taal-en letterkunde bacheloropleiding
2013 2013
uantwerpen.be
Inhoud Welkom 3 Waarom studeren aan de Universiteit Antwerpen?
4
De opleiding taal- en letterkunde
6
Taal- en letterkunde, iets voor jou?
8
Hoe begin je eraan?
9
Het studieprogramma
10
Opleidingsonderdelen jaar 1
22
De masteropleiding
34
Verder studeren
35
Diploma op zak, wat nu?
36
Alumni aan het woord
37
Nuttige info bij de start van je studietraject
39
Studie- en studentenbegeleiding
42
Studeren in het buitenland
45
Hoe bereik je gemakkelijk onze campussen?
46
Infomomenten 48 Nuttige contactgegevens
49
|1
2|
Welkom Nooit meer leren, ik ga studeren! Maar wat? Zo begint de zoektocht van veel schoolverlaters naar informatie. Over opleidingen. Over universiteiten en hogescholen. Over beroepen. Jouw zoektocht is begonnen: je hebt dit boekje voor je neus. Hopelijk helpt het jou een stap vooruit in je keuzeproces. Een studiekeuze is nooit gemakkelijk. Het opleidingsaanbod is immens groot. Belangrijk is dat je je goed voelt op de universiteit of hogeschool van je keuze. En dat je je binnen enkele jaren goed voelt met je diploma. Daarom stelt de Universiteit Antwerpen alles in het werk om je studietijd aangenaam te maken en de kwaliteit van je opleiding op topniveau te houden. Nieuwe uitdagingen, nieuwe ervaringen, nieuwe vrienden. Een nieuwe stad? De stap naar het hoger onderwijs markeert het begin van een nieuwe periode in je leven. Aan de Universiteit Antwerpen studeren zo’n 15 000 studenten in de meest uiteenlopende vakgebieden. In heel Antwerpen zijn er dat nog veel meer. Daarom werken we nauw samen met de Antwerpse hogescholen binnen de Associatie Universiteit & Hogescholen Antwerpen. Als je naar een van onze infomomenten komt, zal je merken dat het prettig studeren is aan de Universiteit Antwerpen. Onze medewerkers en studenten zullen je er graag over vertellen. We kijken uit naar de kennismaking! Prof. dr. Alain Verschoren Rector Universiteit Antwerpen
|3
Waarom studeren aan de Universiteit Antwerpen? Prof en student staan dicht bij elkaar De Universiteit Antwerpen staat voor studentgerichtheid. Dit betekent bijvoorbeeld dat je zo veel mogelijk les volgt in kleine groepen. Dat maakt een vlotte interactie met je proffen mogelijk: je kan rechtstreeks bij hen terecht met vragen en problemen. De communicatie tussen docenten, assistenten en studenten wordt mee ondersteund door de digitale leeromgeving Blackboard. De Universiteit Antwerpen is bekend voor haar goede studentenbegeleiding en -ondersteuning. Je staat er dus nooit alleen voor. We spelen zo veel mogelijk in op jouw individuele noden. Bovendien nodigen we jou uit om actief deel te nemen aan het beleid: in verschillende adviesorganen en raden zijn onze studenten vertegenwoordigd.
Academische opleidingen op topniveau De Universiteit Antwerpen biedt innoverende academische opleidingen, die oog hebben voor theorie én voor praktijk. De opleidingen zijn stevig verankerd in sterk wetenschappelijk onderzoek dat ook internationale faam geniet. De ‘ivoren’ academische toren werd al lang geleden gesloopt. Academici hechten veel belang aan een voortdurende uitwisseling met de steeds evoluerende samenleving. Tijdens je opleiding aan de Universiteit Antwerpen staat niet het memoriseren van feitenkennis centraal, maar bouw je kennis en vaardigheden op die je nodig hebt om beroepsrelevante opdrachten en problemen op te lossen. De bachelor-masterstructuur schept ruimte voor vernieuwing en verbetering. Daardoor kunnen we voortdurend inspelen op maatschappelijke uitdagingen. Door nieuwe opleidingen in te voeren en door keuzemogelijkheden binnen bestaande opleidingen te verruimen.
Een moderne leeromgeving We omringen jou met de meest moderne infrastructuur: goed uitgeruste lesen computerlokalen, laboratoria, bibliotheken en studielandschappen. In alle publieke ruimten zijn er hotspots waar je draadloos kan surfen. Momenteel heeft de universiteit vier campussen. Eentje in hartje Antwerpen, drie in de zuidelijke stadsrand. Met de komst van een aantal nieuwe opleidingen, die vanaf volgend academiejaar integreren in de Universiteit Antwerpen, komen er nog locaties bij. Waar jij straks terecht komt ontdek je verder in dit boekje.
4|
Om het toenemend aantal studenten op te vangen en jou een aangename leeromgeving te bieden, investeren we op grote schaal in nieuwe gebouwen. Enkele staan er al. Voor andere liggen de plannen op tafel.
Meer dan een opleiding We willen jou niet alleen een opleiding, maar ook een brede vorming aanbieden: jou helpen opgroeien tot een professional met een kritische ingesteldheid, een tolerante en constructieve houding. De Universiteit Antwerpen kiest resoluut voor pluralisme en verwelkomt diversiteit bij personeel en studenten, en in haar studieprogramma’s.
Antwerpen Studeren is niet alleen met je neus in de boeken zitten. Wie in Antwerpen komt studeren, kiest voor een studentenstad die meer is dan de universiteit en de hogescholen: het is een bruisende metropool met een uniek cultuurhistorisch aanbod, een wereldhaven, een overvloed aan cafés en restaurants, gezellige pleintjes, cultuur, architectuur, mode, sportinfrastructuur, ... Kort samengevat: een stad waarin Antwerpenaars, bezoekers en studenten zich thuisvoelen.
|5
De opleiding taal- en letterkunde De studie van taal in al haar verschijningsvormen De opleiding taal- en letterkunde concentreert zich op de studie van taal in al haar verschijningsvormen. Je krijgt inzicht in de ta(a)l(en) van je keuze (taalkunde), je leert deze zowel mondeling als schriftelijk gebruiken (taalbeheersing), en je maakt uitgebreid kennis met de literatuur en cultuur van de taalgebieden van je keuze.
Maak je keuze uit een flexibel programma De Universiteit Antwerpen biedt een flexibel programma aan met verschillende types. Je kiest een taal uit het aanbod (Nederlands, Frans, Engels, Duits en Spaans) en combineert deze met een tweede taal uit dit aanbod (type 1), óf met theater-, film- en literatuurwetenschap (TFL) (type 2). Welke afstudeerrichting je ook kiest, de componenten taalbeheersing, taalkunde en letterkunde zijn altijd in het programma opgenomen. Je leert de ta(a)l(en) beheersen in verschillende omstandigheden, met een deskundigheid die deze van een moedertaalspreker benadert. In taalkunde bestudeer je individuele talen en probeer je een antwoord te vinden op vragen als: wat is taal, wat maakt het verschijnsel menselijke taal tot wat het is? Literatuurwetenschap is gericht op de studie van literatuur en van individuele werken in verschillende talen. Behalve met taal- en literatuurwetenschap kan je ook kennis maken met een aantal hulpwetenschappen zoals wijsbegeerte, psychologie, antropologie, sociologie of geschiedenis. Taal is immers verweven met mens en samenleving en kan niet in een vacuüm bestudeerd worden. In de afstudeerrichting theater-, film- en literatuurwetenschap analyseer je podiumkunsten, film en literatuur vanuit verschillende invalshoeken. Je krijgt inzicht in de belangrijkste literatuuropvattingen en recente theorievorming, je leert een aantal onderzoeksmethoden voor de wetenschappelijke studie van verschillende kunstvormen, je oefent creatief schrijven van teksten en beargumenteerd kritiek geven, enzovoort.
Studieopbouw bacheloropleiding De bachelorstudie heeft een omvang van 180 studiepunten. Het aantal studie punten dat aan een opleidingsonderdeel is toegekend geeft een idee van de belasting die dat opleidingsonderdeel binnen de totale opleiding vertegenwoordigt. Na de bachelor kan je een meer gespecialiseerde master volgen. Tijdens de bachelorstudie zijn er ook al een groot aantal keuzemogelijkheden zodat je bepaalde interessegebieden al in de eerste drie jaar verder kan uitbouwen. Belangrijk is dat je in totaal 180 studiepunten behaalt, gespreid over 3 jaar (voorbeeldtrajecten voor de drie bachelorjaren schommelen tussen de 54 en de 66 studiepunten per jaar).
6|
In grote lijnen ziet het programma er zo uit:
Algemene en algemene disciplinegebonden opleidingsonderdelen Algemene opleidingsonderdelen
14-17 sp.
• • • •
4 sp. 4 sp. 3 sp. 3 tot 6 sp.
Inleiding tot de Westerse wijsbegeerte Wetenschappelijke vaardigheden Levensbeschouwelijk opleidingsonderdeel Keuze (uit een korf algemene opleidingsonderdelen van historische, filosofische of sociologische aard)
Algemene disciplinegebonden opleidingsonderdelen: • • • • • • • •
lgemene taalwetenschap A Algemene taalkunde Pragmatiek en sociolinguïstiek Interdisciplinaire taalkunde Algemene literatuurwetenschap Literaire genres Intertekstualiteit, bijbel en mythologie Algemene literatuurwetenschap
24 sp. 12 sp. 4 sp. 4 sp. 4 sp. 12 sp. 4 sp. 4 sp. 4 sp.
Afstudeerrichtingen
Type 1: een combinatie van twee talen, te kiezen uit Nederlands, Frans, Engels, Spaans, Duits; per taal is er een pakket taalbeheersing en cultuur, een pakket taalkunde en een pakket literatuurstudie; de verhouding tussen deze pakketten varieert enigszins van taal tot taal. (programma talen: zie p. 12-18) 2 x 60 = 120 sp. Type 2: een combinatie van één taal met 60 sp. theater-, film- en literatuur wetenschap (TFL). (programma TFL: zie p. 19) 2 x 60 = 120 sp.
