COMMISSIE WELSTAND EN MONUMENTEN OOST 2004 - 23 Verslag van de tweehonderdzevenentachtigste vergadering, gehouden op dinsdag 14 december 2004 in de Regentenzaal, Zwaansteeg te Utrecht. Aanwezig:
Afwezig:
De voorzitter, P. Vermeulen, de leden G. Andela, M. van Goor, D. Lambert, K. Ottenheym en R van Wylick, B. van Santen (afd. Monumenten), W. Smits (afd. Stedenbouw), J. Koning (secretaris),Th. Hilhorst (uitvoerend secretaris) en I. Bakhuis (verslag). V. Yanovshtchinsky (lid).
OVERZICHT VERSLAG A.
Ingekomen stukken en mededelingen
B.
Notulen Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 30 november 2004
C.
Algemeen
D. D1 D2 D3 D4 D5 D6 D7 D8 D9 D10 D11 D12
Bouwplannen Lucasbolwerk Provence/Normandië/Henegouwen Draaiweg 61 Groenestraat Hogelanden WZ 32 Vinkenburgstraat 15 Weg naar Rhijnauwen 12 Stadsbuitengracht, Zocherplantsoen t.h.v. Lucasbolwerk Jachtstraat 4-6 Koekoeksplein 8bis Prof. Ritzema Boslaan 30 Maliesingel 38
E. E1 E2
Nagekomen plannen Ingen Houszstraat 8 Noordersluis 53 en 55
F.
Overige bouwplannen Plannen met preadvies, lijst d.d. 09-12-2004
G. G1
Reclames Oudenoord 2
H.
Rondvraag en sluiting
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 14 december 2004
A.
Ingekomen stukken en mededelingen Van de Stichting Singelgebied Utrecht is een zienswijze ontvangen met betrekking tot de bouw- en monumentenaanvragen voor de bouw van een ondergrondse parkeergarage aan het Lucasbolwerk (zie agendapunt D1).
B.
Notulen van de Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 30 november 2004 Het verslag wordt met een enkele wijziging vastgesteld.
C.
Algemeen Geen
D. D1 (B)
Bouwplannen Lucasbolwerk (rijksmonument) BV2035490 Behandeling bouw- en monumentenaanvragen voor de bouw van een ondergrondse parkeergarage en fietsenstalling met bijbehorende voorzieningen, zoals hellingbanen, stijgpunten, lichtschacht en ontluchtingsrooster; + behandeling inrichtingsplan buitenruimte Lucasbolwerk Aanvraag: Gemeente Utrecht Ontwerp: IBU/OSO Afgezien van de zienswijze van de Stichting Singelgebied Utrecht, zijn er meer zienswijzen ontvangen. Deze konden nog niet naar de commissie worden doorgeleid en worden in een volgende vergadering besproken. In deze vergadering zal de commissie zich daarom beperken tot een voorlopige reactie op de voorgelegde plannen. De voorzitter wijst erop dat de commissie zich niet uitspreekt over nut en noodzaak van de parkeergarage; dit is een politieke afweging. De commissie beperkt zich in haar advies tot het ontwerp en de inpassing in de omgeving. Projectleider Kooij licht toe dat er een afzonderlijke vergunningaanvraag is ingediend voor de wegversmalling aan het Lucasbolwerk, waarmee een ruimtewinst voor het park wordt bereikt van circa 3 meter. Ook als een bouwvergunning voor de bouw van de garage zou worden geweigerd, is het gewenst die versmalling te realiseren. Een afzonderlijke vergunningaanvraag betreft het buiten werking stellen van kabels en leidingen. Deze zullen niet worden verwijderd, omdat ze in de loop der jaren verstrengeld zijn geraakt met het wortelstelsel van bomen. Vanwege milieubezwaren zijn de hellingbanen verplaatst ten opzichte van het oorspronkelijke ontwerp. Een en ander is nog niet verwerkt in de maquette. De heer Kipp (afdeling Monumenten) zet uiteen dat is getracht twee opdrachten in het ontwerp te integreren: het herstel van het monumentale Zocherplantsoen en de bouw van een parkeergarage. De opzet van het Zocherplantsoen is leidend geweest voor het ontwerp en de positionering van de parkeergarage en biedt weinig speelruimte; er is voortdurend getoetst op de consequenties van het ontwerp voor het park. Het park