26 juni 2012
atrivisie Mitros innoveert inkoop middels PGS
Ron Sierink heeft weinig op met traditioneel aanbesteden. Vandaar de keuze voor PGS: prestatiegerichte samenwerking. “Uiteindelijk krijgen wij meer waar voor ons geld.”
Hoe krijg ik mijn huurders mee?
Vaak teleurstelling bij corporaties als blijkt dat bewoners ‘niet te weigeren voorstellen’ voor energiebesparing afwijzen. Vijf praktische tips voor een succesvolle aanpak.
WKO: management van verwachtingen
Warmte Koude Opslag vormt bijna dé standaard voor nieuwbouw. Een lage energienota voor een comfortabele woning. Hoge verwachtingen bij toekomstige bewoners.
7
Warmtewet levert veel huiswerk op
Invoering van de Warmtewet komt snel dichterbij. Mogelijke consequenties voor woningcorporaties zijn aanzienlijk. Veel administratie en stevige financiële risico’s.
Zeg wat je hoopt en doe wat je kunt
Columnist Yuri Pelser: “Door mijn hoop uit te spreken, wil ik mensen inspireren om te doen wat ze kunnen. Samen werken aan een mooie, gezonde en leefbare wereld.”
thuis in wonen
in gesprek Ron Sierink Mitros
Bij WoCom realistisch energiebeleid WoCom verhuurt zo’n 6.200 sociale huurwoningen in de gemeenten Asten, Cranendonck, Heeze‑Leende, Helmond en Someren. Prima woningbezit op energetisch gebied. Alex Korsten, manager beheer en onderhoud bij WoCom, gaat in op gevolgen: “Ons bezit is gemiddeld gesproken niet jonger dan elders. Die goede energetische kwaliteit is het resultaat van onze eigen inspanningen. Wij liepen voorop bij introductie van HR ketels. Ook naïolatie pakten wij vroeg op. De gemiddelde energetische kwaliteit is daardoor 15% beter dan landelijk. Ruim 70% van onze woningen heeft een groen energielabel. Maar er is een keerzijde. Voor ons bijna geen quick wins. Je loopt tegen complicaties op. Hoe maak je een flinke stap als een HR ketel aan vervanging toe is? Hoe verbeter je de isolatiewaarde van gevulde spouwmuren? Een hogere isolatiewaarde voor dubbelglas dat nog geen 20 jaar oud is? Breng je ingrijpende en kostbare gemechaniseerde ventilatiesystemen aan als vervanging van goed functionerende natuurlijke ventilatiesystemen? Voor ons is het lastig en kostbaar om een besparing van 20% te halen.”
Mitros innoveert inkoop middels PGS
Huishoudens gaan in 2013 ongeveer 8% meer betalen voor stroom en gas. Het gaat om € 160 tot € 170. AD, mei 2012
Woningcorporaties met een inkoper op de loonlijst? Landelijk is het aantal misschien op de vingers van één hand te tellen. Ron Sierink vult de rol van inkoopcoördinator binnen Mitros in. Wat houdt die rol in? “Hooguit 20% van mijn tijd richt zich op feitelijke inkoop. De overige 80% heeft met de vormgeving van in- en externe processen van doen. Hoe richten wij deze slimmer, transparanter en beter in? Het inkoopvolume van Mitros bedraagt jaarlijks meer dan € 150 miljoen. Het grootste deel richt zich op onderhoud, renovatie en nieuwbouw. Maar ook vallen bedrijfslasten als auto’s of automatisering hieronder. Energie en schoonmaak belasten we door via servicekosten. In het belang van huurders kochten wij die al in een vroeg stadium tegen scherpe tarieven in.” Ron Sierink heeft weinig op met klassieke aanbestedingsmethoden. “In het verleden maakten wijzelf met ondersteuning van adviseurs eerst plannen. De laagste inschrijver mocht vervolgens aan de slag met ons plan. Met als gevolg dat er sprake was van suboptimalisatie, gemiste