Evaluatie “Convenant Energiebesparing bij Supermarkten” Een “Superkoele” oplossing! November 2015
Auteurs Omgevingsdienst IJmond – Ria Blokker Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied – Marlies Lambregts
Met medewerking van Omgevingsdienst IJmond – Gerard Bakkum Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied – Patrick Teunissen Omgevingsdienst West Holland – Robert van der Voort Email coördinator ‘Convenant Energiebesparing bij supermarkten’:
[email protected]
INHOUD 1
Inleiding
1
2
Het Convenant
4
2.1
Inhoud
4
2.2
Voordelen
5
3
Evaluatie
6
3.1
Tussenevaluatie
6
3.2
Eindevaluatie
7
3.3
Feedback van deelnemers
8
4
Actuele ontwikkelingen
9
5
Conclusies en aanbevelingen
11
5.1
Conclusies
11
5.2
Aanbevelingen
11
“Ook als ik deel uitmaak van een groep, ben ik nog steeds een individu” Uit “Wijze woorden, filosofie uit het dagelijks leven.” 1
1.
INLEIDING
Het bevoegd gezag heeft een hoge ambitie op het gebied van CO2 reductie. Energiereductie door de toepassing van energiebesparende maatregelen bij bedrijven is één van de speerpunten in de realisatie van deze ambitie bij het bevoegd bezag. Hiervoor is de inzet van milieuregelgeving een geschikt instrument. In het kader van deze wet kan het bevoegd gezag aan het bedrijfsleven vragen om energiemaatregelen te realiseren die een terugverdientijd hebben van maximaal 5 jaar. In 2005 zijn de omgevingsdiensten het gesprek aangegaan met de branche supermarkten over de te nemen energiebesparende maatregelen zoals bijvoorbeeld afdekking van de koel- en vriesmeubelen. Tussen de omgevingsdiensten en de branche was verschil van inzicht over de te realiseren maatregelen die hebben geleid tot een aantal rechtszaken. Naar aanleiding van de uitkomsten van deze rechtszaken, ging de branche het gesprek aan met de drie omgevingsdiensten om te komen tot een aantal afspraken over de te nemen maatregelen. Dit gesprek heeft in 2010 geleid tot het Convenant Energiebesparing bij Supermarkten (hierna ‘het Convenant Supermarkten’) voor een periode van vijf jaar. Het Convenant betreft circa 1800 supermarkten. Deelnemers Convenant Albert Heijn, Albert Heijn Franchise, Coop, Coop Franchise, EMTE Supermarkten, Vomar, Jumbo, Nettorama, Boni Supermarkt, Plus Retail, Boon Sliedrecht en 148 gemeenten nemen deel aan het vijf jaar durende Convenant.
2
Artikel Volkskrant d.d. 4 februari 2010: Steeds meer supermarkten doen het al: het afdekken van wandkoelingen. Albert Heijn gaat dit nu in alle winkels doen, maakte het concern donderdag bekend. Daartoe heeft Albert Heijn een overeenkomst ondertekend met de gemeente Amsterdam en de Omgevingsdiensten West-Holland en IJmond. Halverwege dit jaar moeten ongeveer tweehonderd winkels voorzien zijn van deuren voor de wandkoelingen. De komende jaren moet dat steeds verder worden uitgebreid. De diepvrieskisten worden afgedekt en voorzien van ledverlichting. De maatregelen zijn niet alleen goed voor het milieu, maar beschermen klanten ook tegen de kou die uit de koelingen de winkel in komt. Het landelijk afdekken van alle wandkoelingen past binnen de ambitie van Albert Heijn om in 2015 de CO2-uitstoot per vierkante meter winkelruimte met 20% te verminderen. Medio 2010 zijn ongeveer 200 Albert Heijn-winkels voorzien van deuren voor de wandkoelingen. De komende jaren gaat dat aantal gestaag groeien. In 2015 zijn alle wandkoelingen in Albert Heijn-winkels