EVALUATIE 2014-2015 CONVENANT GOVERNANCE EHEALTH
April 2015
[email protected]
Inhoudsopgave
Voorwoord
pag. 3
I. Werking Convenant
pag. 4
II. Implementatieagenda eHealth
pag. 6
III. 2015 en verder …
pag. 10
Bijlagen
-
leden Bestuurlijk Overleg
-
leden Agendacommissie eHealth
-
Convenant Governance eHealth
-
Implementatieagenda 2014
-
Nieuwsbericht 19 nov. 2014
-2-
Voorwoord
eHealth is het gebruik van nieuwe informatie- en communicatietechnologie om gezondheid en gezondheidszorg te ondersteunen of te verbeteren. eHealth omvat diverse digitale technologieën, services en systemen die tijd- en plaatsonafhankelijk bruikbaar zijn, vooral via het internet. Daarnaast kan eHealth de kwaliteit en veiligheid van de zorg verbeteren en het vermogen tot zelfzorg van patiënten versterken. In december 2013 onderschreven zes partijen in de Nederlandse gezondheidszorg1 een bestuurlijk akkoord; het ‘convenant eHealth governance 2014-2019’. Hiermee besloten zij gezamenlijk, elk vanuit de eigen verantwoordelijkheid, tot het actief wegnemen van geïdentificeerde belemmeringen voor eHealth en tot het (doen) opschalen en inbouwen van eHealth in ons zorgsysteem. Dit convenant voorziet in twee evaluatiemomenten: jaarlijks dient de werking van het convenant te worden geëvalueerd en zo nodig dienen vervolgafspraken te worden gemaakt. Ook de Implementatieagenda wordt jaarlijks geëvalueerd, indien nodig wordt er een nieuwe agenda vastgesteld en de afspraken op effectiviteit worden beoordeeld en zo nodig bijgesteld. De commissie werkt in de randvoorwaardelijke sfeer en is niet verantwoordelijk voor het slagen of het falen van de geadopteerde projecten. Het is daarom een uitdaging om in de evaluatie de effecten van de werkzaamheden van de Agendacommissie zichtbaar te maken.
In de voorliggende rapportage wordt aan bovengenoemde verplichting voldaan en worden beide evaluaties samengevat voor het eerste levensjaar van het convenant: 2014. De agenda wordt inmiddels met Implementatieagenda eHealth aangeduid.
1
Deze partijen zijn: artsenfederatie KNMG, patiëntenorganisatie NPCF, Zorgverzekeraars Nederland (ZN), Nictiz, de Vereniging van Zorgverleners voor Zorgcommunicatie (VZVZ) en Zorginstituut Nederland.
-3-
I. Werking Convenant Governance eHealth 2014
De belangrijkste doelstelling van het convenant is de opschaling van eHealth in Nederland, dat wil zeggen: een breed geaccepteerd gebruik van reeds ontwikkelde toepassingen. Om focus te houden is er voor gekozen om te richten op de opheffing van vier soorten belemmeringen voor opschaling. Het gaat om geïdentificeerde problemen op het gebied van financiering, standaardisatie, bekendheid en regie onderwerpen die ook door veldpartijen van groot belang worden geacht2. De convenantpartijen committeren zich om, voor zover dat binnen hun mogelijkheden ligt, belemmeringen voor opschaling weg te nemen. Hiertoe wordt een drietal instrumenten ingezet: •
Een gezamenlijk proces van agendavorming
•
Ondersteuning bij de projectuitvoering waar nodig
•
Eenduidige communicatie over agenda en projecten
Naast een bestuurlijk overleg (leden zijn bestuurders van de convenantpartijen) is de Agendacommissie eHealth opgericht. Deze ambtelijke commissie bereidt het bestuurlijk overleg voor en heeft uitvoerende taken met betrekking tot bovengenoemde drie punten. Rond deze inzet zijn procedurele en inhoudelijke afspraken gemaakt die de voornemens van de convenantpartijen weerspiegelen. Heeft het convenant zodanig gewerkt dat die afspraken gerealiseerd zijn? Het antwoord luidt bevestigend voor het jaar 2014. Dat blijkt uit de volgende resultaten. i) Conform de convenantafspraak is in januari 2014 de Agendacommissie NIA+3 opgericht. De secretariaatsfunctie werd aanvankelijk gefinancierd door ZN. Sinds 1 april 2014 wordt