AVANS Hogeschool B.V. Toets Nieuwe Opleidingen: Master of Marketing & Master of Strategic Management
© Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, april 2010
2/63
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategic Management
Managementsamenvatting Dit rapport is het verslag van het auditteam dat in opdracht van Netherlands Quality Agency (NQA) twee nieuwe hbo-masteropleidingen heeft beoordeeld. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van Toets Nieuwe Opleiding in hogere beroepsopleidingen. Het beschrijft de bevindingen, overwegingen en conclusies. Het rapport is conform het NQA Protocol 2010 TNO hbo-masteropleiding opgesteld. De rapportage heeft betrekking op: Instelling Opleidingen Variant Locatie Auditdatum/-data Auditteam
AVANS Hogeschool B.V. Master of Marketing (MM) en Master of Strategic Management (MSM) deeltijd Breda 4 maart 2010 De heer prof.dr. S.K.Th. Boersma (vakdeskundige en voorzitter) De heer I.M.M.van Bilsen (vakdeskundige) De heer drs. E. de Heus (vakdeskundige) De heer W. Kronenburg (studentlid auditteam) Mevrouw ing. I.J.M. de Jong (NQA-auditor) Mevrouw Y. Griffioen-Kingma (NQA-auditor)
Avans Hogeschool heeft als handelsnaam Avans+. Door AVANS+ is een dossier ingediend bij NQA voor de beoordeling van de nieuwe hbo-masteropleidingen MM en MSM. Bij de aanvraag werd door de instelling een kritische reflectie aangeboden die naar vorm en inhoud voldeed aan de eisen die NQA in het NQA Protocol 2010 TNO hbo-masteropleiding stelt. Voor de beoordeling van de kwaliteit en het niveau van de nieuwe opleiding heeft NQA een auditteam samengesteld, dat voldoet aan de eisen van de NVAO. Het team heeft de kritische reflectie bestudeerd en een bezoek aan de opleiding gebracht. De kritische reflectie en alle overige (mondeling en schriftelijk) verstrekte informatie hebben het auditteam in staat gesteld om tot een weloverwogen oordeel te komen. Doelstellingen Beide opleidingen hebben een relevante set eindkwalificaties opgesteld, die door een vertegenwoordiging van het werkveld zijn geaccordeerd. De opleidingen hebben overtuigend aangetoond dat de nagestreefde competenties aansluiten bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een master, i.c. de Dublin descriptoren. De opleidingen hebben aangetoond dat de eindkwalificaties het hbomasterniveau beogen. In de beroepsprofielen wordt duidelijk aangegeven welke beroepbeelden aan het curriculum ten grondslag liggen. De opleidingen laten helder zien wat hun doelgroepen zijn en maken duidelijk dat deze opleidingen een professionele masters zijn.
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategisch Management
3/63
Programma Beide opleidingen zijn op de beroepspraktijk gericht. Er komen actuele cases en praktijkopdrachten aan de orde. De opleidingen maken gebruik van actuele en relevante literatuur. Volgens het auditteam kan het internationale gehalte in de literatuurlijst verhoogd worden. Docenten maken bij de colleges gebruik van voldoende (wetenschappelijke) artikelen. Het auditteam vraagt aandacht voor het onderdeel methodologie, waar het opzetten van een praktijkgericht onderzoek centraal staat. Het auditteam is positief over de reeds ingezette verbeteringen, waarbij studenten gedurende de opleiding meerdere malen een onderzoeksopzet moeten uitwerken. De eindkwalificaties zijn op een adequate manier vertaald naar leerdoelen in de programma’s. Het didactisch concept van beide opleidingen is helder uitgewerkt. Het toetsbeleid is afgestemd op het didactisch concept en passend voor beide opleidingen. De opleidingen zijn erin geslaagd een inhoudelijk samenhangend programma uit te werken, waarin duidelijke lijnen te herkennen zijn. De opleidingen hebben een studeerbaar programma uitgewerkt. Studenten vinden de opleiding zwaar, maar wel te doen binnen de gestelde studiebelasting. Het auditteam stelt vast dat de opleidingen ook het intakeproces helder hebben uitgewerkt. Personeel Beide opleidingen maken gebruik van kerndocenten en van freelance docenten. Alle docenten zijn werkzaam in het relevante beroepenveld en zijn ten minste op masterniveau, veelal op academisch niveau, geschoold. De docenten zijn voldoende gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. De kwaliteit wordt voldoende geborgd door het feit dat de verbintenis met docenten bij disfunctioneren wordt verbroken. Voorzieningen Het auditteam heeft voor het bezoek toegang gekregen tot Blackboard en de Avans Portal en heeft geconstateerd dat de studenten hierdoor van uitgebreide informatie worden voorzien. Naast de digitale voorzieningen zijn de fysieke voorzieningen toereikend om de opleidingen te verzorgen. Kwaliteitszorg De opleidingen hebben een degelijk kwaliteitszorgsysteem opgesteld. De werking van het kwaliteitszorgsysteem heeft reeds geleid tot concrete verbeteringen. De opleidingen hebben toetsbare streefdoelen opgesteld en naar aanleiding van periodieke evaluaties worden verbetermaatregelen getroffen. De opleidingen betrekken verschillende belanghebbende groepen bij de kwaliteitszorg van de opleidingen. Condities voor continuïteit De academie heeft een realistische begroting voor beide opleidingen opgesteld. Beide opleidingen zijn sinds de start kostendekkend. De opleidingen bieden voldoende garantie voor studenten van beide opleidingen om af te studeren door middel van een afstudeergarantie.
4/63
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategic Management
Alles overziend komt het auditteam van NQA tot de conclusie dat de kwaliteit en het niveau van de nieuwe hbo-masteropleidingen Marketing en Strategic Management AVANS+ aan de vereiste basiskwaliteit voldoet. Een onderbouwing van deze conclusie is opgenomen in hoofdstuk 2.
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategisch Management
5/63
6/63
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategic Management
1
Basisgegevens
2
Beoordeling
3
9
11
2.1
Doelstellingen van de opleiding
12
2.2
Programma
17
2.3
Inzet van personeel
29
2.4
Voorzieningen
33
2.5
Interne kwaliteitszorg
35
2.6
Condities voor continuïteit
38
Bijlagen
41
Bijlage 1
Deskundigheden auditteam
43
Bijlage 2
Onafhankelijkheidsverklaring auditteam
49
Bijlage 3
Bezoekprogramma
55
Bijlage 4
Bijlagen zelfevaluatie en ter inzage gelegd materiaal
57
Bijlage 5
Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties
61
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategisch Management
7/63
8/63
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategic Management
1
Basisgegevens
De basisgegevens van de nieuwe hbo-masteropleidingen Marketing en Strategisch Management zijn in onderstaande tabel weergeven. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Naam instelling Status instelling Oriëntatie en niveau Aantal studiepunten Locatie Code of conduct
7. Variant 8. Inhoudelijk profiel opleiding
AVANS Hogeschool BV aangewezen hbo master 60 EC Breda Avans Hogeschool heeft de Code of Conduct ondertekend. Deeltijd De opleiding MM is in september 2002 gestart en MSM is in september 2003 gestart. Beide opleidingen zijn in 2008 volledig herzien. Het positioneringstatement voor MM luidt als volgt: Het bieden van een breed spectrum van nieuwe en beproefde inzichten uit het marketingvak, zowel vanuit de wetenschap als vanuit de praktijk van marketing- en commerciële managers en specialisten met een hbobachelordiploma. Dit om studenten optimaal voor te bereiden op en/of verder te ontwikkelen in een commerciële, strategisch-tactische functie in de profitdan wel non-profit sector. De synergie tussen de ambitie van de student en de organisatie staat centraal. Hiermee wil de opleiding een inspirerende bijdrage leveren aan de professionele ontwikkeling van de studenten en de organisaties waar de studenten werkzaam zijn en de verdere verbreding en verdieping van het marketingvak in het Nederlandse bedrijfsleven en de non-profit sectoren. Het positioneringstatement voor MSM luidt als volgt: Het bieden van een breed spectrum van nieuwe en beproefde inzichten uit het strategisch vakgebied, zowel vanuit de wetenschap als vanuit de praktijk van strategisch managers en specialisten met een hbobachelordiploma. Dit om studenten optimaal voor te bereiden op en/of verder te ontwikkelen in een strategisch-tactische rol in de profit- dan wel non-profit sector. De synergie tussen de ambitie van de student en de organisatie staat centraal. Hiermee wil de opleiding een inspirerende bijdrage leveren aan de professionele ontwikkeling van de studenten en de organisaties waar de studenten werkzaam zijn en de verdere verbreding en verdieping van het strategisch vakgebied in het Nederlandse bedrijfsleven en de nonprofit sectoren.
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategisch Management
9/63
9. Beoogd werkveld alumni
De opleiding MM is bedoeld voor marketing- en commerciële managers en marketingspecialisten die werkzaam zijn in een functie waarbij zij een rol hebben bij strategische en tactische commerciële vraagstukken. De opleiding MSM is bedoeld voor managers, adviseurs en experts die een rol hebben bij de ontwikkeling van lange termijn strategieën en de uitvoering daarvan. Beide opleidingen beogen bij te dragen in het optimaliseren van de huidige functie of het doorgroeien naar een hogere functie in het vakgebied.
10. Plaats opleiding in organisatiestructuur hogeschool
De opleidingen vallen formeel en financieel onder Avans+. Avans+ is een dochterorganisatie van Stichting Avans Hogeschool en verzorgt onbekostigd onderwijs. De juridische benaming is Avans Hogeschool BV. Avans+ heeft de inhoud, organisatie, kwaliteitszorg, werving en communicatie van de opleidingen gedelegeerd aan de Academie voor Deeltijd van Avans Hogeschool. De Academie voor Deeltijd is primair gericht op het bieden van bekostigde deeltijd bacheloropleidingen (Economics, Commerce, Business Administration, Communication, Health) en wil de twee masteropleidingen toevoegen.
11. Opbouw programma
De opleidingen bestaan uit vier kwartalen/perspectieven college en een afstudeerfase van een half jaar. Ieder kwartaal (Q) van 9 weken is gericht op een bepaald perspectief. Voor MM: - Q1 Marketing en ondernemen, - Q2 Markt en omgeving, - Q3 Operationalisering van marketing, - Q4 Marketing en internationalisering. Voor MSM: - Q1Strategisch management en de organisatie, - Q2 Strategisch management en de Markt en omgeving, - Q3 Strategisch management en Leiderschap, - Q4 Strategisch management en innovatie.
10/63
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategic Management
2
Beoordeling
Het auditteam komt samenvattend tot het volgende oordeel over de opleiding MM: Onderwerp 1 Doelstellingen
Oordeel P
2 Programma
P
3 Inzet personeel
P
4 Voorzieningen
P
5 Interne kwaliteitszorg
P
6 Condities voor continuïteit
P
Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen 1.2 Niveau 1.3 Oriëntatie hbo 2.1 Eisen hbo 2.2 Relatie doelstellingen – programma 2.3 Samenhang programma 2.4 Studielast 2.5 Instroom 2.6 Duur 3.1 Eisen hbo 3.2 Kwantiteit 3.3 Kwaliteit 4.1 Materiële voorzieningen 4.2 Studiebegeleiding 5.1 Systematische aanpak 5.2 Betrokkenheid 6.1 Afstudeergarantie 6.2 Investeringen 6.3 Financiële voorzieningen
Oordeel Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldaan Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende
Het auditteam komt samenvattend tot het volgende oordeel over de opleiding MSM: Onderwerp 1 Doelstellingen
Oordeel P
2 Programma
P
3 Inzet personeel
P
4 Voorzieningen
P
5 Interne kwaliteitszorg
P
6 Condities voor continuïteit
P
Facet 1.4 Domeinspecifieke eisen 1.5 Niveau 1.6 Oriëntatie hbo 2.1 Eisen hbo 2.2 Relatie doelstellingen – programma 2.3 Samenhang programma 2.4 Studielast 2.5 Instroom 2.6 Duur 3.1 Eisen hbo 3.2 Kwantiteit 3.3 Kwaliteit 4.1 Materiële voorzieningen 4.2 Studiebegeleiding 5.1 Systematische aanpak 5.2 Betrokkenheid 6.1 Afstudeergarantie 6.2 Investeringen 6.3 Financiële voorzieningen
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategisch Management
Oordeel Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldaan Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende
11/63
Het auditteam stelt vast dat de kwaliteit en het niveau van de nieuwe hbo-masteropleidingen Marketing en Strategisch Management van AVANS+ aan de vereiste basiskwaliteit voldoet en adviseert de NVAO positief ten aanzien van de accreditatie van deze opleidingen. Het auditteam beschrijft in de volgende paragrafen per onderwerp en per facet van het NVAO beoordelingskader de bevindingen, overwegingen en conclusies. Elke paragraaf sluit af met een samenvattend oordeel op onderwerpniveau.
2.1
Doelstellingen van de opleiding
Domeinspecifieke eisen (facet 1.1) De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Bevindingen • In de Opleidingskaders 2009-2010 zijn de beroepsprofielen van beide opleidingen opgenomen. Naar aanleiding van deze beroepsprofielen zijn de competenties uitgewerkt. De eindkwalificaties van beide opleidingen zijn geformuleerd in de vorm van hoofd- en generieke competenties. De hoofdcompetenties gelden als de inhoudelijke opleidingsspecifieke competenties en de generieke competenties omvatten algemene gedragskenmerken. De generieke competenties van beide opleidingen zijn in de Opleidingskaders uitgewerkt tot op het niveau van gedragsindicatoren. De eindkwalificaties van beide opleidingen zijn in Bijlage 5 opgenomen. • De opleidingen hebben bij het ontwikkelen van het competentieprofiel voor de masters, de hbo-bachelor domeincompetenties van de hbo-raad als uitgangspunt genomen. Voor MM is de Bachelor of Commerce in combinatie met NIMA-C bestudeerd. Voor MSM is de Bachelor of Business Administration bestudeerd. • De eindkwalificaties zijn opgesteld in samenwerking met het relevante beroepenveld. Zo is de werkveldadviesraad voor masteropleidingen geconsulteerd en zijn relevante netwerkverenigingen en alumni betrokken, blijkt uit de gesprekken met het auditteam. • Uit de notulen van de werkveldadviesraad (april 2009) blijkt dat zij de eindkwalificaties van beide opleidingen vinden aansluiten op het werkveld. In de werkveldadviesraad zijn Nima, het Marketinggenootschap en de Vereniging voor Strategische Beleidsvorming vertegenwoordigd. Er is gekozen voor een gezamenlijke werkveldadviesraad voor de twee opleidingen MM en MSM. • Beide opleidingen hebben een analyse gemaakt van vergelijkbare Nederlandse en Europese opleidingen. Uit de vergelijking voor MM blijkt dat er geen opleidingen worden aangeboden die volledig vergelijkbaar zijn. De meeste opleidingen in hetzelfde vakgebied zijn (voltijdse) wo-masters of Marketing die als specialisatie van een master of Business Administration worden aangeboden. In de vergelijking zijn de marketingprogramma’s van IE Business School Madrid en European School of Economics UK meegenomen. Beide opleidingen zijn voltijdse wo-masters. De enige vergelijkbare hbo-master is gericht op een zwaarder type functionarissen, waadoor de aanpak van de opleiding verschilt.
