Taal- en Letterkunde bacheloropleiding
2011
Inhoud | 1
Voorwoord 3 Waarom aan de Universiteit Antwerpen studeren? 4 Studentgerichtheid 4 Innoverende academische opleidingen 4 Infrastructuur 4 Vorming 5 Antwerpen 5 Over Taal- en Letterkunde De studie van taal in al haar verschijningsvormen Maak je keuze uit een bachelorprogramma
6 6 6
Studieopbouw 7 BaMa-structuur 7 Studieopbouw bacheloropleiding 7 Verder studeren na je bachelordiploma 8 Taal- en Letterkunde, iets voor jou? De wetenschappelijke studie van taal en literatuur staat centraal Een aantal vaardigheden kan je slaagkansen gevoelig verhogen
10 10 10
Hoe begin je eraan? Welk diploma heb je nodig?
11 11
Bachelor Taal- en Letterkunde: studieprogramma 12 Opleidingsonderdelen 12 Studiepunten 13 Algemene & algemene disciplinegebonden vakken 13 Studieprogramma bachelor: Nederlands 14 Studieprogramma bachelor: Frans 16 Studieprogramma bachelor: Engels 18 Studieprogramma bachelor: Duits 20 Studieprogramma bachelor: Spaans 21 Studieprogramma bachelor: Italiaans 22 Studieprogramma bachelor: Theater-, Film- en Literatuurwetenschap 23 Keuzevakken voor alle opleidingsonderdelen 24 Opleidingsonderdelen Bachelor eerste jaar: algemene vakken Bachelor eerste jaar: Nederlands Bachelor eerste jaar: Frans Bachelor eerste jaar: Engels Bachelor eerste jaar: Duits
26 26 30 36 38 40
2 | Inhoud
Bachelor eerste jaar: Spaans Bachelor eerste jaar: Italiaans Bachelor eerste jaar: Theater-, Film- en literatuurwetenschap De master Taal- en letterkunde
41 42 44 46
Onderwijs en examens 48 Onderwijs en examens 48 Leerkrediet 49 Ombudspersoon 50 Internationaal 51 Studiebegeleiding 52 Studieadvies en studentenbegeleiding 52 Studietrajectbegeleider 53 Vakspecifieke begeleiding 53 Taalbegeleiding: Monitoraat op maat - Academisch Nederlands 53 Je kansen op de arbeidsmarkt
54
Vier alumni aan het woord
54
Voortstuderen na Taal- en Letterkunde 56 Specifieke leraranopleiding 56 Master-na-masteropleidingen 56 Hoe bereik je makkelijk de campussen? 57 Wegbeschrijving 57 Met de fiets 57 Met de bus of met de tram 57 Met de trein 57 Met de auto 57 Plattegrond van de Stadscampus 58 Stadscampus 58 Bijkomende informatie Provinciale informatiedagen Infomomenten voor toekomstige studenten Brochures over andere opleidingen Departement Sociale, Culturele en Studentgerichte Diensten Faculteit Letteren en Wijsbegeerte
59 59 59 59 60 60
Voorwoord | 3
Welkom bij de Universiteit Antwerpen. Je hebt de weg naar onze universiteit gevonden en je wilt meer informatie over onze instelling en onze studierichtingen. Dit boekje helpt je al een hele stap vooruit in je keuzeproces. De Universiteit Antwerpen is een middelgrote universiteit met meer dan 14 000 studenten. Binnen de Associatie Hogescholen & Universiteit Antwerpen werken we nauw samen met de Plantijnhogeschool, de Karel de Grote-Hogeschool, de Artesis Hogeschool Antwerpen en de Hogere Zeevaartschool. Studeren aan de universiteit is het begin van een nieuwe periode in je leven. Belangrijk is dat je je goed voelt op de universiteit van je keuze en dat je je binnen enkele jaren goed voelt met je behaalde diploma. Daarom stelt de Universiteit Antwerpen alles in het werk om je studietijd aangenaam te maken en de kwaliteit van de opleiding op topniveau te houden. Onze opleidingen worden geregeld bijgestuurd en aangepast aan de maatschappelijke evolutie. ‘Leren is leven’ is de slogan van de Universiteit Antwerpen. Niet zomaar een leuze, want wij maken werk van een goed evenwicht tussen leren en leven. Met ‘kennen’ ben je niets zonder het ‘kunnen’. De link tussen leren en leven is hier voelbaar aanwezig. Als je naar een van onze informatiedagen komt, zal je merken dat het prettig studeren is aan de Universiteit Antwerpen. Zowel onze medewerkers als onze studenten zullen je er graag over vertellen en kijken alvast uit naar de kennismaking! Universiteit Antwerpen Prof. dr. Alain Verschoren Rector
4 | Waarom aan de Universiteit Antwerpen studeren?
Studentgerichtheid De Universiteit Antwerpen staat voor studentgerichtheid. Dit betekent onder andere dat je zoveel mogelijk college volgt in kleine groepen, wat een vlotte interactie mogelijk maakt. Dankzij de kleine afstand tussen studenten en docenten kan je bij je profs terecht met allerlei vragen en problemen. De vlotte communicatie tussen docenten, assistenten en studenten wordt mee ondersteund door de digitale leeromgeving Blackboard. Dat biedt ook nieuwe kansen voor een interactief onderwijssysteem. Studenten worden ook uitgenodigd om actief deel te nemen aan het beleid: in verschillende adviesorganen en raden zijn zij vertegenwoordigd. Tenslotte is de Universiteit Antwerpen bekend voor haar goede studentenbegeleiding en -ondersteuning, waarbij wordt ingespeeld op de individuele noden van alle studenten. Innoverende academische opleidingen De Universiteit Antwerpen biedt innoverende academische opleidingen, waarbij de opleidingen zowel oog hebben voor theorie als voor praktijk. De opleidingen zijn stevig verankerd in sterk wetenschappelijk onderzoek, dat ook internationale faam geniet. De ‘ivoren’ academische toren werd reeds lang geleden gesloopt: academici hechten veel belang aan een voortdurende uitwisseling met de steeds evoluerende samenleving. Bij je studie aan de Universiteit Antwerpen staat niet zozeer het memoriseren van feitenkennis centraal: je verwerft relevante kennis en vaardigheden die je nodig hebt om beroepsrelevante opdrachten en problemen op te lossen. De BaMa-structuur schept ruimte voor vernieuwing en verbetering. Nieuwe opleidingen werden ingevoerd, keuzemogelijkheden binnen bestaande opleidingen verruimd. Infrastructuur Voor haar onderwijs beschikt de Universiteit Antwerpen over de meest moderne infrastructuur: goed uitgeruste les- en computerlokalen, laboratoria, bibliotheken en studielandschappen. In alle publieke ruimten zijn er hotspots waar je draadloos kunt surfen. De laatste jaren werd ook op grote schaal geïnvesteerd in nieuwe gebouwen om het toenemend aantal studenten op te vangen en hen een aangename leeromgeving te bieden.
Waarom aan de Universiteit Antwerpen studeren? | 5
De Universiteit Antwerpen is een middelgrote universiteit met meer dan 14 000 studenten, verspreid over vier campussen en zeven faculteiten. De campussen Middelheim, Groenenborger en Drie Eiken liggen aan de stadsrand, in een groene omgeving. De campussen Middelheim en Groenenborger grenzen aan het openluchtmuseum Middelheim en aan het Nachtegalenpark. Studeer je op campus Drie Eiken dan kan je volop genieten van de groene oase van Fort VI en de mooie vijvers rondom de campus. De Stadscampus, met zijn kern van prachtig gerenoveerde 16de-eeuwse gebouwen, ligt in hartje Antwerpen. Vorming De Universiteit Antwerpen wil niet alleen opleidingen aanbieden, maar ook een brede vorming. Jonge mensen laten opgroeien tot professionelen met een kritische ingesteldheid, een tolerante en constructieve houding. De Universiteit Antwerpen kiest resoluut voor pluralisme en verwelkomt diversiteit in haar curricula, en bij personeel en studenten. Antwerpen Je kiest natuurlijk ook voor de stad Antwerpen. Studeren is meer dan met je neus in de boeken zitten. Wie in Antwerpen komt studeren, kiest voor een studentenstad. Antwerpen is niet alleen een universiteitsstad: het is een bruisende metropool met een uniek cultuurhistorisch aanbod, een wereldhaven, een overvloed aan cafés en restaurants, clubs, gezellige pleintjes, cultuur, architectuur, mode, sportinfrastructuur... Kort samengevat: een stad waarin Antwerpenaars, bezoekers en studenten graag wegzinken.
Speciaal voor de lancering van de nieuwe huisstijl van de Universiteit Antwerpen schreef oud-student Pieter Embrechts het lied “U Aan het woord”. In deze brochure vertellen wij graag over onze universiteit, daarna is het woord aan “A”!
6 | Over Taal- en Letterkunde
De studie van taal in al haar verschijningsvormen De opleiding Taal- en Letterkunde concentreert zich op de studie van taal in al haar verschijningsvormen. Je krijgt inzicht in de ta(a)l(en) van je keuze (taalkunde), je leert deze zowel mondeling als schriftelijk gebruiken (taalbeheersing), en je maakt uitgebreid kennis met de literatuur en cultuur van de taalgebieden van je keuze. Maak je keuze uit een flexibel programma De Universiteit Antwerpen biedt een flexibel programma aan met verschillende types. Je kiest een taal uit het brede aanbod (Nederlands, Frans, Engels, Duits, Spaans en Italiaans) en combineert deze met een tweede taal uit dit aanbod (type 1), óf met Theater-, Film- en Literatuurwetenschap (TFL) (type 2). Welke afstudeerrichting je ook kiest, de componenten taalbeheersing, taalkunde en letterkunde zijn altijd in het programma opgenomen. Je leert de ta(a)l(en) beheersen in verschillende omstandigheden, met een deskundigheid die deze van een moedertaalspreker benadert. In taalkunde bestudeer je individuele talen en probeer je een antwoord te vinden op vragen als: wat is taal, wat maakt het verschijnsel menselijke taal tot wat het is? Literatuurwetenschap is gericht op de studie van literatuur en van individuele werken in verschillende talen. Behalve met taal- en literatuurwetenschap kan je ook kennis maken met een aantal hulpwetenschappen zoals Wijsbegeerte, Psychologie, Antropologie, Sociologie of Geschiedenis. Taal is immers verweven met mens en samenleving en kan niet in een vacuüm bestudeerd worden. In de afstudeerrichting Theater-, Film- en Literatuurwetenschap analyseer je podiumkunsten, film en literatuur vanuit verschillende invalshoeken. Je krijgt inzicht in de belangrijkste literatuuropvattingen en recente theorievorming, je leert een aantal onderzoeksmethoden voor de wetenschappelijke studie van verschillende kunstvormen, je oefent creatief schrijven van teksten en beargumenteerd kritiek geven, enz.