kansen, hoge kosten voor adviesbureaus en schotten tussen partijen. Iedereen opereerde vanuit eigen belang. Meer vechten dan samenwerken en veel wantrouwen. Planprocessen duurden hierdoor onnodig lang. Expertise van marktpartijen speelde geen enkele rol. En daarom zeker geen optimale oplossingen vanuit het perspectief van de totale exploitatie. Evenmin was er een plaats voor bewoners.” Welke werkwijze hanteert Mitros nu? Sierink: “PGS, ofwel prestatiegerichte samenwerking. Neem als voorbeeld een renovatieproject. Wij stellen alleen een summier voorlopig ontwerp op. Dit gebeurt heel basaal. Bedrijven dienen een eigen plan met prijs in. Vervolgens houden wij een stevig gesprek met die gegadigden. Bewoners kiezen mee. Een objectief model wijst hierna het bedrijf met de beste verhouding tussen kosten en kwaliteit aan. Dit hoeft zeker niet per se de goedkoopste te zijn. In bouwteam werken we ten slotte samen het plan in detail uit. Mitros twijfelt niet aan voordelen. Wij profiteren van kortere doorlooptijden en inbreng van expertise van de markt. Ook benutten wij kennis van bewoners. Maar tevens realiseren wij draagvlak bij hen. Uiteindelijk krijgen wij meer waar voor ons geld.”
De vraag rijst wat op energetisch vlak verstandige volgende stappen voor WoCom zijn? Positie van koploper uitbouwen? Een ‘tandje minder’, zodat WoCom op termijn terugzakt van kopgroep naar peloton? Alex Korsten licht de keuze van WoCom toe. “Wij zijn niet arrogant. Realisme overheerst hier. Financiële degelijkheid staat voorop. Aanvullende huurbaten moeten investeringen in energiebesparing dekken. Zowel bij zittende huurders als na mutaties. De komende jaren brengen wij in principe bij schilderbeurten alle ontbrekende en zinvolle isolatiemaatregelen aan. Bij ingrijpende renovaties gaan wij natuurlijk een stuk verder. Kortom wij maken af waar we lang geleden mee gestart zijn.” WoCom in het peloton? Korsten beaamt: “WoCom zit niet te wachten op de rol van early adopter. Voor ons alleen bewezen strategieën en technieken. Wat is goed genoeg? Ik vind dat corporaties veel meer van elkaar moeten leren. Stop met overal opnieuw het wiel uit te vinden.” Alex Korsten WoCom
Kleine corporatie, grote daden “Het is een bijzonder lastige tijd. Het lijkt wel eens of we van alle kanten onder vuur genomen worden”, zucht Joep van den Bercken. Voor de directeur-bestuurder van Woonservice Urbanus geen reden om bij de pakken neer te gaan zitten. Joep is een realist pur sang. Hij weet dat de bomen niet altijd en overal tot in de hemel groeien. Met iets beperktere middelen klanten zo optimaal mogelijk van dienst zijn en zelfs nog wat extra’s voor ze doen. Net als andere corporaties heeft ook Urbanus te maken met de zware economische omstandigheden. De overheid legt inflatievolgend huurbeleid op, introduceert allerlei heffingen en daar komen de gevolgen van de kredietcrisis nog eens bovenop. “We zouden eigenlijk krachtig moeten ingrijpen in het belang van onze doelgroep, maar doen dat niet omdat we onze huurders niet op te hoge kosten willen jagen”, schetst Van den Bercken het dilemma. Woonservice Urbanus is een kleine corporatie met 800 verhuureenheden, die alleen actief is in Belfeld, stadsdeel van Joep van den Bercken Urbanus
