Geschiedenis bacheloropleiding
2011
Inhoud | 1
Voorwoord 3 Waarom aan de Universiteit Antwerpen studeren? 4 Studentgerichtheid 4 Innoverende academische opleidingen 4 Infrastructuur 4 Vorming 5 Antwerpen 5 Over Geschiedenis Mens en samenleving: verschillende invalshoeken Bijzonder flexibel programma
6 6 7
Studieopbouw 8 BaMa-structuur 8 Studieopbouw bacheloropleiding 8 Studieopbouw masteropleiding 8 Verder studeren na je universitair diploma 9 Geschiedenis, iets voor jou? Heb je een brede belangstelling voor mens en samenleving? Klemtoon op historisch wetenschappelijk onderzoek Het belang van Nederlandse taalvaardigheid
10 10 10 10
Hoe begin je eraan? 11 Welk diploma heb je nodig? 11 Introductieweek 11 Bachelor Geschiedenis: studieprogramma 12 Opleidingsonderdelen 12 Type 1: volledig programma Geschiedenis (180 studiepunten) 13 Bachelor eerste jaar 13 Bachelor tweede jaar 14 Bachelor derde jaar 15 Type 2: major Geschiedenis + minor 17 Type 3: minor Geschiedenis + major Wijsbegeerte 19 Opleidingsonderdelen 20 Bachelor eerste jaar 20 Bachelor tweede jaar 26 Bachelor derde jaar 31
2 | Inhoud
De master Geschiedenis
42
Onderwijs en examens 43 Onderwijs en examens 43 Leerkrediet 44 Ombudspersoon 46 Internationaal 46 Studiebegeleiding 47 Studieadvies en studentenbegeleiding 47 Studietrajectbegeleider 48 Vakspecifieke begeleiding 48 Taalbegeleiding: Monitoraat op maat - Academisch Nederlands 48 Je kansen op de arbeidsmarkt Ruime toekomstmogelijkheden voor afgestudeerde historici
49 49
Twee alumni aan het woord Alumna Linda De Win, De Slimste Mens ter Wereld Alumna Inge Schoups draagt zorg voor ons collectief geheugen
50 50 51
Voortstuderen na Geschiedenis Specifieke lerarenopleiding Master na Masteropleidingen
52 52 52
Hoe bereik je makkelijk de campussen? 53 Wegbeschrijving 53 Met de fiets 53 Met de bus of de tram 53 Met de trein 53 Met de auto 53 Plattegrond van de Stadscampus 54 Stadscampus 54 Bijkomende informatie Provinciale informatiedagen Infomomenten voor toekomstige studenten Brochures over andere opleidingen Departement Sociale, Culturele en Studentgerichte Diensten Faculteit Letteren en Wijsbegeerte
55 55 55 55 56 56
Voorwoord |3 |3 Voorwoord
Welkom bij de Universiteit Antwerpen. Je hebt de weg naar onze universiteit gevonden en je wilt meer informatie over onze instelling en onze studierichtingen. Dit boekje helpt je al een hele stap vooruit in je keuzeproces. De Universiteit Antwerpen is een middelgrote universiteit met meer dan 14 000 studenten. Binnen de Associatie Hogescholen & Universiteit Antwerpen werken we nauw samen met de Plantijnhogeschool, de Karel de Grote-Hogeschool, de Artesis Hogeschool Antwerpen en de Hogere Zeevaartschool. Studeren aan de universiteit is het begin van een nieuwe periode in je leven. Belangrijk is dat je je goed voelt op de universiteit van je keuze en dat je je binnen enkele jaren goed voelt met je behaalde diploma. Daarom stelt de Universiteit Antwerpen alles in het werk om je studietijd aangenaam te maken en de kwaliteit van de opleiding op topniveau te houden. Onze opleidingen worden geregeld bijgestuurd en aangepast aan de maatschappelijke evolutie. ‘Leren is leven’ is de slogan van de Universiteit Antwerpen. Niet zomaar een leuze, want wij maken werk van een goed evenwicht tussen leren en leven. Met ‘kennen’ ben je niets zonder het ‘kunnen’. De link tussen leren en leven is hier voelbaar aanwezig. Als je naar een van onze informatiedagen komt, zal je merken dat het prettig studeren is aan de Universiteit Antwerpen. Zowel onze medewerkers als onze studenten zullen je er graag over vertellen en kijken alvast uit naar de kennismaking! Universiteit Antwerpen Prof. dr. Alain Verschoren Rector
4 | Waarom aan de Universiteit Antwerpen studeren?
Studentgerichtheid De Universiteit Antwerpen staat voor studentgerichtheid. Dit betekent onder andere dat je zoveel mogelijk college volgt in kleine groepen, wat een vlotte interactie mogelijk maakt. Dankzij de kleine afstand tussen studenten en docenten kan je bij je profs terecht met allerlei vragen en problemen. De vlotte communicatie tussen docenten, assistenten en studenten wordt mee ondersteund door de digitale leeromgeving Blackboard. Dat biedt ook nieuwe kansen voor een interactief onderwijssysteem. Studenten worden ook uitgenodigd om actief deel te nemen aan het beleid: in verschillende adviesorganen en raden zijn zij vertegenwoordigd. Tenslotte is de Universiteit Antwerpen bekend voor haar goede studentenbegeleiding en -ondersteuning, waarbij wordt ingespeeld op de individuele noden van alle studenten. Innoverende academische opleidingen De Universiteit Antwerpen biedt innoverende academische opleidingen, waarbij de opleidingen zowel oog hebben voor theorie als voor praktijk. De opleidingen zijn stevig verankerd in sterk wetenschappelijk onderzoek, dat ook internationale faam geniet. De ‘ivoren’ academische toren werd reeds lang geleden gesloopt: academici hechten veel belang aan een voortdurende uitwisseling met de steeds evoluerende samenleving. Bij je studie aan de Universiteit Antwerpen staat niet zozeer het memoriseren van feitenkennis centraal: je verwerft relevante kennis en vaardigheden die je nodig hebt om beroepsrelevante opdrachten en problemen op te lossen. De BaMa-structuur schept ruimte voor vernieuwing en verbetering. Nieuwe opleidingen werden ingevoerd, keuzemogelijkheden binnen bestaande opleidingen verruimd. Infrastructuur Voor haar onderwijs beschikt de Universiteit Antwerpen over de meest moderne infrastructuur: goed uitgeruste les- en computerlokalen, laboratoria, bibliotheken en studielandschappen. In alle publieke ruimten zijn er hotspots waar je draadloos kunt surfen. De laatste jaren werd ook op grote schaal geïnvesteerd in nieuwe gebouwen om het toenemend aantal studenten op te vangen en hen een aangename leeromgeving te bieden.
Waarom aan de Universiteit Antwerpen studeren? | 5
De Universiteit Antwerpen is een middelgrote universiteit met meer dan 14 000 studenten, verspreid over vier campussen en zeven faculteiten. De campussen Middelheim, Groenenborger en Drie Eiken liggen aan de stadsrand, in een groene omgeving. De campussen Middelheim en Groenenborger grenzen aan het openluchtmuseum Middelheim en aan het Nachtegalenpark. Studeer je op campus Drie Eiken dan kan je volop genieten van de groene oase van Fort VI en de mooie vijvers rondom de campus. De Stadscampus, met zijn kern van prachtig gerenoveerde 16de-eeuwse gebouwen, ligt in hartje Antwerpen. Vorming De Universiteit Antwerpen wil niet alleen opleidingen aanbieden, maar ook een brede vorming. Jonge mensen laten opgroeien tot professionelen met een kritische ingesteldheid, een tolerante en constructieve houding. De Universiteit Antwerpen kiest resoluut voor pluralisme en verwelkomt diversiteit in haar curricula, en bij personeel en studenten. Antwerpen Je kiest natuurlijk ook voor de stad Antwerpen. Studeren is meer dan met je neus in de boeken zitten. Wie in Antwerpen komt studeren, kiest voor een studentenstad. Antwerpen is niet alleen een universiteitsstad: het is een bruisende metropool met een uniek cultuurhistorisch aanbod, een wereldhaven, een overvloed aan cafés en restaurants, clubs, gezellige pleintjes, cultuur, architectuur, mode, sportinfrastructuur... Kort samengevat: een stad waarin Antwerpenaars, bezoekers en studenten graag wegzinken.
Speciaal voor de lancering van de nieuwe huisstijl van de Universiteit Antwerpen schreef oud-student Pieter Embrechts het lied “U Aan het woord”. In deze brochure vertellen wij graag over onze universiteit, daarna is het woord aan “A”!
6 | Over Geschiedenis
Mens en samenleving: verschillende invalshoeken In de opleiding Geschiedenis bestudeer je mens en samenleving, vroeger en nu, vanuit verschillende invalshoeken. Je krijgt een pakket historische opleidingsonderdelen, om inzicht te verwerven in verschillende aspecten en periodes van ons verleden, maar je wordt evenzeer met de recente geschiedenis, met de samenleving van deze tijd geconfronteerd. Geschiedenis is een algemeen vormende opleiding: verschillende sociaal-wetenschappelijke en filosofische opleidingsonderdelen zijn in het curriculum opgenomen. Deze academische opleiding is sterk gericht op wetenschappelijk onderzoek. Er is veel aandacht voor de methoden van geschiedschrijving en voor de geschiedeniswetenschap op zich. Ook praktische aspecten van historisch onderzoek komen aan bod: je leert inspelen op de onderzoeksvragen van het moment en zelf onderzoeksvragen formuleren, literatuur over een onderwerp verzamelen en interpreteren, met archiefbronnen werken en jouw conclusies helder uitschrijven.
Over Geschiedenis | 7
Bijzonder flexibel programma Het programma is bijzonder flexibel opgevat. Je kan niet alleen zelf beslissen welke periode en welke geschiedkundige thema’s je wil bestuderen, maar je kan ook een coherent vakkenpakket uit een totaal andere studierichting in je programma opnemen (de minor, waarover hierna meer). Zo kan je tegelijk je vakkenpakket beter afstemmen op je persoonlijke interesses, èn je mogelijkheden op de arbeidsmarkt gevoelig uitbreiden. Om het diploma van ‘Bachelor in de Geschiedenis’ te behalen, kan je het volledige programma Geschiedenis (type 1: 180 studiepunten) volgen. Je kan het ook verwerven via een major Geschiedenis (type 2: 120 studiepunten) in combinatie met een minor van 60 studiepunten uit een andere studierichting, nl. een minor Wijsbegeerte, een minor Taal- en Letterkunde (één taal of Theater-, film- en literatuurwetenschap) of een minor Rechten. Indien je reeds een diploma van hoger onderwijs behaalde, kan je op basis van eerder verworven kwalificaties vrijstelling krijgen voor een aantal opleidingsonderdelen. Je moet dan wel de nodige attesten (diploma’s, studiejaargetuigschriften, creditbewijzen) voorleggen aan de studietrajectbegeleider van de faculteit (mevr. Kathlijn Pittomvils,
[email protected]) die nadien ter goedkeuring worden voorgelegd aan de voorzitter van de Onderwijscommissie Geschiedenis (prof. Hilde Greefs, Departement Geschiedenis, Prinsstraat 13, 2000 Antwerpen,
[email protected]). Zowel met een Bachelor in de Geschiedenis type 1 als met een Bachelor in de Geschiedenis type 2 kan je rechtstreeks doorstromen naar de masteropleiding Geschiedenis. Wie dat wenst, kan later ook zijn minor verder uitbouwen naar een tweede bachelorstitel, met studieduurverkorting.
8 | Studieopbouw
BaMa-structuur De masteropleiding Geschiedenis omvat een drie jaar durende academische bacheloropleiding (180 sp.) en een éénjarige masteropleiding (60 sp.). Mogelijk wordt er in de nabije toekomst voor de masteropleiding een studieduurverlenging naar een tweejarige masteropleiding (120 sp.) voorzien. Met een academisch bachelordiploma in handen heb je optimale kansen om een master te starten. Studieopbouw bacheloropleiding De Universiteit Antwerpen garandeert een degelijke vorming voor alle studenten Geschiedenis, en komt tegelijk tegemoet aan de interesses van elke individuele student. In de loop van de drie bachelorjaren kan je je algemene intellectuele vorming verbreden, krijg je een stevige basis in verschillende historische theorieën, onderzoeksmethoden, en vaardigheden, en bestudeer je een aantal specifieke perioden en themata. Je leert historische vraagstukken duiden en analyseren, en je oefent je in het op systematische wijze nadenken over uiteenlopende problemen die in de verschillende vakgebieden worden behandeld. Naargelang je persoonlijke belangstelling volg je een volledig programma Geschiedenis, of kies je voor één van de major-minor combinaties. Studieopbouw masteropleiding Het diploma ‘Bachelor in de Geschiedenis’ geeft toegang tot de masteropleiding, waarin je je kennis verder kan uitdiepen. Het programma leidt tot de graad ‘Master in de Geschiedenis ’.
