Oudnederfrankisch Taal & letterkunde
Oudnederlands vs oudnederfrankisch - geen volledig samenvallen van oudnederfrankisch met huidig nederland taalgebied - Bijgekomen: oudsaksische gebieden in NO nederland - Verloren: stukje bij Keulen werd duits cultuurtaal & N-frankrijk werd fransch
Bronnen Zeer weinig bronnen in vergelijking met andere Germaanse talen - geen eenheidstaal, enkel regionale of locale dialecten - Zeer disparate vormen afhankelijk van de locaties
Caesar ➔ oudste bron: Commentarii De Bello Gallico 52 BCE Bevat namen van stammen, plaatsen, goden in gelatiniseerde vorm _ menapii, morinii, …
Stenen met inscripties - grafstenen, wijstenen (altaarstenen), mijlstenen - NEHALLENNIA-steen in Zeeland - Atuatuca (= tongeren)
Munten Uit de tijd van de Merovingische koningen > 7e, 8e E Adelemêrus (-mârus voor umlaut)
Oorkonden, heiligenlevens, goederenlijsten Geschreven in het Latijn, maar bevatten veel germaanse namen > plaats- en personennamen
Glossen Germaanse woorden om moeilijke latijnse woorden te vertalen en uit te leggen 3 mogelijkheden: - in de rand met tekentjes - Tussen de regels _ kleiner of lichtere inkt - Op zelfde lijn, ingeleid met th. of f. th = theodisce “op frankische wijze” ➔ -e > bijw. uitgang “op X wijze” Soms volledige teksten in glossen
4 bekende geglosserde handschriften - prudentius _ uit nederrijngebied, 10e E - Drosius-handschrift - Vita Carolum door Einhard > decreet van Karel de Grote over windstreken en maanden _ uniformering namen - St. Bertijnshandschrift > met enkel windstreken
Windroos Nordroni Uuestroni ┼ Ôstroni Su(n)d|roni GER sundar ↵ ↳ ~LAT aneus ➞ LAT â > GER ô ; uitgang weg ➞ ingveoonse n-uitval > u wordt palataal [u:] > [y:]
Reichenau-glossen Germaanse woorden met zware romanisering ~ oudfrans - râta “honingraat” > rechtstreeks germaanse ontlening - Duidelijk NL : typisch frankisch woord ←→ Z-duits = waba, wabe
Lex Salica Opgesteld door de Franken uit Overijsel = Salland; oorspronkelijk uit de laatste jaren van Clovis Bewaarde versies 751-768. Latijnse tekst, her en der onderbroken door vaste formule voor naam van de misdaad: In mallebergo X - (malle)berg = verhevenheid, verhoogje - Faldistuol = vouwstoel, stoel van de rechter - Malle- < maϸlian, mahal “(plechtig) spreken” - Grefio, canna-svvido ➞ OHD swidan ‘branden‘ = “haan bij het branden van de hemel” ↪ chana / hana ‘haan’
Economische teksten Geldindas “vaarzen”
Cogschuld
Huslotho
_ in een tekst afkomstig uit gent ➞ woord afkomstig uit de kustgermaanse streken van het Rijnland en N-engeland -as > ingveonisme voor meervoud van M woorden -d- door oogsprong van schrijver (of [ŋ] velare nasaal uit dialect proberen corrigeren > hypercorrectie) > cog = kogge, bekend schiptype van duitse Hanze _ in Utrechtse tekst Census qui vocatur cogschuld > roeiers verschuldig daan de reder in geval v windstilte Schuld < sculan ➞ ik skal : verplicht iets te doen de tributo quod dicitur huslotho Betekenis cf Fries latha : kleren > inboedel > huisschatting Komt ook in utrechtse teksten voor
Olla Vogala Xavier de Keyser (UA, anglist) steunt de engelse interpretatie van Olla Vogala Idem Kenny Louwen (Nl, woordenboek oudnederlands) Werd door een nederlander bij ontdekking direct voor ONL verklaard. Teruggevodnen in de kaft van een codex met homiliën van Ælfric ➞ getateerd op 1075-1100, opgeschreven in abdij te Rochester, Kent = na de inval van William of Normandy, die getrouwd was met de dochter van de Graaf van Vlaanderen en die vlaamse huursoldaten in zijn leger had > de contacten bleven zeer uitoerig ook in de volgende eeuwen
