Master
Master of Education 2011-2012
deeltijd
o Onderwijs en Opvoeding
Master of Education
2
Inhoudsopgave Een logische carrièrestap
4
Opleiding Master Leraar (eerstegraads leraar)
5
Algemene Economie
10
Engels, Frans en Nederlands
14
Geschiedenis
16
Wiskunde
18
Aanmelding Master Leraar
21
Opleiding Master Pedagogiek
24
Aanmelding Master Pedagogiek
29
3
o Onderwijs en Opvoeding
Master of Education
Een logische carrièrestap Als leraar in basis- of voortgezet onderwijs of pedagoog houd je van je vak en oefen je met plezier je beroep uit. Maar er komt een moment dat je méér wilt. Misschien wil je als eerstegraads leraar les geven in de bovenbouw of het hbo. Of je wilt je verder professionaliseren als leraar of pedagoog. Wat je carrièrewens ook is, je wilt graag je visie verbreden en je verdiepen in de ontwikkelingen binnen je vakgebied – of dat nou het onderwijs of het pedagogische werkterrein is. Als logische carrièrestap besluit je om de titel Master of Education te gaan halen.
Master Leraar (eerstegraads leraar) of Master Pedagogiek De Hogeschool van Amsterdam biedt meerdere deeltijdprogramma’s die opleiden tot Master of Education op verschillende vakgebieden. Als je eerstegraads leraar wilt worden, volg je een driejarige deeltijdopleiding die je daartoe opleidt. Wil je de Master Pedagogiek volgen? Voor jou is er het tweejarig beroepsgericht deeltijdprogramma van de Hogeschool van Amsterdam.
4
Opleiding Master Leraar (eerstegraads leraar) Als je het driejarig programma met succes hebt doorlopen mag je jezelf eerstegraads leraar/Master of Education noemen. Je bent dan bevoegd om les te geven in de bovenbouw van havo en vwo.
vakgebied! Vanzelfsprekend kun je daarbij rekenen op de docenten, begeleiders en mentoren van de opleiding. Zij helpen je om te groeien in je rol van professionele master.
Om je succesvol te ontwikkelen tot eerstegraads leraar/Master of Education is je eigen inbreng in de opleiding van cruciaal belang. Tot je competenties behoren in elk geval: een onderzoekende houding en het vermogen om te reflecteren.
De vijf beroepsrollen van de Master Leraar (eerstegraads leraar)
Je maakt weloverwogen keuzes in het spanningsveld van onderwijsvernieuwing en bewezen vormen van onderwijs. Je denkt na over je eigen functioneren, bent bereid om je ervaringen te delen en hebt de moed om te anticiperen op nieuwe ontwikkelingen in onderwijs en maatschappij. Kortom, je bent een professional op je interesse- en
In de praktijk overlappen de vijf rollen van de eerstegraads leraar elkaar voortdurend. Aan het eind van je opleiding moet je daarom in staat zijn om die rollen op een professionele manier te vervullen én te combineren. Dat is een stevige opgave, want je bent daarbij: 1. expert in je schoolvak; 2. gevorderd didacticus, pedagoog en coach; 3. professional in de schoolorganisatie; 4. innovatief educatief ontwerper; 5. educatief onderzoeker.
5
o Onderwijs en Opvoeding
1. Expert in je schoolvak Expert zijn betekent méér dan het beschikken over veel vakkennis. Je bent ook in staat om je leerlingen de begrippenkaders van jouw schoolvak bij te brengen. Je leert ze de denkwijze van dat vak en bent de begeleider op hun individuele ontdekkingstocht. De relatie tussen het schoolvak en de wetenschappelijke discipline is je vertrouwd. Na deze opleiding versta je de kunst om op te treden als een gevorderd vakdocent en leerlingen, ouders en collega’s zien jou dan ook als expert. 2. Didacticus, pedagoog en coach In de bovenbouw van het voortgezet onderwijs havo/vwo zijn de leerlingen zelf verantwoordelijk voor hun leerproces. Je stimuleert ze hierbij en ontwikkelt relatief omvangrijke en abstracte leertaken. Hierdoor zijn ze in staat om de noodzakelijke kennis en vaardigheden te ontwikkelen. Daarnaast ben je de coach die de leerlingen inspireert om hun talenten maximaal te gebruiken. 3. Professional in de schoolorganisatie In een schoolorganisatie ontwikkelen professionals zich voortdurend. Met collega’s vorm je een op ontwikkeling gericht team, waarin kritisch, betrokken en goed onderwijs wordt gecreëerd, uitgevoerd en geëvalueerd. Samen met je collega’s toets je je
6
handelen aan theoretische kaders en reflecteert daarop. Niet om het reflecteren op zich, maar om het niveau van het onderwijs op je school te bewaken en jezelf en je school verder te ontwikkelen. Vanzelfsprekend lever je ook een bijdrage aan discussies over kerndoelen, eindtermen en examenprogramma’s. Je professionele aanpak maakt je op de school waar je werkt tot een breed inzetbare leraar en een gewaardeerd collega. 4 en 5. Innovatief educatief ontwerper/educatief onderzoeker Je doet onderzoek naar praktijkproblemen en draagt bij aan oplossingen hiervoor. Bijvoorbeeld door het ontwerpen van nieuw lesmateriaal of het ontwikkelen van formats en concepten. Hierbij is het cruciaal dat je altijd onderzoekt of de vernieuwingen echt bruikbaar zijn en bijdragen tot de oplossing van de praktijkproblemen. In het eerste jaar maak je kennis met een meer academische benadering van je vakgebied en je ervaart wat het betekent om onderzoek te doen in de beroepspraktijk. Na een half jaar studie laat je aan de hand van de werktheorie zien in hoeverre je al de beroepscompetenties van een professionele master beheerst. Dit gesprek bereid je voor met behulp van je medestudenten en mentor. Aan het eind van het eerste jaar krijg je een studieadvies van de opleiding.
Algemeen De driejarige opleiding Master Leraar (eerstegraads leraar) bestaat uit de volgende onderdelen: - de vakcomponent (beroepsrol 1 en 2); - de vakdidactiek (beroepsrol 2 en 4); - de beroepsgerichte onderzoekslijn (beroepsrol 4 en 5); - het praktijkdeel en de studieloopbaan begeleiding (beroepsrol 2 en 3).