kent een drieledige opzet: de zone langs de stadsgracht, de oude vestingswal en de bolwerkheuvel. Die drieledigheid is in de loop der jaren vertroebeld; op open plekken zijn bomen toegevoegd die de relatie tussen open en gesloten delen van het park hebben verstoord. Het oorspronkelijk ontwerp wordt in ere hersteld. In het ontwerp van het park zijn de lengterichtingen benadrukt. Met de toevoeging van de Stadsschouwburg, in 1940, is een dwarsrelatie met de stad gelegd, die de lengterichtingen van het park doorbreekt. Het aantal bomen dat moet wijken voor de ondergrondse werkzaamheden is tot een minimum beperkt. Deels betreft het bomen die worden verwijderd in het kader van het herstel van het park. De ventilatieroosters van de garage zijn gesitueerd op onopvallende plaatsen op de bolwerkheuvel, nabij een niet-toegankelijk deel van het park aan de zijkant van de Stadsschouwburg. Ten opzichte van het oorspronkelijk ontwerp is de lichtkoepel op de schacht verkleind. Er is rekening gehouden met de wens om ontwerpelementen eenvoudig en bescheiden uit te voeren en de relatie met het park te zoeken in natuurlijke materialen. De inrit naar de fietsenstalling sluit qua positionering en vormentaal aan bij de HOV-baan. Op grond van milieueisen maakte de oorspronkelijke positionering van de hellingbanen voor auto's bouwkundige voorzieningen noodzakelijk, die de integratie met het park belemmerden. Daarom is ervoor gekozen de in- en uitrit in elkaars verlengde te plaatsen in de straatzone, buiten het park. De oorspronkelijke stadsmuur is in dit gebied niet aangetroffen; bij de aanleg van het park is de muur waarschijnlijk uitgegraven. Het is niet
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 14 december 2004
2
aannemelijk dat hiervan toch nog resten worden gevonden, maar mocht dat gebeuren, dan zullen tijdens de uitvoering praktische oplossingen worden gezocht. Zowel in de financiële als in de tijdsplanning is rekening gehouden met de uitvoering van archeologisch onderzoek. Architect M. Haring licht toe dat de ronde vorm van de ondergrondse garage een stevige constructie garandeert, zonder dat hiervoor zware wanden nodig zijn. Door de benodigde draaicirkel ontstaat in de middenkern een vide, die aan de bovenzijde wordt afgedekt met een dak van structurele beglazing, waardoor de daglichttoetreding in de garage is gewaarborgd. De glaskoepel zal bestaan uit een beloopbare gladde glasplaat, zonder profielen, zodat er geen vuilophoping plaatsvindt. Kitvoegen worden tot een minimum beperkt. Onderin de parkeergarage eindigt de hellingbaan met een begeleidende arcade. De kern wordt dan trapsgewijs aflopend aangelegd. Het water stroomt op deze wijze in een waterbassin. De opbouwen van de stijgpunten hebben glazen gevels die bekleed worden met verticale houten stijlen. Het dak wordt afgedekt met groen koper. Conclusie De commissie heeft waardering voor de zorgvuldige voorbereiding van het plan en voor de wijze waarop het ontwerp in de omgeving is ingepast. Aandacht wordt gevraagd voor een logische afwikkeling van in- en uitrijdend fiets- en autoverkeer. Wellicht kan de situatie met fysieke maatregelen worden verduidelijkt. De commissie benadrukt dat de monumentale status van het Zocherplantsoen is gebaseerd op het artificiële, cultuurhistorisch ontwerp. Die opzet dient leidend te zijn voor de restauratie en mag niet teniet worden gedaan door het plantsoen om te vormen tot een semi-natuurlijk Kromme Rijnlandschap. Met de geometrische vormen van de ondergrondse garage is beoogd het wortelstelsel van bomen niet te verstoren. Voorkomen dient te worden dat de ondergrondse vormen zich op termijn op maaiveld aftekenen. Zo nodig moeten scharnierende overgangsplaten worden aangebracht. Voor de volgende vergadering (d.d. 11/01 2005) zal dit agendapunt weer opgevoerd worden voor verdere planbeoordeling, inclusief de behandeling van de ingediende zienswijzen. D2 (O)
