bacheloropleiding
Taal- en Letterkunde faculteit letteren en wijsbegeerte
2009
2 | Colofon
Redactie
Departement Studentgerichte Diensten Faculteit Letteren en Wijsbegeerte.
Vormgeving A. Engelen Fotografie
J. Crab, Photo Alto, Photo Disc
Deze brochure is met grote zorg samengesteld. Studieprogramma’s veranderen echter voortdurend. Het is daarom mogelijk dat het aanbod van opleidingsonderdelen van de verschillende studierichtingen enigszins afwijkt van de informatie van deze brochure.
Inhoud | 3
Voorwoord
5
Waarom aan de Universiteit Antwerpen studeren? Studentgerichtheid Innoverende academische opleidingen Infrastructuur Vorming Antwerpen
6 6 6 6 7 7
Over Taal- en Letterkunde De studie van taal in al haar verschijningsvormen Maak je keuze uit een bachelorprogramma
8 8 8
Studieopbouw BaMa-structuur Studieopbouw bacheloropleiding Verder studeren na je bachelordiploma
9 9 9 10
Taal- en Letterkunde, iets voor jou? De wetenschappelijke studie van taal en literatuur staat centraal Een aantal vaardigheden kan je slaagkansen gevoelig verhogen
12 12 12
Hoe begin je eraan? Welk diploma heb je nodig?
13 13
Bachelor Taal- en Letterkunde: studieprogramma Opleidingsonderdelen Studiepunten Algemene & algemene disciplinegebonden vakken Studieprogramma bachelor: Nederlands Studieprogramma bachelor: Frans Studieprogramma bachelor: Engels Studieprogramma bachelor: Duits Studieprogramma bachelor: Spaans Studieprogramma bachelor: Italiaans Studieprogramma bachelor: Theater-, Film- en Literatuurwetenschap
14 14 14 15 16 18 20 22 23 24 25
Opleidingsonderdelen Bachelor eerste jaar: algemene vakken Bachelor eerste jaar: Nederlands Bachelor eerste jaar: Frans Bachelor eerste jaar: Engels Bachelor eerste jaar: Duits
26 28 32 36 38 40
4 | Inhoud
Bachelor eerste jaar: Spaans Bachelor eerste jaar: Italiaans Bachelor eerste jaar: Theater-, Film- en literatuurwetenschap
41 42 44
De master Taal- en letterkunde
46
Onderwijs en examens Onderwijs Studiepunten Semestersysteem - Examens Internationaal
48 48 48 49 50
Studiebegeleiding Overgang naar universitair onderwijs Algemene studie- en studentenbegeleiding Vakspecifieke begeleiding
52 52 52 53
Je kansen op de arbeidsmarkt
54
Voortstuderen na Taal- en Letterkunde Specifieke leraranopleiding Master na Masteropleidingen
55 55 55
Hoe bereik je makkelijk de campussen? Wegbeschrijving Met de fiets Met de bus of met de tram Met de trein Met de auto
56 56 56 56 56 56
Plattegrond van de campussen Stadscampus Campus Groenenborger Campus Middelheim Campus Drie Eiken
57 57 58 59 60
Bijkomende informatie Provinciale informatiedagen Informatiedagen aan onze instelling Brochures over andere opleidingen Internet Departement Studentgerichte Diensten Faculteit Letteren en Wijsbegeerte
61 61 61 61 61 62 62
Voorwoord | 5
Welkom bij de Universiteit Antwerpen. Je hebt je weg naar onze universiteit gevonden en je wenst wellicht wat meer informatie over onze instelling en de studierichtingen die wij bieden. Het boekje dat je nu ter hand neemt, brengt je al een hele stap vooruit in je keuzeproces. De Universiteit Antwerpen is een middelgrote universiteit met 11.000 studenten. De bestaande opleidingen werden met ingang van het academiejaar 2004-2005 omgevormd naar de bachelor- en masterstructuur. Vanaf 2007-2008 zijn de masteropleidingen gestart die aansluiten op de academische bacheloropleidingen. Binnen de associatie wordt de samenwerking bevorderd met de Plantijnhogeschool, de Karel de Grote Hogeschool, de Artesis Hogeschool Antwerpen en de Hogere Zeevaartschool. Studeren aan de universiteit is het begin van een nieuwe periode in je leven. Belangrijk is dat je je goed voelt op de universiteit van je keuze en dat je je nadien goed voelt met je behaalde diploma. Daarom stelt de Universiteit Antwerpen alles in het werk om je studietijd aangenaam te maken en de kwaliteit van de opleiding op topniveau te houden. Onze opleidingen worden regelmatig bijgestuurd en aangepast aan de maatschappelijke evolutie. Als je naar een van onze informatiedagen komt, zal je merken dat het aangenaam is om aan de Universiteit Antwerpen te studeren. Zowel onze medewerkers als studenten zullen je er graag over vertellen en kijken alvast uit naar de kennismaking! Prof. dr. Alain Verschoren Rector Universiteit Antwerpen
6 | Waarom aan de Universiteit Antwerpen studeren?
Studentgerichtheid De Universiteit Antwerpen staat voor studentgerichtheid. Dit betekent onder andere dat je zoveel mogelijk college volgt in kleine groepen, wat een vlotte interactie mogelijk maakt. De kleine afstand tussen de studenten en het docentencorps zorgt ervoor dat je bij je profs terecht kan met allerlei vragen en problemen. De vlotte communicatie tussen docenten, assistenten en studenten wordt mee ondersteund door de digitale leeromgeving Blackboard; dit biedt ook nieuwe kansen voor een interactief onderwijssysteem. Studenten worden bovendien ook uitgenodigd om actief deel te nemen aan het beleid: in verschillende adviesorganen en raden zijn zij vertegenwoordigd. Tenslotte is de Universiteit Antwerpen bekend voor haar goede studentenbegeleiding en –ondersteuning, waarbij wordt ingespeeld op de individuele noden van alle studenten. Innoverende academische opleidingen De Universiteit Antwerpen biedt innoverende academische opleidingen aan, waarbij de opleidingen zowel oog hebben voor theorie als voor praktijk. De opleidingen zijn stevig verankerd in sterk wetenschappelijk onderzoek, dat ook internationale faam geniet. De academische ‘ivoren’ toren werd echter reeds lang geleden gesloopt: academici hechten veel belang aan een voortdurende uitwisseling met de steeds evoluerende samenleving. Bij je studie aan de Universiteit Antwerpen staat niet zozeer het memoriseren van feitenkennis centraal: je verwerft relevante kennis en vaardigheden die je nodig hebt om beroepsrelevante opdrachten en problemen op te lossen. De BaMa-structuur werd gezien als een kans tot vernieuwing en verbetering. Nieuwe opleidingen werden ingevoerd, keuzemogelijkheden binnen bestaande opleidingen verruimd. Infrastructuur Voor haar onderwijs beschikt de Universiteit Antwerpen over de meest moderne infrastructuur: goed uitgeruste les- en computerlokalen, laboratoria, bibliotheken en meerdere studielandschappen. In alle publieke ruimten (bibliotheken, cafetaria’s, aula’s) zijn er “hotspots” waar je draadloos kan surfen met je eigen laptop. De laatste jaren werd grootschalig geïnvesteerd in nieuwe gebouwen om het toenemend aantal studenten op te vangen en hen een aangename leeromgeving aan te bieden.
Waarom aan de Universiteit Antwerpen studeren? | 7
De Universiteit Antwerpen is een middelgrote universiteit, met 11.000 studenten, verspreid over vier campussen en zeven faculteiten. De campussen Middelheim, Groenenborger en Drie Eiken liggen aan de stadsrand, in een groene omgeving. De campussen Middelheim en Groenenborger grenzen aan het openluchtmuseum voor Beeldhouwkunst Middelheim en het Nachtegalenpark. Studeer je op de campus Drie Eiken? Dan kan je volop genieten van de groene oase van Fort VI en de mooie vijvers rondom de campus. De Stadscampus, met zijn kern van prachtig gerenoveerde 16deeeuwse gebouwen, ligt in hartje Antwerpen. De opleiding Taal- en Letterkunde is gesitueerd op de Stadscampus. Vorming De Universiteit Antwerpen wil niet alleen opleidingen aanbieden, maar ook een brede vorming. Ze wil jonge mensen laten opgroeien tot professionelen met een kritische ingesteldheid, een tolerante en constructieve houding. De Universiteit Antwerpen kiest resoluut voor pluralisme en verwelkomt diversiteit in haar curricula, personeel en studenten. Antwerpen Ten slotte kies je voor de stad Antwerpen. Studeren is meer dan met je neus in de boeken zitten. Wie in Antwerpen komt studeren, kiest voor een studentenstad. Antwerpen is, naast een universiteitsstad, een bruisende metropool met een uniek cultuurhistorisch aanbod, een wereldhaven, een overvloed aan cafés en restaurants, clubs, gezellige pleintjes, cultuur, architectuur, mode, sportinfrastructuur, .... Kortom: een stad waarin Antwerpenaars, bezoekers en studenten graag wegzinken. Speciaal voor de lancering van de nieuwe huisstijl van de Universiteit Antwerpen, schreef Pieter Embrechts een lied “U Aan het woord”. In deze brochure vertellen wij graag over onze universiteit, daarna is het woord aan “A” !
8 | Over Taal- en Letterkunde
De studie van taal in al haar verschijningsvormen De opleiding Taal- en Letterkunde concentreert zich op de studie van taal in al haar verschijningsvormen. Je krijgt inzicht in de ta(a)l(en) van je keuze (taalkunde), je leert deze zowel mondeling als schriftelijk gebruiken (taalbeheersing), en je maakt uitgebreid kennis met de literatuur en cultuur van de taalgebieden van je keuze. Maak je keuze uit een flexibel programma De Universiteit Antwerpen biedt een flexibel programma aan met verschillende types. Je kiest een taal uit het brede aanbod (Nederlands, Frans, Engels, Duits, Spaans en Italiaans) en combineert deze met een tweede taal uit dit aanbod (type 1), óf met Theater-, Film- en Literatuurwetenschap (TFL) (type 2). Welke afstudeerrichting je ook kiest, de componenten taalbeheersing, taalkunde en letterkunde zijn altijd in het programma opgenomen. Je leert de ta(a)l(en) beheersen in verschillende omstandigheden, met een deskundigheid die deze van een moedertaalspreker benadert. In taalkunde bestudeer je individuele talen en probeer je een antwoord te vinden op vragen als: wat is taal, wat maakt het verschijnsel menselijke taal tot wat het is? Literatuurwetenschap is gericht op de studie van literatuur en van individuele werken in verschillende talen. Behalve met taal- en literatuurwetenschap kan je ook kennis maken met een aantal hulpwetenschappen zoals Wijsbegeerte, Psychologie, Antropologie, Sociologie of Geschiedenis. Taal is immers verweven met mens en samenleving en kan niet in een vacuüm bestudeerd worden. In de afstudeerrichting Theater-, Film- en Literatuurwetenschap analyseer je podiumkunsten, film en literatuur vanuit verschillende invalshoeken. Je krijgt inzicht in de belangrijkste literatuuropvattingen en recente theorievorming, je leert een aantal onderzoeksmethoden voor de wetenschappelijke studie van verschillende kunstvormen, je oefent creatief schrijven van teksten en beargumenteerd kritiek geven, enz.