Hi[c] Traditioneel gezien als een hypercorrecte vorm van ic door een westvlaming als compensatie voor moeite met h uitspraak
Thu /doe/, mogelijk al /du/ Enkelvoudsvorm, bij ons later vervangen door mv vorm ghi ➞ cf ENG Þu en ye > you nu
Unbîdan Un ≠ moderne un(do) ! ➞ zwakke vorm was a > abide Bîdan “Bijden, afwachten”
Olla Al > ol overgang in Brugse regio, maar pas rond 14e E Kom ook niet voor in bekende OE bronnen ➔ te weinig vergelijkingsmateriaal voor sluitende conclusie
Vogala(s) Mogelijk moest het vogalas zijn _ typisch ingevoonse meervouds-s, zols nu nog aan WVL kust dialecten Vogeles in andere Old Kentish tekst -s misschien vergeten door correct olla
Wessex eenheids mv Pl 1 2 3 _ in Wessex eenheidsmeervoud -að en in Kent -at
Etymologisch taalspelletje? In bijna alle woorden zijn er lettercorrespondenties tussen de latijnse en de ingveoonse tekst ➞ meer lineair historische interpretatie
Runeninscripties | e d | a
-a (dat) “aan Ed” koosnaam: Ed is het eerste deel van een GER naam zoals edward, edmund ➞ wellicht geschenk van een vrouw aan haar man
W Ō T
_ gevonden in Uden, NL, o een zwerfkei _ geschreven in Jongere Futhorc _ moet denken aan acrofonisch principe, waardoor de letters afkortingen zijn voor de namen van de letters > wunja - ōthal - tīw ➞ men denkt dat het een geluksaanroep aan de god Tīw is
3e zinnetje Pompas antem nos dicimus sīniu gelp ando sīnan uuillon Zinsnede in latijnse tekst van doopgelofte, gevonden in de Nederrijnstreek - Gelp “pracht” > uiterlijk vertoon - Ando = enda = unde - Wil-ja (GOT) > willeo (NL) - Sinīu > vrouwelijke vorm van ‘zijn’
De Frankische Omzwervingen Oorsprong Afkomstig uit een gebied in N Duitsland, tegen de zee waar de Saksen zich later gevestigd hebben - Hugas / Hugones uit Hugmerki in laijnse teksten ➞ “de hugo’s” _ zeer algemene naam bij Franken - Humsterland bij Groningen is een overblijsel van Hugmerki In 2 delen geëmigreerd: _ een deel langs de kusten en hugmerki richting Frankrijk _ een ander deel naar midden-duitsland
Salland Salische Franken die de Lex Salica uitvaardigden _ maltho the atōmeo theo “ik zeg, jou laat ik los, dienaar” ~ matÞlian (GOT) ~ thionon “dienen”
De Betue, Gelderland Altijd emigratie in ZW richting
Texandrië (±300) Gebied van de kempen waar eerste contact met de Romeinen plaatsvond ➞ Franken werden foederati De franken moesten helpen om de Rom grenzen te verdedigen tegen andere germanen Onder Keizer Julianus de Afvallige
Slag bij Dispargum (445) Wellicht verkeerd gelezen Dispurgum = modern Duisburg bij Brussel - vermelding van (koning) Chlodio _ koosnaam, verkort; <*hlud “beroemd” - Franken hebben de Romeinen verslagen
Doornik Vermelding van Childerik als koning uit de Merovingische dynastie — vernoemd naar de (mythologsche) koning Merovech — die de romeinse stad Doornik overnam als hoofdkwartier. Childerik werd in 482 op Germaanse wijze begraven
Chlodovech a.k.a. Clovis < hludvīg “bekend door de strijd” Neemt Lutetia in en stoot door tot de Seine. Verovert later ook Zuid-Frankrijk en het Rijngebied, maar vestigt zich daar niet. ➞ De Franken blijven ten N van de Loire > taalgrens
Nederzettingsgeschiedenis Plaatsnamen -inga-heim > hêm > hem > gem ↳ “afstammelingen van…” -sali > -zele / -zaal / -zel / -sel ➞ vermoedelijk ingveoons verschijnsel (mss Saksisch) ➞ overgenomen door de Franken