Studieopbouw | 9
Verder studeren na je universitair diploma De verdere studie- en specialisatiemogelijkheden zijn: • Specifieke lerarenopleiding; • Een andere masteropleiding; • Master-na-masteropleiding; • Doctoraatsopleiding; • Postacademische vorming (postgraduaten en permanente vorming). Afzonderlijke brochures i.v.m. de verdere studie- en specialisatiemogelijkheden en de doctoraatsopleiding zijn verkrijgbaar bij de achteraan vermelde diensten.
Geschiedenis: een drie jaar durende academische bacheloropleiding en een éénjarige master.
10 | Geschiedenis, iets voor jou?
Heb je een brede belangstelling voor mens en samenleving? Het is belangrijk dat je een brede belangstelling hebt voor mens en samenleving, vroeger en nu. Enerzijds wil je een antwoord zoeken op de vraag hoe mensen vroeger leefden, woonden, werkten, oorlog voerden, enz. Anderzijds ben je geboeid door sociaal-wetenschappelijke en filosofische thema’s. Je wil inzicht verwerven in de evolutie van de menselijke beschaving, en zoekt naar samenhang of verbanden tussen verschillende politieke, economische, sociale en culturele aspecten van samenlevingen vroeger en nu. Klemtoon op historisch wetenschappelijk onderzoek De opleiding gaat verder dan de geschiedenislessen die je in het middelbaar kreeg. Je zal leren zelf historisch onderzoek te verrichten, en dat betekent heel wat methodologische vakken, theoretische achtergrond en opzoekwerk in de bibliotheek en archieven. Niet het leren van feiten uit de geschiedenis, maar het begrijpen van structuren en evoluties en het aanleren van vaardigheden in het opzoeken voor en het schrijven van werkstukken staan centraal. Belangrijk zijn daarom een kritische houding om onderzoeksvragen op een creatieve en doortastende manier te bedenken en te beantwoorden, goed inzicht in de complexiteit van de menselijke samenleving en de capaciteit om vlot te redeneren. Historisch onderzoek is precisiewerk: je hebt geduld en zin voor detail nodig om bronnen nauwkeurig te analyseren. Verder kan een goed historisch inzicht je helpen om de cursusinhouden te ordenen en in hun historische context te bekijken. Het belang van Nederlandse taalvaardigheid Als historicus moet je je inzichten voor een breder publiek kunnen verwoorden, in een onderwijs- of andere context. Nederlandse taalvaardigheid wordt daarom belangrijk geacht. Een goede (passieve) kennis van andere West-Europese talen zoals Frans en Engels is noodzakelijk om historische teksten uit het buitenland vlot te kunnen lezen en analyseren.
Hoe begin je eraan? | 11
Welk diploma heb je nodig? Om te worden toegelaten tot de bachelorstudie Geschiedenis, moet je in principe een diploma van het secundair onderwijs bezitten. Vanaf het academiejaar 2004-2005 kunnen mensen zonder diploma secundair onderwijs ook op basis van ‘elders verworven competenties’ (vb. werkervaring) worden toegelaten tot een universitaire studie. Buitenlandse studenten moeten beschikken over een equivalent getuigschrift of over een diploma dat hen in eigen land toegang verleent tot een gelijkwaardige studierichting. Wie in het secundair onderwijs aan een niet-Nederlandstalige school les volgde, neemt deel aan de interuniversitaire taaltest voor Anderstaligen: een gestandaardiseerde test die je schriftelijke en mondelinge taalbeheersing van het Nederlands nagaat. Als je vragen hebt in verband met de toelatingsvoorwaarden, neem je best contact op met de International Student Officer (
[email protected]). Introductieweek Tijdens de eerste week van het academiejaar worden alle opleidingsonderdelen van het curriculum van het eerste jaar bachelor uitvoerig ingeleid. Je krijgt dan duidelijk te horen wat elk opleidingsonderdeel inhoudt, wat er van jou wordt verwacht voor dit opleidingsonderdeel, wat je van de docent mag verwachten en op welke manier de evaluatie verloopt. Bovendien krijg je bij de methodologische opleidingsonderdelen een introductie in het kritisch lezen en analyseren van wetenschappelijke teksten, in de verschillende onderdelen van het historisch métier (vraagstelling, bronnen, argumentatie) en in de zoekmethoden en -strategieën van een historicus.
12 | Bachelor Geschiedenis: studieprogramma
Opleidingsonderdelen In het volgende overzicht vind je de drie mogelijkheden om Geschiedenis te studeren en het aantal lesuren dat in de bachelorjaren per week aan elk opleidingsonderdeel besteed wordt. Omdat het academiejaar uit twee semesters bestaat, van september tot januari en van februari tot juli, worden de lessen van bepaalde opleidingsonderdelen soms in één semester gegroepeerd. Elk semester heeft dus een eigen collegerooster. De tweede kolom, met de studiepunten, geeft een idee van de belasting die het opleidingsonderdeel binnen de totale opleiding vertegenwoordigt. In het berekenen van het totale examenresultaat wordt hiermee rekening gehouden. Een opleidingsonderdeel met een groot aantal studiepunten heeft een groter gewicht op de deliberatie. www.ua.ac.be/collegeroosters Zoek je een voorbeeld van een collegerooster? Surf dan naar www.ua.ac.be/collegeroosters. Daar vind je een overzicht van de huidige collegeroosters.
Type 1: bachelor eerste jaar | 13
Type 1: Volledig programma Geschiedenis (180 studiepunten) Bachelor eerste jaar
lesuren
sp
Methodologie van de geschiedenis Historische methode
1,5
6
Heuristiek per historische periode
2
6
Oefeningen paleografie
1
3
Academisch schrijven
1
3
Oefeningen middeleeuwen / nieuwe tijd 1 OF Oefeningen nieuwste tijd 1
2
9
Geschiedenis van de oudheid
2
6
Geschiedenis van de middeleeuwen (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)
Geschiedenis van de nieuwe tijd (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)
Geschiedenis van de nieuwste tijd (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)
Inleiding tot de geschiedenis
Eigentijdse geschiedenis (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)
Comparatieve wereldgeschiedenis (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)
Kunstgeschiedenis (tweejaarlijks)
1,5
6
Inleiding tot de Westerse Wijsbegeerte en antropologie
2
6
Inleiding tot de economie
1
3
Totaal
17
60
Wijsbegeerte en sociale wetenschappen
* “+2” staat voor 2 studiepunten, te bekomen door de begeleide verwerking van wetenschappelijke vakliteratuur in het Nederlands, Frans of Engels, i.v.m. het betrokken opleidingsonderdeel.
14 | Type 1: bachelor tweede jaar
Bachelor tweede jaar
lesuren
sp
Methodologie van de geschiedenis Inleiding tot de historiografie (tweejaarlijks)
1,5
6
Erfgoed en publieksgeschiedenis (tweejaarlijks)
1,5
6
Kwantitatieve methoden (tweejaarlijks)
1
3
Geschiedenis en beeld (tweejaarlijks)
1
3
Oefeningen middeleeuwen / nieuwe tijd 2 OF Oefeningen nieuwste tijd 2*
2
9
Geschiedenis van de middeleeuwen (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)
Inleiding tot de geschiedenis
Geschiedenis van de nieuwe tijd (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)
Geschiedenis van de nieuwste tijd (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)
Eigentijdse geschiedenis (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)
Comparatieve wereldgeschiedenis (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)
Kunstgeschiedenis (tweejaarlijks)
1,5
6
Geschiedenis van de Nederlanden OF Geschiedenis van België
1,5
6
Wijsbegeerte en sociale wetenschappen Inleiding tot de sociale geografie
1
3
Inleiding tot de sociale wetenschappen
1,5
6
Wetenschapsfilosofie en kennisleer
1
3
Keuzevakken Je kiest voor minstens 6 studiepunten uit een pakket. Meer details bij ‘keuzevakken’, ‘bachelor derde jaar’ op volgende bladzijde. Totaal
6 ca. 15
60
* De keuze is afhankelijk van de oefening die je volgde in Ba 1. Studenten die Oefeningen middeleeuwen / nieuwe tijd 1 volgden, volgen in Ba 2 Oefeningen nieuwste tijd 2 en omgekeerd.
Type 1: bachelor derde jaar | 15
Bachelor derde jaar
lesuren
sp
Methodologie van de geschiedenis Inleiding tot de historiografie (tweejaarlijks)
1,5
6
Erfgoed en publieksgeschiedenis (tweejaarlijks)
1,5
6
Kwantitatieve methoden (tweejaarlijks)
1
3
Geschiedenis en beeld (tweejaarlijks)
1
3
Bachelorscriptie
1,5
12
Geschiedenis per periode en per gebied, in kruisstructuur Er zijn drie perioden (middeleeuwen, nieuwe tijd, nieuwste tijd) en drie richtingen (Politiek en instellingen, Cultuurgeschiedenis, Sociaaleconomische geschiedenis). Je kiest voor één periode en één richting, wat neerkomt op vijf opleidingsonderdelen.
5 x 1,5
5x6 (4+2)
1
3
Levensbeschouwelijke vorming Levensbeschouwing
Keuzevakken: je kiest voor minstens 6 studiepunten uit onderstaand pakket • • • • • • • • • •
Geschiedenis van Centraal-Europa en de Balkan (tweejaarlijks, in de oneven jaren) Geschiedenis van de islam (tweejaarlijks, in de even jaren) Geschiedenis van de literatuur Geschiedenis van het christendom (tweejaarlijks, in de oneven jaren) Geschiedenis van het gedrukte boek Geschiedenis van Rusland en de Sovjet- Unie (tweejaarlijks, in de even jaren) Debating Development Geschiedenis van de Nederlandse religieuze literatuur Theatergeschiedenis 1: van de oudheid tot de 18de eeuw Inleiding tot de joodse cultuur
6
16 | Type 1: bachelor derde jaar
• • •
Cultural history of the United Kingdom (te volgen vanaf Ba 2) Cultural history of the United States (te volgen vanaf Ba 2) Ecologische geschiedenis
Talen In de loop van de bacheloropleiding mag de student(e) uit deze korf niet meer dan 6 studiepunten opnemen: • Middeleeuws Latijn • Middelnederlands • Middeleeuws Frans • Inleiding tot het Latijn Totaal
6
15
60
Type 2: major Geschiedenis + minor | 17
Type 2: Major GESCHiedenis (120 studiepunten) + minor (60 studiepunten) De bacheloropleiding Geschiedenis (major) kan gecombineerd worden met: • een minor Wijsbegeerte; • een minor Taal- en Letterkunde (één taal of Theater-, film- en literatuur- wetenschap); • een minor Rechten. lesuren
sp
1,5
6
Methodologie van de geschiedenis Historische methode Inleiding tot de historiografie (tweejaarlijks)
1,5
6
Heuristiek per historische periode
2
6
Oefeningen paleografie
1
3
Oefeningen middeleeuwen / nieuwe tijd 1 OF Oefeningen nieuwste tijd 1
2
9
Oefeningen middeleeuwen / nieuwe tijd 2 OF Oefeningen nieuwste tijd 2
2
9
Bachelorscriptie
1,5
12
Academisch schrijven
1
3
Kwantitatieve methoden (tweejaarlijks)
1
3
Geschiedenis en beeld (tweejaarlijks)
1
3
Geschiedenis van de oudheid
2
6
Geschiedenis van de middeleeuwen (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)*
Geschiedenis van de nieuwe tijd (tweejaarlijks)
1
6 (4+2)*
Geschiedenis van de nieuwste tijd (tweejaarlijks)
1
6 (4+2)*
Eigentijdse Geschiedenis (tweejaarlijks)
1
6 (4+2)*
Comparatieve wereldgeschiedenis (tweejaarlijks)
1
6 (4+2)*
Twee van de volgende drie opleidingsonderdelen:
Inleiding tot de geschiedenis
18 | Type 2: major Geschiedenis + minor
Geschiedenis per periode en gebied: Je kiest drie opleidingsonderdelen uit volgende lijst: Politiek en instellingen middeleeuwen
1,5
6 (4+2)*
Cultuurgeschiedenis middeleeuwen
1,5
6 (4+2)*
Sociaal-economische geschiedenis middeleeuwen
1,5
6 (4+2)*
Politiek en instellingen nieuwe tijd
1,5
6 (4+2)*
Cultuurgeschiedenis nieuwe tijd
1,5
6 (4+2)*
Sociaal-economische geschiedenis nieuwe tijd
1,5
6 (4+2)*
Politiek en instellingen nieuwste tijd
1,5
6 (4+2)*
Cultuurgeschiedenis nieuwste tijd
1,5
6 (4+2)*
Sociaal-economische geschiedenis nieuwste tijd
1,5
6 (4+2)*
Inleiding tot de Westerse Wijsbegeerte
2
6
Inleiding tot de economie
1
3
Inleiding tot de sociale geografie
1
3
Voor een totaal van 6 SP te kiezen uit:
Inleiding tot de sociale wetenschappen
1,5
6
Wetenschapsfilosofie en kennisleer
1
3
Levensbeschouwelijke vorming Levensbeschouwing
3
Totaal Type 2: 120 studiepunten * “+2” staat voor 2 studiepunten, te bekomen door de begeleide verwerking van wetenschappelijke vakliteratuur in het Nederlands, Frans of Engels, i.v.m. het betrokken opleidingsonderdeel.
