COMMISSIE WELSTAND EN MONUMENTEN WEST 2004-2 Verslag van de honderdelfde openbare vergadering, gehouden op dinsdag 20 januari 2004, in de Regentenzaal, Zwaansteeg te Utrecht Aanwezig:
P. Vermeulen (voorzitter), G. Andela (lid), J. van den Bout (lid), P. Kilsdonk (lid), B. Mispelblom Beyer (lid), G. Smienk (lid), J. Koning (secretaris), J. van Haaften (uitvoerend secretaris) en I. Bakhuis (verslag). Afwezig: A. van Herk (lid) _____________________________________________________________________________
OVERZICHT VERSLAG A.
Ingekomen stukken en mededelingen
B.
Notulen Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 6 januari 2004
C.
Algemeen
D. D0 D1
Planbespreking Parkwijk-Noord Vleuterweide deelplan 1.2 – 1.3
D2 D3 D4
Terwijde Terwijde, scherf 7 Het Zand
D5
Vleuten, Torenplein
E.
Overige bouwplannen Plannen met positief preadvies, lijst d.d. 15 januari 2004
F. F1 F2
Nagekomen plannen Parkwijk, Vuurvlindersingel Molenpolder 116-118
G.
Rondvraag en sluiting
Voorzieningencentrum I. Stedenbouwkundig plan (en handelwijze vrije kavels; doorgeschoven) II. Aanvraag voor 11 bruggen III. Nieuwbouw 126 woningen, v.o., Puur arch. IV. Nieuwbouw 121 woningen, v.o., Duinker & v.d. Torre V.Nieuwbouw 87 woningen v.o., atelier Kingma & v. Mameren VI. Nieuwbouw 126 woningen, v.o., Molenaar & v. Winden Aanleg van 12 bruggen Nieuwbouw 191 woningen, v.o., Hans Been arch. Bouw van 37 bruggen en duikers, vrijstellingsaanvraag Uitbreiding van Torenpleinschool (basisonderwijs), v.o.
keimen gevel en diverse kleine wijzigingen Aanvraag reclame winkelcentrum
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 20 januari 2004
A.
Ingekomen stukken en mededelingen Bouwfonds Fortis heeft de commissie uitgenodigd voor een werkbezoek aan Terwijde. De commissie reageert positief. Een en ander zal worden gecombineerd met een commissievergadering die dan zal worden gehouden bij het Informatiecentrum.
B.
Notulen Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 6 januari 2004 De notulen worden met een aantal wijzigingen vastgesteld.
C.
Algemeen Geen.
D. D0.
Bouwplannen Parkwijk Noord Voorzieningencentrum; aanpassing bouwplan m.b.t. oostgevel winkelcentrum Aanvraag: Ontwerp: AWG Architecten Architect De Ruyter geeft een toelichting. De oostgevel van het winkelcentrum, tegenover het Groene Sticht, herbergt de entrees van de bovengelegen woningen en de expeditieruimten van twee supermarkten. Deze gevel vormt tevens de zijgevel van de supermarkten. De frontgevel van de supermarkten ligt aan de doorgang aan de westzijde. Het oorspronkelijk ontwerp onderscheidde de gemetselde gevels van de woningen en de transparante gevel van de voorzieningen, uitgevoerd in metaal en glas. De supermarkten hebben bezwaar tegen een transparante zijgevel, omdat deze de inrichtingsmogelijkheden van de winkel beknot. Verschillende alternatieven zijn onderzocht, maar er is vastgehouden aan de beoogde transparantie van de plint, waarin de algemene functies zijn ondergebracht. Metselwerk is dan ook uitgesloten. Zo'n oplossing is bovendien sterk graffitigevoelig. Ook de optie van matglas is afgevallen. Matglas is vandalismegevoelig en aan vervanging zijn hoge kosten verbonden. Het plaatsen van geperforeerde platen achter de glaspanelen biedt de mogelijkheid om bij een toekomstige functiewijziging terug te grijpen op het oorspronkelijk ontwerp. Dit is echter een dure oplossing en het ligt niet voor de hand dat in de toekomst een frontgevel zal ontstaan in deze straat. Uiteindelijk is gekozen voor de toepassing van glas met een donkere, geperforeerde opdruk in combinatie met plaatmateriaal waar lichtgekleurd geperforeerd materiaal voor wordt geplaatst. Waar mogelijk – is de transparantie instandgehouden. Dit betreft met name de personeelsruimte. De commissie betreurt het dat de transparantie van de gevel niet kan worden gehandhaafd, maar erkent dat de supermarkten zich weinig aan die transparante opzet gelegen zullen laten liggen. Het is dan ook een goede keuze een oplossing te zoeken die tegemoetkomt aan de wensen van de supermarkten, zonder het oorspronkelijk ontwerp te zeer aan te tasten. Geperforeerd plaatmateriaal ontmoedigt graffiteurs. De gekozen oplossing wordt goedgekeurd, met dien verstande dat de architect in overweging wordt gegeven te kiezen voor donkerkleurig plaatmateriaal, ondanks mogelijke beheersmatige consequenties. Een donkere tint verschaft het geheel meer raffinement en geeft de wand tegenover het Groene Sticht een minder gesloten karakter dan de lichte, zilverachtige tint.