12/63
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategic Management
•
Uit de vergelijking voor MSM blijkt dat er geen vergelijkbare opleidingen in het kennisgebied Strategisch management zijn. In Nederland worden er twee voltijd womasters op dit gebied aangeboden. In Europees verband zijn drie universiteiten gevonden die voltijdse wo-masters aanbieden University of Innsbruck School of Management Oostenrijk, EDHEC Business school Frankrijk en Deutsche Akademischer Austausch Dienst Duitsland. Het betreft met name varianten op het gebied van (internationaal) Strategisch management. De University of Wollongong Australia biedt tevens een wo-master op het gebied van strategisch management aan.
Overwegingen Het auditteam is van oordeel dat beide opleidingen een relevante set eindkwalificaties hebben opgesteld. Deze eindkwalificaties zijn geaccordeerd door een vertegenwoordiging van het werkveld. De hoofd- en generieke competenties zijn een weerspiegeling van eisen die door vakgenoten gesteld worden, zo stelt het auditteam vast. De opleidingen hebben daarnaast een vergelijking met relevante opleidingen uitgevoerd. Daar wil het auditteam bij opmerken dat er weliswaar een onderzoek naar mogelijke relevante opleidingen gedaan is, maar het auditteam heeft daarbij niet aangetroffen welke positie de opleidingen ten opzichte van de onderzochte opleidingen inneemt of in wil gaan nemen. Desalniettemin stelt het auditteam vast dat beide opleidingen voldoen aan het criterium dat gesteld wordt. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet voor beide opleidingen tot het oordeel voldoende. Niveau master (facet 1.2) De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een master. Bevindingen • In het Opleidingskader MM zijn de eindkwalificaties opgenomen. Daarbij is een matrix uitgewerkt waaruit blijkt dat de eindkwalificaties de Dublin descriptoren dekken. Hieronder volgen per Dublin descriptor een aantal voorbeelden. In bijlage 5 zijn alle competenties opgenomen. Kennis en Inzicht komt onder andere aan de orde bij de volgende competenties: 1. Ontwikkelen van commercieel inzicht en een visie op veranderingen en trends in de externe (internationale) omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens. 2. Autonoom en zelfgestuurd methodologisch onderzoeken en analyseren van organisatieproblemen, interne processen en de organisatieomgeving. Toepassen Kennis en Inzicht is gekoppeld aan bijvoorbeeld: 4. Het (mede) ontwikkelen van de organisatiestrategie en vanuit de strategie sales- en marketingstrategieën opstellen (o.a. productstrategie, marktstrategie, marketingcommunicatiestrategie, etc.)
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategisch Management
13/63
•
5. Het vertalen van de marketing en salesstrategieën naar tactische en operationele plannen, die vervolgens geïmplementeerd en gemanaged moeten worden, inclusief het inrichten van de management cyclus om zeker te stellen dat de strategische doelen op lange termijn worden gerealiseerd. Oordeelsvorming komt aan de orde bij: 3. Leidinggeven, coördineren en aansturen vanuit een helikopterview en ondernemerschap. 6. Het ontwikkelen van een visie op internationalisering en globalisering en op basis van (internationale) analyse strategie en tactiek (o.a. logistiek, entreemethode, samenwerkingsvorming) voor internationalisering van de business ontwikkelen en implementeren. Communicatie is gekoppeld aan de volgende competenties: 3. Leidinggeven, coördineren en aansturen vanuit een helikopterview en ondernemerschap. 5. Het vertalen van de marketing en salesstrategieën naar tactische en operationele plannen, die vervolgens geïmplementeerd en gemanaged moeten worden, inclusief het inrichten van de management cyclus om zeker te stellen dat de strategische doelen op lange termijn worden gerealiseerd. 9. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie). Leervaardigheden komen aan de orde in bijvoorbeeld de competenties: 2. Autonoom en zelfgestuurd methodologisch onderzoeken en analyseren van organisatieproblemen, interne processen en de organisatieomgeving. 10. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional). In het Opleidingskader MSM zijn de eindkwalificaties opgenomen. Daarbij is een matrix uitgewerkt waaruit blijkt dat de eindkwalificaties de Dublin Descriptoren dekken. Hieronder volgen per Dublin descriptor een aantal voorbeelden. In bijlage 5 zijn alle competenties opgenomen. Kennis en inzicht komt onder andere aan de orde in de competenties: 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe (internationale) omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens. 2. Autonoom en zelfgestuurd methodologisch onderzoeken en analyseren van organisatieproblemen, interne processen en de organisatieomgeving Het Toepassen van Kennis en Inzicht komt bijvoorbeeld aan de orde bij competenties: 3. Leidinggeven, coördineren en aansturen vanuit een helikopterview en ondernemerschap. 4. Het (mede) ontwikkelen van de organisatiestrategie en het leidinggeven aan en organiseren van strategievormingsproces. Oordeelsvorming is onder andere gekoppeld aan de volgende competenties: 6. Op basis van omgevingsanalyse en trends (duurzame) innovaties kunnen initiëren, vormgeven en implementeren en het (duurzame) innovatieproces kunnen managen. 7. Vanuit het strategische perspectief van een organisatie de financiële consequenties overzien en op basis daarvan beslissingen nemen. Communicatie komt bijvoorbeeld aan de orde bij competenties 3. Leidinggeven, coördineren en aansturen vanuit een helikopterview en ondernemerschap.
14/63
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategic Management
5
•
Vanuit het strategische perspectief van een organisatie vormgeven en sturen van organisatie- en veranderprocessen. 8. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie). Leervaardigheden komt bijvoorbeeld aan de orde bij de competenties: 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe (internationale) omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens. 9. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional): In beide Opleidingskaders is een schema uitgewerkt met de Dublin descriptoren en daarbij aangegeven op welke wijze in het programma aan de Dublin descriptoren wordt gewerkt, vergelijk facet 2.2.
Overwegingen Het auditteam is van oordeel dat de opleidingen overtuigend hebben aangetoond dat de nagestreefde competenties aansluiten bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een master, i.c. de Dublin descriptoren. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet voor beide opleidingen tot het oordeel voldoende. Oriëntatie hbo master (facet 1.3) De beoogde eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van zelfstandig en/of leidinggevend beroepsbeoefenaar in een beroep of spectrum van beroepen, dan wel het niveau van het functioneren in een multidisciplinaire omgeving waarvoor een hbo-opleiding vereist of dienstig is. Bevindingen • De opleiding MM is gebaseerd op de hbo-bachelor of Commerce. De opleiding MSM is gebaseerd op de hbo-bachelor of Business Administration. De landelijke eindkwalificaties van beide bachelors zijn gebruikt bij het bepalen van het beginniveau van de masteropleidingen. • De opleiding MM is bedoeld voor marketing- en commerciële managers en marketingspecialisten die werkzaam zijn in een functie waarin zij een rol hebben bij strategische en tactische commerciële vraagstukken. • De opleiding MSM is bedoeld voor managers, adviseurs en experts die een rol hebben/krijgen bij de ontwikkeling van lange termijn strategieën en de uitvoering daarvan. • Beide opleidingen beogen bij te dragen in het optimaliseren van de huidige functie of het doorgroeien naar een hogere functie in het vakgebied, zo blijkt uit het Beroepsprofiel. • De opleidingen worden met vaste regelmaat geadviseerd door de werkveldadviesraad. Aangezien de opleidingen enige verwantschap vertonen, in ieder geval ten aanzien van het managementniveau waarop zij opereren, is gekozen voor een gezamenlijke werkveldadviesraad. De raad bestaat uit zeven leden, waaronder vijf functionarissen uit
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategisch Management
15/63
•
•
•
het werkveld en twee alumni. In 2009 is de raad drie keer bijeen gekomen. De leden van de werkveldadviesraad zijn functionarissen uit het werkveld, zowel uit profit als nonprofitorganisaties. Het auditteam heeft de notulen (2009) van de werkveldadviesraad bestudeerd en is positief over de bijdrage van de raad. Er wordt veelvuldig ingegaan op actuele vraagstukken en er wordt gevraagd en ongevraagd advies gegeven. Uit de notulen blijkt dat de leden van de werkveldadviesraad hun taak serieus nemen en naast de bijeenkomsten ook aanvullend werk verrichten, zoals het zoeken van vervangende literatuur. Ook uit het gesprek met vertegenwoordigers van het werkveld blijkt dat zij enthousiast een bijdrage aan de opleiding leveren. Suggesties van leden van de werkveldadviesraad worden bediscussieerd. De leden van de werkveldadviesraad geven het auditteam mee dat zij ook volgen of de opleidingen de door hen gemaakte suggesties/adviezen overnemen. Uit de gevoerde gesprekken met (freelance)docenten, vertegenwoordigers van het werkveld en alumni blijkt dat de eindkwalificaties duidelijk een hoger niveau behelzen dan de competenties van een bachelor. Alumni en studenten noemen met name het boven de materie staan en het kunnen debatteren op conceptueel niveau als kwalificaties van de master-opleiding. Wat betreft de oriëntatie gaat het hier om professionele masters. Deze zijn gericht op het werkveld en niet specifiek op het verrichten van wetenschappelijk onderzoek. Het gaat om praktijkgericht onderzoek. De onderzoeksopdrachten worden uitgevoerd in opdracht van een werkgever en zijn gericht op het produceren van concrete oplossingen c.q. adviezen.
Overwegingen Het auditteam is van oordeel dat de opleiding heeft aangetoond dat de eindkwalificaties het hbo-masterniveau beogen. Er wordt inhoudelijk meer van studenten gevraagd dan bij een hbo-bacheloropleiding. In het beroepsprofiel wordt duidelijk aangegeven welk beroepsbeeld aan het curriculum ten grondslag ligt. De opleiding laat helder zien wat haar doelgroep is en maakt duidelijk dat deze opleiding een professionele master is. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet voor beide opleidingen tot het oordeel voldoende. Samenvattend oordeel Doelstellingen opleiding Alle facetten zijn tenminste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp ‘Doelstelling opleiding’ voldoende.
16/63
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategic Management
2.2
Programma
Eisen hbo (facet 2.1) Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline. Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Bevindingen • Beide opleidingen hebben de verplichte en facultatieve literatuur vastgelegd in de Literatuurlijst. Daarnaast bestuderen studenten eigen gekozen literatuur. De verplichte literatuur wordt jaarlijks geactualiseerd door de kerndocenten in overleg met de coördinator. Het uitgangspunt bij actualisering is dat 33% van de voorgeschreven literatuur niet ouder is dan twee jaar. Bij de actualisering van de literatuurlijst is de werkveldadviesraad ook betrokken, zo blijkt uit de notulen. • De literatuur die bij elk thema is voorgeschreven, is opgenomen in de lesvoorbereiding per thema. Via Blackboard is de literatuur toegankelijk voor studenten. De vakliteratuur bestaat uit handboeken, vaktijdschriften en digitale artikelen. • Het auditteam heeft de literatuurlijst MM bestudeerd en stelt vast dat de literatuur relevant en up-to-date is. In de literatuurlijst zijn de basiswerken vertegenwoordigd. De boeken die vermeld worden, zijn met name Nederlandstalig. De artikelen die docenten in readers verwerken en tijdens de les uitdelen zijn voor een deel internationaal. Het auditteam is van oordeel dat voor een professionele master internationale literatuur niet mag ontbreken. Door het gebruik van de (wetenschappelijke) artikelen komt de opleiding hieraan tegemoet. Het auditteam heeft ook de literatuurlijst MSM bestudeerd en stelt vast dat de basiswerken aanwezig zijn. De literatuur is relevant en actueel. Het auditteam merkt ook hier op dat internationale literatuur weinig aanwezig is. De internationale basiswerken zijn vooral vertalingen. Bij MSM worden ook artikelen aan de literatuur toegevoegd door de docenten. Het auditteam is van oordeel dat de literatuur aan de basiskwaliteit voldoet voor deze opleidingen, maar dat meer gebruik gemaakt kan worden van internationale bronnen. Het auditteam heeft deze kwestie met de kerndocenten besproken en zij herkennen de indruk van het auditteam. Zij geven Engelstalige artikelen inmiddels meer aandacht in de colleges. Daarnaast verdient het literatuurgebruik in de thesis van beide opleidingen aandacht. Het is het auditteam opgevallen dat studenten verschillend omgaan met de literatuur. Een aantal heeft vooral eerder gebruikte bronnen uit de opleiding opgevoerd, terwijl anderen een uitgebreide literatuurlijst met verschillende actuele, nationale en internationale bronnen hanteren. Bovenstaande heeft de aandacht van het opleidingsmanagement. • In de curricula van beide opleidingen is ruimte opgenomen voor actuele input uit het vakgebied. De gekozen thema’s zijn relevant en actueel voor de vakgebieden marketing management en strategisch management. Docenten werken in het vakgebied en zorgen voor actuele input door het gebruik van artikelen op het betreffende vakgebied.
