JAARVERSLAG 2012
THUIS BIJ WONEN LIMBURG
Inhoudsopgave 1.
THUIS BIJ WONEN LIMBURG
5
2. Activiteiten 2012 2.1 Onze opgave in vastgoed 2.1.1 Ons bezit per 31 december 2012 2.1.2 Wat deden we aan nieuwbouw? 2.1.3 Percentage leegstand 2.1.4 Onze kosten voor onderhoud en renovatie 2.1.5 Woonruimteverdeling 2.2 Ons huurbeleid 2.3 Onze opgave in niet-vastgoed en speerpunten in 2012 2.3.1 Wonen-Zorg-Welzijn 2.3.2 Wonen-Leren-Werken 2.3.3 Leefbaarheid 2.3.4 Duurzaamheid 2.3.5 Arbeidsmigranten
6 6 7 8 12 13 13 13 13
3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
17 17 17 18 20 20
Organisatie Dit is onze organisatie En dit zijn de familie- en nevenstructuren Dochter- en zusterondernemingen Medewerkersverdeling Risicomanagement
4. Financieel verslag 4.1 Betrouwbaar financieel beleid 4.2 Investeren of uitgeven? 4.2.1 Marktwaarde is hoger dan beleidswaarde 4.2.2 Bewust minder verdienen 4.2.3 Geld lenen en huizen verkopen 4.3 Financiële continuïteit gegarandeerd door … 4.3.1 … het bewaken van de geldstroom 4.3.2 … het bewaken van het jaarresultaat 4.3.3 … het bewaken van de solvabiliteit 4.3.4 … het bewaken van de renterisico’s 4.4 Beleggingen 4.5 Over onze rentabiliteitspositie 4.6 Het CFV beoordeelt 4.7 Wat staat ons te wachten? 4.8 Financieel gezond
13 14 15 16 16
22 22 22 22 24 25 25 25 29 29 31 33 34 34 34 35
5. Jaarrekening 2012 en overige gegevens 5.1 Jaarrekening 2012 5.1.1 Balans per 31 december 2012 5.1.2 Winst- en verliesrekening over 2012 5.1.3 Kasstroomoverzicht 5.1.4 Toelichting op de balans en winst- en verliesrekening 5.1.5 Toelichting op de balans 5.1.6 Toelichting op de winst- en verliesrekening 5.1.7 Ondertekening van de jaarrekening 5.2 Overige gegevens 2012 5.2.1 Overige gegevens 5.2.2 Controle verklaring van de onafhankelijke accountant
36
6. Verantwoord besturen 6.1 Bestuur 6.2 Raad van Commissarissen 6.3 GOH (Gezamenlijk Overleg Huurdersorganisaties) 6.4 Geschillencommissie 6.5 Ondernemingsraad
84 84 85 89
Bijlage 1: Persoonlijke gegevens Bestuur en Raad van Commissarissen Bijlage 2: Hoofd- en nevenfuncties Bestuur en Raad van Commissarissen
93
36 36 39 40 41 50 74 81 81 81 83
90 91
94
1. THUIS BIJ WONEN LIMBURG 2012 was een onstuimig jaar voor Nederland. De aanhoudende crisis vroeg een steeds hogere tol en zette zich versterkt door. Zeker in combinatie met de vastzittende woningmarkt maakte de bouwsector een zwarte periode door, waarbij faillissementen aan de orde van de dag waren. Met de tussentijdse komst van het kabinet Rutte II wordt van de corporaties in Nederland een grote bijdrage gevraagd in het financieel op orde brengen van de staatsfinanciën. Een jaarlijkse bijdrage vanaf 2013, die uiteindelijk oploopt tot 2 miljard euro op jaarbasis vanaf 2017. Deze bijdrage doet in combinatie met de noodzakelijke saneringssteunbijdrage ter ondersteuning van in zwaar weer verkerende collegacorporaties, het corporatiestelsel piepen en kraken. Bovendien ligt, mede ten gevolge van een aantal grote incidenten in de sector, het speelveld en de legitimiteit van de sector onder een politiek vergrootglas. In dit strijdgewoel heeft Wonen Limburg het jaar 2012 desondanks gebruikt om haar strategische koers voor de toekomst vorm te geven. Een koers gericht op het bieden van een ‘welkom thuis’ voor onze huurders en onze medewerkers. Een koers waarin de mens centraal staat en we ons vastgoed als middel inzetten. En een koers waarin samenwerking, zelfredzaamheid en professionaliteit leidende principes zijn. Principes die we in 2012 ook al in de praktijk hebben gebracht. Bijvoorbeeld in het initiëren van de samenwerking met collega-corporaties rond Zonnig Limburg, een provinciaal initiatief om ook Limburgse huurders de gelegenheid te geven op eigen dak zelf zonne-energie op te wekken. En we geven langs nieuwe wegen invulling aan de relatie met onze belangrijkste belanghouder: onze huurders. Zo hebben we het participatiemodel met onze huurdersorganisaties herijkt en organiseren we nieuwe verfrissende contactmomenten met onze huurders. Met een Wonen Limburg Dag op de Floriade en een Wonen Limburg Tour langs onze huurders in onze provincie als tastbare resultaten. En we realiseren nieuwe producten waar de huurder van vandaag om vraagt.
Zoals 12 gemeubileerde ‘Kort-Wonen woningen’, waar mensen met acute huisvestingsproblemen tijdelijk een thuis vinden en daarmee de tijd, de rust en de ruimte krijgen om vandaaruit weer een zelfstandige toekomst op te bouwen. 2012 was ook een belangrijk jaar voor de interne organisatie: het ingezette reorganisatietraject heeft zijn beslag gekregen. Een groot deel van de backofficewerkzaamheden zijn begin 2012 centraal in Roermond gehuisvest. Sturing op het verder terugdringen van zowel onze beheers- als organisatiekosten heeft prioriteit. Parallel daaraan zijn de voorbereidingen voor de realisatie van onze nieuwe thuisvesting in Roermond en de verschillende buurtwinkels in de provincie gestart. Op al die vlakken kunnen we in 2013 verder oogsten. En natuurlijk investeerden we in 2012 ook stevig in onze woningvoorraad. Bijvoorbeeld met de uitrol van ook dit jaar weer een flink aantal energieprojecten, in samenhang met ons planmatig onderhoud. In totaal brengen we daarmee de komende jaren ons bezit gemiddeld op een energie B-label. Een project dat we overigens in nauwe samenwerking met onze huurdersorganisaties uitvoeren en waarmee we de woonlastenstijging van onze huurders naar de toekomst toe beheersbaar kunnen houden. En samen met gemeenten, maatschappelijke partners en collega-corporaties geven we actief invulling aan de wijkenaanpak. Zoals in het Brukske in Venray en in de Donderberg in Roermond. Wijken die gezien hun kwetsbare positie een integrale aanpak verdienen op zowel economisch, sociaal en fysiek terrein. Wim Hazeu en Ger Peeters Bestuurders Wonen Limburg
1. THUIS BIJ WONEN LIMBURG
5
2. Activiteiten 2012
2.1.1 ons bezit per 31 december 2012
Woningen
Aantallen
Appartement
8.605
Chalet Duplexwoning Maisonnette
2.1 Onze opgave in vastgoed Prettig wonen begint bij een goede, betaalbare woning. Maar we zien het niet als een doel op zich. Ons vastgoed is een middel om maatschappelijke doelen te verwezenlijken. Het moet aansluiten bij wat de (toekomstige) huurder wenst. Dat zijn: acceptabele woonlasten, een woning waarin men zich thuis voelt of misschien wel de overstap naar een eigen woning, zodat men zich meer onafhankelijk voelt. We zijn er voor de primaire doelgroep. Extra aandacht gaat uit naar zorgbehoevenden, de oorspronkelijke BBSH-groepen (dak- en thuislozen etc.) en tijdelijk huisvestingsvragers. Maar we vergeten de huishoudens met een inkomen tussen de € 33.614 en € 48.000 niet. Voor iedere groep maken we duidelijke keuzes en gaan we voor passende huisvesting.
aanbieders van zorg- en welzijnsdiensten. Bijvoorbeeld door het toepassen van domotica en het faciliteren van voorzieningen voor wonen, welzijn en zorg.
3.261
Woning
9.872
Woonzorgwoning
352
Begeleid wonen
392
Verzorgingscentra
295
Overige Bedrijfsruimte Beheer derden woning Bergruimte
23.337
Aantallen 75 2 16
Garage
528
Kantoor
34
Logeerkamer Overdekte parkeerplaats Overig
Gezien de trend van vergrijzing investeert Wonen Limburg meer in levensloopbestendige huisvesting en maatschappelijk vastgoed. Omdat onze huidige vastgoedportefeuille weinig ruimte biedt voor de middeninkomensgroep, verhogen we het aandeel duurdere huurwoningen. Ook ontwikkelen we nieuwe/slimme woonconcepten voor specifieke doelgroepen. En bij het realiseren, herstructureren, transformeren en verbeteren van onze woningen wordt gekozen voor een energie neutrale, consumentgerichte en innovatieve aanpak. Daarbij ligt het accent op onze bestaande vastgoedvoorraad en inbreidingslocaties en minder op nieuwbouw en uitbreidingslocaties.
142
Seniorenwoning
Totaal
Om aan onze maatschappelijke doelstellingen te voldoen, moeten we geld verdienen waar het kan. Dit doen we door te sturen op rendement. Zowel op een directe manier aan de inkomstenkant, als indirect via de waardeontwikkeling van ons woningbezit. En omdat ons vastgoed een aanzienlijke waarde vertegenwoordigt, vereist dit een goed vermogensbeheer.
12 406
Parkeerplaats Peuterzaal Praktijk Standplaats woonwagen
2 449 2 1067 1 1 93
Wijkgebouw
1
Winkel
6
Woonwagen Kinderdagverblijf Ontmoetingscentrum
Totaal
35 3 38
2.353
Wonen Limburg heeft een brede taakopvatting. Naast woningen investeren we ook in ander vastgoed. Dit doen we uitsluitend op basis van wederkerigheid en altijd in samenwerking met andere partijen. Met ieder zijn taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Ook met dit type vastgoed realiseren we hoger liggende doelen. Bijvoorbeeld: het bieden van ontmoetingsplekken voor bewoners of het aanpassen van een woning voor iemand met een beperking. Dat laatste vereist vaak aanpassingen in de woning, maar ook goede samenwerking met 6
2. ACTIVITEITEN 2012
7
2.1.2 Wat deden we aan nieuwbouw?
Cuppenpedje
Horst
woningen
14
Tienray
Tienray
woningen
8
Opgeleverde projecten
Egchel
Egchel
woningen
In het jaar 2012 leverden we 27 projecten op met in totaal 770 eenheden, inclusief parkeerplaatsen. De aan de voorraad toegevoegde woongelegenheden en onroerende aanhorigheden zijn alleen gelegen binnen het statutair vastgestelde werkgebied.
De Hoge Hoed
Venray
appartementen
36
De Hoge Hoed
Venray
appartementen
14
De Hoge Hoed
Venray
parkeerplaatsen
Waterdael
Someren
woningen
4
50 12
770
Totaal
387
104
2
8
8
261
com-
GROEPS-
PARKEER-
Opgeleverd in 2012 Appartement
grond-
MAAT-
gebonden
SCHAPPELIJK ONROEREND
com-
GROEPS-
PARKEER-
merciële WONINGEN PLAATSEN RUIMTEN
(PG)
Aantal
Aantal
VASTGOED Naam
Locatie
Soort
Ringovenpark blok D&E Panningen
appartementen
Ringovenpark blok D&E Panningen
parkeerplaatsen
De Afhang fase 2
Horst
zorgwoningen
Serviliusflat
Weert
dagbesteding
Brede School Keent
Weert
appartementen
Brede School Keent
Weert
school gymzaal
Brede School Keent
Weert
kinderdagverblijf
In de Bosch
Maasbree
woningen
Nedermazehof
Weert
zorgappartementen
Nedermazehof
Weert
PG plaatsen
Nedermazehof
Weert
parkeerplaatsen
Kerkstraat
Weert
appartementen
Kerkstraat
Weert
parkeerplaatsen
Amicitia
Roermond
appartementen
Amicitia
Roermond
commerciële ruimte
Componistenstaete
Roermond
zorgappartementen
Componistenstaete
Roermond
huisarts/fysio
Componistenstaete
Roermond
dagopvang
Truppertstraat
Tungelroy
woningen
Blok 5 Parc Velt
Venray
appartementen
Blok 5 Parc Velt
Venray
parkeerplaatsen
Schrames
Helden
woningen
Laarveld
Weert
Brachterbeek
Maasbracht
Meezenbroekerweg
Heerlen
onzelfstandige
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
35 35 2 1
In uitvoering 2012
11 1
Appartement
1 4
grond-
MAAT-
gebonden
SCHAPPELIJK ONTROEREND
86
Aantal
Aantal
Locatie
Soort
Het Heem
Baarlo
appartementen
Weltersweide /
Horst
woningen
Blitterswijck
Venray
appartementen
Blitterswijck
Venray
woningen
Hendriklaan
Roermond
appartementen
25
Hoofdstraat
Maasbracht appartementen
12
Hoofdstraat
Maasbracht onmoetingsruimte
Minervaplein
Linne
woningen
12
Cranendoncklaan
Budel
appartementen
chalets
6
Cranendoncklaan
Budel
PG plaatsen
sinti woningen
8
Past Vullinghsplein
Sevenum
appartementen
Eggendreef
Someren
woningen
9
Dagpauwoog
Someren
woningen
17
Stationskwartier
Weert
appartementen
Stationskwartier
Weert
parkeerplaatsen
Heidepark
Heerlen
woningen
Klooster-
Heerlen
PG plaatsen
Sittarderweg
Heerlen
appartementen
Sittarderweg
Heerlen
woningen
Oudeakkerstraat
Weert
appartementen
Oudeakkerstraat
Weert
commercieel
Oudeakkerstraat
Weert
parkeerplaatsen
Heerlen
parkeerplaatsen
Viridaria
Heerlen
woningen
Ursulinenpark
Kerkrade
appartementen
Akerstraat
Heerlen
commerciële ruimte
Viridaria
Heerlen
woningen
Zuidstaete
Sittard
appartementen
Zuidstaete
Sittard
parkeerplaatsen
Locatie 6
Eygelshoven woningen
de Toerist
Roermond
appartementen
de Toerist
Roermond
commerciële ruimte
RUIMTEN
(PG)
Aantal
Aantal
86 Naam
Meezenbroekerweg
merciële WONINGEN PLAATSEN
VASTGOED
5
22 3 11
Aantal
Aantal
40 8
Hegelsom
1 30 2 1 8 27 27
3
eenheden
8
Projecten in uitvoering
In 2012 hadden we 24 projecten in uitvoering, waarbij het gaat om 806 eenheden, inclusief parkeerplaatsen. In het schema hieronder vindt u een overzicht van de projecten en eenheden in uitvoering. In 2012 zijn enkel grondaankopen gedaan, waarbij de betreffende locaties direct in exploitatie zijn genomen ten behoeve van de realisatie van onroerend goed.
10 8 36 2 8
10 6
1 5 28 3 30
77 77 16 3
Grasbroekerweg
41 50 10 38 1
18 6 19 3 26
2. ACTIVITEITEN 2012
9
Molenbeek
Sittard
appartementen
Molenbeek
Sittard
parkeerplaatsen
Hushoven
Weert
appartementen
Hushoven
Weert
PG plaatsen
Ringovenparc
Panningen
(zorg)
Blok H,I en J
80
81 3 94
appartementen 9
Parallelstraat
Amstenrade appartementen
Ringovenparc
Panningen
kinderopvang
2
Panningen
school
1
Blok H,I en J Ringovenparc Blok H,I en J 2
Aan de Kreppel huur
Heythuysen woningen
Aan de Kreppel huur
Heythuysen appartementen
Aan de Kreppel huur
Heythuysen 3 kavels
Aan de Kreppel huur
Heythuysen koopwoningen
Aan de Kreppel huur
Heythuysen parkeerplaatsen
Wozoco de Wiejerd
Montfort
appartementen
Wozoco de Wiejerd
Montfort
dagbesteding
Wozoco de Wiejerd
Montfort
medisch centrum
Infra de Wiejerd
Montfort
infra
Kavels de Wiejerd
Montfort
6 kavels
Kavels de Wiejerd
Montfort
koopwoningen
Leunen Zuid
Venray
woningen
Hornehoof fase 2 huur
Weert
soc. appartementen
50
Hornehoof fase 2 huur
Weert
appartementen
60
Hornehoof fase 2 PG
Weert
PG plaatsen
Hornehoof fase 2
Weert
parkeerplaatsen
12 9
4
26 1 1
9 20
Panningen
dagbesteding
Akkerweg
Venray
appartementen
Parc Velt blok 2
Venray
dagbesteding
Parc Velt blok 2
Venray
appartementen
Baco
Roermond
kantoor
1
parkeren
Buurtwinkel Roermond
Roermond
winkel
1
Kerkstraat 197 - 199
Weert
appartementen
Buurtwinkel Horst
Horst
winkel
1
Ter Hofstadlaan
Someren
woningen
Someren
appartementen
Ter Hofstadlaan kavels
Someren
3 kavels
Ter Hofstadlaan PG
Someren
PG plaatsen
Projecten in voorbereiding
Ter Hofstadlaan PG
Someren
koopwoningen
In de onderzoeks- en voorbereidingsfase heeft Wonen Limburg momenteel 59 projecten in portefeuille. Hierbij gaat het om 1358 eenheden, inclusief parkeerplaatsen. In het schema vindt u een overzicht.
CP Leende
Leende
Bredeschool
CP Leende
Leende
MFA
CP Leende
Leende
woningen
CP Leende
Leende
appartementen
CP Leende
Leende
comm. ruimte
Johanna van
Weert
woningen
Locatie Beenders
Weert
woningen
PARKEER-
Hof te Berkel
Horst
appartementen
merciële WONINGEN PLAATSEN
Hof te Berkel
Horst
RKONS
Landgraaf
PG plaatsen
Kuilveld
Horst
woningen
Herontwikkeling
St.
NNB
Petrusberg
Odiliënberg
Zuidsingel
Venray
woningen
Zuidsingel
Venray
appartementen
BRIM 4
Someren
woningen
Carolusstraat
Helden
woningen
Van Harenterrein
Venray
appartementen
42
Gebr. Van Doornelaan
Horst
appartementen
17
Ringovenparc Blok H,I en J
11 1 40
5 157
9 15
woningen Totaal
534
806
67
3
10
9
183
Ter Hofstadlaan
18
app.
In VOORBEREIDING 2012
8 1 1 29 12 2 28
Meursstraat
Appartement
grond-
MAAT-
gebonden
SCHAPPELIJK ONROEREND
comRUIMTEN
GROEPS(PG)
VASTGOED Soort
Naam
Locatie
60 woningen
Maasbracht woningen
Aantal
Aantal 20
Brachterbeek 60 woningen
2
Maasbracht soc. huurwoningen
25
Brachterbeek
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
19 37 16 3 1
20 36 12 8
Locatie 12
Eygelshoven appartementen
8
Locatie 10
Eygelshoven appartementen
23
Locatie 8
Eygelshoven woningen
10
Aan de Heuvel
Venray
woningen
Locatie 7
Eygelshoven woningen
4
Aan de Heuvel
Venray
woningen
Locatie 5
Eygelshoven woningen
10
Aan de Heuvel
Venray
appartementen
Stegelenhof
Oirsbeek
appartementen
26
Vrouwehof fase 3
Weert
woningen
8
Aambosveld fase 3
Heerlen
appartementen
18
Het Dal
Weert
woningen
20
Op den Tore
Nuth
renovatie
40
ECN
Nuth
appartementen
14
Peperstraat
Sevenum
woningen
De Berkelaar fase 2
Venray
appartementen
52
Daelzicht Leyenbroek
Sittard
dagbesteding
Ringovenpark blok B
Panningen
appartementen
appartementen
School Melick
Melick
Politiebureau
Herkenbosch appartementen
10
18 16 12
16 5 18
52 1
18
2. ACTIVITEITEN 2012
11
2.1.4 Onze kosten voor onderhoud en renovatie
10
De Afhang fase 2
Horst
woningen
Katoenen Dorp
Roermond
PG plaatsen
Transf. Donderberg
Roermond
appartementen
22
Kloosterstraat
Weert
appartementen
18
Sloop Brandstraat
Eygelshoven woningen
Torentjes de Kiosk
Venray
appartementen
72
Verbouwing pand
Roermond
appartementen
12
3
In 2012 realiseerden we de volgende onderhoudsopdrachten:
-1
2 LASTEN ONDERHOUD (€)
WR&M Buurwinkel Venray
Venray
comm. ruimte
1
Buurtwinkel Heerlen
Heerlen
comm. ruimte
1
Planmatig onderhoud, lasten van
Buurtwinkel Sitard
Sitard
comm. ruimte
1
renovaties en markttechnische ingrepen
aankoop Keulse Poort
Roermond
woningen
St Anna
Venray
NNB
Aankoop woningen
Broek-
woningen
7
Kosten niet-planmatig onderhoud
9
Totaal
2012
2011
24.738.679
29.280.569
6.876.268
6.107.052
31.614.947
35.387.62
Stein
PG plaatsen
Klooster Meterik
Meterik
woningen
Westeringlaan
Maasbree
appartementen
23
HTS Heerlen
Heerlen
appartementen
29
HTS Heerlen
Heerlen
HTS oud
1
HTS Heerlen
Heerlen
HTS nieuw
5
9 1
1358
Totaal
De reguliere verhoging van het inflatiepercentage van 2,3% is wel per 1 juli 2012 doorgevoerd. 2.3 Onze opgave in niet-vastgoed EN SPEERPUNTEN IN 2012
huizervorst groepswoningen Orbis
Wonen Limburg heeft na overleg met en advisering van het GOH besloten geen gebruik te maken van de mogelijke extra huurverhoging van 5%, met name ook vanwege de onduidelijkheid die op dat moment ontstond door mogelijke tekortkomingen die het politieke besluit met zich meebracht in relatie tot de Wet Bescherming Persoonsgegevens en de hierop volgende gerechtelijke besluitvorming rondom de rechtszaak tegen de vrijgave van de inkomenssituatie van de huurders door de Belastingdienst.
722
2.1.5 Woonruimteverdeling
387
6
12
17
223
2.1.3 PERCENTAGE LEEGSTAND
Vanaf maart 2011 bieden we onze huur- en koopwoningen samen met 8 Limburgse woningcorporaties aan via de website thuisinlimburg.nl. Thuis in Limburg is één centraal woonmarketingmodel voor woningzoekenden in de hele provincie Limburg met één centrale website. Een combinatie van de verschillende aanbiedingsmodellen (loting-, aanbod-, direct te huur-, optie- en bemiddelingsmodel) maakt het mogelijk om tegemoet te komen aan verschillende woningzoekenden: snelle zoekers, spoedzoekers en kritische zoekers.
Percentage leegstand 2012 SUBCORP.
1e kw. (%)
2e kw. (%)
3e kw. (%)
4e kw. (%)
Noord
1,23
1,45
1,41
1,32
In 2012 verhuurden we 2.846 woningen via Thuis in Limburg, verdeeld over de diverse modules:
Wonen Limburg wil er zeker van zijn dat ze de goede dingen doet om leefbare wijken en buurten te krijgen. Daar wonen immers degenen die wij een thuis bieden. Voor onze inspanningen creëren we draagvlak. Alleen op die manier komen we tot beleid om optimaal te kunnen inspelen op wensen en behoeften in de samenleving. We zijn op diverse manieren in gesprek met onze huurders en belanghebbenden. Zowel offline als online (bijvoorbeeld via social media), aansluitend bij de doelgroep. Wonen Limburg maakt werk van maatschappelijk rendement. Dit betekent dat we onze activiteiten richten op effecten als veiligheid, ontmoetingsmogelijkheden voor bewoners en zelfstandigheid van huurders. Onze opgave gaat verder dan alleen het realiseren van vastgoedprojecten. 2.3.1 Wonen-Zorg-Welzijn
Woonruimteverdeling Wonen Limburg 2012 Midden
2,01
2,28
3,06
3,03
Zuid
5,39
5,96
5,46
4,27
Totaal WL
2,18
2,48
2,69
2,45
MODELLEN
AANTAL
%
Alle modellen
2.846
100
Aanbodmodel
1.394
49
Bemiddelingsmodel
876
31
Direct te huur
239
8
Lotingmodel
193
7
Optiemodel
138
5
2.2 Ons huurbeleid
Op het gebied van de zorg verandert de financiering van het zorgvastgoed, het scheiden van wonen en zorg wordt ingevoerd en de bezuinigingen in de AWBZ van de afgelopen jaren worden doorgezet. De financieringsstromen veranderen en activiteiten die tot nu toe door de AWBZ vergoed werden, verschuiven naar de Wmo. Naast deze verschuivingen in wet- en regelgeving zal de bevolking in Limburg sterk vergrijzen. In de komende 30 jaar gaat in Limburg het aantal 75-plussers meer dan verdubbelen en de levensverwachting stijgt tussen 2010 en 2020 minimaal met 4 jaar. Met andere woorden: de groep ouderen wordt groter en leeft langer. Ook wel ‘dubbele vergrijzing’ genoemd. Er ontstaat een grote behoefte aan zorg en geschikte woningen.