D1.
Vleuterweide, deelplan 1.2 – 1.3 I. Toelichting op het stedenbouwkundig plan voor deelplan 1.2 – 1.3. Supervisor Vollmer geeft een toelichting op het stedenbouwkundig plan. De beantwoording van vragen van de commissie is in de weergave verwerkt. De deelplannen 1.2 en 1.3 vormen het hart van Vleuterweide. Het gebied is laaggelegen en waterrijk en omgeven door singels. In het zuidelijk deel van deelplan 1.2 ligt het scholencluster, bestaande uit enkele scholen met bijbehorende voorzieningen. Voor dit cluster is een eigen stijl gezocht. Rondom dit scholencluster wordt een tuinstedelijke sfeer gecreëerd, als overgang naar het singelgebied. In het noordoostelijk deel van deelplan 1.2 wordt een aanzet gegeven tot gestapelde bouw, die zich in de toekomst zal voortzetten in de richting van het station ten noorden van het deelplan. Deze gestapelde bouw geeft zicht op het toekomstige winkelcentrum aan de overzijde van de verkeersweg. Deelplan 1.3 is kleinschaliger van opzet. Een beeld-kwaliteitplan is besproken in het kwaliteitsteam. Hierin is onderscheid gemaakt tussen de bebouwing aan weerszijden van de singels en de invulling van middengebied. Dit onderscheid komt mede tot uitdrukking in retroachtige
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 20 januari 2004
2
bebouwing langs de singels, in een neutrale kleurstelling met rode dakbedekking. Voor de hedendaagse bebouwing van het middengebied is een range pasteltinten samengesteld, in combinatie met grijze dakbedekking. Verschillende opdrachtgevers ontwikkelen ieder een deel van het deelplan. Zij hebben zich aan het beeld-kwaliteitplan geconformeerd. Via een laan met bomen in het midden van het gebied wordt het langzaam verkeer grotendeels afgewikkeld. Voor de woonstraten wordt de gebruikelijke parkeernorm toegepast (1,3 inclusief reserve voor huur- en huurkoopwoningen en 1,6 inclusief reserve voor koopwoningen). Hier wordt zo veel mogelijk eenzijdig geparkeerd. Het pleintje in deelplan 1.3 blijft autovrij. De watergangen zijn bevaarbaar voor kano's en roeiboten en beschaatsbaar. Met het ontwerp van de bruggen wordt hiermee rekening gehouden. De bebouwingsdichtheid in de deelplannen 1.2 en 1.3 is hoger dan die in deelplan 1.1., maar het type bebouwing en de aanwezigheid van waterlopen suggereren een ruime opzet. De commissie benadrukt dat de samenhang tussen de afzonderlijke bouwplannen en de overgang naar aangrenzende gebieden de nodige zorg en aandacht vereist. Bij de behandeling van de afzonderlijke ontwerpen zal op die samenhang worden ingegaan. Voor de beoordeling van bouwplannen voor de vrije kavels worden stringente voorschriften ontwikkeld, vergelijkbaar met een beeld-kwaliteitplan. Met het oog op de overladen agenda wordt de bespreking van de randvoorwaarden aangehouden tot een volgende vergadering.
