B Muziek in
de midden- en bovenbouw
: 1 Een kijkje in een bovenbouwgroep
daniëlle uit groep
7
‘De leukste les vind ik de muziekles. We beginnen vaak met zingen. De juf heeft een cd met alleen de begeleiding. Soms mag iemand een solo zingen en op sommige liedjes hebben we een dansje gemaakt. We hebben ook een keer met de soundmixer gezongen, met echte microfoons. Dat was vet cool! Maar we doen ook vaak heel andere dingen, zoals naar muziek luisteren. Het allerleukste vind ik het wanneer we op instrumenten gaan spelen. Dat is voor mij een makkie, want ik heb trompetles bij de fanfare.’
55 06810622_deelA_H3.indd 55
26-04-2010 15:38:52
1.1 In de praktijk Het is rustig in de klas. Daniëlle is nog met haar taalopdracht bezig. Plotseling begint juf zomaar te klappen: in haar handen en op de tafel. Telkens hetzelfde ritme. Alle kinderen kijken nieuwsgierig op uit hun taalboek. Wat nu weer? Juf kijkt op zo’n overtuigende manier de klas in dat iedereen vanzelf mee gaat doen. Ze snappen meteen wat de bedoeling is: meeklappen! Ze zijn het wel gewend dat juf een les met een verrassing begint. Het ritme knalt binnen de kortste keren de klas in. De tik op de tafel is zelfs in groep 6 dwars door de muur even te horen. Juf maakt een gebaar om wat zachter op de tafel te tikken. Daarna pakt juf een trommel. Terwijl alle kinderen doorklappen improviseert ze hierop een ritme dat er dwars doorheen klinkt. Al trommelend loopt ze door de klas naar achteren, precies in de richting van Daniëlle. Juf gebaart dat Daniëlle nu de trom over mag nemen en mag improviseren. Daniëlle vindt dat niet moeilijk want in de fanfare is ze wel gewend dat er soms lekker op los getrommeld wordt. Zonder aarzelen bedenkt ze zomaar wat ritmes dwars door het geklap en getik van de klas. Een stuk of vijf andere kinderen krijgen daarna van juf de beurt. Ieder maakt er het beste van! En grote verschillen zijn er zeker. Het is niet voor niets dat Juf de trom eerst aan Daniëlle geeft. Juf schrijft vervolgens het ritme op het bord. De kinderen schrijven het ritme over in hun muziekschrift. Deze noten zijn bij de kinderen bekend want vorige
tik-tik boem
We will rock you
week mochten ze een ritme met de achtste noot en de kwartnoot opschrijven.
zet de muziek op van ‘We will rock you’ van Queen. ‘Wat herkennen 4 2 Juf jullie in deze muziek?’ Dat is natuurlijk een makkelijke vraag. Alle kinderen
S-A03-01
horen onmiddellijk het ritme terug en voordat juf het in de gaten heeft, klappen alle kinderen het ritme alweer mee met de muziek. De muziek van de cd is bijna niet meer te horen.
1.2 Het kind, de leraar en de leerstof Natuurlijk zijn er verschillen tussen kinderen van groep 5-6 (middenbouw) en groep 7-8 (bovenbouw). Bij een longitudinale leerstofplanning zijn deze verschillen erg belangrijk: breuken doe je niet in groep 5 en optellen onder de honderd reserveer je niet voor groep 8. Ook bij het vak muziek is er sprake van een bepaalde leerstofopbouw. Je begint bijvoorbeeld met eenvoudige liederen, daarna komen complexere liederen en pas later zingen de kinderen canons. Bij het omgaan met notatie start je niet met ingewikkelde ritmische figuren om vervolgens te eindigen met grafische partituren. Toch is de keuze van geschikte leerstof eerder afhankelijk van de muzikale voorgeschiedenis van de kinderen dan van hun leeftijd. Dat betekent dat het heel zinvol kan zijn om te kijken of een bepaalde les voor groep 7-8 misschien
56 06810622_deelA_H3.indd 56
26-04-2010 15:38:52
niet om te werken is tot een les voor groep 5/6. Essentieel is dat je goed op de hoogte bent van de capaciteiten en de leerervaringen van de kinderen en dat je activiteiten, werkvormen en taalgebruik aanpast aan de capaciteiten van je groep. Bij het zingen let je bijvoorbeeld op de tekst: is die te kinderachtig of te moeilijk? Welk muzikaal niveau het lied moet hebben, is weer geheel afhankelijk van de muzikale ervaringen van de groep. Wanneer kinderen luisteren naar muziek kan een muziekstuk nooit te moeilijk of te eenvoudig zijn. De opdrachten kunnen dat wel zijn. Met een beetje ervaring en wat didactisch gevoel pas je luister- en activeringsopdrachten snel aan zodat je een les voor groep 5 kunt geven voor groep 8. Voor muziek maken geldt hetzelfde. Een groep 8 zonder ervaring kan een eenvoudig maatspel al leuk vinden. Soms kun je in groep 5 datzelfde maatspel al combineren met improvisaties. Ook bij het bewegen op muziek vind je dezelfde principes weer terug: pas op voor te kinderachtige vormen, let op het niveau van de klas en pas de opdrachten aan. In de hierboven beschreven les is gekozen voor een voorbeeld uit de popmuziek. Voor kinderen uit groep 7 is dat natuurlijk heel aantrekkelijk. Toch is het feit of kinderen geboeid raken tijdens de muziekles niet afhankelijk van de muziek die je kiest. Veel belangrijker is jouw overtuigingskracht als leraar, de gekozen werkvormen, de opdrachten, de spelvormen en de uitdaging die kinderen daarin voelen. Vaak is het voor kinderen vreemd om tijdens een muziekles bewust te luisteren naar muziek die ze goed kennen. Ze zijn meestal niet gewend om wat bedoeld als lekkere achtergrondmuziek waarop je ook nog kunt dansen.
1 Verschillen tussen leerlingen
Tijdens een muziekles mogen de verschillen en de eigen kwaliteiten van
kinderen best tot uitdrukking komen. Zie je in de beschreven les daar een voorbeeld daarvan?
In de midden- en bovenbouw worden de verschillen in belangstelling tussen de kinderen steeds groter. Het ene kind vertoont eerder pubergedrag dan het andere. Deze verschillen zijn ook goed merkbaar in hun gedrag en in de
3 Muziek in de midden- bovenbouw
afstandelijker naar hun eigen muziek luisteren. De meeste muziek is immers
belangstelling die ze voor muziek tonen. Vooral hun actieve deelname aan de muziekcultuur wordt zichtbaarder. De een zingt in een kinderkoor, de ander gaat op dansles, weer een ander speelt trompet bij de fanfare. Omdat kinderen in de bovenbouw zich meer bewust worden van verschillen
A 57
06810622_deelA_H3.indd 57
26-04-2010 15:38:52
in muziek en die ook zelf ontdekken in hun eigen omgeving, is het belangrijk om de luistervoorbeelden in de muziekles zo gevarieerd mogelijk te kiezen: pop, jazz, wereldmuziek, opera, ballet, film, enzovoort. Zo krijgen ze een breed palet aangeboden, waaruit ze hun eigen voorkeur kunnen gaan ontwikkelen.
