designcentrum De Winkelhaak Architectuur en openbare ruimte Felixarchief, Permekegebouw, Museum aan de Stroom (MAS), Beeld in de Stad Film, video en nieuwe media UGC,
Metropolis,
Cartoon’s,
MuHKA
Filmmuseum,
MuHKA
Cinema,
Europees
Jeugdfilmfestival Vlaanderen, Antwerp City Film Office 2.2.6.2. Cultuur als feest (cbpA p. 76-78) Antwerpen bouwt graag feesten. De opening en afsluiter van Antwerpen 93, Sail of het Van Dyckjaar; de Bevrijdingsfeesten, het Milieufestival, de aankomst en het vertrek van de Ronde van Frankrijk, de opening van het Sint-Jansplein: het heeft wellicht iets te maken met de trots die Antwerpenaren voelen voor hun stad, misschien ook met verbondenheid en een restje solidariteit. Opmerkelijk is dat ook ‘nieuwe Antwerpenaren’ graag inspelen op de Antwerpse feestcultuur. De woensdagavonden die Zomer van Antwerpen op het De Coninckplein neerzet, zijn uitgegroeid tot hoogdagen voor de Afrikaanse, Armeense, Chinese, ZuidAmerikaanse en Thaise gemeenschappen in de buurt. Ook Moussem, het allochtone cultuurfestival par excellence, biedt voldoende ruimte voor feest en vrolijkheid. Het Koerdisch-Perzische nieuwjaar (Vew Roz op 21 maart) krijgt in sommige wijken de allures van een heus volksfeest. Het Chinese nieuwjaar, compleet met drakenstoet en vuurwerk, is uitgegroeid tot een begrip. Antwerpen is ook een ideale locatie voor culturele festivals en andere meerdaagse evenementen. Die dragen niet alleen bij tot de uitstraling van Antwerpen op nationaal en internationaal niveau, maar worden ook sterk gewaardeerd door de stedelijke bevolking.
24
Zomer van Antwerpen, een initiatief van Antwerpen Open, speelt daarin een belangrijke rol. Het Antwerpse zomerfestival timmert al zeven jaar aan de weg. Het speelt daarbij niet alleen in op een duidelijke behoefte van de stadsbevolking, maar plaatst ook minder evidente kunstvormen in de kijker. Op die manier hebben de activiteiten van Zomer van Antwerpen/Antwerpen Open een effect dat doorwerkt lang nadat de zomer achter de rug is. Zo blijken de inspanningen van Zomer van Antwerpen op het vlak van wereldmuziek (Muziek in de Wijk), film (Openluchtfilms) en circus inspirerend te werken op plaatselijke actoren. Daarnaast telt Antwerpen ook een groot aantal kleinere festivals en evenementen die occasioneel of bij wijze van experiment worden opgezet. Zo is er een Afrikaans Festival, dat enkele Afrikaanse gemeenschappen organiseren in samenwerking met het cultureel ontmoetingscentrum Sint-Andries. Het Chinese nieuwjaar wordt stilaan ook zichtbaar buiten de Chinese gemeenschap en krijgt enige festivalallures. Iets soortgelijks lijkt in de maak voor het New Roz, het nieuwjaarsfeest van Koerden, Iraniërs, Irakezen, Afghanen en andere Koerdisch- of Perzischsprekende Antwerpenaren. Ook rond de jaarlijkse Ramadan
worden
op
verschillende
plaatsen
–
cultuurcentrum
Berchem,
Wereldculturencentrum Zuiderpershuis –activiteiten opgezet die naar een festivalformule neigen. In tal van Antwerpse wijken en in de meeste districten bestaat ook een lange traditie van eigen feesten: de Reuzenstoet in Borgerhout, de Bevrijdingsfeesten in Deurne, het gansrijden in Berendrecht-Zandvliet-Lillo, de Geitenstoet in Wilrijk, een Wasdag in SintAndries, een Mosselstoet op Linkeroever, de Ommeganck en de Stoet der Stoeten in de Antwerpse kernstad. Die initiatieven vallen meestal onder de verantwoordelijkheid van de districten, halfweg tussen de beleidsdomeinen cultuur en feestelijkheden. In de stad Antwerpen is het meestal de stedelijke Evenementencel die daarin een ondersteunende rol speelt. De feesten en evenementen zijn periodiek en worden vaak jaarlijks georganiseerd. Ten slotte zijn er in Antwerpen ook een aantal processies en een Scheldewijding. 2.3. De mensen in Antwerpen De circa 455.000 inwoners - waaronder zo’n 165 nationaliteiten en dus vaak verschillende culturen – de duizenden pendelaars en miljoenen bezoekers in Antwerpen zijn een bron en een klankbord van het culturele erfgoed. Zij zijn onweerlegbaar een belangrijke pijler in de beleving en de ontwikkeling van de stedelijkheid.
25
Inwonersaantallen zeggen iets over de relatieve grootte van de districten; enkele ervan hebben de demografische dichtheid van een forse middelgrote Vlaamse stad. De verhouding tussen oudere en jongere stadsbewoners bevestigt het belang van jongerenculturen en van seniorenculturen, en wijst op een mogelijke sociale breuklijn, waarop sommige culturele (erfgoed-) actoren inspelen. (cbpA p. 28 met aanpassingen) 2.3.1. Bevolkingsaantallen en demografische verhoudingen Bevolkingsaantallen Bron: gegevens bevolking 1 januari 2004, Dienst Bevolking, Burgerzaken, Stad Antwerpen, bewerkingen door Databank Sociale Planning. Onderwerp:
alle
inwoners
die
zijn
ingeschreven
in
het
bevolkings-
of
vreemdelingenregister. Dit omvat geen asielzoekers, studenten, illegalen, bevoorrechte vreemdelingen of EU-ambtenaren.
Buurt
Aantal
Geslacht MAN
VROUW
Distr. Antwerpen
161573
81171
80402
Distr. Berchem
39633
18740
20893
Distr. Bezali
9553
4744
4809
Distr. Borgerhout
40487
19625
20862
Distr. Deurne
68540
32748
35792
Distr. Ekeren
22153
10831
11322
Distr. Hoboken
33709
16517
17192
Distr. Merksem
40678
19464
21214
Distr. Wilrijk
38199
18254
19945
Buurt onbekend
408
195
213
Stad Antwerpen
454933
222289
232644
De stad Antwerpen telde op 1 januari 2004 454.933 inwoners, van wie 49 procent mannen en 51 procent vrouwen. De onderverdeling per district is als volgt: District Antwerpen
50% mannen en 50% vrouwen
District Berchem
47% mannen en 53% vrouwen
District Bezali
50% mannen en 50% vrouwen
District Borgerhout
48% mannen en 52% vrouwen
District Deurne
48% mannen en 52% vrouwen
26
District Ekeren
49% mannen en 51% vrouwen
District Hoboken
49% mannen en 51% vrouwen
District Merksem
48% mannen en 52% vrouwen
District Wilrijk
48% mannen en 52% vrouwen
GRAFIEK
Aantal huishoudens Bron: gegevens huishoudens 1 januari 2004, dienst Bevolking en Burgerzaken van de stad Antwerpen, bewerkingen door Databank Sociale Planning Onderwerp:
alle
huishoudens
die
zijn
ingeschreven
in
het
bevolkings-
of
vreemdelingenregister. Dit omvat geen asielzoekers, studenten, illegalen, bevoorrechte vreemdelingen of EU-ambtenaren.
Buurt
Aantal
aantal huishoudens personen / huishouden
Distr. Antwerpen
161573
85425
1,89
Distr. Berchem
39633
20171
1,96
Distr. Bezali
9553
3769
2,53
Distr. Borgerhout
40487
18846
2,15
Distr. Deurne
68540
34361
1,99
Distr. Ekeren
22153
9288
2,39
Distr. Hoboken
33709
14683
2,30
Distr. Merksem
40678
18984
2,14
Distr. Wilrijk
38199
17745
2,15
Buurt onbekend
408
195
2,09
Stad Antwerpen
454933
223467
2,04
Het aantal alleenstaanden neemt toe. 51 procent van de totale bevolking in de stad Antwerpen is alleenstaand. De verdeling in de districten is als volgt: District Antwerpen
53% huishoudens en 47% alleenstaand
District Berchem
51% huishoudens en 49% alleenstaand
District Bezali
39% huishoudens en 61% alleenstaand
District Borgerhout
47% huishoudens en 53% alleenstaand
27
District Deurne
50% huishoudens en 50% alleenstaand
District Ekeren
42% huishoudens en 58% alleenstaand
District Hoboken
44% huishoudens en 56% alleenstaand
District Merksem
47% huishoudens en 53% alleenstaand
District Wilrijk
46% huishoudens en 54% alleenstaand
KAARTEN Alleenstaanden, Eenoudergezinnen
GRAFIEK
Bevolkingsbeweging Huwelijken
1.658
Echtscheidingen
1.446
Geboorten
6.986
Sterfte
5.691
Registraties in de registers van de burgerlijke stand
Stand op 31 juli 2004
Bron: www.antwerpen.be/feitenencijfers 2.3.2. Leeftijd Bron: gegevens bevolking 1 januari 2004 van de dienst Bevolking en Burgerzaken, stad Antwerpen. Bewerkingen door Databank Sociale Planning. Onderwerp:
alle
inwoners
die
zijn
ingeschreven
in
het
bevolkings-
of
vreemdelingenregister. Dit omvat geen asielzoekers, studenten, illegalen, bevoorrechte vreemdelingen of EU-ambtenaren. Aantal
Actieve
Leeftijdsgroepen
Buurt
leeftijd (18 tem 0 tem 11j 12 tem 17j 18 tem 24j 25 tem 39j 40 tem 64j 65j+
64j)
Distr. Antwerpen
161573
22608
9652
14838
39604
45251
29620 99693
Distr. Berchem
39633
4748
2258
3164
8485
12034
8944
23683
Distr. Bezali
9553
1350
815
823
1904
3376
1285
6103
Distr. Borgerhout
40487
6354
3052
3714
8463
11145
7759
23322
Distr. Deurne
68540
8367
4023
5263
13589
22086
15212 40938
Distr. Ekeren
22153
3103
1688
1731
4483
7300
3848
13514
Distr. Hoboken
33709
4693
2474
2855
6396
11219
6072
20470
Distr. Merksem
40678
4793
2757
3376
7686
13419
8647
24481
Distr. Wilrijk
38199
4681
2384
3091
7722
12038
8283
22851
Buurt onbekend
408
71
22
38
120
94
63
252
28
Stad Antwerpen
454933 60768
29125
38893
98452
137962
89733 275307
De stad Antwerpen kent 61 procent actieve bevolking. 20 procent van de bevolking is jonger dan 18 jaar en 19,7 procent is ouder dan 65 jaar. De actieve bevolking neemt toe. In de districten is de verdeling als volgt: District Antwerpen
62% actieve bevolking; 20% is -18 en 18% is 65+
District Berchem
59% actieve bevolking; 18% is –18 en 23% is 65+
District Bezali
64% actieve bevolking; 23% is –18 en 13% is 65+
District Borgerhout
56% actieve bevolking; 24% is –18 en 19% is 65+
District Deurne
60% actieve bevolking; 18% is –18 en 22% is 65+
District Ekeren
61% actieve bevolking; 22% is –18 en 17% is 65+
District Hoboken
61% actieve bevolking; 21% is –18 en 18% is 65+
District Merksem
60% actieve bevolking; 19% is –18 en 21% is 65+
District Wilrijk
60% actieve bevolking; 18% is –18 en 22% is 65+
GRAFIEK FIGUREN Verhoudingen 2.3.3. Welstand en bedrijvigheid Inkomens Bron: Inkomensgegevens 2001, NIS, bewerkingen door SOMA vzw, Databank Sociale Planning. Onderwerp: Het netto belastbaar inkomen is de som van: Het gezamenlijk belastbaar inkomen: inkomsten van onroerende goederen, inkomsten en opbrengsten van roerende goederen en kapitalen, bedrijfsinkomsten (wedden, lonen, pensioenen, vervangingsinkomsten, winsten, baten,...) en diverse inkomsten. De inkomsten van beide echtgenoten worden samengevoegd (analoog voor het afzonderlijk belaste inkomen). Het afzonderlijke belastbare inkomen: inkomsten verwant met de bedrijfsinkomsten (achterstallen,
vergoedingen
wegens
contractbreuk,
voorafbetaald
vakantiegeld,
vergoedingen als compensatie of als herstel van een tijdelijke delving van winsten of baten, winsten of baten uit een vroegere bedrijfsactiviteit, meerwaarden verwezenlijkt in de loop, of bij het stopzetten van een bedrijfsactiviteit) alsook uit bepaalde diverse inkomsten (winsten of baten verkregen buiten de uitoefening van een bedrijfsactiviteit, meerwaarden of rechten op niet bebouwde onroerende goederen, prijzen en subsidies,
29
loten
van
leningen,
meerwaarden
verwezenlijkt
bij
de
afstand
van
belangrijke
participaties). NETTO BELASTBAAR INKOMEN: Sectoren
Jaar 2001 Gem.
Aantal
Aantal inwoners Gem/persoon
/aangifte mediaan aangiften in 2001
in 2001
Distr. Antwerpen
19.674
88.841
157.562
11.093
Distr. Bezali
24.364
4.985
9.687
12.538
Distr. Ekeren
27.014
11.044
22.120
13.487
Distr. Merksem
24.455
21.211
40.456
12.822
Distr. Deurne
22.754
35.870
67.689
12.058
Distr. Borgerhout
20.246
18.752
39.618
9.583
Distr. Berchem
23.297
22.839
39.471
13.480
Distr. Wilrijk
25.239
21.401
38.245
14.123
Distr. Hoboken
22.913
17.942
33.370
12.320
buurt onbekend
19.326
2.513
204
238.069
245.398
448.422
12.074
15.301
Stad Antwerpen 22.062 Bron: Vlaamse Gemeenschap KAARTEN Medianen inkomens
2.3.4. De culturele assen en infrastructuur De onderstaande figuur geeft een overzicht van de belangrijkste culturele voorzieningen. Voor een overzicht van de belangrijkste culturele erfgoedactoren, zie deel 2.5. KAART Culturele voorzieningen
30
2.3.5 Religieuze gebouwen Gebouw eredienst
KAPEL
KERK
KLOOSTER MOSKEE
PASTORIE SEMINARIESYNAGOGETEMPEL
Eindtotaal
aantal%
aantal%
aantal%
aantal%
aantal%
aantal%
2000
1
3,33
3
10,00 9
30,00 7
23,33 1
3,33 8
26,67
1
3,33
30
100,00
2018
1
3,03
3
9,09 9
27,27 4
12,12 3
9,09 6
18,18
7
21,21
33
100,00
2020
1
10,00 2
20,00 1
10,00 3
30,002
20,00 1
10
100,00
2030
2
22,22 6
66,67
1
11,11
9
100,00
2040
1
20,00 2
40,00
2
40,00
5
100,00
2050
1
33,33 1
33,33 1
33,33
3
100,00
5
38,46 1
7,69 2
15,383
23,08
13
100,00
aantal%
aantal %
aantal %
aantal%
10,00
2060
2
15,38
2100
4
14,81
2
7,41 10
37,04 6
22,22
0,00 5
18,52
27
100,00
2140
1
6,25
2
12,50 4
25,00 2
12,50 3
18,754
25,00
16
100,00
2170
3
17,65
1
5,88 5
29,41 2
11,76 1
5,88 5
29,41
17
100,00
0,00
3
42,86 2
28,57
2
28,57
7
100,00
2180 2600
3
10,71
3
10,71 8
28,57 6
21,43 2
7,14 5
17,86
2610
1
5,56
2
11,11 5
27,78 5
27,78
0,00 5
2660
2
14,29
0,00 4
28,57 3
21,43 2
10,4372
31,3038
16,5217
Totaal18
7,83
24
1
3,57 28
100,00
27,78
18
100,00
14,293
21,43
14
100,00
7,39 51
22,171
0,43 8
3,48 1
0,43230
100,00
Bron: kadastrale gegevens Digipolis stad Antwerpen, 1 januari 2001 Bewerkingen door Databank Sociale Planning
31
2.3.6. Nationaliteiten Bron: gegevens bevolking 1 januari 2004, dienst Bevolking en Burgerzaken, stad Antwerpen. Bewerkingen door Databank Sociale Planning. Onderwerp:
alle
inwoners
die
zijn
ingeschreven
in
het
bevolkings-
of
vreemdelingenregister. Dit omvat geen asielzoekers, studenten, illegalen, bevoorrechte vreemdelingen of EU-ambtenaren. Weinig andere Vlaamse steden worden zoals Antwerpen geconfronteerd met de kansen, de uitdagingen en de problemen van een multiculturele samenleving. In sommige wijken is een groot percentage van de bevolking van allochtone origine. Het culturele veld staat voor de opgave een goed evenwicht te vinden tussen het streven naar integratie en het respect voor de eigen identiteit en traditie van deze etnisch zeer diverse bevolkingsgroepen - en daarbij gemeenplaatsen en veralgemeningen te mijden. Een van de hardnekkigste mythes is dat alle allochtonen automatisch kansarm zijn en dus ook minder cultuurcompetent. Het aantal niet-Belgen in Antwerpen bedraagt 52.687 (11,6%). In deze groep zijn de Marokkaanse staatsburgers numeriek de belangrijkste, gevolgd door de Nederlanders. Mensen van 166 nationaliteiten hebben, in grotere of kleinere concentraties, de stad Antwerpen als woonplaats gekozen. (cbpA p. 31 met aanpassingen) Voor een gedetailleerder overzicht, zie bijlage.
Buurt
Aantal
Belg
Vreemdeling
%
1
Distr. Antwerpen
161573
132168
29405
18,2
2
Distr. Berchem
39633
35949
3684
9,3
3
Distr. Bezali
9553
9201
352
3,7
4
Distr. Borgerhout
40487
33865
6622
16,4
5
Distr. Deurne
68540
63501
5039
7,4
6
Distr. Ekeren
22153
21359
794
3,6
7
Distr. Hoboken
33709
31573
2136
6,3
8
Distr. Merksem
40678
38560
2118
5,2
9
Distr. Wilrijk
38199
35705
2494
6,5
10
Buurt onbekend
408
365
43
10,5
Stad Antwerpen
454933
402246
52687
11,6
GRAFIEK
32
BUURT
Aantal
Belg
EU
Rest
Marokko Turkije Rest
Europa
wereld
Vluchtelingen
Totaal
Vreemdelingen
Vreemdelingen
buiten de EU
Distr. 1 Antwerpen
16.1573
132.168
10.629
2.390
4.942
2.624
7.892
928
29.405
18.776
2 Berchem
39.633
35.949
1.482
334
524
607
623
114
3684
2.202
3 Distr. Bezali
9.553
9.201
271
21
11
6
41
2
352
81
40.487
33.865
1.272
561
3.441
103
1.054
191
6.622
5.350
5 Distr. Deurne 68.540
63.501
1.639
586
1.395
203
895
321
5.039
3.400
6 Distr. Ekeren 22.153
21.359
493
64
22
16
184
15
794
301
33.709
31.573
623
147
740
334
174
118
2.136
1.513
8 Merksem
40.678
38.560
952
269
385
97
319
96
2.118
1.166
9 Distr. Wilrijk
38.199
35.705
998
303
329
192
598
74
2.494
1.496
408
365
28
6
2
0
6
1
43
15
11.791
4.182
11.786 1.860
52.687
34.300
Distr.
Distr. 4 Borgerhout
Distr. 7 Hoboken Distr.
Buurt 10 onbekend Stad Antwerpen
454.933 402.246 18.387 4.681
GRAFIEK
33
2.4. De dingen en de verhalen: cultureel erfgoed in Antwerpen Het is duidelijk niet de bedoeling van de Vlaamse overheid dat het beschrijvende, informatieve gedeelte van het Erfgoedbeleidsplan Antwerpen een uitgewerkte en definitieve socio-economische studie van de stad Antwerpen zou worden waarin alle grote en kleine actoren terug te vinden zijn. Wij hebben dit beschrijvende gedeelte beperkt tot die gegevens die voor de besluitvorming rond het erfgoedbeleid tijdens de periode 2005-2008 van belang zijn. (zie ook cbpA p. 27 met aanpassingen) Dit deel schetst de maatschappelijke context waarbinnen de culturele (erfgoed-) spelers actief zijn. Het is geen volledige economische of sociaal-economische studie van Antwerpen, maar zet feitelijke gegevens op een rijtje die een impact hebben op de werking van de culturele (erfgoed-) actoren of op het cultureel (erfgoed-) beleid. (cbpA p. 28 met aanpassingen)
2.4.1. Het roerend erfgoed De 16de- en 17de-eeuwse Renaissance en barok en de grote expansie van de havenstad in de 19de en 20ste eeuw zijn de hoogtepunten uit de geschiedenis van de stad. De rijkdom aan materieel cultureel erfgoed reflecteert die periodes. Antwerpen heeft door zijn geografische ligging in de Vlaamse Vallei en de geologische ondergrond geen diepgaande archeologische voorgeschiedenis. Archeologie is bijgevolg voornamelijk een historische aangelegenheid, verbonden met de ontwikkeling van de stad. Prehistorie: - Paleolithicum: schaarse vondsten buiten context. - Neolithicum: schaars, maar op een aantal plaatsen aanwezig. - Vroeg Gallo-Romeinse periode (IJzertijd): verschillende opgravingen.
Historische tijden: - Laat-Gallo-Romeinse periode: zeer schaars. - Vroege en midden Middeleeuwen: in de oude stadskern schaarse sporen, toenemend vanaf de 10de eeuw. - Late Middeleeuwen - 15de eeuw: grote toename van materiële vondsten, de stadskern ligt vast. - 16de en 17de eeuw: bloeiperiode: Antwerpen is de metropool en haven van WestEuropa. Daardoor wordt veel erfgoed aangemaakt en bewaard. De kern van de concentrische stad wordt uitgebreid. - 18de eeuw: goed gedocumenteerd.
34
- 19de eeuw: grote expansie van de moderne metropool: zeer veel roerend en onroerend erfgoed. De stad breidt zich uit. - 20ste eeuw: zeer veel materieel erfgoed en veel immateriële erfgoedbronnen. In 1983 fusie met een aantal randgemeenten, die de radius van de concentrische stad vergroot.
