Geschiedenis bacheloropleiding
2012
Inhoud Welkom 3 Waarom studeren aan de Universiteit Antwerpen?
4
De opleiding geschiedenis
6
Geschiedenis, iets voor jou?
8
Het studieprogramma
10
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar
18
Opleidingsonderdelen bachelor tweede jaar
24
Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar
29
Master 39 Verder studeren
40
Diploma op zak, wat nu?
41
Alumni aan het woord
42
Nuttige info bij de start van je studietraject
44
Studiebegeleiding 47 Studeren in het buitenland
49
Hoe bereik je gemakkelijk onze campussen?
50
Infomomenten 52 Nuttige contactgegevens
53
|1
2|
Welkom Je hebt de weg naar de Universiteit Antwerpen gevonden. Nu wil je meer informatie over onze universiteit en onze opleidingen. Dit boekje helpt je al een hele stap vooruit in je keuzeproces. De Universiteit Antwerpen is een middelgrote universiteit met 15 000 studenten. Binnen de Associatie Hogescholen & Universiteit Antwerpen werken we nauw samen met de Plantijn Hogeschool, de Karel de Grote-Hogeschool, de Artesis Hogeschool Antwerpen en de Hogere Zeevaartschool. Studeren aan de universiteit is het begin van een nieuwe periode in je leven. Belangrijk is dat je je goed voelt op de universiteit van je keuze en dat je je binnen enkele jaren goed voelt met je behaalde diploma. Daarom stelt de Universiteit Antwerpen alles in het werk om je studietijd aangenaam te maken en de kwaliteit van de opleiding op topniveau te houden. Onze opleidingen worden geregeld bijgestuurd en aangepast aan de maatschappelijke evolutie. ‘Leren is leven’ is de slogan van onze universiteit. Niet zomaar een leuze, want wij maken werk van een goed evenwicht tussen leren en leven. Met ‘kennen’ ben je niets zonder het ‘kunnen’. De link tussen leren en leven is hier voelbaar aanwezig. Als je naar een van onze informatiedagen komt, zal je merken dat het prettig studeren is aan de Universiteit Antwerpen. Zowel onze medewerkers als onze studenten zullen je er graag over vertellen en kijken alvast uit naar de kennismaking! Prof. dr. Alain Verschoren Rector Universiteit Antwerpen
|3
Waarom studeren aan de Universiteit Antwerpen? Studentgerichtheid De Universiteit Antwerpen staat voor studentgerichtheid. Dit betekent bijvoorbeeld dat je zo veel mogelijk les volgt in kleine groepen, wat een vlotte interactie mogelijk maakt. Dankzij de kleine afstand tussen studenten en docenten kan je rechtstreeks bij je proffen terecht met eventuele vragen en problemen. De vlotte communicatie tussen docenten, assistenten en studenten wordt mee ondersteund door de digitale leeromgeving Blackboard. Dat biedt opnieuw kansen voor een interactief onderwijssysteem. Studenten worden uitgenodigd om actief deel te nemen aan het beleid: in verschillende adviesorganen en raden zijn zij vertegenwoordigd. Tenslotte is de Universiteit Antwerpen bekend voor haar goede studentenbegeleiding en -ondersteuning, waarbij wordt ingespeeld op de individuele noden van alle studenten.
Innoverende academische opleidingen De Universiteit Antwerpen biedt innoverende academische opleidingen, die oog hebben voor theorie én praktijk. De opleidingen zijn stevig verankerd in sterk wetenschappelijk onderzoek, dat ook internationale faam geniet. De ‘ivoren’ academische toren werd al lang geleden gesloopt. Academici hechten veel belang aan een voortdurende uitwisseling met de steeds evoluerende samenleving. Bij je studie aan de Universiteit Antwerpen staat niet het memoriseren van feitenkennis centraal, maar verwerf je relevante kennis en vaardigheden die je nodig hebt om beroepsrelevante opdrachten en problemen op te lossen. De bachelor-masterstructuur schept ruimte voor vernieuwing en verbetering. Nieuwe opleidingen worden ingevoerd, keuzemogelijkheden binnen bestaande opleidingen worden verruimd.
Infrastructuur De Universiteit Antwerpen beschikt over de meest moderne infrastructuur: goed uitgeruste les- en computerlokalen, laboratoria, bibliotheken en studielandschappen. In alle publieke ruimten zijn er hotspots waar je draadloos kan surfen. De laatste jaren werd ook op grote schaal geïnvesteerd in nieuwe gebouwen om het toenemend aantal studenten op te vangen en hen een aangename leeromgeving te bieden. De studenten van de Universiteit Antwerpen zitten verspreid over vier campussen. De campussen Drie Eiken, Middelheim en Groenenborger liggen aan de zuidelijke stadsrand, in een groene omgeving. Studeer je op Campus Drie Eiken dan kan je volop genieten van de groene oase van Fort VI en de mooie vijvers rondom de 4|
campus. De campussen Middelheim en Groenenborger grenzen aan het openluchtmuseum Middelheim en aan het Nachtegalenpark. De Stadscampus, met zijn kern van prachtig gerenoveerde zestiende-eeuwse gebouwen, ligt in hartje Antwerpen.
Vorming De Universiteit Antwerpen wil niet alleen opleidingen, maar ook een brede vorming aanbieden: jonge mensen laten opgroeien tot professionelen met een kritische ingesteldheid, een tolerante en constructieve houding. De Universiteit Antwerpen kiest resoluut voor pluralisme en verwelkomt diversiteit bij personeel en studenten, en in haar studieprogramma’s.
Antwerpen Je kiest natuurlijk ook voor de stad Antwerpen. Studeren is niet alleen met je neus in de boeken zitten. Wie in Antwerpen komt studeren, kiest voor een studentenstad die meer is dan de universiteit en de hogescholen: het is een bruisende metropool met een uniek cultuurhistorisch aanbod, een wereldhaven, een overvloed aan cafés en restaurants, clubs, gezellige pleintjes, cultuur, architectuur, mode, sportinfrastructuur, ... Kort samengevat: een stad waarin Antwerpenaars, bezoekers en studenten graag wegzinken.
|5
De opleiding geschiedenis Mens en samenleving: verschillende invalshoeken In de opleiding geschiedenis bestudeer je mens en samenleving, vroeger en nu, vanuit verschillende invalshoeken. Je krijgt een pakket historische opleidingsonderdelen, om inzicht te verwerven in verschillende aspecten en periodes van ons verleden, maar je wordt evenzeer met de recente geschiedenis, met de samenleving van deze tijd geconfronteerd. Geschiedenis is een algemeen vormende opleiding: verschillende sociaalwetenschappelijke en filosofische opleidings onderdelen zijn in het curriculum opgenomen. Deze academische opleiding is sterk gericht op wetenschappelijk onderzoek. Er is veel aandacht voor de methoden van geschiedschrijving en voor de geschiedenis wetenschap op zich. Ook praktische aspecten van historisch onderzoek komen aan bod: je leert inspelen op de onderzoeksvragen van het moment en zelf onderzoeksvragen formuleren, literatuur over een onderwerp verzamelen en interpreteren, met archiefbronnen werken en jouw conclusies helder uitschrijven.
Bijzonder flexibel programma Het programma is bijzonder flexibel opgevat. Je kan niet alleen zelf beslissen welke periode en welke geschiedkundige thema’s je wil bestuderen, maar je kan ook een coherent vakkenpakket uit een totaal andere studierichting in je programma opnemen (de minor, waarover hierna meer). Zo kan je tegelijk je vakkenpakket beter afstemmen op je persoonlijke interesses, én je mogelijkheden op de arbeidsmarkt gevoelig uitbreiden. Om het diploma van ‘bachelor in de geschiedenis’ te behalen, kan je het volledige programma geschiedenis (type 1: 180 studiepunten) volgen. Je kan het ook verwerven via een major geschiedenis (type 2: 120 studiepunten) in combinatie met een minor van 60 studiepunten uit een andere studierichting, nl. een minor wijsbegeerte, een minor taal- en letterkunde (één taal of theater-, filmen literatuurwetenschap) of een minor rechten. Indien je reeds een diploma van hoger onderwijs behaalde, kan je op basis van eerder verworven kwalificaties vrijstelling krijgen voor een aantal opleidingsonderdelen. Je moet dan wel de nodige attesten (diploma’s, studiejaargetuigschriften, creditbewijzen) voorleggen aan de studietrajectbegeleider van de faculteit (mevr. Kathlijn Pittomvils,
[email protected]) die nadien ter goedkeuring worden voorgelegd aan de voorzitter van de Onderwijscommissie Geschiedenis (prof. Hilde Greefs, Departement Geschiedenis, Prinsstraat 13, 2000 Antwerpen,
[email protected]).
6|
Zowel met een bachelor in de geschiedenis type 1 als met een bachelor in de geschiedenis type 2 kan je rechtstreeks doorstromen naar de masteropleiding geschiedenis. Wie dat wenst, kan later ook zijn minor verder uitbouwen naar een tweede bachelorstitel, met studieduurverkorting. Wie een minor geschiedenis wenst te volgen (type 3, 60 studiepunten) kan dat in combinatie met een major wijsbegeerte.
Studieopbouw bacheloropleiding De Universiteit Antwerpen garandeert een degelijke vorming voor alle studenten geschiedenis, en komt tegelijk tegemoet aan de interesses van elke individuele student. In de loop van de drie bachelorjaren kan je je algemene intellectuele vorming verbreden, krijg je een stevige basis in verschillende historische theorieën, onderzoeksmethoden, en vaardigheden, en bestudeer je een aantal specifieke perioden en themata. Je leert historische vraagstukken duiden en analyseren, en je oefent je in het op systematische wijze nadenken over uiteenlopende problemen die in de verschillende vakgebieden worden behandeld. Naargelang je persoonlijke belangstelling volg je een volledig programma geschiedenis, of kies je voor één van de major-minorcombinaties. Het diploma ‘bachelor in de geschiedenis’ geeft toegang tot de masteropleiding, waarin je je kennis verder kan uitdiepen. Het programma leidt tot de graad ‘master in de geschiedenis ’.
|7
Geschiedenis, iets voor jou? Heb je een brede belangstelling voor mens en samenleving? Het is belangrijk dat je een brede belangstelling hebt voor mens en samenleving, vroeger en nu. Enerzijds wil je een antwoord zoeken op de vraag hoe mensen vroeger leefden, woonden, werkten, oorlog voerden, enz. Anderzijds ben je geboeid door sociaalwetenschappelijke en filosofische thema’s. Je wil inzicht verwerven in de evolutie van de menselijke beschaving, en zoekt naar samenhang of verbanden tussen verschillende politieke, economische, sociale en culturele aspecten van samenlevingen vroeger en nu.
Klemtoon op historisch wetenschappelijk onderzoek De opleiding gaat verder dan de geschiedenislessen die je in het middelbaar kreeg. Je zal leren zelf historisch onderzoek te verrichten, en dat betekent heel wat methodologische vakken, theoretische achtergrond en opzoekwerk in bibliotheek en archieven. Niet het leren van feiten uit de geschiedenis, maar het begrijpen van structuren en evoluties en het aanleren van vaardigheden in het opzoeken voor en het schrijven van werkstukken staan centraal. Belangrijk zijn daarom een kritische houding om onderzoeksvragen op een creatieve en doortastende manier te bedenken en te beantwoorden, goed inzicht in de complexiteit van de menselijke samenleving en de capaciteit om vlot te redeneren. Historisch onderzoek is precisiewerk: je hebt geduld en zin voor detail nodig om bronnen nauwkeurig te analyseren. Verder kan een goed historisch inzicht je helpen om de cursusinhouden te ordenen en in hun historische context te bekijken.
Het belang van Nederlandse taalvaardigheid Als historicus moet je je inzichten voor een breder publiek kunnen verwoorden, in een onderwijs- of andere context. Nederlandse taalvaardigheid wordt daarom belangrijk geacht. Een goede (passieve) kennis van andere West-Europese talen zoals Frans en Engels is noodzakelijk om historische teksten uit het buitenland vlot te kunnen lezen en analyseren.
