JAARVERSLAG 2006
INHOUD
2
Woord vooraf
3
1.
Conclusies
4
1.1 1.2 1.3 1.4
Arbeidstoeleiding Inkomensondersteuning Hoogwaardig handhaven Financiën / bedrijfsvoering
4 4 4 4
2.
De organisatie en haar omgeving
5
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
Gemeenschappelijke regeling Het bestuur De organisatie Onze klanten Adviesorganen De arbeidsmarkt
5 5 5 6 8 9
3.
Arbeidstoeleiding
11
3.1 3.2 3.3 3.4
Uitstroom naar werk Activiteiten Ontwikkeling bestand voormalige ID- en WIW-banen Financiën W-deel
4.
Inkomensondersteuning
4.1 4.2 4.3 4.4
Ontwikkeling van het bestand De besluiten Financiën I-deel Aanvullende inkomensondersteuning
5.
Handhaving
5.1 5.2 5.3
Hoogwaardige handhaving Preventieve en repressieve controle Effecten hoogwaardig handhaven
6.
Dienstverlening van en ten behoeve van derden 22
6.1 6.2 6.3
Dienstverlening door gemeenten Dienstverlening door WML Dienstverlening voor gemeenten
7.
Het financiële jaar 2006
7.1 7.2 7.3
Vermogenspositie Meerjarig perspectief exploitatie Financi_le rechtmatigheid
8.
Verklarende woordenlijst / afkortingen
11 11 13 14
15 15 16 17 18
20 20 21 21
22 22 22
24 24 24 24
25
WOORD VOORAF Hierbij bied ik u het jaarverslag aan over de uitvoering van de Wet werk en bijstand en de overige regelgeving die de ISD in 2006 uitgevoerd heeft. De Intergemeentelijke Sociale Dienst Midden-Langstraat (ISD) sloot op 31 december 2006 zijn derde levensjaar af. Als nieuw bestuur namen wij het estafettestokje over. Na een wat turbulente periode kwam de organisatie in rustiger vaarwater terecht en zijn de eerste stappen gezet om de ISD weer op koers te krijgen. We zijn de weg ingeslagen naar het ontwikkelen van visie, een koers die zich richt op een klantgerichte dienstverlening. Resultaatgericht werken en ketensamenwerking zijn hierbij nog steeds belangrijke uitgangspunten. Hiermee zijn we verder ‘aan het werk’ gegaan. In dit jaarverslag bieden wij inzicht in wat wij het afgelopen jaar allemaal hebben gedaan. Bij de WWB staat centraal het waar mogelijk voorkomen van instroom en het bevorderen van uitstroom. Belangrijk is dat iedereen die kan werken daartoe wordt aangezet of de nodige ondersteuning krijgt op weg naar werk. Hierbij is samenwerking met onze ketenpartners belangrijk. Na invoering van de wet Suwi hebben de ketenpartners veel energie gestoken in het op orde krijgen van de eigen organisaties en het adequaat uitvoeren van de materiewetten. Dit geldt ook voor de ISD. Nu deze slag voor een belangrijk deel gemaakt is, kan de aandacht gericht worden op een diepgaandere en meer geïntegreerde samenwerking van de ketenpartners. In 2006 zijn hiervoor belangrijke stappen gezet. Klanten zullen daarvan de toegevoegde waarde ondervinden. Wanneer mensen niet in staat zijn door arbeid in hun levensonderhoud te voorzien, is er een belangrijke taak weggelegd voor een adequate en rechtmatige inkomensondersteuning met inbegrip van de inkomensondersteuning in de vorm van bijzondere bijstand. Daarbij is het belangrijk te weten of de producten ook terechtkomen bij die personen die daarop aanspraak maken. Een zorgvuldige communicatie over onze producten en de geboden dienstverlening is daarvoor nodig. In samenwerking met andere gemeenten in den lande hebben wij er voor gekozen om via het project ‘beter presteren met bijzondere bijstand’ onze doelgroep beter in beeld te krijgen en onze communicatie effectiever te kunnen inzetten. Een rechtmatige inkomensverstrekking verlangt ook dat wij voldoende oog hebben voor handhaving. Los van het maatschappelijk belang dat met een juiste uitvoering van de regelgeving gemoeid is, vraagt de omvang van het Inkomensdeel er om dat alleen de klant die er echt aanspraak op maakt ook daadwerkelijk een uitkering ontvangt. Ons handhavingsbeleid is daarom geactualiseerd. U leest hierover meer in dit verslag. De basis voor een betere dienstverlening hebben wij in 2006 versterkt. Onze missie gaat echter verder dan de activiteiten die wij tot nu toe hebben kunnen ondernemen. In toenemende mate zal maatschappelijke participatie van personen meer onze zorg moeten worden. In samenwerking met de gemeenten gaan we samenwerken om het lokale WMO-beleid te ondersteunen. Het project ‘Wonen, zorg, service in de wijk’ is hiervan een voorbeeld. Ik vertrouw er op dat dit verslag voor u een duidelijk inzicht geeft in de activiteiten van de ISD Midden-Langstraat in 2006. Evenals vorig jaar hebben we ons in dit verslag tot de hoofdlijnen beperkt. Voor verdere cijfermatige onderbouwing verwijzen we u naar het document ‘in vogelvlucht’, een samenvatting van jaarverslag en jaarrekening 2006 en begroting en beleidsplan 2008. P.W.M. van Dongen voorzitter bestuur ISD Midden-Langstraat Waalwijk, april 2007
3
1.
CONCLUSIES
De ISD Midden-Langstraat is een openbaar lichaam gebaseerd op een gemeenschappelijke regeling. Als missie geldt dat de dienst werkzaam is op het terrein van werk en inkomen, voor het verkrijgen van een zelfstandige bestaansvoorziening van zijn klanten zorgt en klanten activeert tot maatschappelijke participatie. Daarnaast zorgt de dienst voor een rechtmatige, klantgerichte en efficiënte uitvoering van de Wet werk en bijstand en aanverwante wetten en regelingen. Arbeidstoeleiding, inkomensondersteuning en handhaving zijn kerntaken waarover u in de hoofdstukken 3 tot en met 5 meer leest. Enkele conclusies uit die hoofdstukken vindt u hierna. 1.1 Arbeidstoeleiding • De uitstroomdoelstelling van 150 personen naar werk is gerealiseerd en bedraagt 165. • De bemiddelingactiviteiten van de ISD hebben hieraan een belangrijke bijdrage geleverd. • De inzet van accountmanagement aan de poort bleek effectief te zijn. • De herstructurering van de voormalige WIW- en ID-banen leidde tot de gewenste daling van de kosten, vooral op de langere termijn. Zie hoofdstuk 3.
1.2 Inkomensondersteuning • Ook in 2006 konden de uitkeringen voldaan worden uit het inkomensbudget. • Een beperkte reserve is bestemd ter egalisatie van eventuele toekomstige tekorten. • Het aantal uitkeringen is gedaald met 6,5% ofwel met 87. • De gemiddelde afdoeningstermijn van een aanvraag levensonderhoud is 28 dagen. • Innovatieve manieren worden nagestreefd voor een beter bereik van de doelgroep minima. Zie hoofdstuk 4
1.3 Hoogwaardig handhaven • Hoogwaardige handhaving wordt planmatig verder geconcretiseerd in de bedrijfsvoering. • Betere preventie en vroegtijdige detectie van fraude wordt hierdoor bereikt. • De dienstverlening is verbeterd door de invoering van het dienstverleningsgesprek en door de invoering van de informatiebrochure ‘afspraak is afspraak’. • Verdere verbetering van de dienstverlening wordt nagestreefd waarbij gebruik wordt gemaakt van de informatie uit het klanttevredenheidsonderzoek 2006. Zie hoofdstuk 5
1.4 Financiën / bedrijfsvoering • De uitgaven zijn binnen het inkomens- en werkbudget gebleven. • De ontvangsten van debiteuren ad € 567.698 liggen ruim boven de begroting van € 437.585. • Er wordt voldaan aan de eisen met betrekking tot de rechtmatigheid. • Er zijn de nodige stappen gezet in de ontwikkeling van een managementinformatiesysteem. • De tevredenheid van klanten is gemeten. Er is een Risico-Inventarisatie en -Evaluatie, ofwel RI&E gehouden en er is onderzoek gedaan naar de tevredenheid van de medewerkers.
4
2.
DE ORGANISATIE EN HAAR OMGEVING
2.1 Gemeenschappelijke regeling De ISD Midden-Langstraat is een Openbaar Lichaam. Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van het bestuur zijn vastgelegd in de verordening ‘Gemeenschappelijke regeling ISD MiddenLangstraat’. De missie is in deze regeling als volgt verwoord: ‘De dienst zorgt voor het verkrijgen van een zelfstandige bestaansvoorziening van zijn klanten en activeert klanten tot maatschappelijke participatie. Daarnaast zorgt de dienst voor een rechtmatige, klantgerichte en efficiënte uitvoering van de Wet werk en bijstand en daaraan gerelateerde wetten en regelingen.’ De dienst kan als één entiteit aangemerkt te worden. In dat geval is het Openbaar Lichaam budgethouder. Evenals in de voorgaande jaren is van deze mogelijkheid in 2006 geen gebruik gemaakt. Dit zou namelijk een financieel nadeel opleveren. Naar verwachting komt hierin geen verandering. Afgezien van het financiële effect is het kabinet er voorstander van de gemeenten budgethouder te laten zijn. Dit om de betrokkenheid van de individuele gemeenten bij de uitvoering van de WWB beter te waarborgen. Op dit moment wordt er gewerkt aan een wetswijziging om dit te bereiken. Zoals gezegd verandert dit voor de ISD niets. De budgetten inkomens- en werkdeel, die bestemd zijn voor de bekostiging van de uitkerings- en re-integratiekosten zijn steeds aan de individuele gemeenten toegekend. Vanaf 2006 wordt de besteding van de budgetten voor het eerst verantwoord via de gemeentelijke jaarrekening. Relatie met gemeenschappelijke regeling WML WML behartigt het gemeenschappelijk belang sociale werkvoorziening voor de deelnemende gemeenten. Door het verrichten van verschillende activiteiten op het terrein van re-integratie opereert WML op een breder terrein dan de WSW. ISD en WML werken op verschillende terreinen samen. In 2006 is deze samenwerking op verzoek van beide besturen nader verkend. Deze verkenning leidde tot de conclusie dat aanpassing van organisatieonderdelen niet opportuun was, maar dat er wel kansen lagen om de samenwerking op onderdelen te versterken. Wij onderschrijven dit en waar mogelijk benutten we deze kansen.