In 2012 heeft de Minister het voornemen bekend gemaakt om corporaties in de gelegenheid te stellen om naast een inflatievolgend huurdbeleid van 2,3% huurverhoging een extra huurverhoging van 5% toe te passen voor huishoudens met een inkomen boven € 43.000. 12
2. ACTIVITEITEN 2012
13
Kortom, genoeg redenen om het thema wonen-zorgwelzijn als speerpunt te benoemen. Begin 2012 heeft Wonen Limburg een visie op wonen-zorg-welzijn gepresenteerd, die in de loop van het jaar is vertaald naar een concreet uitvoeringsprogramma. In de tussentijd zijn we met een zevental zorgpartners de diepte in gegaan om te komen tot langdurige strategische samenwerking. Samen zijn we er verantwoordelijk voor dat goede en betaalbare zorg de komende jaren een zekerheid is. Door de bezuinigingen in de zorg, de economische crisis en de druk op de financiële positie van de corporaties wordt samenwerken steeds belangrijker om dit te kunnen realiseren. Wonen Limburg is aan zet voor het realiseren van voldoende zorggeschikte huurwoningen en onze zorgpartner levert zorg. Daartussenin vinden we ons in het ontwikkelen van producten en diensten die het mogelijk maken dat mensen langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen. Ook uitdagingen in thema’s als eenzaamheid, mantelzorg en bewegen pakken we samen met onze belanghebbenden op. In het kader van scheiden van wonen en zorg hebben we met een zorgpartner en de GGZ een ‘3 partijenhuurovereenkomst’ ontwikkeld. Deze huur- en samenwerkingsovereenkomst maken het mogelijk dat cliënten zelfstandig kunnen huren. Door gezamenlijke inspanning en wederzijds begrip voorkomen we dat cliënten terugvallen naar een intramurale setting. Er zijn dit jaar tal van zorggeschikte huurwoningen opgeleverd, zoals bijvoorbeeld de Laethof in Eygelshoven. 2.3.2 Wonen-Leren-Werken Limburg heeft te maken met een paradox op het gebied van de kennis- en arbeidsmarkt. Aan de ene kant heeft de provincie een oplopend tekort aan voldoende goede c.q. passende arbeidskrachten en aan de andere kant heeft zij te maken met hoge en langdurige werkeloosheid. Daarnaast kenmerkt Limburg zich door relatief veel laagopgeleide inwoners. Er zijn kansrijke sectoren en clusters in Limburg en direct aangrenzende gebieden, maar de factor arbeid is bepalend voor het realiseren van die kansen. Door met partners samen te werken op het gebied van Wonen-Leren-Werken stelt Wonen Limburg haar huurders in staat om een kwalificatieverbetering te realiseren, waardoor zij kansrijker worden op de arbeidsmarkt en er sprake is van meer zelfredzaamheid. Om deze redenen heeft Wonen Limburg Wonen-LerenWerken tot haar speerpunt gemaakt. Wonen Limburg wil vooruit en haar bijdrage leveren aan de samenleving. 14
Zij staat midden in de maatschappij en ziet het als haar taak die mensen te huisvesten die dat niet goed zelf kunnen. Maar tegelijkertijd wil ze er ook voor zorgen dat de groep mensen die haar écht nodig heeft steeds kleiner wordt. Om die reden stimuleert Wonen Limburg de mensen om zelf een bijdrage te leveren aan betere leefomstandigheden. Om dit te bereiken moet ze goed weten wat er in de maatschappij gebeurt. Daarom nodigt Wonen Limburg mensen uit hun wensen en behoeften te delen. Daarnaast worden eveneens partners/ belanghebbenden betrokken bij het vormen van beleid. Vanuit dit vertrekpunt kan Wonen Limburg aan de slag met het verbeteren van de omstandigheden in wijken en buurten. Door de samenwerking aan te gaan met partners versterkt en ondersteunt Wonen Limburg de eigen en gezamenlijke verantwoordelijkheden. Met deze vorm van samenwerking dragen we bij aan de ontwikkeling van het leer- en/of arbeidsproces. Dit vanuit het oogpunt van verbeterde leefbaarheid in wijken en buurten, maar ook vanuit persoonlijke ontwikkeling en zelfredzaamheid van (jeugdige) bewoners/huurders met het oog op de toekomstige arbeidsparticipatie. Wonen Limburg stimuleert met de keten WonenLeren-Werken tot kwalificatieverbetering. Het doel dat Wonen Limburg zich hierbij heeft gesteld is, om binnen een periode van 3 jaar (2013-2016) 375 mensen een kwalificatieverbetering te laten doormaken. Onder deze kwalificatieverbetering verstaan we een positieve stap tot of ontwikkeling binnen het arbeids-, leer- of begeleidingsproces. Vanwege de opstart van het speerpunt gaan we daarbij uit van een groeimodel, dat er als volgt uit ziet:
1e jaar – 2013
In dit kader zoekt Wonen Limburg de verbinding met haar partners. Want door ieders specifieke verantwoordelijkheid te bundelen, profiteren we van een situatie waarin we samen sterker worden. Enerzijds kan onze partner kennismaken met en een bijdrage leveren aan de samenleving door middel van projecten vanuit de onderwijs- en arbeidsmarkt uit te voeren. Anderzijds kan Wonen Limburg iets extra’s doen in het wonen, de woonomgeving en het welzijn voor de gemeenschap en haar huurders. Door de krachten van beide partijen te bundelen maken we ons samen sterk voor het verbeteren van de samenleving waarvan we onderdeel uitmaken. Overzicht activiteiten: • • • • • • • • •
Opleveren van programmadocument c.q. beleidskader ten behoeve van het speerpunt Wonen-Leren-Werken; Oriëntatiegesprekken ketenpartners; Kamers met Toekomst te Horst; Inzet kansenmakelaar(s); Ondertekening WOP Donderberg; Go4it! Brukske; Kunst in de Stad in Weert; Ondertekening samenwerkingsovereenkomst To Do! In Venray (Rabobank Venray, Rotary Venray, gemeente Venray, Wonen Limburg en Stichting To Do); Wa-jongeren en stagiaires een plaats bieden binnen de organisatie Wonen Limburg.
2.3.3 Leefbaarheid
GROEIMODEL JAAR
Om ons doel te bereiken kan de combinatie van de keten Wonen (huisvesting), Leren (onderwijs(voorziening)) en Werken (arbeidsmarkt c.q. het bedrijfsleven) nagenoeg niet los van elkaar worden gezien. Wonen Limburg streeft hierin dan ook naar een gestructureerde keten met haar ketenpartners.
PERSONEN 100
2e jaar – 2014
125
3e jaar – 2015
150
Totaal periode 3 jaar
375
Het begrip ‘leefbaarheid’ is een ruim begrip. Alles wat met prettig wonen te maken heeft, kan hieronder verstaan worden. Het gaat bij leefbaarheid om het vooruit helpen van mensen in wijken en buurten. Zodat we bijvoorbeeld komen tot een schone omgeving, goede contacten met buurtbewoners en een veilig gevoel. Huurders die zich thuis voelen in hun buurt, daar draait het om. We dragen hieraan bij door ontmoeting te stimuleren, integratie te faciliteren en coöperaties op wijk- en buurtniveau te ondersteunen. Dat doen we door de inzet van bewonersbudgetten, het Leefbaarheidsfonds en ondersteuning via een Kansmakelaar. We dagen onze huurders uit zelf een bijdrage te leveren aan een prettige woonomgeving en faciliteren bij de uitvoering van hun
initiatieven. Zij krijgen hierdoor grotere zeggenschap over en betrokkenheid bij hun woning en woonomgeving. Wat weer bijdraagt aan een duurzame samenleving. In 2012 is een heldere visie en werkbaar beleid op het gebied van leefbaarheid ontwikkeld. Daarbij is onze herschreven visie “We gaan uit van ieders kracht” meegenomen. Op basis hiervan wordt een strategisch leefbaarheidsbeleid ontwikkeld op grond waarvan we nog beter inspelen op de wereld om ons heen. We gebruiken het voornoemde Fonds Leefbaarheid om initiatieven vanuit onze huurders te stimuleren. Hierbij onderscheiden we 2 categorieën: • •
Bewonersparticipatie: hierin ondersteunen we bewonerscommissies en een wijkplatform bij het opstellen van een agenda voor leefbaarheid. De plannen kunnen daarna ter goedkeuring worden voorgelegd via het Fonds Leefbaarheid. Projectniveau: vanuit een bestaand initiatief zijn er al plannen gevormd om de leefbaarheid te verbeteren. Er worden concrete projecten aangedragen, zoals het opknappen van een wijk, het verbeteren van een grasveld en het veranderen van een jeu de boulesbaan in een zandbak.
Een voorbeeld van een dergelijk project is Veilige en Leefbare Buurten (gemeente Venray). We verbeteren de veiligheid en leefbaarheid in de wijk op basis van burgerparticipatie en zelfredzaamheid. De bewoners bepalen mee wat er in de wijk gebeurt. Naast bovengenoemde mogelijkheden heeft Wonen Limburg ook een vastgesteld sponsorbeleid waarmee er extra mogelijkheden gecreëerd zijn om de maatschappelijke rol te vervullen. Ontmoeting met en verbinding tussen mensen in onze regio zijn hierbij belangrijke doelen. We doen dit niet enkel door een financiële bijdrage te leveren, maar dit kan ook door het beschikbaar stellen van onze specifieke expertise. Of door concrete middelen te leveren, zoals kantoormeubilair. In ruil daarvoor vragen we een tegenprestatie, bijvoorbeeld door de vermelding van onze naam. Wonen Limburg maakt duidelijke keuze in sponsoring. Zo moet de aanvraag passen bij onze doelstellingen en doelgroepen. Ook vinden wij het belangrijk als een project of activiteit de sociale samenhang vergroot in een wijk waar we actief zijn.
2. ACTIVITEITEN 2012
15
Keuzes maken betekent ook aanvragen uitsluiten. Zo geven we geen steun aan projecten met een politiek of commercieel doel of individueel karakter. Ook verbinden we onze naam niet aan activiteiten die het milieu onnodig belasten. Tot slot sponsort Wonen Limburg ook geen verenigingen die gericht zijn op sport, muziek of andere vormen van ontspanning.
In 2012 hebben we 27 van de 31 begrote energieprojecten uitgevoerd, dit betrof 865 eenheden. 2 projecten zijn niet doorgegaan omdat we niet de benodigde 70% goedkeuring van de bewoners hebben gekregen en 2 projecten zijn niet doorgegaan in verband met strategische keuzes. De betreffende woningen zijn gemiddeld van een label E naar een label B gegaan.
In 2012 heeft Wonen Limburg diverse projecten en activiteiten gesponsord. Dit betrof bijvoorbeeld een straatfeest in Sevenum, een buurtfeest in de GMS-wijk in Heerlen, het sponsordiner ten behoeve van de Belevingstuin in Maasbree, het evenement ‘Baarlo Leeft’, het moedercentrum in Venray en een symposium van de Seniorenraad. Het totale bedrag aan sponsoring bedroeg in 2012 € 36.574, waarvan een substantieel deel ten bedrage van € 20.000 persoonlijk is bijgedragen door inleenmedewerkers van Wonen Limburg en het directieteam.
De totale uitgaven voor deze energieprojecten in 2012 bedroegen:
3.1 DIT IS ONZE ORGANISatie
Energiekosten in 2012 (€) TotaaL
3. Organisatie
5.740.602
RAAD VAN COMMISSARISSEN
2.3.5 ARBEIDSMIGRANTEN
BESTUUR
2.3.4 Duurzaamheid Duurzaamheid staat hoog op onze agenda. We dragen bij aan een samenleving, waarbij we zuinig omgaan met schaarse grondstoffen en het uitstoten van schadelijke stoffen beperken. Het Kyoto-akkoord (vastgesteld tijdens de Klimaattop Kopenhagen 2009) is daarbij ons uitgangspunt. De relatie met woonlasten van huurders is evident. Deze houden we op een acceptabel niveau. Maar ook binnen onze eigen organisatie speelt duurzaamheid een belangrijke rol. Denk hierbij aan een goed energielabel voor onze kantoren, apparatuur en vervoermiddelen. En we hechten aan een zorgvuldige communicatie richting huurders omtrent energiebesparing. Daar kunnen zij namelijk ook zelf aan bijdragen. Eén van de initiatieven waaraan Wonen Limburg op dit gebied een bijdrage heeft geleverd aan de totstandkoming ervan betreft het project “Zonnig Limburg”. Tussen 22 Limburgse woningcorporaties en de Provincie Limburg zijn in dit kader afspraken gemaakt om zonnepanelen ook bereikbaar te maken voor huurders (woonachtig in laagbouwwoningen, oftewel woningen met een eigen dak). Dankzij deze samenwerking kunnen de huurders van de deelnemende corporaties 2 subsidies ontvangen. Eén subsidie komt uit de Limburgse Energie Subsidie (LES) van de Provincie Limburg. Een groot deel van deze subsidie is speciaal gereserveerd voor de huurders. De andere subsidie wordt beschikbaar gesteld door de deelnemende woningcorporaties. Om ervoor te zorgen dat huurders verzekerd kunnen zijn van panelen van een goede kwaliteit en scherpe prijs heeft “Zonnig Limburg” hierover afspraken gemaakt met marktpartijen.
16
De beleidsnotitie “Huisvesting arbeidsmigranten en woonurgente groepen” is in april 2012 vastgesteld en goedgekeurd door het bestuur en RvC. Naar aanleiding hiervan is de werkgroep Arbeidsmigranten opgestart en deze onderzoekt de mogelijkheden van het huisvesten van Woonurgente in woningen, via transformatie van gebouwen, woonunits en nieuwbouw. Er zijn diverse trajecten ingezet, voornamelijk in Noord-Limburg. De eerste resultaten verwachten we in 2013. We hebben diverse presentaties gegeven en meegewerkt aan workshops, zowel regionaal als landelijk. Dit aan overheden, woningcorporaties etc. Om meer inzicht te geven in de groep arbeidsmigranten, toekomst van komende stromen, de mogelijkheden. Verder heeft Rijksbouwmeester naar aanleiding van de positieve insteek van Wonen Limburg 2 trajecten gestart in Venray om onderzoek te doen naar de mogelijkheden van huisvesten van diverse groepen. Dit betrof het St. Annaterrein en het oude ROC-gebouw, dat tijdelijk dienst deed als gemeentehuis. Daarnaast heeft Wonen Limburg met enkele partners het idee ontwikkeld voor een bemiddelingspunt, waar de vraag naar tijdelijke huisvesting optimaal kan worden gematcht met het aanbod. Dit idee betreft de ontwikkeling van een website waarop tijdelijke huisvesting wordt aangeboden. Wij hebben 8 woningen verhuurd via werkgevers en 6 woningen verkocht aan de doelgroep.
Innovatie Kennis & Strategie
Compliance & Risk
Bestuurssecretariaat
Stuurlijn Mens & Maatschappij
Stuurlijn Vastgoed
Stuurlijn Bedrijfsondersteuning
3.2 en dit zijn de familie- en nevenstructuren
Stichting Wonen Limburg
Thuis in Limburg cv io
WL BEHEER DEELNEMINGEN BV
WL Beleggingen bv
WL ENERGIE BV
WL Holding bv
WL PROJECTONTWIKKELING BV
LEIGRAAF MIDDEN LIMBURG BV
Kranenveld bv
WL PARTICIPATIES BV
LOVERBOSCH VOF
ROPRO III BV
VOF CENTRUMPLAN LEENDE
3. ORGANISATIE
17
3.3 DOCHTER- EN ZUSTERONDERNEMINGEN
Wonen Limburg Energie BV
Loverbosch VOF (50% deelneming)
De Stichting Wonen Limburg is verbonden met diverse dochter- en zusterondernemingen. Die staan in het schema hieronder:
Het doel van deze vennootschap is het ontwikkelen en realiseren van producten en het verlenen van diensten. Ook dit gebeurt in het belang van de volkshuisvesting in de ruimste zin van het woord.
Het doel van deze vennootschap is: het gezamenlijk en voor gemeenschappelijke rekening en risico ontwikkelen, realiseren, en verkopen van koopwoningen op 2 percelen aan de Koestraat te Asten.
BELANG
EIGEN VERMOGEN (€)
JAARRESULTAAT (€)
VERSTREKTE LENINGEN (€)
(direct of indirect)
31-12-2012
2012
31-12-2012
Wonen Limburg Holding BV
100%
-2.515.622
-129.757
6.640.562
Wonen Limburg Participaties BV
100%
-3.340.278
-114.324
6.660.234
Wonen Limburg Projectontwikkeling BV
100%
991.849
17.873
Wonen Limburg Energie BV
100%
-3.802
-18.460
Wonen Limburg Beheer Deelnemingen BV
100%
-790.417
-15.802
Wonen Limburg Beleggingen BV
100%
8.013
-1.301
ROPRO III BV
50%
-814.902
-19.277
885.072
Kraneveld BV
50%
-132.751
-45.287
1.803.921
Loverbosch VOF
50%
-252
-42
1.574.172
Leigraaf Midden-Limburg BV
25%
-1.603.263
-153.717
4.456.196
VOF Centrumplan Leende
33%
1.552.049
-522.232
Woningstichting Weert
0%
-853.673
-50.477
Stichting Kantex
0%
136.491
45.251
Naam
960.839
Wonen Limburg Projectontwikkeling BV
Het doel van deze vennootschap is het:
Het doel van deze vennootschap is:
• v erwerven, administreren en beheren van aandelen in de rechtspersoonlijkheid bezittende vennootschappen; • uitoefenen van alle aan die aandelen verbonden rechten; • exploiteren, ontwikkelen, aan- en verkopen van registergoederen; • beleggen in roerende en onroerende zaken; • beleggen van vermogen in het belang van de volkshuisvesting binnen het werkgebied van Wonen Limburg.
• h et ontwikkelen van bouwprojecten en bestemmingsplannen; • het realiseren van deze bouwprojecten; • de verwerving, exploitatie of vervreemding van registergoederen; • het uitvoeren van alle werkzaamheden die voor de feitelijke realisatie van bestemmingsplannen nodig zijn; • het leveren van management.
Wonen Limburg Participaties BV
18
Leigraaf Midden-Limburg BV (25% deelneming)
Het doel van deze vennootschap is het:
• o ptreden als beherend vennoot; • oprichten en verwerven van, deelnemen in, samenwerken met en besturen en financieren van andere ondernemingen die werken in het belang van de volkshuisvesting binnen ons werkgebied.
• o ntwikkelen en realiseren van bestemmingsplannen; • realiseren van de daarin gelegen bouwprojecten; • uitvoeren van alle werkzaamheden die voor de realisatie van bestemmingsplannen nodig zijn; • het leveren van projectmanagement; • bemiddelen bij aan- en verkoop van registergoederen; • verwerven, handelen in en exploiteren plus financieren en vervreemden van registergoederen.
Wonen Limburg Beleggingen BV
Wonen Limburg Holding BV
Het doel van deze vennootschap is het oprichten en verwerven van, deelnemen in, samenwerken met en het besturen en financieren van andere ondernemingen. Deze andere ondernemingen zijn: commanditaire vennootschappen, vennootschappen onder firma en andere rechtspersonen die werken in het belang van de volkshuisvesting binnen ons werkgebied.
Wonen Limburg Beheer Deelnemingen BV
Het doel van deze vennootschap is het:
Dit alles in het belang van de volkshuisvesting binnen het werkgebied van Wonen Limburg.
Het doel van deze vennootschap is het: • v erwerven, administreren en beheren van aandelen in rechtspersoonlijkheid bezittende vennootschappen; • uitoefenen van alle aan die aandelen verbonden rechten; • exploiteren, ontwikkelen, aan- en verkopen van registergoederen; • het beleggen in roerende en onroerende zaken en het beleggen van vermogen. Ook hier geldt dat alles in het belang gebeurt van de volkshuisvesting binnen ons werkgebied.
VOF Centrumplan Leende (33% deelneming)
Het doel van deze vennootschap is het: • ontwikkelen en realiseren van bestemmingsplannen; • realiseren van de daarin gelegen bouwprojecten; • verkrijgen, opleveren, vervreemden, beheren, bezwaren, exploiteren, huren, verhuren, uitgeven in erfrecht/opstal en splitsen in appartementsrechten van onroerende zaken. De partners in dit project zijn 2 andere corporaties.
Ropro III BV (50% deelneming)
Thuis in Limburg
Het doel van deze vennootschap is het:
In 2010 is de Thuis in Limburg CV opgericht. Dit betreft een entiteit waarin 8 Limburgse woningcorporaties deelnemen met als doel het aanbieden van een overzichtelijke website waarop het woningaanbod in Limburg is opgenomen. Op de website worden huurwoningen, koopwoningen, parkeerplaatsen en garages aangeboden.
• o ntwikkelen van bouwprojecten en bestemmingsplannen; • realiseren van deze bouwprojecten; • verwerven, exploiteren of vervreemden van registergoederen; • uitvoeren van alle werkzaamheden die voor de realisatie van bestemmingsplannen nodig zijn; • leveren van management. Kraneveld BV (50% deelneming)
In 1995 is de besloten vennootschap Kraneveld BV opgericht. Wij nemen hierin deel voor 50%. De andere 50% is van Haegens Beheer BV Het doel van Kraneveld BV is het verwerven en ontwikkelen van gronden voor woningbouw. We kunnen hiermee veiligstellen dat we ook in het nieuwe uitbreidingsgebied van Horst woningen voor de doelgroep kunnen realiseren.
3. ORGANISATIE
19
3.4 Medewerkersverdeling
Afgelopen jaar organiseerden we workshops rondom strategisch en tactisch risicomanagement met de verschillende managementteams van de stuurlijnen. Met de Raad van Commissarissen en het directieteam actualiseerden we afgelopen jaar onze strategische risico’s.
Hieronder vindt u een overzicht van de medewerkersverdeling per 31 december 2012.
medewerkersverdeling per 31 december 2012 Full-time equivalents (fte’s) excl. oproepkrachten en gedetacheerden
251
Aantal medewerkers
286
32,9%
Percentage parttimers Percentage vrouwen
46,7%
Percentage mannen
53,3%
-
Full-time equivalents (fte’s) bij eigen onderhoudsdienst Aantal indiensttreders 2012
23
Aantal uitdiensttreders 2012
18
Aantal medewerkers in de leeftijdscategorie 20 - 35 jaar
61
Aantal medewerkers in de leeftijdscategorie 35 - 50 jaar
136
Aantal medewerkers in de leeftijdscategorie 50 - 65 jaar
86
Gemiddelde leeftijd Wonen Limburg - totaal in jaren
45
3.5 Risicomanagement, één deel van de medaille…
Risicomanagement
20
Op tactisch en operationeel niveau geven we ook aandacht aan proces- en risicomanagement. Dit geven we vorm door het benoemen en monitoren van risico’s op beide niveaus, samen met de verantwoordelijk manager of procesverantwoordelijke. Om te toetsen of we daadwerkelijk risico’s beheersen bespreken we frequent de voortgang van projecten met de verantwoordelijk manager en voeren we audits uit.
In 2013 professionaliseren we het risicomanagement verder op alle niveaus. We:
Binnen Wonen Limburg zijn de volgende niveaus te onderkennen:
Op elk niveau brengen we de risico’s in beeld en benoemen we de beheersmaatregelen.
We hebben niet alleen oog voor het voorkomen van schade, het gaat om het bereiken van onze doelstellingen. Hierbij hebben we ook aandacht voor risicogebieden als innovatie, projecten, productontwikkelingen en bijvoorbeeld samenwerking.
We brachten de operationele risico’s per proces in kaart en benoemden daarbij de beheersingsmaatregelen. In 2013 gaan we verder met het actualiseren en fine tunen van deze inventarisatie, door bij het uitvoeren van de audits deze risico’s en beheersingsmaatregelen te bespreken met de proceseigenaren. Hierdoor neemt de kennis op het gebied van risicomanagement bij de proceseigenaren toe.
Als Wonen Limburg zorgen we er continue voor dat we in control blijven en onze doelstellingen bereiken. De medaille kent 2 kanten: de prestatiekant en de risicokant. Om onze doelstellingen - vanuit de maatschappelijke opgave die er ligt - te bereiken, managen we onze risico’s. Daarom willen we nog meer grip krijgen en houden op onze risico’s. Graag leggen we uit hoe we risico’s managen en blijven beheersen. Daarbij zijn we vanuit de Governance Code verplicht aan te tonen op welke manier we onze risico’s beheersen.
1. Strategisch; 2. Tactisch; 3. Operationeel.
Risicomanagement maakt onderdeel uit van de planning & control cyclus. Periodiek vinden gesprekken plaats met managers, organiseren we workshops en implementeren we meer en meer risicomanagementinformatie in onze managementinformatie.
Project Control Framework
Begin 2012 rondden we het traject betreffende de beoordeling van de integrale projectportefeuille af. Naar aanleiding van deze beoordeling vond bijsturing plaats bij een deel van de projecten die niet voldoende passen bij onze huidige strategie. Daarnaast werden een paar projecten niet uitgevoerd of vond herijking van de projectstrategie plaats. Het gros van onze projecten past prima bij de core-business van een woningcorporatie, namelijk het huisvesten van sociaal zwakkeren in de samenleving.
Strategisch
Tactisch
Operationeel
Missie/Visie
Stafafdeling
De Cultuur
• • • • • • •
… brengen de risicostructuur in kaart; hoe is risicomanagement verankerd in de structuur, systemen en in de verschillende functies?; … stellen onze risicostrategie vast; … benoemen de risk respons op de benoemde strategische risico’s; … voeren nogmaals de maturity scan uit; … actualiseren de benoemde risico’s en de daarbij behorende beheersingsmaatregelen; … blijven de vaardigheden op het gebied van risicomanagement verbeteren door middel van gesprekken en workshops; … integreren risicomanagement in onze managementinformatie op bestuurlijk niveau, waarbij focus en integratie van risicomanagement centraal staan.
En verder ...
Verder stonden ook deze punten op de agenda. We: • … voerden alle geplande audits uit, met uitzondering van de audits vastgoedsturing en grondportefeuille. Als gevolg van de beoordeling van de projectenportefeuille was het niet langer zinvol om een audit uit te voeren. De audit op vastgoedsturing voeren we in 2013 uit; • ... voerden extra audits uit op het naleven van procedures, richtlijnen en afspraken op het gebied van nieuwbouw, onderhoud, renovatie en op het toepassen van het aanbestedingsbeleid voor specifieke projecten. De resultaten bespraken we met de proceseigenaar en met het bestuur. In 2012 voerden we een follow-up meting uit op naleving van benoemde acties; • … pasten procuratieregelingen aan doordat er een organisatieaanpassing heeft plaatsgevonden; • … adviseerden mee in een aantal belangrijke projecten, zoals de overgang van NCCW naar SAP; • … startten we het visitatietraject op. De resultaten van de visitatie zijn medio 2013 beschikbaar en worden dan gecommuniceerd met onze belanghebbenden; • … stelden voorafgaand aan het begrotingsproces een kadernota op. Daarin benoemden we alle uitgangspunten en kaders voor de begroting 2013-2017.
3. ORGANISATIE
21
4. Financieel verslag
Beleidswaarde
We kiezen er dus voor om niet de marktwaarde te realiseren, maar een lagere waarde die is gebaseerd op ons beleid. We noemen dat de beleidswaarde. Wij hanteren voor de beleidswaarde de volgende parameters:
Beleidswaarde 2,0%
Verwachte jaarlijkse huurstijging op lange termijn gemiddeld
4.1 Betrouwbaar financieel beleid Om maatschappelijke prestaties te kunnen blijven waarmaken, is een betrouwbaar financieel beleid nodig. 3 vragen zijn belangrijk om dat beleid te kunnen beoordelen: 1. 2. 3.
Hoe zetten we onze financiële middelen in? Hoe zorgen we ervoor dat we financieel gezond blijven? Kunnen we méér met ons vermogen doen zonder dat we te grote risico’s nemen?
beleid en dat heeft tot gevolg dat onze woningen veel minder opleveren dan de marktwaarde bedraagt. We noemen die lagere waarde de beleidswaarde. De beleidswaarde van ons woningbezit bedroeg eind 2012 ongeveer € 1.430 miljard. Het verschil tussen de marktwaarde en de beleidswaarde bedraagt dus € 851 miljoen. Dat is het bedrag dat we verwachten niet te ontvangen, omdat we een maatschappelijk beleid voeren. De waarde van de woningen is niet hetzelfde als ons vermogen. We hebben namelijk veel geld geleend om de woningen te kunnen bouwen. Verderop in dit hoofdstuk geven we een overzicht.