2.4.2. Het onroerend erfgoed In de Middeleeuwen waren er veel open ruimten binnen de stadsmuren, die voor gemeenschappelijke doeleinden gebruikt werden. De huizen waren voornamelijk in hout gebouwd, met een dakbedekking van riet of stro. Religieuze gebouwen werden uit steen opgetrokken. Pas na 1500 doken er steeds meer stenen woningen op in het stadsgezicht. De stad was zo gestructureerd dat mensen met eenzelfde broodwinning in dezelfde wijken woonden. In hun huizen was er geen scheiding tussen woon- en werkruimte. Evenredig met de economische bloei die de 16de eeuw kenmerkte, nam de luxe in de meeste woningen toe, hoewel dat natuurlijk relatief blijft vergeleken met ons hedendaagse comfort. Antwerpen kende ook veel magnifieke patriciërswoningen met alles erop en eraan. Het zijn vooral die huizen die het historische beeld van het hedendaagse Antwerpen bepalen, zoals het Rubenshuis en het Huis Osterrieth. Met de val van Antwerpen en de sluiting van de Schelde kwam er echter een einde aan de Antwerpse Gouden Eeuw. De daaropvolgende eeuwen zouden worden getekend door een algemene daling in de levensstandaard. Pas met de heropening van de Schelde kreeg het Antwerpse economische leven een nieuwe internationale impuls. En vandaag is het goed leven in deze stad, die is uitgegroeid tot de economische hoofdstad van Vlaanderen en België. Het volgende overzicht van beschermingen als monument geeft een goed idee van de rijkdom aan onroerend erfgoed.
Internationale erkenning De oudste stadskern van Antwerpen – van de Schelde tot de omwalling van circa 1250 – staat op de indicatieve lijst van Unesco voor een erkenning als werelderfgoed (d.w.z. ze komt ervoor in aanmerking).
35
Nationale erkenning
Antwerpen Berchem Berendrecht Borgerhout Deurne Ekeren Hoboken Merksem Lillo Wilrijk Zandvliet totalen Monument
847
Stadsgezicht 17
192 4
Dorpsgezicht Landschap Cultureel patrimonium
1
10
21
3
3
4
2
1
1
7
2 5
21
1118
1
1 13
13
4
2
2
26 2
1
1
5 1
31 2
36
2.4.3. Het immaterieel erfgoed Wat is immaterieel cultureel erfgoed? Een volledige opsomming is onmogelijk, er bestaat trouwens geen consensus over de definitie. De algemene internationaal aanvaarde omschrijving
luidt:
‘zowel
de
praktijken,
voorstellingen,
uitdrukkingen,
kennis,
vaardigheden als de instrumenten, objecten, artefacten en culturele ruimtes die daarmee worden geassocieerd, die gemeenschappen, groepen en, in sommige gevallen, individuen erkennen als deel van hun cultureel erfgoed. Dit immaterieel cultureel erfgoed wordt overgedragen
van
generatie
tot
generatie,
wordt
altijd
herschapen
door
gemeenschappen en groepen als antwoord op hun omgeving, hun interactie met de natuur en hun geschiedenis, en geeft hen een gevoel van identiteit en continuïteit, en bevordert
dus
het
respect
voor
culturele
diversiteit
en
menselijke
creativiteit’.
Immaterieel cultureel erfgoed komt ongeveer overeen met volkscultuur of de alledaagse historische cultuur. Meestal onderscheidt men vijf domeinen van immaterieel cultureel erfgoed: -
Orale tradities en uitdrukkingen, inclusief taal (gezongen of gesproken) als een vehikel van immaterieel cultureel erfgoed, bijvoorbeeld verhalen, sprookjes en legendes.
-
Uitvoerende kunsten, podiumkunsten, spektakelkunsten.
-
Sociale gebruiken, rituelen en feestelijke gebeurtenissen die vaak gepaard gaan met dans en muziek zoals stoeten, processies, ceremonieën, carnaval en overgangsriten.
-
Kennis en praktijken betreffende de natuur en het universum, gewoonten en gebruiken die samenhangen met de natuurlijke omgeving, bijvoorbeeld traditionele geneeskunde.
-
Traditionele ambachtelijke vaardigheden zoals houtsnijkunst.
Andere aspecten zoals attitudes en levenswijzen, of de waarden en de kennis die achter deze fenomenen schuilgaan, zijn even belangrijk: religieuze volkscultuur (devotie, kapellen,
het
kerkelijk
jaar,
de
rozenkrans,
bedevaarten),
bijgeloof
(amuletten,
bezweringen, heksen, kwakzalverij, gebedsgenezers, toverij), taboe en straf, zwarte folklore (eer en oneer) maar ook kalenderfeesten, kledij, landschap, woon- en leescultuur,
humor,
vloeken,
dialecten,
geschenken,
geweld,
kruisen,
migratie,
ontspanning (media, amusementsparken, vriendschap, karaoke), nieuwjaar, onderwijs, rouw, schutterijen, spot, spreekwoorden, markten, straatmuzikanten, sinterklaas, … vallen hieronder. De belangrijkste bronnen voor het immateriële erfgoed zijn sterk verbonden met de recentere geschiedenis: de Tweede Wereldoorlog, het leven in de wijk of buurt, de vele allochtone culturen en bevolkingsgroepen en de talrijke evenementen.
37
Eigenaardig genoeg heeft Antwerpen – toch een belangrijke historische kunststad – op het gebied van immaterieel erfgoed het contact verloren met tradities die ver in de tijd teruggaan. Om het positief uit te drukken: al eeuwenlang verandert de levenswijze van de Antwerpenaar gestaag dankzij de invloeden van de vele culturen in de stad. Lange tradities, met uitzondering van de poesje (poesjenellentheater), hebben het moeilijk in deze dynamische stad. Er is nochtans wel degelijk een diep ‘Sinjoren’-bewustzijn over de ‘groten’ van Antwerpen (Plantin, Moretus, Ortelius, Rubens, Van Dyck, Conscience, …) en bovendien een gevoel van trots over de vele bezoeken die Antwerpen kreeg van heersers (Albrecht en Isabella, Napoleon, …) en kunstenaars (Bosch, Dürer, Van Gogh, …), wetenschappers en ondernemers sinds de bloei van de stad. Dat drukte zich in de 19de en begin 20ste eeuw uit in herdenkingsstoeten, waarmee de stad vroeger faam genoot. Maar die traditie verdween en de vraag is of een kunstmatige ‘reanimatie’ wel wenselijk is. Een grote samenballing kunnen we nog vinden rond de Madonna-Moeder en 15 augustus. Met de Ommeganck (slechts lokaal bekend), de Antwerpse Moederdag, de vele honderden Mariabeelden in het straatbeeld, de Onze-Lieve-Vrouwkathedraal en de tastbare Mariaverering en kunstuitingen in de kerken is er een sterke Moeder-Madonnadimensie in de stad aanwezig. Op gastronomisch gebied is er buiten het Bolleke en het Elixir d’Anvers, geen gerecht of drank die in het collectieve geheugen staat gegrift. Door daarentegen de grote weelde aan erfgoed en de historische uitstraling van de stad is de immateriële dimensie van het materiële erfgoed vrijwel onuitputtelijk. De verhalen verbonden aan objecten, gebouwen, wijken, buurten, bevolkingsgroepen zijn legio. Dit maakt de diepe en bruisende kracht van deze stad uit. De laatste tijd ontplooien in Antwerpen talloze (culturele) organisaties en instellingen activiteiten en projecten rond diverse aspecten van immaterieel erfgoed. In archieven en (heemkundige) musea wordt er bovendien veel documentatie over bewaard. Vooral de aandacht voor verhalen valt de jongste jaren op: verhalen over plaatsen, herinneringen, gebeurtenissen; verhalen van bewoners, schrijvers en kunstenaars, passanten; verhalen voor buurtbewoners, geïnteresseerd publiek, toekomstige bewoners. Dat uitte zich bijvoorbeeld in een grote hoeveelheid vertelprojecten, in extra aandacht voor verhalen binnen volkscultuur, in organisaties als Antwerpen Boekenstad en Liefhebber!, en in de projectaanpak bij musea en de erfgoedcel. Een inventaris van deze vertelprojecten, net als van de vele andere projecten rond immaterieel erfgoed die de jongste jaren in Antwerpen plaatsvonden, is wenselijk. Niet alleen om de opgebouwde expertise samen te brengen, maar ook om het immateriële
38
erfgoed dat erin werd verzameld, niet verloren te laten gaan. Hoe en waar deze projecten na afloop bewaard worden, is immers niet duidelijk. 2.5. De cultureel-erfgoedactoren 2.5.1 Toelichting Onderstaande tabel geeft een overzicht van een eerste min of meer systematische poging om het Antwerpse erfgoedveld in kaart te brengen. Er is over dat deel van de cultuursector in Antwerpen al veel informatie voorhanden. Maar een volledig en gedetailleerd overzicht van wie er in de stad op diverse niveaus actief is op het terrein van het cultureel erfgoed, bestaat nog niet. Wel zijn er al in diverse beleidsdocumenten en via uiteenlopende (interne of publieksgerichte) communicatiekanalen deellijsten beschikbaar gesteld. Met onze lijst hopen wij de basis te kunnen leggen voor een zo uitgebreid mogelijk register van erfgoedinstellingen en –organisaties dat de gehele stad omvat. Dat moet in de
eerste
plaats
tot
stand
komen
met
het
oog
op
een
ruim
opgezette
omgevingsanalyse, die als operationele doelstelling elders in dit beleidsplan is opgenomen (zie 5.2. Operationele doelstellingen). Daarvoor moet een enquête gehouden worden onder de verschillende spelers in de erfgoedsector, die zowel naar inhoudelijke gegevens als naar kwantitatieve factoren zal peilen. Dat moet een vollediger en preciezer beeld opleveren van de activiteiten die de vele Antwerpse erfgoedactoren en de netwerken waarvan zij deel uitmaken, ontplooien. De uitkomsten van die analyse moeten de erfgoedcel er binnen afzienbare tijd toe in staat stellen om de opties en streefdoelen voor de periode 2005-2008 verder aan te scherpen en zo nodig bij te sturen. Het geografische werkterrein van de Erfgoedcel Antwerpen beperkt zich in principe tot de fusiegemeente Antwerpen: het hoofddistrict Antwerpen en de acht overige Antwerpse districten Berchem, Berendrecht-Zandvliet-Lillo (Bezali), Borgerhout, Deurne, Ekeren, Hoboken, Merksem en Wilrijk. Daarom werden - met uitzondering van de netwerken uitsluitend erfgoedinstellingen en -organisaties opgenomen die daar hun zetel hebben. Bij elke speler die zijn statutair adres niet in het district Antwerpen heeft, wordt tussen haakjes aangegeven in welk van de andere districten hij dan wel statutair is gevestigd (Was
ons
dat
niet
bekend,
dan
werd
uitgegaan
van
het
kantoor-
of
correspondentieadres). Van de netwerken worden enkel diegene genoemd die in Antwerpen zijn gevestigd (of er kantoor houden) of alleen Antwerpse actoren tellen. In een later stadium zouden zonder meer alle netwerken waarvan Antwerpse actoren deel uitmaken, in de lijst moeten worden opgenomen, ook als zij niet vanuit Antwerpen worden gecoördineerd.
39
In de tweede kolom wordt de rechtsvorm of de toezichthoudende overheid vermeld. In de tabel worden de erfgoedactoren ondergebracht in vier categorieën: 1.
de erfgoedbeheerders,
2.
de erfgoedontsluiters,
3.
de erfgoedhouders,
4.
de erfgoednetwerken.
In de tabel worden ze, waar nodig, verder onderverdeeld in subklassen. Onder een erfgoedbeheerder verstaan we een instelling of organisatie die een eigen roerend-erfgoedcollectie bezit. Ze rekent een goed behoud en beheer en meestal ook de (publieks)ontsluiting van die collectie tot haar missie. Met een erfgoedontsluiter bedoelen we een instelling of organisatie die, als kerntaak, de publieke belangstelling voor een specifiek soort cultureel erfgoed bevordert, of dit erfgoed voor het publiek ontsluit. Ze hoeft daarom niet noodzakelijk zelf eigenaar te zijn van een roerend-erfgoedverzameling. (Bij deze groep hebben we ook de instellingen of organisaties ingedeeld die zich toeleggen op de ontsluiting van immaterieel cultureel erfgoed.) Een erfgoedhouder definiëren wij als een instelling of organisatie die weliswaar in het bezit is van een eigen roerend-erfgoedcollectie, maar een goed behoud en beheer of de ontsluiting ervan niet als haar kernopdracht (of zelfs opdracht) beschouwt. (Soms betreft het hier instellingen of organisaties die zich niet of onvoldoende bewust zijn van de cultuurhistorische waarde van de artefacten die zij in hun bezit hebben.) Tot
de
brede
categorie
van
de
erfgoednetwerken
behoren
belangengroepen,
overlegstructuren, samenwerkingsverbanden, koepels en officiële steunpunten. Ook internetsites die de ingang vormen naar de websites van onderling verwante of samenwerkende instellingen en organisaties (portaalsites), behoren tot deze categorie. Zoals uit de bovenstaande omschrijvingen blijkt, wordt het onroerend erfgoed buiten beschouwing gelaten. Maar omdat het verband tussen roerend en onroerend erfgoed niet zelden sterk is en het de uitdrukkelijke bedoeling van de egcA is om die relatie in de toekomst beter uit de verf te laten komen (zie POD 1_9, POD 2_2 en POD 2_4), is volledigheidshalve opgegeven hoeveel gebouwen en landschappen er in Antwerpen definitief als monument zijn aangewezen en hoeveel er voorlopig beschermd zijn (zie 2.4.2). De voorliggende lijst is maar een eerste, selectieve opsomming van erfgoedactoren gevestigd op het grondgebied van de stad Antwerpen. Bij de selectie lag de nadruk op grote
en
middelgrote
rechtspersonen
en
daarbinnen
op
openbare
instellingen,
40
verenigingen zonder winstoogmerk (vzw’s) en stichtingen. Natuurlijke personen en commerciële bedrijven in de strikte zin van het woord komen er, althans voorlopig, niet in voor. 2.5.2 Erfgoedbeheerders 1. Musea en erfgoedcentra 1.1. Erkende openbare musea en erfgoedcentra Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA)
Vlaamse Gemeenschap
MuHKA - Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen & MuKHA-Filmmuseum
Vlaamse Gemeenschap
Diamantmuseum Provincie Antwerpen
Provincie Antwerpen
ModeMuseum Provincie Antwerpen (MoMu)
Provincie Antwerpen
Zilvermuseum Sterckshof Provincie Antwerpen (Deurne)
Provincie Antwerpen
Etnografisch Museum Antwerpen
Stad Antwerpen
Museum Plantin-Moretus / Prentenkabinet
Stad Antwerpen
Museum Mayer van den Bergh
Stad Antwerpen
Openluchtmuseum voor Beeldhouwkunst Middelheim (Wilrijk)
Stad Antwerpen
Rubenshuis
Stad Antwerpen
1.2. Niet-erkende openbare musea en erfgoedcentra Provincie Vredescentrum van de Provincie en de Stad Antwerpen
Antwerpen
Antwerpen
+
Stad
(privaatrechtelijke
organisatie bestuurd door ~) FotoMuseum Provincie Antwerpen
Provincie Antwerpen
Onze-Lieve-Vrouwekathedraal
Provincie Antwerpen
Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven - AMVC-Letterenhuis
Stad Antwerpen
41
Museum aan de Stroom (MAS) (bevindt zich nog in een voorbereidende fase)
Stad Antwerpen
Museum aan de Stroom / Collectie Museum Vleeshuis
Stad Antwerpen
Museum aan de Stroom / Collectie Nationaal Scheepvaartmuseum
Stad Antwerpen
Museum aan de Stroom / Collectie Volkskundemuseum
Stad Antwerpen
Museum Brouwershuis (tijdelijk gesloten voor het publiek)
Stad Antwerpen
Museum Maagdenhuis
Stad Antwerpen
Museum Smidt van Gelder (tijdelijk gesloten voor het publiek)
Stad Antwerpen
Museum Vleeshuis / Klank van de Stad
Stad Antwerpen
Plantentuin van de Stad Antwerpen
Stad Antwerpen
1.3. Privaatrechtelijke musea Antwerpen Miniatuurstad
Privaatrechtelijke organisatie
Antwerps Museum en Archief Den Crans
Privaatrechtelijke organisatie
Antwerpse Luchtschipbouw (Borgerhout)
Privaatrechtelijke organisatie
Atlantikwallmuseum (Wilrijk)
Privaatrechtelijke organisatie
Bormshuis Documentatie- en Archiefcentrum (BDAC)
Privaatrechtelijke organisatie
Dagbladmuseum (Hoboken)
Privaatrechtelijke organisatie
Eugeen Van Mieghem Museum
Privaatrechtelijke organisatie
Frietkotmuseum
Privaatrechtelijke organisatie
Heemkundig Museum Borgerhout (Borgerhout)
Privaatrechtelijke organisatie
Heemkundig Museum Schaliënhoeve (Berchem)
Privaatrechtelijke organisatie
Heemmuseum Wilrica (Wilrijk)
Privaatrechtelijke organisatie
KBC Rockoxhuis
Privaatrechtelijke organisatie
42
Mineralogisch Museum (Merksem)
Privaatrechtelijke organisatie
Museum De Kijkuit - Heemkundemuseum van Merksem (Merksem)
Privaatrechtelijke organisatie
Museum Poorterswoning (De Pelgrom)
Privaatrechtelijke organisatie
Museum voor Anesthesie
Privaatrechtelijke organisatie
Museumapotheek Oscar van Schoor (onderdeel van de Koninklijke Apothekersvereniging van Antwerpen (KAVA))
Privaatrechtelijke organisatie
Naaimachinemuseum Braspennincx (Merksem)
Privaatrechtelijke organisatie
Nationaal Museum en Archief van Douane en Accijnzen
Privaatrechtelijke organisatie
Natuurhistorisch Museum Boekenberg (Deurne)
Privaatrechtelijke organisatie
Poldermuseum (Bezali)
Privaatrechtelijke organisatie
Politiemuseum Oudaan
Privaatrechtelijke organisatie
Rijn- en Binnenvaartmuseum
Privaatrechtelijke organisatie
Stampe & Vertongen Museum (Deurne)
Privaatrechtelijke organisatie
Torture Theater
Privaatrechtelijke organisatie
Turninum - Volksmuseum Deurne (Deurne)
Privaatrechtelijke organisatie
Vlaams Tram- en Autobusmuseum (Vlatam) (Berchem)
Privaatrechtelijke organisatie
2. Archieven Rijksarchief te Antwerpen
Federale overheid
Architectuurarchief van de Provincie Antwerpen (APA) (Berchem)
Provincie Antwerpen
Provinciearchief Antwerpen
Provincie Antwerpen
Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven - AMVC-Letterenhuis
Stad Antwerpen
Archief Officina Plantiniana (onderdeel van Museum Plantin-Moretus)
Stad Antwerpen
43
Archief van het Museum aan de Stroom / Collectie Nationaal Scheepvaartmuseum
Stad Antwerpen
Archief van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn Antwerpen (OCMW Antwerpen)
Stad Antwerpen
Stadsarchief Antwerpen (SAA)
Stad Antwerpen
ADVN - Archief-, documentatie- en onderzoekscentrum
Privaatrechtelijke organisatie
Amsab-Instituut voor Sociale Geschiedenis (ISG) - Centrum Antwerpen
Privaatrechtelijke organisatie
Antwerps Museum en Archief Den Crans
Privaatrechtelijke organisatie
Archief en Documentatiecentrum Witte Brigade (Fidelio)
Privaatrechtelijke organisatie
Archief van de Sint-Jacobskerk (berustend in de Centrale Bibliotheek van de Universiteit Antwerpen)
Privaatrechtelijke organisatie
Bisschoppelijk Archief Antwerpen
Privaatrechtelijke organisatie
Bormshuis Documentatie- en Archiefcentrum (BDAC)
Privaatrechtelijke organisatie
Centrum voor Bedrijfsgeschiedenis (CBG) (onderdeel van de Universiteit Antwerpen)
Privaatrechtelijke organisatie
Kathedraalarchief (berustend in de Centrale Bibliotheek van de Universiteit Antwerpen)
Privaatrechtelijke organisatie
Nationaal Museum en Archief van Douane en Accijnzen
Privaatrechtelijke organisatie
Universiteitsarchief Ufsia (Universiteit Antwerpen) (berustend in de Centrale Bibliotheek van de UA)
Privaatrechtelijke organisatie (?)
