Jaarverslag
2007
Concept en tekst: Het Kantoor, Utrecht Fotografie: zelfportretten Beeldbewerking: Peter Oey, Utrecht Vormgeving: Studio Man & Muis, Eck en Wiel Druk: Avant gpc, Werkendam Begeleiding Afdeling Media & Communicatie Postbus 8215 3503 re Utrecht www.reclassering.nl Dit verslag is een maatschappelijke verantwoording, geen formele. Getracht is de gegevens goed en toegankelijk te presenteren. Eventuele fouten kunnen niet leiden tot enige aansprakelijkheid van Reclassering Nederland.
2›3
Jaarverslag
2007 zelfbeeld ‘Ik kijk in de spiegel en zie voor me wat achter mij ligt’. Dat zei een dader. Hij had het ergens gelezen en vond dat passend. Mooi. Maar het omgekeerde is ook waar. Een eerlijk zelfportret zegt ook iets over de toekomst.
Reclassering Nederland is nadrukkelijk bezig met professionalisering. Van diensten, processen en medewerkers. Zo’n kwaliteitsimpuls begint met kritisch naar het eigen handelen te kijken. Soms doet zo’n blik in de spiegel pijn, vaak is het hoopgevend. In alle gevallen is het een belofte. We gaan het met z’n allen nog beter doen. In het belang van een veiliger samenleving.
Het jaarverslag 2007 is onze kijk op het eigen functioneren. Mensenwerk. Werk met mensen. Met daders en verdachten. Ook voor hen is er in dit verslag ruim plek gemaakt. Ze hebben zichzelf geportretteerd. Geheel in eigen regie: plek, omstandigheden, accenten. Ze laten heel wat van zichzelf zien. Open en kwets baar. Reclassering Nederland hoopt dat zij het beste van hun toekomst maken. Door de regie over hun leven in eigen hand te nemen. Dat is en blijft hun verantwoordelijkheid.
Sjef van Gennip
Algemeen directeur
reclassering Nederland
Ze werken met professionals Reclassering Nederland heeft ook in 2007 stevige stappen gezet in het verbeteren van haar organisatie en dienstverlening. De drang naar verdergaande professio nalisering en doelmatigheid is onmiskenbaar. Onderaan de streep draait het echter om doeltreffendheid, om wat de samenleving merkt van de inspanningen. Dus zijn terugdringen van de misdaad en het vergroten van het veiligheidsgevoel maatgevend.
Veiligheid begint bij voorkomen. Reclassering Nederland heeft dat als koers
gekozen; het voorkomen van recidive en zo mogelijk het voorkomen van nieuwe criminelen. De voornemens van het kabinet liegen er overigens ook niet om. Op 6 november 2007 gaat een veertig pagina’s tellende brief naar de Tweede Kamer. De regering wil verloedering, criminaliteit en overlast fors indammen. Uitgaande van de cijfers van 2002 moet de samenleving er in 2010 een kwart veiliger uitzien. Dus is samenwerking van alle betrokken partijen nodig. En moet het veiligheidsbeleid in de plaatselijke praktijk gestalte krijgen. Volgens het kabinet is ook veel heil te verwachten van de persoonsgerichte aanpak en het terugdringen van recidive. Reclassering Nederland voelt zich gesterkt in de ingeslagen weg.
Niet alles is koek en ei. Een goed Nederlands gezegde meldt dat voor niets
de zon opgaat. Reclassering Nederland laat dat op 31 augustus ook nog maar eens weten aan de Vaste Kamercommissie van Justitie. De aan alle subsidieontvangers opgelegde bezuinigingen hangen als een donkere wolk boven verbeterinitiatieven van de reclassering. In 2008 moet ze het met bijna drie miljoen minder subsidie doen, terwijl het Openbaar Ministerie zo’n tien procent meer vraag aankondigt. Reclassering Nederland wil niet morrelen aan de kwaliteit van de dienstverlening. Ze schetst de Kamerleden daarom een doemscenario van wachtlijsten.
Gewogen en akkoord bevonden. Zo is het oordeel van de Inspectie voor de
Sanctietoepassing samen te vatten. Half mei houdt ze de unit Zwolle tegen het licht; een eenheid die een aardige afspiegeling van de actuele reclasseringsprak tijk te zien geeft. Het algemene oordeel is positief. Volgens de inspectie komt goed uit de verf dat het nieuwe accent op het delict en daarmee samenhan gende gedrag ligt. Dat klinkt in alles door: in de werkmethoden, in de samen werking met de rechterlijke macht en het gevangeniswezen en in de taakopvatting van de reclasseringswerkers.
Adviezen zijn welkom. De inspectie heeft ook een aantal verbetersuggesties: over verdeling van de werkdruk, alcohol- en drugscontroles, klanttevredenheid, afstem ming met begeleiders van gestraften en coaching van nieuwe medewerkers. Begin september laat Reclassering Nederland weten deze aanbevelingen ter harte te nemen. Zij krijgen een plek in het herontwerp van advies- en toezichttaken of in interne processen en spelregels. Opleiding, coaching, intervisie en casuïstiek overleg krijgen hernieuwde aandacht. Ze maken zowel de zittende medewerkers als de nieuwe aanwas vertrouwd met verkregen inzichten en keuzes.
4›5
Samen sterk. Het concept van het Veiligheidshuis heeft in 2007 verder voet aan de
grond gekregen. Tegen het eind van het jaar zijn er al twee dozijn, neergestreken in grote en middelgrote steden, met een uitstraling naar het omliggende gebied. De bewindslieden van Justitie, minister Hirsch Ballin en staatssecretaris Albayrak, hebben de handen vol om de ene na de andere vestiging te bezoeken. En overal komen ze vertegenwoordigers van Reclassering Nederland tegen. Want net als het Veiligheidshuis houdt de reclassering zich bezig met het hele criminele traject: van dreigende misdaad, via straf en toezicht tot nazorg: preventie, repressie, reïntegratie. Binnen en buiten het Veiligheidshuis werkt de reclassering daarom samen met gemeenten, politie, openbaar ministerie, jeugd- en zorginstellingen, scholen, kenniscentra, opvanghuizen, slachtofferhulp en gevangeniswezen.
Navelstaren mag niet meer. Naar het oordeel van professionals in de
strafrechtketen is Reclassering Nederland eind 2006 onvoldoende extern gericht. De representatieve steekproef leert daarnaast dat de ketenpartners waardering hebben voor de betrokkenheid, de samenwerking en de meer zakelijke dienst verlening. Hun rapportcijfer is gemiddeld 6,6. Het Openbaar Ministerie en de rechtbanken gaan met 7,2 daarbij aan kop. En het gevangeniswezen is hekken sluiter: 6,1. Het grote publiek geeft Reclassering Nederland een 6,5. Met als kanttekening dat drie op de tien ondervraagden geen cijfer wil geven. Niet verwonderlijk als 28 procent spontaan geen enkele taak van de reclassering kan noemen. Alle reden om in 2007 de imagozeilen bij te zetten. Volgens het vertrouwde adagium: ben goed en draag dat ook uit.
Eigen podium. Voor de professionele partners lanceert Reclassering Nederland het
makkelijk zapbare magazine ’10 minuten’, een snelle tocht langs actualiteit en reclasseringsacties. Maar ook een podium voor politiek en wetenschappers. In het eerste nummer noemt Aleid Wolfsen, justitiewoordvoerder PvdA in de Tweede Kamer, goede reclassering een maatstaf voor de kwaliteit van de samenleving. ‘Met pleidooien voor een goede begeleiding van criminelen word je overigens niet populair. Maar moedige bestuurders trekken zich daar niets van aan. Dat geldt landelijk, maar ook regionaal en plaatselijk.’ Dat plaatselijk hing al in de lucht: een paar maanden later stapt hij over naar het burgemeesterschap van Utrecht.
■
Onderzoek. 30 augustus. Suggesties voor onderzoek aan de Inspectie voor de Sanctietoepassing: effectiviteit aanpak veelplegers, bij 18 jaar breuk in aanpak criminele jongeren, reïntegratie na detentie door verantwoordelijke gemeenten, positie illegalen in het strafrecht.
■
Specialisten. De advies- en toezichttaken zijn vanaf 1 januari in het hele land gescheiden. Regio Amsterdam voert de taakspecialisatie meteen inhoudelijk verder door: tbs, jong volwassenen, justitiële nazorg.
■
Klachten. Naar aanleiding van inspectierapport gaat op 12 februari een brief naar de minister. De voorlichting over de klachtenregeling blijft ongewijzigd: bij eerste contact een folder, indien mogelijk en gewenst mondelinge toelichting. Bij concrete klachten altijd verwijzing naar de regeling.
■
Goed gedrag. Op 12 maart brief aan de Vaste Kamercommissie over verstrekken aan zedendelinquenten van Verklaring omtrent het Gedrag. Bij recente duidelijk vastgestelde ontsporingen is geen recidiveadvies reclassering nodig.
■
Werkdruk. De Inspectie voor de Sanctietoepassing stelt vast dat door scheiding van advies- en toezichttaken de werkdruk wel eens hoog uit kan vallen. Onderlinge verschuivingen zijn immers niet meer mogelijk.