Oc & Oïl Heel zuidelijk frakrijk was langue d’Oc Beide afkomstig van het latijnse hoc illud Langue d’oil ➞ frans van nu _ zwaar gegermaniseerde romaanse taal, wijkt meest af van latijn
Statische theorieën Kolenwoud Franken zouden op een ondoordringbaar bos gestoten zijn ter hoogte van de huidige N-Z taalgrens ➞ klopt niet want het bos strekte zich eerder van Brussel uit naar het Z, dus geen belemmering om naar het Z te emigreren
Limes Belgicus Grenzen tussen het Rom. Rijk en Germaans gebied verdedigd dmv castra, kampementen - overblijfselen in kleine plaatsnamen _ kassel, kaster, kester ➞ de castra lagen veel te ver uiteen en waren al verlaten rond 250, lang voor de 5e eeuw van Clovis
Dynamische theorieën Sterke versie Massale invl van de franken tot aan de Seine en de Loire Frankisch vormt superstraat boven een geromaniseerd Keltisch > de franken slagen er in hun taal op te dringen Heel massaal, algemeen en zodner uitzonderingen > enorme toevloed van germaanse woorden
- guerre (<werra), gant (<want) - Heester > hêtre; haast > hâte - Hatan > hatir > haïr - Heleboel namen met germaanse oorsprong - robert, gilbert, bertrand, henri ➔ modeverschijnsel: argument vervalt ➔ sterke interpretatie vooral in de 1930s _ Petri & Steinbach
Zwakke versie Gysseling, Dhont, Verlinden - ongeveer 500 woorden in dagelijkse franse woordenschat - Geen massale inval, maar kleine groep die de macht overnam - Na verloop van tijd een beetje gezwicht voor de romaanse cultuur ➞ her-romanisering - Ten zuiden van de huidige taalgrens aangepast aan Romaans — ten nooorden aan Germaans ➔ lineaire taalgrens ontstaan
Taalgrens Oorspronkelijk tot aan Cap Griz Nez & Blanc Nez (!!) nez ≠ neus — nez < nes “landtong”
Wachtendonkse Psalmen Hebreews > grieks > latijn > volkstalen (vanaf 8e, 9e E) Enkele vormen ook in kentish Eadwine’s Psalter teruggevonden
Vertaling info Interlineair, maar doorlopende tekst Woord-voor-woord vertaling met latijnse woordvolgorde, maar wel correcte syntax Ontstaan in 8e-9e E, vertrokken van een reeds bestaande Moeselfrankische versie Eerst gecopieerd van de duitse versie en dan pas vertaald naar Nederfrankisch ➞ eerste psalpen in moeselfrankisch met hier en daar nederfrank woorden — vanaf psalm 10 regelrechte vertaling, ook volledige woorden vervagnen
Justus Lipsius Identificeerde de tekst eerst als OudSaksisch, maar zag later zijn fout in
Abrahamus Milius Navolger van Joh. Gropius Becanus (antwerps als oudste taal ooit) Heeft een Lipsius’ copie van psalm 18 uitgegeven te Leiden 1612 (!) Heel belangrijke bron voor het ONL
Glossaria v/d psalmen - Balon _ foute afschrijving, moet bulon “buil” zijn - Cicatrices “littekens” Gemeenschappelijke fouten wijzen er op dat de bron dezelfde is Bij elk woord staat het nummer van de psalm (!) druk ≠ hs > meer woorden + zuiver alfabetisch in hs versie
Het Berlijnse Hanschrift - afkomstig uit Leiden - Verkocht aan een duitse gezand en meegenomen - Geschreven in 2 verschillende handen, tot 21 psalmen - Ooc copiën van werk van Lipsius’ assistenten - Vanaf 64:14 in kanselarijschrift
Vertaling: Berlijnse HS 1 In quethan sal man of geuuisso ist uuasmo rehlikin En spreken zal men of [er] gewis is welzijn voor de rechtvaardigen.
Berlijnse Hs 2 Anaclador uuithera scapo, in dale thîon salun mit frühti Aandoen de weer van de schapen, in het dal zullen ze gedijen met vruchte
Diezʼschen fragmenten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28.