Vrije ruimte
Opleidingsonderdelen te kiezen uit het ruime opleidingsaanbod; kan gebruikt worden om een gekozen afstudeerrichting sterker uit te bouwen, of om de opleiding te verbreden (9 tot 12 sp).
Scriptie
De bachelorscriptie is een zelfstandig werkstuk geschreven op basis van literatuurstudie en zelfstandig onderzoek. Zij sluit het bachelorprogramma af met 9 sp.
|7
Taal- en letterkunde, iets voor jou? De wetenschappelijke studie van taal en literatuur staat centraal In de studierichting taal- en letterkunde staat de wetenschappelijke studie van taal en literatuur centraal. Een uitgesproken aanleg voor talen in het algemeen en een goede verbale begaafdheid zijn voorwaarden voor een succesvol studieverloop. Voor Nederlands, Frans of Engels zijn een goede taalkennis en vlotheid noodzakelijk. Wanneer je kiest voor Spaans, of Duits, is er geen voorkennis vereist.
Een aantal vaardigheden kan je slaagkansen gevoelig verhogen Behalve aanleg voor en beheersing van (bepaalde) talen, kunnen een aantal andere vaardigheden je slaagkansen gevoelig verhogen. Zo zijn een goed abstraheervermogen, de vaardigheid om verbanden te leggen en om aspecten in een ruimere context te bekijken, oog voor wetenschappelijke exactheid en een goed geheugen belangrijke troeven voor een student taal- en letterkunde. Als je taal- en letterkunde wil studeren, moet je veel belangstelling hebben voor taalkunde en literatuurstudie, én voor de cultuur en geschiedenis van de ta(a)l(en) van je keuze. Taal kan niet los van mens en samenleving worden bestudeerd: interesse voor algemene filosofische, psychologische en cultuurhistorische onderwerpen is eveneens belangrijk. Permanente evaluatie, voorbereiding van colleges, verwerking van literatuur opdrachten vragen een positieve werkattitude en een flinke dosis doorzettingsvermogen.
8|
Hoe begin je eraan? Welk diploma heb je nodig? Om te worden toegelaten tot de bachelorstudie taal- en letterkunde, moet je in principe een diploma van het secundair onderwijs bezitten. Ook wie geen diploma secundair onderwijs bezit, kan onder bepaalde omstandigheden toegelaten worden tot een universitaire studie, maar dan op basis van ‘elders verworven competenties’ (zoals relevante werkervaring). Internationale studenten moeten beschikken over een diploma secundair onderwijs dat ook in het thuisland toegang verleent tot een gelijkwaardige studierichting. Wie niet-Nederlandstalig secundair onderwijs volgde, moet slagen in een door de Universiteit Antwerpen erkende taaltest Nederlands. Voor meer informatie in verband met toelatingsvoorwaarden (diploma en taal) en aanvraagprocedure neem je contact op met de International Student Officer (Sonia Brunel,
[email protected]).
|9
Het studieprogramma Studiepunten De studieomvang van je opleiding en van alle opleidingsonderdelen wordt uitgedrukt in studiepunten (sp.). Dat zie je in de tabellen op de volgende bladzijden. Studiepunten geven een goed beeld van de tijd die je zal besteden aan je opleiding en aan de verschillende opleidingsonderdelen. Elk studiepunt komt namelijk overeen met een studietijd van 25 tot 30 uren. Een voltijds academiejaar telt 60 studiepunten. De totale studietijd voor een voltijds academiejaar varieert dus tussen 1 500 en 1 800 uren studie. Deze tijd besteed je aan het bijwonen van hoor- en werkcolleges, het voorbereiden van lessen, het studeren voor examens en het maken van oefeningen, papers of andere opdrachten. Het aantal studiepunten van een opleidingsonderdeel zegt dus meer over je totale tijdsinvestering dan het aantal uren dat je les hebt. Je bacheloropleiding omvat 180 studiepunten. Als je voltijds studeert en voldoende vlot slaagt voor je examens, behaal je je bachelordiploma dus na 3 jaar studeren. Het systeem met de studiepunten vloeit voort uit het Europees ECTS-project (European Credit Transfer and Accumulation System). Meer info vind je op www.ua.ac.be/studiepunten. In het modeltraject, dat hier wordt voorgesteld, komen vermeldingen voor als ‘vanaf jaar 2’, ‘te volgen in jaar 2 of jaar 3’, ‘kan vanaf jaar 2 gevolgd worden’. Deze vermeldingen zijn bedoeld als suggesties, die je moeten helpen bij het samenstellen van jouw jaarprogramma. Daarin gesteund door de vakbeschrijving dien je zelf in te schatten of je over voldoende voorkennis beschikt om een bepaald opleidingsonderdeel te volgen en met succes af te ronden.
Collegeroosters Zoek je een voorbeeld van een collegerooster? Surf dan naar www.ua.ac.be/collegeroosters. Daar vind je een overzicht van de huidige collegeroosters.
10 |
Algemene en algemene disciplinegebonden opleidingsonderdelen Het bachelorprogramma aan de Universiteit Antwerpen omvat een aantal algemene opleidingsonderdelen (ter waarde van 14 tot 17 studiepunten) en een pakket disciplinegebonden opleidingsonderdelen (24 studiepunten) die de specifieke taal overstijgen en daarom door iedereen moeten worden gevolgd. Algemene opleidingsonderdelen
sp
Inleiding tot de Westerse wijsbegeerte Wetenschappelijke vaardigheden Levensbeschouwing Keuzeopleidingsonderdeel (uit een korf algemene opleidings onderdelen van historische, filosofische of sociologische aard): Inleiding tot de sociologie • Antropologie • Inleiding tot de cultuurfilosofie • • Wetenschapsfilosofie en kennisleer • Samenleving, feiten en problemen Ethiek • Algemene disciplinegebonden opleidingsonderdelen Algemene taalwetenschap: • Algemene taalkunde • Pragmatiek en sociolinguïstiek • Interdisciplinaire taalkunde Algemene literatuurwetenschap: • Literaire genres • Intertekstualiteit, bijbel en mythologie • Algemene literatuurwetenschap
4 4 3 6 4 5 3 6 5
4 4 4 4 4 4
| 11
Jaar 1: Nederlands Cultuurgeschiedenis van de Nederlanden Nederlandse taalbeheersing 1 Inleiding tot de studie van de oude Nederlandse letterkunde Inleiding tot de studie van de moderne Nederlandse letterkunde
4 4 4 4
Nederlandse taalkunde 1: basisbegrippen Nederlandse grammatica
4
Jaar 2: Nederlands
sp.
Nederlandse taalbeheersing 2
4
Geschiedenis van de Nederlandse letterkunde 1: middeleeuwen, rederijkerstijd en renaissance
4
Geschiedenis van de Nederlandse letterkunde 2: van de Franse revolutie tot de Grote Oorlog
4
Nederlandse taalkunde 2: interdisciplinaire benaderingen Nederlandse taalkunde 3: externe taalgeschiedenis Nederlandse taalkunde 4: synchrone grammatica
4 4 4
Jaar 3: Nederlands Nederlandse taalbeheersing 3 Geschiedenis van de Nederlandse letterkunde 3 Nederlandse taalkunde 5: diachrone taalstudie Eén keuzeopleidingsonderdeel Nederlands Keuzeopleidingsonderdelen Nederlands Nederlandse letterkunde: middeleeuwen (vanaf jaar 2)
12 |
sp.
sp. 4 4 4 4
4
Nederlandse letterkunde: oudere geestelijke letterkunde (vanaf jaar 1)
4
Nederlandse letterkunde: renaissance (vanaf jaar 2) Nederlandse letterkunde: moderne klassieken 1 of 2 (vanaf jaar 1) Hedendaagse Nederlandse letterkunde (vanaf jaar 2) Inleiding lexicologie en lexicografie (vanaf jaar 2)
4 4 4 4
Jaar 1: Frans Franse taalbeheersing 1: grammatica en lexicon Franse taalbeheersing 1: spreek- en schrijfvaardigheid Inleiding tot de Franse letterkunde 1: oude periode Franse taalkunde 1: externe geschiedenis van het Frans en Latijn Franse taalkunde 1: taalkunde van het moderne Frans Jaar 2: Frans
sp. 4 4 4 4 4 sp.
Franse taalbeheersing 2: grammatica en lexicon Franse taalbeheersing 2: spreek- en schrijfvaardigheid
4 4
Inleiding tot de Franse letterkunde 2: moderne periode – historisch deel
4
Inleiding tot de Franse letterkunde 2: moderne periode – methodologisch deel
4
Franse taalkunde 2: interne geschiedenis van het Frans en Oudfrans
4
Franse taalkunde 2: taalkunde van het moderne Frans
4
Jaar 3: Frans Franse taalbeheersing 3: spreek- en schrijfvaardigheid Inleiding tot de Franstalige letterkunden 1 keuzeopleidingsonderdeel Franse letterkunde 1 keuzeopleidingsonderdeel Franse taalkunde
sp. 4 4 4 4
| 13
Keuzeopleidingsonderdelen Franse letterkunde (kan je volgen vanaf jaar 2) Latijnse teksten Franse teksten: ancien régime Franse teksten: 19de eeuw proza Franse teksten: 20ste eeuw proza Franse teksten: 19de - 20ste eeuw poëzie Frans-joodse hedendaagse literatuur (tweejaarlijks vanaf 2013-2014) Keuzeopleidingsonderdelen Franse Taalkunde (kan je volgen vanaf jaar 2) Synchrone taalkunde v. h. Frans: semantiek Synchrone taalkunde v. h. Frans: sociolinguïstiek Diachrone taalkunde v. h. Frans
14 |
sp. 4 4 4 4 4 4
sp. 4 4 4
Jaar 1: Engels English proficiency 1 English grammar 1 Introduction to the study of literature in English Fiction in English: Nobel Prize Winners since 1950 Jaar 2: Engels
sp. 6 6 4 4 sp.
