27 september 2012
atrivisie
2 4 5 6 7 8
Woonconcept knokt voor duurzaamheid
Roelof Smit is realistisch: “Overal staat investeringscapaciteit onder druk. Dus evengoed bij ons. Ik moet knokken om ambities overeind te houden, ook voor duurzaamheid.”
Ketensamenwerking als panacee?
Bij energiebesparing speelt vaak de roep om ketensamenwerking. Leidt dit tot minder werkdruk bij de corporatie? En daarnaast meer kwaliteit bij liefst lagere uitgaven?
Hemelbestorming én aardverschuiving
Het jaar 2012 staat symbool voor de doorbraak van zonnepanelen. Toch blijven er vragen. Zelf aanschaffen of ergens aanschuiven? Nu instappen of verdere innovaties afwachten?
Grip op besparing: meten is weten
‘De door u berekende energiebesparing is meer dan ik nu verstook. Krijg ik er soms geld bij?’ Hoe doorbreek je wantrouwen van huurders over besparingsprognoses?
Senioren warm voor energiebesparing
Eén kant van het verhaal. Ouderen zien als een berg tegen de technische ingreep op. De andere kant van het verhaal. Veel ouderen hebben een duurzame levensstijl.
Bianca Koster: behoud de gletsjers
Gastcolumnist Bianca Koster van Stadlander: “Een beter milieu begint bij jezelf. Mijn drive is het terugdringen van mijn eigen ecologische footprint en ook van Stadlander.”
thuis in wonen
in gesprek Huurder centraal: dé succesfactor “Hoe trek je de huurders over de streep? Absoluut het lastigste onderdeel van ons programma voor energiebesparing.” Willy Smits van Woonpartners heeft geen enkele bedenktijd nodig bij de vraag naar de pittigste opgave binnen zijn takenpakket. Zijn woningcorporatie verhuurt ongeveer 7.400 woningen in Helmond. Twee labelstappen of energielabel C is als doel gesteld. De verwachte besparing is hoger dan de huurverhoging. Huurders besparen dus geld. Waarom landt die boodschap dan zo moeilijk? Smits laat merken dat hij hierover intensief met huurders communiceert: “De aan ons te betalen huur gaat omhoog, terwijl de besparing op termijn op de nota aan de energieleverancier ontstaat. Probeer dat maar eens uit te leggen. Bovendien hebben veel huurders weinig financiële armslag. De huurverhoging gaat meteen na oplevering in. Die lagere energienota ontstaat pas veel later. Daar komt bij dat sommige huurders ronduit argwanend zijn. De huurverhoging staat wel vast, maar of die besparing ontstaat, moet de huurder maar afwachten.” Roelof Smit Woonconcept
Woonconcept knokt voor duurzaamheid De verwachtingen voor de financiering van opgaven van woningcorporaties zijn niet florissant. Roelof Smit van Woonconcept staat ondanks alle bedreigingen van buitenaf voor zijn zaak: “Wij hebben een stevig investeringsprogramma. Zowel maatschappelijk vastgoed, nieuwe woningen als ingrepen in de bestaande voorraad. Overal staat investeringscapaciteit onder druk. Dus evengoed bij ons. Ik houd mijn hart vast. Ik moet knokken om ambities overeind te houden. Je kunt bijna uitstippelen wat op ons afkomt. Aan de ene kant minder nieuwbouw of vertraging hiervan. Aan de andere kant meer aandacht voor de bestaande bouw. Tot 2020 hebben wij ongeveer ¤ 25 miljoen extra nodig om ons bestaande bezit te isoleren en te voorzien van zuinige ketels. Wij willen dit doorvoeren zonder huurverhoging bij zittende huurders. De extra huurverhoging bij mutaties zorgt ervoor dat dit bedrag al binnen twee decennia terugverdiend is.” Woonconcept verhuurt ongeveer 12.000 woningen in Drenthe en de kop van Overijssel. Welke andere activiteiten onderneemt Woonconcept op het gebied van duurzaamheid? Roelof Smit lepelt in hoog tempo op: “Duurzaamheid staat in onze nieuwe beleidsvisie zelfs prominent in de missie. Wij stellen hoge eisen aan onze nieuwbouw. Denk aan optimale gebruikswaarde van plattegronden. Zeker niet te klein ondanks de budgettaire druk. Levensloopbestendig. Daarnaast hebben wij oog voor het zo lang mogelijk zelfstandig wonen van mensen. Hierbij werken wij nauw samen met zorginstellingen. Ook leefbaarheid krijgt veel aandacht.” Betekent verduurzaming ook duurzaam opgewekte energie? Smit schetst zijn ervaringen met nieuwbouw: “Natuurlijk, al jaren voorzien wij alle nieuwbouw van warmte koudeopslag. Wij opereren vanuit onze eigen onderneming voor energie: Woonconcept Energie. Daarvoor zijn 3 redenen. Ten eerste onze bijdrage aan het milieu. Wij verlagen hiermee de uitstoot van CO2 . Ten tweede willen wij volstrekt helder inzicht in de exploitatie van de duurzame energie hebben. Geldstromen tussen bewoners, energiebedrijf en toegelaten instelling zijn volledig transparant. En ten derde, erg belangrijk, willen wij onze huurders op langere termijn laten profiteren van lagere energietarieven.”