deze functie geleverd door Zorginstituut Nederland dat daarmee haar betrokkenheid bij eHealth en bij het convenant onderstreept. De primaire taak van deze commissie is de doelen van het convenant te realiseren. In eerste instantie heeft de commissie zich gericht op de selectie van een aantal landelijke eHealth projecten voor opname op de Jaaragenda eHealth (zie volgende paragraaf). Voor een zorgvuldige screening van deze projecten zijn criteria opgesteld. Uiteindelijk zijn zes projecten voorgedragen voor de Jaaragenda eHealth, later Implementatieagenda eHealth genoemd. Deze is voorgelegd aan de bestuurders van de zes convenantpartijen in een hiertoe belegde bijeenkomst. Zij hebben deze Agenda vastgesteld in de zomer van 2014. ii) Partijen zijn sindsdien ‘op afstand’ aan de slag met deze zes projecten. Van elk project wordt de voortgangsstatus gemonitord, evenals de bestaande obstakels op het terrein van financiering, regie, bekendheid en standaardisering. Projectleiders komen hun project toelichten en zijn tevreden met de
2
Zie ook: eHealth monitor 2013/2014. De afkorting NIA+ verwijst naar het initiatief van de Nationale Implementatie Agenda eHealth, dat in 2012 genomen werd door KNMG, ZN en NPCF. De ‘+’ duidt op de uitbreiding met drie partijen in 2013, zoals ook vastgelegd in het convenant. Sinds februari 2015 bestaat de drieledige NIA niet meer. Met ‘NIA’ wordt voortaan het samenwerkingsverband van de zes convenantspartijen bedoeld. 3
-4-
ondersteuning van de Agendacommissie. In 2014 is escalatie van onoverkomelijke belemmeringen naar bestuurlijk niveau niet aan de orde geweest. iii) Er is merkbaar meer verbinding tussen de organisaties die de leden van de Agendacommissie vertegenwoordigen en men vindt elkaar eerder door de projecten heen. Er is meer bekendheid over deze projecten, waardoor de convenantpartners in hun eigen omgeving medewerking kunnen verlenen. De Agendacommissie gaf presentaties over haar werk bijvoorbeeld voor de NEN Beleidscommissie Zorg, Organisatie en Technologie (juli 2014), bij het ‘Zorgforum’ van Zorginstituut Nederland (oktober 2014), de internationale conferentie ‘Transforming Healthcare with IT’ (september 2014) en publiceerde een gezamenlijk nieuwsbericht naar aanleiding van de vaststelling van de Implementatieagenda.
iv) NIA+ is aanspreekpunt en gesprekspartner van VWS geworden als het gaat om eHealth. Dat blijkt onder meer uit de verzoeken voor input voor de VWS beleidsbrief ‘eHealth en zorgverbetering’ (juni 2014), de nadrukkelijke vermelding van de Implementatieagenda eHealth in deze brief, de consultatie NIA+ voor invulling van de eHealth paragraaf in het Hoofdlijnenakkoord Medisch-specialistische zorg (september 2014),het afstemmingsoverleg met het landelijk doorbraakproject 'De zorg ontzorgd met ICT' (oktober 2014), het frequente overleg tussen VWS en respectieve bestuurders NIA+, de adressering en oplossing van de patiënt-authenticatie kwestie in het eID Platform en het bestuurlijk overleg, alsmede de samenwerking VZVZ/Nictiz met betrekking tot informatieverzoeken VWS/MEVA. Door de instelling van het Informatieberaad is NIA in de laatste maanden van 2014 anders gepositioneerd geraakt. Hoe de taken zich idealiter tot elkaar verhouden moet in 2015 verder duidelijk worden. v) Verschillende partijen hebben te kennen gegeven convenantpartner te willen worden. Dat is een goed teken; het werk van de commissie wordt gezien en de betekenis wordt op waarde geschat. Omwille van de effectiviteit van de Agendacommissie is echter besloten vooralsnog niet tot uitbreiding over te gaan. Het gaat er tenslotte niet om dat alle stakeholders in het convenant vertegenwoordigd zijn. Het gaat er om dat de Agendacommissie alle stakeholders effectief kan verbinden waar dat nodig is.
