PROJECT 1: WONEN ZOALS THUIS

PROJECT 1: ‘WONEN ZOALS THUIS’

Projecthandleiding BBL niveau 3 jaar 1 Semester 1

Deel A: Project 1 ‘wonen zoals thuis’ Deel B: Project ‘leren, loopbaan en burgerschap’

Deel C: Lintonderwijs

Groep BBL leerjaar 1 Semester 1

: 3ZV0A/B : 30 augustus 2010 – 28 januari 2011

Project 1 ‘wonen zoals thuis’ semester 1 2010-2011 BBL niveau 3 opleiding Gezondheidszorg ROC van Amsterdam Gooi- en Vechtstreek

2

Deel A Project 1: ‘wonen zoals thuis’

Groep BBL leerjaar 1 Semester 1

: 3ZV0A/B : 30 augustus 2010 - 28 januari 2011


3

INHOUDSOPGAVE: Deel A: 1

Informatie over het project 1 ‘wonen zoals thuis’

blz 5

2

Casus mevrouw Hartman

blz 8

3

Opdrachten Algemene eisen

blz 10 blz 10

Opdracht A - schoolopdracht 1 ‘spiegelbeeld, wie ben ik….? - schoolopdracht 2 ‘huishouden en wonen’ Voeding onderhoud van de woning kleding - schoolopdracht 3 ‘ADL en interactie’

blz blz blz blz blz blz

11 15 15 17 17 18

Opdracht B: - BPV opdracht 1 ‘huishouden en wonen’ blz 19 - BPV opdracht 2 ‘reflecteren op basiszorg vaardigheden blz 21 4

5

Ondersteunende lessen ¾ huishoudkunde ¾ ADL/basiszorg ¾ Interactie in beroepssituaties ¾ Projectbegeleiding Toetsen en beoordelen - onderwijsplanning jaar 1 - CE portfolio ‘ondersteunen bij huishouden en wonen’

blz blz blz blz

22 23 24 25

blz 26


4

Hoofdstuk 1: informatie project 1 ‘wonen zoals thuis’. Week 35 t/m week 4, 30 augustus 2010 t/m 28 januari 2011, semester 1 (periode 1 en 2)

Inleiding

In semester 1 staat naast kennismaken met school, het beroep en de zorgvrager het ondersteunen bij huishouden en wonen, de ADL (algemene dagelijkse levensverrichtingen) centraal. Alle kerntaken, werkprocessen en competenties waaraan je werkt in het eerste semester, zijn weergegeven in de CE portfolio ‘ondersteunen bij huishouden en wonen’

Casus

Hieronder tref je een korte samenvatting van de casus die gebruikt wordt in dit project. De uitgebreide casus is te lezen in hoofdstuk 3. Je bent een eerste jaar BBL studentverzorgende. Je werkt in een kleinschalige woonvorm voor dementerende ouderen. Mevrouw Hartman is hier 2 jaar geleden komen wonen. Haar man is 3 jaar geleden plotseling overleden, mevrouw Hartman heeft dit moeilijk kunnen verwerken. Sinds die tijd gaat mevrouw geestelijk achteruit en vertoont ze een aantal kenmerken van dementie. Ook lichamelijk gaat mevrouw Hartman achteruit.

Opdracht en het resultaat

In de praktijk uitvoeren en laten beoordelen van handelingen die voortkomen uit de lessen en de opdrachten. Verdiep je in de situatie rond een oudere dementerende zorgvrager met lichamelijke klachten en problemen. Je verdiept je ook in de mogelijke zelfzorgtekorten met betrekking tot huishouden en wonen, ADL/ basiszorg. Bovenstaande opdracht kun je uitvoeren aan de hand van de casus of je maakt gebruik van (een) zorgvrager(s) uit je eigen zorg instelling. Met deze opdracht bereid je de CE Proeve van Bekwaamheid ’huishouden en wonen’ in het tweede semester voor.

Hulp en begeleiding: Projectstappen Er zijn drie schoolopdrachten en twee BPV-opdrachten Er kan pas gewerkt worden aan de schoolopdracht als het plan van aanpak is goedgekeurd door de projectbegeleider. Dit betekent driemaal een plan van aanpak.

Ondersteunende bijeenkomsten

Je volgt lessen die ondersteunend zijn voor het werken aan de projectopdrachten.


5

Literatuur

Omgangskunde: Trajectboek, ‘interactie in beroepssituaties’ Plannen van zorg: Trajectboek, ‘plannen van zorg’ Huishouden en wonen: Trajectboek, ‘huishouden en wonen’ Verpleegkunde/basiszorg/ anatomie: Trajectboek,’ basiszorgboeken deel 1 en 2

Toetsen en beoordelen: Groepsproduct Er kan pas gestart worden met het werken aan de opdracht als het plan van aanpak is goedgekeurd. Dit betekent driemaal een plan van aanpak gemaakt met/in de projectgroep. Bij deze groepsactiviteit wordt een groepsbeoordeling gegeven.

Individuele

Bij het uitvoeren van de verschillende activiteiten

beoordeling

schrijf je reflectieverslagen ( STARR) en individuele verslagen mbt de samenwerking. Deze verslagen worden besproken tijdens de projecturen. De individuele beoordeling bestaat uit: -

opdracht A en B

-

de reflectieverslagen van opdracht A en B

-

de samenwerkingsverslagen van opdracht A en B

-

de schriftelijke toetsen van de lessen

-

het Houdingsformulier

-

eindbeoordeling van de BPV

Aanwezigheidsverplichting: 100%. Zie voor verdere uitleg: studie/opleidingsgids

Punten Toekenning

De theorietoetsen worden met een cijfer beoordeeld.

en registratie

De verschillende andere onderdelen worden beoordeeld met ‘voldoende/niet voldoende’.