Ivonne (63)
‘Ik blijf een vrolijk mens’ Ze heeft klappen gehad. Letterlijk en figuurlijk. Van haar eerste man, van het leven. Na zeventien jaar huwelijk vluchten zij en haar dochter het huis uit. Met één plastic zak met spullen. De tweede relatie duurt weer zeventien jaar. Dan is de koek op. Haar man gaat aan de haal met de dochter van haar vriendin, nog geen twintig. Weer verlaat ze de zekerheid van haar huis. In de war. Geen baan. Haar eigen dochter ligt inmiddels compleet in de kreukels. Mislukt in de lesbische liefde. Een vorm van ADHD. Borderline-patiënt. Wiet roken om rustig te worden. Ze klopt bij moeder aan. Woont er in feite hele dagen en nachten. Neemt haar mee om wiet te knippen. Drie keer, met tussenpozen van een paar jaar. En alledrie de keren valt de politie binnen. Ivonne: ‘Ik deed het voor mijn dochter, niet voor geld. Ik voelde me geen crimineel. Maar dan nemen ze vingerafdrukken en een foto. Ze stoppen je twee nachten in de cel. Dan besef je pas echt dat het niet mag. Tot hier en niet verder.’
Ivonne vroeghulp · werkstraf en deel voorwaardelijk · psychologische begeleiding · reclasseringstoezicht
6›7
Over de dochter ‘Ze maakt me verwijten. Dat ik geen arm om haar heen kan slaan bijvoorbeeld. Maar ondertussen heeft ze in elke deur wel een deuk geschopt. Hulpverleners zeggen dat ik eindelijk eens die navelstreng moet doorknippen.’ Over de arrestatie ‘Je hart staat stil. De eerste keer was ik koud binnen toen de politie met een stormram door de deur denderde. En de laatste keer hoorden we hollende voetstappen op het dak. Je ziet jezelf al achter de tralies.’
Over de reclassering ‘Ze hebben me uit de politiecel gehaald. Ze vonden dat ik daar niet hoorde. Ik moest er zijn voor mijn dochter met haar problemen. Maar ik moest zelf ook hulp accepteren. Hun rapport was mijn redding.’ Over de toekomst ‘Ik heb een uitkering. Dat is geen vetpot. Maar het lukt. Ik drink een kopje koffie, lees de krant, wandel, praat met vriendinnen. Soms doe ik wat leuks, soms…’
vroeghulp en advies
Ze gaan snel en goed de molen in Een goed begin is het halve werk. Reclassering Nederland biedt daarom steeds vaker lokaal ondersteuning bij het stevig in de kuif pakken van jeugdige lastpakken. Ze helpt voorkomen dat in huiselijke kring de tweede klap valt, soms zelfs de eerste. Ze geeft een forse kwaliteitsinjectie aan haar adviezen. En ze zorgt dat ze daders en hun geschiedenis scherper in kaart heeft.
De start moet deugen. Een frisse kijk en een verse aanpak kunnen wonderen
doen. Daarom hebben de reclasseringsorganisaties hun service en adviespraktijk helemaal op de schop genomen. Per 1 januari 2007 is er in elk arrondissements parket een eigen Reclasseringsbalie. Een vast aanspreek- en verdeelpunt. Korte lijnen, makkelijk en snel. De drie samenwerkende reclasseringsorganisaties hebben dat in korte tijd op negentien plekken voor elkaar gebokst. Daaraan gekoppeld is een scheiding doorgevoerd tussen advies- en uitvoeringstaken. In januari beginnen ze ook met het herontwerp van hun advisering. Inhoudelijk en procesmatig. Een ingrijpend proces, waarmee ze hun klantgerichtheid en veranderbereidheid tonen. Met dank aan de veerkracht en inzet van de betrokken medewerkers.
Het doel is helder. Kort en goed komt dat neer op: meer kwaliteit en tijdwinst.
Dat geldt zowel voor het proces als voor de producten. Diagnoses en adviezen worden gebruiksvriendelijker en eenduidiger. De opdrachtgevers bij het Open baar Ministerie, de rechters en het gevangeniswezen moet meteen duidelijk zijn welk vlees ze in de kuip hebben. Geen lange epistels, geen noodzaak om twee keer te lezen, geen geheimtaal of wollig woordgebruik. Dat is mooi meegenomen in een wereld van steeds complexere daders en forse misstappen. Met méér mensen die het pad compleet kwijt zijn door kortsluitingen in hun hoofd, verslavende middelen, traumatische ervaringen, onmogelijke opvoedingen of verkeerde vrienden. Met méér mishandeling, moord, groepsgeweld, seksuele buitensporigheid of andere maatschappelijke onverteerbaarheid. Tegen dat decor pakken de reclasseringsorganisaties de uitdaging op om te vereenvoudigen. Zonder aan betrouwbaarheid in te boeten.
Het is een strijd op meerdere fronten. Snelle diagnoses als het kan. Dieper graven als het moet. Beknopte rapporten wanneer die volstaan, meer tekst en nuance als het maken van een juiste keuze daarom vraagt. Vaste en herkenbare formats bovendien. Geen twintig verschillende, maar twee: een beknopt en een uitgebreid advies. Verder heldere spelregels over instroom, doorlooptijden en terugkoppeling. Weg met bureaucratische obstakels. En – als fundament onder het verbetertraject – deskundigheidsbevordering. Dat vraagt om tijdig ingescha kelde medewerkers die zelf vorm geven aan de nieuwe praktijk en zich de bijbe horende vaardigheden eigen maken. De samenwerkende reclasserings organisaties nemen op al deze fronten hun eigen verantwoordelijkheid. Ze zetten de verbeteringen al in de steigers voordat er financiële rugdekking van het ministerie van Justitie is. Op 25 juni gaat een samenhangend projectplan met subsidieverzoek richting Den Haag. Er komt groen licht en in september start de uitvoering.
8›9
Daders in beeld. Ook op het digitale front zit de reclassering in 2007 niet stil. Op 27 februari valt het besluit om de informatiestromen rond daders en verdachten op geheel nieuwe leest te schoeien. Beter aansluitend bij vernieuwde werk processen. Actueel en compleet. Uitnodigend en gebruiksvriendelijk. Dienstbaar aan een goede verantwoording: acties, tijdstippen, namen. Via het web benaderbaar, maar streng beveiligd. Koppelbaar aan systemen en programma’s van ketenpartners. In staat om uit de optelsom van daderhistories waardevolle managementinformatie te destilleren. Alles bij elkaar een ingrijpende operatie die tot 2010 gaat duren. Het is een miljoenenkostend bouwpakket, met steeds nieuwe modules die worden bijgeschakeld. Op 3 september zijn alle plannen rond en noodzakelijke stappen in kaart gebracht.
Eerste hulp bij geweld. In actie komen als de wond nog open ligt. Die beelden
de beschrijving past bij de aanpak van huiselijk geweld. In Noord-Nederland doet Reclassering Nederland in 2007 mee aan het proefproject waarbij de burge meester daders een huisverbod oplegt. Bij een geweldsexplosie, maar zelfs al bij de dreiging ervan. Preventie. Een afkoelingsperiode van tien dagen. Zo nodig te verlengen tot vier weken. Controle op naleving van het verbod en begeleiding van de dader zijn essentieel. In de Noord-Nederlandse pilot, maar ook in de toekomstige praktijk van huisverboden.
Veel verborgen leed. Naar schatting doen zich jaarlijks 450.000 incidenten in de
privésfeer voor. De proef met huisverboden omvat de stad Groningen en een stuk of vijf plattelandsgemeenten. Uiteenlopende omstandigheden dus. Bijzonder is ook de begeleiding van iedereen die bij het huiselijk geweld betrokken is: slacht offers, gezinsleden, daders. Inzet van de reclassering met haar daderdeskundig heid en systematische inschatting van risico’s komt goed van pas. Als de Eerste Kamer zich 20 november over het betreffende wetsvoorstel buigt, zijn er dan ook enkele partijen die betreuren dat voor de reclassering geen verplichte rol is weggelegd. De betrokken bewindspersonen wijzen op de goede ervaringen in Groningen. De praktijk zal leren of gemeenten tot inhuur van extra deskundig heid overgaan. Op tal van plekken in het land legt Reclassering Nederland daartoe contacten.
■
Crash. Het bestaande Client Volg Systeem slaat 9 juli op tilt. Medewerkers kunnen soms niet inloggen. De storing duurt meerdere weken.
■
Strenger. Vanaf april gebeurt in Amsterdam het toezicht op alle jong volwassenen volgens de strenge regels van ITB, intensieve trajectbegeleiding.
■
Veilige buurten. Preventief toezicht op overlast gevende jongeren in Slotervaart en enkele andere Amsterdamse stadsdelen. Samenwerking met straatcoaches en buurtvaders.
■
Privacy. De Inspectie voor de Sanctietoepassing oordeelt positief over de aanwezigheid van een privacyreglement in de praktijk rond dadergegevens.
■
Lik op stuk. 10071 keer komt Reclassering Nederland meteen na aanhouding van een verdachte in actie. Met de zogeheten vroeghulp.
■
Juiste persoon. De reclassering adviseert op 24 mei de minister van Justitie over een wetsvoorstel om de identiteit van daders en verdachten vast te stellen: met vingerafdrukken en documentscanners.
■
Uitbreiding. RISc, het instrument om risico’s vast te stellen, blijft in ontwikkeling. Er zijn modules in de maak voor tbs-ers en daders van zedenmisdrijven en huiselijk geweld.
