geschiedenis >> faculteit letteren en wijsbegeerte >> bacheloropleiding | 2010-2011
2 | Colofon
Redactie
Departement Sociale, Culturele en Studentgerichte Diensten Faculteit Letteren en Wijsbegeerte
Vormgeving A. Engelen Fotografie
J. Crab, Photo Alto, Photo Disc
Deze brochure is met grote zorg samengesteld. Studieprogramma’s veranderen echter voortdurend. Het is daarom mogelijk dat het aanbod van opleidingsonderdelen van de verschillende studierichtingen enigszins afwijkt van de informatie van deze brochure.
Inhoud | 3
Voorwoord
5
Waarom aan de Universiteit Antwerpen studeren? Studentgerichtheid Innoverende academische opleidingen Infrastructuur Vorming Antwerpen
6 6 6 6 7 7
Over Geschiedenis Mens en samenleving: verschillende invalshoeken Bijzonder flexibel programma
8 8 9
Studieopbouw BaMa-structuur Studieopbouw bacheloropleiding Studieopbouw masteropleiding Verder studeren na je universitair diploma
10 10 10 10 11
Geschiedenis, iets voor jou? Heb je een brede belangstelling voor mens en samenleving? Klemtoon op historisch wetenschappelijk onderzoek Het belang van Nederlandse taalvaardigheid
12 12 12 12
Hoe begin je eraan? Welk diploma heb je nodig? Introductieweek
13 13 13
Bachelor Geschiedenis: studieprogramma Opleidingsonderdelen Type 1: volledig programma Geschiedenis (180 studiepunten) Bachelor eerste jaar Bachelor tweede jaar Bachelor derde jaar Type 2: major Geschiedenis + minor Type 3: minor Geschiedenis + major Wijsbegeerte
14 14 15 15 16 17 18 21
Opleidingsonderdelen Bachelor eerste jaar Bachelor tweede jaar Bachelor derde jaar
22 22 28 33
4 | Inhoud
De master Geschiedenis Master
40 40
Onderwijs en examens Onderwijs Studiepunten Semestersysteem - Examens Ombudspersoon Internationaal
41 41 41 42 43 43
Studiebegeleiding Studieadvies en studentenbegeleiding Vakspecifieke begeleiding
44 44 45
Je kansen op de arbeidsmarkt Ruime toekomstmogelijkheden voor afgestudeerde historici
46 46
Voortstuderen na Geschiedenis Specifieke lerarenopleiding Master na Masteropleidingen
47 47 47
Hoe bereik je makkelijk de campussen? Wegbeschrijving Met de fiets Met de bus of de tram Met de trein Met de auto
48 48 48 48 48 48
Plattegrond van de campussen Stadscampus Campus Groenenborger Campus Middelheim Campus Drie Eiken
49 49 50 51 52
Bijkomende informatie Provinciale informatiedagen Infomomenten voor toekomstige studenten Brochures over andere opleidingen Departement Sociale, Culturele en Studentgerichte Diensten Faculteit Letteren en Wijsbegeerte
53 53 53 53 54 54
Voorwoord | 5
Welkom bij de Universiteit Antwerpen. Je hebt je weg naar onze universiteit gevonden en je wenst wellicht wat meer informatie over onze instelling en de studierichtingen die wij bieden. Dit boekje brengt je al een hele stap vooruit in je keuzeproces. De Universiteit Antwerpen is een middelgrote universiteit met 13.000 studenten. De bestaande opleidingen werden met ingang van het academiejaar 2004-2005 omgevormd naar de bachelor- en masterstructuur. Vanaf 2007-2008 werden de masteropleidingen gestart die aansluiten op de academische bacheloropleidingen. Binnen de associatie wordt de samenwerking bevorderd met de Plantijnhogeschool, de Karel de Grote Hogeschool, de Artesis Hogeschool Antwerpen en de Hogere Zeevaartschool. Studeren aan de universiteit is het begin van een nieuwe periode in je leven. Belangrijk is dat je je goed voelt op de universiteit van je keuze en dat je je nadien goed voelt met je behaalde diploma. Daarom stelt de Universiteit Antwerpen alles in het werk om je studietijd aangenaam te maken en de kwaliteit van de opleiding op topniveau te houden. Onze opleidingen worden regelmatig bijgestuurd en aangepast aan de maatschappelijke evolutie. Als je naar één van onze informatiedagen komt, zal je merken dat het aangenaam is om aan de Universiteit Antwerpen te studeren. Zowel onze medewerkers als studenten zullen je er graag over vertellen en kijken alvast uit naar de kennismaking! Universiteit Antwerpen Prof. dr. Alain Verschoren Rector
6 | Waarom aan de Universiteit Antwerpen studeren?
Studentgerichtheid De Universiteit Antwerpen staat voor studentgerichtheid. Dit betekent onder andere dat je zoveel mogelijk college volgt in kleine groepen, hetgeen een vlotte interactie mogelijk maakt. De kleine afstand tussen studenten en het docentencorps zorgt ervoor dat je bij je profs terecht kan met allerlei vragen en problemen. De vlotte communicatie tussen docenten, assistenten en studenten wordt mee ondersteund door de digitale leeromgeving Blackboard; dit biedt ook nieuwe kansen voor een interactief onderwijssysteem. Studenten worden bovendien ook uitgenodigd om actief deel te nemen aan het beleid: in verschillende adviesorganen en raden zijn zij vertegenwoordigd. Tenslotte is de Universiteit Antwerpen bekend voor haar goede studentenbegeleiding en -ondersteuning, waarbij wordt ingespeeld op de individuele noden van alle studenten. Innoverende academische opleidingen De Universiteit Antwerpen biedt innoverende academische opleidingen, waarbij de opleidingen zowel oog hebben voor theorie als voor praktijk. De opleidingen zijn stevig verankerd in sterk wetenschappelijk onderzoek, dat ook internationale faam geniet. De ‘ivoren’ academische toren werd reeds lang geleden gesloopt: academici hechten veel belang aan een voortdurende uitwisseling met de steeds evoluerende samenleving. Bij je studie aan de Universiteit Antwerpen staat niet zozeer het memoriseren van feitenkennis centraal: je verwerft relevante kennis en vaardigheden die je nodig hebt om beroepsrelevante opdrachten en problemen op te lossen. De BaMa-structuur werd ook gezien als een kans tot vernieuwing en verbetering. Nieuwe opleidingen werden ingevoerd, keuzemogelijkheden binnen bestaande opleidingen verruimd. Infrastructuur Voor haar onderwijs beschikt de Universiteit Antwerpen over de meest moderne infrastructuur: goed uitgeruste les- en computerlokalen, laboratoria, bibliotheken en studielandschappen. In alle publieke ruimten zijn er “hotspots” waar je draadloos kan surfen. De laatste jaren werd ook grootschalig geïnvesteerd in nieuwe gebouwen om het toenemend aantal studenten op te vangen en hen een aangename leeromgeving te bieden.
Waarom aan de Universiteit Antwerpen studeren? | 7
De Universiteit Antwerpen is een middelgrote universiteit met 13.000 studenten, verspreid over vier campussen en zeven faculteiten. De campussen Middelheim, Groenenborger en Drie Eiken liggen aan de stadsrand, in een groene omgeving. De campussen Middelheim en Groenenborger grenzen aan het openluchtmuseum voor Beeldhouwkunst Middelheim en het Nachtegalenpark. Studeer je op campus Drie Eiken dan kan je volop genieten van de groene oase van Fort VI en de mooie vijvers rondom de campus. De Stadscampus, met zijn kern van prachtig gerenoveerde 16de-eeuwse gebouwen, ligt in hartje Antwerpen. Vorming De Universiteit Antwerpen wil niet alleen opleidingen aanbieden, maar ook een brede vorming. Jonge mensen laten opgroeien tot professionelen met een kritische ingesteldheid, een tolerante en constructieve houding. De Universiteit Antwerpen kiest resoluut voor pluralisme en verwelkomt diversiteit in haar curricula, en bij personeel en studenten. Antwerpen Tenslotte kies je voor de stad Antwerpen. Studeren is meer dan met je neus in de boeken zitten. Wie in Antwerpen komt studeren, kiest voor een studentenstad. Antwerpen is, naast een universiteitsstad, een bruisende metropool met een uniek cultuurhistorisch aanbod, een wereldhaven, een overvloed aan cafés en restaurants, clubs, gezellige pleintjes, cultuur, architectuur, mode, sportinfrastructuur, .... Kortom: een stad waarin Antwerpenaars, bezoekers en studenten graag wegzinken. Speciaal voor de lancering van de nieuwe huisstijl van de Universiteit Antwerpen, schreef Pieter Embrechts een lied “U Aan het woord”. In deze brochure vertellen wij graag over onze universiteit, daarna is het woord aan “A”!
8 | Over Geschiedenis
Mens en samenleving: verschillende invalshoeken In de opleiding Geschiedenis bestudeer je mens en samenleving, vroeger en nu, vanuit verschillende invalshoeken. Je krijgt een pakket historische vakken, om inzicht te verwerven in verschillende aspecten en periodes van ons verleden, maar je wordt evenzeer met de recente geschiedenis, met de samenleving van deze tijd geconfronteerd. Geschiedenis is een algemeen vormende opleiding: verschillende sociaal-wetenschappelijke en filosofische vakken zijn in het curriculum opgenomen. Deze academische opleiding is sterk gericht op wetenschappelijk onderzoek. Er is veel aandacht voor de methoden van geschiedschrijving en voor de geschiedeniswetenschap op zich. Ook praktische aspecten van historisch onderzoek komen aan bod: je leert inspelen op de onderzoeksvragen van het moment en zelf onderzoeksvragen formuleren, literatuur over een onderwerp verzamelen en interpreteren, met archiefbronnen werken en jouw conclusies helder uitschrijven.
Over Geschiedenis | 9
Bijzonder flexibel programma Het programma is bijzonder flexibel opgevat. Je kan niet alleen zelf beslissen welke periode en welke geschiedkundige thema’s je wil bestuderen, maar je kan ook een coherent vakkenpakket uit een totaal andere studierichting in je programma opnemen (de minor, waarover hierna meer). Zo kan je tegelijk je vakkenpakket beter afstemmen op je persoonlijke interesses, èn je mogelijkheden op de arbeidsmarkt gevoelig uitbreiden. Om het diploma van Bachelor in Geschiedenis te behalen, kan je het volledige programma Geschiedenis (type 1: 180 studiepunten) volgen. Je kan het ook verwerven via een major Geschiedenis (type 2: 120 studiepunten) in combinatie met een minor van 60 studiepunten uit een andere studierichting, nl. een minor Wijsbegeerte of een minor Taal- en Letterkunde (één taal of Theater-, film- en literatuurwetenschap). Indien je reeds een diploma van hoger onderwijs behaalde, kan je op basis van eerder verworven kwalificaties vrijstelling krijgen voor een aantal vakken. Je moet dan wel de nodige attesten (diploma’s, studiejaargetuigschriften, creditbewijzen) voorleggen aan de voorzitter van de Onderwijscommissie Geschiedenis (prof. Hilde Greefs, Departement Geschiedenis, Prinsstraat 13, 2000 Antwerpen, e-mail:
[email protected]). Zowel met een bachelor Geschiedenis type 1 als met een bachelor Geschiedenis type 2 kan je rechtstreeks doorstromen naar de masteropleiding Geschiedenis. Wie dat wenst, kan later ook zijn minor verder uitbouwen naar een tweede bachelorstitel, met studieduurverkorting.