Studieopbouw | 7
BaMa-structuur De masteropleiding Taal- en Letterkunde omvat een drie jaar durende academische bacheloropleiding (180 sp.) en een éénjarige masteropleiding (60 sp.). Mogelijk wordt er in de nabije toekomst voor de masteropleiding een studieduurverlenging naar een tweejarige masteropleiding (120 sp.) voorzien. Met een academisch bachelordiploma in handen heb je optimale kansen om een master te starten. Studieopbouw bacheloropleiding De bachelorstudie heeft een omvang van 180 studiepunten. Het aantal studiepunten dat aan een opleidingsonderdeel is toegekend geeft een idee van de belasting die dat opleidingsonderdeel binnen de totale opleiding vertegenwoordigt. Na de bachelor kan je een meer gespecialiseerde master volgen. Tijdens de bachelorstudie zijn er ook al een groot aantal keuzemogelijkheden zodat je bepaalde interessegebieden al in de eerste drie jaar verder kan uitbouwen. Belangrijk is dat je in totaal 180 studiepunten behaalt, gespreid over 3 jaar (voorbeeldtrajecten voor de drie bachelorjaren schommelen tussen de 54 en de 66 studiepunten per jaar). In grote lijnen ziet het programma er zo uit:
ALGEMENE & ALGEMENE DISCIPLINEGEBONDEN OpleidingsonderdelEN Algemene opleidingsonderdelen Inleiding tot de Westerse wijsbegeerte Wetenschappelijke vaardigheden Levensbeschouwelijk vak Keuzevak (uit een korf algemene opleidingsonderdelen van historische, filosofische of sociologische aard) Algemene disciplinegebonden opleidingsonderdelen: • Algemene taalwetenschap Algemene taalkunde Interdisciplinaire taalkunde • Algemene literatuurwetenschap Literaire genres Intertekstualiteit: mythologie, bijbel en literatuur Literatuuropvattingen en filosofie
14-17 sp. 4 sp. 4 sp. 3 sp. 3 tot 6 sp. 24 sp. 12 sp. 6 sp. 6 sp. 12 sp. 4 sp. 4 sp. 4 sp.
8 | Studieopbouw
AFSTUDEERRICHTINGEN Type 1: een combinatie van twee talen, te kiezen uit Nederlands, Frans, Engels, Spaans, Duits, Italiaans (waarbij alleen de combinatie Spaans – Italiaans in principe niet mogelijk is); per taal is er een pakket taalbeheersing en cultuur, een pakket taalkunde en een pakket literatuurstudie; de verhouding tussen deze pakketten varieert enigszins van taal tot taal. (programma talen: zie p. 14-24) 2 x 60 = 120 sp. Type 2: een combinatie van één taal met 60 sp. Theater-, Film- en Literatuurwetenschap (TFL). (programma TFL: zie p. 24) 2 x 60 = 120 sp.
VRIJE RUIMTE Opleidingsonderdelen te kiezen uit het ruime opleidingsaanbod; kan gebruikt worden om een gekozen afstudeerrichting sterker uit te bouwen, of om de opleiding te verbreden (9-12 sp).
SCRIPTIE De bachelorscriptie is een zelfstandig werkstuk geschreven op basis van literatuurstudie en zelfstandig onderzoek. Zij sluit het bachelorprogramma af met 10 sp. Verder studeren na je universitair diploma De verdere studie- en specialisatiemogelijkheden zijn: • Specifieke lerarenopleiding; • Een andere masteropleiding; • Master-na-masteropleiding; • Doctoraatsopleiding; • Postacademische vorming (postgraduaten en permanente vorming). Afzonderlijke brochures i.v.m. de verdere studie- en specialisatiemogelijkheden en de doctoraatsopleiding zijn verkrijgbaar bij de achteraan vermelde diensten.
Studieopbouw | 9
10 | Taal- en Letterkunde, iets voor jou?
De wetenschappelijke studie van taal en literatuur staat centraal In de studierichting Taal- en Letterkunde staat de wetenschappelijke studie van taal en literatuur centraal. Een uitgesproken aanleg voor talen in het algemeen en een goede verbale begaafdheid zijn voorwaarden voor een succesvol studieverloop. Voor Nederlands, Frans of Engels zijn een goede taalkennis en vlotheid noodzakelijk. Wanneer je kiest voor Spaans, Italiaans of Duits, is er geen voorkennis vereist. Een aantal vaardigheden kan je slaagkansen gevoelig verhogen Behalve aanleg voor en beheersing van (bepaalde) talen, kunnen een aantal andere vaardigheden je slaagkansen gevoelig verhogen. Zo zijn een goed abstraheervermogen, de vaardigheid om verbanden te leggen en om aspecten in een ruimere context te bekijken, oog voor wetenschappelijke exactheid en een goed geheugen belangrijke troeven voor een student Taal- en Letterkunde. Als je Taal- en Letterkunde wil studeren, moet je veel belangstelling hebben voor taalkunde en literatuurstudie, én voor de cultuur en geschiedenis van de ta(a)l(en) van je keuze. Taal kan niet los van mens en samenleving worden bestudeerd: interesse voor algemene filosofische, psychologische en cultuurhistorische onderwerpen is eveneens belangrijk. Permanente evaluatie, voorbereiding van colleges, verwerking van literatuuropdrachten vragen een positieve werkattitude en een flinke dosis doorzettingsvermogen.
Hoe begin je eraan? | 11
Welk diploma heb je nodig? Om te worden toegelaten tot de bachelorstudie Taal- en Letterkunde, moet je in principe een diploma van het secundair onderwijs bezitten. Ook wie geen diploma secundair onderwijs bezit, kan onder bepaalde omstandigheden toegelaten worden tot een universitaire studie, maar dan op basis van ‘elders verworven competenties’ (zoals relevante werkervaring). Buitenlandse studenten moeten beschikken over een equivalent getuigschrift of over een diploma dat hen in eigen land toegang verleent tot een gelijkwaardige studierichting. Wie in het secundair onderwijs aan een niet-Nederlandstalige school les volgde, neemt deel aan de interuniversitaire taaltest voor Anderstaligen: een gestandaardiseerde test die je schriftelijke en mondelinge taalbeheersing van het Nederlands nagaat. Als je vragen hebt in verband met de toelatingsvoorwaarden, neem je best contact op met de International Student Officer (
[email protected]).
12 | Bachelor Taal- en Letterkunde: studieprogramma
www.ua.ac.be/collegeroosters Zoek je een voorbeeld van een collegerooster? Surf dan naar www.ua.ac.be/collegeroosters. Daar vind je een overzicht van de huidige collegeroosters. Opleidingsonderdelen In het volgende overzicht vind je de opleidingsonderdelen van de bachelorjaren. Omdat het academiejaar uit twee semesters bestaat, van september tot januari en van februari tot juli, worden de lessen van bepaalde opleidingsonderdelen meestal in één semester gegroepeerd. Elk semester heeft dus een eigen collegerooster. In het modeltraject, dat hier wordt voorgesteld, komen vermeldingen voor als ‘vanaf Ba2’, ‘te volgen in Ba2 of Ba3’, ‘kan vanaf Ba2 gevolgd worden’. Deze vermeldingen zijn bedoeld als suggesties, die de studenten moeten helpen bij het samenstellen van hun jaarprogramma. Daarin gesteund door de vakbeschrijving dienen zij zelf in te schatten of zij over voldoende voorkennis beschikken om een bepaald opleidingsonderdeel te volgen en met succes af te ronden.
Bachelor Taal- en Letterkunde: studieprogramma | 13
Studiepunten De kolom met de studiepunten geeft een idee van de belasting die elk opleidingsonderdeel binnen de totale opleiding vertegenwoordigt. De studiepunten geven een indicatie van de geschatte studielast per opleidingsonderdeel. In het berekenen van het totale examenresultaat wordt hiermee rekening gehouden. Een studiepunt omvat 25 tot 30 uur onderwijs, studie en andere activiteiten.
ALGEMENE & ALGEMENE DISCIPLINEGEBONDEN OpleidingsonderdelEN (TAAL- EN LETTERKUNDE) Het bachelorprogramma aan de Universiteit Antwerpen omvat een aantal algemene opleidingsonderdelen (ter waarde van 14 tot 17 studiepunten) en een pakket disciplinegebonden opleidingsonderdelen (24 studiepunten) die de specifieke taal overstijgen en daarom door iedereen moeten worden gevolgd. sp. Algemene opleidingsonderdelen Inleiding tot de Westerse wijsbegeerte
4
Wetenschappelijke vaardigheden
4
Levensbeschouwing
3
Keuzevak (uit een korf algemene opleidingsonderdelen van historische, filosofische of sociologische aard) • Inleiding tot de sociologie (6 sp.) • Antropologie (4 sp.) • Inleiding tot de cultuurfilosofie (5 sp.) • Wetenschapsfilosofie en kennisleer (4 sp.) • Samenleving, feiten en problemen (6 sp.) • Ethiek (5 sp.)
4-6
Algemene disciplinegebonden opleidingsonderdelen Algemene taalwetenschap: • Algemene taalkunde (6 sp.) • Interdisciplinaire taalkunde (6 sp.) Algemene literatuurwetenschap: • Literaire genres (4 sp.) • Intertekstualiteit: mythologie, bijbel en literatuur (4 sp.) • Literatuuropvattingen en filosofie (4 sp.)
4-6
14 | Bachelor: Nederlands
Bachelor eerste jaar: Nederlands
sp.
Cultuurgeschiedenis van de Nederlanden
4
Nederlandse taalbeheersing 1
4
Inleiding tot de studie van de oude Nederlandse letterkunde
4
Inleiding tot de studie van de moderne Nederlandse letterkunde
4
Nederlandse taalkunde 1: basisbegrippen Nederlandse grammatica
4
Keuzevakken Nederlandse letterkunde: oudere geestelijke letterkunde (vanaf Ba 1)
4
Nederlandse letterkunde: moderne klassieken 1/2 (vanaf Ba 1)
4
Bachelor: Nederlands | 15
Bachelor tweede jaar: Nederlands
sp.
Nederlandse taalbeheersing 2
4
Geschiedenis van de Nederlandse letterkunde 1: middeleeuwen, rederijkerstijd en renaissance
4
Geschiedenis van de Nederlandse letterkunde 2: van de Franse revolutie tot de Grote Oorlog
4
Nederlandse taalkunde 2: interdisciplinaire benaderingen
4
Nederlandse taalkunde 3: externe taalgeschiedenis (tweejaarlijks vanaf 2011-2012, te volgen in Ba 2 of Ba 3)
4
Nederlandse taalkunde 4: synchrone grammatica
4
Bachelor derde jaar: Nederlands
sp.
Nederlandse taalbeheersing 3
4
Geschiedenis van de Nederlandse letterkunde 3
4
Nederlandse taalkunde 5: diachrone taalstudie
4
Keuzevakken Nederlandse letterkunde: middeleeuwen (vanaf Ba 2)
4
Nederlandse letterkunde: oudere geestelijke letterkunde (vanaf Ba 1)
4
Nederlandse letterkunde: renaissance (vanaf Ba 2)
4
Nederlandse letterkunde: negentiende eeuw (vanaf Ba 2)
4
Nederlandse letterkunde: moderne klassieken 1 of 2 (vanaf Ba 1)
4
Hedendaagse Nederlandse letterkunde (vanaf Ba 2)
4
Inleiding lexicologie en lexicografie (vanaf Ba 2)
4
16 | Bachelor: Frans
Bachelor eerste jaar: Frans
sp.
Franse taalbeheersing 1: grammatica en lexicon
4
Franse taalbeheersing 1: spreek- en schrijfvaardigheid
4
Inleiding tot de Franse letterkunde 1: oude periode
4
Franse taalkunde 1: externe geschiedenis van het Frans en Latijn
4
Franse taalkunde 1: taalkunde van het moderne Frans
4
Bachelor tweede jaar: Frans
sp.