Zo de goede Israels god voor diegenen die met een recht hart zijn Mijn voeten zijn bijna verroerd, bijna uitgegoten (gestruikeld) zijn mijn passen Want ik was jaloers over de onrechtigen (zondaars), werkelijk ziende de vrede van de zonde Want niet is de aandacht voor de dood van hen (ze hebben geen aandacht voor de dood) en [niet] vastheid van de (tegen)slag In de kwelling vn de mensen zijn ze niet, en met de mensen zijn ze niet gevild (gekweld) ALT zullen ze nie gevild zijn Bij dat (derhalve) hebben ze overmoet, bedekt zijn ze met onrecht en met hun boosaardigheid Voer voord als van smeer hun onrecht, ze voeren in de begeerte van het hart Ze dachten en spraken ergheid (kwaad), onrecht in de hoogte spraken ze Ze zetten in (tegen) de hemel hun mond, en hun tong liep in de aarde Bij/met dit (derhalve) zal teruggedraaid (aangetrokken) worden mijn volk hierheen, en de dagen vol gevonden worden aan hem (➞ en de hele dagen zijn ze er volledig mee vervuld) En ze spraken: “hoe weet god? En of is er wijsheid is in de hoogte?” Ziedaar zij zondaars in de gedijenden in de wereld hadden (hebben) rijkdom En sprak ik: “bijgevolg zodner zaak (reden) hield ik mijn hart recht en waste onder onschuld handen mijn En ik werd gevild de hele dag en mijn kastijding in de morgen” Indien ik zou spreken “vertellen zal ik zo; ziedaar het geslacht van je kinderen
koos ik tegen” Ik dacht na opdat ik het zou kennen, kwelling is voor mij Totdat ik zo u gaan in het heiligdom van god en vernam (inzicht kreeg in) de laatste dingen (dood + hiernamaals) van hem Maar toch (nochtans) door (om wille van) de listen [die] jij werkelijk zette voor hem, jij verwierp hen, toen ze verhoogd werden Hoe gedaan weden zij in vernietiging! Weldra gingen ze teniet, verdiervenze door hun onrecht (zonde) Als de slaap van de heer van de opstaanden in jou stad zal je het beeld van hen (hun persoon) tot niets brengen Want in vlammen is mijn hart en mijn lendenen (= zetel v binneste) werden omgekeerd En ik (die) tot niets gebracht ben en ik wist niet, zoals vee gedaan ben (was) met jou En ik ooit/altijd met jou [was]; jij had (nam) met geweld de voordere hand van mij En in jou wil leidde jij mij en met heerlijkheid ontving je me Wat op gewisse wijze (immers) is voor mij in de hemel, van (behalve) jou? Wat wou ik op aarde? Ging teniet mijn vlees en hart: de god van mijn leven en mijn erfdeel god in de eeuwigheid Want, ziedaar, zij [die] zich verwijderen van jou, zullen teloorgaan, jij verteert allen die scheiden ‘off’ (weg van) jou Aan mij is het goed aan god te kleven, te zetten op here god mijn hoop, dat ik zou verkondigen alle predikingen van jou in de poorten van de dochter van zion (= in jeruzalem)
De Leidse Willeram Beierse overblijfsels De vertaler heeft overal de beierse z [ts] laten staan ➞ meestal door t vervangen om NL woord te krijgen
Hooglied 4: 1. Hoe schoon ge zijt, vriendin van mij, hoe schoon ge zijt; jou ogen zijn van duiven ogen Je haar is als een kudde geiten, die daar op de berg Galaad
2. En zijn jou tanden als dat kudde der geschoren schapen, die daar opgaan van de was (uit de beek), allen met tweeling kweek en hier is geeneen ondrachtig 3. Jou lippen zijn als rood lint en je gebabbel is zoet. Jou wangen zijn als de breuk (kern) van rode appelen (granaatappels) 4. Jou hals is Davis krijgshuis (toren) waar je borstwering boven gewrocht is; Duizend schilden hangen aan de borstwering en krijgswapens alle slag 5. Jou twee borsten zijn als 2 tweeling welpen van de ree, die daar weidenen onder de lelie 6. Totdat de dag opgaat/-geeft en voor d nachtschaduw heen wijkt. Ik wille gaan tot dat mirreberg en tot die wierook heuvel 7. Met alles ben je schoon, vriendin mijn, en geeneen vlek niet is aan dat
