Beleidsplan convenant gezinsondersteunende pleegzorg : evaluatie 2010 – Planning 2011 Art. 8 van het Convenant tussen de Vlaamse Gemeenschap en de diensten voor gezinsondersteunende pleegzorg bepaalt dat de convenanthouder in een beleidsplan beschrijven hoe de resultaatsgebieden en operationele opdrachten concreet gerealiseerd worden. Dit beleidsplan moet goedgekeurd worden door Kind en Gezin. Het beleidsplan bevat:
1. de formele gegevens m.b.t. de convenanthouder, het bestuur en de directie van de convenanthouder;
2. de relevante krachtlijnen, zoals die terug te vinden zijn in het regeerakkoord, de 3. 4. 5. 6. 7.
beleidsnota van de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en specifieke richtlijnen van Kind en Gezin: een verantwoording van het eigen aanbod in relatie tot de aanwezigheid en het aanbod van andere welzijnsvoorzieningen; een omschrijving van de resultaatsgebieden en operationele doelstellingen; de opgave van de evaluatiecriteria aan de hand waarvan de verschillende resultaatsgebieden geëvalueerd worden de opgave van het aantal beroepskrachten, hun kwalificaties en hun functies, evenals de gegevens m.b.t. de inschakeling van vrijwilligers; een financiële planning.
Dit beleidsplan moet je ingevuld en volledig terugsturen naar: Mevrouw Dominique Du Bois Dossierbeheerder DGOP Hallepoortlaan 27 1060 Brussel
Om ontvankelijk te zijn, dient de evaluatie een antwoord te geven op al de vragen uit deze zeven onderdelen. U zal ook een elektronische versie van dit formulier via mail ontvangen
1
1. Identificatiegegevens van het organiserend bestuur ●
Officiële naam : Caritas Jeugd- en Kinderzorg
●
Juridisch statuut (vzw, openbaar bestuur) : VZW
●
Volledig adres (straat, nr.) : Karel Mirystraat 2
●
Postnummer : 2020
●
Telefoonnummer(s) : 03/247.88.60
●
GSM-nummer : /
●
Fax : 03/247.88.93
●
E-mail :
[email protected]
●
Contactpersoon + functie: Danielle Decorte - directeur
●
Telefoonnummer contactpersoon : 03/247.88.60
Gemeente : Antwerpen
● Post- of bankrekening + titularis : 409-7527731-90 van Caritas Jeugd- en Kinderzorg vzw.
2
2. Relevante krachtlijnen (regeerakkoord, beleidsnota minister van Welzijn, Volksgezondheid en gezin, specifieke richtlijnen Kind en Gezin
De doelstelling “het aanbieden van gezinsondersteunende pleegzorg” verwijst naar de invulling zoals die door Kind en Gezin samen met de diensten voor gezinsondersteunende pleegzorg werd gegeven in de concepttekst “Van „diensten voor private gezinsplaatsing‟ naar „ diensten voor gezinsondersteunende pleegzorg‟ ”. Gezinsondersteunende pleegzorg richt zich zowel op gezinnen waarin opvoeding door situationele factoren tijdelijk belemmerd wordt, als tot gezinnen die om uiteenlopende redenen (vb. psychische problemen van de ouder, problematische opvoedingsinteractie, armoede) in een opvoedingscrisis of risicosituatie voor problematische opvoeding belanden. Het leeftijdsbereik van de kinderen in gezinsondersteunende pleegzorg situeert zich tussen 0 en 12 jaar. Het is daarbij van belang dat de situatie van die aard is dat ze nog kan worden gekeerd door (vroeg)tijdig in te grijpen en dat de gezinnen zelf de stap zetten om op deze hulpverlening een beroep te doen. De opvang van een kind is steeds tijdelijk van aard en kan aansluitend gebeuren (ononderbroken) of onderbroken. Tot 2010 maakt ook de werkvorm steungezinnen deel uit van het aanbod gezinsondersteunende pleegzorg.
3
3. Verantwoording van het eigen aanbod in relatie tot de aanwezigheid en het aanbod van andere welzijnsvoorzieningen
Geef aan hoe en op welke wijze de dienst met andere jeugdhulpvoorzieningen (opvoedingswinkels, ckg’s, …) en, voor wat betreft de opvangmodules, met de netwerken pleegzorg samenwerkt. → visie → procedures
Missie Gezinsondersteunende pleegzorg biedt hulp aan gezinnen, in al hun diversiteit, waar, omwille van een verzwaarde draaglast, het opvoedingsgebeuren vastloopt of dreigt vast te lopen en waarbij voldoende opvoedingsperspectief is in het eigen gezin. Diensten voor gezinsondersteunende pleegzorg hebben volgende kernopdrachten: - het begeleiden van ouders, pleegouders en pleegkinderen tijdens deze periode van opvang. Zij werken op die manier preventief t.a.v. het escaleren van opvoedingsproblemen. - Het werven en selecteren van pleegouders die deze kinderen tijdelijk in hun gezin opnemen. Visie Wetenschappelijk onderzoek ondersteunt de visie dat pleegzorg in deze situaties het eerste te onderzoeken alternatief moet zijn. Kinderen hebben het recht om op te groeien in een veilige en stabiele gezinscontext, bij voorkeur bij hun eigen ouders. Wanneer ouders zelf tijdelijk de zorg voor hun kinderen niet kunnen opnemen, kunnen zij een beroep doen op een pleeggezin. Binnen gezinsondersteunende pleegzorg blijven de ouders de eindverantwoordelijken voor hun kind, ook wanneer dit in een ander gezin verblijft. Het uitgangspunt is dat, wanneer ouders daarin zelf onvoldoende kunnen voorzien, de ruimere samenleving verantwoordelijk wordt om ervoor te zorgen dat kinderen alle kansen krijgen om zich te ontwikkelen tot een volwaardig lid van de samenleving. Kinderen, ouders en andere opvoedingsverantwoordelijken hebben recht op dit aanbod. Het aanbod is dermate laagdrempelig en weinig ingrijpend en intensief dat je als dienst rechtstreeks op de vraag van ouders kan ingaan. In dit kader situeert zich tevens het belang van de rechtstreekse toegang, dus voor de toegangspoort (n het kader van de IJH). Vanuit het beginsel van subsidiariteit, waarbij, indien een gelijklopend resultaat kan verwacht worden, de minst ingrijpende hulpvorm dient verkozen te worden, verdient dit aanbod alle steun. Het kan een meer ingrijpende hulpvorm voorkomen. Gediversifieerd aanbod Gezinsondersteunende pleegzorg is bij uitstek een laagdrempelige hulpvorm. Typerend is een dynamische aanpak met een groot verloop en de nood aan vlotte contacten tussen ouderlijk milieu en pleegouders. Een continue betrokkenheid van de ouders in de loop van de pleegplaatsing is essentieel. Het sociaalpedagogisch rendement van een dienst GOP
4
verhoogt naarmate deze beroep kan doen op pleeggezinnen die in de nabijheid van de ouders wonen. Gedecentraliseerd aanbod Vier diensten zijn erkend als dienst GOP. Gezamenlijk bieden zij een aanbod over het ganse Vlaamse grondgebied en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Op dit ogenblik hebben zij vestigingen in Antwerpen, Brussel, Gent, Brugge, Hasselt, Kortrijk, Ronse en Sint-Niklaas, en een contactpunt in Turnhout. Omwille van laagdrempeligheid, het hebben van pleeggezinnen die in de omgeving wonen en toegankelijkheid moet het aanbod verder gedecentraliseerd worden. De ambitie bestaat erin dat een aanbod minstens gegenereerd moet worden vanuit de 14 regionale steden uit het Vlaams Decreet op de Zorgregio‟s. Dit kan mits samenwerking met andere diensten pleegzorg en mits inpassing in de groeiende samenwerkingsverbanden pleegzorg, gestimuleerd vanuit Jongerenwelzijn. De ambitie dat Vlaanderen en Brussel volledig gedekt worden, kan uiteraard enkel het resultaat zijn van een groeiproces en dito financiering door de overheid. Samenwerking met andere organisaties – diensten: Ouders die een beroep doen op GOP overlappen in hoge mate met ouders die vragen richten naar CKG‟s, OCMW‟s, opvoedingswinkels, buurtwerk en andere laagdrempelige hulpverlening. Het is daarom wenselijk met deze instanties samenwerking te zoeken en werkverdelingen af te spreken voor onderlinge verwijzingen en aanvullende dienstverlening.
1.
Situering van de werking GOP binnen De Mutsaard
De werking Gezinsondersteunende Pleegzorg Kind en Gezin (vroeger Private Plaatsing genoemd) is reeds meer dan 30 jaar ingebed in de totale werking van De Mutsaard en sterk verweven met de activiteiten van onze afdeling Bijzondere Jeugdzorg en ons project Steungezinnen ( dat sinds 2009 in afbouw is wegens stopzetting van de subsidiëring). Dankzij uitbreiding van het gesubsidieerd personeelskader, de werkingsmiddelen en middelen voor werving en selectie van pleeggezinnen, werd het mogelijk om vanaf 2004 meer aandacht te besteden aan een efficiëntere organisatie en methodische onderbouwing van de werking. De dossiers worden sindsdien zoveel mogelijk gecentraliseerd bij de medewerkers van het Gezinsondersteunend Team. Hierdoor willen we de verzamelde knowhow en de krachten bundelen om de werking van de afdeling en de gezinsbegeleiding inhoudelijk verder vorm te geven, ondersteund door een aangepast vormingstraject. Toch blijven we voor belangrijke activiteiten voordeel halen uit een nauwe samenwerking met onze werking Bijzondere Jeugdzorg. Gezamenlijke bekendmaking van ons aanbod bij cliënten en toeleiders, het bundelen van krachten voor de werving en selectie van kandidaat-opvang/pleeggezinnen, vorming- en ontmoetingsmomenten voor pleeggezinnen en ouders, vorming van medewerkers, beroep kunnen doen op de therapeutische ondersteuning vanuit het kinderteam, de kwaliteitszorg, boekhoudkundige en logistieke functies van de organisatie geven ons meer armslag om ons met de kernopdrachten bezig te houden. Vanaf januari 2011 zullen de werving en de selectie van kandidaat-pleeggezinnen opgenomen worden binnen het kader van de nieuwe provinciale samenwerkingsverbanden tussen de verschillende diensten voor pleegzorg. Gezien deze samenwerking gebeurt over de sectoren heen zullen naast de diensten met erkenning Jongerenwelzijn en VAPH, ook de GOP-diensten hierbij aansluiten. Voor De Mutsaard houdt dit de uitbouw van samenwerking in met de samenwerking in de provincies Antwerpen en Oost-Vlaanderen.
5
Ondanks de sterkere centralisatie van de dossiers bij enkele medewerkers is het binnen het geheel van onze werking niet uitgesloten dat een begeleider GOP een dossier BJB behandelt en omgekeerd. Het is belangrijk dat beide afdelingen een goede voeling houden met elkaars werk. Begeleiders ervaren het ook als een verrijking om ervaring te kunnen opdoen in beide werkvormen. Het biedt ook mogelijkheden om, wanneer nodig, de overgangen van de ene werkvorm naar de andere binnen de setting van de dienst voor de cliënt zo naadloos mogelijk te laten verlopen en een voor de cliënt belastende wisseling van begeleider te voorkomen. Bovendien helpt het ons om de continuïteit van de hulpverlening te waarborgen bij ziekte of verlof van medewerkers.
2.
Samenwerking met Adoptiedienst De Mutsaard.
De afdeling GOP werkt bovendien ook nauw samen met Adoptiedienst De Mutsaard, die eveneens binnen de vzw Caritas Jeugd- en Kinderzorg werkzaam is. Deze samenwerking betreft de opvang van baby‟s in afwachting van een mogelijke adoptie. Een goede informatiedoorstroming van de dienst GOP naar de begeleider van de adoptiedienst over de evolutie van het kind in functie van de begeleiding van de geboorte-ouders en een kwaliteitsvolle overdracht van het kind aan adoptanten, indien de ouder voor afstand kiest, is hier belangrijk. In 2010 (t.e.m. 31/10/2010) werden 12 baby‟s opgevangen in een pleeggezin in afwachting van de beslissing van de ouders hun kind al dan niet af te staan voor adoptie. 7 kinderen gingen in adoptie.1 kind ging terug naar zijn mama. Voor 4 kinderen is de opvang nog lopende. Voor 1 baby werd er, op vraag van de adoptiedienst, een knuffelmama als steungezin ingeschakeld vermits deze baby enkele weken op de neonatale dienst diende te verblijven. De ouder opteerde voor een pleeggezin i.p.v. adoptie waardoor de baby na ontslag uit het ziekenhuis naar een pleeggezin is gegaan. Op 22 maart 2010 vond de jaarlijkse werklunch plaats voor de pleeggezinnen die baby‟s opvangen op vraag van de adoptiedienst. Sabine Bracke en Sophie Temmerman gaven vorming omtrent de principes van video-interactiebegeleiding m.b.t. het jonge kind en hechting. De samenwerking tussen de GOP-dienst en de adoptiedienst werd geëvalueerd.
3.
Samenwerking met de Crisisteams IJH te Antwerpen, Mechelen en Turnhout
Wij bieden de module crisisopvang aan als mogelijk aanbod voor crisissituaties die gemeld worden aan het meldpunt van de crisisteams Integrale Jeugdhulp in de provincies Antwerpen, Mechelen en Turnhout. Dit gebeurt volgens modaliteiten die vastgelegd zijn in een samenwerkingsovereenkomst. Een medewerker van De Mutsaard neemt deel aan de overlegvergaderingen van het crisisnetwerk in Antwerpen. In 2010 we van het Crisisteam -18 Antwerpen 4 vragen voor een crisisopvang van enkele dagen voor 5 kinderen (bij 1 vraag stond het aantal kinderen niet genoteerd) onder 12 jaar. Twee aanvragen zijn niet doorgegaan wegens geen gepast gezin. Voor een andere vraag was er een andere oplossing gevonden. Eén vraag (betreffende 1 kind) was een vraag voor weekendopvang waarvoor er een intake is opgestart.
6
4.
Samenwerking binnen de netwerken Rechtstreeks Toegankelijke Jeugdhulp
We hebben een samenwerkingsovereenkomst met de netwerken Rechtstreeks Toegankelijke Jeugdhulp in de provincie Antwerpen en het Waasland. Gezien het hier gaat om 7 netwerkstuurgroepen kunnen we niet anders dan de evolutie van de netwerken per verslag volgen en nemen we slechts deel aan vergaderingen en aan het georganiseerde praktijkoverleg wanneer de agenda dit vereist. Een medewerker nam deel aan de workshop “Signalen van Veiligheid en Signalen van Welzijn”, Integrale Jeugdhulp regio Antwerpen, georganiseerd binnen het netwerk MechelenRupel.
5.