Franse taalbeheersing 2: grammatica en lexicon
4
Franse taalbeheersing 2: spreek- en schrijfvaardigheid
4
Inleiding tot de Franse letterkunde 2: moderne periode – historisch deel
4
Inleiding tot de Franse letterkunde 2: moderne periode – methodologisch deel
4
Franse taalkunde 2: interne geschiedenis van het Frans en Oudfrans
4
Franse taalkunde 2: taalkunde van het moderne Frans
4
Bachelor: Frans | 17
Bachelor derde jaar: Frans
sp.
Franse taalbeheersing 3: spreek- en schrijfvaardigheid
4
Inleiding tot de Franstalige letterkunden
4
Eén keuzevak Franse letterkunde
4
Eén keuzevak Franse taalkunde
4
Keuzevakken Franse letterkunde (kunnen vanaf Ba 2 gevolgd worden als keuzevak in de vrije ruimte): 1. Latijnse teksten
4
2. Franse teksten: ancien régime
4
3. Franse teksten: 19de eeuw proza
4
4. Franse teksten: 20ste eeuw proza
4
5. Frans-joodse hedendaagse literatuur (tweejaarlijks vanaf 2011-2012, te volgen in Ba 2 of Ba 3)
4
Keuzevakken Franse Taalkunde (kunnen vanaf Ba 2 gevolgd worden als keuzevak in de vrije ruimte): 1. Aspecten van Latijnse taalkunde
4
2. Synchrone taalkunde v. h. Frans: semantiek
4
3. Synchrone taalkunde v. h. Frans: sociolinguïstiek
4
4. Diachrone taalkunde v. h. Frans
4
18 | Bachelor: Engels
Bachelor eerste jaar: Engels
sp.
English proficiency 1
6
English grammar 1
6
Introduction to the study of literature in English
4
Fiction in English: Nobel Prize Winners since 1950
4
Bachelor tweede jaar: Engels
sp.
English proficiency 2
6
English grammar 2
6
Literary texts in English 1: romanticism
4
Literary texts in English 2: Realism
4
The development of English (te volgen in Ba 2 of Ba 3)
4
Englishes (vanaf 2010-2011)/ English as a Germanic language (vanaf 2011-2012) (te volgen in Ba 2 of Ba 3) (alterneren; slechts één van de opleidingsonderdelen is verplicht)
4
Keuzevakken (kunnen vanaf Ba 2 gevolgd worden in de vrije ruimte): Literary texts in English 5: Romantic fiction
4
Literary texts in English 6: Contemporary British fiction
4
Cultural history of the United States
4
Cultural history of the United Kingdom
4
English phonology
4
Language in use: applied linguistics
4
Bachelor: Engels | 19
Bachelor derde jaar: Engels
sp.
Advanced English practice
4
The development of English (te volgen in Ba 2 of Ba 3)
4
Englishes (vanaf 2010-2011)/English as a Germanic language (vanaf 2011-2012) (te volgen in Ba 2 of Ba 3) (alterneren; slechts één van de opleidingsonderdelen is verplicht)
4
Literary texts in English 3: modernism
4
Literary texts in English 4: postmodernism
4
Keuzevakken Literary texts in English 7: Shakespeare (enkel te volgen in Ba 3)
4
Literary texts in English 8: Queer fiction (enkel te volgen in Ba 3)
4
Cultural history of the United States (te volgen vanaf Ba 2)
4
Cultural history of the United Kingdom (te volgen vanaf Ba 2)
4
English phonology (te volgen vanaf Ba 2)
4
Language in use: applied linguistics (te volgen vanaf Ba 2)
4
20 | Bachelor: Duits
Bachelor eerste jaar: Duits
sp.
Duitse taalbeheersing 1
4
Duitse grammatica: theorie 1
4
Duitse grammatica: oefeningen 1
4
Geschiedenis van de Duitse literatuur 1
4
Duitse teksten 1
4
Bachelor tweede jaar: Duits
sp.
Duitse taalbeheersing 2
4
Inleiding tot de Duitse taalwetenschap
4
Duitse grammatica: theorie 2
4
Duitse grammatica: oefeningen 2
4
Geschiedenis van de Duitse literatuur 2 (tweejaarlijks vanaf 2010-2011, te volgen in Ba 2 of Ba 3)
4
Cultuurgeschiedenis van het Duitstalige gebied (tweejaarlijks vanaf 2011-2012, te volgen in Ba 2 of Ba 3)
4
Duitse teksten: capita selecta 1 of 2 (kunnen gevolgd worden in Ba 2 of in Ba 3)
4
Bachelor derde jaar: Duits
sp.
Duitse taalbeheersing 3
4
Grammaticalisatie en taalverandering
4
Geschiedenis van de Duitse literatuur 2 (tweejaarlijks vanaf 2010-2011, te volgen in Ba 2 of Ba 3)
4
Cultuurgeschiedenis van het Duitstalige gebied (tweejaarlijks vanaf 2011-2012, te volgen in Ba 2 of Ba 3)
4
Duitse teksten: capita selecta 1 of 2 (kunnen gevolgd worden in Ba 2 of Ba 3)
4
Keuzevakken Nationale en regionale variëteiten van het Duits (enkel te volgen in Ba 3)
4
Bachelor: Spaans | 21
Bachelor eerste jaar: Spaans
sp.
Grammatica en taalbeheersing van het Spaans 1
6
Grammatica en taalbeheersing van het Spaans 2
6
Spaanse taalkunde 1
4
Inleiding tot de studie van de Spaanse en Spaans-Amerikaanse cultuur en literatuur
4
Bachelor tweede jaar: Spaans
sp.
Grammatica en taalbeheersing Spaans 3
4
Samenleving en cultuur in Spanje
4
Spaanse taalkunde 2
6
Spaanse en Spaans-Amerikaanse letterkunde 1
6
Bachelor derde jaar: Spaans
sp.
Spaanse taalbeheersing 4
4
Samenleving en cultuur in Spaans-Amerika
4
Spaanse taalkunde 3
4
Spaanse letterkunde 2
4
Spaans-Amerikaanse letterkunde 2
4
22 | Bachelor: Italiaans
Bachelor eerste jaar: Italiaans
sp.
Italiaanse taal: woordenschat
4
Italiaanse taal: grammatica
4
Mondelinge taalvaardigheid Italiaans
4
Schriftelijke taalvaardigheid Italiaans
4
Samenleving en cultuur van Italië 1
4
Bachelor tweede jaar: Italiaans
sp.
Toegepaste taalkunde Italiaans 1
4
Samenleving en cultuur van Italië 2 (tweejaarlijks vanaf 2010-2011, te volgen in Ba 2 of in Ba 3)
4
Italiaanse taalkunde 1: inleiding tot de Italiaanse taalkunde
4
Italiaanse taalkunde 2: systeem- en variatiebeschrijving van het moderne Italiaans
4
Italiaanse letterkunde 1: zes eeuwen literaire cultuur in Italië: Da Dante a Goldoni
4
Italiaanse letterkunde 2: Da Manzoni al Novecento fino ai giorni nostri
4
Bachelor derde jaar: Italiaans
sp.
Toegepaste taalkunde Italiaans 2
4
Samenleving en cultuur van Italië 2 (tweejaarlijks vanaf 2010-2011, te volgen in Ba 2 of in Ba 3)
4
Italiaanse taalkunde: de ontwikkeling van het moderne Italiaans
6
Italiaanse letterkunde
6
Keuzevak Film e storia (te volgen in Ba 2 of in Ba 3)
4
Bachelor: Theater- Film- en Literatuurwetenschap | 23
Bachelor eerste jaar: Theater-, Film- en Literatuurwetenschap
sp.
Geschiedenis van de film 1
6
Theatergeschiedenis 1: van de Oudheid tot de 18de eeuw
4
Theatergeschiedenis 2: van de 18de eeuw naar de moderniteit
4
Literatuurgeschiedenis
6
Keuzevak Tekst en stem
4
Bachelor tweede jaar: Theater-, Film- en Literatuurwetenschap
sp.
Geschiedenis van de film 2: stijl en techniek
4
Theaterwetenschap: grondslagen
4
Filmtheorie en filmgenres
4
Literatuursociologie: literaire instituties
4
Cultuur van de moderniteit 1
4
Bachelor derde jaar: Theater-, Film- en Literatuurwetenschap
sp.
Opvoeringsanalyse
6
Literatuur, film en techniek: transport en (tele)communicatie
4
Cultuur van de moderniteit 2
4
Zelfstudie-onderdeel of stage Of Woord en beeld
6
24 | Keuzevakken voor alle opleidingsonderdelen
Keuzevakken voor alle opleidingsonderdelen (vanaf Ba 2 of Ba 3)
sp.
Afrikaanse taalkunde
4
Afrikaanse letterkunde
4
Terminologie
3
Vertaalwetenschap
3
Jeugdliteratuur
4
Inleiding tot de structuur van een niet Indo-Europese taal: Swahili
4
Keuze uit opleidingsonderdelen ‘Joodse studies’
Als je Taal- en Letterkunde wil studeren, moet je veel belangstelling hebben voor taalkunde en literatuurstudie, én voor de cultuur en geschiedenis van de ta(a)l(en) van je keuze.
Keuzevakken voor alle opleidingsonderdelen | 25
26 | Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar: algemene vakken
www.ua.ac.be/taal-en letterkunde In deze brochure laten we je kennis maken met de inhoud van de opleidingsonderdelen van de bachelor Taal- en Letterkunde. Op de website vind je meer uitgebreide informatie terug over de begin- en eindtermen, werkvormen, evaluatie, noodzakelijk en aanbevolen studiemateriaal.
BACHELOR EERSTE JAAR ALGEMENE BASISOPLEIDINGSONDERDELEN Inleiding tot de Westerse wijsbegeerte Deze cursus wil je via een historisch-thematische benadering laten kennismaken met de belangrijkste stromingen en ideeën uit de Westerse filosofie. Algemeen keuzevak. Eén opleidingsonderdeel te kiezen uit: Inleiding tot de sociologie De cursus wil je een eerste, grondige kennismaking bieden met de sociologie, dit is de wetenschap die het menselijk handelen in sociaal verband tracht te beschrijven en te verklaren. Die kennismaking gebeurt in drie stappen. 1) Om te beginnen wordt het specifieke van de sociologische benaderingswijze duidelijk gemaakt door haar af te bakenen van de andere menswetenschappen en van meer speculatieve benaderingen van het menselijk handelen. 2) Vervolgens wordt het sociologische basisinstrumentarium (vakbegrippen en analytische denkkaders) systematisch ontvouwd en overvloedig geïllustreerd. 3) Tenslotte worden enkele belangrijke sociale problemen en sociologische deelgebieden verkend. Antropologie In een eerste deel wordt een bondig overzicht geboden van belangrijke thema’s uit de culturele en de biologische antropologie enerzijds, de psychologie anderzijds.