Herkansingregeling Je valt in de herkansing wanneer de opdrachten niet op gestelde tijd ingeleverd worden. Herkansing van de verschillende onderdelen vindt in week 5 van de volgende periode plaats. In overleg met de examencommissie kan de herkansing ook op een ander moment plaatsvinden.


6

Organisatie (roosters) DocentenDocenten zijn volgens rooster beschikbaar aanwezigheid Gedurende het project word je door de projectbegeleider volgens rooster begeleid.

DeelnemersAanwezigheid

100% aanwezigheid tijdens de ondersteunende lessen is verplicht. Zie voor uitleg ongeoorloofd verzuim: de opleidingsgids/ studiegids.

Klachten

Met klachten kun je terecht bij; 1 de betreffende docent van de les 2. de projectbegeleider 3. de loopbaanbegeleider. 4. de coördinator van de BOL


7

Hoofdstuk 2. Casus mevrouw Hartman De zorgvrager in onderstaande casus is uitgangspunt van dit project. In het project maak je kennis met de leefsituatie van een oudere dementerende zorgvrager met lichamelijke achteruitgang. ‘Wonen zoals thuis’, kleinschalig wonen voor mensen met dementie Mevrouw Hartman woont nu 2 jaar in zorgcentrum de ‘Wiekslag’. De zorgvragers wonen in groepen van zes psychogeriatrische bewoners, verdeeld over 4 woningen, het kleinschalig wonen. De verzorgenden voeren samen met de bewoners een huishouding. Dit betekent onder meer dat ze elke dag boodschappen doen om voor zes mensen een maaltijd op tafel te zetten. Als het even kan met hulp van de bewoners zelf. Ook in de huishouding kan de zorgvrager/bewoner helpen. Als ze liever naar de televisie kijken als de verzorgende bezig is, is dat ook goed.

Mevrouw Hartman is nu 82 jaar. Haar man is ruim drie jaar geleden vrij plotseling overleden. Het verlies van haar man heeft ze moeilijk kunnen verwerken. In hun relatie was zij degene die op hem leunde voor allerhande zaken. Mevrouw is sinds die tijd geestelijk achteruit gegaan: ze vertoont een aantal kenmerken van dementie. Ook haar gehoor is slechter geworden. Gelukkig ziet ze nog goed. Door gewrichtsontsteking en botontkalking zijn haar bewegingen langzaam en voorzichtig. Bij het lopen is vooral het rechterheupgewricht pijnlijk. Gaan zitten en opstaan kost moeite en doet pijn. Toen de behandelend specialist, waar mevrouw Hartman voor haar jaarlijkse controle kwam, zag hoe moeizaam de bewegingen tot stand kwamen, stelde hij bij één van de controles een heupoperatie voor. Maar daar wilde mevrouw Hartman niets van weten.


8

De achteruitgang van een aantal geestelijke functies speelt hierbij waarschijnlijk een rol: ze wordt behoorlijk vergeetachtig en verliest het besef van tijd. Haar dochter die bijna dagelijks even langs komt ziet de veranderingen bij haar moeder. Mevrouw Hartman herkent haar kinderen en kleinkinderen nog goed, maar ze gaat steeds vaker namen door elkaar gebruiken. Ook is mevrouw Hartman sinds een jaar suikerpatiënt. Ze heeft hiervoor een caloriebeperkt dieet en bloedsuikerverlagende tabletten. Sinds een week zijn haar bloedsuikers weer te hoog en de huisarts heeft de dosis bloedsuikerverlagende tabletten verhoogd. Je vertrouwt het toch niet helemaal en haalt de huisarts erbij. Die meet haar bloedsuiker en ziet dat deze te hoog is en laat haar opnemen in het ziekenhuis. Daar constateert men dat haar diabetes flink ontregeld is en men besluit om mevrouw Hartman in te stellen op insuline. Twee keer per dag wordt mevrouw geïnjecteerd met insuline en regelmatig worden de bloedsuikers gecontroleerd. Het valt jou nu ook op dat mevrouw wat magerder is geworden. Je vraagt je af of mevrouw wel goed eet. Je besluit de situatie van mevrouw Hartman in te brengen in het teamoverleg.


9

Hoofdstuk 3: De opdrachten Opdracht A :

Schoolopdracht 1 ‘spiegelbeeld, wie ben ik…….?’/interactie 2 ‘huishouden en wonen’ 3 ‘ADL/basiszorg’

Opdracht B:

BPV-opdracht 1 ‘huishouden en wonen’ en ‘interactie in beroepssituaties’ 2 reflecteren op ADL/basiszorgvaardigheden en ‘interactie in beroepssituaties

Algemene eisen die gesteld worden bij inlevering en uitwerking van de opdrachten: ¾ ¾ ¾ ¾

¾ ¾ ¾ ¾ ¾

de opdrachten worden ingeleverd in een snelhechter (niet in plastic hoesjes), tenzij anders vermeld in de opdracht getypt in lettertype Verdana 10 of Arial arial 12, zwart correct Nederlands een voorkant met linksonder: - naam - e-mail - groep - datum - periode - naam project - naam opdracht - naam opdrachtgever/docent een inhoudsopgave de opdracht (zoals die uitgereikt is door de docent) een inleiding een nawoord paginanummering

Let op: Wanneer NIET voldaan is aan bovenstaande algemene eisen, hoeft de docent de opdracht NIET in ontvangst te nemen cq na te kijken.