-5-
II. Implementatieagenda eHealth
Als uitvloeisel van het convenant is in de zomer van 2014 de Implementatieagenda eHealth vastgesteld door de respectievelijke bestuurders van de convenantpartijen. Dat betekent in dit verband dat zij zich verbinden om obstakels voor opschaling, waar deze zich voordoen bij de geagendeerde projecten, in bestuurlijke zin weg te nemen. Deze Agenda werd voorheen, ook in het convenant, aangeduid met ‘Jaaragenda eHealth’. De Implementatieagenda eHealth is een document waarin zes Nederlandse eHealth projecten worden genoemd. Het is tot stand gekomen na raadpleging van diverse partijen en door middel van een zorgvuldig selectieproces. Deze algemene eHealth projecten worden geschikt geacht voor landelijke opschaling maar kennen nog de nodige belemmeringen. Zij streven heldere doelen na ten aanzien van zorginhoud (effectiviteit) of zorgproces (doelmatigheid), en zijn als zodanig direct van waarde voor burgers en patiënten. De gekozen projecten werken aan een verandering in samenwerking met essentiële partners. Er is daarbij sprake van garanties in termen van daadwerkelijke opschaling, in tijd en expertise, en in organisatorische betrokkenheid. De Agendacommissie volgt de ontwikkeling van elk project afzonderlijk tijdens de looptijd. De projecten worden door de commissie proactief ondersteund als het gaat om het wegnemen van belemmeringen voor opschaling. Overigens blijven de respectieve projectleiders zelf verantwoordelijk voor de voortgang, financiering en het welslagen van hun project. De volgende projecten maken per 2014 deel uit van de Implementatieagenda:
Ketenzorg Omschrijving Voor goede zorg voor de patiënt is samenwerking tussen meerdere zorgverleners van verschillende zorgorganisaties in de keten noodzakelijk. Door middel van eHealth toepassingen kunnen deze zorgverleners onderling verbonden worden en kan de samenwerking worden verbeterd op basis van gemeenschappelijke informatie over bijvoorbeeld patiëntspecifieke zorgdoelstellingen en individuele zorgplannen.
Op basis van het Convenant Ketenzorg dat op 7 november 2013 is gesloten wordt binnen dit project gewerkt aan informatie-uitwisseling in de ketenzorg rondom chronische aandoeningen om hiermee betere en veilige zorg te realiseren voor de patiënt, doelmatigheid in de keten te bevorderen door vermindering van de administratieve lasten en overdrachtsproblemen, informatie-uitwisseling met de patiënt te faciliteren en stimuleren, zodat die zijn rol als medebehandelaar en/of regisseur goed kan invullen, en “waarde” toe te voegen voor zowel eindgebruikers als leveranciers van de gebruikte ICT systemen.
Acties die door de samenwerkende partijen binnen de Jaaragenda eHealth in het kader van dit project worden ondernomen zijn onder andere: Zorgverzekeraars Nederland stelt middelen beschikbaar voor pilots en een geoormerkte vergoeding voor
-6-
participerende zorgaanbieders. Business case en financieringsmodel worden tijdens het project door elke partij zelf uitgewerkt. De standaard voor informatie-uitwisseling ketenzorg wordt, na toetsing aan de relevante kwaliteitsstandaarden, opgenomen in het register van het Kwaliteitsinstituut. Zorgverzekeraars Nederland nemen gebruik van de standaard op in de contractering van ketenzorg vanaf 2016. Het project Ketenzorg heeft in 2014 een aantal belemmeringen gekend die bepalend zijn geweest voor de voortgang. Daarbij moet onder andere worden gedacht aan (te) beperkte capaciteit om IT systemen aan te passen en het ontbreken van een door relevante partijen gedragen beleidslijn van VZVZ ten aanzien van “toestemming door de patiënt voor informatie-uitwisseling waar meerdere zorgverleners in een ‘keten’ betroken zijn bij de zorgverlening”.
Plan 2015
De betrokken convenantpartijen zijn voor 2015 volledig gefocust op het slechten van deze barrières. Het is de bedoeling dat de stuurgroep ketenzorg in het eerste kwartaal 2015 een besluit neemt over de concrete reikwijdte en uitwerking van de toestemmingsvraag “ketenzorg”. Mogelijk is gerichte aandacht van de NIA partijen gewenst, indien een gezamenlijk en gedragen standpunt ten aanzien van “patiënttoestemming bij informatie-uitwisseling ketenzorg” uit blijft.