Jaarlijkse variabele lastenstijging gemiddeld
2,0%
Stijging van de onderhoudslasten op basis van de meerjarenonderhoudsbegroting
3,0% 5,25%
Disconteringsvoet
Minimaal: 15 jaar
Verwachte resterende levensduur van de betreffende activa
Maximaal: 50 jaar Voor inkomens meer dan € 43.000 is gerekend met 7,00%
De hoogte van de beleidswaarde wordt niet alleen door ons beleid bepaald, maar ook door de regelgeving van de overheid. Als we de beleidswaarde vergelijken met de marktwaarde, zien we dat de marktwaarde hoger ligt:
Deze 3 vragen beantwoorden we in dit hoofdstuk. marktwaarde/beleidswaarde
4.2 Investeren of uitgeven? In dit jaarverslag geven we een overzicht van onze activiteiten. Die activiteiten vinden we nodig om onze maatschappelijke doelen te bereiken. Daarvoor zetten we gericht geld in. Het is belangrijk daarbij een onderscheid te maken tussen onze investeringen en onze uitgaven. Het verschil is dat investeringen geld kosten, maar ook inkomsten opleveren. Bijvoorbeeld de bouw van een huurwoning kost geld, maar levert ook huur op. Bij uitgaven is dat niet het geval. Maar de overeenkomst is dat zowel investeringen als uitgaven maatschappelijk nuttig kunnen zijn. 4.2.1 Marktwaarde is hoger dan beleidswaarde
2.500 2000 1.500 1.000
500
0
2004
2005
Marktwaarde
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Beleidswaarde
We beschikken over een groot vermogen. Dat vermogen staat niet op de bank, maar is geïnvesteerd, voornamelijk in huurwoningen. De marktwaarde van ons bezit bedroeg eind 2012 ongeveer € 2.281 miljard. Door al ons vastgoed te verkopen, zouden we in theorie deze marktwaarde kunnen omzetten in geld. Na aflossing van onze leningen zou er dan € 1.583 miljard aan geld overblijven. Dat is veel geld. Maar wij zijn niet van plan de marktwaarde te realiseren. We willen de woningen niet allemaal verkopen, omdat we de huren betaalbaar willen houden. En we willen zorgen voor leefbare buurten en wijken. We hebben een maatschappelijk 22
4. FINANCIEEL VERSLAG
23
IPD/aeDex Corporatie Vastgoedindex (Marktwaarde)
Al vanaf het eerste uur nemen wij deel aan de IPD/aeDex Corporatie Vastgoedindex, afgekort de IPD/aeDex. Deze landelijke benchmark meet de prestaties van Wonen Limburg als investeerder en als beheerder. De IPD/aeDex geeft inzicht in het financiële rendement op ons vastgoed, gesplitst naar direct rendement (saldo van inkomsten en uitgaven) en indirect rendement (de waardegroei van het vastgoed). Bovendien vergelijkt de IPD/aeDex onze prestaties met die van de andere deelnemers.
2011
2011
2011
2012
2012
2012
Totaal
Direct
Indirect
Totaal
Direct
Indirect
IPD/aeDex
1,7
3,1
-1,4
-0,5
3,4
-3,9
Wonen Limburg
-1,7
2,7
-4,4
2,0
3,4
-1,4
Jaar Rendement
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat het rendement van de corporaties die aan de IPD/aeDex deelnemen in 2012 -0,6% bedroeg (Wonen Limburg 2,0%). Dit rendement heeft betrekking op het gedeelte “standing investments” van de portefeuille. Het rendement uit de dagelijkse bedrijfsvoering bleef met 3,4% (Wonen Limburg 3,4%) op peil. Wij hebben rendement op het geïnvesteerde vermogen nodig om onze activiteiten op het gebied van betaalbaarheid, leefbaarheid alsook de verbetering en vernieuwing van wijken en buurten te kunnen blijven betalen.
Dit lage rendement wordt voor een groot deel veroorzaakt door ons maatschappelijke beleid. Het resultaat van € 70,4 miljoen wordt aangewend om, buiten de bovengenoemde woning gerelateerde kosten, de betalingen van onder andere de rentelasten, de onrendabele investeringen, de rijks heffingen en de vennootschapsbelasting te doen.
4.2.2 Bewust minder verdienen Het belangrijkste resultaat van de grote investeringen is dat we daardoor in staat zijn om ruim 23.000 goede, betaalbare woningen te verhuren. Dat dit financiële consequenties heeft, blijkt uit het volgende overzicht uit de IPD/aeDex cijfers 2012 (= marktwaarde). Deze cijfers sluiten niet exact aan op de jaarrekening, maar op de cijfers welke gebruikt zijn ten behoeve van de IPD/aeDex. De inkomsten bestaan uit huur (€ 126,9 miljoen) en overige opbrengsten (€ 1,0 miljoen). Van deze € 127,9 miljoen aan inkomsten gaven we in 2012 € 57,5 miljoen uit aan kosten. De verdeling van de kosten is te zien in de grafiek.
27%
24
4.3.1 … het bewaken van de geldstroom
Omdat ons vermogen niet zomaar op een bankrekening staat, moeten we bij nieuwe investeringen zorgen dat we aan de financiële middelen komen. Er zijn ruwweg 2 manieren. We kunnen geld lenen en we kunnen bestaande woningen verkopen.
Wij bewaken onze liquiditeit zorgvuldig. Dit doen we door de inkomende en uitgaande kasstromen te begroten en vervolgens voortdurend te bewaken of er bijstellingen nodig zijn. We onderscheiden daarbij:
Financiële instellingen zijn bereid om geld aan ons te lenen. Het WSW staat voor een groot gedeelte van deze leningen garant. Hierdoor kunnen wij goedkopere leningen aantrekken. De waarde van ons bezit geldt voor het WSW als onderpand op de leningen en de gemeenten en rijk staan in de achtervang op deze leningen. De WOZwaarde van het onderpand is leidend voor het maximale bedrag dat Wonen Limburg kan lenen. Het plafond is 50% van de WOZ-waarde. Voor Wonen Limburg bedraagt deze verhouding momenteel circa 23%; er is dus voldoende ruimte.
• k asstromen uit operationele activiteiten; • kasstromen uit investeringsactiviteiten; • kasstromen uit financieringsactiviteiten. Het grootste deel van de afwijking ten opzichte van de begroting wordt veroorzaakt door het niet realiseren van geplande investeringskasstromen. De fluctuaties in de kasstromen uit nieuwbouw en verkopen vangen we op door de kasstromen uit treasury activiteiten met name de aan te trekken financieringen - aan te passen en tijdelijke overtollige middelen bij banken uit te zetten.
4.3 Financiële continuïteit gegarandeerd door … Dat we er om maatschappelijke redenen voor kiezen om niet het hoogste rendement te realiseren, brengt extra risico met zich mee. Het vraagt om een solide financieel beleid. We moeten zorgen dat onze financiële continuïteit is gegarandeerd. De financiële continuïteit garanderen wij door voortdurend de volgende punten te bewaken: • d e ontwikkeling van de geldstroom (liquiditeit); • de ontwikkeling van het jaarresultaat; • de ontwikkeling van onze vermogenspositie (solvabiliteit); • de ontwikkeling van de renterisico’s. (x € 1.000,-)
61%
Begroting
Jaarrekening 13% 5%
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
64.885
76.342
11.661
64.385
56.525
57.588
70.206
76.030
79.358
-30.258
-81.559
-53.318
-99.413
-91.769
-101.766
-112.105
-28.895
-24.402
-10.860
26.655
17.478
28.062
12.382
44.178
41.899
-47.135
-54.956
23.767
21.438
-24.179
-6.966
-22.862
0
0
0
0
Kasstroom uit operationele activiteiten
Kasstroom uit Verdeling totale kosten (X € 1.000.000,-)
Vooral het onderhoud is een grote kostenpost: 25% van de inkomsten gaven we uit aan onderhoud. Van de inkomsten uit verhuur resteert uiteindelijk na aftrek van bovenstaande kosten een resultaat van € 70,4 miljoen. Ten opzichte van de marktwaarde van de woningen, € 2.281 miljard, betekent dat een rendement van 3,1% voor het totale bezit van Wonen Limburg.
4.2.3 Geld lenen en huizen verkopen
investeringsactiviteiten
Onderhoud (31,8)
Verzekering/belasting (7,5)
Kasstroom uit
Beheer (15,7)
Overig (2,5)
financieringsactiviteiten
Toename/afname liquide middelen
4. FINANCIEEL VERSLAG
25
Verkoop van huurwoningen
Onrendabele investeringen
Een deel van de vernieuwing van onze voorraad betalen we uit de verkoop van huurwoningen. Voor de komende jaren verwachten we 150 woningen per jaar uit ons bestaande bezit te verkopen. In 2012 hebben we 131 woningen verkocht. Hierbij zijn 38 woningen meegenomen die aan de Gemeente Horst aan de Maas zijn verkocht en door de gemeente zullen worden gesloopt.
Omdat het de bedoeling is dat het verkopen van bestaande huurwoningen minimaal voldoende opbrengt om alle tekorten te dekken, moeten we deze ontwikkeling nauwgezet volgen. Dit doen we door maandelijks de opbrengsten af te zetten tegen de investeringsbudgetten. De opbrengsten worden ingezet bij: • o nze investeringen in het bestaand bezit (renovaties en herstructureringen); • onze investeringen in nieuwbouwhuurwoningen; • onze investeringen in eventuele aankopen van huurwoningen.
verkoop huurwoningen 450
350
Als het verkopen van huurwoningen méér opbrengt, is dat gunstig omdat we dan minder hoeven te lenen en daardoor in de toekomst minder rentelasten hoeven te dragen.
300
Hoe staan we ervoor?
250
Hieronder laten we zien, van welk gedeelte van onze investeringen wij verwachten dat het onrendabel zal zijn.
400
200 Onrendabele investeringen (percentage van totale investeringen)
150
60%
100 50% 50
40%
0
30% 2005 Werkelijk
2006
2007 Begroot
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
20%
10%
0%
2005 Werkelijk
26
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
Begroot
4. FINANCIEEL VERSLAG
27
4.3.2 … het bewaken van het jaarresultaat
Werkkapitaal
Voor de ontwikkeling van de liquiditeit op de korte termijn letten we op het werkkapitaal en de verhouding tussen de vlottende activa en kortlopende schulden (de current ratio)
Het boekjaar 2012 sloten we af met een positief resultaat van € 1,3 miljoen. In de begroting hielden we rekening met een negatief resultaat van € 11,7 miljoen. Dit positief verschil van € 13 miljoen komt door:
Het werkkapitaal zijn de inkomsten die we binnen 1 jaar verwachten te ontvangen, min de uitgaven die we binnen 1 jaar moeten doen. De verhouding tussen die 2 heet de current ratio.
(x € 1.000.000,-) Verschil tussen de begroting en de realisatie
Zo ontwikkelt ons werkkapitaal zich:
(x € 1.000,-) Begroting
Jaarrekening 2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
Vlottende activa
74.888
90.433
76.431
45.661
14.831
15.232
10.713
10.965
11.180
Kort lopende schulden
31.243
31.081
67.530
83.793
39.020
40.923
42.708
42.421
41.476
Werkkapitaal
43.645
69.352
8.901
-38.132
-24.189
-25.691
-31.995
-31.456
-30.296
Current ratio
2.40
2.91
1.13
0,54
0.38
0.37
0.25
0.26
0.27
Per 31-12 van jaar
Minder huuropbrengsten door hogere huurderving en latere oplevering van nieuwbouw
-0,2
Minder opbrengsten bij de verkopen van huur- en koopwoningen
-1,7
Meer geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf
0.6
Meer overige bedrijfsopbrengsten
1.4
Lagere afschrijvingskosten
0.2
Meer overige waardeveranderingen materiële vaste activa
-9.2
Minder onderhoud aan woningen; lagere uitgaven planmatig onderhoud
6,0
Meer overige bedrijfslasten
-0,7
Minder financiële lasten door minder rente leningen (minder aangetrokken leningen) en meer rentebaten
De prognose van onze current ratio tot 2017 laat zien dat er vanaf het jaar 2012 een korte termijn liquiditeitsbehoefte ontstaat. Om deze korte liquiditeitsbehoefte te financieren, is met onze huisbankier op dit moment een faciliteit tot maximaal € 30 miljoen overeengekomen.
Belastingen: afname van actieve belastinglatenties (verkoopportefeuille en leningportefeuille)
2.2
Deelnemingen
-0.3
Waardeverandering vastgoed o.b.v. stelselwijziging (implementatie nieuwe RJ 645)
14,1
Totaal verschil in begroot en gerealiseerd resultaat
13.0
4.3.3 … het bewaken van de solvabiliteit De solvabiliteit geeft aan welk deel van onze bezittingen is gefinancierd met eigen vermogen en welk deel met vreemd vermogen. Cruciaal bij de financiële beoordeling zijn de waarderingsgrondslagen van onze woningen en het andere vastgoed (de materiële vaste activa). In de jaarrekening 2011 gingen we nog van de waarderingsgrondslag historische kostprijs of lagere bedrijfswaarde uit. Voor 2012 zijn we overgestapt naar een waardering op bedrijfswaarde voor ons maatschappelijk vastgoed en een waardering op basis van marktwaarde (in verhuurde staat) van ons commercieel vastgoed. Door de veranderende waarderingsgrondslag is het eigen vermogen in 2012 hoger vastgesteld. 28
0,6
(meer liquiditeiten dan begroot)
De solvabiliteit zal hierdoor dan ook stijgen. Om een goede vergelijking van de solvabiliteit mogelijk te maken hebben we de huidige waardering met terugwerkende kracht ook toegepast op de balans per 31-12-2011.
4. FINANCIEEL VERSLAG
29
4.3.4 … het bewaken van de renterisico’s
Beleids- en marktwaarde
Op basis van deze waarderingsgrondslag geeft de vermogenspositie van onze balans het volgende beeld:
De leningenportefeuille (x € 1.000,-) 31-12-2012
31-12-2011
915.911
735.311
Voorzieningen en egalisatierekening
12.572
22.811
Vreemd vermogen op lange termijn
657.390
629.328
Vreemd vermogen op korte termijn
83.793
67.530
Eigen vermogen
Totaal vermogen
Op basis van onze verhoudingen per 31 december 2012 bedraagt de solvabiliteit 54,9% (per 31 december 2011: 50,5%). Dit is de verhouding tussen het eigen vermogen en het totaal vermogen.
1.669.666
1.454.980
In 2012 stonden renteaanpassingen en eindaflossingen op het programma voor een totaalbedrag van € 18 miljoen. In totaal hebben we in 2012 € 73 miljoen aan nieuwe leningen aangetrokken. (x € 1.000,-) Overzicht mutaties leningenportefeuille Renteherziening
Nieuwe leningen
Eindaflossingen
18.014
73.000
32.588
31-12-2012
31-12-2011
Bedrag mutatie
De leningenportefeuille per 31 december specificeren we als volgt:
De financiële faciliteit
Om daarnaast nieuwe woningen te kunnen bouwen of kopen moeten wij, net zoals de meeste particuliere huiseigenaren, leningen afsluiten. Deze financieringen trekken wij aan op de geld- en kapitaalmarkt. Hierbij is een goede solvabiliteit belangrijk om onze toegang tot de geld- en kapitaalmarkt te kunnen garanderen. Nieuw vreemd vermogen kunnen we tot op bepaalde hoogte aantrekken met garantie of borgstelling van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw, kortweg het WSW. Wij staan sinds 1993 ingeschreven als deelnemer. Vanaf medio 2007 beoordeelt het WSW ons volgens ‘Het nieuwe financieren’. Dit houdt in dat bij bepaling van de borgingswaarde van een corporatie het WSW in eerste instantie uitgaat van de verdiencapaciteit van de corporatie op basis van kasstromen. Uit de toekomstige operationele kasstromen moet voldoende geld komen om de financieringslasten te kunnen dragen. In tweede instantie kijkt het WSW naar de WOZ-waarde van het bezit, waarbij we maximaal 50% hiervan mogen financieren.
Aantal leningen Bedrag aan leningen (x € 1.000,-) Gemiddelde rentevoet van de leningenportefeuille
234
234
697.900
657.402
3,9%
4,1%
De gemiddelde rentevoet in 2012 is 3,9%. Hiermee is deze lager dan de gemiddelde rentevoet in 2011. In 2012 is er in totaal € 28,1 miljoen aan rente betaald en is er € 32,6 miljoen afgelost.
Voor de periode 2012-2014 mogen wij volgens deze toets € 183 miljoen onder garantie van het WSW lenen. Ieder jaar bekijkt het WSW dit opnieuw. Per 30 april 2013 mogen we nog € 53,6 miljoen lenen. Dit is voldoende voor onze resterende financieringsbehoefte tot en met medio 2013. In juni 2013 zal het WSW weer een nieuwe beoordeling maken voor de periode 2013-2015 op basis van de begroting 2013.
30
4. FINANCIEEL VERSLAG
31
De renterisico’s
Aflossingsfictie
Het WSW schrijft voor dat er een maximaal renterisico mag zijn van 15%. Het WSW kijkt hiervoor naar de renteconversies en aflossingen uitgedrukt in een percentage van de omvang van de leningen in portefeuille aan het einde van het jaar. In de komende 5 jaren voldoet Wonen Limburg aan deze norm. De rode lijn in de grafiek ontwikkeling renterisico geeft het renterisico conform de WSW-methodiek weer.
De exploitatiekasstroom uit de begroting is voldoende om de rente en de normatieve aflossing van 2% te voldoen. In ons financieel beleid streven we naar een operationele kasstroom (inclusief rente en aflossingsfictie van 2%) groter dan nul over de totale prognoseperiode van 5 jaar. Voor de periode 2013 tot en met 2017 voldoen we hier ruimschoots aan en komen we uit op gemiddeld overschot van € 16,5 miljoen.
Het bedrijfseconomische renterisico geeft aan hoeveel renterisico er is als nieuwe financieringen worden meegerekend. Rekening houdend met renteconversies die al zijn afgesloten bedraagt het bedrijfseconomische renterisico in 2013 nog 14,54%. Het bedrijfseconomische renterisico wordt in onderstaande grafiek weergegeven met een zwarte lijn.
Onderstaande grafiek geeft weer hoe de exploitatiekasstroom zich ontwikkelt.
Toetsing aflossingsnorm wsw (begroting 2013)
(x € 1.000,-)
40.000
30.000 ontwikkeling renterisico 20.000 renterisico x € 1.000,-
renterisico % 10.000
180.000
25,00
0
20,00
-10.000
160.000 140.000 120.000 15,00
100.000 80.000
10,00
60.000 40.000
-20.000
2013
2014
2015
2016
2017
5
20.000
Cashflow operationele activiteien
0
0
Genormeerde aflossing
Renteaanpassing niet afgedekt
Leningen icm Derivaten niet afgedekt
4.4 Beleggingen
Eindaflossing niet afgedekt
Bedrijfseconomisch renterisico
Financieringsbehoefte niet afgedekt
Renterisico WSW
Netto operationele kasstroom WSW
2013 2014 2015 2016 2017
Variabele lening (rente en terugstortfaciliteit)
32
De beleggingsportefeuille ultimo 2012 bestaat uit participaties in het WoonInvesteringsFonds (WIF). Het rendement op deze participaties bestaat in 2012 uit een vaste component van 2,25% en een variabele component van maximaal 3,25%. De onder voorwaarden toe te kennen variabele rente wordt uitgekeerd na vaststelling van de jaarrekening 2012 door de algemene ledenvergadering. Voor 2012 is er geen variabele rente vastgesteld.
4. FINANCIEEL VERSLAG
33
4.5 Over onze rentabiliteitspositie
Deze maatregelen betreffen onder meer:
Voor de bepaling van de rentabiliteitspositie zijn van belang:
• •
(x € 1.000,-) 2011
2012 Eigen vermogen Jaarresultaat Rentelasten vreemd vermogen
Totaal vermogen
915.911
735.311
1.313
-/- 36.078
28.081
27.332
1.669.666
1.454.980
De post rentelasten vreemd vermogen is gestegen doordat er voor een hoger bedrag leningen zijn afgesloten; de gemiddelde rente is echter gedaald naar 3,9% (was 4,1%). Het jaarresultaat uitgedrukt in een percentage van het eigen vermogen bedroeg in 2012 0,1% tegen -/- 4,9% in 2011. De rentabiliteit van het totale vermogen bedroeg in 2012 0,1%. Dit was -/-2,5% in 2011. 4.6 Het CFV beoordeelt Het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting, kortweg het CFV, houdt namens het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties toezicht op het financiële reilen en zeilen van woningcorporaties. Vanaf 1 januari 2008 hanteert het CFV een nieuwe beoordelingsmethodiek. Op basis van prognosegegevens 2012-2016 heeft het CFV vastgesteld dat onze voorgenomen activiteiten in financieel opzicht passen bij onze vermogenspositie. Dit heeft tot een continuïteitsoordeel A1 geleid. Uit het solvabiliteitsoordeel blijkt dat onze vermogensontwikkeling voldoende is. 4.7 Wat staat ons te wachten? Gevolgen (voorgenomen) kabinetsmaatregelen
Het huidige kabinet heeft in 2013 het woonakkoord gesloten. Hierin zijn diverse (voorgenomen) maatregelen opgenomen die ook Stichting Wonen Limburg zullen treffen.
34
de Wet verhuurderheffing. Deze wet geldt voor alle verhuurders met meer dan 10 huurwoningen in de gereguleerde sector. De heffing loopt naar verwachting op naar € 1,7 miljard in 2017; een door het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) opgelegde heffing voor saneringssteun voor 2013 van € 503 miljoen (4% van de huursom). Het CFV heeft reeds aangegeven dat rekening gehouden moet worden met een heffing voor saneringssteun in de jaren 2014 tot en met 2017 van respectievelijk 3%, 3%, 2% en 1% van de jaarlijkse huursom.
De verwachte financiële gevolgen voor Stichting Wonen Limburg bedragen:
is voor margin calls. Hiermee heeft Wonen Limburg voldoende ruimte om aan een 1% en 2% rentedaling te voldoen. Dit is ook een vereiste vanuit het CFV. Per 1 mei 2013 heeft Wonen Limburg € 4 miljoen aan onderpand gestort bij verschillende derivaatbanken. Belastingzaken
Wonen Limburg heeft ultimo 2012 2 actieve belastinglatenties gevormd. Eén actieve belastinglatentie heeft betrekking op de verkoopportefeuille over de jaren 2013 tot en met 2018 en de andere actieve belastinglatentie heeft betrekking op de lening portefeuille welke een gevolg is van de afspraken uit de ondertekende VSO2.
Met ingang van 1 januari 2012 is - vooruitlopend op de uitspraak van de Hoge Raad - de wet zodanig aangepast, dat een woningcorporatie niet langer een beroep kan doen op de herbestedingsreserve.
Wonen Limburg heeft haar verkoopportefeuille over de periode 2013 tot en met 2017 naar boven bijgesteld. Het gevolg is dat de actieve belastinglatentie met € 2,5 miljoen toeneemt. De actieve latentie voor de lening portefeuille neemt af met een bedrag van € 0,3 miljoen. De toename van de actieve belastinglatentie bedraagt in totaal € 2,2 miljoen en is ten gunste van het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen geboekt. De actieve belastinglatentie voor de verkopen bedraagt voor het jaar 2012 € 7,6 miljoen en voor de leningportefeuille € 1,6 miljoen. De actieve belastinglatentie is in de jaarrekening 2012 opgenomen onder de post ‘financiële vaste activa’.
Herbestedingsreserve
De hoge Raad heeft op 13 januari 2012 geoordeeld dat een woningcorporatie kan worden aangemerkt als een algemeen nut beogende instelling. Het voordeel voor Wonen Limburg van het verkrijgen van de ANBI-status is voornamelijk gelegen in de herbestedingsreserve. De herbestedingsresreve wordt gevormd ten laste van de in enig jaar behaalde fiscale winst.
Verhuurdersheffing (€)
Saneringssteun (€)
2013
374.707
5.200.000
2014
9.156.628
3.900.000
Horizontaal Toezicht (samenwerken vanuit vertrouwen)
Acute belastingdruk
2015
10.644.791
3.900.000
2016
11.925.074
2.600.000
2017
13.829.356
1.300.000
Bij Horizontaal Toezicht gaat het om wederzijds vertrouwen tussen Wonen Limburg en de Belastingdienst, het scherper naar elkaar aangeven wat ieders verantwoordelijkheden en mogelijkheden zijn om het recht te handhaven en het vastleggen en naleven van wederzijdse afspraken. Horizontaal Toezicht staat of valt met het gegeven dat Wonen Limburg, dan wel onze adviseur, nu of in ieder geval in de nabije toekomst de belastingprocessen in voldoende mate beheerst. Het convenant voor horizontaal Toezicht is door het bestuur, de RvC en de Belastingdienst op 26 november 2009 ondertekend. Door het toepassen van de ANBI-status zal Wonen Limburg in het kader van Horizontaal Toezicht een aantal tegenstrijdige aspecten met de Belastingdienst vooraf moeten bespreken.
Vanaf 2008 tot en met het jaar 2011 heeft Wonen Limburg gebruikgemaakt van de herbestedingsreserve. Hierdoor was de acute belastingdruk tot en met 2011 nihil. Door gewijzigde wetgeving kan Wonen Limburg vanaf 2012 geen gebruik meer maken van de herbestedingsreserve.
Actieve belastinglatentie
We hebben laten zien hoe we ons vermogen inzetten en hoe we ervoor zorgen dat we financieel gezond blijven. Maar ook lieten we zien dat we verwachten dat de financiële positie de komende jaren niet beter wordt.
JAAR
Stichting Wonen Limburg heeft de gevolgen van het kabinetsbeleid doorgerekend in haar kasstroomprognoses. De conclusie van Stichting Wonen Limburg naar aanleiding van deze berekeningen luidt dat zij aan de verwachte heffingen zal kunnen blijven voldoen zonder wezenlijke aanpassingen in de bedrijfsvoering (personeel, organisatie, onderhoud en investeringsvolume) te hoeven te doen en slechts in beperkte mate gebruik zal hoeven te maken van de verruiming van het verhuurbeleid. Derivaten
Wonen Limburg gebruikt derivaten om toekomstig renterisico af te dekken. De marktwaarde van deze derivaten is afhankelijk van de rentestand en schommelt dus dagelijks. Omdat de rente nu lager is dan op het moment van afsluiten van de derivaten hebben de derivaten een negatieve marktwaarde. Een onderdeel van derivaat contracten houdt in dat Wonen Limburg, indien de marktwaarde een bepaalde threshold overschrijdt, geld moet storten bij de derivaatbanken als zekerheid. Dit geld blijft echter van Wonen Limburg. Een rentedaling kan dus een liquiditeitsrisico voor Wonen Limburg vormen. Om hieraan te voldoen heeft Wonen Limburg een extra faciliteit van het WSW in gebruik die alleen bestemd
Een voorziening voor latente belastingvorderingen treffen we indien er verschillen bestaan tussen de commerciële en de fiscale waardering van balansposten. De berekeningen van de latente belastingvorderingen geschiedt tegen de op het einde van het verslagjaar geldende belastingtarieven of tegen de in de komende jaren geldende tarieven, voor zover reeds bij wet is vastgesteld. Deze wordt vervolgens contant gemaakt tegen de disconteringsvoet voor de bedrijfswaardeberekening minus het geldend vennootschapsbelastingtarief. Voor Wonen Limburg betekent dit dat er met een netto rente van 3,94% wordt gerekend.