de gemeente Venlo met zo’n 6.000 zielen. Het inwonertal van Belfeld krimpt. Vanaf 2030 loopt ook het aantal huishoudens terug. Daarnaast ziet de corporatie zich geconfronteerd met ontgroening en vergrijzing. Urbanus verhuurt op dit moment vooral traditionele eengezinswoningen met tuin. Het woningaanbod moet verbreed worden. Daarnaast liggen er ook op het gebied van verduurzaming belangrijke taken. ”Kortom, uitdagingen genoeg”, constateert Van den Bercken, die vast van plan is ze allemaal op te pakken. Groeien alle problemen en uitdagingen een kleine corporatie als de zijne niet boven het hoofd? Van den Bercken reageert fel en strijdbaar op deze suggestie: “Wij schrikken nergens voor terug. Wij kunnen wel wat aan. Niet voor niets scoorden wij bij onze visitatie gemiddeld een 8. Onze grote kracht is dat wij de blik op de lokale gemeenschap gericht houden. Belfeld moet een mooie dorpskern blijven voor zowel starters, jongeren, gezinnen als ouderen. Voorwaarde is dan wel verbreding van de woningvoorraad, zodat meer doelgroepen bij ons terecht kunnen.” Alle nieuwbouw van Urbanus is tegenwoordig levensloopbestendig. Bestaande eengezinswoningen worden aangepakt. Een deel wordt verkocht, een ander deel opgewaardeerd naar een luxer en hoger huursegment. Ook worden eengezinswoningen door kleine aanpassingen geschikt gemaakt voor bewoning door ouderen. Urbanus gaat echter nog verder. Een van de speerpunten voor de komende jaren is verduurzaming. Van den Bercken enthousiast: “Onze nieuwbouw wordt voorzien van warmte koudeopslag. Zoals met collega-corporaties afgesproken, willen we 20% minder CO2 uitstoten in 2018 ten opzichte van 2008. Hiervoor hebben we een aantal projecten op de rails gezet. Zo gaan we op grote schaal daken van eengezinswoningen isoleren en verdwijnen de resten enkelglas. De laatste spouwmuren worden geïsoleerd en ventilatie in woningen verbeterd. Kosten in totaal ruim € 2,5 miljoen. Waar doemdenkers wellicht menen dat een kleintje als Urbanus achterlopen op het terrein van energiemaatregelen, is het tegendeel het geval. Als het meezit, haalt Urbanus al in 2015, 3 jaar eerder dan gepland, de ambities van 2018.” Waar een kleine, bescheiden corporatie groot in kan zijn.
visie bewoners. Ze zijn tevreden met de bestaande woning. Bang voor overlast.’ Corporaties spenderen veel energie om bewoners over de streep te trekken. Met wisselend succes. Te vaak teleurstelling als helder antwoord ontbreekt op de vraag waarom bewoners weigeren in te stappen op ‘het niet te weigeren aanbod’. Naar verhouding vormen energiebesparende projecten natuurlijk relatief beperkte ingrepen. Zeker in vergelijking met renovatie of herstructurering. Binnen corporaties ligt de regie daarom meestal bij de afdeling vastgoed. Geen of hooguit beperkte ondersteuning van andere afdelingen. Evenmin extra budget voor communicatie. Daarom een vijftal relatief eenvoudige tips. Wie niet sterk is moet slim zijn. De allereerste tip is een open deur. Breng geen slechte plannen aan de man. Kies een goed plan met de juiste ambitie als fundament. Liefst nauw aansluitend bij de toekomstvisie op het complex en passend bij de huidige doelgroep. Niet alleen gericht op energiebesparing, maar ook op verbetering van het wooncomfort. Dit speelt bijvoorbeeld een rol bij aanpassingen aan kozijnen en installaties. Let op optimale bedienbaarheid. Benadruk veilig en gezond wonen. Zichtbare maatregelen zoals isolatieglas scoren beter dan onzichtbare maatregelen zoals vloerisolatie.