Popmuziek
Radio 538, Yorin en Radio 3 zijn zenders die door kinderen sneller gevonden worden dan Classic FM of Radio 4. Naarmate kinderen ouder worden, zijn ze zich meer bewust van de cultuur waarin ze leven en maken ze steeds meer eigen keuzes. Ze zijn in staat steeds meer onderdelen in de (muziek)cultuur van de samenleving te herkennen en te benoemen. Ze kiezen zelf hun eigen muziek uit om naar te luisteren en ze praten met elkaar over muziek, hun idolen en hun favoriete groepen. Zo zijn ze niet zonder meer tevreden met de kindercd die ze op hun verjaardag van opa en oma krijgen. Ze hebben ondertussen een wensenlijst van muziek die ze zelf mooi vinden. Van hun zakgeld kopen de kinderen hun eigen muziek.
opdracht 1 Vergelijkend warenonderzoek
Maak een top-10 van jouw favoriete popmuziek. Vraag daarna aan de kinde-
ren in groep 8 om hun voorkeurslijst. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen jouw lijst en die van de kinderen? De muzikale voorkeur van de kinderen komt niet altijd zo bewust tot stand. De keuze van kinderen wordt vooral bepaald door de muzikale smaak van hun omgeving en de subgroepjes waar ze onderdeel van (willen) uitmaken. Naarmate ze ouder worden, wordt ook steeds zichtbaarder bij welke groep ze willen horen: de skaters, de rappers, de… (vul zelf aan). Bij iedere groep hoort behalve een eigen kleding- en muziekstijl ook een eigen taalgebruik met afkortingen en terminologie die past bij de groep: vét, gaaf, strak, enzovoort. De commercie speelt hierop in: voor een goede reclameboodschap is muziek die bij een speciale doelgroep hoort essentieel. Muziek amuseert kinderen, houdt ze bezig, laat ze bewegen, vertelt ze iets en verleidt ze tot koopgedrag. Om dat te bereiken gebruiken makers van muziek, de componisten en musici, een specifieke taal. Ze baseren zich daarbij op in de samenleving geldende normen, waarden en gebruiken. Via de radio, het internet, de tv en cd’s komt deze muziek op de kinderen af.
58 06810622_deelA_H3.indd 58
26-04-2010 15:38:52
1 Niveau
Wat vind je van de stelling: het niveau van het leerstofaanbod in de groepen 5 tot en met 8 wordt eerder bepaald door het niveau van de leraar dan door de mogelijkheden van de kinderen.
Je bent student. In je vrije tijd ben je met muziek bezig: je danst, zingt, speelt en luistert naar je eigen muziek. En nu kom je op de Pabo en moet je je met andere muziek bezighouden, andere liedjes zingen, noten bestuderen en niet meer alleen met je gevoel met muziek bezig zijn. Je wordt verondersteld na te denken over muziek. Je leert analytisch met muziek om te gaan zodat je kinderen dingen kunt aanbieden, uitleggen en voordoen. Je moet er ook nog eens over na denken in welke volgorde dat allemaal moet, wat bij elkaar hoort en wat je beter uit elkaar kunt houden. Steeds weer realiseer je je dat muziek niet alleen uit klanken bestaat, maar dat die klanken in vorm gezet zijn (herhalingen, contrasten, variaties). Je wordt je ervan bewust dat muziek voor verschillende mensen verschillende betekenissen heeft, dat muziek gevoelens kan oproepen, dat muziek dingen kan verhullen maar ook zaken veel duidelijker kan maken dan je ooit met woorden zal lukken. Daarnaast leer je om kinderen te helpen die muziek op allemaal verschillende manieren te beleven, te beoefenen, te leren, namelijk al zingend, spelend, luisterend, bewegend en pratend. Deze verschillende vormen van muzikaal gedrag komen op de basisschool zeer geregeld aan de orde. je groep, met tientallen tegelijk. En daarmee leer je iets van die wonderlijke kracht van muziek. De KVB-cirkel in paragraaf 2.4 maakt duidelijk hoe de vijf domeinen zich tot
A1
We will rock you
de leerstof verhouden. Elk leerstofonderdeel kan luisterend, sprekend, enzovoort ontdekt, ervaren, bewerkt en geleerd worden.
de stageles ‘We will rock you’ (groep 5/6, 7/8) staat een eenvoudig 4 Inritme centraal. Deze les is voornamelijk opgebouwd vanuit het klankaspect toonduur. Daar is bewust voor gekozen. In de opbouw van een muziekles wordt vaak het accent gelegd op één bepaald leerstofonderdeel. Op de volgende bladzijde staat de les nog eens in korte zinnen weergegeven. Telkens is aangegeven
3 Muziek in de midden- bovenbouw
Je leert dat zelf door het veel te doen: zingend, spelend, luisterend. Alleen, met
wat de leraar doet en wat de kinderen doen. Je ziet dat je in een les vaak ‘heen en weer pendelt’ tussen verschillende vormen van muzikaal gedrag (domeinen). De verschillende onderdelen van de les hebben duidelijk een relatie met elkaar: ze gaan namelijk steeds over hetzelfde leerstofonderdeel: ritme.
A 59
06810622_deelA_H3.indd 59
26-04-2010 15:38:52
Wat doet de leraar?
Wat doen de kinderen?
Op welke domein heeft dit onderdeel vooral betrekking?
Een eenvoudig ritme
Luisteren
Luisteren
Alle kinderen tikken het ritme mee
Maken
Enkele kinderen improviseren op een trom
Maken
Een luistervoorbeeld
Kinderen herkennen het ritme in een
Luisteren
laten horen
muziekvoorbeeld
Een opdracht geven en de
Het ritme meeklappen
voortikken
Luisteren en motiveren Op een trom ritmisch improviseren
Luisteren en motiveren
Een ritme op het bord schrijven
Vragen stellen
Klappen en luisteren
De kinderen noteren een ritme
Praten over de muziek
Maken
Lezen en noteren
Spreken Maken
leerlingen begeleiden opdracht 2 Klank, vorm, of betekenis centraal?
Igra Kolo
Bestudeer de stageles voor groep 5/6: ‘Igra Kolo’. 4 2 Vat deze les eens in een vergelijkbaar schema (zie boven) samen en geef aan op welke domeinen de lesonderdelen betrekking hebben. Motiveer je antwoord: waar kun je dat uit opmaken?
Muziek en computers
Computers zijn in het onderwijs is een heel normaal verschijnsel geworden. Kinderen houden ervan om computers te gebruiken. Op het internet zijn veel sites te vinden die informatie geven over muziek. Sommige sites bieden interactieve werkvormen waar kinderen zelfstandig kunnen werken. Er zijn zelfs toetsen en eenvoudige notentesten te vinden.
1 Individualistisch
Het onderwijs lijkt steeds individueler te worden. Is het daarom wel wenselijk om ook in het muziekonderwijs kinderen individueel met muziek bezig
te laten zijn? Of is het beter om vooral het accent te leggen op muziek maken in de groep?
Door de inschakeling van internetsites of muzikale multimediaprogramma’s op cd-roms zijn er twee grote voordelen te halen:
1 Het muziekonderwijs kan onafhankelijker worden van de leerkracht. 2 Het muziekonderwijs kan naast de groepsmatige activiteiten (zingen,
klassikaal musiceren) ook individueel worden aangeboden. 60 06810622_deelA_H3.indd 60
26-04-2010 15:38:52
Natuurlijk is dit behoorlijk afhankelijk van de kwaliteit van het programma of de site: sommige programma’s zijn zeer amateuristisch, niet voor kinderen, te technisch of gewoon slecht. Alleen al daarom moet je als leraar eerst zelf die sites bezoeken. Maar als je een goede site hebt gevonden, dan kunnen kinderen hier veel van leren. Zeker wanneer ze met gerichte opdrachten aan de slag gaan en niet alleen maar wat aan het surfen zijn. Zo zijn er vele cd-roms met grappige programma’s die het noten lezen en muziek beluisteren gestructureerd aanbieden. Voorbeelden van sites om verder te zoeken naar muzieksites zijn: www.kennisnet.nl, www.muziek.pagina.nl en www.digischool.nl. Een werkblad is een goede manier om kinderen gericht te laten werken. Het biedt de mogelijkheid om opdrachten te geven vanuit een didactisch concept. Kinderen werken aan de hand van zo’n werkblad zelfstandig en verzamelen zo in hun eigen tempo informatie. Het kan heel zinvol zijn om dit soort opdrachten als voorbereiding of verwerking te koppelen aan de muzieklessen
opdracht 3 Werkblad internet
Ontwerp een werkblad voor een leerling in groep 8 naar aanleiding van een internetsite.