■
Balies nog beter maken. In het voorjaar houdt TNO de praktijk van de Reclasseringsbalies tegen het licht. Er is waardering, maar er zijn ook verbetermogelijkheden: van automatisering en informatiestromen tot beter overleg met opdrachtgevers. Bijzondere aandacht vraagt een betere samenwerking tussen balies en gevangeniswezen.
Jelle (42)
‘Ik houd niet van mezelf’ Zijn leven ligt in duigen. Hij heeft de neiging zichzelf te vernietigen. Het begint als kind, maar dat gaat niemand wat aan. Dan, als jongeman, rijdt hij op een fatale avond naar huis. Slecht zicht, tegenligger met scherpe koplampen, een fietser zonder licht. Uit het niets: een klap. De man sterft in zijn armen. Diens vrouw is zwanger. Zes jaren later duwt ze Jelle tijdens de kermis een kind in de armen. De moordenaar van zijn vader moet maar even op het jochie passen. Hij geeft geen krimp: een echte binnenvetter. Ook over het vonnis horen ze hem niet: dood door schuld. Oneerlijk! Maar ja, alles in het leven is shit. Die gedachte draait rondjes in zijn hoofd. Totdat hij een pistool koopt en om zich heen gaat schieten. Als een gek. Niemand raakt gewond. Twintig jaar gaat het vervolgens goed. Een vrouw, een mooi huis, een eigen transportbedrijfje. Een scheiding. Een nieuwe – hopeloze – relatie. Zie je wel: hij is niet voor het geluk geboren. Jelle: ‘Ik vluchtte in werk, antidepressiva en drank. Totdat het jochie, inmiddels 18, me moordenaar noemde. De stoppen sloegen door. Ik pikte het jachtgeweer van mijn vader. Ik was een tijdbom.’ Jelle vervroegd uit detentie • aan de enkelband met satellietcontrole • psychiatrische hulp • woont, werkt en krijgt begeleiding in Exodushuis
10›11
Over de arrestatie ‘Ik was een tijdbom. Het hoefde voor mij niet meer. Ik zwaaide met het geweer. Van mij mocht het arrestatieteam me afknallen. Ze voelden zich bedreigd, maar schoten niet.’ Over de reclassering ‘De gevangenis lost niks op. Daar kom je mensen tegen die trots vertellen dat ze iemand hebben omgelegd. Ik had hulp nodig. Die krijg ik. Er is elke week contact met de reclassering. Ze weten wat ze aan me hebben.’
Over zichzelf ‘Zelfs in een stad met honderd duizend mensen voel ik me verdomd alleen. Stuurloos. Verdrietig. Ik word wel eens moe van mezelf, want ik heb ook innerlijke kracht. Maar dan wordt alles weer donker…’ Over de toekomst ‘Mijn huis staat te koop. Ik wil weg uit die omgeving. Daar is teveel gebeurd. Ik moet weer leren van mezelf te houden. Eigenlijk wil ik gewoon huisje, boompje, beestje.’
Toezicht
Ze voelen controle en hulp Toezicht is geen leiband. Elk incident is er een teveel. Zeker als daar een dode of gewonde bij valt. Maar de reclassering heeft daders niet aan een touwtje. En zelfs als ze met een enkelband lopen en satellieten hen in de gaten houden, kunnen ze in de fout gaan. Maar gebrekkige spelregels, slordigheid of het niet nakomen van werkafspraken mogen nooit de oorzaak zijn. Schokkende voorvallen in 2006 hebben de reclassering aangespoord om het zekere voor het onzekere te nemen. Ze houdt alle toezichten extra onder de loep en repareert tekortkomingen. Ondertussen zet ze ook nog een moderniseringsslag in werking.
Snel en grondig. Op 1 februari stuurt de reclassering een plan van aanpak naar de verantwoordelijke minister. Doorlichting van alle lopende toezichten, de meest risicovolle het eerst. Vonnis, bijzondere voorwaarden, diagnose, aanwijzingen, aanpak, toezichtovereenkomst, evaluatie; de onderzoekteams halen alles uit de kast. Via dossieronderzoek en procesanalyses. Een grote schoonmaak, waaraan ook de stofkam te pas komt. Op 1 juni ontvangt staatssecretaris Albayrak de eerste conclusies, op 21 juni het complete rapport.
Het begint met duidelijkheid. Er zijn 15.173 toezichten bekeken. Daarvan
zitten er 1701 wel in de computer maar er is nog niets mee gebeurd. Van de lopende zaken is met 80 procent helemaal niets mis. Bij 23 procent liggen de afspraken niet vast in het centrale computersysteem. Vaak zijn er wel afspraken en activiteiten. Dus niet geformaliseerd, maar wel controleerbaar. Tien procent van alle dossiers zijn nog eens onder ogen van het management gebracht. In vijf procent was er inderdaad iets niet in orde. De noodzaak tot verbetering is daar mee nog eens onderlijnd. De massale doorlichting heeft daarbij een driedubbel effect. Alle betrokken medewerkers zijn alerter op het registreren en naleven van afspraken. Het management beschikt over meer informatie om te sturen. En de lacunes of missers vertellen wat in een nieuwe aanpak van het toezicht moet worden dichtgespijkerd.
Flinke klus. In twee jaar tijd is het aantal toezichten gestegen van 10.600 naar
15.000. Meer zware gevallen: geweld en zedenmisdrijven. Minder delicten in de sfeer van verkeer of geld. De toename en de verandering van het daderbestand is in 2006 voor de reclassering aanleiding tot het herontwerpen van haar toe zichten. De screening geeft de kwaliteitsslag een flinke duw voorwaarts. De eerste contouren dienen zich aan: intensiever, consequenter in de uitvoering, meer gestandaardiseerd. Op 26 september gaat een uitgewerkt plan ‘Redesign Toezicht’ naar het ministerie van Justitie: 48 pagina’s doortimmerde toekomst muziek. Met kwaliteitscriteria, doelstellingen per stakeholder, meetbare resultaten, betrokkenheid van opdrachtgevers, inschakeling van wetenschappers en een planning. In 2009 kan de klus geklaard zijn. Het devies is: niet getreuzeld, wel zorgvuldig.
Vereenvoudiging. De vernieuwingen op het gebied van diagnose en advies
klinken door in het toezicht nieuwe stijl. Afhankelijk van de risicodiagnose komen er drie toezichtvarianten. Voor iedereen overzichtelijk en duidelijk. Bij groot risico: intensieve begeleiding, weinig vrijheden, vaak controle, veel inzet van onder
12›13
steunende technieken. Bij het laagste risicoprofiel kan de reclasseringswerker de teugels wat meer laten vieren. Maar afspraak blijft afspraak. Duidelijk, eenduidig en gestructureerd reageren bij overtredingen is onderdeel van de nieuwe aanpak. Waarschuwen en dan kijken of extra controle, zorg of inschakeling van de politie nodig is. Ook daar levert de professional – binnen kaders – maatwerk.
Toezicht is hot. De politiek heeft er volop aandacht voor. Zo ook de Vaste Kamer
commissie van Justitie. Op 5 september buigt ze zich over de moderniserings operatie. Dan heeft ze net een brief ontvangen waarin Reclassering Nederland nog even wat feiten op een rijtje zet. Toezicht is een strafrechtelijke ingreep. Deze kent altijd de combinatie van controle en begeleiding. Volgens de reclassering begint goed toezicht snel: binnen twee werkdagen een gesprek. En dan de eerste maand face to face gesprekken. Die zijn nodig om de risico’s in te schatten, het toezichtcontract op te stellen en de begeleiding te starten. Bij de risicovolle dadergroepen – en dat zijn er steeds meer – is gedurende langere tijd de lijst langer: huisbezoeken, telefonische contacten, gesprekken met familie of werkgever, overleg met het Openbaar Ministerie, controle op alcohol of drugs en het registreren van dit alles. Volgens de vergoeding is daarvoor 30 uur per half jaar beschikbaar: een dik uur per week.
Kale straf is jammer. Toch dreigt dat voor mensen die in eigen huis hun straf
mogen uitzitten. Iets tussen de gevangenis en de werkstraf in. De minister van Justitie lijkt de uitvoering voorlopig nog op het bordje van de gevangenisdirecties te leggen. Op 4 juli steekt de reclassering haar vinger op om hierbij een stevige rol te spelen. Daarbij noemt ze een handvol argumenten. Ze heeft ervaring met het inschatten van risico’s. Van de werkstraffen heeft ze een succes gemaakt. Ze is gewend toezicht rijker in te vullen dan enkel met controle. Haar herontwerp toezicht is probleemloos te gebruiken. In al haar werk spelen reïntegratie en terugdringen van recidive een rol. En het is juist de bedoeling om deze straf te richten op daders die vatbaar zijn voor gedragsverandering.
■
Schril contrast. Twintig uur toezicht per week. Dat is het gemiddelde lekenoordeel over de noodzakelijke begeleiding van daders. Onderzoeksbureau Van Kempen tilt dat boven water. De reclassering moet het met iets meer dan een uur toezicht per week stellen.
■
Oordeel. De Inspectie voor de Sanctietoepassing heeft het doorlichten van de toezichten door de reclassering getoetst. Ze vindt het waardevol en passen binnen de kwaliteitsslag die de reclassering aan het maken is.
■
Redesign. Op 28 maart start het programmateam dat zich bezighoudt met het herontwerp van het toezicht. Screening van lopende toezichten en het ontwikkelen van een projectplan voor de toekomst gaan hand in hand.