Welk diploma heb je nodig? Om te worden toegelaten tot de bachelorstudie geschiedenis, moet je in principe een diploma van het secundair onderwijs bezitten. Vanaf het academiejaar 20042005 kunnen mensen zonder diploma secundair onderwijs ook op basis van ‘elders verworven competenties’ (vb. werkervaring) worden toegelaten tot een universitaire studie. Houders van een diploma hoger onderwijs (academische bachelor) kunnen in aanmerking komen voor een verkorte bachelor van 120 studiepunten.
8|
Internationale studenten moeten beschikken over een diploma secundair onderwijs dat ook in het thuisland toegang verleent tot een gelijkwaardige studierichting. Wie niet-Nederlandstalig secundair onderwijs volgde, moet slagen in een door de Universiteit Antwerpen erkende taaltest Nederlands. Voor meer informatie in verband met toelatingsvoorwaarden (diploma en taal) en aanvraagprocedure neem je contact op met de International Student Officer (Sonia Brunel,
[email protected]).
Introductieweek Tijdens de eerste week van het academiejaar worden alle opleidingsonderdelen van het curriculum van het eerste jaar bachelor uitvoerig ingeleid. Je krijgt dan duidelijk te horen wat elk opleidingsonderdeel inhoudt, wat er van jou wordt verwacht voor dit opleidingsonderdeel, wat je van de docent mag verwachten en op welke manier de evaluatie verloopt. Bovendien krijg je bij de methodologische opleidingsonderdelen een introductie in het kritisch lezen en analyseren van wetenschappelijke teksten, in de verschillende onderdelen van het historisch métier (vraagstelling, bronnen, argumentatie) en in de zoekmethoden en -strategieën van een historicus.
|9
Het studieprogramma Studiepunten De studieomvang van elke opleiding wordt uitgedrukt in studiepunten (sp.). Studiepunten geven een goed beeld van de relatieve tijdsbesteding die verwacht wordt voor elk opleidingsonderdeel. Een voltijds academiejaar telt 60 studiepunten. Deze norm werd overgenomen van het Europees ECTS-project (European Credit Transfer and Accumulation System). Elk studiepunt komt overeen met een studietijd van 25 tot 30 uren. Hierin zijn het bijwonen van de hoor- en werkcolleges, de voorbereidingstijd en het studeren voor de examens vervat. De totale studietijd voor een voltijds academiejaar varieert tussen 1 500 en 1 800 uren studie. Het aantal studiepunten van een opleidingsonderdeel zegt dus meer over de hoeveelheid tijd je er uiteindelijk aan zal besteden dan het aantal uren dat je les hebt. De bacheloropleiding geschiedenis omvat 180 studiepunten.
Collegeroosters Zoek je een voorbeeld van een collegerooster? Surf dan naar www.ua.ac.be/collegeroosters. Daar vind je een overzicht van de huidige collegeroosters.
10 |
Type 1: Volledig programma geschiedenis (180 studiepunten) Bachelor eerste jaar Methodologie van de geschiedenis Historische methode Heuristiek per historische periode Oefeningen paleografie Academisch schrijven Oefeningen middeleeuwen / nieuwe tijd 1 OF Oefeningen nieuwste tijd 1 Inleiding tot de geschiedenis Geschiedenis van de oudheid
sp
1,5 2 1 1
6 6 3 3
2
9
2
6
Geschiedenis van de middeleeuwen (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)*
Geschiedenis van de nieuwe tijd (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)*
Geschiedenis van de nieuwste tijd (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)*
Eigentijdse geschiedenis (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)*
Comparatieve wereldgeschiedenis (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)*
1,5
6
Inleiding tot de Westerse Wijsbegeerte en antropologie
2
6
Inleiding tot de economie
1
3
17
60
Kunstgeschiedenis (tweejaarlijks) Wijsbegeerte en sociale wetenschappen
Totaal *
lesuren
“+2” staat voor 2 studiepunten, te bekomen door de begeleide verwerking van wetenschappelijke vakliteratuur in het Nederlands, Frans, Duits of Engels, i.v.m. het betrokken opleidingsonderdeel.
| 11
Bachelor tweede jaar
lesuren
sp
1,5
6
1,5
6
Kwantitatieve methoden (tweejaarlijks) Geschiedenis en beeld (tweejaarlijks)
1 1
3 3
Oefeningen middeleeuwen / nieuwe tijd 2 OF Oefeningen nieuwste tijd 2*
2
9
Geschiedenis van de middeleeuwen (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)
Geschiedenis van de nieuwe tijd (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)
Geschiedenis van de nieuwste tijd (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)
Eigentijdse geschiedenis (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)
Comparatieve wereldgeschiedenis (tweejaarlijks)
1,5
6 (4+2)
Kunstgeschiedenis (tweejaarlijks)
1,5
6
Geschiedenis van de Nederlanden OF Geschiedenis van België
1,5
6
1 1,5 1
3 6 3
Methodologie van de geschiedenis Inleiding tot de historiografie (tweejaarlijks) Erfgoed en publieksgeschiedenis (tweejaarlijks)
Inleiding tot de geschiedenis
Wijsbegeerte en sociale wetenschappen Inleiding tot de sociale geografie Inleiding tot de sociale wetenschappen Wetenschapsfilosofie en kennisleer Keuzevakken Je kiest voor minstens 6 studiepunten uit een pakket. Meer details bij ‘keuzevakken’, ‘bachelor derde jaar’ op volgende bladzijde. Totaal
6 ca. 15
60
* De keuze is afhankelijk van de oefening die je volgde in Ba 1. Studenten die oefeningen middeleeuwen/nieuwe tijd 1 volgden, volgen in Ba 2 oefeningen nieuwste tijd 2 en omgekeerd.
12 |
Bachelor derde jaar
lesuren
Methodologie van de geschiedenis Inleiding tot de historiografie (tweejaarlijks) 1,5 Erfgoed en publieksgeschiedenis (tweejaarlijks) 1,5 Kwantitatieve methoden (tweejaarlijks) 1 Geschiedenis en beeld (tweejaarlijks) 1 Bachelorscriptie 1,5 Geschiedenis per periode en per gebied, in kruisstructuur Er zijn drie perioden (middeleeuwen, nieuwe tijd, nieuwste tijd) en drie richtingen (politiek en instellingen, cultuurgeschiedenis, sociaal economische geschiedenis). Je kiest voor één periode en één richting, wat neerkomt op vijf opleidingsonderdelen.
sp 6 6 3 3 12
5 x 1,5
5x6
1
3
Levensbeschouwelijke vorming Levensbeschouwing
Keuzevakken: je kiest voor minstens 6 studiepunten uit onderstaand pakket Cultural history of the United Kingdom 4 Cultural history of the United States 4 Debating Developmens 3 Ecologische geschiedenis 3 Geschiedenis van Centraal-Europa en de Balkan (tweejaarlijks, in de oneven jaren)
3
Geschiedenis van de film 1
6
Geschiedenis van de islam (tweejaarlijks, in de even jaren)
3
Geschiedenis van de literatuur
3
Geschiedenis van de Nederlandse letterkunde 1: middeleeuwen, rederijkerstijd en renaissance
4
Geschiedenis van de Nederlandse letterkunde 2: van de Franse revolutie tot de Grote Oorlog
4
Geschiedenis van de Nederlandse letterkunde 3
4
Geschiedenis van de Nederlandse religieuze literatuur
3
| 13
Geschiedenis van het christendom (tweejaarlijks in de oneven jaren)
3
Geschiedenis van het gedrukte boek
3
Geschiedenis van Rusland en de Sovjet-Unie (tweejaarlijks, in de even jaren)
3
Inleiding tot de Joodse cultuur Inleiding tot de politicologie Inleiding tot het recht
3 6 6
Intertekstualiteit: mythologie, bijbel en literatuur
4
Samenleving, feiten en problemen
6
Theatergeschiedenis 1: van de oudheid tot de 18de eeuw
4
Theatergeschiedenis 2: van de 18de eeuw naar de moderniteit
4
Talen In de loop van de bacheloropleiding mag je uit deze korf niet meer dan 6 studiepunten opnemen: • Middeleeuws Latijn • Middelnederlands • Middeleeuws Frans • Inleiding tot het Latijn Totaal
14 |
6
15
60
Type 2: major geschiedenis (120 studiepunten) + minor (60 studiepunten) De bacheloropleiding geschiedenis (major) kan gecombineerd worden met: • een minor wijsbegeerte; • een minor taal- en letterkunde (één taal of theater-, film- en literatuur- wetenschap); • een minor rechten. lesuren
sp
1,5 1,5 2 1
6 6 6 3
Oefeningen middeleeuwen / nieuwe tijd 1 OF Oefeningen nieuwste tijd 1
2
9
Oefeningen middeleeuwen / nieuwe tijd 2 OF Oefeningen nieuwste tijd 2
2
9
1,5
12
1 1 1
3 3 3
2
6
1,5
6 (4+2)*
1
6 (4+2)*
Geschiedenis van de nieuwste tijd (tweejaarlijks)
1
6 (4+2)*
Eigentijdse Geschiedenis (tweejaarlijks)
1
6 (4+2)*
Comparatieve wereldgeschiedenis (tweejaarlijks)
1
6 (4+2)*
Methodologie van de geschiedenis Historische methode Inleiding tot de historiografie (tweejaarlijks) Heuristiek per historische periode Oefeningen paleografie
Bachelorscriptie Twee van de volgende drie opleidingsonderdelen: Academisch schrijven Kwantitatieve methoden (tweejaarlijks) Geschiedenis en beeld (tweejaarlijks) Inleiding tot de geschiedenis Geschiedenis van de oudheid Geschiedenis van de middeleeuwen (tweejaarlijks) Geschiedenis van de nieuwe tijd (tweejaarlijks)
| 15
Geschiedenis per periode en gebied: Je kiest drie opleidingsonderdelen uit volgende lijst: Politiek en instellingen middeleeuwen Cultuurgeschiedenis middeleeuwen
1,5 1,5
6 6
Sociaaleconomische geschiedenis middel eeuwen
1,5
6
1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5
6 6 6 6 6 6
2 1 1 1,5 1
6 3 3 6 3
Politiek en instellingen nieuwe tijd Cultuurgeschiedenis nieuwe tijd Sociaaleconomische geschiedenis nieuwe tijd Politiek en instellingen nieuwste tijd Cultuurgeschiedenis nieuwste tijd Sociaaleconomische geschiedenis nieuwste tijd Voor een totaal van 6 sp. te kiezen uit: Inleiding tot de Westerse Wijsbegeerte Inleiding tot de economie Inleiding tot de sociale geografie Inleiding tot de sociale wetenschappen Wetenschapsfilosofie en kennisleer Levensbeschouwelijke vorming Levensbeschouwing
3
Totaal Type 2: 120 studiepunten *
16 |
“+2” staat voor 2 studiepunten, te bekomen door de begeleide verwerking van wetenschappelijke vakliteratuur in het Nederlands, Frans, Duits of Engels, i.v.m. het betrokken opleidingsonderdeel.
Type 3: minor geschiedenis (60 studiepunten) + major wijsbegeerte (120 studiepunten). Methodologie van de geschiedenis Historische methode Inleiding tot de geschiedenis Geschiedenis van de oudheid
lesuren
sp
1,5
6
2
6
Geschiedenis van de middeleeuwen (tweejaarlijks)
1,5
6
Geschiedenis van de nieuwe tijd (tweejaarlijks)
1,5
6
Geschiedenis van de nieuwste tijd (tweejaarlijks)
1,5
6
Eigentijdse Geschiedenis (tweejaarlijks)
1,5
6
Comparatieve wereldgeschiedenis (tweejaarlijks)
1,5
6
Politiek en instellingen middeleeuwen Cultuurgeschiedenis middeleeuwen
1,5 1,5
6 6
Sociaaleconomische geschiedenis middeleeuwen
1,5
6
Politiek en instellingen nieuwe tijd Cultuurgeschiedenis nieuwe tijd Sociaaleconomische gesch. nieuwe tijd Politiek en instellingen nieuwste tijd Cultuurgeschiedenis nieuwste tijd Sociaaleconomische gesch. nieuwste tijd
1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5
6 6 6 6 6 6
Geschiedenis per periode en per gebied Je kiest drie opleidingsonderdelen uit volgende lijst:
Totaal
60
| 17
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar In deze brochure vind je de inhoud van de opleidingsonderdelen van de bachelor geschiedenis. Op www.ua.ac.be/geschiedenis staat meer uitgebreide informatie over de begin- en eindtermen, inhoud, werk- en evaluatievormen en het noodzakelijk en aanbevolen studiemateriaal.