Is er dan wel voldoende animo voor energiebesparing bij huurders van Woonpartners? Willy Smits: “Bij het laatste project bereikten we meer dan 80% vrijwillige deelname. Zelfs tegenstanders van het eerste uur stapten in en waren na afloop enthousiast. Zowel over hun financiële voordeel als over het toegenomen wooncomfort.” Hoe lastig dan ook, blijkbaar boekt Woonpartners toch succes. Wat is de sleutel? Smits reageert na een korte bedenktijd: “Kijk, nog meer informatie is niet de oplossing. Evenmin om voorzieningen zonder huurverhoging weg te geven. Natuurlijk hebben wij het hele proces zorgvuldig ingericht. Het energiebeleid stelden wij samen met de overkoepelende organisatie van huurders op. Zij draaien nu zelfs mee bij benadering van huurders in de projecten. Tot aan huisbezoeken. Wij hebben prima ondersteunend voorlichtingsmateriaal. Toch denk ik dat de grootste succesfactor in de genen van Woonpartners zelf schuilt. Wij zijn er nu eenmaal voor de huurder. Wij spreken de taal. Wij verheffen ons niet, maar verplaatsen ons in de klant. Wij leveren maatwerk op adresniveau. Eventueel oud zeer lossen wij meteen op. En tegelijk handhaven we de afgesproken spelregels. Wij vertellen het niet mooier aan onze huurders dan het is.” Willy Smits Woonpartners
Innovatieve selectie WonenBreburg WonenBreburg exploiteert ongeveer 30.000 verhuureenheden in Tilburg en Breda. Nina Viegers en Feicko Kooistra van de Bredase vestiging schuiven voor het interview aan. Aanleiding vormt de innovatieve selectiemethode van een uitvoerende partij voor de ingreep aan 88 woningen aan de Hooilaan en omgeving in Breda. Namelijk een meervoudig onderhandse aanbesteding op zowel prijs als kwaliteit, waarbij de stem van bewoners ook een rol speelde. Manager vastgoed Nina Viegers licht de overwegingen toe: “Wij staan te boek als solide organisatie. Onze degelijkheid heeft ons geen windeieren gelegd. Want ondanks de economische tegenwind blijven wij investeren in onze bestaande woningvoorraad. Maar dat geeft ons niet het recht om achterover te leunen. Wij zoeken permanent verbeteringen in het proces van planmatig en groot onderhoud. Dus ook in de manier van selecteren, contracteren en samenwerken met uitvoerende partijen. De kwaliteit van uitvoerende partijen speelt bij de onderhandse aanbesteding een rol, maar vervolgens is tot nu toe de laagste prijs altijd hét criterium bij de gunning. Dan heb je goede redenen nodig om het anders aan te pakken.” Wat wilde WonenBreburg met deze gewijzigde selectiemethode bereiken? Nina Viegers haakt hier meteen op in: “Ons gaat het niet om ontzorging door simpelweg veel taken buiten de deur te leggen. Binnen WonenBreburg is nu eenmaal veel expertise aanwezig. Door die andere samenwerking met uitvoerende partijen willen wij 3 doelen bereiken. Ten eerste een hogere tevredenheid van onze huurders. Ten tweede een kortere doorlooptijd voor zowel het totale project als voor de uitvoeringsperiode binnen de woning. Planning is