II. Aanvraag voor 11 bruggen BV2035156 (1 brug) Aanvraag: GEM Vleuterweide BV 2035157 (7 bruggen) Ontwerp: Atelier Dutch (voorheen TKA) BV 2035158 (3 bruggen) Ontwerper Egert licht toe dat voor deelplan 1.1 een typologie van bruggen is ontwikkeld voor snelverkeer, langzaam verkeer en een combinatie van beide. Deze typologie wordt in de deelplannen 1.2 en 1.3 voortgezet. Er is gezocht naar een niet te expressieve, terughoudende vormgeving. De toog heeft voldoende hoogte om de bevaarbaarheid en beschaatsbaarheid van de watergangen te garanderen. De getrapte randen van de betonnen toog geven de bruggen een slanke uitstraling. Op het betonnen brugdek worden stalen balustrades geplaatst, gemoffeld in een lichte tint. De houten reling krijgt een natureltint. De aanlanding op de oever is zo vlak mogelijk gehouden. Op bruggen voor gecombineerd verkeer worden verkeersstromen gescheiden door een buis. De commissie heeft waardering voor de zorgvuldige en elegante uitwerking. Voor de bruggen voor langzaam verkeer wordt een prefab betonnen brugdek toegepast. Deze vereist een extra ondersteuning. De commissie accepteert deze als noodzakelijk en vindt het een goede keuze om die ondersteuning niet in kolommen, maar in de vorm van zorgvuldig gedetailleerde schijven uit te voeren. Het ontwerp wordt goedgekeurd. III. Nieuwbouw van 126 woningen, v.o. Aanvraag: Portaal Ontwikkeling Ontwerp: PUUR Het bouwplan heeft betrekking op deelplan 1.2, in het gebied ten westen en ten zuiden van de scholencluster, achter de singelwoningen. Architect De Roos heeft de sfeertekening "dorps wonen" niet vertaald in een retroachtig woningtype, maar is uitgegaan van het sociaal functioneren van woningen in een dorpse stedenbouwkundige ruimte. Onder meer worden verblijfsfuncties zo veel mogelijk aan de straatzijde van de woningen gesitueerd. Het plan bestaat uit een aantal blokjes en omvat zowel sociale huurwoningen als koopwoningen. Het onderscheid hierin uit zich in volume en detaillering, maar de woningtypen hebben een duidelijke samenhang. Waar de achterzijde van de woning grenst aan een doorgaande straat die deelplan 1.1. met deelplan 1.2 verbindt, zijn de hoeken dichtgemaakt om te voorkomen dat bewoners hun privacy afschermen met allerhande schuttingen. In de directe omgeving van de school bestaat de erfafscheiding uit een gemetselde muur van 80 cm, waarop een scherm wordt geplaatst. De mate van transparantie en de materialisering daarvan zijn nog in discussie. Elders bestaat de erfafscheiding uit hagen van verschillende hoogte. Het ontwerp voor een dakkapel aan de achterzijde wordt aangeboden als optie. Het plan wordt uitgevoerd in een gele tint.
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 20 januari 2004
3
Van de zijde van het GEM wordt toegelicht dat voor Vleuterweide groene overgangen van privé- naar openbare ruimte wordt nagestreefd. Erfafscheidingen in de vorm van hagen worden bij de bouw gerealiseerd. Hierop is een onderhoudsregeling van toepassing voor de duur van drie tot vijf jaar. Deze is onderdeel van de koop- of huurovereenkomst. De commissie heeft waardering voor het ontwerp, al is het gewenst meer eenheid in de gevel aan te brengen door de sterke contrasten tussen de donkere onderbouw en kozijnen en de gele opbouw te verzachten. De dichtgebouwde hoeken van enkele blokjes zijn een verbijzondering, die niet wordt ingegeven door de typologie van het bouwblok, maar door de ligging aan doorgaande straten. Dit type verbijzondering zou dan moeten doorgetrokken naar soortgelijke situaties elders in het deelplan. De behandeling van voorliggend ontwerp is de eerste in een reeks bouwplannen voor dit deelplan. De commissie is bezorgd over de samenhang tussen de bouwplannen. Met name het contrast met het aangrenzende bouwplan van Molenaar en Van Winden (plan D1-VI) is een punt van zorg. Dit contrast zal nog worden versterkt als uitvoering wordt gegeven aan de optionele dakkapellen. Het harde contrast tussen naast elkaar liggende bouwplannen heeft geen stedenbouwkundige betekenis. Een zorgvuldige afstemming op supervisorniveau in overleg met de ontwerpers moet de concepten dichter bij elkaar brengen. In