2.2 Het bestuur Het dagelijks bestuur van de ISD wordt gevormd door de portefeuillehouders van de aangesloten gemeenten. Het algemeen bestuur bestaat naast de leden van het dagelijks bestuur uit 2 raadsleden vanuit elke gemeente. De directeur van de ISD fungeert als ambtelijk secretaris van het bestuur. Na de gemeenteraadsverkiezingen 2006 is de bestuurssamenstelling op een persoon na (J.A.M. Smit - van Gijsel) geheel gewijzigd. Nieuwe bestuurssamenstelling P.W.M. van Dongen (Waalwijk), voorzitter algemeen en dagelijks bestuur R. van den Bos en W.J.J. Ligtenberg, beiden lid algemeen en dagelijks bestuur J.M.C.J.M. van den Dungen, C.C.J.M. Grootswagers, P. van Meeuwen, C.M.M. Musters, J.A.M. Smit - van Gijsel, M.G.H. Smits, leden algemeen bestuur.
2.3 De organisatie Het nieuwe bestuur is in 2006 begonnen met de vervanging van het interim management. Ultimo 2006 kon de vervanging van het interim management per 1 maart 2007 worden afgerond met de benoeming van mevrouw A.E.W. van Limpt als directeur van de ISD. Daaraan voorafgaand zijn de afdelingshoofden uitvoering en bedrijfsvoering al door de directeur a.i. benoemd. 5
De organisatie kent 52 Fte’s. Daarnaast is er een samenwerkingsverband met WML voor de invulling van de werkzaamheden op het terrein van toezicht en catering binnen de Schoenhoorn, personeel en organisatie en communicatie. Voor een aantal ondersteunende werkzaamheden zijn er samenwerkingsafspraken met de gemeenten Waalwijk (o.a. huisvesting, salarisadministratie en klachtenprocedure) en Heusden (ICT-platform). Met de gemeente Tilburg is in 2006 samengewerkt op het terrein van de uitvoering van de financiële hulpverlening aan zelfstandigen en de sociale recherche. In 2006 was er sprake van een hoog ziekteverzuim, dat vooral het gevolg was van enkele langdurig zieken. Klachten op het gebied van klimaatbeheersing/omgeving waren verder aanleiding voor onderzoeken naar de aanwezigheid van legionella in water, thermisch comfort, luchtkwaliteit en microbiologische omstandigheden. Maatregelen ter verbetering hiervan zijn inmiddels genomen. In 2007 wordt een verbetering verwacht van het ziekteverzuim. In oktober 2006 is meegedaan aan een medewerkerstevredenheidsonderzoek van SGBO. Via dit onderzoek wordt een vergelijking gemaakt met andere sociale diensten of afdelingen sociale zaken. De uitslag hiervan wordt in 2007 verwacht. Het organisatiemodel bleef in 2006 ongewijzigd en ziet er als volgt uit. Bestuur
Directeur Secretariaat P&O
Hoofd Bedrijfsvoering (tevens controller)
Senior medewerker
Bezwaar en beroep Terugvordering en verhaal Debiteurenbeheer
Beleid Kwaliteitsbeheer Communicatie
Hoofd Uitvoering
Senior medewerker
Senior medewerker
Administratie Financiële administratie Archief Applicatiebeheer
Klantmanagers
Senior medewerker
Klantmanagers
Bemiddelingsteam (pilot)
2.4 Onze klanten Het bestand Bij het opstellen van het beleidsplan 2006 zijn we nog uitgegaan van een toename van het aantal klanten. De beperkingen in de uitkeringsrechten WW en WAO/WIA zouden een grotere druk gaan leggen op de WWB. We kunnen echter vaststellen dat het aantal klanten in vergelijking tot de twee voorafgaande jaren sterker is gedaald. Meer informatie hierover vindt u in de volgende hoofdstukken. De samenstelling van het klantenbestand is nauwelijks veranderd. Het aandeel jongeren nam met 1% af en bedraagt per 31 december 2006 6%. Het aandeel van personen tussen van 45 jaar en 65 jaar daalde met 2% naar 47%. Het aantal 65-plussers nam met 1% toe en bedraagt nu 8%. De daling van het bestand tussen 46 en 65 jaar is vooral het gevolg van een aanpassing van de Toeslagenwet. Als gevolg hiervan zijn personen met een gedeeltelijke werkeloosheids- of arbeidsongeschiktheidsuitkering naast deze uitkering minder vlug aangewezen op een aanvullende WWB- of IOAW-uitkering. Dit verklaart ook de forse afname van het IOAW-bestand. Dit is het afgelopen jaar bijna gehalveerd en uitgekomen op 40 personen.
2005 A < 25 jaar
2006 %
A
%
92
7
74
6
25 – 35 jaar
165
12
172
14
35 – 45 jaar
334
25
306
24
45 – 55 jaar
306
23
306
24
55 – 65 jaar
346
26
296
24
> 65 jaar
96
7
102
8
TOTAAL
1339
100
1256
100
De kortste weg naar werk blijft belangrijk. Toch zijn er tal van klantgroepen die een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Van belang is voor iedereen een perspectief aan te reiken. Een perspectief dat leidt tot het volgende niveau op de re-integratieladder. Sommigen zullen in het geheel niet meer aan het werk 6
komen. Er kan dan sprake zijn van een tijdelijke ontheffing van een of meer van de arbeidsverplichtingen. Periodiek wordt vastgesteld in hoeverre de situatie aanleiding geeft tot bijstelling van het klantprofiel dat voor de belanghebbende geldt. Dit profiel geeft de afstand tot de arbeidsmarkt weer. Gehanteerd worden de profielen bemiddeling, arbeidsactivering en maatschappelijke participatie zorg en rust. In deze zin is er sprake van een ontvlechting van het bestand van personen die wel en niet op re-integratie zijn aangewezen. Met name de laatste categorie zal de komende jaren steeds meer ‘zorg’ vragen. Klantprofielen
2005
2006
wv. < 35 jr.
wv. 35 – 45 jr.
wv. > 45 jr.
Bemiddeling
26%
12%
47%
34%
19%
Arbeidsactivering
27%
37%
28%
35%
37%
Maatschappelijke participatie, zorg en rust
47%
51%
9%
15%
76%
De categorie bemiddelbaren heeft in 2006 kunnen profiteren van de aantrekkende economie. Dit bestand is afgenomen en bestaat voor het overgrote deel uit personen die jonger zijn dan 45 jaar. Voor personen boven deze leeftijd is de weg naar arbeid aanmerkelijk minder goed geplaveid en is er vaak sprake van de nodige belemmeringen. Circa de helft van het totale bestand bestaat uit personen voor wie werk vooralsnog niet haalbaar is. De 45-plussers hebben hierin een aandeel van 76%. Deze categorie profiteert nog onvoldoende van het aantrekken van de economie en de arbeidsmarkt. Dit geldt vooral als bijstand wordt ontvangen. Dit staat in contrast tot de oproep van de landelijke overheid om langer door te werken en het hanteren van een sollicitatieplicht voor iedereen die jonger is dan 65 jaar. Dit vraagt inspanningen van sociale partners en overheid om een duurzame inzetbaarheid van ouderen te bewerkstelligen. Verandering van de beeldvorming ten aanzien van de ‘waarde’ van oudere werknemers, het weerleggen van vooroordelen en leeftijdsbewust beleid moeten daarbij aandacht krijgen. De Staatssecretaris heeft in dit verband op 9 november 2006 een actieplan aangeboden aan de Tweede Kamer om de werkloosheid onder 45-plussers terug te dringen. Het CWI wil met de inzet van 300 bemiddelaars 30.000 extra 45-plussers aan de slag te krijgen in de jaren 2007 en 2008. Het bestand van de ISD bevat ook personen die tot deze doelgroep gerekend kunnen worden. Ten aanzien van jongeren kan worden vastgesteld dat deze groep maar een beperkt deel vormt van het klantenbestand. De jongerenproblematiek houdt echter onze aandacht. Daarom wordt ook deelgenomen aan een multidisciplinaire werkgroep die zich in de Midden-Langstraat bezig houdt met de inventarisatie en de aanpak van de jongerenproblematiek. Dit zal leiden tot een meer gecoördineerde aanpak en betere samenwerkingsafspraken, die moet leiden tot het minder voortijdig schoolverlaten en het hebben van een beter perspectief op de arbeidsmarkt. In 2006 is gewerkt aan een verbetering van de dienstverlening. Hiertoe is het dienstverleningsgesprek ingevoerd. Het voeren van een dienstverleningsgesprek met zowel nieuwe als bestaande klanten. Het is een kennismakingsgesprek tussen klant en klantmanager, waarbij de klant voorgelicht wordt over de dienstverlening van de ISD en inzicht krijgt in zijn rechten en plichten. Toelichting wordt verstrekt op re-integratiebeleid, minimabeleid, bijzondere bijstand, voorliggende voorzieningen (heffingskortingen, alimentatie). Het gesprek wordt afgesloten met het uitreiken van de brochure ‘afspraak = afspraak’, waarin de genoemde dienstverlening en onderwerpen zijn opgenomen. Hierdoor wordt bereikt dat er een juist verwachtingspatroon bestaat over het hebben van een uitkering en over de dienstverlening met betrekking tot trajectbegeleiding. Werkgever als klant Hiervoor is ingegaan op de klant met een uitkering van de dienst. Ook werkgevenden zien we als klant. Samen met de ketenpartners willen we doorgroeien naar een heldere en eenduidige integrale dienstverleningsformule, waarbij alle partners hun netwerken, kennis én instrumentarium op het terrein van re-integratie en arbeidsmarktbeleid inzetten. Voor werkgevers moet het bedrijfsverzamelgebouw een belangrijke plaats innemen voor het invullen van vacatures en ondersteuning bij andere werkgeversvraagstukken. Het dienstverleningsconcept dat samen met de ketenpartners ontwikkeld wordt, zal helder met deze doelgroep gecommuniceerd gaan worden, zodat duidelijk is welke kernproducten het bedrijfsverzamelgebouw de werkgever kan bieden. Dit vraagt nog een verdere stroomlijning van werkprocessen, zodat alle ketenpartners vanuit hetzelfde uitgangspunt werken en de werkgevers met één gezicht benaderd worden. Het afgelopen jaar is al een belangrijke samenwerking ontwikkeld ten aanzien van het matchen van vraag en aanbod door het instellen van het werkgeversteam bij het CWI. Hierin werken accountmanagers van de ketenpartners samen en treden bij de benadering van werkgevers gezamenlijk naar buiten als vertegenwoordigers van de samenwerkende partners. 7
Klanttevredenheid Een goede dienstverlening verlangt dat er een goed inzicht bestaat in hoe de klant de geboden dienstverlening ervaart. Daarom is in het vierde kwartaal van 2006 een klanttevredenheidsonderzoek gehouden. De resultaten hiervan zijn eind december bekend gemaakt. Het is een nulmeting, die gezien de hoeveelheid reacties voldoende inzicht biedt hoe de klant de dienstverlening van de ISD ervaart. Naast tevredenheid over onderwerpen zoals de klantmanager, de tijdige betalingen, het klanteninformatiebulletin ‘ISD actueel’ geven klanten aan dat op onderdelen de dienstverlening verbeterd kan worden. De bekendheid van producten kan verbeterd worden, evenals de schriftelijke communicatie en de website van de ISD. Met name jongeren zijn ten aanzien van dit laatste kritischer.