* “+2” staat voor 2 studiepunten, te bekomen door de begeleide verwerking van wetenschappelijke vakliteratuur in het Nederlands, Frans of Engels, i.v.m. het betrokken vak.
Type 3: minor Geschiedenis + major Wijsbegeerte | 19
TYPE 3: MINOR GESCHIEDENIS (60 studiepunten) + MAJOR WIJSBEGEERTE (120 studiepunten). lesuren
sp
1,5
6
Geschiedenis van de oudheid
2
6
Geschiedenis van de middeleeuwen (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)*
Geschiedenis van de nieuwe tijd (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)*
Geschiedenis van de nieuwste tijd (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)*
Eigentijdse Geschiedenis (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)*
Comparatieve wereldgeschiedenis (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)*
Politiek en instellingen middeleeuwen
1,5
6 (4+2)*
Methodologie van de geschiedenis Historische methode Inleiding tot de geschiedenis
Geschiedenis per periode en per gebied Je kiest drie opleidingsonderdelen uit volgende lijst: Cultuurgeschiedenis middeleeuwen
1,5
6 (4+2)*
Sociaal-economische geschiedenis middeleeuwen
1,5
6 (4+2)*
Politiek en instellingen nieuwe tijd
1,5
6 (4+2)*
Cultuurgeschiedenis nieuwe tijd
1,5
6 (4+2)*
Sociaal-economische gesch. nieuwe tijd
1,5
6 (4+2)*
Politiek en instellingen nieuwste tijd
1,5
6 (4+2)*
Cultuurgeschiedenis nieuwste tijd
1,5
6 (4+2)*
Sociaal-economische gesch. nieuwste tijd
1,5
6 (4+2)*
Totaal
60
20 | Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar
www.ua.ac.be/geschiedenis In deze brochure laten we je kennis maken met de inhoud van de opleidingsonderdelen van de eerste, tweede en derde bachelor Geschiedenis. Op de website vind je meer uitgebreide informatie terug over de begin- en eindtermen, werkvormen, evaluatie, noodzakelijk en aanbevolen studiemateriaal.
BACHELOR EERSTE JAAR METHODOLOGIE VAN DE GESCHIEDENIS EN HISTORISCHE KRITIEK Academisch schrijven Academisch schrijven is een algemene vaardigheid die van universitair geschoolde mensen verwacht wordt, maar die te weinig als zodanig wordt aangeleerd en geoefend. Daarom wordt eerst nauwkeurig gekeken hoe academische teksten eruit zien en aan welke voorwaarden ze moeten voldoen. Pas daarna worden de verschillende elementen van een academische tekst afzonderlijk besproken, van de algemene structuur over citeerconventies en grammaticale en registerproblemen tot veel voorkomende fouten. Heuristiek per historische periode: middeleeuwen, nieuwe tijd, nieuwste tijd partim Heuristiek middeleeuwen: De cursus geeft een inleiding op de zoektocht naar primaire bronnen en secundaire literatuur rond de Middeleeuwse periode. In een eerste deel van dit opleidingsonderdeel worden onderzoeksstrategieën voor de zoektocht naar secundaire literatuur besproken. Studenten maken hier kennis met relevante elektronische en gedrukte bibliografieën, tijdschriften, elektronische full-text collecties en websites. In een tweede deel van de lessenreeks worden per onderzoeksdomein de voornaamste bronnentypes voorgesteld. Bronnentypes worden gesitueerd in hun chronologische en geografische context. De belangrijkste onderzoeksmogelijkheden en beperkingen worden geduid, ondermeer aan de hand van belangrijke voorbeelden. Studenten maken ook kennis met de belangrijke bronnenrepertoria, collecties van uitgegeven bronnen en belangrijke werkinstrumenten voor de analyse en interpretatie van de respectievelijke bronnentypes (vb. specifieke woordenboeken, glossaria, toponymische, chronologische, biografische e.a. repertoria). Veel aandacht gaat ook hier naar elektronische en online beschikbare repertoria en werkinstrumenten, die ondermeer via een reeks zelfstandig uit te voeren opdrachten worden geïntroduceerd.
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar | 21
partim Heuristiek nieuwe tijd: De cursus brengt een overzicht van de belangrijkste hulpinstrumenten en naslagwerken van belang voor de geschiedenis van de nieuwe tijd. Verder wordt heel wat aandacht besteed aan de typologie van de bronnen. Voor elk deelgebied (politieke, sociaal-economische, cultuur- en religieuze geschiedenis) worden de belangrijkste bronnentypes voorgesteld, evenals de belangrijkste referentiewerken en hulpinstrumenten. Via blackboard biedt de docent een aantal oefeningen aan die gericht zijn op de toepassing van de meegedeelde kennis. Daarbij ligt, net zoals op het examen, de nadruk op het oplossen van een aantal concrete casussen. partim Heuristiek nieuwste tijd: Vertrekkend van concrete historische vragen zal worden aangeleerd waar en hoe informatie en studiemateriaal kan worden gevonden. Studenten zullen in de praktijk leren hun eigen zoekstrategieën bij te stellen, te verfijnen en efficiënter te maken. Zij krijgen voeling met de heuristische normen van de historische discipline. Via concrete voorbeelden en opdrachten maken zij kennis met de heuristische hulpmiddelen: repertoria, catalogi, databestanden, bibliografieën, wetenschappelijke tijdschriften (en e-journals), bronnenverzamelingen, zoekmachines op het WWW, elektronische discussielijsten Tevens wordt - toegespitst op de Belgische geschiedenis - kennis gemaakt met de belangrijkste bronnenreeksen. Historische methode Een inleidende cursus die een reflectie wil bieden op de geschiedenis en initieert in het uitoefenen van deze discipline. Hierbij worden de verschillende fasen van het historische onderzoek belicht: • de heuristiek met de verschillende typen bronnen, hun vindplaatsen (dit aspect wordt verder uitgewerkt in het opleidingsonderdeel Heuristiek), hun informatiegehalte en daarnaast de complementariteit met andere hulpwetenschappen en wetenschappen • de interpretatie van teksten met de toepassing van de historische kritiek • de synthese met de reconstructie van historische feiten, rekening houdend met causale en andere verbanden, bepaalde wetmatigheden, verschillende invalshoeken, objectiviteit/subjectiviteit.
22 | Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar
Oefeningen paleografie De docent brengt een bondig overzicht van de ontwikkeling van het schrift vanaf de vroege middeleeuwen, en duidt tevens de belangrijkste hulpinstrumenten aan die van nut zijn bij het lezen en analyseren van oude teksten. De cursus bestaat verder uit het leren lezen van teksten (Nederlands- en Franstalig, boekschrift en diplomatisch schrift). De studenten oefenen op voorhand de ter beschikking gestelde teksten die tijdens de les samen gelezen en opgelost worden. Naar indeling één van beide oefeningen: Oefeningen middeleeuwen / nieuwe tijd 1 OF Oefeningen nieuwste tijd 1 De studenten worden door middel van de studie van een specifiek thema vertrouwd gemaakt met het historisch onderzoek. Met name wordt er op een interactieve manier ingegaan op de verschillende stappen van de historische methode: het kiezen van een thematiek, de eerste kennismaking met een onderwerp, het formuleren van een probleemstelling en het opstellen van onderzoeksvragen, de organisatie van het bibliografisch onderzoek, de dieptelezing van wetenschappelijke teksten, de kritische analyse van uiteenlopende bronnentypes, de zelfstandige uitwerking van een onderzoeksopzet annex stappenplan door integratie van historiografisch onderzoek, confrontatie van verschillende onderzoeksmodellen en keuze van een geëigende methodologie en bronnencorpus. Via schriftelijke en mondelinge rapportage van de eigen onderzoeksresultaten maken de studenten ook kennis met de eigenheid van het wetenschappelijke debat. Dit lesonderdeel peilt naar verschillende vaardigheden, van zelfwerkzaamheid en het functioneren in groep, over creativiteit en de vaardigheid tot individuele verwerking van basisgegevens, tot schriftelijke en mondelinge rapportering. Bovendien wordt ook aandacht besteed aan enkele technische aspecten van het historisch métier. Het opleidingsonderdeel wil in de eerste plaats praktijkgericht zijn en de studenten door een voortdurende dialoog met de lesgevers tot zelfwerkzaamheid aanzetten. Dankzij intensieve begeleiding, individuele en groepsgerichte sturing, en voortdurende confrontatie met het historisch onderzoek (in de les en met behulp van praktijkgerichte gastcolleges) zal je uiteindelijk in staat zijn om zelfstandig een eigen werkstuk samen te stellen in de vorm van een onderzoeksplan. Het individuele parcours wordt ook gevolgd via twee tussentijdse individuele opdrachten, respectievelijk een literatuuronderzoek en een bronnenanalyse. Kleinere individuele of groepstaken ter voorbereiding van
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar | 23
de werkcolleges ondersteunen een continu en dynamisch leerproces. Naast deze opdrachten zal je ook worden geconfronteerd met recent onderzoek over de centrale thematiek en met nieuwe onderzoeksmethodes.
