35 september 2014
atrivisie
2 4 5 6 7 8
Energiebesparing als levenswerk
Een leven lang sociale huurwoningen verbeteren. Gestart na de oliecrisis van zo’n 40 jaar geleden. De motivatie van Peter Witteman van Bo-Ex?
Installateur in stelling uitdaging vanuit de Warmtewet voor woningcorporaties. Hulp uit vertrouwde hoek.
Energiearmoede steeds meer bedreigend
Te hoge energierekeningen als groeiend probleem. In welke complexen zijn de risico’s het grootste en wat kunnen corporaties eraan doen?
Oplossingen voor verliesgevende WKO’s
Klagende bewoners: te warm, te koud, slecht regelbaar en te duur. Veel slechtere exploitatieresultaten dan voorgespiegeld. Schuif problemen niet vooruit.
Hoe haal je 70% vrijwillige deelname?
Vanaf 70% aan akkoordverklaringen zijn alle huurders van een complex verplicht tot deelname. Voor veel corporaties een bijzonder lastige barrière. Vijf handige tips.
‘Energieautark’ vakantieadres
Gastcolumnist Paul Tuijp van Ymere liet zich inspireren. ‘Zon, wind, water en biomassa voorzien inwoners én toeristen volledig. Lokaal opgewekt. Goedkoper dan bij ons.’
thuis in wonen
in gesprek Peter Witteman Bo-Ex
Pim Houben Maasvallei
Energiebesparing als levenswerk
Minderen als basis verduurzaming
Een leven lang sociale huurwoningen verbeteren. Met energiebesparing als belangrijk onderdeel. Peter Witteman werkt al vanaf 1976 bij de Utrechtse corporatie Bo-Ex. Energiebesparing is een van de speerpunten in de discussie over betaalbaarheid. De afgelopen jaren boekte Bo-Ex grote vooruitgang. Zo telde Bo-Ex
“Wat zorgt voor geluk?” Pim Houben, projectleider onderhoud en duurzaamheid bij Maasvallei, vertelt over zijn persoonlijke drijfveren. “Mijn gezin en ik worden niet gelukkiger van ‘meer’, maar juist van ‘minder’. Minderen als basis voor verduurzaming. Minder kopen, minder energie gebruiken, minder prikkels zoals sociale media. Door te minderen ontstaat meer rust en aandacht voor mensen en dingen die er echt toe doen. En blijft de wereld mooier voor de generaties die na ons komen. Praktische voorbeelden: waterputten zodat we geen drinkwater gebruiken voor de tuin, een houtkachel en PV-panelen. Als we nieuwe meubels nodig hebben, kijken we eerst of we iets ouds zelf op kunnen knappen. Op die manier krijgen spullen een tweede leven. Bespaart op afval en de portemonnee!”
bemoeilijkt het hoge besparingstempo aanzienlijk. Witteman gaat in op zijn eigen rol: “Ik ben vlak na de oliecrisis begonnen. Die is nu alweer bijna vergeten. Maar wel het startschot voor de eerste grote isolatieronde in Nederland. En de nationale kierenjacht.“ Witteman is projectmanager. Op dit moment bezig met de voorbereiding van onderhoud in een complex met bijna 400 woningen. “In hetzelfde complex begeleidde ik in 1979 de plaatsing van nieuwe kozijnen met dubbelglas. Nu gaan we ingrijpender aan de slag. De woningen worden volledig geïsoleerd, er komen nieuwe kozijnen met HR++ glas en we brengen vraaggestuurde ventilatie aan. Doel is energielabel B of beter te bereiken. Daarnaast worden alle badkamers, douches en toiletten vernieuwd en krijgt de directe omgeving van de woningen een opknapbeurt.” Is er de afgelopen decennia veel veranderd in de aanpak van dit soort onderhoudsprojecten? Witteman: “Eigenlijk niet. We proberen huurders zo goed mogelijk te betrekken bij de plannen. Bij de kozijnvervanging in 1979 vroegen we een huurverhoging van 10 gulden per maand en 50% van de huurders deed mee. Dat is nu wel anders. Zittende huurders hoeven geen huurverhoging te betalen. Dat is nodig om voldoende deelname te bereiken. Huurders zijn bang voor veranderingen. Bovendien hebben ze weinig te besteden. Daarom voor hun geen hogere huur. Door onze energiebesparende maatregelen en door zelf ook nog eens zuinig te stoken gaan woonlasten per saldo zeker voor hen omlaag.” Bij mutatie verhoogt Bo-Ex de huur wel. Hierover zijn afspraken gemaakt met de huurdersvereniging. Een leven lang sociale huurwoningen verbeteren. Wat is de motivatie van Witteman? “Het totaalplaatje. Een complex weer mooi omgeving achterlaten. Dat doet mij goed.”