2.5 Adviesorganen Klantenraad De taak van de raad ligt in het gevraagd en ongevraagd adviseren van het bestuur bij de voorbereiding, totstandkoming en uitvoering van beleid. De raad is aangesloten bij de landelijke cliëntenraad en wordt op deze manier periodiek geïnformeerd over allerlei ontwikkelingen. Daarnaast wordt de raad ambtelijk ondersteund door de ISD. De raad kwam in 2006 10 keer bij elkaar. Met name was er veel belangstelling voor dienstverleningsaspecten en de relatie klant en ISD/klantmanager. De Klantenraad heeft daarom graag geparticipeerd in de totstandkoming van de algemene informatiebrochure ‘Afspraak is afspraak’, die elke klant van de ISD ontvangt. Ook is belangrijke input gegeven voor het Handhavingsplan 2007 (zie hoofdstuk 6), met name waar het gaat om de dienstverlening aan de klant. In dit plan wordt onder meer een optimalisering van de dienstverlening nagestreefd. Hiertoe kan ook gerekend worden de ondersteuning die de arbeidsadviseur klanten van de ISD biedt bij vraagstukken die met werk te maken hebben. De raad was ook betrokken bij de benoemingsprocedure van de arbeidsadviseur, die vanaf medio 2006 werkzaam is in ‘ BVG De Schoenhoorn’. Verder is geparticipeerd bij de totstandkoming van het klanttevredenheidsonderzoek. De klantenparticipatie is het afgelopen jaar geëvalueerd, waarbij geconcludeerd is dat de huidige werkwijze voortgezet wordt. De ontwikkelingen rondom de samenwerking van ketenpartners kunnen echter wel gevolgen hebben voor deze klantenparticipatie. Bij keuze voor een ketenbrede klantenparticipatie zal aanpassing van de huidige verordening nodig zijn. Ondernemingsraad In 2005 heeft de toenmalige OR zijn activiteiten beëindigd. Na een korte OR-loze periode is op 19 januari 2006 een nieuwe raad met enthousiasme van start gegaan. Om slagvaardig te werk te kunnen gaan, is ruim aandacht besteed aan deskundigheidsbevordering. Directie en OR hebben een groot aantal belangrijke onderwerpen zoals functiewaardering, samenwerking met Arbo-dienst, werkomstandigheden, medewerkerstevredenheidsonderzoek op de agenda geplaatst. Op een constructieve manier heeft de OR een bijdrage geleverd aan een verdere professionalisering van de organisatie. Daarbij is gekozen voor een zorgvuldige communicatie, ook met zijn achterban. Reko Al geruime tijd bestaat bij de gebruikers van BVG De Schoenhoorn de behoefte om te komen tot een gezamenlijke visie op en aanpak van de dienstverlening aan de grotendeels gezamenlijke klantgroepen. Deze dienstverlening moet aansluiten bij de uitgangspunten die het AKO geformuleerd heeft. Voorop staat dat er één aanspreekpunt voor de klant wordt gerealiseerd. De uitgangspunten voor de gezamenlijke dienstverlening zijn vastgelegd in een dienstverleningsconcept, waarover eind 2006 ambtelijke overeenstemming is bereikt. Het concept is inmiddels ter bestuurlijke besluitvorming voorgelegd. In 2006 is een start gemaakt met de (fasegewijze) invoering van een gezamenlijke en wellicht op den duur kolomvrije dienstverlening. Er zijn afspraken gemaakt over een gezamenlijke werkgeversbenadering en vacaturevervulling. Hierbij is ook WML betrokken. Een aantal activiteiten zoals de jongeren- en banendagen is samen georganiseerd. De jongerendag was dusdanig succesvol, dat een landelijk compliment vanuit het CWI is ontvangen.
8
2.6 De arbeidsmarkt De Nederlandse economie is in 2006 duidelijk verbeterd. De groei komt in 2006 uit op 2,7%. Volgens het CPB zal de economische groei in 2007 op 2,75% uitkomen. De aantrekkende economie gaf in 2005 al een lichte verbetering van de arbeidsmarkt te zien. Die heeft zich in 2006 doorgezet. De kentering op de arbeidsmarkt blijkt niet alleen uit een toename van het aantal vacatures en de afname van het aantal faillissementen, maar ook uit een toename van de werkgelegenheid. Het aantal banen is in 2006 met circa 110.000 banen gestegen. In 2007 zet deze tendens zich naar verwachting door en neemt het aantal banen met 162.000 toe.1 Veruit de meeste banen (91 duizend) kwamen er bij in de zakelijke dienstverlening. Een belangrijk deel daarvan zijn uitzendbanen. Door de aantrekkende economie ontstaan extra banen die door veel werkgevers al dan niet tijdelijk worden ingevuld met uitzendkrachten. Ook andere zakelijke dienstverleners hebben flink meer personeel in dienst. Het gaat onder meer om ICT-bedrijven, accountants-, advocaten-, en ingenieursbureaus en reclamebureaus. In de handel en de horeca is een omslag gemaakt. Daar is sinds begin 2006 ook banengroei. De zorg blijft een belangrijke banenmotor met 22 duizend extra banen. Aan de andere kant verdwijnen er nog steeds banen in de industrie, bij de overheid en vooral bij het vervoer2. De werkloosheid daalde in 2006 met 70.000 en het percentage van de werkloze beroepsbevolking van 6,5% naar 5,5%. De daling is het sterkst onder mannen. De werkloosheid daalde in alle leeftijdsgroepen, hoewel deze te verwaarlozen is bij de personen van ouder dan 45 jaar. Werkloze beroepsbevolking (CBS)3
Jonger dan 25 jaar
25 tot 45 jaar
Ouder dan 45 jaar
Totaal
91.000
187.000
134.000
412.000
Naast de indeling van het CBS is er een tweede meting via het CWI4. Deze wijkt af van de CBS-indeling. Het CBS houdt ook rekening met personen die geen recht hebben op uitkering bijvoorbeeld jongeren en herintreders. Het CWI-bestand bevat ook personen die niet direct beschikbaar zijn, of niet actief zoeken, of werk zoeken voor minder dan twaalf uur per week. Landelijk en regionaal geeft de tabel op de volgende pagina inzicht in de ontwikkeling van de categorie niet werkende werkzoekenden. Geconcludeerd kan worden dat de CWI-regio Waalwijk niet achterblijft bij de ontwikkelingen in Noord-Brabant en Nederland. In paragraaf 3.4 merken we op dat met name ouderen minder profiteren van de aantrekkende economie. Het NWW-bestand van het CWI is in het afgelopen decennium sterk vergrijsd. Halverwege de negentiger jaren van de vorige eeuw was slechts 30 % van de niet-werkende werkzoekenden 40 jaar en ouder. Het aandeel van ouderen is in 2006 toegenomen tot bijna 60 %. In tien jaar tijd is het aandeel van ouderen dus verdubbeld. In de zuidelijke provincies Zeeland, Noord-Brabant en Limburg is het aandeel van ouderen overigens het hoogst. NWW-bestand5
31-12-2006 Aantal
Heusden
31-12-2005
Percentage
Aantal
Percentage
1.094
5,6
1.442
7,4
553
5,3
698
6,6
Waalwijk
1.368
6,5
1.727
8,2
CWI Waalwijk
3.015
5,9
3.867
7,6
Midden-Brabant
13.078
6,4
14.780
7,2
CWI Den Bosch
6.783
6,9
8.808
9,0
Noord-Brabant
74.215
6,6
90.260
8,0
554.209
7,3
671.471
8,9
Loon op Zand
Nederland
1
Bron: CWI Arbeidsmarktprognose 2006-2011, juni 2006. Bron: CBS persbericht 21-12-2006 3 De werkloze beroepsbevolking volgens de officiële definitie bestaat uit alle mensen van 15-64 jaar zonder werk (of met werk voor minder dan twaalf uur) die op zoek zijn naar betaald werk voor twaalf uur of meer per week en daarvoor beschikbaar zijn. 4 Het CWI registreert de niet werkende werkzoekenden ofwel NWW 5 Info: CWI Zuidoost Nederland januari 2007 2
9
3.
ARBEIDSTOELEIDING
Iedere uitkeringsgerechtigde of werkloze die dat niet op eigen kracht kan, moet in de visie van de wetgever ondersteund worden bij het verkleinen van de afstand tot regulier werk. Plaatsing van werkzoekenden in reguliere banen vormt de kern. Het beleid moet leiden tot een actieve en op maat gesneden aanpak van de re-integratie. Personen die een beroep doen op een bijstandsuitkering krijgen vanaf de eerste dag te maken met de arbeidsverplichting. Wie kan werken, is hiertoe verplicht. Dit betekent dat in eerste instantie het CWI, direct gevolgd door de accountmanager ISD en de klantmanagers nagaan welke dienstverlening het meest geschikt is om zo snel mogelijk weer op eigen benen te kunnen staan. Direct bemiddelbaren worden waar mogelijk direct bemiddeld. De personen met enige afstand tot de arbeidsmarkt maken gebruik van het work-first project ‘Snel-op-weg’. In dit project wordt in een periode van 6 weken via activering vastgesteld welke mogelijkheden op de arbeidsmarkt aanwezig zijn en welke stappen gezet moeten worden op weg naar werk. Daarnaast is er een categorie waarvoor geen passend re-integratietraject ingezet kan worden. Hiervoor geldt dat alleen op medische gronden of als de combinatie werken en zorg niet mogelijk is, er een gehele of gedeeltelijke ontheffing van de arbeidsverplichting wordt verleend. Voor personen die al uitkering ontvangen, is er voortdurende aandacht voor activering en re-integratie. Steeds duidelijker wordt dat een groot deel van het bestand een (te) grote afstand heeft tot de arbeidsmarkt. Bijna 40% van onze klanten heeft op dit moment een gehele of gedeeltelijke ontheffing van de arbeidsverplichtingen. Maatschappelijke participatietrajecten, bijvoorbeeld in de vorm van vrijwilligerswerk, lijken voor deze groep het hoogst haalbare. Gelet op de samenhang met de WMO is het belangrijk hier een goede afstemming te bewerkstelligen met de afdelingen Welzijn van de gemeenten. Dit heeft de aandacht. Gelet op de impact van de WMO-invoering zijn nog geen concrete projectenvoorstellen afgerond. Wel is met Loon op Zand en Waalwijk een start gemaakt met het IPW-project ‘Wonen, zorg en service in de wijk’. Dit project richt zich op het ontwikkelen van de markt voor persoonlijke dienstverlening op het gebied van woonzorgservice in de wijk. De toenemende vraag op dit gebied (WMO) willen wij graag beantwoorden met de inzet van uitkeringsgerechtigden. Beide gemeenten hebben gelet op het innovatieve karakter van het project hiervoor subsidie ontvangen van het Ministerie van SZW. Voor personen met een kortere afstand tot de arbeidsmarkt zijn in 2006 ook nieuwe wegen bewandeld, gericht op het voorkomen van instroom en het bevorderen van uitstroom. Accountmanagement is ingevoerd en met name aan de poort is in samenwerking met het CWI intensiever gewerkt aan het beperken van de instroom. Het voorkomen van instroom zal vanaf 2007 nog meer aandacht krijgen door verdere intensivering van het handhavingsinstrumentarium. Meer hierover leest u in hoofdstuk 5. Op 1 september 2006 is in de vorm van een pilot gestart met een team bemiddeling. Vier klantmanagers begeleiden op een intensieve manier de beter bemiddelbaren op weg naar werk, daarbij ondersteund door een accountmanager. Het werkbudget wordt ingezet om deze extra inzet te financieren. Deze mogelijkheid kan vanaf 1 januari 2006 benut worden, omdat er geen sprake meer is van een verplichte uitbesteding. Taken die voorheen door re-integratiebureaus werden gedaan, kunnen in eigen beheer worden gedaan. Het work-first project ‘Snel op weg’ is in 2006 onveranderd voortgezet. Met WML en Randstad Rentree zijn afspraken gemaakt om in het verlengde van dit project geschikte kandidaten beter door te geleiden naar de arbeidsmarkt. Voor meer gedetailleerde informatie wordt u verwezen naar hoofdstuk 3.2. In 2007 zal de inkoop zich verder richten op de doelgroepen die we nu nog onvoldoende bereiken.