10 | Studieopbouw
BaMa-structuur De opleidingsprogramma’s van de universiteiten werden vanaf academiejaar 2004-2005 omgevormd tot een drie jaar durende academische bacheloropleiding en een één- of meerjarige Master. De masteropleiding Geschiedenis is een éénjarige masteropleiding (60 sp). Met een academisch bachelordiploma in handen heb je optimale kansen om een master aan te vangen. Studieopbouw bacheloropleiding De Universiteit Antwerpen garandeert een degelijke vorming voor alle studenten Geschiedenis, en komt tegelijk tegemoet aan de interesses van elke individuele student. In de loop van de drie bachelorjaren kan je je algemene intellectuele vorming verbreden, krijg je een stevige basis in verschillende historische theorieën, onderzoeksmethoden, en vaardigheden, en bestudeer je een aantal specifieke perioden en themata. Je leert historische vraagstukken duiden en analyseren, en je oefent je in het op systematische wijze nadenken over uiteenlopende problemen die in de verschillende vakgebieden worden behandeld. Naargelang je persoonlijke belangstelling volg je een volledig programma Geschiedenis, of kies je voor één van de major-minor combinaties. Studieopbouw masteropleiding Het diploma Bachelor in de Geschiedenis geeft toegang tot de masteropleiding, waarin je je kennis verder kan uitdiepen. Het programma leidt tot de graad ‘Master Geschiedenis ’.
Studieopbouw | 11
Verder studeren na je universitair diploma • Specifieke lerarenopleiding • Master na Masteropleiding • Doctoraatsopleiding • Postacademische vorming Afzonderlijke brochures i.v.m. de verdere studie- en specialisatiemogelijkheden en de doctoraatsopleiding zijn verkrijgbaar bij de achteraan vermelde diensten.
Geschiedenis: een drie jaar durende academische bacheloropleiding en een éénjarige master.
12 | Geschiedenis, iets voor jou?
Heb je een brede belangstelling voor mens en samenleving? Het is belangrijk dat je een brede belangstelling hebt voor mens en samenleving, vroeger en nu. Enerzijds wil je een antwoord zoeken op de vraag hoe mensen vroeger leefden, woonden, werkten, oorlog voerden, enz. Anderzijds ben je geboeid door sociaal-wetenschappelijke en filosofische thema’s. Je wil inzicht verwerven in de evolutie van de menselijke beschaving, en zoekt naar samenhang of verbanden tussen verschillende politieke, economische, sociale en culturele aspecten van samenlevingen vroeger en nu. Klemtoon op historisch wetenschappelijk onderzoek In de opleiding wordt sterk de nadruk gelegd op historisch wetenschappelijk onderzoek. Belangrijk zijn daarom een kritische houding om onderzoeksvragen op een creatieve en doortastende manier te bedenken en te beantwoorden, goed inzicht in de complexiteit van de menselijke samenleving en de capaciteit om vlot te redeneren. Historisch onderzoek is precisiewerk: je hebt geduld en zin voor detail nodig om bronnen nauwkeurig te analyseren. Verder kan een goed historisch inzicht je helpen om de cursusinhouden te ordenen en in hun historische context te bekijken. Het belang van Nederlandse taalvaardigheid Als historicus moet je je inzichten voor een breder publiek kunnen verwoorden, in een onderwijs- of andere context. Nederlandse taalvaardigheid wordt daarom belangrijk geacht. Een goede (passieve) kennis van andere West-Europese talen zoals Frans en Engels is noodzakelijk om historische teksten uit het buitenland vlot te kunnen lezen en analyseren.
Hoe begin je eraan? | 13
Welk diploma heb je nodig? Om te worden toegelaten tot de bachelorstudie Geschiedenis, moet je in principe een diploma van het secundair onderwijs bezitten. Vanaf het academiejaar 2004-2005 kunnen mensen zonder diploma secundair onderwijs ook op basis van ‘elders verworven competenties’ (vb. werkervaring) worden toegelaten tot een universitaire studie. Buitenlandse studenten moeten beschikken over een equivalent getuigschrift of over een diploma dat hen in eigen land toegang verleent tot een gelijkwaardige studierichting. Wie in het secundair onderwijs aan een niet-Nederlandstalige school les volgde, neemt deel aan de Universiteit Antwerpen-taaltest: een gestandaardiseerde test die je schriftelijke en mondelinge taalbeheersing van het Nederlands nagaat. Als je vragen hebt in verband met de toelatingsvoorwaarden, neem je best contact op met de dienst Studentenbegeleiding. Introductieweek Tijdens de eerste week van het academiejaar worden alle vakken van het curriculum van het eerste jaar bachelor uitvoerig ingeleid. Je krijgt dan duidelijk te horen wat elk vak inhoudt, wat er van jou wordt verwacht voor dit vak, wat je van de docent mag verwachten en op welke manier de evaluatie verloopt. Bovendien krijg je bij de methodologische vakken een introductie in het kritisch lezen en analyseren van wetenschappelijke teksten, in de verschillende onderdelen van het historisch métier (vraagstelling, bronnen, argumentatie) en in de zoekmethoden en -strategieën van een historicus.
14 | Bachelor Geschiedenis: studieprogramma
Opleidingsonderdelen In het volgende overzicht vind je de drie mogelijkheden om Geschiedenis te studeren en het aantal lesuren dat in de bachelorjaren per week aan elk vak besteed wordt. Omdat het academiejaar uit twee semesters bestaat, van september tot januari en van februari tot juli, worden de lessen van bepaalde vakken soms in één semester gegroepeerd. Elk semester heeft dus een eigen collegerooster. De tweede kolom, met de studiepunten, geeft een idee van de belasting die het vak binnen de totale opleiding vertegenwoordigt. In het berekenen van het totale examenresultaat wordt hiermee rekening gehouden. Een vak met een groot aantal studiepunten heeft een groter gewicht op de deliberatie. www.ua.ac.be/collegeroosters Zoek je een voorbeeld van een collegerooster? Surf dan naar www.ua.ac.be/collegeroosters. Daar vind je een overzicht van de huidige collegeroosters.
Type 1: bachelor eerste jaar | 15
Type 1: Volledig programma Geschiedenis (180 studiepunten) Bachelor eerste jaar
lesuren
sp
Methodologie van de geschiedenis Historische methode
1,5
6
Heuristiek per historische periode
2
6
Oefeningen paleografie
1
3
Academisch schrijven
1
3
Oefeningen middeleeuwen / nieuwe tijd 1 OF Oefeningen nieuwste tijd 1
2
9
Geschiedenis van de oudheid
2
6
Geschiedenis van de middeleeuwen (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)
Geschiedenis van de nieuwe tijd (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)
Geschiedenis van de nieuwste tijd (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)
Eigentijdse geschiedenis (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)
Comparatieve wereldgeschiedenis (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)
Kunstgeschiedenis (tweejaarlijks)
1,5
6
Inleiding tot de geschiedenis
Wijsbegeerte en sociale wetenschappen Inleiding tot de Westerse Wijsbegeerte
2
6
Inleiding tot de economie
1
3
Totaal
17
60
* “+2” staat voor 2 studiepunten, te bekomen door de begeleide verwerking van wetenschappelijke vakliteratuur in het Nederlands, Frans of Engels, i.v.m. het betrokken vak.
16 | Type 1: bachelor tweede jaar
Bachelor tweede jaar
lesuren
sp
Methodologie van de geschiedenis Inleiding tot de historiografie (tweejaarlijks)
1,5
6
Erfgoed en publieksgeschiedenis (tweejaarlijks)
1,5
6
Kwantitatieve methoden (tweejaarlijks)
1
3
Geschiedenis en beeld (tweejaarlijks)
1
3
Oefeningen middeleeuwen / nieuwe tijd 2 OF Oefeningen nieuwste tijd 2*
2
9
Geschiedenis van de middeleeuwen (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)
Geschiedenis van de nieuwe tijd (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)
Geschiedenis van de nieuwste tijd (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)
Eigentijdse geschiedenis (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)
Comparatieve wereldgeschiedenis (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)
Kunstgeschiedenis (tweejaarlijks)
1,5
6
Geschiedenis van de Nederlanden OF Geschiedenis van België
1,5
6
Inleiding tot de sociale geografie
1
3
Inleiding tot de sociale wetenschappen
1,5
6
Wetenschapsfilosofie en kennisleer
1
3
Inleiding tot de geschiedenis
Wijsbegeerte en sociale wetenschappen
Keuzevakken (De student kiest voor minstens zes studiepunten uit een pakket keuzevakken) Totaal
6 ca. 15
60
* De keuze is afhankelijk van de oefening die je volgde in Ba 1. Studenten die Oefeningen middeleeuwen / nieuwe tijd 1 volgden, volgen in Ba 2 Oefeningen nieuwste tijd 2 en omgekeerd.