Studieopbouw | 9
BaMa-structuur De opleidingsprogramma’s van de universiteiten werden vanaf academiejaar 2004-2005 omgevormd tot een drie jaar durende academische bacheloropleiding en een één- of meerjarige Master. De masteropleiding Taal- en Letterkunde is een éénjarige masteropleiding (60 sp). Belangrijk is dat het bachelordiploma, anders dan het vroegere kandidaatsdiploma, een einddiploma is. Met een academisch bachelordiploma in handen heb je dus zowel optimale kansen om een master aan te vangen, als goede perspectieven op de arbeidsmarkt. Studieopbouw bacheloropleiding De bachelorstudie heeft een omvang van 180 studiepunten. Het aantal studiepunten dat aan een vak is toegekend geeft een idee van de belasting die dat vak binnen de totale opleiding vertegenwoordigt. Na de Bachelor kan je een meer gespecialiseerde Master volgen. Tijdens de bachelorstudie zijn er ook al een groot aantal keuzemogelijkheden zodat je bepaalde interessegebieden al in de eerste drie jaar verder kan uitbouwen. Belangrijk is dat je in totaal 180 studiepunten behaalt, gespreid over 3 jaar (voorbeeldtrajecten voor de drie Bachelorjaren schommelen tussen de 54 en de 66 studiepunten per jaar). In grote lijnen ziet het programma er zo uit:
ALGEMENE EN ALGEMENE DISCIPLINEGEBONDEN VAKKEN Algemene vakken Inleiding tot de Westerse wijsbegeerte Wetenschappelijke vaardigheden Levensbeschouwelijk vak Keuzevak (uit een korf algemene vakken van historische, filosofische of sociologische aard)
14-17 sp 4 sp 4 sp 3 sp 3 tot 6 sp
10 | Studieopbouw
Algemene disciplinegebonden vakken: • Algemene Taalwetenschap Algemene taalkunde Interdisciplinaire taalkunde • Algemene Literatuurwetenschap Literaire genres Intertekstualiteit: mythologie, bijbel en literatuur Literatuuropvattingen en filosofie
24 sp 12 sp 6 sp 6 sp 12 sp 4 sp 4 sp 4 sp
AFSTUDEERRICHTINGEN Type 1: een combinatie van twee talen, te kiezen uit Nederlands, Frans, Engels, Spaans, Duits, Italiaans (waarbij alleen de combinatie Spaans – Italiaans in principe niet mogelijk is); per taal is er een pakket taalbeheersing en cultuur, een pakket taalkunde en een pakket literatuurstudie; de verhouding tussen deze pakketten varieert enigszins van taal tot taal. (programma talen: zie p. 14-24) 2 x 60 = 120 sp. Type 2: een combinatie van één taal met 60 sp. Theater-, Film- en Literatuurwetenschap (TFL). (programma TFL: zie p. 24) 2 x 60 = 120 sp.
VRIJE RUIMTE Vakken te kiezen uit het ruime opleidingsaanbod; kan gebruikt worden om een gekozen afstudeerrichting sterker uit te bouwen, of om de opleiding te verbreden (9-12 sp).
SCRIPTIE Op de volgende bladzijden krijg je een concreet overzicht van de verschillende bachelorprogramma’s per taal (10 sp). Verder studeren na je bachelordiploma De verdere studie- en specialisatiemogelijkheden zijn: • Masteropleiding: www.ua.ac.be/studiekiezer • Specifieke lerarenopleiding: www.ua.ac.be/IOIW De lerarenopleiding bestaat uit een pedagogische opleiding die aansluit bij je vakdiscipline. Door middel van theoretische lessen, didactische oefeningen en stages ontwikkel je de vaardigheden die je als leerkracht moet beheersen.
Studieopbouw | 11
• Master na Masteropleiding: www.ua.ac.be/studiekiezer. • Doctoraatsopleiding: www.ua.ac.be/docop. • Postacademische vorming: www.ua.ac.be/pavo. Afzonderlijke brochures i.v.m. de verdere studie- en specialisatiemogelijkheden en de doctoraatsopleiding zijn verkrijgbaar bij de diensten die achterin de brochure vermeld worden.
12 | Taal- en Letterkunde, iets voor jou?
De wetenschappelijke studie van taal en literatuur staat centraal In de studierichting Taal- en Letterkunde staat de wetenschappelijke studie van taal en literatuur centraal. Een uitgesproken aanleg voor talen in het algemeen en een goede verbale begaafdheid zijn voorwaarden voor een succesvol studieverloop. Voor Nederlands, Frans of Engels zijn een goede taalkennis en vlotheid noodzakelijk. Wanneer je kiest voor Spaans, Italiaans of Duits, is er geen voorkennis vereist. Een aantal vaardigheden kan je slaagkansen gevoelig verhogen Behalve aanleg voor en beheersing van (bepaalde) talen, kunnen een aantal andere vaardigheden je slaagkansen gevoelig verhogen. Zo zijn een goed abstraheervermogen, de vaardigheid om verbanden te leggen en om aspecten in een ruimere context te bekijken, oog voor wetenschappelijke exactheid en een goed geheugen belangrijke troeven voor een student Taal- en Letterkunde. Als je Taal- en Letterkunde wil studeren, moet je veel belangstelling hebben voor taalkunde en literatuurstudie, én voor de cultuur en geschiedenis van de ta(a)l(en) van je keuze. Taal kan niet los van mens en samenleving worden bestudeerd: interesse voor algemene filosofische, psychologische en cultuurhistorische onderwerpen is eveneens belangrijk. Permanente evaluatie, voorbereiding van colleges, verwerking van literatuuropdrachten vragen een positieve werkattitude en een flinke dosis doorzettingsvermogen.
Taal- en Letterkunde: een drie jaar durende academische bacheloropleiding en een éénjarige master.
Hoe begin je eraan? | 13
Welk diploma heb je nodig? Om te worden toegelaten tot de bachelorstudie Taal- en Letterkunde, moet je in principe een diploma van het secundair onderwijs bezitten. Ook wie geen diploma secundair onderwijs bezit, kan onder bepaalde omstandigheden toegelaten worden tot een universitaire studie, maar dan op basis van ‘elders verworven competenties’ (zoals relevante werkervaring). Buitenlandse studenten moeten beschikken over een equivalent getuigschrift of over een diploma dat hen in eigen land toegang verleent tot een gelijkwaardige studierichting. Wie in het secundair onderwijs aan een nietNederlandstalige school les volgde, neemt deel aan de Universiteit Antwerpen-taaltest: een gestandaardiseerde test die je schriftelijke en mondelinge taalbeheersing van het Nederlands nagaat. Als je vragen hebt in verband met de toelatingsvoorwaarden, neem je best contact op met de dienst Studentenbegeleiding.
14 | Bachelor Taal- en Letterkunde: studieprogramma
www.ua.ac.be/collegeroosters Zoek je een voorbeeld van een collegerooster? Surf dan naar www.ua.ac.be/collegeroosters. Daar vind je een overzicht van de huidige collegeroosters. Opleidingsonderdelen In het volgende overzicht vind je de opleidingsonderdelen van de bachelorjaren. Omdat het academiejaar uit twee semesters bestaat, van september tot januari en van februari tot juli, worden de lessen van bepaalde opleidingsonderdelen meestal in één semester gegroepeerd. Elk semester heeft dus een eigen collegerooster. De kolom met de studiepunten geeft een idee van de belasting die elk opleidingsonderdeel binnen de totale opleiding vertegenwoordigt. De studiepunten geven een indicatie van de geschatte studielast per opleidingsonderdeel. In het berekenen van het totale examenresultaat wordt hiermee rekening gehouden. Studiepunten Een studiepunt omvat 25 tot 30 uur onderwijs, studie en andere activiteiten van de student.
Bachelor Taal- en Letterkunde: studieprogramma | 15
ALGEMENE & ALGEMENE DISCIPLINEGEBONDEN VAKKEN (TAAL- EN LETTERKUNDE) Het bachelorprogramma aan de Universiteit Antwerpen omvat een aantal algemene vakken (ter waarde van 14 tot 17 studiepunten) en een pakket disciplinegebonden vakken (24 studiepunten) die de specifieke taal overstijgen en daarom door iedereen moeten worden gevolgd. sp Algemene vakken Inleiding tot de Westerse wijsbegeerte
4
Wetenschappelijke vaardigheden
4
Levensbeschouwing
3
Keuzevak (uit een korf algemene vakken van historische, filosofische of sociologische aard) • Inleiding tot de sociologie (6 sp) • Antropologie (4 sp) • Geschiedenis van de Europese samenleving (3 sp) • Cultuurfilosofie (5 sp) • Wetenschapsfilosofie en kennisleer (4 sp) • Samenleving, feiten en problemen (6 sp)
3-6
Algemene disciplinegebonden vakken Algemene taalwetenschap Algemene taalkunde
6
Interdisciplinaire taalkunde
6
Algemene literatuurwetenschap Literaire genres
4
Intertekstualiteit: mythologie, bijbel en literatuur
4
Literatuuropvattingen en filosofie
4
De Universiteit Antwerpen beschikt over moderne en goed uitgeruste les- en computerlokalen.
