Taal- en letterkunde bacheloropleiding
2012
Inhoud Welkom 3 Waarom studeren aan de Universiteit Antwerpen?
4
De opleiding taal- en letterkunde
6
Taal- en letterkunde, iets voor jou?
8
Hoe begin je eraan?
9
Het studieprogramma
10
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar
24
De masteropleiding
38
Verder studeren
39
Diploma op zak, wat nu?
40
Alumni aan het woord
41
Nuttige info bij de start van je studietraject
43
Studiebegeleiding 46 Studeren in het buitenland
48
Hoe bereik je gemakkelijk onze campussen?
50
Infomomenten 52 Nuttige contactgegevens
53
|1
2|
Welkom Je hebt de weg naar de Universiteit Antwerpen gevonden. Nu wil je meer informatie over onze universiteit en onze opleidingen. Dit boekje helpt je al een hele stap vooruit in je keuzeproces. De Universiteit Antwerpen is een middelgrote universiteit met 15 000 studenten. Binnen de Associatie Hogescholen & Universiteit Antwerpen werken we nauw samen met de Plantijn Hogeschool, de Karel de Grote-Hogeschool, de Artesis Hogeschool Antwerpen en de Hogere Zeevaartschool. Studeren aan de universiteit is het begin van een nieuwe periode in je leven. Belangrijk is dat je je goed voelt op de universiteit van je keuze en dat je je binnen enkele jaren goed voelt met je behaalde diploma. Daarom stelt de Universiteit Antwerpen alles in het werk om je studietijd aangenaam te maken en de kwaliteit van de opleiding op topniveau te houden. Onze opleidingen worden geregeld bijgestuurd en aangepast aan de maatschappelijke evolutie. ‘Leren is leven’ is de slogan van onze universiteit. Niet zomaar een leuze, want wij maken werk van een goed evenwicht tussen leren en leven. Met ‘kennen’ ben je niets zonder het ‘kunnen’. De link tussen leren en leven is hier voelbaar aanwezig. Als je naar een van onze informatiedagen komt, zal je merken dat het prettig studeren is aan de Universiteit Antwerpen. Zowel onze medewerkers als onze studenten zullen je er graag over vertellen en kijken alvast uit naar de kennismaking! Prof. dr. Alain Verschoren Rector Universiteit Antwerpen
|3
Waarom studeren aan de Universiteit Antwerpen? Studentgerichtheid De Universiteit Antwerpen staat voor studentgerichtheid. Dit betekent bijvoorbeeld dat je zo veel mogelijk les volgt in kleine groepen, wat een vlotte interactie mogelijk maakt. Dankzij de kleine afstand tussen studenten en docenten kan je rechtstreeks bij je proffen terecht met eventuele vragen en problemen. De vlotte communicatie tussen docenten, assistenten en studenten wordt mee ondersteund door de digitale leeromgeving Blackboard. Dat biedt opnieuw kansen voor een interactief onderwijssysteem. Studenten worden uitgenodigd om actief deel te nemen aan het beleid: in verschillende adviesorganen en raden zijn zij vertegenwoordigd. Tenslotte is de Universiteit Antwerpen bekend voor haar goede studentenbegeleiding en -ondersteuning, waarbij wordt ingespeeld op de individuele noden van alle studenten.
Innoverende academische opleidingen De Universiteit Antwerpen biedt innoverende academische opleidingen, die oog hebben voor theorie én praktijk. De opleidingen zijn stevig verankerd in sterk wetenschappelijk onderzoek, dat ook internationale faam geniet. De ‘ivoren’ academische toren werd al lang geleden gesloopt. Academici hechten veel belang aan een voortdurende uitwisseling met de steeds evoluerende samenleving. Bij je studie aan de Universiteit Antwerpen staat niet het memoriseren van feitenkennis centraal, maar verwerf je relevante kennis en vaardigheden die je nodig hebt om beroepsrelevante opdrachten en problemen op te lossen. De bachelor-masterstructuur schept ruimte voor vernieuwing en verbetering. Nieuwe opleidingen worden ingevoerd, keuzemogelijkheden binnen bestaande opleidingen worden verruimd.
Infrastructuur De Universiteit Antwerpen beschikt over de meest moderne infrastructuur: goed uitgeruste les- en computerlokalen, laboratoria, bibliotheken en studielandschappen. In alle publieke ruimten zijn er hotspots waar je draadloos kan surfen. De laatste jaren werd ook op grote schaal geïnvesteerd in nieuwe gebouwen om het toenemend aantal studenten op te vangen en hen een aangename leeromgeving te bieden. De studenten van de Universiteit Antwerpen zitten verspreid over vier campussen. De campussen Drie Eiken, Middelheim en Groenenborger liggen aan de zuidelijke stadsrand, in een groene omgeving. Studeer je op Campus Drie Eiken dan kan je volop genieten van de groene oase van Fort VI en de mooie vijvers rondom de 4|
campus. De campussen Middelheim en Groenenborger grenzen aan het openluchtmuseum Middelheim en aan het Nachtegalenpark. De Stadscampus, met zijn kern van prachtig gerenoveerde zestiende-eeuwse gebouwen, ligt in hartje Antwerpen.
Vorming De Universiteit Antwerpen wil niet alleen opleidingen, maar ook een brede vorming aanbieden: jonge mensen laten opgroeien tot professionelen met een kritische ingesteldheid, een tolerante en constructieve houding. De Universiteit Antwerpen kiest resoluut voor pluralisme en verwelkomt diversiteit bij personeel en studenten, en in haar studieprogramma’s.
Antwerpen Je kiest natuurlijk ook voor de stad Antwerpen. Studeren is niet alleen met je neus in de boeken zitten. Wie in Antwerpen komt studeren, kiest voor een studentenstad die meer is dan de universiteit en de hogescholen: het is een bruisende metropool met een uniek cultuurhistorisch aanbod, een wereldhaven, een overvloed aan cafés en restaurants, clubs, gezellige pleintjes, cultuur, architectuur, mode, sportinfrastructuur, ... Kort samengevat: een stad waarin Antwerpenaars, bezoekers en studenten graag wegzinken.
|5
De opleiding taal- en letterkunde De studie van taal in al haar verschijningsvormen De opleiding taal- en letterkunde concentreert zich op de studie van taal in al haar verschijningsvormen. Je krijgt inzicht in de ta(a)l(en) van je keuze (taalkunde), je leert deze zowel mondeling als schriftelijk gebruiken (taalbeheersing), en je maakt uitgebreid kennis met de literatuur en cultuur van de taalgebieden van je keuze.
Maak je keuze uit een flexibel programma De Universiteit Antwerpen biedt een flexibel programma aan met verschillende types. Je kiest een taal uit het brede aanbod (Nederlands, Frans, Engels, Duits, Spaans en Italiaans) en combineert deze met een tweede taal uit dit aanbod (type 1), óf met theater-, film- en literatuurwetenschap (TFL) (type 2). Welke afstudeerrichting je ook kiest, de componenten taalbeheersing, taalkunde en letterkunde zijn altijd in het programma opgenomen. Je leert de ta(a)l(en) beheersen in verschillende omstandigheden, met een deskundigheid die deze van een moedertaalspreker benadert. In taalkunde bestudeer je individuele talen en probeer je een antwoord te vinden op vragen als: wat is taal, wat maakt het verschijnsel menselijke taal tot wat het is? Literatuurwetenschap is gericht op de studie van literatuur en van individuele werken in verschillende talen. Behalve met taal- en literatuurwetenschap kan je ook kennis maken met een aantal hulpwetenschappen zoals wijsbegeerte, psychologie, antropologie, sociologie of geschiedenis. Taal is immers verweven met mens en samenleving en kan niet in een vacuüm bestudeerd worden. In de afstudeerrichting theater-, film- en literatuurwetenschap analyseer je podiumkunsten, film en literatuur vanuit verschillende invalshoeken. Je krijgt inzicht in de belangrijkste literatuuropvattingen en recente theorievorming, je leert een aantal onderzoeksmethoden voor de wetenschappelijke studie van verschillende kunstvormen, je oefent creatief schrijven van teksten en beargumenteerd kritiek geven, enz.
Studieopbouw bacheloropleiding De bachelorstudie heeft een omvang van 180 studiepunten. Het aantal studie punten dat aan een opleidingsonderdeel is toegekend geeft een idee van de belasting die dat opleidingsonderdeel binnen de totale opleiding vertegenwoordigt. Na de bachelor kan je een meer gespecialiseerde master volgen. Tijdens de bachelorstudie zijn er ook al een groot aantal keuzemogelijkheden zodat je bepaalde interessegebieden al in de eerste drie jaar verder kan uitbouwen. Belangrijk is dat je in totaal 180 studiepunten behaalt, gespreid over 3 jaar (voorbeeldtrajecten voor de drie bachelorjaren schommelen tussen de 54 en de 66 studiepunten per jaar).
6|
In grote lijnen ziet het programma er zo uit:
Algemene en algemene disciplinegebonden opleidingsonderdelen Algemene opleidingsonderdelen
14-17 sp.
Inleiding tot de Westerse wijsbegeerte Wetenschappelijke vaardigheden Levensbeschouwelijk vak Keuze (uit een korf algemene opleidingsonderdelen van historische, filosofische of sociologische aard)
4 sp. 4 sp. 3 sp. 3 tot 6 sp.
Algemene disciplinegebonden opleidingsonderdelen: • •
lgemene taalwetenschap A Algemene taalkunde Interdisciplinaire taalkunde Algemene literatuurwetenschap Literaire genres Intertekstualiteit: mythologie, bijbel en literatuur Literatuuropvattingen en filosofie
24 sp. 12 sp. 6 sp. 6 sp. 12 sp. 4 sp. 4 sp. 4 sp.
Afstudeerrichtingen
Type 1: een combinatie van twee talen, te kiezen uit Nederlands, Frans, Engels, Spaans, Duits, Italiaans (waarbij alleen de combinatie Spaans – Italiaans in principe niet mogelijk is); per taal is er een pakket taalbeheersing en cultuur, een pakket taalkunde en een pakket literatuurstudie; de verhouding tussen deze pakketten varieert enigszins van taal tot taal. (programma talen: zie p. 12-20) 2 x 60 = 120 sp. Type 2: een combinatie van één taal met 60 sp. theater-, film- en iteratuur wetenschap (TFL). (programma TFL: zie p. 21) 2 x 60 = 120 sp.
Vrije ruimte
Opleidingsonderdelen te kiezen uit het ruime opleidingsaanbod; kan gebruikt worden om een gekozen afstudeerrichting sterker uit te bouwen, of om de opleiding te verbreden (9-12 sp).