planning. En ten derde minder faalkosten. Budget is budget.” Dan naar de plannen voor de woningen aan de Hooilaan. Hoe ging de selectie in zijn werk? Projectleider Kooistra neemt het stokje over: “Wij werkten, met regelmatige afstemming met de klankbordgroep, eerst de plannen uit tot het niveau van een definitief ontwerp. Dit vormde voor alle uitgenodigde bedrijven het vertrekpunt. Zij kregen vervolgens niet alleen de vraag om Feicko Kooistra en Nina Viegers WonenBreburg
Prestatiegericht samenwerken (PGS) is een nieuwe werkwijze. Je maakt projectongebonden afspraken. Benutting van de expertise van uitvoerende partijen in het hele proces. Maar intern heb je nogal wat uit te leggen. Is PGS geen vriendjespolitiek? Waarom kies je niet de goedkoopste? Wij houden faalkosten in traditionele projecten bij. Dat geeft ons argumenten in handen voor prestatiegerichte samenwerking. Hedy van den Berk van Havensteder tijdens een congres op 10 mei 2012
hier een prijs voor af te geven. Wij daagden ze uit om aan te geven op welke planonderdelen zij in de uitwerking meer kwaliteit dachten te leveren. Ook vroegen wij om hun visie op het planproces. Hoe zorg je voor optimale klanttevredenheid? Kortere doorlooptijden en garanties op het naleven van afspraken? Puntentoekenning door bewoners, Atriensis en WonenBreburg voor kwaliteit en een score voor de prijs wezen uiteindelijk de winnaar aan.” Beïnvloeden subjectieve overwegingen zo’n belangrijk besluit? Feicko Kooistra ontkent dit niet: “Je zoekt naar een klik. Met wie van die gegadigden bereiken we het hoogst haalbare? Ontstaat er commitment tussen bewoners, dit bedrijf en WonenBreburg? Natuurlijk bevat die afweging subjectieve elementen. Juist de bewoners concentreerden zich met hun vragen op die synergie. Kennen ze onze buurt? Hoe zit het met hun betrokkenheid? Denken ze nog aan ons als ze na werktijd de buurt verlaten?” Nina Viegers sluit af: “Voor dit soort projecten moeten bedrijven hoe dan ook inspelen op innovatieve samenwerkingsvormen. Dus een proactieve rol om samen met opdrachtgever en bewoners tot hogere kwaliteit te komen. Betrokkenheid bij buurt en bewoners. En commitment met onze doelen: hogere klanttevredenheid, harde deadlines en geen overschrijding van ons budget.”
visie Twee invalshoeken voor ketensamenwerking bij energiebesparing. Integratie in de ontwerpfase of integratie in de exploitatie. In die eerste situatie specificeert de corporatie bij aanvang de te bereiken resultaten bij oplevering. Eisen aan te behalen energielabels, zeggenschap voor bewoners in het planproces, minimaal deelnamepercentage, rapportages, overlastbeperking en te bereiken klanttevredenheid. De ketenpartner stelt technische plannen op, maakt energieberekeningen, zorgt voor bewonersdeelname, bewaakt voortgang en meldt energielabels na afloop af. Niet alleen timmerlieden, gespecialiseerde isolatiebedrijven en installateurs onder één regie. Maar ook projectmanagement, adviescapaciteit en bewonerscommunicatie.