• Kies eerst een les of thema waar je een opdracht met behulp van
het internet bij wilt maken: deze opdracht kan ter voorbereiding of ter verwerking van de muziekles worden uitgewerkt.
• Zoek een goede site: sites over componisten, instrumenten,
niet-Westerse muziek, kun je vinden door bij een zoekmachine een trefwoord in te tikken.
• Formuleer verwerkingsopdrachten: laat de leerling daarbij zelfstandig
opdrachten maken en vragen beantwoorden die passen bij een site waarin muziek centraal staat.
• De leerling presenteert zijn antwoorden klassikaal. Hoewel de computer geen muziekinstrument is, is de rol van dit apparaat in de elektronische muziekwereld de afgelopen jaren steeds groter geworden, vooral in combinatie met muziekinstrumenten zoals keyboards. Oudere kinderen weten er soms verrassend veel van. Een aantal belangrijke termen dat je veel tegenkomt, is hierna op een rijtje gezet:
3 Muziek in de midden- bovenbouw
muziekvoorbeelden, concerten in de regio, orkesten, midi-files, popmuziek,
A 61 06810622_deelA_H3.indd 61
26-04-2010 15:38:52
Soundmixen
Musici in de lichte muziek maken veel gebruik van computers. Sommige artiesten gebruiken drumcomputers, anderen maken gebruik van een begeleiding die met computers in een studio gefabriceerd is (soundmixen).
Mp3-bestanden
Mp3 is een bestandsformaat voor muziekbestanden. Dit formaat stelt je in staat om muziek te beluisteren via je computer. De bestanden zijn circa tien keer kleiner dan echte audiobestanden.
Muziektekstverwerkers
Er zijn notatieprogramma’s waarmee de via een toetsenbord ingespeelde noten kunnen worden uitgeprint.
MIDI
MIDI is de afkorting van Musical Instruments Digital Interface. Het is een door de fabrikanten van elektronische instrumenten afgesproken computertaal om de onderlinge communicatie tussen deze instrumenten (en computers) mogelijk te maken. MIDI-aansluitingen zie je op keyboards en synthesizers, maar er zijn ook MIDI-fluiten, -saxofoons en -gitaren.
Gesamplede geluiden
Vaak beschikt een keyboard over gesamplede geluiden. Dit zijn geluiden die digitaal zijn opgenomen. Deze geluiden kun je via een toetsenbord op alle toonhoogten laten klinken.
Synthesizer
Een synthesizer is een instrument waarmee je alle elementen die van belang zijn bij het maken van een klank zelf kunt bepalen. Als je bijvoorbeeld vindt dat de flute iets te kaal klinkt, te traag aanspreekt of te plotseling stopt, kun je dat allemaal veranderen. Door het geluid van de flute te mengen met het geluid van bijvoorbeeld brass, krijg je je eigen sound.
Plugged/unplugged
De termen plugged en unplugged zeggen iets over het al dan niet elektronisch opwekken en versterken van muziek. Bij unplugged zal men bijvoorbeeld een accordeon gebruiken in plaats van een synthesizer. De gitaren zijn akoestisch, enzovoort. Het geheel wordt wel met microfoons versterkt.
Internet
4
In de stageles ‘Internet’ (groep 7/8) zoeken de kinderen naar aanleiding van een les over instrumenten zelfstandig naar internetsites waarin instrumenten worden toegelicht. Ze voeren de opdrachten van het werkblad uit.
Zelfstandig werken en groepswerk
De werkvormen zelfstandig werken en in groepen werken kom je in de hele basisschool tegen. Bij het vak muziek gebeurt traditioneel nog veel zuiver klassikaal (en frontaal). Toch liggen de mogelijkheden om hier met groepen of individualiserend te werken voor de hand. Enkele onderwerpen van creatieve groepsopdrachten zijn:
• een ritmische begeleiding met eigen lichaamsklanken (bodysounds) bij
een rap bedenken;
• een dans verzinnen bij een popsong; • een partituur maken naar aanleiding van een verhaal of boek.
62 06810622_deelA_H3.indd 62
26-04-2010 15:38:52
Deze opdrachten vragen om een zorgvuldige begeleiding. De manier waarop ze worden gegeven en de wijze waarop je de kinderen coacht vraagt speciale aandacht. Het onderdeel ‘creatieve situaties organiseren’ komt in B3 ‘Muziek maken’ uitgebreid aan de orde. Een andere goede mogelijkheid voor werken in groepen binnen het muziekonderwijs is door opdrachtkaarten te geven. Iedere groep krijgt een opdracht waarbinnen leerlingen keuzemogelijkheden hebben. Deze opdracht schrijf je op een kaartje en deel je uit aan de groep. Aan iedere opdracht worden eigen eisen gesteld. Probeer jouw opdracht zo helder mogelijk op een kaartje te formuleren. Houd bij het ontwerpen van een duidelijke opdrachtkaart de volgende punten in de gaten:
Vooral de evaluatie van het resultaat van een opdracht is belangrijk. Daarom is het heel goed dat kinderen van tevoren al weten wat het eindproduct van hun groepsopdracht moet zijn. Een goed omschreven opdracht geeft hen daarna veel meer handvaten om met elkaar in gesprek te gaan. Kinderen kunnen heel goed verwoorden wat ze van een uitvoering vinden. Wanneer je daar serieus de tijd voor neemt, zullen ze er ook serieus over spreken. Een evaluatie komt vaak aan het eind van de les. Houd daar dus rekening mee in je lesplanning.
Opdracht 4 Een creatieve groepsopdracht omschrijven
Bestudeer uit hoofdstuk ‘Muziek maken’, de paragrafen: ‘Creatieve situaties organiseren’ en ‘Evalueren’.
• Formuleer een creatieve groepsopdracht voor een groep 8. • Maak een opdrachtkaart zoals je deze aan kinderen wilt geven. • Formuleer criteria waarop je de resultaten van de kinderen wilt
beoordelen.
3 Muziek in de midden- bovenbouw
• Wat is je doelgroep? • Wat is het onderwerp? • Hoe is de taakverdeling binnen de groep? • Wat is de te volgen werkwijze? • Geef je tips? • Geef je een tijdpad? • Wat is het verwachte resultaat? • Wat zijn de beoordelingscriteria?
A 63
06810622_deelA_H3.indd 63
26-04-2010 15:38:52
• Vergelijk de creatieve opdracht met je medestudenten. Geef elkaar
aanwijzingen die tot verbetering kunnen leiden .Verzamel de creatieve opdrachtkaarten. Je hebt zo een bruikbare set voor je stage.
: 2 Waar gaat het over? B1 2.1
Zingen
Hoe zingen kinderen in de midden- en bovenbouw?
Kinderen houden ervan om te zingen. En dat is niet verwonderlijk want zingen is en blijft een belangrijk deel van de muziekcultuur die ze binnen en buiten de school ervaren. Popmuziek zonder zang bestaat eigenlijk niet. Maar de zanger of zangeres uit de popgroep staat voor méér dan zingen alleen. Kleding, houding, woordgebruik, lichaamstaal: al deze aspecten maken deel uit van het totale aanbod van de popcultuur. Bovendien moet een zanger of zangeres er goed uitzien. Zodra kinderen in de middenbouw of bovenbouw zitten, spiegelen zich meer en meer aan hun favoriete zanger of zangeres. En zo worden idolen geboren: zó wil ik zijn, zó wil ik eruitzien en... zó wil ik zingen. De manier waarop popidolen zingen, staat soms ver af van de manier waarop kinderen in een klas zingen. Kinderen weten dat maar al te goed en horen dat er te schor, te hees, te hard, te hoog of te laag wordt gezongen. In de praktijk blijkt dat kinderen daarom heel goed begrijpen dat bepaalde nummers behoren tot de cultuur buiten de school en dat deze niet goed te reproduceren zijn in de klas. Maar wil je kinderen in de klas gemotiveerd laten zingen dan is de keus van de liederen wel erg belangrijk. Een lied moet op een eigen manier aanspreken. Dat kan bijvoorbeeld door de gekozen tekst, door de humor, door de herkomst of door het swingende karakter.