16 | Bachelor: Nederlands
Bachelor eerste jaar: Nederlands
sp
Cultuurgeschiedenis van de Nederlanden
4
Nederlandse taalbeheersing 1
4
Inleiding tot de studie van de oude Nederlandse letterkunde
4
Inleiding tot de studie van de moderne Nederlandse letterkunde
4
Nederlandse taalkunde 1: basisbegrippen Nederlandse grammatica
4
Keuzevakken Nederlandse letterkunde: oudere geestelijke letterkunde (vanaf Ba 1)
4
Nederlandse letterkunde: moderne klassieken (vanaf Ba 1)
4
Bachelor: Nederlands | 17
Bachelor tweede jaar: Nederlands
sp
Nederlandse taalbeheersing 2
4
Geschiedenis van de Nederlandse letterkunde 1: middeleeuwen, rederijkerstijd en renaissance
4
Geschiedenis van de Nederlandse letterkunde 2: van de Franse revolutie tot de Grote Oorlog
4
Nederlandse taalkunde 2: interdisciplinaire benaderingen
4
Nederlandse taalkunde 3: externe taalgeschiedenis
4
Nederlandse taalkunde 4: synchrone grammatica
4
Bachelor derde jaar: Nederlands
sp
Nederlandse taalbeheersing 3
4
Geschiedenis van de Nederlandse letterkunde 3
4
Nederlandse taalkunde 5: diachrone taalstudie
4
Keuzevakken Nederlandse letterkunde (Ba 2 of Ba 3): Nederlandse letterkunde: middeleeuwen (vanaf Ba 2)
4
Nederlandse letterkunde: oudere geestelijke letterkunde (vanaf Ba 1)
4
Nederlandse letterkunde: renaissance (vanaf Ba 2)
4
Nederlandse letterkunde: negentiende eeuw (vanaf Ba 2)
4
Nederlandse letterkunde: moderne klassieken (vanaf Ba 1)
4
Hedendaagse Nederlandse letterkunde (vanaf Ba 2)
4
18 | Bachelor: Frans
Bachelor eerste jaar: Frans
sp
Franse taalbeheersing 1: grammatica en lexicon
4
Franse taalbeheersing 1: spreek- en schrijfvaardigheid
4
Inleiding tot de Franse letterkunde 1: oude periode
4
Franse taalkunde 1: externe geschiedenis van het Frans en Latijn
4
Franse taalkunde 1: taalkunde van het moderne Frans
4
Bachelor tweede jaar: Frans
sp
Franse taalbeheersing 2: grammatica en lexicon
4
Franse taalbeheersing 2: spreek- en schrijfvaardigheid
4
Inleiding tot de Franse letterkunde 2: moderne periode – historisch deel
4
Inleiding tot de Franse letterkunde 2: moderne periode – methodologisch deel
4
Franse taalkunde 2: interne geschiedenis van het Frans en Oudfrans
4
Franse taalkunde 2: taalkunde van het moderne Frans
4
Bachelor: Frans | 19
Bachelor derde jaar: Frans
sp
Franse taalbeheersing 3: spreek- en schrijfvaardigheid
4
Inleiding tot de Franstalige letterkunden
4
Eén keuzevak Franse letterkunde
4
Eén keuzevak Franse taalkunde
4
Keuzevakken Franse letterkunde (kunnen vanaf BA2 gevolgd worden als keuzevak in de vrije ruimte): 1. Latijnse teksten
4
2. Franse teksten: ancien régime
4
3. Franse teksten: 19de eeuw proza
4
4. Franse teksten: 19de en 20ste eeuw poëzie
4
5. Franse teksten: 20ste eeuw proza
4
Keuzevakken Franse Taalkunde: 1. Aspecten van Latijnse taalkunde
4
2. Synchrone taalkunde v. h. Frans: semantiek
4
3. Synchrone taalkunde v. h. Frans: sociolinguïstiek
4
4. Diachrone taalkunde v. h. Frans
4
20 | Bachelor: Engels
Bachelor eerste jaar: Engels
sp
English proficiency 1
6
English grammar 1
6
Introduction to the study of literature in English
4
Fiction in English: Nobel Prize Winners since 1950
4
Bachelor tweede jaar: Engels
sp
English proficiency 2
6
English grammar 2
6
Literary texts in English 1: romanticism
4
Literary texts in English 2: Realism
4
The development of English (te volgen in Ba 2 of Ba 3)
4
Englishes (even jaren)/ English as a Germanic language (oneven jaren) (te volgen in Ba 2 of Ba 3) (alterneren; slechts één van de vakken is verplicht)
4
Keuzevakken (voor de vrije ruimte): Literary texts in English 5: Romanticism Plus (te volgen vanaf Ba 2)
4
Literary texts in English 6: Realism Plus (te volgen vanaf Ba 2)
4
Cultural history of the United States (te volgen vanaf Ba 2)
4
Cultural history of the United Kingdom (te volgen vanaf Ba 2)
4
English phonology (te volgen vanaf Ba 2)
4
Language in use: applied linguistics (te volgen vanaf Ba 2)
4
Bachelor: Engels | 21
Bachelor derde jaar: Engels
sp
Advanced English Practice
4
The development of English (te volgen in Ba 2 of Ba 3)
4
Englishes (even jaren)/English as a Germanic language (oneven jaren) (te volgen in Ba 2 of Ba 3) (alterneren; slechts één van de vakken is verplicht)
4
Literary texts in English 3: ‘modernism’
4
Literary texts in English 4: ‘postmodernism’
4
Keuzevakken Literary texts in English 7: modernism Plus (enkel te volgen in Ba 3)
4
Literary texts in English 8: postmodernism Plus (te volgen in Ba 3)
4
Cultural history of the United States (te volgen vanaf Ba 2)
4
Cultural history of the UK (te volgen vanaf Ba 2)
4
English phonology (te volgen vanaf Ba 2)
4
Language in use: applied linguistics (te volgen vanaf Ba 2)
4
22 | Bachelor: Duits
Bachelor eerste jaar: Duits
sp
Duitse taalbeheersing 1
4
Duitse grammatica: theorie 1
4
Duitse grammatica: oefeningen 1
4
Geschiedenis van de Duitse literatuur 1
4
Duitse teksten 1
4
Bachelor tweede jaar: Duits
sp
Duitse taalbeheersing 2
4
Inleiding tot de Duitse taalwetenschap
4
Duitse grammatica: theorie 2
4
Duitse grammatica: oefeningen 2
4
Geschiedenis van de Duitse literatuur 2 (kan ook in Ba 3)
4
Duitse teksten: capita selecta 1 OF Duitse teksten: capita selecta 2 (kunnen gevolgd worden in Ba 2 of in Ba 3)
4
Bachelor derde jaar: Duits
sp
Duitse taalbeheersing 3
4
Grammaticalisatie en taalverandering
4
Duitse teksten 3: capita selecta (zie aanbod Ba 2)
4
Geschiedenis van de Duitse literatuur 2 (kan in Ba 2 of Ba 3 gevolgd worden)
4
Cultuurgeschiedenis van het Duitstalige gebied
4
Keuzevakken Nationale en regionale variëteiten van het Duits (enkel te volgen in Ba 3)
4
Bachelor: Spaans | 23
Bachelor eerste jaar: Spaans
sp
Grammatica en taalbeheersing van het Spaans 1
6
Grammatica en taalbeheersing van het Spaans 2
6
Spaanse taalkunde 1
4
Inleiding tot de studie van de Spaanse en Spaans-Amerikaanse cultuur en literatuur
4
Bachelor tweede jaar: Spaans
sp
Grammatica en taalbeheersing Spaans 3
4
Samenleving en cultuur in Spanje
4
Spaanse taalkunde 2
6
Spaanse en Spaans-Amerikaanse letterkunde 1
6
Bachelor derde jaar: Spaans
sp
Spaanse taalbeheersing 3
4
Samenleving en cultuur in Spaans-Amerika
4
3 vakken te kiezen uit: Spaanse taalkunde 3: synchroon
4
Spaanse taalkunde 4: diachroon
4
Spaanse letterkunde 2
4
Spaans-Amerikaanse letterkunde 2
4
24 | Bachelor: Italiaans
Bachelor eerste jaar: Italiaans
sp
Italiaanse taal: woordenschat
4
Italiaanse taal: grammatica
4
Mondelinge taalvaardigheid Italiaans
4
Schriftelijke taalvaardigheid Italiaans
4
Samenleving en cultuur van Italië 1
4
Bachelor tweede jaar: Italiaans
sp
Toegepaste taalkunde Italiaans 1
4
Samenleving en cultuur van Italië 2 (tweejaarlijks, in de even jaren, te volgen in Ba 2 of in Ba 3)
4
Italiaanse taalkunde 1: inleiding tot de Italiaanse taalkunde
4
Italiaanse taalkunde 2: systeem- en variatiebeschrijving van het moderne Italiaans
4
Italiaanse letterkunde 1: zes eeuwen literaire cultuur in Italië: Da Dante a Goldoni
4
Italiaanse letterkunde 2: Da Manzoni al Novecento fino ai giorni nostri
4
Bachelor derde jaar: Italiaans
sp
Toegepaste taalkunde Italiaans 2
4
3 vakken te kiezen uit: Italiaanse taalkunde 3: diachroon (tweejaarlijks, in de oneven jaren, kan ook in Ba 2 gevolgd worden)
4
Italiaanse taalkunde 4: synchroon
4
Italiaanse letterkunde 3: Roma, un paesaggio letterario nel Novecento
4
Italiaanse letterkunde 4: Primo Levi: la ricognizione del romanzo
4
Bachelor: Theater- Film- en Literatuurwetenschap | 25 Keuzevakken voor alle opleidingsonderdelen
Bachelor eerste jaar: Theater-, Film- en Literatuurwetenschap
sp
Geschiedenis van de film 1
6
Theatergeschiedenis 1: van de Oudheid tot de 18de eeuw
4
Theatergeschiedenis 2: van de 18de eeuw naar de moderniteit
4
Literatuurgeschiedenis
6
Bachelor tweede jaar: Theater-, Film- en Literatuurwetenschap
sp
Geschiedenis van de film 2: stijl en techniek
4
Theaterwetenschap: grondslagen
4
Filmtheorie en filmgenres
4
Literatuursociologie: literaire instituties
4
Cultuur van de moderniteit in theater, film en literatuur
4
Bachelor derde jaar: Theater-, Film- en Literatuurwetenschap
sp
Opvoeringsanalyse
6
Literatuur, film en techniek: transport en (tele)communicatie
4
Zelfstudie-onderdeel of stage Of Woord en beeld
10
Keuzevakken voor alle opleidingsonderdelen (vanaf Ba 2 of Ba 3)
sp
Afrikaanse taalkunde
4
Afrikaanse letterkunde
4
Terminologie
3
Vertaalwetenschap
3
Jeugdliteratuur
4
Inleiding tot de structuur van een niet Indo-Europese taal: Swahili
4
Keuze uit opleidingsonderdelen ‘Joodse studies’
26 | Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar | 27
Als je Taal- en Letterkunde wil studeren, moet je veel belangstelling hebben voor taalkunde en literatuurstudie, én voor de cultuur en geschiedenis van de ta(a)l(en) van je keuze.