Samenwerking met CKG’s
De Mutsaard werkt samen en/of staat open voor samenwerking met CKG‟s in de provincie Antwerpen en het Waasland. Met CKG Open Poortje en CKG De Kleine Vos werden reeds in het verleden schriftelijke samenwerkingsovereenkomsten afgesloten en samenwerkingsafspraken gemaakt. De samenwerking bestaat erin dat bij een aanmelding beide werkvormen als optie worden aangeboden aan de cliënt die tijdelijke opvang voor zijn kind nodig heeft. Bij toeleiding vanuit een CKG zal tijdens de intakefase een face-to-face gesprek plaatsvinden in functie van een correcte informatieoverdracht, zo mogelijk in aanwezigheid van de ouder(s). Vanuit CKG‟s Open Poortje en De Kleine Vos kregen we expliciet het aanbod om en meer intensieve samenwerking uit te bouwen bij de doorverwijzing van een kind naar pleegzorg. Bedoeling is dat ouders beter voorbereid zijn op pleegzorg en meer mee zijn in dit verhaal, waardoor de weerstand en de angst kan plaats maken voor vertrouwen en samenwerking in het belang van het kind. De vertrouwensband die reeds gegroeid is tussen de ouders en de begeleiding van het CKG kan hierbij een goede katalysator zijn. Het CKG beschikt meestal ook over cruciale informatie mbt de pedagogische vraag van het kind. Hierop kunnen terug vallen tijdens de eerste periode van de pleegplaatsing kan van grote waarde zijn voor de pleegouders en de pleegzorgbegeleiding. Wanneer een combinatie van modules CKG en GOP geïndiceerd is, wordt dit aan Kind en Gezin gemeld. Er worden afspraken gemaakt betreffende de taakverdeling in de begeleiding, de termijn van de combinatie en de tussentijdse en/of eindevaluatie van het dossier. Verder wordt rond dossiers regelmatig samengewerkt met CKG Dennenhuis, CKG Zon en Hei, CKG Good-Engels, CKG Lentekind, CKG Betlehem, CKG Hulgenrode, CKG Klimop, CKG Den Horst, Schoten, CKG Open Poortje, Schilde en Sint Niklaas, CKG Kinderland. Deze samenwerking bestaat voornamelijk in het wederzijds verwijzen (en afspraken daaromtrent) naar elkaar in functie van de hulpvraag van de cliënt. Een verdere concretisering van de samenwerkingsafspraken en verwijzingsmodaliteiten staan op het programma.
7
6.
DOMO-Antwerpen
Onder impuls van twee medewerkers van De Kleine Vos werd in het najaar van 2009 een projectaanvraag (regiogebonden initiatief) ingediend bij IJH m.b.t. een steungezinnenwerking „DOMO Antwerpen‟. Dit gebeurde in samenwerking met De Mutsaard, Steunpunt Opvoedingsondersteuning Antwerpen, Opvoedingswinkel Antwerpen, CAW Metropool, Traject 2, Centrum Kauwenberg en JAC+. Het betreft de opstart van een laagdrempelige steungezinnenwerking naar het model van DOMO-Leuven. Puttende uit onze jaren ervaring met een eigen steungezinnenproject hoopten we in de mate van het mogelijke een ondersteunende rol in de stuurgroep te kunnen spelen bij dit initiatief. In 2010 werd dit project verder uitgebouwd tot en zelfstandige VZW onder de naam van DOMO-Antwerpen, in samenwerking met DOMO-Leuven. Bekendmaking en maandelijkse info-avonden werden georganiseerd. De eerste vrijwilligers namen deel aan selectiegesprekken; een folder werd ontworpen, gedrukt en verspreid. Momenteel hebben we 14 aanvragen gekregen. 1 begeleiding is gestopt owv onbereikbaar, 5 aanvragen werden niet opgenomen o.w.v. te zware problematiek of vraag naar hulpverlening i.p.v. ondersteuning, leeftijd, niet meer nodig,… Verschillende aanvragen werden niet genoteerd o.w.v. verblijf buiten werkingsregio. Huidige situatie: 7 vrijwilligers waarvan 4 vrijwilligers die het gezin begeleiden,3 vrijwilligers die de werking mee dragen. Op korte termijn verwachten we de opstart van een nieuwe steunrelatie door een moeder en dochter (nog 2 extra vrijwilligers). Medewerkers van GOP De Mutsaard namen in 2010 nog deel aan de vergaderingen van de stuurgroep en eveneens werden vanuit de steungezinnenwerking van De Mutsaard kandidaat-steungezinnen verwezen naar het DOMO-project. Eind 2010 kreeg DOMO-Antwerpen bericht van Jongerenwelzijn dat zij opnieuw over een budget konden beschikken om de uitbouw van de werking in 2011 verder te zetten.
7.
CIG De Merode te Kasterlee
Aan jonge moeders wordt reeds tijdens hun verblijf in het CIG een onderbroken opvang of de ondersteuning van een weekendgezin aangeboden, wanneer dit voor hen van betekenis kan zijn in het zetten van de stap naar zelfstandigheid. Bedoeling is met onze laagdrempelige modules GOP-aanvullende en preventieve opvoedingsondersteuning te bieden aan deze toch nog kwetsbare jonge vrouwen. Het inzetten van een weekendgezin kan ook betekenisvol zijn als verruiming van het netwerk van moeder en kind naar de toekomst toe. In 2010 kregen we drie aanvragen van het CIG, waarvan 2 aanvragen voor weekendopvang en 1 aanvraag voor crisisopvang. De outcome van deze aanvragen: 1 aanvraag voor weekendopvang zit in de kennismakingsperiode en de andere vraag ligt stil omdat men eerst de beslissing i.v.m. toewijzing van het hoederecht wil afwachten. De vraag voor crisisopvang is niet doorgegaan wegens geen gepaste mogelijkheden. We stellen vast dat deze weekenopvang regelmatig uitmondt in een verwijzing naar opnieuw ingrijpender hulpverlening. Dit beantwoordt niet aan de oorspronkelijke doelstelling van dit project. We plannen in 2011 een evaluatie met het CIG.
8.
Psychiatrisch Centrum Bethaniën
De afdeling Moeder en Kind van het Psychiatrisch Centrum Bethaniën stelde ons de vraag om samen te werken met GOP voor georganiseerde weekendopvang van baby‟s‟ van patiënten. Doelstelling hierbij is de ondersteuning van het reïntegratieproces in de maatschappij. Het biedt moeders ook de gelegenheid op weekend naar huis te gaan, ook
8
wanneer de gezinssituatie (nog) niet de nodige veiligheid biedt om het kind mee te nemen. De mogelijkheid van deze combinaties zal nog verder besproken worden. In 2009 werd een opvanggezin gunstig gescreend met het oog op zulke opvang. Er kwam in het voorjaar 2010 één concrete vraag naar opvang in dit kader die reeds voor de intake werd ingetrokken omdat er ter bescherming van het kind een hoogdringende maatregel werd uitgesproken door de Jeugdrechter. Dit kind werd geplaatst in een pleeggezin.
9.
Opvoedingswinkel Turnhout
Om voor cliënten, toeleiders en kandidaat-opvang- en steungezinnen uit de Kempen de drempel om contact op te nemen met De Mutsaard te verlagen, zochten we een standplaats, een ankerpunt in de regio. Het ankerpunt kreeg een eigen e-mailadres, een telefoonnummer, een aangepaste webpagina over steungezinnen op de website van De Mutsaard, stickers met de aangepaste contactgegevens. We hoopten met dit ankerpunt onze werking Steungezinnen meer bekend te maken in de regio, een laagdrempelig aanspreekpunt te worden voor steunvragers en steunbieders. We zagen het als een eerste stap in de realisatie van verdere samenwerking met de opvoedingswinkels op het vlak van opvoedingsondersteuning. Gezien subsidies voor steungezinnenwerking binnen de GOP‟s vanaf 2010 wordt ingetrokken en deze werkvorm binnen de GOP-diensten geleidelijk wordt afgebouwd, denken we dat het verder aanhouden van een ankerpunt in de Opvoedingswinkel weinig zinvol is, tenzij het nog een rol kan spelen voor een betere toegankelijkheid van GOP in de Kempen. We zullen dit nog verder bespreken met de verantwoordelijken daar.
10. Steunpunt Geel In Geel loopt al verschillende jaren een samenwerking tussen verschillende diensten o.a. ook rond het project steungezinnen. Dit Steunpunt Steungezinnen Geel bestaat uit De Mutsaard en 5 organisaties werkzaam in Geel: nl. Al-arm vzw, Dienst samenlevingsopbouw, De Waaiburg – Thuisbegeleidingsdienst, Aandacht, Dagcentrum Parkoers, Similes vzw, CAW Kempen – Opvangcentrum Tussenhuis. Allen onderschrijven zij het belang van een voldoende uitgebreid netwerk voor het welzijn van hun cliënten. Opvoedingsondersteuning staat hierbij ook voor hen centraal. Hoewel de werking Steungezinnen vooral binnen het kader van preventie een plek krijgt, kan ook een gezin met chronische problemen gebaat zijn met een steungezin. Men kan een steungezin eveneens inschakelen in het kader van nazorg, het accent ligt dan op het voorkomen van herval. Reeds in november 2001 koos de werkgroep voor een samenwerking met De Mutsaard. Na verschillende initiatieven in de tussenliggende jaren en o.a. ook met de opstart in de opvoedingswinkel Turnhout als ankerpunt Kempen, beslist de werkgroep in april 2009 “hernieuwde” promotie te voeren. In juni krijgen we het akkoord van Kauwenberg om het promotiemateriaal, ontwikkeld in het kader van het Antwerps Steungezinnen Project, te gebruiken. Op die manier bundelden verschillende organisaties en ook regio‟s de krachten om wat betreft het project steungezinnen een “eenvormig” beeld uit te dragen…
9
20 november 2009 lanceerde de werkgroep Steungezinnen regio Geel, Laakdal, Meerhout de campagne “gezin gezien?!” met een persconferentie. Verscheidene nieuwe kandidaten bieden zich aan. In maart 2010 is er een opvolgvergadering waarin Steunpunt Geel te horen krijgt dat De Mutsaard geen middelen meer krijgt voor het project Steungezinnen. De Mutsaard zal de aangemelde kandidaten wel nog screenen. De begeleiding wordt overlaten aan de betrokken diensten. We plannen een afbouwfase van 2 jaar. Steunpunt Geel zal op zoek gaan naar een nieuwe vorm en/of aanspreekpunt. Steunpunt Geel besluit DOMO uit te nodigen voor info over hun werkvorm. Katrien Parijs, coördinator opvoedingsondersteuning binnen welzijnszorg Kempen, wordt mee uitgenodigd. Er is veel interesse in de DOMO-werking, echter kan niemand als aanspreekpunt optreden. Eind juni vernemen wij dat ook de coördinator opvoedingsondersteuning een dergelijk project niet kan opnemen. De Mutsaard wil heel graag de werkvorm alsook de know-how overdragen. Eind 2010 ziet het er niet naar uit dat wij hierin reeds slaagden. De beslissing van Kind en Gezin om de steungezinnenwerking binnen GOP niet verder te ondersteunen en af te bouwen, heeft tot gevolg dat De Mutsaard vanaf 2011 minder zal kunnen investeren in de samenwerking met Steunpunt Geel , alleszins wat de steungezinnenwerking betreft. In 2010 werden nog kennismakingsgesprekken gevoerd met kandidaat-steungezinnen uit de regio Kempen die reageerden op de in 2009 gevoerde campagne.
11. Provinciale Samenwerkingsverbanden Diensten voor Pleegzorg De Mutsaard heeft een engagementsverklaring ondertekend waardoor de dienst zich inschrijft voor de verdere uitbouw van een vergaande samenwerking tussen verschillende diensten voor pleegzorg in de provincies Antwerpen en Oost-Vlaanderen. Voor verdere info zie lager.
4-5 a. Omschrijving evaluatiecriteria
van
de
resultaatsgebieden
en
1° organisatie van een kort verblijf in een pleeggezin voor kinderen in het licht van een mogelijke adoptie; 2° organisatie van een zeer kort verblijf in een pleeggezin voor kinderen en mobiele en ambulante begeleiding voor hun gezin, met het oog op een terugkeer naar huis; 3° organisatie van een kort verblijf in een pleeggezin voor kinderen en mobiele en ambulante begeleiding voor hun gezin, met het oog op een terugkeer naar huis; 4° organisatie van onderbroken verblijf in een pleeggezin voor thuiswonende kinderen en mobiele en ambulante begeleiding van hun gezin; 5° organisatie van steungezinnenwerking waarbij de dienst in het kader van de ondersteunende relatie zowel het steunvragend als het steungevend gezin begeleidt. ( wordt geleidelijk afgebouwd)
10
Formuleer een globaal streefcijfer voor de opvangmodules, alsook een streefcijfer voor het aantal steungezinnen die u wilt bereiken op jaarbasis (rekening houdend met het aantal gerealiseerde opvangdagen in het verleden, verwachtingen, context en omgevingsfactoren) Op welke wijze tracht de dienst om het vooropgestelde aanbod (kwalitatief en kwantitatief) zo goed mogelijk te realiseren? Geef aan op welke wijze hierbij rekening wordt gehouden met (externe) factoren die vraag en aanbod beïnvloeden, opdat de dienst maximaal gepaste ondersteuning kan bieden.
4-5 a. Omschrijving evaluatiecriteria
van
de
resultaatsgebieden
en
1° organisatie van een kort verblijf in een pleeggezin voor kinderen in het licht van een mogelijke adoptie; 2° organisatie van een zeer kort verblijf in een pleeggezin voor kinderen en mobiele en ambulante begeleiding voor hun gezin, met het oog op een terugkeer naar huis; 3° organisatie van een kort verblijf in een pleeggezin voor kinderen en mobiele en ambulante begeleiding voor hun gezin, met het oog op een terugkeer naar huis; 4° organisatie van onderbroken verblijf in een pleeggezin voor thuiswonende kinderen en mobiele en ambulante begeleiding van hun gezin; 5° organisatie van steungezinnenwerking waarbij de dienst in het kader van de ondersteunende relatie zowel het steunvragend als het steungevend gezin begeleidt. ( wordt geleidelijk afgebouwd)
Formuleer een globaal streefcijfer voor de opvangmodules, alsook een streefcijfer voor het aantal steungezinnen die u wilt bereiken op jaarbasis (rekening houdend met het aantal gerealiseerde opvangdagen in het verleden, verwachtingen, context en omgevingsfactoren) Op welke wijze tracht de dienst om het vooropgestelde aanbod (kwalitatief en kwantitatief) zo goed mogelijk te realiseren? Geef aan op welke wijze hierbij rekening wordt gehouden met (externe) factoren die vraag en aanbod beïnvloeden, opdat de dienst maximaal gepaste ondersteuning kan bieden.
