COMMISSIE WELSTAND EN MONUMENTEN OOST 2007 - 06 Verslag van de driehonderdachtendertigste vergadering, gehouden op dinsdag 27 maart 2007 in de Regentenzaal te Utrecht. Aanwezig:
de voorzitter, P. Vermeulen, de leden G. Andela, M. van Goor, D. Lambert, K. Ottenheym, R. van Wylick, I. Wijgh en V. Yanovshtchinsky, W. Smits (afd. Stedenbouw), B. van Santen (afd. Monumenten), J. Koning (secretaris), Th. Hilhorst (uitvoerend secretaris), A. Bos (Bureau CWM) en I. Bakhuis (verslag).
OVERZICHT VERSLAG A.
Ingekomen stukken en mededelingen
B.
Notulen Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 13 maart 2007
C.
Algemeen
D. D1 D2 D3 D4 D5 D6 D7 D8 D9 D10
Bouwplannen C. van Maasdijkstraat 59 Laan van Chartoise – Ondiep – Boerhaavelaan – Thorbeckelaan Thorbeckelaan (sportpark) Brailledreef (t.p.v. spoorlijn Utrecht CS – Amersfoort) Loevenhoutsedijk/Anton Geesinkstraat Koningsweg (viaduct over A27) Admiraal Helfirchlaan 42 – 46 Willemsplantsoen 1C Prins Hendriklaan 13 Everard Meijsterlaan 53
E. E1 E2 E3 E4 E5 E6
Nagekomen plannen Prins Hendriklaan 2 Johannes Van Andelstraat 1bis Prins Hendriklaan 80 Bouwstraat 56 Willem van Abcoudeplein 23 Laan van Nieuw Guinea 88
F.
Overige bouwplannen Plannen met preadvies, lijsten d.d. 22-03-2007
G.
Reclames
H.
Rondvraag en sluiting
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d, 27 maart 2007
A.
Ingekomen stukken en mededelingen Over twee weken, op 10 april, is er geen commissievergadering.
B.
Notulen van de Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 13 maart 2007 Het verslag wordt met enkele wijzigingen vastgesteld.
C.
Algemeen Geen.
D. D1 (O)
Bouwplannen C. van Maasdijkstraat 59 BV2070345 Principeaanvraag voor het bouwen van 27 huurappartementen en 10 zorgwoningen met dagopvang, na sloop van bestaande bebouwing Aanvraag: Portaal Utrecht ARCH ID Ontwerp: (Zie notulen 30/01 2007) De commissie heeft gevraagd een duidelijker conceptuele keuze te maken. Architect Herweijer toont een animatie. Hij heeft ervoor gekozen de drie blokken meer autonoom te maken en de functie op de begane grond te verduidelijken. De entreepartij is nu tussen de blokken gelegd, waardoor het accent op de gevels is komen te liggen. De begane grond heeft een meer open karakter gekregen door het verwijderen van de borstweringen. De galerijen zijn verruimd om de daglichttoetreding in de appartementen te verbeteren. Het betonnen kader is behouden, als intermediair tussen deze nieuwbouw en de lagere bebouwing in de omgeving en tevens als constructief element, waaraan de balkons worden bevestigd. De dagopvang op de begane grond van het terugliggende blok krijgt een rustige buitenruimte, afgeschermd met een haag. Conclusie Op deze locatie is het welstandsniveau Open van toepassing, hetgeen betekent dat er enige mate van vrijheid bestaat in de detailinvulling. De commissie stemt in met de hoofdopzet van het plan. Met enkele kleine ingrepen is de architect erin geslaagd het plan leesbaar te maken als een compositie van drie geschakelde blokken, met herkenbare functies. Wel is het gewenst het plan op enkele punten te verfijnen. De terreininrichting is nog niet vanzelfsprekend. Nadere strategische keuzen zullen de positie van de entree en de parkeerhof ten opzichte van de bergingen moeten verbeteren. Tevens kan versnippering van de buitenruimte daardoor worden voorkomen. Te overwegen is parkeervoorzieningen gedeeltelijk naar de koppen te verplaatsen. De pui-indeling op de begane grond vraagt een subtiele uitwerking in open en gesloten delen; de grote glasvlakken van vloer tot plafond kunnen het gebouw een armoedige uitstraling geven. De betonnen kaders beogen een geleidelijke overgang te creëren naar de lagere bebouwing in de omgeving, maar door de afwijkende kleur en materialisering hebben deze een schaalvergrotend effect. Geadviseerd wordt deze qua kleur en materiaalgebruik dichter bij de hoofdmassa te brengen, waardoor meer eenheid kan ontstaan.