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar: algemene vakken | 27
In een tweede gedeelte worden de invloedrijkste mensbeelden uit de psychologische antropologie besproken, met name het (neo)behaviorisme, het holisme, de psychodynamische antropologie, de humanistische antropologie en de existentiële antropologie. Inleiding tot de cultuurfilosofie Het opleidingsonderdeel ‘Inleiding tot de cultuurfilosofie’ bestaat uit 2 delen. In het eerste deel wordt ingegaan op de betekenis en de oorsprong van de cultuurfilosofie. Vervolgens wordt vanuit H. Arendts “Vita Activa” een cultuurfilosofische analyse van de moderniteit gegeven als aanzet tot de interpretatie van de hedendaagse crisis in de cultuur. In het tweede deel van de cursus worden een aantal hedendaagse cultuurfilosofische debatten geanalyseerd, zo onder meer de erfenis van de verlichting, het postmodernisme, het multiculturalisme. Wetenschapsfilosofie en kennisleer • Het probleem van het verklaren - deductief nomologische verklaringen - handelingsverklaringen; • Het probleem van de waardevrijheid (Max Weber); • De constructie van de sociale realiteit (Searle); • Theorie en ervaring in het positivisme, het kritisch rationalisme (Popper) en in de wetenschapsfilosofie van Th. S. Kuhn; • Narratieve zinnen in Danto’s geschiedenisfilosofie; • Feit en interpretatie in de historische wetenschappen. Samenleving, feiten en problemen Deze cursus behandelt enkele actuele problemen van de welvaartsstaat: groei en crisis van de welvaartsstaat; welvaart, groei, inflatie, werkgelegenheid; bevolking en beroepsbevolking; de sociale organisatie van de welvaartsstaat; de overheid als centrale herverdeler; verdeling van de geldinkomens; de verdeling van de sociale goederen en diensten; de politieke democratie. Ethiek In een eerste deel ‘Ethiek, (post)moderne cultuur en keuzevrijheid’ wordt een overzicht gegeven van enkele conventionele begripsbepalingen (hfdst. 1), wordt ingegaan op de vermeende crisis van de moderne en postmoderne
28 | Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar: algemene vakken
ethiek (hfdst. 2) en wordt een verband gelegd tussen ethiek en vrijheidsopvatting (hfdst. 3). Deel twee ‘Typen van wijsgerige ethiek’ bespreekt aan de hand van een aantal casussen de belangrijkste hedendaagse ethische theorieën: de consequëntiële ethiek (prudentialisme en utilitarisme; hfdst. 4), de intentie-ethiek (Kant, Levinas; hfdst. 5), de deugdethiek (Aristoteles, McIntyre; hfdst. 6) en de hermeneutische ethiek (Kierkegaard, Gadamer, Van Tongeren; hfdst. 7).
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar: algemene vakken | 29
ALGEMENE DISCIPLINEGEBONDEN OPLEIDINGSONDERDELEN Algemene taalkunde De cursus geeft een algemene inleiding tot de taalwetenschap. In het inleidende gedeelte komen volgende thema’s aan bod: “Wat is taalkunde?”, “De kenmerken van menselijke taal”, “Taalfamilies”, “Linguïstische relativiteit en taaluniversalia”. “De verschillende disciplines van de taalkunde”. Vervolgens worden de verschillende subdisciplines van de taalkunde en hun basisbegrippen voorgesteld: • Fonetiek en fonologie (de klanken en de klanksystematiek). • Morfologie (woordvorming). • Lexicale semantiek (de betekenis van woorden en woorddelen). • Syntaxis (constructies en de structuur van de zin). • Zinssemantiek en pragmatiek (betekenis en gebruik van taaluitingen). Daarbij wordt ook beknopt informatie gegeven over de geschiedenis van de taalkunde en over de wijze waarop de verschillende basisbegrippen van die wetenschap zich ontwikkeld hebben. Literaire genres Om een greep te krijgen op de veelheid van teksten die als literatuur functioneren werken critici en literatuurwetenschappers graag met etiketten. De etiketten met de meest algemene toepassing zijn “proza”, “poëzie” en “drama”. De literatuurwetenschap werkt dus met het vermoeden dat elk van deze tekstsoorten op een manier kan worden benaderd die wezenlijk verschilt van de aanpak van de twee andere. Voor proza werd de narratologie ontwikkeld, waarmee men in principe elke verhalende tekst te lijf kan. In het deel over poëzie wordt de student vertrouwd gemaakt met de basisbegrippen uit de wetenschappelijke poëziekritiek zoals vorm, ritme/metrum, klankeffecten en stijlfiguren. De behandeling van drama gaat uit van het idee dat deze tekstsoort specifiek ontworpen werd voor de scène; het is een pre-tekst voor het theater.
30 | Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar: Nederlands
NEDERLANDS Cultuurgeschiedenis van de Nederlanden Het opleidingsonderdeel volgt het stramien van het hieronder vermelde, niet verplichte maar als achtergrondliteratuur wel aanbevelenswaardige handboek van Blom & Lamberts (Geschiedenis van de Nederlanden, 3e ed. Rijswijk, 2003). De uiteenzetting is ingedeeld in de volgende hoofdstukken: 1. Een lange aanvangsperiode (tot en met tiende eeuw): het landschap en zijn bewoners in de tijd van Kelten, Romeinen, en Germanen; de Merovingische periode en de herkerstening; de Karolingische periode met bijzondere aandacht voor de zogenaamde “Karolingische renaissance”; de desintegratie van het Karolingische rijk, de opkomst van de feodaliteit en van de landsheerlijkheid Vlaanderen. 2. De periode van de landsheerlijkheden (elfde-dertiende eeuw): de opkomst van Vlaanderen, Brabant, Holland; het in cultuur brengen van het landschap en de opkomst van de steden; de Gregoriaanse hervorming en de opkomst van nieuwe religieuze bewegingen in de twaalfde en dertiende eeuw; kerkelijke bouwkunst in het Maasland en in het Scheldebekken; edelsmeedkunst in het Maasland. 3. De vorming van een politieke unie (veertiende-zestiende eeuw): de crisissen van de veertiende eeuw; de politieke macht van de steden en de doorbraak van een burgercultuur; de Bourgondische vereniging in de vijftiende eeuw; laatmiddeleeuwse religiositeit gekenmerkt door formalisme en emotionaliteit; de Vlaamse Primitieven; laatmiddeleeuwse burgerlijke architectuur, muziek, tapijtkunst, miniatuurkunst; Bourgondische en stedelijke theatraliteit en de rol van de rederijkers; de eeuw van Habsburg: Antwerpens gouden eeuw; exuberante laatgotiek en renaissance; humanisme en boekdrukkunst; muziek; nieuwe genres in de schilderkunst; Pieter Bruegel; de Opstand. 4. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1588-1780): de bestuursvorm van de Republiek; de twisten van het Twaalfjarig Bestand; het goud van de Gouden Eeuw: VOC en WIC; de Hollandse schildersschool; Hals, Rembrandt, Vermeer; de handelsoorlogen en het eerste stadhouderloze tijdperk; het rampjaar; Willem III, het tweede stadhouderloze tijdperk en het verval van de Republiek; classicisme en Verlichting. 5. De Spaanse en Oostenrijkse Nederlanden: de aartshertogen; de versterking van het absolutisme; de triomf van de Contrareformatie; de barok in
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar: Nederlands | 31
architectuur en schilderkunst; Rubens en Van Dyck; de Oostenrijkse periode; de doorbraak van de Verlichting. 6. Revolutie in Noord en Zuid (1780-1830): de Patriotten en de Bataafse Revolutie in het Noorden; de hervormingen van Jozef II, de Brabantse Omwenteling en de aanhechting bij Frankrijk in het Zuiden; het Verenigd Koninkrijk en de onafhankelijkheid van België. 7. België sinds 1830: de liberale burgerstaat (1830-1890): industrialisering van Wallonië; klerikalisme en antiklerikalisme; schoolstrijd; Belgisch nationalisme en de opkomst van de Vlaamse Beweging; de sociale kwestie; de integratie van de sociale bewegingen (1890-1940): hervormingen van het kiesstelsel; de veralgemening van de leerplicht; belgicisme, flamingantisme en wallingantisme; activime en frontbeweging; het interbellum; de verkaveling van de nationale staat (1940-): collaboratie, jodenvervolging en weerstand; opkomst van de welvaartstaat; de nieuwe media; een specifieke jongerencultuur; de invloed van de Angelsaksische cultuur; van een unitaire naar een federale staat. 8. Nederland sinds 1830: Thorbecke; godsdienstige ontwikkelingen (het Reveil en de rooms-katholieke emancipatie; de verzuiling); de sociale kwestie; de grote infrastructuurwerken; de Duitse bezetting; anti-burgerlijke bewegingen na WO II; nieuwe onzekerheden. Nederlandse taalbeheersing 1 Voor de verwerving van communicatieve vaardigheden en het verwerven van inzicht in een aantal aspecten/vormen van die vaardigheden wordt er contactonderwijs in kleinere groepen aangeboden. De interactieve colleges bestaan zowel uit mondelinge als schriftelijke oefeningen (formuleringsoefeningen, opstellen bouwplan voor tekst, maken van samenvatting, schrijven van essay, schrijven van journaalitems, presenteren van journaal, discussieoefeningen...). Daarnaast wordt ook gewerkt aan de verwerving van preliminaire kennis/ vaardigheden (orthofonie, spelling, idioom). Dit opleidingsonderdeel vormt het voorwerp van (gedeeltelijk begeleide) zelfstudie (o.a. via Blackboard). Inleiding tot de studie van de oude Nederlandse letterkunde Middeleeuwen (deel 1): de bouwdoos van de medioneerlandicus Uitgaande van een kopie van een passage in een handschrift of druk zullen de deelnemers aan het college geconfronteerd worden met een reeks uit elkaar voortvloeiende problemen, die per week algemener en omvangrijker worden. Onderwerpen die aan bod komen zijn: handschriftelijke en gedrukte
32 | Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar: Nederlands
overlevering; edities; vertalen; literaire analyse; literair-historische context. De onderzoekjes gebeuren in kleine groepjes van 3. Aan het eind van het deel Middeleeuwen zal elk groepje voor de medestudenten mondeling verslag doen van zijn onderzoeksresultaten. Elk lid van de groep zal ook een beknopt schriftelijk verslag doen van de belangrijkste resultaten van de werkzaamheden (één A4). Aan het leren lezen van Middelnederlands wordt in de cursus apart aandacht besteed. De studenten zullen geregeld de opdracht krijgen om zelfstandig een aantal oefeningen te maken die op de webstek van de Digitale Bibliotheek Nederlandse Letteren te vinden zijn, en waarvan de oplossingen op vooraf meegedeelde tijdstippen op Blackboard zullen worden meegedeeld. Rederijkerstijd en Renaissance (deel 2) Voor het gedeelte Renaissance krijgen de studenten een introductie in het toneel en in de lyriek van de zeventiende eeuw aan de hand van enkele geselecteerde teksten. De reden van de moeilijkere toegankelijkheid van oude teksten ligt deels in de taal die afwijkt van het moderne Nederlands, deels in de culturele achtergrond die anders is dan die van moderne teksten. De zeventiende-eeuwse taal zal worden ingeoefend via vertaaloefeningen. De culturele en literair-historische context verwerft je in de hoorcolleges en via bijkomende lectuur. Inleiding tot de studie van de moderne Nederlandse letterkunde Hoe lees je een roman uit de moderne Nederlandse letterkunde? Hoe ontsluit je een gedicht? De cursus introduceert de studenten in het basisinstrumentarium om deze vragen op te lossen. De studenten raken in hoorcolleges en oefeningen niet alleen vertrouwd met diverse teksten uit de moderne Nederlandse literatuur, ze maken ook kennis met de noodzakelijke terminologie en de hedendaagse methodes om die teksten te analyseren. Aan de hand van een reeks romans uit de diverse periodes worden de analysemodellen concreet gedemonstreerd. Vervolgens wordt een handleiding voor het lezen van poëzie bestudeerd. Ook in dit tweede luik leidt de inleiding tot een concrete toepassing op een verzameling gedichten uit de periode van 1880 tot heden. Nederlandse taalkunde 1: basisbegrippen Nederlandse grammatica De cursus presenteert een uitvoerig terminologisch kader en biedt analysetechnieken aan. Binnen het onderdeel syntaxis worden de woordsoorten en de zinsdelen behandeld, met aandacht voor zowel de inwendige bouw van de constituenten als de relatie tussen de zinsdelen. Binnen het onderdeel
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar: Nederlands | 33
morfologie worden elementen uit de morfosyntaxis, morfosemantiek en morfofonologie behandeld.
