Zoals het klokje thuis tikt ...... Onderzoek naar de wensen van ouderen voor serviceappartementen van servicecentrum Het Laar
Tilburg, november 2011 Karen van de Weijer Hans Moors Mary van den Wijngaart
ii
Onderzoek woonwensen serviceappartementen Het Laar
Uitgever: IVA Warandelaan 2 Postbus 90153 5000 LE Tilburg Telefoonnummer: 013-4668466 Telefax: 013-4668477 IVA is gelieerd aan de UvT
© 2011 IVA Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of worden openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het IVA. Het gebruik van cijfers en/of tekst als toelichting of ondersteuning bij artikelen, boeken en scripties is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld.
IVA beleidsonderzoek en advies
iii
Inhoudsopgave
Samenvatting.............................................................................................................. 5
1
Inleiding ........................................................................................................... 9
1.1 1.2
Aanleiding en doelstelling................................................................................ 9 Onderzoeksopzet ...........................................................................................10 1.2.1 Enquête doelgroep nieuwbouw ...........................................................10 1.2.2 Beknopt literatuuronderzoek ...............................................................11 1.2.3 Rapportage .........................................................................................11
2
Achtergrondkenmerken respondenten ...........................................................13
2.1 2.2
De respondenten ............................................................................................13 Inschrijving .....................................................................................................15
3
Huidige situatie ...............................................................................................17
3.1 3.2 3.3 3.4
Huidige woonsituatie ......................................................................................17 Dagelijkse activiteiten .....................................................................................18 Gezondheid en mobiliteit ................................................................................20 Zorg en welzijn ...............................................................................................21
4
Ideale situatie .................................................................................................23
4.1 4.2 4.3
Ideale woonsituatie.........................................................................................23 Ideale situatie zorg en welzijn ........................................................................25 Betaalbaarheid serviceappartement ...............................................................28
5
Reflectie en conclusies...................................................................................31
5.1 5.2
Reflectie vanuit de literatuur ...........................................................................31 Conclusies ......................................................................................................33
6
Literatuur ........................................................................................................35
iv
Onderzoek woonwensen serviceappartementen Het Laar
IVA beleidsonderzoek en advies
5
Samenvatting
Doelstelling en onderzoeksopzet Servicecentrum Het Laar biedt serviceappartementen aan waarin ouderen zelfstandig kunnen wonen in een prettige woonomgeving. Naast een veilig en comfortabel appartement dragen diverse hoteldiensten en zorgfaciliteiten bij aan een aangename woonomgeving. Vanwege de bestaande wachtlijst voor de serviceappartementen wenst Het Laar haar aanbod uit te breiden met nieuwe appartementen. Om de nieuwbouw aan te laten sluiten bij de wensen en behoeften van toekomstige bewoners heeft men IVA Beleidsonderzoek en advies gevraagd een woonwensenonderzoek te doen. Dit onderzoek vormt een update van een eerder woonwensenonderzoek dat is uitgevoerd in 2006. Doel is om inzicht te krijgen in de wensen van toekomstige bewoners ten aanzien van wonen, welzijn en zorg, en de mate waarin hierin veranderingen zijn opgetreden de afgelopen vijf jaar. Hiertoe is een survey verricht onder ouderen die ten tijde van het onderzoek op een wachtlijst staan voor een serviceappartement van Het Laar. De survey bestaat uit een schriftelijke enquête die – zoveel mogelijk – overeenkomt met de vragenlijst zoals die gebruikt is in 2006. De vragenlijst is door 136 ouderen ingevuld. Dit komt neer op een relatief hoog responspercentage van 64 procent. De survey heeft in augustus 2011 plaatsgevonden. Daarnaast is er een beknopte literatuurstudie verricht naar enkele overzichtstudies van ouderen en hun woonwensen. Op basis van de literatuurstudie kunnen de bevindingen van de survey worden toegelicht. Resultaten survey Ouderen op de wachtlijst De ouderen die zich hebben ingeschreven voor een serviceappartement van Het Laar zijn gemiddeld 73 jaar oud, ruim de helft is vrouw en de helft woont samen met een partner. Het merendeel van de ouderen heeft een redelijke sociaal economische status. De belangrijkste redenen voor inschrijving bij servicecentrum Het Laar zijn gerelateerd aan de gezondheidsituatie van de ouderen. Indien de ouderen achteruit gaan willen zij verzekerd zijn van zorg. Vooral uit voorzorg wil men verhuizen naar een serviceappartement. Het feit dat ouderen zich uit voorzorg inschrijven voor een serviceappartement blijkt ook uit het gegeven dat het voor de meeste ouderen belangrijk is dat er verzorgend personeel beschikbaar is. De ouderen geven lichtelijk de voorkeur aan de beschikbaarheid van verzorgend personeel in het gebouw. De reden waarom ouderen specifiek kiezen voor servicecentrum Het Laar heeft te maken met het goede aanbod van zorg, woningen en diensten.