Type 1: bachelor derde jaar | 17
Bachelor derde jaar
lesuren
sp
Methodologie van de geschiedenis Inleiding tot de historiografie (tweejaarlijks)
1,5
6
Erfgoed en publieksgeschiedenis (tweejaarlijks)
1,5
6
Kwantitatieve methoden (tweejaarlijks)
1
3
Geschiedenis en beeld (tweejaarlijks)
1
3
Bachelorscriptie
1,5
12
5 x 1,5
5x6 (4+2)
1
3
Geschiedenis per periode en per gebied, in kruisstructuur Er zijn drie perioden (middeleeuwen, nieuwe tijd, nieuwste tijd) en drie richtingen (Politiek en instellingen, Cultuurgeschiedenis, Sociaal-economische geschiedenis). Je kiest voor één periode en één richting, wat neerkomt op vijf vakken. Levensbeschouwelijke vorming Levensbeschouwing Keuzevakken De student kiest voor minstens 6 studiepunten uit een pakket keuzevakken. Totaal
6 15
60
18 | Type 2: major Geschiedenis + minor
Type 2: Major GESCHiedenis (120 studiepunten) + minor (60 studiepunten) De bacheloropleiding Geschiedenis (major) kan gecombineerd worden met: • een minor Wijsbegeerte; OF • een minor Taal- en Letterkunde (één taal of Theater-, film- en literatuurwetenschap). Er worden bij het ter perse komen van deze brochure gesprekken gevoerd voor combinaties met een studierichting buiten de faculteit Letteren en Wijsbegeerte. lesuren
sp
Methodologie van de geschiedenis Historische methode
1,5
6
Inleiding tot de historiografie (tweejaarlijks)
1,5
6
Heuristiek per historische periode
2
6
Oefeningen paleografie
1
3
Oefeningen middeleeuwen / nieuwe tijd 1 OF Oefeningen nieuwste tijd 1
2
9
Oefeningen middeleeuwen / nieuwe tijd 2 OF Oefeningen nieuwste tijd 2
2
9
Bachelorscriptie
1,5
12
Academisch schrijven
1
3
Kwantitatieve methoden (tweejaarlijks)
1
3
Geschiedenis en beeld (tweejaarlijks)
1
3
Twee van de volgende drie vakken:
Inleiding tot de geschiedenis Geschiedenis van de oudheid
2
6
Geschiedenis van de middeleeuwen (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)*
Geschiedenis van de nieuwe tijd (tweejaarlijks)
1
6 (4+2)*
Geschiedenis van de nieuwste tijd (tweejaarlijks)
1
6 (4+2)*
Type 2: major Geschiedenis + minor | 19
Eigentijdse Geschiedenis (tweejaarlijks)
1
6 (4+2)*
Comparatieve wereldgeschiedenis (tweejaarlijks)
1
6 (4+2)*
Politiek en instellingen middeleeuwen
1,5
6 (4+2)*
Cultuurgeschiedenis middeleeuwen
1,5
6 (4+2)*
Sociaal-economische geschiedenis middeleeuwen
1,5
6 (4+2)*
Politiek en instellingen nieuwe tijd
1,5
6 (4+2)*
Cultuurgeschiedenis nieuwe tijd
1,5
6 (4+2)*
Sociaal-economische geschiedenis nieuwe tijd
1,5
6 (4+2)*
Politiek en instellingen nieuwste tijd
1,5
6 (4+2)*
Cultuurgeschiedenis nieuwste tijd
1,5
6 (4+2)*
Sociaal-economische geschiedenis nieuwste tijd
1,5
6 (4+2)*
Inleiding tot de Westerse Wijsbegeerte
2
6
Inleiding tot de economie
1
3
Geschiedenis per periode en gebied: De student kiest drie vakken uit volgende lijst:
Voor een totaal van 6 SP te kiezen uit:
Inleiding tot de sociale geografie
1
3
Inleiding tot de sociale wetenschappen
1,5
6
Wetenschapsfilosofie en kennisleer
1
3
Levensbeschouwelijke vorming Levensbeschouwing
3
Totaal Type 2: 120 studiepunten * “+2” staat voor 2 studiepunten, te bekomen door de begeleide verwerking van wetenschappelijke vakliteratuur in het Nederlands, Frans of Engels, i.v.m. het betrokken vak.
20 | Type 3: minor Geschiedenis + major Wijsbegeerte
Type 3: minor Geschiedenis + major Wijsbegeerte | 21
TYPE 3: MINOR GESCHIEDENIS (60 studiepunten) + MAJOR WIJSBEGEERTE (120 studiepunten). lesuren
sp
Methodologie van de geschiedenis Historische methode
1,5
6
Geschiedenis van de oudheid
2
6
Geschiedenis van de middeleeuwen (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)*
Geschiedenis van de nieuwe tijd (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)*
Geschiedenis van de nieuwste tijd (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)*
Eigentijdse Geschiedenis (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)*
Comparatieve wereldgeschiedenis (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)*
Politiek en instellingen middeleeuwen
1,5
6 (4+2)*
Cultuurgeschiedenis middeleeuwen
1,5
6 (4+2)*
Sociaal-economische geschiedenis middeleeuwen
1,5
6 (4+2)*
Politiek en instellingen nieuwe tijd
1,5
6 (4+2)*
Cultuurgeschiedenis nieuwe tijd
1,5
6 (4+2)*
Sociaal-economische gesch. nieuwe tijd
1,5
6 (4+2)*
Inleiding tot de geschiedenis
Geschiedenis per periode en per gebied De student kiest drie vakken uit volgende lijst:
Politiek en instellingen nieuwste tijd
1,5
6 (4+2)*
Cultuurgeschiedenis nieuwste tijd
1,5
6 (4+2)*
Sociaal-economische gesch. nieuwste tijd
1,5
6 (4+2)*
Totaal
60
* “+2” staat voor 2 studiepunten, te bekomen door de begeleide verwerking van wetenschappelijke vakliteratuur in het Nederlands, Frans of Engels, i.v.m. het betrokken vak.
22 | Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar
www.ua.ac.be/geschiedenis In deze brochure laten we je kennis maken met de inhoud van de opleidingsonderdelen van de eerste, tweede en derde bachelor Geschiedenis. Op de website vind je meer uitgebreide informatie terug over de begin- en eindtermen, werkvormen, evaluatie, noodzakelijk en aanbevolen studiemateriaal.
BACHELOR EERSTE JAAR METHODOLOGIE VAN DE GESCHIEDENIS EN HISTORISCHE KRITIEK Academisch schrijven Academisch schrijven is een algemene vaardigheid die van universitair geschoolde mensen verwacht wordt, maar die te weinig als zodanig wordt aangeleerd en geoefend. Daarom wordt eerst nauwkeurig gekeken hoe academische teksten eruit zien en aan welke voorwaarden ze moeten voldoen. Pas daarna worden de verschillende elementen van een academische tekst afzonderlijk besproken, van de algemene structuur over citeerconventies en grammaticale en registerproblemen tot veel voorkomende fouten. Heuristiek per historische periode: middeleeuwen, nieuwe tijd, nieuwste tijd partim Heuristiek middeleeuwen: De cursus geeft een inleiding op de zoektocht naar primaire bronnen en secundaire literatuur rond de Middeleeuwse periode. In een eerste deel van dit opleidingsonderdeel worden onderzoeksstrategieën voor de zoektocht naar secundaire literatuur besproken. Studenten maken hier kennis met relevante elektronische en gedrukte bibliografieën, tijdschriften, elektronische full-text collecties en websites. In een tweede deel van de lessenreeks worden per onderzoeksdomein de voornaamste bronnentypes voorgesteld. Bronnentypes worden gesitueerd in hun chronologische en geografische context. De belangrijkste onderzoeksmogelijkheden en beperkingen worden geduid, ondermeer aan de hand van belangrijke voorbeelden. Studenten maken ook kennis met de belangrijke bronnenrepertoria, collecties van uitgegeven bronnen en belangrijke werkinstrumenten voor de analyse en interpretatie van de respectievelijke bronnentypes (vb. specifieke woordenboeken, glossaria, toponymische, chronologische, biografische e.a. repertoria). Veel aandacht gaat ook hier naar elektronische en online beschikbare repertoria en werkin-
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar | 23
strumenten, die ondermeer via een reeks zelfstandig uit te voeren opdrachten worden geïntroduceerd. partim Heuristiek nieuwe tijd: De cursus brengt een overzicht van de belangrijkste hulpinstrumenten en naslagwerken van belang voor de geschiedenis van de nieuwe tijd. Verder wordt heel wat aandacht besteed aan de typologie van de bronnen. Voor elk deelgebied (politieke, sociaal-economische, cultuur- en religieuze geschiedenis) worden de belangrijkste bronnentypes voorgesteld, evenals de belangrijkste referentiewerken en hulpinstrumenten. Via blackboard biedt de docent een aantal oefeningen aan die gericht zijn op de toepassing van de meegedeelde kennis. Daarbij ligt, net zoals op het examen, de nadruk op het oplossen van een aantal concrete casussen. partim Heuristiek nieuwste tijd: Vertrekkend van concrete historische vragen zal worden aangeleerd waar en hoe informatie en studiemateriaal kan worden gevonden. Studenten zullen in de praktijk leren hun eigen zoekstrategieën bij te stellen, te verfijnen en efficiënter te maken. Zij krijgen voeling met de heuristische normen van de historische discipline. Via concrete voorbeelden en opdrachten maken zij kennis met de heuristische hulpmiddelen: repertoria, catalogi, databestanden, bibliografieën, wetenschappelijke tijdschriften (en e-journals), bronnenverzamelingen, zoekmachines op het WWW, elektronische discussielijsten Tevens wordt - toegespitst op de Belgische geschiedenis - kennis gemaakt met de belangrijkste bronnenreeksen. Historische methode Een inleidende cursus die een reflectie wil bieden op de geschiedenis en initieert in het uitoefenen van deze discipline. Hierbij worden de verschillende fasen van het historische onderzoek belicht: • de heuristiek met de verschillende typen bronnen, hun vindplaatsen (dit aspect wordt verder uitgewerkt in het vak Heuristiek), hun informatiegehalte en daarnaast de complementariteit met andere hulpwetenschappen en wetenschappen • de interpretatie van teksten met de toepassing van de historische kritiek • de synthese met de reconstructie van historische feiten, rekening houdend met causale en andere verbanden, bepaalde wetmatigheden, verschillende invalshoeken, objectiviteit/subjectiviteit.
24 | Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar
Oefeningen paleografie De docent brengt een bondig overzicht van de ontwikkeling van het schrift vanaf de vroege middeleeuwen, en duidt tevens de belangrijkste hulpinstrumenten aan die van nut zijn bij het lezen en analyseren van oude teksten. De cursus bestaat verder uit het leren lezen van teksten (Nederlands- en Franstalig, boekschrift en diplomatisch schrift). De studenten oefenen op voorhand de ter beschikking gestelde teksten die tijdens de les samen gelezen en opgelost worden. Naar indeling één van beide oefeningen: Oefeningen middeleeuwen / nieuwe tijd 1 OF Oefeningen nieuwste tijd 1 De studenten worden door middel van de studie van een specifiek thema vertrouwd gemaakt met het historisch onderzoek. Met name wordt er op een interactieve manier ingegaan op de verschillende stappen van de historische methode: het kiezen van een thematiek, de eerste kennismaking met een onderwerp, het formuleren van een probleemstelling en het opstellen van onderzoeksvragen, de organisatie van het bibliografisch onderzoek, de dieptelezing van wetenschappelijke teksten, de kritische analyse van uiteenlopende bronnentypes, de zelfstandige uitwerking van een onderzoeksopzet annex stappenplan door integratie van historiografisch onderzoek, confrontatie van verschillende onderzoeksmodellen en keuze van een geëigende methodologie en bronnencorpus. Via schriftelijke en mondelinge rapportage van de eigen onderzoeksresultaten maken de studenten ook kennis met de eigenheid van het wetenschappelijke debat. Dit lesonderdeel peilt naar verschillende vaardigheden, van zelfwerkzaamheid en het functioneren in groep, over creativiteit en de vaardigheid tot individuele verwerking van basisgegevens, tot schriftelijke en mondelinge rapportering. Bovendien wordt ook aandacht besteed aan enkele technische aspecten van het historisch métier. Het vak wil in de eerste plaats praktijkgericht zijn en de studenten door een voortdurende dialoog met de lesgevers tot zelfwerkzaamheid aanzetten. Dankzij intensieve begeleiding, individuele en groepsgerichte sturing, en voortdurende confrontatie met het historisch onderzoek (in de les en met behulp van praktijkgerichte gastcolleges) zal de student uiteindelijk in staat zijn om zelfstandig een eigen werkstuk samen te stellen in de vorm van een onderzoeksplan. Het individuele parcours wordt ook gevolgd via twee tussentijdse individuele opdrachten, respectievelijk een literatuuronderzoek en een bronnenanalyse. Kleinere individuele of groepstaken ter voorbereiding van de
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar | 25
werkcolleges ondersteunen een continu en dynamisch leerproces. Naast deze opdrachten zal de student ook worden geconfronteerd met recent onderzoek over de centrale thematiek en met nieuwe onderzoeksmethodes.