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategisch Management
17/63
•
•
•
•
•
Het auditteam heeft het studiemateriaal van beide opleidingen bestudeerd en stelt vast dat het materiaal aan de beroepspraktijk ontleend is. Studenten maken voor elk college een praktijkopdracht en elk kwartaal voeren studenten een praktijkgericht onderzoek uit dat gericht is op de beroepspraktijk. In de colleges maken docenten gebruik van relevante en actuele artikelen uit de beroepspraktijk. Studenten komen gedurende de opleiding in ruime mate in aanraking met de beroepspraktijk. Zij bekleden een relevante functie in het werkveld van ten minste 0,6 fte en hebben ten minste drie jaar werkervaring, zie voor toelatingseisen facet 2.5. Daarnaast zijn de docenten naast hun doceerwerk, werkzaam in de beroepspraktijk. Zij geven in de colleges handreikingen voor de vertaalslag van de theorie naar praktijk en andersom. Uit het gesprek met de studenten van beide opleidingen blijkt dat zij uitermate positief zijn over de praktijkgerichtheid van de docenten. De beroepspraktijk van de studenten dient als input voor opdrachten gedurende de opleiding. Ter voorbereiding van ieder college werken studenten aan een praktijkopdracht. De praktijkopdrachten zijn concreet en gerelateerd aan de eigen werksituatie, zo stelt het auditteam vast. De praktijkopdrachten zijn input voor de interactieve groepsopdrachten gedurende het college. In het college leren studenten van elkaar door het uitwisselen van (praktijk-)ervaringen binnen de eigen werksituatie. Studenten krijgen daardoor een breder beeld van de toepassingsmogelijkheden van de theorie in de praktijk. Toegepast onderzoek vindt gedurende beide programma’s in elk kwartaal plaats. Studenten leren op basis van een methodische, bedrijfskundige analyse een advies uit te brengen. Studenten werken aan een onderzoeksopdracht op tactisch of strategisch niveau binnen de eigen organisatie. De opleidingen omvatten in totaal vijf grote onderzoeksopdrachten (1 per kwartaal en de thesis). Vier van de vijf onderzoeksopdrachten zijn authentieke onderzoeksopdrachten uit de eigen organisatie. Bij de opleiding MSM wordt één onderzoeksopdracht (Q4) samen met het Lectoraat Duurzame bedrijfsvoering uitgevoerd. Studenten leveren een bijdrage aan het lectoraat door middel van het onderzoek naar duurzame innovatie en duurzame strategievorming. Studenten MM geven aan dat zij in Q4 (Marketing en internationalisering) allemaal een onderzoeksvoorstel indienen en dat er een aantal door de docenten gekozen worden om uit te voeren in groepen. De praktische overweging daarbij is dat niet iedere student in een internationale context werkt, maar er door deze aanpak wel mee te maken krijgt in de opleiding. Het auditteam is van oordeel dat de bedrijfskundige methodologie aandacht behoeft in de opleiding. Ook docenten realiseren zich dat en zien er de noodzaak van in. Docenten hadden dit punt voor de komst van het auditteam reeds geconstateerd en verbeteringen in gang gezet. Zo moeten studenten nu bij elk onderzoek een onderzoeksvoorstel voorleggen aan de begeleider. Studenten worden daarmee intensiever begeleid richting de thesis. Het auditteam wil daarbij opmerken dat het onderdeel methoden en technieken al de nodige aandacht krijgt gedurende de opleiding. Het auditteam is positief over de ingezette verbeteringen en plannen voor de toekomst. Het auditteam stelt vast dat het docentencorps de juiste ‘mindset’ heeft als het gaat om het verbeteren van methodologie in de opleidingen. Bovenstaande heeft de aandacht van het opleidingsmanagement.
18/63
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategic Management
•
•
•
•
Beide opleidingen ontvangen input van het lectoraat Duurzame Bedrijfsvoering, zo blijkt uit het gesprek met de lector. De lector levert daarnaast een bijdrage als gastdocent en adviseur aan beide opleidingen. De lector is tevens beoordelaar van de onderzoeksopdracht bij de opleiding MSM. Het auditteam is positief over de input van de lector in beide opleidingen. Studenten houden hun kennis van ontwikkelingen in het vakgebied actueel door verplichte en actieve deelname aan netwerkverenigingen. Studenten van MM zijn lid van het Marketinggenootschap en studenten MSM van de Vereniging voor Strategische Beleidsvorming. Studenten nemen deel aan de georganiseerde bijeenkomsten en organiseren bedrijfsbezoeken, lezingen en discussiebijeenkomsten voor de vereniging. Onderdeel van het lidmaatschap bij de opleiding MSM is daarnaast dat studenten een bedrijf moeten nomineren voor de jaarlijkse Strategy Award. Ook docenten zorgen voor actuele ontwikkelingen in het vakgebied binnen de opleiding, zo stelt het auditteam vast. De programma´s hebben voldoende waarborgen voor de ontwikkeling van beroepsvaardigheden. Studenten werken ten minste 0,6 fte in een relevante functie. Daarnaast is het didactisch concept van de opleiding onder andere gericht op het aanleren van vaardigheden. Zo leren studenten door groepswerk samen te werken en door middel van rollenspellen leren zij gesprekstechnieken. Het ontwikkelen van beroepsvaardigheden zoals leiderschap of ondernemerschap komt daarnaast terug in de persoonlijke ontwikkelingsplannen, persoonlijke effectiviteitstrainingen en reflectieverslagen, zo stelt het auditteam vast. De programma´s hebben aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk door het uitvoeren van praktijkopdrachten binnen het eigen bedrijf of het bedrijf van een medestudent. Daarnaast maken de opleidingen gebruik van praktijkcases en komen de docenten uit de beroepspraktijk. Het auditteam vindt het positief dat de docenten uit de beroepspraktijk komen. Bij MSM is het auditteam van oordeel dat de opleiding meer aandacht kan schenken aan het uitnodigen van meer keynotespeakers uit de strategische context. Studenten geven in het gesprek met het auditteam aan dat zij positief zijn over de gastsprekers die tot nu toe zijn uitgenodigd.
Overwegingen Het auditteam stelt vast dat de opleidingen op de beroepspraktijk gericht zijn. Er komen actuele cases en praktijkopdrachten aan de orde. Studenten en docenten werken in de relevante beroepspraktijk, waardoor een onderlinge intervisie ontstaat. Het auditteam stelt vast dat de opleidingen gebruik maken van actuele en relevante literatuur. De basisliteratuur voor beide opleidingen is aanwezig. Volgens het auditteam kan het internationale gehalte van de literatuurlijst verhoogd worden. Docenten maken bij de colleges gebruik van voldoende (wetenschappelijke) artikelen. Het auditteam is van oordeel dat het onderdeel methoden en technieken voldoende in de opleiding aan de orde komt. Zij vraagt wel aandacht voor het onderdeel bedrijfskundige methodologie, waar het opzetten van een praktijkgericht onderzoek centraal staat. Het docentencorps heeft dit geconstateerd voordat het visitatiebezoek plaatsvond en heeft verbeteringen ingezet. Het auditteam is positief over deze verbeteringen, waarbij studenten gedurende de opleiding meerdere malen een onderzoeksopzet moeten uitwerken. Evenzo is het auditteam positief over het verplichte lidmaatschap van de netwerkverenigingen en de inbreng van studenten hierin.
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategisch Management
19/63
Studenten zijn positief over de praktijkgerichtheid van de opleiding, ze passen het geleerde direct toe in de werkomgeving. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet voor beide opleidingen tot het oordeel voldoende. Relatie doelstellingen en inhoud programma (facet 2.2) Het beoogde programma, het didactisch concept, de doelstellingen en werkvormen en de wijze van toetsing weerspiegelen de te bereiken eindkwalificaties van de opleiding. De te bereiken eindkwalificaties zijn aantoonbaar vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het beoogde programma. Bevindingen • Beide opleidingen zijn verdeeld in vier perspectieven (Q1-Q4) en het afstuderen. De opleidingen hebben in verschillende overzichten weergegeven op welke wijze de hoofden generieke competenties doorvertaald zijn naar het programma. Zo is in beide Opleidingskaders een overzicht opgenomen met de Dublin descriptoren waaraan de competenties en uitvoering in de opleiding zijn gekoppeld. In het overzicht zijn ook de onderwijs- en toetsvormen opgenomen. • In de Opleidingskaders is in een tabel aangegeven hoe de nagestreefde competenties zijn gerelateerd aan de verschillende programmaonderdelen. Zo komt de MMcompetentie 1. Ontwikkelen van commercieel inzicht en een visie op veranderingen en trends in de externe (internationale) omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens terug in alle perspectieven en onder andere in de thema’s: Ondernemingsstrategie, Salesstrategie, Macro- en micro-analyse, Diensten- en Nonprofit-marketing, CRM, Brandmanagement, Experience economy, Internationale sales, Global branding en Internationale communicatie. Een voorbeeld voor MSM is competentie 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe (internationale) omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens. Deze competentie komt in elk perspectief terug, onder andere in de thema’s: Visie en strategievorming, Organisatiestructuur, Procesanalyse, Supply Chain management, Macro en meso- omgeving, Duurzaam ondernemen, Strategische HRM en Strategische HRD, Duurzaam innoveren en Open innovatie. • Vervolgens zijn de competenties per thema uitgewerkt in leerdoelen. Het auditteam stelt vast dat de leerdoelen per thema de volledige competentieset weerspiegelen. Het auditteam vindt het overzicht helder. • Het didactisch concept van beide opleidingen is vastgelegd in de Opleidingskaders. De opleidingen gaan uit van een (sociaal) constructivistische benadering, conform Hogeschoolbeleid. De opleidingen hebben invulling aan deze benadering gegeven door vijf uitgangspunten uit te werken: integratie van werken en leren, competentiegericht leren, praktijkgericht leren met een theoretisch fundament, zelfgestuurd leren en een gevarieerde, flexibele en veilige leeromgeving.
20/63
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategic Management
•
•
•
•
•
De opleidingen hebben bovenstaande uitgangspunten vertaald naar onderwijsvormen: literatuurstudie, praktijkopdrachten, colleges, onderzoeksprojecten, netwerkbijeenkomsten, traject persoonlijke effectiviteit en de thesis. Binnen deze onderwijsvormen hanteert de opleiding verschillende didactische werkvormen, zoals casuïstiek (zowel fictief als authentiek), groepsopdrachten, bedrijfspresentaties, onderzoeksopdrachten, intervisie en reflectie. In de Opleidingskaders is het toetsbeleid voor beide opleidingen vastgelegd. De uitgangspunten zijn: er wordt competentiegericht getoetst, zowel formatief als summatief en toetsing is een integraal onderdeel van het onderwijs (niet alleen het sluitstuk). Beide opleidingen maken in elk kwartaal gebruik van de volgende toetsvormen: theorie en praktijkopdrachten, onderzoeksprojecten, presentatieopdrachten en verdediging. In de gehele opleiding wordt daarnaast gebruik gemaakt van: persoonlijke ontwikkelplannen, peer-beoordelingen, integrale reflectieopdracht, de thesis, verdediging en bedrijfspresentatie. De kwaliteit van de toetsen wordt geborgd door de onderwijs- en examencommissie en het kerndocentenoverleg. In deze overlegvormen worden beoordelingskaders afgestemd en aangepast en worden cijferanalyses besproken en vastgesteld. De opdrachten worden zowel individueel als in groepsverband uitgewerkt. In het Opleidingskader hebben beide opleidingen een overzicht van individuele- en groepstoetsen opgenomen. De individuele toetsvormen zijn: POP, theorie- en praktijkopdrachten, Onderzoeksprojecten (Q2 en Q3), individuele bijdragen aan onderzoeksprojecten (Q1 en Q4), Bedrijfspresentaties (Q2 en Q3), peer-beoordelingen (Q1 en Q4), reflectieverslag (Q4 en de thesis). De groepstoetsing vindt plaats in onderzoeksprojectverslag (Q1 en Q4), bedrijfspresentaties(Q1 en Q4) en een verdediging (Q4). De opleidingen voorzien in ten minste één individuele beoordeling per kwartaal. In Q1 voegen de opleidingen per september 2010 een individuele theoretische paper aan het toetsarsenaal toe. Het auditteam heeft verschillende uitwerkingen van opdrachten van studenten ingezien. De uitwerkingen van studenten zijn relevant en actueel. In de uitwerkingen is een duidelijke opbouw gedurende de opleidingen te herkennen. In de beoordelingen worden de studenten bij een groepsopdracht ook individueel beoordeeld. Het auditteam is positief over de uitwerkingen van opdrachten. Ze zijn consistent met het didactisch concept, namelijk het competentiegericht opleiden. In de toetsvormen worden zowel kennis als houding als vaardigheden getoetst. De opleidingen hebben per perspectief een beoordelingskader ontwikkeld. Deze beoordelingskaders zijn via Blackboard toegankelijk voor studenten en docenten. In de beoordelingskaders is aangegeven welke competenties getoetst worden, zowel de hoofdcompetenties als de generieke competenties. In het beoordelingskader is een toelichting opgenomen, waaruit onder andere de weging per onderdeel blijkt. Ook voorwaarden voor het behalen van een voldoende voor het volledige kwartaal zijn opgenomen, zoals bij Q4: Het eindcijfer kan niet tot een voldoende leiden als onderzoek, Business Case en/of theorie onvoldoende is (<5,5). In de bijbehorende begrippenlijst zijn aanwijzingen voor de beoordelaar opgenomen en zijn termen als deugdelijk, effectief en haalbaar geëxpliciteerd.
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategisch Management
21/63
•
•
•
•
De thesis is de laatste onderzoeksopdracht van beide opleidingen. De basis voor de thesis is een case binnen de eigen organisatie. In Q4 wordt de afstudeeropdracht aan studenten toegelicht. Vervolgens dient de student een opdrachtformulering in, op basis waarvan een afstudeerbegeleider wordt aangewezen. Voordat de uitvoering start, wordt de opdracht met de opdrachtgever doorgesproken. Na goedkeuring start de student met het onderzoek, na afronding vindt de verdediging plaats. De thesis wordt onder andere beoordeeld op eigen visie, onderzoeksvaardigheid, theoretische onderbouwing, praktijktoepassing en analyse. De afstudeerbegeleider is tevens procesbewaker bij de beoordeling. De feitelijke beoordeling wordt door twee onafhankelijke beoordelaars van de opleiding uitgevoerd. Daarnaast is de opdrachtgever aanwezig bij de verdediging van de thesis. De opleiding MM is sinds 2002 operationeel en in 2008 volledig herzien. Het auditteam heeft negen thesissen bestudeerd van studenten die na 2008 zijn afgestudeerd. Het auditteam merkt daarbij op dat de thesissen die zij heeft bestudeerd, producten zijn van studenten die niet het ‘nieuwe’ programma hebben gevolgd met de aangescherpte eisen ten aanzien van onderzoeksvoorstellen (zie facet 2.1). Het auditteam heeft een positieve indruk gekregen van de thesissen. De onderwerpen zijn relevant voor het vakgebied en de vraagstellingen zijn van voldoende niveau. In alle thesissen wordt de onderzoeksmethode verantwoord. Zo wordt in een thesis bijvoorbeeld een theoretisch model in de praktijk uitgewerkt met interviews onder twee doelgroepen. Het auditteam vindt de bronnen relevant en actueel, maar de bronnen zouden aangevuld kunnen worden met meer actuele internationale literatuur. Het auditteam is, op een uitzondering na, positief over de beoordeling van de thesissen. Beoordelaars hebben een format, waarin alle beoordelingscriteria opgenomen zijn. In het format is over het algemeen duidelijke feedback voor de student opgenomen, in een enkel geval is het beoordelingsformulier summier ingevuld. De opleiding MSM is sinds 2003 operationeel en in 2008 volledig herzien. Het auditteam heeft tien thesissen bestudeerd van studenten die na 2008 zijn afgestudeerd. Het auditteam merkt daarbij op dat de thesissen die zij heeft bestudeerd, producten zijn van studenten die niet het ‘nieuwe’ programma hebben gevolgd met de aangescherpte eisen ten aanzien van onderzoeksvoorstellen (zie facet 2.1). Ook bij MSM heeft het auditteam een positieve indruk van de thesissen gekregen. De onderwerpen zijn relevant voor het vakgebied en sluiten aan op de eindkwalificaties. De onderbouwing van de keuze voor onderzoeksmethode is verantwoord. Zo wordt bijvoorbeeld een kwantitatief onderzoek gedaan door bronnen- en literatuuronderzoek in combinatie met kwalitatief onderzoek door het afnemen van interviews. Het auditteam vindt de bronnen relevant en actueel, ook bij MSM is het wenselijk het blikveld van studenten te verbreden door gebruik te maken van internationale bronnen. De beoordelingsformulieren zijn hetzelfde opgebouwd als bij MM, alleen de inhoudelijke aspecten wijken af. Het auditteam stelt vast dat de beoordelingen met behulp van de formulieren worden uitgevoerd. In de formulieren is helder en bondig feedback voor de student opgenomen. Alumni MM geven in het gesprek met het auditteam aan dat zij in de opleiding hebben geleerd met een bredere kijk een probleem aan te pakken. Met name het teruggrijpen naar theorie en relevante artikelen is een verandering die alumni gedurende de opleiding hebben doorgemaakt. In de werksituatie zijn alumni na de opleiding meer betrokken bij
22/63
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategic Management
•
vraagstukken op een hoger niveau. Een alumnus van MSM voegt toe dat zij een verandering heeft doorgemaakt van kennisvragend naar kennisdragend en daardoor voor andere vraagstukken wordt benaderd in de werksituatie. De opleidingen hebben verschillende streefcijfers ten aanzien van het studierendement geformuleerd. De opleidingen willen dat 65 – 75% van de studenten slaagt in nominale tijd. Het resultaat bij MM is 75% en het resultaat bij MSM is 72% Daarnaast willen de opleidingen dat 75 – 85% van de studenten slaagt binnen 2 jaar. Het resultaat bij MM is 82% en het resultaat bij MSM is 79%. Het auditteam is positief over de streefnormen die de opleidingen zich tot doel hebben gesteld en over het uiteindelijke resultaat.