Methodologie van de geschiedenis en historische kritiek Academisch schrijven Academisch schrijven is een algemene vaardigheid die van universitair geschoolde mensen verwacht wordt, maar die te weinig als zodanig wordt aangeleerd en geoefend. Daarom wordt eerst nauwkeurig gekeken hoe academische teksten eruitzien en aan welke voorwaarden ze moeten voldoen. Pas daarna worden de verschillende elementen van een academische tekst afzonderlijk besproken, van de algemene structuur over citeerconventies en grammaticale en registerproblemen tot veel voorkomende fouten.
Heuristiek per historische periode: middeleeuwen, nieuwe tijd, nieuwste tijd partim heuristiek middeleeuwen: De cursus geeft een inleiding op de zoektocht naar primaire bronnen en secundaire literatuur rond de Middeleeuwse periode. In een eerste deel van dit opleidingsonderdeel worden onderzoeksstrategieën voor de zoektocht naar secundaire literatuur besproken. Studenten maken hier kennis met relevante elektronische en gedrukte bibliografieën, tijdschriften, elektronische full-text collecties en websites. In een tweede deel van de lessenreeks worden per onderzoeksdomein de voornaamste bronnentypes voorgesteld. Bronnentypes worden gesitueerd in hun chronologische en geografische context. De belangrijkste onderzoeksmogelijkheden en beperkingen worden geduid, onder meer aan de hand van belangrijke voorbeelden. Studenten maken ook kennis met de belangrijke bronnenrepertoria, collecties van uitgegeven bronnen en belangrijke werkinstrumenten voor de analyse en interpretatie van de respectievelijke bronnentypes (vb. specifieke woordenboeken, glossaria, toponymische, chronologische, biografische e.a. repertoria). Veel aandacht gaat ook hier naar elektronische en online beschikbare repertoria en werkinstrumenten, die onder meer via een reeks zelfstandig uit te voeren opdrachten worden geïntroduceerd.
18 |
partim heuristiek nieuwe tijd: De cursus brengt een overzicht van de belangrijkste hulpinstrumenten en naslagwerken van belang voor de geschiedenis van de nieuwe tijd. Verder wordt heel wat aandacht besteed aan de typologie van de bronnen. Voor elk deelgebied (politieke, sociaaleconomische, cultuur- en religieuze geschiedenis) worden de belangrijkste bronnentypes voorgesteld, evenals de belangrijkste referentiewerken en hulpinstrumenten. Via Blackboard biedt de docent een aantal oefeningen aan die gericht zijn op de toepassing van de meegedeelde kennis. Daarbij ligt, net zoals op het examen, de nadruk op het oplossen van een aantal concrete casussen.
partim heuristiek nieuwste tijd: Vertrekkend van concrete historische vragen zal worden aangeleerd waar en hoe informatie en studiemateriaal kan worden gevonden. Studenten zullen in de praktijk leren hun eigen zoekstrategieën bij te stellen, te verfijnen en efficiënter te maken. Zij krijgen voeling met de heuristische normen van de historische discipline. Via concrete voorbeelden en opdrachten maken zij kennis met de heuristische hulpmiddelen: repertoria, catalogi, databestanden, bibliografieën, wetenschappelijke tijdschriften (en e-journals), bronnen-verzamelingen, zoekmachines op het internet, elektronische discussielijsten. Tevens wordt - toegespitst op de Belgische geschiedenis - kennis gemaakt met de belangrijkste bronnenreeksen.
Historische methode Een inleidende cursus die een reflectie wil bieden op de geschiedenis en initieert in het uitoefenen van deze discipline. Hierbij worden de verschillende fasen van het historische onderzoek belicht: • de heuristiek met de verschillende typen bronnen, hun vindplaatsen (dit aspect wordt verder uitgewerkt in het opleidingsonderdeel heuristiek), hun informatiegehalte en daarnaast de complementariteit met andere hulpwetenschappen en wetenschappen • de interpretatie van teksten met de toepassing van de historische kritiek • de synthese met de reconstructie van historische feiten, rekening houdend met causale en andere verbanden, bepaalde wetmatigheden, verschillende invalshoeken, objectiviteit/subjectiviteit.
| 19
Oefeningen paleografie De docent brengt een bondig overzicht van de ontwikkeling van het schrift vanaf de vroege middeleeuwen, en duidt tevens de belangrijkste hulpinstrumenten aan die van nut zijn bij het lezen en analyseren van oude teksten. De cursus bestaat verder uit het leren lezen van teksten (Nederlands- en Franstalig, boekschrift en diplomatisch schrift). De studenten oefenen op voorhand de ter beschikking gestelde teksten die tijdens de les samen gelezen en opgelost worden.
Naar indeling één van beide oefeningen: Oefeningen middeleeuwen / nieuwe tijd 1 OF Oefeningen nieuwste tijd 1 De studenten worden door middel van de studie van een specifiek thema vertrouwd gemaakt met het historisch onderzoek. Met name wordt er op een interactieve manier ingegaan op de verschillende stappen van de historische methode: het kiezen van een thematiek, de eerste kennismaking met een onderwerp, het formuleren van een probleemstelling en het opstellen van onderzoeksvragen, de organisatie van het bibliografisch onderzoek, de dieptelezing van wetenschappelijke teksten, de kritische analyse van uiteenlopende bronnentypes, de zelfstandige uitwerking van een onderzoeksopzet annex stappenplan door integratie van historiografisch onderzoek, confrontatie van verschillende onderzoeksmodellen en keuze van een geëigende methodologie en bronnencorpus. Via schriftelijke en mondelinge rapportage van de eigen onderzoeksresultaten maken de studenten ook kennis met de eigenheid van het wetenschappelijke debat. Dit lesonderdeel peilt naar verschillende vaardigheden, van zelfwerkzaamheid en het functioneren in groep, over creativiteit en de vaardigheid tot individuele verwerking van basisgegevens, tot schriftelijke en mondelinge rapportering. Bovendien wordt ook aandacht besteed aan enkele technische aspecten van het historisch métier. Het opleidingsonderdeel wil in de eerste plaats praktijkgericht zijn en de studenten door een voortdurende dialoog met de lesgevers tot zelfwerkzaamheid aanzetten. Dankzij intensieve begeleiding, individuele en groepsgerichte sturing, en voortdurende confrontatie met het historisch onderzoek (in de les en met behulp van praktijkgerichte gastcolleges) zal je uiteindelijk in staat zijn om zelfstandig een eigen werkstuk samen te stellen in de vorm van een onderzoeksplan. Het individuele parcours wordt ook gevolgd via twee tussentijdse individuele opdrachten, respectievelijk een literatuuronderzoek en een bronnenanalyse. Kleinere individuele of groepstaken ter voorbereiding van de werkcolleges ondersteunen een continu en dynamisch leerproces. Naast deze opdrachten zal je ook worden geconfronteerd met recent onderzoek over de centrale thematiek en met nieuwe onderzoeksmethodes.
20 |
Inleiding tot de geschiedenis Geschiedenis van de oudheid De cursus biedt een inleidend overzicht in de politieke, maatschappelijke en culturele geschiedenis van de oudheid, vanaf de prehistorie (circa 10 000 v.C.) tot en met de late oudheid (ca. 650 n.C.). Hoewel de klemtoon van de cursus op de Grieks-Romeinse cultuur en geschiedenis ligt, zullen ook andere cultuurgebieden worden behandeld: Egypte, het Oude Nabije Oosten, het jodendom, het vroege christendom, de Kelten. Er wordt voldoende aandacht besteed aan periodes die vaak wat uit de boot vallen: hellenisme en late oudheid. Het overzicht is chronologisch opgevat, maar enkele onderwerpen worden thematisch uitgewerkt (onderwerpen uit de mentaliteitsgeschiedenis als gezinsleven en seksualiteit).
Geschiedenis van de middeleeuwen (tweejaarlijks) Overzicht van enkele cruciale evoluties op politiek-institutioneel, sociaaleconomisch, cultureel en ecologisch vlak in de duizendjarige periode tussen circa 500- 1500, met bijzondere aandacht voor structuren en instellingen die het dagelijks leven van de gewone man reguleerden. Als een rode draad doorheen de cursus loopt de vraag in hoeverre de latere politieke en culturele wereld hegemonie van West-Europa en de opkomst van dit gebied als eerste geïndustrialiseerde regio al dan niet hun oorsprong vonden in de middeleeuwse periode. Dit impliceert een geografische focus op West-Europa, evenwel met regelmatige vergelijkingen met naburige regio’s. Elk college vormt een afgerond geheel en bevat een overzicht van thematiek, chronologie, relevantie, hoofdlijnen van het onderzoek en actuele onderzoeksvragen.
Geschiedenis van de nieuwe tijd (tweejaarlijks) In deze cursus behandelen we enkele sleutelthema’s uit de geschiedenis van de Europese samenleving in de nieuwe tijd. De wording van nationale staten en de hervorming van religie, van mens- en wereldbeeld onder invloed van ontdekkingen, reformatie en wetenschappelijke ontwikkelingen kunnen beschouwd worden als hefbomen van het moderniseringsproces van de Europese samenleving. Anderzijds relativeren thema’s zoals de collocaties, de groeiende criminalisering van maatschappelijk ongewenst gedrag en de heksenvervolgingen het vooruitgangsoptimisme dat impliciet in het moderniseringsparadigma ingebakken zit. De colleges zijn thematisch opgevat.
| 21
Geschiedenis van de nieuwste tijd (tweejaarlijks) De cursus wil een bagage aan kennis bieden, maar vooral ook inzicht in de belangrijkste ontwikkelingen van de Westerse samenlevingen vanaf het midden van de achttiende eeuw tot aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. De cursus is opgebouwd rond twee sleutelthema’s, vrijheid en rede, die aan de basis liggen van het ontstaan van de moderne Westerse samenlevingen. Rede en vrijheid hebben echter niet alleen een positieve lading. Rationaliteit leidde tot waanzin, vrijheid tot onderdrukking. Aan de hand van de belangrijkste sociaal- economische, politieke en culturele ontwikkelingen zullen de kenmerken en de ontwikkelingen van het West-Europese maatschappijtype worden geschetst zonder de interactie met de rest van de wereld uit het oog te verliezen.
Eigentijdse geschiedenis (tweejaarlijks) Deze cursus biedt een overzicht van de eigentijdse wereldgeschiedenis na 1945 in drie grote delen: 1) ecologie en demografie, 2) economie en maatschappij, 3) internationale politiek (geschiedenis van de Koude Oorlog en de dekolonisering). Twee rode draden zijn door dit verhaal geweven: 1) de globale samenhang tussen uiteenlopende delen van de wereld enerzijds en tussen verschillende sociale en ecologische processen anderzijds; 2) de spanning tussen globale integratie en fragmentatie op lokaal vlak.
Comparatieve wereldgeschiedenis (tweejaarlijks) Deze cursus geeft een overzicht van de wereldgeschiedenis van het ontstaan van de landbouw tot de industriële revolutie in zes chronologisch-thematische hoofdstukken: ecologie en geografie, politiek, cultuur en religie, uitwisseling, globalisering, demografie en economie. Bijzondere aandacht gaat uit naar evoluties in, vergelijkingen van en interacties tussen gemeenschappen over de hele wereld. Ook de ontwikkeling van het vakgebied wereldgeschiedenis, verschillende (soms conflicterende) verklaringsmodellen en de belangrijkste vraagstukken binnen dat domein komen aan bod. Twee rode draden zitten in dit verhaal van menselijke gemeenschappen verweven: 1. de constante spanning tussen de verdichting van contacten (integratie) en de creatie of aanscherping van verschillen tussen samenlevingsvormen (diversiteit), 2. de centrale vraag: hoe is onze huidige wereld er komen uit te zien zoals hij momenteel is?
22 |
Kunstgeschiedenis (tweejaarlijks) Dit opleidingsonderdeel biedt je een algemeen overzicht van de kunststromingen van de middeleeuwen tot de hedendaagse tijden. Per periode zal in de marge van het algemene overzicht een specifiek dossier verder worden uitgediept zodat het verschijnsel kunst vanuit verschillende hoeken zal worden belicht.