■
Extra ruimte. Reclasseringsorganisaties nemen in 2007 de uit- en ombouw van tbstoezichten ter hand. Het kabinet heeft op de valreep van 2006 besloten de beschikbare tijd te verviervoudigen: van 30 naar 120 uur.
■
Aangeklede straf. De Raad voor de Strafrechtstoepassing heeft geadviseerd over thuisdetentie. Deze strafvorm ziet hij wel zitten. Hij keert zich echter tegen het kale karakter. Begeleiding, scholing, deelname aan het arbeidsproces en gedragstrainingen horen erbij. Zo’n verlanglijstje heeft Reclassering Nederland ook naar de minister gestuurd.
Erik (38)
‘Ik kijk nu eerlijk naar mezelf’ Hij heeft zijn geloof hervonden. In zichzelf, in de toekomst, in God. Hij voelt zich herboren. Zijn oude persoonlijkheid ligt op het kerkhof, al steekt de mooiprater nog wel af en toe de kop op. Grinnikend geeft hij dat toe. Als hij achterom kijkt, kan hij nog steeds niet geloven wat hem is overkomen. Sterker: wat hij heeft gedaan. Hij is jong, veelbelovend, manager, twee auto’s, vier keer per jaar op vakantie. Thuis heeft hij een vrouw en een juweel van een dochter. En dan is er nog die prille tiener, zijn stiefdochter. Daar gaat het mis. Misbruik sluipt de relatie binnen. Stopt ook. Maar anderhalf jaar later stort het meisje haar hart uit bij een vriendje. De hel breekt los. In twee weken voorarrest verliest hij zeventien kilo. Zijn huis mag hij niet meer in, zijn eigen kind niet meer zien. Zijn familie wil hem niet meer kennen. Weg baan. Op advies van z’n reclasseringswerker gaat hij in therapie. Erik: ‘Ik zei tegen God dat hij nu maar eens moest helpen, als hij bestond. Ik heb hem gevonden. Net als mezelf. Maar daarvoor moest ik eerst alles kwijt zijn.’ Erik na arrestatie vroeghulp • adviesrapport • toezicht • tweeënhalf jaar verplichte therapie • succesvol afgerond
14›15
Over de arrestatie ‘Ik heb de hele nacht op mijn motor rondgereden. Zal ik er een einde aan maken? Of ben ik een vent en leef met mijn verlies? Toen ik me bij de politie meldde, wilden ze me eerst niet arresteren. Er was geen aangifte gedaan.’
Over de reclassering ‘In de politiecel zagen ze een wanhopig, slachtofferig dadertje. Nu, tweeënhalf jaar later, kunnen ze afscheid nemen van iemand die weet wat hij misdaan heeft. En ik heb, mis schien voor het eerst, vertrouwen in mensen.’
Over de stiefdochter ‘Ik zou haar graag vertellen hoeveel het me spijt. Een tiener op zoek naar haar grenzen. Ik had haar moeten helpen die te ontdekken en te bewaken. Maar juist ik ben erover heen gegaan. Onvergeeflijk.’
Over de toekomst ‘Ik heb allerlei plannen. Eerst catering, maar ik droom van een opvang voor ex-gedetineerden zoals ik. Uitgekotst, schuldig, schuldbewust, maar vooral alleen. Een plek waar ze zichzelf terug kunnen vinden.’
interventies
Ze trainen voor een doorstart Trainingen moeten vóór alles doeltreffend zijn. Vaak vormen ze een onmisbaar onderdeel van het toezicht. Gedragsverandering is in alle gevallen het doel. De reclassering streeft ernaar om dat ook wetenschappelijk aan te tonen. Dat leidt bijna automatisch tot een betere band met de wereld van het hoger onderwijs en onderzoek. Niet alleen bewezen succesvolle trainingen zijn de vruchten, ook het opleiden van reclasseringsspecialisten en kritisch onderzoek komen eruit voort.
Risico’s indammen is de kunst. Het is de kern van het reclasseringsvak.
Het wetenschappelijk gefundeerde instrument RISc, de Recidive Inschattings Schalen, wijst ook dit verslagjaar de weg naar straf, controle, begeleiding, training of zorg. Meestal naar een combinatie van maatregelen. Met als doel een gedrags verandering. Merkbaar. Aantoonbaar. Juist om dat zeker te stellen, heeft de reclassering stevig gesneden in haar dienstenaanbod.
Snoeien doet bloeien. Geen eindeloze menukaart aan trainingen. Overzichtelijk
en effectief. Dat is, kort en goed, de filosofie achter de aanpak van de trainingen; gedragsinterventies, zoals ze in het vakjargon heten. Een speciale erkennings commissie toetst methodiek en resultaten wetenschappelijk. De theorie, maar ook de praktische uitvoering. In december 2007 is de eerste officiële erkenning een feit: CoVa, Cognitieve Vaardigheden. Andere staan op de drempel van officiële toelating. Bijvoorbeeld: leefstijltraining voor verslaafden, arbeidsvaardigheden, agressieregulatie en terugvalpreventie verslavende middelen.
Denken is te leren. Volgens de bedenkers van de CoVa-methodiek is het net
zoiets als fietsen of zwemmen. Snappen hoe het werkt en vervolgens veel oefenen. Doordat de wetenschap zich met de trainingen bemoeit, krijgen nieuwe inzichten ruim baan. Iemand kortlopend bijspijkeren verliest terrein. Ombouwen van gedrag is intensief en vraagt tijd. Meer dan twintig bijeenkomsten in het geval van de CoVa. Bovendien zijn gespecialiseerde trainers nodig. Met een certificaat. Het duurt dan ook nog wel tot 2010 voordat er een landelijk dekkend aanbod is. Rechters en gevangenisdirecties moeten ook de routine ontwikkelen om de juiste strafbepalingen en strafduur op te leggen: lang genoeg voorwaar delijk om de training ook af te maken. Eén troost: zestig procent van de delict plegers heeft moeite met een goed geordend denkproces. Aanbod genoeg dus.
Ook praktijklessen tellen. De wetenschappelijke toets van de erkenningscom missie vraagt om een meerjarige systematische ontwikkeling van een trainings methodiek. Degelijk, maar Reclassering Nederland wil ook kunnen inspelen op actuele maatschappelijke vragen. Dat kan met trainingen die weliswaar niet wetenschappelijk bewezen zijn, maar in de praktijk hun nut bewijzen. Zo begint bijvoorbeeld in het najaar Amsterdam met de ontwikkeling van een speciale training. Deze moet terugkerend geweld tegen homo’s helpen voorkomen. De aanpak gebeurt in samenspraak met het Openbaar Ministerie en het COC.
Kruisbestuiving neemt toe. De reclassering heeft de wetenschap ontdekt. En vice versa. Dat werpt vruchten af bij de trainingen, maar ook bij opleidingen en kwaliteitsbewaking. Zo steunt ze het ontstaan van lectoraten en onderzoeks
16›17
groepen aan hogescholen. Ook heeft Reclassering Nederland mede aan de wieg gestaan van de HBO-minor ‘Werken in een gedwongen kader’. In september gaat deze op vijf hogescholen van start. Zo’n 120 studenten kiezen ervoor. Potentiële reclasseringswerkers. Zij leren dat vrijwillige hulpverlening niet altijd het gewenste resultaat heeft. Dat er weerstanden te overwinnen zijn. Dan is het tijd voor de combinatie van drang en dwang, van begeleiding en controle.
Kritische blik is welkom. Op 17 december sturen de samenwerkende reclasse
ringsorganisaties brieven aan de Hogeschool Utrecht en de Avans Hogeschool te Den Bosch. Zij bevestigen hun financiële en inhoudelijke steun aan de lectoraten en de daar omheen gevormde kenniskringen. Ze investeren hiermee structureel in onderzoek, kwaliteitsverbetering en verdergaande professionalisering van hun vak. De Hogeschool Utrecht meldt lovend: ‘De reclasseringsorganisaties laten zien dat ze niet bang zijn voor een kritische blik van onderzoekende buiten staanders.’ In Utrecht is het thema ‘Werken in een justitieel kader’. Het onder zoekt hoe begeleiding en hulp het best hand in hand kunnen gaan met straf en toezicht. In Den Bosch is de leeropdracht ‘Reclassering en Veiligheidsbeleid’. Ketensamenwerking, criminalisering, vertrouwen in handhaving en nazorg zijn enkele van de speerpunten.
Niet langer een stiefkind. Ook universitair timmert de reclassering aan de weg.
Zo is een bijzonder hoogleraarschap op dit vakgebied in de maak. In maart is duidelijk dat voor vijf jaar de benodigde gelden beschikbaar komen. De fondsen wervende Stichting Nationale Reclasseringsactie doneert deze. De nieuwe leerstoel gaat zich bezighouden met de ‘sociaal wetenschappelijke aspecten van het reclas seringswerk’. Aanvullend ijveren de samenwerkende organisaties met succes voor een parttime hoogleraarschap dat zich buigt over de juridische kant van het reclasseringsverhaal. Dat gaat om méér dan voor de hand liggen vraagstukken als: de bevoegdheden van de reclasseringswerkers, hun controlemogelijkheden, hun verschoningsrecht en hun inzet bij naleving van bijvoorbeeld huis- of stadionverboden. In de zomer van 2007 is de reclassering begonnen met onderzoeksvragen in kaart te laten brengen. Juridisch én multidisciplinair.