D2 (O)
Laan van Chartoise – Ondiep – Boerhaavelaan – Thorbeckelaan Principeplan nieuwbouw eengezinswoningen en appartementen na sloop van de bestaande bebouwing Aanvraag: Mitros en AM Wonen Ontwerp: Architectenbureau Van Manen en Atelier Dutch Het plan betreft de herstructurering van een deel van de wijk Ondiep. De stedenbouwkundige indeling is in het vrijdagoverleg Stedenbouw – Welstand besproken. Deze bestaat uit een stevige rand en een labyrintachtige verkaveling van het binnengebied met kleinschalige bebouwing (een en twee lagen met kap) die refereert aan de oorspronkelijke bebouwing. De planuitwerking is in handen gegeven van twee bureaus. Architect Egert (Atelier Dutch) licht het ontwerp voor de randbebouwing aan de Laan van Chartoise en de Boerhaavelaan toe. Het blok aan de Laan van Chartoise benadrukt de lengte van deze laan. Het bestaat uit drie elementen: een appartementenblok van vijf lagen op de hoek met Ondiep, een appartementenblok van vier lagen op de hoek met de Thorbeckelaan en daartussen een rij stadswoningen. De appartementenblokken herbergen vier appartementen per verdieping, met portiekontsluiting. De leefruimten zijn georiënteerd op de openbare ruimte. De typologie van het tussenblok verzacht de overgang naar de
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 27 maart 2007
2
kleinschalige bebouwing in het binnengebied. Het geheel wordt opgetrokken uit rode baksteen. Verticale verbijzonderingen in het metselwerk maken de afzonderlijke stadswoningen herkenbaar. Parkeerplaatsen liggen achter het gebouw. Deze zijn ontsloten vanuit het binnengebied en worden overdekt met een pergola. Tussen de parkeerruimte en de woningen ligt een overdekte straat, die toegang geeft tot de bergingen. Het dek fungeert als terras voor de stadswoningen. Het blok aan de Boerhaavelaan (drie lagen met kap) heeft een eigen uitstraling. Dit bestaat uit beneden- en bovenwoningen. De benedenwoningen hebben op de begane grond een halve oppervlakte om parkeren achter in het bouwblok mogelijk te maken. Het woonprogramma is grotendeels op de verdieping ingepast, met een buitenruimte aan de straatzijde. De acht bovenwoningen worden ontsloten via een galerij. Het woonprogramma ligt op de tweede verdieping aan de galerij. Het grote raam in de kap biedt mogelijkheden om de bovenruimte als woonfunctie in te delen. Aan de Thorbeckelaan wordt een blok van vier lagen gecreëerd, dat via een gezamenlijk trappenhuis is gekoppeld aan het blok aan de Boerhaavelaan. De appartementen in de buitenrand en de woningen in het binnengebied vormen één totaalplan met verschillen in accenten. Over de detaillering en het materiaalgebruik vindt afstemming plaats. Conclusie Weliswaar zijn de stedenbouwkundige uitgangspunten gevolgd, maar de schaalsprong is te groot om van een samenhangend plan te kunnen spreken. Het is voorstelbaar dat er voor het binnengebied en de buitenrand een eigen architectuur wordt gekozen, maar de afstemming is onvoldoende zichtbaar, waardoor het plan uiteenvalt. De architect lijkt zich vooral te hebben laten leiden door het programma, waardoor de relatie met de omgeving onvoldoende aandacht heeft gekregen. Vooral de zware hoekaccenten maken het gebouw aan de Laan van Chartoise te groot en te manifest ten opzichte van de kleinschalige bebouwing in het binnengebied. De gewenste lengtewerking zou kunnen worden bereikt door zich repeterende, kleinere elementen. De stadswoningen zijn nog niet als zodanig herkenbaar in de voorgevel. In dat op zicht zou de gevelindeling dichter bij de opzet van de achtergevel kunnen worden gebracht. De grote terrassen op de overdekte straat bieden wel woonkwaliteit, maar hierdoor kan een onprettig klimaat op maaiveldniveau ontstaan. Ook een interne samenhang in het ontwerp ontbreekt. De eenheid in de samenstelling van drie elementen zou moeten voortvloeien uit het ontwerp en zou geen horizontale verbinding nodig moeten hebben. De typologie van de woningen aan de Boerhaavelaan past beter bij de kleinschalige bebouwing erachter, met