Wijsbegeerte en sociale wetenschappen Inleiding tot de Westerse wijsbegeerte Deze cursus wil je via een historisch-thematische benadering laten kennismaken met de belangrijkste wijsgerige stromingen en ideeën uit de Westerse filosofie.
Inleiding tot de economie Het gedrag van consumenten en producenten vormt de basis voor de analyse van de vraag naar en het aanbod van economische goederen, van de prijsvorming en van de verschillende marktvormen. Een juiste omschrijving van begrippen zoals bruto nationaal product, werkloosheid, inflatie, betalingsbalans, economische groei, enz. is noodzakelijk om inzicht te krijgen in de werking en betekenis van macro-economische politiek. De rol van geld, internationale handel en wisselkoersen krijgt hierbij ook voldoende aandacht zonder dat daarbij te veel in detail wordt gegaan. De klassieke en Keynesiaanse visie op de samenhang van de macroeconomische grootheden laat zien hoe men in de tijd anders is gaan denken over economische evoluties en de rol van economische politiek. Ten slotte worden twee artikels besproken waarbij economische begrippen worden toegepast op historische gebeurtenissen.
| 23
Opleidingsonderdelen bachelor tweede jaar Methodologie van de geschiedenis Erfgoed en publieksgeschiedenis (tweejaarlijks) In deze cursus staat de rol van geschiedenis en erfgoed in de publieke ruimte centraal. Er wordt stilgestaan bij de vertaling van wetenschappelijke inzichten naar een groter publiek via vulgariserende boeken, tentoonstellingen, documentaires en dergelijke meer. Bovendien wordt gereflecteerd over de omgang met en de beleving van het verleden in de media, de toeristische sector, het cultuurbeleid en het dagelijkse leven in meer algemene zin. De centrale vragen zijn 1) welk soort verleden vorm krijgt in de ‘vertaling’ naar een groter publiek en 2) hoe het verleden wordt gerepresenteerd in verschillende media en in uiteenlopende (institutionele en andere) contexten. Dit gebeurt via twee soorten colleges. Met het oog op een beter begrip van de opportuniteiten en moeilijkheden in het communiceren van historische inzichten naar een groter publiek worden gastdocenten uitgenodigd die hun ervaringen uit de praktijk overbrengen. In een tweede soort colleges wordt over de materie gereflecteerd en gediscussieerd aan de hand van voorbeelden uit de praktijk, actuele debatten, wetenschappelijke literatuur en zo meer. De rode draad doorheen de cursus is de spanning tussen een wetenschappelijke, academische benadering enerzijds en de ‘beleving’ bij een groter publiek anderzijds.
Geschiedenis en beeld (tweejaarlijks) Het uitgangspunt is de bruikbaarheid van een afbeelding, als bron, voor de historicus. Dit alles wordt bestudeerd vanuit beeldtypes zoals: het portret, het stadsgezicht, het stilleven, de journalistieke foto. Daarbij wordt enerzijds ingegaan op technische aspecten zoals de ontdekking van het perspectief, het gebruik van optische instrumenten, en de beperkingen van de afbeeldingstechniek (potlood, penseel, kopergravure, lithografie, enz.). Anderzijds wordt de achterliggende cultuur benadrukt die de kunstenaar conditioneert : de opvattingen over hoe een ‘goede’ afbeelding eruit moet zien (bv. traditie, maniërisme, moraliserende benaderingen, verlichtingsidealen). Veel aandacht wordt besteed aan de 19de eeuw, met de ontdekking van de fotografie: de weerslag daarvan op de beeldende kunsten, en de door deze ontdekking gegenereerde toevloed aan ‘echt realistisch’ historisch beeldmateriaal. Naast de vraag van ‘lectuur’ van het beeld, wordt ook ingegaan op de methodologische problemen bij classificatie en bewaring van iconografisch materiaal.
24 |
Inleiding tot de historiografie (tweejaarlijks) Het bestuderen van de geschiedenis van de eigen discipline draagt bij tot een reflectie over de methodologische grondslagen van die discipline. Toch is de doelstelling van deze cursus niet louter pragmatisch. In dit opleidingsonderdeel wordt de geschiedenis van de historiografie immers ook beschouwd in het kader van ruimere intellectueel-historische evoluties, van oudheid tot heden. De pogingen die historici in het verleden hebben ondernomen om vat te krijgen op het verleden worden bestudeerd tegen de achtergrond van de gangbare mensen wereldbeelden en van de specifieke maatschappelijke context. Daarbij wordt zowel aandacht besteed aan inhoudelijke als aan geschiedtheoretische en methodologische evoluties. Het lezen en analyseren van historiografische teksten uit het verleden vormt dan ook een belangrijke component van dit opleidingsonderdeel. Bovendien wordt voor elke periode getracht de historici socio-professioneel te situeren en de maatschappelijke positie van de historische wetenschap te achterhalen. Vooral het proces van de professionalisering van de geschiedwetenschap vanaf de negentiende eeuw krijgt in dat verband veel aandacht. Hoewel de meeste aandacht in deze cursus zal uitgaan naar Europese en NoordAmerikaanse ontwikkelingen, zal toch ook nadrukkelijk worden stilgestaan bij niet-Westerse historiografische tradities.
Kwantitatieve methoden (tweejaarlijks) De bedoeling van deze cursus is de koudwatervrees van studenten voor eenvoudige kwantitatieve methodes in het historisch onderzoek te verminderen. In de colleges zal zoveel mogelijk worden gewerkt met concrete voorbeelden uit het historisch onderzoek.
Oefeningen middeleeuwen / nieuwe tijd 2 ofwel Oefeningen nieuwste tijd 2 De seminarieoefening in de tweede bachelor wil je laten proeven van de mogelijkheden en de moeilijkheden bij het zelfstandig wetenschappelijk onderzoek op originele bronnen uit de geschiedenis van de nieuwe of nieuwste tijd. Tijdens de colleges worden gezamenlijk bronnen gelezen rond één specifiek thema (materiële cultuur, criminaliteit, openbare orde, etc.) dat telkens gesitueerd wordt binnen een brede historiografische context. Van de studenten wordt verwacht dat ze het hele wetenschappelijke proces van originele vraagstelling tot synthesewerk (of -artikel) op min of meer zelfstandige basis tot een goed einde brengen. Zowel aan methodologische aspecten (de regels van de historische kritiek, methodologieën van hulpwetenschappen), heuristische, inhoudelijke en stijlfacetten wordt daarbij veel aandacht besteed. De studenten worden begeleid tijdens de colleges en via Blackboard ook op min of meer ‘permanente basis’. | 25
Inleiding tot de Geschiedenis Geschiedenis van de middeleeuwen (tweejaarlijks) Zie bachelor eerste jaar
Geschiedenis van de nieuwe tijd (tweejaarlijks) Zie bachelor eerste jaar
Geschiedenis van de nieuwste tijd (tweejaarlijks) Zie bachelor eerste jaar
Eigentijdse geschiedenis (tweejaarlijks) Zie bachelor eerste jaar
Comparatieve wereldgeschiedenis (tweejaarlijks) Zie bachelor eerste jaar
Kunstgeschiedenis (tweejaarlijks) Zie bachelor eerste jaar
Naar keuze één van beide opleidingsonderdelen. Geschiedenis van de Nederlanden Het opleidingsonderdeel geschiedenis van de Nederlanden heeft in de eerste plaats als doel een historisch overzicht te geven van de geschiedenis van de Nederlanden in zijn meest ruime geografische betekenis en dit vanaf de negende eeuw tot het einde van het ancien régime. De klemtoon ligt vooral op de ontwikkelingen in de zogenaamde kerngewesten: Vlaanderen, Brabant, Holland en Zeeland. Zij vormden immers het hart van de Nederlanden en bepaalden de ontwikkelingen van deze regio. De cursus biedt niet alleen een overzicht van de geschiedenis van deze regio, maar heeft ook de ambitie om aan te tonen waarom de Nederlanden uitgroeiden tot één van de meest succesrijke en welvarende regio’s in de wereld. Het begrip ‘padafhankelijkheid’ vormt daarbij de rode draad doorheen de cursus, omdat deze evolutie enkel vanuit het verleden ten volle kan worden begrepen. Van studenten wordt niet alleen verwacht dat ze een aantal belangrijke data en feiten kennen, maar ze moeten ook inzicht verwerven in de voornaamste langetermijnprocessen die zorgden voor eenheid binnen de Nederlanden. Vooral het overwegend vlakke landschap en de centrale geografische ligging in Europa waren bepalende determinanten binnen de geschiedenis van de Nederlanden.
26 |
Geschiedenis van België Deze cursus spitst zich toe op de politieke geschiedenis van het huidige België, vanaf de annexatie door Frankrijk in 1795. De invalshoek is institutioneel, met bijzondere aandacht voor de ontwikkeling van de verhouding tussen wetgevende en uitvoerende macht en voor de geschiedenis van de politieke partijen en hun programma. De institutionele evolutie hangt nauw samen met de steeds toenemende expansie van het domein van de binnenlandse politiek. Wat dat laatste betreft, ligt de klemtoon op de ontwikkeling van het Belgische socio-economische model, op de levensbeschouwelijke evolutie en op de problematische Belgische communautaire verhoudingen met de daaruit voortvloeiende staatshervormingen.
Wijsbegeerte en sociale wetenschappen Inleiding tot de sociale wetenschappen De cursus bestaat uit drie delen: 1. een kennismaking met basisbegrippen uit de sociologie; 2. een overzicht van de belangrijkste sociaalwetenschappelijke denkstromingen; 3. een vergelijking van enkele toonaangevende sociaalwetenschappelijke denkkaders m.b.t. langetermijnprocessen (in het bijzonder modernisering).
Inleiding tot de sociale geografie Na een inleiding over het object en de methode van het vakgebied wordt aandacht besteed aan historisch geografische bronnen. Dit gebeurt aan de hand van een schets van de ontwikkeling van het Westers wereldbeeld en een introductie tot de middenschalige cartografische bronnen in Vlaanderen tussen 1770 en nu. Vervolgens wordt het begrippenkader en enkele klassieke theorieën uit de sociale geografie aangebracht via de studie van topics uit de stadsgeografie: site en situatie, stedelijke ontwikkelingsfasen en stadsgewest, hiërarchie van het Belgische stedennet, interne differentiatie van de Belgische steden. In het laatste deel wordt ingegaan op de kenmerken van het landelijk nederzettingspatroon: de landelijke bewoning (dorpsvormen - verspreidingspatroon - grondplan woningen) en de percelering (perceelsvorm - lokale wegen - grachten en levende afsluitingen). Tot slot wordt de bruikbaarheid van dit begrippenkader naar het beleid geschetst: in de ruimtelijke planning, in de stadsvernieuwing, in de monumentenzorg en plattelandsontwikkeling. Waar mogelijk worden de begrippen en theorieën kort geïllustreerd in historische context.
| 27
Wetenschapsfilosofie en kennisleer Het probleem van het verklaren • deductief nomologische verklaringen • handelingsverklaringen Het probleem van de waardevrijheid (Max Weber); De constructie van de sociale realiteit (Searle); Theorie en ervaring in het positivisme, het kritisch rationalisme (Popper) en in de wetenschapsfilosofie van Th. S. Kuhn; Narratieve zinnen in Danto’s geschiedenisfilosofie; Feit en interpretatie in de historische wetenschappen.
Je kiest voor minstens 6 studiepunten keuzevakken (Zie ‘keuzevakken’ bij derde jaar bachelor).
28 |
Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar Methodolgie van de geschiedenis Erfgoed en publieksgeschiedenis (tweejaarlijks) Zie bachelor tweede jaar
Geschiedenis en beeld (tweejaarlijks) Zie bachelor tweede jaar
Inleiding tot de historiografie (tweejaarlijks) Zie bachelor tweede jaar
Kwantitatieve methoden (tweejaarlijks) Zie bachelor tweede jaar
Bachelorscriptie De bachelorscriptie zet de kroon op het werk. Hier pas je alle kennis en vaardigheden toe die je in je bacheloropleiding hebt verworven. Elk jaar wordt voorzien in een aanbod van werkcolleges over uiteenlopende thema’s in de verschillende tijdsgebieden. De evaluatie gebeurt op basis van een schriftelijk werkstuk, waarin de basisprincipes van de historische methodologie worden toegepast op een concreet historisch vraagstuk. Via informatie verzameld uit een veelheid aan informatiekanalen en bronnen en vertrekkende van de status quaestionis van een bepaald historisch probleem, kom je tot een autonome en substantiële vraagstelling en wordt een wetenschappelijk onderzoek uitgewerkt.