Provence/Normandië/Henegouwen Behandeling principeplan voor wijziging entrees en galerijen woongebouwen en het maken van een parkeerdek Aanvraag: Stichting Bo-Ex Ontwerp: ME.X Architects (Zie notulen d.d. 20/05 2003) In mei 2003 is een principeplan behandeld. Architect Stedehouder vertelt dat dit plan naar aanleiding van opmerkingen van de commissie, maar ook op andere gronden is aangepast. De opdracht, de gemeenschappelijke entrees herkenbaarder te maken, is uitgegroeid tot de aanpak van het gehele complex, waarin ook het schilderwerk, de vormgeving van de hekwerken en de overgang met het groene binnengebied zijn betrokken. Voorgesteld wordt een dek aan te brengen met taluds, trappen en een hellingbaan. Hierdoor wordt een glooiende overgang van het groene binnengebied naar het parkeerdek gerealiseerd, en wordt een autoloze straat gecreëerd. Openingen in het dek zorgen voor daglichttoetreding en ventilatie. De parkeerruimte wordt afgesloten met schanskorven. Thans liggen de entrees van de woningen in een nis. Deze worden vervangen en extra aangeduid met een luifelconstructie van gepatineerd zink. De balkons van de studentenwoningen op de koppen van het complex worden voorzien van witte, geperforeerde hekwerken. De balustrades van de balkons van de appartementen worden uitgevoerd in glas. Conclusie De commissie kan zich vinden in de intentie van het plan, maar de vanzelfsprekendheid ontbreekt nog. Het maaiveld wordt losgeknipt van het verhoogde dekniveau. Voor wie zich van het dek naar het maaiveld begeeft, ontstaat een onwerkelijke situatie, waarvan het de vraag is of dit een verbetering is ten opzichte van de bestaande situatie. De overgang tussen het maaiveldniveau en het dek is te abrupt. In de doorwerking zal meer samenhang moeten worden gecreëerd tussen beide niveaus. Het ontwerp dient in totaliteit te worden beschouwd, ook vanuit het perspectief van de voetganger. Een vereenvoudiging van het ontwerp zou beide niveaus natuurlijker in elkaar laten overlopen, waardoor het geheel een toegankelijker en uitnodigender karakter krijgt. Te denken is aan een luie trap of taluds
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 14 december 2004
3
lopend tot aan het nieuwe dek. De commissie stemt in met de voorgestelde materiaalbehandeling en kleurstelling; daarin wordt een kwaliteitsverbetering bereikt. D3 (B)
Draaiweg 51 BV2045053 Behandeling principeplan verbouw en uitbreiding schoolgebouw tot ateliers, horecaruimte en woonruimte Aanvraag: SWK Kunsthuisvesting Ontwerp: AIV Architecten en ingenieurs (Zie notulen 27/01 2004) Architect Vollmer licht toe dat het oorspronkelijke plan in opzet onveranderd is gebleven, maar op detailpunten is aangepast. De atelier- en galerieruimte wordt aan de voorzijde ontsloten. De bestaande bordestrap wordt gehandhaafd en geeft toegang tot de ateliers op de eerste verdieping. Deze zijn gelegen aan een rondgang. De bestaande noodtrappen in de nissen aan de achterzijde worden binnen het pand verplaatst en de nissen worden dichtgemaakt met glas. De hierdoor ontstane ruimte krijgt een verkeersfunctie, waardoor een rondgang mogelijk wordt. De entrees van de appartementen liggen aan de achterzijde van het gebouw, aan het binnenterrein. Op de tweede verdieping worden vijf appartementen gerealiseerd. Een penthouse ligt gedeeltelijk binnen de kap en gedeeltelijk in de aan