INLEIDING TOT DE GESCHIEDENIS Geschiedenis van de oudheid De cursus biedt een inleidend overzicht in de politieke, maatschappelijke en culturele geschiedenis van de oudheid, vanaf de prehistorie (circa 10.000 v.C.) tot en met de late oudheid (ca. 650 n.C.). Hoewel de klemtoon van de cursus op de Grieks-Romeinse cultuur en geschiedenis ligt, zullen ook andere cultuurgebieden worden behandeld: Egypte, het Oude Nabije Oosten, het jodendom, het vroege christendom, de Kelten. Er wordt voldoende aandacht besteed aan periodes die vaak wat uit de boot vallen: hellenisme en late oudheid. Het overzicht is chronologisch opgevat, maar enkele onderwerpen worden thematisch uitgewerkt (onderwerpen uit de mentaliteitsgeschiedenis als gezinsleven en seksualiteit). Geschiedenis van de middeleeuwen (tweejaarlijks) Overzicht van enkele cruciale evoluties op politiek-institutioneel; sociaaleconomisch; cultureel en ecologisch vlak in de duizendjarige periode tussen circa 500- 1500, met bijzondere aandacht voor structuren en instellingen die het dagelijks leven van de gewone man reguleerden. Als een rode draad doorheen de cursus loopt de vraag in hoeverre de latere politieke en culturele wereldhegemonie van West-Europa en de opkomst van dit gebied als eerste geïndustrialiseerde regio al dan niet hun oorsprong vonden in de middeleeuwse periode. Dit impliceert een geografische focus op West-Europa, evenwel met regelmatige vergelijkingen met naburige regio’s. Elk college vormt een afgerond geheel en bevat een overzicht van thematiek; chronologie; relevantie; hoofdlijnen van het onderzoek en actuele onderzoeksvragen. Geschiedenis van de nieuwe tijd (tweejaarlijks) In deze cursus behandelen we enkele sleutelthema’s uit de geschiedenis van de Europese samenleving in de nieuwe tijd. De wording van nationale staten en de hervorming van religie, van mens- en wereldbeeld onder invloed van ontdekkingen, reformatie en wetenschappelijke ontwikkelingen kunnen beschouwd worden als hefbomen van het moderniseringsproces van de Europese samenleving. Anderzijds relativeren thema’s zoals de collocaties,
26 | Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar
de groeiende criminalisering van maatschappelijk ongewenst gedrag en de heksenvervolgingen het vooruitgangsoptimisme dat impliciet in het moderniseringsparadigma ingebakken zit. De colleges zijn thematisch opgevat. Geschiedenis van de nieuwste tijd (tweejaarlijks) De cursus wil een bagage aan kennis bieden, maar vooral ook inzicht in de belangrijkste ontwikkelingen van de Westerse samenlevingen vanaf het midden van de achttiende eeuw tot aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. De cursus is opgebouwd rond twee sleutelthema’s, vrijheid en rede, die aan de basis liggen van het ontstaan van de moderne Westerse samenlevingen. Rede en vrijheid hebben echter niet alleen een positieve lading. Rationaliteit leidde tot waanzin, vrijheid tot onderdrukking. Aan de hand van de belangrijkste sociaal-economische, politieke en culturele ontwikkelingen zullen de kenmerken en de ontwikkelingen van het West-Europese maatschappijtype worden geschetst zonder de interactie met de rest van de wereld uit het oog te verliezen. Eigentijdse geschiedenis (tweejaarlijks) Deze cursus biedt een overzicht van de eigentijdse wereldgeschiedenis na 1945 in drie grote delen: 1) ecologie en demografie, 2) economie en maatschappij, 3) internationale politiek (geschiedenis van de Koude Oorlog en de dekolonisering). Twee rode draden zijn door dit verhaal geweven: 1) de globale samenhang tussen uiteenlopende delen van de wereld enerzijds en tussen verschillende sociale en ecologische processen anderzijds; 2) de spanning tussen globale integratie en fragmentatie op lokaal vlak. Comparatieve wereldgeschiedenis (tweejaarlijks) Deze cursus geeft een overzicht van de wereldgeschiedenis van het ontstaan van de landbouw tot de industriële revolutie in zes chronologisch-thematische hoofdstukken: ecologie en geografie, politiek, cultuur en religie, uitwisseling, globalisering, demografie en economie. Bijzondere aandacht gaat uit naar evoluties in, vergelijkingen van en interacties tussen gemeenschappen over de hele wereld. Ook de ontwikkeling van het vakgebied wereldgeschiedenis, verschillende (soms conflicterende) verklaringsmodellen en de belangrijkste vraagstukken binnen dat domein komen aan bod. Twee rode draden zitten in dit verhaal van menselijke gemeenschappen verweven: 1) de constante spanning tussen de verdichting van contacten (integratie) en de creatie of aanscherping van verschillen tussen samenle-
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar | 27
vingsvormen (diversiteit), 2) de centrale vraag: hoe is onze huidige wereld er komen uit te zien zoals hij momenteel is? Kunstgeschiedenis (tweejaarlijks) Dit vak biedt je een algemeen overzicht van de kunststromingen van de middeleeuwen tot de hedendaagse tijden. Per periode zal in de marge van het algemene overzicht een specifiek dossier verder worden uitgediept zodat het verschijnsel kunst vanuit verschillende hoeken zal worden belicht.
WIJSBEGEERTE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN Inleiding tot de Westerse wijsbegeerte Deze cursus wil de studenten via een historisch-thematische benadering laten kennismaken met de belangrijkste wijsgerige stromingen en ideeën uit de Westerse filosofie. Inleiding tot de economie Het gedrag van consumenten en producenten vormt de basis voor de analyse van de vraag naar en het aanbod van economische goederen, van de prijsvorming en van de verschillende marktvormen. Een juiste omschrijving van begrippen zoals bruto nationaal product, werkloosheid, inflatie, betalingsbalans, economische groei, enz. is noodzakelijk om inzicht te krijgen in de werking en betekenis van macro-economische politiek. De rol van geld, internationale handel en wisselkoersen krijgt hierbij ook voldoende aandacht zonder dat daarbij te veel in detail wordt gegaan. De klassieke en Keynesiaanse visie op de samenhang van de macro-economische grootheden laat zien hoe men in de tijd anders is gaan denken over economische evoluties en de rol van economische politiek. Tenslotte worden twee artikels besproken waarbij economische begrippen worden toegepast op historische gebeurtenissen.
28 | Opleidingsonderdelen bachelor tweede jaar
BACHELOR TWEEDE JAAR METHODOLOGIE VAN DE GESCHIEDENIS Erfgoed en publieksgeschiedenis (tweejaarlijks) In deze cursus staat de rol van geschiedenis en erfgoed in de publieke ruimte centraal. Er wordt stilgestaan bij de vertaling van wetenschappelijke inzichten naar een groter publiek via vulgariserende boeken, tentoonstellingen, documentaires en dergelijke meer. Bovendien wordt gereflecteerd over de omgang met en de beleving van het verleden in de media, de toeristische sector, het cultuurbeleid en het dagelijkse leven in meer algemene zin. De centrale vragen zijn 1) welk soort verleden vorm krijgt in de ‘vertaling’ naar een groter publiek en 2) hoe het verleden wordt gerepresenteerd in verschillende media en in uiteenlopende (institutionele en andere) contexten. Dit gebeurt via twee soorten colleges. Met het oog op een beter begrip van de opportuniteiten en moeilijkheden in het communiceren van historische inzichten naar een groter publiek worden gastdocenten uitgenodigd die hun ervaringen uit de praktijk overbrengen. In een tweede soort colleges wordt over de materie gereflecteerd en gediscussieerd aan de hand van voorbeelden uit de praktijk, actuele debatten, wetenschappelijke literatuur en dies meer. De rode draad doorheen de cursus is de spanning tussen een wetenschappelijke, academische benadering enerzijds en de ‘beleving’ bij een groter publiek anderzijds. Geschiedenis en beeld (tweejaarlijks) Het uitgangspunt is de bruikbaarheid van een afbeelding, als bron, voor de historicus. Dit alles wordt bestudeerd vanuit beeldtypes zoals: het portret, het stadsgezicht, het stilleven, de journalistieke foto. Daarbij wordt enerzijds ingegaan op technische aspecten zoals de ontdekking van het perspectief, het gebruik van optische instrumenten, en de beperkingen van de afbeeldingstechniek (potlood, penseel, kopergravure, lithografie, enz.) Anderzijds wordt de achterliggende cultuur benadrukt die de kunstenaar conditioneert : de opvattingen over hoe een “goede” afbeelding eruit moet zien (bv. traditie; maniërisme; moraliserende benaderingen; verlichtingsidealen).
Opleidingsonderdelen bachelor tweede jaar | 29
Veel aandacht wordt besteed aan de 19de eeuw, met de ontdekking van de fotografie: de weerslag daarvan op de beeldende kunsten, en de door deze ontdekking gegenereerde toevloed aan “echt realistisch” historisch beeldmateriaal. Naast de vraag van “lectuur” van het beeld, wordt ook ingegaan op de methodologische problemen bij classificatie en bewaring van iconografisch materiaal. Inleiding tot de historiografie (tweejaarlijks) Het bestuderen van de geschiedenis van de eigen discipline draagt bij tot een reflectie over de methodologische grondslagen van die discipline. Toch is de doelstelling van deze cursus niet louter pragmatisch. In dit vak wordt de geschiedenis van de historiografie immers ook beschouwd in het kader van ruimere intellectueel-historische evoluties, van Oudheid tot heden. De pogingen die historici in het verleden hebben ondernomen om vat te krijgen op het verleden worden bestudeerd tegen de achtergrond van de gangbare mens- en wereldbeelden en van de specifieke maatschappelijke context. Daarbij wordt zowel aandacht besteed aan inhoudelijke als aan geschiedtheoretische en methodologische evoluties. Het lezen en analyseren van historiografische teksten uit het verleden vormt dan ook een belangrijke component van dit vak. Bovendien wordt voor elke periode getracht de historici socio-professioneel te situeren en de maatschappelijke positie van de historische wetenschap te achterhalen. Vooral het proces van de professionalisering van de geschiedwetenschap vanaf de negentiende eeuw krijgt in dat verband veel aandacht. Hoewel de meeste aandacht in deze cursus zal uitgaan naar Europese en Noord-Amerikaanse ontwikkelingen, zal toch ook nadrukkelijk worden stilgestaan bij niet-Westerse historiografische tradities. Kwantitatieve methoden (tweejaarlijks) De bedoeling van deze cursus is de koudwatervrees van studenten voor eenvoudige kwantitatieve methodes in het historisch onderzoek te verminderen. In de colleges zal zoveel mogelijk worden gewerkt met concrete voorbeelden uit het historisch onderzoek.