In zijn dagelijks werk is Houben veel met duurzaamheid en energiebesparing bezig. Maasvallei verhuurt 4.000 woningen in Maastricht. Op dit moment heeft meer dan de helft van de woningen het groene energielabel A, B of C. Zelfs beschikken redelijk wat woningen, vaak nieuwbouw, al over energielabel A. Doel is gemiddeld energielabel B in 2020. Daarvoor is jaarlijks een vast budget beschikbaar. Gecombineerd met onderhoud worden kozijnen, cv-ketels en daken vervangen. Daarnaast worden op aan-vraag of projectmatig vloeren en gevels nageïsoleerd, PV-panelen geplaatst en HR++ glas aangebracht. Sloop staat ook op het programma, voor een deel pas na 2020. Ook op kantoor brengt Houben duurzaamheid onder de aandacht. “We scheiden nu het plastic afval en op het dak komen binnenkort PV-panelen.” Hoe reageren huurders op de duurzame ambities van Maasvallei? Houben: “Dat is best lastig. Ikzelf ben er echt van overtuigd dat iedereen aan de slag moet. Maar we merken dat huurders daar meer moeite mee hebben. Vaak vinden mensen wel dat ze iets moeten doen. Maar het mag op korte termijn niet teveel moeite en geld kosten. Huurders kijken toch nog vaak alleen naar de huur en niet naar de totale woonlasten. Energie is kennelijk nog te goedkoop. Ook weten ze vaak niet hoe ze het aan moeten pakken.” Hoe gaat Maasvallei daarmee om? “We blijven mensen de weg naar een duurzame toekomst wijzen. Als daarnaast de energieprijzen verder stijgen, gaan ze die weg zeker volgen.”
Lage woonlasten: bittere noodzaak “Op het buurtfeest werd ik er onlangs op aangesproken. ‘Jij rijdt toch in die Prius. En ik meende ook nog eens zonnepanelen op jouw dak te zien.’ Blijkbaar levert dat al snel een groen imago op. Maar dat valt wel mee in mijn geval. Ik ben best nuchter. Milieumaatregelen moeten wel economisch verantwoord zijn. Van mijn groentetuintje heb ik trouwens veel plezier. Op de een of andere manier smaakt groente uit eigen tuin toch lekkerder dan die uit de winkel.” Marjo Vankan is directeur Wijken bij HEEMwonen. Deze corporatie verhuurt bijna 10.000 woningen in de gemeenten Landgraaf en Kerkrade. De gesprekslocatie op deze mooie nazomerse dag is het dakterras van het kantoor van HEEMwonen. Frank Vos is directeur Bedrijfsvoering en schakelt over op de ambities van de corporatie. “Om te beginnen is je persoonlijke motivatie belangrijk om ook geloofwaardig aan energiebesparing en verduurzaming van ons woningbezit te werken. Zo hebben wij enkele jaren geleden bij de inrichting van dit kantoor stevig ingezet op hergebruik. Ingrijpende renovatie van een leegstaand kantoorpand in het centrum. Met hergebruik van allerlei materialen. Een ander mooi voorbeeld is onze parkeerplaats daar beneden.” Vos loopt naar de balustrade en wijst naar
van Nederland hebben. Combineer dat met krimp. De simpele conclusie is dan dat we de huren laag moeten houden en tegelijk fors moeten inzetten op energiebesparing. Lage woonlasten zijn bittere noodzaak. We hebben een programma dat ons gemiddelde energielabel in 2020 naar B brengt. Zoals het convenant van Aedes ook aangeeft. De kosten van € 30 miljoen kunnen we gelukkig dersorganisaties zijn enthousiast over onze plannen en begrijpen dat wij bij zittende huurders gemiddeld 50% van de verwachte energiebesparing in rekening brengen. Per saldo moeten de woonlasten omlaag en mag de kale huur gezien de ontspannen woningmarkt zeker niet te hoog oplopen.” Dat klinkt als een aanpak