Ketensamenwerking als panacee? Prestatiegerichte samenwerking, ketenintegratie of ketensamenwerking. Publicaties en symposia over allerlei nieuwe samenwerkingsvormen overspoelen de sector. Hoor je er nog wel bij als je ‘traditioneel’ op de laagste prijs aanbesteedt? Ketensamenwerking als panacee: een mythisch geneesmiddel dat elke denkbare kwaal geneest. Ook bij energiebesparing speelt de roep om ketensamenwerking. Levert ketensamenwerking minder werkdruk bij de corporatie op? Leidt ketensamenwerking tot meer kwaliteit bij liefst lagere uitgaven? Voorstanders van ketensamenwerking sommen steevast dezelfde trits aan manco’s op van de traditionele werkwijze. Bij selectie op laagste prijs is er helemaal geen sprake van optimale kosten. Meerdere oorzaken liggen hieraan ten grondslag. Offertekosten bedragen per inschrijver ongeveer 1% van de aanneemsom. Bij 5 inschrijvers praat je dan al snel over een opslag van 5%, die opdrachtgevers hoe dan ook voor hun kiezen krijgen. Daarnaast ontstaan plannen volledig van achter de tekentafel zonder helder zicht op uitvoerbaarheid. Hierdoor lopen faalkosten soms tot wel 10% op. Het ontbreken van synergie bij traditioneel contracteren is lastiger in exacte cijfers uit te drukken. Wel degelijk aanwezig volgens de adepten van ketensamenwerking. Denk aan ontzorging van de corporatie of aan voordelen in de exploitatie door slimmere keuzes aan de voorkant.
Gezamenlijk pakken corporatie, hoofdaannemer en alle gespecialiseerde aannemers de voorbereidings- en uitvoeringsfase op. Daardoor werken ketens slimmer, beter en goedkoper. Ten opzichte van een traditioneel gecalculeerd project scheelt het tientallen procenten op de bouwsom. Sleutelbegrippen zijn transparantie, procesoptimalisatie en sturing op individuele verantwoordelijkheid. Dirk Zuiderveld in de Cobouw van 4 juni 2012
Zeker zo uitdagend is ketensamenwerking in de exploitatiefase. Hierbij stelt de corporatie vooraf randvoorwaarden vanuit de toekomstige exploitatie. Mogelijke richtingen? De corporatie kan niet alleen de aanschaf, maar ook het onderhoud van bouwen installatiecomponenten bij de ketenpartner onderbrengen. De nieuwe kozijnen met HR++ beglazing in een contract op basis van het zogenaamde concept 4. Nieuwe warmtepompen opgenomen in een all-in onderhoudscontract. Ook afspraken over daadwerkelijk te realiseren energiebesparing of zelfs gedragsaanpassing door bewoners zijn illustraties van ketensamenwerking in de exploitatiefase. Of de woonlastenwaarborg verlegd naar de marktpartij. Deze heeft vervolgens alle belang bij een optimaal besparingsplan, goed gebruik van voorzieningen door bewoners en consequente monitoring. Het meest vergaand is natuurlijk complete outsourcing van eigendom en exploitatie. Bij opwekking van duurzame warmte of elektra voor de hand liggend. Alleen afrekenen op basis van afgenomen duurzame energie.
Steeds meer partijen in de bouw ruiken aan deze manier van werken en vinden dat het past als een handschoen. En wie wil dat niet, mooie passende handschoenen? Bovendien is het klimaat in de bouw momenteel best guur. Dan houdt de handschoen ketensamenwerking de organisatie een beetje warm. Ferry van Wilgenburg op www.bouwketens.nl
Is de markt klaar voor ketensamenwerking bij energiebesparing? Helaas zijn weinig bedrijven nu al zover. Maar corporaties versnellen natuurlijk dit professionaliseringsproces door de markt met prestatiegerichte vragen te bestoken. Een andere vraag is of corporaties goed getraind in de startblokken verschijnen voor ketensamenwerking. Loslaten en het formuleren van specificaties met prestaties in plaats van oplossingen presenteren. Ook hier geldt dat het enige antwoord is om gewoon te starten. Leg te bereiken doelen eerst goed vast. Begin in het klein. Evalueer resultaten en deel ervaringen met andere corporaties. Zodat het wiel niet steeds opnieuw uitgevonden wordt.