28 | Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar: algemene vakken
www.ua.ac.be/taal-enletterkunde In deze brochure laten we je kennis maken met de inhoud van de opleidingsonderdelen van de eerste, tweede en derde bachelor Taal- en Letterkunde. Op de website vind je meer uitgebreide informatie terug over de begin- en eindtermen, werkvormen, evaluatie, noodzakelijk en aanbevolen studiemateriaal.
BACHELOR EERSTE JAAR ALGEMENE BASISOPLEIDINGSONDERDELEN Inleiding tot de Westerse wijsbegeerte Deze cursus wil de studenten via een historisch-thematische benadering laten kennismaken met de belangrijkste stromingen en ideeën uit de Westerse filosofie. Algemeen keuzevak. Eén opleidingsonderdeel te kiezen uit: Inleiding tot de sociologie De cursus wil de student een eerste, grondige kennismaking bieden met de sociologie, dit is de wetenschap die het menselijk handelen in sociaal verband tracht te beschrijven en te verklaren. Die kennismaking gebeurt in drie stappen. 1) Om te beginnen wordt het specifieke van de sociologische benaderingswijze duidelijk gemaakt door haar af te bakenen van de andere menswetenschappen en van meer speculatieve benaderingen van het menselijk handelen. 2) Vervolgens wordt het sociologische basisinstrumentarium (vakbegrippen en analytische denkkaders) systematisch ontvouwd en overvloedig geïllustreerd. 3) Ten slotte worden enkele belangrijke sociale problemen en sociologische deelgebieden verkend. Antropologie In een eerste deel wordt een bondig overzicht geboden van belangrijke thema’s uit de culturele en de biologische antropologie enerzijds, de psychologie anderzijds.
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar: algemene vakken | 29
In een tweede gedeelte worden de invloedrijkste mensbeelden uit de psychologische antropologie besproken, met name het (neo)behaviorisme, het holisme, de psychodynamische antropologie, de humanistische antropologie en de existentiële antropologie. Geschiedenis van de Europese samenleving • Historische demografie (bevolkingsexplosie versus vergrijzing) • Migratieproblematiek (economische en sociale betekenis van de migratie, belangrijkste migratiestromen, problematiek van de assimilatie) • Identiteit (ontstaan van het huidige besef van nationale identiteit, vergelijkende studie van de inhoud en de mechanismen van nationale identiteit, belang van nationale identiteit in de Nieuwste Tijd) • Staatsvorming (ontstaan van soevereiniteit, groeiende aanwezigheid van het staatsapparaat en de groeiende verwachtingen t.o.v. de overheid in de samenleving) Inleiding tot de cultuurfilosofie Het vak ‘Inleiding tot de cultuurfilosofie’ bestaat uit 2 delen. In het eerste deel wordt ingegaan op de betekenis en de oorsprong van de cultuurfilosofie. Vervolgens wordt vanuit H. Arendts “Vita Activa” een cultuurfilosofische analyse van de moderniteit gegeven als aanzet tot de interpretatie van de hedendaagse crisis in de cultuur. In het tweede deel van de cursus worden een aantal hedendaagse cultuurfilosofische debatten geanalyseerd, zo onder meer de erfenis van de verlichting, het postmodernisme, het multiculturalisme. Wetenschapsfilosofie en kennisleer • Het probleem van het verklaren - deductief nomologische verklaringen - handelingsverklaringen; • Het probleem van de waardevrijheid (Max Weber); • De constructie van de sociale realiteit (Searle); • Theorie en ervaring in het positivisme, het kritisch rationalisme (Popper) en in de wetenschapsfilosofie van Th. S. Kuhn; • Narratieve zinnen in Danto’s geschiedenisfilosofie; • Feit en interpretatie in de historische wetenschappen.
30 | Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar: algemene vakken
Samenleving, feiten en problemen Deze cursus behandelt enkele actuele problemen van de welvaartsstaat: groei en crisis van de welvaartsstaat; welvaart, groei, inflatie, werkgelegenheid; bevolking en beroepsbevolking; de sociale organisatie van de welvaartsstaat; de overheid als centrale herverdeler; verdeling van de geldinkomens; de verdeling van de sociale goederen en diensten; de politieke democratie.
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar: algemene vakken | 31
ALGEMENE DISCIPLINEGEBONDEN OPLEIDINGSONDERDELEN Algemene taalkunde De cursus geeft een algemene inleiding tot de taalwetenschap. In het inleidende gedeelte komen volgende thema’s aan bod: “Wat is taalkunde?”, “De kenmerken van menselijke taal”, “Taalfamilies”, “Linguïstische relativiteit en taaluniversalia”. “De verschillende disciplines van de taalkunde”. Vervolgens worden de verschillende subdisciplines van de taalkunde en hun basisbegrippen voorgesteld: • Fonetiek en fonologie (de klanken en de klanksystematiek). • Morfologie (woordvorming). • Lexicale semantiek (de betekenis van woorden en woorddelen). • Syntaxis (constructies en de structuur van de zin). • Zinssemantiek en pragmatiek (betekenis en gebruik van taaluitingen). Daarbij wordt ook beknopt informatie gegeven over de geschiedenis van de taalkunde en over de wijze waarop de verschillende basisbegrippen van die wetenschap zich ontwikkeld hebben. Literaire genres Om een greep te krijgen op de veelheid van teksten die als literatuur functioneren werken critici en literatuurwetenschappers graag met etiketten. De etiketten met de meest algemene toepassing zijn “proza”, “poëzie” en “drama”. De literatuurwetenschap werkt dus met het vermoeden dat elk van deze tekstsoorten op een manier kan worden benaderd die wezenlijk verschilt van de aanpak van de twee andere. Voor proza werd de narratologie ontwikkeld, waarmee men in principe elke verhalende tekst te lijf kan. In het deel over poëzie wordt de student vertrouwd gemaakt met de basisbegrippen uit de wetenschappelijke poëziekritiek zoals vorm, ritme/metrum, klankeffecten en stijlfiguren. De behandeling van drama gaat uit van het idee dat deze tekstsoort specifiek ontworpen werd voor de scène; het is een pretekst voor het theater.
32 | Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar: Nederlands
NEDERLANDS Cultuurgeschiedenis van de Nederlanden Het vak volgt het stramien van het hieronder vermelde, niet verplichte maar als achtergrondliteratuur wel aanbevelenswaardige handboek van Blom & Lamberts (Geschiedenis van de Nederlanden, 3e ed. Rijswijk, 2003). De uiteenzetting is ingedeeld in de volgende hoofdstukken: 1. Een lange aanvangsperiode (tot en met tiende eeuw): het landschap en zijn bewoners in de tijd van Kelten, Romeinen, en Germanen; de Merovingische periode en de herkerstening; de Karolingische periode met bijzondere aandacht voor de zogenaamde “Karolingische renaissance”; de desintegratie van het Karolingische rijk, de opkomst van de feodaliteit en van de landsheerlijkheid Vlaanderen. 2. De periode van de landsheerlijkheden (elfde-dertiende eeuw): de opkomst van Vlaanderen, Brabant, Holland; het in cultuur brengen van het landschap en de opkomst van de steden; de Gregoriaanse hervorming en de opkomst van nieuwe religieuze bewegingen in de twaalfde en dertiende eeuw; kerkelijke bouwkunst in het Maasland en in het Scheldebekken; edelsmeedkunst in het Maasland. 3. De vorming van een politieke unie (veertiende-zestiende eeuw): de crisissen van de veertiende eeuw; de politieke macht van de steden en de doorbraak van een burgercultuur; de Bourgondische vereniging in de vijftiende eeuw; laatmiddeleeuwse religiositeit gekenmerkt door formalisme en emotionaliteit; de Vlaamse Primitieven; laatmiddeleeuwse burgerlijke architectuur, muziek, tapijtkunst, miniatuurkunst; Bourgondische en stedelijke theatraliteit en de rol van de rederijkers; de eeuw van Habsburg: Antwerpens gouden eeuw; exuberante laatgotiek en renaissance; humanisme en boekdrukkunst; muziek; nieuwe genres in de schilderkunst; Pieter Bruegel; de Opstand. 4. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1588-1780): de bestuursvorm van de Republiek; de twisten van het Twaalfjarig Bestand; het goud van de Gouden Eeuw: VOC en WIC; de Hollandse schildersschool; Hals, Rembrandt, Vermeer; de handelsoorlogen en het eerste stadhouderloze tijdperk; het rampjaar; Willem III, het tweede stadhouderloze tijdperk en het verval van de Republiek; classicisme en Verlichting.
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar: Nederlands | 33
5. De Spaanse en Oostenrijkse Nederlanden: de aartshertogen; de versterking van het absolutisme; de triomf van de Contrareformatie; de barok in architectuur en schilderkunst; Rubens en Van Dyck; de Oostenrijkse periode; de doorbraak van de Verlichting. 6. Revolutie in Noord en Zuid (1780-1830): de Patriotten en de Bataafse Revolutie in het Noorden; de hervormingen van Jozef II, de Brabantse Omwenteling en de aanhechting bij Frankrijk in het Zuiden; het Verenigd Koninkrijk en de onafhankelijkheid van België. 7. België sinds 1830: de liberale burgerstaat (1830-1890): industrialisering van Wallonië; klerikalisme en antiklerikalisme; schoolstrijd; Belgisch nationalisme en de opkomst van de Vlaamse Beweging; de sociale kwestie; de integratie van de sociale bewegingen (1890-1940): hervormingen van het kiesstelsel; de veralgemening van de leerplicht; belgicisme, flamingantisme en wallingantisme; activime en frontbeweging; het interbellum; de verkaveling van de nationale staat (1940-): collaboratie, jodenvervolging en weerstand; opkomst van de welvaartstaat; de nieuwe media; een specifieke jongerencultuur; de invloed van de Angelsaksische cultuur; van een unitaire naar een federale staat. 8. Nederland sinds 1830 Thorbecke; godsdienstige ontwikkelingen (het Reveil en de rooms-katholieke emancipatie; de verzuiling); de sociale kwestie; de grote infrastructuurwerken; de Duitse bezetting; anti-burgerlijke bewegingen na WO II; nieuwe onzekerheden. Nederlandse taalbeheersing 1 Voor de verwerving van communicatieve vaardigheden en het verwerven van inzicht in een aantal aspecten/vormen van die vaardigheden wordt er contactonderwijs in kleinere groepen aangeboden. De interactieve colleges bestaan zowel uit mondelinge als schriftelijke oefeningen (formuleringsoefeningen, opstellen bouwplan voor tekst, maken van samenvatting, schrijven van essay, schrijven van journaalitems, presenteren van journaal, discussieoefeningen...).