10

Opdracht A / Schoolopdracht 1. ‘Spiegelbeeld, wie ben ik…..? ‘ Een zelfbeeldbeschrijving in de vorm van een ‘levensboek’. Inleiding: Songtekst: Willeke Alberti - "Spiegelbeeld", 1963 Spiegelbeeld vertel eens even Ben ik heus zo oud als jij Is het waar, ben ik twintig Is m'n tienertijd voorbij 'k Ben wel jong maar ik ben toch niet zo jong meer als ik was 'k Ging zo graag nog een keertje terug naar de klas

Spiegelbeeld ik kan je haten Want je geeft geen dag terug Waarom gaan toch die jaren Als je jong bent zo vlug 'k Ben wel jong maar er is toch al zoveel herinnering Spiegelbeeld uit al die jaren Vergeet ik geen ding Spiegelbeeld m'n eerste vriendje Was een joch zo oud als ik 'k Kreeg van hem m'n eerste zoentje 't Was een heerlijk ogenblik 'k Ben wel jong maar dat zou ik nog zo graag eens overdoen Quick quick slow, de eerste dansles Wat was ik nog groen 'k Heb alleen nog wat foto's en die zeggen 't me weer 't Is voorbij, m'n eerste baljurk Die draag ik niet meer

In de songtekst kijkt de zangeres in de spiegel en merkt dat er jaren min of meer ongemerkt voorbij zijn gegaan. Bij de zorgvragers waar jij in je werk mee te maken hebt zijn ook vele jaren verstreken. Het verleden is misschien/soms nog belangrijker dan de toekomst voor hen.


11

‘SPIEGELBEELD…wie ben ik’ Als verzorgende ga je werken met verschillende groepen mensen onder andere ouderen, mensen met een verstandelijke beperking, chronisch zieken. Om met mensen om te gaan moet je belangstelling hebben en geïnteresseerd zijn in mensen. Je wilt graag weten wie die personen zijn met wie je te maken krijgt. Om de mensen te leren kennen is kennis van en over jezelf ook erg belangrijk In de opleiding waar je nu aan bent begonnen, de opleiding voor verzorgende/verpleegkundige wordt gevraagd stil te staan bij je zelfbeeld: ‘Wie ben ik’. Wie is die persoon die je ziet wanneer je in de spiegel kijkt. Hoe zie je jezelf? Misschien ben je niet zo gewend om over jezelf en de dingen die je doet na te denken. Je vindt het gewoon allemaal vanzelfsprekend en je bent gewoon jezelf. Je reageert soms bewust en soms onbewust op de dingen die je meemaakt, zonder erbij stil te staan waarom je zo reageert. Het zou ook niet goed zijn om bij alles wat je doet na te denken over het waarom. Daar zou je dol van worden. Aan de ander kant, als je nooit stil staat bij jezelf en bij wat je doet, kan je ook niet leren van de ervaringen die je opdoet. Je weet dan niet hoe je over komt op anderen en wat het effect van anderen op jouw gedrag is. Op zoek gaan naar je zelfbeeld vraagt moed. Je moet je kwetsbaar durven opstellen en je durven openstellen voor anderen en jezelf. Dit is niet voor iedereen even makkelijk. Het kan ook betekenen dat je dingen van jezelf tegenkomt die je niet wist of die je onzeker maken. Vandaar dat veel mensen kiezen voor de veiligheid van de onwetendheid. Toch is zelfkennis een belangrijke voorwaarde om goed met mensen om te kunnen gaan. En is het voor de ontwikkeling van je beroepshouding nodig om stil te staan bij de vraag: "Hoe zie ik mezelf?". Daarbij horen de volgende doelstellingen: o Je kunt aangeven waarom het belangrijk is jezelf goed te kennen als je beroepsmatig met mensen gaat werken. o Je kunt aangeven wat zelfbeeld is en uit welke elementen het zelfbeeld is opgebouwd. o Je weet welke factoren het zelfbeeld kunnen beïnvloeden. o Je kunt het verband aangeven tussen zelfbeeld en zelfvertrouwen. Zie ook hoofdstuk 2 uit je Trajetboek 204 interactie in beroepssituaties

Theorie: Het zelfbeeld: een bouwwerk met drie verdiepingen

Er zijn drie grote groepen die met elkaar samenhangen en jouw zelfbeeld vormen.

A. Erfelijkheid (aanleg): bv uiterlijke kenmerken de kleur van je ogen, je lengte en lichaamsbouw. Bovengenoemde kenmerken zijn meestal erfelijk bepaald, je kunt er weinig of niets aan veranderen, hoewel de medische vooruitgang tegenwoordig alternatieven biedt. B. Milieu en omstandigheden: Bij de vorming van je zelfbeeld, speelt de omgeving, het gezin, de opvoeding een belangrijke rol. Je kunt zeggen dat daar de basis wordt gelegd voor je zelfbeeld. Door de manier waarop je ouders en andere opvoeders je behandelen, leer je of bijv. je klasgenoten, vrienden je graag mogen of niet, of je geaccepteerd wordt of niet. Je wordt ook gevormd door de beïnvloeding van boeken, televisie, internet, mobieltjes. C. Zelfbepaling: Ook jij zelf hebt invloed op de vorming van jouw zelfbeeld. Je kunt er zelf richting aan geven door de keuzes die je maakt. Het is meestal je eigen beslissing wat je wel en niet wilt doen, daarvoor zal je zaken moeten afwegen.


12

Uitwerking en eisen die aan deze opdracht gesteld worden Je gaat je eigen ‘Levensboek’ maken. Dit doe je aan de hand van een beschrijving van de volgende ‘bouwstenen’:

1.

je persoonlijke gegevens/ je cv

2.

familiegegevens/maak een stamboom

o

o

3.