3. Bibliotheken 3.1. Bewaarbibliotheken 3.1.1. Gemeentelijke bewaarbibliotheken Bibliotheek van het Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven - AMVC-Letterenhuis
Stad Antwerpen
Bibliotheek van het Etnografisch Museum Antwerpen
Stad Antwerpen
Bibliotheek van het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen (GHA)
Stad Antwerpen
Bibliotheek van het Museum aan de Stroom / Collectie Museum Vleeshuis
Stad Antwerpen
Bibliotheek van het Museum aan de Stroom / Collectie Nationaal Scheepvaartmuseum
Stad Antwerpen
44
Bibliotheek van het Museum aan de Stroom / Collectie Volkskundemuseum
Stad Antwerpen
Bibliotheek van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn Antwerpen (OCMW Antwerpen)
Stad Antwerpen
Bibliotheek van het Stadsarchief Antwerpen (SAA)
Stad Antwerpen
Bibliotheek van het Stedelijk Informatiecentrum Archeologie en Monumentenzorg
Stad Antwerpen
Bibliotheek van Museum Mayer van den Bergh (met onder meer het boekenbezit van Fritz Mayer van den Bergh)
Stad Antwerpen
Bibliotheek van Museum Plantin-Moretus / Prentenkabinet
Stad Antwerpen
Stadsbibliotheek Antwerpen (SBA)
Stad Antwerpen
3.1.2. Universiteits- en hogeschoolbibliotheken Plantijnhogeschool - Bibliotheek Campus Kronenburg
Provincie Antwerpen
Plantijnhogeschool - Bibliotheek Campus Meistraat
Provincie Antwerpen
Bibliotheek van de Hogere Zeevaartschool Antwerpen (HZS)
Privaatrechtelijke organisatie
Bibliotheek van het Prins Leopold Instituut voor Tropische Geneeskunde (ITG)
Privaatrechtelijke organisatie
Hogeschool Antwerpen (HA) - Bibliotheek Campus ’t Zuid
Privaatrechtelijke organisatie
Hogeschool Antwerpen (HA) - Bibliotheek Campus Herman Teirlinck
Privaatrechtelijke organisatie
Hogeschool Antwerpen (HA) - Bibliotheek Campus Paardenmarkt
Privaatrechtelijke organisatie
Hogeschool Antwerpen (HA) - Bibliotheek Departement Gezondheidszorg (Merksem)
Privaatrechtelijke organisatie
Hogeschool Antwerpen (HA) - Bibliotheek van het Hoger Instituut voor Vertalers & Tolken (HIVT)
Privaatrechtelijke organisatie
Hogeschool Antwerpen (HA) - Bibliotheek van het Koninklijk Vlaams Conservatorium
Privaatrechtelijke organisatie
Hogeschool Antwerpen (HA) - Campusbibliotheek Mutsaard (= bibliotheek van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten) Karel de Grote-Hogeschool Antwerpen (KdG) - Bibliotheek Campus Groenplaats
Privaatrechtelijke organisatie Privaatrechtelijke organisatie
45
Karel de Grote-Hogeschool Antwerpen (KdG) - Bibliotheek Campus Hoboken (Hoboken)
Privaatrechtelijke organisatie
Karel de Grote-Hogeschool Antwerpen (KdG) - Bibliotheek Campus Linkeroever
Privaatrechtelijke organisatie
Karel de Grote-Hogeschool Antwerpen (KdG) - Bibliotheek Campus Markgrave
Privaatrechtelijke organisatie
Karel de Grote-Hogeschool Antwerpen (KdG) - Bibliotheek Campus Oude Steenweg
Privaatrechtelijke organisatie
Karel de Grote-Hogeschool Antwerpen (KdG) - Bibliotheek Campus Pothoek
Privaatrechtelijke organisatie
Karel de Grote-Hogeschool Antwerpen (KdG) - Bibliotheek Campus Sint-Lucas
Privaatrechtelijke organisatie
Karel de Grote-Hogeschool Antwerpen (KdG) - Bibliotheek Departement Sociaal-Agogisch Werk
Privaatrechtelijke organisatie
Lessius Hogeschool - Bibliotheek Campus Handelshogeschool
Privaatrechtelijke organisatie
Lessius Hogeschool - Bibliotheek Campus Sanderus
Privaatrechtelijke organisatie
Lessius Hogeschool - Bibliotheek Campus Sint-Andries
Privaatrechtelijke organisatie
Universiteit Antwerpen (UA) - Bibliotheek Campus Drie Eiken (Wilrijk)
Privaatrechtelijke organisatie
Universiteit Antwerpen (UA) - Bibliotheek Campus Middelheim
Privaatrechtelijke organisatie
Universiteit Antwerpen (UA) - Bibliotheek Stadscampus (Centrale Bibliotheek van de Universiteit Antwerpen) Privaatrechtelijke organisatie
3.1.3. Museumbibliotheken (met uitzondering van de onder 3.1.1. genoemde) Bibliotheek van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA) Bibliotheek van het MuHKA - Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen (waartoe ook het boekenbezit behoort van het voormalige Internationaal Cultureel Centrum (ICC)) Bibliotheek van het FotoMuseum Provincie Antwerpen Bibliotheek van het ModeMuseum Provincie Antwerpen (MoMu) (met onder meer de collectie van Wiebe Stodel (Stodel-bibliotheek)) Bibliotheek van het Zilvermuseum Sterckshof Provincie Antwerpen (Deurne)
Vlaamse Gemeenschap Vlaamse Gemeenschap Provincie Antwerpen Provincie Antwerpen Provincie Antwerpen
46
3.1.4. Andere Bibliotheek van het Hof van Beroep en het Arbeidshof Bibliotheca
Pharmaceutica
Antverpiensis
(onderdeel
Federale overheid van
de
Koninklijke
Apothekersvereniging
van
Antwerpen (KAVA))
Privaatrechtelijke organisatie
Bibliotheek van de Orde van Advocaten te Antwerpen
Privaatrechtelijke organisatie
Bibliotheek van de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde (VVF) (Merksem)
Privaatrechtelijke organisatie
Bibliotheek van de Zoo Antwerpen - Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde van Antwerpen (KMDA)
Privaatrechtelijke organisatie
Bibliotheek van het Koninklijk Ballet van Vlaanderen (KBvV)
Privaatrechtelijke organisatie
Bibliotheek van het Nationaal Centrum voor Jeugdliteratuur - NCJ / Villa Kakelbont
Privaatrechtelijke organisatie
Bibliotheek van het Politie Opleidings-, Trainings- en Vormingscentrum Antwerpen (POTVA)
Privaatrechtelijke organisatie
Bibliotheek van het Taoïstisch Alchemistisch Studiecentrum (TASC)
Privaatrechtelijke organisatie
Bibliotheek van het Theologisch en Pastoraal Centrum (TPC) (Wilrijk)
Privaatrechtelijke organisatie
3.2. Openbare bibliotheken Centrale Openbare Bibliotheek Antwerpen (COB Antwerpen) - Permeke (opening op 22-04-2005) 11 plaatselijke openbare bibliotheken (POB's) in district Antwerpen (waarvan 2 tijdelijk voor het publiek gesloten)
Stad Antwerpen Stad Antwerpen
3 plaatselijke openbare bibliotheken (POB's) in district Berchem (Berchem)
Stad Antwerpen
1 plaatselijke openbare bibliotheek (POB) in district Berendrecht-Zandvliet-Lillo (Bezali)
Stad Antwerpen
1 plaatselijke openbare bibliotheek (POB) in district Borgerhout (Borgerhout)
Stad Antwerpen
1 plaatselijke openbare bibliotheek (POB), 1 filiaal en 4 uitleenposten in district Deurne (Deurne)
Stad Antwerpen
1 plaatselijke openbare bibliotheek (POB) en 1 uitleenpost in district Ekeren (Ekeren)
Stad Antwerpen
1 plaatselijke openbare bibliotheek (POB) in district Hoboken (Hoboken)
Stad Antwerpen
47
1 plaatselijke openbare bibliotheek (POB), 1 filiaal en 1 uitleenpost in district Merksem (Merksem)
Stad Antwerpen
2 plaatselijke openbare bibliotheken (POB's) in district Wilrijk (Wilrijk)
Stad Antwerpen
Speciale Openbare Bibliotheek (SOB) voor Varenden
Privaatrechtelijke organisatie (?)
4. Documentatiecentra SineBase (onderdeel van het MuKHA-Filmmuseum)
Vlaamse Gemeenschap Provincie
Vredescentrum van de Provincie en de Stad Antwerpen
Antwerpen
Antwerpen
+
Stad
(privaatrechtelijke
organisatie bestuurd door ~) Burgemeester Lode Craeybeckx Documentatiecentrum voor Moderne Sculptuur (Wilrijk)
Stad Antwerpen
Documentatiecentrum Antwerpse Noorderpolders (Ekeren)
Stad Antwerpen
Knipselkrant
Stad Antwerpen
Rubenianum (met onder meer het documentatiearchief van Ludwig Burchard)
Stad Antwerpen
ADVN - Archief-, documentatie- en onderzoekscentrum
Privaatrechtelijke organisatie
Bormshuis Documentatie- en Archiefcentrum (BDAC)
Privaatrechtelijke organisatie
Nationaal Centrum voor Familiegeschiedenis (onderdeel van de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde (VVF)) (Merksem) Simon Stevinstichting (statutair gevestigd te (B-2000) Antwerpen, documentatiecentrum gelegen in (B2650) Edegem (Fort 5)) Studie- en Aktiecentrum voor Maatschappelijke Welzijnszorg (SAW) (Borgerhout)
Privaatrechtelijke organisatie Privaatrechtelijke organisatie Privaatrechtelijke organisatie
2.5.3 Erfgoedontsluiters 1. Actoren uit het boekenvak en de literaire wereld Antwerpen Boekenstad
Stad Antwerpen
48
Behoud de Begeerte
Privaatrechtelijke organisatie
Boek.be (Berchem)
Privaatrechtelijke organisatie
International Board on Books for Young People Vlaanderen (IBBY-Vlaanderen)
Privaatrechtelijke organisatie
Leesweb - Centrum voor leesbevordering
Privaatrechtelijke organisatie
Les Liseuses Fabuleuses
Privaatrechtelijke organisatie
Nationaal Centrum voor Jeugdliteratuur - NCJ / Villa Kakelbont
Privaatrechtelijke organisatie
NOK (steunpunt voor jonge dichters)
Privaatrechtelijke organisatie
Stichting Lezen
Privaatrechtelijke organisatie
Thakafa 11 - Open Arabisch Literair Salon in Antwerpen
Privaatrechtelijke organisatie
Vlaams Fonds voor de Letteren (VFL) (Berchem)
Privaatrechtelijke organisatie (?)
ZuiderZinnen
Privaatrechtelijke organisatie
2. Culturele centra en (culturele en algemene) ontmoetingscentra Cultureel Ontmoetingscentrum De Schelde (Bezali)
Stad Antwerpen
Cultureel Ontmoetingscentrum Sint-Andries
Stad Antwerpen
Cultuurcentrum Berchem (CCBe) (Berchem)
Stad Antwerpen
Cultuurcentrum De Kern (Wilrijk)
Stad Antwerpen
Cultuurcentrum Deurne (Deurne)
Stad Antwerpen
Cultuurcentrum Luchtbal / Hof ter Lo
Stad Antwerpen
Cultuurcentrum Merksem (Merksem)
Stad Antwerpen
Ontmoetingscentrum Het Oude Badhuis
Stad Antwerpen
Ontmoetingscentrum MerksemDok (Merksem)
Stad Antwerpen
Cultureel Congrescentrum Elzenveld
Privaatrechtelijke organisatie
49
Huis voor de Amateurkunsten (HAK)
Privaatrechtelijke organisatie
Internationaal Kunstcentrum deSingel
Privaatrechtelijke organisatie
Kunstencentrum Monty
Privaatrechtelijke organisatie
Nieuw Internationaal Cultureel Centrum / New International Cultural Center (ICC)
Privaatrechtelijke organisatie
Romi Goldmuntz Centrum - Cultureel, Artistiek en Sportcentrum Romi Goldmuntz
Privaatrechtelijke organisatie
Wereldculturencentrum Zuiderpershuis (ook Intercultureel Kunstencentrum Zuiderpershuis genoemd) Privaatrechtelijke organisatie
3. Cultuurantennes (aanspreekpunten en organisatoren van culturele activiteiten op districtsniveau) Cultuurantenne Antwerpen
Stad Antwerpen
Cultuurantenne Berendrecht-Zandvliet-Lillo (Bezali)
Stad Antwerpen
Cultuurantenne Berchem (Berchem)
Stad Antwerpen
Cultuurantenne Borgerhout (Borgerhout)
Stad Antwerpen
Cultuurantenne Deurne (Deurne)
Stad Antwerpen
Cultuurantenne Ekeren (Ekeren)
Stad Antwerpen
Cultuurantenne Hoboken (Hoboken)
Stad Antwerpen
Cultuurantenne Merksem (Merksem)
Stad Antwerpen
Cultuurantenne Wilrijk (Wilrijk)
Stad Antwerpen
4. Heemkundige verenigingen Antwerpse Vereniging voor Romeinse Archeologie (AVRA) (Wilrijk)
Privaatrechtelijke organisatie
De Aloude Schuttersgilde Den Crans (Borgerhout)
Privaatrechtelijke organisatie
Genootschap voor Antwerpse Geschiedenis
Privaatrechtelijke organisatie
50
Heemkring Ekeren (Ekeren)
Privaatrechtelijke organisatie
Heemkring Gitschotelbuurtschap (Borgerhout)
Privaatrechtelijke organisatie
Heemkundige Kring van de Antwerpse Polder (Bezali)
Privaatrechtelijke organisatie
Hobuechen 1135 (Hoboken)
Privaatrechtelijke organisatie
Koninklijke Kring voor Heemkunde Merksem (Merksem)
Privaatrechtelijke organisatie
Kring voor Heemkunde Berchem (Berchem)
Privaatrechtelijke organisatie
Kring voor Heemkunde Wilrica (Wilrijk)
Privaatrechtelijke organisatie
Turninum (Deurne)
Privaatrechtelijke organisatie
5. Organisaties werkzaam op het gebied van mondelinge geschiedenis, orale literatuur en reminiscentie Amsab-Instituut voor Sociale Geschiedenis (ISG) - Centrum Antwerpen
Privaatrechtelijke organisatie
Antwerpen Averechts
Privaatrechtelijke organisatie
Buurtcentrum Posthof (Berchem)
Privaatrechtelijke organisatie
C.H.I.P.S.
Privaatrechtelijke organisatie
Het Uitzicht
Privaatrechtelijke organisatie
Morguen (Borgerhout)
Privaatrechtelijke organisatie
Rataplan (Borgerhout)
Privaatrechtelijke organisatie
Villanella
Privaatrechtelijke organisatie
6. Andere Provincie Prospekta - Centrum voor Kunstcommunicatie (Cultuurmarkt voor Vlaanderen)
Antwerpen
Antwerpen
+
Stad
(privaatrechtelijke
organisatie bestuurd door ~)
51
Monumentenwacht Provincie Antwerpen (Deurne)
Provincie
Antwerpen
(privaatrechtelijke
organisatie
bestuurd door ~) Museumconsulent provincie Antwerpen (mw. Annemie Adriaenssens)
Provincie Antwerpen
Provincie Antwerpen - Dienst Cultureel Erfgoed
Provincie Antwerpen
Toerisme Provincie Antwerpen (TPA)
Provincie Antwerpen
Cultuurbeleidscoördinator gemeente Antwerpen (de heer Karel Hermans)
Stad Antwerpen
Beeld in de Stad
Stad Antwerpen (?)
Digipolis (intergemeentelijk telematicacentrum)
Stad Antwerpen + Stad Gent
Erfgoedcel Antwerpen (egcA)
Stad Antwerpen
Stad Antwerpen - Dienst Welstands- en Monumentenzorg
Stad Antwerpen
Stedelijk Informatiecentrum Archeologie en Monumentenzorg
Stad Antwerpen
Toerisme Antwerpen
Stad Antwerpen
Antwerpen Averechts
Privaatrechtelijke organisatie
Antwerpen Open
Privaatrechtelijke organisatie
Antwerps Wetenschappelijk en Industrieel Erfgoed (AWIE) (Wilrijk)
Privaatrechtelijke organisatie
Antwerpse Vereniging voor Bodem- en Grotonderzoek (AVBG) (Ekeren)
Privaatrechtelijke organisatie
Borgerhart (Borgerhout)
Privaatrechtelijke organisatie
Epitaaf - Vereniging voor Funeraire Archeologie - Afdeling Antwerpen
Privaatrechtelijke organisatie
Grafzerkje (Hoboken)
Privaatrechtelijke organisatie
Toerismepastoraal Antwerpen (Topa)
Privaatrechtelijke organisatie
Vereniging Voor Kruis en Beeld
Privaatrechtelijke organisatie
Vlaamse Vereniging voor Familiekunde (VVF) (Merksem)
Privaatrechtelijke organisatie
52
2.5.4 Erfgoedhouders 1. Culturele instellingen en organisaties Vlaamse Opera (VLOPERA) - Vlaamse Opera Antwerpen Het Toneelhuis (in 1998 ontstaan door de fusie van de Koninklijke Nederlandse Schouwburg (KNS) en het Gentse theatergezelschap Blauwe Maandag Compagnie (BMC)) HetPaleis, theaterhuis voor kinderen en jongeren (voorheen Koninklijk Jeugdtheater Antwerpen (KJT))
Vlaamse Gemeenschap ‘Instelling van openbaar nut' ‘Instelling van openbaar nut'
Internationaal Kunstcentrum deSingel
Privaatrechtelijke organisatie
Koninklijk Ballet van Vlaanderen (KBvV)
Privaatrechtelijke organisatie
2. Begraafplaatsen Begraafplaats Berendrecht (Bezali)
Stad Antwerpen
Begraafplaats Driehoekstraat (Ekeren)
Stad Antwerpen
Begraafplaats Floraliënlaan (Berchem)
Stad Antwerpen
Begraafplaats Moretuslei (Wilrijk)
Stad Antwerpen
Begraafplaats Ruggeveld (Deurne)
Stad Antwerpen
Begraafplaats Schoonselhof
Stad Antwerpen
Begraafplaats Schoonselhoflei (Hoboken)
Stad Antwerpen
Begraafplaats Sint-Fredegandus (Deurne)
Stad Antwerpen
Begraafplaats Sint-Rochus (Deurne)
Stad Antwerpen
Begraafplaats Steytelinck (Wilrijk)
Stad Antwerpen
Begraafplaats Van Heybeeckstraat (Merksem)
Stad Antwerpen
Begraafplaats Zandvliet (Bezali)
Stad Antwerpen
Begraafplaats Zwaantjeslei (Merksem)
Stad Antwerpen
53
Onze-Lieve-Vrouwbegraafplaats (Borgerhout)
3. Historische
gebedshuizen (alleen degene die
Stad Antwerpen
zich bevinden in het district
Antwerpen) Onze-Lieve-Vrouwekathedraal
Provincie Antwerpen
Bourgondische Kapel
Privaatrechtelijke organisatie
Christus Koningkerk
Privaatrechtelijke organisatie
De Brabantse Olijfberg (kerk van de protestantse gemeente van Antwerpen-Noord)
Privaatrechtelijke organisatie
Kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Toevlucht (ook Schoenmakerskapel genoemd)
Privaatrechtelijke organisatie
Onze Lieve-Vrouwkapel (onderdeel van Cultureel Congrescentrum Elzenveld)
Privaatrechtelijke organisatie
Onze-Lieve-Vrouw van Gratiekerk
Privaatrechtelijke organisatie
Sint-Andrieskerk
Privaatrechtelijke organisatie
Sint-Annakapel (ook Keizerskapel genoemd)
Privaatrechtelijke organisatie
Sint-Antoniuskerk
Privaatrechtelijke organisatie
Sint-Augustinuskerk (niet meer gebruikt voor de eredienst, herbestemd tot concertzaal)
Privaatrechtelijke organisatie
Sint-Carolus Borromeuskerk
Privaatrechtelijke organisatie
Sint-Catharinakerk (= Begijnhofkerk)
Privaatrechtelijke organisatie
Sint-Jacobskerk
Privaatrechtelijke organisatie
Sint-Joriskerk
Privaatrechtelijke organisatie
Sint-Jozefskerk (niet meer gebruikt voor de eredienst, wacht op een nieuwe bestemming)
Privaatrechtelijke organisatie
Sint-Laurentiuskerk
Privaatrechtelijke organisatie
Sint-Michielskerk
Privaatrechtelijke organisatie
Sint-Niklaaskapel (niet meer gebruikt voor de eredienst, herbestemd tot marionettentheater) ?
Privaatrechtelijke organisatie
54
Sint-Pauluskerk
Privaatrechtelijke organisatie
Sint-Willibrorduskerk
Privaatrechtelijke organisatie
Synagoge van de joodse gemeente Shomre Hadass (Bouwmeesterstraat)
Privaatrechtelijke organisatie
4. Onderwijsinstellingen Hoger Instituut voor Vertalers & Tolken (HIVT) (afdeling van de Hogeschool Antwerpen (HA))
Privaatrechtelijke organisatie
Hogere Zeevaartschool Antwerpen (HZS)
Privaatrechtelijke organisatie
Koninklijk Vlaams Conservatorium (voorheen Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium)
Privaatrechtelijke organisatie
Koninklijke Academie voor Schone Kunsten (vestigingsplaats van de afdeling Audiovisuele en Beeldende Kunst van de Hogeschool Antwerpen (HA), onderdeel van de Campus Mutsaard) Prins Leopold Instituut voor Tropische Geneeskunde (ITG) Stadscampus van de Universiteit Antwerpen (UA) (met als kern van het gebouwencomplex het historische Hof van Liere)
Privaatrechtelijke organisatie Privaatrechtelijke organisatie Privaatrechtelijke organisatie
5. Openbare en semi-openbare gebouwen (waar administratie wordt gevoerd of publieke dienstverlening wordt aangeboden) Provinciehuis
Provincie Antwerpen
Districtshuis Antwerpen
Stad Antwerpen
Districtshuis Berchem (Berchem)
Stad Antwerpen
Districtshuis Berendrecht-Zandvliet-Lillo (Bezali)
Stad Antwerpen
Districtshuis Borgerhout (Borgerhout)
Stad Antwerpen
Districtshuis Deurne (Deurne)
Stad Antwerpen
Districtshuis Ekeren (Ekeren)
Stad Antwerpen
Districtshuis Hoboken (Hoboken)
Stad Antwerpen
55
Districtshuis Merksem (Merksem)
Stad Antwerpen
Districtshuis Wilrijk (Wilrijk)
Stad Antwerpen
Stadhuis
Stad Antwerpen
6. Andere Zoo Antwerpen - Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde van Antwerpen (KMDA)
Privaatrechtelijke organisatie
2.5.5 Erfgoednetwerken en samenwerkingsverbanden 2.5.5.1 Tussen instellingen 1.
Belangengroepen,
overlegstructuren,
samenwerkingsverbanden,
koepels
en
steunpunten Alle 8 Vlaamse convenantgemeenten + Intergemeentelijk platform van erfgoedcellen
de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) (1)
de vlaamsekunstcollectie (partnership tussen de drie grote kunsthistorische musea in Vlaanderen: het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA), het Museum voor Schone Kunsten Gent (MSK) en het Groeningemuseum - Stedelijk Museum voor Schone Kunsten Brugge) Coördinatie Erfgoeddag (onderdeel van Culturele Biografie Vlaanderen (CBV)) Coördinatiecentrum Open Monumentendag Vlaanderen (OMD) (onderdeel van Erfgoed Vlaanderen) Musea Antwerpen (samenwerkingsverband tussen de Musea Provincie Antwerpen en de Musea Stad Antwerpen)
Vlaamse Gemeenschap + Stad Gent + Stad Brugge (Zie
noot
2
voor
de
lijst
van
voor
de
lijst
van
initiatiefnemers.) (Zie
noot
3
initiatiefnemers.) Provincie Antwerpen + Stad Antwerpen
Prospekta - Centrum voor Kunstcommunicatie (Het letterwoord Prospekta staat voor 'provinciaal Provincie Antwerpen + Stad Antwerpen
56
en stedelijk spektakelbureau Antwerpen'.)