34 | Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar: Nederlands
Daarnaast wordt ook gewerkt aan de verwerving van preliminaire kennis/ vaardigheden (orthofonie, spelling, idioom), Dit opleidingsonderdeel vormt het voorwerp van (gedeeltelijk begeleide) zelfstudie (o.a. via Blackboard). Inleiding tot de studie van de oude Nederlandse letterkunde Middeleeuwen (deel 1): de bouwdoos van de medioneerlandicus Uitgaande van een kopie van een passage in een handschrift of druk zullen de deelnemers aan het college geconfronteerd worden met een reeks uit elkaar voortvloeiende problemen, die per week algemener en omvangrijker worden. Onderwerpen die aan bod komen zijn: handschriftelijke en gedrukte overlevering; edities; vertalen; literaire analyse; literair-historische context. De onderzoekjes gebeuren in kleine groepjes van 3. Aan het eind van het deel Middeleeuwen zal elk groepje voor de medestudenten mondeling verslag doen van zijn onderzoeksresultaten. Elk lid van de groep zal ook een beknopt schriftelijk verslag doen van de belangrijkste resultaten van de werkzaamheden (één A4). Aan het leren lezen van Middelnederlands wordt in de cursus apart aandacht besteed. De studenten zullen geregeld de opdracht krijgen om zelfstandig een aantal oefeningen te maken die op de webstek van de Digitale Bibliotheek Nederlandse Letteren te vinden zijn, en waarvan de oplossingen op vooraf meegedeelde tijdstippen op Blackboard zullen worden meegedeeld. Rederijkerstijd en Renaissance (deel 2) Voor het gedeelte Renaissance krijgen de studenten een introductie in het toneel en in de lyriek van de zeventiende eeuw aan de hand van enkele geselecteerde teksten. De reden van de moeilijkere toegankelijkheid van oude teksten ligt deels in de taal die afwijkt van het moderne Nederlands, deels in de culturele achtergrond die anders is dan die van moderne teksten. De zeventiende-eeuwse taal zal worden ingeoefend via vertaaloefeningen. De culturele en literair-historische context verwerft de student in de hoorcolleges en via bijkomende lectuur. Inleiding tot de studie van de moderne Nederlandse letterkunde Momenteel is er nog geen vakbeschrijving beschikbaar. Meer informatie kan je binnenkort terugvinden op www.ua.ac.be/OOD.
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar: Nederlands | 35
Nederlandse taalkunde 1: basisbegrippen Nederlandse grammatica De cursus presenteert een uitvoerig terminologisch kader en biedt analysetechnieken aan. Binnen het onderdeel syntaxis worden de woordsoorten en de zinsdelen behandeld, met aandacht voor zowel de inwendige bouw van de constituenten als de relatie tussen de zinsdelen. Binnen het onderdeel morfologie worden elementen uit de morfosyntaxis, morfosemantiek en morfofonologie behandeld.
KEUZE-OPLEIDINGSONDERDELEN VOOR DE VRIJE RUIMTE (Deze opleidingsonderdelen kunnen gevolgd worden vanaf Ba 1) Keuze-opleidingsonderdelen Nederlandse letterkunde Nederlandse letterkunde: oudere geestelijke letterkunde De cursus behandelt de voornaamste genres van de Middelnederlandse geestelijke letterkunde, van de twaalfde eeuw tot circa 1500: geschiedenis, kenmerken, inhoud en functie. Na een algemene inleiding worden de volgende genres behandeld: bijbelvertaling, preek, catechetische literatuur, gebeden en gebedenboeken, geestelijk lied, mystieke literatuur, hagiografie en religieuze biografie, geestelijke brief, testamenten, ars moriendi. Elke week zijn er twee uren les. De studenten lezen tevoren het syllabusdeel dat behandeld zal worden. In de les wordt de stof besproken en worden Middelnederlandse teksten gelezen die de stof illustreren. Nederlandse letterkunde: moderne klassieken Momenteel is er nog geen vakbeschrijving beschikbaar. Meer informatie kan je binnenkort terugvinden op www.ua.ac.be/OOD.
36 | Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar: Frans
FRANS Franse taalbeheersing 1: grammatica en lexicon Kritische studie van de basisgrammatica (theorie), met zowel individuele (vooral computerondersteunde) als klassikale (traditionele) oefeningen. Morfosyntactische analyse van de woordsoorten. Zelfstudie (herhaling via computerondersteunde oefeningen) van de basiswoordenschat (de ongeveer eerste of meest frequente 9.000 woorden van het Frans in “Le mot qu’il faut”). Zelfstudie van grammaticale en lexicale problemen betreffende specifieke moeilijkheden die Nederlandstaligen ervaren wanneer ze Frans studeren (“Vous Dites!”). Wekelijks 1 uur klassikale theorie en ook vaak oefeningen en 1 uur klassikale oefeningen. Regelmatige voortgangstoetsen over alle aspecten van het opleidingsonderdeel, waarvan de jaarplanning bij de aanvang van het academiejaar zal bekend gemaakt worden. Franse taalbeheersing 1: spreek- en schrijfvaardigheid Deze cursus beoogt de verbetering en verfijning van het gesproken en geschreven Frans. Enerzijds schrijven de studenten in de loop van het jaar een aantal teksten (thuis en in de klas) waarvan de verbetering individueel gebeurt. Bijzondere aandacht gaat daarbij naar correct taalgebruik en coherentie van de argumentatie. Anderzijds wordt het gesproken Frans geoefend in kleine conversatiegroepen waarbij wordt stilgestaan bij de specifieke problematiek van Nederlandstaligen. Om enige substantie te geven aan de te bespreken topics zullen er elk semester een roman en een film behandeld worden. Inleiding tot de Franse letterkunde 1: oude periode De cursus biedt een systematisch overzicht van de evolutie van de Franse letterkunde van de Middeleeuwen tot het einde van de XVIIIe eeuw. Naast een algemene introductie m.b.t. de problemen van de historische letterkunde (afbakening literaire veld, periodisering, geoculturele afbakening, canonisering) tracht de cursus de evoluties van genres en stromingen en de belangrijkste auteurs te plaatsen in hun historische en cultuurhistorische context. Franse taalkunde 1: externe geschiedenis van het Frans en Latijn “Externe geschiedenis van het Frans”: dit onderdeel schetst de historische evolutie van de Franse taal. Meer bepaald zal getracht worden het historische, geografische en sociale kader vast te leggen van waaruit het hedendaags Frans zich uit het Volkslatijn heeft ontwikkeld. Daarnaast krijgen de
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar: Frans | 37
studenten een oefening lexicografie, met de bedoeling hen vertrouwd te maken met de belangrijkste werkinstrumenten van de Franse historische taalkunde. “Externe geschiedenis van het Latijn”: Voor de studenten die leeservaring met Latijnse teksten hebben (vanaf 4 jaar) wil dit onderdeel de ontwikkeling van het Latijn van de preklassieke tijd tot het neo-Latijn aan de hand van uitgelezen tekstpassages schetsen. Zij worden hierover mondeling geëxamineerd. De studenten die geen of onvoldoende voorkennis hebben van het Latijn (van 0 jaar tot en met 3 jaar) volgen een aangepast programma dat hen wil inleiden in de kenmerken en ontwikkeling van de Latijnse morfologie (alfabet, uitspraak, accent, substantieven, adjectieven, voornaamwoorden, het naamvallensysteem, etc.), hen een basisvocabularium wil bijbrengen en hen tevens een schets van de externe geschiedenis van het Latijn wil geven. Zij worden hierover schriftelijk geëxamineerd. Franse taalkunde 1: taalkunde van het moderne Frans Inleiding tot de francofonie (de positie van het Frans in de wereld en in Europa), het Frans binnen de groep van de Romaanse talen, de Franse regionale talen en dialecten. Studie (met praktische oefeningen) van de fonetiek, de fonologie en de morfologie van het Frans, op wetenschappelijke basis en in functie van diverse wetenschappelijke benaderingen en scholen.
38 | Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar: Engels
ENGELS English Proficiency 1 English Proficiency 1 - Writing De schrijfcursus biedt een inleiding op de basisprincipes en conventies van schrijven in een academische context. “Een academische context” verwijst hier naar een universitaire context, een omgeving voor tertiair leren. Deze omgeving heeft specifieke schrijfverwachtingen en de cursus wil de deelnemers helpen om deze in te lossen. Het handboek All Write toont de gebruiker hoe cursusinformatie verwerkt kan worden en hoe deze informatie en de eigen opinies op coherente wijze gepresenteerd kunnen worden aan een academisch publiek. De All Write schrijfsessies vinden plaats in het eerste semester. Proficiency 1 - Lexicon English grammar 1 De cursus Engelse grammatica beoogt een grondige kennismaking met de essentiële aspecten van de Engelse enkelvoudige zin. De belangrijkste componenten van de zin, nl. de nominale en de verbale constituent, worden geanalyseerd. Hun morfologie, maar vooral hun syntaxis en semantiek worden grondig geanalyseerd. Bovendien worden de belangrijkste contrastieve problemen (Engels-Nederlands, met inbegrip van zogenaamde “Dutchisms”) in dit verband besproken. Deze cursus is gebaseerd op het handboek “Foundations of English Grammar” (hoofdstukken 1-9). Analyses en verklaringen worden gegeven binnen eenvoudige linguïstische paradigma’s. De oefeningen worden gegeven in werkcolleges (1u om de drie weken in het eerste semester, 2u om de drie weken in het tweede). Dit werk gebeurt in kleinere groepen. Deze werkcolleges helpen de student om de theorie te assimileren en toe te passen op concreet taalmateriaal. Terzelfdertijd brengen zij de student de linguïstische vaardigheden bij die nodig zijn voor een adequate observatie en analyse van taal.