Overwegingen Het auditteam stelt vast dat de eindkwalificaties op een adequate manier vertaald zijn naar leerdoelen in de programma’s. Het didactisch concept van beide opleidingen is helder uitgewerkt en consistent door de gehele opleiding verweven. Het toetsbeleid is afgestemd op het didactisch concept en passend voor beide opleidingen. Het auditteam is onder de indruk van de wijze waarop het didactisch concept op onderwijskundige wijze is vertaald in het programma. Het auditteam heeft de kwaliteit van de thesissen als indicatie voor te verwachten kwaliteit meegenomen in de beoordeling en stelt vast dat de thesissen aan basiskwaliteit op masterniveau voldoen. Het thema methodologie is reeds bij facet 2.1 aan de orde gekomen. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet voor beide opleidingen tot het oordeel voldoende. Samenhang in opleidingsprogramma (facet 2.3) Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Bevindingen • Het eerste samenhang brengende principe is de uitwerking van de competenties in leerdoelen en de verdeling daarvan over de verschillende programmaonderdelen. Zo worden verschillende competenties in meerdere programmaonderdelen verworven (zie facet 2.2). In de Opleidingskaders is de stap van competenties naar leerdoelen uiteengezet. • Bij de start van elk perspectief licht een docent de samenhang binnen het perspectief toe evenals de samenhang binnen de gehele opleiding. • Binnen elk perspectief wordt per bijeenkomst een thema aangeboden. De student bereidt het thema zelfstandig voor en de stof wordt tijdens de bijeenkomst behandeld door de docent. Vervolgens voeren de studenten een (praktijk-)opdracht uit, waarbij integratie van theorie en praktijk plaatsvindt. Aan het eind van het kwartaal voeren studenten een onderzoeksproject uit, zelfstandig of in groepsverband. In het onderzoeksproject komen de thema’s van het afgelopen kwartaal integraal aan bod. Het afstudeerproject, de thesis, omvat alle nagestreefde competenties. Met name hier en in de onderzoeksprojecten vindt integratie van kennis, houding en vaardigheden plaats.
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategisch Management
23/63
•
•
•
•
•
•
Binnen de perspectieven komen verschillende thema’s aan bod. Een aantal thema’s sluit aan op andere thema’s, ook tussen verschillende perspectieven. De mogelijke afhankelijkheid van een thema is opgenomen in een overzicht in de Opleidingskaders. Het programma MM wordt in een bepaalde volgorde aangeboden. De opleiding start met Q1 Marketing en ondernemen waarin de doelstellingen en strategie van de onderneming centraal staan. Het geeft een breder kader van marketingmanagement en maakt duidelijk welke rol de marketeer binnen de onderneming heeft. Q2 Markt en omgeving gaat uit van het analyseren van de omgeving op verschillende niveaus. In Q3 Operationalisering van marketing worden de strategische keuzes uit eerdere perspectieven vertaald naar operationele keuzes. In Q4 Marketing en Internationalisering worden de thema’s uit eerdere perspectieven in een internationale context geplaatst. Ook het programma MSM wordt in een bepaalde volgorde aangeboden. De opleiding start met Q1 De organisatie, waarin de interne organisatie centraal staat. In Q2 Markt en omgeving staat de markt en omgeving in relatie tot de strategie centraal. Q3 Leiderschap is gericht op strategie in relatie tot de mens in de organisatie. In Q4 Innovatie staat de integratie van markt en omgeving, de interne organisatie en leiderschap centraal, waarbij innovatie als complexe strategische opgave wordt gezien. Naast de vier perspectieven zijn een aantal doorlopende leerlijnen in beide programma’s herkenbaar. Zo is persoonlijke effectiviteit een onderdeel dat permanente aandacht in het programma krijgt: in Q1 schrijven studenten een persoonlijk ontwikkelplan, in Q2 nemen studenten deel aan de seminar Persoonlijk leiderschap en is professioneel presenteren een onderdeel, in Q3 komen consultancyvaardigheden aan de orde en in Q4 schrijven studenten een reflectieverslag met betrekking tot hun persoonlijke ontwikkeling gedurende de opleiding. Daarnaast zijn onderzoeksvaardigheden een doorlopende leerlijn in beide programma’s. In Q1 wordt een inleiding onderzoeksvaardigheden aangeboden. Elk volgend kwartaal heeft een college onderzoeksvaardigheden waar studenten met vragen terecht kunnen. Studenten voeren ieder kwartaal een praktijkonderzoek uit. In beide opleidingen is financieel management ook een doorlopend thema in het programma. In elke onderzoekopdracht is het opnemen van een financiële paragraaf verplicht. Gedurende de opleidingen is er sprake van een opbouw in de mate van zelfsturing, niveau en complexiteit. De onderwijsvormen zijn erop gericht studenten op te leiden van begeleidend leren naar zelfstandig en zelfgestuurd leren. Opbouw in niveau vindt plaats door opbouw in operationeel, tactisch en strategisch niveau. Met opbouw in complexiteit wordt zowel de verhoging van moeilijkheidsgraad bedoeld als de integratie van meerdere thema’s. De opleidingen hebben bovenstaande schematisch uitgewerkt in de Opleidingskaders. De opleidingen zijn primair ingericht om in september te starten en de vier perspectieven in de volgorde van Q1, Q2, Q3 en Q4 te doorlopen om vervolgens de opleiding af te ronden met de thesis. De mogelijkheid bestaat om in het tweede of derde kwartaal te starten, deze studenten volgen de kwartalen die zij gemist hebben na afronding van Q4. De studenten volgen dan wel eerst een inhaalprogramma waarin de volgende onderdelen aan de orde komen: introductie en samenhang van de opleiding, toelichting op het leertraject persoonlijke effectiviteit en een verkort college
24/63
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategic Management
•
•
onderzoeksvaardigheden. Studenten starten altijd met een persoonlijk ontwikkelplan en schrijven in hun laatste kwartaal een reflectieverslag. De opleidingscoördinator is verantwoordelijk voor de borging van de samenhang in het programma. Samen met kerndocenten en de werkveldadviesraad evalueert zij twee maal per jaar de samenhang in het programma en indien nodig stelt zij het programma bij. Studenten geven in het gesprek met het auditteam aan dat zij de samenhang in het programma herkennen en positief waarderen.
Overwegingen Het auditteam is positief over de samenhang in beide programma’s. De opleiding is erin geslaagd een inhoudelijk samenhangend programma uit te werken, waarin duidelijke lijnen te herkennen zijn. Daarnaast is de samenhang tussen het binnenschools leren en het buitenschools leren duidelijk aangegeven, zowel qua horizontale samenhang (gedurende de opleiding) als verticaal (in colleges). Het auditteam is positief over de doorlopende leerlijn financieel management. Studenten van beide opleidingen waarderen de samenhang in het programma tevens positief. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet voor beide opleidingen tot het oordeel voldoende. Studielast (facet 2.4) Het beoogde programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Bevindingen • Studenten van beide opleidingen volgen 8 contacturen per week. Daarnaast is de richtlijn dat studenten 15-20 uur per week zelf studeren. De opleidingen hebben reeds geëvalueerd hoeveel uur studenten aan de opleiding besteden. Voor MM geldt dat studenten gemiddeld 15 uur per week aan de opleiding besteden naast het volgen van de colleges en voor MSM geldt 18 uur. • Uit de gesprekken met studenten MM en MSM blijkt dat zij gemiddeld 20 uur per week aan de opleiding besteden, buiten de college-uren. Studenten geven aan dat de opleiding zwaar is in combinatie met werk en privé, maar dat de opleiding wel te doen is in de tijd die ervoor staat. Studenten merken daarbij op dat zij bij de intake gewezen zijn op de druk die de opleiding op de tijdsbesteding van studenten legt en dat in de intake een realistisch beeld gegeven is. • De opleidingen beogen de studeerbaarheid te bevorderen door zoveel mogelijk de werksituatie van de student te gebruiken bij de inrichting van de opleiding. Zo worden de onderzoeksopdrachten uitgevoerd in de eigen werkomgeving, studenten kennen de situatie en hoeven zich niet opnieuw de situatie eigen te maken. • De opleidingen hebben per onderzoeksproject twee herkansingsmogelijkheden. De herkansing kan bestaan uit het aanvullen of overdoen van het onderzoek. De toetsresultaten worden binnen drie weken na de inleverdatum bekend gemaakt aan de student.
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategisch Management
25/63
• •
•
•
•
•
•
•
Het auditteam heeft in de gesprekken met studenten van beide opleidingen geen klachten over struikelvakken in de opleidingen ontvangen. Studenten kunnen gebruik maken van de mogelijkheid om uitstel aan te vragen voor het uitvoeren van de onderzoeksopdrachten. Zij kunnen indien nodig de studielast spreiden over maximaal 3,5 jaar. De behaalde cijfers blijven gedurende twee jaar na de nominale studieduur geldig. Bij achterstand kunnen studenten een beroep doen op extra begeleiding. Zie voor studiebegeleiding facet 4.2. De opleiding heeft een aantal drempels in het programma opgenomen om de studeerbaarheid te vergroten. Zoals bij facet 2.3 is aangegeven, is een aantal thema’s voorwaardelijk voor het volgen van nieuwe thema’s later in de opleiding. Daarnaast heeft de opleiding instroomeisen geformuleerd, waar alle studenten aan moeten voldoen. Daarmee borgt de opleiding het beginniveau van alle studenten, om studievertraging later in de opleiding te voorkomen. Studenten kunnen pas met de thesis starten wanneer zij ten minste 36 EC hebben behaald. Zij kunnen de thesis verdedigen wanneer zij drie maanden voorafgaand aan de datum van de verdediging 48 EC hebben behaald. Studenten zijn zelf verantwoordelijk voor hun aanwezigheid bij de colleges. Er zijn echter twee onderdelen waarbij studenten verplicht aanwezig moeten zijn: het seminar persoonlijke effectiviteit en de netwerkbijeenkomsten van de vakverenigingen. De opleidingen maken gebruik van een elektronische leeromgeving, waarop alle opleidingsinformatie voor studenten beschikbaar is. Studenten kunnen vanuit huis of het werk inloggen om toegang tot het benodigde lesmateriaal te krijgen. Studenten van beide opleidingen tonen zich in gesprek met het auditteam positief over de mogelijkheden die de elektronische leeromgeving hen biedt. Gedurende de collegedagen is de opleidingscoördinator aanwezig om vragen van studenten te beantwoorden. Studenten kunnen in het inloopspreekuur terecht met vragen. Ook kunnen zij buiten de collegedagen een afspraak maken. In de evaluaties van de opleiding wordt gevraagd naar de studielast van studenten. Uit de integrale evaluatie blijkt dat de meeste studenten de studielast zwaar, maar te doen vinden. Naar aanleiding van eerdere evaluaties hebben de opleidingen besloten de nominale studieduur met drie maanden te verlengen, daardoor zijn de onderzoeksopdrachten beter verspreid over de opleiding en daarmee wordt de studeerbaarheid vergroot. De resultaten van deze aanpassing worden zichtbaar na de volgende evaluatie. In het geval van persoonlijke problemen of moeilijke leeromstandigheden, kunnen studenten zich wenden tot de studentenpsycholoog. De begeleiding is erop gericht om studenten die belemmeringen hebben bij de studievoortgang te adviseren en te verwijzen.
Overwegingen Het auditteam stelt vast dat de opleidingen een studeerbaar programma hebben uitgewerkt. Studenten vinden de opleiding zwaar, maar wel te doen. Uit recente verbeteringen (verlenging studietijd) blijkt dat de opleiding factoren die de studievoortgang kunnen belemmeren zoveel mogelijk wegneemt.