uitzondering van de koppen. Wel zijn er twijfels over de woonkwaliteit; het woonprogramma is grotendeels op één verdieping ingepast, waardoor er weinig buitenruimte kan worden gerealiseerd. In het ontwerp voor de woningen in het binnengebied heeft architect Zeinstra (Van Manen) ernaar gestreefd kenmerken uit de bestaande bebouwing in de nieuwbouw te laten terugkomen. Het ritme in de gevelindeling herhaalt zich en de verbijzonderingen hangen samen met de stedenbouwkundige structuur. Zo wordt de lange gevel aan de Thorbeckelaan doorbroken door een hoger element dat reageert op de schaal van de school ertegenover. Traditioneel vormen bewoners van deze buurt een hechte gemeenschap. Men is sterk op elkaar betrokken en het leven speelt zich voor een deel af op straat, als verlengstuk van het privé-domein. Vanuit die gedachte zijn woonruimten georiënteerd op de straat. Voortuinen worden afgeschermd met een haag. Afdeling Stedenbouw De parkeerbehoefte is in dit bouwplan nog niet volledig opgelost. Hiervoor moet nog een oplossing worden gezocht in de inrichting van de openbare ruimte. Conclusie De hoofdopzet en de typologie van deze bouwblokken passen in de sfeer van Ondiep, maar een zorgvuldige detaillering is cruciaal voor het succes van dit plan. Daarin moet nog een slag worden gemaakt. De commissie kan zich verbijzonderingen voorstellen, maar zij beschouwt de verhoogde middenpartij in het lange blok als wezensvreemd element en de doorgetrokken ramen in de voorgevel van het lage blok als belemmering voor de woonkwaliteit. De commissie benadrukt nogmaals dat een samenhang in de twee planonderdelen ontbreekt. Eenheid in verscheidenheid was de kracht van de oorspronkelijke
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 27 maart 2007
3
stedenbouwkundige opzet van dit gebied. Een goede onderlinge afstemming moet ertoe leiden dat er eenheid in de omgeving ontstaat, die de identiteit van de buurt kan versterken, zonder dat er behoeft te worden gegrepen naar een eenvormige architectuur. De commissie heeft behoefte aan een maquette. Voorts vraagt zij een ontwerp voor de buitenruimte te presenteren. D3 (O)
Thorbeckelaan (sportpark) Principeplan nieuwbouw clubgebouw DHC Aanvraag: Gemeente Utrecht, DMO Ontwerp: Architectenbureau A.A. Bos en Partners Architect Luijk licht het plan toe. Dit maakt deel uit van een meeromvattende ontwikkeling van de herindeling van de sportvelden en de toevoeging van losse voorzieningenclusters. Het clubgebouw ligt op de as van de Boerhaavelaan. In de stedenbouwkundige randvoorwaarden is er rekening mee gehouden dat deze als hoofdroute wordt doorgetrokken. Om daarvoor voldoende ruimte te creëren, moet het programma worden ingepast op een grondvlak van 12 bij 42 meter. Was- en kleedruimten liggen op de begane grond en de verdieping is ingevuld met de kantine, keuken en kantoorruimte. Conform het plan van eisen wordt het gebouw opgetrokken uit baksteen, met een oplopend dak in een zichtbare houtconstructie. De tribune wordt in het volume ingeschoven. Deze fungeert ook als (buiten)trap naar het terras op de verdieping. Het gebouw is georiënteerd op het hoofdveld. De overige gevels hebben een gesloten karakter. De balustrade van het terras wordt uitgevoerd in een stalen spijlenhekwerk. Conclusie De commissie heeft sympathie voor het ontwerp, maar enkele leden plaatsen vraagtekens bij de positionering van de wandelroute tussen de tribune en het hoofdveld. Mede gezien de beperkte ruimte die daarvoor beschikbaar is, verdient het de aanbeveling daarvoor in overleg met de afdeling Stedenbouw een betere oplossing te zoeken. Verder adviseert de commissie meer rust in het ontwerp te brengen door een vereenvoudiging van stijlmiddelen en materialen. Gezien de functie en de ligging van dit gebouw zou de alzijdigheid moeten worden verhoogd. Te denken is aan een glazen insnede in de zijgevel, waardoor de kantine ook zicht biedt op de overige velden. Hoofdopzet en massaopbouw zijn akkoord, zodat de vrijstellingsprocedure van start kan gaan.