De vakcomponent (58 studiepunten) Aan het eind van je studie is het de bedoeling dat je met je vakkenis een hoog niveau hebt bereikt. Je leerlingen moeten hun weg vinden in het hoger onderwijs en jij bent hun stimulator en
begeleider. Dat vereist kennis, ervaring en creativiteit. Aan het eind van de studie moet je het niveau hebben bereikt van ‘expert’ op het gebied van je schoolvak, daarom vult de vakcomponent maar liefst tweederde van het studieprogramma. De rest wordt besteed aan activiteiten die zoveel mogelijk in de eigen praktijk worden toegepast, zoals vakdidactiek en onderzoek.
De vakdidactiek (8 studiepunten) In de vakdidactiek vertaal je de praktijkinzichten van je vakgebied naar de theorie van het onderwijs en andersom. Je vult tijdens het eerste en tweede jaar je praktijkdossier met vakdidactische producten uit je eigen praktijk.
7
O Onderwijs en Opvoeding
De beroepsgerichte onderzoekslijn (20 studiepunten) We zien een kentering in het denken van beleidsmakers over onderwijsvernieuwing. Docenten spelen een cruciale rol als het gaat om de kwaliteit van het onderwijs en onderwijsvernieuwing. Daarbij wordt van docenten wel het nodige gevraagd. In de beroepsgerichte onderzoekslijn ontwikkel je een onderzoeksmatige houding. Je leert gebruik te maken van eerdere onderzoeksresultaten en onderwijsvernieuwingen kritisch te beschouwen. Je leert je eigen onderwijspraktijk en de door jou gewenste veranderingen te analyseren en uiteindelijk te implementeren. Bij ieder onderdeel van de onderzoekslijn voer je in de praktijk een onderzoeksopdracht uit, waarvan het onderwerp afhankelijk is van je praktijkvragen. Je maakt daarbij gebruik van resultaten uit eerder onderzoek. Uiteindelijk resultaat van je onderzoek is een verbetering van de praktijk op jouw school. Onderzoek wordt dus als middel ingezet voor onderwijsontwikkeling of verbetering én je ontwikkelt je verder in de beroepsrollen 4 en 5. De onderdelen van de beroepsgerichte onderzoekslijn lopen als een rode draad door je studie:
8
-- ontwikkeling van een gereedschapskist als theoretische bagage van de onderzoeker; -- een onderzoeksthema als oriëntatie op praktijkonderzoek; -- een analytisch onderzoek in de praktijk; -- een ontwerponderzoek als bijdrage aan de oplossing van een praktijkprobleem; -- een eindwerkstuk dat bedoeld is om eerder behaalde onderzoeksresultaten te delen met collega’s.
Het praktijkdeel en de studieloopbaanbegeleiding (4 studiepunten) Je gebruikt in principe je eigen baan als praktijkplek. Je studieloopbaanbegeleider is je praktijkbegeleider. Naast het toepassen van je vakdidactische kennis en vaardigheden in de bovenbouw gebruik je je eigen praktijk ook om je professionaliteit breder in de school in te zetten. We raden je aan om vanaf het begin van de opleiding zoveel mogelijk activiteiten te ondernemen in de bovenbouw. De afspraken die jij maakt met de school en de opleiding worden vastgelegd in een tripartiete overeenkomst.
9
o Onderwijs en Opvoeding
Algemene Economie Doelgroep, vooropleiding Het masterprogramma Algemene Economie is ontwikkeld voor economie docenten met een tweedegraads bevoegdheid Algemene Economie, die de basiskennis van de tweedegraads lerarenopleiding Bedrijfseconomie beheersen. De beste vooropleiding is een gecombineerde bevoegdheid voor zowel Algemene als Bedrijfseconomie. Heb je een niet al te grote deficiëntie? Dan kun je het eerste jaar van je masteropleiding gebruiken om het gewenste instapniveau alsnog te behalen. Heb je de deficiëntie na het eerste studiejaar niet weggewerkt, dan is het helaas niet mogelijk om de studie voort te zetten.
Inhoud We leiden je op om Algemene Economie te geven in de bovenbouw van havo-vwo. Het studieprogramma biedt je voldoende vakinhoudelijke bagage om daarnaast het vak Management en Organisatie te geven. Hoewel de opleiding er niet specifiek op is
10
ingericht, kun je als je eenmaal je master hebt, ook kiezen voor een docentschap in het hbo. Opvallend verschil met de bacheloropleiding is de doelstelling om academische vaardigheden te trainen. Je kunt die vaardigheden trainen tijdens het verrichten van literatuuronderzoek, het ontwikkelen van onderwijsmateriaal en het schrijven van papers. Daarnaast kun je ook oefenen tijdens het analyseren van complexe vraagstukken, waar verschillende domeinen in onderlinge samenhang aan de orde komen. Ook de aandacht voor het ontwikkelen van een wetenschappelijke en maatschappelijke attitude draagt bij aan het voortgezette niveau. Je leert dat veel individuele gedragingen van mensen en maatschappelijke verschijnselen uiteindelijk te herleiden zijn tot economische principes. Je ondervindt dat waarden en normen ook afhankelijk kunnen zijn van tijd en (economische) orde. Dit sluit prima aan bij het rapport Teulings, dat pleit voor het leren kijken naar maatschappelijke gebeurtenissen door een ‘economische bril’.
Vakstudie Hieronder hebben we de inhoud van de Master Leraar Algemene Economie nader uitgewerkt. College
Inhoud
Basis Macro: Monetaire theorie (inleiding)
Financiële markten en instellingen. Monetaire theorieën, (actueel) monetair beleid m.n. het Eurosysteem.
Basis Macro: Openbare financiën
Achtergronden van overheidsfinanciën en –beslissingen en actuele ontwikkelingen m.n. Rijksbegroting en MEV.
Basis Micro: Micro-economie
Micro-economische theorieën over verschillende marktvormen, speltheorie en uitvoeren van experimenten.
Macro-economie
Macro-economische verschijnselen zoals werkloosheid, economische groei, conjunctuur en macro-economisch beleid.
Europa, globalisering en ontwikkelingssamenwerking
De ontwikkeling van de EU en haar plaats in een tijd van globalisering.
Extern financieel beleid: fiscale & commerciële jaarrekening
Wet- en regelgeving m.b.t. het opstellen van een commercieel en fiscaal jaarrapport.
Extern financieel beleid: financiering & integrale bedrijfsanalyse
Problematiek van financiële beslissingen bezien vanuit de leiding van een onderneming.