over de volle breedte van het bezit met een beschaafd ambitieniveau. Maar zeker niet energieneutraal. In hoeverre kijkt HEEMwonen verder? Marjo Vankan licht toe: “Wij steken heus wel onze nek uit. Een groot aantal woningen transformeerden wij eerder al naar energieneutraal. Uitstekende lessen, maar op korte termijn niet haalbaar om te vertalen naar ons totale woningbezit. Vandaar toch die brede aanpak. Maar het bloed kruipt waar het niet kan gaan. Wij nemen deel aan IBA: de Internationale Bau Ausstellung. Dit programma geeft een stevige impuls aan de hele regio. Innovatie, werkgelegenheid en verduurzaming. In dit kader werken wij nu aan plannen om de voorraad
dan enkele jaren geleden. Trouwens ook in de winter.” Het oostelijke deel van Zuid-Limburg heeft te maken met forse krimp en vergrijzing én met naar verhouding lage arbeidsparticipatie en gemiddeld lage inkomens. Frank Vos: “Dat klopt. Onderzoek wees uit dat we hier gemiddeld de laagste inkomens Marjo Vankan en Frank Vos HEEMwonen
woningen. Verschillende duurzaamheidsambities hebben we hiervoor uitgesproken. Hergebruik van materialen binnen dat gebied zelf. Alle bewoners blijven hier en in direct aangrenzende buurten wonen. En het gebied zelf wordt energieneutraal.”
visie
van het rendement. Installatierendementen zijn trouwens sowieso onbekend. Kan het anders? Hoe transformeert de installateur tot een ketenpartner? Om te beginnen gaat het om selectie van een voor deze taakopvatting geschikte installateur. Ketensamenwerking vraagt om een langdurige investering van beide kanten. Daarom maximaal één ketenpartner bij hooguit enkele tientallen installaties. Maximaal enkele ketenpartners bij grotere aantallen. Selecteer op transparante wijze. Zowel op prijs als kwaliteit.
Het kan zijn dat er plotseling geen warmte meer geleverd kan worden. Er is dan sprake van een storing. Alle warmteleveranciers zijn verplicht om storingen te registreren. En om een vergoeding uit te betalen aan hun verbruikers bij storingen van langer dan 4 uur. Website ACM, 2014
Waarin schuilt de meerwaarde van de installateur als ketenpartner? Ten eerste ontzorging. Alle vragen van bewoners over de warmtevoorziening komen rechtstreeks bij de installateur terecht zonder tussenkomst van de corporatie. De installateur stelt een dossier op en houdt dit bij. Van kwaliteitsbeschrijving tot aan de wettelijk verplichte storingsregistratie, onderhoudshistorie, vergunningen en gerealiseerde rendementen. Ook de meerjaren onderhoudsplanning komt van de hand van de installateur.
Installateur in stelling De Warmtewet levert extra papierwerk op bij blokverwarming. Vervelend, maar te overzien. Denk aan leveringscontracten, storingsregistratie en aanmelding als warmteleverancier bij de ACM. kant de aan gebruikers te vergoeden boete als de verwarming ongepland uitvalt. Aan de andere kant de ongedekte energiefactuur als het rendement van de installatie te laag blijkt. Complete uitbesteding van exploitatie van blokverwarming met alle bijbehorende rechten en plichten vanuit de Warmtewet klinkt daarom aantrekkelijk. Alle sores buiten de deur. Toch is dit niet voor alle corporaties haalbaar. Bijvoorbeeld omdat de restant exploitatietermijn nog maar kort is. Of door complexe besluitvorming door splitsing in appartementsrechten. Of omdat de corporatie outsourcing nog een brug te ver vindt. Huurders confronteren met een stookkostenrekening van een marktpartij?