in heel Nederland afgedekt met deuren. Ook worden in 2010 landelijk de diepvrieskisten in de winkels afgedekt en van LED-verlichting voorzien. Deze activiteiten maken deel uit van een breder pakket aan energiebesparende maatregelen dat Albert Heijn op dit moment in alle winkels doorvoert. De directeur winkels en distributie Cees van Vliet: “Albert Heijn wil met zijn winkels, distributiecentra en logistiek een bijdrage leveren aan het verminderen van CO2-uitstoot. Daarom gaan we de wandkoelingen in al onze winkels voorzien van deuren. Dit bespaart niet alleen veel energie en CO2-uitstoot. Een bijkomend voordeel van het afdekken van de wandkoelingen en diepvrieskisten voor klanten en medewerkers is dat het minder koud is in de winkel. ” De gemeente Amsterdam en de Omgevingsdiensten IJmond en West-Holland proberen al enige jaren supermarkten te bewegen hun koelmeubelen af te dekken om zo een einde te maken aan onnodig energieverlies. Als supermarkten hun koelingen ook overdag afdekken, dan zal dit leiden tot een forse energiebesparing. Verantwoordelijk wethouder in Amsterdam Marijke Vos: “Dit Convenant betekent een grote winst voor het milieu. Ik hoop dat de supermarktbranche en alle Nederlandse gemeenten massaal dit voorbeeld van Albert Heijn volgen en ook dit Convenant ondertekenen. Als alle Nederlandse supermarkten de koel- en vriesmeubelen afdekken, levert dat een besparing op die vergelijkbaar is met het jaarlijkse elektragebruik van ongeveer 17.0001 woningen. Daarbij gaan juist op het gebied van energiebesparing milieu- en financiële winst hand in hand.”
1
Uitgaande van een gemiddelde elektriciteitsgebruik van 1800 kWh per woning, komt deze reductie neer op een jaaropbrengst of productie van elektriciteit door 6 windturbines van 3MW of 36 hectares zonnepanelen. 3
2. 2.1
HET CONVENANT Inhoud
In het Convenant zijn de volgende afspraken gemaakt: 1. Alle vriesmeubelen worden uiterlijk 1 januari 2011 voorzien van een doelmatige permanente afdekking. 2. Alle verticale wandkoel meubelen worden uiterlijk 1 januari 2015 voorzien van een doelmatige permanente afdekking. 3. Alle overige maatregelen worden uiterlijk voor 1 januari 2011 gerealiseerd. 4. Tenminste 60% van de verticale wandkoel-meubelen worden uiterlijk 31 december 2012 voorzien van een doelmatige permanente afdekking. 5. De supermarkten rapporteren jaarlijks aan het bevoegd gezag over de voortgang in de uitvoering van de energiebesparende maatregelen. 6. Afspraken met het bevoegd gezag over communicatie richting bevoegd gezag over de inhoud en voortgang en een gelijk speelveld tussen de supermarkten.
Het Convenant werd ondertekend door Albert Heijn, de gemeente Amsterdam, Omgevingsdienst West Holland en Omgevingsdienst IJmond2 op 4 februari 2010 in een filiaal van Albert Heijn
2
Amsterdam heeft per 1 januari 2014 de Wet milieubeheer taken voor de supermarkten gemandateerd aan de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. Milieudienst West Holland en Milieudienst IJmond zijn Omgevingsdiensten geworden.
4
2.2
Voordelen
Het Convenant heeft veel voordelen ten opzichte van de inzet van milieuregelgeving ten behoeve van energiebesparing door het bevoegd gezag, zoals: 1.
Het Convenant stelt de aangesloten supermarkten in de gelegenheid om energiebesparingsmaatregelen gefaseerd te nemen;
2.
Deze aanpak vergt minimale inspanningen van het bevoegd gezag;
3.