Scriptie
De bachelorscriptie is een zelfstandig werkstuk geschreven op basis van literatuurstudie en zelfstandig onderzoek. Zij sluit het bachelorprogramma af met 10 sp. |7
Taal- en letterkunde, iets voor jou? De wetenschappelijke studie van taal en literatuur staat centraal In de studierichting taal- en letterkunde staat de wetenschappelijke studie van taal en literatuur centraal. Een uitgesproken aanleg voor talen in het algemeen en een goede verbale begaafdheid zijn voorwaarden voor een succesvol studieverloop. Voor Nederlands, Frans of Engels zijn een goede taalkennis en vlotheid noodzakelijk. Wanneer je kiest voor Spaans, Italiaans of Duits, is er geen voorkennis vereist.
Een aantal vaardigheden kan je slaagkansen gevoelig verhogen Behalve aanleg voor en beheersing van (bepaalde) talen, kunnen een aantal andere vaardigheden je slaagkansen gevoelig verhogen. Zo zijn een goed abstraheervermogen, de vaardigheid om verbanden te leggen en om aspecten in een ruimere context te bekijken, oog voor wetenschappelijke exactheid en een goed geheugen belangrijke troeven voor een student taal- en letterkunde. Als je taal- en letterkunde wil studeren, moet je veel belangstelling hebben voor taalkunde en literatuurstudie, én voor de cultuur en geschiedenis van de ta(a)l(en) van je keuze. Taal kan niet los van mens en samenleving worden bestudeerd: interesse voor algemene filosofische, psychologische en cultuurhistorische onderwerpen is eveneens belangrijk. Permanente evaluatie, voorbereiding van colleges, verwerking van literatuur opdrachten vragen een positieve werkattitude en een flinke dosis doorzettingsvermogen.
8|
Hoe begin je eraan? Welk diploma heb je nodig? Om te worden toegelaten tot de bachelorstudie taal- en letterkunde, moet je in principe een diploma van het secundair onderwijs bezitten. Ook wie geen diploma secundair onderwijs bezit, kan onder bepaalde omstandigheden toegelaten worden tot een universitaire studie, maar dan op basis van ‘elders verworven competenties’ (zoals relevante werkervaring). Internationale studenten moeten beschikken over een diploma secundair onderwijs dat ook in het thuisland toegang verleent tot een gelijkwaardige studierichting. Wie niet-Nederlandstalig secundair onderwijs volgde, moet slagen in een door de Universiteit Antwerpen erkende taaltest Nederlands. Voor meer informatie in verband met toelatingsvoorwaarden (diploma en taal) en aanvraagprocedure neem je contact op met de International Student Officer (Sonia Brunel,
[email protected]).
|9
Het studieprogramma Studiepunten De studieomvang van elke opleiding wordt uitgedrukt in studiepunten (sp.). Studiepunten geven een goed beeld van de relatieve tijdsbesteding die verwacht wordt voor elk opleidingsonderdeel. Een voltijds academiejaar telt 60 studiepunten. Deze norm werd overgenomen van het Europees ECTS-project (European Credit Transfer and Accumulation System). Elk studiepunt komt overeen met een studietijd van 25 tot 30 uren. Hierin zijn het bijwonen van de hoor- en werkcolleges, de voorbereidingstijd en het studeren voor de examens vervat. De totale studietijd voor een voltijds academiejaar varieert tussen 1 500 en 1 800 uren studie. Het aantal studiepunten van een opleidingsonderdeel zegt dus meer over de hoeveelheid tijd je er uiteindelijk aan zal besteden dan het aantal uren dat je les hebt. In het modeltraject, dat hier wordt voorgesteld, komen vermeldingen voor als ‘vanaf Ba2’, ‘te volgen in Ba2 of Ba3’, ‘kan vanaf Ba2 gevolgd worden’. Deze vermeldingen zijn bedoeld als suggesties, die de studenten moeten helpen bij het samenstellen van hun jaarprogramma. Daarin gesteund door de vakbeschrijving dienen zij zelf in te schatten of zij over voldoende voorkennis beschikken om een bepaald opleidingsonderdeel te volgen en met succes af te ronden.
Collegeroosters Zoek je een voorbeeld van een collegerooster? Surf dan naar www.ua.ac.be/collegeroosters. Daar vind je een overzicht van de huidige collegeroosters.
10 |
Algemene en algemene disciplinegebonden opleidingsonderdelen Het bachelorprogramma aan de Universiteit Antwerpen omvat een aantal algemene opleidingsonderdelen (ter waarde van 14 tot 17 studiepunten) en een pakket disciplinegebonden opleidingsonderdelen (24 studiepunten) die de specifieke taal overstijgen en daarom door iedereen moeten worden gevolgd. Algemene opleidingsonderdelen
sp
Inleiding tot de Westerse wijsbegeerte Wetenschappelijke vaardigheden Levensbeschouwing Keuzevak (uit een korf algemene opleidingsonderdelen van historische, filosofische of sociologische aard) • Inleiding tot de sociologie (6 sp.) • Antropologie (4 sp.) • Inleiding tot de cultuurfilosofie (5 sp.) • Wetenschapsfilosofie en kennisleer (4 sp.) • Samenleving, feiten en problemen (6 sp.) • Ethiek (5 sp.) Algemene disciplinegebonden opleidingsonderdelen Algemene taalwetenschap: • Algemene taalkunde (6 sp.) • Interdisciplinaire taalkunde (6 sp.) Algemene literatuurwetenschap: • Literaire genres (4 sp.) • Intertekstualiteit: mythologie, bijbel en literatuur (4 sp.) • Literatuuropvattingen en filosofie (4 sp.)
4 4 3
4-6
4-6
| 11
Bachelor eerste jaar: Nederlands
sp.
Cultuurgeschiedenis van de Nederlanden Nederlandse taalbeheersing 1
4 4
Inleiding tot de studie van de oude Nederlandse letterkunde
4
Inleiding tot de studie van de moderne Nederlandse letterkunde
4
Nederlandse taalkunde 1: basisbegrippen Nederlandse grammatica
4
Keuzevakken Nederlandse letterkunde: oudere geestelijke letterkunde (vanaf Ba 1)
4
Nederlandse letterkunde: moderne klassieken 1/2 (vanaf Ba 1)
4
Bachelor tweede jaar: Nederlands Nederlandse taalbeheersing 2 Geschiedenis van de Nederlandse letterkunde 1: middeleeuwen, rederijkerstijd en renaissance Geschiedenis van de Nederlandse letterkunde 2: van de Franse revolutie tot de Grote Oorlog Nederlandse taalkunde 2: interdisciplinaire benaderingen Nederlandse taalkunde 3: externe taalgeschiedenis (te volgen in Ba 2 of Ba 3) Nederlandse taalkunde 4: synchrone grammatica
12 |
sp. 4 4 4 4 4 4
Bachelor derde jaar: Nederlands Nederlandse taalbeheersing 3 Geschiedenis van de Nederlandse letterkunde 3 Nederlandse taalkunde 5: diachrone taalstudie Keuzevakken Nederlandse letterkunde: middeleeuwen (vanaf Ba 2)
sp. 4 4 4 4
Nederlandse letterkunde: oudere geestelijke letterkunde (vanaf Ba 1)
4
Nederlandse letterkunde: renaissance (vanaf Ba 2)
4
Nederlandse letterkunde: moderne klassieken 1 of 2 (vanaf Ba 1)
4
Hedendaagse Nederlandse letterkunde (vanaf Ba 2) Inleiding lexicologie en lexicografie (vanaf Ba 2)
4 4
| 13
Bachelor eerste jaar: Frans Franse taalbeheersing 1: grammatica en lexicon
4
Franse taalbeheersing 1: spreek- en schrijfvaardigheid
4
Inleiding tot de Franse letterkunde 1: oude periode Franse taalkunde 1: externe geschiedenis van het Frans en Latijn Franse taalkunde 1: taalkunde van het moderne Frans
4
Bachelor tweede jaar: Frans
14 |
sp.
4 4
sp.
Franse taalbeheersing 2: grammatica en lexicon
4
Franse taalbeheersing 2: spreek- en schrijfvaardigheid Inleiding tot de Franse letterkunde 2: moderne periode – historisch deel Inleiding tot de Franse letterkunde 2: moderne periode – methodologisch deel Franse taalkunde 2: interne geschiedenis van het Frans en Oudfrans Franse taalkunde 2: taalkunde van het moderne Frans
4 4 4 4 4
Bachelor derde jaar: Frans Franse taalbeheersing 3: spreek- en schrijfvaardigheid Inleiding tot de Franstalige letterkunden Eén keuzevak Franse letterkunde Eén keuzevak Franse taalkunde
sp. 4 4 4 4
Keuzevakken Franse letterkunde (kunnen vanaf Ba 2 gevolgd worden als keuzevak in de vrije ruimte): 1. 2. 3. 4. 5.
Latijnse teksten Franse teksten: ancien régime Franse teksten: 19de eeuw proza Franse teksten: 20ste eeuw proza Franse teksten: 19de - 20ste eeuw poëzie
6. Frans-joodse hedendaagse literatuur (tweejaarlijks vanaf 2011-2012, te volgen in Ba 2 of Ba 3)
4 4 4 4 4 4
Keuzevakken Franse Taalkunde (kunnen vanaf Ba 2 gevolgd worden als keuzevak in de vrije ruimte): 1. 2. 3. 4.
Aspecten van Latijnse taalkunde Synchrone taalkunde v. h. Frans: semantiek Synchrone taalkunde v. h. Frans: sociolinguïstiek Diachrone taalkunde v. h. Frans
4 4 4 4
| 15
Bachelor eerste jaar: Engels
sp.
English proficiency 1
6
English grammar 1
6
Introduction to the study of literature in English
4
Fiction in English: Nobel Prize Winners since 1950
4
Bachelor tweede jaar: Engels English proficiency 2 English grammar 2 Literary texts in English 1: romanticism Literary texts in English 2: Realism The development of English (te volgen in Ba 2 of Ba 3)
6 6 4 4 4
Englishes (vanaf 2012-2013)/ English as a Germanic language (vanaf 2013-2014) (te volgen in Ba 2 of Ba 3) (alterneren; slechts één van de opleidingsonderdelen is verplicht)
4
Keuzevakken (kunnen vanaf Ba 2 gevolgd worden in de vrije ruimte): Literary texts in English 5: Romantic fiction Literary texts in English 6: Contemporary British fiction Cultural history of the United States Cultural history of the United Kingdom Language in use: applied linguistics
16 |
sp.