Geschiedenis per periode en per gebied
Je kiest voor één van de drie tijdvakken en één van de drie gebieden, wat neerkomt op vijf opleidingsonderdelen.
Middeleeuwen: politiek en instellingen Centraal in deze cursus staan de bestuurlijke en juridische instituties die het dagelijks leven in de late middeleeuwen omkaderden, en vaak cruciaal zijn gebleken voor de bijzondere ontwikkeling van de Europese samenleving op lange termijn. In een eerste deel van de cursus wordt voor de verschillende bestuursniveau’s van de (laat-)middeleeuwse samenleving, een beknopte status quaestionis gegeven van de belangrijkste evoluties, alsook van de grote debatten en problemen in de historiografie van de jongste decennia. Bestuurlijk-juridische instellingen worden daarbij niet als abstracte gegevens, maar als sociale realiteiten behandeld, onderhevig aan wisselende machtsverhoudingen; gemaakt door en voor mensen | 29
met uiteenlopende collectieve en individuele belangen; en slechts kenbaar via een eveneens door concrete machtsverhoudingen getekend ‘discours’. In een tweede deel wordt vanuit deze optiek het lokale bestuursniveau – de ‘stad’; de ‘dorpsgemeenschap’ en de ‘heerlijkheid’ - meer in detail uitgewerkt. Centraal staat daarbij de vraag naar vermeende ‘democratische’ tendensen in de ‘feodale’ middeleeuwse samenleving. We onderzoeken daartoe de effectieve toegang tot bestuurlijke participatie voor brede lagen van de bevolking, zowel in een stedelijke als in een rurale context. Vanuit een close reading en onderlinge confrontatie, zowel tijdens seminaries als individueel door de studenten, van sleutelteksten en enkele primaire bronnen in verband met staatsvorming, kommunalisme, het ontstaan van een ‘civil society’ en het parlementarisme, trachten we inzicht te krijgen in de regionale en historische variatie in lokale besturen en hun ontwikkeling op lange termijn.
Middeleeuwen: cultuurgeschiedenis In het eerste deel van de cursus maken we ons via de lectuur van primair tekst- en beeldmateriaal (vooral uit de Nederlanden) en van secundaire studies (vooral uit Gurevich en de Annalesschool) vertrouwd met de centrale categorieën – ruimte, tijd, kosmos, mens – van het middeleeuwse wereldbeeld in christelijk Europa. We hebben daarbij speciale aandacht voor (1) de toeëigeningsprocessen die werkzaam zijn bij de overname van de klassieke, joods-christelijke en arabische wortels van deze categorieën, (2) de dynamische interactie tussen ideële categorieën en concrete praktijken, en de evoluties en spanningen die in het netwerk van categorieën en praktijken aanwezig zijn, (3) de alteriteit waarmee het pre-moderne wereldbeeld ons confronteert. Een grondmotief dat in alle middeleeuwse cultuuruitingen resoneert, is de preoccupatie met de onzichtbare geestelijke wereld en daarmee samenhangend het problematische statuut van de zichtbare materiële wereld. In het tweede deel van de cursus belichten we dit grondmotief vanuit de studie van één specifiek thema waarin de ontmoeting tussen beide werelden op een prangende manier aanwezig is. Mogelijke thema’s zijn: de dood, de heilige, de profeet, het sacrale beeld.
Middeleeuwen: sociaaleconomische geschiedenis Het opleidingsonderdeel is opgedeeld in twee gedeeltes. In het eerste gedeelte worden fundamentele debatten in het historisch onderzoek naar de economische en sociale geschiedenis van de middeleeuwen aangesneden, nl.: 1. het ontstaan en de ontwikkeling van het hofstelsel in het middeleeuwse Europa; 2. de impact van de neo-Malthusiaanse visie op de groei van de middeleeuwse economie en op de crisis van de late middeleeuwen; 30 |
3. de impact van de marxistische visie op de groei van de middeleeuwse economie en op de crisis van de late middeleeuwen; 4. de impact van de Smithiaanse visie op de groei van de middeleeuwse economie en op de crisis van de late middeleeuwen; 5. recente ontwikkelingen in de verklaring van de middeleeuwse conjunctuur (van New Institutional Economics tot het gebruik van Chaostheorie). De studenten zullen per debat telkens een algemeen artikel of hoofdstuk lezen en hierover mondeling verslag uitbrengen. Verder zullen de debatten in groepsverband worden geduid met ontwikkelingen in de Nederlanden. In het tweede deel van het opleidingsonderdeel zullen studenten actief discussiëren over een meer gespecialiseerd onderwerp, met name organisatievormen van de handel in de late middeleeuwen (met bijzondere aandacht voor de introductie van nieuwe handelstechnieken). Aan de hand van bronteksten en de lectuur van twee gespecialiseerde artikels zullen de discussies gaan over fenomenen als de invloed van jaarmarkten en permanente markten, netwerkstructuren, technologische innovatie, de organisatie van handelsfirma’s, de impact van koopliedengilden enz. De studenten zullen individueel een korte discussietekst schrijven over een specifiek probleem aan de hand van een of twee wetenschappelijke studies en deze teksten afhankelijk van de omvang van de groep individueel of collectief voorstellen.
Nieuwe tijd: politiek en instellingen Deze cursus wil een brede status quaestionis van het domein van de politieke en institutionele geschiedenis van de nieuwe tijd voorleggen. De verschillende bestuursniveaus en hun variëteit aan politieke regimes worden in kaart gebracht. Bij de belangrijkste instellingen van de Lage Landen en in de grotere Europese staten wordt langer stilgestaan. Daarnaast gaat er heel wat aandacht naar de ruimere politieke cultuur: de wijze waarop men met politiek en macht omgaat en de manier waarop men erover denkt, theoretiseert en communiceert, zowel verbaal als niet-verbaal. Voor de dynamiek in het verhaal zorgen de huidige stand van het onderzoek en de discussies die momenteel aan de orde zijn.
Nieuwe tijd: cultuurgeschiedenis Deze cursus brengt aan de hand van een aantal capita selecta een overzicht van de cultuurgeschiedenis van de nieuwe tijd. Culturele persistentie en verandering worden daarbij beschouwd als complexe processen die niet los gezien kunnen worden van hun concrete maatschappelijke context. Speciale aandacht gaat daarbij uit naar de interactie tussen religie en cultuur. In concreto wordt gekozen voor de behandeling van een aantal topics die in het onderzoek van de laatste decennia sterk naar voor kwamen. Zo komen aan bod: het theoretisch kader met o.m. aandacht voor de problematiek van elite versus | 31
populaire cultuur en de inbreng van de historische antropologie; communicatie en cultuur, met speciale aandacht voor de rol van en de wisselwerking tussen diverse communicatieniveau’s; de problematiek van religieuze reformatie, disciplinering en confessionalisering en de weerslag daarvan op het culturele leven, confrontatie en ontmoeting tussen de ‘oude’ en de ‘nieuwe’ wereld. Al deze thema’s worden uitgewerkt aan de hand van een aantal representatieve artikels die door de docent ter beschikking worden gesteld. De lessen worden opgevat als een actief discussiecollege waarin de inzichten van de opgegeven literatuur worden besproken en geconfronteerd.
Nieuwe tijd: sociaaleconomische geschiedenis In deze cursus worden de grote lijnen van de economische transformaties op het platteland en in de stad – en de sociale gevolgen daarvan voor diverse bevolkingsgroepen – uiteengezet. Dat gebeurt vanuit een Europees perspectief, met dien verstande dat steeds comparatief wordt gewerkt en er uitgebreid aandacht is voor het niet-Europese kader. Centraal staan immers de structurele wijzigingen die van de late middeleeuwen af uitmondden in de industriële revolutie en de vraag waarom die industriële revolutie juist in Europa, eerder dan in andere regio’s van de wereld plaatsvond. Bij het behandelen ervan is aandacht voor de verwevenheid van de economische realiteit met andere maatschappelijke dimensies als arbeid, familie en consumptie. Thema’s als proto-industrialisering, geschiedenis van de techniek, handel en globalisering, de rol van de overheid, proletarisering en repressie, het economische denken en de relatie tussen stad en platteland komen uitgebreid aan bod.
Nieuwste tijd: politiek en instellingen Deze cursus vertrekt vanuit de vaststelling dat zowat alle politieke stromingen en regimes van de negentiende en twintigste eeuw minstens een ding gemeenschappelijk hadden, dat hen onderscheidde van de meeste politieke regimes tijdens het ancien régime: zij beriepen zich er alle op dat zij de uitdrukking waren van de wil van ‘het volk’ of van ‘de natie’. In die zin profileerden zij zich alle op de een of andere manier als ‘democratisch’, zelfs indien zij zich resoluut anti-parlementair opstelden. Een cruciaal onderscheid tussen deze regimes situeerde zich echter in de zeer uiteenlopende invullingen die zij aan begrippen als ‘volk’ en ‘natie’ gaven. Deze invulling kon meer of minder inclusief zijn – dat wil zeggen dat meer of minder leden van de bevolking effectief een aandeel kregen in de besluitvorming – en uitgaan van zeer verschillende criteria om leden van de natie te onderscheiden van niet-leden. Bovendien kon de mate variëren waarin men binnen de natie – die fundamenteel als een eenheid werd opgevat - een verscheidenheid aan visies of belangen tolereerde, of integendeel een steeds grotere homogenisering nastreefde. Vanuit dit perspectief worden in deze cursus de verschillende grote politieke projecten (liberalisme, socialisme, nationalisme, conservatisme, fascisme, 32 |
de welvaartstaat) van de negentiende en twintigste eeuw in en buiten Europa behandeld. Daarbij wordt telkens eerst aandacht besteed aan de theoretische en ideologische grondslagen, vervolgens aan de manier waarop deze een institutionele en een politiek-culturele vertaling kregen en aan de spanningen, de contradicties en de weerstanden die de confrontatie tussen theorie en praktijk teweegbracht. Bij dit alles zullen behalve de verschillen ook de gelijkenissen en continuïteiten die zich tussen deze verschillende politieke systemen voordeden, ruimschoots aan bod komen.
Nieuwste tijd: cultuurgeschiedenis De cursus wordt opgevat als een ‘overzichtsvak’ en behandelt dus thema’s uit de hele negentiende en twintigste eeuw, en uit verschillende regio’s. Er zal worden gestart met de periode van de Verlichting en geëindigd met de naoorlogse cultuur. De nadruk zal liggen op de Europese cultuurgeschiedenis (met wisselende geografische focus). Er zal evenwel expliciet aandacht worden besteed aan deze ‘verenging’ van het gezichtperspectief en aan de kritiek hierop vanuit recente intellectuele stromingen. Bovendien worden de studenten in de loop van de cursus in contact gebracht met belangrijke werken door toonaangevende cultuurhistorici van de afgelopen decennia. Ook belangrijke concepten en theorieën worden (gaandeweg) geïntroduceerd en geïllustreerd. De studenten worden ook gestimuleerd om na te denken over de hedendaagse cultuur. Concreet wordt de cursus opgebouwd rond volgende hoofdstukken: 1. La République des Lettres: de Verlichting (met klemtoon op Frankrijk); 2. Sturm und Drang: Romantiek (met klemtoon op Duitsland); 3. Victorianism: Burgercultuur (met klemtoon op Engeland); 4. Sezession. Fin-de-siècle, Jugendstil (met klemtoon op Wenen); 5. Futurismo e fascismo (met klemtoon op Italië); 6. East & West: cultuur en Koude Oorlog (met klemtoon op Amerika).