Door de invoering van de Warmtewet worden exploitanten van een warmtenet behandeld als energieleveranciers. Dus ook corporaties die een warmtenet hebben. Het toezicht op de wet wordt uitgevoerd door de ACM, de opvolger van de NMa en Energiekamer. Handreiking Warmtewet voor woningcorporaties, Aedes, 2013
Dan is de installateur in de rol van ketenpartner dé ideale oplossing. Juist met het oog op vermindering van risico’s van boetes en ongedekte energiefacturen. Wel vraagt dit om een compleet andere samenwerkingsvorm. De huidige praktijk is meestal erg traditioneel. Op historische gronden veel verschillende installateurs. Gedateerde contracten met vooral goede bedoelingen en inspanningen. Maar geen rapportageverplichtingen. Evenmin gestructureerd overleg. Geen activiteiten ter verlaging van het storingsrisico of verhoging
Ten tweede onderscheidt de ketenpartner zich door actief mee te denken. Gevraagd en ongevraagd ontvangt de corporatie haalbare voorstellen om het storingsrisico te verkleinen en het rendement te verhogen. Een budget hiervoor met verantwoordingsplicht achteraf is het bewijs van het vertrouwen. Geld bestemd voor betaalbare en slimme technieken en processen om het risico van uitval te beperken en om de hersteltijd bij onverhoopte uitval te verkorten. Maar ook om de blokverwarming zuinig te laten werken. Niet zozeer de kwaliteit van de ketels zelf. Sterk bepalend zijn de inregeling bij zo’n laag mogelijke stooklijn plus een zo lang mogelijke zomerstop. Ten derde risicodeling. Kers op de taart. Voeg onderhoudsbudgetten over de contractperiode samen. Geef de installateur de ruimte om dit naar eigen inzicht in te vullen met verantwoording achteraf. Neem bedragen op voor boetes en te lage rendementen. Gebaseerd op de werkelijkheid in een eerste proefjaar. Het spel is vervolgens dat de ketenpartner dit budget zodanig slim inzet voor verkleining van storingsrisico’s en rendementsverhoging dat dit niet aan huurders uitgekeerd hoeft te worden. Integreer bovendien een bonus malus voor de ketenpartner.
Energiearmoede steeds meer bedreigend Sinds eind jaren 90 van de vorige eeuw stegen de energietarieven rekening een steeds groter deel uit van het te besteden inkomen. En het vervelende is dat je als huurder niet zonder kunt. Ernstige energiearmoede ligt meer en meer op de loer. Stelregel is dat problemen ontstaan als het energieaandeel in het totaal besteedbare inkomen hoger ligt dan 10%. Dan gaat het snel mis bij de doelgroep van corporaties. Gemiddeld betalen huurders maandelijks namelijk € 140 voor gas en elektra. Het gaat mis bij een iets hoger dan gemiddelde energierekening. Maar ook bij een lager besteedbaar inkomen. Spelen beide situaties dan zijn er forse problemen achter de voordeur. Waar binnen het bezit is het risico op energiearmoede het grootste? Soms is het prima te voorspellen. Complexen met sociaal zwakkere populatie. Grote gezinnen met een bovengemiddelde energiegieconsumptie. Hogere huurprijzen. Slecht isolatieniveau. Ouderen die veel thuis zijn en het snel koud hebben. Is er cijfermateriaal voor het nauwkeurig traceren van energiearmoede? Bijvoorbeeld informatie over huurachterstand, huurderving of huisuitzetting? Feitelijk is het
dan al te laat. Informatie op adresniveau opvragen bij netwerkbedrijven? Onmogelijk vanwege de vertrouwelijkheid. Gegevens over huurtoeslag? Niet meer beschikbaar.