Persoonlijk GezondheidsdossierKader 2020 Omschrijving Doelstelling is dat alle inwoners van Nederland moeten kunnen kiezen voor een persoonlijk gezondheidsinformatiesysteem, het persoonlijk gezondheidsdossier (PGD),
waarin medische gegevens
samen met persoonlijke gezondheidsgegevens verzameld, beheerd en gedeeld kunnen worden door de burger zelf. Door dit project worden de ontwikkeling en de brede implementatie van het Persoonlijk Gezondheidsdossier in Nederland versneld. Technologie kan een rol spelen om mensen regie te geven over hun eigen gezondheid. Een persoonlijk gezondheidsdossier (PGD) kan de spil gaan vormen van diensten als telemedicine, eHealth en zelfmanagement. De initiatiefnemers van het project, patiëntenfederatie NPCF, artsenfederatie KNMG en ZN willen dat tussen nu en 2020 alle Nederlanders kunnen beschikken over een PGD. Daartoe wordt een kader ontwikkeld dat moet bijdragen aan de versnelling van opschaling en structurele inbedding van PGDs. In het project wordt een basis gelegd voor financiering van een PGD via zorginkoop en bekostiging.
Status In maart wordt het concept-kader opgeleverd. In drie toetsingsbijeenkomsten met belanghebbenden uit het zorgveld zal bekeken worden of het kader bruikbaar is. In juli zullen de definitieve resultaten worden opgeleverd en zal het project beëindigd worden.
-7-
Inzet Agendacommissie o
Gezamenlijke inzet op betrouwbaar middel voor patiëntidentificatie en –authenticatie.
o
Nictiz is nauw betrokken bij het opstellen van het advies over de standaarden voor een PGD voor het verzamelen, beheren en uitwisselen van gegevens.
o
In de werkgroep Scenario’s businessmodellen zijn KNMG en ZN betrokken.
o
Beide hebben zitting in de Stuurgroep.
o
Aansluiting bij de Coöperatie Zelfzorg Ondersteund: eisen voor PGDs.
o
Binnen het project Patiëntparticipatie bij medicatieveiligheid worden in samenwerking met VZVZ en Nictiz pilots ontwikkeld om gegevens via het LSP in PGDs te krijgen.
Plan 2015 Het Informatieberaad heeft besloten om het project PGD Kader 2020 als uitgangspunt te nemen bij de uitwerking van het thema De informatiepositie van de patiënt. Het project wordt afgesloten met het DigitaleZorgEvent in juni 2015. De eisen voor zelfzorgplatforms van de Coöperatie Zelfzorg Ondersteund worden in 2015 uitgebreid met eisen voor PGDs ZO! - Zelfzorg Ondersteund! Doel van dit programma is om binnen drie jaar ondersteunde zelfzorg (zelfmanagement) op grote schaal te implementeren, te beginnen bij mensen met diabetes type 2. De inzet van ICT ondersteunt de zelfzorg van mensen met een chronische aandoening. De bedoeling is om de kwaliteit van leven te verhogen en minder beroep te doen op zorgprofessional. De agendacommissie heeft in 2014 de volgende ondersteuning geleverd: -
Opstellen van generieke eisen aan zelfzorgplatformen door Nictiz. Dit zijn eisen waarop deze platformen getoetst kunnen worden.
-
Nictiz heeft een informatiemodel voor het individueel zorgplan ontwikkeld. Dit model wordt in 2015 verder uitgewerkt tot een informatiestandaard waarop toetsing mogelijk is.
-
Juridische ondersteuning: Duidelijkheid verkrijgen bij de deelnemers van ZO! wat er moet worden ingericht op het gebied van aansprakelijkheid, contracten, overeenkomsten met patiënten, verantwoordelijkheid, etc. om deze dienst verantwoord aan patiënten te kunnen aanbieden.