(privaatrechtelijke organisatie bestuurd door ~)
Afdeling Musea, Bewaarbibliotheken en Erfgoed (MBE) van het gemeentebestuur van Antwerpen
Stad Antwerpen
Antwerpen Boekenstad
Stad Antwerpen
Huis van het Nederlands Antwerpen (Borgerhout)
Stad Antwerpen
Liefhebber! - De Week van de Amateurkunsten in Antwerpen
Stad Antwerpen (4)
Overkoepelende afdeling Publiekswerking en Communicatie van de Musea Stad Antwerpen
Stad Antwerpen
Boek.be (Berchem)
Privaatrechtelijke organisatie
Culturele Biografie Vlaanderen (CBV)
Privaatrechtelijke organisatie
Erfgoed Vlaanderen
Privaatrechtelijke organisatie
Heemkunde Gouw Antwerpen (ook Heemkunde Antwerpen genoemd)
Privaatrechtelijke organisatie
Kunstenloket (www.kunstenloket.be)
Privaatrechtelijke organisatie
Monumentale Kerken Antwerpen (MKA) (= Onze-Lieve-Vrouwekathedraal, Sint-Andrieskerk, SintCarolus Borromeuskerk, Sint-Jacobskerk, Sint-Pauluskerk)
Privaatrechtelijke organisatie
Nieuw Internationaal Cultureel Centrum / New International Cultural Center (ICC)
Privaatrechtelijke organisatie
VCM - Contactforum voor Erfgoedverenigingen
Privaatrechtelijke organisatie
Vereenigde Organisatievormen Beeldende Kunsten (VOBK)
Privaatrechtelijke organisatie
Vlaams Architectuurinstituut (VAi)
Privaatrechtelijke organisatie
Vlaamse Museumvereniging (VMV)
Privaatrechtelijke organisatie
Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek-, Archief- en Documentatiewezen (VVBAD) (Berchem)
Privaatrechtelijke organisatie
Kring van Archivarissen in de Provincie Antwerpen (KAPA)
Vereniging zonder rechtspersoonlijkheid
2.5.5.2 Digitale netwerken Erfgoednet.be (http://www.erfgoednet.be)
(Zie
noot
5
voor
de
lijst
van
57
initiatiefnemers.) Website
van
de
Cultuurmarkt
van
Vlaanderen
(http://www.dma.be/cultuur/prospekta)
(onderdeel van de website van Prospekta - Centrum voor Kunstcommunicatie) Pienternet
-
Een
site
voor
jongeren
en
leerkrachten
van
het
Provincie Antwerpen + Stad Antwerpen (privaatrechtelijke organisatie bestuurd door ~)
secundair
onderwijs
(http://www.pienternet.be) (educatieve website van de provincie Antwerpen) cultuur.antwerpen.be (http://cultuur.antwerpen.be) (onderdeel van www.antwerpen.be, de officiële website van de gemeente Antwerpen) European Visual Archive / Europees Visueel Archief (EVA) (http://192.87.107.12/eva)
Provincie Antwerpen Stad Antwerpen Stad Antwerpen (6)
Website van het project Digitale Archivering in Vlaamse Instellingen en Diensten (DAVID) (http://www.antwerpen.be/david/website)
(onderdeel
van
www.antwerpen.be,
de
officiële Stad Antwerpen (7)
website van de gemeente Antwerpen) Website van de ‘onafhankelijke kunstenorganisatie’ Antwerpen Open, Antwerpen Open / De Zomer van Antwerpen en Promotie Antwerpen Open (http://www.antwerpenopen.be) www.topa.be (http://topa.be) (website van Toerismepastoraal Antwerpen (Topa))
Privaatrechtelijke organisaties Privaatrechtelijke organisatie
Noten 1. Bij dit overleg zijn betrokken: de acht Vlaamse convenantgemeenten (Antwerpen, Brugge, Gent, Ieper, Kortrijk, Leuven, Mechelen en Tongeren) en de Vlaamse overheid in Brussel (Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC)).
2. Erfgoeddag is een jaarlijks initiatief van Culturele Biografie Vlaanderen (CBV), de Erfgoedcel Antwerpen, de Erfgoedcel Brugge, de Erfgoedcel Brussel, de Erfgoedcel Gent, de Erfgoedcel Ieper, de Erfgoedcel Kortrijk, de Erfgoedcel Leuven, de Erfgoedcel Mechelen en de Erfgoedcel Tongeren, het Vlaams Centrum voor Volkscultuur (VCV), de Vlaamse Museumvereniging (VMV) en de Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek-, Archief- en Documentatiewezen (VVBAD).
58
3. Open Monumentdag Vlaanderen is een jaarlijkse initiatief van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap (Afdeling Monumenten en Landschappen (AML)), de Vlaamse provincies (Vereniging van de Vlaamse Provincies (VVP)) en de Vlaamse gemeenten (Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG)), wordt georganiseerd door Lokale Comités en gecoördineerd door Erfgoed Vlaanderen.
4. De Week van de Amateurkunsten (WAK) is een initiatief van het Vlaams Centrum voor Amateurkunsten (VCA). Liefhebber! - De Week van de Amateurkunsten in Antwerpen wordt gecoördineerd door de gemeentelijke WAK-coördinator (in 2005 Cynthia Schenkels) in samenwerking met de Cultuurantennes.
5. Erfgoednet.be is een initiatief van de Erfgoedcel Antwerpen, de Erfgoedcel Brugge, de Erfgoedcel Brussel, de Erfgoedcel Gent, de Erfgoedcel Ieper, de Erfgoedcel Kortrijk, de Erfgoedcel Leuven, de Erfgoedcel Mechelen en de Erfgoedcel Tongeren en wordt gecoördineerd door Culturele Biografie Vlaanderen (CBV).
6. Het European Visual Archive / Europees Visueel Archief (EVA) was oorspronkelijk een initiatief van het intergemeentelijke telematicacentrum Telepolis (vandaag bekend onder de naam Digipolis), het Stadsarchief Antwerpen (SAA), de London Metropolitan Archives (LMA), het Nederlands Instituut voor Wetenschappelijke Informatiediensten (NIWI), de stichting European Commission on Preservation and Access (ECPA) en de firma SAIL LABS Technology AG.
7. Digitale Archivering in Vlaamse Instellingen en Diensten (DAVID) was oorspronkelijk een initiatief van het Stadsarchief Antwerpen (SAA) en het Interdisciplinary Centre for Law and Information Technology / Interdisciplinair Centrum voor Recht en Informatica (ICRI) van de Katholieke Universiteit Leuven (KUL).
59
2.6. De stad als erfgoedbeleidsmaker 2.6.1. De stedelijke overheid Op 18 december 2001 besliste de stad Antwerpen om in te stappen in het Decreet houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal gemeentelijk cultuurbeleid. De officiële kandidatuur en alle vereiste documenten werden op 25 februari 2002 aan de administratie
van
de
Vlaamse
Gemeenschap
overgemaakt.
Die
aanvaardde
de
kandidatuur op 25 maart 2002. Sinds 1 september 2001 heeft de stad Antwerpen een cultuurbeleidscoördinator in dienst. De noodzaak van een dergelijke functie voor de stad werd al toegelicht in de beleidsnota 2000-2006 van de stedelijke bedrijfseenheid Sport en Cultuur (september 2000). (cbpA p. 14) 2.6.1.1. Het cultuurbeleidsplan: een algemeen kader Voor de stad Antwerpen is cultuur, waarvan het cultureel erfgoed een belangrijk onderdeel vormt, een pijler van de stedelijke samenleving. ‘Kunst’ wordt daarbij niet verward met ‘cultuur’. Zowel kunst als cultuur zijn levensnoodzakelijk voor een gezond mensbeeld en een leefbare samenleving. Cultuur is een bouwsteen voor de stedelijke samenleving die gekenmerkt wordt door vrije meningsuiting, open ruimte, verbeelding, zelfbepaling, individualiteit, respect en engagement. Culturele ontplooiing is een verhaal van sociale insluiting - in tegenstelling tot sociale uitsluiting. Het integrale cultuurbeleid van de stad gaat ervan uit dat alle actoren samen het culturele leven van – en bij uitbreiding ook het samenleven in – die stad bepalen. Het cultuurcentrum, het amateursgezelschap, de bibliotheek, het museum of archief, de beeldhouwer, het toneelhuis en de gemeentelijke academie: het zijn allemaal deelnemers aan hetzelfde verhaal. De opmaak van het Cultuurbeleidsplan Antwerpen sluit aan bij het Decreet houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal gemeentelijk cultuurbeleid van de Vlaamse overheid, dat op 13 juli 2001 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd is en op 1 januari 2002 in werking getreden is. (cbpA p. 1) Het cultuurbeleidsplan wil de samenhang schetsen tussen alle actoren die in de stad aan het werk zijn. Het lokale cultuurbeleid gaat niet louter over activiteiten die alleen lokaal van belang zijn. De stad wil een een klimaat stimuleren. De stedelijke overheid schept mogelijkheden, zij stimuleert de kunstcreatie en ondersteunt zoveel mogelijk initiatieven die de cultuurparticipatie bevorderen. ‘De overheid stimuleert een integraal,
60
samenhangend en niet verkokerd cultuurbeleid, met bijzondere aandacht voor netwerken en samenwerkingsverbanden, aanzetten tot doelgroepenwerking, ontwikkeling van dynamieken en is niet schuw voor planning op lange termijn.’ (Eric Antonis) Zo’n kader veronderstelt een sterk apparaat. Ook hier geeft het decreet de richting aan. De ontwikkeling van een integraal cultuurbeleid is gebaseerd op de professionele en kwalitatieve inbreng van alle partners. Die bundeling van krachten is de voorwaarde voor een dynamisch en voorwaardenscheppend beleid. Het is de (wil tot) samenwerking die bepalend zal zijn, de openheid ook en de bereidheid om met andere culturele partners samenwerkingsverbanden aan te gaan. Het nieuwe culturele apparaat moet de moed hebben om over de eigen muren te kijken, moet het eigen functioneren ter discussie durven te stellen. De stad streeft naar een kwaliteitsvollere cultuurbeleving, in de overtuiging dat meer cultuur voor meer leefbaarheid in de hele stad zorgt. ‘Leefbaar’ houdt daarbij ook in: aantrekkelijk, spannend en bruisend. Dat is de uitdaging, de opdracht van het lokale cultuurbeleid: alle culturele spelers ertoe aanzetten om, als partners, mee te werken aan het realiseren van die cultuur van stedelijkheid. Een cultuur die van Antwerpen een stad maakt waar het goed is om te leven, voor alle inwoners. 2.6.1.2. Het cultuurbeleidsplan en cultureel erfgoed 2.6.1.2.1. Erfgoed in de stad Uit de summiere beschrijving van de stedelijke actoren en instellingen, het beheer van het patrimonium en cultureel erfgoed, en de algemene culturele omgevingsanalyse, wordt onmiddellijk duidelijk dat de stad al decennialang het erfgoed op haar grondgebied koestert. Daarbij houdt ze de maatschappelijke verantwoordelijkheid voor de stad, maar ook voor Vlaanderen, België en zelfs Europa, voor ogen. De erkenning van vele van haar musea, de vooruitstrevende positie van het Stadsarchief, de relevantie van de Stadsbibliotheek als officieuze bewaarbibliotheek van Vlaanderen, het
AMVC-Letterenhuis
als het letterkundige archief en culturele geheugen van Vlaanderen: het zijn maar enkele voorbeelden. De algemene doelstellingen die de stad vooropstelt, zijn ten zeerste toepasselijk op het erfgoed, temeer omdat het erfgoed binnen de visie van stedelijkheid uitgekozen werd als een van de belangrijke doelstellingen. Het cbpA Deel 2: Antwerpen als culturele en artistieke biotoop geeft een overzicht van het overvloedige cultuuraanbod. Ook de kerngroep van musea, archieven, heemkringen en andere spelers in het cultureel erfgoed in Antwerpen wordt er uitvoerig besproken. Het besef van de lokaal-stedelijke maar ook bovenstedelijke en internationale uitstraling van het cultureel erfgoed weerspiegelt de inspanningen die de stad al deed.
61
2.6.1.2.2. Het beoogde cultureel-erfgoedbeleid van de stad (visie, missie, doelstellingen) Visie Om te weten wat een stad is, moet je weten wat ze geweest is. Om wat geweest is een toekomst te geven, moet je het meenemen naar morgen. (cbpA) Het cultureel-erfgoedbeleid is een element en instrument in de ontwikkeling van een gemeenschapsvormende cultuur van stedelijkheid. Het schept voorwaarden voor een cultuurspreiding (horizontaal en verticaal) en voor een cultuurparticipatie (actief en passief) die leiden naar een verhoogde cultuurcompetentie. Missie Stedelijk cultuurbeleid (cbpA p. 204): Een geïntegreerd en kwalitatief stedelijk cultuurbeleid voor de stad Antwerpen zal zich ontwikkelen in voortdurende dialoog, in een
verhouding
van
gelijkwaardigheid
en
wederkerigheid
tussen
het
centrale
overkoepelende niveau van het cultuurbeleidsplan en het niveau van de actoren. Cultureel-erfgoedbeleid (cbpA p. 212): Er wordt gestreefd om een definitie te geven aan een breed (sociologisch) begrip van het erfgoed. Er worden initiatieven ontwikkeld rond het erfgoed dat gerelateerd is aan de culturele diversiteit en aan de verhoging van cultuurparticipatie. Die verhoogde participatie moet dan weer effect hebben op de cultuurcompetentie. In de loop van de volgende vijf jaar betrekken erfgoedinitiatieven in toenemende mate het hele stedelijke grondgebied en verwijzen ze naar alle bevolkingsgroepen. Doelstellingen Het cultuurbeleidsplan formuleert een aantal algemene doelstellingen, waarvan er één specifiek betrekking heeft op het cultureel-erfgoedbeleid. - Algemene doelstellingen van het cbpA 1. Cultuurspreiding en culturele uitstraling a) Verhoogde culturele uitstraling b) Beter toegankelijke en verfijnde culturele informatie 2. Cultureel erfgoed (zie hieronder) 3. Verhoging van de cultuurcompetentie a) Verhoogde participatie aan een cultuur van stedelijkheid b) Verhoogde deelname aan competentieverhogende initiatieven 4. Optimale voorwaarden voor een positieve beleving van de stedelijke identiteit a) Meer culturele ontmoetingsplaatsen b) Betere toegankelijkheid van culturele ontmoetingsplaatsen
62
c) Netwerkvorming d) Verhoogde synergie tussen de professionele artistieke en culturele actoren en de sociaal-culturele netwerken 5. Bevordering van een creatievriendelijk klimaat 6. Positieve beleving van culturele diversiteit 7. Visieontwikkeling rond het cultuurbeleidsplan 8. Opzetten van een permanente dialoog
- Algemene doelstelling met betrekking tot het cultureel erfgoed 1. Een coherent erfgoedbeleid en een gedeelde erfgoedvisie in stad en districten, die bijdragen tot een cultuur van stedelijkheid en een ontwikkeling van de culturele identiteit van Antwerpen. 2. Het inventariseren en conserveren van het culturele erfgoed, met aandacht voor de inbreng van alle generaties, groepen en gemeenschappen die bijdragen aan de culturele identiteit van de stad. 3. Optimale toegankelijkheid en ontsluiting van het culturele erfgoed voor inwoners en bezoekers. 4. Cultureel erfgoed als referentiepunt voor een toekomstgerichte stadsbeleving. In dit kader wil men aandacht hebben voor ‘werk in uitvoering’, en krachten bundelen die de graad van stedelijkheid stimuleren.
De stad formuleerde al een aantal prioriteiten in verband met het cultureel erfgoed: 1. Globale inventaris van het erfgoed 2. Het vinden van geschikte bestemmingen voor het erfgoed 3. Het erfgoed van de Zoo 4. Het stadsarchief en het Sint-Felixpakhuis: de ‘Straat van het Geheugen’ 5. De
organisatie
Vertel.de.Stad!
werkt
rond
verhalen,
interviews,
mondelinge
getuigenissen, orale overlevering 6. De Stadsbibliotheek als Erfgoedbibliotheek 7. De ontwikkeling van het Museum aan de Stroom (MAS). 2.6.1.3. Beleidsopties van de dienst Cultuur, Sport en recreatie/ Musea, Bewaarbibliotheken en Erfgoed (missie, doelstellingen, werking)
63
Missie De stedelijke musea zien het als hun opdracht om hun rol in de samenleving, in combinatie met de fundamentele waarden van die samenleving, verder in te vullen. De missie die zij gedurende de jaren 2001-2006 nastreven, luidt: ‘De stedelijke musea van Antwerpen beschikken over een rijk en divers aanbod aan museaal erfgoed en beschouwen het als hun taak hiervoor volgens de ICOM-normen zorg te dragen. Centraal in de vier museumfuncties - verwerven, beheren, bestuderen en presenteren - staat voor ons het publiek, voor wie de musea een plaats van ontmoeting, verbondenheid, beroering en participatie willen zijn. De musea willen hun aanbod rond kunst, cultuur en geschiedenis toegankelijk en uitnodigend maken, en de dialoog aangaan met een grote diversiteit aan doelgroepen. Vanuit een sterke lokale, regionale en nationale functie willen wij bijdragen aan de internationale uitstraling van Antwerpen.’ Mensen en collecties samenbrengen: dat vat samen wat de missie verwoordt. Strategische doelstellingen 2001-2006 Om de missie van de stedelijke musea werkelijkheid te laten worden, heeft de dienst Musea, Bewaarbibliotheken en Erfgoed (MBE) voor de komende vijf jaar vijf strategische doelstellingen. Terwijl elk van de doelstellingen betrekking heeft op één aspect van de museumwerking, hangen de vijf ook onderling zeer nauw samen. 1. Het garanderen van kwaliteit, professionaliteit en vernieuwing in het totale museumaanbod. Daarbij spelen de musea enerzijds actief in op de evoluties in de samenleving en de vragen en wensen van het publiek. Anderzijds wil MBE de rol van de stedelijke musea in de samenleving zorgvuldig bepalen en uitbouwen, met extra aandacht voor specifieke doelgroepen. 2.
Het
optimaliseren
van
het
publieksbereik
en
het
vergroten
van
de
klanttevredenheid door een hoge mate van kwaliteit en professionaliteit in het museumaanbod en de dienstverlening. 3. De stedelijke musea tot een geprofileerde, transparante en sterke organisatie maken met (inter-)nationale promotionele slagkracht, die in het museumlandschap een duidelijke positie inneemt ten opzichte van externe partners, waarbij MBE streeft naar systematische samenwerkingsverbanden. 4. Het professioneel beheren van de collectie Antwerpen en deze voor iedereen toegankelijk maken via de permanente opstellingen, tijdelijke tentoonstellingen, wetenschappelijke publicaties, het educatief aanbod en via op internet raadpleegbare geautomatiseerde informatie. 5. Het realiseren van een efficiënte, transparante en op kwaliteit georiënteerde bedrijfsvoering in de afzonderlijke musea en op overkoepelend niveau, waarbij het
64
optimaal uitvoeren van de vier globale museale kerntaken, een grote autonomie en een goede samenwerking tussen werknemers op alle niveaus vooropstaan. Operationele doelstellingen De operationele doelstellingen (korte termijn) zijn de acties die de dienst MBE verbindt aan elke van de vijf strategische doelstellingen (lange termijn). 1. Aanbod -
Een
geïntegreerde
aanpak
bij
publieksactiviteiten,
en
een
uitgebalanceerd
(tentoonstellings-) aanbod ontwikkelen. -
Dat doen we als stedelijke musea in onderlinge samenwerking én samen met andere (culturele) partners.
-
Een actief doelgroepenbeleid ontwikkelen, bijvoorbeeld voor secundair onderwijs (jongeren tussen 12 en 18 jaar) en allochtone museumbezoekers. 2. Publiek
-
Het onderzoek naar de perceptie door het publiek vormt het uitgangspunt, klantvriendelijkheid is onze kerntaak.
-
Bezoekersaantallen per museum optimaliseren, en waar nodig het publieksbereik vergroten.
-
De musea afzonderlijk en als groep profileren in het Antwerpse museumlandschap, en de herkenbaarheid van de musea vergroten. 3. Positionering in het museumlandschap
-
Het relatiebeheer van de stedelijke musea intensiveren, en hiervoor een public relations- en marketingafdeling ontwikkelen.
-
Onze herkenbaarheid vergroten door de ontwikkeling en invoering van een huisstijl, en door lokale, Vlaamse en internationale netwerken en samenwerkingsverbanden te intensiveren. 4. Collectie Antwerpen
-
Structureel investeren in behoud, beheer en technische ondersteuning, en in de geautomatiseerde collectieregistratie.
-
Een professioneel collectie- en aanwinstenbeleid ontwikkelen, op basis van een nota collectiebeleid en –mobiliteit.
-
Een tentoonstellingsbeleid voeren dat is gebaseerd op hoogstaand wetenschappelijk onderzoek en samenwerking. 5. Bedrijfsvoering
-
De interne communicatie continu verbeteren en interactieve beleidsvorming invoeren
-
De competentie van en de werktevredenheid onder de museummedewerkers verhogen
65
-
De
museumorganisatie,
het
management
en
de
bedrijfsvoering
door
het
management doeltreffender maken Publiekswerking en Communicatie van MBE MBE is een overkoepelende dienst van de musea van de stad Antwerpen, die zich inzet voor de werving en de begeleiding van het publiek. Met respect voor de eigenheid van elk museum wil hij de collecties in de beste omstandigheden en met de juiste omkadering voor een zo breed mogelijk publiek ontsluiten. Door permanent te werken aan de bekendheid van musea wil de dienst de uitstraling en aantrekkingskracht zowel lokaal als internationaal vergroten. Hij staat in voor de doelgroepenwerking en de overkoepelende communicatie. Lopende projecten: -
Huisstijl met jaarprogramma, museumfolders, doelgroepenfiches
-
Doelgroepenbeleid met als aandachtsgroepen allochtonen, kansarmen, senioren
-
Ontwikkelen van instrumenten voor de publieksbegeleiding
-
Begeleiding van museumgidsen
-
Publieksonderzoek(en)
2.7. Het Erfgoedconvenant 2005-2008 Na een reeks experimentele convenants in de voorbije vier jaar (zie 1. Het traject) sluit de stad Antwerpen met de Vlaamse Gemeenschap in december 2005 een decretaal erfgoedconvenant af. Op 7 juni 2004 keurde het Vlaams parlement daartoe het Decreet houdende de organisatie en subsidiëring van een cultureel-erfgoedbeleid goed. In juni 2004 diende de stad haar Intentienota erfgoedconvenant in bij de Vlaamse Gemeenschap. Ze motiveerde daarin haar voornemen om een erfgoedconvenant af te sluiten. De nota bevatte onder meer een omgevingsanalyse, de visie op en de doelstellingen van het cultureel-erfgoedbeleid, de situering en de planning van de werking van de erfgoedcel, en de te bereiken effecten. De beoordelingscommissie van de Vlaamse Gemeenschap formuleerde een aantal aanbevelingen bij die intentienota. Die moesten in het voorliggende erfgoedbeleidsplan worden verwerkt. Met het meerjarige decretale erfgoedconvenant willen de Vlaamse Gemeenschap en de stad Antwerpen verder werken aan een integrale en geïntegreerde erfgoedwerking, die aangepast is aan de behoeften van de stad en dicht bij de Antwerpse bevolking staat. Een verbreding en verdieping van het maatschappelijke draagvlak voor het cultureel erfgoed staat daarbij voorop. Daarom wordt het cultureel erfgoed op een eigentijdse manier geïnterpreteerd en gepresenteerd, zodat de culturele identiteit van Antwerpen
66
aan rijkdom wint. Bij die publieksgerichte aanpak staat samenwerking met en tussen de vele Antwerpse erfgoedbewaarders en -organisaties centraal. In dit convenant, dat van 1 januari 2005 tot 31 december 2008 loopt, engageren de Vlaamse overheid en de stad Antwerpen zich om samen een reeks doelstellingen te realiseren voor zowel het Vlaamse als het Antwerpse cultureel-erfgoedbeleid. Het erfgoedconvenant – Met de Erfgoedcel Antwerpen als uitvoerder – fungeert daarbij als een instrument om het doel te bereiken. De stad Antwerpen wil door middel van haar erfgoedconvenant aan de volgende punten werken: -
De verdere ontwikkeling voor de stad van een cultureel-erfgoedbeleid, vanuit de coördinerende dienst Musea, Bewaarbibliotheken en Erfgoed en in samenwerking met de vele cultureel-erfgoedinstellingen.