Ouders: - hoe heten je ouders - uit welke stad/streek/land zijn je ouders afkomstig - wat zijn belangrijke achtergronden van je ouders, vertellen ze erover? - wat is gezinssituatie van je ouders - hoe en waar zijn ze opgegroeid - welk beroep hebben je ouders en hoe vinden ze hun werk je broers/zussen en andere familieleden - hoeveel broers en zussen heb je - welke plek hebben zij in je leven - hoe belangrijk zijn andere familieleden voor je: denk hierbij aan grootouders/neven, nichten/ooms, tantes en andere familieleden - misschien je eigen gezin NU

socialisatie -

4.

levensfases -

5.

hoe belangrijk zijn kleding, sieraden, tatto’s enz voor je

kwaliteiten en gedragskenmerken -

8.

persoonlijke ervaringen die van invloed zijn op jouw ontwikkeling/gedrag

hobby’s/imago/uiterlijk - wat betekent je hobby (sport, muziek, dans enz) voor je -

7.

beschrijf de levens/ontwikkelingsfases vanuit je eigen situatie (baby, peuter, kleuter, schoolkind, puber, adolescent, volwassene)

persoonlijke levensgeschiedenis -

6.

schrijf iets over je opvoeding, denk hierbij ook aan je leefomgeving welke normen en waarden zijn voor jou belangrijk wat betekent religie/ levensovertuiging/ levensmotto voor jou welke tradities/culturele opvattingen spelen in je leven een rol welke plaats heeft de school in je leven schrijf iets over je toekomstplannen mbt opleiding en werk welke vrienden zijn belangrijk voor jou en waarom

welke kwaliteiten heb je wat kan/doe je goed waar kan je niet tegen/kan je moeilijk mee omgaan welke gedragingen zijn typerend voor jou wat zou je willen afleren tip: laat je interviewen door je vader/moeder of ander goede bekende

schrijf een reflectieverslag over deze opdracht: ‘spiegelbeeld’


13

Opdracht-eisen • • • • •

• • •

alle bouwstenen worden beschreven bestaat uit minimaal 10 - maximaal 20 A4 blaadjes geschreven tekst wordt getypt, lettertype 10 of 11 voldoet aan de algemene eisen, zie blz 10 ziet er netjes en verzorgd uit is geïllustreerd mbv foto’s, kopieën van documenten (bv geboortebewijs/-kaart) inleveren van de opdracht ‘spiegelbeeld…’wie ben ik’: week 39 (27 september 2010) beoordeling en bespreking van de opdracht met LBB-er

Herkansing • • • •

niet op tijd inleveren van je opdracht onvoldoende uitwerking van de bouwstenen geen aandacht besteedt aan de uiterlijke vormgeving niet voldaan aan de eisen die bij Nederlands gesteld zijn

Tijdsduur: • • •

2x1 lesuur interactie in beroepssituaties 2 uur Nederlands 2x3 LBB uren


14

Opdracht A / Schoolopdracht 2: ‘huishouden en wonen’ Deze opdracht bestaat uit 2 onderdelen te weten: 2A opdracht over voeding 2B opdracht over het onderhoud van de woning 2C opdracht over kleding

Algemene inleiding :

Een prettige en veilige woonomgeving is belangrijk. In de casus van mevrouw Hartman heb je kunnen lezen dat ze in een groepswoning woont in een kleinschalige woonvorm van 6 psychogeriatrische zorgvragers. Daarom is het belangrijk dat de leefomgeving prettig is en dat er goede afspraken zijn, waar iedereen zich aan houdt. Als zorgverlener zul je moeten leren om uit te gaan van behoeften en wensen van de zorgvrager zelf. De individuele zorgvraag staat centraal en de zorgvrager beslist, waar mogelijk, welke activiteiten hij doet. Deze afspraken staan in het zorgplan. Op school ga je de komende weken voorbereiden op mogelijke situaties tijdens je stage van zeven weken, die te maken hebben met huishouden, wonen en leefklimaat.

opdracht 2A voeding Inleiding

‘Voeding moet een hot item worden’. ( vrij geciteerd uit Nursing het blad voor verpleegkundigen, okt. 2005, blz. 39-40-41 ) Maaltijden, voeding voor veel mensen iets om naar uit te kijken . Waarom is voeding zo belangrijk, wat is goede voeding De laatste tijd is er veel discussie over de kwaliteit van zorg in de verpleeghuizen en ziekenhuizen. Bij één op de vier zorgvragers in een verpleeghuis is sprake van ondervoeding. Ook al is al langer bekend dat ondervoeding vaker voorkomt dan men denkt, gewichtsverlies bij ouderen wordt nog vaak gezien als een normaal en onvermijdelijk gevolg van het ouder worden. Maar voeding is erg belangrijk voor mensen en bepaalt voor een deel de kwaliteit van zorg én van leven. Voeding is basiszorg. De verantwoordelijkheid voor die basiszorg ligt bij de verzorgende en verpleegkundige. Uitwerking: Voedingspatroon van mevrouw Hartman Mevrouw Hartman is 82 jaar oud. Haar man vrouw is 3 jaar geleden overleden. Sinds 2 jaar woont ze in een groepswoning van een kleinschalig woonzorgcomplex. Mevrouw Hartman is slecht ter been. Soms heeft zij geregeld maagklachten. Mevrouw Hartman heeft een rollator. Maar omdat de winter zo koud is, komt zij nauwelijks de deur uit. De verzorgenden zorgen voor de dagelijkse maaltijden, soms helpt mevrouw Hartman met de voorbereiding. Het eten vindt ze niet altijd even lekker, per slot van rekening is ze suikerpatient en heeft ze een calorieebeperkt dieet. Maar zo erg vindt mevrouw Hartman dit niet, want de roomboterkoekjes van de bakker, die regelmatig bij de koffie wordt uitgedeeld, zijn ook erg lekker.