Streefcijfers 2010 Bij gelijke input van financiële middelen beogen we in 2010 dezelfde streefcijfers te halen als in 2009. Gezien echter Kind en Gezin een geleidelijke afbouw van de steungezinnenwerking binnen GOP voorziet, zullen we in de plaats van de 25 vooropgestelde steunrelaties andere modules GOP aanbieden. We willen hierbij ook extra aandacht besteden aan een ruimere bekendmaking van ons aanbod in die regio‟s waar we tot nu toe weinig of geen gezinnen bereiken. GOP-modules: 49 + 15 (i.p.v. steunrelaties) STEUN : 10 (geleidelijke afbouw) Totaal : 74 dossiers
11
Mogelijke inschatting verdeling per modules op basis van cijfers 2009 1° kort verblijf in een pleeggezin voor kinderen in het licht van een mogelijke adoptie: 11 2° zeer kort verblijf in een pleeggezin voor kinderen en mobiele en ambulante begeleiding voor hun gezin, met het oog op een terugkeer naar huis: 9 3° kort verblijf in een pleeggezin voor kinderen en mobiele en ambulante begeleiding voor hun gezin, met het oog op een terugkeer naar huis: 12 4° onderbroken verblijf in een pleeggezin voor thuiswonende kinderen en mobiele en ambulante begeleiding van hun gezin: 33 5° begeleiding van een ondersteunende relatie steunvragend/steungevend gezin: 10 Werving en selectie Aantal geselecteerde STAP- pleeggezinnen: 12 Aantal geselecteerde weekendgezinnen: 10 Aantal geselecteerde steungezinnen: 5
Het vooropstellen van streefcijfers per module lijkt ons moeilijk gezien onze opdracht om vraaggericht in te gaan op de vraag van de ouders zelf. We hebben enerzijds slechts beperkte invloed op de instroom van hulpvragen en anderzijds zijn we voor ons hulpaanbod sterk afhankelijk van de beschikbaarheid van het gepaste pleeg- of steungezin voor de hulpvraag die voorligt. Ook op dit vlak kunnen we slechts beperkte invloed uitoefenen door enigszins gerichte wervingsacties. Belangrijk hierbij is ook een juist evenwicht te vinden tussen de kwaliteit en de kwantiteit van de begeleidingen rekening houdend met de beschikbare middelen. Welke prioriteiten stel je als dienst? Wat wordt hierin al dan niet gehonoreerd door de subsidiërende overheid? Onduidelijkheid hierover maakt een inhoudelijke keuzes quasi onmogelijk. In september 2010 werd het subsidiëringmechanisme voor de GOP-diensten opnieuw besproken met Kind en Gezin en werd een voorstel geformuleerd aan het kabinet. Het voorstel is om per dienst, voor de periode van de convenant, een forfaitair subsidiebedrag toe te kennen gekoppeld aan streefcijfers. Indien dit voorstel wordt aanvaard, zal dit een zekere rust creëren en kunnen we eerder focussen op kwaliteit i.p.v. kwantiteit. De plannen om in 2010 een registratiesysteem uit te werken om zicht te houden op de instroom (aantal en aard) en de uitstroom van cliënten (aantal + resultaat) werden uitgesteld. We wachten af tot de registratiesystemen, ontwikkeld in het kader van de provinciale samenwerkingen tussen pleegzorgdiensten, operationeel zijn. Daarna kunnen we bekijken in welke mate aanvullende en aansluitende registratie nog nodig is en mogelijk.
12
Jaarlijkse evaluatie: Evalueer aan de hand van de aanwezigheidslijsten in hoeverre de vooropgestelde streefcijfers behaald werden. Wat is de reden hiervoor? Welke acties zullen eventueel ondernomen om het vooropgestelde aanbod te realiseren en/of om het aanbod nog beter af te stemmen op de noden in de regio (‘s) waar de dienst actief is? Effectief behaalde cijfers van 1 januari 2010 tot 31 december 2010
Modules : Totaal:78 kinderen volgens de verschillende modules (5 kinderen hebben gebruik gemaakt van verschillende modules (1 kind: WE-ZK-WE-K in 2 verschillende opvanggezinnen, 1 kind:ZK-WE in 2 verschillende opvanggezinnen en 1 kind: ZK-K in twee verschillende gezinnen) Totaal: 72 verschillende kinderen in GOP Op 1 januari 2010 tellen we 25 GOP + 14 steunrelaties lopende begeleidingen. Totaal: 39 Op 31 december 2010 tellen we 21 GOP + 9 steunrelaties lopende begeleidingen. Totaal: 30
Aantal begeleidingen opgesplitst volgens module 2010 (t.e.m. 31/10/2010) Kort verblijf in een pleeggezin voor kinderen in het licht van een mogelijke adoptie Zeer kort verblijf in een pleeggezin voor kinderen en mobiele en ambulante begeleiding voor hun gezin, met het oog op een terugkeer naar huis Kort verblijf in een pleeggezin voor kinderen en mobiele en ambulante begeleiding voor hun gezin, met het oog op een terugkeer naar huis Onderbroken verblijf in een pleeggezin voor thuiswonende kinderen en mobiele en ambulante begeleiding voor hun gezin
13 kinderen: 10 gestart en 11 gestopt (waarvan 10 in adoptie en 1 terugkeer naar de ouder) 9 kinderen: 9 gestart en 9 gestopt (6 kinderen naar huis,1 kind is overgeplaatst naar een ander pleeggezin wegens vakantie van het eerste gezin)
10 kinderen: 3 gestart in 2009, 5gestart in 2010, en 7 gestopt (waarvan 2 naar de moeder, 2 naar de vader en 3 doorverwezen naar CBJ) 29 kinderen: 12 gestart in 2010 11 gestopt in 2010 (waarvan 1 kind 2 keer is overgeschakeld naar een andere module binnen GOP, 4 kinderen bij hun mama thuis zijn gebleven, 1 kind plots met moeder is verdwenen, 1 kind geplaatst is in CKG onder toezicht van de JRB, 1 kind later opnieuw in onderbroken opvang is gegaan maar in een ander weekendgezin) Opvoedingen 16 kinderen (14 steunrelaties): waarvan netwerkondersteuning van een gezin 1 steunvragend gezin met 2 steunrelaties met kinderen door koppeling aan 1 steunrelatie (2 kinderen) gestart in 2004 een steungezin (*) 4 steunrelaties (3 kinderen) gestart in 2007 1 steunrelatie (1 kind) gestart in 2008 5 steunrelaties (7 kinderen) gestart in 2009 3 steunrelaties (4 kinderen) gestart in 2010, en 8 steunrelaties (10 kinderen) gestopt in 2010
13
Werving en selectie in 2010 In 2010 tellen we 75 aanmeldingen van kandidaten voor een engagement in pleegzorg. De aanmeldingen vanaf november 2010 zijn verder via PPA (Pleegzorg Provincie Antwerpen) behandeld. Er hebben 49 kennismakingsgesprekken plaats gevonden waarvan 20 kandidaten na het kennismakingsgesprek hebben afgehaakt. Twee kandidaturen m.b.t. een engagement als steungezin werden afgewezen. Het selectie- en voorbereidingsprogramma STAP vond 3 maal plaats: Er hebben 22 kandidaat gezinnen deelgenomen waarvan er 10 geselecteerd werden. Drie gezinnen hebben zelf afgehaakt, 1 gezin werd afgewezen. Er zijn nog 8 gezinnen in selectie (PPA). Los van het STAP-programma in 2010 vonden er nog selecties plaats aan de hand van individuele gesprekken bij 6 weekendgezinnen. Hiervan werden er 2 geselecteerd, 2 zijn niet geselecteerd en 1 gezin is afgehaakt. In 2010 hebben zich geen kandidaten aangemeld, waar we tot een steunselectie zijn kunnen komen (cfr. afbouw steungezinnen) De capaciteit van de pleeggezinnen is een zeer dynamisch gegeven omdat er regelmatig nieuwe gezinnen geselecteerd worden. Anderen beslissen om hun engagement te stoppen of lassen een rustperiode in. Vanaf 2011 worden alle kandidaat-gezinnen in een gezamenlijke pool per provincie samengebracht. Vanuit De Mutsaard komen begin 2011 48 gezinnen met een mogelijk pleegzorgaanbod in deze gezamenlijke pool terecht. De werving, selectie en voorbereiding van pleeggezinnen zal voortaan op provinciaal niveau georganiseerd worden.
→ de dienst registreert alle aanmeldingen → de dienst registreert per module de nodige gegevens in de aanwezigheidslijsten Opdracht 2°, 3°, 4° Formuleer een streefcijfer over het aantal kinderen dat effectief naar huis gaat na de opvang in het pleeggezin. Hoe kan dit maximaal gerealiseerd te worden? Welke acties zullen daartoe ondernomen worden? → beleidsplan (2009) globaal cijfer → vanaf 2010 per module
Bij de modules onderbroken opvang en steungezinnen blijven de kinderen thuis wonen. We streven ernaar dat voor 80% van de in 2010 beëindigde begeleidingen de uithuisplaatsing van kinderen kan voorkomen worden en de toestand in het hulpvragend gestabiliseerd is. Bij de modules ononderbroken opvang kort en zeer kort verblijf hanteren we eveneens het streefcijfer van 80% terugkeer naar huis na beëindiging van de opvang in een pleeggezin. Voor de module opvang in afwachting van adoptie zijn er verschillende perspectieven mogelijk voor de kinderen: terug naar de ouders, naar een adoptiegezin, of ze worden georiënteerd naar pleegzorg of een andere werkvorm van Jongerenwelzijn of Vlaams Fonds. Dit zal afhankelijk zijn van de beslissingen die de ouders nemen.
14
Jaarlijkse evaluatie: Werden de streefcijfers inzake terugkeer naar huis behaald, ja of neen? Wat is de reden hiervoor? Welke acties zullen ondernomen worden ter bijsturing? → gedifferentieerd per module
1. Module kort verblijf in een pleeggezin voor kinderen in het licht van een mogelijke adoptie: 13 kinderen die tijdelijk in een opvanggezin verbleven, 10 kinderen vertrokken naar een adoptiegezin. 1 kind keerde terug naar zijn mama. Voor 2 kinderen is de opvang nog lopende. 2. Module zeer korte verblijf ( 0-1m): 100% terugkeer naar huis. Alle 9 kinderen voor wie deze module werd ingezet, keerden terug naar huis. 3. Module kort verblijf ( 0 – 3 m): 57% terugkeer naar huis Voor 7 kinderen is de opvang gestopt. Deze 7 begeleidingen werden als volgt afgerond: 2 kinderen terug naar mama 2 kinderen terug naar papa 2 kinderen doorverwezen naar CBJ wegens overschrijden termijn GOP + daardoor ontstane POS 1 kind doorverwezen naar CBJ voor pleegzorg wegens POS 4. Module Onderbroken opvang: Van het aantal in 2010 afgesloten dossiers bleef, na het afsluiten van de begeleiding, 81% van de kinderen in het thuismilieu. Meer bepaald werd van de 11 gestopte begeleidingen slechts 1 kind verwezen naar JRB en werd een dringende opvang in een CKG beslist. Voor 1 kind werd tweemaal de onderbroken opvang in een gezin voor korte duur overgenomen door een ander gezin in een andere module GOP; 1 kind is na 1 jaar weekendopvang verder in weekendopvang gegaan bij een ander weekendgezin; 1 gezin (ouder+kind) is plots verdwenen. De overige 7 kinderen bleven thuis bij hun mama. 5. Module steungezin: Voor 8 steunrelaties (betreffende 10 kinderen) werd de begeleiding afgerond. De kinderen bleven thuis wonen. Bij 3 steunrelaties blijft er na de afronding van de begeleiding een onderling informeel contact bestaan tussen het steungezin en het steunvragend gezin. Bij de 4 andere steunrelaties blijft er geen informeel contact bestaan (waaronder 3 knuffelmama‟s in het ziekenhuis); 1 steunrelatie werd afgerond omdat meer ingrijpende hulpverlening (langdurige pleegzorg) nodig bleek; 1 steunrelatie (betreffende 2 kinderen) werd vroegtijdig afgerond op vraag van het steungezin.
15
De termijn van de ononderbroken en onderbroken opvang (conform module IJH) wordt maximaal gerespecteerd. Geef aan op welke wijze de dienst er naar streeft deze opdracht te realiseren / welke acties daartoe ondernomen worden. Om maximaal een correcte inzet van de modules IJH – Kind en Gezin te verwezenlijken en de vooropgezette termijnen te respecteren, vragen een aantal processen een juiste regie.
1. -
-
-
Beïnvloeding van de instroom om oneigenlijke verwijzingen zoveel mogelijk te voorkomen – correcte indicatie vooraf (geen POS, voldoende draagkracht van het cliëntsysteem om in de hulpverlening te investeren, de ouders zijn vragende partij, …) door een correcte informatieverstrekking betreffende ons aanbod en de indicatiecriteria aan verwijzers en mogelijke toeleiders, met speciale aandacht voor de organisaties die binnen de netwerken rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp het eerste onthaal, de brede instap, organiseren ( CLB‟s, sociale diensten gemeenten en ziekenhuizen, OCMW‟s, CAW‟s, huisartsen, Consultaties Kind en Gezin, enz.) door middel van het verspreiden van folders en infobrochures, het geven van informatie op netwerkvergaderingen, teamvergaderingen, overlegfora
Wat deden we in 2010 en plannen we in 2011 In 2009 hebben we met de nieuwe folders speciaal aandacht besteed aan de bekendmaking van het aanbod GOP bij personen en diensten waar gezinnen met kinderen in eerste instantie te rade gaan bij beginnende gezins- en/of opvoedingsproblemen (CLB, scholen, huisartsen, wijkverpleegkundigen, diensten voor pleegzorg cfr. pleegzorgpunten, sociale dienst politie, sociale diensten van ziekenhuizen, e.a.). We hebben hierbij gebruik gemaakt van de kanalen van de netwerken rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp (algemeen onthaal) in ons werkgebied. In 2010 werd intensief verder gewerkt aan de bekendmaking van GOP. Vanessa Vogelaers, de nieuw aangeworven beleidsondersteunende medewerker voor GOP-diensten, werd ingezet voor het uitwerken van een Powerpointpresentatie over de werkvorm, het organiseren van infomomenten voor collega‟s binnen de nulde en eerstelijnshulpverlening, het geven van workshops. Dit alles gebeurde in nauwe samenwerking met de 4 GOPdiensten in de verschillende provincies. Vanaf 2011 willen we verder op elkaar afstemmen en ons inbedden in de Provinciale Samenwerking voor Werving, Selectie, Intake en Matching, die vanaf januari 2011 officieel van start gaat in Oost-Vlaanderen, Antwerpen, Vlaams-Brabant en Brussel. Hoewel ervoor gekozen is om na de start van de provinciale samenwerking de GOP-vragen nog via de aparte diensten te laten instromen omwille van de rechtstreekse en laagdrempelige toegang, zullen ook vragen via de provinciale loketten binnenkomen. In die zin wordt het belangrijk om de medewerkers van pleegzorg Oost-Vlaanderen en van Pleegzorg provincie Antwerpen, met de specificiteit van GOP, van aanvraag tot opstart begeleiding, vertrouwd te maken. Zij moeten immers snel kunnen onderkennen of een hulpvraag al dan niet een vraag voor GOP is om tijdig door te verwijzen naar een GOPdienst voor verdere vraagverheldering en matching.