Het bevoegd gezag kan terugtreden en een andere rol nemen;
4.
Er hoeven geen energieonderzoeken te worden opgesteld door supermarkten;
5.
Het milieueffect is groot binnen beperkte tijd;
6.
De ervaringen met het Convenant hebben geleid tot erkende maatregelen voor de supermarkten;
7.
Er ontstaat een gelijk speelveld in Nederland;
8.
Supermarkten zijn in staat om de permanente afdekkingsmaatregel in een tijdsbestek van vijf jaar te plannen, hierbij rekening houdend met de leeftijd van de winkel en toekomstige verbouwingen van winkels.
5
3. 3.1
EVALUATIE Tussenevaluatie
Halverwege van het Convenant is beoordeeld in hoeverre invulling was gegeven aan het Convenant in de vorm van een tussenevaluatie in 2013. Uit de rapportage over 2012 bleek dat deelnemers goed op planning lagen in de realisatie van de maatregelen. Dit is de reden geweest om het succes van de aanpak met elkaar te vieren en te bezien of en welke maatregelen nog gerealiseerd moesten worden in de rest van de looptijd van het Convenant. In juni 2013 werd hiervoor een feestelijke bijeenkomst belegd in Chateau Marquette en werd de “op weg naar 2015” trofee uitgereikt door ´Cora van Mora´ aan de deelnemende concerns en de drie Omgevingsdiensten.
Feestelijke bijeenkomst “Tussenevaluatie” met een aantal deelnemers en ‘Cora van Mora’
Reactie namens het bevoegd gezag/ Marijke Vos - 1e Kamerlid GroenLinks en wethouder Amsterdam in de tijd dat het Convenant werd opgesteld“In het begin van het traject stonden we tegenover elkaar, heerste er ook angst over het effect van de koeldeuren. Maar het is ons gelukt om samen op weg te gaan, te kijken naar de gezamenlijke doelen en daar invulling aan te geven met oog voor het investeringsritme van de supermarktbranche. Nu heerst er vooral gezamenlijke trots over de bereikte resultaten.” Reacties namens de branche Albert Heijn: “Landelijk hebben wij 850 filialen, het Convenant biedt ons uniform beleid en dat is belangrijk.” Boni Supermarkten: “De investeringen verdienen zich niet altijd terug, maar toch zijn er supermarkten die de maatregelen willen treffen.” Aan het bevoegd gezag geeft de branche mee vooral naar de toekomst toe mee te blijven denken en door te gaan met samenwerking.
6
3.2.
Eindevaluatie
Concern
01.01.2011
31.12. 2014
01.01. 2011
afdekken
permanente
overige
vriesmeubelen
dagafdekking
maatregelen
Albert Heijn Albert Heijn Franchise Vomar Nettorama Plus Retail Jumbo Coop Coop Franchise Boon Sliedrecht B.V. EMTÉ Supermarkten Boni Supermarkt
Groen
Geen of minder dan 10% afwijking
Lichtgroen
Tussen 10% en 20% afwijking
Oranje
Tussen 20% en 30% afwijking
Rood
Meer dan 30% afwijking
Het bovenstaande schema is gemaakt op basis van informatie die is aangeleverd door de deelnemende supermarkten. Op basis van het schema blijkt dat Albert Heijn, Plus, Jumbo, COOP en EMTE nagenoeg aan alle afspraken uit het Convenant voldoen. De franchise deelnemers hebben moeite om de informatie aan te leveren en/of de maatregelen te nemen. Bij alle ketens blijkt dat een 100% score op alle energiebesparende maatregelen niet mogelijk is, aangezien er altijd op vestigingsniveau sprake kan zijn van een geplande renovatie of relocatie. Het schema biedt ook inzicht bij welke supermarkten nog energiebesparingspotentieel aanwezig is. Ervaringen Omgevingsdienst IJmond In het eerste kwartaal 2015 zijn in het gehele verzorgingsgebied van de Omgevingsdienst IJmond (18 gemeenten) alle individuele supermarkten bezocht, in totaal 145 supermarkten. Dit zijn de supermarkten van de (grote) concerns maar ook de kleine buurtsuper op de hoek van de straat. Van deze 145 supermarkten zijn er 50 aangesloten bij het Convenant. Van deze 50 supermarkten zijn er slechts 7 die niet alle energiebesparende maatregelen hebben getroffen, zijnde 14%. Van de 95 supermarkten die niet zijn aangesloten bij het Convenant hebben 35 supermarkten niet alle energiebesparende maatregelen hebben getroffen, zijnde 33%. Reactie Centraal bureau voor Levensmiddelenhandel De productie, distributie en verkoop van levensmiddelen is energie-intensief. Energiebesparing en gebruik van duurzame energie zijn daarom een prioriteit voor de supermarkten, de toeleveranciers en de transporteurs. In CBL-verband hebben de supermarkten de ambitie uitgesproken om in 2020 tenminste 20% energiebesparing te realiseren ten opzichte van 2010.