4 4 4 4 4
Bachelor derde jaar: Engels
sp.
Advanced English practice
4
The development of English (te volgen in Ba 2 of Ba 3) Englishes (vanaf 2010-2011)/English as a Germanic language (vanaf 2011-2012) (te volgen in Ba 2 of Ba 3) (alterneren; slechts één van de opleidingsonderdelen is verplicht) Literary texts in English 3: modernism
4
Literary texts in English 4: postmodernism
4
4 4
Keuzevakken Literary texts in English 7: Shakespeare (enkel te volgen in Ba 3)
Literary texts in English 8: Queer fiction (enkel te volgen in Ba 3)
Cultural history of the United States (te volgen vanaf Ba 2)
Cultural history of the United Kingdom (te volgen vanaf Ba 2)
Language in use: applied linguistics (te volgen vanaf Ba 2)
4 4 4 4 4
| 17
Bachelor eerste jaar: Duits Duitse taalbeheersing 1 Duitse grammatica: theorie 1 Duitse grammatica: oefeningen 1 Geschiedenis van de Duitse literatuur 1 Duitse teksten 1
Bachelor tweede jaar: Duits
sp. 4 4 4 4 4
sp.
Duitse taalbeheersing 2 Inleiding tot de Duitse taalwetenschap Duitse grammatica: theorie 2 Duitse grammatica: oefeningen 2
4 4 4 4
Geschiedenis van de Duitse literatuur 2 (tweejaarlijks vanaf 2012-2013, te volgen in Ba 2 of Ba 3)
4
Cultuurgeschiedenis van het Duitstalige gebied (tweejaarlijks vanaf 2013-2014, te volgen in Ba 2 of Ba 3)
4
Duitse teksten: capita selecta 1 of 2 (kunnen gevolgd worden in Ba 2 of in Ba 3)
4
Bachelor derde jaar: Duits
sp.
Duitse taalbeheersing 3 Grammaticalisatie en taalverandering
4 4
Geschiedenis van de Duitse literatuur 2 (tweejaarlijks vanaf 2012-2013, te volgen in Ba 2 of Ba 3)
4
Cultuurgeschiedenis van het Duitstalige gebied (tweejaarlijks vanaf 2013-2014, te volgen in Ba 2 of Ba 3)
4
Duitse teksten: capita selecta 1 of 2 (kunnen gevolgd worden in Ba 2 of Ba 3)
4
Keuzevakken Nationale en regionale variëteiten van het Duits (enkel te volgen in Ba 3)
18 |
4
Bachelor eerste jaar: Spaans
sp.
Grammatica en taalbeheersing van het Spaans 1 Grammatica en taalbeheersing van het Spaans 2 Spaanse taalkunde 1
6 6 4
Inleiding tot de studie van de Spaanse en Spaans-Amerikaanse cultuur en literatuur
4
Bachelor tweede jaar: Spaans Grammatica en taalbeheersing Spaans 3 Samenleving en cultuur in Spanje Spaanse taalkunde 2 Spaanse en Spaans-Amerikaanse letterkunde 1
Bachelor derde jaar: Spaans Spaanse taalbeheersing 4 Samenleving en cultuur in Spaans-Amerika Spaanse taalkunde 3 Spaanse letterkunde 2 Spaans-Amerikaanse letterkunde 2
sp. 4 4 6 6
sp. 4 4 4 4 4
| 19
Bachelor eerste jaar: Italiaans Italiaanse taal: woordenschat Italiaanse taal: grammatica Mondelinge taalvaardigheid Italiaans Schriftelijke taalvaardigheid Italiaans Samenleving en cultuur van Italië 1
Bachelor tweede jaar: Italiaans
4 4 4 4 4
sp.
Toegepaste taalkunde Italiaans 1
4
Samenleving en cultuur van Italië 2 (tweejaarlijks vanaf 20102011, te volgen in Ba 2 of in Ba 3)
4
Italiaanse taalkunde 1: inleiding tot de Italiaanse taalkunde
4
Italiaanse taalkunde 2: systeem- en variatiebeschrijving van het moderne Italiaans
4
Italiaanse letterkunde 1: zes eeuwen literaire cultuur in Italië: Da Dante a Goldoni
4
Italiaanse letterkunde 2: Da Manzoni al Novecento fino ai giorni nostri
4
Bachelor derde jaar: Italiaans
sp.
Toegepaste taalkunde Italiaans 2
4
Samenleving en cultuur van Italië 2 (tweejaarlijks vanaf 2012-2013, te volgen in Ba 2 of in Ba 3)
4
Italiaanse taalkunde: de ontwikkeling van het moderne Italiaans
6
Italiaanse letterkunde Keuzevak Film e storia (te volgen in Ba 2 of in Ba 3)
20 |
sp.
6 4
Bachelor eerste jaar: Theater-, Film- en Literatuurwetenschap
sp.
Geschiedenis van de film 1 Theatergeschiedenis 1: van de Oudheid tot de 18de eeuw
6 4
Theatergeschiedenis 2: van de 18de eeuw naar de moderniteit
4
Literatuurgeschiedenis Keuzevak Tekst en stem
Bachelor tweede jaar: Theater-, Film- en Literatuurwetenschap Geschiedenis van de film 2: stijl en techniek Theaterwetenschap: grondslagen Filmtheorie en filmgenres Literatuursociologie: literaire instituties Cultuur van de moderniteit 1
Bachelor derde jaar: Theater-, Film- en Literatuurwetenschap
6 4
sp. 4 4 4 4 4
sp.
Opvoeringsanalyse
6
Literatuur, film en techniek: transport en (tele)communicatie
4
Cultuur van de moderniteit 2
4
Zelfstudie-onderdeel of stage Of Woord en beeld
6
Keuzevak Postkoloniaal theater
4
| 21
Keuzevakken voor alle opleidingsonderdelen (vanaf Ba 2 of Ba 3) Afrikaanse taalkunde Afrikaanse letterkunde Terminologie Vertaalwetenschap Jeugdliteratuur Digital humanities Keuze uit opleidingsonderdelen ‘Joodse studies’
. Als je taal- en letterkunde wil studeren, moet je veel belangstelling hebben voor taalkunde en literatuurstudie, én voor de cultuur en geschiedenis van de ta(a)l(en) van je keuze.
22 |
sp. 4 4 3 3 4 4
| 23
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar In deze brochure vind je de inhoud van de opleidingsonderdelen van de bachelor taal- en letterkunde. Op www.ua.ac.be/taal- en letterkunde staat meer uitgebreide informatie over de begin- en eindtermen, inhoud, werk- en evaluatie vormen en het noodzakelijk en aanbevolen studiemateriaal.
Algemene basisopleidingsonderdelen Inleiding tot de Westerse wijsbegeerte Deze cursus wil je via een historisch-thematische benadering laten kennismaken met de belangrijkste stromingen en ideeën uit de Westerse filosofie.
Algemeen keuzevak. Eén opleidingsonderdeel te kiezen uit: Inleiding tot de sociologie De cursus wil je een eerste, grondige kennismaking bieden met de sociologie, dit is de wetenschap die het menselijk handelen in sociaal verband tracht te beschrijven en te verklaren. Die kennismaking gebeurt in drie stappen. 1. Om te beginnen wordt het specifieke van de sociologische benaderingswijze duidelijk gemaakt door haar af te bakenen van de andere mens-wetenschappen en van meer speculatieve benaderingen van het menselijk handelen. 2. Vervolgens wordt het sociologische basisinstrumentarium (vakbegrippen en analytische denkkaders) systematisch ontvouwd en overvloedig geïllustreerd. 3. Ten slotte worden enkele belangrijke sociale problemen en sociologische deelgebieden verkend.
Antropologie In een eerste deel wordt een bondig overzicht geboden van belangrijke thema’s uit de culturele en de biologische antropologie enerzijds, de psychologie anderzijds. In een tweede gedeelte worden de invloedrijkste mensbeelden uit de psychologische antropologie besproken, met name het (neo)behaviorisme, het holisme, de psychodynamische antropologie, de humanistische antropologie en de existentiële antropologie.
24 |
Inleiding tot de cultuurfilosofie Het opleidingsonderdeel ‘Inleiding tot de cultuurfilosofie’ bestaat uit 2 delen. In het eerste deel wordt ingegaan op de betekenis en de oorsprong van de cultuurfilosofie. Vervolgens wordt vanuit H. Arendts ‘Vita Activa’ een cultuurfilosofische analyse van de moderniteit gegeven als aanzet tot de interpretatie van de hedendaagse crisis in de cultuur. In het tweede deel van de cursus worden een aantal hedendaagse cultuurfilosofische debatten geanalyseerd, zo onder meer de erfenis van de verlichting, het postmodernisme, het multiculturalisme.
Wetenschapsfilosofie en kennisleer • • • • • •
Het probleem van het verklaren - deductief nomologische verklaringen - handelingsverklaringen; Het probleem van de waardevrijheid (Max Weber); De constructie van de sociale realiteit (Searle); Theorie en ervaring in het positivisme, het kritisch rationalisme (Popper) en in de wetenschapsfilosofie van Th. S. Kuhn; Narratieve zinnen in Danto’s geschiedenisfilosofie; Feit en interpretatie in de historische wetenschappen.
Samenleving, feiten en problemen Deze cursus behandelt enkele actuele problemen van de welvaartsstaat: groei en crisis van de welvaartsstaat; welvaart, groei, inflatie, werkgelegenheid; bevolking en beroepsbevolking; de sociale organisatie van de welvaartsstaat; de overheid als centrale herverdeler; verdeling van de geldinkomens; de verdeling van de sociale goederen en diensten; de politieke democratie.
Ethiek In een eerste deel ‘Ethiek, (post)moderne cultuur en keuzevrijheid’ wordt een overzicht gegeven van enkele conventionele begripsbepalingen (hfdst. 1), wordt ingegaan op de vermeende crisis van de moderne en postmoderne ethiek (hfdst. 2) en wordt een verband gelegd tussen ethiek en vrijheids-opvatting (hfdst. 3). Deel twee ‘Typen van wijsgerige ethiek’ bespreekt aan de hand van een aantal casussen de belangrijkste hedendaagse ethische theorieën: de consequëntiële ethiek (prudentialisme en utilitarisme; hfdst. 4), de intentie-ethiek (Kant, Levinas; hfdst. 5), de deugdethiek (Aristoteles, McIntyre; hfdst. 6) en de hermeneutische ethiek (Kierkegaard, Gadamer, Van Tongeren; hfdst. 7).
| 25
Algemene disciplinegebonden opleidingsonderdelen Algemene taalkunde De cursus geeft een algemene inleiding tot de taalwetenschap. In het inleidende gedeelte komen volgende thema’s aan bod: ‘Wat is taalkunde?’, ‘De kenmerken van menselijke taal’, ‘Taalfamilies’, ‘Linguïstische relativiteit en taaluniversalia’. ‘De verschillende disciplines van de taalkunde’. Vervolgens worden de verschillende subdisciplines van de taalkunde en hun basisbegrippen voorgesteld: • Fonetiek en fonologie (de klanken en de klanksystematiek); • Morfologie (woordvorming); • Lexicale semantiek (de betekenis van woorden en woorddelen); • Syntaxis (constructies en de structuur van de zin); • Zinssemantiek en pragmatiek (betekenis en gebruik van taaluitingen). Daarbij wordt ook beknopt informatie gegeven over de geschiedenis van de taalkunde en over de wijze waarop de verschillende basisbegrippen van die wetenschap zich ontwikkeld hebben.