Financiële markten en internationale economische betrekkingen
Aspecten van internationale handel en werking van en toezicht op financiële markten.
Geschiedenis van het economisch denken en inleiding wetenschapsfilosofie
Ontwikkeling van economische theorieën en stromingen in de wetenschapsfilosofie.
Het bedrijf en zijn omgeving: strategisch management deel 1
Inrichtingsaspecten en functioneren van organisaties.
Het bedrijf en zijn omgeving: strategisch management deel 2
Strategisch functioneren van (bedrijfs-)organisaties en relaties met de interne organisatie en het management.
Intern financieel beleid: interne verslaggeving deel 1
Concepten en instrumenten van management accounting.
Intern financieel beleid: interne verslaggeving deel 2
Administratieve organisatie en besluitvorming binnen organisaties.
Verzorgingsstaat
Ontstaan, functioneren en toekomst van de (Nederlandse) verzorgingsstaat.
11
O Onderwijs en Opvoeding
Joan Tjong Akiet ‘Ik was al een tijd op zoek naar verdieping in het vak en naar meer inspiratie voor mijn lessen. Dat ging steeds meer kriebelen.’ Aldus Joan Tjong Akiet, sinds vijf jaar docente Nederlands in het voortgezet onderwijs. Ze zocht en vond inspiratie in de masteropleiding Nederlands. ‘Ik vond mijn werk een beetje saai en beperkt en wilde meer. Ik doe de master eigenlijk niet zozeer om een betere positie te krijgen – ik geef nu ook al les in de bovenbouw – maar om plezier te houden in mijn werk.’ Ze vindt de opleiding ‘flink aanpoten’ en zeker niet iets dat je er zomaar even bij doet. ‘Ik heb nog geen lerarenbeurs, waardoor de school mij nog niet vrij kan roosteren. Gelukkig zijn mijn kinderen al de deur uit en heb ik veel steun van mijn echtgenoot. Als ik na het eten naar boven ga om te studeren, heeft hij daar geen problemen mee. Ik probeer gelijk te blijven lopen met het lesaanbod, al kan ik me goed voorstellen dat dit niet iedereen lukt. Ik merk vooral aan medestudenten met kleine kinderen dat ze het soms erg zwaar hebben. Joan werkt fulltime op een school in Amsterdam Noord, en wil de kinderen die ze lesgeeft graag meer bieden. ‘Ik voel me er verantwoordelijk voor om kinderen ook een stukje culturele en maatschappelijke begeleiding te geven. Zeker in deze buurt kunnen zij dat wel gebruiken.’ Over het lesprogramma is ze erg enthousiast: ‘Ik heb nu drie vakken gehad, en heb ze allemaal met veel plezier gevolgd. Vooral Literatuurwetenschap vond ik erg inspirerend. Taal en Academische vaardigheden, een nieuw vak voor mij, was ook zeer interessant. Ik vind het plezierig om op de opleiding met gelijkgestemden ervaringen uit te wisselen. Elke donderdag verheug ik me weer op de colleges en roep ik blij tegen mijn collega’s dat ik weer mag. Ik krijg hier echt de inspiratie die ik zocht.’
12
13
O Onderwijs en Opvoeding
Engels, Frans en Nederlands Doelgroep, vooropleiding De opleidingen Master Leraar Engels, Frans en Nederlands zijn gericht op tweedegraads bevoegde docenten die werkzaam zijn in het voortgezet onderwijs. We bieden een aantrekkelijke opleiding met veel literatuur- en cultuurgeschiedenis en ook veel aandacht voor taalkunde en taalbeschouwing. Je moet er niet tegenop zien om een stevige lijst van Franse, Angelsaksische of Nederlandstalige literatuur tot je te nemen, vanaf de middeleeuwen tot de moderne tijd. We verwachten ook van je dat je in staat bent om essays te schrijven over literatuurgeschiedenis en literatuurkritiek. De literatuur na 1945 neemt een belangrijke plaats in, en dat sluit aan bij de interesses van leerlingen en de eisen in het eindexamenprogramma. Het spreekt vanzelf dat de literatuurdidactiek ook een plaats krijgt in het programma. Iedere opleiding heeft eigen docenten, vaak native speakers. Iedere opleiding heeft ook eigen accenten. Voor de studenten Nederlands is argumenteren en debatteren een belangrijk aandachtspunt. De studenten Engels verdiepen zich in academic writing. Je leert daarbij gebruik te maken van de rijkdom aan bronnen en literatuur uit het Engelse taalgebied. De studenten Frans besteden relatief veel aandacht aan de plaats van het vak Frans in het Nederlandse onderwijs 14
en het belang van het vak voor de Nederlandse cultuur. Daarnaast werken de studenten Engels, Frans en Nederlands ook gezamenlijk aan hun kennis van de Europese cultuur en literatuur. Het studieprogramma kent drie leerlijnen: 1. De leerlijn Taalvaardigheid, waarin je je ontwikkelt van het instapniveau naar het eindniveau. In deze leerlijn breng je je schriftelijke taalvaardigheid in de doeltaal op academische niveau. Voor Engels en Frans zijn de volgende instapeisen vastgesteld: --Engels: Aanvullende instapeis taalvaardigheid Engels Cambridge Proficiency Examination of vergelijkbaar niveau; --Frans: Attestation TCF minimaal 450 punten of vergelijkbaar niveau. Bij de opleiding gaan we ervan uit dat de studenten Engels en Frans zelfstandig verder werken aan verwerving van de taalvaardigheid, bijvoorbeeld door middel van internetprogramma’s of verblijf in het buitenland. Uiteraard krijg je hierbij adequate begeleiding. 2. De leerlijn Taalkunde en Taalbeschouwing, waarin je zult merken dat taalkundigen een ander perspectief op taal hebben, dan de gewone taalgebruiker. Als taalkundige ben
je in staat om een talig fenomeen te beschrijven en begrijpen, generalisaties te ontdekken en zelf grammaticaregels te formuleren. Dit leidt tot een theoretisch inzicht in taal. We verwachten dat je dit wetenschappelijke perspectief niet alleen leert kennen, maar er ook zelf mee aan de slag gaat. Zo ontwikkel je een theoretisch kader dat je toepast op je eigen doeltaal en op de vergelijking van verschillende Europese talen.