te brengen uitbouw aan de achterzijde. De uitbouw wordt transparant vormgegeven, in glas met metalen of betonnen dakranden in een lichte tint. De twee appartementen op de flanken krijgen een inpandig balkon. Verder wordt voorzien in nieuwe uitgebouwde dakkapellen in het voordakvlak. Conclusie In opzet is het ontwerp begrijpelijk en te appreciëren, maar de uitbouw roept vragen op. Er is geen duidelijke keuze gemaakt tussen het doorzetten van het basisvolume en het toevoegen van een autonoom element. Wellicht moet ervoor worden gekozen de twee lagen van elkaar los te snijden en de eerste laag te laten aansluiten bij het bestaande volume en de tweede laag als autonome toevoeging te behandelen. In de ontwerpfase zal een visie moeten worden ontwikkeld op zonwering en klimaatbeheersing. Het is een goede keuze om de dakkapellen vorm te geven als glazen doosjes die over de gevel heen steken. Deze toevoegingen kunnen in de dakgoot rusten, maar mogen de dakgoot niet doorsnijden. Een zorgvuldige detaillering van de dakkapellen wordt afgewacht. Geadviseerd wordt de openingen voor de loggia's in de kap aan de achterzijde te verkleinen, zodat een groter dakvlak resteert. Een verdere uitwerking van het plan wordt afgewacht.
D4 Groenestraat (voormalig WKZ-terrein) (Ont) Behandeling nieuwbouwplan voor appartementen met een ondergrondse parkeervoorziening Aanvraag: BAM Vastgoed Ontwerp: Würdemann Koningen Groenendaal (Zie notulen 30/11 2004) Architect Groenendaal heeft op de opmerkingen gereageerd met enkele ingrepen in de voorgevel en de kap. De oproep de voorgevel een vriendelijker uitstraling te geven is vertaald in een vergroting van de openingen in de gevel. Ook is er meer eenheid gebracht in de gevel, zodat een rustiger beeld ontstaat. De parcellering wordt geaccentueerd door de penanten. Overwogen wordt het onderscheid in penanten en gevelvlak te versterken door verschillen in voegwerk. De overstekende goot is geschrapt. De goot ligt nu op het metselwerk, de dakkapellen rusten in de goot. Door de verlaagde nok is de kapvorm veranderd en heeft deze minder volume gekregen. De verhouding tussen de kap en de gemetselde gevel is daardoor gewijzigd. Conclusie Het ontwerp wordt gezien als een sympathieke oplossing voor deze locatie. Het dringt zich niet op als een al te krachtig element. Juist de enigszins argeloze architectuur werkt goed in deze omgeving. De "negatieve pilasters" geven het geheel ritme, maar te sterke contrasten dienen te worden vermeden. De geprononceerde omlijsting van de inrit van de parkeerruimte, de entrees van de woningen en de maatvoering van de entreepui van het trappenhuis roepen in dat verband nog vragen op. Deze lijken de argeloosheid van de architectuur aan te tasten. De ritmiek zou het architectonisch thema moeten vormen. Deze vraagt om bescheidenheid in de gevelbehandeling en moet niet worden overstemd door
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 14 december 2004
4
toevoegingen. In de visie van de commissie zou een verschil in voegwerk moeten worden beperkt tot voegdiepten. Het is een goede keuze de daklijn iets lager te plaatsen. De verhouding tussen onder- en bovenbouw is hierdoor sterk verbeterd. De commissie keurt de volumeopbouw en hoofdopzet van het plan goed, zodat er geen belemmering is voor de behandeling van het vrijstellingsverzoek. De nadere uitwerking en detaillering wordt afgewacht. D5 (R)
Hogelanden WZ 32 Behandeling principeplan verbouw en uitbreiding t.b.v. een hostel Aanvraag: Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Utrecht Ontwerp: Versseput Architecten Planbehandeling is op verzoek van de architect uitgesteld.