English proficiency 2 English grammar 2 Literary texts in English 1: romanticism Literary texts in English 2: Realism The development of English (te volgen in jaar 2 of jaar 3)
6 6 4 4 4
Englishes (vanaf 2014-2015)/ English as a Germanic language (vanaf 2013-2014) (te volgen in jaar 2 of jaar 3) (alterneren; slechts één van de opleidingsonderdelen is verplicht)
4
Literary texts in English 5: Romantic fiction Literary texts in English 6: Contemporary British fiction
4 4
| 15
Jaar 3: Engels
sp.
Advanced English practice The development of English (te volgen in jaar 2 of jaar 3)
4 4
Englishes (vanaf 2014-2015)/English as a Germanic language (vanaf 2013-2014) (te volgen in jaar 2 of jaar 3) (alterneren; slechts één van de opleidingsonderdelen is verplicht)
4
Literary texts in English 3: modernism Literary texts in English 4: postmodernism
4 4 sp.
Keuzeopleidingsonderdelen Engels
16 |
Literary texts in English 5: Romantic fiction (te volgen vanaf jaar 2)
4
Literary texts in English 6: Contemporary British fiction (te volgen vanaf jaar 2)
4
Literary texts in English 7: Shakespeare (enkel te volgen in jaar 3)
Literary texts in English 8: Queer fiction (enkel te volgen in jaar 3)
Cultural history of the United States (te volgen vanaf jaar 2)
Cultural history of the United Kingdom (te volgen vanaf jaar 2)
Language in use: applied linguistics (te volgen vanaf jaar 2)
4 4 4 4 4
Jaar 1: Duits Duitse taalbeheersing 1 Duitse grammatica: theorie 1 Duitse grammatica: oefeningen 1 Geschiedenis van de Duitse literatuur 1 Duitse teksten 1 Jaar 2: Duits
sp. 4 4 4 4 4 sp.
Duitse taalbeheersing 2 Inleiding tot de Duitse taalwetenschap Duitse grammatica: theorie 2 Duitse grammatica: oefeningen 2
4 4 4 4
Geschiedenis van de Duitse literatuur 2 (tweejaarlijks vanaf 2014-2015, te volgen in jaar 2 of jaar 3)
4
Cultuurgeschiedenis van het Duitstalige gebied (tweejaarlijks vanaf 2013-2014, te volgen in jaar 2 of jaar 3)
4
Duitse teksten: capita selecta (kunnen gevolgd worden in jaar 2 of in jaar 3)
4
Jaar 3: Duits
sp.
Duitse taalbeheersing 3 Grammaticalisatie en taalverandering
4 4
Geschiedenis van de Duitse literatuur 2 (tweejaarlijks vanaf 2014-2015, te volgen in jaar 2 of jaar 3)
4
Cultuurgeschiedenis van het Duitstalige gebied (tweejaarlijks vanaf 2013-2014, te volgen in jaar 2 of jaar 3)
4
Duitse teksten: capita selecta (kunnen gevolgd worden in jaar 2 of jaar 3)
4
Keuzeopleidingsonderdelen Duits Nationale en regionale variëteiten van het Duits (enkel te volgen in jaar 3)
sp. 4
| 17
Jaar 1: Spaans Grammatica en taalbeheersing van het Spaans 1 Grammatica en taalbeheersing van het Spaans 2 Spaanse taalkunde 1
6 6 4
Inleiding tot de studie van de Spaanse en Spaans-Amerikaanse cultuur en literatuur
4
Jaar 2: Spaans Grammatica en taalbeheersing Spaans 3 Samenleving en cultuur in Spanje Spaanse taalkunde 2 Spaanse en Spaans-Amerikaanse letterkunde 1 Jaar 3: Spaans Spaanse taalbeheersing 4 Samenleving en cultuur in Spaans-Amerika Spaanse taalkunde 3 Spaanse letterkunde 2 Spaans-Amerikaanse letterkunde 2
18 |
sp.
sp. 4 4 6 6 sp. 4 4 4 4 4
Jaar 1: theater-, film- en literatuurwetenschap Geschiedenis van de film 1 Theatergeschiedenis 1: van de Oudheid tot de 18de eeuw Theatergeschiedenis 2: van de 18de eeuw naar de moderniteit Literatuurgeschiedenis Keuzeopleidingsonderdeel Tekst en stem Jaar 2: theater-, film- en literatuurwetenschap Geschiedenis van de film 2: stijl en techniek Theaterwetenschap: grondslagen Filmtheorie en filmgenres Literatuursociologie: literaire instituties Cultuur van de moderniteit 1 Jaar 3: theater-, film- en literatuurwetenschap
sp. 6 4 4 6 4 sp. 4 4 4 4 4 sp.
Opvoeringsanalyse Literatuur, film en techniek: transport en (tele)communicatie Cultuur van de moderniteit 2 Zelfstudieonderdeel of stage of Woord en beeld Keuzeopleidingsonderdeel Postkoloniaal theater
6 4 4 6
Keuzeopleidingsonderdeel theater-, film- en literatuurwetenschap
sp.
Tekst en stem (enkel te volgen in jaar 3) Postkoloniaal theater (enkel te volgen in jaar 3)
4
4 4
| 19
Keuzeopleidingsonderdelen voor alle opleidingsonderdelen (vanaf jaar 2 of jaar 3) Afrikaanse taalkunde Afrikaanse letterkunde Terminologie Vertaalwetenschap Jeugdliteratuur Digital humanities Keuze uit opleidingsonderdelen ‘Joodse studies’
Als je taal- en letterkunde wil studeren, moet je veel belangstelling hebben voor taalkunde en literatuurstudie, én voor de cultuur en geschiedenis van de ta(a)l(en) van je keuze.
20 |
sp. 4 4 3 3 4 4
| 21
Opleidingsonderdelen jaar 1 Hieronder vind je de inhoud van de opleidingsonderdelen van jaar 1. Op www.ua.ac.be/taal- en letterkunde staat meer uitgebreide info over de begin- en eindtermen, inhoud, werk- en evaluatievormen en het noodzakelijk en aanbevolen studiemateriaal.
Algemene basisopleidingsonderdelen Inleiding tot de Westerse wijsbegeerte Deze cursus wil je via een historisch-thematische benadering laten kennismaken met de belangrijkste stromingen en ideeën uit de Westerse filosofie.
Algemeen keuzeopleidingsonderdeel: 1 te kiezen uit: Inleiding tot de sociologie De cursus wil je een eerste, grondige kennismaking bieden met de sociologie, dit is de wetenschap die het menselijk handelen in sociaal verband tracht te beschrijven en te verklaren. Die kennismaking gebeurt in drie stappen. 1. Om te beginnen wordt het specifieke van de sociologische benaderingswijze duidelijk gemaakt door haar af te bakenen van de andere mens-wetenschappen en van meer speculatieve benaderingen van het menselijk handelen. 2. Vervolgens wordt het sociologische basisinstrumentarium (vakbegrippen en analytische denkkaders) systematisch ontvouwd en overvloedig geïllustreerd. 3. Ten slotte worden enkele belangrijke sociale problemen en sociologische deelgebieden verkend.
Antropologie In een eerste deel wordt een bondig overzicht geboden van belangrijke thema’s uit de culturele en de biologische antropologie enerzijds, de psychologie anderzijds. In een tweede gedeelte worden de invloedrijkste mensbeelden uit de psychologische antropologie besproken, met name het (neo)behaviorisme, het holisme, de psychodynamische antropologie, de humanistische antropologie en de existentiële antropologie.
22 |
Inleiding tot de cultuurfilosofie Het opleidingsonderdeel ‘Inleiding tot de cultuurfilosofie’ bestaat uit 2 delen. In het eerste deel wordt ingegaan op de betekenis en de oorsprong van de cultuurfilosofie. Vervolgens wordt vanuit H. Arendts ‘Vita Activa’ een cultuurfilosofische analyse van de moderniteit gegeven als aanzet tot de interpretatie van de hedendaagse crisis in de cultuur. In het tweede deel van de cursus worden een aantal hedendaagse cultuurfilosofische debatten geanalyseerd, zo onder meer de erfenis van de verlichting, het postmodernisme, het multiculturalisme.
Wetenschapsfilosofie en kennisleer • • • • • •
Het probleem van het verklaren - deductief nomologische verklaringen - handelingsverklaringen; Het probleem van de waardevrijheid (Max Weber); De constructie van de sociale realiteit (Searle); Theorie en ervaring in het positivisme, het kritisch rationalisme (Popper) en in de wetenschapsfilosofie van Th. S. Kuhn; Narratieve zinnen in Danto’s geschiedenisfilosofie; Feit en interpretatie in de historische wetenschappen.
Samenleving, feiten en problemen Deze cursus behandelt enkele actuele problemen van de welvaartsstaat: groei en crisis van de welvaartsstaat; welvaart, groei, inflatie, werkgelegenheid; bevolking en beroepsbevolking; de sociale organisatie van de welvaartsstaat; de overheid als centrale herverdeler; verdeling van de geldinkomens; de verdeling van de sociale goederen en diensten; de politieke democratie.