Hooglied 7: 2. Hoe lustzaam (angenaam) zijn je gangen, dochter v/h heerdom (princes), in jou schoen De geknoping van je dijen (ronding) de halssierraden zijn, die gesmeed zijn met de hand van een volleerd listmeester (kunstenaar) 3. Je navel is een ronde nap nooit leeg van drinken Je schoot is als een hoop tarwe die daar onbestoken (omgeven) is met lelies 4. ➞ zie hooglied 4, zin 5 5. Je hals is als een olifanten (ivoren) toren Je ogen zijn als de vijvers van Esebon, voor de p oort van de dochter der menigte (= Bat-Rabbîm) 6. Je hoofd is zoals de berg Carmelus gedaan; en is je haar gedaan als koningspurper Dat samen gebonden nochtans zweeft in het … 7. Hoe schoon ende hoe sierlijk zijt gij en hoe lustzaam in je wellusten ! 8. Je gestalte is gelijk een palmboom, en je borsten zijn gelijk de wijndruiven 9. Ik heb mij, ge-enigd (besloten) op de palmboom te stijgen, opdat ik daar tijdig fruit zou nemen Je stank (geur!!) is als die van zoete appels 10. Je keel smaakt als de zoetste wijn.
Morfologie | Substantief Zwakke klasse Soms ook n-klasse genoemd door -n in bijna alle naamvallen Reeds in het ONL was er een neiging om de naamvallen te verminderen _ later N=A bij ♂ sg ➞ gen pl + dat pl > zelfde uigangen voor de 3 genera
♂
N
♀
N
Hêrr-o
Hert-a
Tung-a
G
Hêrr-in
hert-in
Tung-on
D
Hêrr-in
hert-in
Tung-on
A
Hêrr-on/-o
Hert-a
Tung-on
N
Hêrr-on
Hert-on
Tung-on
G
Hêrr-ono
Hert-ono
Tung-ono
D
Hêrr-on
Hert-on
Tung-on
A
Hêrr-on
Hert-on
Tung-on
♂
N
N
Dag
Wort
G
Dag-es/-is
Word-es/-is
D
Dag-e/-i
Word-e/-i
A
Dag
Wort
N
Dag-a
Wort
G
Dag-o
Word-o
D
Dag-on
Word-on
A
Dag-a
Wort
Sterke Klassen A-Stammen
Ja-stammen
Sg
NA
♂
ruggi, putte
Pl
NA
N N
cunni, bilithe cunni, rîki
Wa-stammen N
Sg
N
horo, kuosmero
G D A
strôs horouue, smerewe* strô
* e = svarabhakti vocaal, altijd zelfde als stamklinker
I-stammen ➔ Primaire umlaut (= i-umlaut) : gast > gesti ♂
Sg
N
gast
➔ volledig overgegaan naar dag-paradigma;
Pl
NA
gest-i/-e
geen umlaut in sg + a-stam uitgangen
♀
Sg
Pl
N
Craft
Creft-i/-e
G
Creft-i
Creft-o
D
creft-i
Creft-in
A
craft
Creft-i/-e
♀
Sg
Pl
N
Geu-a
Geu-a
G
Geu-a
Geu-ono
D
Geu-o/-a
Geu-on
A
Geu-a
Geu-a
Ô-stammen ➔ enkel F woorden
Morfologie | Adjectief 2 klassen ➞ germaanse innovatie, bestond niet in PIE De klassen waren gelinkt aan een functie-onderscheid: bepaald > zwak — onbepaald > sterk
Zwakke klasse ➔ zie substantieven van zwakke klasse
Sterke klasse ♂
N
♀
N
/
/
/
G
-es/-is
-es/-is
-ero
D
-on/-in
-in
-ero
A
-an/-in
/
-a
N
-e
/
-a
G
-ero
-ero
-ero
D
-on
-on
-on
A
-e
/
-a
Morfologie | Pronomen personale 1e pers
2e pers
N
Ic
Thu
G
Mîn
thîn
D
Mi
Thi
A
mi
Thi
N
Uui (uuir)
Gi
D
Uns / unsig
iu
A
Uns / unsig
iu
G
3e pers
♂
N
♀
N
He / hie*
It
*siu
G
Sîn / is
(h)iro
D
Imo
(h)iro
A
Imo
(h)sia
N
Sia/sie
G
Iro
D
Im
A
sia * zonder H te klein en te zwak woord ➞ h voor versterking
Morfologie | werkwoord Vocaalharmonie Regel: a, e, o voor andere i, u voor andere
a, e, o i, î, j, u
| |
➔ voor gedekte nasaal (nC) geen vocaalharmonie enkel i of u
Umlaut komt nu enkel nog in het Duits voor
Zwakke werkwoorden Nieuwe klasse die onstaan is in het Germaans : denominale werkwoorden (afgeleid van subst.) 2 pl op -t > uitsluitend kenmerk van zwakke ind. Pres.