3. De leerlijn Literatuur en Cultuur, waarin je je kennis over literatuur verdiept en leert inpassen in de geschiedenis van de Europese cultuur vanaf de Renaissance tot het heden. Ook in deze leerlijn is het de bedoeling dat je niet alleen interessante colleges komt volgen, maar dat je ook zelf actief aan de slag gaat met het opstellen van een literatuurlijst, het analyseren van boeken en het schrijven van essays.
Vakstudie Hieronder hebben we de inhoud van de Master Leraar Engels, Frans en Nederlands nader uitgewerkt. College
Inhoud
Academische taalvaardigheid
De ontwikkeling van academische schriftelijke vaardigheden (essays).
Eindtoets eigen vaardigheden
Engels: voorbereiding voor de CPE (Cambridge Proficiency Exam) niveau A/B. Frans: voorbereiding voor de TCF (Test de connaissance du français).
Letterkunde 1
Verlichting en Romantiek.
Letterkunde 2
Middeleeuwen en Renaissance literatuur.
Letterkunde 3
Moderne letterkunde.
Letterkunde 4
Hedendaagse literatuur en literaire theorie.
Taalkunde: capita selecta
Engels en Frans: van beesten tot mensen; van Chomsky tot Whorf: wat doen we met een taal, en wat doet een taal met ons?
Argumentatieleer
Nederlands: argumentatietheorie en pragmatiek.
Algemene literatuurwetenschap
Een introductie tot verschillende manieren om literatuur te benaderen en boeken te lezen.
Algemene taalwetenschap
Introductie tot taalkunde, taalverandering.
Taalbeschouwing
Enkele aspecten van sociolinguïstiek.
Europese cultuur tot 1916
Culturele ontwikkelingen in Europa tot de Eerste Wereldoorlog.
Europese cultuur na 1916
De laatste honderd jaar in Europese cultuur.
Grondslagen
Wetenschappelijk denken en filosofische ontwikkelingen. 15
O Onderwijs en Opvoeding
Geschiedenis Doelgroep, vooropleiding Ben je geschiedenisdocent met een tweedegraads bevoegdheid en wil je je mogelijkheden uitbreiden? Dan is deze master zeker iets voor jou. Doordat je in het voortgezet onderwijs werkzaam bent, doorloop je een gedualiseerd traject, waarbij je schoolpraktijk en de opleidingsmodulen elkaar voortdurend beïnvloeden.
Inhoud Een expert in het schoolvak Geschiedenis is doorkneed in historisch denken en redeneren. Dat houdt in dat een eerstegraads leraar Geschiedenis: - geneigd is informatie op het eerste gezicht te wantrouwen; - gewend is te vragen naar uitzonderingen en bijzonderheden; - inzicht heeft in veranderingsprocessen; - respect toont voor ‘het andere’ en rekening houdt met historische standplaatsgebondenheid; - geneigd is te vragen naar causale relaties en in te zien dat die gecompliceerd zijn. De vakstudie bestaat uit 58 studiepunten: een basismodule van tien studiepunten en acht vervolgmodules van elk zes studiepunten. In de vervolgmodules wordt in de eerste plaats je vakinhoudelijke beheersing
16
van geschiedenis verder uitgediept. Het vak wordt aangeboden via drie modules gewijd aan de algemeen gebruikelijke subdisciplines van de geschiedwetenschap: bestuurlijk-politieke geschiedenis, cultureel-mentale geschiedenis en sociaal-economische geschiedenis. Het is daarbij niet zozeer de bedoeling dat je een encyclopedische behandeling krijgt voorgeschoteld van ‘alles’ wat zich op zo’n deelterrein heeft voorgedaan. Dat zou trouwens ook helemaal niet kunnen. Het gaat meer om inzicht in belangrijke processen, concepten en interpretaties. Om diepgang in de behandeling van de leerstof te verkrijgen kan de nadruk vallen op één van deze grote processen. Ook wordt duidelijk gemaakt wat een bepaalde benadering van de historische werkelijkheid aan specifieke inzichten kan opleveren. Je leert onderscheiden hoe in (internationale) wetenschappelijk-historische publicaties auteurs visies, theorieën en thesen ontwikkelen. Daarbij ga je ook na hoe auteurs hun interpretaties onderbouwen met feitelijke gegevens en je leert zulke onderbouwingen op hun merites beoordelen. Zo kun je als het goed is op den duur met behulp van gegevens uit (internationale) wetenschappelijk-historische publicaties een stelling onderbouwen, een visie becommentariëren, of een theorie toetsen. Dit kun je dan toepassen in een eigen literatuurstudie. Rond de drie modules over de drie subdisciplines van de historische vakwetenschap worden vakonderdelen aangeboden die zich op meer beschou-
welijke wijze concentreren op de eigen aard van de geschiedwetenschap en de wijze waarop historische kennis wordt verzameld en weergegeven (wetenschapsfilosofie en historiografie) en een module die zich speciaal richt op de wijze waarop geschiedenis in de samenleving functioneert, wordt gebruikt en soms ook misbruikt. Een andere module gaat in op geschiedenis van het staatsrecht en de democratie, een vast onderdeel van het eindexamenprogramma havo en vwo. Op die bovenbouw van het havo en vwo is deze opleiding immers gericht.
Dat is ook te merken aan de inhoud van de geschiedenisdidactiek in deze opleiding, die zich speciaal bezighoudt met hogere niveaus van geschiedenisonderwijs, examenproblematiek, en manieren waarop geschiedenis voor jongvolwassenen betekenis kan krijgen. Met dit programma sluit de opleiding nauw aan bij de eisen van de kennisbasis masteropleidingen Geschiedenis die landelijk is vastgesteld. Zowel inhoudelijk als qua vakbenadering word je optimaal voorbereid op het functioneren als leraar in het eerstegraads gebied.
Vakstudie Hieronder hebben we de inhoud van de Master Leraar Geschiedenis nader uitgewerkt. College
Inhoud
Basismodule Geschiedenis
Algemene basiskennis van geschiedenis, de aanpak en vormgeving van historische onderwerpen.
Burgerschap
Inrichting van het constitutionele en bestuurssysteem, historische ontwikkeling daarvan en het denken daarover.
Cultureel-mentale Geschiedenis
De gevoels- en gedachtewereld van mensen, zoals die tot uiting komt in materiële en immateriële vormgeving van het bestaan.
Geschiedenis in de samenleving
Hoe de geschiedwetenschap de werkelijkheid benadert en wat de maatschappelijke en educatieve functies daarvan zijn.
Historiografie
Geschiedenis van de geschiedschrijving en geschiedwetenschap.