Ethiek In een eerste deel ‘Ethiek, (post)moderne cultuur en keuzevrijheid’ wordt een overzicht gegeven van enkele conventionele begripsbepalingen (hfdst. 1), wordt ingegaan op de vermeende crisis van de moderne en postmoderne ethiek (hfdst. 2) en wordt een verband gelegd tussen ethiek en vrijheids-opvatting (hfdst. 3). Deel twee ‘Typen van wijsgerige ethiek’ bespreekt aan de hand van een aantal casussen de belangrijkste hedendaagse ethische theorieën: de consequëntiële ethiek (prudentialisme en utilitarisme; hfdst. 4), de intentie-ethiek (Kant, Levinas; hfdst. 5), de deugdethiek (Aristoteles, McIntyre; hfdst. 6) en de hermeneutische ethiek (Kierkegaard, Gadamer, Van Tongeren; hfdst. 7).
| 23
Algemene disciplinegebonden opleidingsonderdelen Algemene taalkunde De cursus geeft een algemene inleiding tot de taalwetenschap. In het inleidende gedeelte komen volgende thema’s aan bod: ‘Wat is taalkunde?’, ‘De kenmerken van menselijke taal’, ‘Taalfamilies’, ‘Linguïstische relativiteit en taaluniversalia’. ‘De verschillende disciplines van de taalkunde’. Vervolgens worden de verschillende subdisciplines van de taalkunde en hun basisbegrippen voorgesteld: • Fonetiek en fonologie (de klanken en de klanksystematiek); • Morfologie (woordvorming); • Syntaxis (constructies en de structuur van de zin); • Semantiek (de betekenis van woorddelen, woorden en zinnen). Daarbij wordt ook beknopt informatie gegeven over de geschiedenis van de taalkunde en wordt nagegaan in hoeverre de structuur van taal het concrete gebruik ervan weerspiegelt.
Pragmatiek en sociolinguïstiek Veel communicatie verloopt impliciet en indirect. We zeggen bijvoorbeeld ‘Wat is het hier warm!’, maar we bedoelen: ‘Kan je het raam openen?’ of ‘Kan ik iets te drinken krijgen?’, enz. Het eerste deel van deze cursus behandelt de middelen die de pragmatiek, de studie van taal in gebruik, aanreikt om uit te leggen hoe het mogelijk is dat we elkaar desondanks toch kunnen begrijpen. Daarbij zal vooral de interactie tussen betekenis en context onder de loep genomen worden. Het tweede deel omvat twee luiken. ‘Meertaligheid en taalplanning’ behandelt de aanwezigheid van verschillende talen of codes in een samenleving. Op heel veel plaatsen in de wereld gebruiken mensen meer dan één taal of zijn er verschillende talen naast elkaar aan te treffen. In dit onderdeel gaat de aandacht naar functieverschillen, verspreiding en bevordering van talen en de samenhang tussen talen en samenlevingsopbouw. In ‘interculturele communicatie’ wordt de band tussen taal, cultuur en identiteit besproken. Er wordt aandacht besteed aan variatie in taal en taalgebruik, aan het effect van verschillen en aan de strategieën waarmee communicatie tot stand wordt gebracht over de verschillen heen.
Literaire genres Om een greep te krijgen op de veelheid van teksten die als literatuur functioneren werken critici en literatuurwetenschappers graag met etiketten. De etiketten met de meest algemene toepassing zijn ‘proza’, ‘poëzie’ en ’drama’. De literatuurwetenschap werkt dus met het vermoeden dat elk van deze tekstsoorten op een manier kan worden benaderd die wezenlijk verschilt van de aanpak 24 |
van de twee andere. Voor proza werd de narratologie ontwikkeld, waarmee men in principe elke verhalende tekst te lijf kan. In het deel over poëzie wordt de student vertrouwd gemaakt met de basisbegrippen uit de wetenschappelijke poëziekritiek zoals vorm, ritme/metrum, klankeffecten en stijlfiguren. De behandeling van drama gaat uit van het idee dat deze tekstsoort specifiek ontworpen werd voor de scène; het is een pre-tekst voor het theater.
Nederlands Cultuurgeschiedenis van de Nederlanden Tegen de achtergrond van de polititeke, sociale en economische geschiedenis wordt aandacht geschonken aan zeer uiteenlopende vormen van (niet-literaire) creativiteit die de bewoners van de territoria die we nu de Nederlanden noemen sinds het begin van onze jaartelling aan de dag hebben gelegd. Bijzondere aandacht wordt hierbij geschonken aan het inzicht die deze artefacten ons kunnen geven in de soms zeer afwijkende opvattingen en waardepatronen van mensen uit het verleden.
Nederlandse taalbeheersing 1 Voor de verwerving van communicatieve vaardigheden en het verwerven van inzicht in een aantal aspecten/vormen van die vaardigheden wordt er contactonderwijs in kleinere groepen aangeboden. De interactieve colleges bestaan zowel uit mondelinge als schriftelijke oefeningen (formuleringsoefeningen, opstellen bouwplan voor tekst, maken van samenvatting, schrijven van essay, schrijven van journaalitems, presenteren van journaal, discussieoefeningen...). Daarnaast wordt ook gewerkt aan de verwerving van preliminaire kennis/vaardigheden (orthofonie, spelling, idioom). Dit opleidingsonderdeel vormt het voorwerp van (gedeeltelijk begeleide) zelfstudie (o.a. via Blackboard).
Inleiding tot de studie van de oude Nederlandse letterkunde Middeleeuwen (deel 1): de bouwdoos van de medioneerlandicus De nadruk ligt op het vertalen van Middelnederlandse literaire teksten. Daarom wordt in de colleges aandacht besteed aan een elementaire kennis van de grammatica van het Middelnederlands en aan het leren gebruiken van de belangrijkste lexicografische hulpmiddelen, inzonderheid het Middelnederlandsch Woordenboek, zowel in de papieren als in de elektronische versie. Deze onderdelen vormen op zich geen examenstof, maar staan ten dienste van een adequate vertaling van de tekst. Elke week krijgen de studenten dan ook een verplichte oefening mee, die bij de aanvang van het eerstvolgende college wordt besproken. Tijdens de colleges wordt ook aandacht besteed aan de literair-historische situering en de genrekenmerken | 25
van de teksten, waaruit passages worden vertaald. Bij dit onderdeel van de cursus hoort ook een beperkte literatuurlijst, waarover tijdens het college twee schriftelijke toetsen worden afgenomen.
Rederijkerstijd en Renaissance (deel 2) Voor het gedeelte Renaissance krijgen de studenten een introductie in het toneel en in de lyriek van de zeventiende eeuw aan de hand van enkele geselecteerde teksten. De reden van de moeilijkere toegankelijkheid van oude teksten ligt deels in de taal die afwijkt van het moderne Nederlands, deels in de culturele achtergrond die anders is dan die van moderne teksten. De zeventiende-eeuwse taal zal worden ingeoefend via vertaaloefeningen. De culturele en literair-historische context verwerft je in de hoorcolleges en via bijkomende lectuur.
Inleiding tot de studie van de moderne Nederlandse letterkunde In vier plenaire hoorcolleges wordt achtereenvolgens aandacht besteed aan 1. het ‘gemaakte’ karakter van de literaire tekst, 2. de begrippen ‘poëtica’ en ‘literair veld’, 3. de inbedding van het literaire veld in de ruimere culturele en politiekmaatschappelijke context en 4. het begrip ‘moderniteit’ en enkele historische ontwikkelingen met betrekking tot de structuur van het literaire veld. Het een en ander zal worden verduidelijkt aan de hand van de casus Louis Paul Boon. Vanaf de vijfde collegeweek wordt het publiek ingedeeld in groepen van vierentwintig studenten. Voor elke groep zijn acht sessies voorzien, twee sessies per genre (epische teksten, lyrische teksten, dramatische teksten, essayistiek). Elke week presenteren twaalf studenten - ingedeeld in subgroepen van drie - de resultaten van een klein onderzoek; de overige twaalf studenten zorgen voor kritisch weerwerk. In de daaropvolgende week worden de rollen omgekeerd. Elk onderzoek resulteert in een korte nota. De vier nota’s, evenals het resultaat van een individueel uit te voeren onderzoekje en alle andere in het kader van dit opleidingsonderdeel tot stand gekomen teksten (waaronder een verslagje van een geleid bezoek aan het Letterenhuis en de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience), worden opgenomen in een individuele portfolio die de basis vormt voor de eindevalutie.
Nederlandse taalkunde 1: basisbegrippen Nederlandse grammatica De cursus presenteert een uitvoerig terminologisch kader en biedt analysetechnieken aan. Binnen het onderdeel syntaxis worden de woordsoorten en de zinsdelen behandeld, met aandacht voor zowel de inwendige bouw van de constituenten als de relatie tussen de zinsdelen. Binnen het onderdeel morfologie worden elementen uit de morfosyntaxis, morfosemantiek en morfofonologie behandeld. 26 |
Keuzeopleidingsonderdelen Nederlands
(Deze opleidingsonderdelen kunnen gevolgd worden vanaf jaar 1)
Nederlandse letterkunde: oudere geestelijke letterkunde De cursus behandelt de voornaamste genres van de Middelnederlandse geestelijke letterkunde, van de twaalfde eeuw tot circa 1500: geschiedenis, kenmerken, inhoud en functie. Na een algemene inleiding worden de volgende genres behandeld: bijbelvertaling, preek, catechetische literatuur, gebeden en gebedenboeken, geestelijk lied, mystieke literatuur, hagiografie en religieuze biografie, geestelijke brief, testamenten, ars moriendi. Elke week zijn er twee uren les. De studenten lezen tevoren het syllabusdeel dat behandeld zal worden. In de les wordt de stof besproken en worden Middelnederlandse teksten gelezen die de stof illustreren.
Nederlandse letterkunde: moderne klassieken 1/2 In deze cursus wordt afwisselend het werk van Hugo Claus (vanaf 2012-2013) en Gerard Reve (vanaf 2013-2014) als ‘moderne klassieke’ behandeld. Moderne klassieken 1. Hugo Claus. De bedoeling is om aan de hand van losse gedichten, een roman en een toneelstuk de veelheid, de verscheidenheid en de complexiteit van Claus’ werk tot enkele heldere krachtlijnen te bundelen. Met oog voor bepaalde literaire, artistieke en socio-culturele ontwikkelingen in de tweede helft van de 20ste eeuw wordt aandacht geschonken aan uiteenlopende onderwerpen als experimentalisme, realisme, autobiografie, engagement, mythologie, vitalisme enzovoort. Moderne klassieken 2. Gerard Reve. De bedoeling is om een selectie uit de romans, brieven en gedichten van Reve te behandelen. Daarbij wordt aandacht besteed zowel aan de biografische achtergrond als aan de maatschappelijke, politieke en ideologische context van Reves werk. Belangrijke topics zijn humor en ironie, autobiografie en mythologie, religie en erotiek, romantiek en decadentie.