afwachting van de resultaten daarvan wordt een uitspraak over voorliggend ontwerp aangehouden. IV. Nieuwbouw van 121 woningen, v.o. Aanvraag: Portaal Ontwikkeling Ontwerp: Duinker van der Torre Architect Salomons licht het ontwerp voor het binnengebied van deelplan 1.3 toe. Het plan heeft betrekking op het pleintje en de omliggende oost-westgeoriënteerde dwarsstraten en bestaat uit sociale huurwoningen, koopwoningen, seniorenappartementen en een groepswoning voor gehandicapten kinderen. De woningen aan het plein bestaan uit drie lagen en vormen een strakke wand, met verbijzonderingen aan de achterzijde. Het appartementengebouw aan het pleintje heeft iets terugliggende balkons, om een te sterke vermenging van openbare en privé-ruimte te voorkomen. Voor de straten zijn verschillende typen woningen ontworpen. Deze kennen een standaardinvulling van twee lagen, met variaties in de toevoeging van een dakverdieping. De plattegronden maken verschillende indelingen mogelijk. De woningen worden opgetrokken uit lichtgele baksteen. Oranjeachtige lichtgebogen keramische dakpannen zorgen voor een goede overgang van het dak op de gevel. De kleine voortuinen, met een diepte van circa 1,60 meter zijn van de openbare ruimte afgescheiden door een haag, waarop de onderhoudsregeling van toepassing is. De straten hebben alleen een functie voor bestemmingsverkeer en zijn goed in te richten als speel- en verblijfsruimte. Het contrast tussen de monumentale bebouwing aan het plein en het eenvoudige, bijna saaie, maar duidelijke gevelbeeld langs de straten, spreekt de commissie aan. Zij beoordeelt het plan in opzet positief. Het plan geeft een rustig beeld en is zorgvuldig gedetailleerd. In het algemeen dwingen de variaties op het thema respect af, maar de flauwe dakhelling in combinatie met de toevoeging van een kleine vliering aan de sociale huurwoningen geeft noch deze woningen, noch het straatbeeld meerwaarde. De architect wordt in overweging gegeven van deze toevoeging af te zien. Het stedenbouwkundig plan voorziet erin dat zo veel mogelijk eenzijdig wordt geparkeerd, maar voor deze straten zijn aan weerszijden parkeerplaatsen ingetekend. Hierdoor worden voetgangers naar de woningen gedrongen, waardoor het bestaansrecht van de buitenruimte aan de voorzijde in het geding komt. Teneinde het beoogde straatbeeld intact te houden, moeten eisen worden gesteld aan de inrichting van de voortuintjes en aan de overgang van voortuin naar trottoir. In de stedenbouwkundige doorwerking verdienen de parkeeroplossingen aandacht.
V. Nieuwbouw van 87 woningen, v.o. Aanvraag: Portaal Ontwikkeling Ontwerp: Kingma en Van Mameren Architect Van Mameren is aanwezig voor een toelichting. Het plan omvat drie appartementengebouwen in het noordoostelijk deel van deelplan 1.2. De twee meest
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 20 januari 2004
4
noordelijk gelegen blokken liggen tegenover elkaar en herbergen ieder 31 huurwoningen. Het derde blok bestaat uit koopwoningen. Aan de noordzijde van het hoofdvolume van ieder blok is een kleiner volume geplaatst, dat zich qua vorm, materialisering en kleur onderscheidt. Deze toevoeging vormt een buffer tegen geluidsoverlast van de verkeers- en HOV-route. De balkons worden afwisselend voor de slaapkamer en voor de woonkamer geplaatst. De materialisering bestaat uit metselwerk in combinatie met aluminium beplating in een profiel. De uitwerking daarvan is in studie. Over de inrichting van het binnengebied, waar parkeerplaatsen worden gerealiseerd, vindt overleg plaats met een landschapsarchitect. Budgettaire overwegingen maken aanpassingen van de plannen mogelijk noodzakelijk. Het stedenbouwkundig plan voorziet in gestapelde bouw langs de verkeersroute. Dit bouwtype zal ten noorden van het deelplan worden voortgezet. De drie monumentaal vormgegeven gebouwen liggen dicht bij de kleinschaliger bebouwing in de omgeving. Door deze naar de bocht van de weg te verplaatsen, zou de ruimte ten opzichte van de woonstraten worden vergroot en zouden de appartementengebouwen minder overheersend zijn. De inrichting van het parkeerterrein verdient verbetering, teneinde de gebruikswaarde