16
2.
Een goede vraagverheldering
Een goede vraagverheldering, een juiste afweging van de protectieve- en risicofactoren, waarbij we de draagkracht van de hulpvrager en de zwaarte van de problematiek zo goed mogelijk in kaart brengen teneinde een juiste inschatting te maken of de doelstellingen van de hulpverlening die we beogen met het inzetten van onze modules, binnen de gestelde termijn gerealiseerd kunnen worden. Toelichting 2010 en plannen 2011 De informatie, verzameld tijdens de fase van vraagverheldering, wordt steeds besproken in teamverband. Hier wordt de afweging gemaakt of pleegzorg een goed antwoord is op de hulpvraag. De GOP-begeleiders kunnen beroep doen op de competenties van het kinderteam van De Mutsaard wanneer ze het nodig achten om beter zicht te hebben op de pedagogische vraag van een kind waarvoor een vraag naar opvang gesteld wordt. Het kinderteam kan ook advies verstrekken wanneer een kind na GOP naar gepaste vervolghulp georiënteerd moet worden. Een pedagoge van het kinderteam werd een aantal uren vrijgesteld voor GOP. In 2010 heeft het gezinsondersteunend team de principes en de concrete manier van werken van videointeractiebegeleiding stap voor stap aangeleerd. We zijn nu klaar om dit in een concrete begeleiding toe te passen. Het kinderteam blijft ons ondersteunen bij het interpreteren en bespreken van de GIH (Globale Indicatielijst Hechting) en de video-opname. Deze methodiek kan ingezet worden in functie van observatie en opvoedingsondersteuning om de relatie tussen ouder(s) en kind te verbeteren. In 2010 hebben we een vorming m.b.t. de observatietool ZIKO-VO gevolgd. Concreet hebben we de methodiek reeds bij 1 begeleiding GOP gebruikt. Het opvanggezin en het adoptiegezin vonden het positief om op deze manier naar het jonge kind te kijken. We stellen vast dat de fase van vraagverheldering op zich vaak een proces op gang brengt bij de ouders waarbij ze tijdens de gesprekken met de hulpverlener eigen krachten ontdekken en zelf, onder impuls van de begeleider, vaak binnen het eigen netwerk minder ingrijpende oplossingen vinden voor hun problemen. Een uithuisplaatsing kan hierdoor in een aantal gevallen voorkomen worden of in tijd sterk ingekort worden. In andere situaties besluiten de hulpvragers na een periode van vraagverheldering toch niet in te gaan op het aanbod. De fase van vraagverheldering vraagt veel inzet van een begeleider. Gezien er echter niet altijd een plaatsing volgt, wordt het resultaat tot nu toe niet geregistreerd als effectieve hulpverlening en dus ook niet gesubsidieerd, terwijl het een wezenlijk onderdeel uitmaakt van een vraaggerichte werking.
17
3.
Een goede matching gezin/pleeggezin
De matching tussen een kind+context en een pleeggezin gebeurt steeds in teamverband tijdens een matchingsmoment waarbij de intaker, een teamleider, een medewerker van het selectieteam die de kandidaat-pleeggezinnen kent, aanwezig zijn, of op het gezinsondersteunend team. Op die manier trachten we, vanuit verschillende invalshoeken, een goede afweging te maken wat betreft de kans op een goed verloop van de opvang, en trachten we de nodige aandachtspunten voor de begeleiding te formuleren. De teamvergaderingen van de sociale dienst vinden twee maal per maand plaats. Het gezinsondersteunend team komt maandelijks samen. Vanaf 2011 zal de matching gebeuren in overleg tussen de intakers van hulpvragen en de selecteurs van kandidaat-pleeggezinnen in de schoot van de pas opgestarte provinciale samenwerking van de diensten voor pleegzorg. De Mutsaard is gevat in de samenwerkingen “Pleegzorg Oost-Vlaanderen” en „Pleegzorg provincie Antwerpen‟ en investeert daarvoor twee haftijdsen voor het provinciale intaketeam en twee halftijdsen voor het provinciale selectieteam. Voor de matching zal geput worden uit een centrale pool van pleeggezinnen. Na de matching wordt het dossier, volgens een afgesproken verdeelsleutel, toegewezen aan een van de aangesloten diensten, die dan met de begeleiding start. De GOP-diensten zullen evenzeer putten uit deze provinciale pool, maar in principe blijft vraagverheldering en de intake bij de diensten zelf.
4.
Het opstellen van een ondersteuningsplan
Het opstellen van een ondersteuningsplan met de beoogde doelen en stappen in het hulpverleningsproces, en het tijdspad om deze doelen te bereiken. Voor het opmaken van het ondersteuningsplan werd een sjabloon opgemaakt. Als resultaat beogen we hiermee een uniforme verslaggeving door alle medewerkers en de mogelijkheid om de verschillende stappen in het hulpverleningsproces in het dossier overzichtelijker in kaart te brengen. Er vond ook een afstemming plaats met de verslaggeving in het kader van BJB-plaatsingen. We ervaren dat we voor het uitwerken van ondersteuningsplannen en verslaggeving de algemene doestellingen, tussendoelen en acties meer SMART moeten leren formuleren waardoor evalueren en het zichtbaar maken van de effecten van onze begeleiding kan verbeteren. In november wordt een interne workshop georganiseerd om te oefenen met het formuleren van doelstellingen en acties volgens het SMART- en/of DOMINO principe.
5.
Een adequate en methodische begeleiding
Een adequate en methodische begeleiding met aandacht voor de problematiek van de ouders, de beleving en de noden van het kind, de ondersteuning van het pleeggezin. Begeleiders worden ondersteund in hun begeleidingsopdracht via: -
dossierbesprekingen tijdens teamvergaderingen overleg met teamleiders en collega‟s, zowel formeel als informeel. ruimte voor bijscholing en externe en interne vorming: in 2010 vonden reeds diverse interne workshops en themadagen plaats: workshops betreffende praten
18
met kinderen, werken met Outlookagenda, Facebook als begeleidingsthema, werken met GENO-grammen, timemanagement, werken met de doelgroep Niet Begeleide Buitenlandse Minderjarigen, werken met Smartdoelstellingen (gepland), themadag: “Implementatie van onze procedure bij (vermoedens van) mishandeling met workshop o.l.v. medewerkers van het VK-Antwerpen” (gepland). In 2011 starten we met het opfrissen van de theoretische begrippen en invalshoeken van het systeemtheoretisch denken. Het is de bedoeling dat we deze kennis verder integreren via casusbesprekingen zodat we als team vanuit eenzelfde wetenschappelijke invalshoek kunnen begeleiden en a.h.w. eenzelfde taal spreken. In 2010 hebben we extra aandacht besteed aan de thema‟s diversiteit en onthaal nieuwe medewerkers. Dit gebeurde in het kader van een instapdiversiteitsplan, onder begeleiding van Liesbeth Theys, Projectontwikkelaar diversiteit van SERR – RESOC Antwerpen. Activiteiten die hiervoor in 2010 plaatsvonden: themadag „Diversiteit en Verbondenheid‟ voor het ganse team begeleid door Agora, onze onthaalprocedure nieuwe medewerkers werd verfijnd en gegoten in een gedetailleerd „Draaiboek onthaaltraject‟. Daarnaast is een overzichtelijke onthaalbrochure in ontwerp. Ook de administratieve medewerkers van de dienst verdienen ondersteuning. Zij zijn verantwoordelijk voor het telefonisch onthaal en de administratieve afhandeling van de GOP-dossiers. Zij kunnen eveneens deelnemen aan de interne workshops wanneer het thema hen aanbelangt en worden betrokken in de realisatie van het instapdiversiteitsplan. De dienst stelt materiaal ter beschikking dat ondersteunend kan zijn voor een leeftijdsadequate begeleiding van kinderen en de implementatie van het Decreet Rechtspositie van de minderjarigen in de jeugdhulp: een doos vol gevoelens, “de valies” , verhalen (Beertje Bram, Pluk en Prik ,..); poppetjes (duplo, playmobil) voor (familie)opstellingen, spelletjes allerhande, …. Voor pleegouders wordt jaarlijks vorming georganiseerd in samenwerking met andere diensten; op de jaarlijkse lenteontmoeting voor pleeggezinnen van De Mutsaard kunnen pleeggezinnen, hun kinderen en pleegkinderen met elkaar in contact komen. Voor gezinnen die kindjes opvangen in afwachting van een mogelijke adoptie vindt een jaarlijkse brunch met vormingsmoment plaats. Ouders kunnen, zo ze dat wensen, aansluiten bij de ouderwerking van De Mutsaard. In 2010 organiseerde de werkgroep ouderparticipatie (WOP) volgende activiteiten: - in het voorjaar: kookactiviteit met ouders - in het najaar: met ouders en kinderen naar het Sinterklaasfeest in het sportpaleis. In het tijdschriftje van De Mutsaard zijn er ook enkele bladzijden voorzien voor de WOPwerking en mogen ouders, net als alle andere betrokkenen bij de werking van De Mutsaard, hun bijdrage leveren.
6.
Regelmatige evaluatie van de verschillende stappen doorheen het hulpverleningsproces
In 2009 werd een nieuw sjabloon ontworpen voor het ondersteuningsplan en de verslaggeving GOP. Dit gebeurde in functie van een betere opvolging van de gestelde
19
doelen en de nodige bijsturingen. De begeleiders experimenteren met het aangepaste materiaal en eind 2010 zal een evaluatie hiervan plaatsvinden. Het is reeds duidelijk dat we voor de werkbaarheid doelstellingen concreter en meer volgens SMART-principes moeten leren formuleren.
7.
Indien nodig het betrekken van meer gespecialiseerde hulpverlening in functie van het bereiken van de doelstellingen
Sinds 2009 kunnen de begeleiders GOP voor advies en ondersteuning beroep doen op de expertise van het kinderteam van De Mutsaard. Een pedagoge van het kinderteam staat ter beschikking van GOP met een jobtime van 25%. Dit kan via consultgesprekken, observatie, inzetten van video-interactiebegeleiding. Een medewerkster GOP is geaccrediteerde Triple P 2 en 3. Bij 3 GOP-begeleidingen is er dit jaar gebruik gemaakt van de fiche Triple P niveau 2. Bij 2 GOP-begeleidingen heeft zij gebruik gemaakt van Tripple P niveau 3. Ook zij kan bij de ondersteuning van (pleeg)ouders betrokken worden. De Mutsaard werkt ook samen met CLG‟s, DGGZ en hulpverleners uit de privésector. In 2010 werden de GOP-begeleiders geïnitieerd in de VIB-technieken zodat zij deze methodiek in de toekomst ook zelf kunnen toepassen.
8.
Geven of organiseren van gepaste nazorg ter consolidatie van de bereikte resultaten
Hoewel we goede nazorg nodig achten en ook betrachten, blijft deze over het algemeen te beperkt wegens gebrek aan voldoende omkadering qua middelen en qua personeel. We zijn dan ook zeer blij wanneer een opvanggezin of weekendgezin na een terugkeer van de kinderen naar huis, nog bereid is een ondersteunende relatie aan te bieden aan de ouders en de kinderen. We overwegen bij een terugkeer naar huis of verdere ambulante begeleiding door een CKG of een andere organisatie nodig is.
Jaarlijkse evaluatie: Geef aan hoe vaak en in welke gevallen de in de modules vooropgestelde termijnen gerespecteerd werden? Wanneer / in welke gevallen niet? Welke acties worden eventueel ondernomen om naleving van de termijnen te verbeteren
Gemiddelde duur van de afgelopen GOP in 2010 Opvang in afwachting van een mogelijke adoptie : De gemiddelde duur voor deze doelgroep bedroeg in 2010 3 maanden. Van de twee kindjes voor wie de maximumtermijn van 3 maanden overschreden werd, was er 1 kindje met „special needs‟ waarvoor de zoektocht naar een adoptiegezin moeilijker verlopen is. Bij een ander kindje was de ouder op een bepaald moment onvindbaar voor de adoptiedienst. Zeer kort verblijf:
20
De gemiddelde duur van de 9 afgeronde begeleidingen bedroeg 10,5 dagen. modules duurden minder dan de maximumtermijn van 1 maand.
Alle
Kort verblijf: De duur van de 7 gestopte modules kort verblijf bedroeg 5,3 maanden. Hier zitten we gemiddeld boven de vooropgestelde termijn van 3 maanden. De twee kinderen waarbij de duurtijd 6 maanden was, behoren tot eenzelfde gezin. De mama was opgenomen in de psychiatrie. Zij maakte een gunstige evolutie door en er was niet echt sprake van POS. De kinderen zijn na ontslag van de mama uit de psychiatrie naar huis teruggekeerd. Twee andere kinderen uit 1 gezin verbleven, tijdens de ziekenhuisopnames van hun mama, bij hun tante omdat hun papa in het buitenland woonde. Er was geen sprake van een POS zodat we een verlenging van de GOPopvang konden motiveren. De twee kinderen uit 1 gezin waarbij de duurtijd 10 maanden bedroeg. De termijn van de opvang van de overige kinderen ligt binnen de termijn van 3 maanden.
Onderbroken opvang: Er werd voor 11 kinderen een onderbroken opvang afgerond. De gemiddelde duur bedroeg 6,16 maanden. De maximale termijn van 2 jaar werd niet overschreden. De weekendopvang bij 5 kinderen uit 3 gezinnen liep ongeveer 2 jaar. Bij 3 kinderen uit drie gezinnen liep de weekendopvang 5,5 maanden,6,5 maanden en 7 maanden. Steunrelaties: 8 steunrelaties (betreffende 10 kinderen) werden afgerond. Voor deze 8 steunrelaties komt de gemiddelde duur op iets minder dan 15,81 maanden. Hierbij zitten twee steunrelaties die de termijn van 2 jaar ruim overschreden hebben. De steunrelaties waarbij een knuffelmama steun biedt aan een jonge baby in het ziekenhuis wegens afwezigheid van de ouder duurde een tweetal weken. → de dienst registreert afspraken rond termijnen in het dossier → bij overschrijding van de termijn: de dienst neemt een verantwoording op in het dossier + en stelt een stappenplan op om binnen een redelijke termijn de opvang te beëindigen → de realisatie deze opdracht wordt ook ter plaatste nagegaan aan de hand van dossiers (inspectie ter plaatse)
Streefcijfers 2011 Indien het voorstel wordt aanvaard om het subsidiëringmechanisme voor de GOPdiensten aan te passen om te vermijden dat de GOP-diensten geconfronteerd worden met moeilijke financiële situaties wegens wijzigende verhoudingen in de behaalde cijfers, zal De Mutsaard volgens het voorstel een forfaitaire subsidie ontvangen waar een streefcijfer van 68 GOP-dossiers tegenover staat. Daarin zijn ook de steunrelaties opgenomen die nog lopen tijdens de afbouw van de steungezinnenwerking. GOP-Modules: 60 STEUN: 8 (geleidelijke afbouw) Totaal : 68 dossiers Mogelijke inschatting verdeling per modules op basis van cijfers 2010
21
1° kort verblijf in een pleeggezin voor kinderen in het licht van een mogelijke adoptie: 13 2° zeer kort verblijf in een pleeggezin voor kinderen en mobiele en ambulante begeleiding voor hun gezin, met het oog op een terugkeer naar huis: 9 3° kort verblijf in een pleeggezin voor kinderen en mobiele en ambulante begeleiding voor hun gezin, met het oog op een terugkeer naar huis: 9 4° onderbroken verblijf in een pleeggezin voor thuiswonende kinderen en mobiele en ambulante begeleiding van hun gezin: 29 5° begeleiding van een ondersteunende relatie steunvragend/steungevend gezin : 8 (die zo mogelijk afgebouwd worden) Werving en selectie : De werving, selectie en voorbereiding van pleeggezinnen gebeurt vanaf 2011 binnen het kader van de provinciale samenwerkingsverbanden Antwerpen en Oost-Vlaanderen. Vanuit De Mutsaard wordt voor deze samenwerking personeel ingezet zoals volgens een verdeelsleutel bepaald in de associatieovereenkomst.