De energierekening dreigt onbetaalbaar te worden. Alleen al in de laatste 3 jaar schoten de uitgaven voor energie omhoog met 15 procent. Huishoudens komen in de knel, energiearmoede dreigt. Een zorgwekkende trend, die zich bovendien niet alleen beperkt tot de grootstedelijke gebieden. Energie en armoede, Wisse Veenstra, 2013
Hoe dan wel? Koppel wel beschikbare informatie op complexniveau. Vermeerder de bij de corporatie bekende bruto huurprijs van zittende huurders met de door het netwerkbedrijf wel te verstrekken geanonimiseerde energieverbruiken op type- of complexniveau. Relateer dit bedrag aan de door de Belastingdienst verstrekte inkomensgegevens in het kader van de jaarlijkse inkomensafhankelijke huurverhoging. Uiteraard op complexniveau vanwege de vertrouwelijkheid. Stel een vergelijkbare analyse op voor nieuwe huurders. Huurprijs en inkomenscategorie zijn vanwege de inkomenseis bij toewijzing bekend. Hiermee komt haarscherp in beeld waar het risico op energiearmoede het grootste is. Stel een ranking op van het risico op energiearmoede per complex. Wat kan de corporatie met deze analyse? Het beeld van beschikbaar instrumentarium is in eerste instantie somber vanwege opvatting. Geen budgetcoach voor huishoudens of bijdrage aan werkgelegenheidsprogramma’s. Toch is er nog steeds een scala aan mogelijke maatregelen voor corporaties. Uiteraard energiebesparende maatregelen. Maar ook coaching bij het energiegedrag. Ondersteuning bij inkoop van gas en elektra. Verwijzing naar en hulp bij aanvraag van huurtoeslag. Uiteraard de bepaling van de hoogte van de huurprijs bij nieuwe huurders. En binnenkort doet de huursombenadering zijn herintrede. Door de ranking van complexen naar risico op energiearmoede hebben maatregelen -hoe bescheiden soms ook- toch een groot effect.
praktijk Oplossingen voor verliesgevende WKO’s Het afgelopen decennium voorzagen woningcorporaties honderden nieuwbouwcomplexen van WKO: installaties gebaseerd op opslag van warmte en koude in de bodem. Adviseurs en installateurs presenteerden prachtige perspectieven. Hoogwaardig comfort in de winter door vloerverwarming. Heerlijke koeling voor warme de laatste plaats de bijdrage aan het milieu: geen fossiel gasverbruik meer. Hoe anders is de werkelijkheid. Op veel plaatsen zit WKO in het verdomhoekje. In de ogen van corporaties zijn beloftes niet ingewisseld. Klagende bewoners: te warm, te koud, slecht regelbaar en te duur. Veel slechtere exploitatieresultaten dan voorgespiegeld. Minder inkomsten, tegenvallende subsidieresultaten, hogere uitgaven voor onderhoud en beheer. Daarbij met regelmaat extra rekeningen voor herstel van manco’s. Vaak ook een tegenvallend milieuresultaat. Kortom een valse start. Veel corporaties staan momenteel niet voor niets sceptisch tegenover WKO. Is deze techniek daarmee afgeserveerd? Inmiddels zijn oorzaken van de problemen gelukkig prima in beeld. Ook zijn antwoorden hierop bekend. Links en rechts draaien in de meest recente nieuwbouw op juiste wijze alweer WKOinstallaties. Goed nieuws: er is geleerd van fouten in het verleden. Daarmee is het probleem van de bestaande disfunctionerende installaties nog niet opgelost. Toch is dat vereist. Niet alleen omdat anders geen breed draagvlak ontstaat om toekomstige nieuwbouw wederom van deze techniek te voorzien.
Do Bedenk dat toepassing van WKO goede voorbereiding, realisatie en beheer vraagt. Door zorgvuldig te werk te gaan kan met WKO een excellente energieprestatie worden bereikt. Don’t Je hoort zoveel berichten over slecht presterende WKOsystemen, dat het beter is er helemaal niet aan te beginnen. WKO, 3 keer beter, Lenteakkoord, 2013
Wat is een verstandige aanpak? Onderzoek de oorzaken van de technische problemen grondig. Bepaal de maatregelen om deze op te lossen met bijbehorende herstelkosten. Halve maatregelen zijn zinloos. Het gaat om gebouwen met een lange restant exploitatieVaak te hoge management- en onderhoudskosten in combinatie met een aanzienlijke energierekening doordat de installatie niet juist functioneert. Waarom zijn bewoners ontevreden? Bedienen zij de installaties op juiste wijze? Hoe ervaren zij de communicatie over de installatie met de bijbehorende energierekening? Neem alle maatregelen op in een herstelplan met herstelkosten en een realistische nieuwe exploitatieopzet. Zie verlies onder ogen en neem dit. Negeren schuift de rekening naar de toekomst. De corporatie kan dit herstel zelf realiseren of overlaten aan de markt. Bij dit laatste bestaan twee opties. De corporatie behoudt het eigendom en besteedt de exploitatie inclusief herstelacties op risicobasis uit. Of de corporatie verkoopt de complete WKOinstallatie tot en met de afgifteset in woningen. Vaak zijn de WKO-installaties in een apart energiebedrijf opgenomen. Onder voldoende gespecialiseerde warmteleveranciers geïnteresseerd in overname. Speel open kaart door het herstelplan tijdens het contracteringsproces volledig ter inzage te geven.