van deze ruimte te vergroten. Het bijvolume aan de noordzijde van het zuidelijke appartementengebouw openbaart zich als een hoge rug en zou een barrière kunnen vormen voor de noordelijker gelegen gebouwen. Het onderscheid tussen het hoofdvolume en de daartegen geplaatste schijf zou minder zwaar moeten worden aangezet. In de sterke verschillen in materiaalgebruik, plastiek en volumes zou meer rust moeten worden gebracht. Er zijn duidelijke keuzen gemaakt in de toepassing van donkere en lichte materialen, samenhangend met de oriëntatie op de zon, maar een eigen uitstraling van de noord-, west- en oostgevel zou het ontwerp kunnen versterken. In deze vorm wordt het plan niet goedgekeurd. De commissie vindt nader stedenbouwkundig onderzoek wenselijk. Dit zou moeten resulteren in een verzachting van de confrontatie van deze grootschalige gebouwen met de aangrenzende kleinschalige woonstraten. Ook in architectonisch opzicht verdient het plan nadere studie, teneinde te komen tot een soberder en rustiger beeld. VI. Nieuwbouw van 126 woningen, v.o. Aanvraag: Amvest Ontwerp: Molenaar en Van Winden Voor de woningen achter de singels van deelgebied 1.2 wordt een tuinstedelijke sfeer nagestreefd. In de visie van architect Molenaar laten hedendaagse woonvormen zich goed combineren met de traditionele bouw van een tuinstad. Het ontwerp laat een samenspel zien van verticale en horizontale lijnen. De erkers zijn georiënteerd op de middagzon en zorgen voor contact van de verblijfsruimten in de woningen met de straat. Eindwoningen van de blokken zijn verbijzonderd met een topgevel. Woningen in het goedkopere segment hebben geen erker, maar een golvende luifellijn. Eenduidigheid in dakhellingen en materiaal- en kleurgebruik dragen bij aan de eenheid. Het gemetselde gevelvlak wordt opgebouwd uit een genuanceerde baksteen. Voor de gemetselde vensterbanken is een lichtere tint gekozen. Op zichzelf verstaat een tuinstedelijk milieu, waarin een eigentijdse vertaling wordt gegeven van de bouwstijl uit de jaren dertig, zich goed met de voorgestelde architectuur langs de singels. Echter, de commissie is bezorgd over het sterke contrast met het ontwerp van PUUR (plan D1-III). Voordat een uitspraak over beide ontwerpen wordt gedaan, dienen de conceptuele uitgangspunten van beide plannen dichter bij elkaar gebracht te worden, om de eenheid in de architectonische uitwerking van de stedenbouw te waarborgen. Die opzet gaat uit van een scholencluster in een eigen stijl en een tuinstedelijke omgeving die overgaat in het singelgebied. Op supervisorniveau zal aan abstrahering, materiaalbehandeling en kleurgebruik richting moeten worden gegeven, waarbij het beeld-kwaliteitplan in het oog wordt gehouden. Overigens bestaat de indruk dat het ontwerp van Molenaar en Van Winden de stedenbouwkundige uitgangspunten nauwkeuriger volgt dan het ontwerp van PUUR. Beide ontwerpen oogsten in zichzelf waardering, maar een combinatie van beide is in de stedenbouwkundige context niet acceptabel. Ook opdrachtgevers worden uitgedaagd dit signaal op te pakken en tot overeenstemming te komen over de conceptuele opzet.
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 20 januari 2004
5
D2
Terwijde Aanleg van 12 bruggen BV2034367 Aanvraag: Gemeente Utrecht, Projectbureau Leidsche Rijn Ontwerp: Richard J. Dietrich, München (winnaar prijsvraag) (Zie ook notulen 25/11 2003) Eerder heeft de commissie gevraagd om een nuancering van het ontwerp voor de bruggen, met name waar het gaat om de zware brughoofden. Bij dit proces zijn ook andere bruggen in Terwijde betrokken. Geconcludeerd is dat voorrang moet worden gegeven aan het stedenbouwkundig principe van groene overgangen van de spoorzone naar het eiland en het park. Het ontwerp is in die zin aangepast dat de gemetselde landhoofden laag worden gehouden en ondergeschikt zijn aan de horizontale relingen van de brug. Waar een brug landt op een kade, wordt voorrang gegeven aan de continuïteit van de kadelijnen. De commissie is van oordeel dat de eerder gemaakte opmerkingen op overtuigende wijze zijn verwerkt. De bruggen voegen zich goed in het landschap. De commissie keurt het ontwerp goed.