4-5 b. omschrijving van de operationele doelstellingen (opdrachten) 1° kandidaat-pleeggezinnen werven, informeren, voorbereiden en vormen op basis van een selectie- en vormingsprogramma; 2° steungezinnen zoeken ter ondersteuning van de steunvragende gezinnen, informeren, voorbereiden en vormen in functie van de ondersteunende relatie steunvragend gezin – steungevend gezin;
Geef een overzicht van de initiatieven die de dienst onderneemt om bovenstaande opdrachten te realiseren. Toon aan dat, voor wat betreft de opvangmodules, de dienst zich inschrijft in de werking van het provinciale pleegzorgpunt. Samen met de partners van GOP investeert de dienst ruim in promotieactiviteiten om pleeggezinnen te werven. Pleeggezinnen en sympathisanten worden actief betrokken bij de werving en de bekendmaking van het project. Pleeg- en steungezinnen krijgen de kans om elkaar te ontmoeten op vormingsavonden en informele ontmoetingsmomenten. De pleeg- en steungezinnen worden door een vaste begeleider ondersteund doorheen hun engagement. De screening, selectie en voorbereiding van kandidaat-steun/pleeggezinnen gebeurt door hiertoe opgeleide selectiemedewerkers. Kandidaat-pleeg- en -steungezinnen werven, informeren, voorbereiden en vormen op basis van een selectie- en vormingsprogramma Tot eind 2010 worden Kandidaat-gezinnen geselecteerd of gescreend door de medewerkers van het selectieteam.
22
De gehanteerde selectiecriteria zijn voor alle vormen van pleegzorg dezelfde, maar de procedure verschilt naargelang het engagement dat de kandidaten aangaan. Gezinnen die zich willen engageren als pleeggezin volgden tot nu toe het Stapprogramma. Dit is een voorbereidend en (zelf)selecterend programma van 7 avonden. In de loop van het programma hebben de stapbegeleiders minstens 2 individuele selectiegesprekken bij de kandidaten thuis. De procedure voor kandidaten die ervoor kiezen om steun- of weekendgezin te worden, bestaat uit enkele individuele gesprekken met de kandidaten. Wanneer gezinnen zich kandidaat stellen als pleeggezin voor een kind binnen hun netwerk of hun familie, dan worden zij voor de start van de opvang of de begeleiding gescreend aan de hand van twee of drie gesprekken. De verslaggeving van het selectieproces wordt met de kandidaten doorgenomen en komt in hun dossier terecht samen met een recent uittreksel uit hun strafregister en een medisch attest. Dit programma wordt verzorgd door twee, soms drie begeleiders. Eén van hen is een ervaren pleegouder. De ander(en) zijn begeleiders van de dienst die ook zelf pleegsituaties begeleiden. Tijdens de bijeenkomsten komen volgende thema's aan bod: - uitleg over de opzet van het programma. Wat is pleegzorg? Het verschil tussen ouderschap en pleegouderschap; - van het begin tot het eind: een route door de pleegzorg; - over de noodzaak om deskundig te worden in het omgaan met verliezen; - kinderen helpen zich te hechten; - kinderen leren op een passende manier te reageren; - hoe belangrijk het gezin van herkomst voor kinderen is; - kinderen helpen het pleeggezin te verlaten; - wat betekent het pleegouderschap voor de kandidaten, hun gezin en omgeving? Voor de zesde bijeenkomst brengen de kandidaten familie en vrienden mee. Zij kunnen in dialoog gaan met een panel van deskundigen in pleegzorg: een (ex-)pleegkind, een pleegzus of -broer, een pleegouder, een ouder van wie het kind in een pleeggezin zit, een consulent, e.a. … Vanaf januari 2011 geldt een aangepaste procedures voor selectie, screening en voorbereiding van kandidaat-pleeggezinnen in de schoot van de nieuwe provinciale samenwerkingsverbanden.. Deze werden uitgewerkt in samenwerking met alle diensten voor pleegzorg die zich aansloten bij de provinciale associaties. Jaarlijkse evaluatie: Werden de vooropgestelde doelstellingen gerealiseerd / waren de initiatieven succesvol? Is er eventueel bijsturing nodig. Indien de dienst nog geen samenwerking heeft met het provinciale pleegzorgpunt, maak een stappenplan op voor integratie.
In 2010 vonden volgende acties plaats:
1.
Kandidaat-pleeggezinnen werven, informeren, voorbereiden vormen op basis van een selectie- en vormingsprogramma
en
1.1 Bekendmaking en werving door De Mutsaard Wat betreft bekendmaking en werving GOP slaan De Mutsaard en Opvang in 2010 de handen in elkaar. Er wordt nauw samengewerkt met Vanessa Vogelaers, de
23
beleidsondersteunende medewerker voor de 4 GOP-diensten in Vlaanderen. Een aantal acties volgen hieruit. Daarnaast wisselden de verschillende diensten ook informatie en knowhow uit in de PRwerkgroep Provincie Antwerpen. Deze werkgroep vergaderde op 26-01, 31-05, 15-07 en 24-08.
Advertenties - maandelijkse advertenties in De Bond : 31-01, 30-04, 14-05, 28-05, 15-06, 1308, 24-09, 15-10, 22-10, 19-11; - advertentie in plaatselijk pers- en reclameblad: Highlandgames Zwijndrecht (8500 ex): 13-06; - we sloten verder aan bij de sensibiliseringscampagne van Pleegzorg Vlaanderen gestart op 21 november 2008. De PR-werkgroep Provincie Antwerpen, voorloper van Pleegzorg Provincie Antwerpen neemt volgende initiatieven: verdeling van de brochure “interim-ouders gezocht” bij de huisartsen in regio Merksem, Schelle, Aartselaar en Niel; een sticker met de contactgegevens van alle diensten werd reeds in 2009 opgemaakt en wordt op het promotiemateriaal gekleefd; aansluitend verdeelden wij in 2010 de brochures ook bij tandartsen, kinderartsen en logopedisten van diezelfde regio; andere diensten verdelen in andere regio‟s zodat we samen de volledige provincie bereiken; Pleegzorg provincie Antwerpen heeft een promotiecampagne op bussen van “De Lijn” gepland van 9 november tot 6 december; - sponsoring kleinere initiatieven met een advertentie voor kleinere initiatieven in de sociaal-culturele sector. Promotiestand (onbemand) De promotiestand staat van september – december in de bibliotheek van Deurne, inclusief een wervingsbrief opgesteld in samenwerking met Opvang en een literatuurlijst “pleegzorg” zowel voor kinderen als voor volwassenen . Verspreiden brieven, affiches, flyers en folders We verspreidden 1900 brieven met een oproep voor weekendopvang en andere vormen van korte opvang. Dit gebeurt in Deurne en in overleg en samenwerking met Opvang Antwerpen Octopus (225 ex.) Andromeda (300 ex.) Arthur school (270 ex.) De Linde (200 ex.) Drakenhof Xaveriuscollege Deze brief wordt later ook gebruikt voor acties GOP in de andere provincies via de PRwerkgroep Vlaanderen. Affiches “interim-ouders gezocht” werden door verschillende van onze medewerkers in de eigen buurt verspreid. Sensibiliseringscampagne
24
medewerking aan de acties van de algemene sensibiliseringscampagne voor pleegzorg georganiseerd door Pleegzorg Vlaanderen met steun van de Vlaamse overheid; - de informatieve DVD, die in 2009 werd gemaakt als promotiemateriaal voor pleegzorg, werd in 2010 ruim verspreid onder pleegouders en geïnteresseerden. -
Informatiesessies - informatiesessie voor laatstejaarsstudenten in een school in St-Katelijne-Waver; - informatiesessie voor holebi‟s in het Roze huis te Antwerpen.
Website Steeds meer maken geïnteresseerden gebruik van de website om zich te informeren over de werking van onze dienst en melden zich aan via e-mail. We trachten onze website zo actueel mogelijk te houden en krijgen tot nu toe vaak positieve reacties over de informatie die we op het web bieden en de gebruiksvriendelijkheid van onze site. De website wordt vooral bezocht door kandidaat-pleeg- en -steungezinnen en hulpverleners, en minder door hulpvragers. Misschien is hij voor deze doelgroep minder toegankelijk? In functie van de nieuwe provinciale samenwerking tussen de diensten voor pleegzorg moet de informatie op de website aangepast worden aan de nieuwe situatie. Wij werken mee aan de nieuwe website van PR Provincie Antwerpen. Deze is operationeel op 7 november.
1.2.
Bekendmaking GOP door de beleidsondersteunende medewerker i.s.m. de 4 GOP-diensten
Om GOP verder uit te breiden is er een voortdurende bekendmaking bij nulde en eerstelijnsdiensten noodzakelijk. In dit kader werden verschillende diensten gecontacteerd: 1.2.1. Bekendmaking op Vlaams niveau
-
Contacten met thuiszorgdienst Solidariteit voor het gezin Partena ziekenfonds Welzijnsschakels. 15 september 2010: voorstelling GOP aan alle CLB directies van Vlaanderen.
1.2.2. Bekendmaking GOP Antwerpen Gecontacteerde diensten Provincie Antwerpen: - Netwerk Rechtstreeks Toegankelijke Jeugdhulp - Politiebrigade Antwerpen - Politiezone Grens: Essen, Kalmthout, Wuustwezel - Politie Willebroek - CAW Kempen Diensten waar GOP voorgesteld werd: - 20/5/2010: Week van de Opvoeding
25
-
3/6/2010: Opvoedingswinkels Antwerpen 29/6/2010: Koningin Paolaziekenhuis Antwerpen 7/7/2010: Jan Palfijnziekenhuis Antwerpen 20/7/2010: Kathleen Van Riet, provinciaal verantwoordelijke regiohuizen Kind en Gezin 6/9/2010: Sociale dienst Erasmusziekenhuis Borgerhout 15/9/2010: CLB directies Vlaanderen 21/9/2010: Dienst Jeugd en Gezin politie Mechelen 14/12/2010: regioverpleegkundigen provincie Antwerpen uitgesteld naar 07/04/11
1.2.3. Bekendmaking GOP Limburg Gecontacteerde diensten provincie Limburg: - Apothekersvereniging KLAV: artikel in nieuwsbrief oktober - Centraal labo huisartsen - CAW Sonar, CAW ‟t Verschil - Netwerken Rechtstreeks Toegankelijke Jeugdhulp - Politie HAZODI, TRUDO, LOON, Bilzen Hoeselt Riemst, Lanaken - Politie Kempenland: pakket opgestuurd 2/8/2010 - Sociale dienst ziekenhuizen: Virga Jesse, Mariaziekenhuis Noord-Limburg, Regionaal Ziekenhuis Sint-Trudo, Ziekenhuis Oost-Limburg - OCMW Wemmel Diensten waar GOP voorgesteld werd: - 7/10/2010: voorstellen GOP Limburgs netwerk Opvoedingsondersteuning - november 2010: verspreiding informatie en folders via huisartsenkringen - 7/12/2010: Welzijnsoverleg Platform Noord-Limburg 1.2.4. Bekendmaking GOP Oost-Vlaanderen Gecontacteerde diensten Oost-Vlaanderen: - OCMW Oudenaarde - OCMW Ronse - OCMW‟s: Gent, Kluisbergen, Zwalm, Maarkedal, Brakel, Geraardsbergen, Ninove - Sociale dienst politiezone Ronse - Politiezone Geraardsbergen-Lierde - Politiezone Zottegem, Politiezone Vlaamse Ardennen, Politiezone Gent - Regiohuizen Oost-Vlaanderen - CAW Zuid-Oost-Vlaanderen, CAW Delta, CAW Regio Aalst - Opvoedingswinkels - Mutualiteiten - Thuiszorgdiensten In Oost-Vlaanderen werden volgende diensten bezocht om GOP voor te stellen: 3/8/2010: Politie Ninove: Hoofd dienst Jeugd en Gezin Sociale dienst politiezone Brakel: postpakket bezorgd met folders en brief met uitleg
26
Gent -
4/10/2010: OCMW Zottegem 14/10/2010: Sociale dienst Politie Gent 21/10/2010: Tweedejaarsstudenten Sociaal-agogisch werk Hogeschool 9/11/2010: CKG Open Poortje Waasland 16/11/2010: Maatschappelijk werkers Bond Moyson Oost-Vlaanderen 18/11/2010: Intermutualistisch overleg Oost-Vlaanderen 26/11/2010: Folderbeurs RWO Waasland 2/12/2010: Derdejaarsstudenten Sociaal-agogisch werk Hogeschool Gent
Collega‟s van de verschillende diensten voor GOP namen contact op en stelden GOP voor aan de brugfuncties van de scholen en in verschillende ziekenhuizen. Er werd contact opgenomen met deze ziekenhuizen: ASZ Campus Aalst, APZ Sint-Lucia Sint-Niklaas, AZ Alma campus Eeklo, AZ Lokeren, AZ Maria Middelares, AZ Oudenaarde, AZ Sint Blasius Dendermonde, AZ Sint-Lucas, AZ St. Elisabeth Zottegem, AZ Waasland AZ Zusters Van Barmhartigheid Ronse, PC Guislain, Gent, PC St Hiëronymus Sint-Niklaas, PZ Caritas Melle, PZ Sint Camillus Sint-Denijs-Westrem, PZ Sint-Fransiscus Zottegem, PZ St. Jan Baptist Zelzate, PC Sleidinge, St Vincentiusziekenhuis Deinze, UZ Gent 1.2.5. Bekendmaking GOP Vlaams-Brabant en Brussel -
-
Gecontacteerde diensten Vlaams-Brabant en Brussel Sociale diensten ziekenhuizen: Kliniek Sint-Jan, Brussel; Universitair kinderziekenhuis Fabiola, Brussel; UMC Sint-Pieter, Brussel; UVC Brugmann, Brussel; UZ Brussel; Regionaal ziekenhuis Heilig Hart, Leuven; UZ Leuven OCMW‟s Welzijnskoepel Ternat OCMW Zaventem CAW Archipel Brussel, CAW Mozaïek Brussel, CAW Delta Lennik, CAW Regio Vilvoorde, CAW Zenne en Zoniën Halle, CAW Regio Leuven, CAW Hageland Opvoedingswinkels Regiohuizen Kind en Gezin Diensten waar GOP werd voorgesteld: 28/9/2010: OCMW Zaventem 19/10/2010: OCMW Rotselaar 21/10/2010: OCMW Bierbeek 9/11/2010: CAW Vilvoorde 23/11/2010: OCMW‟s regio Leuven (Bertem, Bierbeek, Herent, Huldenberg, Kortenberg, Leuven, Lubbeek en Oud-Heverlee) 30/11/2010: OCMW‟s regio Tienen (Boutersem, Geetbets, Glabbeek, Hoegaarden, Kortenaken, Landen, Linter en Tienen) 2/12/2010: LOK Bekkevoort 7/12/2010: OCMW Sint-Pieters-Leeuw: uitgesteld naar 20/01/11 9/12/2010: OCMW‟s regio Aarschot-Diest-Haacht (Aarschot, Diest, Holsbeek, Bekkevoort, Begijnendijk, Tielt-Winge, Scherpenheuvel-Zichem, Rotselaar, Haacht, Boortmeerbeek, Keerbergen, Tremelo en Kampenhout) 1.2.6. Bekendmaking GOP West-Vlaanderen Gecontacteerde diensten West-Vlaanderen
27
-
Sociale diensten ziekenhuizen: AZ Groeninge in Kortrijk; Kliniek OLV Van Lourdes, Waregem; Regionaal ziekenhuis Jan Yperman, Ieper; SintAndriesziekenhuis, Tielt CAW‟s: CAW regio Brugge, CAW Piramide, CAW Stimulans, CAW Middenkust, CAW Midden West-Vlaanderen, CAW De Papaver, Ieper CIG‟s: CIG Ten Anker, Klemskerke; CIG Ter Leye, Kortrijk Welzijnsoverleg Zuid-West-Vlaanderen, Arrondissement Ieper, Oostende, Roeselare-Tielt, Veurne-Diksmuide, Brugge Regiohuizen Kind en Gezin Welzijnsoverleg Zuid-West-Vlaanderen, Arrondissement Ieper, Oostende, Roeselare-Tielt, Veurne-Diksmuide, Brugge Diensten waar GOP werd voorgesteld: - 18/10/2010: Sociale dienst Stedelijk Ziekenhuis Roeselare - 18/10/2010: Sociale dienst Heilig Hartziekenhuis Roeselare-Menen
1.2.7.