D6 (B)
Vinkenburgstraat 15 BV2044910 Principeaanvraag voor het maken van een dakverdieping op een woongebouw Aanvraag: F. Baldi Ontwerp: Remake Bureau voor Architectuur De architect heeft gezocht naar een vorm voor de gewenste uitbreiding die past in de amorfe structuur van de omgeving. Hij heeft ervoor gekozen de massiviteit van de Neude te doorbreken door een geleding in het dak aan te brengen en de openingen te beglazen. Conclusie De commissie beoordeelt de opzet van het plan positief. Het principe van een afwisseling van dakvlakken en spleten voegt zich op een natuurlijke manier in de omgeving. Essentieel is wel dat een en ander uiterst zorgvuldig wordt gedetailleerd. De architect wordt geadviseerd het geheel uit te voeren in één materiaalsoort, bijvoorbeeld in bruinkoper. De commissie ziet de nadere uitwerking met belangstelling tegemoet; deze zal de zekerheid moeten geven dat het ontwerp uitvoerbaar is.
D7 (R)
Weg naar Rhijnauwen 12 Behandeling principeplan voor nieuwbouw woonhuis na sloop bestaande bebouwing Aanvraag: H. de Munck en J.C. Wienbelt Ontwerp: Architect J.C. Wienbelt De commissie keurt de voorgestelde volumeopbouw goed. Er bestaat enige huiver omtrent het voorgestelde materiaal- en kleurgebruik. Er is behoefte aan monsters om die te kunnen beoordelen.
D8 (B)
Stadsbuitengracht, Zocherplantsoen t.h.v. Lucasbolwerk (rijksmonument) Behandeling monumentenaanvraag voor het aanleggen van telecomkabels (uitbreiding) + behandeling zienswijze monumentenaanvraag Aanvraag: KPN Telecom KPN heeft zonder vergunning ondergrondse werkzaamheden uitgevoerd voor het leggen van kabels. Daarmee zijn de wortels van bomen in dit monumentale gebied in gevaar gebracht en is mogelijk archeologische waardevolle grond verstoord. De commissie keurt deze handelwijze scherp af. Zeker in dit kwetsbare, monumentale plantsoen acht zij het onoorbaar om ondergrondse werkzaamheden uit te voeren, zonder een vergunning af te wachten. In overleg met de afdeling Monumenten hadden wellicht alternatieve tracées - om het monument heen - onderzocht en benut kunnen worden. In haar zienswijze dringt de Stichting Singelgebied Utrecht erop aan in de toekomst te voorkomen dat bomen aan dergelijke risico's worden blootgesteld. De commissie is van mening dat noodzakelijke ondergrondse werkzaamheden dienen plaats te vinden buiten de kroonprojectie van bomen, teneinde schade te voorkomen. Ook dient dit eerst in overleg te geschieden met de afdeling Monumenten. Aanvraag wordt afgewezen.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 14 december 2004
5
D9 (O)
Jachtstraat 4-6 BV2042486 Behandeling principeaanvraag voor het bouwen van een bedrijfsruimte (uitbreiding) en twee woningen Aanvraag: W. Verlaar Ontwerp: Noorlag architectuur (Zie notulen 12/08 2003) Na de uitvoering van een stadsvernieuwingsproject in de jaren '70 is een onduidelijk binnenterrein ontstaan. Deze restruimte wordt o.a. ingevuld met parkeerplaatsen. Voorgesteld wordt een deel in te vullen met de uitbreiding van bestaande bedrijfsruimte en met de toevoeging van twee woningen. Over het plan is overleg gevoerd met de afdeling Stedenbouw. Deze afdeling kan zich vinden in het voorgestelde profiel. Conclusie De commissie kan zich een invulling van het binnenterrein voorstellen, maar pleit voor een ondieper dan wel lager volume, opdat voldoende licht en lucht resteert voor de (beleving van de buitenruimte van de) bestaande bebouwing. Aanvraag in deze vorm is niet akkoord.