Wet van Sievers Bij zwakke klasse I:
VC stam met lange syllabe: VCC DC
➔ themavocaal verdwijnt
Rückumlaut * sat-jan > settan — satta (VT) = rückumlaut ➞ sat-i-da > satda > satta ➞ umlautfactor i was al weg, dus geen echte umlaut
Presens uitgangen Indicatief Sterk en zwak I
Zwak II
1
-on
-on
2
-is
-os
3
-it
-ot
1
-un
*-on
2
-it/-et
*-ot
3
-unt/-ont/-int
-ont/-unt
e/i wisseling in de Sg _ wirthon, timit | ➞ vocaalharmonie: werthon > wirth-on Umlaut van -a- in sg 2 en 3 _ teferit | ➔ Labiele vocalen zjin bewijs dat ales in onbeklemtoonde syllaben al aan het evolueren was naar [ə] ➔ Bij sterke ww:
Conjunctief Sterk en zwak I 1
-e/-i
2
-[es]
3
-e/-i
1
-en/-in/-an
2
-it
3
-en/-in/-an
Imperatief 2e pers
Sterk
Sg
Pl
/
-it
eg. Far!
Zwak I
-i/-e
-it/-et
Zwak II
-o
-it (!)
➞ oorspr II -ot > verval tot [ət]
Infinitief Sterk en zwak I -an/-en/-in, GER. -ana/-ene/-ine Kortsyllabige zwakke hebben gemintie en umlaut : settan < sat-jan Zwak II: -on/-un, GER. -one ➔ Sterke: -an Zwak I: -jan Zwak II: -on
Participium - Sterk en zwak I: -ande/-endi/-indi - Zwak II: -ondi/-undi
Preteritum Uitgangen van de sterke klassen Indicatief 1
-
2
(vocaal mv + umlaut)
3
-
1
-on
2 -on/-un
3
Klassen Klasse
Pres + inf
Pret sg
Pret pl
Part perf
1
î Bîdan
ei/ê Beid/bêt
-i(far-)lithon
-iGe-scriuona
2
ie bedriegan
ô -côs
u drupon
o utgotona
3
e werpan
a -warp
u uurthun
o beuuollan
rinnan
ran
druncun
fardruncon
4
e sprekan
a sprak
â sprâcon
o tebrocan
5
e geuan
a gaf
â gâuon
e gegeuan
6
a faran
uo fuor
ô -fuorun
a irhauan
7
X
Y
Y
X
hêtan gangan slâpan loupon ruopan
-schîd > *schied ginc slîp / riep
-sciethon giengon / -liepon riepan
/ gigangan / / giruopan
Conjunctief
Stam van indicatief preteritum mv + (umlaut) + Sg 1+3 -i/-e sprêke Pl 3 -in: -hêlin
Participium -an / -on
e.g. behald-an/-on
Uitgangen van de zwakke klassen Indicatief
Conjunctief
Participium
1
-da/-ta
-di/-de
Zwak I: -it/et Verbogen: -id- / -ed-
2
-dos/-tos
3
-da/-ta
1
-don/-ton
2
*-dot/*-tot
3
-don/-ton
Klassen Zwak I: kortsyllabige bewaren themavocaal -i- > generida Langsyllabige hebben syncope en “rückumlaut” > sanda ↳ wet van Sievers Zwak II: met themavocaal -o- : thol-o-dun
-di Zwak II: -ot