Bedenkingen
Na de contactnames met de verschillende diensten kunnen we enkele bedenkingen formuleren. We krijgen in bepaalde regio‟s weinig aanmeldingen van regioverpleegkundigen, niettegenstaande er de afgelopen jaren veel bekendmakingsacties op hen gericht waren. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Er is enerzijds het personeelsverloop bij de regiohuizen. De doorgegeven kennis rond GOP gaat hierdoor gedeeltelijk verloren. Anderzijds zijn er regio‟s waar vele CKG‟s actief zijn. Hierdoor doen medewerkers van de regiohuizen sneller beroep op een CKG dan op een dienst GOP. GOP is dus wel gekend, maar door de regelmatige en zeer vlotte samenwerking met CKG‟s wordt eerst op hen beroep gedaan. We stellen vast dat CKG‟s niet snel doorverwijzen naar GOP. In het belang van het kind moet eerst bekeken worden wat de beste oplossing is voor dit kind, GOP of een CKG. In andere regio‟s is er een samenwerkingsovereenkomst met de regiohuizen maar resulteert dit niet in doorverwijzingen. De oorzaak is ongekend. Bij de contacten met de sociale diensten van de politie merken we dat er een grote verscheidenheid is wat betreft de doelgroep die bereikt wordt. Sommige diensten geven aan dat ze enkel in contact komen met situaties die reeds een POS zijn. Andere geven aan dat ze graag willen samenwerken met GOP, dat ze soms in contact komen met gezinnen waar preventief werken nog mogelijk is en waar GOP een goede oplossing voor de vraag van de ouders zou kunnen zijn. Een opmerking die bij vele diensten terug komt, is dat het woord “pleegzorg” zeer bedreigend overkomt voor ouders. Gezien dit begrip vooruit springt op onze brochures (Gezinsondersteunende pleegzorg) vormt dit soms een drempel voor ouders. Op termijn willen we evolueren naar één gemeenschappelijke ouderbrochure voor de vier diensten. De opmerkingen die we krijgen op onze huidige brochures worden meegenomen in het ontwerp van de nieuwe brochures.
28
Conclusie: We merken dat GOP nog ongekend is bij vele nulde en eerstelijnshulpverleners. Bekendmaking vraagt een grote tijdsinvestering en is iets dat continu moet gebeuren. Ook in 2011 plannen we de bekendmaking verder te zetten.
2.
steungezinnen zoeken ter ondersteuning van de steunvragende gezinnen, informeren, voorbereiden en vormen in functie van de ondersteunende relatie steunvragend gezin – steungevend gezin
In 2009 werd in samenwerking met het Steunpunt Steungezinnen Geel een perscampagne voorbereid om in de regio mensen te sensibiliseren om zich als steungezin of steunfiguur te engageren. In dat kader vond op 20/11/2009 op het Stadhuis te Geel een persvoorstelling plaats. Nadien meldden verschillende kandidaten uit de regio zich aan. Hoewel vanaf 2010 de steungezinnenwerking binnen de GOPdiensten diende afgebouwd te worden, heeft De Mutsaard in 2010 geïnvesteerd in kennismaking- en screeningsgsprekken voor de kandidaten die reageerden op de campagne in Geel. Op vraag van initiatiefnemers van CKG De Kleine Vos, verleenden we ook onze medewerking aan de opstart van een Steungezinnenproject DOMO-Antwerpen, waarover we hoger reeds meer informatie gaven. Bedoeling is een steungezinnenwerking uit te bouwen die maximaal, ook organisatorisch, werkt met vrijwilligers. Kandidaat-steungezinnen die zich nog bij De Mutsaard aanmelden, worden nu verwezen naar het project DOMO-Antwerpen of naar JOBA, een dienst die werkt met steungezinnen voor niet-begeleide buitenlandse minderjarigen.
3.
Provinciale pleegzorgpunten
Begin 2011 werd het startsein gegeven voor een gemeenschappelijk wervings- en selectieteam voor kandidaat-pleeggezinnen en een gecentraliseerde intake en matching van pleegzorgvragen. Het proces naar deze provinciale samenwerking werd begeleid door externe procesbegeleiders van Ad-Forum . Ook de gezinsondersteunende pleegzorg is zich aan het integreren in deze samenwerkingsverbanden. Hierbij vraagt de specificiteit van de werkvorm speciale aandacht. De laagdrempelige toegang, de afgrenzing met bijzondere jeugdzorg, het belang van een goede vraagverheldering en de snelle inzetbaarheid van de modules mogen niet verloren gaan. De inbedding van GOP in de provinciale samenwerkingsverbanden wordt voorbereid in overleg met de sector GOP en Pleegzorg Vlaanderen. De nieuw aangeworven beleidsmedewerker heeft hierin voorbereidende en ondersteunende opdrachten (meer info hierover verder in het verslag). De directie en/of de coördinator van het gezinsondersteunend team nemen deel aan het sectoroverleg terzake. De directie neemt deel aan de provinciale stuurgroepen van directies in Antwerpen en in Oost-Vlaanderen. Twee medewerkers van de Mutsaard werkten in beide provincies mee in de werkgroepen intake en de werkgroepen selectie. Binnen deze werkgroepen is men bezig met de uitwerking van gezamenlijke intake- en selectieprocedures voor werving en selectie van pleeggezinnen, intake van hulpvragen en matching. Gezien het voorziene tijdspad hadden deze werkgroepen een hoge vergaderfrequentie. Voor GOP kiest men er voorlopig voor om, naast het centrale meldpunt voor instroom van hulpvragen, de rechtstreekse toegankelijkheid van de GOP-diensten te bewaren. Binnen het Centrale meldpunt en het intaketeam zal de specifieke benadering van GOP
29
op vlak van vraagverheldering en inschatten van het perspectief „terug naar huis‟ en de grote betrokkenheid van ouders, zijn plaats moeten vinden. Wij pleiten ervoor dat een ervaren GOP-medewerker deel uitmaakt van de nieuwe provinciale selectie- en intaketeams om deze kennis in te brengen. In het voorjaar 2010 werden de procedures Selectie en Intake gefinaliseerd. In het tweede kwartaal werden de coördinatoren voor de provinciale pleegzorgpunten aangeworven om in het najaar te kunnen starten. In het najaar 2010 zijn vanuit de verschillende diensten de functies intake en selectie ingevuld . De personeelsinzet gebeurt volgens een afgesproken verdeelsleutel. De implementatie van de uitgewerkte procedures gebeurde in het najaar 2010 en zal in 2011 zeker nog de nodige aandacht opeisen. Het ganse proces verloopt in overleg met de verwijzers. Vanaf 2011 zal de werving, de aanmelding en de selectie van kandidaat-pleeggezinnen gebeuren door de nieuw samengestelde provinciale selectieteams. Omdat De Mutsaard werkzaam is in de Provincie Antwerpen en in het Waasland heeft de dienst zich ingeschreven in de teams „Pleegzorg Oost-Vlaanderen‟ (PZO) en „Pleegzorg provincie Antwerpen‟ (PPA). Vanaf januari zullen we dan ook putten uit de provinciale pool pleeggezinnen die PZO en PPA genereren. Tijdens het proces van voorbereiding werden door medewerkers van de verschillende aangesloten diensten de contouren uitgetekend voor gezamenlijke intake- en selectieprocedures. Gezien GOP in verhouding tot Pleegzorg BJB een kleine sector is en toch vanuit een andere invalshoek vertrekt (rechtsreeks toegankelijke pleegzorg op vraag van de ouders, kortdurend en perspectief naar huis), is het nodig om de eigenheid van de werkvorm helder te maken bij de partners. Ter voorbereiding hiervan werden op Vlaams niveau verschillende overlegmomenten georganiseerd voor de GOP-diensten om een goede inbedding van GOP in de provinciale werkingen te ondersteunen. Vanessa Vogelaers, de beleidsondersteunende medewerker voor de GOP-diensten, voerde in dit kader verschillende opdrachten uit.
3° het in kaart brengen van een aanmeldingsvraag; 4° via vraagverheldering nagaan of gezinsondersteunende pleegzorg, en welke vorm van pleegzorg de meest geschikte oplossing is; 5° via vraagverheldering nagaan of een steungezin de meest geschikte oplossing is;
De dienst gaat planmatig te werk. Geef een overzicht van de indicatiecriteria waaraan aanmeldingsvragen afgetoetst worden (eventueel gedifferentieerd naar de module). Geef aan op welke wijze je te werk gaat / procedures die gehanteerd worden.
Wanneer de dienst een aanmeldingsvraag ontvangt, wordt nagegaan of gezinsondersteunende pleegzorg een geschikt antwoord kan bieden op de gestelde problematiek. Daartoe worden in eerste instantie de ouders en hun kind(eren) uitgenodigd tot een gesprek. Gedurende intakegesprekken met de betrokkenen wordt de initiële hulpvraag verder geëxploreerd. Gezocht wordt naar een duidelijker omschrijving van de opvoedingsproblematiek/de hulpvraag. Samen met de ouders wordt gezocht naar de oplossing die een antwoord kan bieden op hun hulpvraag.
30
Naast het verzamelen van informatie m.b.t. de hulpvraag wordt er informatie gegeven over de dienst en over de werking. Indien relevant worden belangrijke derden uit de leefsituatie van het gezin (bijv. familie) of andere hulpverleners bij de intake betrokken. Indien gezinsondersteunende pleegzorg geen gepast antwoord is op de hulpvraag, worden ouders verder op weg geholpen (bijv. door hen door te verwijzen). Indicatiecriteria die gedurende het intakeproces expliciet en/of impliciet aan bod komen zijn: 1. 2.
3.
4. 5. 6.
7.
8.
9.
De kinderen zijn tussen 0 en 12 jaar oud, of lopen nog lagere school. Er is een hulpvraag i.v.m. het opvoedingsgebeuren; het gezin ervaart een zware draaglast omwille van moeilijke leefomstandigheden die dreigen de opvoeding te hypothekeren. Ouders nemen zelf het initiatief voor het zoeken van hulp/ondersteuning. Ze doen dit alleen, of laten zich daarvoor bijstaan door een derde (een vertrouwenspersoon). Ouders zijn bereid om mee in de hulpverlening te investeren indien dit nodig is. Het sociale netwerk van het gezin is ontoereikend of kan onvoldoende ondersteuning bieden. Dienst- en of hulpverleners die met opvoedingsondersteuning bezig zijn, achten gezinsondersteunende pleegzorg wenselijk. Mogelijke terreinen en factoren die de opvoeding bemoeilijken of de draaglast te zwaar maken: a. Ouder(s) en gezin: gezondheid/fysisch functioneren, algemene ouderlijke (persoons)kenmerken, geschiedenis van ouder(s) en gezin, gezinsinteracties, gezinsstructuur, communicatie in het gezin, mate waarin sociale steun wordt ervaren. b. Interactie tussen ouder(s) en kind: verwachtingen, belevingen, opvoedingsvaardigheden, opvoedingsklimaat, opvattingen over opvoeding. c. Kind: gezondheid/fysisch functioneren, temperament, gedrag en emoties. d. Context van het gezin: financiële draagkracht, huisvesting, verblijfsstatuut, gezinsvorm, institutioneel/ professioneel netwerk, informeel/ sociaal netwerk. Ingeval van acute situaties zijn er duidelijk prioritaire werkpunten. Er zijn in de leefsituatie potentialiteiten te onderkennen waarmee gewerkt kan worden om tot verbetering te komen. Situaties waarbij het gezin over voldoende draagkracht beschikt, maar waar deze zeer broos is. Het gezin heeft regelmatig nood aan extra steun of aan opvang voor hun kind(eren) om moeilijke periodes te overbruggen en hun draagkracht te kunnen handhaven of te versterken. Ingeval van een steunrelatie is het gezin bereid om (volgens zijn mogelijkheden) in de relatie te investeren.
Bij volgende indicaties is gezinsondersteunende pleegzorg niet aangewezen: 1. 2. 3.
Occasionele omstandigheden in de leefsituatie die leiden tot opvangnoden maar niet tot eigenlijke problemen in de opvoeding. Problematische opvoedingssituaties. Het perspectief op herstel is heel onduidelijk. Ernstige, complexe probleemsituaties die meer gespecialiseerde hulp of pleegzorg van lange duur vereisen.
31
4.
Probleemsituaties waarbij er nood is aan een blijvende overname van opvoedingstaken. Er is onvoldoende opvoedingscompetentie aanwezig om op korte termijn een verbetering te bewerkstelligen.