7
3.3.
Feedback van deelnemers op het Convenant
Branche De supermarkten zijn positief over het Convenant. De handhavingsdruk door het bevoegd gezag is na het afsluiten van het Convenant direct weggevallen. De afspraken zijn door het bevoegd gezag nagekomen. Bij de meeste vestigingen zijn alle maatregelen genomen. Deelname aan een pilot voor de ontwikkeling van een energieprestatiekeurmerk of het doorzetten van het Convenant spreekt de concerns aan, omdat het gezamenlijk optrekken bewijst dat het tot win/winsituaties kan leiden. Een aantal supermarktketens heeft cijfers gegeven aan het Convenant: Ahold gaf een 8 en Jumbo zelfs een 10. Bevoegd gezag Het bevoegd gezag is deze manier van werken eveneens goed bevallen. Op een efficiënte manier is er veel winst - capaciteit en milieu - gehaald en dat niet alleen in de regio, maar ook op landelijk niveau. Eventuele handhavingsacties die gepland stonden, konden gestopt worden door de ondertekening van het Convenant. De score was een gemiddeld 8, met bijgeleverd commentaar als “een mooi succes”, “zeer positief, blij verrast dat een dergelijke aanpak heeft gewerkt”, “zeer positief, geweldig hoe een lokaal initiatief landelijk is uitgerold”.
8
4
ACTUELE ONTWIKKELINGEN
In de periode van het Convenant deed zich een aantal ontwikkelingen voor die de werkwijze met een Convenant ondersteunen. Benadering niet aangesloten supermarktketens Niet alle concerns zijn aangesloten bij het Convenant zoals bijvoorbeeld Lidl en Aldi en Hoogvliet. Met Lidl was er een rechtszaak o.g.v. de Wet milieubeheer omdat ze niet bereid waren om de gevraagde energiebesparingsmaatregelen te nemen. Deze is op het laatste moment stopgezet op initiatief van Lidl omdat ze er de voorkeur aan gaven om er via overleg uit te komen. Lidl heeft ervoor gekozen om zich niet aan te sluiten bij het Convenant, maar zich te certificeren volgens ISO 50001. Aldi heeft er voor gekozen om het Convenant niet te tekenen. Via de inzet Wet milieubeheer is een aantal vestigingen gecontroleerd en dit heeft geleid tot een aantal rechtszaken. In 2015 wordt duidelijk wie in het gelijk wordt gesteld door de rechter, het bevoegd gezag of de Aldi. SER-Energieakkoord In 2013 is het SER energieakkoord getekend door het bedrijfsleven, bevoegd gezag en tal van maatschappelijke organisaties. Een van de afspraken uit het SER energieakkoord is dat het bevoegd gezag prioriteit zal geven aan energiebesparing vanuit de Wet milieubeheer. Veel van de taken van het bevoegd gezag zijn inmiddels overgedragen aan de Omgevingsdienst. Alle Omgevingsdiensten hebben de prioriteitstelling overgenomen. Publicatie Beleidsstudie ‘Energie besparen gaat niet vanzelf -evaluatie energiebesparingsbeleid gebouwde omgeving- van het Planbureau voor de leefomgeving – PBL- van 19 december 2014 In deze studie wordt geconcludeerd dat energiebesparing in bestaande gebouwen achterblijft bij de gestelde doelen, ondanks de vele goede initiatieven die zijn ontwikkeld. PBL stelt dat er meer dwingende beleidsmaatregelen nodig zijn om bestaande woningen en