Geen woorden maar daden. Communicatie moet niet te zeer gestandaardiseerd zijn. Wel informatieverschaffing naar behoefte. Wij geloven in onze aanpak. De deelname ligt gemiddeld op 83%. Huurders zijn enthousiast en waarderen onze aanpak met een ‘8’. Mijn collega’s zijn trots. Bijkomend voordeel van de gekozen energieaanpak is dat zij weer achter de voordeur komen. Onze sociale rol krijgt daarmee een extra dimensie. Luc Reusken van Domein, praktijkuitwisseling Atriensis, maart 2012
Hoe krijg ik mijn huurders mee? Corporaties verlagen tussen 2008 en 2018 het gasverbruik van hun huurwoningen met ongeveer 20%. Deze besparingsmaatregelen vragen om een aanvullende investering van ongeveer € 3.500 per gemiddelde huurwoning. Daarmee voor de hele sector bijna een miljard. De tijdgeest is er niet naar om dit bedrag simpelweg als onrendabel af te boeken. Gedeeltelijke dekking ontstaat door de huur bij toekomstige mutaties te verhogen. Extra punten in de woningwaardering door groene energielabels vergemakkelijken dit. Toch huldigen de meeste corporaties het standpunt dat zittende huurders middels huurverhoging moeten meebetalen. Hun argumentatie is dat het onwenselijk is om meer kwaliteit voor hetzelfde geld te bieden. Dit versterkt scheefgroei en vergroot huurprijsverschillen tussen zittende en nieuwe huurders.
Corporatiemedewerkers zien een groot aantal beren op de weg. Hoe leggen wij bewoners de plannen uit? Geloven zij de berekende besparing wel? Vertaal deze ‘beren’ naar vragen en beantwoord deze. Vermijd veel papier en bewonersavonden. Investeer vooral in individuele en persoonlijke communicatie. Arno van Schilt van WonenBreburg, praktijkuitwisseling Atriensis, maart 2012
Huurverhoging bij zittende huurders is daarmee de belangrijkste opbrengst. Maar daarvoor is overeenstemming met iedere afzonderlijke huurder nodig. Vanaf 70% vrijwillige deelname per blok of complex bestaat de mogelijkheid de energiebesparing met huurverhoging bij weigerachtige huurders door te voeren. Monnikenwerk? Vraag een corporatiemedewerker naar deze uitdaging. Een meewarige blik is waarschijnlijk. ‘Onze huurders zijn niet geïnteresseerd in energiebesparing.’ Of: ‘Het zijn oudere
Participatie van bewoners als tweede tip. Voor technici binnen corporaties soms onlogisch. Wat is bijzonder aan dubbelglas of dakisolatie? Hoezo een modelwoning of overleg met een bewonerscommissie? De maatregelen spreken toch voor zich? Niets blijkt minder waar. Bij planvorming betrokken bewonersvertegenwoordigers brengen als gebruiker geregeld unieke informatie in. Soms over indeling van kozijnen. ‘De tussendorpel in het woonkamerkozijn verpest ons mooie uitzicht.’ Of al lang bestaande en simpel te realiseren wensen. ‘Veel buurtbewoners willen een groter dakraam op zolder.’ Daarbij stellen die vertegenwoordigers van huurders in het vervolg zich als ambassadeur op. Ook een enquête tijdens de voorbereiding doet wonderen. Hoe staat het met motivatie om mee te werken aan energiebesparing? Welke klachten zijn er? Handig om te weten, omdat hier tijdens de planvorming op ingespeeld kan worden. Onderzoek wijst uit dat bewoners eerder instemmen met een plan met huurverhoging als zij voorheen al een kleine gunst verleenden. Zoals die deelname aan de enquête.