15

1. Mevrouw Hartman heeft soms duidelijk problemen met haar voeding. In voeding zitten voedingsstoffen. a. Geef aan wat voedingsstoffen zijn b. Geef tenminste 4 voorbeelden van een voedingsstof. c. Noem de drie belangrijkste taken van voedingsstoffen. 2. Mevrouw Hartman is ook nog verkouden, zij heeft een verstopte neus. a. Waarom smaakt het eten zo slecht bij een verstopte neus? b. Waarom is het moeilijker iets vloeibaars dan vast voedsel weg te slikken in een andere houding dan zittend of staand? c. Wat gebeurt er allemaal om het eten weer uit de keel of luchtpijp te krijgen, als meneer hoest? 3. Mevrouw Hartman heeft soms maagklachten. a. Noem tenminste twee belangrijke functies van de maag. b. Mevrouw Hartman krijgt geregeld een injectie met een vitamine. Met welke vitamine? c. Wat heeft deze vitamine met de maag te maken?

4. Mevrouw Hartman heeft nooit veel eetlust gehad. a. Beschrijf wat je bij mevrouw Hartman zou zien als er bij haar sprake zou zijn van ondervoeding. b. Beschrijf tenminste twee mogelijke oorzaken van haar slechte eetlust c. Stel: als verpleegkundige/ verzorgende kom jij een zorgvrager als mevrouw Hartman tegen. Bedenk tenminste drie mogelijke verpleegkundige acties om de eetlust van mevrouw Hartman te stimuleren. 5. Mevrouw Hartman gaat op advies van de huisarts langs bij de diëtiste.

a. b. c. d.

Wat is de reden van de huisarts om mevrouw Hartman naar de diëtiste te verwijzen Mevrouw Hartman krijgt een caloriebeperkt dieet. Wat houdt dit in. Noem twee andere diëten en legt uit wat deze diëten inhouden. Noem drie adviezen die meneer zeker van de diëtiste zal krijgen. e. Vetten en koolhydraten zijn voedingsstoffen die veel energie geven. Beschrijf een maaltijd voor zorgvragers waar vooral vetten en koolhydraten in voorkomen. Opdrachteisen: • De opdracht bestaat uitl2A4 blaadjes totaal • Inleveren in week 45


16

Opdracht 2B onderhoud van de woning Uitwerking: Kleinschalig wonen: o hoe is de inrichting van een kleinschalige woonvorm o welke criteria worden er gesteld aan de inrichting bij kleinschalig wonen o wat zijn de specifieke kenmerken van kleinschalig wonen o welke eisen worden gesteld aan schoonmaak en onderhoud van een kleinschalige woonvorm Opdrachteisen: • De opdracht bestaat uit minimaal 2A4 blaadjes • Inleveren in week 45

opdracht 2C Kleding Deze opdracht wordt in overleg met de praktijk- werkbegeleider al dan niet uitgevoerd, afhankelijk van de persoonlijk en/of werkervaring van de deelnemer. Wanneer de opdracht niet gemaakt wordt, dan laat de deelnemer dit schriftelijk vastleggen door de praktijk- werkbegeleider voorzien van korte motivatie, naam, functie en datum. Uitwerking: Kies 6 verschillende soorten kleding voor ouderen uit en maak hier een foto van: o 2 kledingstukken van een vrouw en 2 van een man o 1 kledingstuk van een rolstoelgebruiker o 1 kledingstuk van een andere zorgvrager met een lichamelijke beperking Beschrijf de afkomst van het kledingstuk en wat onderstaande punten betekent voor het onderhoud van de kledingstukken. Check elk kledingstuk op: o textielsoort o onderhoud o wasbaarheid (handwas, wasmachine, chemisch reinigen) o drogen o strijken o relatie prijs en kwaliteit o draagbaarheid/geschiktheid voor de zorgvrager o lichamelijke gesteldheid van de zorgvrager o en andere belangrijke elementen verkregen bij de ondersteunende lessen Opdrachteisen: ¾ De uitwerking bestaat uit minimaal 2 A4 blaadjes ¾ Inleveren in week 45


17

Opdracht A / schoolopdracht 3: ‘ADL en interactie in beroepssituaties’, ‘mevrouw Hartman’ Inleiding :

In de ondersteunende lessen op school ga jij je verdiepen in de basiszorg en de ADL die gegeven wordt aan de oudere, (licht) dementerende zorgvrager met lichamelijke klachten. Ook het methodisch handelen en het geven van zorg volgens zorgplan heeft aandacht gehad. . Mevrouw Hartman woont in een groepswoning van een kleinschalige woonvorm voor mensen met dementie. Het is nogal wat, als je vanwege dementie uit huis moet en alles wat je dierbaar is achter je moet laten. Dat is toch nergens voor nodig? Kleinschalig wonen is…….. wonen zoals thuis!