D4 (O)
Brailledreef (t.p.v. spoorlijn Utrecht CS – Amersfoort) Principeplan voor de nieuwbouw van een fietsbrug over de Brailledreef langs het spoor Aanvraag: Gemeente Utrecht Ontwerp: Ingenieursbureau Utrecht De fietsbrug maakt deel uit van de hoofdfietsroute van Overvecht naar het centrum. De opgave is een fietsbrug te ontwerpen die niet dominant is in deze omgeving. De steunpunten liggen ver uiteen, waardoor de overspanning zo'n 80 meter bedraagt. Er is gekozen voor een tuibrug, die zich niet opdringt. De pylonen (met een hoogte van 25 meter) krijgen een rechte kant aan de zijde van de bomen en een schuine kant aan de open zijde. De tuien wisselen van richting. De brug wordt uitgevoerd in staal, in twee tinten groen. Verlichting is geïntegreerd in de leuningen en de pylonen. Conclusie De commissie is ingenomen met deze zorgvuldige en subtiele oplossing.
D5 (R)
Loevenhoutsedijk/Anton Geesinkstraat Principeplan nieuwbouw brug over de Vecht, ter vervanging van de bestaande Rode Burg Aanvraag: Gemeente Utrecht Ontwerp: Ingenieursbureau Utrecht De bestaande brug is in de jaren vijftig als tijdelijke oplossing op een bestaande fundering gelegd. In 2005 is vastgesteld dat de brug het einde van de levensduur had bereikt en mankementen ging vertonen. In het kader van het beheer- en onderhoudsprogramma worden de brug en de fundering vervangen. Er is naar gestreefd extra kwaliteit in deze historische omgeving in te brengen met een modern vormgegeven ophaalbrug. Deze gelegenheid wordt te baat genomen om de brug te verbreden met een aparte fiets/wandelstrook, naast de rijstrook waarvan autoverkeer in tegengestelde richting om en om
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 27 maart 2007
4
gebruikmaakt. Om meer lengtewerking te creëren, zijn de steunpunten verder op de kade gelegd. Conclusie In meerderheid vindt de commissie het een goede keuze om te refereren aan een traditionele ophaalbrug. De rode kleur van deze moderne plastiek dient zich echter te beperken tot de bovendekse constructie van de ophaalbrug en moet niet worden voortgezet in het wegdek en de begeleidende hekwerken. Een goede aansluiting bij het kadehek is noodzakelijk. Dit moet bij het ontwerp betrokken worden. D6 (R)
Koningsweg (viaduct over de A27) BV2070568 Bouwaanvraag voor het plaatsen van veiligheidsschermen aan viaduct Aanvraag: Rijkswaterstaat Utrecht Ontwerp: Architect F. Deslaugiers Het viaduct is aangemerkt als risicolocatie voor stenengooiers. De balustrade wordt vervangen door een veiligheidsscherm met RVS afstandhouders en gaas. Conclusie De commissie keurt het ontwerp goed, onder de voorwaarde dat dit scherm onderhoudsvrij is en dat een zodanige legering wordt toegepast dat er geen corrosie ontstaat. Een monster wordt afgewacht.
D7 (O)
Admiraal Helfrichlaan 42 – 46 BV2071332 Bouwaanvraag en vrijstelling voor nieuwbouw van 18 appartementen en op de begane grond commerciële ruimte na sloop van de bestaande bebouwing Aanvraag: Niroc Vastgoedontwikkeling Ontwerp: OPL Architecten (Zie notulen van 18/10 en 1/11 2005) De commissie heeft ingestemd met de positionering van het gebouw, maar heeft daarbij aangegeven dat die keuze alleen bestaansrecht heeft in een krachtige architectuur. De architect heeft het ontwerp aangepast. De kolommen zijn vervallen en de indeling is gewijzigd, waardoor de appartementen een andere oriëntatie hebben gekregen. Verder is een woonfunctie aan de pleinzijde toegevoegd. Conclusie De commissie is content met de wijze waarop haar commentaar is verwerkt. Het ontwerp is geabstraheerd en de aanpassingen passen in dit concept. Wel dient het concept van een groot venster in een gemetseld kader consequent te worden doorgewerkt. Nu het glasvlak van de puien naar voren is geplaatst, ontstaat een opeenstapeling van puien, loggia's en hekwerken in het front van het gevelvlak. Naar de mening van de commissie moet de glazen invulling als één venster herkenbaar blijven. Dit komt in dit aangepaste ontwerp niet tot zijn recht. In dit verband dient er ook aandacht besteed te worden aan de vloerdikten. De balustrade zal op een meer subtiele wijze moeten worden opgelost. Aanvraag wordt aangehouden.