Richtlijn e-consult Omschrijving De KNMG heeft in 2007 de Richtlijn online arts-patiëntcontact (e-consult) uit 2004 geactualiseerd. Deze richtlijn gaat in op de vraag onder welke voorwaarden artsen online contact met patiënten kunnen onderhouden. In 2014 is aan een groep excellente studenten opdracht gegeven de wenselijkheid van herziening van deze richtlijn te onderzoeken. Uit dit onderzoek kwam het advies naar voren om de richtlijn op een aantal punten te herzien en uit te breiden. Dit kan een stimulerende werking hebben op het online contact tussen arts en patiënt en tussen artsen onderling. Artsen zullen beter op de hoogte zijn van het juridische kader m.b.t. online contacten en de vergoedingen die daarmee samenhangen. Status -8-
De actualisering van de richtlijn wordt momenteel opgepakt. Deze vindt plaats tegen de achtergrond van actualisering van de KNMG Richtlijnen inzake het omgaan met medische gegevens, welke voor de zomer van 2015 gereed moet zijn. Inzet Agendacommissie Juridische ondersteuning door de KNMG met betrekking tot het verhelderen van wie, wanneer en voor wat verantwoordelijk is in de behandelrelatie, wat wordt verstaan onder een behandelrelatie, wat zijn de risico's van e-consult, onder welke voorwaarden kan contact onderhouden worden etc., zowel tussen artsen onderling, als tussen arts en patiënt. Het patiëntperspectief wordt meegenomen en de NPCF zal met name gevraagd worden naar inhoud van het patiëntenperspectief. Voorwaardelijke financiering via ZN, NPCF patiëntenperspectief, bekendheid via Zorginstituut Nederland?
Plan 2015 Gereed in september 2015
Richtlijn medische apps Omschrijving Het project ‘Keurmerk voor zorg-gerelateerde apps’ is in 2014 omgezet in een project ‘Richtlijn medische apps’. De redenen daarvoor zijn: • de daartoe door KNMG ingediende subsidieaanvraag bij ZonMW is niet gehonoreerd; • na intern overleg met haar federatiepartners beperkt de bijdrage van de KNMG aan dit project zich tot juridische ondersteuning m.b.t. een richtlijn. Er zijn meer dan 100.000 mobiele zorg-gerelateerde apps beschikbaar in de verschillende App Stores. Op diverse sites geven gebruikers beoordelingen over zorg-gerelateerde apps. Deze reviews ontberen een systematische analyse aan de hand van omschreven criteria. Uit onderzoek blijkt dat er in de praktijk, met name onder zorgprofessionals, onduidelijkheid bestaat over de betrouwbaarheid van de werking van zorggerelateerde apps. Tevens is men onzeker over de juridische aansprakelijkheidsrisico’s in het geval er iets fout gaat en een patiënt schade lijdt. Aan de andere kant kunnen zorg-gerelateerde apps een belangrijke bijdrage leveren aan het bevorderen van de gezondheid door het verbeteren van de kwaliteit, efficiëntie en communicatie binnen de zorg. Het doel van deze richtlijn is het wegnemen van onzekerheid en onduidelijkheid over de betrouwbaarheid van zorg-gerelateerde apps. Status De KNMG is bezig met het opstellen van de richtlijn. Inzet Agendacommissie Op dit moment levert de KNMG juridische ondersteuning bij het opstellen van de richtlijn. Nictiz wordt om inhoudelijke deskundigheid gevraagd en ZN wordt benaderd met het oog op voorwaardelijke financiering van het gebruik van apps door zorgverzekeraars. Plan 2015 Realisatie einde 2015 -9-
Patiëntenparticipatie bij medicatieveiligheid Dit project streeft naar een actieve rol van de patiënt in zijn behandeling, door patiënten de mogelijkheid te geven medicatiegegevens in te zien, te downloaden, aan te vullen en te delen. Patiënten krijgen hiermee meer inzicht in hun medicatiedossier en daardoor wordt de medicatieveiligheid vergroot. Ook wordt de kwaliteit van medicatiegegevens verhoogd, doordat patiënten inzicht hebben in hun medicatiedossier en hier aanvullingen en gegevens over gebruik en ervaring kunnen toevoegen. Binnen dit project wordt er in verschillende regio’s een pilot uitgevoerd waarin dit mogelijk wordt gemaakt. In de pilots wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van lokale initiatieven en bestaande technische infrastructuren. De Agendacommissie heeft in 2014 de volgende bijdrage geleverd aan dit programma: -
NPCF heeft bijgedragen bij de programmadefinitie en de selectie van pilot locaties.