Maak onderstaande algemene vragen:

Ouder worden 1. ga op internet op zoek naar één persoonlijk verhaal van een licht dementerende oudere zorgvrager met een lichamelijke beperking 2. welke invloed heeft leeftijd op de klachten? 3. beschrijf wat verandering van omgeving kan betekenen voor een zorgvrager. 4. hoe kun je de leefomgeving van deze zorgvrager zo vertrouwd mogelijk maken? Mevrouw Hartman 5. bij het begrip ‘wankel evenwicht’ spelen de begrippen draaglast en draagkracht een belangrijke rol. Beschrijf wat deze begrippen betekenen en hoe ze een rol spelen bij een wankel evenwicht. 6. wat betekent een ‘wankel evenwicht’ bij mevrouw Hartman uit de casus? 7. schrijf nu twee voorbeelden op waarbij er volgens jullie sprake is van een wankel evenwicht. Visie van de zorg instelling 8. ‘Zorg op maat’ is een voorbeeld van een visie hoe er in zorginstellingen zorg verleend wordt. Zoek op internet en je studieboeken tenminste drie andere visies op zorg van drie verschillende instellingen en vergelijk deze vier visies met elkaar. Geef per visie uitleg wat er bedoeld kan worden met deze visies. 9. waarom is het belangrijk om je te verdiepen in de visie op zorg van jouw instelling. 10. beschrijf uitgebreid wat ‘kleinschalig wonen ‘ is. Wat betekent dit voor zorgvragers, familie en verzorgend personeel. 11. met welke verschillende disciplines zou mevrouw Hartman te maken kunnen hebben? Geef per discipline een uitwerking van de mogelijke taken in relatie tot mevrouw Hartman. Opdrachteisen: ¾ de opdracht bestaat uit 2A4 blaadjes ¾ Inleveren opdracht week 44/8 november 2010


18

Opdracht B / BPV-opdracht 1: ‘huishouden en wonen’ en ‘interactie’ Inleiding:

Een prettige en veilige woonomgeving is belangrijk. In de casus heb je kunnen lezen dat ‘zelfstandig’ wonen niet altijd gemakkelijk is. Daarom is het belangrijk dat de leefomgeving prettig is en dat er goede afspraken zijn, waar iedereen zich aan houdt. Als zorgverlener zul je moeten leren om uit te gaan van behoeften en wensen van de zorgvrager zelf. De individuele zorgvraag centraal en beslist de zorgvrager, waar mogelijk, welke activiteiten hij doet. Die afspraken staan in het zorgplan. Iedere dag heb jij daar mee te maken. In het dagelijkse werk laat je zien hoe jij de zorg, beschreven in het zorgplan, vorm geeft en voer je verschillende handelingen uit.

De opdracht:

Door het maken en uitvoeren van onderstaande opdracht, die uit 2 onderdelen bestaat, bereid jij je voor op het uitvoeren van de CE proeve van Bekwaamheid in het tweede semester van jaar 1. De CE Proeve van Bekwaamheid is gericht op het huishouden en wonen. Je gaat in de praktijk met je begeleider afspraken maken mbt het uitvoeren van de huishoudelijke activiteiten en een activiteit die te maken heeft met ontspanning of dagopvang. De huishoudelijke activiteiten hebben betrekking op: 1 onderhoud van de woning en aandacht voor veiligheid 2 verzorging van de kleding 3 verzorgen van de maaltijden 4 aandacht voor zorg, -leefklimaat, ontspanning en/of dagopvang. Alle vier de onderdelen moeten aan de orde komen, deze kunnen ook gebundeld worden. Maak 4 reflectieverslagen via de STARR-methode mbt bovenstaande vaardigheden die je hebt uitgevoerd op je werk. Per reflectieverslag verwerk je hierin de gegeven feedback en geef je aan wat je leerervaring is geweest. Het is mogelijk een aantal vaardigheden te koppelen. In de verslagen maak je ook duidelijk welke protocollen gebruikt zijn en ook welke afspraken gemaakt zijn. Indien mogelijk voeg je protocollen toe bij je verslag. Uiteindelijk worden deze bewijzen opgenomen in het CE portfolio ‘ondersteunen bij huishouden en wonen’.


19

Aandachtspunten bij de activiteit en het verslag: • bespreek bij welke zorgvrager je de activiteiten gaat uitvoeren. • maak een activiteitenplan. • bespreek welke handelingen je kunt combineren met de ADL/basiszorg. Geef een beschrijving. • beschrijf waarom die zorgvrager geschikt is voor het uitvoeren van de opdracht • verdiep je in protocollen, richtlijnen, werkafspraken in jouw instelling die je kunt of moet gebruiken bij het uitvoeren van de vaardigheden die je hebt uitgekozen. Beschrijf welke je nodig hebt. • welke gegevens over de zorgvrager en zijn leefomgeving heb je nodig? Geef een beschrijving. • welke aandachtspunten gelden er voor je beroepshouding • welke aandachtspunten gelden er voor huishoudelijke werkzaamheden bv wat betreft hygiëne, kostenbewust handelen, milieu en veiligheid. • welke aandachtspunten zijn voor het creëren van een prettige leefsfeer en omstandigheden • geef aan wat je taak als verzorgende is. • Welke beroepshouding wordt er van je verwacht. • Welke communicatieve vaardigheden zijn in deze situaties belangrijk. • hoe houd je rekening met de wensen/ mogelijkheden van de zorgvrager. Beschrijf wat je laat zien. • welke andere disciplines zijn betrokken bij deze situaties? Welke afspraken moeten er gemaakt worden over mogelijke samenwerking? Hoe laat jij zien dat je werkt aan de hand van een werkplan. • je geeft, in overleg, de benodigde ondersteuning bij de huishoudelijke activiteiten. Je motiveert en stimuleert de zorgvrager om handelingen zoveel mogelijk zelf uit te voeren. Je vraagt feedback van de zorgvrager. • in een verslag reflecteer je op de uitgevoerde activiteit. Je verwerkt hierin de gegeven feedback van je (werk)begeleider. Wat je leerervaring is geweest. Verslag en feedback laat je schriftelijk beoordelen door je begeleider.