INLEIDING TOT DE GESCHIEDENIS Geschiedenis van de oudheid De cursus biedt een inleidend overzicht in de politieke, maatschappelijke en culturele geschiedenis van de oudheid, vanaf de prehistorie (circa 10.000 v.C.) tot en met de late oudheid (ca. 650 n.C.). Hoewel de klemtoon van de cursus op de Grieks-Romeinse cultuur en geschiedenis ligt, zullen ook andere cultuurgebieden worden behandeld: Egypte, het Oude Nabije Oosten, het jodendom, het vroege christendom, de Kelten. Er wordt voldoende aandacht besteed aan periodes die vaak wat uit de boot vallen: hellenisme en late oudheid. Het overzicht is chronologisch opgevat, maar enkele onderwerpen worden thematisch uitgewerkt (onderwerpen uit de mentaliteitsgeschiedenis als gezinsleven en seksualiteit). Geschiedenis van de middeleeuwen (tweejaarlijks) Overzicht van enkele cruciale evoluties op politiek-institutioneel; sociaaleconomisch; cultureel en ecologisch vlak in de duizendjarige periode tussen circa 500- 1500, met bijzondere aandacht voor structuren en instellingen die het dagelijks leven van de gewone man reguleerden. Als een rode draad doorheen de cursus loopt de vraag in hoeverre de latere politieke en culturele wereldhegemonie van West-Europa en de opkomst van dit gebied als eerste geïndustrialiseerde regio al dan niet hun oorsprong vonden in de middeleeuwse periode. Dit impliceert een geografische focus op West-Europa, evenwel met regelmatige vergelijkingen met naburige regio’s. Elk college vormt een afgerond geheel en bevat een overzicht van thematiek; chronologie; relevantie; hoofdlijnen van het onderzoek en actuele onderzoeksvragen. Geschiedenis van de nieuwe tijd (tweejaarlijks) In deze cursus behandelen we enkele sleutelthema’s uit de geschiedenis van de Europese samenleving in de nieuwe tijd. De wording van nationale staten en de hervorming van religie, van mens- en wereldbeeld onder invloed van ontdekkingen, reformatie en wetenschappelijke ontwikkelingen kunnen beschouwd worden als hefbomen van het moderniseringsproces van de Europese samenleving. Anderzijds relativeren thema’s zoals de collocaties,
24 | Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar
de groeiende criminalisering van maatschappelijk ongewenst gedrag en de heksenvervolgingen het vooruitgangsoptimisme dat impliciet in het moderniseringsparadigma ingebakken zit. De colleges zijn thematisch opgevat. Geschiedenis van de nieuwste tijd (tweejaarlijks) De cursus wil een bagage aan kennis bieden, maar vooral ook inzicht in de belangrijkste ontwikkelingen van de Westerse samenlevingen vanaf het midden van de achttiende eeuw tot aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. De cursus is opgebouwd rond twee sleutelthema’s, vrijheid en rede, die aan de basis liggen van het ontstaan van de moderne Westerse samenlevingen. Rede en vrijheid hebben echter niet alleen een positieve lading. Rationaliteit leidde tot waanzin, vrijheid tot onderdrukking. Aan de hand van de belangrijkste sociaal-economische, politieke en culturele ontwikkelingen zullen de kenmerken en de ontwikkelingen van het West-Europese maatschappijtype worden geschetst zonder de interactie met de rest van de wereld uit het oog te verliezen. Eigentijdse geschiedenis (tweejaarlijks) Deze cursus biedt een overzicht van de eigentijdse wereldgeschiedenis na 1945 in drie grote delen: 1) ecologie en demografie, 2) economie en maatschappij, 3) internationale politiek (geschiedenis van de Koude Oorlog en de dekolonisering). Twee rode draden zijn door dit verhaal geweven: 1) de globale samenhang tussen uiteenlopende delen van de wereld enerzijds en tussen verschillende sociale en ecologische processen anderzijds; 2) de spanning tussen globale integratie en fragmentatie op lokaal vlak. Comparatieve wereldgeschiedenis (tweejaarlijks) Deze cursus geeft een overzicht van de wereldgeschiedenis van het ontstaan van de landbouw tot de industriële revolutie in zes chronologisch-thematische hoofdstukken: ecologie en geografie, politiek, cultuur en religie, uitwisseling, globalisering, demografie en economie. Bijzondere aandacht gaat uit naar evoluties in, vergelijkingen van en interacties tussen gemeenschappen over de hele wereld. Ook de ontwikkeling van het vakgebied wereldgeschiedenis, verschillende (soms conflicterende) verklaringsmodellen en de belangrijkste vraagstukken binnen dat domein komen aan bod. Twee rode draden zitten in dit verhaal van menselijke gemeenschappen verweven: 1) de constante spanning tussen de verdichting van contacten (integratie) en de creatie of aanscherping van verschillen tussen samen-
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar | 25
levingsvormen (diversiteit), 2) de centrale vraag: hoe is onze huidige wereld er komen uit te zien zoals hij momenteel is? Kunstgeschiedenis (tweejaarlijks) Dit opleidingsonderdeel biedt je een algemeen overzicht van de kunststromingen van de middeleeuwen tot de hedendaagse tijden. Per periode zal in de marge van het algemene overzicht een specifiek dossier verder worden uitgediept zodat het verschijnsel kunst vanuit verschillende hoeken zal worden belicht.
WIJSBEGEERTE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN Inleiding tot de Westerse wijsbegeerte Deze cursus wil je via een historisch-thematische benadering laten kennismaken met de belangrijkste wijsgerige stromingen en ideeën uit de Westerse filosofie. Inleiding tot de economie Het gedrag van consumenten en producenten vormt de basis voor de analyse van de vraag naar en het aanbod van economische goederen, van de prijsvorming en van de verschillende marktvormen. Een juiste omschrijving van begrippen zoals bruto nationaal product, werkloosheid, inflatie, betalingsbalans, economische groei, enz. is noodzakelijk om inzicht te krijgen in de werking en betekenis van macro-economische politiek. De rol van geld, internationale handel en wisselkoersen krijgt hierbij ook voldoende aandacht zonder dat daarbij te veel in detail wordt gegaan. De klassieke en Keynesiaanse visie op de samenhang van de macro-economische grootheden laat zien hoe men in de tijd anders is gaan denken over economische evoluties en de rol van economische politiek. Tenslotte worden twee artikels besproken waarbij economische begrippen worden toegepast op historische gebeurtenissen.
26 | Opleidingsonderdelen bachelor twede jaar
BACHELOR TWEEDE JAAR METHODOLOGIE VAN DE GESCHIEDENIS Erfgoed en publieksgeschiedenis (tweejaarlijks) In deze cursus staat de rol van geschiedenis en erfgoed in de publieke ruimte centraal. Er wordt stilgestaan bij de vertaling van wetenschappelijke inzichten naar een groter publiek via vulgariserende boeken, tentoonstellingen, documentaires en dergelijke meer. Bovendien wordt gereflecteerd over de omgang met en de beleving van het verleden in de media, de toeristische sector, het cultuurbeleid en het dagelijkse leven in meer algemene zin. De centrale vragen zijn 1) welk soort verleden vorm krijgt in de ‘vertaling’ naar een groter publiek en 2) hoe het verleden wordt gerepresenteerd in verschillende media en in uiteenlopende (institutionele en andere) contexten. Dit gebeurt via twee soorten colleges. Met het oog op een beter begrip van de opportuniteiten en moeilijkheden in het communiceren van historische inzichten naar een groter publiek worden gastdocenten uitgenodigd die hun ervaringen uit de praktijk overbrengen. In een tweede soort colleges wordt over de materie gereflecteerd en gediscussieerd aan de hand van voorbeelden uit de praktijk, actuele debatten, wetenschappelijke literatuur en dies meer. De rode draad doorheen de cursus is de spanning tussen een wetenschappelijke, academische benadering enerzijds en de ‘beleving’ bij een groter publiek anderzijds. Geschiedenis en beeld (tweejaarlijks) Het uitgangspunt is de bruikbaarheid van een afbeelding, als bron, voor de historicus. Dit alles wordt bestudeerd vanuit beeldtypes zoals: het portret, het stadsgezicht, het stilleven, de journalistieke foto. Daarbij wordt enerzijds ingegaan op technische aspecten zoals de ontdekking van het perspectief, het gebruik van optische instrumenten, en de beperkingen van de afbeeldingstechniek (potlood, penseel, kopergravure, lithografie, enz.) Anderzijds wordt de achterliggende cultuur benadrukt die de kunstenaar conditioneert : de opvattingen over hoe een “goede” afbeelding eruit moet zien (bv. traditie; maniërisme; moraliserende benaderingen; verlichtingsidealen).
Opleidingsonderdelen bachelor tweede jaar | 27
Veel aandacht wordt besteed aan de 19de eeuw, met de ontdekking van de fotografie: de weerslag daarvan op de beeldende kunsten, en de door deze ontdekking gegenereerde toevloed aan “echt realistisch” historisch beeldmateriaal. Naast de vraag van “lectuur” van het beeld, wordt ook ingegaan op de methodologische problemen bij classificatie en bewaring van iconografisch materiaal. Inleiding tot de historiografie (tweejaarlijks) Het bestuderen van de geschiedenis van de eigen discipline draagt bij tot een reflectie over de methodologische grondslagen van die discipline. Toch is de doelstelling van deze cursus niet louter pragmatisch. In dit opleidingsonderdeel wordt de geschiedenis van de historiografie immers ook beschouwd in het kader van ruimere intellectueel-historische evoluties, van Oudheid tot heden. De pogingen die historici in het verleden hebben ondernomen om vat te krijgen op het verleden worden bestudeerd tegen de achtergrond van de gangbare mens- en wereldbeelden en van de specifieke maatschappelijke context. Daarbij wordt zowel aandacht besteed aan inhoudelijke als aan geschiedtheoretische en methodologische evoluties. Het lezen en analyseren van historiografische teksten uit het verleden vormt dan ook een belangrijke component van dit opleidingsonderdeel. Bovendien wordt voor elke periode getracht de historici socio-professioneel te situeren en de maatschappelijke positie van de historische wetenschap te achterhalen. Vooral het proces van de professionalisering van de geschiedwetenschap vanaf de negentiende eeuw krijgt in dat verband veel aandacht. Hoewel de meeste aandacht in deze cursus zal uitgaan naar Europese en Noord-Amerikaanse ontwikkelingen, zal toch ook nadrukkelijk worden stil gestaan bij niet-Westerse historiografische tradities. Kwantitatieve methoden (tweejaarlijks) De bedoeling van deze cursus is de koudwatervrees van studenten voor eenvoudige kwantitatieve methodes in het historisch onderzoek te verminderen. In de colleges zal zoveel mogelijk worden gewerkt met concrete voorbeelden uit het historisch onderzoek.
28 | Opleidingsonderdelen bachelor tweede jaar
Oefeningen middeleeuwen / nieuwe tijd 2 ofwel Oefeningen nieuwste tijd 2 De seminarieoefening in de tweede bachelor wil je laten proeven van de mogelijkheden en de moeilijkheden bij het zelfstandig wetenschappelijk onderzoek op originele bronnen uit de geschiedenis van de nieuwe of nieuwste tijd. Tijdens de colleges worden gezamenlijk bronnen gelezen rond één specifiek thema (materiële cultuur, criminaliteit, openbare orde, etc.) dat telkens gesitueerd wordt binnen een brede historiografische context. Van de studenten wordt verwacht dat ze het hele wetenschappelijke proces van originele vraagstelling tot synthesewerk (of -artikel) op min of meer zelfstandige basis tot een goed einde brengen. Zowel aan methodologische aspecten (de regels van de historische kritiek, methodologieën van hulpwetenschappen), heuristische, inhoudelijke en stijlfacetten wordt daarbij veel aandacht besteed. De studenten worden begeleid tijdens de colleges en via Blackboard ook op min of meer ‘permanente basis’.
INLEIDING TOT DE GESCHIEDENIS Geschiedenis van de middeleeuwen (tweejaarlijks) Zie bachelor eerste jaar Geschiedenis van de nieuwe tijd (tweejaarlijks) Zie bachelor eerste jaar Geschiedenis van de nieuwste tijd (tweejaarlijks) Zie bachelor eerste jaar Eigentijdse geschiedenis (tweejaarlijks) Zie bachelor eerste jaar Comparatieve wereldgeschiedenis (tweejaarlijks) Zie bachelor eerste jaar Kunstgeschiedenis (tweejaarlijks) Zie bachelor eerste jaar Naar keuze één van beide opleidingsonderdelen. Geschiedenis van de Nederlanden
Opleidingsonderdelen bachelor tweede jaar | 29
Het opleidingsonderdeel Geschiedenis van de Nederlanden heeft in de eerste plaats als doel een historisch overzicht te geven van de geschiedenis van de Nederlanden in zijn meest ruime geografische betekenis en dit vanaf de negende eeuw tot het einde van het Ancien Régime. De klemtoon ligt vooral op de ontwikkelingen in de zogenaamde kerngewesten: Vlaanderen, Brabant, Holland en Zeeland. Zij vormden immers het hart van de Nederlanden en bepaalden de ontwikkelingen van deze regio. De cursus biedt niet alleen een overzicht van de geschiedenis van deze regio, maar heeft ook de ambitie om aan te tonen waarom de Nederlanden uitgroeiden tot één van de meest succesrijke en welvarende regio’s in de wereld. Het begrip ‘padafhankelijkheid’ vormt daarbij de rode draad doorheen de cursus, omdat deze evolutie enkel vanuit het verleden ten volle kan worden begrepen. Van studenten wordt niet alleen verwacht dat ze een aantal belangrijke data en feiten kennen, maar ze moeten ook inzicht verwerven in de voornaamste langetermijnprocessen die zorgden voor eenheid binnen de Nederlanden. Vooral het overwegend vlakke landschap en de centrale geografische ligging in Europa waren bepalende determinanten binnen de geschiedenis van de Nederlanden. Geschiedenis van België Deze cursus spitst zich toe op de politieke geschiedenis van het huidige België, vanaf de annexatie door Frankrijk in 1795. De invalshoek is institutioneel, met bijzondere aandacht voor de ontwikkeling van de verhouding tussen wetgevende en uitvoerende macht en voor de geschiedenis van de politieke partijen en hun programma. De institutionele evolutie hangt nauw samen met de steeds toenemende expansie van het domein van de binnenlandse politiek. Wat dat laatste betreft, ligt de klemtoon op de ontwikkeling van het Belgische socio-economische model, op de levensbeschouwelijke evolutie en op de problematische Belgische communautaire verhoudingen met de daaruit voortvloeiende staatshervormingen.