Carry me ackee
2
Een goed voorbeeld voor een lied dat geschikt is voor de bovenbouw is het lied ‘Carry me ackee’ uit Jamaica. Studeer dit lied met een groep 7 of 8 van je stageschool in en gebruik de opname van de cd-rom om het lied zelf in te studeren. Bij het zingen in school moet je je in de bovenbouw natuurlijk niet altijd een keurig kinderkoor á la ‘kinderen voor kinderen’ voorstellen. Een schoolklas is geen kinderkoor. En evenmin zit de klas vol met allemaal goed zingende festivalwinnaars. Kinderen zingen niet altijd enthousiast en lijken door hun gedrag soms minder belangstellend. Maar een ongeïnteresseerde houding
64 06810622_deelA_H3.indd 64
26-04-2010 15:38:52
hoeft niet altijd te betekenen dat ze ook werkelijk ongeïnteresseerd zijn. Lees maar eens onderstaand reflectieverslag.
8 Uit een reflectieverslag van een stagiaire in groep 8: ‘Soms leek het alsof de kinderen er geen zin in hadden. Scheef zitten,
draaien op de stoelpoten, een hoofd dat steunde op een arm. Maar ik
was me ervan bewust dat de houding van kinderen niet altijd met een
gebrekkige motivatie heeft te maken. Lange lijven en grote handen horen
nou eenmaal bij deze leeftijdsfase van de puber. Achter in mijn klas zaten drie jongens een beetje onderuitgezakt in hun stoel. Hun lange benen slungelden wat scheef onder de tafels. “Oké allemaal, we gaan even
rechtop zitten want we gaan zingen,” riep ik aan het begin van de les. De jongens verschoven hun lichaam van de ene bil naar de andere bil.
Maar waren ze wel rechtop gaan zitten? Mijn mentor zei later van niet. Maar toch weet ik zeker dat ze geïnteresseerd waren.’ <
1 Ongeïnteresseerd gedrag?
Je zult je vast herkennen in bovenstaand reflectieverslag: je vraagt kinderen tijdens de muziekles rechtop te gaan zitten maar ze schuiven alleen maar wat heen en weer. Vind je dat je dit soort ongeïnteresseerd gedrag mag
accepteren? Vind je het terecht dat de mentor er wat van zegt? Hoe moet je
Stemmutatie
In het algemeen kun je zeggen dat het toongebied van de kinderstem wordt uitgebreid in de hogere klassen van de basisschool. De toonhoogte van liederen in de gangbare methoden en liedbundels is goed afgestemd op de ligging van de kinderstem. De stemwisseling, de mutatie, vindt plaats in de puberteit. In die tijd is er een sterke groei in lichaamslengte. Ook de stembanden groeien in deze tijd enorm; bij jongens kunnen de stembanden wel anderhalf keer zo lang worden. Overigens groeien de stembanden van meisjes ook, maar minder sterk, waardoor de verandering van hun stem minder opvallend is. Tijdens de mutatie kunnen de tonen onvast worden omdat de coördinatie van het spierevenwicht tijdelijk verloren is. De aanpassing komt bij de een sneller dan bij de ander (gemiddeld duurt dit zes maanden). De mutatie
3 Muziek in de midden- bovenbouw
dan op deze kinderen reageren?
komst steeds jonger voor. In de achttiende eeuw zongen koorknapen als sopraan nog door tot ze zestien of zeventien jaar waren. Nu begint de mutatie bij kinderen al soms voor hun twaalfde jaar.
A 65
06810622_deelA_H3.indd 65
26-04-2010 15:38:52
8 Dennis uit groep 8: ‘Al een paar weken merk ik dat mijn stem af en toe overslaat als ik wat wil zeggen. Dat is soms erg lastig. Zoals
gisteren nog tijdens schoolkamp toen ik op het voetbalveld riep “kom hier met die bal”. Mijn stem sloeg over. Het leek wel alsof ik van een andere
planeet kwam. Een aantal klasgenoten schoot meteen in de lach. Gelukkig gebeurt dit niet al te vaak. Tijdens de muziekles zorg ik dat ik niet te veel
opval. Vorige week in de klas gaf de juf mij even een knipoog. Als ik tijdens het zingen niet mee doe, weet ze heel goed waarom.’ <
Repertoire
De liederen in de midden- en bovenbouw kenmerken zich ten opzichte van de onderbouw door complexere melodieën en ritmen en soms door abstractere thema’s. Opgroeiende kinderen krijgen aandacht voor andere thema’s: hoe voel ik me, vreemde landen, pesten, enzovoort. Veel liedbundels spelen hierop in en stemmen er de keus van de liederen op af. In de meeste liedbundels en methoden staat het groepsniveau van de liederen aangegeven. Deze aanduidingen zijn vaak globaal: een lied voor groep 4 kan soms al in groep 3 gezongen worden en vaak ook prima in groep 5 of 6. Sommige klassen hebben om welke reden dan ook erg weinig gezongen. Hoe krijg je ze nu zover dat ze samen met jou wel hun best willen doen? Enkele vuistregels:
• Neem in het begin een niet te moeilijk lied. • Neem een aansprekend lied, dat vrolijk is en niet te lang. • Daag de kinderen uit, zing het pittig voor en straal enthousiasme uit. • Werk direct aan kwaliteit: laat merken dat je niet overal tevreden mee bent.
• Zorg voor een goede sfeer, voor vaart in de les en maak het niet te lang.
Eindig positief: prijs de kinderen voor hun inzet, hun prestatie of voor het feit dat zo goed hun best hebben gedaan.
• Zing met een meezing-cd, dat motiveert enorm. Besteed dus aandacht aan het lied dat je ze gaat leren: als je een te moeilijk lied neemt, krijgen de kinderen niet dat succesgevoel. Een spreektekst of een rap is bijvoorbeeld een prima vorm om mee te starten. Veel liederen zijn speciaal voor kinderen geschreven. Dat was vroeger anders. In het midden van de vorige eeuw zongen kinderen nog voornamelijk de volksliederen en geestelijke liederen van de volwassenen. Ook de enkele kinderliederen waren afgeleiden van nationalistische liederen. In sommige liedbundels en methoden kom je soms nog van deze liederen tegen. Vaak zijn het prima liederen, die de kinderen ook graag zingen, als je ze maar in de juiste sfeer weet te brengen. De context waarin het lied wordt gezongen (of het
66 06810622_deelA_H3.indd 66
26-04-2010 15:38:52
thema) is erg belangrijk. Voorbeelden zijn: ‘En als de kerels te gaêren zijn’ (EW 298) of: ‘Neemt mi in der hand’(EW 296). Deze liederen kunnen goed aansluiten bij vakken als geschiedenis of aardrijkskunde.
opdracht 5 Kwestie van smaak?
Welk lied kies je voor groep 7 en 8? Bij het uitkiezen van een lied voor de midden- of bovenbouw laat je je meestal leiden door jouw eigen smaak. Maar is dat ook terecht? Waarom kies je voor het ene lied en waarom laat je een
ander lied juist liggen? Betrek je bij de keuze ook de (verwachte) smaak Doep, doep, Met de slede
van de kinderen? Beluister de volgende twee nummers ‘Doep, doep’ 2 en ‘Met de slede’, voor groep 7 en 8. Geef eens aan welk lied je het meeste aanspreekt en welk lied volgens jou het meest aan zal spreken in jouw stageklas. Let op sfeer, stijl, tekst en melodie.
1 Presenteren met kwaliteit
De acceptatie van een lied door een groep is voor het grootste deel afhankelijk van de kwaliteit van de presentatie. Ben je het eens met deze stelling?