Hemelbestorming én aardverschuiving Verduurzaming van de elektriciteitsvoorziening van woningen door zonnepanelen. Het jaar 2012 staat over enkele decennia gelijk aan het moment van de grote doorbraak van zonnepanelen. Simpelweg omdat deze voorheen futuristisch ogende techniek nu voor iedereen beschikbaar komt. Overal verkrijgbaar en rendabel zonder subsidies. Het ontstaansjaar van veel initiatieven en bedrijven, gericht op brede inpassing van zonnepanelen in de woningvoorraad. Van woningcorporaties die zelf containers zonnepanelen vanuit China importeren, tot de grote energieleveranciers en een scala aan startende bedrijfjes. Een florissant vooruitzicht voor corporaties. Toch blijven er nog genoeg dilemma’s over op dit moment. Het eerste dilemma. Als corporatie zelf zonnepanelen aanschaffen of aanschuiven bij bestaande initiatieven? Zonnepanelen zijn bij uitstek geschikt om bij mutaties of klantgestuurd aan te brengen. Inkoop en toepassing zijn zó eenvoudig dat een corporatie met een eigen onderhoudsdienst dit probleemloos oppakt. Waarom dan aanschuiven? Belangrijkste voordeel van uitbesteding schuilt voor corporaties in vermindering van werkdruk en administratieve rompslomp. Het tweede dilemma heeft te maken met eigendom en financiering. Zelf financieren en opnemen in de huurprijs? Voordeel is de
mogelijke huurtoeslag voor de vergoeding. Groot nadeel is echter het beslag op financieringscapaciteit van de corporatie. Een rechtstreekse vergoeding van huurder naar leverancier is dan het alternatief. De bewoner schaft bijvoorbeeld de panelen zelf via internet of bij de plaatselijke elektronicazaak aan. De corporatie ondersteunt met instructies en toestemming voor de aanpassing. Of afspraken tussen de corporatie en leveranciers van panelen. Zij benaderen met toestemming van de corporatie rechtstreeks huurders. Ook innen zij de vergoeding. Stel dat een energieleverancier panelen levert, dan is de vergoeding natuurlijk één op één te koppelen aan de besparing door de huurder op elektra. De huurder is dan geen dubbeltje extra kwijt.
Zonne-energie is dé kandidaat om de energielasten van huurders als gevolg van elektraverbruik te verminderen. De prijzen van panelen zijn de afgelopen jaren sterk gedaald en blijven naar verwachting dalen, terwijl de prijzen voor elektra al jaren stijgen. Rapport Zonnig Huren, Atrivé, juni 2012
Ten slotte het derde dilemma. Nu grootschalig instappen of juist toekomstige innovaties afwachten? En daarmee nog betere terugverdientijden door hogere opbrengsten bij lagere aanschafbedragen. Een eenduidig antwoord op dit derde dilemma is niet te geven. Maar afwachten is geen optie. Instappen - hoe kleinschalig ook betekent namelijk dat een positie in de uitrol verworven wordt. En daarmee zeggenschap om ontwikkelingen in de juiste richting vanuit het corporatieperspectief te sturen. Wat voorheen een hemelbestorming leek, is nu veranderd in een aardverschuiving. Inpassing van zonnepanelen in de bestaande voorraad is niet meer te stuiten. Toch kan het geen kwaad om meteen over vraagstukken van de verdere toekomst na te denken. Zoals betere afstemming op bestaande bouwdelen. Benutting van elk geschikt onderdeel van de gebouwschil. Integratie van PV‑cellen in dakpannen, dakbedekking, beglazing of folies voor buitengevels. En ook benutting van zonnepanelen voor de huishoudelijke energievraag bij gestapelde woningen.