Frans Franse taalbeheersing 1: grammatica en lexicon Kritische studie van de basisgrammatica (theorie), met zowel individuele (vooral computerondersteunde) als klassikale (traditionele) oefeningen. Morfosyntactische analyse van de woordsoorten. Zelfstudie (herhaling via computerondersteunde oefeningen) van de basiswoordenschat (de meest frequente woorden van het Frans in ‘Le mot qu’il faut’). Zelfstudie van grammaticale en lexicale | 27
problemen betreffende specifieke moeilijkheden die Nederlandstaligen ervaren wanneer ze Frans studeren (‘Vous Dites!’). Wekelijks 1 uur klassikale theorie en ook vaak oefeningen en 1 uur klassikale oefeningen. Regelmatige voortgangstoetsen over alle aspecten van het opleidingsonderdeel, waarvan de jaarplanning bij de aanvang van het academiejaar zal bekendgemaakt worden.
Franse taalbeheersing 1: spreek- en schrijfvaardigheid Deze cursus beoogt de verbetering en verfijning van het gesproken en geschreven Frans. Enerzijds schrijven de studenten in de loop van het jaar een aantal teksten (thuis en in de klas) waarvan de verbetering individueel gebeurt. Bijzondere aandacht gaat daarbij naar correct taalgebruik en coherentie van de argumentatie. Anderzijds wordt het gesproken Frans geoefend in kleine conversatiegroepen waarbij wordt stilgestaan bij de specifieke problematiek van Nederlandstaligen. Om enige substantie te geven aan de te bespreken topics zullen er elk semester een roman en een film behandeld worden.
Inleiding tot de Franse letterkunde 1: oude periode De cursus biedt een systematisch overzicht van de evolutie van de Franse letterkunde van de Middeleeuwen tot het einde van de XVIIIe eeuw. Naast een algemene introductie m.b.t. de problemen van de historische letterkunde (afbakening literaire veld, periodisering, geoculturele afbakening, canonisering) tracht de cursus de evoluties van genres en stromingen en de belangrijkste auteurs te plaatsen in hun historische en cultuurhistorische context.
Franse taalkunde 1: externe geschiedenis van het Frans en Latijn ‘Externe geschiedenis van het Frans’: dit onderdeel schetst de historische evolutie van de Franse taal. Meer bepaald zal getracht worden het historische, geografische en sociale kader vast te leggen van waaruit het hedendaags Frans zich uit het Volkslatijn heeft ontwikkeld. Daarnaast krijgen de studenten een oefening lexicografie, met de bedoeling hen vertrouwd te maken met de belangrijkste werkinstrumenten van de Franse historische taalkunde. ‘Externe geschiedenis van het Latijn’: Voor de studenten die leeservaring met Latijnse teksten hebben (vanaf 4 jaar) wil dit onderdeel de ontwikkeling van het Latijn van de preklassieke tijd tot het neo-Latijn aan de hand van uitgelezen tekstpassages schetsen. Zij worden hierover mondeling geëxamineerd. De studenten die geen of onvoldoende voorkennis hebben van het Latijn (van 0 jaar tot en met 3 jaar) volgen een aangepast programma dat hen wil inleiden in de kenmerken en ontwikkeling van de Latijnse morfologie (alfabet, uitspraak, accent, substantieven, adjectieven, voornaamwoorden, het naamvallensysteem, etc.), hen een basisvocabularium wil bijbrengen en hen tevens een schets van 28 |
de externe geschiedenis van het Latijn wil geven. Zij worden hierover schriftelijk geëxamineerd.
Franse taalkunde 1: taalkunde van het moderne Frans Inleiding (met oefeningen) op de taalkundige studie van het hedendaagse Frans. Deel 1 behandelt morfologie en syntaxis, deel 2 semantiek, lexicologie en lexicografie. Kennismaking met de belangrijkste grammatica’s en woordenboeken van het hedendaagse Frans, met een aantal belangrijke thema’s uit eerder genoemde onderzoeksdomeinen en met de voornaamste bibliografische bronnen.
Engels English Proficiency 1 English Proficiency 1 - Writing De schrijfcursus biedt een inleiding op de basisprincipes en conventies van schrijven in een academische context. “Een academische context” verwijst hier naar een universitaire context, een omgeving voor tertiair leren. Deze omgeving heeft specifieke schrijfverwachtingen en de cursus wil de deelnemers helpen om deze in te lossen. Het handboek All Write toont de gebruiker hoe cursusinformatie verwerkt kan worden en hoe deze informatie en de eigen opinies op coherente wijze gepresenteerd kunnen worden aan een academisch publiek. De All Write schrijfsessies vinden plaats in het eerste semester.
Proficiency 1 - Lexicon English grammar 1 De cursus Engelse grammatica beoogt een grondige kennismaking met de essentiële aspecten van de Engelse enkelvoudige zin. De belangrijkste componenten van de zin, nl. de nominale en de verbale constituent, worden geanalyseerd. Hun morfologie, maar vooral hun syntaxis en semantiek worden grondig geanalyseerd. Bovendien worden de belangrijkste contrastieve problemen (Engels-Nederlands, met inbegrip van zogenaamde ‘Dutchisms’) in dit verband besproken. Deze cursus is gebaseerd op het handboek ‘Foundations of English Grammar’ (hoofdstukken 1-9). Analyses en verklaringen worden gegeven binnen eenvoudige linguïstische paradigma’s. De oefeningen worden gegeven in werkcolleges (1 uur om de drie weken in het eerste semester, 2 uren om de drie weken in het tweede). Dit werk gebeurt in kleinere groepen. Deze werkcolleges helpen je om de theorie te assimileren en toe te passen op concreet taalmateriaal. Terzelfdertijd brengen zij je de linguïstische vaardigheden bij die nodig zijn voor een adequate observatie en analyse van taal. | 29
Introduction to the study of literature in English This course introduces the concepts of the canon, ‘literature in English’ and literary history, and then provides a historical overview of the development of literature in English, from Beowulf to the present day.
Fiction in English: Nobel Prize Winners since 1950 This course introduces eight English-speaking Nobel Prize winners who have received the prize since the middle of the twentieth century. The emphasis is on authors who made their careers on the basis of their prose: the all-American writers Ernest Hemingway and John Steinbeck, the Jewish American Saul Bellow, the African American Toni Morrison, the South-Africans Nadine Gordimer and J.M. Coetzee, and the British writers William Golding and Doris Lessing. Their work evokes many different national cultures and periods, as well as a variety of themes and fictional genres. For purposes of analysis, we will fall back on the narratological apparatus taught in the course “Literary Genres” during the first semester.
Duits Duitse taalbeheersing 1 • • • •
Gedetailleerde lectuur en discussie van originele Duitse teksten (verschillende tekstsoorten passeren daarbij de revue); gevarieerde woordenschatoefeningen over verschillende thema’s; uitspraakoefeningen in het taallabo; vertalingen Nederlands-Duits.
Duitse grammatica: theorie 1 Het Duitse werkwoord (voornamelijk de morfologie of vormleer ervan), het lidwoord, het substantief en het adjectief komen in deze cursus uitvoerig aan bod. Voor het werkwoord wordt de vervoeging van de zwakke (regelmatige en onregelmatige) werkwoorden en de sterke werkwoorden behandeld. Voor het substantief focussen we vooral op genus en vorming van het meervoud. Voor het adjectief staan de verschillende ‘Deklinationstypen’ op het programma.
Duitse grammatica: oefeningen 1 De morfologie van het werkwoord, het substantief, het adjectief en het lidwoord staan voorop. De oefeningen sluiten nauw aan bij het opleidingsonderdeel ‘Duitse grammatica: theorie 1’.
30 |
Geschiedenis van de Duitse literatuur 1 Ontwikkeling van het Duitse drama en de Duitse poëzie van 1750 tot 1950. Bovendien huislectuur.
Duitse teksten 1 “Dasein, Schuld und Authentizität”: enkele 18e en 20e eeuwse literaire teksten over zin en onzin van menselijke existentie, over persoonlijkheid, doorzettingsvermogen en onvermogen.
Spaans Grammatica en taalbeheersing van het Spaans 1 • • •
Studie van de normatieve grammatica, en dit op een inductieve manier, vertrekkende van eenvoudige teksten. Door systematische (computer)oefeningen maakt de student(e) zich deze structuren eigen. Met behulp van tests op geregelde tijdstippen, krijgt hij/zij bovendien de kans zijn/haar eigen vorderingen te evalueren.
Grammatica en taalbeheersing van het Spaans 2 • • • •
erwerven van een ruime Spaanse basiswoordenschat. V Zich eigen maken van een correcte uitspraak van het Spaans. Assimileren van de basisstructuren van de Spaanse taal. Inoefenen van een aantal communicatieve vaardigheden (in kleine groep) onder begeleiding van een ‘native’ lector.
Spaanse taalkunde 1 Inleiding tot de taalkunde van het Spaans in een ruime geografische en historische context.
Inleiding tot de studie van de Spaanse en Spaans-Amerikaanse cultuur en literatuur •
• • • •
Kennismaken met de historische achtergrond van Spanje en LatijnsAmerika vanaf 1895 tot heden en, in het bijzonder, met de literaire bewegingen van de twintigste eeuw. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de meest representatieve auteurs en teksten. Verwerven van een ruimere Spaanse woordenschat. Begrip en appreciatie van de geselecteerde teksten. Ontwikkelen van leesvaardigheid en kritische analyse. Verplichte lectuur van twee romans in het Spaans.
| 31
Theater-, film- en literatuurwetenschap Geschiedenis van de film 1 Deze cursus beschrijft sociale, culturele, economische, technologische en stilistische invloeden en omstandigheden die de geschiedenis en receptie van film hebben bepaald. We bekijken achtereenvolgens: de ‘primitieve’ periode (de uitvinding van de cinema, de eerste bioscopen, de internationalisering van het medium), de klassieke periode (vormelijk classicisme, nationale cinema’s, opkomst van het studiosysteem), de late stille periode (invloed modernistische kunst, internationale trends, nationale bewegingen, cinema en de staat, de relatie Hollywood/Europa), de ontwikkeling van de geluidsfilm, het studiosysteem (economische, technologische en narratieve verandering), de naoorlogse periode (de val van het studiosysteem, nieuwe realismen en new waves) en de hedendaagse periode (het post-klassieke studiosysteem, de nieuwe entertainmenteconomie, de nieuwe independent cinema). Elke les wordt gevolgd door een filmscreening.