Canons
Vanaf groep 6 zijn kinderen in staat om canons te zingen. Ze hebben dan voldoende ervaring met eenstemmig zingen, hun harmonisch gehoor is meestal goed genoeg ontwikkeld en ze kunnen een melodie goed vasthouden. ken tegelijk te horen en daar vervolgens een eigen melodie tegen in zingen. Je ziet soms dat kinderen de vingers in hun oren steken om maar geen ‘last’ te hebben van de andere groep. Je voorkomt dit door er minimaal voor te zorgen dat de kinderen de canon als lied uitstekend beheersen. De poging om een nieuwe canon aan te leren en in dezelfde les ook als canon te zingen is bij voorbaat tot mislukking gedoemd. Een tweede, of derde stem door een andere groep heen zingen is pas mogelijk als kinderen in ritmisch en melodisch opzicht een zekere zelfstandigheid hebben. Een drie- of vierstemmige canon kan natuurlijk ook eerst tweestemmig klinken. Zodra dat goed gaat, breid je de canon uit met meer stemmen.
Seme seme, Opstaan
I like the flowers
3 In de videolessen ‘Seme seme’, ‘Opstaan’ en ‘I like the flowers’ vind je
3 Muziek in de midden- bovenbouw
Ze moeten tijdens het canon zingen immers in staat zijn om meerdere klan-
verschillende voorbeelden om met een bovenbouwgroep te zingen.
A 67 06810622_deelA_H3.indd 67
26-04-2010 15:38:53
Rappen en spreekteksten
Een rap of een spreektekst is vaak heel motiverend voor kinderen. Belangrijk is wel dat er tijdens de uitvoering ook aandacht is voor muzikale kwaliteit en variatie, want een rap onverstaanbaar door een denkbeeldige microfoon ‘mummelen’ kan iedereen wel. Probeer een klas eens te stimuleren tot een van de onderstaande vormen van uitvoeren:
• Varieer met intonatie: rap vragend, blij, heftig, droevig, lollig. • Begeleid een rap met een eenvoudige instrumentale ritmische begeleiding. • Varieer met dynamiek: verschillende regels worden hard of zacht uitgesproken, een spreektekst begint bijvoorbeeld heel zacht en eindigt heel hard.
• Verdeel de spreektekst over verschillende groepen. • Begeleid een spreektekst met een ritmische ostinaat uitgevoerd met eigen
slagwerk (bodysounds).
Het uitvoeren en instrumentaal begeleiden van een rap kan een uitstekende aanleiding zijn voor het geven van een groepsopdracht (zie hierboven).
B3
Zie B3 voor diverse praktische uitwerkingen van ritmische begeleidingen waarbij een accent op de beat en de afterbeat wordt gegeven. Een goed voorbeeld van een tweestemmige spreektekst die geschikt is voor kinderen van de bovenbouw is ‘Fietsendief’.
68 06810622_deelA_H3.indd 68
26-04-2010 15:38:53
Fietsendief
tekst en muziek: Nico Smit
opdracht 6 Spreektekst aanleren
Fietsendief, Beluister ‘Fietsendief ’ een aantal keren. Je hoort dat het nummer Fietsendief eerste stem, ‘Fietsendief’ wordt uitgevoerd door twee stemmen. Lees de notatie mee en Fietsendief tweede stem
2
probeer het ritme mee te spreken. Je hoort eerst een versie met beide stem-
3 Muziek in de midden- bovenbouw
men, daarna alleen met de eerste of de tweede stem. Kun je zelf de ontbrekende stem rappen?
A 69
06810622_deelA_H3.indd 69
26-04-2010 15:38:53
Zeurrap (instrumen- taal), Zeurrap (lied)
Een voorbeeld van een rap vind je in de stageles ‘Zeurrap’ (groep 7/8). De 4 2 kinderen luisteren naar de muziek en lezen eerst de woorden in hun werk
schrift mee. Daarna bedenken ze een eigen tekst en voeren hun eigen rap uit. Popsongs | Als je besluit om een popsong te laten zingen moet je wel enkele afwegingen maken: is het lied zonder begeleiding goed te zingen, en zo nee
kun je zelf voor een begeleiding zorgen? Is de tekst begrijpelijk of vertaalbaar? Behalve het kiezen van liederen die speciaal voor het basisonderwijs zijn geselecteerd in liedbundels kun je je natuurlijk verder oriënteren in het dagelijkse repertoire. Lastig is dat wel. Als je uitgaat van popmuziek zal jouw keus daarom vaak op (Nederlandstalige) popsongs terecht komen. Daarvan is er zeker een aantal geschikt om te gebruiken. Engelse teksten zijn vaak nog te moeilijk om in zijn geheel te zingen. Kinderen zijn snel blij wanneer je een nummer van de hitparade of een bekende musical met ze gaat zingen, maar je zult ook tot de ontdekking komen dat de melodie vaak een probleem is. Soms is een lied te hoog of te laag, of er zijn te veel sprongen, enzovoort. Het prettig in het gehoor liggende nummer blijkt vaak voor ongetrainde stemmen veel te moeilijk te zijn. Een ander lastig punt is de sfeer van het lied, die je vaak niet in de klas terug kunt krijgen. Waar blijft die lekkere popsound of die swingende begeleiding? Je komt dus in het spanningsveld te zitten tussen kinderen die genieten van een bepaalde popsong en de ‘onmogelijkheid’ om die song goed te zingen met de kinderen. Je wint betrokkenheid, participatie, enthousiasme maar je verliest soms aan zuiverheid, timing, muzikale kwaliteit en uitspraak.
1 Popsong in de klas?
Kun je eigenlijk wel op een muzikaal verantwoorde manier popsongs in de klas zingen? Geeft bijvoorbeeld het meezingen met een karaokeversie van een popsong wel de muzikale kwaliteit die je in het onderwijs voor ogen hebt?
Een aantal Nederlandse populaire liederen blijkt soms toch geschikt te zijn. Niet alle liederen zijn immers te lastig. Een bijkomend voordeel van het zingen van een bekende Nederlandstalige popsong is dat de kinderen deze nummers al veel gehoord hebben op radio of tv. Vaak kennen ze de muziek al. Ze zijn dan extra gemotiveerd om het lied te zingen. Muzikaal enthousiasme helpt ze vervolgens om moeilijkere passages uit te voeren.
70 06810622_deelA_H3.indd 70
26-04-2010 15:38:53
opdracht 7 Songteksten
Zoek op het internet naar songteksten. Er zijn vele pagina’s met complete overzichten te vinden. Maak eens een keuze van een songtekst voor een groep 8. Bespreek jouw keus met een medestudent aan de hand van onderstaande criteria:
• Is het onderwerp geschikt voor kinderen? Past het bij hun belevingswereld? Vind je dat nodig?
• Is de taal een probleem en zitten er teveel lastige woorden in? • Past het lied thematisch bij jouw les? Is dat wel nodig? • Kun je zelf de melodie zonder fouten zingen? • Is deze melodie wel geschikt? (Zijn er sprongen; is het lied te hoog of te laag, enzovoort.)
• Heb je een opname van de song om in de klas te laten horen? Advies: ontken nooit de muzikale werkelijkheid van de kinderen. Als dat in jouw groep popmuziek is, dan krijgt dat een plaats in je onderwijs (luisteren, spelen, praten over muziek). Realiseer je echter dat je opdracht om kinderen te leren zingen wel eens haaks kan staan op de behoefte van kinderen om de popliedjes mee te zingen: hun stemontwikkeling is meestal nog niet toe aan deze vorm. Zingen in een schoolkoor | In een aantal basisscholen kom je vooral in de
hogere groepen schoolkoren tegen. Een schoolkoor geeft de gelegenheid om naast de muziekles het zingen extra aandacht te geven. Soms zijn dergelijke zeprogramma. Het repertoire van het koor wordt meestal aangepast aan projecten, vieringen, feesten en weekafsluitingen van de school. Gewone eenstemmige liederen uit allerlei liedbundels zijn hiervoor meestal geschikt. Ook bij een musical kan het koor worden ingezet. Met een schoolkoor kan een school zich profileren. Soms zie je zelfs dat scholen een cd maken. En wat dacht
B1
je van een jaarlijks presentatieconcert voor ouders en andere familieleden? Meer over zingen met kinderen vind je in hoofdstuk B1.