30 | Opleidingsonderdelen bachelor tweede jaar
Oefeningen middeleeuwen / nieuwe tijd 2 ofwel Oefeningen nieuwste tijd 2 De seminarieoefening in de tweede bachelor wil de student laten proeven van de mogelijkheden en de moeilijkheden bij het zelfstandig wetenschappelijk onderzoek op originele bronnen uit de geschiedenis van de nieuwe of nieuwste tijd. Tijdens de colleges worden gezamenlijk bronnen gelezen rond één specifiek thema (materiële cultuur, criminaliteit, openbare orde, etc.) dat telkens gesitueerd wordt binnen een brede historiografische context. Van de studenten wordt verwacht dat ze het hele wetenschappelijke proces van originele vraagstelling tot synthesewerk (of -artikel) op min of meer zelfstandige basis tot een goed einde brengen. Zowel aan methodologische aspecten (de regels van de historische kritiek, methodologieën van hulpwetenschappen), heuristische, inhoudelijke en stijlfacetten wordt daarbij veel aandacht besteed. De studenten worden begeleid tijdens de colleges en via Blackboard ook op min of meer ‘permanente basis’.
INLEIDING TOT DE GESCHIEDENIS Geschiedenis van de middeleeuwen (tweejaarlijks) Zie bachelor eerste jaar Geschiedenis van de nieuwe tijd (tweejaarlijks) Zie bachelor eerste jaar Geschiedenis van de nieuwste tijd (tweejaarlijks) Zie bachelor eerste jaar Eigentijdse geschiedenis (tweejaarlijks) Zie bachelor eerste jaar Comparatieve wereldgeschiedenis (tweejaarlijks) Zie bachelor eerste jaar Kunstgeschiedenis (tweejaarlijks) Zie bachelor eerste jaar
Opleidingsonderdelen bachelor tweede jaar | 31
Naar keuze één van beide opleidingsonderdelen. Geschiedenis van de Nederlanden Het vak Geschiedenis van de Nederlanden heeft in de eerste plaats als doel een historisch overzicht te geven van de geschiedenis van de Nederlanden in zijn meest ruime geografische betekenis en dit vanaf de negende eeuw tot het einde van het Ancien Régime. De klemtoon ligt vooral op de ontwikkelingen in de zogenaamde kerngewesten: Vlaanderen, Brabant, Holland en Zeeland. Zij vormden immers het hart van de Nederlanden en bepaalden de ontwikkelingen van deze regio. De cursus biedt niet alleen een overzicht van de geschiedenis van deze regio, maar heeft ook de ambitie om aan te tonen waarom de Nederlanden uitgroeiden tot één van de meest succesrijke en welvarende regio’s in de wereld. Het begrip ‘padafhankelijkheid’ vormt daarbij de rode draad doorheen de cursus, omdat deze evolutie enkel vanuit het verleden ten volle kan worden begrepen. Van studenten wordt niet alleen verwacht dat ze een aantal belangrijke data en feiten kennen, maar ze moeten ook inzicht verwerven in de voornaamste langetermijnprocessen die zorgden voor eenheid binnen de Nederlanden. Vooral het overwegend vlakke landschap en de centrale geografische ligging in Europa waren bepalende determinanten binnen de geschiedenis van de Nederlanden. Geschiedenis van België Deze cursus spitst zich toe op de politieke geschiedenis van het huidige België, vanaf de annexatie door Frankrijk in 1795. De invalshoek is institutioneel, met bijzondere aandacht voor de ontwikkeling van de verhouding tussen wetgevende en uitvoerende macht en voor de geschiedenis van de politieke partijen en hun programma. De institutionele evolutie hangt nauw samen met de steeds toenemende expansie van het domein van de binnenlandse politiek. Wat dat laatste betreft, ligt de klemtoon op de ontwikkeling van het Belgische socio-economische model, op de levensbeschouwelijke evolutie en op de problematische Belgische communautaire verhoudingen met de daaruit voortvloeiende staatshervormingen.
WIJSBEGEERTE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN Inleiding tot de sociale wetenschappen De cursus bestaat uit drie delen: I) een kennismaking met basisbegrippen uit de sociologie; II) een overzicht van de belangrijkste sociaal-wetenschappelijke denkstromingen;
32 | Opleidingsonderdelen bachelor tweede jaar
III) een vergelijking van enkele toonaangevende sociaalwetenschappelijke denkkaders m.b.t. langetermijn processen (in het bijzonder modernisering). Inleiding tot de sociale geografie Na een inleiding over het object en de methode van het vakgebied wordt aandacht besteed aan historisch geografische bronnen. Dit gebeurt aan de hand van een schets van de ontwikkeling van het Westers wereldbeeld en een introductie tot de middenschalige cartografische bronnen in Vlaanderen tussen 1770 en nu. Vervolgens wordt het begrippenkader en enkele klassieke theorieën uit de sociale geografie aangebracht via de studie van topics uit de stadsgeografie: site en situatie, stedelijke ontwikkelingsfasen en stadsgewest, hiërarchie van het Belgische stedennet, interne differentiatie van de Belgische steden. In het laatste deel wordt ingegaan op de kenmerken van het landelijk nederzettingspatroon: de landelijke bewoning (dorpsvormen - verspreidingspatroon - grondplan woningen) en de percelering (perceelsvorm - lokale wegen - grachten en levende afsluitingen). Tot slot wordt de bruikbaarheid van dit begrippenkader naar het beleid geschetst: in de ruimtelijke planning, in de stadsvernieuwing, in de monumentenzorg en plattelandsontwikkeling. Waar mogelijk worden de begrippen en theorieën kort geïllustreerd in historische context. Wetenschapsfilosofie en kennisleer Het probleem van het verklaren • deductief nomologische verklaringen • handelingsverklaringen Het probleem van de waardevrijheid (Max Weber); De constructie van de sociale realiteit (Searle); Theorie en ervaring in het positivisme, het kritisch rationalisme (Popper) en in de wetenschapsfilosofie van Th. S. Kuhn; Narratieve zinnen in Danto’s geschiedenisfilosofie; Feit en interpretatie in de historische wetenschappen.
DE STUDENT KIEST VOOR MINSTENS ZES STUDIEPUNTEN KEUZEVAKKEN.
Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar | 33
BACHELOR DERDE JAAR METHODOLOGIE VAN DE GESCHIEDENIS Erfgoed en publieksgeschiedenis (tweejaarlijks) Zie bachelor tweede jaar Geschiedenis en beeld (tweejaarlijks) Zie bachelor tweede jaar Inleiding tot de historiografie (tweejaarlijks) Zie bachelor tweede jaar Kwantitatieve methoden (tweejaarlijks) Zie bachelor tweede jaar Bachelorscriptie De bachelorscriptie zet de kroon op het werk. Hier past de student alle kennis en vaardigheden toe die hij/zij in zijn/haar bacheloropleiding heeft verworven. Elk jaar wordt voorzien in een aanbod van werkcolleges over uiteenlopende thema’s in de verschillende tijdsgebieden. De evaluatie gebeurt op basis van een schriftelijk werkstuk, waarin de basisprincipes van de historische methodologie worden toegepast op een concreet historisch vraagstuk. Via informatie verzameld uit een veelheid aan informatiekanalen en bronnen en vertrekkende van de status quaestionis van een bepaald historisch probleem, komt de student(e) tot een autonome en substantiële vraagstelling en wordt een wetenschappelijk onderzoek uitgewerkt.
Geschiedenis per periode en per gebied De student kiest voor één van de drie tijdvakken en één van de drie gebieden, wat neerkomt op vijf opleidingsonderdelen. Middeleeuwen: Politiek en instellingen Centraal in deze cursus staan de bestuurlijke en juridische instituties die het dagelijks leven in de late middeleeuwen omkaderden, en vaak cruciaal zijn gebleken voor de bijzondere ontwikkeling van de Europese samenleving op lange termijn. In een eerste deel van de cursus wordt voor de verschillende bestuursniveau’s van de (laat-)middeleeuwse samenleving, een beknopte
34 |Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar
status quaestionis gegeven van de belangrijkste evoluties, alsook van de grote debatten en problemen in de historiografie van de jongste decennia. Bestuurlijk-juridische instellingen worden daarbij niet als abstracte gegevens, maar als sociale realiteiten behandeld, onderhevig aan wisselende machtsverhoudingen; gemaakt door en voor mensen met uiteenlopende collectieve en individuele belangen; en slechts kenbaar via een eveneens door concrete machtsverhoudingen getekend “discours”. In een tweede deel wordt vanuit deze optiek het lokale bestuursniveau – de “stad”; de “dorpsgemeenschap” en de “heerlijkheid” - meer in detail uitgewerkt. Centraal staat daarbij de vraag naar vermeende “democratische” tendensen in de “feodale” middeleeuwse samenleving. We onderzoeken daartoe de effectieve toegang tot bestuurlijke participatie voor brede lagen van de bevolking, zowel in een stedelijke als in een rurale context. Vanuit een close reading en onderlinge confrontatie, zowel tijdens seminaries als individueel door de studenten, van sleutelteksten en enkele primaire bronnen in verband met staatsvorming, kommunalisme, het ontstaan van een “civil society” en het parlementarisme, trachten we inzicht te krijgen in de regionale en historische variatie in lokale besturen en hun ontwikkeling op lange termijn. Middeleeuwen: Cultuurgeschiedenis In het eerste deel van de cursus maken we ons via de lectuur van primair tekst- en beeldmateriaal (vooral uit de Nederlanden) en van secundaire studies (vooral uit Gurevich en de Annalesschool) vertrouwd met de centrale categorieën – ruimte, tijd, kosmos, mens - van het middeleeuwse wereldbeeld in christelijk Europa. We hebben daarbij speciale aandacht voor (1) de toeëigeningsprocessen die werkzaam zijn bij de overname van de klassieke, joods-christelijke en arabische wortels van deze categorieën, (2) de dynamische interactie tussen ideële categorieën en concrete praktijken, en de evoluties en spanningen die in het netwerk van categorieën en praktijken aanwezig zijn, (3) de alteriteit waarmee het pre-moderne wereldbeeld ons confronteert. Een grondmotief dat in alle middeleeuwse cultuuruitingen resoneert, is de pre-occupatie met de onzichtbare geestelijke wereld en daarmee samenhangend het problematische statuut van de zichtbare materiële wereld. In het tweede deel van de cursus belichten we dit grondmotief vanuit de studie van één specifiek thema waarin de ontmoeting tussen beide werelden op een prangende manier aanwezig is. Mogelijke thema’s zijn: de dood, de heilige, de profeet, het sacrale beeld.
Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar | 35
Middeleeuwen: Sociaal-economische geschiedenis Het vak is opgedeeld in twee gedeeltes. In het eerste gedeelte worden fundamentele debatten in het historisch onderzoek naar de economische en sociale geschiedenis van de middeleeuwen aangesneden, nl.: 1° het ontstaan en de ontwikkeling van het hofstelsel in het middeleeuwse Europa 2° de impact van de neo-Malthusiaanse visie op de groei van de middeleeuwse economie en op de crisis van de late middeleeuwen 3° de impact van de marxistische visie op de groei van de middeleeuwse economie en op de crisis van de late middeleeuwen 4° de impact van de Smithiaanse visie op de groei van de middeleeuwse economie en op de crisis van de late middeleeuwen 5° recente ontwikkelingen in de verklaring van de middeleeuwse conjunctuur (van New Institutional Economics tot het gebruik van Chaostheorie). De studenten zullen per debat telkens een algemeen artikel of hoofdstuk lezen en hierover mondeling verslag uitbrengen. Verder zullen de debatten in groepsverband worden geduid met ontwikkelingen in de Nederlanden. In het tweede deel van het opleidingsonderdeel zullen studenten actief discussiëren over een meer gespecialiseerd onderwerp, met name organisatievormen van de handel in de late middeleeuwen (met bijzondere aandacht voor de introductie van nieuwe handelstechnieken). Aan de hand van bronteksten en de lectuur van twee gespecialiseerde artikels zullen de discussies gaan over fenomenen als de invloed van jaarmarkten en permanente markten, netwerkstructuren, technologische innovatie, de organisatie van handelsfirma’s, de impact van koopliedengilden enz. De studenten zullen individueel een korte discussietekst schrijven over een specifiek probleem aan de hand van een of twee wetenschappelijke studies en deze teksten afhankelijk van de omvang van de groep individueel of collectief voorstellen. Nieuwe tijd: Politiek en instellingen Deze cursus wil een brede status quaestionis van het domein van de politieke en institutionele geschiedenis van de nieuwe tijd voorleggen. De verschillende bestuursniveaus en hun variëteit aan politieke regimes worden in kaart gebracht. Bij de belangrijkste instellingen van de Lage Landen en in de
36 | Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar
grotere Europese staten wordt langer stilgestaan. Daarnaast gaat er heel wat aandacht naar de ruimere politieke cultuur: de wijze waarop men met politiek en macht omgaat en de manier waarop men er over denkt, theoretiseert en communiceert, zowel verbaal als niet-verbaal. Voor de dynamiek in het verhaal zorgen de huidige stand van het onderzoek en de discussies die momenteel aan de orde zijn. Nieuwe tijd: Cultuurgeschiedenis Deze cursus brengt aan de hand van een aantal capita selecta een overzicht van de cultuurgeschiedenis van de nieuwe tijd. Culturele persistentie en verandering worden daarbij beschouwd als complexe processen die niet los gezien kunnen worden van hun concrete maatschappelijke context. Speciale aandacht gaat daarbij uit naar de interactie tussen religie en cultuur. In concreto wordt gekozen voor de behandeling van een aantal topics die in het onderzoek van de laatste decennia sterk naar voor kwamen. Zo komen aan bod: het theoretisch kader met o.m. aandacht voor de problematiek van elite versus populaire cultuur en de inbreng van de historische antropologie; communicatie en cultuur, met speciale aandacht voor de rol van en de wisselwerking tussen diverse communicatieniveau’s; de problematiek van religieuze reformatie, disciplinering en confessionalisering en de weerslag daarvan op het culturele leven, confrontatie en ontmoeting tussen de ‘oude’ en de ‘nieuwe’ wereld. Al deze thema’s worden uitgewerkt aan de hand van een aantal representatieve artikels die door de docent ter beschikking worden gesteld. De lessen worden opgevat als een actief discussiecollege waarin de inzichten van de opgegeven literatuur worden besproken en geconfronteerd. Nieuwe tijd: Sociaal-economische geschiedenis In deze cursus worden de grote lijnen van de economische transformaties op het platteland en in de stad - en de sociale gevolgen daarvan voor diverse bevolkingsgroepen - uiteengezet. Dat gebeurt vanuit een Europees perspectief, met dien verstande dat steeds comparatief wordt gewerkt en er uitgebreid aandacht is voor het niet-Europese kader. Centraal staan immers de structurele wijzigingen die van de late middeleeuwen af uitmondden in de industriële revolutie en de vraag waarom die industriële revolutie juist in Europa, eerder dan in andere regio’s van de wereld plaatsvond. Bij het behandelen ervan is aandacht voor de verwevenheid van de economische realiteit met andere maatschappelijke dimensies als arbeid, familie en consumptie. Thema’s als proto-industrialisering, geschiedenis van de techniek, handel en globalisering, de rol van de overheid, proletarisering en repres-
Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar | 37
sie, het economische denken en de relatie tussen stad en platteland komen uitgebreid aan bod. Nieuwste tijd: Politiek en instellingen Deze cursus vertrekt vanuit de vaststelling dat zowat alle politieke stromingen en regimes van de negentiende en twintigste eeuw minstens een ding gemeenschappelijk hadden, dat hen onderscheidde van de meeste politieke regimes tijdens het ancien regime: zij beriepen zich er alle op dat zij de uitdrukking waren van de wil van ‘het volk’ of van ‘de natie’. In die zin profileerden zij zich alle op de een of andere manier als ‘democratisch’, zelfs indien zij zich resoluut anti-parlementair opstelden. Een cruciaal onderscheid tussen deze regimes situeerde zich echter in de zeer uiteenlopende invullingen die zij aan begrippen als ‘volk’ en ‘natie’ gaven. Deze invulling kon meer of minder inclusief zijn - dat wil zeggen dat meer of minder leden van de bevolking effectief een aandeel kregen in de besluitvorming - en uitgaan van zeer verschillende criteria om leden van de natie te onderscheiden van niet-leden. Bovendien kon de mate variëren waarin men binnen de natie - die fundamenteel als een eenheid werd opgevat - een verscheidenheid aan visies of belangen tolereerde, of integendeel een steeds grotere homogenisering nastreefde. Vanuit dit perspectief worden in deze cursus de verschillende grote politieke projecten (liberalisme, socialisme, nationalisme, conservatisme, fascisme, de welvaartstaat) van de negentiende en twintigste eeuw in en buiten Europa behandeld. Daarbij wordt telkens eerst aandacht besteed aan de theoretische en ideologische grondslagen, vervolgens aan de manier waarop deze een institutionele en een politiek-culturele vertaling kregen en aan de spanningen, de contradicties en de weerstanden die de confrontatie tussen theorie en praktijk teweeg bracht. Bij dit alles zullen behalve de verschillen ook de gelijkenissen en continuïteiten die zich tussen deze verschillende politieke systemen voordeden, ruimschoots aan bod komen. Nieuwste tijd: Cultuurgeschiedenis De cursus wordt opgevat als een ‘overzichtsvak’ en behandelt dus thema’s uit de hele negentiende en twintigste eeuw, en uit verschillende regio’s. Er zal worden gestart met de periode van de Verlichting en geëindigd met de naoorlogse cultuur. De nadruk zal liggen op de Europese cultuurgeschiedenis (met wisselende geografische focus). Er zal evenwel expliciet aandacht
38 | Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar
worden besteed aan deze ‘verenging’ van het gezichtperspectief en aan de kritiek hierop vanuit recente intellectuele stromingen. Bovendien worden de studenten in de loop van de cursus in contact gebracht met belangrijke werken door toonaangevende cultuurhistorici van de afgelopen decennia. Ook belangrijke concepten en theorieën worden (gaandeweg) geïntroduceerd en geïllustreerd. De studenten worden ook gestimuleerd om na te denken over de hedendaagse cultuur. Concreet wordt de cursus opgebouwd rond volgende hoofdstukken: 1. La République des Lettres: de Verlichting (met klemtoon op Frankrijk) 2. Sturm und Drang: Romantiek (met klemtoon op Duitsland) 3. Victorianism: Burgercultuur (met klemtoon op Engeland) 4. Sezession. Fin-de-siècle, Jugendstil (met klemtoon op Wenen) 5. Futurismo e fascismo (met klemtoon op Italië) 6. East & West: cultuur en Koude Oorlog (met klemtoon op Amerika) Nieuwste tijd: Sociaal-economische geschiedenis De cursus betreft de lange periode ca. 1750-ca. 2000, waarin de economie in een groot deel van de wereld evolueerde van pre-industrieel naar post-industrieel. Doorheen de colleges verwerven studenten inzicht in de dynamiek van de structurele veranderingen die zich in die periode hebben voorgedaan. Daarbij gaat de aandacht uit naar een aantal specifieke thema’s zoals onder meer de economische groei en conjunctuur, de industrialisering en de verdere ontwikkeling van de industrie, de groeiende betekenis van de dienstensector (handel, bank- en financiewezen, transport, de overheid), de rol van de overheid in economie. In samenhang worden aspecten als arbeid, kapitaal, technologie, management, inkomen, levensstandaard en dergelijke besproken. Geschiedenis heeft met ‘tijd’, met ‘chronologie’ te maken. Dat leidt ertoe dat een beschrijvend overzicht van de sociaal-economische evolutie een mooi beeld zou kunnen geven van de dynamiek die zich heeft afgetekend. Het kan echter geenszins de bedoeling zijn enkel een overzicht te brengen; het accent moet veeleer liggen op inzicht en op interpretatie. Het zou zelfs onmogelijk zijn, binnen het bestek van de cursus, een volledig en diepgaand overzicht te brengen van twee en een halve eeuw sociaal-economische ontwikkeling. Daarom focust de cursus op de ontwikkeling van de westerse economie, maar steeds tegen de brede achtergrond van de wereldeconomie. Dat betekent dat ook de economische ontwikkeling in voormalige Oostbloklanden en de sociaal-economische problematiek van landen-in-ontwikkeling in
Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar | 39
de bespreking aan bod komen. Het college wordt interactief opgevat: de te behandelen thema’s bieden ongetwijfeld stof tot discussie. Bovendien wordt getracht aan de hand van teksten enkele grote debatten met betrekking tot de sociaal-economische geschiedenis te belichten.