KEUZE-OPLEIDINGSONDERDELEN VOOR DE VRIJE RUIMTE (Deze opleidingsonderdelen kunnen gevolgd worden vanaf Ba 1) Keuze-opleidingsonderdelen Nederlandse letterkunde Nederlandse letterkunde: oudere geestelijke letterkunde De cursus behandelt de voornaamste genres van de Middelnederlandse geestelijke letterkunde, van de twaalfde eeuw tot circa 1500: geschiedenis, kenmerken, inhoud en functie. Na een algemene inleiding worden de volgende genres behandeld: bijbelvertaling, preek, catechetische literatuur, gebeden en gebedenboeken, geestelijk lied, mystieke literatuur, hagiografie en religieuze biografie, geestelijke brief, testamenten, ars moriendi. Elke week zijn er twee uren les. De studenten lezen tevoren het syllabusdeel dat behandeld zal worden. In de les wordt de stof besproken en worden Middelnederlandse teksten gelezen die de stof illustreren. Nederlandse letterkunde: moderne klassieken 1/2 In deze cursus wordt afwisselend het werk van Hugo Claus (vanaf 2010-2011) en Gerard Reve (vanaf 2011-2012) als ‘moderne klassieke’ behandeld. Moderne klassieken 1. Hugo Claus. De bedoeling is om aan de hand van losse gedichten, een roman en een toneelstuk de veelheid, de verscheidenheid en de complexiteit van Claus’ werk tot enkele heldere krachtlijnen te bundelen. Met oog voor bepaalde literaire, artistieke en socio-culturele ontwikkelingen in de tweede helft van de 20ste eeuw wordt aandacht geschonken aan uiteenlopende onderwerpen als experimentalisme, realisme, autobiografie, engagement, mythologie, vitalisme enzovoort. Moderne klassieken 2. Gerard Reve. De bedoeling is om een selectie uit de romans, brieven en gedichten van Reve te behandelen. Daarbij wordt aandacht besteed zowel aan de biografische achtergrond als aan de maatschappelijke, politieke en ideologische context van Reves werk. Belangrijke topics zijn humor en ironie, autobiografie en mythologie, religie en erotiek, romantiek en decadentie.
34 | Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar: Nederlands
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar: Nederlands | 35
36 | Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar: Frans
FRANS Franse taalbeheersing 1: grammatica en lexicon Kritische studie van de basisgrammatica (theorie), met zowel individuele (vooral computerondersteunde) als klassikale (traditionele) oefeningen. Morfosyntactische analyse van de woordsoorten. Zelfstudie (herhaling via computerondersteunde oefeningen) van de basiswoordenschat (de ongeveer eerste of meest frequente 9.000 woorden van het Frans in “Le mot qu’il faut”). Zelfstudie van grammaticale en lexicale problemen betreffende specifieke moeilijkheden die Nederlandstaligen ervaren wanneer ze Frans studeren (“Vous Dites!”). Wekelijks 1 uur klassikale theorie en ook vaak oefeningen en 1 uur klassikale oefeningen. Regelmatige voortgangstoetsen over alle aspecten van het opleidingsonderdeel, waarvan de jaarplanning bij de aanvang van het academiejaar zal bekend gemaakt worden. Franse taalbeheersing 1: spreek- en schrijfvaardigheid Deze cursus beoogt de verbetering en verfijning van het gesproken en geschreven Frans. Enerzijds schrijven de studenten in de loop van het jaar een aantal teksten (thuis en in de klas) waarvan de verbetering individueel gebeurt. Bijzondere aandacht gaat daarbij naar correct taalgebruik en coherentie van de argumentatie. Anderzijds wordt het gesproken Frans geoefend in kleine conversatiegroepen waarbij wordt stilgestaan bij de specifieke problematiek van Nederlandstaligen. Om enige substantie te geven aan de te bespreken topics zullen er elk semester een roman en een film behandeld worden. Inleiding tot de Franse letterkunde 1: oude periode De cursus biedt een systematisch overzicht van de evolutie van de Franse letterkunde van de Middeleeuwen tot het einde van de XVIIIe eeuw. Naast een algemene introductie m.b.t. de problemen van de historische letterkunde (afbakening literaire veld, periodisering, geoculturele afbakening, canonisering) tracht de cursus de evoluties van genres en stromingen en de belangrijkste auteurs te plaatsen in hun historische en cultuurhistorische context. Franse taalkunde 1: externe geschiedenis van het Frans en Latijn “Externe geschiedenis van het Frans”: dit onderdeel schetst de historische evolutie van de Franse taal. Meer bepaald zal getracht worden het historische, geografische en sociale kader vast te leggen van waaruit het hedendaags Frans zich uit het Volkslatijn heeft ontwikkeld. Daarnaast krijgen de studenten
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar: Frans | 37
een oefening lexicografie, met de bedoeling hen vertrouwd te maken met de belangrijkste werkinstrumenten van de Franse historische taalkunde. “Externe geschiedenis van het Latijn”: Voor de studenten die leeservaring met Latijnse teksten hebben (vanaf 4 jaar) wil dit onderdeel de ontwikkeling van het Latijn van de preklassieke tijd tot het neo-Latijn aan de hand van uitgelezen tekstpassages schetsen. Zij worden hierover mondeling geëxamineerd. De studenten die geen of onvoldoende voorkennis hebben van het Latijn (van 0 jaar tot en met 3 jaar) volgen een aangepast programma dat hen wil inleiden in de kenmerken en ontwikkeling van de Latijnse morfologie (alfabet, uitspraak, accent, substantieven, adjectieven, voornaamwoorden, het naamvallensysteem, etc.), hen een basisvocabularium wil bijbrengen en hen tevens een schets van de externe geschiedenis van het Latijn wil geven. Zij worden hierover schriftelijk geëxamineerd. Franse taalkunde 1: taalkunde van het moderne Frans Inleiding tot de francofonie (de positie van het Frans in de wereld en in Europa), het Frans binnen de groep van de Romaanse talen, de Franse regionale talen en dialecten. Studie (met praktische oefeningen) van de fonetiek, de fonologie en de morfologie van het Frans, op wetenschappelijke basis en in functie van diverse wetenschappelijke benaderingen en scholen.
38 | Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar: Engels
ENGELS English Proficiency 1 English Proficiency 1 - Writing De schrijfcursus biedt een inleiding op de basisprincipes en conventies van schrijven in een academische context. “Een academische context” verwijst hier naar een universitaire context, een omgeving voor tertiair leren. Deze omgeving heeft specifieke schrijfverwachtingen en de cursus wil de deelnemers helpen om deze in te lossen. Het handboek All Write toont de gebruiker hoe cursusinformatie verwerkt kan worden en hoe deze informatie en de eigen opinies op coherente wijze gepresenteerd kunnen worden aan een academisch publiek. De All Write schrijfsessies vinden plaats in het eerste semester. Proficiency 1 - Lexicon English grammar 1 De cursus Engelse grammatica beoogt een grondige kennismaking met de essentiële aspecten van de Engelse enkelvoudige zin. De belangrijkste componenten van de zin, nl. de nominale en de verbale constituent, worden geanalyseerd. Hun morfologie, maar vooral hun syntaxis en semantiek worden grondig geanalyseerd. Bovendien worden de belangrijkste contrastieve problemen (Engels-Nederlands, met inbegrip van zogenaamde “Dutchisms”) in dit verband besproken. Deze cursus is gebaseerd op het handboek “Foundations of English Grammar” (hoofdstukken 1-9). Analyses en verklaringen worden gegeven binnen eenvoudige linguïstische paradigma’s. De oefeningen worden gegeven in werkcolleges (1u om de drie weken in het eerste semester, 2u om de drie weken in het tweede). Dit werk gebeurt in kleinere groepen. Deze werkcolleges helpen je om de theorie te assimileren en toe te passen op concreet taalmateriaal. Terzelfdertijd brengen zij je de linguïstische vaardigheden bij die nodig zijn voor een adequate observatie en analyse van taal. Introduction to the study of literature in English This course introduces the concepts of the canon, “literature in English” and literary history, and then provides a historical overview of the development of literature in English, from Beowulf to the present day.
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar: Engels | 39
Fiction in English: Nobel Prize Winners since 1950 This course introduces eight English-speaking Nobel Prize winners who have received the prize since the middle of the twentieth century. The emphasis is on authors who made their careers on the basis of their prose: the allAmerican writers Ernest Hemingway and John Steinbeck, the Jewish American Saul Bellow, the African American Toni Morrison, the South-Africans Nadine Gordimer and J.M. Coetzee, and the British writers William Golding and Doris Lessing. Their work evokes many different national cultures and periods, as well as a variety of themes and fictional genres. For purposes of analysis, we will fall back on the narratological apparatus taught in the course “Literary Genres” during the first semester.
40 | Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar: Duits
DUITS Duitse taalbeheersing 1 • Gedetailleerde lectuur en discussie van originele Duitse teksten (verschillende tekstsoorten passeren daarbij de revue); • gevarieerde woordenschatoefeningen over verschillende thema’s; • uitspraakoefeningen in het taallabo; • vertalingen Nederlands-Duits. Duitse grammatica: theorie 1 Het Duitse werkwoord (voornamelijk de morfologie of vormleer ervan), het lidwoord, het substantief en het adjectief komen in deze cursus uitvoerig aan bod. Voor het werkwoord wordt de vervoeging van de zwakke (regelmatige en onregelmatige) werkwoorden en de sterke werkwoorden behandeld. Voor het substantief focussen we vooral op genus en vorming van het meervoud. Voor het adjectief staan de verschillende ‘Deklinationstypen’ op het programma. Duitse grammatica: oefeningen 1 De morfologie van het werkwoord, het substantief, het adjectief en het lidwoord staan voorop. De oefeningen sluiten nauw aan bij het opleidingsonderdeel ‘Duitse grammatica 1: theorie’. Geschiedenis van de Duitse literatuur 1 Ontwikkeling van het Duitse drama en de Duitse poëzie van 1750 tot 1950. Bovendien huislectuur. Duitse teksten 1 “Dasein, Schuld und Authentizität”: enkele 18e en 20e eeuwse literaire teksten over zin en onzin van menselijke existentie, over persoonlijkheid, doorzettingsvermogen en onvermogen.