gebouwen sneller energiezuinig te krijgen. De overheid stimuleert individuen en bedrijven energie te besparen met een mix van financiële, juridische en communicatieve instrumenten. Deze instrumenten zijn vooral gericht op het bevorderen van de energetische kwaliteit van gebouwen. De ingezette instrumentenmix bevat drie typen instrumenten: financiële -de wortel-, gericht op verhoging van het rendement van investeringen in energiebesparende maatregelen; juridische -de stok-, die bepaalde energiebesparende maatregelen verplicht stellen; communicatieve -de preek-, die een betere informatievoorziening, het bevorderen van samenwerking en het stimuleren van innovatie beogen. Om de doelen met meer zekerheid te kunnen halen moet het tempo van energiebesparing omhoog. Het PBL beveelt daarom aan te onderzoeken welke dwingender regels kunnen worden ingevoerd.
9
Inwerkingtreding van juridisch instrumentarium In het verlengde van het SER Energie-akkoord en Europese wet- en regelgeving heeft de rijksoverheid het juridisch instrumentarium om energiebesparing tot stand te brengen uitgebreid in de Convenant-periode. Erkende maatregelen Om het besparingstempo te versnellen worden in het activiteitenbesluit erkende maatregelen energiebesparing opgenomen. De erkende maatregelen zijn besparingsmaatregelen waarvan duidelijk is dat deze zich binnen vijf jaar terug zullen verdienen. Voor de supermarkten komt de lijst met erkende maatregelen in 2017 beschikbaar. Pilot Energieprestatiekeurmerk (EPK) Energieprestatiekeurmerken is een APK voor bedrijven op het gebied van energiebesparing voor branches. Dit product verkeert in de pilotfase. In de pilot is een verkenning uitgevoerd naar het instrument voor 9 branches. Deze pilot komt voort uit het lopende Convenant met de supermarkten. Aan de pilot nemen de concerns COOP, Lidl en Jumbo deel en ook het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL). Verder Amsterdam en OD NZKG, OD IJmond en OD WestHolland, de initiatiefnemers van het nog lopende Convenant met de supermarkten. De resultaten van deze pilot worden gerapporteerd aan de Borgingscommissie van het SER-Akkoord. Het is aan de rijksoverheid om te beoordelen of het EPK-instrument levensvatbaar is om in regelgeving op te nemen. Energie Efficiency Directive (EED) Op basis van de Europese Energie Efficiency Directive (EED), heeft Nederland de Regeling implementatie artikelen 8 en 14 Richtlijn energie-efficiëntie opgesteld die op 10 juli van kracht is geworden. Deze regeling verplicht ondernemingen – bedrijven met meer dan 250 medewerkers of een jaaromzet van meer dan €50 miljoen een jaarlijkse balanstotaal > € 43 miljoen - om elke 4 jaar een energie-audit op te laten stellen voor alle vestigingen die onder de werkingssfeer van de Wet milieubeheer vallen. Een energie-audit gaat zowel over energiebesparing van het gebouw, productieproces als mobiliteit (vervoersmanagement). De eerste energie-audit moet uiterlijk 5 december 2015 zijn ingediend. Alle winkelketens moeten voor alle supermarkten een audit opstellen.