Als derde tip de keuze voor de juiste communicatiestrategie. Nu nog vaak ingesleten gewoonten ongeacht de specifieke context. Soms een modelwoning. Maar altijd een aanbiedingsbrief of voorlichtingsboekje met antwoordstrookje plus voorlichtingsavond in het bedompte buurthuis. Van elke vier genodigden verschijnt er maximaal één, waarbij tegenstanders het hoogste woord voeren. Stem de strategie op de doelgroep af. Kies bijvoorbeeld bij een grootschalige galerijflat met hoge mutatiegraad voor de rol van ‘gids’. Presenteer alle huishoudens een uniform aanbod met veel overtuigingskracht. Gelikt schriftelijk materiaal. De modelwoning ziet er spic en span uit. Kies daarentegen bij vroeg naoorlogse eengezinswoningen eerder voor de rol van ‘partner’. Honkvaste en inmiddels soms hoogbejaarde huurders. Zij transformeerder deze van origine krappe woningen met onder meer aanbouwen en dakkapellen tot ware paleisjes. Standaardisatie is simpelweg ondenkbaar. Deze huurders bezitten een uitgesproken mening over wat goed en slecht voor hun woning is. Hun deelname is alleen haalbaar als op adresniveau in goed overleg maatwerk ontstaat. Maatwerk als het gaat om de keuze van de maatregelen, de uitvoeringswijze én het uitvoeringsmoment.
Ik pleit voor differentiatie. Zo onderscheiden wij een communicatiestrategie voor oudere eengezinswoningen. Hierbij past een meer individuele benadering. Daarnaast seriematige woningen uit de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Een meer collectieve aanpak is hier op zijn plaats. En ten slotte jonger woningbezit. Naar verhouding zijn minder maatregelen nodig. Daarom hier een meer bescheiden communicatiestrategie. Niek Meiresonne van Stadlander, praktijkuitwisseling Atriensis, maart 2012
De vierde tip richt zich op ‘verzachting’ van de huurverhoging. Sowieso bedraagt de huurverhoging niet meer dan de verwachte energiebesparing. Getoetst als gemiddelde van het complex. Eventueel een woonlastenwaarborg als garantie. Huurgewenning doet wonderen. Bijvoorbeeld door de extra huur pas één jaar na oplevering in te laten gaan. Mogelijk is een ongemakkenvergoeding op zijn plaats. Bijvoorbeeld als bewoners onkosten maken voor vitrages, gordijnen of vloerbedekking. Ondersteun bewoners bij het aanvragen of wijzigen van huurtoeslag bij de Belastingdienst. Hoe ervoor te zorgen dat woonlasten meteen na ingreep al dalen? Dan moet natuurlijk het voorschot voor energie met minstens de huurverhoging dalen. Daarvoor is assistentie van de corporatie gewenst bij de aanvraag bij het energiebedrijf. Bij collectief energieverbruik middels verlaging van het voorschot van servicekosten door de corporatie zelf. De vijfde tip ten slotte. Heb oog voor beperking van overlast door de uitvoering. Stel een gedragscode voor de aannemer op. Zorg voor een korte en aansluitende uitvoering binnen. Zorgvuldige bescherming van huisraad. Dek trappen en vloeren af. Nette vaklieden. Voor werkende huurders sleutelhulp. Voor oudere huurders assistentie bij verplaatsing van huisraad. Plus een afvalcontainer voor overtollig huisraad.
praktijk WKO: management van verwachtingen Warmte Koude Opslag. Inmiddels bijna de standaard voor nieuwbouw. Een prima systeem om aan eisen voor energiezuinigheid te voldoen. Onttrekking van warmte en koude aan de bodem. Met vloerverwarming in de winter en koeling in de zomer als resultaat. Bovendien duurzaam. Wervende folders over comfortabele woningen met lage energiekosten. Hoge verwachtingen bij toekomstige bewoners zijn het gevolg. Maar lukt het om dat waar te maken?