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar: Spaans | 41
SPAANS Grammatica en taalbeheersing van het Spaans 1 • Studie van de normatieve grammatica, en dit op een inductieve manier, vertrekkende van eenvoudige teksten. • Door systematische (computer)oefeningen maakt de student(e) zich deze structuren eigen. • Met behulp van tests op geregelde tijdstippen, krijgt hij/zij bovendien de kans zijn/haar eigen vorderingen te evalueren. Grammatica en taalbeheersing van het Spaans 2 • Verwerven van een ruime Spaanse basiswoordenschat. • Zich eigen maken van een correcte uitspraak van het Spaans. • Assimileren van de basisstructuren van de Spaanse taal. • Inoefenen van een aantal communicatieve vaardigheden (in kleine groep) onder begeleiding van een ‘native’ lector. Spaanse taalkunde 1 Inleiding tot de taalkunde van het Spaans in een ruime geografische en historische context. Inleiding tot de studie van de Spaanse en Spaans-Amerikaanse cultuur en literatuur • Kennis maken met de historische achtergrond van Spanje en LatijnsAmerika vanaf 1895 tot heden en, in het bijzonder, met de literaire bewegingen van de twintigste eeuw. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de meest representatieve auteurs en teksten. • Verwerven van een ruimere Spaanse woordenschat. • Begrip en appreciatie van de geselecteerde teksten. • Ontwikkelen van leesvaardigheid en kritische analyse. • Verplichte lectuur van twee romans in het Spaans.
42 | Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar: Italiaans
ITALIAANS Italiaanse taal: woordenschat Deze basiswoordenschat werd op basis van wetenschappelijke frequentieparameters opgebouwd, en biedt een betrouwbare staalkaart van het “italiano fondamentale”, het basisniveau Italiaans. Aan de hand van het handboek “Italvoc I. Een systematische basiswoordenschat Italiaans” worden specifieke thematische velden ingestudeerd vóór de les, die tijdens het college verder worden ingeoefend. Er komen verschillende soorten oefeningen aan bod: naast vertaaloefeningen ligt de nadruk vooral op gecontextualiseerde inbedding van de woordenschat. Bij de oefeningen in de les hoort ook een elektronisch oefenpakket dat via Blackboard toegankelijk is, waarmee de studenten de woordenschat moeten inoefenen en studeren. Italiaanse taal: grammatica In dit opleidingsonderdeel worden wekelijks nieuwe topics van de Italiaanse grammatica in de les aangebracht en ingeoefend. Naast de oefeningen in de les, moeten de studenten ook thuis extra oefeningen maken (extra oefeningenboek). De studenten beschikken ook over een Nederlandstalige referentiegrammatica. Aan de hand van slides en een handboek brengt de docent de basisstructuren in kaart. De theorie wordt meteen ook in praktijk gezet en ingeoefend. Mondelinge taalvaardigheid Italiaans De studenten verwerven via dit opleidingsonderdeel de mondelinge taalvaardigheid die ze nodig hebben in alledaagse situaties in Italië. Het opleidingsonderdeel steunt op de andere opleidingsonderdelen Italiaans (grammatica en woordenschat) en stelt de studenten via kleine groepen en concrete spreekopdrachten in staat om hun beginnende grammaticale en lexicale kennis in mondelinge gebruikscontexten aan te wenden. De studenten verwerven een actieve spreekvaardigheid door het beluisteren en bekijken van authentiek audiovisueel materiaal, en door conversatieoefeningen in het lectoraat. Er wordt aandacht besteed aan uitspraak, sociale
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar: Italiaans | 43
conventies en actualiteit. Via de mondelinge oefeningen en het lectoraat wordt tevens ook de studie van de woordenschat begeleid. Schriftelijke taalvaardigheid Italiaans De studenten verwerven een actieve schrijfvaardigheid door het ontleden en bespreken van korte teksten en door schrijfoefeningen. Authentieke teksten (krantenartikels, brieven, korte verhalen) brengen de studenten in contact met het actuele Italië en de taal die leeft bij de Italianen. De studenten ontwikkelen hun schriftelijke taalkennis door het opstellen van korte en coherente teksten in correct Italiaans, gaande van ansichtkaarten tot - en waarom niet - een liefdesbrief. Samenleving en cultuur van Italië 1 Eerste kennismaking met die elementen uit de Italiaanse samenleving en cultuur, van heden en verleden, in tekst en beeld, die de onmisbare basis vormen voor verdere uitdieping in de specifieke richting van taal en cultuur. Aan de hand van eenvoudige, doch fundamentele, teksten, al of niet vergezeld van beeldmateriaal, wordt de eerste kennis overgedragen aangaande land, geografie, brede historische evolutie, culturele en wetenschappelijke verwezenlijkingen, meer in het bijzonder wat de taal en de literatuur aangaat, de hedendaagse situatie en problemen, de plaats in de wereld en in Europa.
44 | Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar: TFL
THEATER-, FILM- EN LITERATUURWETENSCHAP Geschiedenis van de film 1 Deze cursus beschrijft sociale, culturele, economische, technologische en stilistische invloeden en omstandigheden die de geschiedenis en receptie van film hebben bepaald. We bekijken achtereenvolgens: de ‘primitieve’ periode (de uitvinding van de cinema, de eerste bioscopen, de internationalisering van het medium), de klassieke periode (vormelijk classicisme, nationale cinema’s, opkomst van het studiosysteem), de late stille periode (invloed modernistische kunst, internationale trends, nationale bewegingen, cinema en de staat, de relatie Hollywood/Europa), de ontwikkeling van de geluidsfilm, het studiosysteem (economische, technologische en narratieve verandering), de naoorlogse periode (de val van het studiosysteem, nieuwe realismen en new waves) en de hedendaagse periode (het post-klassieke studiosysteem, de nieuwe entertainmenteconomie, de nieuwe independent cinema). Elke les wordt gevolgd door een filmscreening. Theatergeschiedenis 1: van de Oudheid tot de 18de eeuw In de cursus wordt de evolutie van het verschijnsel theater bestudeerd in zijn brede maatschappelijke context in de Oudheid (Griekenland en Rome) en in West-Europa tijdens de Middeleeuwen en het Ancien Régime. Zowel de teksten als de opvoeringspraktijk komen aan bod. De aandacht gaat daarbij o.a. uit naar de literaire aspecten, de dramatheorie, de enscenering, de theaters, de status van de acteurs, spektakelelementen, het publiek, de sociale context en naar aanverwante verschijnselen als intreden, omme-gangen en openbare feesten, het theater als propagandamiddel en als maatschappelijk en politiek uithangbord. Theatergeschiedenis 2: van de 18de eeuw naar de moderniteit De cursus bestrijkt drie eeuwen Europees theater (opvoeringspraktijk) en drama (tekstproduktie). Voor de achttiende eeuw wordt er een onderscheid gemaakt tussen enerzijds de theaterpraktijk (acteren, beroemde acteurs, de praktische organisatie van het theater) in de Nederlanden, Frankrijk, Engeland en Duitsland en anderzijds de drama- en theatertheorieën in de theoretische geschriften die de theaterpraktijk begeleidden. Tenslotte wordt er dieper ingegaan op typische 18de-eeuwse genres als het burgerlijk blijspel (Marivaux, Goldoni, Sheridan), het burgerlijk drama en het vroegromantische theater (Lessing, Goethe, Schiller). In de 19de eeuw wordt veel aandacht besteed aan het melodrama dat gedurende een eeuw de Europese podia
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar: TFL | 45
heeft gedomineerd. Daarnaast wordt ook het literaire drama in Duitsland (Grillparzer, Nestroy, Hebbel) en Frankrijk (Hugo, Dumas, De Musset) beknopt voorgesteld. In het derde en laatste deel van de cursus worden enkele sleutelfiguren en belangrijke bewegingen van het moderne theater en drama gecontextualiseerd: Ibsen, Stanislavski, Tsjechov, het Russische formalisme, Brecht, Artaud en Grotowski. De hoorcolleges worden geïllustreerd met talrijk beeldmateriaal, film- en videofragmenten waarin speelstijlen, scenografie en theaterdidactiek aan bod komen. Literatuurgeschiedenis In het eerste semester bespreken we vijf topics: hoofse en devote middeleeuwers, zeventiende-eeuwse poëzie, de achttiende-eeuwse briefroman, negentiende-eeuwse historische romans en whodunits. De laatste lessen bieden een overzicht van de twintigste-eeuwse roman. In het tweede semester gaan we nader in op enkele bijkomende topics uit de negentiende en twintigste-eeuw eigentijdse literatuur: de Amerikaanse roman en het begrip “avontuur”, Oostenrijk en de encyclopedische roman, Frankrijk en de nouvelle vague/ nouveau roman. Tekst en stem Middeleeuwse letterkunde tussen schriftelijkheid en oraliteit. De receptiewijze van literaire teksten die ons heden ten dage zo vertrouwd is – het in stilte lezen van een boek – was in de middeleeuwen de hoge uitzondering. Men las doorgaans heel traag, én hardop. Veel vaker werd voorgelezen of voorgedragen. Lyriek werd doorgaans gezongen en er werd ook op gedanst. Dit alles heeft gevolgen voor de wijze waarop middeleeuwse literatuur zich nu aan ons voordoet. Voor de vorm en de lay-out van de handschriften en vroege drukken; voor de in onze ogen soms irritante vorm, de stijl en de inhoud van de teksten; voor de maatschappelijke positie van degenen die literaire teksten maakten en verspreidden; voor de receptie van middeleeuwse teksten, die veel vaker dan nu een groepsgebeuren was; en uiteraard ook voor de rol die literatuur toen in de maatschappij speelde. Door de vernieuwingen die zich in onze tijd op het vlak van de media voordoen, is er onder literair-historici een groter begrip gegroeid voor het vaak afwijkende karakter van middeleeuwse letterkunde. Een beter inzicht in het functioneren van de literatuur in een ver verleden kan ons gevoeliger maken voor evoluties die we nu onder onze ogen zien gebeuren en ons beter doen begrijpen hoe tijdsgebonden onze eigen vanzelfsprekendheden wel zijn.
46 | De master Taal- en Letterkunde
Master Na je bacheloropleiding kan je aan de Universiteit Antwerpen ook verschillende masteropleidingen volgen. In een masteropleiding leer je je communicatieve en heuristieke vaardigheden verfijnen en gerichter toepassen op één wetenschappelijk domein. Zelfstandigheid, inzicht en kritische reflectie staan daarbij centraal. Je krijgt de kans om zelfstandig onderzoek uit te voeren en je analytische en interpretatieve vermogen verder uit te breiden. Je wordt daarbij uitgenodigd om een kritische ingesteldheid vorm te geven, zowel ten opzichte van de wetenschappelijke literatuur die je bestudeert als tegenover de ruimere socio-culturele en politieke omgeving waarin je leeft en de plaats van je eigen onderzoek daarin. Binnen de opleiding Taal- en Letterkunde heb je verschillende mogelijkheden: je kan kiezen voor de master Taal- en Letterkunde, met afstudeerrichtingen Duits, Engels, Frans, Italiaans, Nederlands, Spaans, voor de master Literatuur van de Moderniteit, de master Taalkunde, de master Theater- en Filmwetenschap of de master Meertalige Professionele Communicatie. Elke taal biedt telkens een specifiek taalkundig of literatuurwetenschappelijk pakket aan (of een combinatie van beide). Ook tijdens de master kunnen studenten binnen Europa (Erasmus/Socrates) en buiten Europa een deel van de opleidingsonderdelen volgen. Als je bachelor in de Taal- en Letterkunde bent, heb je in principe vrije toegang tot de masteropleidingen Taal- en Letterkunde, met die beperking dat wanneer je voor een bepaalde taal kiest je die taal ook in je bacheloropleiding bestudeerd moet hebben. Je kan ook instromen vanuit andere opleidingen, soms via een individueel voorbereidingsprogramma. Concreet bestaat een masteropleiding uit een vakkenpakket dat doorbouwt op wat in de bacheloropleiding wordt aangeboden en een masterproef waarin je één specifieke casus bestudeert en erover rapporteert. Zelfstandigheid en kritische reflectie brengen hun specifieke werkvormen mee: opleidingsonderdelen worden meestal gepresenteerd in een combinatie van hoorcolleges en werkseminaries en ter evaluatie worden onder andere presentaties en kortere of langere scripties van je verwacht. Na de masteropleidingen kan je ook deelnemen aan een aantal Post-Initiële masteropleidingen waarin je je verder specialiseert en een grote deskundigheid ontwikkelt binnen specifieke deelgebieden zoals linguïstiek, literatuurstudie en theaterwetenschap.