-
Het vergroten, verbreden en verdiepen van de betrokkenheid met het culturele erfgoed van een zo groot en verscheiden mogelijk aantal inwoners en bezoekers door middel van kwaliteitsvolle publieksprojecten.
-
De culturele diversiteit van de stad tot uiting laten komen in haar omgang met het cultureel erfgoed.
-
Overleg en samenwerking met de bestaande structuren en netwerken waardoor expertise met betrekking tot cultureel erfgoed kan worden uitgewisseld.
-
Overleg en samenwerkingsverbanden opzetten en ondersteunen/coördineren waardoor cultureel erfgoed beter kan worden gecommuniceerd.
-
Nieuwe methodes in de omgang met cultureel erfgoed ontwikkelen.
De stad Antwerpen heeft de hierna volgende procedure afgelegd, volgens de reglementen zoals ze staan geformuleerd in het Decreet houdende de organisatie en subsidiëring van een cultureel erfgoedbeleid (Hoofdstuk II: Erfgoedconvenants). -
Volgend op de intentienota en tijdens de voorbereiding van het erfgoedbeleidsplan wordt in december 2005 het eigenlijke Erfgoedconvenant 2005-2008 afgesloten.
-
De accenten die de stad wil leggen (zie hierboven) worden in dit Erfgoedconvenant opgenomen als de strategische doelstellingen die de stad Antwerpen de komende jaren op het gebied van cultureel erfgoed wil bereiken.
-
Deze strategische doelstellingen (zie 5.1. Strategische doelstellingen) worden gekoppeld aan operationele doelstellingen (zie 5.2. Operationele doelstellingen). De daaruit voortvloeiende acties beogen ‘resultaatgebieden’ op vier niveaus: Vlaanderen, meerdere erfgoedconvenants in Vlaanderen, de stadsdienst Cultuur & Sport en het erfgoedconvenant Antwerpen.
67
-
Door middel van jaarlijkse actieplannen zal de erfgoedcel deze doelstellingen concretiseren.
-
Na verloop van twee jaar dient het erfgoedbeleidsplan te worden geactualiseerd.
68
3. Het inzetten van de Erfgoedcel Antwerpen
3.1. Inleiding 3.1.1. Wat is een erfgoedcel? Erfgoedcellen worden opgericht om een erfgoedconvenant uit te voeren dat is afgesloten tussen de Vlaamse Gemeenschap en de stad of gemeente, en zijn zo verbonden aan het Erfgoeddecreet (dd. 7 mei 2004). De erfgoedcel is een nieuwe speler in het geheel van erfgoedinstellingen in een stad of gemeente. Ze heeft een bijzonder profiel, onder meer omdat ze geen erfgoed in eigen beheer heeft. Een erfgoedcel werkt dan ook niet rond vast omlijnde collecties of inhouden. Het profiel van een erfgoedcel kan verschillen naargelang de stad/gemeente waarin ze werkt, naargelang de aanwezigheid van instellingen in het lokale erfgoedveld (musea, archiefinstellingen, erfgoedverenigingen, …) en naargelang de noden voor het lokale erfgoedbeleid. Een erfgoedcel kan inzoomen op mogelijkheden die de werking van lokale erfgoedactoren (of het ontbreken daaraan) biedt. 3.1.2. Wat is het ‘erfgoed’ waarmee een erfgoedcel aan de slag gaat? Algemeen gesteld kan een erfgoedcel haar werking ontwikkelen rond de verschillende soorten erfgoed: het roerend erfgoed (tastbare objecten), het immaterieel erfgoed (verhalen, tradities, feesten, …) en het onroerend erfgoed (gebouwde, landschappelijke en archeologische relicten). Een erfgoedcel richt zich op cultureel erfgoed dat een (inhoudelijke, materiële, geografische, …) link bevat tussen een aantal lokale erfgoedactoren, om dan via de projectwerking samenwerkingsverbanden te creëren. Een erfgoedcel bundelt de krachten tussen de erfgoedinstellingen met het oog op een zo ruim mogelijke publieksgerichte ontsluiting van het cultureel erfgoed. Voorts richt een erfgoedcel zich op het zogenaamde ‘verspreide erfgoed’: erfgoed dat niet tot het primaire werkingsterrein behoort van de musea, archiefinstellingen en diensten voor monumentenzorg die werkzaam zijn in dezelfde stad/gemeente. Voorbeelden van zo’n verspreid erfgoed zijn kerkelijk erfgoed, immaterieel erfgoed, of erfgoed in publieke ruimtes.
69
3.1.3. Waarnaar streeft een erfgoedcel? Een erfgoedcel streeft naar een zo breed mogelijk draagvlak voor het cultureel erfgoed van de stad of gemeente. Een ruime publieksbekendheid is daartoe de voornaamste sleutel. Daarom stimuleert en realiseert de erfgoedcel kwalitatief hoogstaande projecten (‘good practices’) die het culturele erfgoed voor een zo groot mogelijk publiek zichtbaar maken. Samenwerking met andere erfgoedactoren staat daarbij centraal. Het uitgangspunt is dat dergelijke samenwerkingsverbanden op termijn zichzelf gaan sturen. Publieksgerichtheid is in de werking van een erfgoedcel een prioriteit. In de projectwerking hangt dat aspect echter samen met bijvoorbeeld behoud, beheer of inhoudelijk onderzoek. Ook in die zaken kan een erfgoedcel dus tijd en middelen investeren. In
de
projecten
van
een
erfgoedcel
moeten
vernieuwende
concepten
voor
publiekswerking en –bereik centraal staan. Een erfgoedcel kan de ruimte nemen om daarmee te experimenteren; later kunnen geslaagde projecten doorstromen naar andere erfgoedactoren en kan de erfgoedcel als expertisecentrum fungeren voor ondersteuning en ervaringsuitwisseling. Onder andere op dat vlak is een interstedelijke samenwerking tussen de erfgoedcellen aangewezen. 3.1.4. Wat doet een erfgoedcel? Een erfgoedcel concentreert zich in haar werking op de relatie tussen mensen en het cultureel erfgoed. Ze richt zich op mensen en instellingen die cultureel erfgoed (collecties of objecten) beheren en daarrond inhoudelijke expertise ontwikkelen, en stimuleert samenwerking tussen die mensen en instellingen. Daarnaar verwijst een eerste decretale opdracht voor een erfgoedcel: ‘netwerking en stimuleren van samenwerking’. Een erfgoedcel richt zich ook op de mensen die het culturele erfgoed willen leren kennen, door een publieksgerichte werking te ontwikkelen met het cultureel erfgoed van de stad of gemeente. Daarnaar verwijst een tweede decretale opdracht: ‘de realisatie van publieksgerichte projecten’. Beide lijnen komen samen in het realiseren van publieksgerichte erfgoedprojecten. De resultaten van die projecten kunnen verschillende vormen aannemen, zoals publicaties, tentoonstellingen, evenementen, websites, onderzoek of studiedagen.
70
3.1.5. Sturing en beleid Een erfgoedconvenant is een onderhandelde overeenkomst tussen de stad/gemeente en de Vlaamse overheid. Een erfgoedcel geeft uitvoering aan die overeenkomst. Het convenant legt dus de contouren vast waarbinnen de erfgoedcel opereert. De erfgoedcel gaat dan op zoek naar inhoudelijke thema’s en mogelijke projecten waarin ze bovenstaande doelstellingen (netwerken en publieksbekendheid) kan realiseren. De erfgoedcel wordt daarin ondersteund door een stuurgroep (commissie van experts), het stadsbestuur en het stedelijk cultuurbeleid, en andere mogelijke partners. De
erfgoedcel
legt
haar
grote
inhoudelijke
lijnen
vast
in
een
(zesjaarlijks)
erfgoedbeleidsplan. Bij de opmaak van dat beleidsplan kan ze mogelijke partners betrekken in de globale (strategische) planning van het stedelijke erfgoedbeleid en de werking van de erfgoedcel. De concrete projecten worden jaarlijks vastgelegd in een actieplan. De erfgoedcel inspireert zich daarvoor op suggesties van mogelijke partners, en op de eigen ervaring in de lokale erfgoedsector en het ‘verspreide’ cultureel erfgoed. Door haar overzichtspositie is een erfgoedcel ook een logische adviespartner voor het stedelijk
erfgoedbeleid
(evenementen,
structurele
aangelegenheden
zoals
inventarisatie, depotproblematiek, …). Op basis van de opgebouwde ervaring in het lokale erfgoedbeleid, kan de erfgoedcel dus ook beleidsmatig een coördinerende rol krijgen. 3.2. Een erfgoedcel in Antwerpen De Erfgoedcel Antwerpen (egcA) werd opgericht in 2000 en kreeg van de stad Antwerpen de opdracht om de experimentele fasen van het erfgoedconvenant (20002004) uit te voeren. Met haar project- en netwerking droeg deze kleine organisatie in haar
eerste
vier
jaar
bij
tot
de
voorbereiding
van
het
decretaal
geregelde
erfgoedconvenant - samen met onder andere de Vlaamse overheid, de stad Antwerpen, de andere conventsteden en hun erfgoedcellen. 3.2.1. Motto Antwerpen: zin in erfgoed Antwerpen: bewoners en bezoekers van de stad. Zin in erfgoed: - zin hebben in het erfgoed - betekenis van het erfgoed
71
Met het motto Antwerpen: zin in erfgoed wil de erfgoedcel de buitenwereld aanspreken. De onderbouw van dit motto is de onverbrekelijke band tussen de havenstad, de mensen en het erfgoed. Zin staat voor een belevingsvolle goesting in het omgaan met het erfgoed, maar ook voor een kennisgedreven betekenisvol cultureel erfgoed (zindragend en zingevend). 3.2.2. Missie Het stimuleren van een zinvolle en duurzame omgang met het erfgoed in Antwerpen. De Erfgoedcel Antwerpen laat de mensen de rijkdom van het cultureel erfgoed ontdekken en beleven. Zij doet dat door een zinvolle en duurzame omgang met het culturele erfgoed in de havenstad te stimuleren. De Erfgoedcel Antwerpen onderhoudt en bevordert de netwerking, in en vanuit de stad, van wijk tot district, van stad tot Vlaanderen en daarbuiten. Zij doet dat met het oog op een brede en kwaliteitsvolle erfgoedzorg en ter versterking van de uitwisseling van expertise en ideeën en van praktische samenwerkingsverbanden. De Erfgoedcel Antwerpen bevindt zich in een unieke positie om het culturele erfgoed in al zijn verscheidenheid als een samenhangend geheel te benaderen en het te presenteren aan de vele gemeenschappen in de havenstad, ter bevordering van hun levenskwaliteit. 3.2.3 Visie De erfgoedcel laat zien dat het culturele erfgoed in Antwerpen enorm rijk en divers is en tot een voortdurende ontdekkingstocht uitnodigt. Het cultureel erfgoed is een wezenlijk onderdeel van de leefwereld, een essentieel onderdeel in de geest, het gevoel en de beleving van wie in Antwerpen woont of werkt en van wie de stad bezoekt. Het is een inspiratiebron en draagt op een dynamische manier bij tot het stadsleven en de stadsontplooiing, nu en in de toekomst. De erfgoedcel benadert cultureel erfgoed als een hedendaags gegeven dat steeds verandert door de voortdurend wijzigende betekenis die eraan wordt toegekend in een voortdurend veranderende stad. De ontsluiting van het culturele erfgoed en het daarmee samenhangende publieksbeleid is een creatief en vernieuwend proces. Het verleden wordt daarin op een deskundige, waarachtige en aansprekende manier vertaald naar het heden, met een duurzaam effect voor de toekomst.
72
Een zinvolle en duurzame omgang met cultureel erfgoed moet gepaard gaan met een brede en kwaliteitsvolle erfgoedzorg. De erfgoedcel stimuleert het professioneel in kaart brengen van het culturele erfgoed, een goed behoud en beheer, gedegen wetenschappelijk onderzoek en gepaste ontsluitingsvormen. Actieve collectievorming en restauratie worden niet ondersteund. De erfgoedcel is ingebed in de stedelijke diensten en actief voor het culturele erfgoed van de hele stad, van alle aanwezige culturen en gemeenschappen en alle erfgoedorganisaties in Antwerpen. De Erfgoedcel Antwerpen is een teamspeler, die samenwerking als essentieel beschouwt en partners dus ook echt als partners. Zij legt zich toe op het vormen van netwerken om de expertise en het functioneren van alle betrokken partijen te vergroten. Omdat cultureel erfgoed meer is dan een louter lokaal gegeven en tegelijkertijd het lokale aan belang wint in een steeds kleiner wordende wereld, is het stimuleren van netwerking op lokaal, nationaal en internationaal niveau noodzakelijk. Daadwerkelijke realisaties stimuleren de positieve impulsen van het publiek en bewerkstelligen een grotere openheid en uitstraling van de partners. De erfgoedcel streeft naar een continue opbouw van de expertise binnen de erfgoedcel zelf. De individuele kwaliteiten van de medewerkers bieden een surplus voor de nagestreefde kwaliteit van de erfgoedcel als organisatie.
73
3.3. Positie van de Erfgoedcel Antwerpen in de stad Antwerpen Situering in de stad Antwerpen
74
Situering binnen Musea, Bewaarbibliotheken en Erfgoed (MBE) Organogram Musea, Bewaarbibliotheken en Erfgoed DIRECTIE Musea, Bewaarbibliotheken en Erfgoed
Stafdienst
Publieksbeleid
egcA
Collectiebeleid
Kunstmusea RH – R – MMB - CSG
MPM - PK
EM
MID
AMVC - LH
VH
MAS NSM - VM
SBI
75
Gebruikte afkortingen in organogram Musea, Bewaarbibliotheken en Erfgoed RH: Rubenshuis R: Rubenianum MMB: Museum Mayer van den Bergh CSG: Collectie Smidt van Gelder MPM - PK: Museum Plantin-Moretus/ Prentenkabinet EM: Etnografisch Museum MID: Opneluchtmuseum voor Beeldhouwkunst Middelheim AMVC - LH: Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven –AMVC -Letterenhuis VH: Museum Vleeshuis/ Klank van de Stad MAS -NSM: Museum aan de Stroom/ collectie Nationaal Scheepvaartmuseum MAS - VM: Museum aan de Stroom/ collectie Volkskundemuseum SBI: Stadsbibliotheek 3.4. Aansturing: Stuurgroep Erfgoedcel Antwerpen In het najaar van 2003 werd volgens een besluit van het schepencollege de Stuurgroep Erfgoedcel Antwerpen opgericht. De doelstellingen van die stuurgroep zijn: voorwaarden scheppen voor de werking van de erfgoedcel en voor een ‘geïntegreerd en integraal’ erfgoedbeleid (d.w.z. een erfgoedbeleid waarin cultuur opgevat wordt als een allesomvattend gegeven, waarvan het cultureel erfgoed deel uitmaakt) reflectie over de werking van de erfgoedcel goedkeuring
van
beleidsnota's,
beleidsopties
en
jaarprogramma
(inclusief
de
begroting). De stuurgroep werkt aan de verfijning en de organisatie van deze doelstellingen. Samenstelling: De stuurgroep bevat leden die er vanwege hun functie in zitten, vertegenwoordigers van de erfgoedsector (musea, archieven, bewaarbibliotheken, archeologie/onroerend), vertegenwoordigers van verschillende benaderingswijzen van erfgoed (collectie, publiek) en vertegenwoordigers van een integrale
culturele
benadering, waarvan erfgoed deel uitmaakt. Stuurgroepleden: Voorzitter: Cultuurbeleidscoördinator (CS/SD/STC) Functie: Bestuurscoördinator cultuur (CS/SD) Kabinetsmedewerker Cultuur, Bibliotheken en Monumentenzorg (KC) 76
Erfgoedsector: Algemeen Directeur Stedelijke Musea (CS/MBE) Coördinator Publieksbeleid Stedelijke Musea (CS/MBE/PB) Coördinator Collectiebeleid/Behoud en Beheer Stedelijke Musea (CS/MBE/CBB) Directeur Stadsarchief (ZS/SA) Directeur Stadsbibliotheek (CS/MBE/SBI) Stadsarcheoloog, Archeologische Dienst (SW/BUR/A) Integrale benadering: Medewerker Toerisme Antwerpen Coördinator erfgoedcommunicatie Erfgoedcel Antwerpen (CS/MBE/EGC) Coördinator erfgoedbeleid Erfgoedcel Antwerpen (CS/MBE/EGC)
77
4. Vier jaar werking Erfgoedcel Antwerpen: sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen (SWOT-analyse)
4.1. Overzichten sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen Er is een analyse van de sterkten en zwakten van de Erfgoedcel Antwerpen uitgevoerd volgens het SWOT-model (strengths, weaknesses, opportunities, threats). Sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen zijn opgesomd in een tabel, waarin bij de belangrijkste sterkten en zwakten al wordt verwezen naar gerelateerde kansen en bedreigingen. Vervolgens worden deze correlaties toegelicht. Sterkte
Zwakte
S1: De egcA is ‘collectievrij’, kan dus grensoverschrijdend opereren
Z1: Het profiel van de egcA is te onduidelijk (de ‘collectieloosheid’
en heeft een zeer ruim gezichtsveld (vogelperspectief).
werkt dit in de hand), en er is een gebrek aan zichtbaarheid van de
S1 met K1 / K2
egcA (zowel binnen de sector als voor het publiek).
S1 met B2 / B3 / B8 / B9 / B19
Z1 met K1 / K2 / K5 / K6 / K7 / K8 / K9 / K10 Z1 met B2 / B3 / B4 / B6 / B8 / B10 / B17 / B18
S2: De egcA brengt instituten en instellingen samen en bevordert
Z2: Een gebrek aan een goede taakafbakening geeft een
samenwerking tussen de partners, stuwt en geeft richting aan
onduidelijke uitgangspositie bij aanvang van projecten, zodat er
samenwerkingsverbanden en realiseert sectoroverschrijdende
geen goede of duidelijk afspraken worden gemaakt. Daardoor raakt
samenwerkingsverbanden.
het evenwicht tussen projectbegeleiding en projectvoering uit
S2 met K5 / K6 / K8 / K9 / K10
balans.
S2 met B5 / B4 / B6 / B8 / B9 / B15 / B16 / B19
Z2 met K6 / K8 / K9 / K10 Z2 met B3 / B6 / B10 / B18 / B19
S3: De egcA promoveert zwerfgoed tot erfgoed.
Z3: De inbedding van de egcA in de stedelijke structuur is
S3 met K2 / K7 / K10
onduidelijk.
S3 met B1 / B2 / B19
78
S4: De verschillende achtergronden van het personeel maken het
Z4: De egcA is niet direct vertegenwoordigd op de belangrijke
bestrijken van een breed werkterrein mogelijk; de
beslissingsniveaus; het overleg op stedelijk vlak is gebrekkig.
complementariteit van die achtergronden maakt het egcA-team een sterk en veelzijdig geheel. S5: De egcA experimenteert en realiseert vernieuwende ideeën.
Z5: Het personeelsstatuut van de medewerkers van de egcA is onduidelijk.
S6: De egcA is een flexibele organisatie:
Z6: De egcA is te ‘dienend’ in uitstraling en heeft daardoor te weinig
- Een onafhankelijke positie t.o.v. erfgoedbewaarders
autoriteit bij grote erfgoedbewaarders.
- grote autonomie bij het invullen en uitvoeren van opdrachten. S7: De egcA zorgt voor een evenwichtige verdeling van de aandacht Z7: De (nagestreefde) grote diversiteit in het programma van de over de mensen (het publiek), de dingen en de verhalen (het
egcA heeft een versnippering van middelen (personeel en geld) tot
erfgoed).
gevolg.
S8: De egcA zorgt voor en bevordert het doorstromen van
Z8: De egcA heeft onvoldoende expertise inzake de ontsluiting van
deskundigheid.
erfgoed voor belangrijke doelgroepen.
S9: De egcA traceert, benadert en ontsluit (maakt bekend)
Z9: Het time-management van de egcA is onvoldoende
verborgen en onbekend erfgoed met een open blik.
gestructureerd en ze kan projecten niet altijd realistisch inschatten (door de veelheid en grote diversiteit ervan). Dat maakt de werkdruk te groot.
S10: De egcA werkt projectmatig, met aandacht voor een doorwerkend effect en een blijvend resultaat.