D3
Terwijde, scherf 7 Nieuwbouw van 191 woningen, v.o. Aanvraag: Bouwfonds Fortis en Bo-ex Ontwerp: Hans Been Architecten Architect Been zet uiteen dat een eenvoudige, lineaire opzet is gekozen in de lengterichting van het eiland. De rijen woningen met kap vormen gesloten blokken. Qua stijl en materialisering zijn de sociale huurwoningen, sociale koopwoningen en koopwoningen vergelijkbaar, zodat het onderscheid in prijsklassen niet te sterk tot uiting komt. De woningen variëren in hoogte en volume. Enkele typen hebben een inpandige garage. De eindwoningen van ieder blok zijn verbijzonderd in de vorm van meer bouwhoogte, een vooruitspringend volume of de toevoeging van een garage. De erkers aan de voorzijde van de woningen bieden de mogelijkheid de buitenruimte bij de leefruimte te betrekken. De langwerpige bakstenen benadrukken de horizontaliteit van het ontwerp. De dakbedekking wordt uitgevoerd in antracietkleurige gebakken pannen. De houten kozijnen worden geschilderd in een lichte tint. Een dakkapel wordt als optie aangeboden, uitsluitend voor de achterzijde van de woningen. De ontsluitingswegen liggen rondom het eiland, waardoor in het midden een autovrije, groene kern kan worden gerealiseerd. Parkeervoorzieningen voor bewoners worden in het gebied gerealiseerd, bezoekers parkeren aan de buitenrand. Het plan dwingt respect af door zijn rust, eenvoud en evenwicht. Ten westen van dit eiland worden ligplaatsen voor woonboten aangelegd. Woonboten vragen ook een programma op de wal, waardoor een enigszins rommelig beeld kan ontstaan. Het verdient de voorkeur een deel van de parkeerplaatsen naar de wal toe te brengen en deze in de voorzieningen ten behoeve van de woonboten te integreren. Aan de zijde van de woningen kunnen dan langsparkeerplaatsen worden gerealiseerd. De groene uitstraling van de laan in het midden van het gebied zou kunnen worden benadrukt door de dwarsstraten zo veel mogelijk achterwege te laten. De architect wordt uitgedaagd zodanige parkeervoorzieningen te ontwerpen, dat het plantsoen in het noordoostelijk deel van het plan autovrij kan blijven en als beëindiging van de groene zone kan worden beschouwd. Verlegging van dit plantsoen is wellicht een optie. De horizontale belijning van de gevelplinten is overtuigend, maar deze wordt verstoord door de deuren van de inpandige parkeergarages. Een toekomstige uitbreiding op de garages van de hoekwoningen is ongewenst. In het bestemmingsplan kan zo'n opbouw worden uitgesloten. Het aanbrengen van dakkapellen aan de voorzijde van de woningen is bestemmingsplantechnisch niet uit te sluiten. Op eventuele bouwaanvragen voor dakkapellen aan de voorzijde zou moeten worden geanticipeerd. Een variatie in ontwerpen voor de woonboten aan de westoever van het eiland zou het contrast met de strakke belijning van de woningen kunnen versterken. De commissie zou graag zien dat een beeld-kwaliteitplan wordt opgesteld, dat een variëteit aan ontwerpen voor woonboten mogelijk maakt, zonder de onderlinge eenheid te verstoren. De opdrachtgever licht toe dat de haalbaarheid van het realiseren van woonboten thans wordt onderzocht. Vervolgens zal een opdracht aan een architect worden verstrekt
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 20 januari 2004
6
voor het ontwerp van een of meer typen woonboten. Hierover vindt afstemming plaats met de supervisor en met de architecten van de aangrenzende bouwplannen. De commissie keurt het ontwerp in opzet goed. De doorwerking wordt afgewacht. De voorzitter verlaat de vergadering. De heer Kilsdonk neemt het voorzitterschap op zich. D4