Literatuurstudie
Wetenschappelijke historische literatuur op de juiste wijze bestuderen en verwerken.
Politieke Geschiedenis
De ontwikkeling van staten, politieke systemen en internationale verhoudingen.
Sociaal-economische Geschiedenis
Hoe mensen voorzien in hun materiële bestaan en hoe sociale verhoudingen in samenlevingen ontstaan.
Wetenschapsfilosofie
Hoe wetenschappelijke kennis (van het verleden) mogelijk is, hoe zulke kennis tot stand komt en hoe hij gestructureerd is.
17
O Onderwijs en Opvoeding
Wiskunde
De eerstegraads leraar Wiskunde:
Doelgroep, vooropleiding De masteropleiding Wiskunde is bedoeld voor tweedegraads leraren Wiskunde met een baan in het voortgezet onderwijs.
Inhoud Voor de wiskundige kennis die je als eerstegraads leraar nodig hebt, beheers je uiteraard het schoolcurriculum. Vanuit de kern van dit curriculum is een opleidingsmodel opgezet dat bestaat uit concentrische ringen.
- beheerst het wiskundecurriculum en kan deze creatief toepassen in een lessituatie; - beheerst de fundamentele begrippen die binnen het vak aan de leerstof ten grondslag liggen; - is vertrouwd met de opbouw van het vakgebied, waarin onderwerpen uit de leerstof thuishoren; - bezit de nodige vakkennis om gebruik te kunnen maken van algemeen beschikbare bronnen als vaktijdschriften, handboeken, collega’s en Internet; - heeft - met het oog op algemeen wiskundige vaardigheden - grondig kennisgemaakt met een fundamentele opbouw van enkele specifieke vakgebieden.
Vakstudie Hieronder hebben we de inhoud van de Master Leraar Wiskunde nader uitgewerkt.
18
College
Inhoud
Analyse
Behandeling van reële getallen, functies, rijen en reeksen.
Complexe functies
Wat gebeurt er - voorbij de schoolwiskunde! - op het gebied van analyse.
Projectieve Meetkunde
Er komt meer aan de orde dan de vertrouwde Vlakke Meetkunde.
Geschiedenis van de Wiskunde
Ontwikkeling van de Academische Wiskunde.
Stochastiek
Uitdieping van typische Wiskunde-A begrippen.
Lineaire algebra
Algebraïsche beschrijving van afbeeldingen in de meetkunde.
Differentiaal Vergelijkingen
Technieken uit de Analyse en belangrijke toepassingen.
Grondslagen
Fundamentele logica als basis voor het wiskundig denken.
Modelleren
Structureren van praktische problemen met behulp van technieken uit onder meer differentiaalvergelijkingen en lineaire algebra.
Met deze kennis en vaardigheden heb je grote zelfstandigheid als vertolker van het vak. Wiskunde heeft voor jou - buiten de schoolboeken om - zoveel inhoud en betekenis dat je op eigen kracht gestalte kunt geven aan het onderwijs in dat vak.
Je kunt bijvoorbeeld extra oefenopgaven concipiëren, eigen toetsen opstellen en een praktische opdracht ontwikkelen. Vanuit je kennis kun je meepraten over de vraag welke wiskundige onderwerpen passen in de profielen van het havo- of vwo-curriculum.
19
O Onderwijs en Opvoeding
Simon Kennedie Simon Kennedie (40) werkt vier dagen per week als leraar Geschiedenis op het vmbo en het havo/vwo. In september 2008 begon hij met de masteropleiding Geschiedenis. ‘Het lijkt me leuk als ik ook in de bovenbouw van het havo/vwo kan lesgeven. Maar de achterliggende gedachte is ook dat ik best wat meer zou willen verdienen.’ ‘Ik was al een keer aan de opleiding begonnen, maar toen kwamen de kinderen en viel het niet te combineren. Na een jaar of acht heb ik het weer opgepakt. Ik ben dus eigenlijk een doorstarter,’ grapt Simon. Hij heeft wel een lerarenbeurs, maar zijn directie op school was er niet erg enthousiast over om een tegemoetkoming aan te vragen waardoor hij minder kon werken. ‘Volgend jaar is er misschien meer mogelijk. Nu geef ik nog evenveel les als voorheen. Dat is soms best wel druk, maar door goede afspraken te maken en regelmatig – veel avondwerk – eraan te werken, blijf ik bij. Al was het een paar weken geleden wel even heel erg druk, doordat veel dingen samenvielen. Dat was toen even nachtwerk, maar dat is gelukkig meestal niet zo. En wat mij erg motiveert is dat ik het deze keer wél af wil maken.’ De opleiding bevalt Simon goed, al vindt hij het soms een beetje ‘wetenschappelijk om het wetenschappelijke’. Maar dat heeft ook voordelen meent hij: ‘Ik merk dat ik daardoor wel veel ideeën opdoe. We leren bijvoorbeeld hoe docenten in de VS hun onderwijs via digitale bronnen organiseren. Dat is heel stimulerend, en een uitdaging om dat zelf ook te gaan doen.’
20
Aanmelding Master Leraar Opleiding Master Leraar (eerstegraads leraar) in het kort Start van de master
jaarlijks in september
Collegegeld
ca. € 1.713,- per jaar*
Studieomvang
90 Studiepunten
Studiebelasting
20 uur per week, exclusief onderzoeksopdrachten in het kader van het werkplekleren.
Begeleiding en colleges
De colleges vinden plaats op de Amstelcampus, Wibautstraat 2-4 te Amsterdam, donderdag van 13.00-21.15 uur **)
Duur van de master
drie jaar in deeltijd
Toelatingseisen
Bachelor of Education, een baan in het voortgezet onderwijs, deelname aan intakeprocedure
Praktische zaken
overleg met werkgever over roostervrije dag en studiedag
*Het collegegeld is voor het studiejaar 2011-2012 vastgesteld door het College van Bestuur. Er kunnen echter uitzonderingen bestaan. Het voor jou geldende collegeld kun je berekenen op www.hva.nl/collegegeld. **) Een opleiding volgen naast je werk vergt inzet en enthousiasme. Je college(donder)dag is best pittig te noemen. Tussendoor zijn er dan ook regelmatig pauzes, onder andere op een gunstig moment om de avondmaaltijd te gebruiken in ons restaurant. Lestijden onder voorbehoud.