De master Taal- en Letterkunde | 47
48 | Onderwijs en examens
Onderwijs en examens Het academiejaar is opgedeeld in zes opeenvolgende periodes: het eerste semester, de semestervakantie, het tweede semester, de zomervakantie, de tweede examenzittijd en een les- en examenvrije periode. Wat het eerste semester betreft, leg je in januari examens af voor ongeveer de helft van het jaarprogramma, in juni voor de overige opleidingsonderdelen van de eerste examenzittijd. Voor wie niet al zijn credits heeft verworven na de eerste examenzittijd, wordt in september de tweede examenzittijd ingericht. Door de flexibilisering in het hoger onderwijs bestaan er geen “studiejaren” meer. Wel worden nog modeltrajecten vastgesteld. Als je voor een voltijds modeltraject kiest, bestaat de mogelijkheid om een bacheloropleiding (180 sp.) in drie jaar tijd af te ronden: 60 studiepunten per jaar. De voorwaarde is wel dat je slaagt voor alle opleidingsonderdelen van je studieprogramma en dus minstens 10 op 20 behaalt. Op die manier verwerf je een creditbewijs dat overeenkomt met het aantal studiepunten van het desbetreffende opleidingsonderdeel. Indien je niet alle creditbewijzen van je studieprogramma verwerft, kan je toch verder met je studie. De faculteit moet dan je programma - een geïndividualiseerd traject of GT - goedkeuren. Omdat de studieprogramma’s volgens een logische volgorde werden ingebouwd, zijn er voorwaarden vastgelegd om welbepaalde opleidingsonderdelen al te mogen volgen. Dit noemt men volgtijdelijkheid. Je slaagt voor een opleiding als je creditbewijzen haalt voor alle opleidingsonderdelen van de opleiding. Dankzij de nieuwe bachelor- en masterstructuur en het flexibiliseringssysteem heb je meer keuzemogelijkheden gekregen om je studieprogramma in te vullen. In elke faculteit adviseren studietrajectbegeleiders over de samenstelling van je programma en over de aangeboden keuzemogelijkheden. Het is echter belangrijk voldoende vooruitgang te boeken in je studietraject en in een redelijke tijd je diploma te behalen. Daarom heeft de Universiteit Antwerpen een systeem van studievoortgangbewaking en -begeleiding opgezet; de faculteit zal je studieprestaties volgen en kan je bindende voorwaarden opleggen wanneer je niet de helft van de studiepunten van het goedgekeurde studieprogramma van het academiejaar hebt behaald! Het volledige onderwijs- en examenreglement vind je terug op www.ua.ac.be/OER.
Onderwijs en examens | 49
Leerkrediet Vanaf het academiejaar 2008-2009 is het “leerkrediet” in voege getreden. De overheid wil je zo stimuleren in het maken van een doordachte studiekeuze. Hoe werkt het leerkrediet? Het leerkrediet werkt eveneens met studiepunten. Elke student krijgt 140 studiepunten bij zijn eerste inschrijving in het Vlaams hoger onderwijs. Voor elk opleidingsonderdeel waarvoor je inschrijft wordt het leerkrediet verminderd met de overeenkomstige studiepunten. Enkel wanneer je slaagt voor dat opleidingsonderdeel, komen die studiepunten er terug bij. Voor wie? Het leerkrediet is van toepassing op alle studenten die zich inschrijvingen met een diplomacontract voor een initiële opleiding (de bachelors en de masters) en voor alle inschrijvingen met een creditcontract. Verkeerde keuze gemaakt? Indien je voor de eerste keer in het hoger onderwijs in Vlaanderen voor een bacheloropleiding bent ingeschreven en je van opleiding wenst te veranderen, voorzien de overheid en de instelling maatregelen om het verlies van leerkrediet te beperken. Deze zijn afhankelijk van bepaalde data betreffende de uit- en inschrijving. Informeer je tijdig bij je instelling. Bonus van 60 studiepunten De overgang van secundair naar hoger onderwijs loopt niet altijd even vlot. Daarom heeft de overheid een maatregel ingebouwd om hieraan tegemoet komen. Zo krijg je de eerste 60 studiepunten die je verwerft dubbel terug. Opleiding afgewerkt? Na het behalen van je bachelordiploma, behoud je je leerkrediet. Als je een masterdiploma behaalt, wordt het startkapitaal van 140 studiepunten van je saldo afgetrokken. Als je studietraject perfect is verlopen, heb je dan nog 60 studiepunten over. Onvoldoende leerkrediet Als je geen of een negatief leerkrediet hebt, mag de instelling voor hoger onderwijs je inschrijving weigeren.
50 | Onderwijs en examens
Als je onvoldoende studiepunten hebt voor de opleiding of het programma waarvoor je wilt inschrijven, kan de instelling extra studiegeld vragen voor de studiepunten die je tekort komt of je inschrijving beperken tot het aantal studiepunten waarover je nog beschikt. Aan de Universiteit Antwerpen wordt géén verhoogd inschrijvingsgeld gevraagd. Je hebt wel van de betrokken faculteit de toelating tot inschrijven nodig en deze zal in de meeste gevallen je studieprogramma beperken. Het aantal studiepunten dat je opneemt door je inschrijving in opleidingsonderdelen en het aantal studiepunten waarvoor je credits behaalt via de examens is dus belangrijk! Het is een maatstaf voor studiesucces en studievoortgang en kan gevolgen hebben voor jouw recht op verder studeren en jouw sociaal statuut als student! Daarom is het belangrijk om doordacht te kiezen, je in te zetten voor je studie en ook administratief tijdig met alles in orde te zijn! Meer info: www.ua.ac.be/studiepunten Ombudspersoon Wanneer je bv. een conflict hebt met je docent kan je een beroep doen op een ombudspersoon die bemiddelt inzake onderwijs- en examenproblemen. Zo kan je tijdens de examens met problemen (examenregeling, uitstel van examen, onderbreking of definitief stopzetten van examens, …) terecht bij de ombudspersoon van je opleiding. De ombudspersoon zorgt ervoor dat het examenreglement correct wordt opgevolgd. De ombudspersoon is ook aanwezig bij de deliberatie en kan, op basis van verzachtende omstandigheden zoals ziekte of ongeval, je “zaak” bepleiten. Je kan steeds de gegevens van jouw ombudspersoon terugvinden op Blackboard van de Universiteit Antwerpen. De volledige takenlijst van de ombudspersoon kan je nakijken in het onderwijs- en examenreglement van de Universiteit Antwerpen.
In het kader van het ERASMUS-programma heeft de Universiteit Antwerpen samenwerkingsakkoorden gesloten met heel wat universiteiten in Europa.
Onderwijs en examens | 51
Internationaal De Universiteit Antwerpen neemt actief deel aan de Europese uitwisselingsprogramma’s zoals ERASMUS. Elk jaar studeert een aanzienlijk grote groep studenten één semester aan een buitenlandse universiteit. In het kader van het ERASMUS-programma heeft de Universiteit Antwerpen samenwerkingsakkoorden gesloten met heel wat universiteiten in West- en Centraal Europa. Maar de Universiteit Antwerpen kijkt verder dan Europa. Op bilaterale basis (buiten het kader van ERASMUS) werden wereldwijd uitwisselingsprogramma’s uitgewerkt. In het kader van Internationale Ontwikkelingssamenwerking kan je met een beurs een aantal maanden in een ontwikkelingsland studeren. Je studieperiode aan één van de buitenlandse partneruniversiteiten wordt erkend als onderdeel van je studie aan de Universiteit Antwerpen. Meer info: www.ua.ac.be/dis (Dienst Internationale Samenwerking).
52 | Studiebegeleiding
Studieadvies en studentenbegeleiding De Dienst voor Studieadvies en Studentenbegeleiding helpt je vanaf het moment dat je voor het eerst inschrijft tot aan het moment waarop je je diploma ontvangt. Voor volgende zaken kan je bij ons terecht: Informatie en advies over studeren in het hoger onderwijs Dit kan handelen over studierichtingen binnen en buiten de Universiteit Antwerpen, maar ook over het leerkrediet, het onderwijs- en examenreglement, enz. Begeleiding bij het maken van je studiekeuze en bij twijfels over je studierichting Weten wat je wilt, is soms makkelijker gezegd dan gedaan. Samen met een studentenbegeleider kan je aan de hand van gesprekken en oefeningen meer zicht krijgen op je persoonlijkheid, capaciteiten, interesses en de studierichtingen die daarbij passen, al dan niet in het kader van heroriëntering. Begeleiding omtrent studievaardigheden, studieplanning en uitstelgedrag Een studentenbegeleider kan je studievaardigheden helpen aanscherpen (hoe verwerk je grote hoeveelheden leerstof, hoe maak je een schema, hoe maak je goede nota’s) en je helpen bij het maken van realistische planningen en oefeningen om je uitstelgedrag tegen te gaan. Psychologische begeleiding en psychotherapie Wanneer je geconfronteerd wordt met persoonlijke problemen die je studies belemmeren (faalangst, rouwverwerking, relatieproblemen, …), kan je terecht bij een studentenbegeleider die samen met jou nagaat welke hulp je het best kan gebruiken. Dit kan gaan over een kortere begeleiding, het volgen van een training, het volgen van een langdurige psychotherapie of een gepaste doorverwijzing. Alles gebeurt steeds op vrijwillige basis. Begeleiding van studenten met een functiebeperking, topsport of kunstbeoefening Als student met een functiebeperking (fysische handicap of chronische ziekte, leerprobleem, concentratieprobleem, stoornis binnen het autismespectrum of psychisch probleem ...), sport- of kunstbeoefening kan je bijzondere faciliteiten aanvragen voor onderwijs en/of examens. Hiervoor is een attest vereist. Meer info op: www.ua.ac.be/bijzonderefaciliteiten of in de folder ‘Studeren met een functiebeperking, topsport- of kunstbeoefening’.