Bij Warmte Koude Opslag (WKO) wordt gebruik gemaakt van de warmte die van nature aanwezig is in de bodem en het grondwater. Daarmee is WKO een vorm van duurzame bodemenergie. Website Agentschap NL
Helaas halen minder geslaagde WKO projecten zeer regelmatig de pers. Vaak vanwege ontevredenheid van bewoners over die installatie. Het is niet warm genoeg in de winter. De energienota is veel hoger dan verwacht. Als je dieper in de projecten duikt, draait het bijna altijd om verwachtingen. Van zowel bewoners als corporatie. Want ook corporaties komen met regelmaat van de koude kermis thuis. Veel meer managementaandacht en tegenvallende exploitatie. Bewoners rekenen op een comfortabele woning met lage energienota. Dat is nu eenmaal beloofd. Te vaak is er onvoldoende uitleg hierover. Vloerverwarming en koeling staan voor veel corporaties gelijk aan wooncomfort. Maar bewoners zijn gewend aan hete radiatoren. Je komt thuis, zet de verwarming aan en gaat er lekker
voor zitten. Het is direct warm. Daarnaast zijn lage energiekosten een relatief begrip. Het verschil in energielasten tussen de oude en nieuwe woning is lastig te berekenen. Laat staan te bevatten. Elektrisch koken en vooral de nieuwe installaties zorgen voor een hoge stroomrekening. Daarbij een stevig bedrag voor vastrecht. Soms ook voor koudelevering. Hoezo lage energiekosten? Corporaties gaan zonder meer uit van tevreden bewoners, een probleemvrije installatie en een goed financieel resultaat. Ook hier knelpunten. Exploitatielasten vallen hoger uit dan verwacht en exploitatiebaten vallen juist tegen. Soms omdat de werkelijke warmtevraag lager blijkt dan vooraf ingeschat. Of omdat er onvoldoende afzet van koude is. In woningen is nu eenmaal meer vraag naar warmte dan naar koude. Op lange termijn werkt een WKO alleen goed als die twee in balans blijven. Onbalans verlaagt het rendement. Verwachtingenmanagement als sleutel tot succes. Reken vooraf de exploitatie door met realistische uitgangspunten. Let daarbij op specifieke spelregels waar corporaties zich aan moeten houden. Leg bewoners uit hoe ze de verwarming en koeling het beste gebruiken. Niet alleen bij het tekenen van het huurcontract, maar ook nog eens na 3 maanden. En na 2 jaar. Vergeet evenmin de komende jaren dezelfde uitleg te geven aan nieuwe bewoners. Schets een reëel beeld van te verwachten energiekosten. Het elektriciteitsverbruik is meestal flink hoger. Geef bewoners instructies hoe ze een correct voorschot bij hun energieleverancier aanvragen. En om verwachtingen bij volgende projecten nog scherper neer te zetten: evalueer het project en monitor energiekosten!
Warmtewet levert veel huiswerk op Het eerste voorstel is bijna tien jaar oud. Inmiddels staat de beoogde invoeringsdatum van 1 januari 2013 ook alweer onder druk. Maar dat invoering van de Warmtewet binnen afzienbare tijd een feit is, leidt weinig twijfel. Mogelijke consequenties voor woningcorporaties zijn aanzienlijk. Wat is het doel van die veelbesproken Warmtewet? Bescherming van verbruikers staat voorop. Het handelt om verbruikers (lees huurders) met gedwongen afname van warmte en soms koude van een leverancier (lees woningcorporatie). Vanwege verplichte winkelnering hebben zij immers geen keuze. Bij woningcorporaties gaat het om bescherming van huurders die buiten hun woning opgewarmd of gekoeld cv-water of warm tapwater afnemen. De wet beoogt deze verbruikers te beschermen tegen hun leverancier. Dit is het stadverwarmingsbedrijf, corporatie of de eigen onderneming van de corporatie voor energielevering. Daarmee valt ook reguliere blokverwarming ook onder het regime van de wet.