10
3.1 Uitstroom naar werk Operationele doelstelling: • 150 personen stromen uit naar werk In het eerste semester zag het er niet naar uit dat deze doelstelling gehaald zou worden. Dit heeft mede geleid tot de vorming van een eigen bemiddelingsteam, dat op 1 september van start ging. In een periode van vier maanden leidde dit tot een verbetering van de directe bemiddelingsresultaten door de ISD met 150% in vergelijking met de daarvoor liggende acht maanden. Hierdoor werd de geplande uitstroom alsnog gehaald. Inclusief de uitstroom vanuit de voormalige WIW- en ID-banen naar werk komt de totale uitstroom op 165 personen. Hiervan kreeg 58% een aanbod van de ISD of namens de ISD van een re-integratiepartner. Voor de overigen was de inzet van intensieve begeleiding of een re-integratie-instrument naast de geboden dienstverlening niet nodig. Toch zijn we niet geheel tevreden. Met name de ouderen, waartoe we de personen boven 45 jaar rekenen, blijken minder perspectief op werk te hebben. Deze doelgroep zullen we in 2007 nadrukkelijker moeten ondersteunen. Daarbij sluiten we aan bij de initiatieven die het Rijk en het CWI in 2006 ontwikkeld hebben.
3.2 Activiteiten Operationele doelstellingen: • Aansluitend op Snel op Weg hebben we een passend re-integratieaanbod beschikbaar • We kopen bij re-integratiebedrijven vooral deeltrajecten in. • We ontwikkelen voorstellen voor de doelgroepen alleenstaande ouders en ouderen van 45 tot 57,5 jaar. Contacten met re-integratiebedrijven De re-integratieactiviteiten zijn in 2006 intensiever opgepakt6. Formeel liepen de contracten met de drie re-integratiebedrijven (Epheon, Randstad Rentree en Stichting Pijler Midden-Langstraat) in januari 2006 af. Een nieuwe aanbestedingsprocedure is in 2006 niet gevoerd. Bestuurswisseling, discussie rondom de samenwerking ISD en WML en de bandbreedte rondom in- en uitbesteden, hebben de vaststelling van het inkoopbeleid van de ISD vertraagd. Hierdoor bleek het nog niet mogelijk om specifieke producten voor de doelgroepen alleenstaande ouders en ouderen in te kopen. Wel is het bestaande aanbod voor zover mogelijk ingezet. Om de re-integratieactiviteiten toch doorgang te laten vinden, zijn de bestaande contracten in overleg met deze re-integratiebedrijven in afwachting van verdere ontwikkelingen op basis van onderlinge afspraken doorgezet. Daarbij is met name ingezet op de formule van het aanbieden van een duaal traject. Randstad Rentree en Stichting Pijler Midden-Langstraat bleken in staat een dergelijk aanbod te kunnen verzorgen. Stichting Pijler Midden-Langstraat verzorgt daarbij via de infrastructuur van WML een leerwerkplaats en Randstad Rentree verzorgt de intensieve bemiddeling. Van de 21 duale trajecten is 38% succesvol afgerond, 19% niet-succesvol, 43% van de trajecten loopt nog. Uit een tussentijdse evaluatie blijkt dat de formule aanspreekt. De sterke punten van beide organisaties worden benut. Deze resultaten gelden voor Randstad Rentree en Stichting Pijler Midden-Langstraat. Van de overige trajecten bij Randstad is 68% succesvol afgesloten en is 32% nog niet afgerond. Naast trajecten is bij Stichting Pijler Midden-Langstraat een groot aantal medische/arbeidskundige adviezen (99) aangevraagd, ter ondersteuning van het bepalen van het arbeidsperspectief van WWB-gerechtigden. Daarnaast zijn 3 re-integratietrajecten uitgevoerd, die succesvol zijn afgesloten. Naast de re-integratiebedrijven waarmee een contract is gesloten, zijn bij diverse andere organisaties, op individuele basis trajecten afgesloten. De trajecten bij het Koning Willem I-College (36) en het ROC MiddenBrabant (35) betreffen taalcursussen Nederlands voor (ex-)inburgeraars met re-integratiemogelijkheden. Na deze cursussen volgt nog een re-integratietraject. Arbeidsadviseur Vanaf medio 2006 is het BVG De Schoenhoorn’ een arbeidsadviseur rijk. Deze ondersteunt de ‘zoekende’ klant bij allerlei vragen die met het vinden van werk te maken hebben. De ISD ziet in de samenwerking een versterking van de keten. Dit blijkt ook uit het feit dat het aantal verwijzingen door de klantmanagers naar de arbeidsadviseur ruim uitsteekt boven het landelijke gemiddelde.
6
zie tabel trajecten aan het einde van de paragraaf
11
Poortwachterstraject Het direct bemiddelen van personen op het moment dat zij zich voor een uitkering melden is een belangrijk instrument ter beperking van de instroom in de uitkering. Met name voor de beter bemiddelbaren kan dit succesvol ingezet worden. Dit blijkt ook uit de behaalde resultaten. Het poortwachterstraject is voor 125 personen opgestart. In 75% van de gevallen bleek deze aanpak succesvol en hoefde de klant geen beroep meer te doen op uitkering. In 6% van de gevallen is er in eerste instantie succesvol bemiddeld, maar werd later alsnog een beroep op uitkering gedaan. In 19% werd het poortwachterstraject voortijdig beëindigd, wat bij 10% resulteerde in een uitkeringsaanvraag. ‘Snel op weg’ Operationele doelstelling: • De sluitende aanpak wordt uitgebouwd volgens de methode Snel op Weg. Voor het hebben van een uitkering verlangen we een tegenprestatie. De samenwerking met CWI en WML in de vorm van het project ‘Snel op Weg’ is in 2006 voortgezet vanuit de overtuiging dat de beleidskeuze werkt: vanaf het eerste contact met de ISD sterk inzetten op extra aandacht aan de klant. Dit beperkt c.q. verkort het beroep op een uitkering (de zgn. poortwachtersfunctie) en als een uitkering dan toch nodig is, wordt aansluitend een re-integratieaanbod gedaan op basis van de diagnose die na afloop van de deelname aan het project is verkregen. ‘Snel op weg’ is vanaf de start bedoeld voor nieuwe klanten die door het CWI gefaseerd zijn in fase 2 en 3. Hiertoe de personen die weliswaar niet direct bemiddelbaar zijn, maar wel een overbrugbare afstand hebben tot de afstandsmarkt. In 2006 is het instrument daarnaast ook ingezet voor personen uit het zittende bestand. Een verdere uitbouw wordt nagestreefd en met WML worden hierover afspraken gemaakt. Het aantal aanmeldingen bedroeg 233. In 78% van de gevallen werd een traject ingezet. Bij 4% van de deelnemers was er sprake van uitstroom naar werk tijdens het project. Van de aanmeldingen verscheen 22% niet op de afspraak en werd de uitkering niet aangevraagd/doorgezet. Hieruit blijkt dat ‘Snel op Weg’ ook de poortwachtersfunctie versterkt. Werkgeversbenadering Operationele doelstelling: • We bouwen de actieve werkgeversbenadering uit en ontwikkelen werkgeversarrangementen Team bemiddeling Zoals gezegd heeft het team bemiddeling in belangrijke mate bijgedragen aan het behalen van de uitstroomdoelstelling. Er konden meer werkzoekenden in begeleiding worden genomen. Het uitstroompercentage naar werk over de relatief korte periode van 4 maanden bedraagt 37%. In die gevallen werd volledige uitkeringsonafhankelijkheid gerealiseerd. In 16% van de gevallen werd een gedeeltelijke uitstroom gerealiseerd, maar duurde de uitkeringsafhankelijkheid voort. Voor 15% van de deelnemers werd een ander re-integratie-instrument ingezet of werd er gewerkt aan een nadere diagnose. Voordat het bemiddelingsteam van start ging, hebben ISD-klantmanagers een aantal personen (53) een bemiddelings- of arbeidsactiveringsaanbod gedaan. In 32% leidde dit tot uitstroom naar werk. Het team bemiddeling wordt ondersteund door een interne accountmanager en een accountmanager die in het werkgeversteam van het CWI zit. Op deze manier heeft de ISD de contacten met de werkgevers uitgebouwd en worden er vacatures geworven. De contacten van accountmanagers die tot uitstroom hebben geleid, zijn verwerkt in de uitstroomcijfers.