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar: Engels | 39
Introduction to the study of literature in English This course introduces the concepts of the canon, “literature in English” and literary history, and then provides a historical overview of the development of literature in English, from Beowulf to the present day. Fiction in English: Nobel Prize Winners since 1950 This course introduces eight English-speaking Nobel Prize winners who have received the prize since the middle of the twentieth century. The emphasis is on authors who made their careers on the basis of their prose: the all-American writers Ernest Hemingway and John Steinbeck, the Jewish American Saul Bellow, the African American Toni Morrison, the South-Africans Nadine Gordimer and J.M. Coetzee, and the British writers William Golding and Doris Lessing. Their work evokes many different national cultures and periods, as well as a variety of themes and fictional genres. For purposes of analysis, we will fall back on the narratological apparatus taught in the course “Literary Genres” during the first semester.
40 | Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar: Duits
DUITS Duitse taalbeheersing 1 • Gedetailleerde lectuur en discussie van originele Duitse teksten (verschillende tekstsoorten passeren daarbij de revue); • gevarieerde woordenschatoefeningen over verschillende thema’s; • uitspraakoefeningen in het taallabo; • vertalingen Nederlands-Duits. Duitse grammatica: theorie 1 Het Duitse werkwoord (voornamelijk de morfologie of vormleer ervan), het lidwoord, het substantief en het adjectief komen in deze cursus uitvoerig aan bod. Voor het werkwoord wordt de vervoeging van de zwakke (regelmatige en onregelmatige) werkwoorden en de sterke werkwoorden behandeld. Voor het substantief focussen we vooral op genus en vorming van het meervoud. Voor het adjectief staan de verschillende ‘Deklinationstypen’ op het programma. Duitse grammatica: oefeningen 1 De morfologie van het werkwoord, het substantief, het adjectief en het lidwoord staan voorop. De oefeningen sluiten nauw aan bij het vak ‘Duitse grammatica 1: theorie’. Geschiedenis van de Duitse literatuur 1 Ontwikkeling van het Duitse drama en de Duitse poëzie van 1750 tot 1950. Bovendien huislectuur. Duitse teksten 1 “Dasein, Schuld und Authentizität”: enkele 18e en 20-eeuwse literaire teksten over zin en onzin van menselijke existentie, over persoonlijkheid, doorzettingsvermogen en onvermogen.
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar: Spaans | 41
SPAANS Grammatica en taalbeheersing van het Spaans 1 • Studie van de normatieve grammatica, en dit op een inductieve manier, vertrekkende van eenvoudige teksten. • Door systematische (computer)oefeningen maakt de student(e) zich deze structuren eigen. • Met behulp van tests op geregelde tijdstippen, krijgt hij/zij bovendien de kans zijn/haar eigen vorderingen te evalueren. Grammatica en taalbeheersing van het Spaans 2 • Verwerven van een ruime Spaanse basiswoordenschat. • Zich eigen maken van een correcte uitspraak van het Spaans. • Assimileren van de basisstructuren van de Spaanse taal. • Inoefenen van een aantal communicatieve vaardigheden (in kleine groep) onder begeleiding van een ‘native’ lector. Spaanse taalkunde 1 Inleiding tot de taalkunde van het Spaans in een ruime geografische en historische context. Inleiding tot de studie van de Spaanse en Spaans-Amerikaanse cultuur en literatuur • Kennis maken met de historische achtergrond van Spanje en LatijnsAmerika vanaf 1895 tot heden en, in het bijzonder, met de literaire bewegingen van de twintigste eeuw. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de meest representatieve auteurs en teksten. • Verwerven van een ruimere Spaanse woordenschat. • Begrip en appreciatie van de geselecteerde teksten. • Ontwikkelen van leesvaardigheid en kritische analyse. • Verplichte lectuur van twee romans in het Spaans.
42 | Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar: Italiaans
ITALIAANS Italiaanse taal: woordenschat Deze basiswoordenschat werd op basis van wetenschappelijke frequentieparameters opgebouwd, en biedt een betrouwbare staalkaart van het “italiano fondamentale”, het basisniveau Italiaans. Aan de hand van het handboek “Italvoc I. Een systematische basiswoordenschat Italiaans” worden specifieke thematische velden ingestudeerd vóór de les, die tijdens het college verder worden ingeoefend. Er komen verschillende soorten oefeningen aan bod: naast vertaaloefeningen ligt de nadruk vooral op gecontextualiseerde inbedding van de woordenschat. Bij de oefeningen in de les hoort ook een elektronisch oefenpakket dat via Blackboard toegankelijk is, waarmee de studenten de woordenschat moeten inoefenen en studeren. Italiaanse taal: grammatica In dit opleidingsonderdeel worden wekelijks nieuwe topics van de Italiaanse grammatica in de les aangebracht en ingeoefend. Naast de oefeningen in de les, moeten de studenten ook thuis extra oefeningen maken (extra oefeningenboek). De studenten beschikken ook over een Nederlandstalige referentiegrammatica. Aan de hand van slides en een handboek brengt de docent de basisstructuren in kaart. De theorie wordt meteen ook in praktijk gezet en ingeoefend. Mondelinge taalvaardigheid Italiaans De studenten verwerven via dit opleidingsonderdeel de mondelinge taalvaardigheid die ze nodig hebben in alledaagse situaties in Italië. Het opleidingsonderdeel steunt op de andere opleidingsonderdelen Italiaans (grammatica en woordenschat) en stelt de studenten via kleine groepen en concrete spreekopdrachten in staat om hun beginnende grammaticale en lexicale kennis in mondelinge gebruikscontexten aan te wenden. De studenten verwerven een actieve spreekvaardigheid door het beluisteren en bekijken van authentiek audiovisueel materiaal, en door conversatieoefeningen in het lectoraat. Er wordt aandacht besteed aan uitspraak, sociale
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar: Italiaans | 43
conventies en actualiteit. Via de mondelinge oefeningen en het lectoraat wordt tevens ook de studie van de woordenschat begeleid. Schriftelijke taalvaardigheid Italiaans De studenten verwerven een actieve schrijfvaardigheid door het ontleden en bespreken van korte teksten en door schrijfoefeningen. Authentieke teksten (krantenartikels, brieven, korte verhalen) brengen de studenten in contact met het actuele Italië en de taal die leeft bij de Italianen. De studenten ontwikkelen hun schriftelijke taalkennis door het opstellen van korte en coherente teksten in correct Italiaans, gaande van ansichtkaarten tot - en waarom niet - een liefdesbrief. Samenleving en cultuur van Italië 1 Eerste kennismaking met die elementen uit de Italiaanse samenleving en cultuur, van heden en verleden, in tekst en beeld, die de onmisbare basis vormen voor verdere uitdieping in de specifieke richting van taal en cultuur. Aan de hand van eenvoudige, doch fundamentele, teksten, al of niet vergezeld van beeldmateriaal, wordt de eerste kennis overgedragen aangaande land, geografie, brede historische evolutie, culturele en wetenschappelijke verwezenlijkingen, meer in het bijzonder wat de taal en de literatuur aangaat, de hedendaagse situatie en problemen, de plaats in de wereld en in Europa.
44 | Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar: TFL
THEATER-, FILM- EN LITERATUURWETENSCHAP Geschiedenis van de film 1 Deze cursus beschrijft sociale, culturele, economische, technologische en stilistische invloeden en omstandigheden die de geschiedenis en receptie van film hebben bepaald. We bekijken achtereenvolgens: de ‘primitieve’ periode (de uitvinding van de cinema, de eerste bioscopen, de internationalisering van het medium), de klassieke periode (vormelijk classicisme, nationale cinema’s, opkomst van het studiosysteem), de late stille periode (invloed modernistische kunst, internationale trends, nationale bewegingen, cinema en de staat, de relatie Hollywood/Europa), de ontwikkeling van de geluidsfilm, het studiosysteem (economische, technologische en narratieve verandering), de naoorlogse periode (de val van het studiosysteem, nieuwe realismen en new waves) en de hedendaagse periode (het post-klassieke studiosysteem, de nieuwe entertainmenteconomie, de nieuwe independent cinema). Elke les wordt gevolgd door een filmscreening. Theatergeschiedenis 1: van de Oudheid tot de 18de eeuw In de cursus wordt de evolutie van het verschijnsel theater bestudeerd in zijn brede maatschappelijke context in de Oudheid (Griekenland en Rome) en in West-Europa tijdens de Middeleeuwen en het Ancien Régime. Zowel de teksten als de opvoeringspraktijk komen aan bod. De aandacht gaat daarbij o.a. uit naar de literaire aspecten, de dramatheorie, de enscenering, de theaters, de status van de acteurs, spektakelelementen, het publiek, de sociale context en naar aanverwante verschijnselen als intreden, ommegangen en openbare feesten, het theater als propagandamiddel en als maatschappelijk en politiek uithangbord. Theatergeschiedenis 2: van de 18de eeuw naar de moderniteit De cursus bestrijkt drie eeuwen Europees theater (opvoeringspraktijk) en drama (tekstproduktie). Voor de achttiende eeuw wordt er een onderscheid gemaakt tussen enerzijds de theaterpraktijk (acteren, beroemde acteurs, de praktische organisatie van het theater) in de Nederlanden, Frankrijk, Engeland en Duitsland en anderzijds de drama- en theatertheorieën in de theoretische geschriften die de theaterpraktijk begeleidden. Ten slotte wordt er dieper ingegaan op typische 18de-eeuwse genres als het burgerlijk blijspel (Marivaux, Goldoni, Sheridan), het burgerlijk drama en het vroegromantische theater (Lessing, Goethe, Schiller). In de 19de eeuw wordt veel aandacht besteed aan het melodrama dat gedurende een eeuw de Europese podia
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar: TFL | 45
heeft gedomineerd. Daarnaast wordt ook het literaire drama in Duitsland (Grillparzer, Nestroy, Hebbel) en Frankrijk (Hugo, Dumas, De Musset) beknopt voorgesteld. In het derde en laatste deel van de cursus worden enkele sleutelfiguren en belangrijke bewegingen van het moderne theater en drama gecontextualiseerd: Ibsen, Stanislavski, Tsjechov, het Russische formalisme, Brecht, Artaud en Grotowski. De hoorcolleges worden geïllustreerd met talrijk beeldmateriaal, film- en videofragmenten waarin speelstijlen, scenografie en theaterdidactiek aan bod komen. Literatuurgeschiedenis In het eerste semester bespreken we vijf topics: hoofse en devote middeleeuwers, zeventiende-eeuwse poëzie, de achttiende-eeuwse briefroman, negentiende-eeuwse historische romans en whodunits. De laatste lessen bieden een overzicht van de twintigste-eeuwse roman. In het tweede semester gaan we nader in op enkele bijkomende topics uit de negentiende en twintigste-eeuw eigentijdse literatuur: de Amerikaanse roman en het begrip “avontuur”, Oostenrijk en de encyclopedische roman, Frankrijk en de nouvelle vague/ nouveau roman.