10
5.
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
5.1
Conclusies
1
Het Convenant heeft gunstig uitgepakt voor zowel de aangesloten supermarkten als het bevoegd gezag.
2
Niet aangesloten supermarkten voeren niet de energiebesparingsmaatregelen als vanzelf uit. Dit blijkt onder meer uit de ervaringen van de Omgevingsdienst IJmond en diverse rechtszaken. De invoering van de erkende maatregelen voor deze branche zal naar verwachting de discussie over te nemen maatregelen verminderen.
3
Het CBL, - de branchevertegenwoordiging ontbrak als partner in het Convenant. Dit geldt ook voor de VNG en de Rijksoverheid. Een actieve rol van deze 3 deze partijen heeft toegevoegde waarde, omdat ze de aangewezen stakeholders zijn om een coördinerende rol te vervullen in de realisatie van energiebesparingsdoelstellingen door supermarkten overeenkomstig het SER-Energieakkoord en milieuregelgeving. Bijeffecten van deze inbreng kunnen zijn dat er sprake is van vermindering van lastendruk voor de supermarkten en bevoegd gezag en een gelijk speelveld op het vlak van realisatie van energiebesparende maatregelen en andere maatregelen door de supermarkten ontstaat.
4
De ervaringen met het Convenant onderschrijven de conclusies uit de beleidsstudie van PBL- ‘Energie besparen gaat niet vanzelf -evaluatie “Energiebesparingsbeleid Gebouwde Omgeving”.
5
Alle kansen zijn er voor de branche om het instrument EPK (Energie Prestatie Keur) voor de branche supermarkten vorm te geven.
6
De invoering van de EED leidt tot nieuwe lastendruk voor de aan het Convenant deelnemende supermarkten.
7
Dit Convenant beperkt zich tot energiebesparende maatregelen. In het kader van de EED komt hier het thema vervoersmanagement bij. De maatschappelijke discussie gaat over circulaire economie waarin thema’s als bijvoorbeeld afvalpreventie, verduurzaming van de voedselketen en vervoermanagement (onderdeel EED) op de agenda komen.
5.2 1
Aanbevelingen De positieve ervaringen benutten door het gesprek met elkaar continueren over een vervolg op het Convenant. Ter voorkoming van de lastendruk van de branche kunnen de gespreksonderwerpen zijn, de doorontwikkeling van de EPK voor supermarkten en de verplichting tot de uitvoering van de vierjaarlijkse energie-audit in het kader van de EED. Hier ligt een rol voor het CBL.
2
De resultaten van het Convenant delen met het bevoegd gezag en Omgevingsdiensten. Zodra er zicht is op de erkende maatregelen voor deze branche, de regulering en handhaving op grond van de milieuregelgeving met name te richten op de niet aangesloten supermarkten en de supermarkten die volgens de tabel achterblijven in de prestaties. Hier ligt een rol voor de VNG.
3
Er zijn en komen veel nieuwe juridische instrumenten die tot doel hebben om energiebesparing te versnellen door het bedrijfsleven. Ter voorkoming van lastendruk voor zowel bedrijfsleven als bevoegd gezag, is het van belang dat er afstemming tussen deze
11
juridische instrumenten plaatsvindt op korte termijn. Hier ligt een rol voor de Rijksoverheid. 4
Het onderzoek van PBL gecombineerd met deze evaluatie te delen met de Borgingscommissie van het SER-Energieakkoord bij de evaluatie van de pilot EPK. Hier ligt een rol voor de Rijksoverheid en VNG.
5
Invulling geven aan het thema Vervoermanagement bij supermarkten. Vanwege het maatschappelijke thema circulaire economie ligt verdere verbreding van milieuthema’s – bijvoorbeeld verduurzaming van de voedselketen, afvalpreventie - in de rede, als er opvolging komt van het afgelopen Convenant. Hier ligt een rol voor het CBL.
12