praktijk Grip op besparing: meten is weten Wie herkent dit beeld niet? Op de voorlichtingsavond licht de projectleider met veel enthousiasme de nobele plannen voor energiebesparing aan de argwanende huurders toe. Als klap op de vuurpijl verschijnt aan het einde van de presentatie de sheet met de huurverhoging voor al dat fraais. Maar gelukkig - zo meldt deze projectleider - is de energiebesparing hoger. Zodat huurders er per saldo op vooruitgaan. Waarna een algeheel geroezemoes weerklinkt, dat geleidelijk overgaat in protest. ‘Wie garandeert dat wij zoveel gaan besparen?’ ‘Ik bivakkeer 3 maanden per jaar in Spanje, zoveel bespaar ik zeker niet.‘ Of ‘Ik heb een allesbrander, ik kan niet eens besparen op gas.’ Tot soms zelfs de meest dodelijke opmerking volgt: ‘Die door u berekende besparing is meer dan ik nu verstook. Krijg ik er soms geld bij?’ Toekomstige besparingen zijn vooraf uiteraard alleen met theoretische berekeningen te bepalen. Maar zonder actuele informatie over het werkelijke energieverbruik heeft dit het karakter van rijden in dichte mist. Tussen Woonbond en Aedes is afgesproken dat de gemiddelde energiebesparing op complexniveau niet hoger is dan de huurverhoging. Over het algemeen vinden huurders dit alleszins redelijk. Ook begrijpen zij dat er een grote spreiding van de verschillende huishoudens rondom dat gemiddelde is. Tegelijk verlangen huurders terecht dat beloftes van de corporatie ook daadwerkelijk uitkomen. De woonlastenwaarborg kan deze functie vervullen. Afstemming ofwel fitten van berekend energieverbruik in onverbeterde staat op werkelijk gerealiseerd verbruik verhoogt de betrouwbaarheid van besparingsberekeningen. Wel vraagt dit om expertise. Wijzigen energiestromen door de ingreep? Hoe
pakt de graaddagencorrectie uit? Leidt de ingreep tot meer warmteconsumptie en daarmee beperking van mogelijke besparingen?
Energiebesparende maatregelen dienen na de ingreep op complexniveau tot lagere woonlasten voor de huurders te leiden. Dat wil zeggen dat de afname van de maandelijkse kosten voor elektriciteit en gas als gevolg van de ingreep groter is dan de toename van de huur, gemiddeld op complexniveau. Convenant Energiebesparing Huursector, 28 juni 2012
Toetsing en afstemming van berekend energieverbruik op gerealiseerd energieverbruik biedt veel voordelen. De als percentage van de verwachte energiebesparing bepaalde huurverhoging geeft een degelijker fundament. De kans op vervelende verrassingen tijdens voorlichtingsavonden is geringer. De chauffeur heeft mistlampen tot zijn beschikking. Bij collectieve installaties is het gemiddelde energieverbruik uiteraard in alle gevallen al bekend. Het geanonimiseerd opvragen van werkelijke gas- en elektraverbruik bij netwerkbedrijven verloopt inmiddels soepel. Sommige netwerkbedrijven tonen niet alleen het gemiddelde energieverbruik van een complex. Tevens geven zij geanonimiseerd de spreiding rondom dat gemiddelde aan. Voor bewoners geeft dat veel inzicht. Er zijn dus blijkbaar huurders die erg weinig gaan besparen. Hiertegenover staan evengoed huurders die juist veel meer zullen besparen. Corporaties spelen hierop in door in de communicatie prognoses te geven bij verschillend stookgedrag: de energiebewuste, gemiddelde of royale consument. Vraag uiteraard na afloop van het eerste hele stookseizoen na de energiebesparende ingreep wederom de werkelijke verbruiken op. Spiegel deze aan de verwachtingen vooraf. Communiceer dit met de bewoners. En leer hier weer van!
Senioren warm voor energiebesparing De ene kant van het verhaal. Doorvoering van energiebesparende maatregelen bij senioren is volgens veel corporatiemedewerkers een hels karwei. Ouderen willen er gewoon niet aan. Geen vertrouwen in vermeende voordelen, zoals woonlastenverlaging en behaaglijkheid. De ingreep is een verstoring van het dagelijkse leefpatroon. Angst voor beschadiging van huisraad, stof, lawaai en onbekenden over de vloer. Als een berg opzien tegen elke verandering aan de woning. Dan de andere kant van het verhaal. Uit onderzoek blijkt dat bijna alle senioren aangeven er zoveel mogelijk een duurzame levensstijl op na te houden. Zo’n 95% gebruikt spaarlampen, 65% maakt gebruik van groene stroom, nog meer senioren houden het gebruik van energie goed in de gaten, meer dan 80% scheidt afval zoveel mogelijk en 78% gaat zuinig om met verwarming. Veel senioren melden dat zij dit duurzame gedrag van huis hebben meegekregen. Ook wil men een schone aarde voor de volgende generatie achterlaten.