46 | De master Taal- en Letterkunde
Master Na je bacheloropleiding kan je aan de Universiteit Antwerpen ook verschillende masteropleidingen volgen. In een masteropleiding leer je je communicatieve en heuristieke vaardigheden verfijnen en gerichter toepassen op één wetenschappelijk domein. Zelfstandigheid, inzicht en kritische reflectie staan daarbij centraal. Je krijgt de kans om zelfstandig onderzoek uit te voeren en je analytische en interpretatieve vermogen verder uit te breiden. Je wordt daarbij uitgenodigd om een kritische ingesteldheid vorm te geven, zowel ten opzichte van de wetenschappelijke literatuur die je bestudeert als tegenover de ruimere socio-culturele en politieke omgeving waarin je leeft en de plaats van je eigen onderzoek daarin. Binnen de opleiding Taal- en Letterkunde heb je verschillende mogelijkheden: je kan kiezen voor de master Taal- en Letterkunde, met afstudeerrichtingen Duits, Engels, Frans, Italiaans, Nederlands, Spaans, voor de master Literatuur van de Moderniteit, de master Taalkunde, de master Theater- en Filmwetenschap of de master Meertalige Professionele Communicatie. Elke taal biedt telkens een specifiek taalkundig of literatuurwetenschappelijk pakket aan (of een combinatie van beide). Ook tijdens de master kunnen studenten binnen Europa (Erasmus/Socrates) en buiten Europa een deel van de opleidingsonderdelen volgen. Als je Bachelor in de Taal- en Letterkunde bent, heb je in principe vrije toegang tot de masteropleidingen Taal- en Letterkunde, met die beperking dat wanneer je voor een bepaalde taal kiest je die taal ook in je bacheloropleiding bestudeerd moet hebben. Je kan ook instromen vanuit andere opleidingen, soms via een individueel voorbereidingsprogramma. Concreet bestaat een masteropleiding uit een vakkenpakket dat doorbouwt op wat in de bacheloropleiding wordt aangeboden en een masterproef waarin je één specifieke casus bestudeert en erover rapporteert. Zelfstandigheid en kritische reflectie brengen hun specifieke werkvormen mee: vakken worden meestal gepresenteerd in een combinatie van hoorcolleges en werkseminaries en ter evaluatie worden onder andere presentaties en kortere of langere scripties van je verwacht. Na de masteropleidingen kan je ook deelnemen aan een aantal Post-Initiële masteropleidingen waarin je je verder specialiseert en een grote deskundigheid ontwikkelt binnen specifieke deelgebieden. Je kan je inschrijven voor American Studies, Advanced Studies in Linguistics, Literatuurwetenschap en Theaterwetenschap.
De master Taal- en Letterkunde | 47
Meer informatie vind je in de brochure ‘Taal- en letterkunde - deel 2, masteropleidingen’ of op de website www.ua.ac.be/studiekiezer
48 | Onderwijs en examens
Onderwijs Voor de meeste vakken worden hoorcolleges georganiseerd. Je volgt in groep een uiteenzetting van de docent, al dan niet ondersteund door audio-visueel materiaal. Voor bepaalde vakken zijn er ook werkcolleges, waar de leerstof uit de hoorcolleges in kleinere groepen wordt uitgediept en ingeoefend. Als universiteitsstudent leer je zelfstandig, kritisch en probleemoplossend denken. Je bepaalt zelf je studietempo en bereidt tussentijdse evaluatiemomenten voor. Zo krijg je de nodige bagage en ontwikkel je de nodige creativiteit om een grote diversiteit aan problemen te behandelen. Dit heeft tot gevolg dat het bedrijfsleven voor de invulling van hogere functies de voorkeur geeft aan universitairen. De digitale leeromgeving Blackboard speelt in deze context een grote rol. Opdrachten worden via dit medium doorgegeven en interactief verwerkt en je kan docenten te allen tijde om feedback vragen. Het contact met professoren en assistenten is niet altijd even intens als met je leerkrachten in het secundair onderwijs, maar je wordt allerminst aan je lot overgelaten. Wanneer je zelf het initiatief neemt om hulp te zoeken, zijn deze mensen zeker bereid een antwoord of oplossing te formuleren voor je vragen of problemen. Het uitgebreide gamma aan begeleidingsmogelijkheden wordt verderop in deze brochure besproken. Studiepunten De studieomvang van elke opleiding wordt uitgedrukt in studiepunten. Een voltijds academiejaar telt voor 60 studiepunten. Deze norm werd overgenomen van het Europees ECTS-project (European Credit Transfer and Accumulation System). Deze studiepunten zijn een relatieve maatstaf voor de studieomvang van de opleidingsonderdelen in het jaarprogramma. De volledige bacheloropleiding Taal- en Letterkunde omvat 180 studiepunten, de masteropleiding 60 studiepunten. Elk studiepunt komt overeen met een studietijd van 25 tot 30 uren. Hierin zijn zowel het bijwonen van de colleges of practica, de voorbereidingstijd en het studeren voor de examens vervat. De studietijd van een voltijds academiejaar varieert van 1500 tot 1800 uren studie. Het aantal studiepunten van een opleidingsonderdeel zegt dus veel meer over hoeveel tijd je er uiteindelijk aan zal besteden, dan enkel het aantal uren dat je les hebt. De normen zijn overal in Vlaanderen en in Europa gelijkaardig, dus gemakkelijk vergelijkbaar.
Onderwijs en examens | 49
Semestersysteem - Examens Het academiejaar wordt verdeeld in twee semesters, met een examenperiode na elk semester. In januari leg je examens af voor ongeveer de helft van het jaarprogramma, in juni voor de overige vakken van de eerste zittijd. Voor wie niet geslaagd is na de eerste zittijd, wordt in september de tweede zittijd ingericht. Door de flexibilisering in het hoger onderwijs bestaan er geen “studiejaren” meer. Wel worden nog modeltrajecten vastgesteld. Als je voor een voltijds modeltraject kiest, rond je een bacheloropleiding (180 sp) af in drie jaar tijd: 60 studiepunten per jaar. Wanneer je geslaagd bent voor een opleidingsonderdeel en dus minstens 10 op 20 behaalt, verwerf je een creditbewijs dat overeenkomt met het aantal studiepunten van dit opleidingsonderdeel. Zelfs indien je niet alle creditbewijzen voor je studieprogramma behaalt, mag je verder met je studie. De faculteit moet dan je programma - een geïndividualiseerd traject of GT - goedkeuren. Omdat de studieprogramma’s volgens een logische volgorde werden ingebouwd, zijn er voorwaarden vastgelegd om welbepaalde vakken al te mogen volgen. Dit noemt men volgtijdelijkheid. Je slaagt voor een opleiding als je creditbewijzen haalt voor alle opleidingsonderdelen van de opleiding. Dankzij de nieuwe bachelor- en masterstructuur en het flexibiliseringssysteem heb je als student meer keuzemogelijkheden gekregen om je studieprogramma in te vullen. In elke faculteit adviseren studietrajectbegeleiders over de samenstelling van je programma en over de aangeboden keuzemogelijkheden. Het is echter belangrijk voldoende vooruitgang te boeken in je studietraject en in een redelijke tijd je diploma te behalen. Daarom heeft de Universiteit Antwerpen een systeem van studievoortgangbewaking en –begeleiding opgezet; de faculteit zal je studieprestaties volgen en kan je bindende voorwaarden opleggen wanneer je niet de helft van de studiepunten van het goedgekeurde studieprogramma van het academiejaar hebt behaald! Het onderwijs- en examenreglement kan je terugvinden op www.ua.ac.be/OER. Tijdens de examens kan je met problemen (examenregeling, uitstel van examen, onderbreking of definitief stopzetten van examens, conflict met de do-
50 | Onderwijs en examens
cent) terecht bij de ombudspersoon. De ombudspersoon zorgt ervoor dat het examenreglement correct wordt opgevolgd en bemiddelt tussen studenten en docenten. De ombuds is ook aanwezig bij de deliberatie en kan - op basis van ernstige verzachtende omstandigheden je ‘zaak’ bepleiten. Je kan steeds de gegevens van jouw ombudspersoon terugvinden op www.ua.ac.be, onder de rubriek ‘huidig student’, ombudspersoon. Internationaal De Universiteit Antwerpen neemt actief deel aan de Europese uitwisselingsprogramma’s zoals ERASMUS. Elk jaar studeert een aanzienlijke groep studenten één semester aan een buitenlandse universiteit. In het kader van het ERASMUS-programma heeft de Universiteit Antwerpen samenwerkingsakkoorden gesloten met heel wat Europese universiteiten. Maar de Universiteit Antwerpen kijkt verder dan Europa. Op bilaterale basis (buiten het kader van ERASMUS) werden wereldwijd uitwisselingsprogramma’s uitgewerkt. In het kader van Internationale Ontwikkelingssamenwerking kan je met een beurs een aantal maanden in een ontwikkelingsland studeren. Je studieperiode aan één van de buitenlandse partneruniversiteiten wordt erkend als onderdeel van je studie aan de Universiteit Antwerpen.
In het kader van het ERASMUS-programma heeft de Universiteit Antwerpen samenwerkingsakkoorden gesloten met heel wat universiteiten in Europa.