Toelating Om tot de opleiding Master Leraar (eerstegraads leraar) te worden toegelaten geldt als algemene eis een tweedegraads onderwijsbevoegdheid/bachelor in het vak waarin je je eerstegraads onderwijsbevoegdheid/master wilt behalen. Daarnaast zijn er per vak ook specifieke toelatingseisen (zie daarvoor de pagina’s per vakstudie). Bij het beoordelen of iemand geschikt is voor de opleiding, wordt gelet op de volgende punten:
- je kunt gemiddeld 20 uur per week vrijmaken voor studie en praktijkonderzoek; - je hebt al onderwijservaring en wilt meer verantwoordelijkheid nemen in je school of vaksectie; - je streeft naar meer onderwijsinhoudelijke diepgang; - je hebt interesse in onderwijsresearch en in evidence based practice; - je wilt beter in staat zijn om onderwijsvernieuwingen op waarde te schatten.
21
o Onderwijs en Opvoeding
Heb je interesse in het volgen van de masteropleiding tot eerstegraads leraar, en voldoe je aan de instroomeisen? Je kunt je per e-mail aanmelden via
[email protected]. Je wordt dan uitgenodigd voor een toelatingsgesprek. Je bereidt je voor op het toelatingsgesprek door middel van het samenstellen van een dossier, waarin het volgende is opgenomen: - je persoonlijke gegevens, inclusief curriculum vitae; - diploma’s en bewijsmateriaal die voorwaardelijk zijn voor toelating (geen originelen); - informatie over je huidige baan (welke school, sinds wanneer werk je er, hoeveel uren, welke klassen, eventueel de wijze waarop je school of organisatie je wilt faciliteren); - een motivatiebrief met persoonlijk ontwikkelingsplan, waarin de rol van de masteropleiding expliciet aan bod komt.
Aanmelden -- Ga naar www.studielink.nl om je aan te melden. -- Stuur tegelijkertijd, maar uiterlijk 1 juli, een mail naar
22
[email protected] om je aan te melden voor een intakegesprek (dit is noodzakelijk om een Bewijs van Toelating te krijgen). -- Vervolgens ontvang je van de studentenadministratie van de HvA, Onderwijs en Opvoeding een aanmeldingsformulier. -- Indien de intake met een positief advies is afgerond, krijg je van de examencommissie van de opleiding Master Pedagogiek een Bewijs van Toelating. -- De studentenadministratie schrijft je in, nadat zij alle benodigde formulieren en de betaling hebben ontvangen. Het is van groot belang de termijn voor betaling niet te overschrijden.
Meer weten? Wil je meer informatie over de masteropleidingen tot eerstegraads leraar, dan kun je contact opnemen met de opleidingsmanager Petra Smulders,
[email protected]. Je kunt ook mailen naar het onderwijsbureau masteropleidingen via
[email protected] of tijdens kantooruren bellen via 020 - 599 55 15.
23
O Onderwijs en Opvoeding
Opleiding Master Pedagogiek Als je het tweejarig deeltijdprogramma met succes hebt doorlopen mag je jezelf Master of Education noemen. In de opleiding staat de samenhang tussen onderwijs, jeugdzorg en omgeving centraal. Je vergroot je innovatieve en beleidsmatige vaardigheden, waarmee je een voortrekker kunt zijn in je organisatie. Als beroepsgerichte master heeft de opleiding drie kenmerken: 1. Masterniveau: het is een opleiding waarin je een grote sprong maakt van het bachelor- naar het masterniveau.
2. Education: dit woord betekent in het Engels onderwijs én opvoeding. Dat betekent dus dat je een verbinding gaat leggen tussen die twee gebieden. 3. Organisatieverandering: als professional wil je niet alleen werkzaam zijn binnen een organisatie, maar ook het voortouw nemen voor verbetering en innovatie van de organisatie.
Vakstudie Hieronder hebben we de inhoud van de Master Pedagogiek nader uitgewerkt.
24
College
Inhoud
Adviseren en begeleiden in een lerende organisatie
Ontwikkelen van een theoretisch en praktisch perspectief op het begrip 'lerende organisatie' en de rol van de professional in organisaties.
Profilering: Onderwijs en Jeugdzorg
Onderwijs en jeugd(zorg)beleid in een grootstedelijke, internationale en multidisciplinaire context. Professioneel werken en onderzoek doen vanuit een systeemtheoretisch en historisch perspectief.
Profilering: Leren en Innoveren
Onderwijsvernieuwing vanuit leerpsychologische en internationale perspectieven. Onderzoeksmatig werken bij de implementatie van onderwijsvernieuwingen. Uitwisseling met buitenlandse partners.
Beheer en Beleid in organisaties
Strategische beleidsvoering, analyse van structuur, cultuur en leiderschap binnen organisaties. Veranderkundige theorie en toepassing daarvan vanuit een strategische analyse.
Onderzoeksmethoden 1
Inleiding in de onderzoeksmethodologie: de empirische cyclus.
Onderzoeksmethoden 2
Kwantitatieve onderzoeksmethoden.
Onderzoeksmethoden 3
Kwalitatieve onderzoeksmethoden.
Afstudeeronderzoek
'Master thesis': Een onderzoek in de (eigen) praktijk, aansluitend bij de profilering.
Werkplekleren
Praktische opdrachten, aansluitend bij de inhoudelijke modules.
De vijf beroepsrollen van de Master Pedagogiek De vijf rollen die je na de opleiding professioneel kunt uitvoeren en combineren zijn: 1. expert op je vakgebied; 2. inspirator, begeleider en coach voor collega’s; 3. projectleider en coördinator, netwerker en bruggenbouwer; 4. ontwikkelaar en ondernemer; 5. onderzoeker. 1. Expert op je vakgebied Expert zijn betekent meer dan het beschikken over veel kennis. Je hebt je vakkennis op een hoger abstractieniveau gebracht. Je kunt je opvattingen onderbouwen met theorie en onderzoek. Je bent in staat tot multidisciplinair denken en hebt inzicht in ‘ketenverantwoordelijkheid’. Je bent in staat tot internationale én lokale vergelijking en uitwisseling. 2. Inspirator Als inspirator kun je collega’s motiveren voor innovatieprocessen en hen daarbij begeleiden. Je speelt een rol bij de implementatie van veranderingsprocessen en het werken met nieuwe methodieken. Je bent tevens in staat om collega’s te scholen en te ondersteunen op je inhoudelijke expertisegebied. Daartoe heb je kennis van het leren van professionals.