■
Beter. In 2003 geven de ketenpartners het rapportcijfer 6.6 voor de gedragsinterventies. In 2007 begint de reclassering met een 6,9 en die waardering wil ze snel verder opkrikken. Met aantoonbaar succesvolle trainingen.
■
Volledige erkenning. Op 11 december krijgt de gedragsinterventie Cognitieve Vaardigheden (CoVa) haar volledige erkenning. Ze voldoet in voldoende mate aan elk van de tien kwaliteitscriteria. De erkenning geldt voor vijf jaar.
■
Praktijktoets. Op 1 februari vragen de reclasseringsorganisaties subsidie om de training Arbeidsvaardigheden in de praktijk te toetsen. In september begint de proef in Alkmaar en Den Bosch.
■
Integraal plan. Gedragsinterventies: begin 2007 stellen de drie reclasseringsorganisaties een compleet en samenhangend plan van aanpak vast. Dat is ook aangeboden aan het ministerie van Justitie.
■
Bruikbaar. Een speciale werkgroep buigt zich over de bruikbaarheid van gedragstrainingen. Ze komt tot de vaststelling dat trainingen voor gedetineerden ook buiten de gevangenismuren inzetbaar zijn.
■
Op de rails gezet. In november 2007 start de ontwikkeling van een training voor plegers van huiselijk geweld. Er zijn ook plannen voor het training van daders met een alcoholprobleem.
Over de werkstraf ‘Shit happens. 28 zaterdagen in een bejaardentehuis helpen lijkt misschien relaxed, maar dat is het niet. En gaten spitten in zware klei is afbeulerij. En toch laten ze je dat doen, zonder graafmachine, in je kostbare vrije tijd.’ Over de arrestatie ‘Na afloop van Dance Valley kreeg mijn broertje ruzie met een meid. We hebben haar fiets afgepakt en zijn daarmee naar de bussen gereden. Fiets in de sloot gekukeld. Lachen! In Velsen stond de politie te wachten.’
18›19
Over de reclassering ‘Ik zie hen niet als verlengstuk van de politie. En verder is het simpel. Je moet je fatsoenlijk gedragen, dan doen zij dat ook. Wel stellen ze duidelijke grenzen. En daar geef ik hen groot gelijk in.’ Over de toekomst ‘Ik heb een vriendin en bij een andere vrouw een kind. Daarmee wil ik een mooi leven. Of ik hier nog eens terugkom? Dat hangt ervan af wie ik tegenkom…’
Nick (24)
‘Ik wil vooral gewoon poen verdienen’ Hij is geen stil watertje. Hij vindt het wel lekker als er wat leven in de brouwerij is. En hij laat zijn gevoelens zomaar tot uitbarsting komen. Ze moeten hem niet lastig vallen. En al helemaal niet ongevraagd aanraken. Dan vallen er klappen. Tuurlijk! De straat is zijn leerschool, de rand van Amsterdam zijn speelterrein. Sloten, Osdorp, Bijlmer. Als jochie verkent hij alle vormen van kattenkwaad. Als puber kiest hij voor een kale kop. Ruzie met Marokkaanse jongeren kan niet uitblijven. Voordat hij het weet, heeftie zijn eerste taakstraf te pakken. Daarmee vindt hij zichzelf nog geen crimineel, geen diehard. Meer een klein ettertje. Langzaam maar zeker verdwijnt het speelse en vullen de dagen zich met meiden, auto’s, brommers, bier. Vanaf zijn zestiende sleutelt hij aan auto’s. Hobby en beroep. En vooral bezig zijn met poen verdienen. Want daar draait het toch om in het leven: geld verdienen. Een paar weken werkstraf zonder inkomen smaken dus extra zuur. ‘Mishandeling noemen ze het. Maar het is gewoon ruzie. Ik neem tegenwoordig wat eerder gas terug. Je koopt er niks voor. En na vier keer taakstraf wordt het wel een keer zitten. Dat snap ik best.’ Nick herhaaldelijk werkstraf • de laatste keer 80 uur • groepsproject Amstelpark
werkstraffen
Ze worden er allemaal beter van Met werken is niks mis. Met werken als straf ook niet. De werkstraf blijft een belang rijke pijler onder het strafrechtsysteem. Nuttig, nodig, goedkoop, doeltreffend. Reclassering Nederland steekt in 2007 de thermometer in de meewerkende organi saties en bedrijven. Daarnaast blijft ze deze strafvorm verbeteren en nog nadruk kelijker richten op het doel: voorkomen van recidive. Door werkprocessen en spelregels te verfijnen, deskundigheidsbevordering en uitwisseling van ervaringen.
Het loopt gesmeerd. De groei van werkstraffen in de achterliggende jaren is spectaculair. In zes jaar tijd is een verviervoudiging opgetreden. Van pakweg 7.500 in het begin van deze eeuw tot 30.000 het afgelopen jaar. Door de inrichting van gespecialiseerde units is deze stroom netjes gekanaliseerd. Inmiddels is er sprake van een geoliede machine. Dus is het tijd om te kijken waar winst te behalen is.
Het kan altijd beter. Het Verwey Jonker Instituut doet daar in 2005 al een voor
zet voor. Het rapport ‘Werkstraf succes verzekerd’ laat zien dat de achtergrond van de dader van invloed is. Wie een baan heeft en weet te houden, brengt de straf eerder tot een goed einde. En notoire justitieklanten bakken er minder van. Het onderzoek adviseert dan ook vaker vooraf advies aan de reclassering te vragen. Deze speelt het belang van een goede daderselectie geregeld in de kijker. In publicaties en in contacten met Openbaar Ministerie en rechtbanken.
Het is een alternatief. Voor mensen die daar geschikt voor zijn. Zware jongens
horen in de bak. Onverbeterlijke types eveneens. En moordenaars en verkrachters kunnen niet wegkomen met 240 uur bijspringen in het bejaardenhuis. Dat is van meet af aan de opstelling van Reclassering Nederland. Op 14 oktober bindt het TV-programma Zembla de kat de bel aan. Het laat zien dat rechters soms ook bij zware misdrijven een werkstraf opleggen. Ook zet het kritische kanttekeningen bij het effect van de straf. Een dader die al drie keer fluitend een taakstraf deed, laat weten dat het resultaat nul komma nul is. Reclassering Nederland geeft tegengas. Ze benadrukt dat dit strafalternatief vooral zin heeft bij mensen die nog iets van hun leven willen maken. Voor mensen die bereid zijn om hun gedrag aan te passen. Geprikkeld door schaamte of ongemak, door hervonden discipline en regelmaat of door aanvullende begeleiding en training. Met name dit laatste zou vaker onderdeel van het vonnis moeten zijn.
Positief oordeel. Zembla meldt ook dat een enquête onder werkstrafbedrijven
leert dat deze vraagtekens hebben bij het strafkarakter. Opmerkelijk, want uit een onderzoek dat een paar maanden eerder plaatsvindt, klinken vooral positieve geluiden. Die zijn afkomstig van contactpersonen van Reclassering Nederland bij de deelnemende organisaties. Tussen 9 en 23 augustus vinden driehonderd geslaagde interviews plaats. Iedereen heeft baat bij een werkstraf; de gestrafte, de samenleving en de betrokken instelling. Dat vindt een meerderheid van de ondervraagden.
20›21
Tevredenheid overheerst. Van de contactpersonen ziet 88 procent meerwaarde voor de eigen organisatie. Het gaat om klussen die anders niet geklaard werden. Meestal door gebrek aan tijd. Maar soms ontbreekt in eigen huis de deskundig heid die een werkgestrafte meebrengt. Ze vinden dat Reclassering Nederland goed op hun wensen inspeelt. Zo is 85 procent tevreden of zelfs zeer tevreden. Slechts 2 procent mort. Tweederde ziet voordelen voor zowel dader als samen leving. Zo zou een werkstraf de maatschappelijke terugkeer vergemakkelijken. Een kwart meent zelfs zeker te weten dat betaald werk makkelijker binnen handbereik komt. En 36 procent denkt dat dit soms het geval is.
Dikke voldoende. De dienstverlening van Reclassering Nederland krijgt van de
contactpersonen een rapportcijfer van 7,8. Slechts vier procent vindt het beneden de maat. Volgens 88 procent is er voldoende contact. Juist de mensen die hier twijfels bij hebben, drukken het rapportcijfer. Daarom is begonnen met het versterken van de band. Telefonisch en in levende lijve. Dat de daders meteen ook steekproefsgewijs te controleren zijn, is mooi meegenomen. Makkelijk voor de deelnemende instellingen. Deze vinden overigens dat goed gereageerd wordt op signalen en dat het optreden bij dreigende spanningen kordaat is: 86 procent.
■
Handboek. Op 29 oktober verschijnt de methodiek ‘Werk maken van straf’. Een wegwijzer in de bijzondere wereld van de werkstraf; met zeer verschillende situaties en vogels van uiteenlopend pluimage.
■
Wijkservice. In april start samenwerking met gemeente Apeldoorn. Schone wijken door inzet van werkgestraften.
■
Delictgebonden. Een verband tussen misdrijf en straf kan helpen. Voor de daders of de slachtoffers. In Rotterdam binden werkgestraften in felgekleurde hesjes de strijd aan tegen de verloedering van hun buurt. En in verschillende voetbalstadions zijn werkgestrafte supporters aan de slag.