26/63
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategic Management
Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet voor beide opleidingen tot het oordeel voldoende. Instroom (facet 2.5) Het beoogde programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: bachelor en eventueel (inhoudelijke) selectiecriteria. Bevindingen • De opleidingen hebben de volgende instroomeisen vastgelegd in de Opleidingskaders: minimaal drie jaar relevante werkervaring, een afgeronde relevante hbo- of wo-bachelor opleiding en werkzaam (ten minste 0,6 fte) zijn in een relevante functie. • In de Opleidingskaders is voor elke opleiding uitgewerkt wat onder relevantie wordt verstaan. Voor beide opleidingen geldt: een uitvoerende, adviserende en/of leidinggevende functie in het bedrijfsleven, retail, dienstverlening of non-profit. Deeltijdwerkzaamheden tellen naar rato mee. Daarnaast heeft de MM-student bij voorkeur commerciële werkervaring. Voor MSM geldt dat de student bij voorkeur werkervaring als leidinggevende en/of professional heeft met betrokkenheid bij de strategie van de organisatie of van een organisatieonderdeel. Relevante vooropleidingen voor MM zijn: commerciële economie, small business & retail management of een algemene economische hbo- of wo-bacheloropleiding in combinatie met minimaal drie jaar werkervaring op het gebied van commercieel management of in combinatie met marketingkennis op nima-b niveau. Relevante opleidingen voor MSM zijn: management, economie en recht, commerciële economie, bedrijfseconomie, management in de zorg, personeel en arbeid, technische bedrijfskunde, militaire bedrijfskunde, bedrijfskundige informatica en small business & retail management. • Het auditteam heeft de instroomeisen met de studenten besproken en stelt vast dat bij MSM de opleidingen die aangemerkt zijn als ‘relevant’ ver uit elkaar liggen. Gevolg daarvan is dat de achtergronden van studenten behoorlijk van elkaar kunnen verschillen, bijvoorbeeld bij management in de zorg en technische bedrijfskunde. Op strategisch niveau spelen weliswaar dezelfde vragen, maar de strategische context is volstrekt anders. Studenten geven in het gesprek met het auditteam aan dat er meer aandacht voor deze verschillen in de opleiding mag zijn. Het auditteam deelt deze mening. Daarnaast merkt het auditteam op dat er bij studenten MSM een grote variëteit aan banen op operationeel-tactisch niveau is en dat het reflecteren op strategisch managementniveau gedurende de opleiding daardoor moeilijk te realiseren is. De opleiding heeft in Q1 Organisatiekunde de mogelijkheid de studenten qua denken enigszins gelijkvormig te maken, aldus het auditteam. • Wanneer de kandidaat niet in het bezit is van een afgeronde hbo-bachelor kan er toelating plaatsvinden indien er sprake is van: minimaal 8 jaar werkervaring in een hogere managementfunctie, betrokkenheid bij de strategie van de organisatie of organisatieonderdeel en een bovengemiddeld werk- denkniveau aangetoond door een capaciteitentest.
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategisch Management
27/63
•
•
• •
•
•
De opleidingen hebben de toelatingsprocedure uitgewerkt in de Opleidingskaders. Studenten schrijven zich in, leveren een aantal gegevens aan (waaronder een cv, functiebeschrijving en een motivatiebrief van de werkgever) en er volgt een intakegesprek. In de motivatiebrief van de werkgever verklaart de werkgever dat hij de student steunt in het volgen van de opleiding, dat de student toegang heeft tot relevante informatie en dat de student de mogelijkheden krijgt om relevante opdrachten uit te voeren. In het intakegesprek wordt gekeken in hoeverre de student voldoet aan de toelatingscriteria. In het gesprek komen verschillende onderwerpen aan bod, zoals: motivatie van de student, inhoud van de opleiding, steun van werk en omgeving van de student om de opleiding te gaan volgen, persoonlijke leerdoelen en mogelijke onderzoeksonderwerpen. In het intakegesprek wordt nadrukkelijk gesproken over de werkomgeving van de student. Zo dient elke student een mentor op de werkplek te hebben. De mentor is iemand die inhoudelijk deskundig is en een sparringpartner voor de student is, bijvoorbeeld een manager, leidinggevende of expert. De mentor kan ook van buiten de werkomgeving zijn, bijvoorbeeld als de student eigen ondernemer is. Studenten geven in het gesprek met het auditteam aan dat zij zelf op zoek gaan naar de juiste informatie, en dus verder kijken dan alleen de mentor. De onderwijs- en examencommissie toetst jaarlijks of de studenten aan de in- en uitstroomeisen voldoen. Verder vindt het auditteam het vermeldenswaardig dat de opleidingen jaarlijks een profiel van de studenten van beide opleidingen maken naar aanleiding van de integrale evaluatie. Voor MM geldt bijvoorbeeld dat de gemiddelde leeftijd van de studenten 34 jaar is (de jongste is 26 en de oudste is 47). Ongeveer 40% van de studentpopulatie is vrouw en 60% is man. Voor MSM is de gemiddelde leeftijd 37 jaar (de jongste is 24 en de oudste is 51 jaar), ongeveer 30% is vrouw en 70% is man. De opleiding sluit qua vorm en inhoud aan op de kwalificaties van instromende studenten door de didactische principes (constructivistische leervisie). De opleiding is erop gericht nieuwe kennis op te hangen aan bestaande voorkennis. In de integrale evaluatie heeft de opleiding aandacht voor de aansluiting van de opleiding op de kwalificaties van studenten.
Overwegingen Het auditteam stelt vast dat de opleidingen het intakeproces helder hebben uitgewerkt. Uit gesprekken met studenten blijkt tevens dat de intakegesprekken serieus worden uitgevoerd en dat niet iedereen zondermeer wordt toegelaten. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet voor beide opleidingen tot het oordeel voldoende. Duur (facet 2.6) De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-master: minimaal 60 studiepunten/european credit points.
28/63
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategic Management
Bevindingen • Beide opleidingen hebben een studielast van 60 EC, verdeeld over 1,5 studiejaar. • Uit een overzicht van berekening studielast blijkt dat de opleidingen voldoen aan de gestelde eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum. In de Opleidingskaders is een verdeling van studiepunten opgenomen. Elk kwartaal omvat 11 EC, de thesis omvat 12 EC, Lidmaatschap en deelname aan vakverenigingen beslaat 1 EC en persoonlijke effectiviteit omvat 3 EC. Overwegingen Uit bovenstaande blijkt dat beide opleidingen aan de formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum voldoen. Conclusie Beide opleidingen hebben aan dit facet voldaan. Samenvattend oordeel Programma Alle facetten zijn tenminste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp ‘Programma’ voldoende.
2.3
Inzet van personeel
Eisen hbo (facet 3.1) Het onderwijs zal voor een belangrijk deel worden verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Bevindingen • De opleidingen hebben, conform het Personeelsbeleidsplan 2009 van de Academie voor Deeltijd, een profiel voor docenten van de hbo-masteropleidingen opgesteld. Enkele criteria zijn: - inhoudelijke en didactische expertise; - ruime praktijkervaring met de beroepspraktijk van betreffende masteropleiding; - werkzaam in de relevante beroepspraktijk; - afgestudeerd wetenschappelijk onderwijs drs / (professionele) master / dr / prof / hoogleraar; - bij voorkeur afgestudeerd op twee wetenschappelijke expertises of gepromoveerd; - praktijk en theorie kunnen verweven; - de ontwikkeling van de aanstaande beroepsbeoefenaars kunnen begeleiden; - bij voorkeur ervaring met masteropleidingen. • De Academie voor Deeltijd werkt met freelance docenten, zodat steeds de juiste specialist kan worden ingezet. De Academie werkt daarnaast met kerndocenten om continuering in het verzorgen van colleges van het primaire proces te borgen. De kerndocenten organiseren daartoe thema’s en leggen verantwoording af aan de coördinator van de opleiding.
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategisch Management
29/63
•
•
• •
Docenten van beide opleidingen hebben kennis van nieuwe ontwikkelingen vanuit hun eigen beroepspraktijk, blijkt uit het gesprek met het auditteam. Daarnaast houden zij het vak bij door vakliteratuur te bestuderen en door het mede ontwikkelen van lesmateriaal voor de opleiding. Doordat de studenten werkzaam zijn in het beroepenveld blijven de docenten door interactie met hen ook op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen. De opleidingen participeren in diverse netwerken en hebben verschillende contacten met het werkveld, zoals de Vereniging voor Strategische Beleidsvorming, MarketingGenootschap, NIMA, Brabants Zeeuwse Werkgevers (BZW). Daarnaast is de directeur van de Academie voor Deeltijd bestuurslid van het Sectoraal Adviescollege van de sector Economie van de HBO-raad (SAC). Hiermee wordt ook structureel brede en actuele input vanuit het werkveld gewaarborgd. De opleidingen monitoren de deskundigheid van de docenten en de aansluiting op de praktijk door evaluaties en lesbezoeken. Uit de resultaten van de evaluaties en het gesprek met het auditteam blijkt dat de studenten positief zijn over de docenten van beide opleidingen en dat zij de verbinding met de beroepspraktijk ruimschoots weten te leggen.
Overwegingen Het auditteam stelt op basis van bestudering van de cv’s van de docenten en gesprekken tijdens het visitatiebezoek vast dat de docenten van beide opleidingen voldoen aan het docentprofiel masteropleidingen, zoals opgesteld is door de Academie. Zowel de kerndocenten als de freelance docenten zijn werkzaam in het relevante beroepenveld. Daarnaast zijn alle docenten ten minste op masterniveau, veelal op academisch niveau, geschoold. Ze houden het vakgebied bij en zijn op de hoogte van relevante ontwikkelingen in het beroepenveld, zo blijkt uit de gesprekken met het auditteam en het bestuderen van cv’s. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet voor beide opleidingen tot het oordeel voldoende. Kwantiteit personeel (facet 3.2) Er wordt voldoende capaciteit vrijgemaakt om de opleiding te kunnen starten. Er wordt voldoende capaciteit vrijgemaakt om de opleiding te kunnen continueren. Bevindingen • Conform het beleid van de Academie voor Deeltijd werken beide opleidingen met freelance docenten. Deze worden ongeveer 4 collegedagen ingezet voor de opleiding. • Naast de freelance docenten zijn er vier kerndocenten voor beide opleidingen aangesteld voor aanvullende taken zoals doorontwikkeling van het programma, het monitoren van programma’s en het borgen van de kwaliteit van de opleiding. Zo is bijvoorbeeld in de tweede helft van 2009 0,3 fte extra geïnvesteerd in doorontwikkeling van het programma (waaronder voorbereiding op accreditatie). • Aan de opleidingen zijn in totaal 28 freelance docenten verbonden. Bij MM zijn 18 freelance docenten betrokken en bij MSM zijn 20 freelance docenten betrokken. Vier docenten zijn naast freelancer tevens kerndocent (inzet is 0,45 fte per opleiding).
30/63
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategic Management
•
•
•
•
•
•
Uit positieve evaluaties van studenten en uit de inbreng van docenten in het kerndocentenoverleg is gebleken dat de betrokkenheid van de docenten groot is. Door met een klein kerndocententeam de inhoud/samenhang van de opleiding te monitoren en een beperkte hoeveelheid docenten in de opleiding in te zetten, borgt de opleiding de betrokkenheid en de continuïteit van de docenten. Het auditteam is door de gesprekken met docenten en studenten onder de indruk geraakt van de gedrevenheid en inzet van de docenten. In de gesprekken met het auditteam hebben studenten van beide opleidingen aangegeven dat de docenten altijd goed bereikbaar zijn en adequaat reageren op vragen die studenten buiten de lesdagen om aan hen stellen. Het auditteam heeft met het opleidingsmanagement gesproken over de kwetsbaarheid van de opleiding ingegeven door een groot aantal docenten met kleine aanstellingen. De opleidingen geven aan dat door uitgebreide netwerken vacatures snel en goed kunnen worden opgevuld. Het auditteam stelt vast dat het verloop onder de docenten gering is en veelal veroorzaakt wordt door de veelheid aan taken die zij op zich nemen naast de (hoofd-)baan of pensionering. De organisatie en aansturing van de opleidingen ligt bij de coördinator masteropleidingen, die ondersteund wordt door een managementassistente. De coördinator is voor 0,2 fte per opleiding ingezet, totaal 0,4 fte voor beide opleidingen. De docent-student ratio is berekend op 1:35 in het eerste en 1:25 in het tweede studiejaar (half studiejaar) conform de berekening docent-student ratio. De berekening is exclusief organisatorische taken en/of overlegtaken. Uit de evaluaties blijkt dat de opleidingen met de hierboven beschreven capaciteit sinds 2002/2003 steeds naar tevredenheid van studenten en management zijn uitgevoerd.
Overwegingen Uit de gesprekken met de studenten en alumni is gebleken dat zij tevreden zijn met de geboden inzet van freelance docenten met een beperkte aanstelling naast een vast team kerndocenten. Studenten hebben ook aangegeven dat de docenten goed bereikbaar zijn. Het auditteam heeft vastgesteld dat het opleidingsmanagement de betrokkenheid en de continuïteit van het docententeam borgt door met een klein kerndocententeam de inhoud/samenhang van de opleiding te monitoren en een ruime hoeveelheid freelance docenten in de opleiding in te zetten. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet voor beide opleidingen tot het oordeel voldoende. Kwaliteit personeel (facet 3.3) Het in te zetten personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma.