Literaire genres Om een greep te krijgen op de veelheid van teksten die als literatuur functioneren werken critici en literatuurwetenschappers graag met etiketten. De etiketten met de meest algemene toepassing zijn ‘proza’, ‘poëzie’ en ’drama’. De literatuurwetenschap werkt dus met het vermoeden dat elk van deze tekstsoorten op een manier kan worden benaderd die wezenlijk verschilt van de aanpak van de twee andere. Voor proza werd de narratologie ontwikkeld, waarmee men in principe elke verhalende tekst te lijf kan. In het deel over poëzie wordt de student vertrouwd gemaakt met de basisbegrippen uit de wetenschappelijke poëziekritiek zoals vorm, ritme/metrum, klankeffecten en stijlfiguren. De behandeling van drama gaat uit van het idee dat deze tekstsoort specifiek ontworpen werd voor de scène; het is een pre-tekst voor het theater.
Nederlands Cultuurgeschiedenis van de Nederlanden Tegen de achtergrond van de polititeke, sociale en economische geschiedenis wordt aandacht geschonken aan zeer uiteenlopende vormen van (niet-literaire) creativiteit die de bewoners van de territoria die we nu de Nederlanden noemen sinds het begin van onze jaartelling aan de dag hebben gelegd. Bijzondere aandacht wordt hierbij geschonken aan het inzicht die deze artefacten ons kunnen geven in de soms zeer afwijkende opvattingen en waardepatronen van mensen uit het verleden.
26 |
Nederlandse taalbeheersing 1 Voor de verwerving van communicatieve vaardigheden en het verwerven van inzicht in een aantal aspecten/vormen van die vaardigheden wordt er contactonderwijs in kleinere groepen aangeboden. De interactieve colleges bestaan zowel uit mondelinge als schriftelijke oefeningen (formuleringsoefeningen, opstellen bouwplan voor tekst, maken van samenvatting, schrijven van essay, schrijven van journaalitems, presenteren van journaal, discussieoefeningen...). Daarnaast wordt ook gewerkt aan de verwerving van preliminaire kennis/vaardigheden (orthofonie, spelling, idioom). Dit opleidingsonderdeel vormt het voorwerp van (gedeeltelijk begeleide) zelfstudie (o.a. via Blackboard).
Inleiding tot de studie van de oude Nederlandse letterkunde Middeleeuwen (deel 1): de bouwdoos van de medioneerlandicus De nadruk ligt op het vertalen van Middelnederlandse literaire teksten. Daarom wordt in de colleges aandacht besteed aan een elementaire kennis van de grammatica van het Middelnederlands en aan het leren gebruiken van de belangrijkste lexicografische hulpmiddelen, inzonderheid het Middelnederlandsch Woordenboek, zowel in de papieren als in de elektronische versie. Deze onderdelen vormen op zich geen examenstof, maar staan ten dienste van een adequate vertaling van de tekst. Elke week krijgen de studenten dan ook een verplichte oefening mee, die bij de aanvang van het eerstvolgende college wordt besproken. Tijdens de colleges wordt ook aandacht besteed aan de literair-historische situering en de genrekenmerken van de teksten, waaruit passages worden vertaald. Bij dit onderdeel van de cursus hoort ook een beperkte literatuurlijst, waarover tijdens het college twee schriftelijke toetsen worden afgenomen.
Rederijkerstijd en Renaissance (deel 2) Voor het gedeelte Renaissance krijgen de studenten een introductie in het toneel en in de lyriek van de zeventiende eeuw aan de hand van enkele geselecteerde teksten. De reden van de moeilijkere toegankelijkheid van oude teksten ligt deels in de taal die afwijkt van het moderne Nederlands, deels in de culturele achtergrond die anders is dan die van moderne teksten. De zeventiende-eeuwse taal zal worden ingeoefend via vertaaloefeningen. De culturele en literair-historische context verwerft je in de hoorcolleges en via bijkomende lectuur.
Inleiding tot de studie van de moderne Nederlandse letterkunde In vier plenaire hoorcolleges wordt achtereenvolgens aandacht besteed aan 1. het ‘gemaakte’ karakter van de literaire tekst, 2. de begrippen ‘poëtica’ en ‘literair veld’, 3. de inbedding van het literaire veld in de ruimere culturele en politiek| 27
maatschappelijke context en 4. het begrip ‘moderniteit’ en enkele historische ontwikkelingen met betrekking tot de structuur van het literaire veld. Het een en ander zal worden verduidelijkt aan de hand van de casus Louis Paul Boon. Vanaf de vijfde collegeweek wordt het publiek ingedeeld in groepen van vierentwintig studenten. Voor elke groep zijn acht sessies voorzien, twee sessies per genre (epische teksten, lyrische teksten, dramatische teksten, essayistiek). Elke week presenteren twaalf studenten - ingedeeld in subgroepen van drie - de resultaten van een klein onderzoek; de overige twaalf studenten zorgen voor kritisch weerwerk. In de daaropvolgende week worden de rollen omgekeerd. Elk onderzoek resulteert in een korte nota. De vier nota’s, evenals het resultaat van een individueel uit te voeren onderzoekje en alle andere in het kader van dit opleidingsonderdeel tot stand gekomen teksten (waaronder een verslagje van een geleid bezoek aan het Letterenhuis en de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience), worden opgenomen in een individuele portfolio die de basis vormt voor de eindevalutie.
Nederlandse taalkunde 1: basisbegrippen Nederlandse grammatica De cursus presenteert een uitvoerig terminologisch kader en biedt analysetechnieken aan. Binnen het onderdeel syntaxis worden de woordsoorten en de zinsdelen behandeld, met aandacht voor zowel de inwendige bouw van de constituenten als de relatie tussen de zinsdelen. Binnen het onderdeel morfologie worden elementen uit de morfosyntaxis, morfosemantiek en morfofonologie behandeld.
Keuze-opleidingsonderdelen voor de vrije ruimte
(Deze opleidingsonderdelen kunnen gevolgd worden vanaf Ba 1)
Keuze-opleidingsonderdelen Nederlandse letterkunde Nederlandse letterkunde: oudere geestelijke letterkunde De cursus behandelt de voornaamste genres van de Middelnederlandse geestelijke letterkunde, van de twaalfde eeuw tot circa 1500: geschiedenis, kenmerken, inhoud en functie. Na een algemene inleiding worden de volgende genres behandeld: bijbelvertaling, preek, catechetische literatuur, gebeden en gebedenboeken, geestelijk lied, mystieke literatuur, hagiografie en religieuze biografie, geestelijke brief, testamenten, ars moriendi. Elke week zijn er twee uren les. De studenten lezen tevoren het syllabusdeel dat behandeld zal worden. In de les wordt de stof besproken en worden Middelnederlandse teksten gelezen die de stof illustreren. 28 |
Nederlandse letterkunde: moderne klassieken 1/2 In deze cursus wordt afwisselend het werk van Hugo Claus (vanaf 2012-2013) en Gerard Reve (vanaf 2013-2014) als ‘moderne klassieke’ behandeld. Moderne klassieken 1. Hugo Claus. De bedoeling is om aan de hand van losse gedichten, een roman en een toneelstuk de veelheid, de verscheidenheid en de complexiteit van Claus’ werk tot enkele heldere krachtlijnen te bundelen. Met oog voor bepaalde literaire, artistieke en socio-culturele ontwikkelingen in de tweede helft van de 20ste eeuw wordt aandacht geschonken aan uiteenlopende onderwerpen als experimentalisme, realisme, autobiografie, engagement, mythologie, vitalisme enzovoort. Moderne klassieken 2. Gerard Reve. De bedoeling is om een selectie uit de romans, brieven en gedichten van Reve te behandelen. Daarbij wordt aandacht besteed zowel aan de biografische achtergrond als aan de maatschappelijke, politieke en ideologische context van Reves werk. Belangrijke topics zijn humor en ironie, autobiografie en mythologie, religie en erotiek, romantiek en decadentie.
Frans Franse taalbeheersing 1: grammatica en lexicon Kritische studie van de basisgrammatica (theorie), met zowel individuele (vooral computerondersteunde) als klassikale (traditionele) oefeningen. Morfosyntactische analyse van de woordsoorten. Zelfstudie (herhaling via computerondersteunde oefeningen) van de basiswoordenschat (de meest frequente woorden van het Frans in ‘Le mot qu’il faut’). Zelfstudie van grammaticale en lexicale problemen betreffende specifieke moeilijkheden die Nederlandstaligen ervaren wanneer ze Frans studeren (‘Vous Dites!’). Wekelijks 1 uur klassikale theorie en ook vaak oefeningen en 1 uur klassikale oefeningen. Regelmatige voortgangstoetsen over alle aspecten van het opleidingsonderdeel, waarvan de jaarplanning bij de aanvang van het academiejaar zal bekendgemaakt worden.
Franse taalbeheersing 1: spreek- en schrijfvaardigheid Deze cursus beoogt de verbetering en verfijning van het gesproken en geschreven Frans. Enerzijds schrijven de studenten in de loop van het jaar een aantal teksten (thuis en in de klas) waarvan de verbetering individueel gebeurt. Bijzondere aandacht gaat daarbij naar correct taalgebruik en coherentie van de argumentatie. Anderzijds wordt het gesproken Frans geoefend in kleine conversatiegroepen waarbij wordt stilgestaan bij de specifieke problematiek van Nederlandstaligen. Om enige substantie te geven aan de te bespreken topics zullen er elk semester een roman en een film behandeld worden.
| 29
Inleiding tot de Franse letterkunde 1: oude periode De cursus biedt een systematisch overzicht van de evolutie van de Franse letterkunde van de Middeleeuwen tot het einde van de XVIIIe eeuw. Naast een algemene introductie m.b.t. de problemen van de historische letterkunde (afbakening literaire veld, periodisering, geoculturele afbakening, canonisering) tracht de cursus de evoluties van genres en stromingen en de belangrijkste auteurs te plaatsen in hun historische en cultuurhistorische context.