79
S11: De egcA zet projecten op waarbij het publiek (actief) wordt betrokken. S12: De egcA brengt samenhang in de erfgoedwereld: ze werkt ‘integraal en geïntegreerd’. S13: De egcA benadert het erfgoed als een hedendaags gegeven, benadrukt de (hedendaagse) betekenis ervan en gaat uit van de historische context. S14: De egcA verwerft inzicht in de erfgoedsector en stimuleert deze. S15: De egcA stimuleert en ondersteunt onderzoek naar cultureel erfgoed. S16: De egcA heeft aandacht voor cultureel erfgoed in openbare, semi-openbare en gesloten collecties. S17: De doelstellingen van de egcA staan duidelijk verwoord in het erfgoedconvenant en ze worden gedragen en ondersteund door de egcA-stuurgroep. S17 met B10 / B12
80
Kans
Bedreiging
K1: Door kansen en mogelijkheden te bieden aan erfgoedactoren
B1: het ontstaan van ‘erfgoedmoeheid’ bij het publiek.
die de egcA benaderen, kan de egcA een daadwerkelijk lokaal erfgoedbeleid uitwerken. K2: De toenemende belangstelling voor cultureel erfgoed en de
B2: Het begrip ‘erfgoed’ is zeer ruim en wellicht onduidelijk.
toenemende bewustwording daarvan vergemakkelijken het
Daardoor biedt het een wel erg ruime mogelijkheid tot invulling.
functioneren van de egcA. K3: Een erfgoeddecreet met voldoende middelen vergroot de kans
B3: Er worden aan de egcA ‘verkeerde’ of hoge verwachtingen
op het bereiken van de doelstellingen.
gesteld (dat hangt samen met het onduidelijke profiel).
K4: Het publieksbereik groeit doordat er meer tijd en middelen
B4: Er kan frustratie optreden bij mogelijke erfgoedactoren omdat
beschikbaar zijn van mensen van middelbare en hogere leeftijd.
het erfgoeddecreet lokale spelers dwingt om de egcA te benaderen, en deze kan niet alle aanvragen honoreren.
K5: Samenwerking met vele en wisselende partners vergroot het
B5: De financiële middelen van de egcA komen onder druk te staan
publieksbereik.
a) omdat er geen gegarandeerd subsidiebedrag is, b) omdat vele Antwerpse erfgoedbewaarders/organisaties mogelijk structurele ondersteuning aan de egcA vragen t.g.v. het erfgoeddecreet.
K6: De samenwerkingscultuur biedt mogelijkheden aan de egcA.
B6: De egcA wordt soms te veel beschouwd als financier en factotum in plaats van een volwaardige inhoudelijke partner.
K7: De opmars van de digitale wereld / ICT biedt extra
B7: vooral grotere instellingen nemen ten aanzien van de egcA een
mogelijkheden voor de publieksontsluiting van erfgoed, het
defensieve houding aan en bakenen hun territorium bijzonder sterk
publieksbereik, de expertise-uitwisseling en de samenwerking.
af.
K8: Kleine(re) partners krijgen door de samenwerking met de egcA
B8: In het erfgoedveld heerst een zeer complexe situatie door de
81
de mogelijkheid om professioneler te werken/denken.
vele actoren, die ook niet allemaal bekend zijn.
K9: Door de complementaire (samen)werking met stedelijke,
B9: Erfgoedactoren wentelen taken of verantwoordelijkheden af op
provinciale en Vlaamse diensten kan de egcA het volledige
de egcA (wat zij niet willen of kunnen doen, willen ze de egcA laten
erfgoedveld beter bereiken.
doen).
K10: Sterk geprofileerde instellingen hebben via de egcA de
B10: De egcA ondervindt een niet aflatende hoge werklast doordat
mogelijkheid om een brug te slaan naar andere erfgoedactoren.
ze verplicht is tot administratieve rapportering aan de Vlaamse Gemeenschap.
K11: Kleinere organisaties hebben via de egcA een mogelijkheid om B11: Extern opgelegde projecten kunnen een wissel trekken op het expertise, aandacht voor hun organisatie of hun erfgoed en
egcA-beleid.
erkenning te verkrijgen. B12: Onduidelijkheid over de jaarlijkse financiering via het erfgoedconvenant bedreigt het functioneren van de egcA. B13: Een gebrekkige of onduidelijke informatiedoorstroming vanuit het beleid op Vlaams, provinciaal en stedelijk niveau bemoeilijkt het functioneren van de egcA. B14: Het grote aantal erfgoedcellen bemoeilijkt en bedreigt (zonder een alternatief te bieden) het onderlinge overleg tussen die egc’s, waardoor de interstedelijke samenwerking, informatie-uitwisseling en beleidsvorming te zeer onder druk komen te staan. B15: Er is een te geringe expertise-uitwisseling tussen de egc’s. B16: De egc’s hebben een onvoldoende uitgewerkt en zichtbaar profiel en (mede daardoor) te weinig uitstraling. B17: Onduidelijke taakverdeling en onduidelijke taakafspraken op verschillende bestuursniveaus kunnen het functioneren van de egcA
82
bemoeilijken. B18: Gebrek aan interesse bij (semi-) openbare instellingen/organisaties voor hun cultureel erfgoed en gebrek aan mogelijkheden voor het beheren en beheersen van hun erfgoedcollecties (vaak wegens personeelsgebrek).
83
4.2. Toelichting correlaties Hieronder worden de belangrijkste sterktes en zwaktes uit de SWOT-tabel gerelateerd aan de kansen en bedreigingen. Sterkte 1: De egcA is ’collectievrij’ en kan daardoor binnen de erfgoedsector zeer breed en ook sectoroverschrijdend opereren, en heeft mede daardoor een breed gezichtsveld Hoe kunnen we deze sterkte aanwenden om optimaal gebruik te maken van kansen? kans 1: Door kansen en mogelijkheden te bieden aan erfgoedactoren die de egcA benaderen, kan de egcA een daadwerkelijk lokaal erfgoedbeleid uitwerken. De egcA smeedt samenwerkingsverbanden tussen niet voor
de
hand liggende,
uiteenlopende partners binnen en buiten de directe erfgoedsector en versterkt daardoor de integratie van de verschillende erfgoedactoren in het Antwerpse erfgoedbeleid, en versterkt hun functioneren. Het hierdoor steeds beter in kaart gebrachte erfgoedveld vereenvoudigt de manier van werken en maakt een goed functionerend, integraal lokaal erfgoedbeleid mogelijk. kans 2: De groeiende belangstelling voor en de bewustwording van cultureel erfgoed vergemakkelijkt het functioneren van de egcA. Het publiek kan, door de grote diversiteit aan aanbod die de egcA nastreeft en doordat het zich meer bewust is van erfgoed, over een zeer brede laag worden aangesproken, geënthousiasmeerd en tot participatie worden bewogen. Door het brede spectrum dat de egcA bestrijkt, kan er meer ‘verstopt’ erfgoed worden opgespoord, dat ook eerder als erfgoed wordt (h)erkend door ‘nietsvermoedende’ bewaarders. Kan deze sterkte worden aangewend om het hoofd te bieden aan bedreigingen? Bedreiging 2: Het begrip ‘erfgoed’ is zeer ruim en wellicht onduidelijk, en biedt daardoor een wel erg ruime mogelijkheid tot invulling De kennis van het brede culturele- en erfgoedveld zou de egcA in staat moeten stellen het begrip ‘erfgoed’ duidelijker af te bakenen. Bedreiging 3: Er worden aan de egcA ‘verkeerde’ of te hoge verwachtingen gesteld (dit is gekoppeld aan het onduidelijke profiel). Door het profiel van de egcA te verduidelijken kan deze bedreiging verholpen worden en kan de egcA meer gaan optreden als ‘matchmaker’ door partners te koppelen. Bedreiging 7: Vooral grotere instellingen nemen tegenover de egcA een defensieve houding aan en bakenen hun territorium sterk af.
84
Instellingen moeten ervan worden overtuigd dat het brede werkterrein en de ruime blik geen bedreiging inhouden. Het brede en sectoroverschrijdende opereren van de egcA moet door de instellingen als een pluspunt worden gezien waaruit zij voordeel kunnen halen. Bedreiging 8: In het erfgoedveld heerst een zeer complexe situatie door de vele actoren, die ook niet allemaal bekend zijn De ruime blik op de sector moet ervoor zorgen dat deze steeds beter in kaart wordt gebracht en beheersbaar wordt. Bedreiging 18: Gebrek aan interesse bij (semi-)openbare instellingen/organisaties voor hun cultureel erfgoed en gebrek aan mogelijkheden voor het beheren en beheersen van hun erfgoedcollecties (vaak wegens personeelsgebrek). De interesse kan aangewakkerd worden door de egcA en haar projecten beter bekend te maken. Bijvoorbeeld het inventarisatieproject stelt de egcA in staat om advies te verlenen m.b.t. behoud en beheer van cultureel erfgoed. Sterkte 2: De egcA brengt instituten en instellingen samen en bevordert een synergetisch
effect
tussen
de
partners.
Zij
stuwt
en
geeft
richting
aan
samenwerkingsverbanden en realiseert sectoroverschrijdende samenwerkingsverbanden. Hoe kunnen we deze sterkte aanwenden om optimaal gebruik te maken van kansen? Kans 5: Samenwerking met vele en wisselende partners vergroot het publieksbereik. Meer samenwerkingsverbanden creëren met de nadruk op publiekswerking en werking naar doelgroepen toe. Kans 6: De samenwerkingscultuur biedt mogelijkheden aan de egcA. De grotere bereidheid om samen te werken moet worden benut. Kans 8: Kleine(re) partners krijgen door de samenwerking met de egcA de mogelijkheid om professioneler te werken/denken. Bewust op zoek gaan naar kleine(re) partners om ze te laten deelnemen aan samenwerkingsverbanden. Kans 9: Het
volledige
erfgoedveld
beter
bereiken
door
de
complementaire
(samen)werking met stedelijke, provinciale en Vlaamse diensten De verschillende diensten meer betrekken in samenwerkingsverbanden. Kans 11: Kleinere organisaties hebben via de egcA de mogelijkheid om expertise, aandacht voor hun organisatie of hun erfgoed en erkenning te verkrijgen. Meer kleine(re) partners aanspreken en betrekken in samenwerkingsverbanden. Kan deze sterkte worden aangewend om het hoofd te bieden aan bedreigingen?
85
Bedreiging 4: Er kan frustratie optreden bij mogelijke erfgoedactoren omdat het erfgoeddecreet lokale spelers dwingt om de egcA te benaderen – en deze kan niet alle aanvragen honoreren. Samenwerkingsverbanden stimuleren waarbij de financiële en personele input van de egcA gering blijft (doorverwijsfunctie van de egcA versterken). Bedreiging 5: De financiële middelen van de egcA komen onder druk te staan a) omdat er geen gegarandeerd subsidiebedrag is, en b)
omdat
vele
Antwerpse
erfgoedbewaarders/organisaties
mogelijk
structurele
ondersteuning aan de egcA zullen vragen ten gevolge van het erfgoeddecreet. Samenwerkingsverbanden creëren en stimuleren zonder te veel financiële en personele input van de egcA. Bedreiging 6: De egcA wordt soms te veel beschouwd als financier en factotum in plaats van een volwaardige inhoudelijke partner. Gerealiseerde samenwerkingsverbanden zouden een voorbeeld moeten zijn van hoe de egcA werkt. Bedreiging 7: Vooral grotere instellingen nemen tegenover de egcA een defensieve houding aan en bakenen hun territorium sterk af. Instellingen moeten ervan worden overtuigd dat de samenwerkingsverbanden geen bedreiging inhouden; het brede en sectoroverschrijdende opereren van de egcA moet door de instellingen als een pluspunt worden gezien waaruit zij voordeel kunnen halen. Bedreiging 8: In het erfgoedveld heerst een zeer complexe situatie door de vele actoren, die ook niet allemaal bekend zijn. De kennis van de sector moet ervoor zorgen dat deze steeds beter in kaart wordt gebracht en beheersbaar wordt. Bedreiging 14: Het grote aantal erfgoedcellen bemoeilijkt en bedreigt (zonder een alternatief te bieden) het onderlinge overleg tussen die egc’s, waardoor de interstedelijke samenwerking, informatie-uitwisseling en beleidsvorming te zeer onder druk komen te staan. De expertise van de egcA in het aangaan van samenwerkingsverbanden kan dit gevaar wellicht helpen inperken. Bedreiging 15: Er is een te geringe expertise-uitwisseling tussen de egc’s Samenwerkingsverbanden tussen de egc’s blijvend stimuleren. Bedreiging 18: Gebrek aan interesse bij (semi-)openbare instellingen/organisaties voor hun cultureel erfgoed en gebrek aan mogelijkheden voor het beheren en beheersen van hun erfgoedcollecties (vaak wegens personeelsgebrek). Wijzen op de mogelijkheden en de voordelen van samenwerkingsverbanden kan de interesse stimuleren.
86
Sterkte 3: De egcA promoveert zwerfgoed tot erfgoed Hoe kunnen we deze sterkte aanwenden om optimaal gebruik te maken van kansen? Kans 2: De groeiende belangstelling voor en de bewustwording van cultureel erfgoed vergemakkelijkt het functioneren van de egcA. Traceren van en bewustmaken van de aanwezigheid van zwerfgoed wordt eenvoudiger. Kans 7: De opmars van de digitale wereld/ICT biedt extra mogelijkheden voor de publieksontsluiting van erfgoed, het publieksbereik, de expertise-uitwisseling en de samenwerking. Meer gebruik maken van digitale middelen bij de promotie van zwerfgoed tot erfgoed. Kans 11: Kleinere organisaties hebben via de egcA een mogelijkheid om expertise, aandacht voor hun organisatie of hun erfgoed en erkenning te verkrijgen. Kleine(re) organisaties wijzen op hun zwerfgoed. Kan deze sterkte worden aangewend om het hoofd te bieden aan bedreigingen? Bedreiging 1: Het ontstaan van erfgoedmoeheid bij het publiek. Onverwacht of onbekend (zw)erfgoed onder de aandacht brengen kan deze ‘moeheid’ voorkomen (variatie). Bedreiging 2:
Het begrip ‘erfgoed’ is zeer ruim en wellicht onduidelijk, en biedt
daardoor een wel erg ruime mogelijkheid tot invulling. Een betere afbakening van het begrip voorkomt ook dat te veel zaken als zwerfgoed worden beschouwd. Bedreiging 18: Gebrek aan interesse bij (semi-)openbare instellingen/organisaties voor hun cultureel erfgoed en gebrek aan mogelijkheden voor het beheren en beheersen van hun erfgoedcollecties (vaak wegens personeelsgebrek). Het wijzen op het aanwezige zwerfgoed, op het belang daarvan en op de uitstraling die de ontsluiting daarvan op deze instellingen kan hebben, kan de belangstelling doen toenemen.
Zwakte 1: Het profiel van de egcA is onduidelijk en er is een gebrek aan zichtbaarheid van de egcA. Vormt deze zwakte een obstakel om gebruik te maken van kansen? Kans 1: Door kansen en mogelijkheden te bieden aan erfgoedactoren die de egcA benaderen, kan de egcA een daadwerkelijk lokaal erfgoedbeleid uitwerken.
87
Door een onduidelijk profiel en geringe zichtbaarheid zullen wellicht minder actoren de egcA benaderen en wordt de uitwerking van het erfgoedbeleid belemmerd. Kans 2: De toenemende belangstelling voor cultureel erfgoed en de toenemende bewustwording daarvan vergemakkelijkt het functioneren van de egcA Een te zwak profiel remt de efficiëntie van de egcA en houdt de autoriteit van de egcA laag, waardoor in samenwerkingsverbanden de stem van de egcA te weinig gewicht heeft. Kans 5: Samenwerking met vele en wisselende partners vergroot het publieksbereik Een te geringe uitstraling of bekendheid belemmert de bereidheid van actoren om te participeren, of heeft zelfs tot gevolg dat actoren de egcA helemaal niet benaderen. Kans 6: De samenwerkingscultuur biedt mogelijkheden aan de egcA Idem. Kans 7: De opmars van de digitale wereld/ICT biedt extra mogelijkheden voor de publieksontsluiting van erfgoed, het publieksbereik, de expertise-uitwisseling en de samenwerking Hoe vager het profiel en hoe minder de uitstraling, des te minder worden egcA-websites en andere digitale media geraadpleegd of vertrouwd. Kans 8: Kleine(re) partners krijgen door de samenwerking met de egcA de mogelijkheid om professioneler te werken/denken Een te geringe uitstraling kan tot gevolg hebben dat actoren de egcA
te weinig of
helemaal niet benaderen. Kans 9: Het
volledige
erfgoedveld
beter
bereiken
door
de
complementaire
(samen)werking met stedelijke, provinciale en Vlaamse diensten Een zwak profiel maakt deze mogelijke partners minder geneigd om met de egcA samen te werken. Kans 11: Kleinere organisaties hebben via de egcA een mogelijkheid om expertise, aandacht voor hun organisatie of hun erfgoed en erkenning te verkrijgen. Idem. Maakt deze zwakte ons extra kwetsbaar t.o.v. bedreigingen? Bedreiging 2: Het begrip ‘erfgoed’ is zeer ruim en wellicht onduidelijk, en biedt daardoor een wel erg ruime mogelijkheid tot invulling. Een zwak profiel versterkt de onduidelijkheid van het begrip ‘erfgoed’ en maakt verduidelijking daarvan moeilijk. Bedreiging 3: Er worden aan de egcA ‘verkeerde’ of te hoge verwachtingen gesteld Een onduidelijk profiel werkt verkeerde of te hoge verwachtingen in de hand.
88
Bedreiging 4: Er kan frustratie optreden bij mogelijke erfgoedactoren omdat het erfgoeddecreet lokale spelers dwingt om de egcA te benaderen – en deze kan niet alle aanvragen honoreren Idem. Bedreiging 6: De egcA wordt soms te veel beschouwd als financier en factotum in plaats van een volwaardige inhoudelijke partner. Idem. Bedreiging 7: Vooral grotere instellingen nemen tegenover de egcA een defensieve houding aan en bakenen hun territorium sterk af. Hoe zwakker en onduidelijker het profiel, des te makkelijk is het om een defensieve houding tegenover de egcA aan te nemen. Bedreiging 9: Erfgoedactoren wentelen taken of verantwoordelijkheden af op de egcA (wat zij niet willen of kunnen doen, willen ze de egcA laten doen). Zie bij bedreiging 3. Bedreiging 16: De egc’s hebben een onvoldoende uitgewerkt en zichtbaar profiel en (mede daardoor) te weinig uitstraling. Deze bedreiging wordt versterkt door een zwak profiel van de egcA. Bedreiging 17: Onduidelijke taakverdeling en onduidelijke taakafspraken op verschillende bestuursniveaus kunnen het functioneren van de egcA bemoeilijken. Deze bedreiging wordt versterkt door een zwak profiel van de egcA. Zwakte 2: Een gebrek aan een goede taakafbakening geeft een onduidelijke uitgangspositie bij aanvang van projecten, zodat er geen goede of duidelijk afspraken worden
gemaakt.
Daardoor
raakt
het
evenwicht
tussen
projectbegeleiding
en
projectvoering uit balans. Vormt deze zwakte een obstakel om gebruik te maken van kansen? Kans 6: De samenwerkingscultuur biedt mogelijkheden aan de egcA. Partners kunnen de egcA te makkelijk het meeste of het ‘vuile’ werk laten doen. Kans 8: Kleine(re) partners krijgen door de samenwerking met de egcA de mogelijkheid om meer professioneel te werken/denken. Partners kunnen de egcA te makkelijk het meeste werk laten doen, waardoor zij zelf te weinig expertise en professionaliteit verwerven. Kans 9: Het
volledige
erfgoedveld
beter
bereiken
door
de
complementaire
(samen)werking met stedelijke, provinciale en Vlaamse diensten. Zie bij kans 6. Kans 11: Kleinere organisaties hebben via de egcA de mogelijkheid om expertise, aandacht voor hun organisatie of hun erfgoed en erkenning te verkrijgen.
89
Zie bij kans 8. Maakt deze zwakte ons extra kwetsbaar t.o.v. bedreigingen? Bedreiging 3: Er worden aan de egcA ‘verkeerde’ of te hoge verwachtingen gesteld. Een onduidelijke uitgangspositie van de egcA werkt deze bedreiging nog meer in de hand. Bedreiging 6: De egcA wordt soms te veel beschouwd als financier en factotum in plaats van een volwaardige inhoudelijke partner. Idem. Bedreiging 9: Erfgoedactoren wentelen taken of verantwoordelijkheden af op de egcA (wat zij niet willen of kunnen doen, willen ze de egcA laten doen). Idem. Bedreiging 17: Onduidelijke taakverdeling en onduidelijke taakafspraken op verschillende bestuursniveaus kunnen het functioneren van de egcA bemoeilijken. Partners kunnen de egcA te makkelijk het meeste of het ‘vuile’ werk laten doen. Bedreiging 18: Gebrek aan interesse bij (semi-)openbare instellingen/organisaties voor hun cultureel erfgoed en gebrek aan mogelijkheden voor het beheren en beheersen van hun erfgoedcollecties (vaak wegens personeelsgebrek). Partners kunnen de egcA te makkelijk het meeste of het ‘vuile’ werk laten doen.
90
5. De doelstellingen
5.1. De strategische doelstellingen De strategische doelstellingen voor het cultureel-erfgoedbeleid van de Erfgoedcel Antwerpen in de komende vier jaar zijn - logischerwijs - grotendeels ontleend aan het erfgoedconvenant tussen de stad Antwerpen en de Vlaamse overheid. De erfgoedcel stemt haar beleid ook af op dat van de dienst Cultuur, Sport en recreatie (CS), de dienst Musea, Bewaarbibliotheken en Erfgoed (MBE), Toerisme Antwerpen en op het cultuurbeleidsplan. De strategische doelstellingen van CS zijn hieronder opgenomen, evenals die van de Antwerpse musea, die net als de erfgoedcel onderdeel zijn van MBE. De specifieke doelstellingen van het Museum aan de Stroom (MAS) zijn opgenomen omdat de beleidsopties van deze instelling-in-oprichting zeer nauw aansluiten bij die van de erfgoedcel. 5.1.1. Dienst Cultuur, Sport en recreatie (CS) 1. Participatie, spreiding, diversiteit en competentie: verbeteren van de publieksparticipatie
aan
kwaliteitsvolle
erfgoedactiviteiten
en
dit
voldoende
geografisch en sociaal gespreid. 2. Gemeenschapsvorming: uitbouwen en/of versterken van een sociaal weefsel door middel van erfgoed. 3. Stadsmarketing: verhogen van de uitstraling van Antwerpen op vlak van erfgoed. 4. Innovatie en creatie: stimuleren van de ontplooiing van innovatief en creatief talent op vlak van erfgoed. 5. Erfgoedzorg:
inventariseren,
ontsluiten
en
voortdurend
actualiseren
van
materiaal en immaterieel cultureel erfgoed. 5.1.2. Musea, Bewaarbibliotheken en Erfgoed 5.1.2.1. MAS De
strategische
doelstellingen
die
gelden
voor
de
Antwerpse
Musea
gelden
vanzelfsprekend ook voor het Museum aan de Stroom: 1. Het garanderen van kwaliteit, professionaliteit en vernieuwing binnen het totale museumaanbod. 2. Het
optimaliseren
van
het
publieksbereik
en
het
vergroten
van
de
klanttevredenheid. 3. Uitgroeien tot een geprofileerde, transparante en sterke organisatie. 4. De collecties professioneel beheren en toegankelijk maken.