Veel senioren leven altijd al duurzaam uit eigen intenties, men heeft het van huis uit meegekregen. Veelal wordt dit uitgelegd in betere zorg voor het milieu, zorgen voor de aarde en het nalaten van een schone aarde voor de volgende generatie. Bijna alle senioren geven aan het belangrijk te vinden dat iedereen duurzamer gaat leven. Onderzoek van de seniorencommunity Goedenwel, januari 2012
Welke kant van het verhaal is de juiste? Waarschijnlijk beide. Daarom moeten corporaties bij hun benadering van senioren zowel op bedreigingen als kansen inspelen. Erken bedreigingen door deze expliciet te benoemen. Bespreek met senioren op welke wijze de ingreep voor hen hanteerbaar is. Wanneer vertrouwen zij het uitvoerend personeel? Hoe blijft overlast binnen de perken? Welke hulp mogen zij tijdens de uitvoering bij verplaatsing van huisraad en kleine klusjes verwachten? Wie zorgt ervoor dat zij in hun eigen tempo veranderingen aan woning en installaties zich eigen kunnen maken? Is er hulp bij verlaging van het voorschot voor energie en wijziging van huurtoeslag? Inspelen op kansen vanuit het perspectief van deze doelgroep. Tegengaan van verspilling. Verbruik niet wat je niet nodig hebt. Bijdragen aan een beter milieu in het belang van het nageslacht. Natuurlijk ook de invloed van energiebesparing op het wooncomfort. En niet in de laatste plaats de woonlasten. Senioren
in sociale huurwoningen hebben meestal een smalle beurs. Een grote mate van zekerheid dat de energiebesparing hoger is dan huurverhoging minus eventuele huurtoeslag is van groot belang. Stel concrete berekeningen op aan de hand van de individuele energienota. Zeg toe de besparingen ook daadwerkelijk na afloop te evalueren en overweeg een woonlastengarantie. Maar wanneer lopen senioren nu echt warm voor energiebesparing? Daarvoor is waarschijnlijk meer nodig. Integreer daarvoor specifieke op ouderen afgestemde maatregelen in de energetische ingreep. Drie richtingen. Ten eerste verhoging van inbraakveiligheid door deels of zelfs geheel randvoorwaarden van het politiekeurmerk te volgen. Ten tweede afstemming van de energetische ingreep op eisen vanuit aanpasbaarheid. Denk aan de bedienbaarheid voor ouderen van ramen, deuren en ventilatieroosters. Of verwijdering van drempels en aanbrengen van beugels. De derde richting is de meest innovatieve. Introduceer gelijktijdig met het energieproject domotica bij senioren met een zorgvraag. Natuurlijk in nauw overleg met zorgverleners. Bijvoorbeeld een display voor monitoring van het energieverbruik. Maar tevens voor contact met de externe zorgverlener of mantelzorger. Of bewegingssensoren gericht op zowel energiebesparing, als het op afstand bewaken van activiteiten van de zorgbehoeftige. Of elektrisch bedienbare gordijnen en zonwering. Niet alleen vanwege energiebesparing, maar ook om het zo lang mogelijk zelfstandig wonen te faciliteren.