Theatergeschiedenis 1: van de Oudheid tot de 18de eeuw In de cursus wordt de evolutie van het verschijnsel theater bestudeerd in zijn brede maatschappelijke context in de Oudheid (Griekenland en Rome) en in WestEuropa tijdens de Middeleeuwen en het Ancien Régime. Zowel de teksten als de opvoeringspraktijk komen aan bod. De aandacht gaat daarbij o.a. uit naar de literaire aspecten, de dramatheorie, de enscenering, de theaters, de status van de acteurs, spektakelelementen, het publiek, de sociale context en naar aanverwante verschijnselen als intreden, ommegangen en openbare feesten, het theater als propagandamiddel en als maatschappelijk en politiek uithangbord.
Theatergeschiedenis 2: van de 18de eeuw naar de moderniteit De cursus bestrijkt drie eeuwen Europees theater (opvoeringspraktijk) en drama (tekstproductie). Voor de achttiende eeuw wordt er een onderscheid gemaakt tussen enerzijds de theaterpraktijk (acteren, beroemde acteurs, de praktische organisatie van het theater) in de Nederlanden, Frankrijk, Engeland en Duitsland en anderzijds de drama- en theatertheorieën in de theoretische geschriften die de theaterpraktijk begeleidden. Ten slotte wordt er dieper ingegaan op typische 18de-eeuwse genres als het burgerlijk blijspel (Marivaux, Goldoni, Sheridan), het burgerlijk drama en het vroegromantische theater (Lessing, Goethe, Schiller). In de 19de eeuw wordt veel aandacht besteed aan het melodrama dat gedurende een eeuw de Europese podia heeft gedomineerd. Daarnaast wordt ook het literaire drama in Duitsland (Grillparzer, Nestroy, Hebbel) en Frankrijk (Hugo, Dumas, De Musset) beknopt voorgesteld. In het derde en laatste deel van de cursus worden enkele sleutelfiguren en belangrijke bewegingen van het moderne theater en drama gecontextualiseerd: Ibsen, Stanislavski, Tsjechov, het Russische formalisme, Brecht, Artaud en Grotowski. De hoorcolleges worden geïllustreerd met 32 |
talrijk beeldmateriaal, film- en videofragmenten waarin speelstijlen, scenografie en theaterdidactiek aan bod komen.
Literatuurgeschiedenis In het eerste semester bespreken we vijf topics: hoofse en devote middeleeuwers, zeventiende-eeuwse poëzie, de achttiende-eeuwse briefroman, negentiendeeeuwse historische romans en whodunits. De laatste lessen bieden een overzicht van de twintigste-eeuwse roman. In het tweede semester gaan we nader in op enkele bijkomende topics uit de negentiende- en twintigste-eeuwse eigentijdse literatuur: de Amerikaanse roman en het begrip ‘avontuur’, Oostenrijk en de encyclopedische roman, Frankrijk en de nouvelle vague/ nouveau roman.
| 33
De masteropleiding Na je bacheloropleiding kan je aan de Universiteit Antwerpen ook verschillende masteropleidingen volgen. In een masteropleiding leer je je communicatieve en heuristieke vaardigheden verfijnen en gerichter toepassen op één wetenschappelijk domein. Zelfstandigheid, inzicht en kritische reflectie staan daarbij centraal. Je krijgt de kans om zelfstandig onderzoek uit te voeren en je analytische en interpretatieve vermogen verder uit te breiden. Je wordt daarbij uitgenodigd om een kritische ingesteldheid vorm te geven, zowel ten opzichte van de wetenschappelijke literatuur die je bestudeert als tegenover de ruimere socio-culturele en politieke omgeving waarin je leeft en de plaats van je eigen onderzoek daarin. Binnen de opleiding taal- en letterkunde heb je verschillende mogelijkheden: je kan kiezen voor de master taal- en letterkunde, met afstudeerrichtingen Duits, Engels, Frans, Nederlands, Spaans, voor de master literatuur van de moderniteit, de master taalkunde, de master theater- en filmwetenschap of de master meertalige professionele communicatie. Elke taal biedt telkens een specifiek taalkundig of literatuurwetenschappelijk pakket aan (of een combinatie van beide). Ook tijdens de master kunnen studenten binnen Europa (Erasmus/Socrates) en buiten Europa een deel van de opleidingsonderdelen volgen. Als je bachelor in de taalen letterkunde bent, heb je in principe vrije toegang tot de masteropleidingen taal- en letterkunde, met die beperking dat wanneer je voor een bepaalde taal kiest je die taal ook in je bacheloropleiding bestudeerd moet hebben. Je kan ook instromen vanuit andere opleidingen, soms via een individueel voorbereidings programma. Concreet bestaat een masteropleiding uit een pakket opleidingsonderedelen dat doorbouwt op wat in de bacheloropleiding wordt aangeboden en een masterproef waarin je één specifieke casus bestudeert en erover rapporteert. Zelfstandigheid en kritische reflectie brengen hun specifieke werkvormen mee: opleidings onderdelen worden meestal gepresenteerd in een combinatie van hoorcolleges en werkseminaries en ter evaluatie worden onder andere presentaties en kortere of langere scripties van je verwacht. Na de masteropleidingen kan je ook deelnemen aan een aantal post-initiële masteropleidingen waarin je je verder specialiseert en een grote deskundigheid ontwikkelt binnen specifieke deelgebieden zoals linguïstiek, literatuurstudie en theaterwetenschap.
34 |
Verder studeren Specifieke lerarenopleiding Je kan de lerarenopleiding volgen na je masteropleiding. De opleiding beperkt zich niet tot de vorming van studenten die willen gaan lesgeven. De voortdurende veranderingen in het sociale en economische leven hebben het fenomeen van de buitenschoolse vorming en opleiding – onder meer in de bedrijven zelf – in belang doen toenemen. Daarom wil de specifieke lerarenopleiding niet alleen in een vorming van toekomstige leraars voorzien, maar ook een algemene ‘vorming voor vormers’ aanbieden. Meer info op www.ua.ac.be/ioiw.
Master-na-masteropleidingen Op de webstek van de Universiteit Antwerpen kan je steeds een actueel overzicht vinden op www.ua.ac.be/studiekiezer.
| 35
Diploma op zak, wat nu? De masteropleiding biedt je de mogelijkheid je in de praktijk voor te bereiden op een werksector naar keuze. Gediplomeerden in de taal- en letterkunde kunnen hun kennis ook buiten de traditionele sectoren gebruiken. Een aantal vindt een baan in de overheidsadministratie of de diplomatie, in de pers, bij radio en televisie, in uitgeverijen, in het bibliotheekwezen en in de culturele centra. Sommigen werken ook op diverse plaatsen als vertaler. In de voorbije jaren heeft onze universiteit onderzocht hoe de opleiding taal- en letterkunde ook beter kan voorbereiden op beroepen in het bedrijfsleven. Als gevolg daarvan organiseert de Universiteit Antwerpen master-na-masteropleidingen die de afgestudeerden ruimere kansen bieden op de arbeidsmarkt. Tal van taal- en letterkundigen werken in het domein van communicatie, public relations of opleiding en vorming.