Nieuwste tijd: sociaaleconomische geschiedenis De cursus betreft de lange periode ca. 1750-ca. 2000, waarin de economie in een groot deel van de wereld evolueerde van pre-industrieel naar post-industrieel. De bedoeling bestaat erin inzicht te bieden in de dynamiek van de structurele veranderingen die zich in die periode op het economische en op het breed maatschappelijke vlak hebben voorgedaan. Daarbij gaat de aandacht uit naar een aantal specifieke thema’s zoals onder meer de economische groei en conjunctuur, de industrialisering en de verdere ontwikkeling van de industrie, de groeiende betekenis van de dienstensector (handel, bank- en financiewezen, transport, de overheid), de rol van de overheid in oeconomicis. | 33
Geschiedenis heeft met ‘tijd’, met ‘chronologie’ te maken. Dat leidt ertoe dat een beschrijvend overzicht van de sociaaleconomische evolutie een mooi beeld zou kunnen geven van de dynamiek die zich heeft afgetekend. Het kan echter geenszins de bedoeling zijn enkel een overzicht te brengen; het accent moet veeleer liggen op inzicht en op interpretatie. Het zou zelfs onmogelijk zijn, binnen het bestek van de cursus, een volledig en diepgaand overzicht te brengen van twee en een halve eeuw sociaaleconomische ontwikkeling. Daarom focust de cursus op de ontwikkeling van de westerse economie, maar steeds tegen de brede achtergrond van de wereldeconomie. Dat betekent dat ook de economische ontwikkeling in voormalige Oostbloklanden en de sociaaleconomische problematiek van landen-in-ontwikkeling in de bespreking aan bod komen. Het college wordt zoveel mogelijk interactief opgevat: de te behandelen thema’s bieden ongetwijfeld stof tot discussie. Bovendien wordt getracht aan de hand van teksten enkele grote debatten met betrekking tot de sociaaleconomische geschiedenis te belichten.
Levensbeschouwelijke vorming Levensbeschouwing Levensbeschouwelijke diversiteit is in de hedendaagse samenleving een feit en dit weerspiegelt zich ook aan de universiteit. Om met deze diversiteit om te gaan kiest de Universiteit Antwerpen voor actief pluralisme. Actief pluralisme wil recht doen aan het belang van levensbeschouwelijke ideeën en aan de plaats die ze in de openbare ruimte kunnen innemen. Levensbeschouwelijke ideeën blijven immers een belangrijke rol spelen in het morele bewustzijn en in het dagelijks oordelen en handelen van mensen, organisaties en samenlevingen. Actief pluralisme is zelf geen levensbeschouwing, maar een houding ten aanzien van (de eigen en andere) levensbeschouwingen. Het insisteert op een inhoudelijke dialoog binnen en tussen levensbeschouwingen en op een concreet engagement dat levensbeschouwingen als fenomeen, als overtuiging én als praktijk, ernstig wil nemen. Meer gedetailleerde informatie is beschikbaar via de website: www.ua.ac.be/pietergillis of via www.ua.ac.be/levensbeschouwing-vakbeschrijving
Je kiest voor minstens zes studiepunten keuzevakken
Je kiest voor ten minste zes studiepunten uit de lijst van keuzevakken. Wil je een ander opleidingsonderdeel opnemen, dan moet dit eerst door de Onderwijscommissie goedgekeurd worden. Hieronder wordt een selectie van de keuzevakken weergegeven. De overige keuzevakken kan je bekijken op de website.
34 |
Cultural History of the United States In dit opleidingsonderdeel krijgt de student een inzicht in de Amerikaanse samenleving. Zo komen onder meer immigratie, politieke instellingen, het juridische systeem en de buitenlandse politiek aan bod. Elke week wordt een hoofdstuk uit het historisch georiënteerde handboek gecombineerd met de bespreking van hete hangijzers in het Amerika van vandaag. Dagelijkse lectuur van de binnenland pagina’s in de New York Times is dan ook verplicht, net als de voorbereidende lectuur van het hoofdstuk dat in de les wordt behandeld. Het vak wordt gedoceerd in het Engels.
Debating Development This series of debates has the intention to open a window to some actual development topics at the interface between the North and the South. We want to offer a platform for reflection on current topics in the field of development to a broad public. Each topic is introduced on the basis of a presentation by a renowned speaker from the South or the North. A discussant sets the stage for further debate. This year’s edition marks the 10th anniversary of the Millennium Development Goals (MDGs). In 2001 the United Nations member states adopted a set of development goals, to be reached by 2015. Eradicate extreme poverty and hunger, achieve universal primary education, promote gender equality and empower women, … one cannot deny the ambitious character of the campaign. Although the first reaction was one of great enthusiasm, the public opinion soon responded with skepticism. The goals were believed to be far too unrealistic, and were used for purposes for which they were not designed. But where do we really stand after ten years? Jan Vandemoortele, our first keynote speaker and the main architect of the MDGs, will take us back to 2000 and will attempt to give us a better insight in the campaign. In the subsequent debates we take a closer look at the individual MDGs. Moreover, for this year’s edition, we include a lecture of Paul Collier, organized by the University Centre Saint Ignasius Antwerp (UCSIA). Paul Collier is the author of the book ‘The Bottom Billion’ and is one of today’s most influential development economists.
Ecologische Geschiedenis Ecologische geschiedenis bekijkt de geschiedenis vanuit de interactie tussen de mens en zijn natuurlijke omgeving. De cursus wil studenten bewust maken van het feit dat het menselijk handelen ook in het verleden een onuitwisbare stempel op landschap, fauna en flora heeft gedrukt, maar omgekeerd zelf ook steevast beïnvloed werd door de mogelijkheden, beperkingen en risico’s eigen aan een bepaalde natuurlijke setting. We gaan daarbij op zoek naar de historische wortels van hedendaagse milieuproblemen en trachten de problematiek van duurzame ontwikkeling in een langetermijnperspectief te kaderen. We analyseren zowel
| 35
langdurige continuïteit als opvallende breukmomenten in de relatie tussen mens en natuur, en streven daarbij naar inzicht in de wijze waarop het handelen van de mens in steeds toenemende mate de natuurlijke omgeving is gaan bepalen, en in de problemen die die verhoogde menselijke druk met zich mee heeft gebracht. De cursus is thematisch opgebouwd en laat de studenten kennismaken met de grote themata uit de ecologische geschiedenis, waaronder klimaatsverandering, energie, voeding, urbanisatie, natuurrampen, (stedelijke) vervuiling, visies op natuur en wildernis, waterbeheer en de relatie tussen economie en ecologie.
Geschiedenis van Centraal-Europa en de Balkan Chamberlain noemde het ooit ‘faraway countries of which we know little’. Vanuit westers perspectief bekeken, gaat het om een overgangszone waarin buitenlandse invloeden (Duitsers, Osmaanse Turken) een prominente rol hebben gespeeld. Tot in de negentiende eeuw is het een zone waarin imperia domineren. Hierin brengen de emancipatie, nationalisme, communisme en industrialisatie geleidelijk verandering. Tot slot volgen beschouwingen over de periode na de val van de Berlijnse Muur.
Geschiedenis van de islam Dit vak biedt (voornamelijk via hoorcolleges) een inleiding tot de geschiedenis van de islam vanaf de 7de eeuw tot heden. Daarbij is er vooral oog voor de historische diversiteit in de beleving van de islam (waarbij het voorbeeld van attitudes tegenover ‘homoseksualiteit’ als een voorbeeld doorheen de hele cursus wordt uitgewerkt). Er is ook ruim aandacht voor de politisering van de islam in de huidige internationale, politieke context, en de effecten daarvan op de omgang met het islamitische verleden. Concreet komen o.a. volgende thema’s en perioden aan bod: de profeet Mohammed en de Koran, de Rechtgeleide Kaliefen, het Ummayadische kalifaat, het Abbasidische kalifaat, theologische, filosofische en juridische stromingen binnen de islam (Sunni, Shi’a, Rechtsscholen, hervormingsbewegingen…), de Osmanen, het Orientalisme/imperialisme en de islam, de Europese islam.
Geschiedenis van de literatuur De doelstelling van deze cursus is een publiek van niet-specialisten duidelijk te maken waarom en in welke zin de ‘moderne literaturen’ een blijvend cultureel bezit vormen. De studenten maken concreet kennis met enkele belangrijke evoluties en kunnen zo meteen adequate vragen opdoen voor eventuele verdere persoonlijke verkenningen in de domeinen van hun voorkeur of keuze. Concreet worden vijf topics behandeld: hoofse en devote middeleeuwers, de vroege Renaissance, 17de-eeuwse poëzie, de 18de-eeuwse briefroman, de historische roman en de whodunit. De laatste lessen worden gereserveerd voor een overzicht van de 20ste-eeuwse roman en voor enkele recente bestsellers. 36 |
Geschiedenis van het christendom De cursus concentreert zich op de geschiedenis van de christelijke kerken vanaf de vroegchristelijke tijd tot en met de 20ste eeuw, met nadruk op de ontwikkelingen in Europa. Hij wil de student een inzicht bijbrengen in de evolutie van de kerk als instituut en in de geloofspraktijk van de gewone man en vrouw. Het spanningsveld tussen de officiële kerk en de geloofsbeleving aan de basis komt daarbij nadrukkelijk aan bod. De opbouw van de cursus is chronologisch.
Geschiedenis van het gedrukte boek In de geschiedenis van de westerse cultuur speelt het gedrukte boek een nauwelijks te overschatten rol. De cursus tracht deze rol aanschouwelijk te maken, en is rond drie aandachtspunten opgebouwd: 1) het boek als object; 2) een overzicht van de wijze waarop gedrukte informatie tot stand kwam, verspreid en gebruikt werd, en dit van de 15de tot de 20ste eeuw (productie, distributie en consumptie van het gedrukte boek); 3) een inleiding tot de boekgeschiedenis als historische discipline. Met deze bagage worden de studenten in staat gesteld om bewuster en kritischer om te gaan met de gedrukte informatie die ze in hun eigen onderzoeksopdrachten (seminarie-oefeningen, bachelorpaper, ...) zullen verwerken. De opgedane kennis kan hen ook oriënteren naar een boekhistorische masterscriptie. Voor studenten die denken aan een loopbaan in de bibliotheek of de uitgeverijsector, kan deze introductie een basis vormen voor bijkomende opleidingen.
Geschiedenis van Rusland en de Sovjet-Unie Dit overzicht van de Russische geschiedenis volgt vooreerst de opeenvolgende fasen van de staatsvorming: opkomst en verval van het Rijk van Kiev en de groei van het vorstendom Moskovië. Daarbij komt in toenemende mate de dialoog met de rest van Europa aan bod: de hervormingen onder Peter de Grote en Catharina II en de ambivalente verhoudingen in de negentiende eeuw. Vervolgens komen de Russische Revolutie en de Sovjet-Unie aan bod, vooral dan als uitingen van een streven naar moderniteit. Een nabeschouwing bekijkt de situatie in de postsovjettijd.
Theatergeschiedenis 1: van de oudheid tot de 18de eeuw In deze cursus wordt de evolutie van het verschijnsel theater bestudeerd in zijn brede maatschappelijk context in de oudheid (Griekenland en Rome) en in WestEuropa tijdens de middeleeuwen en in de vroegmoderne tijd. Zowel de teksten als de opvoeringspraktijk komen aan bod. De aandacht gaat daarbij o.a. uit naar de literaire aspecten, de dramatheorie, de enscenering, de theaters, de status van de acteurs, spektakelelementen, het publiek, de sociale context, alsook naar aanverwante verschijnselen als intreden, ommegangen en openbare feesten, het theater als propagandamiddel, in het onderwijs en als maatschappelijk en politiek uithangbord. | 37
Middeleeuws Frans In deze cursus worden een aantal tekstfragmenten uit de Franse Middeleeuwse literatuur gelezen, besproken en vertaald. Het is de bedoeling de student vertrouwd te maken met het Middeleeuws Frans enerzijds, met de middeleeuwse leefwereld, ethiek en esthetiek anderzijds. In de colleges worden de belangrijkste kenmerken van het Oudfrans aangeduid en wordt er gewezen op de concrete problemen die zich stellen bij de interpretatie van middeleeuwse Franse bronnen. Er wordt tevens aandacht besteed aan de werkinstrumenten (woordenboeken en grammatica’s).