12
Trajecten7 Epheon
Totaal
Heusden
Loon op Zand
Waalwijk
2006 2
2006 2
2006 0
2006 0
37
14
4
19
119
50
11
58
Randstad Rentree Stichting Pijler Midden-Langstraat Koning Willem I College
36
36
0
0
ROC Midden-Brabant
35
0
11
24
Diverse trajecten
7
3
2
2
WML-detachering
12
5
2
5
11
3
1
7
WML-loonkostensubsidie WML-Snel op Weg
8
181
60
31
90
WML-diversen
29
7
6
16
ISD-poortwachter
125
48
21
56
ISD-accountmanagement
187
76
17
94
ISD-klantmanagement
53
22
5
26
ISD-bemiddelingsteam
93
37
7
49
Totaal
927
363
118
446
3.3 Ontwikkeling bestand voormalige ID- en WIW-banen Operationele doelstellingen: • Een uitstroom van 10% • Afbouw van het budget met 10%. Beide doelstellingen zijn geformuleerd om meer ruimte te creëren in het werkbudget. Bij de start van de ISD Midden-Langstraat werd circa ¾ van het werkbudget besteed aan de oude gesubsidieerde arbeid. Afbouw van de kosten van gesubsidieerde arbeid zou bij ongewijzigd beleid de bekostiging van andere re-integratieactiviteiten in de weg kunnen staan. Daarnaast speelt een rol dat het werkbudget, dat bij de start van de WWB met name gebaseerd was op de omvang van de gesubsidieerde arbeid, tot en met 2010 omgebouwd wordt van een historisch naar een objectief verdeelmodel. De hiervoor genoemde doelstellingen sluiten daarbij aan. Zoals blijkt uit de volgende tabel zijn de doelstellingen gerealiseerd. Totaal
ID- en WIW-banen
Heusden
Loon op Zand
Waalwijk
1-1
31-12
1-1
31-12
1-1
31-12
1-1
31-12
WIW
55
45
13
10
13
12
29
23
ID
109
82
39
27
14
12
56
43
Totaal
164
127
52
37
27
24
85
66
Werknemers met een gesubsidieerde dienstbetrekking hebben ook een bijdrage geleverd aan de realisering van de uitstroomdoelstelling. Voor 9 voormalige ID-ers bleek het mogelijk de gesubsidieerde baan in te wisselen voor een ongesubsidieerde. Het aantal WIW-ers is eveneens teruggelopen op basis van de eerdergenoemde afbouwregeling. Voor 6 personen was een ongesubsidieerd dienstverband mogelijk. Gerelateerd aan de hoogte van het W-budget is het aandeel kosten van de voormalige WIW- en ID-banen teruggelopen van 63 naar 47%. Voor de uitvoering van de beide regelingen zijn met ingang van 1 januari 2005 samenwerkingsafspraken gemaakt met WML.
7
Deze tabel bevat een opsomming van activiteiten. Dit kunnen onderdelen van een traject zijn, zoals een belastbaarheidsonderzoek of een onderdeel van een duaal traject. 8 Er zijn bovendien 52 personen aangemeld, die niet verschenen zijn en de uitkeringsvraag niet hebben doorgezet.
13
3.4 Financiën W-deel Operationele doelstelling: • Het W-budget wordt geheel ingezet voor re-integratie Het werkbudget van de deelnemende gemeenten kende in 2006 een overschot. Dit kan worden meegenomen naar 2007. In dat jaar zullen de re-integratielasten naar verwachting toenemen. Denk daarbij aan de inkoop van specifieke projecten voor alleenstaande ouders en voor personen boven 45 jaar. Bovendien valt het werkbudget 2007 € 500.000 lager uit. De uitgaven van de gemeente Loon op Zand zijn het afgelopen jaar gestegen. Dit wordt veroorzaakt dat voor de financiering van de voormalige ID-dienstbetrekkingen vanaf 1 januari 2006 de woonplaats van de werknemer in plaats van de woonplaats van de werkgever leidend is. Daardoor namen de kosten van gesubsidieerde arbeid voor de gemeente Loon op Zand toe en voor de gemeente Waalwijk af. Totaal
Heusden
Loon op Zand
Waalwijk
W-deel 2005 Budget
9
2005
2006
2005
2006
2005
2006
4.485.573
4.452.214
1.233.894
1.291.442
598.445
581.694
2.653.234
2.579.078
+saldo 2004
223.777
1.078.893
128.696
330.596
0
197.125
95.081
551.172
Beschikbaar
4.709.350
5.531.107
1.362.590
1.622.038
598.445
778.819
2.748.315
3.130.250
Uitgaven
3.454.850
2.647.731*
921.121
761.055*
409.990
456.943*
2.123.739
1.429.733*
77%
59%
75%
59%
69%
79%
80%
55%
Percentage 9
14
2006
Betreft percentage van het W-budget over het verantwoordingsjaar 2006
4.
INKOMENSONDERSTEUNING
Kern van de WWB is dat gemeenten financieel en inhoudelijk volledig verantwoordelijk zijn voor de bijstandsuitgaven en de terugkeer van werklozen in het arbeidsproces. Voor de betaling van de bijstandsuitgaven stelt het Ministerie van SZW een budget ter beschikking, het zogenaamde I-deel. Met dit budget moeten de uitkeringslasten worden voldaan. Voor eventuele tekorten kan, behoudens in bijzondere gevallen, geen beroep worden gedaan op het Rijk. Eventuele overschotten mogen behouden worden. Reservering van deze gelden of het aanleggen van een egalisatiefonds is mogelijk. De gemeenschappelijke regeling bepaalt daartoe dat de dienst een reservefonds kan vormen waarin jaarlijks een storting wordt gedaan op het inkomensdeel tot maximaal van 15% van het jaarbudget. De WWB-systematiek geldt niet voor de IOAW-, IOAZ- en BBZ-uitkeringen. Het Rijk draagt 75% en de gemeenten 25% van deze lasten. Dit is conform de ‘oude’ verrekensystematiek. Veranderingen in de sociale zekerheid kunnen gevolgen hebben voor de sociale dienst. Het afgelopen jaar zijn de uitkeringsrechten in de Werkloosheidswet verder beperkt. De maximale uitkeringsduur is teruggebracht van 5 naar 3 jaar en 2 maanden. De kortdurende uitkering voor personen met een kort arbeidsverleden is teruggebracht van 6 naar 3 maanden. Daarnaast zijn er nog enkele aanpassingen in de WW die het recht op uitkering beperken. Met inbegrip van de eerdere afschaffing van de vervolguitkering wordt eerder dan voorheen de maximale uitkeringsduur bereikt, waarna instroom in de WWB plaatsvindt. Naast het groeiende aandeel van de uitstroom van WW naar WWB wegens het bereiken van de maximale uitkeringsduur wordt de groei van de stroom van WW naar WWB ook veroorzaakt door het grote beroep op de WW tijdens de laatste economische malaise. De doorstroom van WW naar WWB is landelijk als volgt.10 Personen waarvan WW
Doorstroom van WW
Doorstroompercentage
2004
wordt beëindigd. 325.900
naar WWB (personen) 17.300
WW naar WWB 5,3%
2005
346.300
21.100
6,1%
2006
324.900
23.500
7,2%
2007
260.700
22.700
8,7%
Jaar
Ook de veranderingen in de arbeidsongeschiktheidsregelingen zijn van negatieve invloed op de ontwikkeling van het WWB-bestand. Dit alles leidt tot een hoger aantal WWB-aanvragen. Veranderingen kunnen ook positief uitwerken. Dit geldt voor de Toeslagenwet. Deze wet kan een lage WW-, Ziektewet- of arbeidsongeschiktheidsuitkering aanvullen tot het minimum, waardoor geen aanvullende uitkering via de ISD nodig is. Het loslaten van de maximering van de toeslag vanaf 1 januari 2006 had tot gevolg dat personen met een IOAW-uitkering niet langer meer van deze uitkering afhankelijk waren.
4.1 Ontwikkeling van het bestand Operationele doelstelling: • We blijven met de uitgaven binnen het I-deel. • Bestandstoename van minder 15,5% ten opzichte van 2004. De begroting 2006, opgesteld begin 2005, ging nog uit van een toename van het uitkeringsbestand. Het uitkeringsbestand heeft zich echter in positieve zin ontwikkeld. Het bestand daalde naar 1256 personen, een daling van 6,5% ten opzichte van 2005. Het WWB-bestand nam met 4% af. Het IOAW-bestand met 49%. De eerder vermelde verandering in de Toeslagenwet bepaalde voor een groot deel de daling van dit 10
UWV Kwartaal Verkenning 2006-IV (regionaal kunnen de percentages afwijken)
15
bestand. Werkaanvaarding is in 32% de belangrijkste reden van de uitstroom uit de uitkering. Totaal Uitkeringen
1-1
31-12
Heusden %
1-1
Loon op Zand
31-12
%
1-1
31-12
Waalwijk %
1-1
31-12
%
WWB
1246
1203
-4
480
459
-4
176
157
-11
590
587
-1
IOAW
77
39
-49
25
10
-60
10
6
-40
42
23
-45
11 5 1339
11 3 1256
-40 -6
3 2 510
5 3 477
+60 +66 -7
2 0 188
2 0 165
-13
6 3 641
4 0 614
-33 -100 -5
IOAZ BBZ TOTAAL
Met deze afname is de operationele doelstelling bereikt.