Vanaf 2012 heeft Wonen Limburg een aantal opties om het voorlopige fiscale resultaat tot nihil te reduceren. Deze opties vereisen bij het opstellen van de jaarrekening 2012 meer onderzoek. Ondanks dat het onderzoek nog niet afgerond is, opteert Wonen Limburg voor een voorlopig fiscaal resultaat van nihil. 4.8 Financieel gezond
4. FINANCIEEL VERSLAG
35
5. jaarrekening 2012 en overige gegevens
(x € 1.000,-)
VLOTTENDE ACTIVA
31-12-2011
5 Voorraden 5.1
Vastgoed bestemd voor verkoop
8.127
10.837
5.2
Grondposities bestemd voor verkoop
4.562
7.336
5.3
Overige voorraden
0
257
12.689
18.431
3.499
6.487
6
5.1 Jaarrekening 2012
Onderhanden projecten
7 Vorderingen
5.1.1 Balans per 31 december 2012 (x € 1.000,-)
Activa
31-12-2012
31-12-2012
31-12-2011
7.1 Huurdebiteuren
1.446
1.247
7.2
Vorderingen op groepsmaatschappijen
2.775
1.834
7.3
Belastingen en premies sociale verzekeringen
0
15.962
7.4
Overige vorderingen
7.5
Overlopende activa
480
473
1.909
2.170
6.610
21.685
22.862
29.828
45.661
76.431
1.669.666
1.454.980
vASTE ACTIVA 8 1
Liquide middelen
Immateriële vaste activa
1.1 Computersoftware
1.371
0
1.371
0
SOM DER VLOTTENDE ACTIVA TOTAAL
2
Materiële vaste activa
2.1
Sociaal vastgoed in exploitatie
2.2 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie 2.3 Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie
1.425.507
1.188.801
45.061
42.501
7.700
6.999
1.478.268
1.238.302
3 Vastgoedbeleggingen 94.169
91.197
3.2 Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
3.988
3.603
3.3 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
5.609
4.950
103.766
99.750
3.1
Commercieel vastgoed in exploitatie
4
Financiële vaste activa
4.1
Deelnemingen in groepsmaatschappijen
4.2 Vorderingen op groepsmaatschappijen
8
9
5.086
5.081
403
482
4.4 Latente belastingvordering(en)
9.174
6.959
4.5 Leningen u/g
7.020
7.436
503
749
4.3 Andere deelnemingen
4.6 Te vorderen BWS-subsidies 4.7 Overige vorderingen
SOM DER VASTE ACTIVA
36
18.406
19.782
40.600
40.498
1.624.005
1.378.549
5. jaarrekening 2012 en overige gegevens
37
(x € 1.000,-)
passiva 9
EIGEN VERMOGEN
9.1
Algemene reserve
31-12-2012
5.1.2 winst- en verliesrekening over 2012
31-12-2011
915.911
735.311
BEDRIJFSOPBRENGSTEN
915.911
735.311
13 Huuropbrengsten 14
10 VOORZIENINGEN 10.1 Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen 10.2 Voorziening reorganisatiekosten 10.3 Overige voorzieningen
11
11.2 Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
5 16.822
642
1.540
17
Geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf
3.080
3.047
1.576
1.552
18
Overige bedrijfsopbrengsten
1.880
1.016
12.572
22.811
146.004
148.573
653.089
624.900
19
Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille
31.040
29.556
4.301
4.428
20
Overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille
657.390
629.328
21
Lonen en salarissen
22
Sociale lasten
Som der bedrijfsopbrengsten BEDRIJFSlasten
23 Pensioenlasten 32.501
24 Onderhoudslasten
10.625
25 Leefbaarheid
465
439
26
Lasten servicecontracten
5.766
7.968
27
Overige bedrijfslasten
Som der bedrijfslasten
1.100
1.281
15.706
14.716
83.793
67.530
1.669.666
1.454.980
BEDRIJFSresultaat
7.207
24.035
12.438
12.659
1.860
1.608
2.361
2.316
31.615
35.388
587
792
5.512
5.008
28.085
28.182
120.705
139.544
25.299
9.029
-2.204
-7.466
28
Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille
29
Waardeveranderingen van financiële vaste activa, van effecten en van verplichtingen
-511
0
30
Opbrengsten van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten
483
399
31
Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten
32
Rentelasten en soortgelijke kosten
Som der financiële baten en lasten
4.367
6.053
-28.081
-27.332
-23.742
-20.880
-647
-19.317
2.215
-14.139
-255
-2.622
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING NA BELASTINGEN
1.313
-36.078
JAARRESULTAAT NA BELASTINGEN
1.313
-36.078
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING VOOR BELASTINGEN
38
6.131
1
15.945
TOTAAL
121.552
6.543
7.578
44.811
12.6 Overlopende passiva
126.922
Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille
15 Overheidsbijdragen
12.2 Schulden aan leveranciers
12.5 Overige schulden
2011
16
12.1 Schulden aan kredietinstellingen
12.4 Belastingen en premies sociale verzekering
jaarrekening
2012
19.719
12 KORTLOPENDE SCHULDEN
12.3 Schulden aan groepsmaatschappijen
jaarrekening
10.354
LANGLOPENDE SCHULDEN
11.1 Schulden/leningen kredietinstellingen
Opbrengsten servicecontracten
(x € 1.000,-)
33
Belastingenresultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
34
Resultaat deelnemingen
5. jaarrekening 2012 en overige gegevens
39
5.1.3 KASSTROOMOVERZICHT (INDIRECTE METHODE)
(x € 1.000,-)
2012
5.1.4 Toelichting op de balans en winsten verliesrekening
2011
ALGEMEEN Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat
25.299
9.029
31.040
29.556
Aanpassingen voor: Afschrijvingen
Deze jaarrekening heeft betrekking op de periode 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012. Alle bedragen luiden in euro’s, tenzij anders vermeld.
Stelselwijzigingen
19.324
Consolidatie
-10.239
-6.563
14.728
-2.081
- mutatie voorraden
5.741
1.386
- mutatie onderhanden projecten
2.988
676
- mutatie operationele schulden
16.214
4.292
39.671
4.273
85.771
55.619
Stichting Wonen Limburg staat aan het hoofd van de groep welke bestaat uit Wonen Limburg Beleggingen B.V., Wonen Limburg Holding B.V., Wonen Limburg Energie B.V., Wonen Limburg Beheer Deelnemingen B.V., Wonen Limburg Projectontwikkeling B.V. en Wonen Limburg Participaties B.V. Daarnaast heeft Stichting Wonen Limburg een bestuurlijke verbinding met Woningstichting Weert en Stichting Kantex. Op grond van art. 2:406, lid 1 BW rust op het groepshoofd, Stichting Wonen Limburg een consolidatieplicht. Aangezien de gezamenlijke betekenis van de dochtermaatschappijen en de bestuurlijke verbindingen in financiële zin ultimo 2012 slechts zeer beperkt van invloed is op het inzicht dat de jaarrekening dient te geven in het vermogen en resultaat, maakt Stichting Wonen Limburg gebruik van de consolidatievrijstelling op grond van art.2:407 lid 1 sub a BW.
Waardeverandering materiële vaste activa Mutatie voorzieningen Verandering in werkkapitaal - mutatie operationele vorderingen
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest Opbrengst en waardeverandering financiële vaste activa Betaalde winstbelasting Resultaat op deelnemingen Kasstroom uit operationele activiteiten
4.714
6.345
-28.032
-27.676
-28
399
2.215
-20.404
-255
-2.622
64.385
11.661
-96.652
-75.249
973
5.074
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa Investeringen in vastgoedbeleggingen Investeringen in financiële vaste activa Kasstroom uit investeringsactiviteiten
-3.631
-4.970
-102
21.827
-99.413
-53.318
De dochtermaatschappijen en bestuurlijke verbindingen hebben geen personeel in dienst, hebben slechts geringe activiteiten in het verslagjaar en het financieel belang van zowel het balanstotaal, het resultaat als de onderliggende individuele posten is in verhouding tot het geheel te verwaarlozen.
Stichting Wonen Limburg past vanaf verslagjaar 2012 de herziene Richtlijn voor de jaarverslaggeving, 645 Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting (2011) toe. In deze herziene Richtlijn is een aantal belangrijke wijzigingen opgenomen. Zo heeft Stichting Wonen Limburg haar vastgoed in exploitatie geclassificeerd naar de categorieën sociaal vastgoed en commercieel vastgoed, waarbij het sociaal vastgoed als bedrijfsmiddel wordt aangemerkt. Als waarderingsgrondslag kiest Stichting Wonen Limburg de bedrijfswaarde- marktwaarde. Concreet betekent dit dat het sociale vastgoed gewaardeerd wordt tegen bedrijfswaarde en het commerciële vastgoed tegen marktwaarde. Het toepassen van de nieuwe RJ 645 kwalificeert als een stelselwijziging. Conform de verslaggevingsvereisten heeft Stichting Wonen Limburg de vergelijkende cijfers over het boekjaar 2011 herrekend naar de nieuwe waarderingsgrondslagen en als zodanig verwerkt in de jaarrekening. De effecten van de stelstelwijziging zijn retrospectief verwerkt in het beginvermogen.
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Ontvangsten uit langlopende schulden
60.563
51.892
Aflossingen langlopende schulden
-32.501
-34.414
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
28.062
17.478
Afname cq. toename geldmiddelen
-6.966
-24.179
Saldo liquide middelen 1 januari
29.828
54.007
Saldo liquide middelen 31 december
22.862
29.828
Mutatie geldmiddelen
-6.966
-24.179
40
5. jaarrekening 2012 en overige gegevens
41
Het cumulatieve effect van de stelselwijziging op het beginvermogen 2011 bedraagt € 549 miljoen en het effect op het resultaat 2011 bedraagt € 9 miljoen negatief en is als volgt weer te geven: (x € 1.000,-) 2011
Eigen vermogen 1 januari
252.868
Invloed van stelselwijziging toepassing RJ-645
548.906
Herrekend eigen vermogen 1 januari
801.774
Herrekend resultaat boekjaar (zie toelichting) Rechtstreeks vermogensmutatie 2011 cf. RJ-645 Herrekend eigen vermogen 31 december
-36.078 -36.152 729.544
De invloed van de stelselwijziging op beginvermogen 2011 kan als volgt worden uitgesplitst: Opwaardering DAEB-bezit naar bedrijfswaarde
551.178
Opwaardering niet-DAEB-bezit naar marktwaarde
6.975
Actieve belastinglatentie i.v.m. verkoop bestaand bezit
-9.247 548.906
Resultaat boekjaar: Voor stelselwijziging Invloed van stelselwijziging toepassing RJ-645 Resultaat boekjaar na stelselwijziging
-27.103 -8.975 -36.078
Grondslagen voor de waardering van de activa en passiva
Grondslag waardering als bedrijfsmiddel en waardering tegen actuele waarde gebaseerd op bedrijfswaarde:
1
Sociaal vastgoed in exploitatie wordt gewaardeerd tegen de actuele waarde gebaseerd op bedrijfswaarde. De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante waarde van de geprognosticeerde kasstromen van de kasstroomgenererende eenheid uit hoofde van toekomstige exploitatieopbrengsten en toekomstige exploitatielasten over de geschatte resterende looptijd van de investering. De indeling naar kasstroomgenererende eenheid is gedefinieerd op complexniveau. Stichting Wonen Limburg kiest voor deze indeling van de kasstroomgenererende eenheden aangezien deze aansluit bij haar interne bedrijfsvoering en hierbij de basis vormt voor haar vastgoedsturing. De reële waarde wordt afhankelijk gesteld van de voorgenomen bestemming van de complexen. De onroerende zaken kunnen voor langere of kortere termijn voor verhuur worden aangehouden.
1.1 Computersoftware
Gekochte softwarelicenties worden gewaardeerd op het bedrag van de bestede kosten, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De jaarlijkse afschrijvingen bedragen een vast percentage van de bestede kosten, zoals nader in de toelichting op de balans is gespecificeerd. De economische levensduur en de afschrijvingsmethode worden aan het einde van elk boekjaar opnieuw beoordeeld. Uitgaven die worden gemaakt voor de productie van identificeerbare en unieke softwareproducten van Stichting Wonen Limburg worden geactiveerd. Dergelijke intern vervaardigde immateriële vaste activa worden geactiveerd indien het waarschijnlijk is dat er economische voordelen zullen worden behaald en de kosten betrouwbaar kunnen worden vastgesteld. Uitgaven samenhangend met onderhoud van softwareprogramma’s en uitgaven van onderzoek worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening. 2
De invloed van de stelselwijziging op het resultaat 2011 kan als volgt worden uitgesplitst:
Immateriële vaste activa
Materiële vaste activa
Resultaat op DAEB-bezit
-9.516
Resultaat op niet-DAEB-bezit
-5.724
2.1 Sociaal vastgoed in exploitatie
Mutatie actieve belastinglatentie i.v.m. verkoop bestaand bezit
6.265
Grondslag sociaal vastgoed in exploitatie geclassificeerd als bedrijfsmiddel:
-8.975
Sociaal vastgoed omvat woningen in exploitatie met een huurprijs onder de huurtoeslaggrens, het maatschappelijk vastgoed en het overige sociale vastgoed. De huurtoeslaggrens is een algemeen huurprijsniveau dat jaarlijks per 1 juli door de minister voor Wonen en Rijksdienst wordt vastgesteld. Ultimo 2012 bedraagt deze grens € 664,66 (2011: € 652,52). Maatschappelijk vastgoed is bedrijfsonroerend goed dat is verhuurd aan maatschappelijke organisaties, waaronder zorg-, welzijns-, onderwijs- en culturele instellingen en dienstverleners en tevens is vermeld op de bijlage zoals deze is opgenomen in de Beschikking van de Europese Commissie d.d. 15 december 2009 aangaande de staatssteun voor toegelaten instellingen. Stichting Wonen Limburg kwalificeert het sociaal vastgoed als bedrijfsmiddel, aangezien Stichting Wonen Limburg een beleid heeft dat gericht is op het realiseren van de volkshuisvestelijke taken. Het volkshuisvestelijk beleid staat hierbij centraal. 42
De kasstroomprognoses zijn gebaseerd op redelijke en onderbouwde veronderstellingen die de beste schatting van de directie weergeven van de economische omstandigheden die van toepassing zullen zijn gedurende de resterende levensduur van het actief. De kasstromen zijn gebaseerd op de eind 2012 intern geformaliseerde meerjarenbegroting en bestrijken een periode van 5 jaar, behoudens de verwachte kosten van groot onderhoud en overige contracten met een werkingsduur van meer dan 5 jaar. De kosten van planmatig onderhoud worden gebaseerd op de in de meerjarenonderhoudsbegroting onderkende cycli per component. Voor latere jaren wordt uitgegaan van de verwachte gemiddelde groeivoeten voor inflatie, huurstijging en rente alsmede genormeerde lastenniveaus. Uitgaven na eerste verwerking (de zogeheten nainvesteringen) die leiden tot een waardeverhoging van het actief, worden geactiveerd. Periodiek groot onderhoud wordt indien toegestaan geactiveerd. De lasten van onderhoud, niet zijnde periodiek groot onderhoud, waaronder renovatie, onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat er geen sprake is van een waardeverhoging van het actief. De lasten van dergelijk onderhoud worden ten laste gebracht van het resultaat op het moment dat deze zich voordoen. Afschrijvingen worden berekend over de bedrijfswaarde. De bedrijfswaarde is gesplitst naar de componenten grond en opstal. Over het aandeel van de grond wordt
5. jaarrekening 2012 en overige gegevens
43
niet afgeschreven. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming.
Ingenomen grondposities worden onder deze post verwerkt tegen verkrijgingsprijs en bijkomende kosten. Rentetoerekening vindt eerst plaats nadat ontwikkelactiviteiten zijn gestart.
De initiële herwaardering van het sociaal vastgoed in exploitatie naar actuele waarde is rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt in een herwaarderingsreserve. De hierop volgende jaarlijkse waardeveranderingen worden als volgt in de jaarrekening verwerkt:
Afschrijving vindt plaats na ingebruikneming van de complexen.
•
•
en waardevermeerdering van een complex onder E het sociaal vastgoed wordt in beginsel direct ten gunste van de herwaarderingsreserve gebracht. Uitzondering betreft het geval wanneer voor een complex in het verleden een afwaardering ten laste van het resultaat is gebracht. In die situatie worden waardevermeerderingen van ditzelfde complex als positief resultaat in de winst-en-verliesrekening verwerkt, voor zover dit een terugname betreft van deze eerdere waardevermindering. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de terugneming nooit hoger is dan de boekwaarde die bepaald zou zijn indien in voorgaande jaren geen bijzonder waardeverminderingsverlies voor het complex zou zijn verantwoord. Een waardevermindering van een complex onder het sociaal vastgoed wordt in beginsel ten laste van het resultaat gebracht. Indien echter een herwaarderingsreserve voor dit complex gevormd is, wordt de waardevermindering direct ten laste van de herwaarderingsreserve gebracht tot het bedrag dat met betrekking tot het desbetreffende complex in de herwaarderingsreserve is opgenomen.
2.2 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie betreft complexen in aanbouw ten behoeve van toekomstige verhuurexploitatie. De complexen in aanbouw worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs en toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering onder aftrek van een bijzondere waardevermindering. Voorts wordt rente tijdens de bouw toegerekend. De geactiveerde rente wordt berekend tegen de gemiddelde rentevoet over het totale vreemde vermogen. Voor onroerende zaken waarvoor specifieke financiering is aangetrokken, wordt de interestvoet van deze specifieke financiering gehanteerd. Indien de bijzondere waardevermindering hoger is dan de waarde van de onroerende zaken in ontwikkeling, wordt de onroerende zaak op nihil gewaardeerd en wordt een voorziening aan de creditzijde van de balans opgenomen. 44
2.3 Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie
De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd op basis van de verkrijgingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. Op terreinen wordt niet afgeschreven. 3 Vastgoedbeleggingen 3.1 Commercieel vastgoed in exploitatie
Het commercieel vastgoed omvat woningen in exploitatie met een huurprijs boven de huurtoeslaggrens, het bedrijfsmatig vastgoed (niet zijnde maatschappelijk vastgoed) en het overige commercieel vastgoed. Grondslag classificatie als vastgoedbelegging en waardering tegen marktwaarde: Het commercieel vastgoed in exploitatie wordt gewaardeerd op basis van marktwaarde. De actuele waarde wordt vastgesteld volgens de Aedex. Winsten of verliezen, ontstaan door een wijziging in de Aedex van het commercieel vastgoed, worden verantwoord in de winsten-verliesrekening over de periode waarin de wijziging zich voordoet, onder de categorie “Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille”. Daarnaast wordt ten laste van de resultaatbestemming, hetzij ten laste van de overige reserves, een herwaarderingsreserve gevormd. De herwaarderingsreserve betreft het ongerealiseerde positieve verschil tussen de actuele waarde en de historische kostprijs. 3.2 Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden die zijn gekwalificeerd als een financieringstransactie worden gewaardeerd tegen actuele waarde gebaseerd op de bedrijfswaarde.
3.3 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie als vastgoedbelegging betreft complexen in aanbouw ten behoeve van toekomstige verhuurexploitatie als commercieel vastgoed. De complexen in aanbouw worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs en indien van toepassing verminderd met bijzondere waardeverminderingen. De verkrijgingsprijs bestaat uit materiaalkosten, toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering en toegerekende rente tijdens de bouw onder aftrek van een bijzondere waardevermindering uit hoofde van te dekken stichtingskosten.
vorderingen op de deelneming in mindering gebrachte voorzieningen voor oninbaarheid. 4.2 Vorderingen op groepsmaatschappijen
De vorderingen op groepsmaatschappijen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, welke gelijk zijn aan de nominale waarde, onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen. 4.3 Andere deelnemingen
Andere deelnemingen waarin geen invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd op nettovermogenswaarde. 4.4 Latente belastingvorderingen
De geactiveerde rente aan de huurwoningen wordt berekend tegen de gemiddelde rentevoet over het totale vreemde vermogen (4,5%) en te hanteren rentepercentage aan de ingenomen grondposities 6,2%. De bijzondere waardevermindering wordt bepaald door het verschil tussen de realiseerbare waarde (taxatiewaarde van het object of DCF van exploitatiekasstromen) en de stichtingskosten. Indien de bijzondere waardevermindering hoger is dan de waarde van de onroerende zaken in ontwikkeling, wordt de onroerende zaak op nihil gewaardeerd en wordt een voorziening aan de creditzijde van de balans opgenomen. Ingenomen grondposities worden onder deze post verwerkt tegen verkrijgingsprijs, bijkomende kosten en indien van toepassing verminderd met bijzondere waardeverminderingen. 4
Financiële vaste activa
4.1 Deelnemingen in groepsmaatschappijen
Deelnemingen in groepsmaatschappijen waarin invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd op de nettovermogenswaarde, doch niet lager dan nihil. Deze nettovermogenswaarde wordt berekend op basis van de grondslagen van Stichting Wonen Limburg. Deelnemingen met een negatieve nettovermogenswaarde worden op nihil gewaardeerd. Wanneer Stichting Wonen Limburg geheel of ten dele instaat voor schulden van de desbetreffende deelneming, respectievelijk de feitelijke verplichting heeft de deelneming (voor haar aandeel) tot betaling van haar schulden in staat te stellen, wordt een voorziening gevormd. Bij het bepalen van de omvang van deze voorziening wordt rekening gehouden met reeds op
Voor in de toekomst te betalen belastingbedragen uit hoofde van verschillen tussen commerciële en fiscale balanswaarderingen wordt een actieve belastinglatentie getroffen ter grootte van de som van deze verschillen vermenigvuldigd met het geldende belastingtarief. Op deze latentie wordt gecorrigeerd de in de toekomst te verrekenen belastingbedragen uit hoofde van beschikbare voorwaartse verliescompensatie, voor zover aannemelijk is dat de toekomstige winsten toereikend zijn voor de verrekening. Indien de verwachting is dat de latentie binnen een jaar gerealiseerd wordt, wordt deze onder de overlopende activa opgenomen. Indien verwachting is dat realisatie langer dan één jaar gaat duren wordt de latentie onder de financiële vaste activa opgenomen. De actieve belastinglatentie voor verkoop bestemd bezit heeft betrekking op de verschillen tussen de commerciële waarde van de vaste activa in exploitatie en de fiscale waarde per ultimo boekjaar. De actieve belastinglatentie is gebaseerd op het geldend vennootschapsbelastingtarief en wordt contant gemaakt tegen de disconteringsvoet voor de bedrijfswaardeberekening minus het geldend vennootschapsbelastingtarief. 4.5 Leningen u/g
De verstrekte leningen (leningen u/g) worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, welke gelijk zijn aan de nominale waarde, onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen. 4.6 Te vorderen BWS-subsidies
De onder de financiële vaste activa opgenomen vordering uit hoofde van binnen het Besluit Woning gebonden Subsidies (BWS) toegezegde bedragen (contante waarde van de uitbetalingen) wordt jaarlijks verminderd met de
5. jaarrekening 2012 en overige gegevens
45
door de budgethouders beschikbaar gestelde bedragen. De uitbetalingstermijn is afhankelijk gesteld van de disconteringsvoet en beloopt vanaf de vaststelling van de subsidie maximaal 30 jaar. 4.7 Overige vorderingen
De overige financiële vaste activa worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, welke gelijk zijn aan de nominale waarde, onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen.
Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen. Liquide middelen
De liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder de kortlopende schulden. De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Indien middelen niet ter vrije beschikking staan, dan wordt hiermee bij de waardering rekening gehouden. 10 Voorzieningen
5.1 Vastgoed bestemd voor verkoop
5.2 Grondposities bestemd voor verkoop
De grondposities beschikbaar voor verkoop worden gewaardeerd tegen de historische kostprijs danwel de lagere taxatiewaarde indien de bestemming van deze grond dat rechtvaardigd. 5.3 Overige voorraden
De voorraad onderhoudsmaterialen waarderen we tegen laatst betaalde inkoopprijzen. 6
Onderhanden projecten
De onderhanden projecten waarderen we tegen de vervaardigingsprijs. Deze prijs verminderen we met verliezen op de balansdatum die we al kunnen voorzien. De vervaardigingsprijs omvat de betaalde bouwtermijnen en de overige kosten die we rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen toerekenen. Hieronder valt ook een opslag voor indirecte kosten. De al gefactureerde termijnen brengen we in mindering op de onderhanden werken. Reeds gemaakte uitgaven ten opzichte van de prognose voor zover de koopwoningen zijn verkocht.
10.1 Voorziening onrendabele investeringen en
De aangetrokken leningen van overheid en kredietinstellingen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met aflossingen op basis van het annuïteiten-, het lineaire-, fixe- dan wel dynamisch kostprijssysteem. Het kortlopend deel van de leningen, de aflossingsverplichting voor het komend jaar, is onder de kortlopende schulden verantwoord. Stichting Wonen Limburg maakt gebruik van derivaten om het rente- en kasstroomrisico af te dekken. Voor de verwerking, waardering en resultaatbepaling, past Wonen Limburg met betrekking tot deze derivaten (hedgeinstrumenten) kostprijshedge-accounting toe.
herstructureringen
In de jaarrekening worden naast juridisch afdwingbare verplichtingen tevens feitelijke verplichtingen verwerkt die kunnen worden gekwalificeerd als “intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd”.
De kortlopende schulden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Hiervan is sprake wanneer uitingen namens de woningcorporatie zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake toekomstige herstructureringen en toekomstige nieuwbouwprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces van de woningcorporatie rondom projectontwikkeling en herstructurering. Van een feitelijke verplichting is sprake indien de formalisering van de verplichting heeft plaatsgevonden. De voorziening wordt gevormd bij het nemen van het bestuursbesluit.
De terugkoopverplichting van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden wordt gewaardeerd tegen de waarde van het gedeelte van het economisch eigendom op het moment van verkoop. Conform de verkoopovereenkomst heeft Stichting Wonen Limburg echter een terugkoopverplichting met betrekking tot deze woningen.
11.2 Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
De reeds gedane betalingen worden tot maximaal de hoogte van de voorziening ten laste van deze voorziening gebracht. Indien er meer betaald is dan voorzien, wordt het meerdere geactiveerd onder de vastgoed in ontwikkeling.
12 Kortlopende schulden
De kortlopende schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde (indien deze lager is dan de verkrijgings-/vervaardigingsprijs) en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, welke gelijk kan zijn aan de nominale waarde. Grondslagen voor de bepaling van het resultaat
10.2 Voorziening reorganisatiekosten
De reorganisatievoorziening heeft betrekking op kosten in verband met de reorganisatie van activiteiten en wordt gevormd indien voor Stichting Wonen Limburg een feitelijke verplichting is ontstaan. De voorziening wordt tegen nominale waarde gewaardeerd. 10.3 Overige voorzieningen
De vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde. Noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid worden in mindering gebracht.