LEVENSBESCHOUWELIJKE VORMING Levensbeschouwing Levensbeschouwelijke diversiteit is in de hedendaagse samenleving een feit en dit weerspiegelt zich ook aan de universiteit. Om met deze diversiteit om te gaan kiest de Universiteit Antwerpen voor actief pluralisme. Actief pluralisme wil recht doen aan het belang van levensbeschouwelijke ideeën en aan de plaats die ze in de openbare ruimte kunnen innemen. Levensbeschouwelijke ideeën blijven immers een belangrijke rol spelen in het morele bewustzijn en in het dagelijks oordelen en handelen van mensen, organisaties en samenlevingen. Actief pluralisme is zelf geen levensbeschouwing, maar een houding ten aanzien van (de eigen en andere) levensbeschouwingen. Het insisteert op een inhoudelijke dialoog binnen en tussen levensbeschouwingen en op een concreet engagement dat levensbeschouwingen als fenomeen, als overtuiging én als praktijk, ernstig wil nemen. Meer gedetailleerde informatie is beschikbaar via de website: www.ua.ac.be/pietergillis of via www.ua.ac.be/levensbeschouwing-vakbeschrijving.
KEUZE-OPLEIDINGSONDERDELEN De student(e) kiest voor tenminste zes studiepunten uit de lijst van keuzeopleidingsonderdelen. Wil hij/zij een ander opleidingsonderdeel opnemen, dan moet dit eerst door de Onderwijscommissie goedgekeurd worden.
40 | De master Geschiedenis
Master Vanuit je Bachelor Geschiedenis kan je zonder meer doorstromen naar de Master Geschiedenis. Doorstromen kan zowel met een type-1 als met een type-2 programma. Het masterprogramma omvat 60 studiepunten, wat overeenkomt met één jaar studie: • theorie van de historische kennis (6 sp) • historisch atelier (6 sp) • meesterproef (24 sp) • keuzevakken (24 sp)
Meer informatie vind je in de brochure ‘Geschiedenis - deel 2, masteropleidingen’ of op de website www.ua.ac.be/studiekiezer.
Onderwijs en examens | 41
Onderwijs Voor de meeste vakken worden hoorcolleges georganiseerd. Je volgt in groep een uiteenzetting van de docent, al dan niet ondersteund door audio-visueel materiaal. Voor bepaalde vakken zijn er ook werkcolleges, waar de leerstof uit de hoorcolleges in kleinere groepen wordt uitgediept en ingeoefend. Als universiteitsstudent leer je zelfstandig, kritisch en probleemoplossend denken. Je bepaalt zelf je studietempo en bereidt tussentijdse evaluatiemomenten voor. Zo krijg je de nodige bagage en ontwikkel je de nodige creativiteit om een grote diversiteit aan problemen te behandelen. Dit heeft tot gevolg dat het bedrijfsleven voor de invulling van hogere functies de voorkeur geeft aan universitairen. De digitale leeromgeving Blackboard speelt in deze context een grote rol. Opdrachten worden via dit medium doorgegeven en interactief verwerkt en je kan docenten te allen tijde om feedback vragen. Het contact met professoren en assistenten is niet altijd even intens als met je leerkrachten in het secundair onderwijs, maar je wordt allerminst aan je lot overgelaten. Wanneer je zelf het initiatief neemt om hulp te zoeken, zijn deze mensen zeker bereid een antwoord of oplossing te formuleren voor je vragen of problemen. Het uitgebreide gamma aan begeleidingsmogelijkheden wordt verderop in deze brochure besproken. Studiepunten De studieomvang van elke opleiding wordt uitgedrukt in studiepunten. Een voltijds academiejaar telt voor 60 studiepunten. Deze norm werd overgenomen van het Europees ECTS-project (European Community Course Credit Transfer System). Deze studiepunten zijn een relatieve maatstaf voor de studieomvang van de opleidingsonderdelen in het jaarprogramma. De volledige bacheloropleiding Geschiedenis omvat 180 studiepunten, de masteropleiding 60 studiepunten. Elk studiepunt komt overeen met een studietijd van 25 tot 30 uren. Hierin zijn zowel het bijwonen van de colleges of practica, de voorbereidingstijd en het studeren voor de examens vervat. De studietijd van een voltijds academiejaar varieert van 1500 tot 1800 uren studie. Het aantal studiepunten van een opleidingsonderdeel zegt dus veel meer over hoeveel tijd je er uiteindelijk aan zal besteden, dan enkel het aantal uren dat je les hebt. De normen zijn overal in Vlaanderen en in Europa gelijkaardig, dus gemakkelijk vergelijkbaar.
42 | Onderwijs en examens
Semestersysteem - Examens Het academiejaar is opgedeeld in zes opeenvolgende periodes: het eerste semester, de semestervakantie, het tweede semester, de zomervakantie, de tweede examenzittijd en een les- en examenvrije periode. Wat het eerste semester betreft, leg je in januari examens af voor ongeveer de helft van het jaarprogramma, in juni voor de overige vakken van de eerste examenzittijd. Voor wie niet geslaagd is na de eerste examenzittijd, wordt in september de tweede examenzittijd ingericht. Door de flexibilisering in het hoger onderwijs bestaan er geen “studiejaren” meer. Wel worden nog modeltrajecten vastgesteld. Als je voor een voltijds modeltraject kiest, rond je een bacheloropleiding (180 sp) af in drie jaar tijd: 60 studiepunten per jaar. Wanneer je geslaagd bent voor een opleidingsonderdeel en dus minstens 10 op 20 behaalt, verwerf je een creditbewijs dat overeenkomt met het aantal studiepunten van dit opleidingsonderdeel. Indien je niet alle creditbewijzen voor je studieprogramma behaalt, kan je (soms) toch verder met je studie. De faculteit moet dan je programma - een geïndividualiseerd traject of GT - goedkeuren. Omdat de studieprogramma’s volgens een logische volgorde werden ingebouwd, zijn er voorwaarden vastgelegd om welbepaalde vakken al te mogen volgen. Dit noemt men volgtijdelijkheid. Je slaagt voor een opleiding als je creditbewijzen haalt voor alle opleidingsonderdelen van de opleiding. Dankzij de nieuwe bachelor- en masterstructuur en het flexibiliseringssysteem heb je als student meer keuzemogelijkheden gekregen om je studieprogramma in te vullen. In elke faculteit adviseren studietrajectbegeleiders over de samenstelling van je programma en over de aangeboden keuzemogelijkheden. Het is echter belangrijk voldoende vooruitgang te boeken in je studietraject en in een redelijke tijd je diploma te behalen. Daarom heeft de Universiteit Antwerpen een systeem van studievoortgangbewaking en -begeleiding opgezet; de faculteit zal je studieprestaties volgen en kan je bindende voorwaarden opleggen wanneer je niet de helft van de studiepunten van het goedgekeurde studieprogramma van het academiejaar hebt behaald! Het volledige onderwijs- en examenreglement vind je terug op www.ua.ac.be/OER.
Onderwijs en examens | 43
Ombudspersoon Tijdens de examens kan je met problemen (examenregeling, uitstel van examen, onderbreking of definitief stopzetten van examens, conflict met de docent) terecht bij de ombudspersoon van je opleiding. De ombudspersoon zorgt ervoor dat het examenreglement correct wordt opgevolgd en bemiddelt tussen studenten en docenten. De ombudspersoon is ook aanwezig bij de deliberatie en kan, op basis van verzachtende omstandigheden zoals ziekte of ongeval, je “zaak” bepleiten. Je kan steeds de gegevens van jouw ombudspersoon terugvinden op de website van de Universiteit Antwerpen: www.ua.ac.be, onder de rubriek ‘huidig student’, ombudspersoon. Internationaal De Universiteit Antwerpen neemt actief deel aan de Europese uitwisselingsprogramma’s zoals ERASMUS. Elk jaar studeert een aanzienlijk grote groep studenten één semester aan een buitenlandse universiteit. In het kader van het ERASMUS-programma heeft de Universiteit Antwerpen samenwerkingsakkoorden gesloten met heel wat universiteiten in West- en Centraal Europa. Maar de Universiteit Antwerpen kijkt verder dan Europa. Op bilaterale basis (buiten het kader van ERASMUS) werden wereldwijd uitwisselingsprogramma’s uitgewerkt. In het kader van Internationale Ontwikkelingssamenwerking kan je met een beurs een aantal maanden in een ontwikkelingsland studeren. Je studieperiode aan één van de buitenlandse partneruniversiteiten wordt erkend als onderdeel van je studie aan de Universiteit Antwerpen.
44 | Studiebegeleiding
Studieadvies en studentenbegeleiding Tijdens het academiejaar kan je bij de dienst Studieadvies en Studentenbegeleiding in eerste instantie terecht voor informatie en advies. Je kan daarbij niet alleen denken aan algemene informatie over opleidingen binnen en buiten de Universiteit Antwerpen, maar ook aan informatie over het leerkrediet, over het onderwijs- en examenreglement, enzovoort. Daarnaast kan je bij de dienst terecht met studiegebonden en persoonlijke problemen. Dit zowel onder de vorm van groepsactiviteiten als onder de vorm van individuele begeleiding, die beide volledig gratis worden aangeboden. Afspraken met de begeleiders van deze dienst kan je maken via het Studenten Informatie Punt (STIP). Studiekeuze en heroriëntering Bij de dienst Studieadvies en Studentenbegeleiding kan je onder meer terecht voor advies omtrent je studiekeuze. Aan de hand van gesprekken en oefeningen kan je meer zicht krijgen op je persoonlijkheid, capaciteiten, interesses en de studierichtingen die daarbij passen. Ook bij twijfel aan je studiekeuze kan je bij de dienst terecht om je oorspronkelijke studiekeuze te herevalueren om vervolgens na te gaan welke stappen je kan ondernemen wanneer je wil stoppen of veranderen van studierichting. Algemene studiebegeleiding: studievaardigheden en studieplanning Daarnaast organiseren studentenbegeleiders elk semester trainingen over studievaardigheden, o.a. de trainingen ‘effectief plannen en studeren’ en ‘uitstelgedrag’. Je kan er echter ook terecht voor individuele en digitale begeleiding rond deze topics. Voor specifieke vragen over je individuele programma, vrijstellingen e.d. kan je terecht bij de studietrajectbegeleider van je faculteit. Psychosociale begeleiding Ook wanneer je last hebt om je te concentreren, twijfelt aan je studiekeuze, kampt met examenangst of persoonlijke problemen ervaart zoals het afspringen van een relatie, ernstige ziekte in je onmiddellijke omgeving, ... kan je een afspraak maken met een studentenbegeleider voor een psychologische begeleiding. Dat kan op verschillende manieren, gaande van individuele gesprekken over het volgen van een training tot het bekomen van een gepaste doorverwijzing. Dit alles gebeurt steeds op vrijwillige basis.