Middeleeuws Latijn De bedoeling van dit vak is de studenten vertrouwd te maken met de taal waarin het merendeel van de historische bronnen uit de middeleeuwen zijn gesteld. In een algemene inleiding wordt het middeleeuws Latijn gesitueerd in de geschiedenis van de latiniteit en worden de voornaamste taalkenmerken toegelicht. Vervolgens worden capita selecta gelezen, vertaald en historisch geduid. Het betreft tekstfragmenten met een hoog historisch gehalte (bvb. de oudste teksten over onze gewesten of bronnen over het ontstaan van de universiteiten). De studenten maken tevens kennis met de voornaamste werkinstrumenten (inzonderheid woordenboeken).
38 |
Master Vanuit je bachelor geschiedenis kan je zonder meer doorstromen naar de master geschiedenis. Doorstromen kan zowel met een type-1 als met een type-2 programma. Het masterprogramma omvat 60 studiepunten, wat overeenkomt met één jaar studie: • theorie van de historische kennis (6 sp.); • historisch atelier (6 sp.); • meesterproef (24 sp.); • keuzevakken (24 sp.).
Schakelprogramma Voor studenten die al een bachelordiploma onderwijskunde, leraar secundair onderwijs, optie geschiedenis bezitten en het masterdiploma geschiedenis willen behalen, bestaat een schakelprogramma van 81 studiepunten dat toegang geeft tot de masteropleiding. Meer informatie vind je in de brochure ‘Geschiedenis, masteropleiding’ of op de website www.ua.ac.be/studiekiezer.
| 39
Verder studeren Specifieke lerarenopleiding: www.ua.ac.be/IOIW Je kan de lerarenopleiding volgen na je masteropleiding. De opleiding beperkt zich niet tot de vorming van studenten die willen gaan lesgeven. De voortdurende veranderingen in het sociale en economische leven hebben het fenomeen van de buitenschoolse vorming en opleiding – onder meer in de bedrijven zelf – in belang doen toenemen. Daarom wil de specifieke lerarenopleiding niet alleen in een vorming van toekomstige leraars voorzien, maar ook een algemene ‘vorming voor vormers’ aanbieden.
Master-na-masteropleidingen Op de webstek van de Universiteit Antwerpen kan je steeds een actueel overzicht vinden op www.ua.ac.be/studiekiezer.
40 |
Diploma op zak, wat nu? Dankzij het algemeen vormende karakter van de opleiding geschiedenis zijn de toekomstmogelijkheden voor afgestudeerde historici zeer ruim. Vroeger kwamen afgestudeerden geschiedenis bijna uitsluitend in het onderwijs terecht of in de wetenschappelijk-culturele wereld (musea, archieven, bibliotheken). Op dit ogenblik werkt een behoorlijk aantal in het hoger onderwijs (hogescholen én universiteiten). In het secundair onderwijs tref je historici aan in de functie van lesgever, bibliothecaris of directeur. Tegenwoordig trekken ook de ambtenarij en de bedrijfswereld meer en meer afgestudeerde historici aan. Niet je diploma, maar ook je persoonlijkheid bepaalt vandaag je toekomst. Universitairen met een brede algemene vorming, zoals historici, zijn minder kwetsbaar op de arbeidsmarkt omdat ze in een brede waaier van beroepen aan de slag kunnen. Er wordt wel van je verwacht dat je een speciale inspanning levert op het vlak van talenkennis, als je een baan wil buiten de traditionele sectoren. Recent onderzoek heeft uitgewezen dat historici momenteel, zowel in de nonprofit als in de profitsector werkzaam zijn. Buiten het onderwijs werken historici in publieke instellingen zoals archieven, instellingen voor monumentenzorg, gemeentelijke bibliotheken, in de diplomatie, bij het Europees Parlement, bij de Koning Boudewijnstichting, bij ziekenfondsen. Historici zijn vaak tewerkgesteld in allerlei politieke organisaties en op ministeries. In de profitsector vinden we historici vooral terug in journalistieke banen en uitgeverijen, in het bankwezen, in de verzekeringssector en in allerlei soorten bedrijven. Deze onvolledige opsomming onderstreept de algemeen vormende aard van de geschiedenisopleiding.
| 41
Alumni aan het woord Alumna Linda De Win, De Slimste Mens ter Wereld Dat men slim wordt aan de universiteit toont deze dame wel heel nadrukkelijk. Linda De Win, tv-journaliste en winnares van De Slimste Mens, studeerde geschiedenis in Antwerpen. “Ik heb zeer goede herinneringen aan mijn studie.” “Toen in mijn studententijd All the president’s men verscheen over het Amerikaanse Watergateschandaal, heb ik dat boek meteen gelezen. De onderzoeksjournalistiek van Bob Woodward en Carl Bernstein trok me meteen aan. Zoiets wilde ik ook doen.” Linda De Win trekt voor Villa Politica naar het Vlaams en federaal parlement, waar ze politici probeert te strikken voor de camera. “De dynamiek van Villa Politica is spontaan gegroeid. Ik heb gemerkt dat ik goed kan improviseren. Dat heeft me zelfvertrouwen gegeven. Je kan wel iemand op het oog hebben voor een interview, maar vooraf weet je nooit of het zal lukken.” Afgestudeerd: Geschiedenis (kandidaturen), 1976 Foto: © Vrt
42 |
Alumna Inge Schoups draagt zorg voor ons collectief geheugen Inge Schoups staat aan het hoofd van het Antwerpse stadsarchief, ondergebracht in het Sint-Felixpakhuis. “Een studierichting is een manier om naar de wereld te kijken en als je er een kiest waarin je gelooft, dan kom je er wel.” Toen Inge Schoups geschiedenis begon, wist ze niet meteen wat ze daarna wilde doen. En kijk, intussen deelt ze al twaalf jaar de lakens uit op het Antwerpse stadsarchief. Ze is er de blonde beschermvrouwe van twintig kilometer papier in rekken, bijna vijfhonderdduizend foto’s en ook opnames van toespraken, toneelstukken en filmmateriaal. Dat alles kun je er raadplegen, ruiken en betasten. Afgestudeerd: Geschiedenis (kandidaturen), 1976 Foto: Jan Jagers
| 43
Nuttige info bij de start van je studietraject Hoe verlopen de lessen? Voor de meeste vakken worden hoorcolleges georganiseerd. Je volgt in groep een uiteenzetting van de docent, al dan niet ondersteund door audiovisueel materiaal. Voor bepaalde vakken zijn er ook werkcolleges, waar de leerstof uit de hoorcolleges in kleinere groepen wordt uitgediept en ingeoefend. Als universiteitsstudent leer je zelfstandig, kritisch en probleemoplossend denken. Je bepaalt zelf je studietempo en bereidt tussentijdse evaluatiemomenten voor. Zo krijg je de nodige bagage en ontwikkel je de nodige creativiteit om een grote diversiteit aan problemen te behandelen. Dit heeft tot gevolg dat het bedrijfsleven voor de invulling van hogere functies de voorkeur geeft aan universitairen. De digitale leeromgeving Blackboard speelt in deze context een grote rol. Opdrachten worden via dit medium doorgegeven en interactief verwerkt en je kan docenten te allen tijde om feedback vragen. Het contact met professoren en assistenten is niet altijd even intens als met je leerkrachten in het secundair onderwijs, maar je wordt allerminst aan je lot overgelaten. Wanneer je zelf het initiatief neemt om hulp te zoeken, zijn deze mensen zeker bereid een antwoord of oplossing te formuleren voor je vragen of problemen. Het uitgebreide gamma aan begeleidingsmogelijkheden wordt verderop in deze brochure besproken.
Studieprogramma en creditbewijzen Het academiejaar is opgedeeld in twee semesters. Aan het eind van elk semester leg je examens af van de opleidingsonderdelen die op dat moment afgewerkt zijn. De examens van het eerste en het tweede semester vormen samen de eerste zittijd. Als je niet voor alle opleidingsonderdelen een creditbewijs hebt behaald in de eerste zittijd, krijg je nog een kans tijdens de tweede zittijd op het einde van augustus en in het begin van september. Door de flexibilisering in het hoger onderwijs bestaan er geen studiejaren meer. Wel worden modeltrajecten voorgesteld. Als je voor een modeltraject kiest, rond je een bacheloropleiding (180 studiepunten) af in 3 jaar tijd: 60 studiepunten per jaar. Om te slagen voor het examen van een opleidingsonderdeel moet je ten minste 10 op 20 behalen. Als dat lukt krijg je een creditbewijs: een erkenning van het feit dat je de studiepunten verbonden aan dat opleidingsonderdeel verworven hebt. Je slaagt voor een opleiding als je creditbewijzen behaalt voor alle opleidingsonderdelen van de opleiding. Indien je niet alle creditbewijzen van je studieprogramma behaalt, kan je (soms) toch verder met je studie. Je komt dan in een geïndividualiseerd traject terecht. Je traject moet dan goedgekeurd worden door je faculteit. 44 |
Bovendien werden voorwaarden vastgelegd die de volgorde waarin je kan inschrijven voor opleidingsonderdelen bepalen. Dit noemt men volgtijdelijkheid. Dankzij de nieuwe bachelor-masterstructuur en het flexibiliseringssysteem heb je als student meer keuzemogelijkheden gekregen om je studieprogramma in te vullen. In elke faculteit adviseren studietrajectbegeleiders je over de samenstelling van je programma en over de aangeboden keuzemogelijkheden. Het is belangrijk voldoende vooruitgang te boeken in je studietraject en in een redelijke tijd je diploma te behalen. Daarom heeft de Universiteit Antwerpen een systeem van studievoortgangbewaking en -begeleiding opgezet: de faculteit zal je studieprestaties volgen en kan je bindende voorwaarden opleggen wanneer je niet de helft van de studiepunten van het goedgekeurde studieprogramma hebt behaald. Het volledige onderwijs- en examenreglement vind je terug op www.ua.ac.be/OER.
Leerkrediet Het leerkrediet werd in het leven geroepen om je te stimuleren om een doordachte studiekeuze te maken. Het is een maatstaf voor studiesucces en studievoortgang en kan gevolgen hebben voor jouw recht op verder studeren en jouw sociale statuut als student. Daarom is het belangrijk om doordacht te kiezen, je in te zetten voor je studie en ook administratief tijdig met alles in orde te zijn. Meer informatie vind je ook op www.ua.ac.be/studiepunten.
Hoe werkt het leerkrediet? Elke student krijgt 140 studiepunten bij zijn eerste inschrijving aan de universiteit. Voor elk opleidingsonderdeel waarvoor je inschrijft wordt je leerkrediet verminderd met de overeenkomstige studiepunten. Enkel wanneer je slaagt voor dat opleidingsonderdeel, komen die studiepunten er terug bij. Studiepunten waarvoor je gedelibereerd wordt, dit wil zeggen geslaagd verklaard hoewel je er geen creditbewijs voor behaalde, komen niet terug bij je leerkrediet. Dit kan in je nadeel zijn wanneer je een bijkomende master wil behalen.
Voor wie? Het leerkrediet is van toepassing op alle studenten die zich inschrijven met een diplomacontract voor een bachelor- of masteropleiding en voor alle inschrijvingen met een creditcontract.
Verkeerde keuze gemaakt? Indien je voor de eerste keer in het hoger onderwijs in Vlaanderen voor een bacheloropleiding bent ingeschreven en je van opleiding wenst te veranderen, | 45
voorzien de overheid en de universiteit maatregelen om het verlies van leerkrediet te beperken. Deze zijn afhankelijk van de data van uit- en inschrijving. Informeer je tijdig.
Bonus van 60 studiepunten De overgang van secundair naar hoger onderwijs loopt niet altijd even vlot. Daarom heeft de overheid een maatregel ingebouwd om hieraan tegemoet komen. Zo krijg je de eerste 60 studiepunten die je verwerft dubbel terug.
Opleiding afgewerkt? Na het behalen van je bachelordiploma, behoud je je leerkrediet. Als je een masterdiploma behaalt, wordt het startkapitaal van 140 studiepunten van je saldo afgetrokken. Als je studietraject perfect is verlopen, heb je dan nog 60 studiepunten over.