Tenzij anders vermeld, worden de overige voorzieningen gewaardeerd tegen de nominale/contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de betreffende verplichtingen af te wikkelen.
en gemaakte servicekosten. Verrekening op basis van daadwerkelijke bestedingen vindt jaarlijks plaats. Gemaakte servicekosten worden verantwoord onder de lasten servicecontracten. 15 Overheidsbijdragen
Overheidsbijdragen betreffen de op grond van overheidsregelingen berekende jaarlijkse bijdragen in de exploitatietekorten van nieuw gebouwde en gerenoveerde complexen. 16 Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille
De post netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille betreft het saldo van de behaalde verkoopopbrengst minus de boekwaarde (bestaand bezit) dan wel de vervaardigingsprijs (projecten voor derden). Opbrengsten worden verantwoord op het moment van levering (passeren transportakte). Mogelijke verliezen op nieuwbouw koopprojecten worden verantwoord zodra deze voorzienbaar zijn. Projectopbrengsten uit hoofde van de onderhanden projecten worden als opbrengsten verwerkt in de winst-en-verliesrekening naar rato van de verrichte prestaties op balansdatum. 17 Geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf
Het gaat om toegerekende kosten van het eigen werkapparaat aan: • de investeringen in (im)materiële vaste activa; • servicekosten. 18
Overige bedrijfsopbrengsten
Hieronder verantwoorden we voornamelijk de kosten van administratieve handelingen die we doorberekenen aan derden. 19 Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille
13 Huuropbrengsten
7 Vorderingen
46
Langlopende schulden
11.1 Schulden/leningen kredietinstellingen
8
5 Voorraden
Vastgoed bestemd voor verkoop betreft de woningen, waarvan het huurcontract is beëindigd en te koop worden aangeboden. Vastgoed bestemd voor verkoop wordt gewaardeerd tegen de te verwachte nettoopbrengstwaarde. Deze netto-opbrengstwaarde wordt bepaald door individuele beoordeling van de voorraden. De netto-opbrengstwaarde is gebaseerd op een verwachte verkoopprijs, onder aftrek van nog te maken kosten voor voltooiing en verkoop.
11
De jaarlijkse huurverhoging is van overheidswege gebonden aan een maximum. Voor het verslagjaar 2012 bedroeg dit maximumpercentage 2,3%. De opbrengsten uit hoofde van huur worden aangemerkt als zijnde gerealiseerd in het jaar van opeisbaarheid daar bij tussentijdse beëindiging van het huurcontract geen terugbetalingsverplichting geldt. 14
Opbrengsten servicecontracten
Opbrengsten servicecontracten betreffen overeengekomen bijdragen van huurders en worden aangemerkt als zijnde gerealiseerd in het jaar van levering van de goederen en diensten. De bijdragen zijn voor de dekking van de te maken
De afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille worden gebaseerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de geschatte economische levensduur. Afschrijving van het actief vindt plaats tot de restwaarde is bereikt. De afschrijvingen op sociaal vastgoed in exploitatie worden gebaseerd op de bedrijfswaarde. Binnen de afschrijving op het sociaal vastgoed in exploitatie worden componenten onderkend met een verschillende levensduur. Naast de grond (geen afschrijving) en de opstal worden er geen afzonderlijke component erkend. Van een afzonderlijke component is sprake indien deze component meer dan 10 procent uitmaakt van de waarde 5. jaarrekening 2012 en overige gegevens
47
van het actief en/of indien de afschrijvingslast (als gevolg van een afwijkende levensduur van de component ten opzichte van de opstal) meer dan 10% afwijkt van de situatie dat geen component zou zijn onderkend.
verliezen, die ontstaan door een wijziging in de waarde van de vastgoedbeleggingen in het verslagjaar. 29 Waardeveranderingen van financiële vaste activa, van effecten en van verplichtingen
20 Overige waardeveranderingen van (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille
De overige waardeveranderingen worden gevormd door de waardevermindering die is ontstaan door gedurende het verslagjaar nieuw aangegane juridische en feitelijke verplichtingen met betrekking tot investeringen in nieuwbouw en herstructurering. 21-22 Lonen, salarissen en sociale lasten
Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst-enverliesrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden door de werknemers. 23 Pensioenlasten
Voor de grondslagen wordt verwezen naar de toelichting pensioenlasten. 24 Onderhoudslasten
Onder onderhoudslasten worden alle direct aan het verslagjaar toe te rekenen kosten van onderhoud verantwoord. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. 25 Leefbaarheid
Leefbaarheid omvat gemaakte kosten voor fysieke ingrepen die de leefbaarheid in buurten en wijken bevorderen. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden.
Waardering van effecten geschiedt tegen markt(beurs) waarde per balansdatum. De uit de mutaties in deze waarde voortvloeiende waardeveranderingen worden onder deze post verantwoord. 30 Opbrengsten van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten
Hiermee bedoelen we: • de ontvangen rente van langlopend uitgezette gelden; • de bijgeschreven rente op langlopende belegde geldmiddelen; • de toegerekende rente aan activa voor de exploitatie. 31-32 Financiële baten en lasten
Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen. Rentelasten worden geactiveerd voor kwalificerende activa gedurende de periode van vervaardiging van een actief, indien het een aanmerkelijke tijd vergt om het actief gebruiksklaar of verkoopklaar te maken. De te activeren rente wordt berekend op basis van de verschuldigde rente over specifiek voor de vervaardiging opgenomen leningen en van de gewogen rentevoet van leningen die niet specifiek aan de vervaardiging van het actief zijn toe te rekenen, in verhouding tot de uitgaven en periode van vervaardiging.
Sinds 1 januari 2008 vallen de woningcorporaties integraal onder de vigerende belastingwetgeving. Eind 2008 is er overeenstemming bereikt tussen Aedes en de belastingdienst betreffende de Vaststellingsovereenkomst 2 (VSO 2). De VSO 1 is eenzijdig in 2008 door de belastingdienst opgezegd. Stichting Wonen Limburg heeft de VSO 1 en VSO 2 getekend. Stichting Wonen Limburg heeft op basis van de uitgangspunten van VSO 1 en VSO 2 de fiscale positie ultimo 2012 en het fiscale resultaat 2012 bepaald. Doordat jurisprudentie inzake de uitwerking van VSO 1 en VSO 2 voor woningcorporaties nog ontbreekt, kan de werkelijk te betalen of te verrekenen belasting afwijken van de in de jaarrekening opgenomen schatting. 34 Resultaat deelnemingen
Als resultaat van deelnemingen waarin invloed van betekenis wordt uitgeoefend op het zakelijke en financiële beleid, wordt opgenomen het aan de woningcorporatie toekomende aandeel in het resultaat van deze deelnemingen. Dit resultaat wordt bepaald op basis van de bij Stichting Wonen Limburg geldende grondslagen voor waardering en resultaatbepaling. Grondslagen voor de opstelling van het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen en vlottende effecten. Het kasstroomoverzicht wordt ingedeeld in 3 verschillende activiteitencategorieën: • • •
kasstromen uit operationele activiteiten; kasstromen uit investeringsactiviteiten en; kasstromen uit financieringsactiviteiten.
33 Belastingen 26
Lasten servicecontracten
De gemaakte servicekosten voor huurders worden verantwoord onder de lasten servicecontracten in het verslagjaar waarop de servicekosten betrekking hebben. 27
Overige bedrijfslasten
De overige bedrijfslasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. 28 Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille
De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst-enverliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief.
Voor een goed inzicht worden de brutokasstromen opgenomen. Dit houdt in dat de ontvangsten en uitgaven afzonderlijk worden vermeld en dus niet worden gesaldeerd. Deze worden per groep van transacties en gebeurtenissen afzonderlijk weergegeven.
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille betreffen winsten of mogelijke
48
5. jaarrekening 2012 en overige gegevens
49
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS vaste Activa 1
(x € 1.000,-)
31-12-2012
31-12-2011
(x € 1.000,-)
Het verloop is als volgt:
IMMATERIËLE VASTE ACTIVA
sociaal
Vastgoed in
Onroerende en
vastgoed
ontwikkeling
roerende zaken ten
in exploitatie
bestemd voor eigen
dienste van de
exploitatie
exploitatie
1.013.865
77.357
16.631
443.166
0
-3.092
-268.230
-54.575
-6.540
1.188.801
22.782
6.999
19.719
0
42.501
6.999
7.876
94.360
2.043
87.497
-87.497
Dit betreft het primaire software pakket, dat in 2012 is aangekocht en waarvan in 2013 de implementatie gaat plaatsvinden. Boekwaarde per 1 januari
Een overzicht van de immateriële vaste activa is hierna opgenomen: computersofware 0
Boekwaarde per 1 januari
Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs Cumulatieve herwaarderingen Cumulatieve waardeveranderingen en afschrijvingen Boekwaarde 1 januari
Mutaties Investeringen
1.371
Boekwaarde per 31 december
1.371
Naar voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw
Boekwaarde
1.188.801
20%
Afschrijvingspercentage
Mutaties 2
Materiële vaste activa
Investeringen
2.1
Sociaal vastgoed in exploitatie
Overboeking projecten tegen aanschafwaarde
Woningen en woongebouwen in exploitatie Onroerende goederen niet zijnde woningen
1.402.819
1.173.719
22.688
15.082
1.425.507
1.188.801
45.061
42.501
Desinvesteringen Afschrijvingen
-847
-126
-39.820
-1.354
Subsidies Overboeking naar voorraden (nieuwbouw koop)
2.2 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
Overboeking onrendabele investeringen nieuwbouw 2.3
Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie 3.694
3.906
Herwaarderingen
Inventaris
3.613
2.589
Overige waardeveranderingen en terugneming daarvan
TOTAAL MATERIËLE VASTE ACTIVA
-25.485
25.485
Herclassificatie/herkwalificatie
Kantoorgebouw
Vervoermiddelen
1.083
Overboeking van voorraden (nieuwbouw huur)
393
504
7.700
6.999
1.478.268
62
207.485
76
-1.343
Desinvesteringen waardeverandering -20.163
Onrendabele investeringen nieuwbouw 236.706
11.925
701
1.106.213
85.303
18.548
1.238.302 Boekwaarde per 31 december Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs Cumulatieve herwaarderingen Cumulatieve waardeveranderingen en afschrijvingen Boekwaarde 31 december
-296.026
-50.596
-7.832
1.425.507
34.707
7.700
10.354
0
45.061
7.700
Naar voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw
Boekwaarde
50
-3.016
615.321
1.425.507
5. jaarrekening 2012 en overige gegevens
51
Investeringen
Afschrijvingstermijnen
Zekerheden
Actuele waarde
Het bij ‘onroerende zaken in exploitatie’ vermelde bedrag betreft voornamelijk investeringen tegen een huurverhoging en levensduurverlengende ingrepen.
De afschrijvingen zijn bepaald op basis van de levensduur:
Voor de als zekerheid voor leningen verbonden materiële vaste activa wordt verwezen naar de toelichting op de langlopende schulden.
De waarde van de onroerende zaken in exploitatie gebaseerd op bedrijfswaardebedraagt per ultimo 2012 € 1.429 miljoen (2011: € 1.192 miljoen).
Desinvesteringen
Onroerende zaken in exploitatie
Verzekeringen
Onder bedrijfswaarde wordt verstaan de contante waarde van de netto-omzet oftewel het saldo tussen toekomstige opbrengsten en kosten (exclusief rente en afschrijving), zoals deze is opgenomen in de toelichting op de jaarrekening.
Het bedrag aan desinvesteringen, vermeld bij de onroerende zaken in exploitatie, heeft in hoofdzaak betrekking op de verkoop van 130 woningen, waarvan 38 woningen aan gemeente Horst aan de Maas en de sloop van 78 woningen. Stichting Wonen Limburg heeft haar verkoopbeleid verankerd in een verkoopplan 2012 t/m 2020. Per ultimo 2012 zijn 2.997 woningen behorende tot de onroerende zaken in exploitatie geclassificeerd voor de verkoop.Hiervan worden naar verwachting 150 woningen op korte termijn (< 1 jaar) verkocht en 1.050 tot en met 2020. De boekwaarde van deze 150 woningen bedraagt circa € 3,5 miljoen.
lineair
Grond
n.v.t.
Opstal
50 jaar
Onroerende en roerende zaken ten
lineair
dienste van de exploitatie Kantoorgebouw
De onroerende en roerende zaken in exploitatie zijn verzekerd tegen het risico van brand- en stormschade. De verzekerde som bedraagt op balansdatum circa € 1,62 miljard. De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie zijn tegen de meest gebruikelijke voorwaarden en risico’s verzekerd. Onderverzekering is op basis van de polisvoorwaarden en afspraken uitgesloten.
30 jaar
Inventaris
5 jaar
Automatiseringsapparatuur
5 jaar
Vervoermiddelen
5 jaar
Bij de bedrijfswaardeberekeningen zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
De verwachte opbrengstwaarde bedraagt circa € 17,9 miljoen. uitgangspunten bedrijfswaardeberekeningen
2012
Afschrijvingen
Op alle bestaande en nieuwe activa in exploitatie wordt met ingang van boekjaar 2010 afgeschreven op basis van een lineaire afschrijving. Tot en met boekjaar 2009 gebeurde dit op basis van 6,5% annuïteit.
2,0%
Verwachte jaarlijkse huurstijging
7,0%
Verwachte jaarlijkse huurverhoging zittende huurders (inkomen meer dan € 43.000)
5 jaar
Inrekenen huurharmonisatie Jaarlijkse stijging onderhoudskosten
2014: 2,58%
2015 e.v. 3% 5 jaar
Inrekenen verkoop- en sloopplannen
2,0%
Jaarlijkse stijging exploitatielasten Minimale levensduur
15 jaar
Maximale levensduur
50 jaar
5,25%
Disconteringsvoet
Moment van discontering
Medio numerando
De onroerende en roerende zaken in exploitatie zijn in het kader van de onroerend goedbelasting gewaardeerd op € 3,141 miljard.
52
5. jaarrekening 2012 en overige gegevens
53
In deze bijlage wordt een toelichting gegeven op de mutatie in de bedrijfswaarde zoals bedoeld in alinea 214 van Richtlijn 645.
(x € 1.000,-)
(x € 1.000,-)
TOELICHTING MUTATIE BEDRIJFSWAARDE
31-12-2012
31-12-2011
Woningen en woongebouwen in exploitatie
60.158
58.293
Onroerende goederen niet zijnde woningen
34.011
32.904
94.169
91.197
3.603
5.465
-179
-86
3.1 Commercieel vastgoed in exploitatie
Gecorrigeerde bedrijfswaarde 2012
1.429.495
Gecorrigeerde bedrijfswaarde 2011
1.192.404
Mutatie in gecorrigeerde bedrijfswaarde gedurende verslagjaar
3 VASTGOEDBELEGGINGEN
237.091 3.2
Deze mutatie wordt veroorzaakt door de volgende effecten:
Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
Stand per 1 januari Woningen teruggekocht onder voorwaarden Woningen verkocht onder voorwaarden
A. Jaarresultaat Effect contante waarde en restant levensduur
8.605
Mutatie herwaardering
8.605
Stand per 31 december
91
0
473
-1.776
3.988
3.603
5.609
4.950
B. Gevolgen van aanpassingen van beleidsparameters en uitgangspunten In de huurprijscomponent
58.894
In de onderhoudslasten
-30.700
Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
In de bedrijfskosten, belastingen en verzekeringen en overige baten en lasten
-12.685
Per ultimo boekjaar heeft Stichting Wonen Limburg 67 woningen verkocht onder voorwaarden (per ultimo 2011 69 woningen). Indien deze woningen aan Stichting Wonen Limburg ter verkoop worden aangeboden, heeft zij hiertoe een terugkoopplicht tot maximaal de koopprijs wat voor deze woning is betaald. De terugkoopplicht met betrekking tot deze woningen staat op de balans verantwoord onder het lang vreemd vermogen “verplichting onroerende zaken verkocht onder voorwaarden”.
In de vermogenskostenvoet In de mutatiegraad
0 1.569
In de levensduur
14.289
In het verkoopbeleid
13.901
In het sloopbeleid In de restwaarde van de grond
3.569 -14.108
In de personeelskosten
41.199
In de verhuurdersheffing
79.388
In de inflatie
-25.088 130.228
3.3 Vastgoedbeleggingen in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
C. Gevolgen voor de mutaties in het bezit Nieuwbouw
67.014
Transformatie 2011-2012 en overig weggevallen vhe’s
-2.537 Het verloop is als volgt:
Gesloopt bezit
4.972
Commercieel
Vastgoed in
Verkocht bezit
-1.337
vastgoed
ontwikkeling bestemd
30.146
in exploitatie
voor eigen exploitatie
97.686
4.950
Mutaties woningwaarderingen
98.258 Boekwaarde per 1 januari Mutatie bedrijfswaarde verslagjaar t.o.v. bedrijfswaarde ultimo voorgaand verslagjaar
237.091
Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs Cumulatieve herwaarderingen
-6.489
0
Boekwaarde
91.197
4.950
Mutaties -587
6.375
Overboeking projecten tegen aanschafwaarde
5.716
-5.716
Overige herwaarderingen en terugneming daarvan
-2.157
0
2.972
659
Investeringen
Boekwaarde per 31 december 102.815
5.609
Onrendabele investeringen op basis van cumulatieve herwaarderingen
-8.646
0
Boekwaarde
94.169
5.609
Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs
54
5. jaarrekening 2012 en overige gegevens
55
Marktwaarde waardering (aeDex)
2012
2011
2,51%
3,06%
Algemene uitgangspunten Risicovrije disconteringvoet
(x € 1.000,-)
4
FINANCIËLE VASTE ACTIVA
31-12-2012
Deelnemingen
15 jaar
15 jaar
Prijsinflatie
2,13%
2,18%
De post deelnemingen bestaat per 31 december uit de volgende posten:
Looninflatie
2,13%
2,26%
Deelnemingen in groepsmaatschappijen
Bouwkosten
3,0%
3,11%
Vorderingen op groepsmaatschappijen
eind 2012
eind 2011
Exploitatietermijn
Moment van discontering
31-12-2011
Andere deelnemingen
8
9
5.086
5.081
403
482
5.497
5.572
Woningen Huurprijzen, markthuren ultimo jaar per woning meegenomen Leegwaarde worden jaarlijks vastgesteld per woning
4.1 Deelnemingen in groepsmaatschappijen
Onderhoudskosten worden op basis van vex-type per woning meegenomen
De post betreft de volgende deelnemingen: Zetel
Belastingen worden per gemeente op basis vex boekje opgenomen Verzekeringen worden op basis werkelijke kosten Wonen Limburg opgenomen Norm beheerskosten per woning
340
325
0,67%
0,67%
Aandeel in het
Nettovermogens-
Verkrijgingsprijs
geplaatste
waarde per
deelneming
kapitaal
31-12-2012
Opslag disconteringsvoet wordt per object jaarlijks vastgesteld Verwachte gemiddelde vrije verkoopwaardestijging Exit yield wordt per object jaarlijks vastgesteld
Horst aan de Maas
50%
0
18
Wonen Limburg Holding B.V.
Roermond
100%
0
18
Wonen Limburg Beleggingen B.V.
Roermond
100%
8
18
Wonen Limburg
Wonen Limburg
Kraneveld
Beleggingen B.V.
Holding B.V.
B.V.
9
0
0
Kraneveld B.V.
Bedrijfsonroerend goed (bog) Het verloop van deze post is als volgt:
Huurprijzen, markthuren ultimo jaar per contract meegenomen Beheerskosten, percentage van de markthuurwaarde
3% - 4%
3% - 4%
Looptijden van de contracten Onderhoudskosten, belastingen en verzekering bedragen per m2 opgenomen Exit yield wordt per contract jaarlijks vastgesteld
Stand per 1 januari
Opslag disconteringsvoet wordt per contract jaarlijks vastgesteld
Verworven deelneming Aandeel resultaat deelneming
Parkeergelegenheden Huurverhoging en markthuurwaardestijging
1,0%
2,5%
Vrije verkoopwaardestijging
1,0%
2,5%
114,76
112,29
45,27
44,17
7,0%
7,0%
Norm onderhoud voor garage Norm beheerskosten Exit yield
-1
-130
-45
8
-130
-45
130
45
0
0
Aanpassing tot nettovermogenswaarde
Stand per 31 december
8
Opslag disconteringsvoet wordt per object jaarlijks vastgesteld
De waarde van de vastgoedbeleggingen in exploitatie gebaseerd op bedrijfswaarde bedraagt per ultimo 2012 € 138 miljoen (2011: € 107 miljoen).
56
De deelnemingen Wonen Limburg Holding B.V. en Kranenveld B.V. hebben een negatieve nettovermogenswaarde. Om het financiële risico hiervan bij Stichting Wonen Limburg tot uitdrukking te brengen is de negatieve vermogenswaarde verrekend met de vordering uit hoofde van de leningen die Stichting Wonen Limburg op deze deelnemingen heeft.
5. jaarrekening 2012 en overige gegevens
57
(x € 1.000,-)
4.2 Vorderingen op groepsmaatschappijen
lening u/g Stichting
lening u/g Wonen
Kantex
Limburg Holding B.V.
(x € 1.000,-)
4.4
LATENTE BELASTINGVORDERING(EN)
31-12-2012
31-12-2011
6.959
30.345
Stand per 1 januari voor stelselwijziging
0
-9.247
Stand per 1 januari na stelselwijziging
6.959
21.098
Mutatie boekjaar
2.215
-14.139
Actieve belastinglatentie 31 december
9.174
6.959
5.016
21.791
Effect stelselwijziging Het verloop van deze post is als volgt: 1.014
4.067
Rente
0
101
Verstrekte leningen
0
87
-53
0
0
-130
961
4.125
Stand per 1 januari
Aflossingen Voorziening negatieve nettovermogenswaarde deelneming
Specificatie actieve belastinglatentie voor verkoop bestemd bezit: Stand per 1 januari voor stelselwijziging
Stand per 31 december
4.3
Andere deelnemingen
Zetel
% ingelegd
Aandeel in
kapitaal
kapitaal per 31-12-2012
De post betreft de volgende deelneming: Cooperatieve Vereniging “Thuis in Limburg” U.A.
Heerlen
47%
403
0
-9.247
Stand per 1 januari na stelselwijziging
5.016
12.544
Mutatie boekjaar
2.545
-7.528
Stand per 31 december
7.561
5.016
Fiscale waarde onroerend goed per 31 december
79.808
53.206
Commerciële waarde onroerend goed per 31 december
45.901
30.712
Verschil
33.907
22.494
30.244
20.064
7.561
5.016
1.943
2.290
-330
-347
1.613
1.943
Contante waarde verschil uitgaande van een netto-disconteringsvoet van 3,94%
6.452
7.772
Latentie gebaseerd op huidig vennootschapsbelastingtarief van 25,0%
1.613
1.943
Effect stelselwijziging
De latentie is gebaseerd op het verschil tussen de commerciële en fiscale waarde van het voor verkoop bestemd bezit.
Het verloop van deze post is als volgt: CV Thuis in Limburg Stand per 1 januari Verworven deelneming
482 0
Aandeel resultaat deelneming
-79
Stand per 31 december
403
Contante waarde verschil uitgaande van een netto-disconteringsvoet van 3,94% gerekend met een verwacht gemiddeld verkoopmoment
Latentie gebaseerd op huidig vennootschapsbelastingtarief van 25,0%.
Specificatie actieve belastinglatentie leningen: Stand per 1 januari Mutatie boekjaar
Stand per 31 december De latentie is gebaseerd op het verschil tussen de commerciële en fiscale waarde van de leningportefeuille.
Specificatie actieve belastinglatentie bij voorwaartse verliescompensatie:
58
Stand per 1 januari
0
6.263
Mutatie boekjaar
0
-6.263
Stand per 31 december
0
0
5. jaarrekening 2012 en overige gegevens
59
(x € 1.000,-)
(x € 1.000,-)
4.5
LENINGEN U/G
31-12-2012
31-12-2011
5.832
5.706
Lening u/g Medisch Centrum Pantaleon
688
717
Lening u/g Gemeente Maasgouw
500
1.011
0
2
7.020
7.436
Lening u/g Wooninvesteringsfonds
Personeelsleningen
Het verloop is als volgt:
Stand per 1 januari
Lening u/g
Lening u/g Medisch
Wooninvesteringsfonds
Centrum Pantaleon
5.706
717
0
0
Mutaties: Verstrekkingen/uitzettingen Aflossingen/onttrekkingen Bijschrijving rente/indexering
Stand per 31 december
Stand per 1 januari
0
-29
126
0
5.832
688
Lening u/g
Personeels-
Gem.Maasgouw
leningen
1.011
2
Mutaties: Verstrekkingen/uitzettingen
4.6
TE VORDEREN BWS-SUBSIDIES
Stand per 1 januari
31-12-2011
749
1.041
Mutaties in het boekjaar: Rente Ontvangen bijdragen
Stand per 31 december
28
37
-274
-329
-246
-292
503
749
Het in het komend verslagjaar beschikbaar te stellen deel van de te vorderen BWS-subsidies bedraagt € 220.566. (x € 1.000,-)
4.7
OVERIGE VORDERINGEN
Kortingsregeling “Kopen dichterbij”
Het verloop is als volgt:
Stand per 1 januari
31-12-2012
31-12-2011
18.406
19.782
18.406
19.782
Kortingsregeling
Kortingsregeling
“Kopen dichterbij”
“Kopen dichterbij”
19.782
18.424
89
3.718
Mutaties: 0
0
Verstrekkingen/uitzettingen
0
-2
Aflossingen/onttrekkingen
Afwaardering
-511
0
Bijschrijving rente/indexering
Stand per 31 december
500
0
Aflossingen/onttrekkingen
31-12-2012
Voorziening afwaardering
Stand per 31 december
Gezien de aard van de posten is het niet mogelijk in te schatten welk gedeelte komend verslagjaar vervalt.
-276
-155
-1.189
-705
0
-1.500
18.406
19.782
Kortingsregeling “kopen dichterbij”
Lening u/g Wooninvesteringsfonds
Lening u/g Medisch Centrum Pantaleon
De lening aan het Wooninvesteringsfonds betreft een achtergestelde lening met een onbepaalde looptijd. Met ingang van 2011 is de rente opgesplitst in een vaste rente van 2,25% en een variabele rente. De variabele rente wordt jaarlijks vastgesteld op basis van het resultaat van het Wooninvesteringsfonds.
De lening betreft de inrichtingskosten die over een periode van 20 jaar op de huurder worden verhaald via de huurprijs. Bij eerdere huuropzegging zal verrekening van de restwaarde van de inrichting plaatsvinden door middel van betaling ineens of verrekening in de huur.
Personeelsleningen u/g
Betreft de financiering van de aankopen van gronden die de Gemeente Maasgouw heeft aangekocht ter realisering van een gezamenlijk project in het kerkdorp Maasbracht. De lening is te allen tijde opeisbaar en aflosbaar met inachtneming van een opzegtermijn van tenminste 6 maanden.