91
5. Het realiseren van een efficiënte, effectieve, transparante en op kwaliteit georiënteerde bedrijfsvoering. Maar meer in het bijzonder stelt het Museum aan de Stroom zich tot doel om: 1. zich te presenteren als een hedendaagse verrijking van de Stad Antwerpen. 2. Voortdurend in beweging te zijn, zowel intra- als extra-muros, in partnerships synergieën ontwikkelen. 3. Een uitnodigende doorgangspoort te zijn tot en teaser voor de stad, Vlaanderen en de wereld. 4. Zijn rijkdom te (laten) inspireren. 5. Een aantrekkingspool te zijn, een katalysator, een architecturale én mentale baken. 5.1.2.2. Erfgoedcel Antwerpen In het Erfgoedconvenant afgesloten tussen de stad Antwerpen en de Vlaamse Overheid komen de volgende strategische doelstellingen voor: 1. Het cultureel erfgoedbeleid dat de stad ontwikkelt, versterken. 2. De betrokkenheid bij het cultureel erfgoed van een zo groot en verscheiden mogelijk aantal inwoners en bezoekers vergroten, verdiepen en verbreden door middel van kwaliteitsvolle projecten en communicatie met het oog op de actualisering en integratie van het cultureel erfgoed. 3. Onderzoeken welke impact de culturele diversiteit heeft op de stadsbeleving en het omgaan met het cultureel erfgoed. 4. In overleg en samenwerking met de bestaande structuren en netwerken de in stedelijke context ontwikkelde kennis en expertise over het cultureel erfgoed inzetbaar maken voor andere erfgoedorganisaties en –actoren. 5. Netwerken en bepaalde samenwerkingsverbanden mee ondersteunen en desgevallend coördineren met als doel de uitbouw van een toegankelijke, efficiënte en effectieve communicatie over het cultureel erfgoed. 6. In samenwerking met erfgoed- en andere actoren uit de samenleving nieuwe methodieken ontwikkelen in de omgang met het cultureel erfgoed. Tijdens
het
schrijven
van
dit
Erfgoedbeleidsplan
bleek
dat
deze
strategische
doelstellingen soms nogal onduidelijk waren geformuleerd. Daarom besloten we om de zes strategische doelstellingen te herschrijven. Dit is het resultaat:
92
1. De verdere ontwikkeling voor de stad van het cultureel-erfgoedbeleid, vanuit de coördinerende dienst Musea, Bewaarbibliotheken en Erfgoed en in samenwerking met de vele cultureel-erfgoedinstellingen. 2. De betrokkenheid bij het cultureel erfgoed van een zo groot en verscheiden mogelijk aantal inwoners en bezoekers vergroten en verdiepen door middel van kwaliteitsvolle projecten en communicatie, met het oog op de actualisering en integratie van het cultureel erfgoed in het dagelijks leven. 3. In de omgang met cultureel erfgoed de culturele diversiteit van de stad tot uiting laten komen. 4. In overleg en samenwerking met de bestaande structuren en netwerken de in stedelijke context ontwikkelde kennis en expertise over het cultureel erfgoed inzetbaar maken voor andere erfgoedorganisaties en –actoren. 5. Netwerken en bepaalde samenwerkingsverbanden mee ondersteunen en desgevallend coördineren met als doel de uitbouw van een toegankelijke, efficiënte en effectieve communicatie over het cultureel erfgoed. 6. In samenwerking met culturele erfgoed- en andere (culturele) actoren uit de samenleving nieuwe methodieken ontwikkelen in de omgang met het cultureel erfgoed. 5.2. Operationele doelstellingen De operationele doelstellingen geven specifiek richting aan het beleid van de Erfgoedcel Antwerpen door concrete doelen te stellen. De nummering hieronder verwijst naar de strategische doelstellingen waar deze operationele doelstellingen uit voortvloeien (OD 1_1 is de eerste operationele doelstelling die voortkomt uit strategische doelstelling nummer 1, OD1_2 de tweede die daaruit voortkomt enzovoort). In 5.2.1 wordt een volledig overzicht gegeven van de operationele doelstellingen (bij OD 1_2 en 1_3 worden als acties reeds de specifieke aandachtspunten vermeld). Onderdeel 5.2.2 geeft de prioritaire operationele doelstellingen (POD’s), die voor zover mogelijk specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden zijn geformuleerd (SMART) om concrete uitvoering, meting en evaluatie mogelijk te maken. De daarbij geplande acties worden tekens vermeld. 5.2.1. Oplijsting operationele doelstellingen voor de Erfgoedcel Antwerpen OD 1_1 Het cultureel-erfgoedbeleidsplan verfijnen ter voorbereiding van de actualisering ervan eind 2006 OD 1_2
93
Een fijnere afstemming van het beleid van de egcA op andere beleidsopties en/of plannen van de Stad Antwerpen
-
Actie 1: Cultuurbeleidsplan
-
Actie 2: Beleid Musea, Bewaarbibliotheken en Erfgoed, waaronder beleid MAS
-
Actie 3: Beleid Toerisme
OD 1_3 Het beleid en de communicatie afstemmen op complementaire erfgoedinitiatieven in de Antwerpse erfgoedsector
-
Actie 1: Museale sector, waaronder het MAS
-
Actie 2: Archiefsector, waaronder het Stadsarchief (Felixarchief)
-
Actie 3: Literair-immateriële sector, waaronder Antwerpen Boekenstad
OD 1_4 De omgevingsanalyse vervolledigen en op regelmatige tijdstippen actualiseren OD 1_5 Een communicatieplan opstellen om de visie in het beleidsplan uit te dragen OD 1_6 De positie van de egcA - zowel organisatorisch als financieel - binnen de stad verankeren OD 1_7 De betekenis van de egcA voor het Antwerpse culturele veld vergroten, waardoor de erfgoedactoren de egcA als een logische partner beschouwen OD 1_8 Het landelijke cultureel-erfgoedbeleid verstevigen door informatie- en expertisevergaring en –uitwisseling OD 1_9 Het roerend erfgoed in Antwerpen verder in kaart brengen door zelf acties te ondernemen en partners te stimuleren
94
OD 2_1 Meewerken aan en/of opstarten van publieksgerichte projecten, zowel op interstedelijk als op stedelijk Antwerps niveau OD 2_2 Gezamenlijke publieksinitiatieven ontwikkelen rond roerend en onroerend erfgoed OD 2_3 Structurele communicatiemiddelen creëren en verder ontwikkelen (programmafolder, website, eventueel nieuwsbrief, ...) OD 2_4 Communicatiemiddelen aanwenden op maat van publieksgerichte projecten OD 2_5 Erfgoedprojecten opstarten waarvoor de actieve deelname van het publiek vereist is OD 2_6 Samenwerken met tusseninstanties om verschillende soorten doelpubliek te bereiken (scholen, rust- en verzorgingstehuizen, ...) OD 2_7 Het begrip cultureel erfgoed verduidelijken en verankeren OD 2_8 In overleg met Culturele Biografie Vlaanderen (CBV) en de andere egc's het publiek in kaart brengen OD 2_9 Bewust omgaan met verschillende soorten doelpubliek in communicatie en projecten OD 3_1 Roerend erfgoed van andere culturen dat zich in Antwerpen bevindt, in kaart brengen
95
OD 3_2 Projecten rond culturele diversiteit ontwikkelen in samenwerking met allochtone organisaties en het multiculturele doelpubliek OD 4_1 Door de egcA ontwikkelde instrumenten gebruiksklaar maken, presenteren en aanbieden OD 4_2 Opgebouwde expertise over beeld- en verhalenbanken uitwisselen OD 4_3 Samenwerking met universiteiten aangaan om onderzoek te verrichten en expertise te vergaren OD 4_4 Kennis en expertise vergroten door deelname aan fora, congressen, symposia en dergelijke OD 5_1 Een netwerk met betrekking tot cultureel erfgoed in de districten opzetten OD 5_2 Partners samenbrengen in functie van een globale, structurele presentatie van erfgoedcollecties en –actoren OD 5_3 Samenwerking
binnen
het
Antwerpse
erfgoedveld
realiseren
met
betrekking
tot
erfgoedcollecties en -actoren OD 5_4 Intersectoraal
overleg
intensifiëren
door
een
halfjaarlijks
overleg
van
de
sectorvertegenwoordigers over hun programma's en de onderlinge afstemming ervan OD 6_1 Een eenvormig systeem ontwikkelen om roerend erfgoed in kaart te brengen
96
OD 6_2 Experimenteren rond nieuwe methodes met betrekking tot visuele, auditieve en digitale media OD 6_3 Cursussen en opleidingen volgen en studiedagen bijwonen om kennis over nieuwe methodes op te doen 5.2.2 Prioritaire operationele doelstellingen POD 1_1 Het cultureel-erfgoedbeleidsplan is in december 2005 verfijnd en als document beschikbaar, ter voorbereiding van de actualisering ervan eind 2006.
-
Actie 1: Een werkgroep van de leden van de egcA verwoordt in een apart document de mission statement en de uitwerking daarvan scherper en duidelijker, zodat de missie tegen oktober 2005 ook tekstueel een bruikbaar werkinstrument is geworden (voor externe communicatie bijvoorbeeld).
-
Actie 2: De coördinatoren stellen – met medewerking van de andere leden van de egcA – een jaarlijks actieplan op (beschikbaar vanaf eind januari van elk jaar) waarvan de realisatie jaarlijks intern en extern wordt geëvalueerd.
POD 1_4 De omgevingsanalyse is tegen eind 2005 vervolledigd en als document beschikbaar, en wordt elke vier jaar geactualiseerd.
-
Actie 1: In de eerste helft van 2005 houdt de egcA een rondvraag bij de diverse cultureel-erfgoedactoren in Antwerpen; na verwerking van de gegevens wordt eind 2005 een analyse beschikbaar gesteld.
POD 1_5 Een communicatieplan om de visie uit het beleidsplan uit te dragen wordt in de eerste helft van 2005 opgesteld en is na toetsing op 1 september 2005 operationeel. Het plan wordt na een jaar geëvalueerd ten behoeve van de actualisering van het beleidsplan.
-
Actie 1: De coördinator erfgoedcommunicatie stelt – in overleg met de andere leden van de egcA – een visie-uitdragend communicatieplan op dat op 30 juni 2005 als document beschikbaar is en op 1 september in werking treedt.
97
POD 1_6 De egcA krijgt met het afsluiten van het erfgoedconvenant in december 2005 zowel organisatorisch als financieel een duidelijke en vaste plaats in de structuur van de stad Antwerpen.
-
Actie 1: De coördinator erfgoedbeleid krijgt tegen eind 2005 een plaats toegewezen in het overleg binnen MBE.
POD 1_7 De betekenis van de egcA voor het Antwerpse culturele veld wordt gedurende de beleidsperiode 2005-2008 door diverse acties, projecten en vormen van communicatie permanent vergroot, waardoor de erfgoedactoren de egcA als een logische partner gaan beschouwen.
-
Actie 1: De egcA werkt een procedure uit voor erfgoedprojectaanvragen ten behoeve van Antwerpse erfgoedbewaarders, die vanaf begin 2006 via de website is te downloaden en waarvan melding wordt gemaakt in het communicatieplan (zie POD 1_5)
-
Actie 2: De egcA bevordert de kennisoverdracht rond projectmatig werken ten aanzien
van
de
Antwerpse
erfgoedsector
door
vanaf
2007
expertise
ter
beschikking te stellen in de vorm van adviesverlening en standaarddocumenten. -
Actie 3: Deelname aan stuurgroepen, besturen, werkgroepen enzovoort; in het jaarverslag wordt hier melding van gemaakt en worden de effecten meegedeeld.
POD 1_8 Het landelijke cultureel-erfgoedbeleid verstevigen door informatie- en expertisevergaring en -uitwisseling tijdens structureel driemaandelijks overleg met erfgoedactoren en wisselwerking via erfgoednet.
-
Actie
1:
De
(www.erfgoednet.be/antwerpen)
website dient
als
www.erfgoedcelantwerpen.be informatiekruispunt
waarop
de
informatie en expertise die tijdens het driemaandelijkse overleg naar boven komt, ter beschikking wordt gesteld. POD 1_9
98
Het roerend erfgoed in Antwerpen verder in kaart brengen door zelf acties te ondernemen en partners te stimuleren; eind 2008 is een overzicht in digitale en papieren vorm beschikbaar.
-
Actie 1: In kaart brengen van onroerend erfgoed waarin zich roerend erfgoed bevindt (in samenwerking met partners) zodat tegen eind 2008 een overzicht in digitale en papieren vorm beschikbaar is.
-
Actie 2: Deelnemen aan het opstellen van een inventaris van bestaande verhalenprojecten (in samenwerking met partners), zodat tegen eind 2008 een overzicht in digitale en papieren vorm beschikbaar is.
POD 2_1 Meewerken aan en/of opstarten van publieksgerichte projecten in de beleidsperiode 2005-2008, zowel op interstedelijk als op stedelijk Antwerps niveau.
-
Actie
1:
Interstedelijk
niveau:
Erfgoeddag,
Erfgoednet/Erfgoedwijzer
enz.
Stedelijk niveau: projecten zoals die vermeld worden in het jaarlijkse actieplan. -
Actie 2: Erfgoeddag Antwerpen coördineren en communiceren; participeren aan Open Monumenten Dag Antwerpen.
-
Actie 3: In de loop van de vierjarige termijn het publieksbeleid laten inspelen op grote stedelijke cultuurprojecten, waaronder Antwerpen in de wereld, de wereld in Antwerpen.
-
Actie 4: In de loop van de vierjarige termijn samen met de Zoo publieksprojecten realiseren met betrekking tot het erfgoed van de Zoo.
-
Actie 5: In de tweede helft van 2007 participeren aan publieksprojecten in het kader van de opening van het MAS, gepland eind 2007.
POD 2_2 Gezamenlijke publieksinitiatieven ontwikkelen rond roerend en onroerend erfgoed.
-
Actie 1: Samen met partners in de loop van de komende vier jaar diverse publieksprojecten ontwikkelen zoals die vermeld worden in het jaarlijkse actieplan.
POD 2_3 Structurele,
permanent
of
geregeld
(jaarlijks,
driemaandelijks)
te
publiceren
communicatiemiddelen creëren en verder ontwikkelen (programmafolder, website,
99
eventueel nieuwsbrief enz.).
-
Actie 1: de egcA stelt eind januari van elk jaar een programmafolder op met het volledige jaarprogramma (de eerste verschijnt in januari 2006).
-
Actie 2: de egcA verzendt driemaandelijks een digitale nieuwsbrief naar de erfgoedactoren en het geïnteresseerde publiek (de eerste wordt verzonden in de zomer van 2005).
POD 2_4 Communicatiemiddelen aanwenden op maat van publieksgerichte projecten.
-
Actie 1: Samen met partners in de loop van 2006 een onderzoek opzetten en uitvoeren naar mogelijke publieksontsluiting van onroerend erfgoed in relatie met roerend erfgoed, waaruit de resultaten in een rapport beschikbaar zullen zijn.
POD 2_5 Opstarten van erfgoedprojecten waarvoor de actieve deelname van het publiek vereist is.
-
Actie 1: In de loop van de komende vier jaar projecten ontwikkelen waarbij het publiek actief betrokken wordt (vb. inventarisatie erfgoed bij privé-personen, oproep voor oude foto’s met betrekking tot een bepaald onderwerp, oproep tot het registreren van verhalen over een bepaald thema)
POD 2_6 Samenwerking opstarten en onderhouden met tusseninstanties om verschillende soorten doelpubliek te bereiken (scholen, rust- en verzorgingstehuizen enz.).
-
Actie 1: Door het opstarten van samenwerkingsverbanden tegen 2008 diverse soorten doelpubliek bereiken door middel van publieksgerichte projecten zoals die worden vermeld in de jaarlijkse actieplannen.
POD 2_7 Het begrip ‘cultureel erfgoed’ verduidelijken voor het publiek en verankeren in de samenleving.
100
-
Actie 1: De bewustwording voor erfgoed vergroten en het begrip cultureel erfgoed inbedden in het leven van de mensen door in de komende vier jaar op een creatieve en innovatieve manier diverse soorten erfgoed onder de aandacht van het publiek te brengen.
POD 2_8 In overleg met Culturele Biografie Vlaanderen (CBV) en erfgoedcellen het publiek in kaart brengen.
-
Actie 1: Tegen eind 2008 overleg opstarten zodat na 2008 het publiek effectief in kaart kan worden gebracht, resulterend in een rapport.
POD 2_9 Bewust omgaan met verschillende soorten doelpubliek in communicatie en projecten.
-
Actie 1: In de loop van de komende vier jaar ontwikkelt de coördinator erfgoedcommunicatie communicatie met het oog op de verschillende soorten doelpubliek.
-
Actie 2: In de loop van de komende vier jaar publieksgerichte projecten ontwikkelen met het oog op de verschillende soorten doelpubliek.
POD 3_2 Projecten rond culturele diversiteit ontwikkelen in samenwerking met allochtone organisaties en het multiculturele doelpubliek.
-
Actie 1: Tegen eind 2008 overleg opstarten zodat de allochtone organisaties en het multiculturele publiek sterker betrokken worden bij de egcA en er na 2008 specifieke publieksprojecten uit kunnen voortvloeien.
POD 4_1 Door de egcA ontwikkelde instrumenten gebruiksklaar maken, presenteren en aanbieden.
-
Actie 1: DICE als gebruiksklaar systeem in de loop van 2005 presenteren en aanbieden aan culturele organisaties en -instellingen in Antwerpen en Vlaanderen.
-
Actie 2: De komende vier jaar zorgen voor de verdere verspreiding van de Archeoweb-format in Vlaanderen.
101
POD 4_2 Opgebouwde expertise over beeld- en verhalenbanken uitwisselen met erfgoedactoren.
-
Actie 1: De komende vier jaar expertise uitwisselen over beeldbanken met het oog op het realiseren van een beeldbank Antwerpen.
-
Actie 2: De komende vier jaar expertise uitwisselen over verhalen met het oog op het realiseren van een verhalenbank Antwerpen.
POD 5_1 Een netwerk opzetten met betrekking tot cultureel erfgoed in de districten.
-
Actie 1: In de loop van 2005 overleg opstarten met de culturele antennes, met als doel samenwerking.
POD 5_2 Partners samenbrengen met het oog op een globale, structurele presentatie van erfgoedcollecties en –actoren.
-
Actie 1: Samenwerking opstarten rond de creatie van een Antwerpse beeldbank.
-
Actie 2: Een portaalwebsite maken die een overzicht biedt van alle reeds digitaal ontsloten erfgoedcollecties.
-
Actie
3:
Samenwerking
opstarten
rond
de
creatie
van
een
Antwerpse
verhalenbank. -
Actie 4: Een portaalwebsite maken met links naar de websites van Antwerpse erfgoedactoren.
-
Actie 5: Gegevens van Antwerpse erfgoedactoren uit de Erfgoeddatabank lichten met het oog op de creatie van een website over die actoren.
POD 5_3 Samenwerking
realiseren
binnen
het
Antwerpse
erfgoedveld
met
betrekking
tot
erfgoedcollecties en –actoren.
-
Actie 1: Participeren aan het uitbouwen van een structureel netwerk van de Monumentale Kerken Antwerpen en de verdere ondersteuning ervan.
-
Actie 2: De samenwerking tussen Erfgoeddag en Open Monumenten Dag intensiveren.
-
Actie 3: Samenwerkingsverbanden opstarten met de heemkundige kringen.
102
-
Actie 4: Samenwerking realiseren binnen het Antwerpse erfgoedveld met betrekking tot een eenvormig beheer en ontsluiting van fotografische collecties.
-
Actie 5: Samenwerking realiseren binnen het Antwerpse erfgoedveld met betrekking tot een eenvormig beheer en ontsluiting van verhalen.
-
Actie 6: Samenwerking met het MAS.
-
Actie 7: Samenwerking met het Stadsarchief.
-
Actie 8: De samenwerking met Toerisme Antwerpen voortzetten.
-
Actie 9: De samenwerking met Monumentenzorg en Archeologie voortzetten op het terrein van het publieksbeleid.
-
Actie 10: De mogelijkheid tot samenwerking met commerciële erfgoedactoren onderzoeken.
POD 6_1 Een eenvormig systeem ontwikkelen om roerend erfgoed in kaart te brengen.
-
Actie
1:
In
samenwerking
met
erfgoedactoren
een
eenvormig
systeem
ontwikkelen. POD 6_2 Experimenteren met nieuwe methodes met betrekking tot visuele, auditieve en digitale media.
-
Actie 1: Een onderzoek naar projectbekendmaking via tv.
-
Actie 2: Een onderzoek naar projectbekendmaking via radio.
-
Actie 3: Een onderzoek naar projectbekendmaking via internet.
POD 6_3 Cursussen en opleidingen volgen en studiedagen bijwonen om kennis over nieuwe methodes op te doen.
-
Actie 1: De egcA-leden volgen specifieke cursussen en opleidingen met het oog op kennisvergaring over nieuwe methodieken in het cultureel-erfgoedveld.