■
Werk vinden. Een werkplek kan een medicijn tegen terugval zijn. Werkstrafunits weten dat. In Amsterdam is er hulp bij het vinden van een baan, tot samenwerking met een duikbedrijf aan toe. In Breda en Vlissingen zijn er bijvoorbeeld leerwerkplaatsen.
Over de arrestatie ‘Ik had iemand met een pistool op het hoofd geslagen. Dan is het niet raar dat ze ’s nachts met een arrestatieteam van acht man binnenvallen. Afgevoerd met handboeien. De buren weten dus alles, maar doen niet vervelend.’
Over zichzelf ‘Ik ben moslim, maar ook hindoe. Wat ik zocht, heb ik gevonden: geluk. Ik heb een vrouw die me niet heeft laten zakken. Ik heb een baan. En als ik de staatsloterij moet winnen, gebeurt dat toch wel.’
Over de reclassering ‘Ik had de indruk dat de reclasseringswerker niet wilde meewerken om me uit de gevangenis te krijgen. Ik heb toen gezegd dat ze de boom in kon. Niet netjes en niet handig. Oneerlijk ook, want ze hebben me echt geholpen.’
Over de toekomst ‘Ik heb mijn huisje nog. Volgende week komt een nieuwe ijskast. Ik wil weer een normaal iemand zijn. Gewoon met je trommeltje boterhammen naar het werk gaan en een beetje sporten.’
22›23
Sammy (41)
‘Ik ga fluitend naar het werk’ De cel houdt hij voor gezien. Voorgoed, ook al denken de bewakers dat hij nog wel eens terugkomt. Ze zien hem waarschijnlijk als een agressieve ritselaar. Vanwege zijn uiterlijk, zijn lekker bekkende roepnaam en zijn voorgeschiedenis. Lekker mis! In de gevangenis houdt hij zich ver van de zware jongens en hun uitnodigingen om buiten samen iets op te zetten. Hij draait er de film van zijn leven nog eens af. Tienerkinderen uit eerdere relaties, een kleintje van acht bij de huidige vriendin. Taxichauffeur, dromen van een blitse auto, verlangen naar het grote geld. En foute vrienden. Zij hebben het plan om een dealer flink wat lichter te maken. Een bezoekje, een blaffer onder zijn neus en het is gepiept. Sammy doet mee. De film in zijn hoofd laat een machteloze man zien. Een greep onder de tafel. Een wapen? Dus slaan ze hem bijna de hersens in. Letterlijk. Sammy: ‘De reclassering heeft me geleerd hoe ik tijdens een sollicitatie over mijn straf kon praten. Ik heb nu een baan. Top, man!’ Sammy roofoverval met geweld • drie jaar cel • vervroegd vrij onder voorwaarden • enkelband en intensieve begeleiding
Reïntegratie
Ze moeten de draad weer oppakken Met hun opsluiting moet het afgelopen zijn met de misdaad. En daarna moeten daders hun draai weer vinden in de samenleving. Dat wil de reclassering helpen bereiken. Begeleiding van ex-gedetineerden is van oudsher de deskundigheid van de reclassering. Sinds een paar jaar ligt de verantwoordelijkheid bij afzonderlijke gemeenten. Dat levert een verbrokkeld beeld op. Bij het zich weer in de samenleving bewegen van tbs-ers is er daarentegen een heldere lijn tot stand gekomen.
Nazorg blijft een zorg. De terugkeer in de samenleving na een gevangenisstraf is moeilijk. Elk jaar moeten tussen de dertig- en veertigduizend gedetineerden de draad weer oppakken. Het Nederlandse publiek denkt dat de reclassering verantwoordelijk is voor de begeleiding. 52 procent roept deze taak spontaan als eerste. Dat komt nog ruimschoots voor werken aan gedragsverandering: 20 procent. Maar gemeenten hebben het voortouw bij de reïntegratie van hun burgers en ze pakken dat allemaal op hun eigen manier op. Of niet.
Gevoelig probleem. In de praktijk schiet de kwaliteit van de nazorg tekort. Niet
verwonderlijk omdat gemeenten deze taak ongevraagd en zonder bijbehorende zak geld toegeschoven hebben gekregen. Wel de problemen, niet de poen: geen goede basis om voortvarend vorm te geven aan die nieuwe verantwoordelijkheid. Na het nodige gehakketak tekenen de Vereniging Nederlandse Gemeenten en het Rijk op 4 juni 2007 hier alsnog een bestuursakkoord over. Ze stellen vast dat de nazorg versterking verdient. De gemeenten krijgen daar ook geld voor. Reclassering Nederland verwacht dat daardoor inschakeling van haar specifieke deskundigheid makkelijker wordt.
Samenwerking verschilt. Met tal van gemeenten heeft Reclassering Nederland contacten over ondersteuning bij de reïntegratie van ex-gedetineerden. Van Vlissingen tot Arnhem, van Leeuwarden tot Maastricht. Maar niet altijd leidt dat tot inhuur van deskundigheid. Soms blijft het bij welwillende belangstelling. Een andere keer stokt het bij de offerte. Maar er zijn ook plekken waar de samen werking wel van de grond komt, rechtstreeks of via de omweg van woningbouw corporaties of veiligheidshuizen. Deze laatste mogelijkheid noemt staats secretaris Albayrak ook in een brief aan de Tweede Kamer. Op 12 juli rapporteert ze over reclasseringstoezicht. Aan het slot merkt ze op dat enkel toezicht niet volstaat om herhalingscriminaliteit terug te dringen. Nazorg blijft geboden. Ze roemt daarbij de samenwerking in Veiligheidshuizen.
Terugdringen recidive is het doel. Samenwerking met het gevangeniswezen in het programma Terugdringen Recidive helpt bij het op de rails krijgen van nazorg. De gevangenen die met een enkelband vervroegd de cel mogen verlaten, komen voor toezicht terecht bij reclasseringswerkers. Via dit zogeheten Penitentiair Programma vindt vanzelfsprekend begeleiding plaats bij het weer op de rails krijgen van hun leven. Op 13 december pleit Reclassering Nederland in een brief aan de minister van Justitie voor extra speelruimte. Nieuwe kwaliteits eisen maken dat voor de uitoefening van dit toezicht 96 uur nodig is: drie keer zoveel als de bestaande vergoeding. Een panel van experts heeft dat becijferd.
24›25
Tbs-toezicht. Daders met een psychiatrische stoornis vormen een verhaal apart.
Hun terugkeer in de samenleving is met zorg omkleed. Letterlijk en figuurlijk. Toezicht vormt langdurig een onderdeel van reïntegratie en resocialisatie. Bijna het hele jaar 2007 is gebruikt om nieuwe en heldere spelregels te ontwikkelen. De tbs-klinieken en de reclassering zijn gezamenlijk betrokken bij het gehele uitstroomtraject. Dus niet langer ieder verantwoordelijk voor een afzonderlijk stuk. In de nieuwe opzet zijn ze zowel binnen als buiten de kliniek elkaars partner. Daardoor zijn risico’s beter in te schatten en te managen. Door al in de kliniek kennis te maken en de behandeling te volgen, leren reclasseringswerkers signalen en symptomen herkennen. Zo kunnen ze beter zien aankomen wanneer ontsporingen dreigen. Zorg-, behandel en controlebehoefte zijn nauwkeurig op elkaar af te stemmen. En te combineren met het helpen wegwerken van hobbels op het gebied van wonen, werk, geld en sociale contacten. Tbs-toezicht is uitgegroeid tot een compleet specialisme met bijbehorende opleiding.
■
Driehoeksgesprek. Eind november. Convenant met politie IJsselland. Reclassering, wijkagent en tbs-ers bespreken gezamenlijk inhoud van toezicht.
■
Zicht. Begin december. De reclassering, kliniek Oldenkotte, het Openbaar Ministerie, de politiek starten project ZOET: zicht op Enschedese tbs-gestelden.
■
Reclasseringswerk. Nederlanders vinden de begeleiding van ex-gedetineerden belangrijk. Reclasseringswerk omvat volgens hen: financiën, sociaal netwerk, geestelijke hulp en arbeid. Reïntegratie en toezicht scheren ze over één kam. Dat meldt onderzoeksbureau van Kempen
■
Kwaliteit. Het Penitentiair Programma regelt het laatste deel van de straf dat buiten de gevangenis plaatsvindt. Onder toezicht van de reclassering. Vanaf 1 juli gelden daarbij nieuwe kwaliteitseisen. Deze zijn samen met het gevangeniswezen opgesteld.
■
Sprongen vooruit. De automatische strafvermindering van gevangenen verandert in een voorwaardelijke invrijheidsstelling. Het is belangrijk om die stok achter de deur altijd te combineren met reclasseringstoezicht. De kans op reïntegratie neemt dan toe. Dat laat Reclassering Nederland op 12 maart aan de Vaste Kamercommissie weten.
■
Naadloos. 17 oktober 2007: brief aan de Inspectie voor de Sanctietoepassing naar aanleiding van Rotterdams steekincident met jeugdige dader. Pleidooi voor naadloze aansluiting tussen organisaties in jeugd- en volwassenenstrafrecht: goede informatie voordat jongeren weer op samenleving worden losgelaten.