36 |
Alumni aan het woord Kaat Debo aan het hoofd van het Antwerpse Modemuseum Ze studeerde Germaanse taal- en letterkunde met een specialisatie theaterwetenschappen. Met deze opleiding op haar cv is Kaat Debo sinds 2001 aan de slag in het Antwerpse Modemuseum (MoMu). Sinds 2009 is ze er directeur. Datzelfde jaar werd ze aan de Universiteit Antwerpen ook verkozen tot Alumnus van het Jaar. Dat ze uiteindelijk in de modewereld terechtkwam, voelt voor Debo niet aan als een bizar parcours. Er zijn wat haar betreft zelfs heel wat linken tussen haar studie en haar huidige werkomgeving. “Binnen mijn opleiding, en dan zeker binnen theaterwetenschappen kwamen ook lichaamsbeelden en de theorievorming hierrond aan bod. En laat dat nu net dingen zijn die ook in de mode centraal staan.” Afgestudeerd: Germaanse talen, 1998 Foto: Wim Van Eesbeek
Alumnus Jan Van Dosselaer: in de ban van Joyce en computerdialogen Alumnus Jan Van Dosselaer is de enige dialogue writer in België. Bij computerspellenfabrikant Larian Studios schrijft hij Engelse dialogen voor fantasiewerelden waarin demonen, draken en tovenaars de scepter zwaaien. “Ik heb altijd veel fantasie gehad. Als tiener deed ik niets liever dan Engelse boeken lezen en verhalen verzinnen. Germaanse talen studeren was dus een logische stap. Voor mij was Germaanse talen de perfecte opleiding tot dialogue writer. Schrijven is lezen. Er is niets zo leerrijk als goeie literatuur. Een inspirerend verhaal kan echt vonken geven in mijn hoofd.” Afgestudeerd: Germaanse talen, 1998 Foto: Vincent Jauniaux
| 37
Alumna Lotte Heijtenis schittert in Dubbelleven en Zot van A Met een omweg vond ze na haar studie Romaanse Talen de weg naar het theater en de televisie en zelfs naar het witte doek. Tv-kijkend Vlaanderen kent Lotte Heijtenis vooral als Jes uit de gelijknamige reeks op vtm. “Ik wilde vooral talen leren. Daarnaast kregen we ook geschiedenis, filosofie, literatuurgeschiedenis... Zo krijg je een historisch besef en een bredere kijk op de wereld. Jammer genoeg konden wij toen niet zelf ons opleidingspakket samenstellen zoals de studenten vandaag. Anders had ik misschien Nederlands of Spaans gecombineerd met theater-, film- en literatuurwetenschap.” Afgestudeerd: Romaanse talen, 1998 Foto: Jelle Vermeersch
De wondere wereld van cabaretier en alumnus Wim Helsen “Op mijn achttiende wilde ik graag naar Studio Herman Teirlinck. Ik wist dat ik ooit op een podium wilde staan, maar had toen te weinig zelfvertrouwen om aan die opleiding te beginnen. Dan ben ik Germaanse Talen aan de Universiteit Antwerpen gestart. Ik heb immers altijd al graag gelezen. De krant, de Humo, poëzie, literatuur…” Afgestudeerd: Germaanse talen, 1991 Foto: Stefaan Van Hul
38 |
Nuttige info bij de start van je studietraject Hoe verlopen de lessen? Aan de Universiteit Antwerpen word je competentiegericht opgeleid. Tijdens je opleiding verwerf je geleidelijk competenties door opdrachten en casussen te maken. Daarvoor heb je relevante kennis, vaardigheden en attitudes nodig. Tijdens de lessen stimuleren docenten je om actief mee te werken. Zo ben jij verantwoordelijk voor je eigen leerproces. Je maakt kennis met verschillende onderwijsvormen zoals hoorcolleges, oefeningensessies, seminaries, werkcolleges, practica, responsiecolleges, … Docenten geven je ook opdrachten of casussen die je alleen of in groep moet uitwerken. Door deze mix van onderwijsvormen krijg je de kans om kennis en vaardigheden te verwerven die je later nodig hebt in je beroepsleven. De elektronische leeromgeving Blackboard helpt je om gestructureerd alle informatie terug te vinden. Je vindt er niet alleen aanvullingen op je cursussen, maar ook webmail, informatie over financiering van je studies, huisvesting, studentenjobs, cultuur, ... Docenten geven via dit medium ook opdrachten door. Je kan hen te allen tijde om feedback vragen. Het contact met je professoren en assistenten is even intens als met je leerkrachten in het secundair onderwijs. Ze laten je allerminst aan je lot over. Wanneer je zelf het initiatief neemt om hulp te zoeken, doen zij hun best om je te helpen met al je vragen en problemen.
Studieprogramma en creditbewijzen Door de flexibilisering in het hoger onderwijs bestaan er geen studiejaren meer. Wel stellen we modeltrajecten voor. Als je voor een modeltraject kiest, rond je een bacheloropleiding (180 studiepunten) af in 3 jaar tijd: 60 studiepunten per jaar. Ook in de modeltrajecten heb je als student meer keuzemogelijkheden, waardoor je eigen accenten kan leggen in je studieprogramma. Het academiejaar is opgedeeld in twee semesters. Aan het eind van elk semester leg je examens af van de opleidingsonderdelen die op dat moment afgewerkt zijn. De examens van het eerste en het tweede semester vormen samen de eerste zittijd. Als je niet voor alle opleidingsonderdelen een creditbewijs hebt behaald in de eerste zittijd, krijg je nog een kans tijdens de tweede zittijd op het einde van augustus en in het begin van september. Om te slagen voor het examen van een opleidingsonderdeel moet je ten minste 10 op 20 behalen. Als dat lukt krijg je een creditbewijs: een erkenning van het feit dat je de studiepunten verbonden aan dat opleidingsonderdeel verworven hebt. Je | 39
slaagt voor een opleiding als je creditbewijzen behaalt voor alle opleidingsonderdelen. Als je niet alle creditbewijzen van je studieprogramma behaalt, kan je (soms) toch verder met je studie. Je komt dan in een geïndividualiseerd traject terecht. Bij het samenstellen van dit traject moet je rekening houden met voorwaarden die de volgorde waarin je kan inschrijven voor opleidingsonderdelen bepalen. Dit noemt men volgtijdelijkheid. Je faculteit moet het geïndividualiseerd traject bovendien goedkeuren. In elke faculteit adviseren studietrajectbegeleiders je over de samenstelling van je programma. Het is belangrijk voldoende vooruitgang te boeken in je studietraject en in een redelijke tijd je diploma te behalen. Daarom heeft de Universiteit Antwerpen een systeem van studievoortgangbewaking en -begeleiding opgezet. Je faculteit volgt je studieprestaties en legt je bindende voorwaarden op wanneer je niet de helft van de creditbewijzen van het goedgekeurde studieprogramma hebt behaald. Het volledige onderwijs- en examenreglement vind je terug op www.ua.ac.be/OER.
Leerkrediet Het leerkrediet werd in het leven geroepen om je te stimuleren om een doordachte studiekeuze te maken. Het is een maatstaf voor studiesucces en studievoortgang en kan gevolgen hebben voor jouw recht op verder studeren en jouw sociale statuut als student. Daarom is het belangrijk om doordacht te kiezen, je in te zetten voor je studie en ook administratief tijdig met alles in orde te zijn. Meer informatie vind je ook op www.ua.ac.be/studiepunten.
Hoe werkt het leerkrediet? Elke student krijgt 140 studiepunten bij zijn eerste inschrijving aan de universiteit. Als je inschrijft voor een opleidingsonderdeel vermindert je leerkrediet met het overeenkomstige aantal studiepunten. Enkel wanneer je slaagt voor dat opleidingsonderdeel, komen die studiepunten er terug bij. Studiepunten waarvoor je gedelibereerd wordt - dit wil zeggen: geslaagd verklaard hoewel je er geen creditbewijs voor behaalde - komen niet terug bij je leerkrediet. Dit kan in je nadeel zijn wanneer je een bijkomende master wil behalen. De overgang van secundair naar hoger onderwijs loopt niet altijd even vlot. De overheid heeft een maatregel om hieraan tegemoet te komen. Zo krijg je de eerste 60 studiepunten die je verwerft dubbel terug.
40 |
Voor wie? Het leerkrediet is van toepassing op alle studenten die zich inschrijven met een diplomacontract voor een bachelor- of masteropleiding en voor alle inschrijvingen met een creditcontract.
Verkeerde keuze gemaakt? Als je voor de eerste keer in Vlaanderen voor een bacheloropleiding bent ingeschreven en je van opleiding wenst te veranderen, voorzien de overheid en de universiteit maatregelen om het verlies van leerkrediet te beperken. Deze zijn afhankelijk van de data van uit- en inschrijving. Informeer je tijdig.
Opleiding afgewerkt? Na het behalen van je bachelordiploma, behoud je je leerkrediet. Als je een masterdiploma behaalt, wordt het startkapitaal van 140 studiepunten van je saldo afgetrokken. Is je studietraject perfect verlopen, dan heb je nog 60 studiepunten over.
Onvoldoende leerkrediet? Als je geen of een negatief leerkrediet hebt, mag de universiteit je inschrijving weigeren. Als je onvoldoende studiepunten hebt voor de opleiding of het programma waarvoor je wilt inschrijven, kan de universiteit je inschrijving beperken tot het aantal studiepunten waarover je nog beschikt. Het aantal studiepunten waarvoor je credits behaalt via de examens is dus belangrijk en zorgt ervoor dat je kan verder studeren.
Ombudspersoon Tijdens de examens kan je met problemen terecht bij de ombudspersoon van je opleiding. Bijvoorbeeld in verband met de examenregeling, uitstel van een examen, onderbreking of stopzetting van examens of een conflict met een docent. De ombudspersoon zorgt ervoor dat het onderwijs- en examenreglement correct wordt opgevolgd en bemiddelt tussen studenten en docenten. Hij of zij is ook aanwezig bij de deliberatie en kan, op basis van verzachtende omstandigheden zoals ziekte of ongeval, je zaak bepleiten. Je kan de gegevens van jouw ombudspersoon terugvinden op Blackboard. De centrale ombudspersoon is prof. Patrick Cras. Hij treedt op als bemiddelaar bij geschillen tussen studenten en personeelsleden die het niveau van de faculteit overschrijden. De contactgegevens van de centrale ombudspersoon kan je ook terugvinden op Blackboard.
| 41
Studie- en studentenbegeleiding Overgang van het secundair onderwijs naar de universiteit Aan de universiteit ben je meer dan ooit verantwoordelijk voor jezelf en voor je studieproject. De manier waarop je studeert en het academiejaar indeelt moet je aanpassen aan je persoonlijk studeervermogen. Deze vaardigheid onder de knie krijgen is niet altijd eenvoudig. Je staat immers tegelijkertijd voor een aanzienlijke hoeveelheid leerstof en een examensysteem waar je geen ervaring mee hebt. De medewerkers van het netwerk studieloopbaanbegeleiding kunnen je helpen. Bij hen kan je het hele academiejaar terecht voor studiebegeleiding.
Studentenbegeleiding De Dienst voor Studieadvies en Studentenbegeleiding is er om je te helpen vanaf het moment dat je je voor het eerst inschrijft tot aan het moment waarop je je diploma in handen krijgt. •
I nformatie en advies over studeren in het hoger onderwijs Stel ons al je vragen over opleidingen binnen en buiten de Universiteit Antwerpen, het onderwijs- en examenreglement, het leerkrediet, … Voor specifieke vragen over je individuele programma en het aanvragen van vrijstellingen kan je terecht bij de studietrajectbegeleider van je faculteit. Ook voor vakinhoudelijke begeleiding kan je terecht in je faculteit.
•
I nschrijven zonder diploma secundair onderwijs Als je geen diploma secundair onderwijs bezit en minimum 25 jaar bent, kan je bij ons toch een aanvraag tot inschrijving aan de Universiteit Antwerpen indienen.
•
Erkenning van eerder verworven competenties (EVC) Contacteer de EVC-coördinator voor informatie, een adviesgesprek en het opstarten van de procedure. Meer info vind je op www.ua.ac.be/evc.