D8 (B)
Willemsplantsoen 1C BV2066215 Bouwaanvraag voor het plaatsen van een luchtbehandelingskast op het dak van een zalencentrum Aanvraag: Kerkbestuur Oud-Katholieke Parochie Utrecht Ontwerp: Vice International (Zie notulen 27/02 en 13/03 2007) Voorgesteld wordt het pannenvlak met drie dakpannen door te trekken om zo de luchtbehandelingskast op het dak aan het zicht te onttrekken. Conclusie De commissie is akkoord met deze subtiele oplossing.
D9 (R)
Prins Hendriklaan 13 BV2070342 Bouwaanvraag voor het wijzigen van de voorgevel en het maken van een erker aan de zijgevel t.b.v. een woonhuis Aanvraag: A. Plugge Ontwerp: A. Kroezen Voorgesteld wordt de voorgevel van het pand in de oude staat te herstellen en aan de zijgevel een over het water uitkragende erker over twee bouwlagen toe te voegen.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 27 maart 2007
5
Conclusie De commissie keurt de voorgestelde wijziging van de voorgevel goed. Aan het ontwerp voor de erker aan de zijgevel kan nog geen goedkeuring worden gehecht. Deze is te grof en te zwaar voor deze specifieke plek. Een contrasterende moderne toevoeging, als doorbreking van de gesloten wand en als uitkijkpunt over het water is denkbaar, maar deze moet zorgvuldig in overeenstemming worden gebracht met de locatie. Daarbij wordt opgemerkt dat een erker over één laag meer maat verdraagt. Een erker over twee lagen zou als smal en geabstraheerd element moeten worden vormgegeven. D10 Everard Meijsterlaan 53 BV2070205 (O) Bouwaanvraag voor het verbouwen van een opslagloods voor kamerverhuur Aanvraag: P. van Veenendaal Ontwerp: onbekend De planbehandeling is vervallen, op stedenbouwkundige gronden wordt aan dit plan geen medewerking verleend. E E1 (B)
Nagekomen plannen Prins Hendriklaan 2 BV2070825 Bouwaanvraag voor het wijzigen van de raamkozijnen van een café/restaurant Aanvraag: D. Kruijmel Ontwerp: Tekenbureau Schoonderwoerd Voorgesteld wordt de bestaande pui te vervangen door een volledig te openen pui. Conclusie De commissie acht dit ontwerp van een aluminiumkozijn met openschuivende panelen te grof en qua detaillering niet passend bij de architectuur en in de omgeving. Het pand is gelegen in een gebied met beleidsniveau "Behoud" (welstandsnota) en voorgesteld als "Beschermd Stadsgezicht". Deze beide statussen vragen om een zorgvuldige architectonische oplossing. De commissie keurt dit plan af. Een kloeke oplossing in hout, afgestemd op de architectuur, is denkbaar.
E2 (O)
Johannes van Andelstraat 1bis BV2070243 Bouwaanvraag voor het maken van een houten uitbouw op een balkon van een bovenwoning Aanvraag: M. van der Mannen Ontwerp: onbekend Voorgesteld wordt het balkon te voorzien van een houten uitbouw. Conclusie Het pand is gelegen in een gebied met beleidsniveau "Open" (welstandsnota). Naar de mening van de commissie is deze bouwaanvraag strijdig met de hieraan verbonden criteria. Er is door deze invulling op het balkon geen sprake meer van een evenwichtige opzet in maatverhoudingen en bouwvolumes. Ook is het ontwerp te grof en niet passend bij de bestaande architectuur en daarom ziet de commissie deze ingreep als een verarming van de bestaande (vanuit de openbare weg zichtbare) situatie. Een geheel glazen serreachtige uitbreiding is mogelijk. De commissie wijst de bouwaanvraag in deze vorm af.