In 2007 heeft Wonen Limburg de koopvariant “Kopen dichterbij” geïntroduceerd en eind 2011 is deze regeling beëindigd. Hiermee werd de doelgroep tot een bepaald bruto jaarinkomen de gelegenheid geboden om een woning met korting te kopen. In verband met de zekerheid omtrent het terugbetalen van de korting werd een tweede hypotheek ten gunste van Wonen Limburg gevestigd. De verleende korting wordt terugbetaald bij verkoop van de woning of voorafgaand aan de doorverkoop.
Lening u/g Gemeente Maasgouw
De leningen aan personeel betreffen leningen met een resterende looptijd van 1 jaar en een rentepercentage van 2,5%. De leningen worden verstrekt voor de aanschaf van goederen welke de uitvoering van de functie ten goede komen danwel hiervoor noodzakelijk zijn. Ultimo boekjaar zijn de leningen geheel afgelost. 60
5. jaarrekening 2012 en overige gegevens
61
(x € 1.000,-)
VLOTTENDE ACTIVA 5
VOORRADEN
5.1
Vastgoed bestemd voor verkoop
31-12-2012
31-12-2011
8.127
10.838
0
0
8.127
10.838
De van “zittende” huurders te vorderen huren ultimo boekjaar bedragen 0,68% (ultimo vorig boekjaar: 0,59%) van de bruto jaarhuur, zijnde 12 maal huur over december 2012. De voorziening wegens mogelijke oninbaarheid geeft het volgende verloop te zien: (x € 1.000,-)
Vervaardigingsprijs Af: Voorziening voor verwachte verliezen
Voorziening per 1 januari 5.2
Grondposities bestemd voor verkoop
Af: Voorziening voor verwachte verliezen
12.539
13.851
- ontvangen posten
-7.977
-6.515
- afgeboekte posten
4.562
7.336
Bij: dotatie voorziening dubieuze debiteuren Voorziening per 31 december
912
816
41
30
-307
-424
511
490
1.157
912
Overige voorraden
Vervaardigingsprijs
0
257
Af: Voorziening voor verwachte verliezen
0
0
0
257
6
31-12-2011
Af: vrijval wegens
Vervaardigingsprijs
5.3
31-12-2012
7.2
Vorderingen op groepsmaatschappijen 93
91
Wonen Limburg Energie B.V.
1.562
190
Kranenveld B.V.
1.120
1.552
2.775
1.834
Wonen Limburg Participaties B.V.
ONDERHANDEN PROJECTEN
Onderhanden projecten in opdracht van derden
3.499
Totaal gedeclareerde termijnen
Gepresenteerd onder de kortlopende schulden
7
VORDERINGEN
7.1
Huurdebiteuren
6.487
0
0
3.499
6.487
0
0
3.499
6.487
968
763
Op de vordering Kranenveld B.V. is een voorziening voor de negatieve netto vermogenswaarde van de deelneming op Kranenveld B.V. opgenomen ter waarde van € 132.790 (vorig boekjaar € 87.503).
Te vorderen huren, herstel- en vervolgingskosten: Te vorderen huren zittende huurders Te vorderen huren vertrokken huurders Te vorderen huren, herstel- en vervolgingskosten Af: voorziening wegens mogelijke oninbaarheid
619
416
1.016
980
-1.157
-912
1.446
1.247
De van “zittende” huurders te vorderen huren zijn naar maand van ontstaan en aantal huurders als volgt te specificeren:
Aantal huurders
Aantal huurders
Bedrag achterstand
Bedrag achterstand
31-12-2012
31-12-2011
31-12-2012
31-12-2011
tot en met 1 maand
741
778
227
211
2 t/m 3 maanden
363
283
361
246
Achterstand
4 maanden en meer
62
151
145
380
306
1.255
1.206
968
763
5. jaarrekening 2012 en overige gegevens
63
(x € 1.000,-)
(x € 1.000,-)
7.3
Belastingen en premies sociale verzekeringen
Vennootschapsbelasting
Toelichting vennootschapsbelasting
9
EIGEN VERMOGEN
9.1
Algemene reserve
31-12-2012
31-12-2011
0
15.962
De invloed van het cumulatieve effect van de stelselwijziging(en) op het eigen
0
15.962
vermogen is als volgt weer te geven:
Reeds betaalde voorlopige aanslag 2009
0
6.167
Beginstand eigen vermogen volgens de jaarrekening
Reeds betaalde voorlopige aanslag 2010
0
5.407
Effect stelselwijziging(en) 1/1/2011
Reeds betaalde voorlopige aanslag 2011
0
4.388
Herrekend eigen vermogen 1/1
0
15.962
Per saldo te vorderen vennootschapsbelasting
31-12-2012
Realisatie herwaardering Mutatie herwaarderingsreserve Sociaal Vastgoed
7.4
Overige vorderingen
Nieuwbouw koopwoningen (vervallen gefactureerde termijnen) Overige posten
7.5
Mutatie herwaarderingsreserve VOV 52
225
Mutatie herwaarderingsreserve voor verkoop bestemde woningen
428
248
Resultaat boekjaar
480
473
Eigen vermogen volgens jaarrekening
0
398
Overlopende activa
Vooruit betaalde verzekeringspremie
240
162
Nog te ontvangen rente
405
752
1.264
858
1.909
2.170
LIQUIDE MIDDELEN
Boekwaarde per 1 januari
Realisatie uit hoofde van sloop 362
2.036
22.500
27.788
Kas
0
3
Kruisposten
0
1
22.862
29.828
Overige bank/spaartegoeden
Overige mutaties
Boekwaarde per 31 december
735.311
801.774
-10.134
-32.991
191.200
-1.385
473
-1.776
-2.252
5.767
1.313
-36.078
915.911
735.311
191.906
247.632
10.134
31.215
1.617
5.880
580
6
-12.387
-92.827
191.850
191.906
Het verloop van het niet-gerealiseerde eigen vermogen is als volgt:
Herwaarde-
Herwaarde-
Herwaarde-
ringsreserve
ringsreserve
ringsreserve
sociaal
commercieel
vastgoed
vastgoed in
vastgoed in
bestemd voor
exploitatie
exploitatie
verkoop
Boekwaarde per 1 januari 2012
517.624
17.472
8.309
Realisatie door afschrijving
-10.134
0
0
-1.617
-2
-5.716
De liquide middelen staan ter vrije beschikking van Stichting Wonen Limburg.
Realisatie uit hoofde van verkoop Realisatie uit hoofde van sloop Toename uit hoofde van stijging van de bedrijfswaarde
-580
0
0
201.033
0
0 0
-7.538
0
Herclasificaties/herkwalificaties
0
0
0
Overige mutaties
0
1.370
3.839
698.787
18.842
6.432
Afname uit hoofde van daling van de bedrijfswaarde
Boekwaarde per 31 december 2012
64
548.906
Het verloop van het gerealiseerde eigen vermogen is als volgt:
Realisatie uit hoofde van verkoop
Direct opvraagbaar Rekening courant banken
252.868
0
gerealiseerd vermogen en niet gerealiseerd vermogen.
Realisatie door afschrijving 8
735.311
Het aandeel van de rechtspersoon in het eigen vermogen is onder te verdelen in
Nog te ontvangen verkoop woningen
Overige posten
31-12-2011
5. jaarrekening 2012 en overige gegevens
65
(x € 1.000,-)
10
VOORZIENINGEN
31-12-2012
31-12-2011
19.719
28.638
10.1 Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen Het verloop van deze post is als volgt:
Saldo per 1 januari bij: dotatie/vrijval in het boekjaar
20.163
6.943
af: onttrekking in het boekjaar
-29.528
-15.862
Saldo per 31 december
10.354
19.719
Reorganisatievoorziening
Voorziening Keent
In verband met de organisatieverandering zijn toekomstige kosten voorzien die geen tegenprestatie meer genereren voor Wonen Limburg. Hierbij valt te denken aan doorlopende salariskosten van medewerkers die vrijgesteld zijn van werk, doorlopende (huur)kosten van (gedeeltelijk) leegstaande kantoorpanden. Deze kosten houden geen verband met het continueren van de reguliere bedrijfsactiviteiten.
In 2001 is een samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Weert en het samenwerkingsverband BALANS gesloten waarin BALANS een financiële bijdrage levert aan de verbetering van de leefbaarheid in de wijk Keent.
WS Weert
10.2 Voorziening reorganisatiekosten Het verloop van deze post is als volgt:
Saldo per 1 januari bij: dotatie/vrijval in het boekjaar af: onttrekking in het boekjaar
Saldo per 31 december
1.540
0
294
1.540
-1.192
0
642
1.540
Wonen Limburg huurt het kantoorpand te Weert van Woningstichting Weert. Evenals de andere kantoorpanden is dit pand getaxeerd en is de geschatte opbrengstwaarde lager dan de boekwaarde. Een afwaardering in de jaarrekening van WS Weert leidt tot een negatief vermogen van circa € 876.000. Wonen Limburg heeft een (informele) verplichting richting WS Weert om negatief vermogen bij te storten.
Voorziening uitgestelde beloningen
Met ingang van 2007 is het vormen van een voorziening van uitgestelde beloningen verplicht. In deze voorziening zijn de in de toekomst te verwachten uit te keren jubileumuitkeringen opgenomen. De hoogte van de voorziening is gebaseerd op grond van de CAO bepalingen. De voorziening is contant gemaakt tegen 4%.
Loopbaanontwikkelingsbudget
Op grond van de CAO bepalingen heeft een werknemer die op 1 januari 2010 in dienst is recht op een loopbaanontwikkelingsbudget van maximaal € 4.500 al naar gelang dienstverband en arbeidsduur, voor de periode 1 januari 2010 tot en met 31 december 2014. De hoogte van de voorziening is gesteld op 40% van het toegekende budget aan werknemers jonger dan 55 jaar minus de daadwerkelijk opgenomen bedragen.
Wonen Limburg heeft over boekjaar 2012 een verplichting tot het betalen van de zogenaamde crisisheffing voor medewerkers met een loon hoger dan € 150.000. Deze crisisheffing over boekjaar 2012 bedraagt (voor de oud-bestuurder R. de Jong) € 2.767.
(x € 1.000,-)
10.3 Overige voorzieningen
11
LANGLOPENDE SCHULDEN
31-12-2012
31-12-2011
Verplichting WS Weert
876
800
11.1 Schulden/leningen kredietinstellingen
Loopbaanontwikkelingsbudget
253
248
Het verloop van deze post is als volgt:
90
160
357
344
Keent Uitgestelde beloningen
1.576
Saldo per 31 december
1.552
De overige voorzieningen hebben een langlopend karakter
Het verloop is als volgt:
Stand per 1 januari
Voorziening
Loopbaanontwik-
WS Weert
kelingsbudget
Keent
Uitgestelde
800
248
160
344
76
20
0
25
0
-15
-70
-12
876
253
90
357
Boekwaarde per 1 januari
31-12-2012
31-12-2011
624.900
609.227
Bij: nieuwe leningen
73.000
52.000
Af: aflossingen
-32.501
-34.414
Af: mutaties aflossingsverplichting
-12.310
-1.913
Boekwaarde per 31 december
653.089
624.900
Waarvan langer dan 5 jaar
509.660
449.058
beloningen
Mutaties: dotaties onttrekkingen
Stand per 31 december
66
5. jaarrekening 2012 en overige gegevens
67
Rente- en kasstroomrisico
Hierna is de leningportefeuille uitgesplitst naar rentepercentage en naar resterende looptijd. (x € 1.000,-)
Rente-percentage
€
Resterende looptijd
€
Per ultimo boekjaar heeft Stichting Wonen Limburg 67 woningen verkocht onder voorwaarden (per ultimo 2011 69 woningen). Indien deze woningen aan Stichting Wonen Limburg ter verkoop worden aangeboden, heeft zij hiertoe een terugkoopplicht tot maximaal de koopprijs wat voor deze woning is betaald. De waarde met betrekking tot deze woningen staat op de balans verantwoord onder vastgoedbeleggingen “onroerende zaken verkocht onder voorwaarden”.
Roll over
40.000
< 1 jaar (kortlopend)
0% - 1%
22.000
van 1 tot 5 jaar
143.429
1% - 2%
1.688
van 5 tot 10 jaar
74.239
2% - 3%
2.416
van 10 tot 15 jaar
47.712
3% - 4%
188.594
van 15 tot 20 jaar
83.928
4% - 5%
421.519
> 20 jaar
5% - 6%
13.832
0
12.1 Schulden aan kredietintellingen
7.852
0
Kortlopend deel van de langlopende schulden
>6%
44.811
(x € 1.000,-)
12 KORTLOPENDE SCHULDEN
31-12-2012
31-12-2011
44.811
32.501
15.945
10.625
465
439
572
600
4.996
7.205
303.781
Ultimo 2012 hebben we kredietfaciliteiten bij ING en Rabobank voor een totaal bedrag van € 31,5 miljoen.
Rentevoet en aflossingssysteem
Rente-instrumenten
12.2 Schulden aan leveranciers
De gemiddelde rentevoet van de leningen bedraagt circa 3,91% (2011: circa 4,1%). De leningen worden ineens afgelost (fixe-leningen) of op basis van het lineaireannuïteiten- danwel het dynamisch kostprijshuursysteem. Van het totaal der langlopende schulden vervalt een bedrag van circa € 44,8 miljoen in het volgend boekjaar.
Wonen Limburg heeft derivaten (renteswaps) afgesloten met een nominaal bedrag van € 122 miljoen ultimo 2012. Uit hoofde van het swapcontract betaald Wonen Limburg een vaste rente en ontvangt een variabele rente. De swapcontracten zijn/worden gekoppeld aan een rollover leningen met eenzelfde bedrag. Aangezien er sprake is van een afgedekte contractpositie wordt de swap tegen kostprijs, zijnde nihil, gewaardeerd. De swaps die reeds zijn gestart dekt exact de variabele rentekasstromen uit hoofde van een rollover lening met gelijke hoofdsom. De totale hedge-relatie zorgt ervoor dat Wonen Limburg per saldo een vaste rente betaald. Per 31-12-2012 heeft de renteswapportefeuille een negatieve marktwaarde van € 35,3 miljoen. In 2012 zijn voor € 25 miljoen renteswaps gestart met een onderliggende lening. Ter afdekking van toekomstige renterisico’s zullen nog voor € 82 miljoen swaps starten welke al aangetrokken zijn. De swaps hebben een startdatum in de periode 2013-2020. Deze swaps zijn bedoeld om in de toekomst variabel rentende leningen af te dekken.
Schulden aan leveranciers
Borgstelling
Borgstelling van de leningen heeft tot een bedrag van € 666 miljoen plaatsgevonden door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Voor het restant van de portefeuille is door de gemeenten garantie verstrekt. Conform de deelnemersvoorwaarden van het WSW mogen de onderliggende complexen niet hypothecair worden bezwaard.
12.3 Schulden aan groepsmaatschappijen Rekening courant Woningstichting Weert
Over de rekening-courant wordt een marktconforme rente vergoed.
12.4 Belastingen en premies sociale verzekeringen Loonheffing en premies sociale verzekeringen Omzetbelasing Sociale lasten
Te verrekenen leveringen en diensten Overige posten
Saldo per 1 januari Mutatie aandeel woningen verkocht onder voorwaarden Woningen teruggekocht onder voorwaarden in het boekjaar Woningen verkocht onder voorwaarden in het boekjaar
Saldo per 31 december
68
31-12-2012
31-12-2011
4.428
4.536
0
0
-215
-108
88
0
4.301
4.428
7.968
1.012
1.121
88
160
1.100
1.281
11.788
11.739
1.115
1.267
820
884
12.6 Overlopende passiva Niet-vervallen rente
MVROM vooruitontvangen huurtoeslag Overige
11.2 Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
163
5.766 12.5 Overige schulden
Vooruitontvangen huur (x € 1.000,-)
198
1.983
826
15.706
14.716
5. jaarrekening 2012 en overige gegevens
69
Niet uit de balans blijkende rechten en
Hedge documentatie
Marktrisico
Doelstellingen risicobeheer
Wonen Limburg heeft geen effecten en loopt uit dien hoofde geen risico’s ten aanzien van de waardering hiervan.
verplichtingen
In het treasurystatuut van Wonen Limburg staan de kaders benoemd omtrent het beheersen van risico’s. De financiële instrumenten voldoen aan de kaders genoemd in het treasurystatuut. In het vigerende statuut is het gebruik van de afschermende rente-instrumenten toegestaan ter beheersing van het renterisico op zekere kasstromen. Het aangaan van rente-instrumenten mag alleen worden overeengekomen met kredietwaardige partijen met een rating van minimaal “very strong”. Tevens voldoen de financiële instrumenten aan de richtlijnen van het WSW.
Financiële instrumenten
Wonen Limburg maakt gebruik van derivaten om het rente- en kasstroomrisico af te dekken. Voor de verwerking, waardering en resultaatbepaling, past Wonen Limburg met betrekking tot deze derivaten (hedgeinstrumenten) kostprijshedge-accounting toe. Derivaten waarbij op het moment van afsluiten van het instrument niet exact te bepalen is welk mogelijk verlies geleden kan worden (open eind derivaten), zijn niet toegestaan. De marktwaarde van de derivaten, gebaseerd op de opgave van de banken, is ultimo 2012 € 35,3 miljoen negatief. Ultimo 2011 bedroeg de marktwaarde € 29,4 miljoen negatief.
Prijsrisico
Wonen Limburg heeft geen effecten en loopt uit dien hoofde geen risico’s ten aanzien van de waardering hiervan. Renterisico
Hedge strategie
Risico van wijzigingen in de rentevoet afdekken met derivaten.
De afgesloten derivaten zijn ultimo 2012 als volgt verdeeld in boekwaarde, nominale waarde en marktwaarde. (x € 1.000.000,-)
Interest rate swaps
boekwaarde
nominaal
marktwaarde
0
122
-35,3
Overig
0
0
0
Totaal
0
122
-35,3
Type hedge
Kostprijshedge accounting op basis van individuele leningen. Kostprijshedge accounting wordt toegepast op basis van de aansluiting van de kritische kenmerken van de instrumenten met de financieringen. Deze kenmerken zijn terug te vinden in de originele contracten. Afgedekte positie
De resterende looptijden van de derivaten zijn als volgt.
(x € 1.000.000,-)
tussen
Tussen
Tussen
Tot 1 jaar
1 - 5 jaar
5 - 10 jaar
1 - 20 jaar
> 20 jaar
Interest rate swaps
0
15
0
0
107
Overig
0
0
0
0
0
Totaal
0
15
0
0
107
(x € 1.000.000,-)
De derivaten starten nominaal als volgt in tijd. Tussen
Tussen
Reeds lopend
binnen1 jaar
1 -2 jaar
2 - 5 jaar
> 5 jaar
40
27
12
18
25
Wonen Limburg dekt de variabiliteit in kasstromen voortvloeiende uit toekomstige rentebetalingen gerelateerd aan huidige en toekomstige leningen af. Hierbij worden de kasstromen van de rentebetalingen van de afgesloten respectievelijk af te sluiten leningen per dag afgedekt. Deze kasstromen worden naar kalanderjaar gegroepeerd. Hedge instrumenten
Wonen Limburg maakt gebruik van rentederivaten om de variabiliteit van toekomstige kasstromen gerelateerd aan rentebetalingen van huidige en toekomstige leningen af te dekken. Wonen Limburg maakt gebruik van Interest Rate Swaps (IRS). Hierbij ontvangt Wonen Limburg een variabele rente van de tegenpartij en betaalt Wonen Limburg een vaste rente. Accounting
Interest rate swaps
Valutarisico
Wonen Limburg is alleen werkzaam in Nederland en loopt geen valutarisico.
Overig
0
0
0
0
0
Totaal
40
27
12
18
25
Het hedging instrument en de hedged items onderliggend aan de af te dekken rentebetalingen worden tegen kostprijs op de balans opgenomen en gewaardeerd. Hedge ineffectiviteit wordt in de winst-en-verliesrekening verwerkt.
Wonen Limburg loopt renterisico over de rentedragende vorderingen (met name onder financiële vaste activa) en rentedragende langlopende en kortlopende schulden. Voor vorderingen en schulden met variabele renteafspraken loopt de woningcorporatie risico ten aanzien van toekomstige kasstromen. Met betrekking tot vastrentende vorderingen en schulden loopt Wonen Limburg risico’s over de marktwaarde. Met betrekking tot vorderingen worden geen financiële derivaten met betrekking tot renterisico afgesloten. Met betrekking tot bepaalde vastrentende schulden heeft Wonen Limburg renteswaps afgesloten, zodat zij variabele rente ontvangt en vaste rente betaalt. Kredietrisico
Het gaat hierbij om het risico dat financiële instellingen niet aan hun contractuele verplichtingen kunnen voldoen. Door het spreiden van transacties over verschillende financiële instellingen wordt getracht dit risico te beperken. Verder dienen de financiële instellingen te voldoen aan enkele kredietwaardigheidseisen (rating). Dit is opgenomen in het Treasury Statuut. Ten slotte is in 2011 besloten om te kiezen voor wederzijdse verrekening van marktwaarden om het tegenpartijrisico bij het gebruik van derivaten te beperken. Ultimo 2012 is met 3 derivaatbanken een tweezijdige afspraak gemaakt om indien de marktwaarde van derivaten een bepaalde grenswaarde bereikt, tijdelijk een margin te storten of te ontvangen. In 2012 heeft enkele keren verrekening van een margin plaatsgevonden. Op 31-12-2012 is er geen margin gestort of ontvangen. De hoogte van het kredietrisico is afhankelijk van de grootte van het bedrag aan te betalen rente op de derivaten en de eventueel te storten margin door de financiële instellingen.
Van de derivaten die in de toekomst starten, heeft € 82,0 miljoen betrekking op nog aan te trekken leningen voor de herfinanciering van aflopende leningen. 70
5. jaarrekening 2012 en overige gegevens
71
Liquiditeitsrisico
NIET IN DE BALANS OPGENOMEN VERPLICHTINGEN
Het gaat hierbij om het risico dat over onvoldoende middelen wordt beschikt om aan de directe verplichtingen te kunnen voldoen. Dit geldt voor alle verplichtingen van Wonen Limburg en haar tegenpartijen, ongeacht of dit nu crediteuren of financiële instellingen zijn. Wonen Limburg heeft op verschillende manieren gewaarborgd dat zij altijd aan haar verplichtingen kan voldoen. Naast het aantrekken van langlopende leningen, zijn kasgelden rekening-courant faciliteiten beschikbaar. In enkele derivaatcontracten worden breakclauses genoemd welke individueel moeten worden beoordeeld. Specifiek voor de derivatenportefeuille is in 2012 een liquiditeitsbuffer aangehouden voor het eventueel verrekenen van marktwaarde. In 2012 heeft enkele malen verrekening van een margin plaatsgevonden. Per 31 december 2012 is er geen margin gestort of ontvangen. In 2013 bedraagt de verrekening nihil per d.d. 4 juni 2013.
EN NIET IN DE BALANS OPGENOMEN ACTIVA a Voorwaardelijke verplichtingen
e Kranenveld BV
•
Stichting Wonen Limburg heeft per 20-4-1995 een overeenkomst gesloten met Haegens Beheer B.V. tot de verkoop en levering van diverse bouwpercelen. Hiervoor heeft de Stichting Wonen Limburg en Haegens Beheer B.V. per 25 oktober 1995 de besloten vennootschap Kranenveld opgericht. Levering zal plaatsvinden op een nader te bepalen datum. Ultimo 2012 bedraagt de waarde van deze bouwpercelen € 504.000.
•
bligo aan het Waarborgfonds Sociale Woningbouw O uit hoofde van een door het Fonds geborgde lening, die opeisbaar wordt indien blijkt dat het aan het Fonds betaalde disagio niet voldoende is om de aanspraken op het fonds te dekken. Ultimo van het jaar bedraagt het obligo € 25.641.000. Verplichtingen uit de Wet Ketenaansprakelijkheid, voor de betaling van premies op grond van werknemers- en volksverzekeringen en van loon- en omzetbelasting bij uitbesteding van werk respectievelijk inlenen van arbeidskrachten (zijn er aanwijzingen dat de corporatie zal worden aangesproken dan dient voor dit risico een voorziening te worden getroffen).
Ultimo 2012 heeft Wonen Limburg de volgende bankgaranties afgegeven:
b PM-verplichtingen
Bankgaranties
• •
Bankgarantie ten gunste van Gemeente Venray
€ 309.400
B ankgarantie ten gunste van Van der Horst Vastgoedinitiatief
€ 143.924
B ankgarantie ten gunste van Gemeente Sittard
€ 75.000
Bankgarantie ten gunste van Gemeente Helden
€ 250.000
Bankgarantie ten gunste van Gemeente Maasgouw
€ 348.600
B ankgarantie ten gunste van Gemeente Roermond
€ 218.750
• •
ventuele leaseovereenkomsten e eventuele verkopen ontwikkelingsrechten/ bouwgronden eventuele financieringstransacties (reeds afgesloten geldleningen etc.) eventuele relaties met nevenstructuur (borgstelling, bankgaranties etc.)
c
Aangegane verplichtingen projecten
•
In het kader van projecten zijn er ultimo het boekjaar verplichtingen aangegaan tot een bedrag van € 63.166.464.
d VOF “Loverbosch”
In het kader van de overeenkomst met VOF “Loverbosch” heeft Wonen Limburg de verplichting om de gronden die zij in haar bezit heeft te leveren voor de gezamenlijke realisatie en ontwikkeling van dit project. De samenwerkende partner heeft zich middels een concerngarantie mede garant gesteld voor eventuele toekomstige waardeveranderingen. De waarden van de gronden bedraagt € 1,6 miljoen.
72
f
Gemeente Maasgouw
Stichting Wonen Limburg heeft overeenkomsten met de Gemeente Maasgouw afgesloten ter overname van diverse percelen. De totale afnameverplichting bedraagt ongeveer € 1 miljoen. g Fiscaliteit
Stichting Wonen Limburg staat met ingang van 1 januari 2008 aan het hoofd van de fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting waarin verder zijn opgenomen Wonen Limburg Beleggingen BV, Wonen Limburg Holding BV, Wonen Limburg Beheer Deelnemingen BV, Wonen Limburg Energie BV, Wonen Limburg Participaties BV. Deze neemt de over het resultaat af te dragen vennootschapsbelasting voor de gehele fiscale eenheid voor haar rekening. Er vindt geen verrekening plaats met de andere deelnemers van de fiscale eenheid. Op grond van het feit dat Stichting Wonen Limburg deel uit maakt van de fiscale eenheid is zij hoofdaansprakelijk voor de belastingschuld van de fiscale eenheid. h Afgesloten leningsovereenkomsten met uitgestelde storting
In 2012 zijn geen leningen afgesloten met uitgestelde stortingsdata.