De Warmtewet zal voor verschillende partijen een bron van discussie blijven. Dat mag ook. Van belang is echter wel dat we in het oog houden dat de doelstellingen van de Warmtewet nu zo goed mogelijk worden geborgd in een werkende wet. Afwikkeling op korte termijn is in het belang van afnemers. Maar ook voor investeringen in (duurzame) warmte is het van belang dat een perspectief voor investeringen geboden wordt middels een aangenomen Warmtewet. Minister Verhagen in een brief aan de Tweede Kamer, april 2012
Wat gaat er nu toch allemaal mis? Wat rechtvaardigt wetgeving? Veelgehoorde aanleidingen zijn te hoge tarieven, onacceptabele storingen, ondermaatse kwaliteit van installaties, haperende warmtelevering en onvoldoende transparantie. De kern van de wet. Ten eerste een maximumtarief. Ten tweede minimumeisen aan kwaliteit van warmtelevering. Ten derde goede en transparante dienstverlening. Regeren is vooruitzien. Daarom de drie meest waarschijnlijke en belangrijkste consequenties voor corporaties. De eerste consequentie is dat tarieven boven een maximum niet toegestaan zijn. Dat maximumtarief volgt uit het NMDA beginsel: Niet Meer Dan Anders. Deze bovengrens is gebaseerd op kosten die de verbruiker zou maken bij dezelfde afname van warmte met een individuele gasgestookte HR-ketel. Dit impliceert dat de energienota niet meer onder regels voor servicekosten valt. Immers deze regels leggen vast dat op volstrekt transparante wijze alleen
werkelijk gerealiseerde kosten op basis van facturen aan huurders doorbelast mogen worden. Energielevering als risicodragende activiteit. Verlies als werkelijke kosten boven de maximumprijs liggen. Winst als werkelijke kosten onder de maximumprijs liggen. De tweede consequentie heeft met kwaliteit van installaties te maken. Een absolute warmtemeter heeft de voorkeur boven radiatormetertjes. Een huurder ziet dan immers de daadwerkelijk afgenomen hoeveelheid warmte en daarmee kosten. Onmogelijk bij radiatormetertjes. Bij nieuwbouw en ingrijpende renovatie moeten die metertjes verplicht plaatsmaken voor warmtemeters. In andere situaties mogen huurders dit wel vragen, maar niet eisen vanwege hoge kosten. Iets vergelijkbaars geldt voor warmtewisselaars. Dit apparaat warmt drinkwater in de woning op met behulp van buiten de woning opgewarmd cv-water. Vervanging van geisers en boilers door een dergelijke warmtewisselaar kan wenselijk zijn. Maar ook deze kosten lopen hoog op als er geen sprake van nieuwbouw of ingrijpende renovatie is. Ten slotte de derde consequentie. Kwaliteit en transparantie van dienstverlening. Een vergunningsstelsel voor veel leveranciers. Als woningcorporaties energie leveren aan niet-huurders speelt deze verplichting over het algemeen. Een apart jaarverslag over de energielevering met accountantsverklaring is een van de eisen aan vergunninghouders. Voor alle leveranciers gelden trouwens basiseisen. Zoals storingsregistratie. Leveringscontract met alle verbruikers. Aantonen dat gehanteerd tarieven aan het maximum getoetst zijn. Afzonderlijke boekhouding van de warmtelevering.