column Bianca Koster: behoud de gletsjers Stadlander is een woningcorporatie met 15.000 woningen in West-Brabant en Tholen. Stadlander heeft hoge ambities op energie- en milieugebied. Een voorbeeld van de voorlopersrol is de grootschalige inkoop door Stadlander van zonnepanelen. Bianca Koster is projectleider vastgoed. Onlangs las ik dat de gletsjerstand in 2011 alweer gemiddeld zo’n 40 meter achteruitging. Oorzaak: wereldwijd steeg de gemiddelde temperatuur aan het aardoppervlak en er viel te weinig sneeuw. Ik vind het alarmerend dat door opwarming van de aarde over enkele decennia gletsjers waarschijnlijk helemaal verdwenen zijn. Mijn drive om een steentje bij te dragen aan duurzamere gebouwen en woonomgeving is het terugdringen van de ecologische footprint. Ik mag graag genieten van comfort, luxe en welzijn. Maar ik ben mezelf meer en meer bewust dat ook mijn eigen footprint niet in evenwicht is. Een beter milieu begint bij jezelf. Dit heb ik mezelf dan ook de afgelopen jaren ter harte genomen. Ik scheid afval beter en pak vaker de fiets. Thuis heb ik hotfill apparatuur en verlichting met spaarlampen en bewegingsmelders. Een zonneboiler en zonnepanelen leveren mij duurzame energie. Sinds 2 jaar werk ik binnen Stadlander aan energiebesparing. In 2011 verbeterde ons team zo’n 600 woningen naar een groen energielabel. In 2012 gaat het maar liefst om 1.000 woningen. De deelname van huurders ligt op ongeveer 80%. Wij streven voor ons totale bezit gemiddeld energielabel B na. De komende opgave is optimalisatie van dit proces door slimmer te werken met behulp van ketensamenwerking. De regie wordt steeds meer overgenomen door onze ketenpartners. Wij streven naar ontzorging en meer kwaliteit voor minder geld. Marktpartijen merken dat steeds meer opdrachtgevers hun vraag anders in de markt zetten. Veel bedrijven moeten hun bedrijfsvoering hierop nog aanpassen. Denken vanuit de vraag van de woningcorporatie met haar huurders en niet vanuit het traditionele aanbod van schilderwerk, isolatie, glas of nieuwe installatie. Deze verandering gaat in de bouw- en installatiebranche gepaard met kleine stapjes. Nieuwe samenwerkingsvormen tussen elkaar versterkende bedrijven zijn vereist. Met als resultaten hogere klantwaarde, reductie van faalkosten, ontzorging van corporaties en een optimale verhouding tussen prijs en kwaliteit. Ketensamenwerking is voor mij het uitgangspunt bij de energiebesparing in onze bestaande voorraad. Alles uiteindelijk in het belang van onze huurders, zodat zij nog lang in een prettige en duurzame wijk of kern kunnen blijven wonen. Daar ligt mijn hart. Komende generaties kunnen zo van gletsjers blijven genieten.
Bianca Koster Stadlander
Bedrijfsnieuws September 2012 Atriensis b.v. Postbus 842 5600 AV Eindhoven Telefoon 040 2367859 Fax 040 2364278 Atriensis ondersteunt woningcorporaties. De focus ligt hierbij op energie & milieu, met daarbij veel aandacht voor de bedrijfsvoering. Atriensis werkt samen met diverse specialisten aan het ‘Handboek exploitatie van duurzame energie door woningcorporaties’. Het komt dit najaar nog uit. Geïnteresseerd? Neem contact met ons op:
[email protected] Op 31 oktober 2012 organiseert Atriensis in samenwerking met AT Osborne in Baarn een bijeenkomst over energiebesparing in zelfstandige ouderenhuisvesting. Lastige materie, omdat senioren erg huiverig zijn voor elke verstoring van hun dagelijkse patroon. Leren van elkaars ervaringen. Corporaties wisselen van gedachten met zorginstellingen. Meer informatie? Mail dan naar
[email protected]. Met vaste regelmaat treft u op www.atriensis.nl voor corporaties relevant nieuws aan. Of interviews met uw collega’s uit de corporatiebranche. Abonneer u hierop door aanmelding op www.atriensis.nl. Op www.atriensis.nl onder ‘publicaties’ treft een groot aantal artikelen van Atriensis in vakbladen aan. Inspirerende praktijkvoorbeelden. Tevens diverse rapporten over duurzaamheid, energiebesparing en efficiencyverhoging. De rondleiding met foto’s in deze uitgave betreft de wijk Vaartbroek in Eindhoven.
Hoewel bij deze uitgave van Atrivisie de uiterste zorg is nagestreefd, kan voor eventuele (druk)fouten en onvolledigheden niet worden ingestaan en aanvaardt Atriensis b.v. geen enkele aansprakelijkheid.