Hoe haal je 70% vrijwillige deelname? Een vrijwillige deelname van 70% voor energieprojecten met huurverhoging is voor veel corporaties het doel. Want bij dat percentage zijn alle huurders van het complex te verplichten tot deelname. Helaas lijkt die 70% voor veel corporaties een bijzonder lastige barrière. Dan maar zonder huurverhoging uitvoeren? Of stoppen met energiebesparing? Neen, niet denkbaar. Geen huurverhoging slaat een gat in de kostendekking en versterkt scheef wonen. Stoppen met energiebesparende ingrepen is evenmin een optie. Het woningbezit moet nu eenmaal op energetisch gebied verbeteren. Vijf praktische tips. De allereerst tip is een open deur. Breng geen slechte plannen aan de man. Kies een goed plan met de juiste ambitie als fundament. Liefst nauw aansluitend bij de toekomstvisie op het complex en passend bij de huidige doelgroep. Niet alleen gericht op energiebesparing, maar ook op verbetering van het wooncomfort. Dit speelt bijvoorbeeld een rol bij aanpassing van kozijnen en installaties. Let op optimale bedienbaarheid. Benadruk veilig en gezond wonen. Zichtbare maatregelen zoals isolatieglas scoren beter dan onzichtbare maatregelen zoals vloerisolatie.
Het is geen goed idee om bewoners meteen te confronteren met uitgewerkte plannen. Daardoor ontstaat al snel de indruk dat ‘alles al in kannen en kruiken’ is, wat een vruchtbare Bewonersparticipatie bij renovatieprojecten, RVO, 2012
Participatie van bewoners als tweede tip. Voor technici binnen corporaties soms onlogisch. Wat is bijzonder aan dubbelglas of dakisolatie? Hoezo een modelwoning of overleg met een bewonerscommissie? De maatregelen spreken toch voor zich? Niets blijkt minder waar. Bij planvorming betrokken bewonersvertegenwoordigers brengen als gebruiker unieke informatie in. Soms over indeling van kozijnen. ‘De tussendorpel in het woonkamerkozijn verpest ons mooie uitzicht.’ Of al lang bestaande en simpel te realiseren wensen. ‘Veel buurtbewoners willen een groter dakraam op zolder.’ Daarbij stellen die vertegenwoordigers van huurders zich in het vervolg als ambassadeur op. Ook een enquête tijdens de voorbereiding doet wonderen. Vraag eerst wat bewoners willen en kleur niet meteen zelf in. Als derde tip de keuze voor de juiste communicatiestrategie. Soms een modelwoning. Maar altijd een aanbiedingsbrief of voorlichtingsboekje met antwoordstrookje plus voorlichtingsavond in het bedompte buurthuis. Van elke vier genodigden verschijnt er maximaal één, waarbij tegenstanders het hoogste woord voeren. Stem daarom de strategie op de doelgroep af. Kies bijvoorbeeld
Presenteer alle huishoudens een uniform aanbod met veel overtuigingskracht. Gelikt schriftelijk materiaal. De modelwoning ziet er spic en span uit. Kies daarentegen bij vroeg naoorlogse eengezinswoningen eerder voor de rol van ‘partner’. Keukentafelgesprekken, waarbij maatwerk centraal staat.
Een onpersoonlijke, niet klantvriendelijke houding, slechte communicatie en gebrek aan transparantie werken belemmerend gedurende energiebesparingsprojecten. Goede samenwerking tussen verschillende partijen levert vertrouwen en sympathie op van bewoners. Daarbij vinden bewoners het belangrijk dat ze serieus genomen worden. Onderzoek naar de ervaren klanttevredenheid, Rescon, 2013
De vierde tip richt zich op ‘verzachting’ van de huurverhoging. Sowieso bedraagt de huurverhoging niet meer dan de verwachte energiebesparing. Getoetst als gemiddelde van het complex op basis van werkelijke energieverbruiken volgens opgave van het netwerkbedrijf. Eventueel een woonlastenwaarborg als garantie. Huurgewenning doet wonderen. Bijvoorbeeld door de extra huur pas één jaar na oplevering in te laten gaan. Mogelijk is een ongemakkenvergoeding op zijn plaats. Ondersteun bij verlaging van voorschotten of aanpassing van huurtoeslag. De vijfde tip ten slotte. Heb oog voor beperking van overlast door de uitvoering. Zorg voor een korte en aansluitende uitvoering binnen. Zorgvuldige bescherming van huisraad. Nette vaklieden. Voor werkende huurders sleutelhulp. Voor oudere huurders assistentie bij verplaatsing van huisraad. Plus een afvalcontainer voor overtollig huisraad.