Serginho (25)
‘Ik zit in een verkeerde film’ Hij wil zijn vleugels uitslaan. Zijn ambities liggen bij de vliegtuigindustrie. Hij verwacht niet dat de werkstraf roet in het eten zal strooien. Het is ééns maar nooit meer. Dat belooft hij zichzelf, zijn vrouw, zijn kinderen en iedereen die het maar horen wil. Eigenlijk ziet hij zichzelf als een jonge, maar keurige huisvader. Op zijn negentiende een eerste kind. Daarna nog twee. Nu is hij 25 en staat op het punt zijn studie aan de hogeschool af te ronden. Studeren en een gezin onderhouden betekent sappelen. Dus is een goedkope scooter een mazzeltje. Te goedkoop, merkt hij bij de keuring als het kenteken geregistreerd staat. Heling is het oordeel van de politie. Tsja, misschien had hij het ook wel kunnen weten. Maar hij hoort er verder niks van. Na een shitdag op school rijdt hij in z’n Honda Civic naar huis. Hij is niet de enige die geïrriteerd lijkt. Een andere weggebruiker en hij zitten elkaar in de weg. Opgestoken vingers. Uitstappen bij het stoplicht. Matten. Serginho: ‘Ik had niet mogen ontploffen. Maar ik had niet verwacht dat ze de oude zaak van de heling erbij zouden optellen. Jammer.’ Serginho heling en verkeersgeweld • 58 uur taakstraf• parkaanleg en -onderhoud
26›27
Over de arrestatie ‘Ik stapte uit en wilde de auto mobilist vragen wat hem mankeerde. Hij had het raampje al open en riep iets als kankerneger. Toen de politie kwam hebben ze ons uit elkaar moeten halen. Ik heb hem stevig geraakt, geloof ik.’ Over zichzelf ‘Ik ben geen crimineel, zelfs geen opgewonden standje. Ik heb een nette opvoeding gehad en die geef ik mijn kinderen ook. Natuurlijk schaam ik me een beetje dat ik even het zwarte schaap van de familie ben.’
Over de reclassering ‘Ik voel me niet thuis tussen al die jongens die al eens vastgezeten hebben. Maar ze behandelen je goed. De regels zijn strikt maar begrijpelijk. En ze lichten je van tevoren goed in over wat je te wachten staat.’ Over de toekomst ‘Mijn eindscriptie is bijna af. Ik word gewoon vliegtuigingenieur. Bij de KLM of in het buitenland.’
Bureau Buitenland
Ze krijgen ook in het buitenland steun De wereld verandert voortdurend. Dat geldt voor maatschappelijke en staatkundige verhoudingen. Dat geldt ook voor criminaliteitsbestrijding en reclasseringswerk. Reclassering Nederland heeft de coördinatie voor wat zich buiten de landsgrenzen afspeelt ondergebracht bij haar Bureau Buitenland. Suriname, de overzeese rijksdelen en de Balkan krijgen in 2007 bijzondere aandacht.
Overzeese gemeenten. Zo start dat jaar op de valreep een project in Bonaire.
Dat gebeurt desgevraagd. Het eiland kan wel wat steun gebruiken bij het op de rails krijgen van modern reclasseringswerk: methodisch, organisatorisch en administratief. Na een verkennende missie detacheert Reclassering Nederland enkele van haar medewerkers er een tijdje. Dan is al duidelijk dat ook het gevangeniswezen er investeert en dat de gebruikelijke ketensamenwerking een goede kans maakt. De Bonaire-missie anticipeert op staatkundige veranderingen, waarbij het eiland – net als St. Eustatius en Saba – een gemeente van Nederland wordt. Bij Curaçao ligt dat bestuurlijk anders, maar de reclasseringsproblematiek verschilt niet wezenlijk. Ook daar heeft Reclassering Nederland een verkennende missie uitgevoerd en een plan van aanpak ontworpen. helpers staan in de startblokken, maar van overheidswege ontbreekt nog het financiële fundament.
Suriname wil veiliger worden. Door gevangenissen te moderniseren, de
reclassering te professionaliseren en alternatieve sancties en werkstraffen te ontwikkelen. De minister van Justitie van dat land vraagt Nederlandse deskundigen om raad. Onder leiding van professor Anton van Kalmthout vinden werkbezoeken plaats en komt er een stevig advies tot stand. Reclassering Nederland, het gevangeniswezen en Haagse beleidsambtenaren dragen hun steentje bij. Suriname heeft het voornemen uitgesproken om deze adviezen tot nieuwe praktijk te maken.
Balkan broedt op vernieuwing. Langzaam maar zeker keert de rust terug in
de voormalige oorlogsgebieden in Oost-Europa. Een daarmee ook de roep om aansluiting bij Westerse democratieën. Ook op het gebied van een veilige samenleving. Oude waarden en pikordes verdwijnen. Jonge academici pakken hun kans. Zij zoeken samenwerking met organisaties in andere Europese landen. Zo ondersteunt Reclassering Nederland de opbouw van zusterorganisaties in Roemenië, Kroatië en Servië. Door deskundigheid te leveren op het gebied van training, organisatie en management.
Maar eerst en vooral houdt Bureau Buitenland zich bezig met
reclasseringsbegeleiding van in andere landen gedetineerde Nederlanders.
28›29
■
In buitenland in de cel: 2627
■
Aantal landen: 93
■
Landen waar reclasseringsvrijwilligers werken: 46
■
Bezochte gedetineerden: 1867
■
Totaal aantal bezoeken: 7389
■
Actieve vrijwilligers: 288
Verslag raad van toezicht
De zaken staan behoorlijk op de rails De raad van toezicht heeft in z’n totaliteit een positief oordeel over strategie,
aanpak en activiteiten in 2007. Reclassering Nederland heeft met overtuiging haar aandeel geleverd binnen het geheel van de strafrechtketen. Maar ook daarbuiten. De verdergaande professionalisering – als antwoord op de eisen vanuit de samenleving en steeds moeilijker dadergroepen – heeft ze voortvarend opgepakt. Als een organisatie draagt ze bij aan een veiliger samenleving. Ze zou echter, meer dan nu gebeurt, een grotere rol moeten spelen bij preventie, bij het in de kiem smoren van criminele carrières. Dat is een kwestie van zich op dat terrein actief profileren, maar die rol moet haar ook gegund worden. Door de samenleving, de politiek en de ketenpartners.
De raad van toezicht is zeer te spreken over de wijze waarop bestuur en
organisatie erin zijn geslaagd om het huishoudboekje op orde te krijgen. Zowel op het gebied van productie als van financiën. Overzichtelijk, toegankelijk en kloppend. Er is verstandig omgesprongen met het beperken van risico’s. En financiële en subsidieverzoeken zijn behoorlijk onderbouwd.
De raad van toezicht adviseert de organisatie het maatschappelijk en vak
inhoudelijk debat te blijven zoeken. Openheid en eerlijkheid, ook over tekort komingen en incidenten, is de juiste opstelling. Dat geldt zeker in branches waar de gevolgen ernstig kunnen zijn, zoals de gezondheidszorg, maar ook politie- of reclasseringswerk. In schuttersputjes wegduiken is contraproductief. Iedereen weet immers dat in alle organisaties wel eens wat fout gaat. Zo ook hier, waar mensen met mensen werken.
De raad van toezicht blijft kritisch kijken naar de investeringen en de
organisatorische last die vernieuwing van de automatisering met zich brengt. De complexiteit, koppelingen aan bestaande systemen, de wens tot decentrale beschikbaarheid van gegevens en strenge veiligheidsmaatregelen maken de ombouwoperatie ingrijpend. De afhankelijkheid van specialisten is wel eens zorgwekkend. Overigens speelt deze problematiek niet alleen bij de reclasseringsorganisaties, maar bij tal van andere organisaties, overheden en ondernemingen.
De raad van toezicht is 6 april 2007 in functie gekomen. Zijn aantreden is
een gevolg van een statutenwijziging per 2 februari. Tot dat moment was er een bestuursmodel met een algemeen bestuur en een directie. De nieuwe constructie kent een verantwoordelijke raad van bestuur (directie) en een raad van toezicht. Naast toezichthoudende taken adviseert deze en vervult de werkgeversrol. De raad van toezicht heeft in 2007 vijf keer vergaderd en op alle vragen een bevredigend antwoord gekregen. Ook zijn er afzonderlijke functioneringsgesprekken geweest met de directieleden.
Raad van bestuur en raad van toezicht
Raad van Bestuur
Sjef van Gennip, algemeen directeur Reclassering Nederland Ferno Schneiders, directeur Reclassering Nederland
Raad van Toezicht
Voorzitter Ed Nijpels Financieel deskundige Leon Bovée Overige leden Joost van Dijk Roel van Gurp Anton van Kalmthout Margriet Meindertsma Anneke Nijenhuis Auditcommissie Leon Bovée Joost van Dijk Remuneratiecommissie Ed Nijpels Margriet Meindertsma Ed Nijpels heeft voorzitterschap per 24 mei 2007 aanvaard. Tot die datum nam Anton van Kalmthout deze functie waar.
Functies en nevenfuncties in 2007 Leon Bovée, Directeur vts Politie Nederland ■
Lid van de Raad van Toezicht Stichting Hogeschool Avans
Joost van Dijk, Lid van de Raad voor de Rechtspraak Den Haag ■
Voorzitter Raad voor Rechtsbijstand in het ressort Amsterdam
■
Voorzitter Tuchtcommissie (NMI)
■
Lid-jurist Raad van Arbitrage voor de bouwbedrijven
■
Voorzitter Curatorium Bijzondere Leerstoel Gefinancierde Rechtsbijstand UvA
Sjef van Gennip, Algemeen directeur Reclassering Nederland ■
Lid van de commissie van Bezwaar en Beroep bij de Raad voor Rechtsbijstand te Amsterdam.