Franse taalkunde 1: externe geschiedenis van het Frans en Latijn ‘Externe geschiedenis van het Frans’: dit onderdeel schetst de historische evolutie van de Franse taal. Meer bepaald zal getracht worden het historische, geografische en sociale kader vast te leggen van waaruit het hedendaags Frans zich uit het Volkslatijn heeft ontwikkeld. Daarnaast krijgen de studenten een oefening lexicografie, met de bedoeling hen vertrouwd te maken met de belangrijkste werkinstrumenten van de Franse historische taalkunde. ‘Externe geschiedenis van het Latijn’: Voor de studenten die leeservaring met Latijnse teksten hebben (vanaf 4 jaar) wil dit onderdeel de ontwikkeling van het Latijn van de preklassieke tijd tot het neo-Latijn aan de hand van uitgelezen tekstpassages schetsen. Zij worden hierover mondeling geëxamineerd. De studenten die geen of onvoldoende voorkennis hebben van het Latijn (van 0 jaar tot en met 3 jaar) volgen een aangepast programma dat hen wil inleiden in de kenmerken en ontwikkeling van de Latijnse morfologie (alfabet, uitspraak, accent, substantieven, adjectieven, voornaamwoorden, het naamvallensysteem, etc.), hen een basisvocabularium wil bijbrengen en hen tevens een schets van de externe geschiedenis van het Latijn wil geven. Zij worden hierover schriftelijk geëxamineerd.
Franse taalkunde 1: taalkunde van het moderne Frans Inleiding (met oefeningen) op de taalkundige studie van het hedendaagse Frans. Deel 1 behandelt morfologie en syntaxis, deel 2 semantiek, lexicologie en lexicografie. Kennismaking met de belangrijkste grammatica’s en woordenboeken van het hedendaagse Frans, met een aantal belangrijke thema’s uit eerder genoemde onderzoeksdomeinen en met de voornaamste bibliografische bronnen.
Engels English Proficiency 1 English Proficiency 1 - Writing De schrijfcursus biedt een inleiding op de basisprincipes en conventies van schrijven in een academische context. “Een academische context” verwijst hier 30 |
naar een universitaire context, een omgeving voor tertiair leren. Deze omgeving heeft specifieke schrijfverwachtingen en de cursus wil de deelnemers helpen om deze in te lossen. Het handboek All Write toont de gebruiker hoe cursusinformatie verwerkt kan worden en hoe deze informatie en de eigen opinies op coherente wijze gepresenteerd kunnen worden aan een academisch publiek. De All Write schrijfsessies vinden plaats in het eerste semester.
Proficiency 1 - Lexicon English grammar 1 De cursus Engelse grammatica beoogt een grondige kennismaking met de essentiële aspecten van de Engelse enkelvoudige zin. De belangrijkste componenten van de zin, nl. de nominale en de verbale constituent, worden geanalyseerd. Hun morfologie, maar vooral hun syntaxis en semantiek worden grondig geanalyseerd. Bovendien worden de belangrijkste contrastieve problemen (Engels-Nederlands, met inbegrip van zogenaamde ‘Dutchisms’) in dit verband besproken. Deze cursus is gebaseerd op het handboek ‘Foundations of English Grammar’ (hoofdstukken 1-9). Analyses en verklaringen worden gegeven binnen eenvoudige linguïstische paradigma’s. De oefeningen worden gegeven in werkcolleges (1 uur om de drie weken in het eerste semester, 2 uren om de drie weken in het tweede). Dit werk gebeurt in kleinere groepen. Deze werkcolleges helpen je om de theorie te assimileren en toe te passen op concreet taalmateriaal. Terzelfdertijd brengen zij je de linguïstische vaardigheden bij die nodig zijn voor een adequate observatie en analyse van taal.
Introduction to the study of literature in English This course introduces the concepts of the canon, ‘literature in English’ and literary history, and then provides a historical overview of the development of literature in English, from Beowulf to the present day.
Fiction in English: Nobel Prize Winners since 1950 This course introduces eight English-speaking Nobel Prize winners who have received the prize since the middle of the twentieth century. The emphasis is on authors who made their careers on the basis of their prose: the all-American writers Ernest Hemingway and John Steinbeck, the Jewish American Saul Bellow, the African American Toni Morrison, the South-Africans Nadine Gordimer and J.M. Coetzee, and the British writers William Golding and Doris Lessing. Their work evokes many different national cultures and periods, as well as a variety of themes and fictional genres. For purposes of analysis, we will fall back on the narratological apparatus taught in the course “Literary Genres” during the first semester. | 31
Duits Duitse taalbeheersing 1 • • • •
Gedetailleerde lectuur en discussie van originele Duitse teksten (verschillende tekstsoorten passeren daarbij de revue); gevarieerde woordenschatoefeningen over verschillende thema’s; uitspraakoefeningen in het taallabo; vertalingen Nederlands-Duits.
Duitse grammatica: theorie 1 Het Duitse werkwoord (voornamelijk de morfologie of vormleer ervan), het lidwoord, het substantief en het adjectief komen in deze cursus uitvoerig aan bod. Voor het werkwoord wordt de vervoeging van de zwakke (regelmatige en onregelmatige) werkwoorden en de sterke werkwoorden behandeld. Voor het substantief focussen we vooral op genus en vorming van het meervoud. Voor het adjectief staan de verschillende ‘Deklinationstypen’ op het programma.
Duitse grammatica: oefeningen 1 De morfologie van het werkwoord, het substantief, het adjectief en het lidwoord staan voorop. De oefeningen sluiten nauw aan bij het opleidingsonderdeel ‘Duitse grammatica: theorie 1’.
Geschiedenis van de Duitse literatuur 1 Ontwikkeling van het Duitse drama en de Duitse poëzie van 1750 tot 1950. Bovendien huislectuur.
Duitse teksten 1 “Dasein, Schuld und Authentizität”: enkele 18e en 20e eeuwse literaire teksten over zin en onzin van menselijke existentie, over persoonlijkheid, doorzettingsvermogen en onvermogen.
32 |
Spaans Grammatica en taalbeheersing van het Spaans 1 • • •
Studie van de normatieve grammatica, en dit op een inductieve manier, vertrekkende van eenvoudige teksten. Door systematische (computer)oefeningen maakt de student(e) zich deze structuren eigen. Met behulp van tests op geregelde tijdstippen, krijgt hij/zij bovendien de kans zijn/haar eigen vorderingen te evalueren.
Grammatica en taalbeheersing van het Spaans 2 • • • •
erwerven van een ruime Spaanse basiswoordenschat. V Zich eigen maken van een correcte uitspraak van het Spaans. Assimileren van de basisstructuren van de Spaanse taal. Inoefenen van een aantal communicatieve vaardigheden (in kleine groep) onder begeleiding van een ‘native’ lector.
Spaanse taalkunde 1 Inleiding tot de taalkunde van het Spaans in een ruime geografische en historische context.
Inleiding tot de studie van de Spaanse en Spaans-Amerikaanse cultuur en literatuur •
• • • •
Kennismaken met de historische achtergrond van Spanje en LatijnsAmerika vanaf 1895 tot heden en, in het bijzonder, met de literaire bewegingen van de twintigste eeuw. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de meest representatieve auteurs en teksten. Verwerven van een ruimere Spaanse woordenschat. Begrip en appreciatie van de geselecteerde teksten. Ontwikkelen van leesvaardigheid en kritische analyse. Verplichte lectuur van twee romans in het Spaans.
| 33
Italiaans Italiaanse taal: woordenschat Deze basiswoordenschat werd op basis van wetenschappelijke frequentieparameters opgebouwd, en biedt een betrouwbare staalkaart van het ‘italiano fondamentale’, het basisniveau Italiaans. Aan de hand van het handboek “Italvoc I. Een systematische basiswoordenschat Italiaans” worden specifieke thematische velden ingestudeerd vóór de les, die tijdens het college verder worden ingeoefend. Er komen verschillende soorten oefeningen aan bod: naast vertaaloefeningen ligt de nadruk vooral op gecontextualiseerde inbedding van de woordenschat. Bij de oefeningen in de les hoort ook een elektronisch oefenpakket dat via Blackboard toegankelijk is, waarmee de studenten de woordenschat moeten inoefenen en studeren.
Italiaanse taal: grammatica In dit opleidingsonderdeel worden wekelijks nieuwe topics van de Italiaanse grammatica in de les aangebracht en ingeoefend. Naast de oefeningen in de les, moeten de studenten ook thuis extra oefeningen maken (extra oefeningenboek). De studenten beschikken ook over een Nederlandstalige referentiegrammatica. Aan de hand van slides en een handboek brengt de docent de basisstructuren in kaart. De theorie wordt meteen ook in praktijk gezet en ingeoefend.
Mondelinge taalvaardigheid Italiaans De studenten verwerven via dit opleidingsonderdeel de mondelinge taalvaardigheid die ze nodig hebben in alledaagse situaties in Italië. Het opleidingsonderdeel steunt op de andere opleidingsonderdelen Italiaans (grammatica en woordenschat) en stelt de studenten via kleine groepen en concrete spreekopdrachten in staat om hun beginnende grammaticale en lexicale kennis in mondelinge gebruikscontexten aan te wenden. De studenten verwerven een actieve spreekvaardigheid door het beluisteren en bekijken van authentiek audiovisueel materiaal, en door conversatie-oefeningen in het lectoraat. Er wordt aandacht besteed aan uitspraak, sociale conventies en actualiteit. Via de mondelinge oefeningen en het lectoraat wordt tevens ook de studie van de woordenschat begeleid.
34 |
Schriftelijke taalvaardigheid Italiaans De studenten verwerven een actieve schrijfvaardigheid door het ontleden en bespreken van korte teksten en door schrijfoefeningen. Authentieke teksten (krantenartikels, brieven, korte verhalen) brengen de studenten in contact met het actuele Italië en de taal die leeft bij de Italianen. De studenten ontwikkelen hun schriftelijke taalkennis door het opstellen van korte en coherente teksten in correct Italiaans, gaande van ansichtkaarten tot - en waarom niet - een liefdesbrief.