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategisch Management
31/63
Bevindingen • De eisen die de Academie stelt aan de docenten zijn bij facet 3.1 vermeld. • Uit de cv’s blijkt dat alle docenten voldoen aan het docentenprofiel masteropleidingen. Afhankelijk van de rollen die de docenten vervullen, worden eisen gesteld die nodig zijn voor het goed uit kunnen voeren van die rollen. • Beide opleidingen borgen de (wetenschappelijke) doelstellingen voor de hbo masteropleiding door: - Gevarieerde samenstelling van de werkveldadviesraad masteropleidingen (WARM): onder andere een hoogleraar en wetenschappelijk auteur op het gebied van strategie en verder op masterniveau geschoolde experts uit het werkveld. - Samenwerking met en input vanuit de Vereniging voor Strategische Beleidsvorming en het MarketingGenootschap met betrekking tot de curricula. - Kerndocenten als ontwikkelaars met een wetenschappelijke achtergrond / beroepsuitoefening. - Betrokkenheid van de lector Duurzame bedrijfsvoering bij de opleiding en deelname van de coördinator aan de kenniskring. • Docenten die ingezet worden in de opleidingen, worden individueel ingewerkt en begeleid door de coördinator. De coördinator is alle collegedagen aanwezig. Zij ontvangt de docenten, spreekt bijzonderheden vooraf door, bespreekt na afloop van het college het verloop ervan en neemt de studentenevaluatie met de betreffende docenten door. • Het opleidingsmanagement beoogt jaarlijks scholingsdagen voor docenten te organiseren. Onderwerpen zijn afhankelijk van nieuwe ontwikkelingen en/of bevindingen bij monitoring van de docenten. Het volgen van deze scholingsdagen is randvoorwaardelijk. Iemand kan bijvoorbeeld geen afstudeerbegeleider meer zijn indien hij de betreffende scholingsdag niet heeft gevolgd. De kerndocenten geven in het gesprek met het auditteam aan dat zij meer aandacht voor deskundigheidsbevordering vanuit de opleidingen op prijs zouden stellen. • Ten minste twee maal per jaar vindt een kerndocentenoverleg plaats om het programma en de werkwijze van de opleiding over te dragen en af te stemmen. • Jaarlijks wordt met iedere medewerker met een minimale aanstelling van 0,2 fte een functioneringsgesprek gevoerd. Een beoordelingsgesprek wordt alleen in speciale gevallen gevoerd. • Om de kwaliteit van de freelance en kerndocenten te monitoren, voert de opleiding evaluaties uit onder studenten. Daarnaast neemt de coördinator incidenteel deel aan de colleges. Docenten worden na iedere collegedag door de studenten geëvalueerd. De docenten ontvangen binnen enkele dagen na afloop van het college de evaluatieverslagen, waarna de docent zijn aanpak kan wijzigen en/of bespreekbaar maken. Bij een evaluatie lager dan 6.5 of bij meerdere onvoldoendes door individuele studenten, neemt de coördinator contact op met betreffende docent om het college en de evaluatie ervan te bespreken en zonodig gepaste actie te ondernemen. • De deskundigheid van de docenten wordt door studenten van beide opleidingen als ruim voldoende beoordeeld. Studenten zijn vooral positief over docenten die veel praktijkervaring hebben, die diepgang in de les weten aan te brengen door de theorie aan te vullen met hun praktijkervaringen, die kunnen inspelen op de context van de studenten
32/63
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategic Management
en die studenten weten te activeren. Ook gaven de studenten in het gesprek met het auditteam aan dat zij door het wekelijks wisselende aanbod van onderwerpen op een snelle manier veel verschillende inzichten hebben gekregen. Overwegingen Door het adequaat verwerken van de wekelijkse evaluaties vervult de coördinator een belangrijke rol bij het op peil houden van de kwaliteit van de docenten. Alle docenten voldoen aan het profiel voor docenten van de masteropleidingen. De docenten houden ontwikkelingen in het vakgebied bij vanuit hun eigen praktijk. Het auditteam stelt op basis van cv’s en het gesprek met de docenten vast dat de docenten voldoende gekwalificeerd zijn voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. De kwaliteit wordt voldoende gemonitord en voldoende geborgd door het feit dat de verbintenis met docenten bij disfunctioneren wordt verbroken. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet voor beide opleidingen tot het oordeel voldoende. Samenvattend oordeel Personeel Alle facetten zijn tenminste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp ‘Inzet van personeel’ voldoende.
2.4
Voorzieningen
Materiële voorzieningen (facet 4.1) De beoogde huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Bevindingen • Het auditteam is op de visitatiedag rondgeleid en stelt vast dat het gebouw goed geoutilleerd is. Studenten hebben voldoende plekken voor zelfstudie en groepsopdrachten. Daarnaast zijn er voldoende (hoor)collegezalen, lesruimtes en lokalen met een smartboard. • De opleidingen maken gebruik van de digitale leeromgeving Blackboard waarop studenten relevant studiemateriaal aantreffen en waarmee zij zowel met docenten als medestudenten kunnen communiceren. Algemene informatie is beschikbaar via de Portal. Studenten hebben aangegeven dat Blackboard en de Avans Portal goed benaderbaar zijn zowel op school als vanuit thuis/werk. Studenten geven er de voorkeur aan dat informatie van de collegedag ten minste twee dagen daarvoor op Blackboard te vinden is. • De opleidingen maken gebruik van de faciliteiten die binnen de organisatie worden aangeboden. Er wordt onder andere gebruik gemaakt van de diensten van het Leer- en Innovatiecentrum (LIC), de Diensteenheid ICT en Facilitaire dienst (DIF) en de Diensteenheid Marketing, Communicatie en Studentenzaken (DMCS). DMCS verzorgt de
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategisch Management
33/63
•
• •
brochure en informeert studenten over de opleidingen in het Centraal Informatiecentrum van Avans (CIC). Het LIC biedt docenten en academies ondersteuning op het gebied van onderwijskunde, eLearning, kwaliteitszorg en onderzoek. Xplora, de multifunctionele fysieke leeromgeving, is onderdeel van het LIC en biedt: voldoende studentwerkplekken, mediatheek, 350 computers (draadloos netwerk), up-to-date computerfaciliteiten, kopieermachines, printers, scanners en een internetcafé. Studenten meldden het auditteam dat zij gebruik maken van Xplora om hun groepsopdrachten uit te voeren. Het LIC biedt de opleidingen ondersteuning op het gebied van kwaliteitszorg. Aanvullende ondersteuning, zoals ICT wordt verleend door de ondersteunende afdelingen binnen Avans Hogeschool, die deze inzet doorbelast aan de opleidingen. Het auditteam heeft vastgesteld dat de huisvesting en materiële voorzieningen toereikend zijn om de programma’s te realiseren. Uit de resultaten van de evaluaties en uit de gesprekken met het auditteam blijkt dat de studenten tevreden zijn met de huisvesting van de opleidingen.
Overwegingen Het auditteam heeft voor de visitatie toegang gekregen tot Blackboard en de Avans Portal en heeft geconstateerd dat de studenten hierdoor van uitgebreide informatie worden voorzien. Ook studenten hebben aangegeven dat zij op een goede en eenvoudige manier toegang hebben. Naast de digitale voorzieningen stelt het auditteam ook vast dat de fysieke voorzieningen toereikend zijn om de opleidingen te verzorgen. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet voor beide opleidingen tot het oordeel voldoende. Studiebegeleiding (facet 4.2) Er is voorzien in personele capaciteit voor studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten, die adequaat zijn met het oog op de studievoortgang. Bevindingen • De individuele studiebegeleiding van beide opleidingen is gericht op het voorkomen, dan wel tijdig signaleren van studieproblemen en het bieden van ondersteuning bij mogelijke oplossingen daarvan. In de wekelijkse studentenevaluaties wordt hier gebruik van gemaakt, zodat eventuele algemene problemen snel kunnen worden aangepakt. • Studenten zijn zelf verantwoordelijk voor het aangeven van de behoefte aan studiebegeleiding; ze zijn volwassenen en werkzaam in verantwoordelijke functies. Het auditteam acht het positief als de opleidingen, zoals voorgenomen, meer begeleiding inzetten op het op een methodologisch verantwoorde manier begeleiden van praktijkgericht onderzoek en dan met name van de thesis.
34/63
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategic Management
•
• •
•
Er vindt onderscheid plaats in studiebegeleiding en studentbegeleiding: - Studiebegeleiding wordt verzorgd door de coördinator van de opleiding en vindt plaats op aanvraag van de student. De begeleiding bestaat uit het houden van intakegesprekken, het geven van studieadviezen, informatievoorziening en coaching, het monitoren van de studievoortgang en procesbegeleiding bij de afstudeerfase. - Studentbegeleiding wordt verzorgd door de studentenpsycholoog voor begeleiding bij persoonlijke vragen en/of problemen. De studentenpsycholoog werkt vanuit een centrale voorziening (Bureau decanen, diensteenheid DMCS) voor meerdere academies. Inhoudelijke begeleiding wordt gegeven door de docent van een thema waarover studenten vragen hebben. Contactgegevens van docenten zijn te vinden op Blackboard. Gedurende de hele opleiding worden studenten bijgestaan door een mentor uit hun eigen organisatie. Dit is een ervaren collega of leidinggevende die vanuit een helikopterview kan ondersteunen en spiegelen. Door groepsopdrachten krijgen studenten ook inzage in andere organisaties. De informatievoorziening naar studenten vindt plaats via Blackboard en de Avans Portal, waar zij alle relevante informatie aantreffen zoals het Opleidingskader, de onderwijs- en examenregeling, jaarroosters, leerdoelen, lesvoorbereiding, literatuurlijst, artikelen, formats, beoordelingskaders en (enquête-)formulieren. Studenten van beide opleidingen geven aan hier veel gebruik van te maken.
Overwegingen Studenten gaven aan dat zij er begrip voor kunnen opbrengen dat docenten pas de dag voor het college de bijbehorende hand-outs via Blackboard aanleveren, maar zouden er de voorkeur aan geven dit eerder beschikbaar te hebben. Zij zijn positief over de toegankelijkheid en de informatievoorziening via Blackboard en de Avans Portal. Het auditteam heeft geconstateerd dat de opleidingen meer begeleidingsmomenten hebben ingesteld gedurende het werken aan de thesis. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet voor beide opleidingen tot het oordeel voldoende. Samenvattend oordeel Voorzieningen Alle facetten zijn tenminste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp ‘Voorzieningen’ voldoende.
2.5
Interne kwaliteitszorg
Systematische aanpak (facet 5.1) Er is voorzien in een systeem van interne kwaliteitszorg, waarbij mede aan de hand van toetsbare streefdoelen en periodieke evaluaties verbetermaatregelen worden getroffen.
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategisch Management
35/63
Bevindingen • De opleidingen hebben in het Kwaliteitsbeleidplan 2009-2012 het kwaliteitszorgsysteem uitgewerkt. De Kwaliteitsplanning Masteropleidingen is gebaseerd op het kwaliteitsbeleidsplan van de Academie. In het kwaliteitsbeleidsplan van de opleiding is zowel een meerjaren- als een jaarplanning opgenomen. • Het systeem is gebaseerd op de PDCA-cyclus (plan, do, check en act) en heeft tot doel continu verbeteren van de opleidingen. De werkwijze van het kwaliteitszorgsysteem is gestoeld op het INK-model. • Om invulling te geven aan het kwaliteitszorgsysteem vinden structureel evaluaties plaats, zoals integrale evaluaties, thema- en docentevaluaties en evaluaties afstudeerbegeleiding. Daarnaast vinden verschillende soorten overleg plaats, zoals het (kern)docentenoverleg, het studentoverleg, Opleiding- en Examencommissie (OEC), WerkveldAdviesRaad masteropleidingen (WARM), alumnibijeenkomsten en werkoverleg met medewerkers. • Naar aanleiding van bovengenoemde evaluaties en overlegvormen worden beleids- en activiteitenplannen bijgesteld en verbetermaatregelen genomen. Door de omvang van de opleidingen worden verbeteringen snel doorgevoerd, waardoor een verbeterplan naar aanleiding van evaluaties overbodig lijkt. Het auditteam stelt vast dat de opleidingen weliswaar verbeteringen doorvoeren, maar of de uitkomsten van evaluaties daar daadwerkelijk de basis van zijn, is moeilijk traceerbaar. Het auditteam pleit voor een korte analyse naar aanleiding van de integrale evaluatie, over welke punten wel en welke niet worden aangepakt. Daarnaast kan vermeld worden op welke termijn de acties uitgevoerd worden. • Studenten tonen zich tevreden over de kwaliteitszorg van de opleiding, zij voelen zich gehoord door de opleiding. • De uitkomsten van deze evaluaties hebben reeds geleid tot een aantal concrete verbeteringen, zoals: - de opleidingsduur is met drie maanden verlengd en de toetsen zijn beter verspreid over het curriculum om de studeerbaarheid te verbeteren; - om de informatievoorziening te verbeteren zijn de opleidingskaders uitgereikt aan de studenten en zijn de deadlines voor bekendmaking van toetsresultaten aangepast; - om het belang van het bijwonen van netwerkbijeenkomsten te vergroten, zijn deze verplicht gesteld. • De opleidingen hebben in overleg met de Onderwijs Examencommissie Opleidingen het streefdoel voor studententevredenheid op een 7,5 op een tienpuntsschaal vastgesteld. Uit de Integrale evaluaties 2008-2009 blijkt dat het gemiddelde voor MM 7,4 is en voor MSM 7,3. Overwegingen Het auditteam stelt vast dat de opleidingen een degelijk kwaliteitszorgsysteem hebben opgezet. Ook de werking van het systeem heeft reeds geleid tot concrete verbeteringen. De opleidingen hebben toetsbare streefdoelen opgesteld en naar aanleiding van periodieke evaluaties worden verbetermaatregelen getroffen. Het auditteam is zich bewust van het kleinschalige karakter van de opleidingen, waardoor verbeteringen snel kunnen worden
36/63
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategic Management
doorgevoerd. Het auditteam vindt dat ook positief. Met het oog op de zichtbaarheid en opvolging van verbeteracties is een korte analyse van verbeteracties een goede aanvulling op het kwaliteitszorgsysteem. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet voor beide opleidingen tot het oordeel voldoende. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld (facet 5.2) Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Bevindingen • Docenten worden betrokken bij de kwaliteitszorg door middel van wekelijkse evaluaties, die de coördinator met de betreffende docenten bespreekt en die als input dienen voor het kerndocentenoverleg. Twee maal per jaar vindt een overleg met de kerndocenten plaats in juni en december, waarbij altijd een integrale evaluatie van het onderwijs wordt bespoken. • Studenten worden wekelijks op hun tevredenheid over de docenten gepeild via studentenenquêtes en in zowel het tweede als het vierde kwartaal wordt de gehele opleiding door studenten geëvalueerd. Vervolgens wordt de uitslag mondeling besproken met de studenten. De afstudeerfase wordt later apart geëvalueerd. Studenten ontvangen de uitslagen van evaluaties en de daarop gebaseerde actiepunten via Blackboard. De evaluaties zelf vormen input voor het kerndocentenoverleg en voor de werkveldadviesraad. • Alumni maken deel uit van de werkveldadviesraad masteropleidingen (WARM). Vanaf 2010 zullen de alumni, drie jaar na afronding van de opleiding, worden benaderd om deel te nemen aan een onderzoek naar de carrièreontwikkelingen na afronding van de opleiding. De resultaten worden gebruikt om de opleiding indien nodig bij te stellen. • Het werkveld wordt systematisch in het kwaliteitszorgsysteem betrokken via participatie in de werkveldadviesraad. De opleiding ontvangt daarnaast input uit het werkveld van werkgevers van studenten door hun aanwezigheid bij de onderzoeksprojecten. De evaluaties van studenten worden besproken met de werkveldadviesraad. Overwegingen Het auditteam stelt vast dat de opleidingen verschillende belanghebbenden bij de kwaliteitszorg van de opleidingen betrekken. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet voor beide opleidingen tot het oordeel voldoende. Samenvattend oordeel Interne kwaliteitszorg Alle facetten zijn tenminste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp ‘Interne kwaliteitszorg’ voldoende.