2.2 Luisteren
Waar luisteren kinderen naar?
Natuurlijk is het goed om de voorkeursmuziek van kinderen te betrekken in
3 Muziek in de midden- bovenbouw
schoolkoren voor de kinderen facultatief en maakt het deel uit van een keu-
de opzet van een muziekles. Maar je begrijpt dat wanneer je te veel tegemoet komt aan hun eigen voorkeur het muziekonderwijs al snel zeer eenzijdig zal worden. De muziekles op de basisschool ‘is er op gericht dat de leerlingen hun aanwezige muzikale mogelijkheden ontdekken en verder ontwikkelen
A 71
06810622_deelA_H3.indd 71
26-04-2010 15:38:53
door het verwerven van voldoende kennis, inzicht en vaardigheden zodat ze deel kunnen nemen aan de huidige muziekcultuur in Nederland’ (Kerndoelen 1998). Kinderen moeten de taal van muziek leren verstaan om alert op de muzikale informatie te kunnen reageren.
Luisterdidactiek
In muziekmethoden vind je een heel divers aanbod van luistervoorbeelden. Het zal vrijwel nooit gaan om de nieuwste popmuziek, maar altijd om muziek van een paar jaar geleden tot enkele honderden jaren geleden. Je komt vooral veel voorbeelden tegen uit de klassieke en niet-Westerse muziek. Als de kinderen van jongs af aan gewend zijn om naar allerlei soorten muziek te luisteren, zal dit geen enkel probleem zijn. Als jij als stagiair op een school komt waar weinig of niet naar muziek wordt geluisterd, zal het soms even wennen zijn als ze muziek voorgeschoteld krijgen waar ze zich in eerste instantie niet zo in thuis voelen. Leg het accent op muzikaal-inhoudelijke zaken: de kinderen moeten muzikale aspecten en vorm en betekenis kunnen horen en benoemen. Wanneer je de les begint met de vraag ‘Wat vind je van deze muziek?’ geef je leerlingen een vrijbrief om jouw muziekkeuze, en daardoor ook de hele muziekles, af te keuren. Alle vragen die je daarna goedbedoeld wilt stellen doen dan vaak niet meer terzake. Natuurlijk mogen leerlingen een mening hebben over de muziek die ze horen, maar het is, zeker tijdens de les, niet van belang om daarnaar te vragen en het kan je les danig in de war schoppen. Denk nog maar eens aan de les van Daniëlle in de eerste paragraaf van dit hoofdstuk. Ze voelde zich erg aangesproken door de popmuziek die de juf liet horen. Maar hoe zou een les verlopen wanneer er klassieke moderne muziek wordt gedraaid? Ook dan kunnen kinderen heel geïnteresseerd zijn. Het ligt er maar aan hoe je hun aandacht weet vast te houden. Confronteer de kinderen met allerlei verschillende muziekstijlen, geef ze informatie over de instrumenten die daarin gebruikt worden. Vertel ze over de verschillende stemtypes en laat ze voorbeelden horen van koren en diverse zangers. Geef ze dus een breed beeld van muziek in onze samenleving. Daar hoort natuurlijk ook bij dat je over de grenzen van onze westerse samenleving heen kijkt en de kinderen in aanraking brengt met muziek uit andere culturen. Een voorbeeld van een les waarin het luisteren naar moderne muziek centraal staat, is hieronder beschreven. Dat gebeurt in Vietnam
2
Informatie
| Het muziekstuk ‘Dat gebeurt in Vietnam’ van Louis Andriessen
(geboren in 1939) gespeeld door het orkest De Volharding is een span-
nende compositie. Kinderen in een bovenbouwgroep vinden deze muziek al snel boeiend. De muziek doet denken aan een enge achtervolging of een
72 06810622_deelA_H3.indd 72
26-04-2010 15:38:53
vreemd land waar gevaar op de loer ligt. In de muziek hoor je veel herhaling. Opvallend is de doorgaande herhalende melodie van de lage blazers. Dit noemen we een ostinaat: telkens weer wordt de korte melodie herhaald. Voorbereidende werkvorm | Houd eerst een gesprek met de leerlingen over
oorlog en vrede. Het is een onderwerp waar kinderen in deze leeftijd veel mee geconfronteerd worden. Het jeugdjournaal laat vaak schokkende beelden van kinderen in oorlogsgebieden zien. Stel de kinderen vragen als ‘Waar is op dit moment oorlog? Welke oorlog heeft veel indruk op jou of op jouw vader en moeder gemaakt?’ Praat daarna met hen over welke muziek in oorlogstijden gemaakt wordt: bijvoorbeeld marsmuziek waarop soldaten in lange rijen lopen, trompetgeschal om de winnaar mee uit te beelden of praat over het gebruik van de instrumenten, bijvoorbeeld de vele trommels.
Begeleidende werkvorm | Laat het luisterfragment ‘Dat gebeurde in
Vietnam’ in zijn geheel horen. Muziek spreekt voor zich. Tijdens het luisteren naar de muziek vullen de kinderen onderstaand schema in. Wat past het beste bij het karakter van de muziek die je hoort? Zet daar een
Snel
Langzaam
Opwindend
Rustgevend
Hoekig
Vloeiend
Dreigend
Lieflijk
Ernstig
Vrolijk
Herhalend
Afwisselend
Groots
Ingetogen
Grof
Fijnzinnig
Spannend
Saai
Evaluerende werkvorm | De kinderen ontwerpen nu naar aanleiding van het luistervoorbeeld hun eigen ‘oorlogsmuziek’ . Vooral de dreiging komt in
de muziek tot uiting, dus niet alleen het donder en geweld! Ze gebruiken
Oorlog en vrede
4
d aarvoor de aanwezige instrumenten. De stageles ‘Oorlog en vrede’
(groep 5/6, 7/8) is een voorbeeld van een manier waarbij kinderen met
behulp van een partituur deze ontwerpopdracht uitvoeren.
3 Muziek in de midden- bovenbouw
kruisje. Als je geen mening hebt dan zet je het kruisje in het midden.
A 73 06810622_deelA_H3.indd 73
26-04-2010 15:38:53
2.3 Muziek maken Instrumenten
‘Juf, zal ik dat liedje op mijn keyboard meespelen? Dan zet ik er een lekker ritme onder en de akkoorden vraag ik wel aan mijn keyboardleraar.’ In de hogere groepen van de basisschool kun je zulke reacties krijgen. Vraag aan leerlingen in de bovenbouw eens wie van hen een instrument bespeelt. Je zult merken dat er in heel wat schoolklassen een vinger de lucht in gaat. Er zijn vaak leerlingen bereid om hun instrument mee te nemen en een liedje, ook al is het maar zeer eenvoudig, te begeleiden. Ze demonstreren met plezier hun instrument. Als je zelf een instrument bespeelt, kun je dat uitstekend gebruiken in je stageklas. Het geeft extra sfeer en stimuleert de kinderen bij het zelf muziek maken. In veel liedbundels voor de basisschool staan akkoorden boven de liederen. Met deze eenvoudige akkoorden kun je de groep begeleiden, ook als je nog niet zoveel ervaring hebt op je instrument. Vraag eens waar bij jou op de Pabo, of in de regio, een cursus ‘Begeleid jezelf op gitaar’ (of keyboard) wordt aangeboden. Denk je dat zo’n cursus voor jou geschikt zal zijn?