column
Paul Tuijp Ymere
‘Energieautark’ vakantieadres Gastcolumnist Paul Tuijp is adviseur bij Ymere, met name op het gebied van duurzaamheid. Ymere verhuurt ongeveer 80.000 woningen in de noordvleugel van de Randstad. Deze zomervakantie bracht ik onder andere door in Duitsland en Oostenrijk. Zodra we de grens bij Arnhem passeerden werden we verblind door zonneweides en windmolens. En zonneweides in de vorm van hectares aaneengeschakelde zonnepanelen die in de zon liggen te spiegelen. Het plaatsje waar we in Oostenrijk verbleven stelt een ‘energieautarke’ gemeente te zijn. Zon, wind, water en biomassa voorzien inwoners én toeristen van de benodigde energie. Allemaal lokaal opgewekt. En goedkoper dan bij ons! Duitsland en vooral Oostenrijk presteren stukken beter dan wij als het gaat om het aandeel van groene energie in de energieconsumptie. Deels wel verklaarbaar. Het is geen sinecure om bij ons via waterkracht stroom op te wekken. In Duitsland en Oostenrijk heb je bijvoorbeeld beduidend meer vallend water en dan bedoel ik niet het hemelwater. Ruimte is ook een voordeel als je zonneweides wilt inrichten. In ons drukke land is er altijd wel ergens een actiegroep die bezwaar maakt tegen een zonneweide om de hoek. Maar los van die ‘natuurlijke’ beperkingen prutsen we in Nederland natuurlijk maar wat aan. Hoe krijgen we het in hemelsnaam voor elkaar om in 2020 ons huidige aandeel van 4% duurzame energie naar de Europese standaard van 14% te tillen? Je kan alles en iedereen de schuld geven van het uitblijven van duurzame opwekking, maar je kan ook zelf initiatieven ontplooien. En laten we dat bij Ymere nou net doen. We zetten vooral fors in op zon. Met een aantal partners bieden we zonnepanelen aan, waarvoor onze bewoners niet hoeven te investeren, maar waarvoor ze een vergoeding betalen die uiteraard lager ligt dan de opbrengst van de panelen. Economisch voordeel -lees een duurzamere wereld. De eerste 200 woningen in Hoofddorp hebben al zonnepanelen. Dat er maar vele mogen volgen!
Bedrijfsnieuws September 2014 Atriensis b.v. Postbus 842 5600 AV Eindhoven Telefoon 040 2367859 Fax 040 2364278 Atriensis ondersteunt woningcorporaties. De focus ligt hierbij op energie & milieu, met daarbij veel aandacht voor de bedrijfsvoering. Recent discussieerden corporaties en installateurs tijdens een door Atriensis georganiseerd rondetafelgesprek over ketensamenwerking risico’s van de Warmtewet te verkleinen. Een concreet model voor een samenwerkingscontract is het resultaat. Het contract bevat installatierendement en bedrijfszekerheid jaarlijks verbeteren. Mail bij interesse naar
[email protected]. Het delen van kennis is voor Atriensis een belangrijk uitgangspunt. Vandaar een scala aan masterclasses en trainingen in samenwerking met Habitask. Zie ook www.atriensis.nl en daarna ‘trainingen’. Met vaste regelmaat treft u op www.atriensis.nl voor corporaties relevant nieuws aan. Of interviews met uw collega’s uit de corporatiebranche. Abonneer u hierop door aanmelding op www.atriensis.nl.
Hoewel bij deze uitgave van Atrivisie de uiterste zorg is nagestreefd, kan voor eventuele (druk)fouten en onvolledigheden niet worden ingestaan en aanvaardt Atriensis b.v. geen enkele aansprakelijkheid.