3. Projectleider Als projectleider of coördinator ben je in staat tot het leiden van kleine teams of projectgroepen. Je werkt multidisciplinair samen met professionals binnen en buiten je eigen organisatie. Je kunt een netwerk van professionals aansturen om tot afstemming en optimale samenwerking te komen. 4. Ontwikkelaar Als ontwikkelaar ontwerp je innovaties en ontwikkel je materialen en instrumenten binnen je expertisegebied. 5. Onderzoeker Als onderzoeker evalueer je de effectiviteit van je ontwerpen. Je doet onderzoek naar praktijkproblemen en draagt bij aan oplossingen hiervoor. Dit onderzoek voer je uit op basis van expliciete kennis van sociaalwetenschappelijke onderzoeksmethodieken.
Opbouw en indeling Het curriculum van de masteropleiding Pedagogiek bestaat uit een combinatie van drie elementen: 1. inhoudelijke modules, 34 studiepunten; 2. onderzoeksmethoden en het afstudeeronderzoek, 26 studiepunten; 3. werkplekleren, 15 studiepunten.
25
O Onderwijs en Opvoeding
De colleges vinden plaats op de woensdagmiddag en -avond op de Amstelcampus, Wibautstraat 2-4 te Amsterdam. In het onderstaande schema zie je hoe je collegedag is ingedeeld. 13.30-15.30*
onderzoeksmethoden
Hier kunnen in het kader van de studieloopbaanbegeleiding ook individuele gesprekken worden gepland.
15.30-17.30*
Studiegroep
Voorbereiding van opdrachten en presentaties voor de inhoudelijke module.
17.30-18.15*
Pauze
In het restaurant kan een warme maaltijd worden genuttigd.
18.15-19.45*
Inhoudelijke module
Hoorcollege, werkcollege, presentaties.
19.45-21.15*
Inhoudelijke module
Hoorcollege, werkcollege, presentaties.
*Wijzigingen in de lestijden voorbehouden
Tijdens het eerste semester doe je voor de eerste keer ervaring op met een meer theoretische en onderzoeksmatige benadering van je vakgebied. Je ervaart wat het betekent om onderzoek te doen in je eigen beroepspraktijk. De onderzoeksmethoden ondersteunen daarbij. Vanaf het tweede semester ga je je wijden aan je differentiatie: Onderwijs en Jeugdzorg of Leren en Innoveren. Na het eerste jaar krijg je een studieadvies van de opleiding. Tijdens het tweede jaar ga je door met de differentiatie en er komt een laatste inhoudelijke module bij. Het tweede jaar is verder bestemd voor je masterthesis. Je ontmoet je begeleiders en medestudenten regelmatig in afstudeerworkshops om elkaar te inspireren en te ondersteunen bij het onderzoek.
26
Inhoud Kennis en vaardigheden Tijdens de opleiding zul je je kennis op het gebied van onderwijs en opvoeding verdiepen. Afhankelijk van de differentiatie die je hebt gekozen, zal de nadruk daarbij liggen op leren en onderwijzen, of op vraagstukken rondom jeugd, levensloop, zorg en omgeving. Daarnaast ontwikkel je nieuwe kennis op het gebied van het functioneren van organisaties en het implementeren van veranderingen in organisaties. Welke differentiatie je ook hebt gekozen, er is altijd aandacht voor het toepassen van je kennis, inzicht en ervaring in complexe praktijksituaties.
Je krijgt begeleiding bij: - het ontwikkelen en toetsen van theorieën en visies; - het analyseren van organisaties; - het leidinggeven aan veranderingsprocessen; - het omgaan met weerstanden en conflicten. Verder is er in de lesmodules veel aandacht voor praktijkgericht onderzoek in de pedagogische of educatieve praktijk, en voor het adviseren, coachen en motiveren van collega’s en teams.
Eigen leerwensen Het lesprogramma biedt veel ruimte voor je eigen leerwensen. Dit wordt onder meer vormgegeven door het toetsen van je eigen werkervaring aan de theorie die je op de opleiding krijgt. Maar je zult ook de praktijksituaties, waar je zelf vertrouwd mee bent, gaan onderzoeken. Daardoor ben je steeds beter in staat om een proactieve rol te vervullen bij beleidsen innovatievraagstukken binnen een pedagogische of educatieve organisatie.
27
O Onderwijs en Opvoeding o
Differentiaties Er zijn twee differentiaties: - Leren en Innoveren - Onderwijs en Jeugdzorg In beide differentiaties staat de maatschappelijke noodzaak om bruggen te slaan tussen onderwijs en omgeving steeds centraal. Die noodzaak vraagt om verbetering en innovatie van onderwijs en/ of jeugdzorg. Denk bijvoorbeeld aan lokale pogingen om professionals en organisaties, die zich met de jeugd bezighouden, met elkaar te verbinden. Denk aan de brede schoolbeweging, de jeugdzorg, remedial teachers, gezinsmanagers, woningbouwcorporaties, zorg- en welzijnsorganisaties, politie, et cetera. Ieder heeft op eigen wijze het beste voor met de jeugd, maar om daar samen aan te werken is niet altijd eenvoudig. Daar is nog heel veel verbetering mogelijk. In het kader van de profilering wordt een internationaliseringsproject gepland naar Zwitserland, Engeland of Duitsland. Een belangrijk aspect is uitwisseling van vernieuwingsprojecten met mensen die werkzaam zijn in hetzelfde vakgebied.
Leren en Innoveren Je wilt als leraar je kennis over pedagogisch- didactisch handelen in de klas verdiepen. Daarbij wil je een verbinding maken met de lokale omgeving en de context waarin leerlingen dagelijks leven. Voor jou is de differentiatie Leren en Innoveren de juiste keuze. Je rol als afgestudeerde gaat buiten de grenzen van je eigen klas. Je bent een expertleraar, gespecialiseerd in innovatie van leren en onderwijzen. Je kunt een 28
motor en inspiratiebron zijn voor mensen binnen én buiten je school. Je weet nieuwe onderwijskundige ideeën te verbinden met de organisatie en de behoeften van de omgeving. Dit doe je door systeemdenken en kennis van implementatieprocessen toe te passen. Op basis van je eigen inhoudelijke interesses en deskundigheid én het domein waarin je werkzaam bent, kun je je studie zelf gedeeltelijk invullen. Het volgen van deze differentiatie geeft overigens geen onderwijsbevoegdheid.