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategisch Management
37/63
2.6
Condities voor continuïteit
Afstudeergarantie (facet 6.1) De instelling geeft aan studenten de garantie dat het programma volledig kan worden doorlopen Bevindingen • Avans+ garandeert dat studenten die zich hebben ingeschreven en voldaan hebben aan de financiële verplichtingen, het programma van de opleiding volledig kunnen doorlopen met een maximum van twee en een half jaar. Bovenstaande is opgenomen in de Onderwijs- en ExamenRegeling en in Garantstellingsbrieven. Elke student ontvangt de garantstellingsbrief van de Raad van Bestuur na inschrijving, waarmee de opleiding een afstudeergarantie afgeeft. Het auditteam heeft de afstudeergarantie gezien. Overwegingen Op basis van bovenstaande stelt het auditteam vast dat er voldoende garantie is voor studenten van beide opleidingen om de opleidingen geheel te kunnen doorlopen. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet voor beide opleidingen tot het oordeel voldoende. Investeringen (facet 6.2) De voorziene investeringen zijn toereikend om de opleiding (inclusief voorzieningen) tot stand te brengen. Bevindingen • Beide opleidingen zijn sinds de start in 2002/2003 kostendekkend, zo blijkt uit de meerjarenbegroting 2009-2012 van Avans Hogeschool B.V. Het auditteam heeft ook de Begroting voor de opleidingen ingezien. De begroting is opgesteld op basis van ervaringscijfers van de Academie voor Deeltijd. Overwegingen Het auditteam stelt vast dat de academie een realistische begroting heeft opgesteld. Beide opleidingen zijn sinds de start kostendekkend. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet voor beide opleidingen tot het oordeel voldoende. Financiële voorzieningen (facet 6.3) De financiële voorzieningen voor de gecalculeerde negatieve resultaten zijn voldoende voor dekking van de aanloopverliezen.
38/63
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategic Management
Bevindingen • Avans+ heeft een meerjarenbegroting voor beide masteropleidingen opgesteld, waarin de vaste kosten per uitvoering en de kosten per student zijn opgenomen. Daarnaast worden ook de kosten voor structurele doorontwikkeling, kwaliteitszorg en accreditatie opgenomen. De Meerjarenbegroting 2009-2012 van Avans Hogeschool laat geen financiële verliezen zien. • Mochten zich eventueel verliezen voordoen bij tijdelijk teruglopende aantallen studenten, dan kunnen deze worden opgevangen door de financiële voorzieningen blijkt uit Geconsolideerde jaarrekening 2008 Avans Hogeschool B.V. • Uit de opleidingsbegroting van Avans+ blijkt dat de scheiding van bekostigd en nietbekostigd onderwijs zorgvuldig plaatsvindt, zo stelt het auditteam vast. Overwegingen Het auditteam stelt vast dat de opleidingen voldoende financiële reserves hebben ingecalculeerd om mogelijke aanloopverliezen te kunnen financieren. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet voor beide opleidingen tot het oordeel voldoende. Samenvattend oordeel Condities voor continuïteit Alle facetten zijn tenminste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp ‘Condities voor continuïteit’ voldoende.
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategisch Management
39/63
40/63
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategic Management
3
Bijlagen
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategisch Management
41/63
42/63
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategic Management
Bijlage 1
Deskundigheden auditteam
X
X
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met meest recente ontwikkelingen Vakdeskundigheid: Vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op niveau/oriëntatie te beoordelen opleiding
X
X
Onderwijsdeskundigheid
X
X
Internationale deskundigheid
X
X
X
X
X
X
X
X
Studentgebonden deskundigheid
Visitatie- of auditdeskundigheid
Mevrouw Y. Griffioen-Kingma
X
Mevrouw Ing. I.J.M. de Jong
De heer I.M.M. van Bilsen MSc
X
De heer W. Kronenburg
De heer drs. E. de Heus
Relevante werkvelddeskundigheid
De heer Prof.dr. S.K.Th. Boersma
Deskundigheid conform Protocol VBI’s
X
X
X
X
Nadere informatie over de achtergronden van de auditteamleden:
De heer prof. dr. S.K.Th.Boersma: De heer Boersma is ingezet als auditteamlid vanwege zijn ervaringen als voorzitter in meerdere functies in het hoger onderwijs en daarbuiten, alsmede vanwege zijn grote onderwijsdeskundigheid. Hij heeft vanuit eerdere visitaties kennis van de visitatie- en accreditatiesystematiek. De heer Boersma heeft vanuit opleiding en werkervaring ruime (internationale) kennis van het (hoger) onderwijs en onderwijsprocessen. Hij is tevens werkvelddeskundig op het terrein van Bedrijfskunde, Economie en Econometrie, Automatisering, Bedrijfskundige informatica (BI), Informatie- en kennismanagement en Informatiedienstverlening en –management (IDM). De heer Boersma heeft voorts onder meer ervaring als rijksgecommitteerde HEAO en examinator BI-examens voor HEAO-docenten. Voor deze visitatie is de heer Boersma aanvullend individueel geïnstrueerd over het proces van accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA.
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategisch Management
43/63
Opleiding: 1961 1963 1966 1969 1971 1970 – 1971 1973 – 1974
1978 1989
Diploma gymnasium-ß Universitaire studie economie, Rijksuniversiteit Groningen Kandidaatsexamen economie Doctoraal examen kwantitatieve economie (Bedrijfseconometrische variant) Bankcursus NIBE, 1e deel Diverse automatiseringscursussen IBM Postdoctorale opleidingen en cursussen op het gebied van informatica, administratieve automatisering en simulatie aan verschillende hogescholen en universiteiten leidend tot:·1e graads bevoegdheid Automatisering van de Informatieverwerking, 1e graads bevoegdheid Informatica. Managers automatiseringscursus Philips. Doctoraat in de Bedrijfskunde
Werkervaring: 1970 – 1971 Stafmedewerker Economisch Bureau, afdelingen Actuariaat en Econometrie AMRO Bank NV, Amsterdam 1971 – 1977 Docent kwantitatieve vakken, systeemanalyse en –ontwerp, management informatiesystemen HES ‘J. van Zwijndrecht’, Den Haag 1975 – 1977 Landelijk coördinator Bedrijfsinformatica ontwikkelteam (BIO-team) 1977 – 1985 Wetenschappelijk hoofdmedewerker Bestuurlijke Informatiekunde (BIK) Faculteit Bedrijfskunde Rijksuniversiteit Groningen 1985 – 1995 Universitair hoofddocent BIK, i.h.b. informatiestrategie 1989 – 1991 Organisatieadviseur Moret Ernst en Young 1989 – heden Directeur eigen adviesbureau Boersma IMC BV. Hangt sterk samen met de ervaringsgebieden op onderzoeksterrein. In een diversiteit van organisaties is ervaring opgedaan, zoals Nestlé, Blydenstein Willink, ziekenhuizen, hogescholen en politie. 1993 – 1995 Partner BDO Camps Obers Management Consultants 1995 – 1997 Directeur softwarebedrijf 1995 – 2005 (Bijzonder) hoogleraar Kennismanagement 2005 – heden Emeritus Hoogleraar De heer Boersma heeft meer dan 50 publicaties op zijn naam staan.
De heer drs. E. de Heus De heer De Heus is ingezet als auditteamlid vanwege zijn domeindeskundigheid op het gebied van Marketing en zijn onderwijsdeskundigheid. Hij heeft verschillende functies bekleed binnen marketing, branding en communicatie, als adviseur en op directieniveau. Ook heeft hij gepubliceerd op dit terrein. Daarnaast is de heer De Heus jarenlang actief geweest als docent in het hoger onderwijs. Vanuit zijn huidige betrekking is hij vertrouwd met het beoordelen en doorlichten van organisaties. Voor deze visitatie heeft hij de handleiding auditteamleden ontvangen en is aanvullend geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA.
44/63
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategic Management
Opleiding: 1972 – 1979 1979 – 1985 1985 – 2009
Atheneum, Bataafse Kamp, Hengelo Doctoraal Nederlandse Taal- en Letterkunde (ad summos honores), Rijksuniversiteit Groningen Diverse trainingen en cursussen op het gebied van marketing, bedrijfseconomie, communicatie en management
Werkervaring: 1985 – 1992 1988 – 1992 1992 – 2000 2000 – 2005 2005 – 2008
Docent Hanzehogeschool Groningen Partner in Weber & de Heus communicatie Partner Van Rossum & Partners Total Identity Amsterdam, creatief directeur, vanaf 2002 commercieel directeur Hoofd marketing en communicatie Meavita Den Haag, adviseur raad van bestuur Maevita Nederland 2008 – heden Partner in Smidswater, design- en communicatiebureau
Diversen: Publicaties Diverse leerboeken en courseware uitgegeven door Spruyt, Mantgem & De Does (Leiden) en het ministerie van OC&W. Diverse artikelen in vakbladen over onder meer imarketing, communicatie, onderzoek, casuïstiek. Een overzicht van publicaties van de laatste vijf jaar: • In de beginne was er het woord, een essay over de verhalende organisatie • Op eigen kracht, een essay over organisaties met een maatschappelijke functie • Een verhaal over verbeelding, Tijdschrift voor Communicatie • De zelfbewuste zorginstelling heeft toekomst, Prismant Magazine • De corporate story, Vakblad Communicatie • Total Identity, Amsterdam 2003, boek over alle facetten van imago en identiteit van 238 pagina’s uitgegeven door Bis Publishers • Strategie en identiteit, in Marketing voor de zorg, een uitgave van Elsevier gezondheidszorg (2009) • Merk, meer dan een naam alleen, in ZorgMarkt, een uitgave van Kluwer (2009) Overige ervaring • Secretaris en oprichter van de Noorder Pers Sociëteit, een ontmoetingplatform voor journalisten en adviseurs • Voorzitter Stedenband Groningen - San Carlos • Freelance docent Prismant • Bestuurslid De Helderheid, instituut voor alledaagse verslavingen
De heer I.M.M. van Bilsen MSc De heer Van Bilsen is ingezet als auditteamlid vanwege zijn domeindeskundigheid, zijn onderwijsdeskundigheid en zij internationale deskundigheid. Hij heeft binnen de Rabobank diverse functies bekleed op het gebied van opleiding en ontwikkeling waardoor hij deskundig is op het gebied van professioneel onderwijs en Strategisch Management. In het internationale werkveld is hij gespecialiseerd in Executive Education. Hij is lid van de advisory boards van INSEAD, Nyenrode en TIAS/NIMBAS. Voor deze visitatie heeft de heer Van Bilsen onze handleiding voor auditteamleden ontvangen en in een voorbereidende vergadering is hij aanvullend geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA.
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategisch Management
45/63
Opleiding: 1975 – 1979 1983 – 1985 1991 – 1993 1995 – 1997
HBO Personeelsmanagement, Eindhoven Voortgezette Opleiding Personeelsmanagement Nijmegen (1e graads lesbevoegdheid) Post doctoraal Organisatiekunde, SIOO Utrecht WO Toegepaste Onderwijskunde, Universiteit Twente
Werkervaring 1979 – 1989 PTT Telecom regio Zuid, o.a. Hoofd Training & Adviescenrum Telecom 1989 – heden Rabobank Groep, o.a. Head Learning & Development Rabobank International, Hoofd Management Ontwikkeling Rabobank Nederland Vice President Management & Talent Development
De heer W. Kronenburg De heer Kronenburg is ingezet als studentauditteamlid. Hij volgt de opleiding Master Health Economics, Policy and Law aan de iBMG faculteit van de Erasmus Universiteit. Naast zijn studie was de heer Kronenburg gedurende het vorige studiejaar lid van het studentenpanel dat zich bezig hield met evaluatie van individuele vakken en van eventuele klachten. Hij is representatief voor de primaire doelgroep van de opleiding en beschikt over studentgebonden deskundigheden met betrekking tot de studielast, de onderwijsaanpak, de voorzieningen en de kwaliteitszorg bij opleidingen in het domein. De heer Kronenburg heeft in het verleden ervaring opgedaan als studentpanellid bij een marketinggerichte opleiding en is bekend met de accreditatiesystematiek en de werkwijze van NQA. Opleiding: 1997 – 2004 2004 – 2005 2005 – 2009 2008 – heden
VWO, Alkwin Kollege Uithoorn Bachelor Bouwkunde, TU Delft (niet afgemaakt) Bachelor Economie en Bedrijfseconomie, FEW-EUR Master Health Economics, Policy and Law, iBMG-EUR
Werkervaring: 04/’07 – 08/‘07 Administratie Schouten Insurance International op uitzendbasis 1997 – 2008 Verschillende bij- en zomerbaantjes (bloemenveiling, Albert Heijn, autodealer e.d.) langste verbintenis bijna twee jaar (2002 - 2004) Diversen: • In het collegejaar 2006 - 2007 hoofdredacteur geweest van het verenigingsblad van de Economische Faculteitsvereniging Rotterdam (EFR) met een tweemaandelijkse oplage van 5500 exemplaren. • Tijdens het studiejaar ‘08-’09 actief geweest als secretaris bij een door studenten gerunde stichting (SIR) die collegeverslagen verkoopt aan studenten.
Mevrouw ing. I.J.M. de Jong Mevrouw De Jong is ingezet als NQA-auditor. Sinds 2005 heeft zij ervaring met visiteren van bestaande en nieuwe opleidingen in verschillende sectoren binnen het hbo. Vanuit haar opleiding en ervaring heeft mevrouw De Jong kennis van organisatorische, didactische en onderwijskundige processen. Daarnaast is zij medeverantwoordelijk voor het samenstellen van auditteams. Mevrouw De Jong heeft deelgenomen aan de NQA-auditortraining Hoger Onderwijs.
46/63
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategic Management
Opleiding: 2000 – 2004
Educatie- en Kennismanagement in de Groene Sector aan de Stoas Hogeschool te Den Bosch.
Werkervaring: 2000 – 2004 Diverse stages in het Middelbaar Beroepsonderwijs als docent en lesstofontwikkelaar. 2003 – 2004 Afstudeerstages: Onderzoek naar de adviesbehoefte van stagebieders binnen de bloemenbranche. Uitkomsten in een onderzoeksrapport gepresenteerd aan Aequor. Nieuwe structuur aangebracht in avondopleiding voor Dutch Flower Arranger en de daarbijbehorende docenten- en studentenhandleidingen geschreven. 2004 – 2005 Essent, dossieranalist, afdeling debiteuren en incasso. Sogeti Nederland B.V., administratief medewerker, afdeling offerteafhandeling. 2005 – heden Netherlands Quality Agency, auditor.