5. jaarrekening 2012 en overige gegevens
73
5.1.6 toelichting op de winst- en verliesrekening BEDRIJFSOPBRENGSTEN
(x € 1.000,-)
2012
(x € 1.000,-)
2011
13 HUUROPBRENGSTEN
16
Huuropbrengsten vastgoed in exploitatie
Vastgoed in exploitatie
Woningen en woongebouwen Onroerende zaken, niet zijnde woningen
125.951
120.722
3.793
3.023
129.744
123.745
-2.822
-2.193
126.922
121.552
2011
11.839
23.195
-465
-717
-10.514
-10.061
860
12.417
NETTO VERKOOPRESULTAAT VASTGOEDPORTEFEUILLE
Opbrengst verkopen bestaand bezit Af: directe toerekende kosten Af: boekwaarde o.b.v. bedrijfswaarde Verkoopresultaat bestaand bezit obv bedrijfswaarde
Af: huurderving:
2012
Vrijval herwaarderingsreserve a.g.v. verkopen
8.495
6.349
Verkoopresultaat bestaand bezit
9.355
18.766
Waardevermindering “kopen dichterbij”
-1.189
-2.205
De nettohuur-opbrengst ten opzichte van het vorig boekjaar is gestegen als gevolg van:
Totaal verkoopresultaat onroerende zaken bestaand bezit
8.166
16.561
737
Wegens leegstand/ oninbaar Subtotaal huuropbrengsten vastgoed in exploitatie
a. de jaarlijkse huurverhogingen per 1 juli (voor 2012 maximaal 2,3% voor woningen)
2.150
b. het in exploitatie nemen van nieuwe of aangekochte woningen en woongebouwen
3.902 98
Verkoopopbrengsten vanuit projecten Mutatie onderhandenwerk
-185
d. huurvast
113
Grondposities
-318
0
e. huurharmonisatie
349
Resultaat verkoop MVA in ontwikkeling
-84
-476
f. eigen huurwoning
2
-588
261
7.578
16.822
2.555
2.588
c. huurverhoging als gevolg van aanleg centrale verwarming en verbetering van woningen
Totaal verkoopresultaat projecten
-748
g. verkoop woningen h. sloop
-13
i. overig
146 5.999
Totaal nettoverkoopresultaat vastgoedportefeuille 17
GEACTIVEERDE PRODUCTIE TEN BEHOEVE VAN HET EIGEN BEDRIJF
Toegerekend aan (im)materiële vaste activa:
De huurderving bedraagt 2,17% (vorig boekjaar: 1,77%) van de netto jaarhuur.
Vastgoedontwikkeling ERP
14
OPBRENGSTEN SERVICECONTRACTEN 6.581
6.292
Huurdersonderhoud
850
815
Overige
262
317
Af: vergoedingsderving wegens leegstand
-100
-155
Leveringen en diensten
Dienstverlening
7.593
7.269
18
Te verrekenen met huurders
-1.050
-1.138
Vergoedingen voor algemeen beheer en administratie
Totaal opbrengsten servicecontracten
6.543
6.131
BTW 2010 resp. BTW 2005 t/m 2009
2.588
363
459
3.080
3.047
OVERIGE BEDRIJFSOPBRENGSTEN
Overige baten De vergoedingen zijn gebaseerd op de geraamde c.q. werkelijke kosten en worden jaarlijks,
0
2.717 Toegerekend aan servicekosten:
162
139
149
1.111
405
630
462
1.880
1.016
indien noodzakelijk, aangepast. De vergoedingsderving bedraagt 1,43% (vorig boekjaar 2,09%) van de vergoeding. 15 OVERHEIDSBIJDRAGEN Bijdragen van de gemeente in de exploitatietekorten van woningaanpassing mindervaliden:
74
1
5
5. jaarrekening 2012 en overige gegevens
75
(x € 1.000,-)
(x € 1.000,-)
BEDRIJFSLASTEN
2012
2011
Onroerende zaken in exploitatie o.b.v. bedrijfswaarde
39.820
59.564
Vrijval herwaarderingsreserve t.g.v. afschrijvingen
-10.134
-31.214
Subtotaal afschrijvingen op sociaal vastgoed in exploitatie
29.686
28.350
19
AFSCHRIJVINGEN (IM)MATERIËLE VASTE ACTIVA EN VASTGOEDPORTEFEUILLE
Onroerende en roerende overige zaken ten dienste van de exploitatie Totaal afschrijvingen op (im)materiële activa en vastgoedportefeuille
1.354
1.206
31.040
29.556
20 OVERIGE WAARDEVERANDERINGEN (IM)MATERIËLE VASTE ACTIVA EN VASTGOEDPORTEFEUILLE 286
6.703
Teruggenomen afwaarderingen voorgaande jaren
-16.572
-2.879
Overige waardeveranderingen onroerende zaken in exploitatie
-16.286
3.824
Dotatie/vrijval voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw
20.163
6.943
Overige waardeveranderingen onroerende zaken t.d.v. exploitatie
-76
3.092
1.944
6.535
22.031
16.570
Grondwaarden, projectkosten en haalbaarheidsonderzoeken Overige waardeveranderingen onroerende zaken in ontwikkeling
LONEN EN SALARISSEN
Salarissen
Afwaardering naar (duurzaam) lagere bedrijfswaarde (bestaand)
21
Ontvangen ziekengeld
2012
2011
12.606
12.739
-168
-80
12.438
12.659
Werknemers: Ultimo 2012 had de corporatie 286 werknemers in dienst. Het aantal herleid op full-time basis bedraagt ultimo boekjaar 251. Bezoldiging van bestuurders: De bezoldiging van de bestuurders over het boekjaar 2012 bedroeg € 345.312. (x € 1.000,-)
22
2012
2011
1.860
1.608
2.361
2.316
SOCIALE LASTEN
Sociale lasten (excl. pensioenlasten)
Mutatie voorziening afwaardering grondwaarden
1.462
3.641
23 PENSIOENLASTEN
Pensioenlasten 7.207
24.035
Pensioenregeling van de Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties (SPW)
• •
•
•
76
e pensioenregeling van SPW is een toegezegdeD pensioenregeling De werkgever heeft in het geval van een tekort bij SPW geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen anders dan hogere toekomstige premies. De pensioenregeling is zodoende verwerkt als toegezegde-bijdrage regeling en alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar zijn in de jaarrekening verwerkt. Ultimo 2012 bedraagt de geschatte dekkingsgraad van het SPW 106%.
5. jaarrekening 2012 en overige gegevens
77
(x € 1.000,-)
24
ONDERHOUDSLASTEN
2012
2011
6.876
6.107
Kosten planmatig onderhoud
24.739
29.281
Totaal onderhoudslasten
31.615
35.388
Kosten niet planmatig onderhoud
De onderhoudskosten voor het vastgoed in exploitatie zijn te verdelen in: 29.281
Mutatieonderhoud
1.890
0
Klachtenonderhoud
4.986
6.107
31.615
35.388
2012
2011
3.324
3.383
Overige personeelskosten Kosten uitzendkrachten en inleenkrachten Reiskostenvergoeding
875
618
Opleidingskosten
567
438
3
194
Wervingskosten 24.739
Planmatig onderhoud
(x € 1.000,-)
Personeelsvergoedingen Overige personeelskosten
34
42
490
1.098
5.293
5.773
Algemene kosten 25 LEEFBAARHEID Leefbaarheid 26
792
LASTEN SERVICECONTRACTEN
Servicecontracten 27
Kosten vervoermiddelen 587
5.512
5.008
OVERIGE BEDRIJFSLASTEN
Directe bedrijfskosten
Kosten automatisering
288
297
2.485
2.020
Bankkosten
105
71
Kantoorartikelen en drukwerk
140
194
Huur fotokopieer-/printapparatuur
186
18
Porti en telefoon
654
470
Advertentiekosten
132
113
Kantinekosten
151
109
6.670
5.933
Contributies en abonnementen
311
330
Verzekeringen
576
559
Kosten externe controle
127
83
Huurdersonderhoud
852
846
Externe dienstverlening
1.935
2.602
Dotatie/Vrijval voorziening huurdebiteuren
511
490
Promotie en voorlichting
1.252
781
Gas, water, elektra leegstand
140
170
Overige algemene kosten
1.873
183
Vogelaar-heffing
400
1.293
9.639
7.271
28.085
28.182
1. Onderzoek jaarrekening
91.154
125.381
2. Advieskosten fiscaal terrein
32.219
18.832
60.659
141.059
184.032
285.272
Belastingen
Dotatie voorziening WS Weert Dotatie reorganisatievoorziening Overige lasten
76
800
294
1.540
1.663
1.652
11.182
13.283
Huisvestingskosten
TOTAAL OVERIGE BEDRIJFSLASTEN
Honorarium accountant (in euro’s)
Huur kantoorgebouwen
651
663
3. Andere niet controle diensten
Onderhoud kantoorgebouwen en werkplaatsen
203
226
Totale honoraria accountant
Gas, water en elektra
229
190
Schoonmaakkosten
311
231
Belasting en verzekeringen
32
38
Overige huisvestingskosten
179
122
1.605
1.470
84
80
228
187
54
118
366
385
Kosten beleidsorganen Presentie- en vacatiegelden Raad van Commissarissen Kosten participatie Overige bestuurskosten
28 NIET GEREALISEERDE WAARDEVERANDERINGEN VASTGOEDPORTEUILLE Waardevermeerdering commercieel vastgoed in exploitatie Waardevermindering commercieel vastgoed in exploitatie
7.472
1.005
-9.629
-8.471
-2.157
-7.466
-47
Waardeverandering vastgoed bestemd voor verkoop
Totaal niet-gerealiseerde waarderveranderingen vastgoedportefeuille
-2.204
-7.466
De bezoldiging van de commissarissen bedroeg € 84.252.
78
5. jaarrekening 2012 en overige gegevens
79
(x € 1.000,-)
FINANCIËLE BATEN EN LASTEN
2012
2011
29 WAARDEVERANDERINGEN VAN FINANCIËLE VASTE ACTIVA,
5.1.7 ONDERTEKENING VAN DE JAARREKENING
5.2 OVERIGE GEGEVENS 2012
De jaarrekening is opgemaakt d.d. 20 juni 2013. De jaarrekening is vastgesteld in de vergadering van de Raad van Commissarissen van 20 juni 2013.
5.2.1 OVERIGE GEGEVENS
Bestuur
Raad van Commissarissen
G.G.M.P. Peeters
B.J. Krouwel
Hiervoor wordt verwezen naar de hierna opgenomen verklaring.
W.N. Hazeu
P.J.L. Verbugt
H. Doedel
G.C.P. Dijk
H.J.A. Schroën
J.T. Coppus
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
VAN EFFECTEN EN VAN VERPLICHTINGEN Waardeveranderingen van financiele vaste activa
-511
0
Totaal waardeveranderingen van financiele vaste activa en effecten
-511
0
Statutaire winstbestemming 30 OPBRENGSTEN VAN VORDERINGEN DIE TOT DE VASTE ACTIVA BEHOREN EN VAN EFFECTEN 322
261
28
37
Rente Wonen Limburg Holding B.V.
133
101
Totaal opbrengsten van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten
483
399
Renteopbrengsten leningen Renteopbrengsten BWS-subsidie
31
Rente spaar- en beleggingsrekeningen Geactiveerde rente onroerende zaken in ontwikkeling Overige rentebaten
32
2
254
433
841
3.409
4.955
523
3
4.367
6.053
-27.977
-27.232
Overig Totaal rentelasten en soortgelijke kosten
-104
-100
-28.081
-27.332
BELASTINGENRESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING
Vennootschapsbelasting 2012 en 2011 Mutatie actieve belastinglatentie a.g.v. woningverkopen Mutatie actieve belastinglatentie a.g.v. waarderingsverschil leningen Mutatie actieve belastinglatentie a.g.v. voorwaartse verliescompensatie
De jaarrekening 2011 is vastgesteld in de vergadering van de Raad van Commissarissen gehouden op 13 juni 2012. De vergadering heeft de bestemming van het resultaat vastgesteld conform het daartoe gedane voorstel. Voorstel resultaatbestemming 2012
T.J. Houbiers
Het bestuur stelt voor dat het resultaat van het lopend boekjaar wordt toegevoegd aan de overige reserves. Dit voorstel is reeds in de jaarrekening verwerkt. Gebeurtenissen na balansdatum
RENTELASTEN EN SOORTGELIJKE KOSTEN
Rente leningen overheid en kredietinstellingen
33
Resultaatbestemming 2011
ANDERE RENTEBATEN EN SOORTGELIJKE OPBRENGSTEN
Rente rekening-courant banken
In de statuten van Wonen Limburg is geen regeling opgenomen omtrent de winstbestemming.
0
0
2.545
-7.528
-330
-347
0
-6.264
2.215
-14.139
(Voorgenomen) kabinetsbeleid Het huidige kabinet heeft in 2013 het woonakkoord gesloten. Hierin zijn diverse (voorgenomen) maatregelen opgenomen die ook Stichting Wonen Limburg zullen treffen. Deze maatregelen betreffen onder meer: •
e Wet verhuurderheffing. Deze wet geldt voor d alle verhuurders met meer dan 10 huurwoningen in de gereguleerde sector. De heffing loopt naar verwachting op naar € 1,7 miljard in 2017;
•
en door het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) e opgelegde heffing voor saneringssteun voor 2013 van € 503 miljoen (4,0% van de huursom). Het CFV heeft reeds aangegeven dat rekening gehouden moet worden met een heffing voor saneringssteun in de jaren 2014 tot en met 2017 van respectievelijk 3,0%, 3,0%, 2,0% en 1,0% van de jaarlijkse huursom.
Door de waarderingsverschillen tussen de fiscale en commerciële activa van het vastgoed en tussen de commerciële en fiscale waarde van de leningen onstaat er een actieve belastinglatentie. Het toepasbare tarief voor de acute vennootschapsbelasting is 25%.
34
RESULTAAT DEELNEMINGEN
Resultaat deelneming Wonen Limburg Beleggingen B.V. Resultaat deelneming Wonen Limburg Holding B.V. Resultaat deelneming Kraneveld B.V. Resultaat deelneming Cooperatieve Vereniging “Thuis in Limburg” U.A.
80
-1
-1
-130
-2.554
-45
-11
-79
-56
-255
-2.622
5. jaarrekening 2012 en overige gegevens
81
De verwachte financiële gevolgen voor Stichting Wonen Limburg bedragen:
5.2.2 Controle verklaring van de onafhankelijke accountant
JAAR
Aan de Raad van Commissarissen van Stichting Wonen Limburg te Roermond.
Verhuurdersheffing (€)
Saneringssteun (€)
2013
374.707
5.200.000
Verklaring betreffende de jaarrekening
2014
9.156.628
3.900.000
2015
10.644.791
3.900.000
2016
11.925.074
2.600.000
2017
13.829.356
1.300.000
Wij hebben de in hoofdstuk 5 van het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2012 van Stichting Wonen Limburg te Roermond gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2012 en de winst-en-verliesrekening over 2012 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Stichting Wonen Limburg heeft de gevolgen van het kabinetsbeleid doorgerekend in haar kasstroomprognoses. Hiervoor verwijzen wij volledigheidshalve ook naar ons jaarverslag, hoofdstuk 4. De conclusie van Stichting Wonen Limburg naar aanleiding van deze berekeningen luidt dat zij aan de verwachte heffingen zal kunnen blijven voldoen zonder wezenlijke aanpassingen in de bedrijfsvoering (personeel, organisatie, onderhoud en investeringsvolume) te hoeven doen en slechts in beperkte mate gebruik zal hoeven te maken van de verruiming van het verhuurbeleid.
Verantwoordelijkheid van het bestuur
Het bestuur van de toegelaten instelling is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de bepalingen inzake de jaarrekening en het jaarverslag als opgenomen in artikel 26, eerste lid, van het Bbsh, richtlijn 645 van de Raad voor de Jaarverslaggeving en de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens. Het bestuur van de toegelaten instelling is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het controleprotocol in rubriek A van bijlage III bij het Bbsh. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.
82
Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de toegelaten instelling. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de toegelaten instelling gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Wonen Limburg per 31 december 2012 en van het resultaat over 2012 in overeenstemming met artikel 26, eerste lid, van het Bbsh, richtlijn 645 van de Raad voor de Jaarverslaggeving en de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen
Ingevolge artikel 28, onderdeel b, van het Bbsh, voor wat betreft het in dit artikel genoemde jaarverslag, melden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig de van toepassing zijnde bepalingen van titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek is opgesteld, en of de in artikel 2: 392 lid 1 onder g, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 391 lid 4 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Maastricht Airport, 1 juni 2013 Deloitte Accountants BV Was getekend: L.M.M.H. Banser RA RC EMFC
5. jaarrekening 2012 en overige gegevens
83
6. Verantwoord besturen
6.2 Raad van Commissarissen
Thema 3 De samenleving beter
Dit thema richt zich op het vooruit helpen van huurders in het gebied waar ze wonen, niet op de individuele huurder. Samen met de belanghebbende partijen in het maatschappelijk speelveld investeren we in activiteiten die bijdragen aan belangrijke maatschappelijke effecten zoals elkaar ontmoeten, leren, werken en ontspannen. Thema 4 Onze huurder tevreden
6.1 Bestuur
Thuis bij Wonen Limburg
Wonen Limburg heeft onder leiding van de bestuurders, Wim Hazeu en Ger Peeters eind 2012 een aanzet gemaakt voor een geheel nieuw strategisch plan. Hierin is beschreven dat Wonen Limburg zich ontwikkelt van een vastgoed gestuurde organisatie naar een vraag gestuurde organisatie. Daarin staat de mens centraal. We zien ons vastgoed als een middel om maatschappelijke doelen te bereiken.
Dat thuisgevoel geldt natuurlijk ook voor het thuis van Wonen Limburg, ons hoofdkantoor, onze buurtwinkels en onze medewerkers in de wijken en buurten. Iedereen is van harte welkom en we maken van onze dagelijkse dienstverlening iets bijzonders. Of het nu gaat om de sleuteloverdracht van de huurwoning, het oplossen van klachten of het meedenken met huurders over zaken die hen bezighouden.
De essentie van ons handelen is kort en krachtig samen te vatten: ‘Mensen een thuis bieden’. Ieder mens heeft recht op een thuis. Met onze bijdrage aan de leefomgeving kunnen we een verschil maken in een mensenleven. Door samenwerking vergroten we de zelfredzaamheid van mensen in onze maatschappij. Zo creëren we met elkaar, voor iedereen een thuis. Het begrip ‘thuis’ vullen we op 3 manieren in: Thuis in mijn Huis
Onze huurders voelen zich thuis in hun eigen woning. Een passende en betaalbare woning waarin ruimte is voor rust en ontspanning. Een eigen plek waar je jezelf kunt zijn en die je kunt vormgeven zoals jij dat graag wilt.
Om onze essentie te kunnen waarmaken hebben we 5 thema’s benoemd, allemaal verbonden aan de ‘thuisgedachte’. De 5 strategische thema’s vormen het uitgangspunt voor de verdere uitwerking in doelstellingen en activiteiten. De strategische thema’s zijn:
Wonen Limburg staat dicht bij haar huurders. We spannen ons in om hun wensen en behoeften te kennen. Uitsluitend contacten bij standaardmomenten vinden we niet genoeg. We doen dit vooral door in gesprek te gaan. Maar ook vragen we hen via bewonerspanel naar hun mening en ideeën over actuele thema’s. We streven naar vergaande vorm van huurdersparticipatie. Daarbij zoeken we naar zogenaamde huurderstalenten: mensen die graag met Wonen Limburg meedenken. Thema 5 Zakelijk en professioneel
Onze organisatie staat als een huis. Tegelijkertijd zijn we werkzaam in een dynamische sector en staat de wereld om ons heen niet stil. We hebben continu te maken met veranderingen, dus ook onze organisatie heeft periodiek onderhoud nodig.
Thuis in mijn buurt
De Raad houdt een oogje in het zeil
Componenten
Thema 1 Van buiten naar binnen
Belastbaar loon
Wonen Limburg pakt haar maatschappelijke opgave op. We kennen en begrijpen onze omgeving. We weten wat er speelt. Dat vereist een proactieve houding. Wij zoeken steeds de verbinding met externe partijen om ons netwerk te verbreden en te versterken.
Belastbaar loon incidenteel Pensioen afdracht
2012
2012
(G. Peeters)
(W. Hazeu)
129.679
129.943
42.721
42.721 248
Overige vergoedingen betaalbaar op termijn
Totaal
84
Prettig wonen begint bij een goede, betaalbare woning. Maar we zien het niet als een doel op zich. Ons vastgoed is een middel om maatschappelijke doelen te verwezenlijken. Het moet aansluiten bij wat de (toekomstige) huurder wenst.
De Raad geeft aanwijzingen
De Raad kijkt of het bestuur haar taken goed uitvoert. Hij geeft ook aanwijzingen als dat nodig is. We hanteren een organisatiemodel, waarbij we de taken en bevoegdheden van het bestuur en de Raad hebben vastgelegd. Een en ander ook in overeenstemming met de nieuwe organisatiestructuur voor Wonen Limburg. Het model sluit aan op de richtlijnen van de Governance Code.
Leden van de Raad voerden enkele malen overleg met huurdersorganisaties en de Ondernemingsraad.
Opbouw van de beloning huidige bestuurders
172.400
172.912
Thema 2 Vastgoed als middel
Niet alleen de woning, maar ook de woonomgeving bepaalt of je je thuis voelt. Hierbij wordt gedacht aan bijvoorbeeld veiligheid en sociale contacten. Wonen Limburg stimuleert ontmoeting en samenwerking tussen buurtbewoners. Dat bereiken we onder andere door het inzetten van bewonersbudgetten en het oprichten of ondersteunen van zogenaamde coöperaties. Hiermee worden groepen bedoeld die vanuit een gedeeld belang samenwerken. Dit doen zij door zichzelf te organiseren. Ook maatschappelijke organisaties kunnen deel uitmaken van een coöperatie. Voldoende invloed en zeggenschap van de deelnemende partijen leidt ertoe dat er besluitvorming ontstaat in het belang van de gemeenschap.
De Raad heeft 3 functies
De Raad is toezichthouder, raadgever/belangenbehartiger en werkgever tegelijk. Wie er in 2012 in de Raad zaten leest u in Bijlage 1. Voor de Raad is het Strategisch Plan een belangrijk toetsingskader. Het Strategisch Plan 2013-2017 is als nieuw - tevens gekwantificeerd strategieplan voor de komende 5 jaar vastgesteld. Hierin staat op welke prioriteiten wij ons richten. En wat de opgaven en activiteiten zijn die wij voor de komende jaren willen ontplooien. Om zo onze huurders goed, betaalbaar en prettig te laten wonen. En dan hebben we het niet alleen over de woning zelf, maar ook over de woonomgeving.
Opbouw van de beloning oud-bestuurder 2012 Componenten Belastbaar loon
167.299
60.344
Overige vergoedingen betaalbaar op termijn
Totaal
• n ieuwbouw; • herstructurering; • renovatie. In het kader van delegatie van bevoegdheden is het bestuur gemandateerd binnen gestelde grenzen en met in achtneming van te stellen rendementseisen investeringen te fiatteren. De investeringen worden gerapporteerd via de kwartaalrapportages. Projecten die niet binnen het mandaat vielen werden binnen de Raad besproken. In het verslagjaar werd aandacht geschonken aan:
(R. de Jong)
Belastbaar loon incidenteel Pensioen afdracht
De Raad neemt belangrijke besluiten
De Raad stelt de kaders vast voor investeringen in projecten. Hierbij gaat het om:
227.643
• • • • • • •
et wijkontwikkelingsplan Donderberg te Roermond; h het project Molenbeek te Sittard; het project Hushoven te Weert; het uitvoeren van een strategieverkenning voor Parkstad; Centrumplan Leende; een project te Broekhuizervorst; het BACO-project als nieuwe centrale huisvesting voor Wonen Limburg zelf. 6. VERANTWOORD BESTUREN
85
De Raad toetst of onze inzet maatschappelijk verantwoord is. Aan de hand van het: • S trategisch Plan; • portfolio- en voorraadbeleid (“Sturen op onze Vastgoedopgave”); • beleid voor beheer en dienstverlening. Een goed financieel beleid is van groot belang om ook in de toekomst het maatschappelijk doel (“maatschappelijk rendement”) te kunnen realiseren. We moeten voor een lange termijn garanderen, dat we genoeg financiële middelen hebben. Daarom hanteert de Raad normen voor het rendement voor de onderscheiden segmenten. Daarbij maakt hij een onderscheid tussen doelgroep en niet-doelgroep (DAEB en niet-DAEB) en tussen nieuwbouw en vervanging.
Auditcommissie zich onder meer over deze onderwerpen: • • • • • • • • • •
Kwartaalrapportages; Strategisch Plan 2013-2016 en de begroting 2013; het volgen van het “transformatieresultaat”: verkopen van bestaand bezit en de realisatie van nieuwe projecten; Onderzoek financiële risico’s projecten en grondposities; Jaarrekening, het jaarverslag en het accountantsverslag over 2011; Managementletter voor 2012 en de follow up daarvan; toetsing van de toepassing van de Governance Code binnen Wonen Limburg; Huisvesting nieuw hoofdkantoor; Treasury jaarplan; De ontwikkeling van de (rente)derivatenportefeuille.
aanvankelijke instemming hiermee teruggekomen. De gerechtelijke procedure loopt bijgevolg nu verder bij het Gerechtshof in Den Bosch. De Raad beslist
De Raad nam in 2012 een besluit over: • het jaarverslag en de jaarrekening 2011, inclusief haar deelnemingen; • het Strategisch Plan 2013-2016; • het beleid ten aanzien van de nevenstructuur; • de nieuwbouw en met name de herstructurering, voor zover dit niet is gemandateerd aan het bestuur; • de herwaardering van projecten; • het portfoliobeleid; • het monitoren van het organisatieveranderingsproces; • de continuatie van de accountantsrelatie in 2012. Daarnaast wijdde de Raad aparte aandacht aan:
De Raad vergadert
In 2012 kwam de Raad 8 keer bij elkaar in een van tevoren geplande bijeenkomst. Hij sprak een keer met de Ondernemingsraad. Leden van de Raad voerden tweemaal overleg met de huurdersorganisatie. In 2012 werd eenmaal buiten het reguliere RvC-overleg bijeengekomen om te spreken over de beleidsuitgangspunten en portfoliobeleid ten behoeve van het nieuwe meerjarenplan. De Raad heeft commissies
De Raad heeft 2 commissies. De Remuneratie- en selectiecommissie komt met voorstellen aan de Raad over de benoeming, vergoeding en arbeidsvoorwaarden van bestuurders en commissarissen en voert functioneringsgesprekken. Daarnaast fungeert de Auditcommissie. Die rapporteert aan de Raad over haar bevindingen op het gebied van onder meer: • financiën; • treasury; • het interne beheerssysteem.
Tot slot evalueerde de Auditcommissie in positieve zin het functioneren van de accountant, waarop besloten werd de controlerelatie in 2012 te continueren. In 2013 zal wederom de door de Governance Code voorgeschreven periodieke diepgaande evaluatie van de accountantsrelatie plaatsvinden. De Raad is samengesteld op basis van deskundigheid en achtergrond
De omvang, samenstelling en activiteiten van de Raad zijn gekoppeld aan de deskundigheid en achtergrond van de leden. Een (her)benoeming van een lid van de Raad gebeurt op basis van een actuele profielschets. Dit zijn de aandachtsgebieden van elk Raadslid: • • • •
externe verantwoording: de heer Krouwel; huurdersorganisaties: mevrouw Verbugt en mevrouw Houbiers; Ondernemingsraad: de heer Schroën en mevrouw Doedel; Financiële bedrijfsvoering: de heer Dijk en de heer Coppus.