Muziekschool
Sommige basisscholen hebben samenwerkingsverbanden met muziek scholen. Soms zie je in de praktijk dat muziekscholen instrumentale lessen verzorgen in de basisschool. De kinderen krijgen dan tijdens schooltijd of meteen na schooltijd gitaarles, keyboardles, vioolles of les op andere instrumenten. Er zijn zelfs basisscholen die tijdens of na de schooltijd een schoolensemble hebben. Op deze manier wordt tegemoetgekomen aan de verschillende kwaliteiten die kinderen hebben. Muzikale kinderen worden zo binnen de school op hun eigen niveau uitgedaagd. Wanneer je een weekopening of
B3
-sluiting, of een musical organiseert kan het schoolensemble presentaties verzorgen. Meer over muziek maken met kinderen vind je in hoofdstuk B3.
Instrumentaal spel
Met de verschillende schoolinstrumenten en met de eigen instrumenten van de kinderen kun je diverse speelstukjes uit de methoden uitvoeren, bijvoorbeeld allerlei liedbewerkingen.
opdracht 8 Hey Betty Martin
Studeer met een groep studenten onderstaand speelstukje in. Gebruik de schoolinstrumenten of jouw eigen instrument.
74 06810622_deelA_H3.indd 74
26-04-2010 15:38:53
bewerking: Kees Glaubitz
2.4 Muziek lezen en noteren
B4 Naarmate kinderen ouder worden zijn ze in staat steeds complexere
(grafische) partituren uit te voeren. Deze muziek kan meerstemmig genoteerd zijn. Ook zijn ze in staat met behulp van grafische of traditionele notatie zelf speelstukjes te ontwerpen. Het volgende speelstuk (voor groep 5) is bedoeld voor drie partijen. Met grafische tekens is aangegeven wat er gespeeld moet worden. Tijdens de uitvoering zijn slechts drie kinderen actief, maar door de andere kinderen met de partituur mee te laten wijzen kun je de hele groep activeren. Door de partituur op het bord te noteren kun je een dergelijk speelstuk ook met de hele groep uitvoeren. Tijdens het spelen wijs jij (of een van de kinde-
3 Muziek in de midden- bovenbouw
Hey Betty Martin
ren) met een aanwijsstok mee. Bij meerstemmige stukjes kunnen de spelers zo goed zien wanneer ze aan de beurt zijn.
A 75
06810622_deelA_H3.indd 75
26-04-2010 15:38:54
Geef de kinderen de opdracht dit speelstukje zelf af te maken.
S-A03-02
1 Hoog niveau?
In de paragraaf ‘Spelen’ heb je het speelstukje ‘Hey Betty Martin’ uitgevoerd.
Vind je dit een geschikt stukje om met een groep 8 uit te voeren? Ken je voor-
beelden van klassen die deze notatie kunnen lezen en uitvoeren?
Een hoog niveau in het lezen en spelen van het notenschrift is geen primair doel van het muziekonderwijs op de meeste basisscholen. Dat veel kinderen een behoorlijke vaardigheid ontwikkelen in het lezen, meelezen, spelen en/of schrijven van noten is eerder te danken aan de buitenschoolse muzikale vorming (muziekscholen) dan aan het onderwijsaanbod op de basisschool. Toch is een bepaalde basiskennis van het notenschrift zinvol voor kinderen: ze leren ‘het systeem’ kennen en kunnen het prima toepassen bij het luisteren naar muziek en soms bij het leren van nieuwe liederen.
opdracht 9 Notatie nodig?
Vul onderstaand schema in en vergelijk de resultaten met een medestudent.
Maak een hokje zwart als de stof naar jouw mening behoort tot de leerstof van de basisschool. Bespreek de verschillen met elkaar. De leerlingen kunnen op globale wijze het verloop en de vorm van een lied of muziekstuk volgen aan de hand van grafische notatie. De leerlingen kunnen op globale wijze het verloop en de vorm van een lied of muziekstuk volgen aan de hand van traditionele notatie. De leerlingen kunnen melodie, ritme en het sterker en zachter worden van de muziek door middel van grafische notatie vastleggen. De kinderen kunnen een twee- en driedelige maatsoort en veel voorkomende ritmen noteren en spelen (hele noten, halve, kwart, achtste).
76 06810622_deelA_H3.indd 76
26-04-2010 15:38:54
2.5 Bewegen
B5
Om te dansen of vrij te bewegen op muziek moet je je vrij voelen en vaak
even in de juiste sfeer gebracht worden. Dat is soms lastig. Een klaslokaal is slechts met moeite om te toveren tot een disco of een balletzaal. Hieronder
Alabama Jubilee, Bend it
2
twee voorbeelden waarbij dat toch goed lukt wanneer je de stoelen even aan
de kant zet of in een dans gebruikt.
8 Voorbeeld 1: Muzikale zinnen Verdeel de groep in
tweetallen die ieder een stoel in de vrije ruimte neerzetten. Zet de muziek
aan van J. Cobb ‘Alabama Jubilee’. Nummer 1 van ieder tweetal gaat op
de stoel zitten en nummer 2 begint te lopen of te dansen zodra het korte voorspel van enkele maten is afgelopen. Na de eerste muzikale zin is
wisselen de twee van functie: nummer 1 gaat de volgende zin dansen en
nummer twee wacht op de stoel tot ook deze zin afgelopen is. De dansers
kunnen proberen zich steeds verder van de stoel te verwijderen. Het is dan de kunst om niet te veel tijd over te houden en ook niet te laat te komen voor de wisseling. <
8 Voorbeeld 2: Tempo Maak met elkaar een kring en eventueel ook een binnenkring. Zet de muziek op van Dave Dee e.a. ‘Bend it’.
Geef elkaar een hand op schouderhoogte en beweeg mee op het tempo
van de muziek. Na elke stilstand in de muziek beweeg je in de andere richting. Gebruik de mayim-pas: de rechtervoet kruist voorlangs de
linkervoet, de linkervoet komt naast de rechtervoet, de rechtervoet kruist de rechtervoet geplaatst. Volg met je voeten de puls van de muziek. <
Bend it
voorbeeld is uitgewerkt in de stageles ‘Bend it’ (groep 5/6, 7/8). 4 Dit
Als het gaat om bewegen in een midden- of bovenbouwklas dan is er een tegenstrijdigheid waar te nemen. Muziek waar kinderen naar luisteren is sterk gerelateerd aan bewegen; bij ieder popnummer hoort immers een videoclip waarbij bewogen of vaak spetterend gedanst wordt. In de klas komt er van deze beweging vaak weinig terecht. Natuurlijk komt dat in de eerste plaats omdat er het lokaal vol staat met tafels en stoelen, maar ook de gêne van (sommige) kinderen speelt een rol. Muziek en beweging wordt in de
3 Muziek in de midden- bovenbouw
de linkervoet, nu achterlangs, vervolgens wordt de linkervoet weer naast
meeste klassen vooral gekoppeld aan musicals, voorstellingen, projecten, weekopeningen of weeksluitingen.
A 77
06810622_deelA_H3.indd 77
26-04-2010 15:38:54
1 Gêne?
Veel kinderen hebben eigenlijk geen moeite om te dansen: break dance, line dance, disco, house, enzovoort: de kinderen dansen vol overgave. Vind je dat
je zelf de kwaliteiten hebt om kinderen te motiveren voor het dansen? Moet je zelf goed kunnen dansen om kinderen tot beweging aan te zetten?
opdracht 10 Warming up
Noteer zelf eens een aantal suggesties voor bewegingsopdrachten op muziek waarmee je oudere kinderen hun gêne kunt laten overwinnen. Denk in dit verband aan eventuele lessen dans/drama of dansexpressie die je wellicht ook op jouw Pabo volgt. Die oefeningen zijn vaak heel geschikt als opwarmer voor een les dansen op muziek. Bewegen in de muziekles is meestal gebaseerd op het visualiseren of beleven van een onderdeel uit het KVB-model. Je kunt aan de bewegingen prachtig zien of de kinderen echt horen wat jij gevraagd hebt. De kinderen bewegen bijvoorbeeld op een vormaspect: in kringen of rijen bewegen ze op de tegenstelling of de herhalingen in de muziek. Of je laat kinderen bewegen op de betekenis van muziek: bij spannende muziek horen spannende bewegingen. Op die manier ontstaat een interessant bewegingspatroon en luisteren kinderen gericht naar muziek. Muziek en bewegen in de bovenbouw is op die wijze meer dan het vrije dansen op bijvoorbeeld house-muziek, waar het eigenlijk alleen gaat om bewegen op de maat.