Mevrouw Y. Griffioen-Kingma Mevrouw Griffioen is ingezet als NQA auditor. Zij heeft onderwijsdeskundigheid door haar jarenlange ervaring als docente op diverse niveaus. Naast haar onderwijservaring beschikt mevrouw Griffioen over een uitgebreide ervaring in de praktijk van de VBI. Zij is bekend met het proces van accreditatie in het hoger onderwijs en ingewerkt in de werkwijze van NQA. Opleiding: 1963 - 1968 1968 - 1969 1991 - 1993 1996 - 1997
HBS-A Schoevers; directie-secretaresse Leraar Machineschrijven/tekstverwerken Lerarenopleiding Secretariaatsvakken Office 97
Werkervaring: 1969 – 1988 Directiesecretaresse/office manager bij diverse bedrijven 1988 – 1999 Docente secretaresseopleiding, Instituut Scheidegger, Venlo 1991 – 1998 Docente machineschrijven/tekstverwerken/kantoorpraktijk/informatica, Oosterlicht College, Vianen (VMBO) 1998 – 2002 Docente Informatica, Schoevers Opleidingen, Utrecht (MBO-HBO) 2003 – 2005 Docente S(ecretarieel)-team, ROC ASA Christelijk College Abstede, Utrecht (MBO) 2005 – heden Netherlands Quality Agency - Utrecht
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategisch Management
47/63
48/63
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategic Management
Bijlage 2
Onafhankelijkheidsverklaring auditteam
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategisch Management
49/63
50/63
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategic Management
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategisch Management
51/63
52/63
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategic Management
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategisch Management
53/63
54/63
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategic Management
Bijlage 3
Bezoekprogramma
Tijdstip
Programmaonderdeel
Deelnemers Visitatiepanel: • Prof. Dr. S.K.Th. Boersma • Drs. E. de Heus • I.M.M. van Bilsen MSc • W. Kronenburg • Ing. I.J.M. de Jong • Y. Griffioen-Kingma Visitatiepanel Jan van Wijk, Directeur ADT Lia Geerts, Opleidingsmanager MM en MSM
08.45 – 10.30 uur
Ontvangst Materiaalbestudering
10.30 – 11.15 uur
Gesprek met opleidingsmanagement
Opleidingsmanagement: Jan van Wijk, Directeur ADT Ludo de Bie, Manager Operations Avans+ Lia Geerts, Opleidingsmanager MM en MSM
11.15 – 12.15 uur
Gesprek met studenten MM
Studenten MM: Maria Siliakus (MM0809) Simone Biesheuvel (MM09-10) Sven Oyntzen (MM0910) Frank Dingemans (MM0910)
Gesprek met studenten MSM
Studenten MSM: Dick de Klepper (MSM0809) Eunice lionaron (MSM0910) Getty Lieverse (MSM0910) Corné Adriaansen (MSM0910)1
12.15 – 14.00 uur
Rondleiding (15 min) + lunchpauze + materiaal bestudering Lunch in hetzelfde lokaal
Visitatiepanel
14.00 – 15.00 uur
Gesprek met docenten
Kerndocenten en OnderwijsExamencommissie (OEC): Pieter Aartsma MM en MSM Iris van Opstal MM en MSM Hans vd Velden MSM (lid OEC) Guust Swarte MSM en MM (bestuurslid VSB) Jan Venselaar, lector duurzame bedrijfsvoering
HF101
11.15 – 12.15 uur HF103
1
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategisch Management
55/63
Tijdstip
Programmaonderdeel
Deelnemers
15.15 – 16.00 uur
Gesprek met werkveldadviesraad, alumni en werkgevers van alumni MM
Werkveldadviesraad: Jan Heeling (werkveldadviesraad) Mike Gerrits (werkveldadviesraad en alumnus MM, voorzitter MarketingGenootschap)
HF101 (parallel aan werkveld MSM)
Alumni: Bart de Bresser (MM) Debby van Son (MM) Nieke Vervoort (MM) (reserve) Werkgevers: • Machiel van der Sluis, regiodirecteur intensief beheer, Schuitema. Werkgever van Bart de Bresser (MM)
15.15 – 16.00 uur
Gesprek met werkveldadviesraad, alumni en werkgevers van alumni MSM
HF103 (parallel aan werkveld MM)
Werkveldadviesraad: Bob de Wit (werkveldadviesraad) Lodewijk Emmen (werkveldadviesraad en alumnus MSM) Alumni: Karin Baselmans (MSM) Monique van Gils (MSM) Michel van der Sluis (MSM) Werkgevers: • Aad Jansen, ad-interim ketenregisseur van ABN AMRO Hypotheken. Opdrachtgever van Michel van der Sluis (MSM) • Paul Hulst, algemeen directeur RG Consult (werkgever van Karin, Marcel en Klaartje - MSM)
16.00 – 17.30 uur
Intern paneloverleg Materiaal bestuderen
Visitatiepanel
17.3 0 – 18.00 uur
Tweede gesprek met opleidingsmanagement en afronding
Opleidingsmanagement: Jan van Wijk, Directeur ADT Ludo de Bie, Manager Operations Avans+ Lia Geerts, Coördinator Masteropleidingen MM en MSM
56/63
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategic Management
Bijlage 4
Facet
Bijlagen zelfevaluatie en ter inzage gelegd materiaal
Bijlagenummer
Hard Copy als bijlage bij aanvraag Documentatie m.b.t. doelstellingen opleiding
3.1
1
3.1
2
3.1
3
Opleidingskader MM, 2009/2010, H. 1, §1.2, §1.3 en §2.1. Opleidingskader MSM, 2009/2010, §1.2 en §1.3 en §2.1. Thema-competentie-matrix MM
3.1
4
3.1
BlackBoard
Ter Inzage bij visitatie
X
X
X
X
X
X
X
X
Thema-competentie-matrix MSM
X
X
5
Vergelijking masteropleidingen MM
X
X
3.1
6
Vergelijking masteropleidingen MSM
x
X
3.1
7
X
X
3.1
8
X
X
3.1
9
Resultaten integrale evaluatie MM, 2008/2009 Resultaten integrale evaluatie MSM, 2008/2009 Curricula Vitae Werkveldadviesraad
X
X
3.1
36
X
X
-
-
Notulen werkveldadviesraad masteropleidingen (WARM) www.hbo-raad.nl
-
-
www.marketinggenootschap.nl
-
-
www.nima.nl
-
-
www.strategen.nl
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategisch Management
57/63
Documentatie m.b.t. programma 3.2
3.2
10
Collegemateriaal MM en MSM Q1 t/m Q: • Literatuur • Leerdoelen • Lesvoorbereiding • Handouts (PP-presentaties) • Handleidingen Voorbeelden toetsing MM en MSM: • POP’s • Onderzoeksrapporten Q1 t/m Q4 • Thesissen Onderwijs- en Examenregeling (OER)
3.2
11
Beoordelingskaders
X
X
3.2
12
Rooster masteropleidingen
X
X
3.2
13
Berekening studielast en EC
X
X
3.2
14
Literatuurlijst MM
X
X
3.2
15
Literatuurlijst MSM
X
X
-
-
3.2
36
Notulen werkveldadviesraad masteropleidingen (WARM)
3.2
1
Opleidingskader MM, 2009/2010, Hoofdstuk 2, 3 en 4.
3.2
2
Opleidingskader MSM 2009/2010, Hoofdstuk 2, 3 en 4.
3.2
17
3.2
3.2
X
X
X
X
Notulen kerndocentenoverleg
X X
X
X
X
X
X
X
X
Rendementen opleidingen MM en MSM t/m instroom 2008
X
X
18
Studentenprofiel MM
X
X
3.2
19
Studentenprofiel MSM
X
X
3.2
7
Resultaten integrale evaluatie MM, 2008/2009
X
X
3.2
8
Resultaten integrale evaluatie MSM, 2008/2009
X
X
3.2
4
Thema-competentie-matrix MM
X
X
3.2
5
Thema-competentie-matrix MSM
X
X
58/63
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategic Management
Documentatie m.b.t. personeel 3.3
9
3.3
20
Curricula Vitae docenten, management en Werkveldadviesraad masteropleidingen (WARM) Docentprofiel masteropleidingen
X
X
X
X
3.3
21
Personeelsbeleidsplan ADT
X
3.3
Berekening docent-student ratio
X
3.3
Docentverloop masteropleiding MM-MSM
X
3.3
8
Resultaten integrale evaluatie MM, 2008/2009
X
X
3.3
9
Resultaten integrale evaluatie MSM, 2008/2009
X
X
3.3
22
Thema-evaluaties MM, 2008/2009
X
X
3.3
23
Thema-evaluaties MSM, 2008/2009
X
X
3.3
24
Thema-evaluaties MM, 2009/2010
X
X
3.3
25
Thema-evaluaties MSM 2009/2010
X
X
Documentatie m.b.t. voorzieningen 3.4
1
Opleidingskader MM, 2009/2010, Hoofdstuk 8
X
X
X
3.4
2
Opleidingskader MSM, 2009/2010, Hoofdstuk 8
X
X
X
3.4
26
Instellingsaudit Avans, april 2008
X
X
3.4
-
Portal Avans (via http://www.avans.nl)
X
Documentatie m.b.t. interne kwaliteitszorg 3.5
27
Kwaliteitsbeleidsplan 2009-2011, ADT.
X
X
3.5
28
Kwaliteitsplan masteropleidingen, 2009-2010.
X
X
3.5
1
Opleidingskader MM, 2009-2010, Hoofdstuk 9
X
X
X
3.5
2
Opleidingskader MSM, 2009-2010, Hoofdstuk 9
X
X
X
29 7 8 22 23 24 25
Verslagen Onderwijs- en examencommissie Cijferanalyse 2008-2009 MM en MSM Cijferanalyse 2009-2010 Q1 MM en MSM Businessplan ADT 2010 Integrale evaluatie MM Integrale evaluatie MSM Thema-evaluatie MM 2008/2009 Thema-evaluatie MSM 2008/2009 Thema-evaluatie MM 2009/2010 Thema-evaluatie MSM 2009/2010
3.5 3.5 3.5 3.5 3.5 3.5 3.5 3.5 3.5
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategisch Management
X X X X X X X X X
X X X X X X X
59/63
Documentatie m.b.t. condities van continuïteit 3.6
10
Onderwijs- en examenregeling, paragraaf 5.3: studievoortgangsgarantie
X
X
3.6
30
Garantstellingsbrief Raad van bestuur, Avans Hogeschool BV - MM
X
X
3.6
31
Garantstellingsbrief Raad van bestuur, Avans Hogeschool BV - MSM
X
X
3.6
32
Meerjarenbegroting MM-MSM 2009-2012, Avans Hogeschool BV
X
X
3.6
33
Geconsolideerde jaarrekening 2008, Avans Hogeschool BV
X
X
3.6 3.6
34 35
Intentieverklaring master MM en MSM, 2007 Samenwerking masterMM en MSM, 2007
X X
X X
60/63
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategic Management
Bijlage 5
Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties
Bron; Opleidingskader MM en Opleidingskader MSM De hoofdcompetenties voor de MM zijn: 1. Ontwikkelen van commercieel inzicht en een visie op veranderingen en trends in de externe (internationale) omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens. 2. Autonoom en zelfgestuurd methodologisch onderzoeken en analyseren van organisatieproblemen, interne processen en de organisatieomgeving. 3. Leidinggeven, coördineren en aansturen vanuit een helikopterview en ondernemerschap. 4. Het (mede) ontwikkelen van de organisatiestrategie en vanuit de strategie sales- en marketingstrategieën opstellen (o.a. productstrategie, marktstrategie, marketingcommunicatiestrategie, etc.). 5. Het vertalen van de marketing en salesstrategieën naar tactische en operationele plannen, die vervolgens geïmplementeerd en gemanaged moeten worden, inclusief het inrichten van de management cyclus om zeker te stellen dat de strategische doelen op lange termijn worden gerealiseerd. 6. Het ontwikkelen van een visie op internationalisering en globalisering en op basis van (internationale) analyse strategie en tactiek (o.a. logistiek, entreemethode, samenwerkingsvorming) voor internationalisering van de business ontwikkelen en implementeren. 7. Op basis van analyse en het volgen en creëren van trends en hypes innovatieproces kunnen initiëren, implementeren en managen. En het ontwikkelen, implementeren en evalueren van verbeter- en veranderingsprocessen. 8. Ten behoeve van de organisatie- en marketingstrategie de financiële consequenties overzien en op basis daarvan beslissingen nemen, gebruik maken van financiële gegevens voor analysedoeleinden en een effectieve control op marketingstrategie en activiteiten inrichten. 9. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie): - Samenwerken in een beroepsomgeving met betrekking tot de doelen en inrichting van de organisatie. Gekenmerkt door: multidisciplinariteit en interdisciplinariteit, klantgerichtheid, leidinggeven, commitment; communiceren in- en extern op alle niveaus met o.a. stakeholders; - Overtuigen en draagvlak creëren. 10. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional): - Autonoom en zelfgestuurd een probleem oppakken, bestuderen en analyseren. - Sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren, resultaatgericht werken, initiatief nemen en zelfstandig optreden, flexibiliteit. - Reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling. - Ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatief-culturele aspecten, respect voor anderen, een beroepscode en ethische principes voor het professioneel handelen.
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategisch Management
61/63
De generieke competenties voor MM zijn: - Omgevingsbewustzijn; - Markt- en klantgericht; - Leiderschap (mens- en resultaatgericht); - Ondernemerschap; - Creativiteit; - Plannen en organiseren; - Besluitvaardigheid; - Communiceren.
De hoofdcompetenties voor MSM zijn: 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe (internationale) omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens. 2. Autonoom en zelfgestuurd methodologisch onderzoeken en analyseren van organisatieproblemen, interne processen en de organisatieomgeving 3. Leidinggeven, coördineren en aansturen vanuit een helikopterview en ondernemerschap. 4. Het (mede) ontwikkelen van de organisatiestrategie en het leidinggeven aan en organiseren van strategievormingsproces. 5. Vanuit het strategische perspectief van een organisatie vormgeven en sturen van organisatie- en veranderprocessen. 6. Op basis van omgevingsanalyse en trends (duurzame) innovaties kunnen initiëren, vormgeven en implementeren en het (duurzame) innovatieproces kunnen managen. 7. Vanuit het strategische perspectief van een organisatie de financiële consequenties overzien en op basis daarvan beslissingen nemen. 8. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie): - Samenwerken in een beroepsomgeving met betrekking tot de doelen en inrichting van de organisatie. Gekenmerkt door: multidisciplinariteit en interdisciplinariteit, klantgerichtheid, leidinggeven, commitment; communiceren in- en extern op alle niveaus met o.a. stakeholders; - Overtuigen en draagvlak creëren. 9. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional): - Autonoom en zelfgestuurd een probleem oppakken, bestuderen en analyseren. - Sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren, resultaatgericht werken, initiatief nemen en zelfstandig optreden, flexibiliteit. - Reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling. - Ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatief-culturele aspecten, respect voor anderen, een beroepscode en ethische principes voor het professioneel handelen.
62/63
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategic Management
De generieke competenties voor MSM zijn: - Visievorming; - Omgevingsbewustzijn; - Leiderschap (mens- en resultaatgericht); - Ondernemerschap; - Besluitvaardigheid; - Communiceren; - Analytisch vermogen.
© NQA - AVANS+ audit TNO hbo-master of Marketing en hbo-master of Strategisch Management
63/63