Het Zand Bouw van 37 bruggen en duikers, vrijstellingsaanvraag BV2035677 Aanvraag: Gemeente Utrecht, Projectbureau Leidsche Rijn Ontwerp: Hans Ebberink Wijzigingen in de stedenbouwkundige opzet van Het Zand hebben tot gevolg dat meer bruggen worden aangelegd dan aanvankelijk gepland en gebudgetteerd. Budgettaire beperkingen brengen met zich mee dat moet worden gezocht naar een eenvoudige en efficiënte constructie voor de bruggen. Enige haast is geboden, omdat de voorbereiding van de aanleg van de bruggen moet worden meegenomen in het bouwrijp maken van het gebied. Ontwerper Ebberink vraagt een uitspraak van de commissie over de voorgestelde constructies. Uitgewerkte ontwerpen komt in een volgend stadium aan de orde. De idee is bruggen aan te leggen op die plaatsen waar de waterlopen breed zijn of waar de zichtlijnen de aanleg van een brug wenselijk maken en elders te kiezen voor duikers. De bruggen bestaan uit een betonnen brugdek met houten leuningen in diverse varianten. Om de vereiste hoogte voor de bevaarbaarheid van waterlopen te garanderen, kent het brugdek een zekere helling. Als referentiebeeld worden de bruggen in het Amsterdamse Bos genoemd. De Commissie Openbare Ruimte heeft uit oogpunt van onderhoud geen bezwaar tegen houten brugleuningen. Weliswaar vragen deze een jaarlijkse schilderbeurt, maar de kosten hiervan liggen lager dan het onderhoud van roestvrijstalen elementen die tweemaal per jaar moeten worden geborsteld. Voor de duikers wordt een stalen damwand aangebracht die wordt bekleed met metselwerk in natuursteen. De onderdoorgang voldoet aan de eisen van bevaarbaarheid. Het profiel van de fietssnelweg is 9 meter breed en de fietssnelweg kent alleen flauwe bochten om het predikaat snelweg te kunnen waarmaken. Een vlak brugdek past hierin. Uitgangspunt is de betonnen banden van de fietssnelweg te laten doorlopen in het brugvlak. Voor deze brug wordt een afzonderlijk ontwerp gemaakt. De commissie kan zich vinden in de voorgestelde sobere constructie. De houten leuningen van de bruggen en de beëindiging daarvan vragen een verdere uitwerking, waarbij vooral aandacht dient te worden besteed aan raffinement en subtiliteit. Gestreefd dient te worden naar een zo ijl mogelijke uitstraling van de betonnen brugranden. Er is een goede oplossing gevonden voor de bekleding van de duikers. Deze verstaan zich goed met de bruggen en passen in het landschap. De commissie heeft er geen bezwaar tegen de gestrektheid van de fietssnelweg te onderbreken, waar de snelweg het water kruist. In een volgende commissievergadering zal nader van gedachten worden gewisseld over de detaillering van het ontwerp van bruggen en duikers. Ook zal het ontwerp voor de gehele fietssnelweg nog apart aan de orde komen.
D5
Vleuten, Torenplein Nieuwbouw van Torenpleinschool (basisonderwijs), v.o. Aanvraag: BCOU Ontwerp: Meeder Architectenbureau Voor de aanpassing van het centrum van Vleuten heeft de afdeling Stedenbouw stedenbouwkundige uitgangspunten geformuleerd. Deze vloeien voort uit de ligging van Vleuten aan de Leidsche Rijn en het Leidsche Rijn Park en voorzien erin het landelijke karakter door te trekken naar het centrum. De panden aan het Torenplein moeten zich presenteren als autonome objecten, waarvan de uitstraling direct is gerelateerd aan de functie. Architect Christensen ontwerpt een multifunctioneel gebouw voor het plein. De situering daarvan is nog niet definitief vastgesteld. Ook het programma ligt nog niet vast. Onder meer wordt gedacht aan de toevoeging van een horecafunctie en/of een bibliotheekvoorziening. Ook voor de noodzakelijke uitbreiding van de Torenpleinschool geldt dat deze zich moet voegen in het totale beeld van het plein, als een eigenstandig volume met een eigen gezicht en uitstraling. Architect Meeder licht toe dat de uitbreiding bestaat uit vier leslokalen en een speellokaal. Tevens voorziet het plan in de herinrichting van de bestaande school. De
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 20 januari 2004
7