De verffabriek
In de stageles ‘De verffabriek’ (groep 7/8) wordt de verf gemixt en de potten 2 4 worden gevuld. De kinderen beelden eerst met bewegingen een mixmachine uit en voeren een dans op muziek uit waarbij ze zelf ‘mee-rappen.’ (Bron: Dansspetters, Maria Speth, Hogeschool Maastricht.)
Seme seme 5 Dansmuziek uit Zuid-Amerika
3 In het videofragment Seme seme 5; ‘Bewegen: spiegelspel’ zie je hoe Gijs
een bewegingsactiviteit organiseert en hoe hij de activiteit opbouwt: van 2 centraal geleid naar meer inbreng van de kinderen.
78 06810622_deelA_H3.indd 78
26-04-2010 15:38:54
3 Leerstofopbouw : 3.1 Leerstof in een methode Welk lied kies je? Welk luistervoorbeeld? Welke werkvorm ga je hanteren? Wat is de leerstofkern? Als je een muziekles voorbereid, kom je voor verschillende keuzes te staan. Gelukkig hoef je de meeste keuzes niet zelf te maken. Een methode zet de leerstof in een lijn, houdt rekening met de beginsituatie van de kinderen en draagt materiaal en werkvormen aan. De meeste keuzes hebben de makers van een methode al voor je gemaakt. Toch zit hierin nog een taak van de leraar! Een methode gaat uit van een visie op (muziek)onderwijs; die visie is bepalend voor de leerstofordening, voor de keuze van het materiaal, kortom voor de inhoud van de methode. Jij als leraar bepaalt met je team welke visie op muziekonderwijs je het meest aanspreekt en dus voor welke methode je kiest. In goed methodisch lesmateriaal kun je een duidelijke stofinhoudelijke progressie waarnemen: de stof is geordend van eenvoudig naar moeilijker, van een concreet naar een abstracter niveau, van korte naar langere opdrachten. Ook zal steeds meer een beroep gedaan worden op reeds verworven kennis en vaardigheden. De beste manier om in een basisschool leerstof te ordenen is door een methode te gebruiken. De methode Moet je doen bestaat uit acht delen (voor iedere groep een deel, en groep 1/2 is gecombineerd in een katern) voorzien van cd’s. De methode bevat geen werkschriftje voor de kinderen. Er zijn voor de leraar speciale tailleerd beschreven. In het algemeen wordt deze methode als een laagdrempelige methode gekenmerkt: hij is eenvoudig te hanteren voor de leraar en bevat praktische werkvormen voor de kinderen. De methode Muziek voor de basisschool bestaat uit acht losse multomappen voor de leraar (handleiding) en is ook voorzien van cd’s. Vanaf groep vier zijn er werkschriften en kleurige informatieve leerlingenboekjes toegevoegd. De lessen zijn ook hier gedetailleerd beschreven. Deze methode wordt gezien als een complete kunstzinnige methode waarin kinderen geconfronteerd worden met muziek uit allerlei stijlen. Met betrekking tot de leerstof gaat deze methode inhoudelijk verder dan Moet je doen.
3.2 Wie geeft de muziekles? In de meeste gevallen geeft de leraar basisonderwijs zelf zijn muzieklessen. Maar in de praktijk vinden vele leraren het lastig om de muziekles (met
3 Muziek in de midden- bovenbouw
bordwandkaarten om bepaalde leerstof te presenteren. De lessen zijn gede-
A 79
06810622_deelA_H3.indd 79
26-04-2010 15:38:54
behulp van een methode) zelf te geven. Op veel scholen kom je daarom, vooral in de midden- en bovenbouw, een vakleerkracht muziek tegen. Het grote voordeel van een vakleerkracht in de klas is dat het vak muziek elke week gegeven wordt door een specialist die afwisselende en kwalitatief goede lessen kan verzorgen. Hij kan onder andere het schoolkoor leiden en de kinderen begeleiden in een schoolensemble. Soms kan de vakleerkracht ook iemand uit het team van de basisschoolleraren zijn. Hij heeft zich gespecialiseerd in de muziek en geeft een aantal dagdelen per week een muziekles aan andere klassen. Nadelen bij het uit handen geven van de muziekles zijn er ook: een vakleerkracht is per week vaak maar één les (lees: drie kwartier) in de klas en kan zijn onderwijs niet afstemmen op de rest van het onderwijsaanbod en de vragen van individuele leerlingen. Door de muziekles uit handen te geven is het mogelijk dat jij als leerkracht een aantal bijzondere momenten met de groep mist. Muziek heeft meer impact op de sociale en emotionele vorming dan rekenen en taal!
1
Vakleraar of niet?
Welke argumenten laat jij prevaleren bij je antwoord op de vraag: Wie geeft er muziekles? Welke ervaring heb jij met vakleraren muziek?
: 4 Meesterwerk Je zult niet altijd gebruik kunnen maken van een methode. Bij een thema, een projectweek of voor een feest zul je soms moeten zoeken naar andere liedjes, luistervoorbeelden, speelstukjes en dergelijke. Bij dit materiaal zul je zelf een les moeten maken en krijg je toch te maken met keuzes rond lesinhoud, beginsituatie en werkvormen. Het is daarom goed dat je op de hoogte bent van ordeningsmogelijkheden en opbouw van leerstof, zodat je aan kunt sluiten bij het ontwikkelingsniveau van de kinderen. Algemene competenties
Vakspecifieke competenties
Vak en didactisch competent
Vanuit alle gebieden
80 06810622_deelA_H3.indd 80
26-04-2010 15:38:54
Leerstofopbouw
Verdeel de klas in een aantal groepjes. Iedere groep bestudeert een aspect van leerstofopbouw in een van bovenstaande methoden. De leerstofopbouw gaat in het algemeen uit van het KVB-model waarbij de domeinen zingen, luisteren, muziek maken, lezen en noteren en bewegen een plaats krijgen. Ga van deze domeinen uit tijdens de uitwerking van de opdracht. Groep 1 bestudeert de leerstofopbouw van klank-toonduur. Groep 2 bestudeert de leerstofopbouw van klank-toonhoogte. Groep 3 bestudeert de leerstofopbouw van klank-spelen met instrumenten. Groep 4 bestudeert de leerstofopbouw van vorm. Groep 5 bestudeert de leerstofopbouw van de betekenis van muziek. Elke groep maakt een kort verslag waarin de leerstof die aan de orde komt beschreven wordt.
• Omschrijf hoe de methodische ordening van deze leerstof in de delen van de methode van eenvoudig naar moeilijk gaat.
• Geef aan op welke wijze en in welke mate de leerlingen de leerstof moeten beheersen.
• Geef een eigen mening over de gehanteerde leerstofopbouw: In hoeverre vind je de methode uitvoerbaar?
Is de methode duidelijk en voldoende gestructureerd? Zijn de werkvormen gevarieerd? Wordt er gebruikgemaakt van nieuwe media?
• Vindt er reflectie met kinderen plaats naar aanleiding van hun eigen handelen en hun inzicht in muziek?
• Zijn er mogelijkheden om lessen aan te passen aan individuele leerlingen
(differentiatie)?
• Welke onderdelen mis je en in welke bouw? Zou daar een reden voor zijn
of kun je zelf met een voorbeeld aangeven dat dit onderdeel hier wel degelijk
een plaats had kunnen krijgen? Voeg het verslag van deze meesterwerkopdracht toe aan je portfolio.
3 Muziek in de midden- bovenbouw
Is er ruimte voor initiatief en creativiteit?
A 81 06810622_deelA_H3.indd 81
26-04-2010 15:38:54