•
Begeleiding bij het maken van je studiekeuze en bij twijfel over je studierichting Weten wat je wilt is soms makkelijker gezegd dan gedaan. Samen met een studentenbegeleider kan je aan de hand van gesprekken meer zicht krijgen op je persoonlijkheid, capaciteiten, interesses en de studierichtingen die daarbij passen, al dan niet in het kader van heroriëntering. Oefeningen uit het werkboek ‘Kijk op kiezen: stappenplan voor studie- en beroepskeuze’ kunnen jou hierbij helpen.
42 |
•
Begeleiding omtrent studievaardigheden, studieplanning en uitstelgedrag Een studentenbegeleider kan je begeleiden in het aanscherpen van je studievaardigheden. Hoe verwerk je grote hoeveelheden leerstof? Hoe maak je een schema? Hoe maak je goede nota’s? We helpen je ook realistische planningen te maken en doen oefeningen om uitstelgedrag tegen te gaan.
•
Psychologische begeleiding en psychotherapie Ook wanneer je kampt met persoonlijke problemen die je studies belemmeren (faalangst, rouwverwerking, relatieproblemen, …) kan je terecht bij een studentenbegeleider die samen met jou nagaat welke hulp je het best kan gebruiken.
•
Begeleiding van studenten met een functiebeperking Heb je een functiebeperking zoals een fysieke handicap, chronische ziekte, leerprobleem, concentratieprobleem, stoornis binnen het autismespectrum of psychisch probleem? Ook dan kan je bij ons terecht voor begeleiding. Als je beschikt over een geldig attest kan je ook bijzondere faciliteiten aanvragen voor onderwijs en/of examens. Dien je aanvraag tijdig in via www.ua.ac.be/functiebeperking. Meer info vind je ook in de folder ‘Studeren met een functiebeperking’.
•
Begeleiding van studenten met een topsport- of kunstbeoefening Beoefen je sport of kunst op een hoog niveau, dan kan je eveneens bijzondere faciliteiten aanvragen voor onderwijs en/of examens. De Sportcommissie beoordeelt aanvragen van topsporters, de Commissie Cultuur die van kunstbeoefenaars. Meer info vind je op www.ua.ac.be/sportenkunst of in de folder ‘Studeren met een topsport- of kunstbeoefening’.
•
Afstudeerbegeleiding Tot slot kan je bij ons terecht voor hulp in je zoektocht naar jobs die passen bij je persoonlijkheid, capaciteiten en interesses, voor informatie over verdere studies, …
Tijdens een eerste gesprek gaan we na wat jouw vragen, noden en wensen zijn. Daarna kan je een training, kortere begeleiding of zo nodig een langere psychotherapie volgen. Het volledig aanbod en alle info over onze trainingen kan je terugvinden in de brochure ‘Trainingen’, die je kan downloaden via www.ua.ac.be/trainingen. Ook inschrijven voor trainingen kan via deze website.
| 43
Informatie en afspraken verlopen verder steeds via het Studenteninformatiepunt (STIP): • info: T +32 3 265 48 72 of stip.ua.ac.be • afspraken: enkel telefonisch: T +32 3 265 48 72 Neem ook een kijkje op www.ua.ac.be/studentenbegeleiding.
Studietrajectbegeleiding Voor specifieke vragen over je individuele studieprogramma, vrijstellingen en andere kan je terecht bij de studietrajectbegeleider van je faculteit. Zijn of haar contactgegevens vind je op www.ua.ac.be/contactpersonenslb.
Vakspecifieke begeleiding Met vragen over of problemen met één van je cursussen kan je steeds terecht bij de professor die deze cursus doceert of bij zijn of haar assistent. Gewoon even langslopen of een e-mail schrijven: je zal merken dat je snel geholpen wordt. Voor bepaalde opleidingsonderdelen organiseren zij extra groepssessies, om de besproken theorie uit hoorcolleges toe te lichten en in oefeningen toe te passen. Bij deze sessies is vooral de wisselwerking tussen jou en je begeleider belangrijk: je kan hulp vragen waar je vastloopt, je begeleider houdt rekening met de gekende knelpunten van de cursus en je krijgt nuttige tips voor de studie van de leerstof.
Taalbegeleiding: academisch Nederlands Bij het ‘Monitoraat op maat’ kan je terecht voor gratis taalondersteuning academisch Nederlands. Tijdens individuele sessies helpen taaldocenten je met je taalvragen. Voor specifieke taalbehoeften organiseren ze contactmomenten in kleine groep. Je kan er je eigen werkstukken en studiemateriaal bespreken. Meer informatie vind je op www.ua.ac.be/monitoraatopmaat.
44 |
Studeren in het buitenland De Universiteit Antwerpen neemt actief deel aan de Europese uitwisselingsprogramma’s zoals Erasmus. Elk jaar studeert een aanzienlijk grote groep studenten één semester aan een buitenlandse universiteit. In het kader van het Erasmusprogramma heeft de Universiteit Antwerpen samenwerkingsakkoorden gesloten met heel wat universiteiten in West- en Centraal Europa. Maar de Universiteit Antwerpen kijkt verder dan Europa. Op bilaterale basis (buiten het kader van Erasmus) werden wereldwijd uitwisselingsprogramma’s uitgewerkt. In het kader van internationale ontwikkelingssamenwerking kan je met een beurs een aantal maanden in een ontwikkelingsland studeren. Je studieperiode aan één van de buitenlandse partneruniversiteiten wordt erkend als onderdeel van je studie aan de Universiteit Antwerpen. Meer info op www.ua.ac.be/dis (Dienst Internationale Samenwerking).
| 45
Hoe bereik je gemakkelijk onze campussen? Op www.ua.ac.be/route kan je de wegbeschrijving naar onze campussen terugvinden.
Met de fiets Onze campussen zijn gemakkelijk te bereiken met de fiets. Meer en meer studenten kiezen voor dit transportmiddel. Je kan je op deze manier immers snel verplaatsen. Op elke campus staan verschillende fietsparkings ter beschikking van de studenten.
Met de bus of de tram Voor informatie over dienstregelingen en algemene inlichtingen kan je bellen naar De Lijn Info: 070 220 200. Voor informatie over abonnementen kan je in Antwerpen terecht op: +32 3 218 14 11. De website van De Lijn beschikt over een routeplanner die voor jou je reis van deur tot deur met bus, tram en/of trein uitstippelt: www.delijn.be.
Met de trein Voor informatie over reiswegen, dienstregelingen en vertrek- en aankomsttijden kan je terecht op www.b-rail.be.
Met de auto Parkeren in Antwerpen is niet altijd gemakkelijk. Enkel de campussen Groenenborger, Drie Eiken en Middelheim beschikken over ruime parkings. Wil je toch graag met de auto komen? Meer info vind je op www.parkereninantwerpen.be.
Waar situeert zich jouw campus? De opleiding taal- en letterkunde wordt georganiseerd op de Stadscampus, Prinsstraat 13, 2000 Antwerpen.
46 |
Campus Merksem
Merksem
Eilandje
Park Spoor Noord
MAS
Dam
Linkeroever
Borgerhout
F. Rooseveltpl.
Stadscampus Stadscentrum
Centraal Station
Zuid
Campus Zuid
Zurenborg
ANTWERPEN
Berchem Station
Berchem Kiel Nachtegalen park
Campus Middelheim
Hoboken Campus Groenenborger
Campus Hoboken
MORTSEL
Wilrijk
Campus Drie Eiken
EDEGEM
| 47
Infomomenten Heb je nog vragen die je graag in levende lijve wil stellen? Of wil je de universiteit wel eens van dichtbij meemaken? Kom dan kennismaken tijdens de vele info momenten in 2013.
Studie-informatiedagen Jaarlijks vindt in elke Vlaamse provincie een studie-informatiedag (SID-in) plaats. Je maakt er kennis met de brede waaier aan studie- en beroepsmogelijkheden na het secundair onderwijs. De Universiteit Antwerpen is natuurlijk telkens van de partij: breng een leerrijk bezoekje aan onze infostand. → www.ond.vlaanderen.be/sidin
Open lesdagen Onze campussen verkennen? Proffen en studenten ontmoeten? En hier en daar een les meepikken? Dat kan tijdens de open lesdagen in de krokusvakantie (van 11 tot en met 15 februari). Speciaal voor leerlingen van het secundair onderwijs richten we proeflessen in. Maar je mag ook simpelweg aansluiten bij de studenten van de eerste bachelorjaren. Schrijf je in op de website! → www.ua.ac.be/openlesdagen
Open campusdagen Op 23 maart en 27 april ben je welkom op onze open campusdagen. Dé gelegenheid om alle informatie uit de eerste hand te krijgen. Babbel met proffen, studenten en studentenbegeleiders. Bezoek bib, aula en labo. Kortom: snuif de sfeer van het campusleven op. → www.ua.ac.be/opencampusdagen
Infomarkt Twijfel je in september nog over je studiekeuze? Of wil je graag bevestiging van je keuze? Kom dan naar de infomarkt op 4 september: alle infostanden van alle opleidingen op één plaats. Laatste kans om vragen te stellen, cursussen te doorbladeren en brochures mee naar huis te nemen. → www.ua.ac.be/infomarkt
48 |
Nuttige contactgegevens Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Stadscampus Onderwijsadministratie Rodestraat 14 - Lokaal R.119 2000 Antwerpen T +32 3 265 45 67 Voor vragen: http://webhost.ua.ac.be/helpdesk/lnw
Studietrajectbegeleider Joeri Van den Brande, lokaal S.R.123 T +32 3 265 45 74 Voor vragen: http://webhost.ua.ac.be/helpdesk/lnw
Wil je ook de brochure van een andere opleiding inkijken? Of wil je alvast de masteropleiding beter leren kennen? Vraag dan een brochure aan via www.ua.ac.be/brochures of bij het Studenteninformatiepunt (STIP).
| 49
50 |
| 51
52 |
| 53
Foto: Stefaan Van Hul
54 |
| 55
56 |