D10 Koekoeksplein 8bis BV2044815 (O) Behandeling bouwaanvraag dakopbouw bovenwoning Aanvraag: B.J. Wilkens Ontwerp: B.J. Wilkens Voorgesteld wordt een dakopbouw met dakterras te realiseren. Er is een bestemmingsplan in voorbereiding, dat zo'n uitbreiding niet toestaat. De afdeling Stedenbouw heeft negatief geadviseerd. Met het oog op het aflopen van het voorbereidingsbesluit wordt de commissie om advies gevraagd. Conclusie Het realiseren van een dakterras is denkbaar, mits een transparant hekwerk – conform de daarvoor geldende richtlijn – ten minste anderhalve meter van de dakrand wordt geplaatst. Op grond van het toekomstig stedenbouwkundig regime moet het toevoegen van een paviljoen op het dak van een drie bouwlagen hoog pand worden afgewezen. Gezien de schaal van de dakopbouw en de invloed hiervan op de omgeving concludeert de commissie dat deze aanvraag strijdig is met de geldende toetsingscriteria voor het beleidsniveau "Open". De opbouw heeft een te grote negatieve invloed om deze mooie stedelijke ruimte van het Koekoeksplein. Ook het krappe binnengebied van het bouwblok wordt door de positie van de dakopbouw verstoord. Bij het realiseren van een dakterras kan deze toegankelijk gemaakt worden met een scheepsluikconstructie, met een maximale hoogte van een hekwerk (ca. 1,20 m). D11 Prof. Ritzema Boslaan 30 BV2045238 (R) Bouwaanvraag voor het vergroten van de dakkapellen aan de voor- en achterzijde van een woonhuis Aanvraag: J. Helberg Ontwerp: H en E Architecten In de gemeente Utrecht zijn richtlijnen voor dakkapellen ontwikkeld teneinde het dakvlak, dat een essentieel onderdeel uitmaakt van de architectuur, te beschermen. Daarnaast zijn dakkapellen, als ze zichtbaar zijn vanuit de openbare ruimte, voor het straatbeeld zeer bepalend. Vanzelfsprekend dienen de richtlijnen, en de daaruit voortvloeiende sneltoetscriteria voor welstand, ook om duidelijkheid te creëren richting aanvrager over het Utrechtse dakkapellenbeleid. Onderhavig voorstel voldoet niet aan de opgestelde richtlijnen en sneltoetscriteria voor dakkapellen. De dakkapel aan de voorzijde overschrijdt in ruime mate de maximale breedte van de helft van het dakvlak en de dakkapel aan de achterzijde is door het bouwen op de bouwmuur te groot. In de aanvraag wordt de grootte gelegitimeerd door te verwijzen naar een, in het verleden reeds gerealiseerde, ruime dakkapel op nummer 32. Met het huidige beleid zal de commissie een dergelijke dakkapel niet goedkeuren en ziet dit ook als een betreurenswaardig incident. Omdat nummer 32 afwijkend gepositioneerd is van nummer 30, ziet de commissie ook geen reden om bijvoorbeeld uit het oogpunt van eenheid een uitzondering te maken op de sneltoetscriteria. Het beeld van het dak van het bouwblok is verder nog redelijk gaaf met de daar aanwezige (oorspronkelijke en vernieuwde) dakkapellen die voldoen aan de richtlijnen. Voor de aangevraagde dakkapel
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 14 december 2004
6
aan de achterzijde meent de commissie dat ook hier de relatieve ruime richtlijnen gehanteerd dienen te worden om de beleving van het achtergebied niet verder te schaden en precedentwerking te voorkomen. Aanvraag wordt afgewezen. D12 Maliesingel 38 BV2042930 (B) Bouwaanvraag uitbreiding kantoorgebouw Aanvraag: M. & L. van Doorn Ontwerp: architecten P. van Dam en P. Verlinden (Zie notulen 24/08, 07/09, 05/10 en 16/11 2004) Het plan is diverse keren behandeld. In deze versie wordt de architectuur van de gemetselde voorgevel doorgetrokken en wordt de zijgevel bekleed met zink. De commissie keurt deze gevelbehandeling goed. De dakopbouw – dat als zelfstandig element van de hoofdvorm afwijkt – dient ondergeschikt te zijn aan het hoofdvolume. E E1 (R)
Nagekomen plannen Ingen Houszstraat 8 BV2044408 Bouwaanvraag voor het vergroten van een bibliotheek Aanvraag: Gemeentebibliotheek Utrecht Ontwerp: Clip Architecten (Zie notulen 02/11 2004) Het plan is aangepast, maar de beoogde uitstraling van een paviljoen in het groen komt niet uit de verf. Het contrast tussen het bestaande volume en de toevoegingen dient te worden versterkt en de detaillering en materialisatie verdienen een nuancering. In deze vorm wordt het ontwerp afgekeurd.