■
Voorzitter bestuur van de WOS, werkgeversorganisatie in de Sport.
■
Lid van de raad van commissarissen bij Collegio, ‘Kennispraktijk voor de jeugdzorg’, adviesbureau.
Roel van Gurp, Directeur/bestuurder van Stichting Kompaan, organisatie voor jeugdzorg in Midden-Brabant ■
Lid Raad van Toezicht woningcorperatie Tiwos
■
Lid Raad van Toezicht bibliotheek Midden-Brabant
Anton van Kalmthout, Hoogleraar vrijheidsbeperking en vrijheidsbeneming aan de Universiteit van Tilburg ■
Lid van de Committee for the Prevention of Torture and Inhuman and Degrading Treatment (CPT) van de Raad van Europa
■
Lid van de Raad van Toezicht van de Twern
■
Lid van de Raad van Toezicht van de Stichting Rechtsbijstand Asiel Nederland
■
Voorzitter van de Klachtencommissie van Ons Middelbaar Onderwijs (OMO)
■
Lid Klachtencommissie politieoptreden in West- en Midden-Brabant
■
Lid Begeleidingscommissie Uitzettingen van de KMar
■
Voorzitter Stichting Vrijplaats Tilburg
30›31
Margriet Meindertsma, Lid fractie PvdA in de Eerste Kamer ■
Voorzitter landelijke Vereniging van Toezichthouders in Woningbouwcorporaties
■
Voorzitter Raad van Toezicht woningstichting PWS Rotterdam
■
Lid Raad van Commissarissen Moes Holding B.V.
■
Voorzitter Raad van Commissarissen woningcorporatie Nijestee Groningen
■
Voorzitter Raad van Toezicht RIBW (Regionaal Instituut Begeleid Wonen), regio Zwolle
■
Voorzitter Stichting Vrienden van de WRZV (stichting voor ondersteuning daklozen)
■
Commissaris Nimwegen & Partners (organisatie- en adviesbureau op terrein van bouwen en wonen)
■
Commissaris woningstichting SWZ Zwolle
Anneke Nijenhuis, Zelfstandig organisatie- en opleidingsadviseur ■
Lid bestuur Netherland Quality Agency (kwaliteitszorg in het HBO)
■
Lid Raad van toezicht Kalorama
■
Voorzitter Raad van Toezicht Conexus (openbaar en denominatief basisonderwijs Nijmegen/Heumen)
■
Lid bestuur LUX-Nijmegen
■
Lid bestuur SSBK (fondsenstichting sociaal-cultureel werk)
■
Voorzitter bestuur Parochiële Caritas Millingen aan de Rijn
■
Lid klachtencommissie Wilhelminahuis
■
Lid bestuur Burgerplatform Millingen aan de Rijn
Ed Nijpels, Commisaris van de Koningin in Fryslân ■
Lid raad van Commissarissen Siers Groep BV
■
Voorzitter Klimaatcentum Internationaal Rode Kruis
■
Voorzitter Sena (stichting ter exploitatie van naburige rechten voor producenten en uitvoerenden)
■
Voorzitter stichting Energie Prestatie Keur
■
Voorzitter stichting Sterkin
■
Voorzitter stichting PromoDE
■
Voorzitter Ronald McDonald Kinderfonds
■
Vice-voorzitter College van Toezicht Rijksuniversiteit Utrecht
■
Voorzitter Stichting Garantiefonds Gerechtsdeurwaarders
■
Voorziter Bestuur en Raad van Toezicht van de Raad voor Accreditatie
■
Voorzitter Abe Bonnema Stichting
■
Voorzitter Raad van Toezicht Kadaster
■
Lid Raad van Toezicht Universitair Medisch Centrum Groningen
■
Lid Raad van Commissarissen Peute Papierrecycling B.V.
■
Lid Raad van Commissarissen DSB Groep N.V.
■
Voorzitter Bestuur Stichting Milieu Centraal
■
Voorzitter Regiegroep ‘Grijs Werkt’
■
President-commissaris Maltha Recycling B.V.
■
Voorzitter Taskforce huisvesting statushouders
■
Lid commissie private financiering van infrastructuur
■
Voorzitter Raad van Toezicht Tros
■
Voorzitter Maatschappelijke Adviesraad van de Waddenacademie
Ferno Schneiders, Directeur Reclassering Nederland ■
Geen
Financiën en productie
Balans per 31 december 2007 Activa
31-12-2007
31-12-2006
Immateriële vaste activa Ontwikkeling Software - -
390.843 390.843
Vaste activa
Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur Vervoermiddelen
9.281.501 1.334.601 521.845 11.137.947
9.664.861 1.225.773 360.145 11.250.779
Financiële vaste activa Leningen u/g
80.931 80.931
90.950 90.950
Totaal vaste activa
11.218.878
11.732.572
Vlottende activa Vorderingen Debiteuren 795.026 784.950 SVG - 695.105 Leger des Heils - 451.975 Ministerie van Justitie 29.824 Voorschotten eigen personeel 65.708 76.647 Vooruitbetaalde kosten 880.974 792.010 Overige vorderingen 873.694 834.926 2.645.225 3.635.614 Liquide middelen Kas- en banksaldi Deposito's
28.394.646 5.285.952 33.680.598
25.073.744 5.129.923 30.203.667
Totaal vlottende activa
36.325.824
33.839.281
Totaal activa
47.544.702
45.571.853
32›33
Passiva Eigen vermogen Algemene reserve SRN Egalisatiereserve
31-12-2007
31-12-2006
5.769.428 5.676.420 3.595.594 -2.622.665 9.365.021 3.053.754
Voorzieningen Reorganisatie 2004-2005 6.243.764 Personele voorzieningen 2.751.380 Voorziening loonstijging CAO 2006 - Voorziening gratificaties 1.000.000 9.995.144
8.100.311 2.042.452 1.114.000 1.300.000 12.556.763
Langlopende schulden Latente verplichtingen Leningen O/G
8.213.659 8.927.798 103.383 8.317.042 8.927.798
Kortlopende schulden Ministerie van Justitie Crediteuren Stichting Verslavingsreclassering GGZ NL (SVG) Leger des Heils Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden terzake pensioenen Vakantiegeld Verlofuren Overige kortlopende schulden
4.716.790 5.035.494 5.244.166 6.952.851 120.184 165.721 1.953.560 2.373.968 876.498 817.503 2.557.837 2.253.566 2.953.667 2.562.552 1.279.070 1.037.603 19.867.495 21.033.538
Totaal passiva
47.544.702
45.571.853
Financiën en productie
Exploitatierekening 2007
2007
begroot
2006
Baten Subsidie Min. van Justitie Bijdragen van derden Overige baten Totaal baten
112.085.099 1.809.262 2.275.577 116.169.938
96.720.235 1.614.902 670.000 99.005.137
100.016.568 1.125.571 2.032.081 103.174.219
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totaal lasten
93.037.781 1.415.127 8.760.695 7.948.962 111.162.565
83.519.632 1.214.717 8.116.978 9.469.970 102.321.297
80.245.336 1.160.227 7.450.443 9.363.066 98.219.071
Resultaat uit reguliere bedrijfsvoering
5.007.373
-3.316.160
4.955.148
Financiële baten/lasten Financiële baten Financiële lasten
1.317.590 13.696
200.000 200
793.997 13.169
1.303.894
199.800
780.828
Exploitatiesaldo
6.311.267
-3.116.360
5.735.976
Uitsplitsing resultaat Bedrijfsresultaat Resultaat op eigen vermogen Exploitatiesaldo
6.218.258 93.009 6.311.267
Resultaat financiële baten en lasten
5.517.588 218.388 5.735.976
Honoraria
In 2007 is aan de algemeen directeur een salaris van € 160.583,– betaald. Aan de directeur € 115.126,–. Voor de honorering van de Raad van Toezicht is per 1 januari 2007 de regeling omgezet van vacatiegelden in een vast bedrag per jaar. ■
voorzitter € 15.000,–
■
financieel deskundige € 10.000,–
■
overige leden € 8000,–
34›35
Dienstverlening Kerntaken
t.o.v. planning
Van het totaal
Diagnose en advies Begeleiding & Toezicht Taakstraffen Totaal
79,0% 110,0% 100,0% 97,4%
20,0% 40,0% 40,0% 100%
Algemeen Vroeghulpbezoeken: meteen na arrestatie Vroeghulpinterventies: begeleiding tijdens voorarrest Diagnoses: professionele inschatting risico’s RISc: toepassing recidive inschattings schalen Voorlichtingsrapporten: relevante gegevens op een rij Adviesrapporten: goed onderbouwde aanbevelingen Maatregelrapporten: bij psychisch of verslavingsprobleem Toezichten: vrijheden beperken, ander gedrag stimuleren Toeleidingen zorg: organiseren van noodzakelijke behandeling Gedragsinterventies: herstel sociaal gedrag Werkstraffen: straf als dienst aan de samenleving Leerstraffen: verplicht aanbod gericht op gedragsverandering
8.794 1.277 10.269 10.569 10.105 10.090 307 16.239 2.794 810 29.858 579
Programma Terugdringen Recidive Diagnoses RISc Adviesrapporten Toezichten Toeleidingen zorg Gedragsinterventies
25 597 757 193 114 193
Producten en diensten
NA AR EEN VEI LIGER SAMEN LEVI NG www.reclassering.nl