Samenleving en cultuur van Italië 1 Eerste kennismaking met die elementen uit de Italiaanse samenleving en cultuur, van heden en verleden, in tekst en beeld, die de onmisbare basis vormen voor verdere uitdieping in de specifieke richting van taal en cultuur. Aan de hand van eenvoudige, doch fundamentele, teksten, al of niet vergezeld van beeldmateriaal, wordt de eerste kennis overgedragen aangaande land, geografie, brede historische evolutie, culturele en wetenschappelijke verwezenlijkingen, meer in het bijzonder wat de taal en de literatuur aangaat, de hedendaagse situatie en problemen, de plaats in de wereld en in Europa.
| 35
Theater-, Film- en Literatuurwetenschap Geschiedenis van de film 1 Deze cursus beschrijft sociale, culturele, economische, technologische en stilistische invloeden en omstandigheden die de geschiedenis en receptie van film hebben bepaald. We bekijken achtereenvolgens: de ‘primitieve’ periode (de uitvinding van de cinema, de eerste bioscopen, de internationalisering van het medium), de klassieke periode (vormelijk classicisme, nationale cinema’s, opkomst van het studiosysteem), de late stille periode (invloed modernistische kunst, internationale trends, nationale bewegingen, cinema en de staat, de relatie Hollywood/Europa), de ontwikkeling van de geluidsfilm, het studiosysteem (economische, technologische en narratieve verandering), de naoorlogse periode (de val van het studiosysteem, nieuwe realismen en new waves) en de hedendaagse periode (het post-klassieke studiosysteem, de nieuwe entertainmenteconomie, de nieuwe independent cinema). Elke les wordt gevolgd door een filmscreening.
Theatergeschiedenis 1: van de Oudheid tot de 18de eeuw In de cursus wordt de evolutie van het verschijnsel theater bestudeerd in zijn brede maatschappelijke context in de Oudheid (Griekenland en Rome) en in WestEuropa tijdens de Middeleeuwen en het Ancien Régime. Zowel de teksten als de opvoeringspraktijk komen aan bod. De aandacht gaat daarbij o.a. uit naar de literaire aspecten, de dramatheorie, de enscenering, de theaters, de status van de acteurs, spektakelelementen, het publiek, de sociale context en naar aanverwante verschijnselen als intreden, ommegangen en openbare feesten, het theater als propagandamiddel en als maatschappelijk en politiek uithangbord.
Theatergeschiedenis 2: van de 18de eeuw naar de moderniteit De cursus bestrijkt drie eeuwen Europees theater (opvoeringspraktijk) en drama (tekstproductie). Voor de achttiende eeuw wordt er een onderscheid gemaakt tussen enerzijds de theaterpraktijk (acteren, beroemde acteurs, de praktische organisatie van het theater) in de Nederlanden, Frankrijk, Engeland en Duitsland en anderzijds de drama- en theatertheorieën in de theoretische geschriften die de theaterpraktijk begeleidden. Ten slotte wordt er dieper ingegaan op typische 18de-eeuwse genres als het burgerlijk blijspel (Marivaux, Goldoni, Sheridan), het burgerlijk drama en het vroegromantische theater (Lessing, Goethe, Schiller). In de 19de eeuw wordt veel aandacht besteed aan het melodrama dat gedurende een eeuw de Europese podia heeft gedomineerd. Daarnaast wordt ook het literaire drama in Duitsland (Grillparzer, Nestroy, Hebbel) en Frankrijk (Hugo, Dumas, De Musset) beknopt voorgesteld. In het derde en laatste deel van de cursus worden enkele sleutelfiguren en belangrijke bewegingen van het moderne theater en drama gecontextualiseerd: Ibsen, Stanislavski, Tsjechov, het Russische formalisme, Brecht, Artaud en Grotowski. De hoorcolleges worden geïllustreerd met 36 |
talrijk beeldmateriaal, film- en videofragmenten waarin speelstijlen, scenografie en theaterdidactiek aan bod komen.
Literatuurgeschiedenis In het eerste semester bespreken we vijf topics: hoofse en devote middeleeuwers, zeventiende-eeuwse poëzie, de achttiende-eeuwse briefroman, negentiendeeeuwse historische romans en whodunits. De laatste lessen bieden een overzicht van de twintigste-eeuwse roman. In het tweede semester gaan we nader in op enkele bijkomende topics uit de negentiende- en twintigste-eeuwse eigentijdse literatuur: de Amerikaanse roman en het begrip ‘avontuur’, Oostenrijk en de encyclopedische roman, Frankrijk en de nouvelle vague/ nouveau roman.
Tekst en stem Middeleeuwse letterkunde tussen schriftelijkheid en oraliteit. De receptiewijze van literaire teksten die ons heden ten dage zo vertrouwd is – het in stilte lezen van een boek – was in de middeleeuwen de hoge uitzondering. Men las doorgaans heel traag, én hardop. Veel vaker werd voorgelezen of voorgedragen. Lyriek werd doorgaans gezongen en er werd ook op gedanst. Dit alles heeft gevolgen voor de wijze waarop middeleeuwse literatuur zich nu aan ons voordoet. Voor de vorm en de lay-out van de handschriften en vroege drukken; voor de in onze ogen soms irritante vorm, de stijl en de inhoud van de teksten; voor de maatschappelijke positie van degenen die literaire teksten maakten en verspreidden; voor de receptie van middeleeuwse teksten, die veel vaker dan nu een groepsgebeuren was; en uiteraard ook voor de rol die literatuur toen in de maatschappij speelde. Door de vernieuwingen die zich in onze tijd op het vlak van de media voordoen, is er onder literair-historici een groter begrip gegroeid voor het vaak afwijkende karakter van middeleeuwse letterkunde. Een beter inzicht in het functioneren van de literatuur in een ver verleden kan ons gevoeliger maken voor evoluties die we nu onder onze ogen zien gebeuren en ons beter doen begrijpen hoe tijdsgebonden onze eigen vanzelfsprekendheden wel zijn.
| 37
De masteropleiding Na je bacheloropleiding kan je aan de Universiteit Antwerpen ook verschillende masteropleidingen volgen. In een masteropleiding leer je je communicatieve en heuristieke vaardigheden verfijnen en gerichter toepassen op één wetenschappelijk domein. Zelfstandigheid, inzicht en kritische reflectie staan daarbij centraal. Je krijgt de kans om zelfstandig onderzoek uit te voeren en je analytische en interpretatieve vermogen verder uit te breiden. Je wordt daarbij uitgenodigd om een kritische ingesteldheid vorm te geven, zowel ten opzichte van de wetenschappelijke literatuur die je bestudeert als tegenover de ruimere socio-culturele en politieke omgeving waarin je leeft en de plaats van je eigen onderzoek daarin. Binnen de opleiding taal- en letterkunde heb je verschillende mogelijkheden: je kan kiezen voor de master taal- en letterkunde, met afstudeerrichtingen Duits, Engels, Frans, Italiaans, Nederlands, Spaans, voor de master literatuur van de moderniteit, de master taalkunde, de master theater- en filmwetenschap of de master Meertalige Professionele Communicatie. Elke taal biedt telkens een specifiek taalkundig of literatuurwetenschappelijk pakket aan (of een combinatie van beide). Ook tijdens de master kunnen studenten binnen Europa (Erasmus/ Socrates) en buiten Europa een deel van de opleidingsonderdelen volgen. Als je bachelor in de taal- en letterkunde bent, heb je in principe vrije toegang tot de masteropleidingen taal- en letterkunde, met die beperking dat wanneer je voor een bepaalde taal kiest je die taal ook in je bacheloropleiding bestudeerd moet hebben. Je kan ook instromen vanuit andere opleidingen, soms via een individueel voorbereidingsprogramma. Concreet bestaat een masteropleiding uit een vakkenpakket dat doorbouwt op wat in de bacheloropleiding wordt aangeboden en een masterproef waarin je één specifieke casus bestudeert en erover rapporteert. Zelfstandigheid en kritische reflectie brengen hun specifieke werkvormen mee: opleidingsonderdelen worden meestal gepresenteerd in een combinatie van hoorcolleges en werkseminaries en ter evaluatie worden onder andere presentaties en kortere of langere scripties van je verwacht. Na de masteropleidingen kan je ook deelnemen aan een aantal post-initiële masteropleidingen waarin je je verder specialiseert en een grote deskundigheid ontwikkelt binnen specifieke deelgebieden zoals linguïstiek, literatuurstudie en theaterwetenschap.
38 |
Verder studeren Specifieke lerarenopleiding: www.ua.ac.be/IOIW Je kan de lerarenopleiding volgen na je masteropleiding. De opleiding beperkt zich niet tot de vorming van studenten die willen gaan lesgeven. De voortdurende veranderingen in het sociale en economische leven hebben het fenomeen van de buitenschoolse vorming en opleiding – onder meer in de bedrijven zelf – in belang doen toenemen. Daarom wil de specifieke lerarenopleiding niet alleen in een vorming van toekomstige leraars voorzien, maar ook een algemene ‘vorming voor vormers’ aanbieden.
Master-na-masteropleidingen Op de webstek van de Universiteit Antwerpen kan je steeds een actueel overzicht vinden op www.ua.ac.be/studiekiezer.
| 39
Diploma op zak, wat nu? De masteropleiding biedt je de mogelijkheid je in de praktijk voor te bereiden op een werksector naar keuze. Gediplomeerden in de taal- en letterkunde kunnen hun kennis ook buiten de traditionele sectoren gebruiken. Een aantal vindt een baan in de overheidsadministratie of de diplomatie, in de pers, bij radio en televisie, in uitgeverijen, in het bibliotheekwezen en in de culturele centra. Sommigen werken ook op diverse plaatsen als vertaler. In de voorbije jaren heeft onze universiteit onderzocht hoe de opleiding taal- en letterkunde ook beter kan voorbereiden op beroepen in het bedrijfsleven. Als gevolg daarvan organiseert de Universiteit Antwerpen master-na-masteropleidingen die de afgestudeerden ruimere kansen bieden op de arbeidsmarkt. Tal van taal- en letterkundigen werken in het domein van communicatie, public relations of opleiding en vorming.