Onderwijs en Jeugdzorg De differentiatie Onderwijs en Jeugdzorg speelt zich af op het snijvlak van maatschappelijke ontwikkelingen, beleid inzake onderwijs en jeugdzorg en de ontwikkeling van de individuele levensloop. Om tot een passend onderwijs- en zorgaanbod te komen staat de keten- aanpak rondom kinderen en jongeren centraal. De ontwikkeling van een helikopterview is daarbij belangrijk. Door de theorie in de praktijk te brengen, vorm je je visie op de complexe processen in de werkpraktijk. Ook leer je deze te onderzoeken en te beïnvloeden. Als afgestudeerde kun je werken als staffunctionaris, beleidsmedewerker, procesbegeleider, adviseur of coach, methodiekontwikkelaar, coördinator, middenmanager of projectleider bij scholen, instellingen voor jeugdzorg, gemeenten of onderwijsondersteunende instellingen. Meer informatie over de inhoud van de modules vind je op www.studiegids.hva.nl.
Aanmelding master Pedagogiek Opleiding Master Pedagogiek in het kort Start van de master
jaarlijks in september
Collegegeld
ca. € 1.713,- per jaar*
Studiekosten
Kosten voor studiemateriaal en internationale studiereizen ca. € 950,-
Studieomvang
75 Studiepunten
Indeling
34 punten expertkennis, 15 punten werkplekleren, 26 punten onderzoek
Studiebelasting
20 uur per week, exclusief onderzoeksopdrachten in het kader van het werkplekleren.
Begeleiding en colleges
De colleges vinden plaats op de Amstelcampus, Wibautstraat 2-4 te Amsterdam, woensdagmiddag- en -avond van 13.30-21.15u **)
Duur van de master
twee jaar in deeltijd
Toelatingseisen
Bachelor of Education of Bachelor of Social Work, twee jaar relevante werkervaring, deelname aan intake procedure
Praktische zaken
overleg met werkgever over roostervrije dag of dagen
*Het collegegeld is voor het studiejaar 2011-2012 vastgesteld door het College van Bestuur. Er kunnen echter uitzonderingen bestaan. Het voor jou geldende collegeld kun je berekenen op www.hva.nl/collegegeld. **) Een opleiding volgen naast je werk vergt inzet en enthousiasme. Je college(woens)dag is best pittig te noemen. Tussendoor is er dan ook een pauze op een gunstig moment om de avondmaaltijd te gebruiken in ons restaurant. Vergeet niet dat je studie naast je collegedag ook nog de nodige uren zelfstudie kost. De bovengenoemde 20 uur per week is inclusief de contacturen op de woensdag, maar exclusief de onderzoeksopdrachten die je op je eigen werkplek uitvoert. Lestijden onder voorbehoud.
Vereiste vooropleiding Om de masteropleiding Pedagogiek te volgen moet je minimaal een bacheloropleiding hebben afgerond. Voor de differentiatie Onderwijs en Jeugdzorg moet je een pedagogische vooropleiding hebben (Bachelor of Social Work). Voor de differentiatie Leren en Innoveren heb je de onderwijsbevoegdheid pabo, tweedegraads of eerstegraads nodig (Bachelor of Education).
Vereiste werkervaring en werksituatie De tweede toelatingseis voor de masteropleiding Pedagogiek is dat je minimaal twee jaar werkzaam bent op het terrein van onderwijs en/of jeugd(gezondheids)zorg. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt naar sector: basis- of voortgezet onderwijs, mbo, jeugdzorginstellingen, of naar plaats in de organisatie: uitvoerend, begeleidend,
29
O Onderwijs en Opvoeding
coördinerend of beleidsontwikkelend. Het is verder belangrijk dat je in een werksituatie verkeert waarin je de kennis en vaardigheden die je tijdens de opleiding opdoet, direct kunt toepassen in de praktijk. Dat gebeurt aan de hand van onderzoeksopdrachten. Je kunt er eventueel ook voor kiezen deze praktijkopdrachten niet in je huidige werk, maar elders te doen.
Toelating Ook voor de masteropleiding Pedagogiek vormt het toelatingsgesprek een belangrijk onderdeel van de aanmeldingsprocedure. Je bereidt je voor op het toelatingsgesprek door het samenstellen van een dossier waarin het volgende is opgenomen: -- je persoonlijke gegevens, inclusief curriculum vitae; -- diploma’s en bewijsmateriaal die voorwaardelijk zijn voor toelating (geen originelen); -- informatie over je huidige baan; -- een motivatiebrief met persoonlijk ontwikkelingsplan, waarin de rol van de masteropleiding expliciet aan bod komt; -- bewijsstukken waaruit minimaal twee jaar relevante werkervaring blijkt. De studentenadministratie kan je pas inschrijven, nadat je een Bewijs van Toelating hebt ingeleverd. Dit
30
toelatingsbewijs wordt verstrekt door de examencommissie van de opleiding Master Pedagogiek, nadat in het toelatingsgesprek is gebleken dat je kunt worden toegelaten.
Aanmelden -- Ga naar www.studielink.nl om je aan te melden. -- Stuur tegelijkertijd, maar uiterlijk 1 juli, een mail naar
[email protected] om je aan te melden voor een intakegesprek (dit is noodzakelijk om een Bewijs van Toelating te krijgen). -- Vervolgens ontvang je van de studentenadministratie van de HvA, Onderwijs en Opvoeding een aanmeldingsformulier. -- Indien de intake met een positief advies is afgerond, krijg je van de examencommissie van de opleiding Master Pedagogiek een Bewijs van Toelating. -- De studentenadministratie schrijft je in, nadat zij alle benodigde formulieren en de betaling hebben ontvangen. Het is van groot belang de termijn voor betaling niet te overschrijden.
Meer weten? Voor meer informatie over de master Pedagogiek kun je contact opnemen met de opleidingsmanager masteropleidingen, Petra Smulders,
[email protected].
Je kunt ook mailen naar het onderwijsbureau masteropleidingen via
[email protected] of tijdens kantooruren bellen via 020 - 599 55 15. Wil je uitgebreidere informatie over de opleiding Master Pedagogiek? Vraag dan de aparte brochure Master Pedagogiek aan via www.hva.nl/mp.
31
OB-124-11
Onderwijs en Opvoeding Gebouw Kroonstate H.J.E. Wenckebachweg 144-148 1096 AR Amsterdam www.hva.nl/me