Evaluatie: welke acties heeft de dienst ondernomen om deze opdrachten uit te voeren en/of om dit aspect van de werking te verbeteren? Zie hoger.
→ De dienst registreert elke aanmeldingsvraag of vraagverheldering. → Deze opdrachten kunnen ook geëvalueerd worden aan de hand van het dossier (inspectie ter plaatse).
6° opvang in een pleeggezin laten voorafgaan door een grondige matching van de opvoedings- en gezinssituatie van het kind enerzijds en een screening van het pleeggezin anderzijds. In het geval van een crisisopvang gebeurt dit zo vlug mogelijk; 7° de ondersteunende relatie van een steungezin laten voorafgaan door een grondige matching van de opvoedings- en gezinssituatie van het kind enerzijds en een analyse van het steungezin anderzijds; 8° gedurende de opvang van het kind in het pleeggezin, het pleeggezin, het gezin van het kind en het kind zelf begeleiden. Dit gebeurt op regelmatige wijze en telkens dit vereist is. Het pleeggezin en het gezin van het kind wordt voldoende bezocht in functie van het goede verloop van de opvang en van de noodwendigheid van de concrete situatie, teneinde de terugkeer van het kind naar het gezin op korte termijn te bewerkstelligen. Zo nodig wordt in dit verband samengewerkt met andere hulpverleningsinstanties waarmee duidelijke afspraken worden gemaakt met betrekking tot de taakuitvoering; 10° bij het einde van de opvang instaan voor de organisatie van een passende nazorg, alsook voor de evaluatie van de opvang in het pleeggezin; Deze evaluatie wordt in het kinddossier bewaard. 11° de relatie steunvragend gezin – steungevend gezin begeleiden, en gedurende de eerste maanden van de steunrelatie, beide gezinnen op regelmatige basis en telkens dit vereist is, ondersteunen.
Geef aan op welke wijze deze opdrachten gerealiseerd zullen worden? Welke werkwijze, proced acties zal de dienst ondernemen om dit aspect van de werking nog te verbeteren?
1.
Uitgangspunten
De Mutsaard vindt het belangrijk om een ruim hulpverleningsaanbod t.a.v. het cliëntsysteem te kunnen aanbieden. Afhankelijk van de hulpvraag kan de gebruiker zowel een beroep doen op een steungezin (wordt afgebouwd), een opvanggezin
32
(onderbroken opvang, weekendopvang, kortdurende opvang en crisisopvang) als op een pleeggezin. Het brede aanbod helpt ons om vraaggericht te kunnen werken en kan ons inziens naar ouders toe een drempelverlagend effect hebben. Zonder de individualiteit van het kind uit het oog te verliezen, wil de dienst haar hulpverlening aanbieden met oog voor zijn/haar context en gezinsgericht werken. Wij gaan ervan uit dat kinderen een onverbrekelijke band hebben met hun familie, die mede hun identiteit zal bepalen. De dienst wil er zorg voor dragen dat de familie van het kind respectvol benaderd wordt door alle betrokkenen en tracht hen te ondersteunen in het vormgeven van hun ouderschap. In zijn hulpverlening wil de Mutsaard alle voor het kind belangrijke personen een plaats geven. De rechten en verwachtingen van de verschillende partijen trachten we zo goed mogelijk te respecteren en met mekaar te verzoenen. Bij de keuze van het hulpaanbod en de hulpverlening betrachten we een maximale participatie van de cliënt en zijn context. De ontwikkeling van het kind dient hierbij centraal te staan. Het hulpverleningsaanbod mag niet ingrijpender zijn dan nodig voor het kind en zijn gezin. Bovendien willen we krachtengericht, verbindend en versterkend werken met de diversiteit van mensen die we als cliënt ontmoeten. De Mutsaard besteedt veel aandacht aan de pleeggezinnen verbonden aan de dienst. Wij beschouwen hen als gelijkwaardige partners in de pleegzorg, die hun privésituatie inzetten op vrijwillige basis. Door hen grondig voor te bereiden op pleegzorg, hen te ondersteunen en te begeleiden in de dagelijkse zorg voor hun pleegkind, kunnen ook zij invulling geven aan de belangrijke rechten van kinderen. Het recht op privacy willen wij voor alle betrokkenen als prioritair stellen. Zowel naar ouders, kinderen als naar pleeggezinnen willen we zorgzaam omgaan met vertrouwelijke informatie. Enkel gegevens die relevant zijn in het kader van het verblijf en de begeleiding van het kind zullen uitgewisseld worden. Op organisatorisch vlak streven we een transparante en duidelijke structuur in het beleid na, waarin een open communicatie voorop staat. Een gepast V.T.O.-beleid en regelmatig teamoverleg moeten de medewerkers ondersteunen in hun deskundigheid.
2.
Gehanteerde processen
De begeleiding van De Mutsaard en de ondersteunende relatie richten zich op de steunfuncties, het netwerk, het pedagogisch gezinsfunctioneren en de maatschappelijke hulpbronnen. Hierbij horen volgende activiteiten: Vraagverheldering In een eerste fase worden ouders begeleid in het verhelderen en afbakenen van de hulpvraag en het indiceren van een gepast hulpverleningsaanbod. Indien het realiseren van een opvang/steunrelatie aansluit bij de nood van het hulp/steunvragend gezin gaan we op zoek naar een pleeggezin/steungezin dat dit aanbod kan realiseren. Netwerkonderzoek
33
Vooraleer we gaan zoeken naar een pleeggezin of een steungezin binnen de woonomgeving van het hulp/steunvragend gezin of beroep doen op een reeds door de dienst geselecteerd pleeg/steungezin, gaan we na of binnen het eigen netwerk van het gezin steunfiguren te mobiliseren zijn. Door het werken met geno-, ecoen sociogram willen we mogelijk aanwezige krachten binnen het familiale en sociale netwerk van het hulp/steunvragend gezin opsporen en in kaart brengen. Matchen en afstemmen: Op basis van de informatie in de fase van vraagverheldering en netwerkonderzoek zoeken en screenen we een geschikt pleeg/steungezin binnen het netwerk of in de omgeving van het hulp/steunvragend gezin of brengen we het hulp/steunvragend gezin in contact met een reeds eerder door onze dienst geselecteerd steungezin voor een kennismaking. Samen met de betrokkenen zoeken we naar een afstemming van vraag en aanbod. De communicatie omtrent wederzijdse verwachtingen wordt geactiveerd. Afspraken worden vastgelegd in een ondersteuningsplan. Coaching van steungezinnen Zeker in de beginfase gaat veel aandacht van de begeleiding naar het ondersteunen van het steungezin en het steunvragend gezin in het opbouwen van een relatie. Daarna blijft de dienst de evolutie van de steunrelatie opvolgen en de voortgang zoals gepland in het ondersteuningsplan evalueren. Ter ondersteuning van het steunvragend gezin biedt het steungezin een tijdelijke, aanvullende opvoedkundige relatie aan, aangepast aan de hulpvraag van de cliënt en volgens afspraken gemaakt in het ondersteuningsplan. De focus kan hierbij liggen op ondersteuning van de ouders of op ondersteuning van het kind, of op beiden. Deze ondersteuning verloopt spontaan binnen een respectvolle omgang tussen beide gezinnen. Deze omgang kan allerlei vormen aannemen: gezamenlijke activiteiten, occasioneel korte opvang, hulp bij de schooltaken, praktische hulp bij huishoudelijke of administratieve taken, een gelegenheid om zorgen te delen,…. Wederkerigheid in de relatie blijft hierbij een belangrijk uitgangspunt. Dit betekent dat het steungezin het steunvragend gezin bij het eigen gezinsleven betrekt en omgekeerd. Op die manier worden er gelegenheden gecreëerd waarbij het steungezin een spiegelfunctie kan uitoefenen en als rolmodel kan fungeren om de pedagogische vaardigheden van ouders te versterken. Begeleiding van (on)onderbroken opvang Begeleiding van de driehoek We begeleiden zowel ouders, kind als opvanggezin. Deze begeleiding staat in functie van het kind. Het is een ambulante begeleiding en kan zowel intermediair als individueel zijn. Het is vooral tijdens het verloop van de opvang dat de begeleiding zich richt op de onderlinge relatie tussen de ouders en het opvanggezin. Begeleiding van het opvanggezin Gericht op de tijdelijke opvang van het kind Begeleiden en ondersteunen in de tijdelijke opvoedingstaak; rekening houden met het individuele kind en zijn familiale context…..tijdelijk co-ouderschap. Bemiddelen en optimaal in stand houden van de relatie tussen ouders en opvanggezin vanuit de zorg voor het kind. Bespreken van dagdagelijkse situaties, doorgeven aan ouders, spiegelen vanuit het gewone gezinsgebeuren.
34
Begeleiden van het kind Opvoedingsperspectief blijft bij de ouders. We trachten zoveel mogelijk continuïteit voor het kind te behouden: dezelfde school, jeugdbeweging, regelmatige bezoeken van of bij de ouders. Ook gewoontes, individuele zorg en aanpak van het kind worden zoveel mogelijk overgenomen. Kind leert aanvullende ervaringen, binnen een gezinscontext. Het leert andere patronen, bijv. een kind van een alleenstaande moeder leert in het opvanggezin omgaan met een vaderfiguur. Het gedrag van het kind wordt herkaderd in functie van de emotionele context. Begeleiding van de ouders In functie van een terugkeer naar huis wordt gewerkt aan het versterken van de draagkracht van de ouders. Samen met de ouders gaan we kijken op welke domeinen de krachten en het gezinsfunctioneren terug kunnen opgepakt worden. We beogen gezinsbegeleiding op maat, werken vraaggericht. Samen met de ouders zoeken we op welke manier het netwerk kan uitgebreid worden en de maatschappelijke redzaamheid kan versterkt worden. We bieden emotionele steun en geven begrip, en werken aan de bestaande stressoren om terugkeer naar huis mogelijk te maken. Wanneer nodig en gewenst, ondersteunen bij stappen naar meer gespecialiseerde hulpverlening. Begeleiden van opvang van een baby/kind in het licht van een mogelijke adoptie Deze opvang heeft zijn eigen specifieke karakter. Het opvanggezin zorgt op een gepaste manier voor de baby tijdens de wettelijke bedenktijd die ouders hebben vooraleer ze afstand kunnen doen van hun kind, indien ze kiezen voor adoptie. Het opvanggezin wordt daarin begeleid door dienst. De begeleiding van de (afstands)ouders gebeurt door een hulpverlener van de adoptiedienst. Van deze opvanggezinnen wordt ook gevraagd om van de eerste levensmaanden van het kind voldoende informatie te verzamelen in een foto/verslagboek zodat het kind en de ouders of adoptiefouders daar later naar terug kunnen grijpen en zo een toch belangrijke fase in het leven van dit kind in beeld kan gebracht worden.
Afronden en nazorg Wanneer voor het gezin de nood aan opvang van hun kind of de steunrelatie niet meer dwingend is of wanneer de steunrelatie op eigen kracht kan voortbestaan, wordt gewerkt aan het afbouwen en verantwoord afronden van de begeleiding. De dienst blijft ter beschikking voor gewenste nazorg of doet hiervoor beroep op derden.
3.
Het gezinsondersteunend team in 2010
Het gezinsondersteunend team is binnen De Mutsaard een overlegplatform waar vier begeleiders die voornamelijk werken met dossiers GOP, Steun en PSA samen een gedeelde visie en een verantwoorde methodische aanpak voor gezins-en opvoedingsondersteuning ontwikkelen teneinde ze te implementeren binnen het gehele team van de Dienst voor Pleegzorg De Mutsaard. De medewerkers van het gezinsondersteunend team vergaderden in 2010 ( t.e.m.31 oktober 2010) 7 keer.
35
Volgende thema‟s en activiteiten kwamen aan bod: Visie-en methodiekontwikkeling: -
-
-
-
kennismaking met en inoefenen van nieuwe methodieken o.a. workshop „praten met kinderen‟, video-interactiebegeleiding en ZIKO-VO; afspraken m.b.t. het inschakelen van het kinderteam voor belevingsonderzoeken indien dat voor een bepaald kind gewenst is; afspraken gemaakt over de geleidelijke afbouw van de steungezinnenwerking met zorg voor lopende steunbegeleidingen en aanvragen waarvoor nog geen steungezin gevonden werd, zorg voor doorverwijzing van nieuwe aanvragen, zorg voor samenwerkingsproject met de diensten in Geel; reflectie wat met ankerpunt in opvoedingswinkel te Turnhout; opstellen registratieformulier voor begeleidingscontacten om een beter zicht te krijgen op het aantal begeleidingscontacten binnen GOP. Dit formulier wordt na 1 jaar geëvalueerd; reflectie over mogelijke knelpunten om GOP te integreren in de werking in de provinciale samenwerkingen Pleegzorg Oost-Vlaanderen en Pleegzorg provincie Antwerpen; werklunch voor opvanggezinnen die een baby opvangen in afwachting van een mogelijke adoptie; overleg en samenwerking met de beleidsondersteunende medewerker GOP voor bekendmaking GOP; organisatie van een informatie- en ontmoetingsmoment: in het kader van de Week van de Opvoeding („Opvoeden is een samenspel‟) hebben we een ontmoetingsmoment voor ouders uitgewerkt over weekendopvang. Spijtig genoeg is er niemand komen opdagen.
Bespreking van aanvragen GOP, Steun en PSA: -
-
In 2010 kwamen 4 lopende begeleidingen opvang in afwachting van een eventuele adoptie, 1 lopende begeleiding weekendopvang,1 intake weekendopvang, 1 motivatie van verlenging maximale duur weekendopvang op de agenda. Andere dossiers werden besproken op de veertiendaagse teamvergaderingen.
Vorming en ontmoeting -
-
Tijdens de jaarlijkse werklunch die georganiseerd wordt voor de opvanggezinnen die een baby opvangen in afwachting van een eventuele adoptie werd een vorming aangeboden rond het thema “hechting van het jonge kind en de principes die gehanteerd worden bij video-interactiebegeleiding”. Er werden reeds voorbereidingen getroffen om de volgende werklunch te organiseren in 2011. Op 11 februari 2010 werd er een terugkomavond STAP georganiseerd. Op 27 maart 2010 vond onze lente-ontmoeting voor pleeggezinnen plaats rond het thema „Afrikaanse cultuur en diversiteit‟ Op 10 maart 2010 organiseerde AVOP de vorming „Hand in Hand, soms ambetant (over de beleving van pleegzorg bij eigen kinderen).