4.2 De besluiten Operationele doelstelling: • 95% van de aanvragen (levensonderhoud) wordt binnen vier weken afgewerkt • 100% van de aanvragen (levensonderhoud) binnen de wettelijke termijn van acht weken De gemiddelde afhandelingstermijn van een aanvraag voor levensonderhoud bedraagt 28 kalenderdagen, mits de klant zijn gegevens volledig aanlevert. Is dat niet het geval dan wordt er een hersteltermijn gegeven om de ontbrekende gegevens aan te leveren. Het kost dan gemiddeld 33 dagen om een aanvraag af te werken. In 2005 waren dit er 30. De geformuleerde doelstelling is niet gerealiseerd. De vierwekentermijn werd in 72% van de gevallen gerealiseerd. De achtwekentermijn werd met 97% nagenoeg gehaald11. Dit soort aanvragen worden verwerkt door twee claimbeoordelaars. Hun werkzaamheden namen toe, doordat de uitkeringsintake vanaf januari 2006 van het CWI werd overgenomen. Dit verklaart het oplopen van de afdoeningssnelheid. Bij het schrijven van het beleidsplan was deze werkuitbreiding niet voorzien. Het aantal aanvragen voor een periodieke uitkering voor levensonderhoud nam met 9% af tot 499. Het toekenningspercentage lag op 73%. Het totale aantal besluiten, inclusief recht- en doelmatigheidsonderzoeken liet een stijging zien van 3.945 naar 4.550. Totaal
Heusden
Loon op Zand
Waalwijk
Toekenningen 2005
2006
2005
2006
2005
2006
2005
2006
WWB
359
347
138
129
67
46
154
172
IOAW
10
11
3
2
1
0
6
9
IOAZ
7
3
1
2
2
0
4
1
BBZ
12
2
7
0
2
0
3
2
388
363
149
133
72
46
167
184
Totaal
Bezwaar en beroep In 2005 werd het aantal bezwaar- en beroepschriften beïnvloed door de berichtgeving in de lokale media over de ISD Midden-Langstraat. In 2006 is dit achterhaald en liep het aantal ontvangen bezwaarschriften terug van 230 naar 149. Het aantal afgehandelde bezwaarschriften bedraagt 155. In 22% van de gevallen bleek het bezwaar (geheel of gedeeltelijk) gegrond te zijn. De bezwaarschriften hebben vooral betrekking op bijzondere bijstand, terugvorderingen, het buiten behandeling stellen van een aanvraag, het toepassen van een verlaging of afwijzing. Er werd in 2006 22 keer beroep en 2 keer hoger beroep ingesteld. In 3 van de 17 uitspraken bij de beroepszaken kwam het tot een gegrondverklaring. Er wachten nog 5 zaken op een uitspraak. De hogerberoepszaken wachten beiden nog op een uitspraak. Verder deed de rechtbank in 2006 een uitspraak in 18 beroepszaken die betrekking hadden op 2005 of eerder. Hiervan kwam het in 8 gevallen tot gegrondverklaring. In hoger beroep werden 3 uitspraken gedaan van 16
11
Geen rekening is gehouden met de aanvragen die vertraging opliepen doordat de gegevens niet, niet tijdig of onvolledig werden aangeleverd
voor 2006 en werden alledrie gegrond verklaard. Het dagelijks bestuur wordt in het kader van de afdoening van bezwaar- en beroepschriften geadviseerd door de adviescommissie bezwaar en beroep. Samenstelling, werkwijze en bevoegdheden van deze commissie bleven onveranderd. De commissie verantwoordt haar werkzaamheden jaarlijks via een verslag aan het bestuur. In 2006 heeft de commissie met name aandacht gevraagd voor de continuïteit van het besluitvormingsproces op bezwaarschriften. Aanleiding hiertoe was de bestuursvacuüm na de gemeenteraadsverkiezingen. Ter waarborging van de continuïteit is het belangrijk dat na verkiezingen snel nieuwe bestuursleden worden aangewezen. Ondanks dit gegeven kan geconcludeerd worden dat de afhandelingstermijn in het algemeen binnen de gestelde marges blijft. Klachten Voor zover een klant zich niet kan vinden in de geboden dienstverlening, kan hij gebruik maken van de klachtenprocedure. Dit gebeurde 7 keer. Op het einde van het jaar waren er hiervan nog 6 in behandeling. Een klacht werd ongegrond verklaard. Vanaf januari 2006 is naast de interne klachtenregeling een externe klachtenprocedure van toepassing. Hiervoor wordt gebruikt gemaakt van de Nationale Ombudsman. Van deze procedure werd geen gebruik gemaakt. De behandeling van klachten was evenals in de voorgaande jaren in handen van daartoe aangewezen medewerkers van de gemeente Waalwijk. Deze samenwerking is met ingang van 2007 op initiatief van Waalwijk beëindigd. Besloten is de klachtencoördinatie vanaf 2007 in eigen beheer te doen. Deze verandering leidde tot aanpassing van de betreffende verordening in 2006. Operationele doelstellingen: • Minimaal 99% van de uitkeringen worden rechtmatig verstrekt. • In 2006 wordt het heronderzoeksysteem geëvalueerd. De accountant heeft over 2006 een goedkeurende verklaring verstrekt. Daarmee is voldaan aan het rechtmatigheidsvereiste. Via (her)onderzoeken wordt periodiek onderzocht in hoeverre veranderingen in de situatie van persoon en gezin van invloed zijn op de uitkeringsaanspraken. Het heronderzoeksysteem is in 2004 ingevoerd. Tijdsafhankelijke onderzoeken of onderzoeken die het gevolg zijn van een bepaalde gebeurtenis vormden het sturingsmechanisme voor de onderzoeken. Ondanks die verbeteringen bleek dit onvoldoende te renderen. Er is behoefte aan meer controle op maat op basis van een verfijnde signaal- en risicosturing. Dit heeft geleid tot de vaststelling van een nieuw heronderzoeksplan, dat vanaf 2007 wordt gehanteerd. De principes van hoogwaardige handhaving (zie hoofdstuk 5) liggen hieraan ten grondslag. In het nieuwe plan is de mate van controle afhankelijk van het klantprofiel. Dit houdt in dat sommige groepen klanten minder dan wel minder ingrijpend worden gecontroleerd bij een lager ingeschat risico. Het afschaffen van het maandelijkse inkomstenbriefje (rof) voor nader aan te duiden categorieën past in dit traject. Via een pilot bij een niet risicogroep zoals 65-plussers wordt hiermee in 2007 geëxperimenteerd en wordt de werking van wijzigings- en statusformulieren uitgetest.
4.3 Financiën I-deel Evenals in de voorgaande jaren is er sprake van een weliswaar beperkt maar toch een positief saldo. Daarmee is de operationele doelstelling behaald. Het overschot van € 260.982 wordt toegevoegd aan het reserve I-deel ter egalisatie van mogelijke toekomstige tekorten. Totaal
Heusden
Loon op Zand
Waalwijk
WWB-uitgaven Budget
2005 15.063.044
2006 14.492.873
2005 5.904.647
2006 5.370.145
2005 2.063.047
2006 1.914.611
2005 7.095.350
2006 7.208.117
Uitgaven
14.364.791
14.231.891
5.653.204
5.593.868
1.925.972
1.882.741
6.785.615
6.755.283
95%
98%
96%
104%
93%
98%
96%
94%
Percentage
17
IOAW, IOAZ en BBZ Voor deze uitkeringen geldt dat de uitkeringslasten voor 75% worden gedeclareerd bij het Rijk. Daarnaast stelt het Rijk een vast budget beschikbaar. Het IOAW-bestand ontwikkelde zich gunstig en liep terug van 77 naar 39 uitkeringsgerechtigden. Op de IOAW en de IOAZ werd een overschot gerealiseerd van € 223.808. Overschotten zijn geoormerkt en moeten binnen het verlengde van de regeling worden aangewend. Dit is dus een andere systematiek dan bij het I-budget WWB, waarbij overschotten vrij besteedbaar zijn. De BBZ kende een overschot van € 68.902. Het debiteurenbestand De uitgangspunten van het terugvorderingsbeleid zijn onveranderd gebleven. De bevoegdheden op dit terrein zijn omschreven in de beleidsnotitie ‘terugvordering, verhaal en incasso’. In 2006 zijn er 184 nieuwe vorderingen ontstaan. Voor 2006 is uitgegaan van een taakstelling van € 437.585, die met € 567.698 ruimschoots gehaald is. Het vorderingensaldo nam per saldo af met 11% af en is op 31 december 2006 op € 4.683.868 uitgekomen. De daling is voor belangrijk deel een gevolg van de daling van de BBZ-vorderingen en het saldo krediethypotheek.
4.4 Aanvullende inkomensondersteuning Wanneer burgers niet of niet volledig over een minimuminkomen kunnen beschikken, kan de ISD hen op grond van 3 verschillende regelingen ondersteunen. Deze zijn gebaseerd op de WWB. • Het verstrekken van periodieke bijstand in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan. Dit is hiervoor al aan de orde geweest. • Het verstrekken van bijzondere bijstand in verschillende kostensoorten (zie 4.4.1). • Het verstrekken van een langdurigheidstoeslag (zie 4.4.2). Daarnaast maken de gemeenten er werk van om hun burgers gericht te ondersteunen en hen daardoor te kunnen laten deelnemen aan maatschappelijke activiteiten die voor een ieder gewenst zijn. Ook biedt elke gemeente de mogelijkheid van kwijtschelding van diverse gemeentelijke belastingen. Operationele doelstellingen: • Niet ISD-uitkeringsgerechtigden kunnen deelnemen aan de collectieve aanvullende verzekering • Met de gemeenten vindt afstemming plaats over aspecten van armoedebestrijding • Onze klanten worden zoveel mogelijk geïnformeerd over de aspecten van armoedebestrijding.
4.4.1 Bijzondere bijstand Door bijzondere omstandigheden kan zich de situatie voordoen dat het inkomen niet toereikend is om te voorzien in bepaalde noodzakelijke kosten. Als er geen beroep gedaan kan worden op een voorliggende voorziening en de eigen middelen niet toereikend zijn, kan bijzondere bijstand worden verstrekt. De afwikkeling van aanvragen bijzondere bijstand vindt plaats bij de ISD als uitvoerder van de WWB. De lokale zorgloketten fungeren echter als een belangrijke intermediair. Naast het verstrekken van informatie en advies worden aanvraagformulieren via deze loketten beschikbaar gesteld. Dit geldt met name voor de personen die geen periodieke uitkering ontvangen van de ISD. Collectieve zorgverzekering De ISD biedt via VGZ en CZ de mogelijkheid deel te nemen aan een collectieve verzekering tegen ziektekosten. Naast een korting op de basisverzekering en de aanvullende verzekering verkrijgt de deelnemer een uitbreiding van het pakket dat ten laste van de bijzondere bijstand komt. Door de collectieve zorgverzekering vindt er een verschuiving plaats van kostenvergoeding via de bijzondere bijstand naar rechtstreekse vergoeding van met name bril- en tandartskosten door de zorgverzekeraar. In 2006 is de Zorgverzekeringswet in werking getreden. De invoering van deze wet viel samen met de uitbreiding van de collectieve verzekering met de doelgroep niet-uitkeringsgerechtigden. De zorgverzekeraars 18
boden eind 2005 een veelvoud aan pakketten aan, waarbij via scherpe prijsstellingen geconcurreerd werd om de gunst van de klant. Tal van collectiviteiten werden ingevoerd. Dit is van invloed geweest op de uitbreiding van de doelgroep 2006 van de ISD. Het aantal deelnemers steeg desondanks van 949 naar 1306. De kosten kwamen uit op € 52.119. Afstemming met gemeenten De ISD rekent het tot haar taak om in samenwerking met de gemeenten een rol te vervullen op het terrein van de armoedebestrijding. Waar nodig wordt met de gemeenten overlegd en informatie uitgewisseld dan wel anderszins ondersteuning geboden. Benadering doelgroepen armoedebestrijding De uitvoering van de bijzondere bijstand vraagt er om dat het bereik hiervan zo optimaal mogelijk is. De vraag is of dit het geval is en in het ontkennende geval hoe dit verbeterd kan worden. Samen met een aantal andere gemeenten neemt de ISD deel aan een project, waarvoor het Ministerie van SZW ultimo 2006 subsidie beschikbaar heeft gesteld, gelet op het innovatieve karakter van het project (IPW-subsidie). Uitgangspunt van dit project is dat de doelgroep beter getraceerd en bereikt wordt. Het realiseren van dit doel moet gepaard gaan met: • Nieuwe methoden om de doelgroep te traceren (bestandsvergelijking met de belastingdienst); • Nieuwe methoden om de doelgroep te bereiken (marketing); • Het vereenvoudigen van aanvraagprocedures; • Verbetering van effectiviteit en efficiency; • Het signaleren van knelpunten in de WWB, • Benchmarking. De concrete activiteiten vinden in 2007 plaats. Kosten bijzondere bijstand De bijzondere bijstand is in de pers en in het klanteninformatiebulletin ISD Actueel regelmatig toegelicht. Dit leidde tot een kleine toename van het aantal aanvragen. Desondanks zijn na een toename van de kosten bijzondere bijstand in 2005 de kosten in 2006 afgenomen. Dit komt vooral voor rekening van de kostensoorten brillen, (collectieve verzekering), woonkosten (huurtoeslag), aanvullende bijstand levensonderhoud voor personen jonger dan 21 jaar, overbruggingskredieten. Totaal Bijzondere bijstand Uitgaven
Heusden
Loon op Zand
2005
2006
2005
2006
2005
512.357
456.388
205.115
171.002
123.603
2006 92.329
Waalwijk 2005
2006
183.641
193.057
4.4.2 Langdurigheidstoeslag Gemeenten kunnen bijstandsgerechtigden tussen de 23 en 65 jaar een langdurigheidstoeslag van enkele honderden euro’s per jaar geven. Het gaat daarbij om mensen die langer dan vijf jaar leven van een uitkering op bijstandsniveau en geen kans hebben op een baan. Als mensen betaald werk doen, lijkt er een arbeidsperspectief te zijn. Formeel verliezen zij dan het recht op de toeslag. Dat kan ontmoedigend zijn voor bijstandsgerechtigden die proberen weer aan het werk te komen. Daarom is de wettelijke regeling voor de langdurigheidstoeslag in het najaar van 2006 enigszins verruimd. Bij zeer beperkte inkomsten blijft toch nog recht op toeslag bestaan. De regeling is verruimd vanaf 1 januari 2006. De financiële effecten hiervan zullen in 2007 in de uitgaven tot uitdrukking komen. Ook wordt er gewerkt aan een wetsvoorstel om gedeeltelijk arbeidsongeschikten onder de regeling te laten vallen. Ondanks de teruglopende uitkeringsaantallen zijn de uitgaven met € 124.469 nagenoeg gelijk aan vorig jaar.