103
6 Inzet van financiële middelen
6.1 Begroting 2005 Inkomsten Inbreng van de stad Antwerpen
216.550
Inkomsten inhoudelijke werking
20.000
Subsidies Vlaamse Gemeenschap
551.950
Andere
0
Infrastructuursubsidies
0
Andere opbrengsten
0
Totaal inkomsten
788.500
Uitgaven Projectkosten inhoudelijke werking
240.000
Projectkosten personeel
116.000
Huisvestingskosten
24.000
Ondersteunende kosten (Stad Antwerpen)
98.500
Andere kosten(Overdracht publieksjaar 2006)
70.000
Afschrijvingen
0
Personeelskosten
220.000
Honorariakosten
20.000
Totaal uitgaven
788.500
6.2 Raming 2006 – 2008 Raming
Begroting
Erfgoedcel 2006
2007
2008
Antwerpen Inkomsten Inbreng van de stad Antwerpen
226.550
226.550
226.550
Inkomsten inhoudelijke werking
10.000
10.000
10.000
Subsidies Vlaamse Gemeenschap
551.950
551.950
551.950
Totaal inkomsten
788.500
788.500
788.500
Overdrachten voorgaande jaar
70.000
_
90.000
Totaal beschikbaar budget
858.500
788.500
878.500
Projectkosten inhoudelijke werking
339.000
172.500
305.000
Projectkosten personeel
120.000
130.000
140.000
Andere Andere opbrengsten
Uitgaven
104
Huisvestingskosten
24.500
25.000
25.500
Ondersteunende kosten (Stad Antwerpen)
100.000
100.000
100.000
Andere kosten (overdracht daaropvolgend
90.000
projectjaar) Afschrijvingen
-
-
-
Personeelskosten basisopdracht
235.000
251.000
268.000
Honorariakosten
40.000
20.000
40.000
Totaal uitgaven
858.500
788.500
878.500
6.3 Personeelskosten Het personeelsbestand voor de uitvoering van de basisopdracht bestaat uit twee erfgoedcoördinatoren (1.8FTE), 1 erfgoedconsulent (1FTE) en 1 administratieve kracht (1 FTE).
Deze
ploeg
wordt
verder
aangevuld
met
projectmedewerkers:
3
erfgoedconsulenten (2,5 FTE) voor 2005. Zij zijn voorlopig nog als werknemer ingeschreven bij vzw Antwerpen Open. Midden 2005 wordt een overgang naar een meer stedelijke context voorbereid.
105
7. Afspraken voor implementatie, evaluatie en bijsturing (cbpA p. 251-255) 7.1. Opstartfase Omdat het stedelijk erfgoedbeleidsplan complex is en er veel van verwacht wordt, moet het ondersteund en opgevolgd worden door een deskundig team. Daarvoor doet de erfgoedcel
een
beroep
op
het
bestaande
team
onder
leiding
van
de
van
de
cultuurbeleidscoördinator. Het
team
van
de
cultuurbeleidscoördinator
volgt
de
voortgang
op
cultuurbeleidsplannen in de negen districten en van de beleidsplannen van de cultuurcentra/culturele ontmoetingscentra, bibliotheken, musea en erfgoedcel. De
erfgoedcel
zet,
in
samenwerking
met
de
belangrijkste
actoren,
een
communicatieprogramma op rond het erfgoedbeleidsplan. Dat moet de bedoelingen, de doelstellingen en de verwachte effecten van het erfgoedbeleidsplan duidelijk maken aan: -
de bevolking,
-
de media,
-
de cultureel-erfgoedactoren,
-
de districtsverantwoordelijken,
-
de culturele administratie
Voor elk van die doelgroepen wordt een geschikt communicatiekanaal geselecteerd en wordt het materiaal van het erfgoedbeleidsplan toegespitst op de invalshoek van de doelgroep. 7.2. Tussentijdse evaluatie De uitvoering van het erfgoedbeleidsplan wordt na twee jaar geëvalueerd, waarbij de inbreng van zoveel mogelijk actoren en deskundigen wordt verwacht. Als ernstig is afgeweken van de geplande resultaten, zijn ingrijpende aanpassingen mogelijk. Ook moet na twee jaar bekeken worden op welke manier het erfgoedbeleidsplan kan of moet inspelen op nieuwe ontwikkelingen of projecten. Een grondigere evaluatie, met een uitgebreide bevragingsronde in alle districten en bij zoveel mogelijk actoren, vindt plaats in 2008. Dan zijn ook belangrijke bijsturingen van de beleidsinstrumenten, de inhoud en de mechanismen van het erfgoedbeleidsplan mogelijk.
106
Bijlage: Overzicht nationaliteiten in Stad Antwerpen (2005) aantal tov totaal totaal Belg Vreemdeling EU DENEMARKEN DUITSLAND (BONDSREP.) FINLAND FRANKRIJK GRIEKENLAND IERLAND ITALIE LUXEMBURG NEDERLAND OOSTENRIJK PORTUGAL SPANJE VERENIGD KONINKRIJK VERENIGD KONINKRIJK (NIET-EEG) ZWEDEN CYPRUS ESTLAND HONGARIJE LETLAND LITOUWEN LITOUWEN (VOLGENS DBB ) MALTA POLEN SLOVAKIJE(REPUBLIEK) SLOVENIE TSJECHIE (REPUBLIEK) Niet EU
457746 402904 54842 20924 132 1208 83 2071 301 110 1219 53 7573 205 2087 1859 1900 81 137 5 10 110 31 31 1 9 1558 70 18 62 33918
100,0 88,0 12,0 4,6 0,0 0,3 0,0 0,5 0,1 0,0 0,3 0,0 1,7 0,0 0,5 0,4 0,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,3 0,0 0,0 0,0 7,4
tov totaal niet-Belgen
100,0 38,2 0,2 2,2 0,2 3,8 0,5 0,2 2,2 0,1 13,8 0,4 3,8 3,4 3,5 0,1 0,2 0,0 0,0 0,2 0,1 0,1 0,0 0,0 2,8 0,1 0,0 0,1 61,8
tov totaal EU
% tov totaal tov totaal tov totaal rest tov totaal vluchtelingen niet-EU rest Europa wereld
100,0 0,6 5,8 0,4 9,9 1,4 0,5 5,8 0,3 36,2 1,0 10,0 8,9 9,1 0,4 0,7 0,0 0,0 0,3 0,1 0,1 0,0 0,0 4,6 0,2 0,1 0,2 100,0
0,2 0,3 3,3 0,9 0,9 0,0 0,3 46,9 2,1 0,5 1,9
Rest Europa ALBANIE BOSNIE-HERZEGOWINA BULGARIJE DUITSLAND IJSLAND JOEGOSLAVIE JOEGOSLAVIE (SERVIE-MONTENEGRO) KROATIE MACEDONIE MACEDONIE (NIET OFFICIEEL) MOLDAVIE NOORWEGEN OEKRAINE ROEMENIE RUSLAND (FEDERATIE VAN) U.S.S.R. WIT-RUSLAND ZWITSERLAND Marokko Turkije Rest Wereld Rest Azië AFGHANISTAN ARMENIE AZERBAIDZJAN BANGLADESH BHOETAN CHINA FILIPPIJNEN GEORGIE HONGKONG HONGKONG (GB) INDIE INDONESIE IRAK
3319 155 315 286 9 8 44 828 135 353 1 31 146 205 196 349 3 46 209 11648 4070 12815 6318 428 187 29 156 3 745 282 115 5 1 1397 141 62
0,7 0,0 0,1 0,1 0,0 0,0 0,0 0,2 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 2,5 0,9 2,8 1,4 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,2 0,1 0,0 0,0 0,0 0,3 0,0 0,0
6,1 0,3 0,6 0,5 0,0 0,0 0,1 1,5 0,2 0,6 0,0 0,1 0,3 0,4 0,4 0,6 0,0 0,1 0,4 21,2 7,4 23,4 11,5 0,8 0,3 0,1 0,3 0,0 1,4 0,5 0,2 0,0 0,0 2,5 0,3 0,1
9,8 0,5 0,9 0,8 0,0 0,0 0,1 2,4 0,4 1,0 0,0 0,1 0,4 0,6 0,6 1,0 0,0 0,1 0,6 34,3 12,0 37,8 18,6 1,3 0,6 0,1 0,5 0,0 2,2 0,8 0,3 0,0 0,0 4,1 0,4 0,2
100,0 4,7 9,5 8,6 0,3 0,2 1,3 24,9 4,1 10,6 0,0 0,9 4,4 6,2 5,9 10,5 0,1 1,4 6,3
100,0 49,3 3,3 1,5 0,2 1,2 0,0 5,8 2,2 0,9 0,0 0,0 10,9 1,1 0,5
IRAN ISRAEL JAPAN JEMEN (DEM. VOLKSREP.) JEMEN (REP) JORDANIE KAMPUCHEA KATAR KAZAKHSTAN KIRGHIZISTAN KOEWEIT LAOS LIBANON MALEISIE MONGOLIE MYANMAR NEPAL NOORD-KOREA OEZBEKISTAN PAKISTAN PALESTINA SAUDI-ARABIE SINGAPORE SRI LANKA SYRIE TADJIKISTAN TAIWAN THAILAND TURKMENISTAN VIETNAM ZUID-KOREA Rest Afrika ALGERIE ANGOLA BENIN BOTSWANA
149 833 249 0 0 11 3 1 74 16 11 1 119 48 16 5 66 0 58 613 6 1 34 43 57 0 12 238 0 38 65 4182 176 131 8 4
0,0 0,2 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,9 0,0 0,0 0,0 0,0
0,3 1,5 0,5 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,2 0,1 0,0 0,0 0,1 0,0 0,1 1,1 0,0 0,0 0,1 0,1 0,1 0,0 0,0 0,4 0,0 0,1 0,1 7,6 0,3 0,2 0,0 0,0
0,4 2,5 0,7 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,4 0,1 0,0 0,0 0,2 0,0 0,2 1,8 0,0 0,0 0,1 0,1 0,2 0,0 0,0 0,7 0,0 0,1 0,2 12,3 0,5 0,4 0,0 0,0
1,2 6,5 1,9 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,6 0,1 0,1 0,0 0,9 0,4 0,1 0,0 0,5 0,0 0,5 4,8 0,0 0,0 0,3 0,3 0,4 0,0 0,1 1,9 0,0 0,3 0,5 32,6 1,4 1,0 0,1 0,0
BURKINA FASO BURUNDI CENTRAALAFRIKAANSE REP. CONGO DJIBOUTI EGYPTE EQUATORIAAL-GUINEA ERITREA ETHIOPIE GABON GAMBIA GHANA GUINEE GUINEE-BISSAU IVOORKUST KAAP VERDE KAAPVERDISCHE EILANDEN (PORT.) KAMEROEN KENIA KONGO (DEM REP) LESOTHO LIBERIA LIBIE MADAGASCAR MALAWI MALI MAURITANIE MAURITIUS MOZAMBIQUE (PORT.) NAMIBIE (Z.-AFR.) NIGER NIGERIA RUANDA SAO TOME & PRINCIPE SENEGAL SIERRA LEONE
38 68 1 49 3 150 0 0 46 0 47 728 116 2 54 95 4 127 27 659 1 71 22 5 2 58 28 10 1 3 17 411 39 1 264 134
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,1 0,0
0,1 0,1 0,0 0,1 0,0 0,3 0,0 0,0 0,1 0,0 0,1 1,3 0,2 0,0 0,1 0,2 0,0 0,2 0,0 1,2 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,1 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,7 0,1 0,0 0,5 0,2
0,1 0,2 0,0 0,1 0,0 0,4 0,0 0,0 0,1 0,0 0,1 2,1 0,3 0,0 0,2 0,3 0,0 0,4 0,1 1,9 0,0 0,2 0,1 0,0 0,0 0,2 0,1 0,0 0,0 0,0 0,1 1,2 0,1 0,0 0,8 0,4
0,3 0,5 0,0 0,4 0,0 1,2 0,0 0,0 0,4 0,0 0,4 5,7 0,9 0,0 0,4 0,7 0,0 1,0 0,2 5,1 0,0 0,6 0,2 0,0 0,0 0,5 0,2 0,1 0,0 0,0 0,1 3,2 0,3 0,0 2,1 1,0
SOMALIA SUDAN SWAZILAND TANZANIA TOGO TSJAAD TUNESIE UGANDA VOLKSREPUBLIEK CONGO ZAIRE ZAMBIA ZIMBABWE ZUID-AFRIKA Amerika en Oceanië ARGENTINIE AUSTRALIE BOLIVIA BRAZILIE CANADA CHILI COLOMBIA COSTA RICA CUBA DOMINICA DOMINIKAANSE REPUBLIEK ECUADOR EL SALVADOR FIJI GUATEMALA GUYANA HAITI HONDURAS JAMAICA MEXICO NICARAGUA NIEUW-ZEELAND
107 19 1 17 70 6 183 12 44 2 33 2 86 2315 27 56 5 198 171 245 69 8 83 1 73 208 13 2 6 5 13 5 11 43 3 11
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,5 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
0,2 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,3 0,0 0,1 0,0 0,1 0,0 0,2 4,2 0,0 0,1 0,0 0,4 0,3 0,4 0,1 0,0 0,2 0,0 0,1 0,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0
0,3 0,1 0,0 0,1 0,2 0,0 0,5 0,0 0,1 0,0 0,1 0,0 0,3 6,8 0,1 0,2 0,0 0,6 0,5 0,7 0,2 0,0 0,2 0,0 0,2 0,6 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0
0,8 0,1 0,0 0,1 0,5 0,0 1,4 0,1 0,3 0,0 0,3 0,0 0,7 18,1 0,2 0,4 0,0 1,5 1,3 1,9 0,5 0,1 0,6 0,0 0,6 1,6 0,1 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,1 0,3 0,0 0,1
PANAMA PARAGUAY PERU SAINT LUCIA SURINAME TRINIDAD & TOBAGO U.S.A. URUGUAY VENEZUELA Vluchtelingen NOG NIET DEFINITIEF BEWEZEN ONBEPAALD STAATLOOS UNO-VLUCHTELING VLUCHTELING VLUCHTELING ONBEP.NATIONALITEIT VLUCHTELING, AFGHANISTAN VLUCHTELING, ALBANIE VLUCHTELING, ALGERIE VLUCHTELING, ANGOLA VLUCHTELING, ARMENIE VLUCHTELING, AZERBEIDZJAN VLUCHTELING, BANGLADESH VLUCHTELING, BOLIVIA VLUCHTELING, BOSNIE-HERZEGOWINA VLUCHTELING, BURKINA FASO VLUCHTELING, BURUNDI VLUCHTELING, CAMBODJA VLUCHTELING, CHILI VLUCHTELING, CHINA (VOLKSREPUBLIEK) VLUCHTELING, CONGO (BRAZZAVILLE) VLUCHTELING, ECUADOR VLUCHTELING, ETHIOPIE VLUCHTELING, GEORGIE VLUCHTELING, GHANA VLUCHTELING, GUINEE
3 5 105 1 12 1 911 3 18 2066 76 7 39 29 11 6 209 21 7 25 1 8 5 1 43 1 20 6 18 11 3 4 10 9 6 4
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,5 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 1,7 0,0 0,0 3,8 0,1 0,0 0,1 0,1 0,0 0,0 0,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
0,0 0,0 0,3 0,0 0,0 0,0 2,7 0,0 0,1 6,1 0,2 0,0 0,1 0,1 0,0 0,0 0,6 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
0,0 0,0 0,8 0,0 0,1 0,0 7,1 0,0 0,1 100,0 3,7 0,3 1,9 1,4 0,5 0,3 10,1 1,0 0,3 1,2 0,0 0,4 0,2 0,0 2,1 0,0 1,0 0,3 0,9 0,5 0,1 0,2 0,5 0,4 0,3 0,2
VLUCHTELING, HONGARIJE VLUCHTELING, IRAK VLUCHTELING, IRAN VLUCHTELING, IVOORKUST VLUCHTELING, JOEGOSLAVIE VLUCHTELING, KAMEROEN VLUCHTELING, KONGO VLUCHTELING, LAOS VLUCHTELING, LETLAND VLUCHTELING, LIBERIA VLUCHTELING, MAURITANIE VLUCHTELING, NAMIBIE VLUCHTELING, NEPAL VLUCHTELING, OEKRAINE VLUCHTELING, OUZBEKISTAN VLUCHTELING, PAKISTAN VLUCHTELING, PERU VLUCHTELING, POLEN VLUCHTELING, ROEMENIE VLUCHTELING, RUANDA VLUCHTELING, RUSLAND VLUCHTELING, SIERRA LEONE VLUCHTELING, SOEDAN VLUCHTELING, SOMALIA VLUCHTELING, SRI LANKA VLUCHTELING, SYRIE VLUCHTELING, TIBET VLUCHTELING, TSJAAD VLUCHTELING, TSJECHOSLOWAKIJE VLUCHTELING, TURKIJE VLUCHTELING, U.S.S.R. VLUCHTELING, UNIE OF MYANMAR VLUCHTELING, VIETNAM VLUCHTELING, WIT-RUSLAND VLUCHTELING, ZAIRE VLUCHTELING, ZUID-AFRIKA
10 49 27 2 784 5 21 4 1 9 5 1 6 1 1 18 2 27 8 65 175 6 6 33 3 6 1 1 8 81 11 3 1 48 46 1
0,0 0,0 0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
0,0 0,1 0,0 0,0 1,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,3 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,1 0,1 0,0
0,0 0,1 0,1 0,0 2,3 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,1 0,0 0,2 0,5 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,1 0,1 0,0
0,5 2,4 1,3 0,1 37,9 0,2 1,0 0,2 0,0 0,4 0,2 0,0 0,3 0,0 0,0 0,9 0,1 1,3 0,4 3,1 8,5 0,3 0,3 1,6 0,1 0,3 0,0 0,0 0,4 3,9 0,5 0,1 0,0 2,3 2,2 0,0
VREEMD. MET ONBEP. HERKOMST bron: Dienst Bevolking - Stad Antwerpen bewerking: Databank Sociale Planning
10
0,0
0,0
0,0
0,5
Bijlage: Doelstellingen EgcA gekoppeld aan resultaatgebieden
x
OD 1_1
OD 1_3 x
x
OD 1_4
x
x
OD 1_5
x x
OD 1_6
x
7 Communicatie RG-E 7
6 Bewustzijn RG-E 6
5 Registratie RG-E 5
4 Erfgoedprojecten RG-E 4
3 Samenwerkingsverbanden RG-E 3
2 Districtswerking RG-E 2
RG-E 1
1 Stedelijk erfgoedbeleid
Erfgoedcel Antwerpen
RG-CS 2 2 Sociale cohesie
3 Actuele ontsluiting RG-C 3
RG-CS 1 1 Uitstraling
2 Erfgoed in kaart RG-C 2
RG-C 1
1 Metadata
x
RG-VL 3 3 Samenwerking
Het cultureel-erfgoedbeleidsplan verfijnen ter voorbereiding van de actualisering ervan eind 2006
RG-VL 2 2 Overleg
Resultaatgebieden VL Convenants CS
Cultureel-erfgoedbeleid versterken
OD 1_2
x
Erfgoedcel Antwerpen (EgcA) Operationele doelstellingen
RG-VL 1 1 Methodieken SD 1
x
Resultaatgebieden
2008
2007
2006
2005
Trekkersrol
Prioritair
Strategische doelstellingen EgcA
Erfgoedcel Antwerpen
OD 1_7 OD 1_8
Een fijnere afstemming van het beleid van de EgcA op andere beleidsopties en/of -plannen van de stad Antwerpen Het beleid en de communicatie afstemmen op complementaire erfgoedinitiatieven in de Antwerpse erfgoedsector De omgevingsanalyse vervolledigen en op regelmatige tijdstippen actualiseren Een communicatieplan opstellen om de visie in het beleidsplan uit te dragen De positie van de EgcA - zowel organisatorisch als financieel - binnen de stad verankeren De betekenis van de EgcA voor het Antwerpse culturele veld vergroten waardoor de erfgoedactoren de EgcA als een logische partner beschouwen Het landelijke cultureel-erfgoedbeleid verstevigen door informatie- en expertisevergaring en -uitwisseling
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
OD 1_9 SD 2
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x
x x
x SD 3
x
Betrokkenheid inwoners en bezoekers vergroten Meewerken aan en/of opstarten van publieksgerichte projecten, zowel op interstedelijk als op stedelijk Antwerps OD 2_1 niveau Ontwikkelen van gezamenlijke publieksinitiatieven rond OD 2_2 roerend en onroerend erfgoed Structurele communicatiemiddelen creëren en verder ontwikkelen (programmafolder, website, eventueel OD 2_3 nieuwsbrief, ...) Communicatiemiddelen aanwenden op maat van OD 2_4 publieksgerichte projecten Opstarten van erfgoedprojecten waarvoor de actieve OD 2_5 deelname van het publiek vereist is Samenwerking met tusseninstanties om doelpublieken te OD 2_6 bereiken (scholen, rust- en verzorgingstehuizen, ...) OD 2_7 Het begrip cultureel erfgoed verduidelijken en verankeren In overleg met CBV en de andere Egc's wordt het publiek in OD 2_8 kaart gebracht Bewust omgaan met verschillende soorten doelpubliek op OD 2_9 vlak van communicatie en projecten
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x
x
x
x
x
x x
x
x x
x
x
x
x x x
x
x x
x
x
x
x
x
x
x
x
Impact culturele diversiteit
x
OD 3_1
x
OD 3_2 SD 4
In kaart brengen van roerend erfgoed in Antwerpen verderzetten door zelf acties te ondernemen en partners te stimuleren
Roerend erfgoed van andere culturen dat zich in Antwerpen bevindt, in kaart brengen x Projecten rond culturele diversiteit ontwikkelen in samenwerking met allochtone organisaties en het multiculturele doelpubliek x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Kennis- en expertise-uitwisseling
x
x
OD 4_1
x
x
OD 4_2
x
OD 4_3
x
OD 4_4
Door de EgcA ontwikkelde instrumenten gebruiksklaar maken, presenteren en aanbieden Het uitwisselen van reeds opgebouwde expertise over beelden verhalenbanken Samenwerking met universiteiten aangaan om onderzoek te verrichten en expertise te vergaren Vergroten van kennis en expertise door deelname aan fora, congressen, symposia en dergelijke
x x
SD 5
Netwerken en samenwerkingsverbanden Een netwerk met betrekking tot cultureel erfgoed in de OD 5_1 districten opzetten Partners samenbrengen in functie van een globale, OD 5_2 structurele presentatie van erfgoedcollecties en -actoren
x
x
x
x
x
x
OD 5_3
x
OD 5_4 SD 6
x
x
x
x
Samenwerking binnen het Antwerpse erfgoedveld realiseren met betrekking tot erfgoedcollecties en -actoren Intersectoraal overleg intensifiëren door een halfjaarlijks overleg van de sectorvertegenwoordigers met betrekking tot hun programma's en de onderlinge afstemming ervan x
x x
x
x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Nieuwe methodes ontwikkelen
x
x
OD 6_1
x
x
OD 6_2
x
OD 6_3
Een eenvormig systeem om roerend erfgoed in kaart te brengen ontwikkelen Experimenteren rond nieuwe methodes met betrekking tot visuele, auditieve en digitale media Het volgen van cursussen en opleidingen en het bijwonen van studiedagen om kennis over nieuwe methodes op te doen
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x
x x
x x
x x
x x
x