aanbouw wordt door middel van een tussenlid verbonden aan de school. De twee leslokalen op de begane grond hebben een eigen buitenruimte, de twee leslokalen op de verdieping krijgen een dakterras en een glazen pui verbindt het speellokaal met de buitenruimte achter het tussenlid. Overwogen wordt de aanbouw te voorzien van een eigen entree, waardoor deze ruimte een functie kan vervullen in activiteiten in de avonduren. De ligging tussen de nadrukkelijk gedetailleerde monumentale school en het gebouw van Christensen vraagt een eenvoudig en terughoudend ontwerp. Het nieuwe volume kent een eenduidige vorm, en wordt uitgevoerd in een plint van donkere bakstenen met metalen frames, waarin glas is aangebracht. De keuze is gemaakt de detaillering te beperken tot de binnenzijde van het volume. Het tussenlid is zo licht mogelijk gehouden. Het Torenplein roept het beeld op van een brinkachtige omgeving, maar door de ligging van de gebouwen weert het plein verkeer af. In stedenbouwkundig opzicht vraagt dit nog aandacht. De symmetrie in het zorgvuldig vormgegeven schoolgebouw wordt door het tussenlid verstoord. De commissie vraagt aandacht voor een terughoudender en geraffineerder aansluiting op dit gebouw. De uitbreiding zou een losstaand element in de omgeving moeten zijn en kan nog aan zelfstandigheid, abstractie en luchtigheid winnen. Als mogelijkheid wordt genoemd het gemetselde kader achterwege te laten dan wel de glazen geven voor het metselwerk uit te laten springen. Een aangepast plan wordt afgewacht. De commissieleden Andela en Mispelblom Beyer verlaten de vergadering. E.
Overige bouwplannen Deze plannen op de lijst d.d. 15 januari 2004 zijn met een preadvies van de secretaris aan de commissie voorgelegd. De leden van de commissie hebben besloten de advisering over te nemen. De betreffende plannen met een positief preadvies verdragen zich voldoende tot de directe omgeving, voldoen op zichzelf aan redelijke eisen van welstand (wat betreft materialisatie, detaillering en kleurstelling). Derhalve gaat de commissie met deze plannen akkoord.
F F1
Nagekomen plannen Parkwijk, De Tuinen Vuurvlindersingel 24, het keimen van een gemetselde gevel en verwijderen van gevelelementen Aanvraag: onbekend Ontwerp: onbekend Het bouwplan is reeds gerealiseerd. Het betreft een vrijstaande woning, die echter in een hecht ensemble is geplaatst. De gevelwijziging is bouwvergunningplichtig en de afdeling Bouwbeheer heeft een aanschrijving doen uitgaan. De commissie is van oordeel dat de gekozen uitvoering niet voldoet aan redelijke eisen van welstand omdat de eenheid van het ensemble wordt verstoord. Vanuit het stedenbouwkundig plan is hier de door de architect van het bouwplan gerealiseerde samenhang in het beeld vereist. De zeer afwijkende uitvoering van één woning levert een rommelig beeld op en schept een ongewenst precedent. Hierdoor wordt de kwaliteit van de omgeving aangetast.
F2
Marelaan 10 Bouwen van een opbouw op een garage BV2035586 Aanvraag: Ramaekers Ontwerp: De Kruijf Op de bestaande garage naast het huis wordt een verdieping met kap voorgesteld. De kap sluit direct onder het achtergeveldakvlak (van het woonhuis) aan op het woonhuis. De afdeling stedenbouw heeft negatief geadviseerd. De Commissie is van mening dat een dergelijke opbouw in sommige gevallen mogelijk kan zijn, maar heeft bezwaren tegen de architectonische uitwerking in dit geval. Zo is de aansluiting van beide daken zeer ongelukkig. Bovendien verstoort het naar achter doorsteken van de opbouw het profiel van het bouwblok. De Commissie adviseert derhalve negatief.
F3
Molenpolder 116-118
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 20 januari 2004
8
Reclame bij winkel in winkelcentrum Veldhuizen Aanvraag: H. van Velzen Ontwerp: Reklet Groep Het betreft plaatsing van twee lichtbakken aan de gevel en plaatsing van 6 banieren op openbare grond in het profiel van de Heldammersingel. De Commissie is van mening dat de voorgestelde plaats van de banieren het karakter van de singel aantast en adviseert negatief. De Commissie heeft geen bezwaren tegen de lichtbakken, die onopdringerig aan de terugliggende gevel van de begane grond worden geplaatst. G.
Rondvraag Geen. De volgende vergadering is vastgesteld op 3 februari 2004.
De voorzitter,
De secretaris,
P. Vermeulen
J. Koning
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 20 januari 2004
9