WIJSBEGEERTE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN Inleiding tot de sociale wetenschappen De cursus bestaat uit drie delen: I) een kennismaking met basisbegrippen uit de sociologie; II) een overzicht van de belangrijkste sociaal-wetenschappelijke denkstromingen; III) een vergelijking van enkele toonaangevende sociaalwetenschappelijke denkkaders m.b.t. langetermijn processen (in het bijzonder modernisering).
30 | Opleidingsonderdelen bachelor tweede jaar
Inleiding tot de sociale geografie Na een inleiding over het object en de methode van het vakgebied wordt aandacht besteed aan historisch geografische bronnen. Dit gebeurt aan de hand van een schets van de ontwikkeling van het Westers wereldbeeld en een introductie tot de middenschalige cartografische bronnen in Vlaanderen tussen 1770 en nu. Vervolgens wordt het begrippenkader en enkele klassieke theorieën uit de sociale geografie aangebracht via de studie van topics uit de stadsgeografie: site en situatie, stedelijke ontwikkelingsfasen en stadsgewest, hiërarchie van het Belgische stedennet, interne differentiatie van de Belgische steden. In het laatste deel wordt ingegaan op de kenmerken van het landelijk nederzettingspatroon: de landelijke bewoning (dorpsvormen - verspreidingspatroon - grondplan woningen) en de percelering (perceelsvorm - lokale wegen grachten en levende afsluitingen). Tot slot wordt de bruikbaarheid van dit begrippenkader naar het beleid geschetst: in de ruimtelijke planning, in de stadsvernieuwing, in de monumentenzorg en plattelandsontwikkeling. Waar mogelijk worden de begrippen en theorieën kort geïllustreerd in historische context. Wetenschapsfilosofie en kennisleer Het probleem van het verklaren • deductief nomologische verklaringen • handelingsverklaringen Het probleem van de waardevrijheid (Max Weber); De constructie van de sociale realiteit (Searle); Theorie en ervaring in het positivisme, het kritisch rationalisme (Popper) en in de wetenschapsfilosofie van Th. S. Kuhn; Narratieve zinnen in Danto’s geschiedenisfilosofie; Feit en interpretatie in de historische wetenschappen.
Je KIEST VOOR MINSTENS ZES STUDIEPUNTEN KEUZEVAKKEN. (Zie ‘keuzevakken’ bij derde jaar bachelor).
Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar | 31
BACHELOR DERDE JAAR METHODOLOGIE VAN DE GESCHIEDENIS Erfgoed en publieksgeschiedenis (tweejaarlijks) Zie bachelor tweede jaar Geschiedenis en beeld (tweejaarlijks) Zie bachelor tweede jaar Inleiding tot de historiografie (tweejaarlijks) Zie bachelor tweede jaar Kwantitatieve methoden (tweejaarlijks) Zie bachelor tweede jaar Bachelorscriptie De bachelorscriptie zet de kroon op het werk. Hier pas je alle kennis en vaardigheden toe die hij/zij in zijn/haar bacheloropleiding heeft verworven. Elk jaar wordt voorzien in een aanbod van werkcolleges over uiteenlopende thema’s in de verschillende tijdsgebieden. De evaluatie gebeurt op basis van een schriftelijk werkstuk, waarin de basisprincipes van de historische methodologie worden toegepast op een concreet historisch vraagstuk. Via informatie verzameld uit een veelheid aan informatiekanalen en bronnen en vertrekkende van de status quaestionis van een bepaald historisch probleem, kom je tot een autonome en substantiële vraagstelling en wordt een wetenschappelijk onderzoek uitgewerkt.
Geschiedenis per periode en per gebied Je kiest voor één van de drie tijdvakken en één van de drie gebieden, wat neerkomt op vijf opleidingsonderdelen. Middeleeuwen: Politiek en instellingen Centraal in deze cursus staan de bestuurlijke en juridische instituties die het dagelijks leven in de late middeleeuwen omkaderden, en vaak cruciaal zijn gebleken voor de bijzondere ontwikkeling van de Europese samenleving op lange termijn. In een eerste deel van de cursus wordt voor de verschillende bestuursniveau’s van de (laat-)middeleeuwse samenleving, een beknopte
32 | Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar
status quaestionis gegeven van de belangrijkste evoluties, alsook van de grote debatten en problemen in de historiografie van de jongste decennia. Bestuurlijk-juridische instellingen worden daarbij niet als abstracte gegevens, maar als sociale realiteiten behandeld, onderhevig aan wisselende machtsverhoudingen; gemaakt door en voor mensen met uiteenlopende collectieve en individuele belangen; en slechts kenbaar via een eveneens door concrete machtsverhoudingen getekend “discours”. In een tweede deel wordt vanuit deze optiek het lokale bestuursniveau – de “stad”; de “dorpsgemeenschap” en de “heerlijkheid” - meer in detail uitgewerkt. Centraal staat daarbij de vraag naar vermeende “democratische” tendensen in de “feodale” middeleeuwse samenleving. We onderzoeken daartoe de effectieve toegang tot bestuurlijke participatie voor brede lagen van de bevolking, zowel in een stedelijke als in een rurale context. Vanuit een close reading en onderlinge confrontatie, zowel tijdens seminaries als individueel door de studenten, van sleutelteksten en enkele primaire bronnen in verband met staatsvorming, kommunalisme, het ontstaan van een “civil society” en het parlementarisme, trachten we inzicht te krijgen in de regionale en historische variatie in lokale besturen en hun ontwikkeling op lange termijn. Middeleeuwen: Cultuurgeschiedenis In het eerste deel van de cursus maken we ons via de lectuur van primair tekst- en beeldmateriaal (vooral uit de Nederlanden) en van secundaire studies (vooral uit Gurevich en de Annalesschool) vertrouwd met de centrale categorieën – ruimte, tijd, kosmos, mens - van het middeleeuwse wereldbeeld in christelijk Europa. We hebben daarbij speciale aandacht voor (1) de toeëigeningsprocessen die werkzaam zijn bij de overname van de klassieke, joods-christelijke en arabische wortels van deze categorieën, (2) de dynamische interactie tussen ideële categorieën en concrete praktijken, en de evoluties en spanningen die in het netwerk van categorieën en praktijken aanwezig zijn, (3) de alteriteit waarmee het pre-moderne wereldbeeld ons confronteert. Een grondmotief dat in alle middeleeuwse cultuuruitingen resoneert, is de pre-occupatie met de onzichtbare geestelijke wereld en daarmee samenhangend het problematische statuut van de zichtbare materiële wereld. In het tweede deel van de cursus belichten we dit grondmotief vanuit de studie van één specifiek thema waarin de ontmoeting tussen beide werelden op een prangende manier aanwezig is. Mogelijke thema’s zijn: de dood, de heilige, de profeet, het sacrale beeld.
Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar | 33
Middeleeuwen: Sociaaleconomische geschiedenis Het opleidingsonderdeel is opgedeeld in twee gedeeltes. In het eerste gedeelte worden fundamentele debatten in het historisch onderzoek naar de economische en sociale geschiedenis van de middeleeuwen aangesneden, nl.: 1° het ontstaan en de ontwikkeling van het hofstelsel in het middeleeuwse Europa 2° de impact van de neo-Malthusiaanse visie op de groei van de middeleeuwse economie en op de crisis van de late middeleeuwen 3° de impact van de marxistische visie op de groei van de middeleeuwse economie en op de crisis van de late middeleeuwen 4° de impact van de Smithiaanse visie op de groei van de middeleeuwse economie en op de crisis van de late middeleeuwen 5° recente ontwikkelingen in de verklaring van de middeleeuwse conjunctuur (van New Institutional Economics tot het gebruik van Chaostheorie). De studenten zullen per debat telkens een algemeen artikel of hoofdstuk lezen en hierover mondeling verslag uitbrengen. Verder zullen de debatten in groepsverband worden geduid met ontwikkelingen in de Nederlanden. In het tweede deel van het opleidingsonderdeel zullen studenten actief discussiëren over een meer gespecialiseerd onderwerp, met name organisatievormen van de handel in de late middeleeuwen (met bijzondere aandacht voor de introductie van nieuwe handelstechnieken). Aan de hand van bronteksten en de lectuur van twee gespecialiseerde artikels zullen de discussies gaan over fenomenen als de invloed van jaarmarkten en permanente markten, netwerkstructuren, technologische innovatie, de organisatie van handelsfirma’s, de impact van koopliedengilden enz. De studenten zullen individueel een korte discussietekst schrijven over een specifiek probleem aan de hand van een of twee wetenschappelijke studies en deze teksten afhankelijk van de omvang van de groep individueel of collectief voorstellen. Nieuwe tijd: politiek en instellingen Deze cursus wil een brede status quaestionis van het domein van de politieke en institutionele geschiedenis van de nieuwe tijd voorleggen. De verschillende bestuursniveaus en hun variëteit aan politieke regimes worden in kaart gebracht. Bij de belangrijkste instellingen van de Lage Landen en in de grotere Europese staten wordt langer stilgestaan. Daarnaast gaat er heel wat
34 | Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar
aandacht naar de ruimere politieke cultuur: de wijze waarop men met politiek en macht omgaat en de manier waarop men er over denkt, theoretiseert en communiceert, zowel verbaal als niet-verbaal. Voor de dynamiek in het verhaal zorgen de huidige stand van het onderzoek en de discussies die momenteel aan de orde zijn. Nieuwe tijd: cultuurgeschiedenis Deze cursus brengt aan de hand van een aantal capita selecta een overzicht van de cultuurgeschiedenis van de nieuwe tijd. Culturele persistentie en verandering worden daarbij beschouwd als complexe processen die niet los gezien kunnen worden van hun concrete maatschappelijke context. Speciale aandacht gaat daarbij uit naar de interactie tussen religie en cultuur. In concreto wordt gekozen voor de behandeling van een aantal topics die in het onderzoek van de laatste decennia sterk naar voor kwamen. Zo komen aan bod: het theoretisch kader met o.m. aandacht voor de problematiek van elite versus populaire cultuur en de inbreng van de historische antropologie; communicatie en cultuur, met speciale aandacht voor de rol van en de wisselwerking tussen diverse communicatieniveau’s; de problematiek van religieuze reformatie, disciplinering en confessionalisering en de weerslag daarvan op het culturele leven, confrontatie en ontmoeting tussen de ‘oude’ en de ‘nieuwe’ wereld. Al deze thema’s worden uitgewerkt aan de hand van een aantal representatieve artikels die door de docent ter beschikking worden gesteld. De lessen worden opgevat als een actief discussiecollege waarin de inzichten van de opgegeven literatuur worden besproken en geconfronteerd. Nieuwe tijd: sociaaleconomische geschiedenis In deze cursus worden de grote lijnen van de economische transformaties op het platteland en in de stad - en de sociale gevolgen daarvan voor diverse bevolkingsgroepen - uiteengezet. Dat gebeurt vanuit een Europees perspectief, met dien verstande dat steeds comparatief wordt gewerkt en er uitgebreid aandacht is voor het niet-Europese kader. Centraal staan immers de structurele wijzigingen die van de late middeleeuwen af uitmondden in de industriële revolutie en de vraag waarom die industriële revolutie juist in Europa, eerder dan in andere regio’s van de wereld plaatsvond. Bij het behandelen ervan is aandacht voor de verwevenheid van de economische realiteit met andere maatschappelijke dimensies als arbeid, familie en consumptie. Thema’s als proto-industrialisering, geschiedenis van de techniek, handel en globalisering, de rol van de overheid, proletarisering en repressie, het economische denken en de relatie tussen stad en platteland komen uitgebreid aan bod.
Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar | 35
Nieuwste tijd: politiek en instellingen Deze cursus vertrekt vanuit de vaststelling dat zowat alle politieke stromingen en regimes van de negentiende en twintigste eeuw minstens een ding gemeenschappelijk hadden, dat hen onderscheidde van de meeste politieke regimes tijdens het ancien regime: zij beriepen zich er alle op dat zij de uitdrukking waren van de wil van ‘het volk’ of van ‘de natie’. In die zin profileerden zij zich alle op de een of andere manier als ‘democratisch’, zelfs indien zij zich resoluut anti-parlementair opstelden. Een cruciaal onderscheid tussen deze regimes situeerde zich echter in de zeer uiteenlopende invullingen die zij aan begrippen als ‘volk’ en ‘natie’ gaven. Deze invulling kon meer of minder inclusief zijn - dat wil zeggen dat meer of minder leden van de bevolking effectief een aandeel kregen in de besluitvorming - en uitgaan van zeer verschillende criteria om leden van de natie te onderscheiden van niet-leden. Bovendien kon de mate variëren waarin men binnen de natie - die fundamenteel als een eenheid werd opgevat - een verscheidenheid aan visies of belangen tolereerde, of integendeel een steeds grotere homogenisering nastreefde. Vanuit dit perspectief worden in deze cursus de verschillende grote politieke projecten (liberalisme, socialisme, nationalisme, conservatisme, fascisme, de welvaartstaat) van de negentiende en twintigste eeuw in en buiten Europa behandeld. Daarbij wordt telkens eerst aandacht besteed aan de theoretische en ideologische grondslagen, vervolgens aan de manier waarop deze een institutionele en een politiek-culturele vertaling kregen en aan de spanningen, de contradicties en de weerstanden die de confrontatie tussen theorie en praktijk teweeg bracht. Bij dit alles zullen behalve de verschillen ook de gelijkenissen en continuïteiten die zich tussen deze verschillende politieke systemen voordeden, ruimschoots aan bod komen. Nieuwste tijd: cultuurgeschiedenis De cursus wordt opgevat als een ‘overzichtsvak’ en behandelt dus thema’s uit de hele negentiende en twintigste eeuw, en uit verschillende regio’s. Er zal worden gestart met de periode van de Verlichting en geëindigd met de naoorlogse cultuur. De nadruk zal liggen op de Europese cultuurgeschiedenis (met wisselende geografische focus). Er zal evenwel expliciet aandacht worden besteed aan deze ‘verenging’ van het gezichtperspectief en aan de kritiek hierop vanuit recente intellectuele stromingen. Bovendien worden de studenten in de loop van de cursus in contact gebracht met belangrijke werken door toonaangevende cultuurhistorici van de afgelopen decennia.
36 | Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar
Ook belangrijke concepten en theorieën worden (gaandeweg) geïntroduceerd en geïllustreerd. De studenten worden ook gestimuleerd om na te denken over de hedendaagse cultuur. Concreet wordt de cursus opgebouwd rond volgende hoofdstukken: 1. La République des Lettres: de Verlichting (met klemtoon op Frankrijk) 2. Sturm und Drang: Romantiek (met klemtoon op Duitsland) 3. Victorianism: Burgercultuur (met klemtoon op Engeland) 4. Sezession. Fin-de-siècle, Jugendstil (met klemtoon op Wenen) 5. Futurismo e fascismo (met klemtoon op Italië) 6. East & West: cultuur en Koude Oorlog (met klemtoon op Amerika) Nieuwste tijd: sociaaleconomische geschiedenis De cursus betreft de lange periode ca. 1750-ca. 2000, waarin de economie in een groot deel van de wereld evolueerde van pre-industrieel naar post-industrieel. De bedoeling bestaat erin inzicht te bieden in de dynamiek van de structurele veranderingen die zich in die periode op het economische en op het breed maatschappelijke vlak hebben voorgedaan. Daarbij gaat de aandacht uit naar een aantal specifieke thema’s zoals onder meer de economische groei en conjunctuur, de industrialisering en de verdere ontwikkeling van de industrie, de groeiende betekenis van de dienstensector (handel, bank- en financiewezen, transport, de overheid), de rol van de overheid in oeconomicis. Geschiedenis heeft met ‘tijd’, met ‘chronologie’ te maken. Dat leidt ertoe dat een beschrijvend overzicht van de sociaal-economische evolutie een mooi beeld zou kunnen geven van de dynamiek die zich heeft afgetekend. Het kan echter geenszins de bedoeling zijn enkel een overzicht te brengen; het accent moet veeleer liggen op inzicht en op interpretatie. Het zou zelfs onmogelijk zijn, binnen het bestek van de cursus, een volledig en diepgaand overzicht te brengen van twee en een halve eeuw sociaal-economische ontwikkeling. Daarom focust de cursus op de ontwikkeling van de westerse economie, maar steeds tegen de brede achtergrond van de wereldeconomie. Dat betekent dat ook de economische ontwikkeling in voormalige Oostbloklanden en de sociaaleconomische problematiek van landen-in-ontwikkeling in de bespreking aan bod komen. Het college wordt zoveel mogelijk interactief opgevat: de te behandelen thema’s bieden ongetwijfeld stof tot discussie. Bovendien wordt getracht aan de hand van teksten enkele grote debatten met betrekking tot de sociaal-economische geschiedenis te belichten.
Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar | 37
LEVENSBESCHOUWELIJKE VORMING Levensbeschouwing Levensbeschouwelijke diversiteit is in de hedendaagse samenleving een feit en dit weerspiegelt zich ook aan de universiteit. Om met deze diversiteit om te gaan kiest de Universiteit Antwerpen voor actief pluralisme. Actief pluralisme wil recht doen aan het belang van levensbeschouwelijke ideeën en aan de plaats die ze in de openbare ruimte kunnen innemen. Levensbeschouwelijke ideeën blijven immers een belangrijke rol spelen in het morele bewustzijn en in het dagelijks oordelen en handelen van mensen, organisaties en samenlevingen. Actief pluralisme is zelf geen levensbeschouwing, maar een houding ten aanzien van (de eigen en andere) levensbeschouwingen. Het insisteert op een inhoudelijke dialoog binnen en tussen levensbeschouwingen en op een concreet engagement dat levensbeschouwingen als fenomeen, als overtuiging én als praktijk, ernstig wil nemen. Meer gedetailleerde informatie is beschikbaar via de website: www.ua.ac.be/pietergillis of via www.ua.ac.be/levensbeschouwingvakbeschrijving.
Je KIEST VOOR MINSTENS ZES STUDIEPUNTEN KEUZEVAKKEN Je kiest voor tenminste zes studiepunten uit de lijst van keuzevakken. Wil je een ander opleidingsonderdeel opnemen, dan moet dit eerst door de Onderwijscommissie goedgekeurd worden. Geschiedenis van Centraal-Europa en de Balkan Chamberlain noemde het ooit ‘faraway countries of which we know little’. Vanuit westers perspectief bekeken, gaat het om een overgangszone waarin buitenlandse invloeden (Duitsers, Osmaanse Turken) een prominente rol hebben gespeeld. Tot in de negentiende eeuw is het een zone waarin imperia domineren. Hierin brengen de emancipatie, nationalisme, communisme en industrialisatie geleidelijk verandering. Tot slot volgen beschouwingen over de periode na de val van de Berlijnse Muur. Geschiedenis van de islam Dit vak biedt (voornamelijk via hoorcolleges) een inleiding tot de geschiedenis van de islam vanaf de 7de eeuw tot heden. Daarbij is er vooral oog voor de historische diversiteit in de beleving van de islam (waarbij het voorbeeld van
38 | Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar
attitudes tegenover ‘homoseksualiteit’ als een voorbeeld doorheen de hele cursus wordt uitgewerkt). Er is ook ruim aandacht voor de politisering van de islam in de huidige internationale, politieke context, en de effecten daarvan op de omgang met het islamitische verleden. Concreet komen o.a. volgende thema’s en perioden aan bod: de profeet Mohammed en de Koran; de Rechtgeleide Kaliefen; het Ummayadische kalifaat; het Abbasidische kalifaat; theologische, filosofische en juridische stromingen binnen de islam (Sunni, Shi’a, Rechtsscholen, hervormingsbewegingen…); de Osmanen; het Orientalisme/imperialisme en de islam; de Europese islam. Geschiedenis van de literatuur De doelstelling van deze cursus is een publiek van niet-specialisten duidelijk te maken waarom en in welke zin de ‘moderne literaturen’ een blijvend cultureel bezit vormen. De studenten maken concreet kennis met enkele belangrijke evoluties en kunnen zo meteen adequate vragen opdoen voor eventuele verdere persoonlijke verkenningen in de domeinen van hun voorkeur of keuze. Concreet worden vijf topics behandeld: hoofse en devote middeleeuwers, de vroege Renaissance, 17de-eeuwse poëzie, de 18de-eeuwse briefroman, de historische roman en de whodunit. De laatste lessen worden gereserveerd voor een overzicht van de 20ste-eeuwse roman en voor enkele recente bestsellers. Geschiedenis van het christendom De cursus concentreert zich op de geschiedenis van de christelijke kerken vanaf de vroeg-christelijke tijd tot en met de 20ste eeuw, met nadruk op de ontwikkelingen in Europa. Hij wil de student een inzicht bijbrengen in de evolutie van de kerk als instituut en in de geloofspraktijk van de gewone man en vrouw. Het spanningsveld tussen de officiële kerk en de geloofsbeleving aan de basis komt daarbij nadrukkelijk aan bod. De opbouw van de cursus is chronologisch. Geschiedenis van het gedrukte boek In de geschiedenis van de westerse cultuur speelt het gedrukte boek een nauwelijks te overschatten rol. De cursus tracht deze rol aanschouwelijk te maken, en is rond drie aandachtspunten opgebouwd: 1) het boek als object; 2) een overzicht van de wijze waarop gedrukte informatie tot stand kwam, verspreid en gebruikt werd, en dit van de 15de tot de 20ste eeuw (productie, distributie en consumptie van het gedrukte boek); 3) een inleiding tot de boek-
Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar | 39
geschiedenis als historische discipline.Met deze bagage worden de studenten in staat gesteld om bewuster en kritischer om te gaan met de gedrukte informatie die ze in hun eigen onderzoeksopdrachten (seminarieoefeningen, bachelorpaper, ...) zullen verwerken. De opgedane kennis kan hen ook oriënteren naar een boekhistorische masterscriptie. Voor studenten die denken aan een loopbaan in de bibliotheek of de uitgeverijsector, kan deze introductie een basis vormen voor bijkomende opleidingen. Geschiedenis van Rusland en de Sovjet-Unie Dit overzicht van de Russische geschiedenis volgt vooreerst de opeenvolgende fasen van de staatsvorming: opkomst en verval van het Rijk van Kiev en de groei van het vorstendom Moskovië. Daarbij komt in toenemende mate de dialoog met de rest van Europa aan bod: de hervormingen onder Peter de Grote en Catharina II en de ambivalente verhoudingen in de negentiende eeuw. Vervolgens komen de Russische Revolutie en de Sovjet-Unie aan bod, vooral dan als uitingen van een streven naar moderniteit. Een nabeschouwing bekijkt de situatie in de post-sovjettijd. Debating Development This series of debates has the intention to open a window to some actual development topics at the interface between the North and the South. We want to offer a platform for reflection on current topics in the field of development to a broad public. Each topic is introduced on the basis of a presentation by a renowned speaker from the South or the North. A discussant sets the stage for further debate. This year’s edition marks the 10th anniversary of the Millennium Development Goals (MDGs). In 2001 the United Nations member states adopted a set of development goals, to be reached by 2015. Eradicate extreme poverty and hunger, achieve universal primary education, promote gender equality and empower women, … one cannot deny the ambitious character of the campaign. Although the first reaction was one of great enthusiasm, the public opinion soon responded with skepticism. The goals were believed to be far too unrealistic, and were used for purposes for which they were not designed. But where do we really stand after ten years? Jan Vandemoortele, our first keynote speaker and the main architect of the MDGs, will take us back to 2000 and will attempt to give us a better insight in the campaign. In the subsequent debates we take a closer look at the individual MDGs. Moreover, for this year’s edition, we include a lecture of Paul Collier, organized by the University Centre Saint Ignasius Antwerp (UCSIA).