E2 (St)
Noordersluis 53 en 55 BV2044852 Bouwaanvraag voor het plaatsen van een geluidsscherm langs weg bij twee woonarken Aanvraag: B. van Bree Ontwerp: Nauta engineering Breda Het plan voorziet in een plaatsing van een twee meter hoog geluidsscherm van kunststof panelen over een lengte van ca. 40 meter op de plaats van de bestaande groene haag. De commissie wijst deze harde ingreep in deze groene oeverstrook af. Kunststof als materiaal voor een erfafscheiding (in dit geval voor een geluidsscherm) voldoet niet aan de gemeentelijke criteria. Geluidswerende voorzieningen dienen achter de bestaande hagen geplaatst te worden of de woonboten moeten technisch aangepast worden. Misschien zijn er ook alternatieven aanwezig voor geluidsschermen die een "groen" karakter hebben. Gezien de kwaliteit van het beeld van het Merwedekanaal inclusief de oevers wordt deze vorm van afscheiding / geluidskering afgewezen.
F
Overige plannen De plannen, genoemd in de lijst d.d. 9 december 2004, zijn met een preadvies van de secretaris aan de commissie voorgelegd. De leden van de commissie hebben besloten de advisering over te nemen. De preadvisering is verricht op basis van de aan de verschillende beleidsniveaus verbonden criteria, zoals vastgelegd in de welstandsnota. Samenvattend: Open: Verandering en handhaving zijn beide mogelijk, zowel naar structuur als naar architectuur. Respect: Essentiële eigenschappen van de aanwezige bebouwings- en omgevingskarakteristiek worden gerespecteerd. Behoud: Behoud en herstel van het aanwezige bebouwingsbeeld en versterken van de bestaande of historisch bepaalde karakteristiek van stedenbouwkundige, architectonische, landschappelijke of cultuurhistorische aard. Stimulans: Het gebied vraagt vanwege zijn bijzondere of markante karakter extra aandacht voor versterking en stimulering van het beeld. Indien van toepassing zijn de aanvragen getoetst aan de sneltoetscriteria, dan wel aan de criteria, zoals geformuleerd in de welstandsnota. Derhalve zijn bedoelde plannen akkoord. De lijst is ter inzage op het secretariaat.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 14 december 2004
7
G G1 (St)
Reclames Oudenoord 2 BV2045113 Aanvraag voor het plaatsen van een groot reclamedoek tegen gevel onderwijsgebouw Aanvraag: TIO Utrecht Ontwerp: Reklatekst Voorgesteld wordt het gebouw gedurende een groot deel van het jaar (8 maanden) te voorzien van een geveldoek, waarop de open dagen van de onderwijsinstelling kunnen worden vermeld. De commissie keurt de aanvraag af aangezien de tijdelijkheid discutabel is. Er is hier sprake van een nagenoeg permanente reclameuiting, die zowel het gebouw als de omgeving voor een lange periode van het jaar domineren. Bovendien verstoort het grote reclamedoek de architectuur van het gebouw. Aangezien dit gebied valt onder het beleidsniveau "Stimulans" leidt het plaatsen van dit soort grootschalige reclames niet tot een versterking en stimulering van het kwaliteitsbeeld.
H
Rondvraag en sluiting Geen onderwerpen.
De volgende vergadering vindt plaats op 11 januari 2005. De voorzitter
De secretaris
P. Vermeulen
J. Koning
Per 1 juli 2004 wordt de welstandsadvisering verricht op basis van de aan de verschillende beleidsniveaus verbonden criteria zoals geformuleerd in de welstandsnota 'De schoonheid van Utrecht' (vastgesteld door de raad van de gemeente Utrecht d.d. 24 juni 2004). (O) = open (R) = respect (B) = behoud (St) = stimulans (Ont) = ontwikkelingsgebied
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 14 december 2004
8