In de regio Friesland werkt het programma samen met de VZVZ en NPCF om de gegevens uit het LSP beschikbaar te maken voor een pilot binnen dit programma. De Implementatieagenda eHealth is dynamisch van aard. Dat wil zeggen dat projecten kunnen worden afgevoerd wanneer daarvoor aanleiding bestaat en ook nieuwe projecten kunnen worden voorgedragen. Dit selectieproces wordt door de Agendacommissie voorbereid en aan het bestuurlijk overleg ter accordering voorgelegd.
Bestaande afspraken in het kader van het convenant voldoen naar het oordeel van de leden, en hoeven voorlopig niet te worden bijgesteld.
III. 2015 en verder …
De condities voor het opschalen van eHealth zijn in Nederland nog nooit zo gunstig geweest. De urgentie om eHealth verder te brengen wordt breed erkend door maatschappelijke organisaties, de zorgverzekeraars, het gezondheidsbeleid, de zorgpraktijk en de zorgconsumenten. Het convenant Governance eHealth is een geschikt beleidsinstrument om het potentieel van eHealth te bevrijden. De Implementatieagenda eHealth is een operationalisatie van dat instrument, geschikt om concrete belemmeringen bij concrete projecten weg te nemen. Missie en visie zoals vastgelegd in het convenant behoeven vooralsnog geen verandering. De deelnemers stellen er eer in deze te realiseren. Hun organisaties investeren daarin tijd, menskracht en geld. In samenwerking en afstemming ligt de weg naar opschaling besloten. Dat gebeurt via deelname aan het Informatieberaad, aan kerngroepen, conferenties en overleggen tussen convenantpartners en andere stakeholders.
De rol van het Informatieberaad moet nog uitkristalliseren, maar één van de taken betreft het opheffen van systematische belemmeringen voor opschaling van eHealth én het politiek c.q. beleidsmatig verbinden van partijen. NIA geeft concrete ondersteuning op projectniveau bij het landelijk opschalen en het wegnemen van belemmeringen. In 2015 zet NIA haar actieve en activerende rol voort en maakt haar successen
- 10 -
zichtbaar. Dat laatste is niet eenvoudig want van succes is sprake als een project goed verloopt, ongehinderd door belemmeringen en gerealiseerd wordt wat men ervan verwacht. Voor 2015 worden nieuwe projecten voorgesteld voor opname op de Implementatieagenda, terwijl nietgerealiseerde of afgeronde projecten worden afgesloten. We denken daarbij niet alleen aan projecten (bijv. eLabEL) maar ook aan onderwerpen zoals identificatie/authenticatie van patiënten. Het ontbreken van authenticatiemiddelen voor de patiënt is één van de belangrijkste praktische belemmeringen voor het opschalen van eHealth producten voor patiënt-zorgverlener communicatie.
Ook wordt overwogen om de Implementatieagenda open te breken door jaarlijks een openbare inschrijving te organiseren waar voor opschaling gepitched kan worden. De samenhang met andere initiatieven, projecten en programma’s blijft van belang. Uitbreiding met nieuwe partners in 2015 wordt niet wenselijk geacht.
- 11 -
Leden Bestuurlijk Overleg 2014 Lode Wigersma, later Wendela Hingst (KNMG), Diana Delnoij (Kwaliteitsinstituut), Jacqueline Baardman (vz. NPCF), Ben van Miltenburg (VZVZ), Marianne Lensink (ZN), Lies van Gennip (Nictiz).
Hedde van der Lugt (Nictiz, vz.), Hans Ossebaard (Kwaliteitsinstituut, secr.).
Leden Agendacommissie eHealth 2014 Marian Hoekstra (KNMG), Nico Rozing (Kwaliteitsinstituut), Marcel Heldoorn (NPCF), Antoon Kuijpers (VZVZ), Albert Versteegde (ZN), Hedde van der Lugt (Nictiz, vz.).
Hans Ossebaard (Kwaliteitsinstituut, secr.).
Convenant Governance eHealth http://www.zorginstituutnederland.nl/kwaliteit/projecten/ehealth
Nieuwsbericht 19 nov. 2014 en Implementatieagenda 2014 http://www.zorginstituutnederland.nl/publicaties/nieuwsberichten/2014/implementatieagenda-ehealthvastgesteld.html
- 12 -