Studiebegeleiding | 45
Begeleiding van studenten met een functiebeperking, topsport of kunstbeoefening Studenten met functiebeperkingen (fysische handicap of chronische ziekte, leerstoornis zoals dyslexie, AD(H)D, psychische problemen ...) of met bijzondere vragen omwille van sport op topniveau of kunstbeoefening kunnen via de dienst voor Studieadvies en Studentenbegeleiding bijzondere faciliteiten voor onderwijs en/of examens aanvragen. Dit is voorzien in het Onderwijs- en examenreglement van de Universiteit Antwerpen. Na het indienen van je aanvraag, word je uitgenodigd voor een intakegesprek met een studentenbegeleider. In onderling overleg worden de nodige afspraken gemaakt. Als je dossier helemaal in orde is en voorzien van de nodige attesten zal de dienst je dossier ter goedkeuring voorleggen aan de rector. Afstudeerbegeleiding Tot slot kan je bij de dienst Studieadvies en Studentenbegeleiding terecht voor begeleiding bij het afstuderen. Misschien kan je hulp gebruiken bij je zoektocht naar geschikte jobs, wil je weten welke jobs bij je passen, wil je weten welke studies je na het behalen van je diploma nog kan gaan doen, hoe je het solliciteren best aanpakt, … Met al deze vragen kan je op de dienst terecht voor een individuele begeleiding. Ook worden jaarlijks sollicitatietrainingen aangeboden en jobdagen georganiseerd met panelgesprekken, infosessies en bedrijvenstanden. Je kan hierover meer informatie krijgen op het STIP. Het aanbod aan individuele, groepsgerichte en digitale begeleiding wordt ook in het begin van elk semester bekend gemaakt in alle mogelijke publicaties voor studenten. Je vindt ook heel wat informatie op www.ua.ac.be/studentenbegeleiding. Vakspecifieke begeleiding Met vragen over of problemen met één van je cursussen kan je steeds terecht bij de prof die deze cursus doceert of bij zijn of haar assistent. Gewoon even langslopen of een e-mail schrijven: je zal merken dat je snel geholpen wordt. Voor bepaalde vakken worden extra groepssessies georganiseerd, om de besproken theorie uit hoorcolleges toe te lichten en in oefeningen toe te passen. Bij deze sessies is vooral de wisselwerking tussen studenten en begeleider belangrijk: je kan hulp vragen waar je vastloopt, je begeleider houdt rekening met de gekende knelpunten van de cursus, en je krijgt nuttige tips voor de studie van de leerstof. De masteropleiding biedt je de mogelijkheid je in de praktijk voor te bereiden op een werksector naar keuze.
46 | Je kansen op de arbeidsmarkt
Ruime toekomstmogelijkheden voor afgestudeerde historici Dankzij het algemeen vormende karakter van de opleiding Geschiedenis zijn de toekomstmogelijkheden voor afgestudeerde historici zeer ruim. Vroeger kwamen afgestudeerden Geschiedenis bijna uitsluitend in het onderwijs terecht of in de wetenschappelijk-culturele wereld (musea, archieven, bibliotheken). Op dit ogenblik werkt een behoorlijk aantal in het hoger onderwijs (hogescholen én universiteiten). In het secundair onderwijs tref je historici aan in de functie van lesgever, bibliothecaris of directeur. Tegenwoordig trekken ook de ambtenarij en de bedrijfswereld meer en meer afgestudeerde historici aan. Niet je diploma, maar ook je persoonlijkheid bepaalt vandaag je toekomst. Universitairen met een brede algemene vorming, zoals historici, zijn minder kwetsbaar op de arbeidsmarkt omdat ze in een brede waaier van beroepen aan de slag kunnen. Er wordt wel van je verwacht dat je een speciale inspanning levert op het vlak van talenkennis, als je een baan wil buiten de traditionele sectoren. Recent onderzoek heeft uitgewezen dat historici momenteel, zowel in de non-profit als in de profit sector werkzaam zijn. Buiten het onderwijs werken historici in publieke instellingen zoals archieven, instellingen voor monumentenzorg, gemeentelijke bibliotheken, in de diplomatie, bij het Europees Parlement, bij de Koning Boudewijnstichting, bij ziekenfondsen. Historici zijn vaak tewerkgesteld in allerlei politieke organisaties en op ministeries. In de profitsector vinden we historici vooral terug in journalistieke banen en uitgeverijen, in het bankwezen, in de verzekeringssector en in allerlei soorten bedrijven. Deze onvolledige opsomming onderstreept de algemeen vormende aard van de geschiedenisopleiding.
Voortstuderen na Geschiedenis | 47
Specifieke lerarenopleiding: www.ua.ac.be/IOIW Je kan de lerarenopleiding volgen na je masteropleiding. De opleiding beperkt zich niet tot de vorming van studenten die willen gaan lesgeven. De voortdurende veranderingen in het sociale en economische leven hebben het fenomeen van de buitenschoolse vorming en opleiding – onder meer in de bedrijven zelf – in belang doen toenemen. Daarom wil de specifieke lerarenopleiding niet alleen in een vorming van toekomstige leraars voorzien, maar ook een algemene ‘vorming voor vormers’ aanbieden. Master na Masteropleidingen Op de webstek van de Universiteit Antwerpen kan je steeds een actueel overzicht vinden op www.ua.ac.be/studiekiezer.
48 | Hoe bereik je makkelijk de campussen?
Wegbeschrijving Op www.ua.ac.be/route kan je de wegbeschrijving naar de verschillende campussen terugvinden. Met de fiets De campussen zijn gemakkelijk te bereiken met de fiets! Meer en meer studenten kiezen voor dit transportmiddel. Je kan je op deze manier immers snel verplaatsen. Op elke campus staan verschillende fietsparkings ter beschikking van de studenten. Met de bus of de tram De Lijn info: 070 220 200 Voor alle informatie over reiswegen, dienstregelingen, verloren voorwerpen en algemene inlichtingen: op weekdagen van 7u tot 19u, za-, zo- en feestdagen van 10u tot 18u. Je kan ook terecht in één van de Lijnwinkels om dienstregelingsboekje te kopen. Die bieden een overzicht van alle bus- en/of tramlijnen in een streek. Op veel bussen en trams vind je een folder met de dienstregeling van de lijn waarop je rijdt. Natuurlijk kan je ook steeds één van de chauffeurs aanspreken of surfen naar de website: www.delijn.be. De website van De Lijn beschikt ook over een routeplanner die voor jou de reis van deur tot deur met bus, tram en/of trein uitstippelt. Dienst Abonnementen van De Lijn Antwerpen Grotehondstraat 58, 2018 Antwerpen, tel. +32 (0)3 218 14 11 op weekdagen van 8u30 tot 16u e-mail:
[email protected] Met de trein Voor alle informatie over reiswegen, dienstregelingen, vertrek- en aankomst‑ tijden kan je terecht op de website van de NMBS, www.b-rail.be. Met de auto Alle campussen beschikken over ruime parkings, behalve de Stadscampus. Wens je toch in de buurt van de Stadscampus te parkeren, volg dan best de blauwe parkeerroute “Meir Universiteit”. Parkeren in Antwerpen is echter niet gratis! Meer info kan je terugvinden op www.parkereninantwerpen.be
Plattegrond van de Stadscampus | 49
Hoofdadres Stadscampus Prinsstraat 13 - 2000 Antwerpen
50 | Plattegrond van de campus Groenenborger
Hoofdadres Campus Groenenborger Groenenborgerlaan 171 - 2020 Antwerpen
Plattegrond van de campus Middelheim | 51
Hoofdadres Campus Middelheim Middelheimlaan 1 - 2020 Antwerpen
52 | Plattegrond van de campus Drie Eiken
Hoofdadres Campus Drie Eiken Universiteitsplein 1 - 2610 Antwerpen
Bijkomende informatie | 53
Provinciale informatiedagen Medewerkers van de Universiteit Antwerpen nemen jaarlijks deel aan de netoverschrijdende studie-infobeurzen (Sidin’s). Deze worden per provincie georganiseerd op initiatief van het Ministerie van Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap en de Centra voor Leerlingenbegeleiding. Infomomenten voor toekomstige studenten Open lesdagen Tijdens de Krokusvakantie organiseert de Universiteit Antwerpen open lesdagen. Bij de open lesdagen kan je twee soorten van lessen volgen, namelijk meelooplessen en proeflessen. Meer info en inschrijven via www.ua.ac.be/ openlesdagen. Infodagen Elk jaar organiseert de Universiteit Antwerpen infodagen. Deze hebben plaats in maart en april. Naast een algemene en een specifiek studiegerichte infosessie kan je aan de infostanden verschillende cursussen inkijken en brochures verkrijgen. Je krijgt de gelegenheid tot vragen stellen en desgewenst tot een persoonlijk gesprek. Vooraf inschrijven is niet nodig. De data en meer info vind je op www.ua.ac.be/infodagen. Infomarkt Twijfel je nog over je studiekeuze? Wil je nog graag een bevestiging van je keuze? Dan kan je terecht op de infomarkt in september. Ook hier kan je aan infostanden cursussen inkijken en brochures verkrijgen. Vooraf inschrijven is niet nodig. De datum en meer info vind je op www.ua.ac.be/infodagen. Brochures over andere opleidingen Andere publicaties in deze reeks (alfabetisch gerangschikt): Biochemie en biotechnologie, Bio-ingenieurswetenschappen, Biologie, Biomedische wetenschappen, Chemie, Communicatiewetenschappen, Diergeneeskunde, Farmaceutische wetenschappen, Fysica, Geneeskunde, Handelsingenieur, Handelsingenieur in de beleidsinformatica, Informatica, Politieke wetenschappen, Rechten, Sociologie, Sociale en economische wetenschappen, Taal- en letterkunde, TEW: bedrijfskunde, TEW: economisch beleid, Wiskunde, Wijsbegeerte. Wil je meer informatie dan kan je een brochure van één van deze opleidingen aanvragen bij het Studenten Informatie Punt (STIP) of via www.ua.ac.be/brochures.
54 | Bijkomende informatie
Departement Sociale, Culturele en Studentgerichte Diensten Studenten Informatie Punt (STIP) Agoragebouw, 1ste verdieping Grote Kauwenberg 2 2000 Antwerpen Tel.: + 32 (0)3 265 48 72
[email protected] Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Departement Geschiedenis Grote Kauwenberg 18 (lokaal D319) 2000 Antwerpen Tel.: + 32 (0)3 265 42 95
www.ua.ac.be/studiekiezer www.ua.ac.be/geschiedenis
Nota’s | 55
56 | Nota’s