40 |
Alumni aan het woord Alumna Lotte Heijtenis schittert in Dubbelleven en Zot van A Met een omweg vond ze na haar studie Romaanse Talen de weg naar het theater en de televisie en nu zelfs voor het eerst naar het witte doek. Tv-kijkend Vlaanderen kent Lotte Heijtenis vooral als Jes uit de gelijknamige reeks op vtm. “Ik wilde vooral talen leren. Daarnaast kregen we ook geschiedenis, filosofie, literatuurgeschiedenis... Zo krijg je een historisch besef en een bredere kijk op de wereld. Jammer genoeg konden wij toen niet zelf ons opleidingspakket samenstellen zoals de studenten vandaag. Anders had ik misschien Nederlands of Spaans gecombineerd met Theater-, Film- en Literatuurwetenschap.” Afgestudeerd: Romaanse talen, 1998 Foto: Jelle Vermeersch
De wondere wereld van cabaretier en alumnus Wim Helsen “Op mijn achttiende wilde ik graag naar Studio Herman Teirlinck. Ik wist dat ik ooit op een podium wilde staan, maar had toen te weinig zelfvertrouwen om aan die opleiding te beginnen. Dan ben ik Germaanse Talen aan de Universiteit Antwerpen gestart. Ik heb immers altijd al graag gelezen. De krant, de Humo, poëzie, literatuur…” Afgestudeerd: Germaanse talen, 1991 Foto: Stefaan Van Hul
| 41
Kaat Debo aan het hoofd van het Antwerpse Modemuseum Ze studeerde Germaanse taal- en letterkunde met een specialisatie Theaterwetenschappen. Met deze opleiding op haar cv is Kaat Debo sinds 2001 aan de slag in het Antwerpse Modemuseum (MoMu). Sinds 2009 is ze er directeur. Datzelfde jaar werd ze aan de Universiteit Antwerpen ook verkozen tot Alumnus van het Jaar. Dat ze uiteindelijk in de modewereld terechtkwam, voelt voor Debo niet aan als een bizar parcours. Er zijn wat haar betreft zelfs heel wat linken tussen haar studie en haar huidige werkomgeving. “Binnen mijn opleiding, en dan zeker binnen Theaterwetenschappen kwamen ook lichaamsbeelden en de theorievorming hierrond aan bod. En laat dat nu net dingen zijn die ook in de mode centraal staan.” Afgestudeerd: Germaanse talen, 1998 Foto: Wim Van Eesbeek
Alumnus Jan Van Dosselaer: in de ban van Joyce en computerdialogen Alumnus Jan Van Dosselaer is de enige dialogue writer in België. Bij computerspellenfabrikant Larian Studios schrijft hij Engelse dialogen voor fantasiewerelden waarin demonen, draken en tovenaars de scepter zwaaien. “Ik heb altijd veel fantasie gehad. Als tiener deed ik niets liever dan Engelse boeken lezen en verhalen verzinnen. Germaanse talen studeren was dus een logische stap. Voor mij was Germaanse talen de perfecte opleiding tot dialogue writer. Schrijven is lezen. Er is niets zo leerrijk als goeie literatuur. Een inspirerend verhaal kan echt vonken geven in mijn hoofd.” Afgestudeerd: Germaanse talen, 1998 Foto: Vincent Jauniaux
42 |
Nuttige info bij de start van je studietraject Hoe verlopen de lessen? Voor de meeste opleidingsonderdelen worden hoorcolleges georganiseerd. Je volgt in groep een uiteenzetting van de docent, al dan niet ondersteund door audiovisueel materiaal. Voor bepaalde opleidingsonderdelen zijn er ook werkcolleges, waar de leerstof uit de hoorcolleges in kleinere groepen wordt uitgediept en ingeoefend. Als universiteitsstudent leer je zelfstandig, kritisch en probleemoplossend denken. Je bepaalt zelf je studietempo en bereidt tussentijdse evaluatiemomenten voor. Zo krijg je de nodige bagage en ontwikkel je de nodige creativiteit om een grote diversiteit aan problemen te behandelen. Dit is de reden waarom het bedrijfsleven voor de invulling van hogere functies de voorkeur geeft aan universitairen. De digitale leeromgeving Blackboard speelt in deze context een grote rol. Opdrachten worden via dit medium doorgegeven en interactief verwerkt, en je kan docenten te allen tijde om feedback vragen. Het contact met professoren en assistenten is even intens als met je leerkrachten in het secundair onderwijs. Je wordt allerminst aan je lot overgelaten. Wanneer je zelf het initiatief neemt om hulp te zoeken, zijn deze mensen bereid een antwoord of oplossing te formuleren voor je vragen of problemen.
Studieprogramma en creditbewijzen Het academiejaar is opgedeeld in twee semesters. Aan het eind van elk semester leg je examens af van de opleidingsonderdelen die op dat moment afgewerkt zijn. De examens van het eerste en het tweede semester vormen samen de eerste zittijd. Als je niet voor alle opleidingsonderdelen een creditbewijs hebt behaald in de eerste zittijd, krijg je nog een kans tijdens de tweede zittijd op het einde van augustus en in het begin van september. Door de flexibilisering in het hoger onderwijs bestaan er geen studiejaren meer. Wel worden modeltrajecten voorgesteld. Als je voor een modeltraject kiest, rond je een bacheloropleiding (180 studiepunten) af in 3 jaar tijd: 60 studiepunten per jaar. Om te slagen voor het examen van een opleidingsonderdeel moet je ten minste 10 op 20 behalen. Als dat lukt krijg je een creditbewijs: een erkenning van het feit dat je de studiepunten verbonden aan dat opleidingsonderdeel verworven hebt. Je slaagt voor een opleiding als je creditbewijzen behaalt voor alle opleidingsonderdelen van de opleiding. Indien je niet alle creditbewijzen van je studieprogramma behaalt, kan je (soms) toch verder met je studie. Je komt dan in een geïndividualiseerd traject terecht. Je traject moet dan goedgekeurd worden door je faculteit. | 43
Bovendien werden voorwaarden vastgelegd die de volgorde waarin je kan inschrijven voor opleidingsonderdelen bepalen. Dit noemt men volgtijdelijkheid. Dankzij de nieuwe bachelor-masterstructuur en het flexibiliseringssysteem heb je als student meer keuzemogelijkheden gekregen om je studieprogramma in te vullen. In elke faculteit adviseren studietrajectbegeleiders je over de samenstelling van je programma en over de aangeboden keuzemogelijkheden. Het is belangrijk voldoende vooruitgang te boeken in je studietraject en in een redelijke tijd je diploma te behalen. Daarom heeft de Universiteit Antwerpen een systeem van studievoortgangbewaking en -begeleiding opgezet: de faculteit zal je studieprestaties volgen en kan je bindende voorwaarden opleggen wanneer je niet de helft van de studiepunten van het goedgekeurde studieprogramma hebt behaald. Het volledige onderwijs- en examenreglement vind je terug op www.ua.ac.be/OER.
Leerkrediet Het leerkrediet werd in het leven geroepen om je te stimuleren om een doordachte studiekeuze te maken. Het is een maatstaf voor studiesucces en studievoortgang en kan gevolgen hebben voor jouw recht op verder studeren en jouw sociale statuut als student. Daarom is het belangrijk om doordacht te kiezen, je in te zetten voor je studie en ook administratief tijdig met alles in orde te zijn. Meer informatie vind je ook op www.ua.ac.be/studiepunten.
Hoe werkt het leerkrediet? Elke student krijgt 140 studiepunten bij zijn eerste inschrijving aan de universiteit. Voor elk opleidingsonderdeel waarvoor je inschrijft wordt je leerkrediet verminderd met de overeenkomstige studiepunten. Enkel wanneer je slaagt voor dat opleidingsonderdeel, komen die studiepunten er terug bij. Studiepunten waarvoor je gedelibereerd wordt, dit wil zeggen geslaagd verklaard hoewel je er geen creditbewijs voor behaalde, komen niet terug bij je leerkrediet. Dit kan in je nadeel zijn wanneer je een bijkomende master wil behalen.
Voor wie? Het leerkrediet is van toepassing op alle studenten die zich inschrijven met een diplomacontract voor een bachelor- of masteropleiding en voor alle inschrijvingen met een creditcontract.
Verkeerde keuze gemaakt? Indien je voor de eerste keer in het hoger onderwijs in Vlaanderen voor een bacheloropleiding bent ingeschreven en je van opleiding wenst te veranderen, 44 |
voorzien de overheid en de universiteit maatregelen om het verlies van leerkrediet te beperken. Deze zijn afhankelijk van de data van uit- en inschrijving. Informeer je tijdig.
Bonus van 60 studiepunten De overgang van secundair naar hoger onderwijs loopt niet altijd even vlot. Daarom heeft de overheid een maatregel ingebouwd om hieraan tegemoet komen. Zo krijg je de eerste 60 studiepunten die je verwerft dubbel terug.
Opleiding afgewerkt? Na het behalen van je bachelordiploma, behoud je je leerkrediet. Als je een masterdiploma behaalt, wordt het startkapitaal van 140 studiepunten van je saldo afgetrokken. Als je studietraject perfect is verlopen, heb je nog 60 studiepunten over.
Onvoldoende leerkrediet? Als je geen of een negatief leerkrediet hebt, mag de universiteit je inschrijving weigeren. Als je onvoldoende studiepunten hebt voor de opleiding of het programma waarvoor je wilt inschrijven, kan de universiteit je inschrijving beperken tot het aantal studiepunten waarover je nog beschikt. Aan de Universiteit Antwerpen wordt géén verhoogd inschrijvingsgeld gevraagd. Je hebt wel van de betrokken faculteit de toelating tot inschrijven nodig en deze zal in de meeste gevallen je studieprogramma beperken. Het aantal studiepunten dat je opneemt via je inschrijving en het aantal studiepunten waarvoor je credits behaalt via de examens is dus belangrijk.
Ombudspersoon Tijdens de examens kan je met problemen (bijvoorbeeld in verband met de examenregeling, uitstel van een examen, onderbreking of definitief stopzetten van examens of een conflict met een docent) terecht bij de ombudspersoon van je opleiding. De ombudspersoon zorgt ervoor dat het onderwijs- en examenreglement correct wordt opgevolgd en bemiddelt tussen studenten en docenten. Hij of zij is ook aanwezig bij de deliberatie en kan, op basis van verzachtende omstandigheden zoals ziekte of ongeval, je zaak bepleiten. Je kan de gegevens van jouw ombudspersoon terugvinden op Blackboard. De centrale ombudspersoon is prof. Patrick Cras. Hij treedt op als bemiddelaar bij geschillen tussen studenten en personeelsleden die het niveau van de faculteit overschrijden. De contactgegevens van de centrale ombudspersoon kan je ook terugvinden op Blackboard. | 45
Studiebegeleiding Overgang van het secundair onderwijs naar de universiteit Aan de universiteit ben je meer dan ooit verantwoordelijk voor jezelf. De manier waarop je studeert en het academiejaar indeelt moet je aanpassen aan je persoonlijk studeervermogen. Deze vaardigheid onder de knie krijgen is voor een ‘eerstejaarsstudent’ niet altijd eenvoudig. Je wordt immers tegelijkertijd geconfronteerd met een aanzienlijke hoeveelheid leerstof en met een examensysteem waar je geen ervaring mee hebt. De medewerkers van het netwerk Studieloopbaanbegeleiding kunnen je helpen. Bij hen kan je het hele academiejaar terecht voor studiebegeleiding.