40 | Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar
Paul Collier is the author of the book ‘The Bottom Billion’ and is one of today’s most influential development economists. Theatergeschiedenis 1: van de oudheid tot de 18de eeuw In deze cursus wordt de evolutie van het verschijnsel theater bestudeerd in zijn brede maatschappelijk context in de Oudheid (Griekenland en Rome) en in West-Europa tijdens de middeleeuwen en in de vroegmoderne tijd. Zowel de teksten als de opvoeringspraktijk komen aan bod. De aandacht gaat daarbij o.a. uit naar de literaire aspecten, de dramatheorie, de enscenering, de theaters, de status van de acteurs, spektakelelementen, het publiek, de sociale context, alsook naar aanverwante verschijnselen als intreden, ommegangen en openbare feesten, het theater als propagandamiddel, in het onderwijs en als maatschappelijk en politiek uithangbord. Cultural History of the United States In dit opleidingsonderdeel krijgt de student een inzicht in de Amerikaanse samenleving. Zo komen onder meer immigratie, politieke instellingen, het juridische systeem en de buitenlandse politiek aan bod. Elke week wordt een hoofdstuk uit het historisch georiënteerde handboek gecombineerd met de bespreking van hete hangijzers in het Amerika van vandaag. Dagelijkse lectuur van de binnenlandpagina’s in de New York Times is dan ook verplicht, net als de voorbereidende lectuur van het hoofdstuk dat in de les wordt behandeld. Het vak wordt gedoceerd in het Engels. Ecologische Geschiedenis Ecologische geschiedenis bekijkt de geschiedenis vanuit de interactie tussen de mens en zijn natuurlijke omgeving. De cursus wil studenten bewust maken van het feit dat het menselijk handelen ook in het verleden een onuitwisbare stempel op landschap, fauna en flora heeft gedrukt, maar omgekeerd zelf ook steevast beïnvloed werd door de mogelijkheden, beperkingen en risico’s eigen aan een bepaalde natuurlijke setting. We gaan daarbij op zoek naar de historische wortels van hedendaagse milieuproblemen en trachten de problematiek van duurzame ontwikkeling in een lange-termijnperspectief te kaderen. We analyseren zowel langdurige continuïteit als opvallende breukmomenten in de relatie tussen mens en natuur, en streven daarbij naar inzicht in de wijze waarop het handelen van de mens in steeds toenemende mate de natuurlijke omgeving is gaan bepalen, en in de problemen die die verhoogde menselijke druk met zich mee heeft gebracht. De cursus is thematisch opgebouwd en laat de studenten kennismaken met de grote themata uit de
Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar | 41
ecologische geschiedenis, waaronder klimaatsverandering, energie, voeding, urbanisatie, natuurrampen, (stedelijke) vervuiling, visies op natuur en wildernis, waterbeheer en de relatie tussen economie en ecologie. Middeleeuws Latijn De bedoeling van dit vak is de studenten vertrouwd te maken met de taal waarin het merendeel van de historische bronnen uit de middeleeuwen zijn gesteld. In een algemene inleiding wordt het middeleeuws Latijn gesitueerd in de geschiedenis van de latiniteit en worden de voornaamste taalkenmerken toegelicht. Vervolgens worden capita selecta gelezen, vertaald en historisch geduid. Het betreft tekstfragmenten met een hoog historisch gehalte (bvb. de oudste teksten over onze gewesten of bronnen over het ontstaan van de universiteiten). De studenten maken tevens kennis met de voornaamste werkinstrumenten (inzonderheid woordenboeken). Middeleeuws Frans In deze cursus worden een aantal tekstfragmenten uit de Franse Middeleeuwse literatuur gelezen, besproken en vertaald. Het is de bedoeling de student vertrouwd te maken met het Middeleeuws Frans enerzijds, met de middeleeuwse leefwereld, ethiek en esthetiek anderzijds. In de colleges worden de belangrijkste kenmerken van het Oudfrans aangeduid en wordt er gewezen op de concrete problemen die zich stellen bij de interpretatie van middeleeuwse Franse bronnen. Er wordt tevens aandacht besteed aan de werkinstrumenten (woordenboeken en grammatica’s).
42 | De master Geschiedenis
Master Vanuit je bachelor Geschiedenis kan je zonder meer doorstromen naar de master Geschiedenis. Doorstromen kan zowel met een type-1 als met een type-2 programma. Het masterprogramma omvat 60 studiepunten, wat overeenkomt met één jaar studie: • theorie van de historische kennis (6 sp.); • historisch atelier (6 sp.); • meesterproef (24 sp.); • keuzevakken (24 sp.). Meer informatie vind je in de brochure ‘Geschiedenis, masteropleiding’ of op de website www.ua.ac.be/studiekiezer.
Onderwijs en examens | 43
Onderwijs en examens Het academiejaar is opgedeeld in zes opeenvolgende periodes: het eerste semester, de semestervakantie, het tweede semester, de zomervakantie, de tweede examenzittijd en een les- en examenvrije periode. Wat het eerste semester betreft, leg je in januari examens af voor ongeveer de helft van het jaarprogramma, in juni voor de overige opleidingsonderdelen van de eerste examenzittijd. Voor wie niet al zijn credits heeft verworven na de eerste examenzittijd, wordt in september de tweede examenzittijd ingericht. Door de flexibilisering in het hoger onderwijs bestaan er geen “studiejaren” meer. Wel worden nog modeltrajecten vastgesteld. Als je voor een voltijds modeltraject kiest, bestaat de mogelijkheid om een bacheloropleiding (180 sp.) in drie jaar tijd af te ronden: 60 studiepunten per jaar. De voorwaarde is wel dat je slaagt voor alle opleidingsonderdelen van je studieprogramma en dus minstens 10 op 20 behaalt. Op die manier verwerf je een creditbewijs dat overeenkomt met het aantal studiepunten van het desbetreffende opleidingsonderdeel. Indien je niet alle creditbewijzen van je studieprogramma verwerft, kan je toch verder met je studie. De faculteit moet dan je programma - een geïndividualiseerd traject of GT - goedkeuren. Omdat de studieprogramma’s volgens een logische volgorde werden ingebouwd, zijn er voorwaarden vastgelegd om welbepaalde opleidingsonderdelen al te mogen volgen. Dit noemt men volgtijdelijkheid. Je slaagt voor een opleiding als je creditbewijzen haalt voor alle opleidingsonderdelen van de opleiding. Dankzij de nieuwe bachelor- en masterstructuur en het flexibiliseringssysteem heb je meer keuzemogelijkheden gekregen om je studieprogramma in te vullen. In elke faculteit adviseren studietrajectbegeleiders over de samenstelling van je programma en over de aangeboden keuzemogelijkheden. Het is echter belangrijk voldoende vooruitgang te boeken in je studietraject en in een redelijke tijd je diploma te behalen. Daarom heeft de Universiteit Antwerpen een systeem van studievoortgangbewaking en -begeleiding opgezet; de faculteit zal je studieprestaties volgen en kan je bindende voorwaarden opleggen wanneer je niet de helft van de studiepunten van het goedgekeurde studieprogramma van het academiejaar hebt behaald! Het volledige onderwijs- en examenreglement vind je terug op www.ua.ac.be/OER.
44 | Onderwijs en examens
Leerkrediet Vanaf het academiejaar 2008-2009 is het “leerkrediet” in voege getreden. De overheid wil je zo stimuleren in het maken van een doordachte studiekeuze. Hoe werkt het leerkrediet? Het leerkrediet werkt eveneens met studiepunten. Elke student krijgt 140 studiepunten bij zijn eerste inschrijving in het Vlaams hoger onderwijs. Voor elk opleidingsonderdeel waarvoor je inschrijft wordt het leerkrediet verminderd met de overeenkomstige studiepunten. Enkel wanneer je slaagt voor dat opleidingsonderdeel, komen die studiepunten er terug bij. Voor wie? Het leerkrediet is van toepassing op alle studenten die zich inschrijvingen met een diplomacontract voor een initiële opleiding (de bachelors en de masters) en voor alle inschrijvingen met een creditcontract. Verkeerde keuze gemaakt? Indien je voor de eerste keer in het hoger onderwijs in Vlaanderen voor een bacheloropleiding bent ingeschreven en je van opleiding wenst te veranderen, voorzien de overheid en de instelling maatregelen om het verlies van leerkrediet te beperken. Deze zijn afhankelijk van bepaalde data betreffende de uit- en inschrijving. Informeer je tijdig bij je instelling. Bonus van 60 studiepunten De overgang van secundair naar hoger onderwijs loopt niet altijd even vlot. Daarom heeft de overheid een maatregel ingebouwd om hieraan tegemoet komen. Zo krijg je de eerste 60 studiepunten die je verwerft dubbel terug. Opleiding afgewerkt? Na het behalen van je bachelordiploma, behoud je je leerkrediet. Als je een masterdiploma behaalt, wordt het startkapitaal van 140 studiepunten van je saldo afgetrokken. Als je studietraject perfect is verlopen, heb je dan nog 60 studiepunten over. Onvoldoende leerkrediet Als je geen of een negatief leerkrediet hebt, mag de instelling voor hoger onderwijs je inschrijving weigeren.
Onderwijs en examens | 45
Als je onvoldoende studiepunten hebt voor de opleiding of het programma waarvoor je wilt inschrijven, kan de instelling extra studiegeld vragen voor de studiepunten die je tekort komt of je inschrijving beperken tot het aantal studiepunten waarover je nog beschikt. Aan de Universiteit Antwerpen wordt géén verhoogd inschrijvingsgeld gevraagd. Je hebt wel van de betrokken faculteit de toelating tot inschrijven nodig en deze zal in de meeste gevallen je studieprogramma beperken. Het aantal studiepunten dat je opneemt door je inschrijving in opleidingsonderdelen en het aantal studiepunten waarvoor je credits behaalt via de examens is dus belangrijk! Het is een maatstaf voor studiesucces en studievoortgang en kan gevolgen hebben voor jouw recht op verder studeren en jouw sociaal statuut als student! Daarom is het belangrijk om doordacht te kiezen, je in te zetten voor je studie en ook administratief tijdig met alles in orde te zijn! Meer info: www.ua.ac.be/studiepunten
46 | Onderwijs en examens
Ombudspersoon Wanneer je bv. een conflict hebt met je docent kan je een beroep doen op een ombudspersoon die bemiddelt inzake onderwijs- en examenproblemen. Zo kan je tijdens de examens met problemen (examenregeling, uitstel van examen, onderbreking of definitief stopzetten van examens, …) terecht bij de ombudspersoon van je opleiding. De ombudspersoon zorgt ervoor dat het examenreglement correct wordt opgevolgd. De ombudspersoon is ook aanwezig bij de deliberatie en kan, op basis van verzachtende omstandigheden zoals ziekte of ongeval, je “zaak” bepleiten. Je kan steeds de gegevens van jouw ombudspersoon terugvinden op Blackboard van de Universiteit Antwerpen. De volledige takenlijst van de ombudspersoon kan je nakijken in het onderwijs- en examenreglement van de Universiteit Antwerpen. Internationaal De Universiteit Antwerpen neemt actief deel aan de Europese uitwisselingsprogramma’s zoals ERASMUS. Elk jaar studeert een aanzienlijk grote groep studenten één semester aan een buitenlandse universiteit. In het kader van het ERASMUS-programma heeft de Universiteit Antwerpen samenwerkingsakkoorden gesloten met heel wat universiteiten in West- en Centraal Europa. Maar de Universiteit Antwerpen kijkt verder dan Europa. Op bilaterale basis (buiten het kader van ERASMUS) werden wereldwijd uitwisselingsprogramma’s uitgewerkt. In het kader van Internationale Ontwikkelingssamenwerking kan je met een beurs een aantal maanden in een ontwikkelingsland studeren. Je studieperiode aan één van de buitenlandse partneruniversiteiten wordt erkend als onderdeel van je studie aan de Universiteit Antwerpen. Meer info: www.ua.ac.be/dis (Dienst Internationale Samenwerking).
Studiebegeleiding | 47
Studieadvies en studentenbegeleiding De Dienst voor Studieadvies en Studentenbegeleiding helpt je vanaf het moment dat je voor het eerst inschrijft tot aan het moment waarop je je diploma ontvangt. Voor volgende zaken kan je bij ons terecht: Informatie en advies over studeren in het hoger onderwijs Dit kan handelen over studierichtingen binnen en buiten de Universiteit Antwerpen, maar ook over het leerkrediet, het onderwijs- en examenreglement, enz. Begeleiding bij het maken van je studiekeuze en bij twijfels over je studierichting Weten wat je wilt, is soms makkelijker gezegd dan gedaan. Samen met een studentenbegeleider kan je aan de hand van gesprekken en oefeningen meer zicht krijgen op je persoonlijkheid, capaciteiten, interesses en de studierichtingen die daarbij passen, al dan niet in het kader van heroriëntering. Begeleiding omtrent studievaardigheden, studieplanning en uitstelgedrag Een studentenbegeleider kan je studievaardigheden helpen aanscherpen (hoe verwerk je grote hoeveelheden leerstof, hoe maak je een schema, hoe maak je goede nota’s) en je helpen bij het maken van realistische planningen en oefeningen om je uitstelgedrag tegen te gaan. Psychologische begeleiding en psychotherapie Wanneer je geconfronteerd wordt met persoonlijke problemen die je studies belemmeren (faalangst, rouwverwerking, relatieproblemen, …), kan je terecht bij een studentenbegeleider die samen met jou nagaat welke hulp je het best kan gebruiken. Dit kan gaan over een kortere begeleiding, het volgen van een training, het volgen van een langdurige psychotherapie of een gepaste doorverwijzing. Alles gebeurt steeds op vrijwillige basis. Begeleiding van studenten met een functiebeperking, topsport of kunstbeoefening Als student met een functiebeperking (fysische handicap of chronische ziekte, leerprobleem, concentratieprobleem, stoornis binnen het autismespectrum of psychisch probleem ...), sport- of kunstbeoefening kan je bijzondere faciliteiten aanvragen voor onderwijs en/of examens. Hiervoor is een attest vereist. Meer info op: www.ua.ac.be/bijzonderefaciliteiten of in de folder ‘Studeren met een functiebeperking, topsport- of kunstbeoefening’.