Opdrachteisen: ¾ inleveren het reflectieverslag en feedback met handtekening van de werkbegeleider bij de huishoudkunde docent ¾ inleveren van stageopdracht 1 in week 3/17 januari 2011


20

Opdracht B / BPV-opdracht 2: reflecteren op uitgevoerde ADL/basiszorg vaardigheden die niet direct gekoppeld zijn aan zorgvragers uit de casus Maak 8 relectieverslagen via de STARR-methode op ADL/basiszorg vaardigheden die je hebt uitgevoerd in je stage. Per reflectieverslag verwerk je hierin de gegeven feedback en geef je aan wat je leerervaring is geweest. Het is mogelijk een aantal vaardigheden te koppelen. In de verslagen maak je ook duidelijk welke protocollen gebruikt zijn en ook welke afspraken gemaakt zijn. Indien mogelijk voeg je protocollen toe bij je verslag. Uiteindelijk worden deze bewijzen opgenomen in het CE portfolio ‘ondersteunen bij basiszorg’. Opdrachteisen: ¾ Deze verslagen laat je door je werkbegeleider schriftelijk beoordelen met datum en handtekening. ¾ inleveren van stageopdracht 1 in week 3/17 januari 2011 bij de ADL de docent


21

Hoofdstuk 4: ondersteunende lessen Lessen huishoudkunde ‘wonen zoals thuis’ Inhoud: •

• • • • • • • • • • •

kan maaltijden en drinken verzorgen maakt gebruik van hulpmiddelen zoals magnetron, fornuis heeft kennis van diëten/dieetproducten kan budgetteren heeft kennis van de voeding voor een oudere zorgvrager heeft kennis van textielonderhoud maakt en houdt de leefruimte schoon en opgeruimd handelt volgens de regelgeving m.b.t. hygiëne/ veiligheid/ ARBO/ kwaliteitszorg/ ergonomisch werken kan zorgen voor aangename en veilige woonkamer en groepsruimte(s) leren werken volgens een werkplan inzicht hebben in planmatig en methodisch handelen kennis hebben van systematisch gegevens verzamelen weten hoe de toepassing is van de DOUT-systematiek

Literatuur en andere hulpmiddelen: • • •

Trajectboek: huishouden en wonen Internet Ander vakliteratuur

Resultaat: •

• • •

Voert handelingen en vaardigheden uit volgens gestelde richtlijnen en veiligheidsvoorschriften mbt huishouden en wonen Maakt gebruik van relevante materialen en middelen Behandelde vaardigheden zijn uitgevoerd en beoordeeld in de BPV aan de hand van reflectieverslagen volgens de STARR methode. Beschrijft en maakt de BPV opdrachten m.b.t. huishouden en wonen ter voorbereiding van de proeve van bekwaamheid in semester 2.

•

Tijdsinvestering:

•

1 lesuur per week in semester 1

Toetsing: 1 schriftelijke toets: week 45/8 november 2010 1 schriftelijke toets: week 3/17 januari 2011


22

Lessen ADL/Basiszorg waaronder verpleegkunde/anatomie/fysiologie ‘ wonen zoals thuis’ Tijdens deze lessen staat de oudere zorgvrager met (beginnend) dementie en zelfzorgtekorten centraal.

Inhoud: • • • • • • • • • • • •

•

heeft kennis van het normale verouderingsproces heeft globale kennis van dementie heeft globale kennis van diabetes heeft kennis van de voeding van oudere zorgvrager kent de begrippen: zelfzorg, zelfzorgtekorten, mantelzorg, professionele zorg kan de zorgvrager helpen bij eten en drinken kan de zorgvrager helpen en ondersteunen bij de ADL/basiszorg kan de zorgvrager naar toilet brengen heeft kennis van anatomie en fysiologie heeft kennis van voedingsleer en dieetleer (in overleg met docent huishoudkunde) heeft kennis van bacteriologie m.b.t huishouden en voeding de ADL/basiszorg vaardigheden verder in overleg met projecteigenaar

Literatuur en andere hulpmiddelen: • •

•

Trajectboek: basiszorg deel 1 en 2 Internet Vakliteratuur

Resultaat:

Geeft persoonlijke en uiterlijke verzorging Geeft ondersteuning bij eten, drinken, uitscheiding, mobiliteit, waak- en slaapritme Zorgt voor professionele uitvoering van de taken volgens het zorgplan Behandelde vaardigheden zijn uitgevoerd en beoordeeld in de BPV aan de hand van reflectieverslagen volgens de STARR methode. Toetsing van de inhoud van de workshops anatomie/fysiologie

Tijdsinvestering:

2 lesuren per week in semester 1 1 lesuur per week in semester 1 Anatomie Toetsing 1 schriftelijke 1 schriftelijke 1 schriftelijke 1 schriftelijke

toets toets toets toets

ADL/basiszorg: week 45/8 november 2010 anatomie: week 45/8 november 2010 ADL/basiszorg: week 3/17 januari 2011 anatomie: week 3/17 januari 2011


23

Lessen Interactie in beroepssituaties ‘wonen zoals thuis’ Tijdens deze lessen staat de oudere beginnend dementerende zorgvrager met zelfzorgtekorten centraal.