E3 (R)
Prins Hendriklaan 80 BV2070663 Bouwaanvraag voor het maken een grote dakkapel aan de voorzijde van een woning Aanvraag: M. Zwamborn Ontwerp: U. van Schagen De aanvraag voor een grote dakkapel aan de voorzijde van de woning wordt door de commissie afgewezen. Het plan voldoet niet aan de sneltoetscriteria en de commissie ziet geen reden hiervan af te wijken. Het gehanteerde voorbeeld in het midden van dit bouwblok stamt uit de periode van voor 1992; sindsdien zijn er gemeentelijke richtlijnen voor dakkapellen van kracht geworden die overgenomen zijn in de sneltoetscriteria. De overige woningen hebben nog een originele dakkapel passend bij het beeld en architectuur van deze woningen. Ondanks de grote dakkapel in dit bouwblok is naar de mening van de commissie het bouwblok architectonisch nog voldoende gaaf en is in het aanzien van het
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 27 maart 2007
6
bouwblok het evenwicht gehandhaafd. Bij een goedkeuring van nog een grotere dakkapel zal dit evenwicht ernstig verstoord worden. Uitgangspunten bij het formuleren van de sneltoetscriteria voor dakkapellen (en van de gemeentelijke richtlijnen voor dakkapellen uit 1992) zijn dat de kapellen ondergeschikt dienen te zijn en niet domineren in het dakvlak, en ze niet ten koste gaan van de karakteristiek van de dakvorm. De dakkapel overschrijdt de maximale breedte van 50% in ruime mate. Een voortzetting van grootschalige dakkapellen tast de architectuur aan en het karakter van de kap. Deze aantasting heeft een negatief effect op de omgeving. Het bouwplan is tevens gelegen in een gebied met beleidsniveau "Respect" (welstandsnota). Bij dit beleidsniveau wordt uitgegaan van respect voor de essentiële eigenschappen van de aanwezige bebouwings- en omgevingskarakteristiek. Een grootschalige dakkapel voldoet daar niet aan. E4 (R)
Bouwstraat 56 BV2071425 Bouwaanvraag voor het uitbouwen aan de achterzijde van een woning Aanvraag: A. de Vries Ontwerp: Urbanizer Bouwaanvraag is akkoord.
E5 (O)
Willem van Abcoudeplein 23 BV2071417 Lichte bouwaanvraag voor het plaatsen van een dakkapel aan de voorkant van een woning Aanvraag: K.W. van Kooten Ontwerp: Urbanizer Aanvraag is akkoord.
E6 (O)
Laan van Nieuw Guinea 88 BV2071055 Bouwaanvraag voor het aanbrengen van een lichtreclame aan de voorgevel van een winkel Aanvraag: Vivant Ontwerp: Gooren Lichtreclame bv Bouwaanvraag is akkoord.
F
Overige plannen De plannen, genoemd in de lijst d.d. 22 maart 2007, zijn met een preadvies van de secretaris aan de commissie voorgelegd. De leden van de commissie hebben besloten de advisering over te nemen. De preadvisering is verricht op basis van de aan de verschillende beleidsniveaus verbonden criteria, zoals vastgelegd in de welstandsnota. Samenvattend: Open: Verandering en handhaving zijn beide mogelijk, zowel naar structuur als naar architectuur. Respect: Essentiële eigenschappen van de aanwezige bebouwings- en omgevingskarakteristiek worden gerespecteerd. Behoud: Behoud en herstel van het aanwezige bebouwingsbeeld en versterken van de bestaande of historisch bepaalde karakteristiek van stedenbouwkundige, architectonische, landschappelijke of cultuurhistorische aard. Stimulans: Het gebied vraagt vanwege zijn bijzondere of markante karakter extra aandacht voor versterking en stimulering van het beeld. Indien van toepassing zijn de aanvragen getoetst aan de sneltoetscriteria, dan wel aan de criteria, zoals geformuleerd in de welstandsnota. De lijst is ter inzage op het secretariaat.
G
Reclames Geen.
H
Rondvraag en sluiting
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 27 maart 2007
7
De volgende vergadering vindt plaats op 24 april 2007.
De voorzitter
De secretaris
P. Vermeulen
J. Koning
Per 1 juli 2004 wordt de welstandsadvisering verricht op basis van de aan de verschillende beleidsniveaus verbonden criteria zoals geformuleerd in de welstandsnota 'De schoonheid van Utrecht' (vastgesteld door de raad van de gemeente Utrecht d.d. 24 juni 2004). (O) = open (R) = respect (B) = behoud (St) = stimulans (Ont) = ontwikkelingsgebied
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 27 maart 2007
8