48 | Studiebegeleiding
Afstudeerbegeleiding en beroepskeuze Tot slot kan je bij ons terecht voor hulp bij je zoektocht naar jobs passend bij je persoonlijkheid, capaciteiten en interesses, voor informatie over verdere studies na het behalen van een diploma, sollicitatietips, enz. Het aanbod aan individuele, groepsgerichte en digitale begeleiding wordt aan het begin van elk semester bekend gemaakt in alle publicaties voor studenten. Kijk ook zeker op ww.ua.ac.be/studentenbegeleiding. Studietrajectbegeleider Voor specifieke vragen over je individuele programma, vrijstellingen e.d. kan je terecht bij de studietrajectbegeleider van je faculteit: www.ua.ac.be/contactpersonen_slb of bij de facultaire website. Vakspecifieke begeleiding Met vragen of problemen over één van je cursussen kan je terecht bij de prof die deze cursus doceert of bij zijn/haar assistent(e). Gewoon langslopen of een e-mail sturen: je wordt zeker snel geholpen. Voor bepaalde opleidingsonderdelen worden extra groepssessies georganiseerd om de theorie uit de hoorcolleges verder toe te lichten en in oefeningen toe te passen. Bij deze sessies is vooral de wisselwerking tussen studenten en begeleider belangrijk. Je kan hulp vragen waar je vastloopt, knelpunten van de cursus bespreken en nuttige tips over het verwerken van de leerstof vragen. De masteropleiding biedt de mogelijkheid je voor te bereiden op een werksector naar keuze. Taalbegeleiding: monitoraat op maat - Academisch Nederlands Bij het ‘Monitoraat op maat’ kan je terecht voor gratis taalondersteuning Academisch Nederlands. Tijdens individuele sessies helpt één van de taaldocenten je met je taalvragen. Voor studenten met dezelfde taalbehoeften rond een specifiek thema van Academisch Nederlands worden er contactmomenten in kleine groep georganiseerd. Eigen werkstukken en studiemateriaal kunnen dan besproken worden. Meer info: www.ua.ac.be/monitoraatopmaat
Je kansen op de arbeidsmarkt | 49
Ruime toekomstmogelijkheden voor afgestudeerde historici Dankzij het algemeen vormende karakter van de opleiding Geschiedenis zijn de toekomstmogelijkheden voor afgestudeerde historici zeer ruim. Vroeger kwamen afgestudeerden Geschiedenis bijna uitsluitend in het onderwijs terecht of in de wetenschappelijk-culturele wereld (musea, archieven, bibliotheken). Op dit ogenblik werkt een behoorlijk aantal in het hoger onderwijs (hogescholen én universiteiten). In het secundair onderwijs tref je historici aan in de functie van lesgever, bibliothecaris of directeur. Tegenwoordig trekken ook de ambtenarij en de bedrijfswereld meer en meer afgestudeerde historici aan. Niet je diploma, maar ook je persoonlijkheid bepaalt vandaag je toekomst. Universitairen met een brede algemene vorming, zoals historici, zijn minder kwetsbaar op de arbeidsmarkt omdat ze in een brede waaier van beroepen aan de slag kunnen. Er wordt wel van je verwacht dat je een speciale inspanning levert op het vlak van talenkennis, als je een baan wil buiten de traditionele sectoren. Recent onderzoek heeft uitgewezen dat historici momenteel, zowel in de non-profit als in de profit sector werkzaam zijn. Buiten het onderwijs werken historici in publieke instellingen zoals archieven, instellingen voor monumentenzorg, gemeentelijke bibliotheken, in de diplomatie, bij het Europees Parlement, bij de Koning Boudewijnstichting, bij ziekenfondsen. Historici zijn vaak tewerkgesteld in allerlei politieke organisaties en op ministeries. In de profitsector vinden we historici vooral terug in journalistieke banen en uitgeverijen, in het bankwezen, in de verzekeringssector en in allerlei soorten bedrijven. Deze onvolledige opsomming onderstreept de algemeen vormende aard van de geschiedenisopleiding.
50 | Twee alumni aan het woord
Alumna Linda De Win, De Slimste Mens ter Wereld Dat men slim wordt aan de universiteit toont deze dame wel heel nadrukkelijk. Linda De Win, tv-journaliste en winnares van De Slimste Mens, studeerde Geschiedenis in Antwerpen. “Ik heb zeer goede herinneringen aan mijn studie.” “Toen in mijn studententijd All the president’s men verscheen over het Amerikaanse Watergateschandaal, heb ik dat boek meteen gelezen. De onderzoeksjournalistiek van Bob Woodward en Carl Bernstein trok me meteen aan. Zoiets wilde ik ook doen.” Linda De Win trekt voor Villa Politica naar het Vlaams en federaal parlement, waar ze politici probeert te strikken voor de camera. “De dynamiek van Villa Politica is spontaan gegroeid. Ik heb gemerkt dat ik goed kan improviseren. Dat heeft me zelfvertrouwen gegeven. Je kunt wel iemand op het oog hebben voor een interview, maar vooraf weet je nooit of het zal lukken.”
Foto: © Vrt
Afgestudeerd: Geschiedenis (kandidaturen), 1976
Twee alumni aan het woord | 51
Alumna Inge Schoups draagt zorg voor ons collectief geheugen Inge Schoups staat aan het hoofd van het Antwerpse stadsarchief, ondergebracht in het Sint-Felixpakhuis. “Een studierichting is een manier om naar de wereld te kijken en als je er een kiest waarin je gelooft, dan kom je er wel.” Toen Inge Schoups Geschiedenis begon, wist ze niet meteen wat ze daarna wilde doen. En kijk, intussen deelt ze al twaalf jaar de lakens uit op het Antwerpse stadsarchief. Ze is er de blonde beschermvrouwe van twintig kilometer papier in rekken, bijna vijfhonderdduizend foto’s en ook opnames van toespraken, toneelstukken en filmmateriaal. Dat alles kun je er raadplegen, ruiken en betasten. Afgestudeerd: Geschiedenis (kandidaturen), 1976
Foto: Jan Jagers
Foto: Jan Jagers
52 | Voortstuderen na Geschiedenis
Specifieke lerarenopleiding: www.ua.ac.be/IOIW Je kan de lerarenopleiding volgen na je masteropleiding. De opleiding beperkt zich niet tot de vorming van studenten die willen gaan lesgeven. De voortdurende veranderingen in het sociale en economische leven hebben het fenomeen van de buitenschoolse vorming en opleiding – onder meer in de bedrijven zelf – in belang doen toenemen. Daarom wil de specifieke lerarenopleiding niet alleen in een vorming van toekomstige leraars voorzien, maar ook een algemene ‘vorming voor vormers’ aanbieden. Master-na-masteropleidingen Op de webstek van de Universiteit Antwerpen kan je steeds een actueel overzicht vinden op www.ua.ac.be/studiekiezer.
Hoe bereik je makkelijk de campussen? | 53
Wegbeschrijving naar de vier campussen Op www.ua.ac.be/route kan je de wegbeschrijving naar de verschillende campussen terugvinden. De vier campussen zijn campus Drie Eiken, Stadscampus, campus Groenenborger en campus Middelheim. Met de fiets De campussen zijn gemakkelijk te bereiken met de fiets! Meer en meer studenten kiezen voor dit transportmiddel. Je kan je op deze manier immers snel verplaatsen. Op elke campus staan verschillende fietsparkings ter beschikking van de studenten. Met de bus of de tram De Lijn info: 070 220 200 Voor alle informatie over reiswegen, dienstregelingen, verloren voorwerpen en algemene inlichtingen: op weekdagen van 7 tot 19 uur, za-, zo- en feestdagen van 10 tot 18 uur. Je kan ook terecht in één van de Lijnwinkels om een dienstregelingsboekje te kopen. Die bieden een overzicht van alle bus- en/of tramlijnen in een streek. Op veel bussen en trams vind je een folder met de dienstregeling van de lijn waarop je rijdt. Natuurlijk kan je ook steeds één van de chauffeurs aanspreken of surfen naar www.delijn.be. De website van De Lijn beschikt ook over een routeplanner die voor jou de reis van deur tot deur met bus, tram en/of trein uitstippelt. Dienst Abonnementen van De Lijn Antwerpen Grotehondstraat 58, 2018 Antwerpen, T +32 3 218 14 11 (op weekdagen van 8.30 tot 16 uur),
[email protected] Met de trein Voor alle informatie over reiswegen, dienstregelingen, vertrek- en aankomst‑ tijden kan je terecht op de website van de NMBS, www.b-rail.be. Met de auto Alle campussen beschikken over ruime parkings, behalve de Stadscampus. Wens je toch in de buurt van de Stadscampus te parkeren, volg dan best de blauwe parkeerroute “Meir Universiteit”. Parkeren in Antwerpen is echter niet gratis! Meer info kan je terugvinden op www.parkereninantwerpen.be
54 | Bijkomende informatie
Hoofdadres Stadscampus Prinsstraat 13 - 2000 Antwerpen
Bijkomende informatie | 55
Provinciale informatiedagen Medewerkers van de Universiteit Antwerpen nemen jaarlijks deel aan de netoverschrijdende studie-infobeurzen (Sidin’s). Deze worden per provincie georganiseerd op initiatief van het Ministerie van Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap en de Centra voor Leerlingenbegeleiding. Infomomenten voor toekomstige studenten Open lesdagen Tijdens de Krokusvakantie organiseert de Universiteit Antwerpen open lesdagen. Bij de open lesdagen kan je twee soorten van lessen volgen, namelijk meelooplessen en proeflessen. Meer info en inschrijven via www.ua.ac.be/openlesdagen. Infodagen Elk jaar organiseert de Universiteit Antwerpen infodagen. Deze hebben plaats in maart en april. Naast een algemene en een specifiek studiegerichte infosessie kan je aan de infostanden verschillende cursussen inkijken en brochures verkrijgen. Je krijgt de gelegenheid tot vragen stellen en desgewenst tot een persoonlijk gesprek. Vooraf inschrijven is niet nodig. De data en meer info vind je op www.ua.ac.be/infodagen. Infomarkt Twijfel je nog over je studiekeuze? Wil je nog graag een bevestiging van je keuze? Dan kan je terecht op de infomarkt in september. Ook hier kan je aan infostanden cursussen inkijken en brochures verkrijgen. Vooraf inschrijven is niet nodig. De datum en meer info vind je op www.ua.ac.be/infodagen. Brochures over andere opleidingen Andere publicaties in deze reeks (alfabetisch gerangschikt): Biochemie en Biotechnologie, Bio-ingenieurswetenschappen, Biologie, Biomedische Wetenschappen, Chemie, Communicatiewetenschappen, Diergeneeskunde, Farmaceutische Wetenschappen, Fysica, Geneeskunde, Handelsingenieur, Handelsingenieur in de Beleidsinformatica, Informatica, Politieke wetenschappen, Rechten, Sociologie, Sociaaleconomische Wetenschappen, Taal- en Letterkunde, TEW: Bedrijfskunde, TEW: Economisch beleid, Wiskunde, Wijsbegeerte. Wil je meer informatie dan kan je een brochure van één van deze opleidingen aanvragen bij het Studenten Informatie Punt (STIP) of via www.ua.ac.be/brochures.
56 | Bijkomende informatie
Studenten Informatie Punt (STIP) Stadscampus Grote Kauwenberg 2 Gebouw E (Agora) 2000 Antwerpen T +32 3 265 48 72
[email protected] Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Geschiedenis Stadscampus Grote Kauwenberg 18 - Lokaal D.319 2000 Antwerpen T + 32 3 265 42 95
www.ua.ac.be/studiekiezer www.ua.ac.be/geschiedenis