Inhoud: • • • •

• • • • •

•

heeft inzicht in het begeleiden van de zorgvrager bij zelfredzaamheid kent verschillende woonvormen voor ouderen weet wat kleinschalig wonen is heeft kennis van de begrippen zelfzorg & zelfzorgtekorten, mantelzorg, professionele zorg Ontwikkelt sociale vaardigheden (contact maken, luisteren /gesprek aangaan/stimuleren, communicatie) Ontwikkelt een beroepshouding Ontwikkelt een visie op mens en op verzorgen Heeft kennis van gerontologie en basiskennis van de dementerende zorgvrager Heeft kennis van het werkveld/ de branche waar de stage gaat plaatsvinden Maken opdracht ‘spiegelbeeld’

Literatuur en andere hulpmiddelen: • •

•

Traject: interactie in beroepssituaties Internet Dvd’s en ander materiaal

Resultaat: •

•

behandelde vaardigheden zijn uitgevoerd en beoordeeld in de stage aan de hand van reflectieverslagen volgens de STARR methode inleveren opdracht ‘spiegelbeeld’, presentatie bij LBB-docent

Tijdsinvestering: • 1 lesuur per week in semester 1

Toetsing 1 schriftelijke toets week 45/8 november 2010 1 schriftelijke toets week 3/17 januari 2010


24

Lessen projectbegeleiding: ‘wonen zoals thuis’ Bij projectbegeleiding staat het werken aan dit project centraal. De projectbegeleider heeft aan de hand van de uitslag van de leerstijlentest van Kolb groepen samengesteld van studenten met verschillende leerstijlen.

Inhoud • • •

•

afhankelijk van project in te vullen door projectbegeleider (samen) werken aan projectopdrachten kunnen maken van een reflectieverslag kunnen maken van een plan van aanpak

Resultaat •

•

•

je stelt je collegiaal op: benoemt wat je moet doen om effectief/ goed samen te werken en je kunt aangeven wat je belangrijk vindt tijdens de samenwerking samenwerkingsverslag als afronding van het project plan van aanpak mbt project

Tijdsinvestering

1 lesuur per week in semester 1

Eisen projectbegeleiding Project

Opdracht A : Schoolopdracht Plan van aanpak: 1 ‘spiegelbeeld, wie ben ik…….’ 2 ‘huishouden en wonen’ 3 ‘ADL en interactie in beroepssituaties’ Samenwerkingsverslag 1 ‘spiegelbeeld, wie ben ik…….’ 2 ‘huishouden en wonen’ 3 ‘ADL en interactie in beroepssituaties’ Reflectieverslag 1 ‘spiegelbeeld, wie ben ik…….’ 2 ‘huishouden en wonen’ 3 ‘ADL en interactie in beroepssituaties’


25

ONDERWIJSPLANNING PROJECT 1 ‘WONEN ZOALS THUIS’ BBL NIVEAU 3 30 augustus 2010– 28 januari 2011 PERIODE 1/SEMESTER 1 Week nummer 35

datum

lesweek

Inhoud/activiteit/actie

30 aug ‘10 1.1

- zie introductieprogramma - uitdelen studie/opleidingsgids - uitdelen en algemene uitleg project 1 door projectbegeleider

36

06 sep ‘10

1.2

- les volgens rooster - uitleg project 1 schoolopdrachten door ‘vakdocenten’ - uitleg BPV opdrachten door LBB-er - uitleg studie/opleidingsgids door LBB-er

37

13 sep ‘10

1.3

- les volgens rooster

38

20 sep ‘10

1.4


39

27 sep ‘10

1.5

- inleveren schoolopdracht ‘spiegelbeeld’ bij interactie docent en/of LBB-er - kennismaken met contactpersoon

40

04 okt ‘10

1.6


41

11 okt ‘10

1.7


42

18 okt ‘10

1.8


43 44

25 okt ‘10 01 nov ‘10 1.9

HERFSTVAKANTIE - inleveren schoolopdracht ADL ‘mevr Hartman’ bij docent ADL en projectbegeleider

45

08 nov ‘10 1.10

- inleveren schoolopdracht ‘huishouden en wonen’ bij docent huish.kunde en projectbegeleider - toets van de lessen: • Toets 1 Huishoudkunde • Toets 1 ADL/basiszorg • Toets 1 Interactie in beroepssituaties • Toets 1 anatomie


26

ONDERWIJSPLANNING PROJECT 1 ‘WONEN ZOALS THUIS’ BBL NIVEAU 3 30 augustus 2010– 28 januari 2011 PERIODE 2/SEMESTER 1 Week Nummer 46

Datum

Lesweek

Inhoud/activiteit/actie

15 nov ‘10 2.1


47

22 nov ‘10 2.2


48

29 nov ‘10 2.3


49

06 dec ‘10

2.4


50

13 dec ‘10

2.5

- les volgens rooster - ‘herkansingsweek’, zie toetsen week 45

51

20 dec ‘10

2.6


52 1 2

27 dec ‘10 03 jan ‘11 10 jan ‘11

2.7

KERSTVAKANTIE KERSTVAKANTIE - les volgens rooster - uitdelen/bespreken/invullen Houdingsformulier bij LBB

3

17 jan ‘11

2.8

- Inleveren BPV-opdrachten: • Huishouden en wonen bij docent huish.kunde • ADL/basiszorg bij docent ADL/basiszorg - bespreken door deelnemer ingevulde Houdingsformulier met LBB-er nav project 1

4

24 jan ‘11

2.9

- Toetsen van de lessen: • toets 2 Huishouden en wonen • toets 2 ADL/basiszorg • toets 1 Plannen van Zorg • toets 2 Interactie in beroepssituaties - Houdingsformulier, zie week 3 - ‘herkansingsweek’: week 10=7 maart 2011


27

PROJECT 1: WONEN ZOALS THUIS

Recommend Documents