Studiebegeleiding | 53
Afstudeerbegeleiding en beroepskeuze Tot slot kan je bij ons terecht voor hulp bij je zoektocht naar jobs passend bij je persoonlijkheid, capaciteiten en interesses, voor informatie over verdere studies na het behalen van een diploma, sollicitatietips, enz. Het aanbod aan individuele, groepsgerichte en digitale begeleiding wordt aan het begin van elk semester bekend gemaakt in alle publicaties voor studenten. Kijk ook zeker op ww.ua.ac.be/studentenbegeleiding. Studietrajectbegeleider Voor specifieke vragen over je individuele programma, vrijstellingen e.d. kan je terecht bij de studietrajectbegeleider van je faculteit: www.ua.ac.be/contactpersonen_slb of bij de facultaire website. Vakspecifieke begeleiding Met vragen of problemen over één van je cursussen kan je terecht bij de prof die deze cursus doceert of bij zijn/haar assistent(e). Gewoon langslopen of een e-mail sturen: je wordt zeker snel geholpen. Voor bepaalde opleidingsonderdelen worden extra groepssessies georganiseerd om de theorie uit de hoorcolleges verder toe te lichten en in oefeningen toe te passen. Bij deze sessies is vooral de wisselwerking tussen studenten en begeleider belangrijk. Je kan hulp vragen waar je vastloopt, knelpunten van de cursus bespreken en nuttige tips over het verwerken van de leerstof vragen. De masteropleiding biedt de mogelijkheid je voor te bereiden op een werksector naar keuze. Taalbegeleiding: Monitoraat op maat - Academisch Nederlands Bij het ‘Monitoraat op maat’ kan je terecht voor gratis taalondersteuning Academisch Nederlands. Tijdens individuele sessies helpt één van de taaldocenten je met je taalvragen. Voor studenten met dezelfde taalbehoeften rond een specifiek thema van Academisch Nederlands worden er contactmomenten in kleine groep georganiseerd. Eigen werkstukken en studiemateriaal kunnen dan besproken worden. Meer info: www.ua.ac.be/monitoraatopmaat
54 | Je kansen op de arbeidsmarkt
De masteropleiding biedt je de mogelijkheid je in de praktijk voor te bereiden op een werksector naar keuze. Gediplomeerden in de Taal- en Letterkunde kunnen hun kennis ook buiten de traditionele sectoren gebruiken. Een aantal vindt een baan in de overheidsadministratie of de diplomatie, in de pers, bij radio en televisie, in uitgeverijen, in het bibliotheekwezen en in de culturele centra. Sommigen werken ook op diverse plaatsen als vertaler. In de voorbije jaren heeft onze universiteit onderzocht hoe de opleiding Taalen Letterkunde ook beter kan voorbereiden op beroepen in het bedrijfsleven. Als gevolg daarvan organiseert de Universiteit Antwerpen master-na-masteropleidingen die de afgestudeerden ruimere kansen bieden op de arbeidsmarkt. Tal van taal- en letterkundigen werken in het domein van communicatie, public relations of opleiding en vorming.
Vier alumni aan het woord
Alumna Lotte Heijtenis schittert in Dubbelleven en Zot van A
Foto: Jelle Vermeersch
Met een omweg vond ze na haar studie Romaanse Talen de weg naar het theater en de televisie en nu zelfs voor het eerst naar het witte doek. Tv-kijkend Vlaanderen kent Lotte Heijtenis vooral als Jes uit de gelijknamige reeks op vtm. “Ik wilde vooral talen leren. Daarnaast kregen we ook geschiedenis, filosofie, literatuurgeschiedenis... Zo krijg je een historisch besef en een bredere kijk op de wereld. Jammer genoeg konden wij toen niet zelf ons opleidingspakket samenstellen zoals de studenten vandaag. Anders had ik misschien Nederlands of Spaans gecombineerd met Theater-, Film- en Literatuurwetenschap.” Afgestudeerd: Romaanse Talen, 1998
Vier alumni aan het woord | 55
Ze studeerde Germaanse taal- en letterkunde met een specialisatie Theaterwetenschappen. Met deze opleiding op haar cv is Kaat Debo sinds 2001 aan de slag in het Antwerpse Modemuseum (MoMu). Sinds 2009 is ze er directeur. Datzelfde jaar werd ze aan de Universiteit Antwerpen ook verkozen tot Alumnus van het Jaar. Dat ze uiteindelijk in de modewereld terechtkwam, voelt voor Debo niet aan als een bizar parcours. Er zijn wat haar betreft zelfs heel wat linken tussen haar studie en haar huidige werkomgeving. “Binnen mijn opleiding, en dan zeker binnen Theaterwetenschappen kwamen ook lichaamsbeelden en de theorievorming hier rond aan bod. En laat dat nu net dingen zijn die ook in de mode centraal staan.”
Foto: Wim Van Eesbeek
Kaat Debo aan het hoofd van het Antwerpse Modemuseum
Afgestudeerd: Germaanse Talen, 1998 Alumnus Jan Van Dosselaer: in de ban van Joyce en computerdialogen
“Ik heb altijd veel fantasie gehad. Als tiener deed ik niets liever dan Engelse boeken lezen en verhalen verzinnen. Germaanse talen studeren was dus een logische stap. Voor mij was Germaanse Talen de perfecte opleiding tot dialogue writer. Schrijven is lezen. Er is niets zo leerrijk als goeie literatuur. Een inspirerend verhaal kan echt vonken geven in mijn hoofd.” Afgestudeerd: Germaanse Talen, 1998 De wondere wereld van cabaretier en alumnus Wim Helsen “Op mijn achttiende wilde ik graag naar Studio Herman Teirlinck. Ik wist dat ik ooit op een podium wilde staan, maar had toen te weinig zelfvertrouwen om aan die opleiding te beginnen. Dan ben ik Germaanse Talen aan de Universiteit Antwerpen gestart. Ik heb immers altijd al graag gelezen. De krant, de Humo, poëzie, literatuur…” Afgestudeerd: Germaanse Talen, 1991
Foto: Stefaan Van Hul
Foto: Vincent Jauniaux
Alumnus Jan Van Dosselaer is de enige dialogue writer in België. Bij computerspellenfabrikant Larian Studios schrijft hij Engelse dialogen voor fantasiewerelden waarin demonen, draken en tovenaars de scepter zwaaien.
56 | Voortstuderen na Taal- en Letterkunde
Specifieke lerarenopleiding: www.ua.ac.be/IOIW Je kan de lerarenopleiding volgen na je masteropleiding. De opleiding beperkt zich niet tot de vorming van studenten die willen gaan lesgeven. De voortdurende veranderingen in het sociale en economische leven hebben het fenomeen van de buitenschoolse vorming en opleiding – onder meer in de bedrijven zelf – in belang doen toenemen. Daarom wil de specifieke lerarenopleiding niet alleen in een vorming van toekomstige leraars voorzien, maar ook een algemene ‘vorming voor vormers’ aanbieden. Master-na-masteropleidingen Op de webstek van de Universiteit Antwerpen kan je steeds een actueel overzicht vinden op www.ua.ac.be/studiekiezer.
Hoe bereik je makkelijk de campussen? | 57
Wegbeschrijving naar de vier campussen Op www.ua.ac.be/route kan je de wegbeschrijving naar de verschillende campussen terugvinden. De vier campussen zijn campus Drie Eiken, Stadscampus, campus Groenenborger en campus Middelheim. Met de fiets De campussen zijn gemakkelijk te bereiken met de fiets! Meer en meer studenten kiezen voor dit transportmiddel. Je kan je op deze manier immers snel verplaatsen. Op elke campus staan verschillende fietsparkings ter beschikking van de studenten. Met de bus of de tram De Lijn info: 070 220 200 Voor alle informatie over reiswegen, dienstregelingen, verloren voorwerpen en algemene inlichtingen: op weekdagen van 7 tot 19 uur, za-, zo- en feestdagen van 10 tot 18 uur. Je kan ook terecht in één van de Lijnwinkels om een dienstregelingsboekje te kopen. Die bieden een overzicht van alle bus- en/of tramlijnen in een streek. Op veel bussen en trams vind je een folder met de dienstregeling van de lijn waarop je rijdt. Natuurlijk kan je ook steeds één van de chauffeurs aanspreken of surfen naar www.delijn.be. De website van De Lijn beschikt ook over een routeplanner die voor jou de reis van deur tot deur met bus, tram en/of trein uitstippelt. Dienst Abonnementen van De Lijn Antwerpen Grotehondstraat 58, 2018 Antwerpen, T +32 3 218 14 11 (op weekdagen van 8.30 tot 16 uur),
[email protected] Met de trein Voor alle informatie over reiswegen, dienstregelingen, vertrek- en aankomst‑ tijden kan je terecht op de website van de NMBS, www.b-rail.be. Met de auto Alle campussen beschikken over ruime parkings, behalve de Stadscampus. Wens je toch in de buurt van de Stadscampus te parkeren, volg dan best de blauwe parkeerroute “Meir Universiteit”. Parkeren in Antwerpen is echter niet gratis! Meer info kan je terugvinden op www.parkereninantwerpen.be
58 | Plattegrond van de Stadscampus
Hoofdadres Stadscampus Prinsstraat 13 - 2000 Antwerpen
Bijkomende informatie | 59
Provinciale informatiedagen Medewerkers van de Universiteit Antwerpen nemen jaarlijks deel aan de netoverschrijdende studie-infobeurzen (Sidin’s). Deze worden per provincie georganiseerd op initiatief van het Ministerie van Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap en de Centra voor Leerlingenbegeleiding. Infomomenten voor toekomstige studenten Open lesdagen Tijdens de Krokusvakantie organiseert de Universiteit Antwerpen open lesdagen. Bij de open lesdagen kan je twee soorten van lessen volgen, namelijk meelooplessen en proeflessen. Meer info en inschrijven via www.ua.ac.be/ openlesdagen. Infodagen Elk jaar organiseert de Universiteit Antwerpen infodagen. Deze hebben plaats in maart en april. Naast een algemene en een specifiek studiegerichte infosessie kan je aan de infostanden verschillende cursussen inkijken en brochures verkrijgen. Je krijgt de gelegenheid tot vragen stellen en desgewenst tot een persoonlijk gesprek. Vooraf inschrijven is niet nodig. De data en meer info vind je op www.ua.ac.be/infodagen. Infomarkt Twijfel je nog over je studiekeuze? Wil je nog graag een bevestiging van je keuze? Dan kan je terecht op de infomarkt in september. Ook hier kan je aan infostanden cursussen inkijken en brochures verkrijgen. Vooraf inschrijven is niet nodig. De datum en meer info vind je op www.ua.ac.be/infodagen. Brochures over andere opleidingen Andere publicaties in deze reeks (alfabetisch gerangschikt): Biochemie en Biotechnologie, Bio-ingenieurswetenschappen, Biologie, Biomedische Wetenschappen, Chemie, Communicatiewetenschappen, Diergeneeskunde, Farmaceutische Wetenschappen, Fysica, Geneeskunde, Geschiedenis, Handelsingenieur, Handelsingenieur in de Beleidsinformatica, Informatica, Politieke Wetenschappen, Rechten, Sociologie, Sociaaleconomische Wetenschappen, TEW: Bedrijfskunde, TEW: Economisch Beleid, Wiskunde, Wijsbegeerte. Wil je meer informatie dan kan je een brochure van één van deze opleidingen aanvragen bij het Studenten Informatie Punt (STIP) of via www.ua.ac.be/ brochures.
60 | Bijkomende informatie
Studenten Informatie Punt (STIP) Stadscampus Grote Kauwenberg 2 Gebouw E (Agora) 2000 Antwerpen T +32 3 265 48 72
[email protected] Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Taal- en Letterkunde Stadscampus Onderwijsadministratie Rodestraat 14 - Lokaal R.119 2000 Antwerpen T + 32 3 265 45 67
www.ua.ac.be/studiekiezer www.ua.ac.be/taal_letterkunde
Notities | 61
62 | Notities
Notities | 63
64 | Notities