36
Bekendmaking van het GOP-aanbod -
-
In mei 2010 hebben we onze medewerking verleend aan de Week van de opvoeding met als thema „Opvoeden is een samenspel‟. We organiseerden een info- en ontmoetingsmoment voor ouders en gezinnen over weekendopvang in de opvoedingswinkel. Spijtig genoeg zijn er geen ouders en andere gezinnen op afgekomen. Op het congres Pleegzorg dat doorging op 16 en 17 september 2010 verzorgden we vanuit GOP enkele workshops:
Gezinsondersteunende Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie, Faculteit voor psychologie en pleegzorg: educatiewetenschappen, Wie maakt er gebruik Vrije Universiteit Brussel van? Dhr. Johan Van Der Sypt, directeur Opvang vzw Mevr. Mieke De Smet, teamverantwoordelijke GOP De Mutsaard vzw Laagdrempelige Mevr. Vanessa Vogelaers, Beleidsondersteunende pleegzorg medewerker GOP, De Mutsaard Mevr. Lena Van Yper, Teamverantwoordelijke Gezinsplaatsing-Sociaal Centrum
Onderzoek en cijfers In samenwerking met de 4 GOP-diensten hebben we het gemiddeld aantal begeleidingscontacten en de gemiddelde duur ervan in kaart trachten te brengen. Bovendien wilden we inzicht krijgen hoe de begeleiders deze contacten beoordelen en welke reden(en) ze daarvoor geven. - De conclusies van twee onderzoeken waaraan we hebben meegewerkt werden bekeken vanuit onze praktijkervaringen binnen GOP: - Het onderzoek naar de „Ondersteuningsbehoeften en tevredenheid pleegouders GOP‟ door Frank Van Holen, Prof. Dr. Johan Vanderfaillie & Hanne Eerdekens - Het onderzoek naar de doelgroepen, het hulpverleningsproces en de uitkomsten van GOP: „Gezinsondersteunende Pleegzorg in beeld‟ door Johan Vanderfaillie, Frank Van Holen & Sarah Keyaert Verder hebben we energie besteed aan het jaarverslag 2009 en het verzamelen van cijfergegevens voor en de evaluatie van het werkjaar 2010 volgens de modaliteiten vooropgesteld in het beleidsplan convenant gezinsondersteunende pleegzorg. Tewerkstelling en stage beleidsondersteunende medewerker In maart 2009 startte een nieuwe beleidsmedewerker voor de diensten GOP. Zij volgde een korte stage bij de 4 diensten GOP. Via een kort ervaringsprogramma kreeg zij de kans om kennis te maken met de specificiteit en de doelgroep van GOP t.o.v. de werking in het kader van BJB. De Mutsaard stond in voor de administratieve en arbeidsrechterlijke aspecten van tewerkstelling. De inhoudelijke aansturing gebeurde door de directies van de GOP-diensten en de coördinator van Pleegzorg Vlaanderen.
37
Planning voor 2011 -
Verdere integratie van de werking GOP binnen de provinciale samenwerkingsverbanden Pleegzorg Oost-Vlaanderen en Pleegzorg provincie Antwerpen.
-
Concreet op weg gaan met de methodieken ZIKO-VO en VIB in GOPbegeleidingen waarvoor dit een gepaste methodiek is.
-
Zorgzame afbouw van onze steungezinnenwerking.
-
Oefenen in een adequatere formulering van doelstellingen in de ondersteuningsplannen (SMART en/of DOMINO: duidelijk, observeerbaar, meetbaar, inspraak, nastreefbaar en opbouwend).
Jaarlijkse evaluatie: Evalueer of, en op welke wijze deze opdrachten gerealiseerd werden. Geef aan welke acties de dienst heeft ondernomen om deze opdrachten te realiseren / om dit aspect van de werking te verbeteren? Zie hoger.
Er wordt een ondersteuningsplan opgemaakt waaruit blijkt dat 1° er op regelmatige en systematische wijze contact wordt opgenomen met het pleeggezin, het gezin, het kind en wat deze contacten inhouden; 2e de contacten met het gezin pedagogische begeleidingscontacten zijn in functie van een snelle terugkeer van het kind naar de thuissituatie. In het dossier kan worden teruggevonden: - een uitvoerig ondersteuningsplan (opdracht 8) - een overzicht van afspraken en contacten met andere diensten (opdracht 8) - dat de evaluatie van de opvang in het pleeggezin in overleg met het pleeggezin zelf, het gezin, eventueel het kind daadwerkelijk heeft plaatsgevonden (opdracht 10); - dat nazorg daadwerkelijk op een systematische manier heeft plaatsgevonden (opdracht 10); - dat de relatie steunvragend gezin – steungevend gezin daadwerkelijk op een systematische manier heeft plaatsgevonden gedurende de eerste maanden van de steunrelatie en telkens dit vereist is. Deze opdrachten kunnen eveneens geëvalueerd worden aan de hand van de ingevulde dossiers en ondersteuningsplannen (inspectie ter plaatse). Jaarlijks vullen de begeleiders een registratie- en evaluatieformulier in voor elke GOP en Steun-begeleiding. De verwerking van dit materiaal zijn in bijlage 1 toegevoegd aan dit verslag: In bijlage 2 geven we meer gedetailleerde informatie over de hulpvragen GOP en Steun die in 2010 bij De Mutsaard binnen kwamen.
38
6. 6. Aanwending van de middelen voor bijkomende ondersteuning van de diensten gezinsondersteunende pleegzorg. Met het oog op een betere ondersteuning van de diensten gezinsondersteunende pleegzorg werd een bijkomende subsidie voor personeels- en werkingskosten, ten belopen van 22.376,06 Euro toegekend aan de diensten voor gezinsondersteunende pleegzorg. Hiermee werd door vzw Caritas Jeugd- en Kinderzorg één halftijds personeelslid aangeworven dat de diensten voor gezinsondersteunende pleegzorg op volgende wijze ondersteunt: 1° onderzoek/opvolging van beschikbaarheid van aanbod gezinsondersteunende pleegzorg. 2° samenwerking tussen diensten onderling en met andere voorzieningen faciliteren. 3° ondersteuning van registratie 4° verzamelen van wetenschappelijke inzichten en praktijkinformatie 5° beleidondersteuning Overzicht activiteiten Vanessa Vogelaers 16 maart 2010 – 9 november 2010 1. Inwerking Doornemen van documenten: - Convenant tussen de Vlaamse gemeenschap en de diensten voor GOP - Besluit Vlaamse regering 2009 - Onderzoek Vanderfaillie - Jaarverslagen verschillende diensten GOP - Eindrapport netwerkpleegzorg - Verslagen sectoroverleg, ledenvergadering, provinciale samenwerking,… - Vlaams Decreet Zorgregio‟s - Registratie Kind en Gezin - Registratie Pleegzorg Vlaanderen 2. Vergelijking beleidsplannen van de GOP diensten 3. Bekendmaking Uitwerken aanpak bekendmaking Ontwikkelen Powerpoint Concrete bekendmakingsancties: zie hoger onder Werving en Selectie 4. Congres Pleegzorg 2010 Workshop “Laagdrempelige pleegzorg”: Voorstelling GOP aan de hand van een casus, samen met Lena Van Yper Ontwerp Poster GOP voor het Congres Pleegzorg 5. Congres Opvoedingsondersteuning 2010 Workshop “Laagdrempelige pleegzorg en opvoedingsondersteuning, pleegzorg dicht bij huis.”, in samenwerking met Séverine Luyssaert, De Mutsaard 6. Kennismaking met de verschillende diensten 22/4/2010: Gezinsplaatsing – Sociaal Centrum 26/4/2010: De Mutsaard 29/4/2010: Pleegzorgpunt West-Vlaanderen 10/5/2010: Opvang
39
25/5/2010: Pleegzorg Vlaanderen 21/6/2010: Pleegzorgpunt Limburg 7. Vergaderingen Ledenvergadering Pleegzorg Vlaanderen Interprovinciaal Overleg Comité Pleegzorg (Vlaams Welzijnsverbond) Sectoroverleg GOP Overleg Kind en Gezin Overleg Kabinet welzijn Overleg werving en bekendmaking GOP Overleg werving en bekendmaking GOP provincie Antwerpen Overleg werving en bekendmaking GOP provincie Oost-Vlaanderen Overleg werving en bekendmaking GOP provincie West-Vlaanderen Overleg werving en bekendmaking GOP provincie Limburg Overleg werving en bekendmaking GOP provincie Vlaams-Brabant en Brussel PR in Vlaanderen Overleg GOP West-Vlaanderen Werkgroep Netwerkpleegzorg 8. Varia Ontwerp beleidsnota financiering 2011-2013 Nota onthaalmoeders en GOP
7. Vorming medewerkers Cursussen per begeleider GOP 2010 NAAM CUYCKENS Nele
DECORTE Danielle
ORGANISERENDE INSTANTIE Zorgsaam/De Onderstroom supervisie KG-Academie
ONDERWERP
Pleegzorg Vlaanderen
Zorgen voor Pleegzorg 2010 Congres Leuven
supervisie Provant Centrum Kauwenberg vzw KG-Academie Vlaams Welzijnsverbond Upgrading i-talent
DE SMET Mieke
KG-Academie Mind Stream international
Workshop Democratische discipline Kennismakingssessie ZiKo Vo
Studiedag en boekpresentatie : Helpende handen Forumtheater over opvoeding Eindcolloqium Staten-Generaal Adoptie Studiedag : Loopbaanbegeleiding in welzijnsvoorzieningen Opleiding 'Tijdskrediet' Zet in op talent en verhoog de werkgoesting van uw werknemers Conferentie Het Kind in Vlaanderen Workshop 3 Zorgen voor Pleegzorg 2010 Congres
40
Leuven
LUYSSAERT Séverine
PEETERS Joke
supervisie KG-Academie upgrading
Kennismakingssessie ZiKo Vo Werken met de roos van Leary
supervisie Het Huis KG-Academie
Van loyauteitsconflict tot ouderverstoring Kennismakingssessie ZiKo Vo
supervisie KG-Academie Lessius
Kennismakingssessie ZiKo Vo Postgraduaat psychopedagogosche counseling
Interne workshops Workshop : Praten met kinderen door Sabine Bracke Nieuwjaarsviering : Thema Diversiteit door Joke Peeters Workshop : Facebook Intern door Sabine Bracke Workshop : Praten met kinderen Intern door Lieve De Workshop : Genogrammen Raeymaecker Intern door Goele Van De Workshop : Time-management Wiel Intern door Mieke De Smet en Danielle Decorte Workshop : SMART-doelstellingen Intern Sabine Bracke+Goele Workshop : Initiatie systeemdenken Van De Wiel
2/02/10 16/02/10 15/06/10 21/09/10 19/10/10 16/11/10 21/12/10
15/03-30/03 30/11/10
ICOBA: Hilde Leonard Themadag mmv Antwerpen
omgaan met agressie van cliënten VK Omgaan met Verontrustende situaties
8. Personeelsbestand op 01.01.2011 Geef in onderstaande tabel een opgave van de beroepskrachten, hun kwalificaties en hun functies.
Familienaam
Geboorte datum
Datum in dienst
Diploma
Functie
Jobtime
Code barema
De Smet A.
07/10/1963 21/01/1991
sociaal verpleegkundige
Hoofdbegeleider
59%
Cuyckens N.
25/06/1971
01/11/2000 HOBU
orthopedagogie
Begeleider
75%
B1C
Luyssaert S.
04/10/1969
07/09/2006
UNIV
Lic. Communicatiewet.
Begeleider
80%
B1C
Peeters J.
03/08/1976
07/11/2006
HOBU
Assistente in de psychologie Begeleider
50%
B1C
De Raeymaecker L.
24/05/1978 30/03/2009
HOBU
Orthopedagogie
Begeleider
37%
B1C
Vogelaers V.
25/09/1982
UNIV
Pol. en Soc. Wet
beleidsmedewerker
50%
B1c
01/03/09
HOBU
Richting dipl. of spec.
B1B
41
Inschakeling van vrijwilligers We kunnen het aanbod GOP enkel realiseren dankzij personen en gezinnen die zich vrijwillig willen engageren om andermans kinderen tijdelijk in hun gezin op te vangen. Zij ontvangen hiervoor een onkostenvergoeding gekoppeld aan het aantal aanwezigheidsdagen (dag- en nachtopvang) van een pleegkind. Ook voor de begeleiding van STAP, het selectieprogramma voor kandidaat-pleeggezinnen, wordt een ervaringsdeskundige pleegouder ingeschakeld. Deze wordt vergoed met de wettelijk toegestane forfaitaire vergoeding voor vrijwilligers.
42
9. Financiële planning Geef hieronder op waarvoor het subsidiebedrag precies zal worden aangewend. 8.1. Personeel : Min 150.854,93 Euro + 18.000 Euro voor beleidsondersteunende medewerker + 2.147,07 overdracht 2010 Totaal: 171.002 Euro Opgave en verantwoording van het strikt noodzakelijk personeel, de gevraagde kwalificatievereisten en de respectieve kostprijs.
1/01/2011
naam
VTE
barema
anc. op 1 januari of op ogenblik van in dienst aantal volledige jaren
reële geschatte loonkost
De Smet Mieke
0,59 B1b
25
40.263,02
Cuyckens Nele
0,75 B1c
15
38.523,74
Luyssaert Séverine
0,80 B1c
4
33.894,62
Peeters Joke
0,50 B1c
9
22.652,94
De Raeymaecker Lieve
0,37 B1c
5
15.327,20
Vogelaers Vanessa
0,50 B1c
5
21.637,52
Totaal
3,51
172.299,04
43
8.2. Werkingsmiddelen + Kosten werving, selectie en vorming: max 37.713,732 Euro Opgave en verantwoording van de noodzakelijke werkingsmiddelen
Omschrijving
Begroting Werkingskosten GOP
Begroting GOP Fteq% 16,57% pp% 20%
Huishouding
3.350
670
Kinderwerking
1.000
200
150
30
15.000
2.486
9.650
1.930
Energie
10.000
1.657
Administratie
30.850
6.170
Verzekeringen
11.350
2.270
Dienstverplaatsingen
37.000
7.400
Sociaal secretariaat
4.500
746
Bijdrage excellent ACC
550
91
Kosten Isabel
500
83
Nucleus back-up
380
63
Interventie informatica
2.000
331
IDEWE/Revisor
.5.600
1.120
Lidgelden
2.375
475
Afschrijving Software
3.000
600
Afschrijving Renovatie
10.000
2.000
Afschrijving Computers
6.000
1.200
Afschrijving Meubilair
6.000
1.200
Afschrijving materialen
5.000
1.000
Bijscholing en vorming personeel
16.000
3.200
Provinciale Samenwerking
10.000
2.000
190.255
36.922
Klein niet afschrijfbaar materiaal Gebruiksvergoeding Onderhoud en herstellingen
Totaal
44
Omschrijving
Begroting werving, selectie en Vorming pleeggezinnen
Begroting GOP
Kosten vergaderingen
2.000
400
Drukwerken
5.000
1.000
200
40
Vorming gezinnen
1.000
200
Representatie
5.500
1.100
14.600
2.920
5.000
1.000
33.300
6.660
Advertenties en publicaties
Georganiseerde activiteiten Promotie Totaal
Bijlage 1: Cijfers begeleidingen GOP en Steungezinnen 2010 Bijlage 2: Cijfers aanmeldingen GOP en Steungezinnen 2010 Bijlage 3: Financieel verslag 2010
Datum : 31/03/2011 Handtekening
Danielle Decorte directeur
45