column Zeg wat je hoopt en doe wat je kunt Yuri Pelser is energie- en installatietechnisch specialist bij Ymere. Deze corporatie heeft als motto ‘wonen, leven, groeien’. Ik geloof dat we samen kunnen zorgen voor een mooie, gezonde en leefbare wereld. Voor onszelf, onze kinderen, kleinkinderen en nog vele generaties hierna. ‘Zeg wat je hoopt en doe wat je kunt’ is een motto in de TrendRede 2012, waar ik mij goed in kan vinden. Door mijn hoop uit te spreken, wil ik mensen inspireren om te doen wat ze kunnen. Schrijver, denker en spreker Simon Sinek inspireerde mij om me vaker af te vragen waarom ik iets doe. Soms vraag ik dat ook aan andere mensen. Deze raken dan vaak even in verwarring. Ze zitten meestal net goed in hun verhaal over wat ze doen en hoe ze dat doen. Ik roep iedereen op om na te denken waarom je doet wat je doet en waar je in gelooft. Als je een goed antwoord op deze vragen hebt, werk je met veel meer energie en kracht aan je doel. Ik heb recent een opbouw op mijn eigen huis laten plaatsen. Ik had natuurlijk de hoop dat het een duurzame en energiezuinige opbouw zou worden. Het bouwbudget liet helaas niet toe om alle wensen te vervullen. Ik heb toen gedaan wat binnen het budget mogelijk was. Ik heb zelf een markante zonneboiler op het dak gezet. Mijn buren vragen wel eens waarom die rare badkuip daar staat. Steevast krijg ik na mijn uitleg de vraag of ik ‘dat ding’ ook ga terugverdienen. Mijn antwoord is dat ik dat niet weet. Maar afgelopen winter kreeg ik bij tien graden vorst op een zonnige dag wel warm water uit de boiler. Ik geloof dat het wel goed komt. Ik doe dit namelijk niet per se om geld te besparen, maar omdat het leuk is en goed voelt. Ik heb geleerd dat samenwerking met veel verschillende mensen je rijker maakt. Ervaringen die je opdoet door van elkaar te leren, met elkaar te communiceren en elkaar te inspireren blijken duurzamer dan ervaringen die alleen jijzelf beleeft. De wereld verandert en dat is maar goed ook. Waarvoor hebben we anders al die ervaring opgedaan? Bewoners hebben een stem in plannen voor hun buurt. Initiatieven worden aangemoedigd, ideeën uitgelokt. Corporaties betrekken huurders actief bij renovatieplannen. Projecten op school zorgen voor betrokkenheid via de kinderen. Niet alleen de woningen staan er na zo’n project goed bij, ook de buurt heeft een boost gekregen. Een grote bron van inspiratie en een enorm reservoir van ervaringen wordt op deze manier voor en door alle betrokken personen gecreëerd. Net als de wereld zal ook Ymere door al deze ervaringen veranderen. Ik hoop dat de verandering ook een verbetering blijkt te zijn. Ik zal eraan bijdragen wat ik kan.
Yuri Pelser Ymere
Bedrijfsnieuws Juni 2012 Atriensis b.v. Postbus 842 5600 AV Eindhoven Telefoon 040 2367859 Fax 040 2364278 Atriensis ondersteunt woningcorporaties. De focus ligt hierbij op energie & milieu, met daarbij veel aandacht voor de bedrijfsvoering. Vanaf juni 2012 werkt Atriensis samen met diverse specialisten aan het ‘Handboek duurzame energie woningcorporaties’. Het komt kosteloos ter beschikking aan corporaties. Geïnteresseerde corporaties kunnen als klankbord meewerken door hun concrete initiatieven voor duurzame installaties te laten toetsen. Neem contact met ons op:
[email protected] Op 20 september 2012 vindt de inspirerende Vabi Assets dag plaats in de Van Nelle Ontwerpfabriek in Rotterdam. Atriensis zal hier ingaan op ketensamenwerking bij energiebesparing. Meer informatie of aanmelden: www.vabi.nl. Op 6 november 2012 organiseert Atriensis in samenwerking met AT Osborne in Baarn een bijeenkomst over energiebesparing in zelfstandige ouderenhuisvesting. Lastige materie, omdat senioren erg huiverig zijn voor elke verstoring van hun dagelijkse patroon. Leren van elkaars ervaringen. Corporaties wisselen van gedachten met zorginstellingen. Meer informatie? Mail dan naar
[email protected]. Met vaste regelmaat treft u op www.atriensis.nl voor corporaties relevant nieuws aan. Of interviews met uw collega’s uit de corporatiebranche. Abonneer u hierop door aanmelding op www.atriensis.nl. De rondleiding met foto’s in deze uitgave betreft de wijk Overvecht in Utrecht.
Hoewel bij deze uitgave van Atrivisie de uiterste zorg is nagestreefd, kan voor eventuele (druk)fouten en onvolledigheden niet worden ingestaan en aanvaardt Atriensis b.v. geen enkele aansprakelijkheid.