19
5.
HANDHAVING
Operationele doelstelling: • We passen het concept hoogwaardig handhaven aan ten behoeve van arbeidstoeleiding door het ontwikkelen van risicoprofielen. • Handhaving wordt geïntensiveerd door de aanstelling van een fraudepreventiemedewerker. • Indicatoren worden ontwikkeld om de resultaten van het handhavings- en terugvorderingsbeleid inzichtelijker te maken.
5.1 Hoogwaardige handhaving Bij de uitvoering van de opgedragen regelgeving is het van belang dat de uitkeringen terechtkomen bij degenen die er echt op aangewezen zijn. Naast het principe van ‘werk boven uitkering’ is daarom hoogwaardige handhaving een belangrijk aspect in de bedrijfsvoering. Het beleid in het kader van hoogwaardig handhaven wordt gekenmerkt door een preventief en repressief beleid. Onder hoogwaardig handhaven rekenen we alle activiteiten, die ervoor moeten zorgen dat klanten zich aan de spelregels van een uitkering houden. Dit betekent dat voorlichting, communicatie en dienstverlening aan klanten belangrijke elementen zijn. De handhavingsactiviteiten bestaan uit: vroegtijdig informeren, controleren op maat, optimaliseren van de dienstverlening en het daadwerkelijk en effectief sanctioneren. In 2006 zijn deze visie-elementen verder uitgewerkt en vastgelegd in het Handhavingsplan 2007, dat in december vastgesteld is. 5.1.1 • • • • 5.1.2 •
• • 5.1.3 •
• • 5.1.4. •
• • 20
Vroegtijdig informeren In 2006 is het dienstverleningsgesprek geïntroduceerd. Elke nieuwe klant krijgt tijdens dit gesprek informatie over rechten, plichten, producten en dienstverlening van de ISD. Er is een informatiebrochure ‘afspraak is afspraak’ gemaakt die elke klant ontvangt. In feite een herhaling op papier van het dienstverleningsgesprek. In 2007 wordt planmatig verder gewerkt aan handhavingscommunicatie. In dat kader wordt ook een verbetering van de kwaliteit van de uitgaande correspondentie nagestreefd. Doelgroepgerichte informatieprogramma’s zullen in 2007 worden ontwikkeld. Dienstverlening op maat In 2006 hebben we onze klanten door middel van een klanttevredenheidsonderzoek gepolst over onze dienstverlening met het oogmerk deze te verbeteren. Ondanks het rapportcijfer van 7 streven we een kwalitatieve upgrading na. Dit zal onder meer leiden tot het hanteren van servicenormen. Zo mogelijk willen we voor nader aan te wijzen categorieën het maandelijkse ‘rofje’ vervangen door een mutaties- en statusformulier. Dit wordt uitgetest op de 65 plussers met een WWB-uitkering. Intensieve controle op maat Op geobjectiveerde wijze wordt van elke klant een inschatting gemaakt van de mogelijke risico’s. De combinatie van het risico en het uitstroomperspectief bepaalt de diepgang en de periodiciteit van controles. Per 1 januari 2007 is een nieuw heronderzoeksysteem ingevoerd. Signaalgestuurde onderzoeken, bijvoorbeeld aan de hand van informatie van het Inlichtingenbureau zijn gehandhaafd. Huisbezoeken zijn gehandhaafd doch worden afgelegd met inachtneming van een protocol dat onnodige schending van de privacy van de klant. Themacontroles zijn ingevoerd. Daadwerkelijk sanctioneren en invorderen Voortdurend zal er aandacht zijn voor een adequate uitvoering van het maatregelenbeleid. Daartoe is het maatregelenbeleid in 2006 geëvalueerd, wat leidde tot inhoudelijke en technische verbeteringen in de afstemmings- en handhavingsverordening. De richtlijnen van het Openbaar Ministerie worden gevolgd met betrekking tot de uitgevoerde repressieve controles. Het optimaliseren van incassotrajecten wordt nagestreefd.
5.2 Preventieve en repressieve controle Fraudepreventie In het uitvoeringsproces worden diverse middelen ingezet om oneigenlijk gebruik en misbruik van de uitkering te voorkomen dan wel in een zo’n vroeg mogelijk stadium op te sporen. Bij aanvragen en heronderzoeken wordt waar mogelijk gebruik gemaakt van andere klantregistraties (onder meer Suwinet-Inkijk, het Inlichtingenbureau). Periodiek vinden er ook bestandsvergelijkingen plaats. Een belangrijke toevoeging aan de bedrijfsvoering is het opnemen van een fraudepreventiemedewerker in de formatie vanaf 1 oktober 2006. Naast het vaststellen van fraude heeft deze medewerker ook een belangrijke rol bij de deskundigheidsbevordering van de medewerkers en het ondersteunen van hen bij de uitvoering van het handhavingsbeleid. 28 onderzoeken zijn er afgewerkt, waarbij in 8 gevallen sprake was van fraude, die leidde tot herziening en of intrekking van het recht op uitkering.
Sociale recherche De samenwerking met het team fraudebestrijding van de gemeente Tilburg is in 2006 ongewijzigd voortgezet. De aard van de activiteiten werden vanaf oktober wel meer op het specifieke recherchewerk gericht door de komst van de fraudepreventiemedewerker. De nadruk lag bij het recherchewerk vooral bij zwart werk, samenwoning en postadresfraude. Er werden 93 onderzoeken gedaan. In 56 gevallen werd de uitkering herzien, ingetrokken en of teruggevorderd. In 10% van de gevallen was het fraudebedrag zodanig dat er conform de richtlijnen aangifte gedaan van vermeende steunfraude. De aangiftegrens ligt op € 6.000. In 37 gevallen was er geen sprake van fraude. Maatregelenbeleid Dit beleid ligt vast in een verordening. Hierin zijn in 2006 enkele inhoudelijke en redactionele verbeteringen aangebracht. De effectiviteit en het bieden van meer maatwerk zijn hierdoor bevorderd. De sanctiemaat als gevolg van onaanvaardbare agressie is opgehoogd. Dit stemt meer overeen met de mogelijke materiële en immateriële gevolgen en sluit aan bij de visie van het kabinet om in het kader van het strafrecht zwaarder te gaan optreden bij geweldsdelicten bij beoefenaars van bepaalde beroepen, waartoe ook de medewerkers van sociale diensten worden gerekend. Het aantal maatregelen daalde in 2006 licht. Dit stemt overeen met het lagere uitkeringsaantal.
5.3 Effecten hoogwaardig handhaven Belangrijk is te kunnen vaststellen wat de effecten zijn van het vastgesteld beleid. In het Handhavingsplan 2007 zijn daarom indicatoren benoemd die in dit verband vanaf 2007 gehanteerd worden. In het jaarverslag 2007 zullen wij u over dit onderwerp daarom concreter gaan informeren.
21
6.
DIENSTVERLENING VAN EN TEN BEHOEVE VAN DERDEN
Bij de totstandkoming van de ISD zijn afspraken gemaakt om een aantal taken op dienstverleningsbasis af te nemen dan wel te gaan verzorgen voor de gemeenten Heusden, Loon op Zand en Waalwijk. Nadien zijn ook nieuwe afspraken gemaakt met WML.
6.1 Dienstverlening door gemeenten Automatisering Voor onze bedrijfsvoering maken we gebruik van het automatiseringsplatform van de gemeente Heusden. In 2006 zijn 2 nieuwe applicaties aangeschaft, namelijk Synaxion en PKO. Het eerstgenoemde programma is bedoeld om sturingsinformatie voor bestuur en management te genereren. De tweede applicatie is een rapportagesysteem dat de klantmanager ondersteunt bij zijn werkzaamheden èn dat gekoppeld is aan het uitkeringspakket GWS4all. Eind 2006 werden de laatste testen uitgevoerd om ingebruikname begin 2007 te kunnen realiseren. Overige dienstverlening De dienstverleningsovereenkomst met de gemeente Waalwijk is in 2006 voortgezet. Deze overeenkomst heeft betrekking op onder meer de volgende onderwerpen: • huur kantoorruimte, service- en huisvestingsdiensten • facilitaire dienstverlening (repro, kantoorbenodigdheden, postbezorging, koeriersdiensten, telecomservices) • klachtenbehandeling • dienstverlening Personeel en Organisatie De klachtenbehandeling zal vanaf 1 januari 2007 in eigen beheer van de ISD worden gedaan. De gemeente Waalwijk heeft tijdig aangegeven deze werkzaamheden niet meer tot haar kernactiviteiten te rekenen. Ook was niet langer mogelijk om de P&O-activiteiten, uitgezonderd de salarisadministratie van Waalwijk af te nemen. In de loop van het jaar hebben we hierover samenwerkingsafspraken gemaakt met WML.