Onvoldoende leerkrediet Als je geen of een negatief leerkrediet hebt, mag de instelling voor hoger onderwijs je inschrijving weigeren. Als je onvoldoende studiepunten hebt voor de opleiding of het programma waarvoor je wilt inschrijven, kan de universiteit je inschrijving beperken tot het aantal studiepunten waarover je nog beschikt. Aan de Universiteit Antwerpen wordt géén verhoogd inschrijvingsgeld gevraagd. Je hebt wel van de betrokken faculteit de toelating tot inschrijven nodig en deze zal in de meeste gevallen je studieprogramma beperken. Het aantal studiepunten dat je opneemt via je inschrijving en het aantal studiepunten waarvoor je credits behaalt via de examens is dus belangrijk!
Ombudspersoon Tijdens de examens kan je met problemen (bijvoorbeeld in verband met de examenregeling, uitstel van een examen, onderbreking of definitief stopzetten van examens of een conflict met een docent) terecht bij de ombudspersoon van je opleiding. De ombudspersoon zorgt ervoor dat het onderwijs- en examenreglement correct wordt opgevolgd en bemiddelt tussen studenten en docenten. Hij of zij is ook aanwezig bij de deliberatie en kan, op basis van verzachtende omstandigheden zoals ziekte of ongeval, je zaak bepleiten. Je kan de gegevens van jouw ombudspersoon terugvinden op Blackboard. De centrale ombudspersoon is prof. Patrick Cras. Hij treedt op als bemiddelaar bij geschillen tussen studenten en personeelsleden die het niveau van de faculteit overschrijden. De contactgegevens van de centrale ombudspersoon kan je ook terugvinden op Blackboard.
46 |
Studiebegeleiding Overgang van het secundair onderwijs naar de universiteit Aan de universiteit ben je meer dan ooit verantwoordelijk voor jezelf. De manier waarop je studeert en het academiejaar indeelt moet je aanpassen aan je persoonlijk studeervermogen. Deze vaardigheid onder de knie krijgen is voor een ‘eerstejaarsstudent’ niet altijd eenvoudig. Je wordt immers tegelijkertijd geconfronteerd met een aanzienlijke hoeveelheid leerstof en met een examensysteem waar je geen ervaring mee hebt. De medewerkers van het netwerk Studieloopbaanbegeleiding kunnen je helpen. Bij hen kan je het hele academiejaar terecht voor studiebegeleiding.
Studentenbegeleiding De Dienst voor Studieadvies en Studentenbegeleiding is er om je te helpen vanaf het moment dat je je voor het eerst inschrijft tot op het moment waarop je je diploma in handen krijgt. Zowel individuele begeleiding als groepstrainingen behoren tot de mogelijkheden. •
•
•
•
•
Onze medewerkers staan voor je klaar met informatie en advies over studeren in het hoger onderwijs. Ze beantwoorden je vragen over de opleidingen, het onderwijs- en examenreglement, het leerkrediet enzovoort. Met specifieke vragen, bijvoorbeeld over je individuele studieprogramma of over vrijstellingen, kan je terecht bij de studietrajectbegeleider van je faculteit. Een studiekeuze maken is makkelijker gezegd dan gedaan. Samen met een studentenbegeleider kan je aan de hand van gesprekken meer zicht krijgen op je persoonlijkheid, capaciteiten en interesses en de opleidingen die daarbij passen, al dan niet in het kader van heroriëntering. Oefeningen uit het werkboek ‘Kijk op Kiezen: stappenplan voor studie- en beroepskeuze’ kunnen je hierbij helpen. Een studentenbegeleider kan je ook begeleiden in het aanscherpen van je studievaardigheden (hoe verwerk je grote hoeveelheden leerstof, hoe maak je een schema, hoe maak je goede notities, …) en het maken van realistische studieplanningen om je uitstelgedrag tegen te gaan. Ook wanneer je geconfronteerd wordt met persoonlijke problemen die je studies belemmeren (faalangst, rouwverwerking, relatieproblemen, …) kan je terecht bij een studentenbegeleider die samen met jou nagaat welke hulp je het best kan gebruiken. Als student met een functiebeperking kan je bijzondere faciliteiten aanvragen voor onderwijs en/of examens, indien je beschikt over een geldig attest. Je kan je aanvraag indienen via www.ua.ac.be/functiebeperking. Het is belangrijk dit tijdig te doen! Meer informatie vind je in de folder ‘Studeren met een functiebeperking’. | 47
•
• • •
Studenten die sport of kunst beoefenen op een hoog niveau kunnen eveneens bijzondere faciliteiten aanvragen voor onderwijs en/of examens. Aanvragen van topsporters worden beoordeeld door de Sportcommissie, die van de kunstbeoefenaars door de Commissie Cultuur. Meer informatie vind je op www.ua.ac.be/sportenkunst of in de folder ‘Studeren met een topsport- of kunstbeoefening’. Wie geen diploma secundair onderwijs bezit en minimum 25 jaar is, kan met onze hulp toch een aanvraag tot inschrijving indienen. We kunnen je ook helpen in je zoektocht naar jobs die passen bij je persoonlijkheid, capaciteiten en interesses, en geven zelfs nuttige sollicitatietips. Ook als je wil verder studeren, kan je bij ons terecht voor informatie. Wil je eerder verworven competenties (EVC) laten erkennen? Contacteer dan de EVC-coördinator voor informatie, een adviesgesprek en het opstarten van de procedure. Meer informatie vind je op www.ua.ac.be/evc.
Je kan op elke campus bij een studentenbegeleider terecht. Informatie en afspraken verlopen steeds via het Studenten Informatie Punt (STIP): T +32 3 265 48 72,
[email protected]. Neem ook een kijkje op de website: www.ua.ac.be/studentenbegeleiding.
Studietrajectbegeleiding Voor specifieke vragen over je individuele studieprogramma, vrijstellingen en andere kan je terecht bij de studietrajectbegeleider van je faculteit. Zijn of haar contactgegevens vind je op www.ua.ac.be/contactpersonenslb.
Vakspecifieke begeleiding Met vragen over of problemen met één van je cursussen kan je steeds terecht bij de professor die deze cursus doceert of bij zijn of haar assistent. Gewoon even langslopen of een e-mail schrijven: je zal merken dat je snel geholpen wordt. Voor bepaalde vakken worden extra groepssessies georganiseerd, om de besproken theorie uit hoorcolleges toe te lichten en in oefeningen toe te passen. Bij deze sessies is vooral de wisselwerking tussen studenten en begeleider belangrijk: je kan hulp vragen waar je vastloopt, je begeleider houdt rekening met de gekende knelpunten van de cursus en je krijgt nuttige tips voor de studie van de leerstof.
Taalbegeleiding: academisch Nederlands Op het ‘Monitoraat op maat’ kan je terecht voor gratis ‘Taalondersteuning Academisch Nederlands’. Tijdens individuele sessies helpen taaldocenten je met je taalvragen. Voor specifieke taalbehoeften worden er contactmomenten in kleine groep georganiseerd. Eigen werkstukken en studiemateriaal kunnen dan besproken worden. Meer informatie vind je op www.ua.ac.be/monitoraatopmaat
48 |
Studeren in het buitenland De Universiteit Antwerpen neemt actief deel aan de Europese uitwisselingsprogramma’s zoals Erasmus. Elk jaar studeert een aanzienlijk grote groep studenten één semester aan een buitenlandse universiteit. In het kader van het Erasmus-programma heeft de Universiteit Antwerpen samenwerkingsakkoorden gesloten met heel wat universiteiten in West- en Centraal Europa. Maar de Universiteit Antwerpen kijkt verder dan Europa. Op bilaterale basis (buiten het kader van Erasmus) werden wereldwijd uitwisselingsprogramma’s uitgewerkt. In het kader van internationale ontwikkelingssamenwerking kan je met een beurs een aantal maanden in een ontwikkelingsland studeren. Je studieperiode aan één van de buitenlandse partneruniversiteiten wordt erkend als onderdeel van je studie aan de Universiteit Antwerpen. Meer info: www.ua.ac.be/dis (Dienst Internationale Samenwerking).
| 49
Hoe bereik je gemakkelijk onze campussen? Op www.ua.ac.be/route kan je de wegbeschrijving naar onze campussen terugvinden.
Met de fiets Onze campussen zijn gemakkelijk te bereiken met de fiets. Meer en meer studenten kiezen voor dit transportmiddel. Je kan je op deze manier immers snel verplaatsen. Op elke campus staan verschillende fietsparkings ter beschikking van de studenten.
Met de bus of de tram Voor informatie over dienstregelingen en algemene inlichtingen kan je bellen naar De Lijn Info: 070 220 200. Voor informatie over abonnementen kan je in Antwerpen terecht op: +32 3 218 14 11. De website van De Lijn beschikt over een routeplanner die voor jou je reis van deur tot deur met bus, tram en/of trein uitstippelt: www.delijn.be.
Met de trein Voor informatie over reiswegen, dienstregelingen en vertrek- en aankomsttijden kan je terecht op www.b-rail.be.
Met de auto Alle campussen beschikken over ruime parkings, behalve de Stadscampus. Wens je toch in de buurt van de Stadscampus te parkeren, volg dan de blauwe parkeerroute ‘Meir Universiteit’. Parkeren in Antwerpen is echter niet gratis! Meer informatie op www.parkereninantwerpen.be.
Waar situeert zich jouw campus? De opleiding geschiedenis wordt georganiseerd op de Stadscampus, Prinsstraat 13, 2000 Antwerpen.
50 |
Merkksem Mer
Eilandje Park Spoor Noord
Dam
MAS
Campus Paardenmarkt
Stadscampus Roosevelt plaats
Linkeroeever
Stadscentrum
Borg Bor gerhout Centraal Station
ANTWERPEN ANTWER Zuid Zurenbor nborg nbor g
Berch cheem Kiel
Nachtegalen chtegalen park
Campus Middelheim
Middelheim museum
Hobokken Hobo
Campus Groenenborger
MOR MO RTSEL
Campus Don Bosco Hoboken
Wilrijk
Campus Drie Eiken
HO EDEGEM M | 51
Infomomenten Studie-informatiedagen De studentenbegeleiders en medewerkers van de Universiteit Antwerpen nemen jaarlijks deel aan de netoverschrijdende studie-informatiedagen (SID-in’s). Deze worden per provincie georganiseerd op initiatief van het Ministerie van Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap en de Centra voor Leerlingenbegeleiding.
Open lesdagen Tijdens de krokusvakantie van het secundair onderwijs organiseert de Universiteit Antwerpen open lesdagen. Tijdens de open lesdagen kan je twee soorten lessen volgen: de meelooplessen en de proeflessen. In de meelooplessen sluit je je aan bij de studenten van de bachelor eerste jaar, terwijl de proeflessen speciaal ingericht worden voor leerlingen van het secundair onderwijs. Meer informatie en inschrijven via www.ua.ac.be/openlesdagen.
Open campusdagen Op 17 maart en 28 april 2012 organiseert de Universiteit Antwerpen open campusdagen voor leerlingen van het secundair onderwijs. Naast een algemene en een opleidingsspecifieke infosessie kan je aan de infostanden cursussen inkijken en een aantal brochures verkrijgen. Je krijgt de gelegenheid om vragen te stellen en ook een persoonlijk gesprek is mogelijk. Vooraf inschrijven is niet nodig. Meer informatie vind je op www.ua.ac.be/opencampusdagen.
Infomarkt Twijfel je in september nog over je studiekeuze, of wil je graag bevestiging van je keuze? Dan kan je terecht op de infomarkt op 5 september. Bachelor-, schakel-, master- en master-na-masterprogramma’s komen aan bod, alsook flexibel studeren en avondonderwijs. Aan de infostanden kan je cursussen inkijken, brochures verkrijgen en bijkomende vragen stellen aan de medewerkers van de opleidingen en de studentenbegeleiders. Vooraf inschrijven is niet nodig. Meer informatie vind je op www.ua.ac.be/infodagen.
Wil je ook de brochure van een andere opleiding inkijken? Of wil je alvast de masteropleiding beter leren kennen? Vraag dan een brochure aan via www.ua.ac.be/brochures of bij het Studenten Informatie Punt (STIP).
52 |
Nuttige contactgegevens Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Geschiedenis Stadscampus Grote Kauwenberg 18 - Lokaal D.319 2000 Antwerpen T +32 3 265 42 95
Studietrajectbegeleider Kathlijn Pittomvils, lokaal D.S.036 T +32 3 265 45 74
| 53
54 |
| 55
56 |