Studentenbegeleiding De Dienst voor Studieadvies en Studentenbegeleiding is er om je te helpen vanaf het moment dat je je voor het eerst inschrijft tot op het moment waarop je je diploma in handen krijgt. Zowel individuele begeleiding als groepstrainingen behoren tot de mogelijkheden. •
•
•
•
•
46 |
Onze medewerkers staan voor je klaar met informatie en advies over studeren in het hoger onderwijs. Ze beantwoorden je vragen over de opleidingen, het onderwijs- en examenreglement, het leerkrediet enzovoort. Met specifieke vragen, bijvoorbeeld over je individuele studieprogramma of over vrijstellingen, kan je terecht bij de studietrajectbegeleider van je faculteit. Een studiekeuze maken is makkelijker gezegd dan gedaan. Samen met een studentenbegeleider kan je aan de hand van gesprekken meer zicht krijgen op je persoonlijkheid, capaciteiten en interesses en de opleidingen die daarbij passen, al dan niet in het kader van heroriëntering. Oefeningen uit het werkboek ‘Kijk op Kiezen: stappenplan voor studie- en beroepskeuze’ kunnen je hierbij helpen. Een studentenbegeleider kan je ook begeleiden in het aanscherpen van je studievaardigheden (hoe verwerk je grote hoeveelheden leerstof, hoe maak je een schema, hoe maak je goede notities, …) en het maken van realistische studieplanningen om je uitstelgedrag tegen te gaan. Ook wanneer je geconfronteerd wordt met persoonlijke problemen die je studies belemmeren (faalangst, rouwverwerking, relatieproblemen, …) kan je terecht bij een studentenbegeleider die samen met jou nagaat welke hulp je het best kan gebruiken. Als student met een functiebeperking kan je bijzondere faciliteiten aanvragen voor onderwijs en/of examens, indien je beschikt over een geldig attest. Je kan je aanvraag indienen via www.ua.ac.be/functiebeperking. Het is belangrijk dit tijdig te doen! Meer informatie vind je in de folder ‘Studeren met een functiebeperking’.
•
• • •
Studenten die sport of kunst beoefenen op een hoog niveau kunnen eveneens bijzondere faciliteiten aanvragen voor onderwijs en/of examens. Aanvragen van topsporters worden beoordeeld door de Sportcommissie, die van de kunstbeoefenaars door de Commissie Cultuur. Meer informatie vind je op www.ua.ac.be/sportenkunst of in de folder ‘Studeren met een topsport- of kunstbeoefening’. Wie geen diploma secundair onderwijs bezit en minimum 25 jaar is, kan met onze hulp toch een aanvraag tot inschrijving indienen. We kunnen je ook helpen in je zoektocht naar jobs die passen bij je persoonlijkheid, capaciteiten en interesses, en geven zelfs nuttige sollicitatietips. Ook als je wil verder studeren, kan je bij ons terecht voor informatie. Wil je eerder verworven competenties (EVC) laten erkennen? Contacteer dan de EVC-coördinator voor informatie, een adviesgesprek en het opstarten van de procedure. Meer informatie vind je op www.ua.ac.be/evc.
Je kan op elke campus bij een studentenbegeleider terecht. Informatie en afspraken verlopen steeds via het Studenten Informatie Punt (STIP): T +32 3 265 48 72,
[email protected]. Neem ook een kijkje op de website: www.ua.ac.be/studentenbegeleiding.
Studietrajectbegeleiding Voor specifieke vragen over je individuele studieprogramma, vrijstellingen en andere kan je terecht bij de studietrajectbegeleider van je faculteit. Zijn of haar contactgegevens vind je op www.ua.ac.be/contactpersonenslb.
Vakspecifieke begeleiding Met vragen over of problemen met één van je cursussen kan je steeds terecht bij de professor die deze cursus doceert of bij zijn of haar assistent. Gewoon even langslopen of een e-mail schrijven: je zal merken dat je snel geholpen wordt. Voor bepaalde vakken worden extra groepssessies georganiseerd, om de besproken theorie uit hoorcolleges toe te lichten en in oefeningen toe te passen. Bij deze sessies is vooral de wisselwerking tussen studenten en begeleider belangrijk: je kan hulp vragen waar je vastloopt, je begeleider houdt rekening met de gekende knelpunten van de cursus en je krijgt nuttige tips voor de studie van de leerstof.
Taalbegeleiding: academisch Nederlands Op het ‘Monitoraat op maat’ kan je terecht voor gratis ‘Taalondersteuning Academisch Nederlands’. Tijdens individuele sessies helpen taaldocenten je met je taalvragen. Voor specifieke taalbehoeften worden er contactmomenten in kleine groep georganiseerd. Eigen werkstukken en studiemateriaal kunnen dan besproken worden. Meer informatie vind je op www.ua.ac.be/monitoraatopmaat.
| 47
Studeren in het buitenland De Universiteit Antwerpen neemt actief deel aan de Europese uitwisselingsprogramma’s zoals Erasmus. Elk jaar studeert een aanzienlijk grote groep studenten één semester aan een buitenlandse universiteit. In het kader van het Erasmus-programma heeft de Universiteit Antwerpen samenwerkingsakkoorden gesloten met heel wat universiteiten in West- en Centraal Europa. Maar de Universiteit Antwerpen kijkt verder dan Europa. Op bilaterale basis (buiten het kader van Erasmus) werden wereldwijd uitwisselingsprogramma’s uitgewerkt. In het kader van internationale ontwikkelingssamenwerking kan je met een beurs een aantal maanden in een ontwikkelingsland studeren. Je studieperiode aan één van de buitenlandse partneruniversiteiten wordt erkend als onderdeel van je studie aan de Universiteit Antwerpen. Meer info: www.ua.ac.be/dis (Dienst Internationale Samenwerking).
48 |
| 49
Hoe bereik je gemakkelijk onze campussen? Op www.ua.ac.be/route kan je de wegbeschrijving naar onze campussen terugvinden.
Met de fiets Onze campussen zijn gemakkelijk te bereiken met de fiets. Meer en meer studenten kiezen voor dit transportmiddel. Je kan je op deze manier immers snel verplaatsen. Op elke campus staan verschillende fietsparkings ter beschikking van de studenten.
Met de bus of de tram Voor informatie over dienstregelingen en algemene inlichtingen kan je bellen naar De Lijn Info: 070 220 200. Voor informatie over abonnementen kan je in Antwerpen terecht op: +32 3 218 14 11. De website van De Lijn beschikt over een routeplanner die voor jou je reis van deur tot deur met bus, tram en/of trein uitstippelt: www.delijn.be.
Met de trein Voor informatie over reiswegen, dienstregelingen en vertrek- en aankomsttijden kan je terecht op www.b-rail.be.
Met de auto Alle campussen beschikken over ruime parkings, behalve de Stadscampus. Wens je toch in de buurt van de Stadscampus te parkeren, volg dan de blauwe parkeerroute ‘Meir Universiteit’. Parkeren in Antwerpen is echter niet gratis! Meer informatie op www.parkereninantwerpen.be.
Waar situeert zich jouw campus? De opleiding taal- en letterkunde wordt georganiseerd op de Stadscampus, Prinsstraat 13, 2000 Antwerpen.
50 |
Merkksem Mer
Eilandje Park Spoor Noord
Dam
MAS
Campus Paardenmarkt
Stadscampus Roosevelt plaats
Linkeroeever
Stadscentrum
Borg Bor gerhout Centraal Station
ANTWERPEN ANTWER Zuid Zurenbor nborg nbor g
Berch cheem Kiel
Nachtegalen chtegalen park
Campus Middelheim
Middelheim museum
Hobokken Hobo
Campus Groenenborger
MOR MO RTSEL
Campus Don Bosco Hoboken
Wilrijk
Campus Drie Eiken
HO EDEGEM M | 51
Infomomenten Studie-informatiedagen De studentenbegeleiders en medewerkers van de Universiteit Antwerpen nemen jaarlijks deel aan de netoverschrijdende studie-informatiedagen (SID-in’s). Deze worden per provincie georganiseerd op initiatief van het Ministerie van Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap en de Centra voor Leerlingenbegeleiding.
Open lesdagen Tijdens de krokusvakantie van het secundair onderwijs organiseert de Universiteit Antwerpen open lesdagen. Tijdens de open lesdagen kan je twee soorten lessen volgen: de meelooplessen en de proeflessen. In de meelooplessen sluit je je aan bij de studenten van de bachelor eerste jaar, terwijl de proeflessen speciaal ingericht worden voor leerlingen van het secundair onderwijs. Meer informatie en inschrijven via www.ua.ac.be/openlesdagen.
Open campusdagen Op 17 maart en 28 april 2012 organiseert de Universiteit Antwerpen open campusdagen voor leerlingen van het secundair onderwijs. Naast een algemene en een opleidingsspecifieke infosessie kan je aan de infostanden cursussen inkijken en een aantal brochures verkrijgen. Je krijgt de gelegenheid om vragen te stellen en ook een persoonlijk gesprek is mogelijk. Vooraf inschrijven is niet nodig. Meer informatie vind je op www.ua.ac.be/opencampusdagen.
Infomarkt Twijfel je in september nog over je studiekeuze, of wil je graag bevestiging van je keuze? Dan kan je terecht op de infomarkt op 5 september. Bachelor-, schakel-, master- en master-na-masterprogramma’s komen aan bod, alsook flexibel studeren en avondonderwijs. Aan de infostanden kan je cursussen inkijken, brochures verkrijgen en bijkomende vragen stellen aan de medewerkers van de opleidingen en de studentenbegeleiders. Vooraf inschrijven is niet nodig. Meer informatie vind je op www.ua.ac.be/infodagen.
Wil je ook de brochure van een andere opleiding inkijken? Of wil je alvast de masteropleiding beter leren kennen? Vraag dan een brochure aan via www.ua.ac.be/brochures of bij het Studenten Informatie Punt (STIP).
52 |
Nuttige contactgegevens Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Stadscampus Onderwijsadministratie Rodestraat 14 - Lokaal R.119 2000 Antwerpen T +32 3 265 45 67
Studietrajectbegeleider Kathlijn Pittomvils, lokaal S.R.123 T +32 3 265 45 74
| 53
54 |
| 55
Foto: Stefaan Van Hul
56 |