6.2 Dienstverlening door WML WML faciliteerde al voor 2004 de catering in het ‘BVG De Schoenhoorn’ en doet dat nog steeds. De ISD werkt daarnaast ook op andere onderdelen samen met WML. Personele diensten in het kader van toezicht, communicatie en personeel en organisatie worden van WML afgenomen. Verder is WML een belangrijke contractpartner in het kader van het re-integratiebeleid.
6.3 Dienstverlening voor gemeenten Evenals in de voorgaande jaren heeft de ISD Midden-Langstraat voor de drie gemeenten een aantal taken verzorgd op het terrein van de WVG en het lokale minimabeleid. De komst van de WMO heeft er toe geleid dat de gemeenten de uitbesteding van deze taken zullen heroverwegen of dit inmiddels al hebben gedaan. Dit zal in 2007 leiden tot de nodige veranderingen. Gemeenten gaan meer administratieve taken in eigen beheer doen. Loon op Zand start hiermee op 1 januari 2007. De gemeente Waalwijk gaat dan ook bezwaar en beroep in eigen beheer doen.
22
Wet kinderopvang Via deze wet kunnen uitkeringsgerechtigden, inburgeraars, niet-uitkeringsgerechtigden zonder werkgever, studenten en tienermoeders in aanmerking komen voor subsidiëring van de kosten van erkende kinderopvang. Voorwaarde is dat een traject of opleiding gevolgd wordt, waardoor kinderopvang nodig is. De subsidie wordt verstrekt als aanvulling op de kindertoeslag die via de belastingdienst wordt verstrekt. Het aantal aanvragen is in 2006 bijna verdrievoudigd en komt uit op 79. De kosten stegen van € 6.714 naar € 28.093. Wet inburgering nieuwkomers In het kader van deze wet bestaat de dienstverlening van de ISD uit het verzorgen van de trajectbegeleiding bij de inburgering van nieuwkomers. Het aantal meldingen nam in 2006 beduidend af. Was er in 2005 nog sprake van 105 meldingen, in 2006 liep dit terug naar 73. Het aantal gestarte trajecten nam eveneens af en bedraagt 59. De boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers behoefde in 2006 niet toegepast te worden. In 2007 treedt de Wet Inburgering in werking. Het aanbod is gedaan aan de gemeenten om de ISD in te schakelen voor het uitvoeren van de trajectbegeleiding en het verstrekken van informatie en advies en handhaving. Besluitvorming hierover bij de gemeenten vindt in 2007 plaats.
23
7.
HET FINANCIËLE JAAR 2006
7.1 Vermogenspositie De vermogenspositie is goed, mede als gevolg van een gunstige ontwikkeling van het klantenbestand. Doordat het klantenbestand een verdere daling heeft laten zien, is een positief resultaat behaald op het inkomensdeel. Dit overschot is vrij besteedbaar en mag volgens de richtlijnen van het Besluit Begroting en Verantwoording toegevoegd worden aan de reserves.
7.2 Meerjarig perspectief exploitatie Per 1 september 2006 is er binnen de afdeling uitvoering een team bemiddeling gevormd. De werkzaamheden van het team richten zich op het snel helpen van klanten aan werk. De klanten die een grotere afstand tot de arbeidsmarkt hebben, zijn door andere klantmanagers binnen de afdeling van hen overgenomen. Voorlopig betreft het een project. Na één jaar wordt geëvalueerd hoe effectief deze specialisatie is. In 2006 heeft de structurele invulling van de personele organisatie verder vorm gekregen. Twee afdelingshoofden zijn aangenomen, de kosten voor interim-management zijn in de loop van 2006 daarom afgenomen. Per 1 maart 2007 is ook de functie van directeur ingevuld.
7.3 Financiële rechtmatigheid Alle gemeenten zijn in 2006 geconfronteerd met verscherpte interne controlemaatregelen betreffende financiële rechtmatigheid. Gemeenten krijgen van Binnenlandse Zaken tot 2007 de tijd om een goedkeurende accountantsverklaring voor rechtmatigheid te verkrijgen. Binnen de ISD zijn maatregelen genomen om de administratie zo in te richten dat aan de voorwaarden van de rechtmatigheid wordt voldaan. De accountant verklaart dat de jaarrekening 2006 een getrouw beeld weergeeft van zowel de baten en lasten en van de activa en passiva.
24
8.
VERKLARENDE WOORDENLIJST / AFKORTINGEN
AB
Algemeen bestuur ISD Midden-Langstraat, geformeerd uit één collegelid en twee raadsleden uit elke gemeente
AKO
Algemeen Keten Overleg
Akw
Algemene kinderbijslagwet
Anw
Algemene nabestaandenwet
Aow
Algemene ouderdomswet
Awb
Algemene wet bestuursrecht
AWBZ
Algemene wet bijzondere ziektekosten.
Bbz 2004
Bijstandsbesluit zelfstandigen. Inkomens- en kredietvoorziening voor zelfstandigen.
College
Het college van burgemeester en wethouders
CWI
Centrum voor Werk en Inkomen. Gehuisvest in ‘De Schoenhoorn’ te Waalwijk.
DB
Dagelijks bestuur ISD Midden-Langstraat, geformeerd uit één collegelid uit elke gemeente
IC
Interne controle
I-deel
Het deel dat beschikbaar is voor de bekostiging van WWB-uitkeringen. Het budget wordt beschikbaar gesteld door het rijk. Overschotten kunnen worden behouden.
ID
In- en doorstroomregeling. Deze regeling voor gesubsidieerde arbeid is per 1 januari 2004 opgegaan in de Wet werk en bijstand.
IPW
Innovatieprogramma Werk en Bijstand 2006. Het Ministerie van SZW bood in 2006 de mogelijkheid om innovatieve programma’s te subsidiëren. Het project ‘Wonen, Zorg, Service in de wijk van de gemeenten Heusden en Loon op Zand wordt hieruit deels gefinancierd. Daarnaast financieren de gemeenten, de provincie en de ISD dit project.
IOAW
Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers. Een voorziening op minimumniveau voor oudere of gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers die geen recht meer hebben op een WW-uitkering.
IOAZ
Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen. Een voorziening op minimumniveau voor oudere of gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze gewezen zelfstandigen
ISD
Intergemeentelijke Sociale Dienst Midden-Langstraat. Openbaar lichaam belast met de uitvoering van de gemeentelijke taken op het terrein van werk en inkomen.
NUGGER
Niet-uitkeringsgerechtigde, die voor ondersteuning bij re-integratie een beroep kan doen op ondersteuning bij re-integratie ten laste van het W-deel.
OR
Ondernemingsraad. Via dit orgaan overleggen medewerkers van de ISD met de directie over onderwerpen, waarvoor een wettelijk advies- en instemmingsrecht bestaat.
RAU
Regeling administratieve uitvoeringsvoorschriften IOAW,. IOAZ en Bbz 2004.
REKO
Regionaal Ketenoverleg. Aan dit overleg nemen naast de ISD het CWI, het UWV en het WML deel. In dit overleg wordt o.a. gewerkt aan de uitgangspunten van de Wet SUWI.
RIB
(Privaatrechtelijk) re-integratiebedrijf
ROF
Rechtmatigheidsonderzoeksformulier. Een inlichtingenstaat die maandelijks door de klant wordt ingevuld voorafgaand aan de betaling van zijn uitkering.
RWI
Raad voor werk en inkomen. Adviesorgaan.
SUWI
Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen. In deze wet zijn afspraken over de samenwerking binnen de keten van werk en inkomen vastgelegd.
25
SVB
Sociale Verzekeringsbank. Uitvoeringsinstelling van de Akw, Anw en de Aow.
SZW
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
TSSA
Tijdelijke Stimuleringsregeling Samenwerkingsverband Abw
TW
Toeslagenwet. Via deze wet wordt een sociale verzekeringsuitkering in bepaalde gevallen aangevuld tot het relevante sociale minimum. Tot 2006 kent de wet een maximering, waardoor aanvulling met een gemeentelijke uitkering vaak nodig is.
UWV
W-deel
WAO
26
Uitvoeringsinstituut Werknemersvoorzieningen. Belast met de uitvoering van WW, WAO, WIA, Wamil, Wajong en WAZ. Het deel dat beschikbaar is voor de uitvoering van re-integratieactiviteiten met inbegrip van de bekostiging van de oude gesubsidieerde arbeid (voormalige WIW- en ID-regeling). Het budget wordt beschikbaar gesteld door het rijk en is niet vrij inzetbaar. Overschotten moeten teruggestort worden. Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering. Verzekering tegen de geldelijke gevolgen van arbeidsongeschiktheid.
WI
Wet inburgering. Is in werking getreden op 1 januari 2007. Vervangt de Wet inburgering nieuwkomers.
Wk
Wet kinderopvang
WIA
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. Verzekering tegen de geldelijke gevolgen van arbeidsongeschiktheid, in werking getreden op 1 januari 2006.
Wwik
Wetwerk en inkomen kunstenaars. Tijdelijke inkomensvoorziening voor kunstenaars.
Win
Wet inburgering nieuwkomers. De voorganger van de WI.
WIW
Wet inschakeling werkzoekenden. Op basis van deze wet was het tot 1 januari 2004 mogelijk voorzieningen te treffen voor langdurig werklozen. De wet is op 1 januari 2004 opgegaan in de Wet Werk en Bijstand.
WML
Werkbedrijf voor gesubsidieerde arbeid, activering en trajecten Midden-Langstraat. Openbaar lichaam belast met de uitvoering van de gemeentelijke taken op het terrein van de Wet sociale werkvoorziening. Tevens uitvoerder van WWB-voorzieningen.
WMO
Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Is op 1 januari 2007 in werking getreden. Gemeenten zijn organisatorisch, financieel en beleidsmatig verantwoordelijk voor de zorg en ondersteuning van burgers. Verantwoordelijkheid en zelfwerkzaamheid van de burger staan daarbij centraal.
Wsw
Wet sociale werkvoorziening. Biedt specifieke voorzieningen t.b.v. personen die op grond van persoonlijke beperkingen aangewezen zijn op aangepaste werkzaamheden.
WVG
Wet voorziening gehandicapten. Biedt voorzieningen in de vorm van woningaanpassingen, vervoer en rolstoelen.
WW
Werkloosheidswet. Verzekering tegen de geldelijke gevolgen van werkloosheid.
WWB
Wet werk en bijstand. Inkomensvoorziening op minimumniveau t.b.v. personen die geen beroep kunnen doen op een andere inkomensvoorziening.
COLOFON © 2007 - Alle rechten voorbehouden ISD Midden-Langstraat, Waalwijk. Colofon Jaarverslag 2006 is een uitgave van de ISD Midden-Langstraat. Redactie ISD Midden-Langstraat Vormgeving en drukwerk Drukkerij Van Engelen, Waalwijk ISD Midden-Langstraat Grotestraat 403 5142 CB Waalwijk Postbus 15 5140 AA Waalwijk T 0416 - 671 000 F 0416 - 671 099 E
[email protected] W www.isd-ml.nl
28