Beide commissies zijn niet bevoegd om besluiten te nemen. Gerechtelijke procedure
De Remuneratie- en selectiecommissie vergaderde in 2012 - in aangepaste samenstelling - 3 keer. Om volledig in lijn te komen met de Governance Code werd het bureau Hay als externe deskundige ingeschakeld om een herijking van de beloning en honorering van Bestuur respectievelijk Raad uit te voeren. De Auditcommissie kwam 4 keer bij elkaar in 2012. Voor elke vergadering maakt de commissie een agenda en een verslag. De Raad bespreekt het verslag. Als dat nodig is, adviseert de Auditcommissie. In 2012 boog de 86
Eind 2008 is ontslag verleend aan een commissaris. Het ontslag heeft aanleiding gegeven tot een gerechtelijke procedure waarbij enerzijds op formele gronden Wonen Limburg in het ongelijk is gesteld en anderzijds door de rechter is bepaald, dat voor de ontslagen commissaris geen terugkeer in de Raad is weggelegd. Wonen Limburg is tegen het eerste deel van de rechterlijke uitspraak in hoger beroep gegaan, waarbij de Raad zich tevens heeft opengesteld voor een door de rechter voorgestelde mediation om tot een minnelijke afronding van deze zaak te komen. De gewezen commissaris is op zijn
• • •
het treasury-jaarplan inclusief de daarin opgenomen derivatenportefeuille en stelde vast dat een en ander past in het daarvoor binnen Wonen Limburg geformuleerde financieringsen renterisicobeleid; het risicomanagement en de ontwikkeling daarvan in het kader van een verdere professionalisering van de bedrijfsvoering; de ontwikkeling en uitrol van het Integraal plan I&A.
De Raad heeft speciale aandacht voor informatie op het gebied van: • • • •
financiën; de werkorganisatie en de inrichting van de ICT; volkshuisvesting; maatschappij.
De leden van de Raad kiezen zelf aan welke onderdelen zij meedoen van het opleidingsplan of het cursusaanbod van onder andere de Vereniging Toezichthouders Woningcorporaties (VTW). Periodiek Visitatie-onderzoek
De Raad en het Bestuur hebben in 2012 opdracht gegeven voor het uitvoeren van een maatschappelijke visitatie op basis van de in de Stichting Visitatie Woningcorporaties ondergebrachte 4.0 methodiek. Het visitatie-onderzoek loopt van september 2012 tot maart 2013. De Raad is zeer benieuwd naar de uitkomsten van dit onderzoek ten einde daarmee waar nodig het beleid van Wonen Limburg aan te scherpen dan wel bij te sturen. Na een offerteronde is de opdracht gegund aan het bureau Ecorys, dat naar verwachting in maart 2013 haar bevindingen zal rapporteren. Onze Raad functioneert zo
De Raad beoordeelt zichzelf … De Raad krijgt informatie
De Raad is afhankelijk van goede en betrouwbare informatie om te kunnen functioneren. De Raad krijgt veel informatie van het Bestuur en de externe accountant. Daarnaast zijn ook: • • • • • • • •
het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting, het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), de Vereniging van Toezichthouders Woningcorporaties (VTW), de Woonbond, gemeenten, de pers, huurdersorganisaties en de Ondernemingsraad (o.a. Jaarverslag Ondernemingsraad 2012)
De Raad evalueerde ook in 2012 haar eigen functioneren en de relatie met het Bestuur. Naast deze zelfevaluatie is er nadrukkelijk aandacht voor bijvoorbeeld mogelijke samenloop van belangen ten aanzien van de individuele commissarissen. In één geval is door de Raad in 2012 een adequate voorziening getroffen om het risico van een samenlopend belang uit te sluiten. De Raad vindt dat de leden ten opzichte van elkaar en het bestuur onafhankelijk dienen te zijn. En dat zijn besluiten onafhankelijk tot stand komen volgens de criteria van de Governance Code. Daarnaast is de Raad van mening dat er noch bij zijn leden en noch bij het bestuur in 2012 sprake is geweest van tegenstrijdige belangen. Tot slot geldt binnen de Raad de afspraak dat de leden aan de hele Raad laten weten als ze een nieuwe nevenfunctie willen vervullen. De Raad bekijkt dan of de nevenfunctie niet leidt tot belangenverstrengeling.
belangrijke bronnen van informatie voor de RvC. Met het oog op het aftreden van 3 commissarissen in 2013 en de werving van tenminste 2 nieuwe commissarissen zijn eerst de reeds aanwezige competenties binnen de Raad geïnventariseerd en vervolgens de profielen voor de nieuw aan te trekken leden besproken en vastgesteld. 6. VERANTWOORD BESTUREN
87
Een permanent punt van aandacht blijft: opleiding, kennis en het kunnen krijgen van transparante informatie om goed overwogen besluiten te kunnen nemen. Ook de dynamische ontwikkelingen in de volkshuisvesting blijven aandacht vragen. Individuele commissarissen hebben onder meer externe workshops gevolgd ter verdieping van actuele thema’s. De Raad heeft ook een rol als werkgever
De Raad heeft het functioneren van haar bestuurders beoordeeld over 2012. Op basis van het hiervoor aangehaalde beloning- en honoreringsonderzoek zouden op basis van de beloningscode voor corporaties de bestuurders in aanmerking komen voor een hogere inschaling. Door het van kracht worden van de ministeriële regeling voor de bezoldigingen bij corporaties per 1 januari 2013 heeft de Raad een hogere inschaling voor haar bestuurders evenwel niet toegepast en heeft geoordeeld het te laten bij de op het moment van aanstelling toegezegde salarisindexering in geval van goed functioneren. De Raad krijgt deze vergoeding
Alle leden van de Raad kregen in 2012 een vaste vergoeding, welke met ingang van 1 juli 2010 op basis van de nieuwe honoreringscode voor toezichthouders werd geactualiseerd. De totale vergoeding voor de hele Raad was € 84.252 (dit betreft honorering incl. onkosten). In onderstaande tabel leest u welke vergoeding iedere commissaris over het jaar 2012 individueel ontving. Volgens het hiervoor aangehaalde belonings- en honoreringsonderzoek is het beloningsniveau van de
Raad in overeenstemming met de honoreringscode woningcorporaties. Door de per 1 januari 2013 van kracht geworden ministeriële regeling zal evenwel het beloningsniveau moeten worden aangepast bij (her)benoemingen. De precieze consequenties voor Wonen Limburg als gevolg van de nieuwe beloningen honoreringswetgeving van de minister zullen in 2013 nader worden vastgesteld.
De Raad heeft speciale aandacht voor …
… mensen met extra zorg
1.
Wij zijn er in eerste instantie voor mensen die niet zelfstandig aan woonruimte kunnen komen. We willen 90% van onze betaalbare woningen verhuren aan onze primaire doelgroep. Dat doel haalden we in 2012. Maar we willen ons niet beperken tot het aanbieden van woonruimte. Afhankelijk van de situatie ondersteunen we graag maatschappelijke organisaties met voor hen betaalbare huisvesting.
2.
Ook zijn we bereid om maatschappelijke taken op ons te nemen in buurten en dorpen. Zoals onze bijdrage aan het Masterplan Brukske-Venray en het Wijkontwikkelingsplan Donderberg te Roermond, initiatieven voor huisvesting van arbeidsmigranten en de realisatie van diverse complexen met seniorenwoningen.
3.
Projecten in het kader van zorg en wonen zijn tegenwoordig een belangrijke opgave. Dit komt door de vergrijzingstrend in Limburg. En de wens van ouderen om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen. Een voorbeeld hiervan vormt het complex Ursulinenpark te Kerkrade.
De Raad beoordeelt de voortgang van de volkshuisvestelijke opgaven op grond van kwartaalen voortgangsrapportages. … onze maatschappelijke verantwoordelijkheid
De onderneming heeft een maatschappelijke status. Dat geeft ons een bijzondere verantwoordelijkheid. In de vergadering van 25 januari 2007 besloot de Raad om de Governance Code Woningcorporaties ook bij Wonen Limburg in te voeren. U vindt de code en de daarop gebaseerde reglementen - inclusief integriteitscode - op onze website wonenlimburg.nl.
werd vastgesteld waarin voor alle projecten dezelfde rechten en plichten werden geregeld. De onderliggende Huurdersorganisaties hebben in goed overleg met de regiomanagers de huurders zo enthousiast gemaakt dat alle projecten konden worden uitgevoerd. De overgang naar centrale huisvesting van Wonen Limburg heeft het eerste half jaar voor enige frustratie gezorgd bij het GOH. De onduidelijkheid over de contactpersonen voor de huurdersorganisaties en de invulling van de participatie bij de nieuwe werkwijze waren steeds onderwerp van gesprek. Herhaaldelijk vroeg het GOH hier aandacht voor. Aan het einde van het jaar zijn hierin verbeteringen geconstateerd. Door de aanloopproblemen met het WAT kregen de Huurdersorganisaties veel klachten van huurders over bereikbaarheid en afhandeling van de klachten. In de tweede helft van het jaar namen deze klachten af. Op initiatief van het GOH is een uniforme financiering van de Huurdersorganisaties ingevoerd, waarbij werd uitgegaan van beleidsplannen en de daarbij behorende begroting. Aan de hand van de jaarrekening wordt deze werkwijze in 2013 geëvalueerd. Deelname aan de Wonen Limburg Dag op de Floriade werd door het GOH als positief ervaren. Het jaar 2012, stond niet alleen voor Wonen Limburg maar zeker ook voor het GOH, in het licht van de reorganisatie en de gevolgen daarvan. Het heeft enige tijd gekost voordat de positie van de Huurdersorganisaties als belangenbehartiger van de huurders bij het bestuur van Wonen Limburg en hun medewerkers duidelijk was. Maar er werden goede aanzetten gegeven. Het zal de komende jaren nog wel wat energie kosten om het GOH, bemenst door vrijwilligers, als wettelijke gesprekspartner een volwaardige plaats te geven.
6.3 Gezamenlijk Overleg Huurdersorganisaties (GOH) In de vergaderingen van het GOH met Wonen Limburg werd veel tijd besteed aan de ontwikkelingen van het beleid en de plannen hiervoor. Het GOH vroeg om tijdig geïnformeerd te worden, zodat men een goed onderbouwd advies kon geven. Hiervoor stelde men binnen het GOH werkgroepen in. In 2012 heeft de energiecommissie van het GOH intensief samengewerkt met Wonen Limburg om de planning en uitvoering van de energieprojecten goed te laten verlopen. Een raamwerk Sociaal Plan Energie 88
6. VERANTWOORD BESTUREN
89
6.4 Geschillencommissie De overheid verplicht woningcorporaties tot het instellen van een geschillencommissie, waar huurders en woningzoekenden terechtkunnen met hun klachten. Zo’n geschillencommissie kan zowel plaatselijk als regionaal worden ingesteld. In Noord- en Midden-Limburg is een onafhankelijke regionale geschillencommissie in het leven geroepen, waarbij Wonen Limburg is aangesloten. Bij deze commissie kunnen huurders en woningzoekenden een klacht indienen die kan gaan over het (nalaten van) handelen van medewerkers van Wonen Limburg of andere personen die namens Wonen Limburg optreden. Bijvoorbeeld als er niet wordt gereageerd op een verzoek van een huurder of woningzoekende of als men vindt dat bepaalde afspraken niet zijn nagekomen. Over het beleid van Wonen Limburg kan men niet bij de geschillencommissie terecht, daarvoor moet men zich wenden tot de directie van Wonen Limburg. Wel kan er een klacht ingediend worden als men van mening is dat Wonen Limburg haar beleid niet zorgvuldig uitvoert. Andere zaken waarvoor huurders niet bij de geschillencommissie terecht kunnen, zijn onder andere huurverhogingen, hiervoor bestaat een huurcommissie (huurcommissie.nl) en zaken die al aan de rechter zijn voorgelegd.
De onafhankelijke geschillencommissie bestaat uit 3 leden:
6.5 Ondernemingsraad Leden van de ondernemingsraad
• • •
een voorzitter, afkomstig uit de rechterlijke macht; een lid afkomstig uit kringen van woningcorporaties (niet werkzaam bij een van de aangesloten corporaties) een lid afkomstig uit kringen van de huurders.
Jack Blok
voorzitter vanaf 1 mei 2012, tevens lid regieteam Vianne Habets
De werkwijze van de geschillencommissie ligt vast in een reglement. Hiervan kan de huurder of woningzoekende een exemplaar verkrijgen bij Wonen Limburg.
vanaf 1 mei achterwacht OR-lid tevens lid regieteam van 1 september t/m 31 december 2012 Susan Geomini
Uiterlijk binnen 2 weken nadat de klacht is binnengekomen, ontvangt men hiervan een bevestiging van de geschillencommissie. Daarbij wordt wordt ook aangegeven of de commissie de klacht zelf in behandeling heeft genomen of de klacht heeft doorverwezen naar Wonen Limburg. De geschillencommissie bericht de indiener over het moment waarop de klacht wordt behandeld. Hierbij wordt het principe van hoor en wederhoor toegepast. Dit houdt in dat de indiener wordt uitgenodigd de behandeling bij te wonen en de gelegenheid krijgt de klacht toe te lichten. De geschillencommissie streeft ernaar de klacht binnen 2 maanden af te handelen. Vervolgens brengt zij uiterlijk binnen 3 weken een bindend advies uit aan Wonen Limburg. Hiervan ontvangt de indiener tegelijkertijd een kopie.
90
Een tweede pilotproject – het participerend medewerkerstevredenheidsonderzoek - staat in de startblokken. De bedoeling is dat dit onderzoek in 2013 op gelijke participerende wijze wordt vormgegeven. In de loop van 2013 wordt duidelijk of de nieuwe medezeggenschapsvorm definitief de nieuwe manier van werken wordt voor de OR.
secretaris, tevens lid regieteam Belangrijkste besluiten:
Fons Merken
adviezen en instemming in 2012
vice-voorzitter vanaf 1 mei 2012, tevens lid regieteam en lid OR tot 1 december 2012
De ondernemingsraad c.q. het regieteam nieuwe medezeggenschap adviseerde in 2012 op een aantal adviesaanvragen van het bestuur. Deze hadden betrekking op:
Erik Stulens
vanaf 1 mei 2012 achterwacht OR-lid Marleen van Ulft
voorzitter tot 1 mei 2012, vanaf 1 mei achterwacht OR-lid
• • •
nieuwe openingstijden buurtwinkels; deeladvies met betrekking tot het nieuwe Enterprise Resource Planningssysteem (ERP); voorstel tot implementatie van Het Nieuwe Werken.
René de Weijer
tevens lid regieteam De klacht kan alleen schriftelijk bij de geschillencommissie ingediend worden, bij voorkeur door middel van een daartoe bestemd formulier. Exemplaren hiervan zijn verkrijgbaar bij Wonen Limburg en tevens te vinden op wonenlimburg.nl.
mobiliteitsvraagstuk als pilot volgens deze nieuwe opzet uitgevoerd. Animo om deel te nemen aan de projectgroep was er ruim voldoende. De projectgroep is voortvarend aan de slag gegaan en bereidde het inhoudelijk advies voor regieteam en bestuur voor.
Jack Walraven
Verder heeft de ondernemingsraad c.q. het regieteam in 2012 ingestemd met een aantal instemmingsaanvragen van het bestuur. Deze hadden betrekking op:
tevens lid regieteam Ondersteuning ondernemingsraad
• nieuwe arbodienst Falke en Verbaan; • eigen – regie model op het gebied van verzuimmanagement.
Ingrid Bekker
ambtelijk secretaris OR tot 1 mei 2012 Peter Winteraeken
ambtelijk secretaris OR vanaf 1 mei 2012
Daarnaast is in 2012 een begin gemaakt met de behandeling van advies- c.q. instemmingsaanvragen die een langere doorlooptijd hebben en waarvan een definitieve afronding in 2013 gepland staat. Het gaat hier om de volgende onderwerpen:
2012: pilotjaar nieuwe medezeggenschap
In 2012 startte de ondernemingsraad met een nieuwe medezeggenschapsvorm, met als doel aan te sluiten bij de veranderende belevingswereld van medewerkers en de nieuwe organisatieopzet van Wonen Limburg. Bij deze nieuwe vorm staat directe en participatieve medezeggenschap van en door medewerkers voorop. De huidige ondernemingsraad doet een stapje terug. Uit de ondernemingsraad is een regieteam gevormd bestaande uit 5 OR-leden (zie hiervoor). De overige 4 OR-leden vormen een soort achterwacht. Het regieteam vervult in de nieuwe setting vooral een procesrol en zet in samenspraak met het bestuur vraagstukken verder uit in de organisatie. De inhoud van de advisering is aan de medewerkers. Zij werken aan medezeggenschapsvraagstukken via project- en werkgroepen. In 2012 is het
• • • •
pilotproject Mobiliteit in het kader van de nieuwe medezeggenschap; het participerend medewerkers tevredenheidsonderzoek (MTO); vervolgadviestraject met betrekking tot het nieuwe Enterprise Resource Planningssysteem (ERP); het nieuwe verzuimbeleid en het verzuimreglement.
6. VERANTWOORD BESTUREN
91
BIjlage 1: Persoonlijke gegevens Bestuur en Raad van Commissarissen
Tot slot is de ondernemingsraad c.q. het regieteam betrokken geweest bij de volgende onderwerpen: • • • • • •
selectiecriteria buurtwinkels; kadernota; ziekteverzuimcijfers; begroting 2013; het strategisch plan ‘op weg naar 2016’; evaluatie functieboek.
Leden van de Raad van
M/V
functie
Geb.datum
P.J.L. Verbugt
M
V
Vergadermomenten in 2012
Voorzitter
Vice
28-12-1946
21-02-1957
H. Doedel
remuneratiecie
V
lid
Voorzitter
01.02.09
Treedt af op
01.02.13
eigen verzoek
01.09.05
nee
ja
ja
nee
ja
nee
nee
nee
ja
nee
ja
nee
Onkosten
Totaal (€)
01.09.13
voorzitter
De ondernemingsraad c.q. het regieteam heeft in 2012 driewekelijks vergaderd met eens per 2 maanden een overlegvergadering met het bestuur. Daarnaast heeft er ook halfjaarlijks overleg plaatsgevonden met een delegatie vanuit de Raad van Commissarissen. Een delegatie van de ondernemingsraad sluit ook aan als toehoorder bij het reguliere vakbondsoverleg met het bestuur. Daarnaast heeft de ondernemingsraad c.q. het regieteam zich ook in 2012 in voorkomende gevallen laten ondersteunen door een externe adviseur.
Lid
herbenoembaar?
van – tot
Commissarissen B.J. Krouwel
benoemd
30-12-1956
01.02.09 01.02.13
G.C.P. Dijk
M
lid
29-06-1949
01.02.09 01.02.13
H.J.A. Schroën
M
lid
13-02-1972
01.07.05 01.07.13
H. Coppus
M
lid
11-10-1967
01.07.11 01.07.15
Vergadermomenten 2012 op een rijtje T. Houbiers OR
V
lid
OR + bestuur
5
OR + delegatie van Raad van Commissarissen
2
OR + bestuur + vakbondsorganisaties
2
OR + extern adviseur
3
11-10-1960
01.07.11 01.07.15
15
Leden van de Raad van
Lid Auditcie
Honorering (€)
Commissarissen
vergoeding (€)
B.J. Krouwel (geheel 2012)
nee
13.500
1.552
15.052
P.J.L. Verbugt (geheel 2012)
nee
10.363
295
10.658
H. Doedel (geheel 2012)
nee
10.150
442
10.592
Voorzitter
10.150
2.105
12.255
H.J.A. Schroën (geheel 2012)
nee
10.150
360
10.510
Th J. Houbiers (geheel 2012)
nee
10.150
1.702
11.852
ja
10.150
197
10.347
74.613
6.653
81.266
Vooruitblik 2013
In mei 2013 vinden verkiezingen plaats voor een nieuwe ondernemingsraad. De huidige OR is aftredend en heeft daarbij het plan opgevat om medezeggenschap breed onder de aandacht te brengen van de organisatie. Daartoe wordt een enthousiasmeringstraject medezeggenschap opgestart. Het doel van dit traject is om medewerkers te laten proeven van medezeggenschap. Zodat zij enthousiast worden en op de een of andere manier bij de medezeggenschap van Wonen Limburg betrokken willen worden. Uiteraard beoogt de ondernemingsraad met dit enthousiasmeringstraject dat velen zich geroepen voelen om zitting te nemen in de nieuwe ondernemingsraad van Wonen Limburg. Want uiteindelijk geldt: medezeggenschap dat moet je doen!
G.C.P. Dijk (geheel 2012)
J.T. Coppus (geheel 2012)
Totaal Onkostenvergoeding betreft met name reiskosten en dienstkilometers.
92
BIJLAGE 1
93
Organen waarin de heer W. Hazeu de corporatie vertegenwoordigt:
Bestuur
Naam
Hazeu
Voornaam
Wim
Voorletters
W.N.
Geslacht
man
Geboortedatum
20.02.1969
Benoeming
17 januari 2011
Hoofdfunctie
bestuurder Wonen Limburg
• lid van het Dagelijks Bestuur van Aedes; • De Vernieuwde Stad (DVS); • Regionaal Overleg Woningcorporaties Parkstad Limburg (ROW); • Platform Limburgse Woningcorporaties (PLW); • NVBW (Nederlandse Vereniging Bestuurders Woningcorporaties).
Raad van Commissarissen Naam
Peeters
De heer B.J. Krouwel
Voornaam
Ger
Voorletters
G.G.M.P.
Geslacht
man
Geboortedatum
10.10.1956
• v oorzitter Productschap Pluimvee en Eieren in Zoetermeer; • voorzitter Fonds voor Pluimveebelangen in Zoetermeer; • voorzitter Raad van Commissarissen Wonen Limburg in Roermond; • voorzitter Raad van Toezicht Stichting De Reehorst in Driebergen; • voorzitter Stichting Fondsenbeheer Landbouw en Zorg in Voorthuizen; • voorzitter Working Group on CSR van de EACB (European Association of Co-operative Banks) in Brussel; • voorzitter Vereniging Federatie Decentrale Duurzame Energie Nederland in Utrecht; • voorzitter Stichting Fair Produce Nederland in Den Bosch; • lid Raad van Commissarissen NV Werklandschaps ontwikkelingsmaatschappij Klavertje 4 in Venlo; • lid Raad van Commissarissen Unica Groep B.V. in Hoevelaken;
Benoeming
17 januari 2011
Hoofdfunctie
bestuurder Wonen Limburg
BIjlage 2: Hoofd- en nevenfuncties Bestuur en Raad van Commissarissen Raad van Bestuur
De heer G.G.M.P. Peeters
• lid Strategische Adviesraad NHTV te Breda; • voorzitter Stichting Asta Nielsen te Tilburg. Organen waarin de heer G. Peeters de corporatie vertegenwoordigt/deelnemingen Wonen Limburg: • • • • • • •
eelnemersraad WSW; D Bestuur Thuis in Limburg; De Vernieuwde Stad (DVS); Wooninvesteringsfonds (WIF); NVBW (Nederlandse Vereniging Bestuurders Woningcorporaties); Regieraad Bouw Limburg; Bestuur Platform Ketensamenwerking Zuid.
De heer W.N. Hazeu
• lid van het bestuur van Stichting Ithaka te Maastricht; • voorzitter van Stichting Werkplaats Kringloop Zuid in Maastricht; • lid van het bestuur van Stichting Studium Generale in Maastricht.
94
Hiernaast verzorgt de heer Krouwel nog regelmatig workshops en masterclasses en houdt hij voordrachten over de onderwerpen Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen en verandermanagement voor profit en non-profit organisaties, alsmede managementopleidingen. Mevrouw H. Doedel
Directeur Waterleidingsmaatschappij Limburg • president commissaris Reststoffenunie; • vice-voorzitter Vewin; • lid bestuur Aqua4All; • lid algemeen bestuur WWB; • lid algemeen bestuur Vewin; • commissaris e-Watergroep; • lid Raad van Toezicht Mutsaerstichting.
De heer G.C.P. Dijk
Mevrouw P.J.L. Verbugt (namens huurdersorganisaties)
Directeur – grootaandeelhouder Dijk Holding BV en Dijk BV • vice-voorzitter Raad van Toezicht MAASTRO Clinic (Academisch Radio Therapeutisch Centrum (Maastricht); • lid Raad van Toezicht stichting Cancer Foundation; • vice-voorzitter Raad van Toezicht Bevolkingsonderzoek Zuid (Eindhoven); • voorzitter stichting Jumping Indoor Maastricht; • bestuur stichting Memorial Center Akkers van Margraten; • voorzitter stichting Ondersteuningsfonds Petrus & Paulus; • bestuur stichting Steunfonds St. Joseph.
Directeur MKB-Limburg • voorzitter Tuinbranche Nederland te Zeist; • bestuurslid Rabobank Pensioenfonds te Utrecht; • voorzitter Raad van Commissarissen Rabobank Peel en Maas te Helden-Panningen; • lid Raad van Toezicht Zorgcentrum La Providence, Grubbenvorst.
De heer J.T. Coppus
Directeur bij K3Delta • lid Lions in Venlo; • adviseur bij Buiting Advies B.V. te Dieren; • lid jury Pax Christi College (scholengemeenschap voor VMBO/HAVO/VWO) te Druten inzake de beoordeling van profielwerkstukken. De heer H.J.A. Schroën
Directeur faculteit Bèta Sciences and Technology Zuyd Hogeschool • voorzitter stuurgroep “De Wijk van Morgen”; • voorzitter stuurgroep Toekomstbestendig Techniekonderwijs Parkstad; • managing director a.i. RiBuilT; • voorzitter Hoger Onderwijs Groep Bouw & Ruimte; • lid Sectoriaal Advies College Hoger Technisch en Natuurwetenschappelijk Onderwijs; • lid Regieraad Bouw Limburg; • penningmeester Stichting Building Integrated High Tech Systems; • penningmeester Stichting Powerteam; • bestuurslid Chemelot Innovation and Learning Labs; • adviseur kerkbestuur O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand, Kerkrade-Heilust; • penningmeester Oudervereniging basisschool D’r Durpel; • lid van het comité van aanbeveling ‘Maastricht Nederland-Rusland vriendschapsjaar 2013’. Mevrouw T.J. Houbiers (namens huurdersorganisaties)
Commercieel manager BAM Utiliteitsbouw te Maastricht • lid van de beroeps praktijk commissie kenniscentrum Techniek Zuyd Hogeschool; • lid Vastgoed Sociëteit Limburg; • lid Ladies Leage Limburg.
BIJLAGE 2
95
A
Postbus 1254 6040 KG Roermond T
0800 - 1881 E
[email protected] W
wonenlimburg.nl De bezoekadressen van onze buurtwinkels in Panningen, Heerlen, Horst, Roermond, Venray, Weert en Sittard (najaar) vindt u op onze website.