Onderwijs en examens | 51
52 | Studiebegeleiding
Overgang naar universitair onderwijs Aan de universiteit studeren is een verrijkende ervaring: je komt terecht in een nieuwe leef- en leeromgeving, met nieuwe mensen, nieuwe cursussen, nieuwe collegeroosters. Toch is deze overgang niet voor iedereen alleen maar fijn en boeiend. Je wordt geconfronteerd met stapels leerstof, en met een examensysteem waar je nog geen ervaring mee hebt. Plots wordt van je verwacht dat je zelf de verantwoordelijkheid opneemt voor je studie, dat je je studie kan plannen, dat je weet hoe je elk afzonderlijk vak aanpakt, enz. Omdat dit alles niet zo evident is, wil de Universiteit Antwerpen je graag helpen om je eerste jaar zo vlot mogelijk te laten verlopen. We geven een overzicht van de begeleidingsvormen waar je gebruik van kan maken. Algemene studie- en studentenbegeleiding Tijdens het academiejaar kan je terecht bij de dienst Studieadvies en Studentenbegeleiding, zowel met studie- als met persoonlijke problemen. Zowel groepsactiviteiten als individuele begeleiding zijn volledig gratis. Afspraken met de begeleiders van deze dienst kan je maken via het Studenten Informatie Punt (STIP). Studiekeuze De dienst Studieadvies en Studentenbegeleiding geeft je advies over je studiekeuze, eventuele heroriëntatie en helpt je bij alle keuzemomenten van het begin van je studieloopbaan tot bij het afstuderen. De dienst werkt ook mee aan het Trampolineproject dat heroriëntatie beoogt wanneer blijkt dat de gekozen richting voor jou minder geschikt zou zijn. Algemene studiebegeleiding: studievaardigheden en studieplanning Studentenbegeleiders organiseren trainingen en begeleidingen over studievaardigheden: studiemethode, studieplanning voor eerstejaarsstudenten. Na de examens van het eerste semester worden remediërende trainingen aangeboden (bv. uitstelgedrag aanpakken en examenstress onder controle krijgen). Je kan er ook terecht voor individuele begeleiding. Psychosociale begeleiding Ook wanneer je last hebt om je te concentreren, twijfelt aan je studiekeuze, kampt met examenangst of persoonlijke problemen zoals het afspringen van een relatie, ernstige ziekte in je onmiddellijke omgeving, ... kan je een afspraak maken met een studentenbegeleider.
Studiebegeleiding | 53
Indien nodig wordt een individuele begeleiding opgestart, of word je doorverwezen naar gepaste trainingen in kleine groepjes. Dit gebeurt steeds op vrijwillige basis. Het aanbod aan individuele, groepsgerichte en digitale begeleiding wordt in het begin van elk semester bekend gemaakt in alle mogelijke publicaties voor studenten. Je vindt ook heel wat informatie op www.ua.ac.be/adstud of www.ua.ac.be/studentenportaal. Begeleiding van studenten met specifieke noden: aanvragen bijzondere faciliteiten Studenten met functiebeperkingen (fysische handicap of chronische ziekte, leerstoornis zoals dyslexie, ADHD, psychische problemen, ...) of met bijzondere vragen omwille van sport op topniveau of kunstbeoefening kunnen via de dienst voor Studieadvies en Studentenbegeleiding bijzondere faciliteiten voor onderwijs en/of examens aanvragen. Dit is voorzien in het onderwijs- en examenreglement van de Universiteit Antwerpen. Na het indienen van je aanvraag, word je uitgenodigd voor een intakegesprek met een studentenbegeleider. In onderling overleg worden de nodige afspraken gemaakt. Als je dossier helemaal in orde is en voorzien van de nodige attestering zal de dienst je dossier ter goedkeuring voorleggen aan de rector. Vervolgens kunnen bepaalde faciliteiten toegekend worden. Vakspecifieke begeleiding Met vragen over of problemen met één van je cursussen kan je steeds terecht bij de prof die deze cursus doceert of bij zijn of haar assistent. Gewoon even langslopen of een e-mail schrijven: je zal merken dat je snel geholpen wordt. Voor bepaalde vakken worden extra groepssessies georganiseerd, om de besproken theorie uit de hoorcolleges toe te lichten en in oefeningen toe te passen. Bij deze sessies is vooral de wisselwerking tussen studenten en begeleider belangrijk: je kan hulp vragen waar je vastloopt, je begeleider houdt rekening met de gekende knelpunten van de cursus, en je krijgt nuttige tips voor de studie van de leerstof. De masteropleiding biedt je de mogelijkheid je in de praktijk voor te bereiden op een werksector naar keuze.
54 | Je kansen op de arbeidsmarkt
Gediplomeerden in de Taal- en Letterkunde kunnen hun kennis ook buiten de traditionele sectoren gebruiken. Een aantal vindt een baan in de overheidsadministratie of de diplomatie, in de pers, bij radio en televisie, in uitgeverijen, in het bibliotheekwezen en in de culturele centra. Sommigen werken ook op diverse plaatsen als vertaler. In de voorbije jaren heeft onze universiteit onderzocht hoe de opleiding Taal- en Letterkunde ook beter kan voorbereiden op beroepen in het bedrijfsleven. Als gevolg daarvan organiseert de Universiteit Antwerpen Master na Masteropleidingen die de afgestudeerden ruimere kansen bieden op de arbeidsmarkt. Tal van taal- en letterkundigen werken in het domein van communicatie, public relations of opleiding en vorming.
Tal van taal- en letterkundigen werken in het domein van communicatie, public relations of opleiding en vorming.
Voortstuderen na Taal- en Letterkunde | 55
Specifieke lerarenopleiding: www.ua.ac.be/IOIW Je kan de lerarenopleiding volgen na je masteropleiding. De opleiding beperkt zich niet tot de vorming van studenten die willen gaan lesgeven. De voortdurende veranderingen in het sociale en economische leven hebben het fenomeen van de buitenschoolse vorming en opleiding – onder meer in de bedrijven zelf – in belang doen toenemen. Daarom wil de specifieke lerarenopleiding niet alleen in een vorming van toekomstige leraars voorzien, maar ook een algemene ‘vorming voor vormers’ aanbieden. Master na Masteropleidingen Op de webstek van de Universiteit Antwerpen kan je steeds een actueel overzicht vinden op www.ua.ac.be/studiekiezer.
56 | Hoe bereik je makkelijk de campussen?
Wegbeschrijving Op www.ua.ac.be/route kan je de wegbeschrijving naar de verschillende campussen terugvinden. Met de fiets De campussen zijn gemakkelijk te bereiken met de fiets! Meer en meer studenten kiezen voor dit transportmiddel. Je kan je op deze manier immers snel verplaatsen. Op elke campus staan verschillende fietsparkings ter beschikking van de studenten. Met de bus of de tram De Lijn info: 070 220 200 Voor alle informatie over reiswegen, dienstregelingen, verloren voorwerpen en algemene inlichtingen: op weekdagen van 7u tot 19u, za-, zo- en feestdagen van 10u tot 18u. Je kan ook terecht in één van de Lijnwinkels om dienstregelingsboekje te kopen. Die bieden een overzicht van alle bus- en/of tramlijnen in een streek. Op veel bussen en trams vind je een folder met de dienstregeling van de lijn waarop je rijdt. Natuurlijk kan je ook steeds één van de chauffeurs aanspreken of surfen naar de website: www.delijn.be. De website van De Lijn beschikt ook over een routeplanner die voor jou de reis van deur tot deur met bus, tram en/of trein uitstippelt. Dienst Abonnementen van De Lijn Antwerpen Grotehondstraat 58, 2018 Antwerpen, tel. +32 (0)3 218 14 11 op weekdagen van 8u30 tot 16u e-mail:
[email protected] Met de trein Voor alle informatie over reiswegen, dienstregelingen, vertrek- en aankomst‑ tijden kan je terecht op de website van de NMBS, www.b-rail.be. Met de auto Alle campussen beschikken over ruime parkings, behalve de Stadscampus. Wens je toch in de buurt van de Stadscampus te parkeren, volg dan best de blauwe parkeerroute “Meir Universiteit”. Parkeren in Antwerpen is echter niet gratis! Meer info kan je terugvinden op www.parkereninantwerpen.be
Plattegrond van de Stadscampus | 57
Hoofdadres Stadscampus Prinsstraat 13 - 2000 Antwerpen
58 | Plattegrond van de campus Groenenborger
Hoofdadres campus Groenenborger Groenenborgerlaan 171 - 2020 Antwerpen
Plattegrond van de campus Middelheim | 59
Hoofdadres campus Middelheim Middelheimlaan 1 - 2020 Antwerpen
60 | Plattegrond van de campus Drie Eiken
Hoofdadres campus Drie Eiken Universiteitsplein 1 - 2610 Antwerpen (Wilrijk)
Bijkomende informatie | 61
Provinciale informatiedagen De studiebegeleiders en medewerkers van de Universiteit Antwerpen nemen jaarlijks deel aan de netoverschrijdende studie-infobeurzen (Sidin’s). Deze worden per provincie georganiseerd op initiatief van het Ministerie van Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap en de Centra voor Leerlingenbegeleiding. Informatiedagen aan onze instelling Elk jaar organiseert de Universiteit Antwerpen informatiedagen voor leerlingen van het secundair onderwijs. Deze hebben meestal plaats in de lente. Naast een algemene en een specifiek studiegerichte infosessie kan je aan de infostands de cursussen inkijken en een aantal brochures verkrijgen. Je krijgt de gelegenheid tot vragen stellen en desgewenst tot een persoonlijk gesprek. Vooraf inschrijven is niet nodig. De data vind je op onze website onder: www.ua.ac.be/infodagen, in onze brochures en in de kranten. Brochures over andere opleidingen Andere publicaties in deze reeks (alfabetisch gerangschikt): Biochemie en Biotechnologie, Bio-ingenieurswetenschappen, Biologie, Biomedische wetenschappen, Chemie, Communicatiewetenschappen, Diergeneeskunde, Farmaceutische wetenschappen, Fysica, Geneeskunde, Geschiedenis, Handelsingenieur, Handelsingenieur in de beleidsinformatica, Informatica, Politieke wetenschappen, Rechten, Sociologie, Sociale en economische wetenschappen, TEW: bedrijfskunde, TEW: economisch beleid, Wiskunde, Wijsbegeerte. Wil je meer informatie dan kan je een brochure van één van deze opleidingen aanvragen bij het Studenten Informatie Punt (STIP) of via www.ua.ac.be/ brochures. Internet Surf gerust eens naar de website van de Universiteit Antwerpen: www.ua.ac.be. Je vindt er uitgebreide informatie over alles wat je als student moet weten: studieaanbod, internationale programma’s, studiebegeleiding, voorbereidende cursussen, sociale voorzieningen, studentenleven, bibliotheken, examenreglement, enz.
62 | Bijkomende informatie
Departement Studentgerichte Diensten Studenten Informatie Punt (STIP) Agoragebouw, 1ste verdieping Grote Kauwenberg 2 2000 Antwerpen Tel.: + 32 (0)3 220 48 72
[email protected] Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Taal- en Letterkunde Onderwijsadministratie Rodestraat 14 (S-R.119) 2000 Antwerpen, Tel. + 32 (0)3 220 45 67 www.ua.ac.be/taal-enletterkunde
www.ua.ac.be/studiekiezer www.ua.ac.be/taal_letterkunde
Nota’s | 63
64 | Nota’s