6
Onderzoek woonwensen serviceappartementen Het Laar
Huidige woonsituatie De ouderen die in aanmerking willen komen voor een serviceappartement bij Het Laar zijn redelijk goed gesitueerd. Ruim de helft van de ondervraagde ouderen beschikt over een koopwoning of –appartement. Daarnaast beschikt ruim de helft van de ouderen over een woning met 3 of meer slaapkamers. De woonoppervlakte van 2 de huidige woning is voor bijna driekwart van de ouderen 90 m of groter. Ongeveer de helft van de ouderen heeft geen aanpassingen in hun huidige woning. In de huidige woonsituatie is er geen verschil in type woning naar alleenstaand of samenwonend. In het onderzoek van 2006 was dat wel het geval: samenwonenden hebben significant vaker een koopwoning dan alleenstaanden en de woning van samenwonenden beschikt over meer slaapkamers dan de woonruimte van alleenstaanden. Huidig welbevinden De belangrijkste bezigheden overdag van de ondervraagde ouderen en hun partners zijn sporten, fietsen, wandelen en het huishouden. Het merendeel van de ouderen vindt zichzelf en zijn of haar partner ondernemend. Uit de activiteiten die men graag onderneemt, blijkt dat ouderen graag uitstapjes maken. Ondanks de redelijk hoge leeftijd van de ouderen zijn zij over het algemeen gezond en vitaal. Een kwart vindt zijn of haar gezondheid slecht tot matig. De meeste respondenten gebruiken geen hulpmiddelen om zich te verplaatsen, zoals een stok of rollator. Ondanks dat alleenstaande en samenwonende ouderen ongeveer even gezond zijn, maken alleenstaanden wel vaker gebruik van hulpmiddelen bij het opstaan en/of lopen. De vitaliteit van de ouderen blijkt uit ook het feit dat ze weinig of geen hulp ontvangen. Wanneer zij wel hulp ontvangen, is dat met name bij het zwaardere en het lastigere werk zoals het huishouden en klussen in huis. Ideale woonsituatie 2 Het ideale appartement heeft een oppervlakte tussen de 70 en 110 m , wordt gehuurd en is een 3-kamer appartement met 2 slaapkamers. Alleenstaanden geven de 2 voorkeur aan een appartement van 70 tot 90 m en samenwonenden aan een appar2 tement van 90 tot 110 m . Ten opzichte van 2006 neemt de behoefte aan grotere appartementen toe. Dit kan een gevolg zijn van het feit dat nu meer samenwonenden deel uitmaken van de respondenten dan in 2006. De meeste respondenten hechten belang aan een alarmeringssysteem in geval van nood, brand en inbraak en aan een groter balkon als extra voorzieningen en aanpassingen in het ideale appartement. Daarnaast wordt een grote voorraad- of bergruimte, apart toilet en een berging in de kelder op prijs gesteld.
IVA beleidsonderzoek en advies
7
Ideale situatie diensten en zorg Een vijfde deel van de ouderen zal altijd zelf koken. Bijna een derde van de ouderen zal frequent gebruik maken van de maaltijdenservice. Alleenstaande zullen dit meer doen dan samenwonenden. De voorkeur wordt gegeven aan een tweegangenmenu ‘s avonds. Zo’n 15 procent van de ouderen wenst de maaltijd te nuttigen in een restaurant. Ten opzichte van 2006 is de voorkeur voor het gebruiken van de maaltijd in een restaurant toegenomen. In het vaste servicepakket moet zeker opgenomen zijn: een gemeenschappelijke ontmoetingsruimte. Daarnaast wordt de aanwezigheid van een restaurant, glazenwasser, winkel, bewaakte receptie en huismeester gewaardeerd. Meer dan driekwart van de ouderen is niet bereid om meer vaste servicekosten te betalen voor sport en/of wellness faciliteiten. De belangrijkste aanvullende dienst blijkt de eigen parkeerplaats of een garage te zijn. Daarnaast is er een behoorlijke belangstelling voor de maaltijdservice met twee gangen, voor logeerkamers los te huren in het complex en voor huishoudelijke hulp. Betaalbaarheid Een kale huur van € 600 - € 900 heeft bij de helft van de ouderen de voorkeur. Bijna 40 procent wil minder dan € 600 betalen en slechts 12 procent meer dan € 900. Op basis hiervan kan ook worden gesteld dat ouderen eerder geneigd zullen zijn om een huurprijs te betalen van € 600 - € 700 dan van € 800 - € 900 euro. Gelet op de kosten van het appartement, kiezen alleenstaanden voor de kleinere 22 kamer appartement (75 m ) en samenwonenden voor een kleinere 3-kamer appar2 tement (90m ). Conclusies De belangrijkste conclusies op basis van de survey en literatuur zijn: •
De doelgroep van de serviceappartementen van servicecentrum Het Laar bestaat in het algemeen uit de gezonde, vitale en ondernemende ouderen die van zorg verzekerd willen zijn als – over enkele jaren – de gezondheidsituatie van zichzelf of de partner daar om vraagt. Dit sluit aan bij de landelijke tendens.
•
Voor servicecentrum Het Laar is het – gelet op de redenen voor inschrijving – van belang de beschikbaarheid van verzorgend personeel te waarborgen voor ouderen die dat nodig mochten hebben. Hierbij gaat de voorkeur uit naar de aanwezigheid van verzorgenden en/of verpleegkundigen in huis.
•
De helft van de ouderen is alleenstaand. Uit de literatuur blijkt dat het aandeel alleenstaanden zal toenemen in de toekomst. Dit betreft dan met name de ‘anders alleenstaanden’ die een andere leefstijl hebben dan de ‘verweduwden'. Aangezien de wensen ten aanzien van wonen gerelateerd zijn aan het alleen- of samenwonend zijn, is het van belang hier bij de nieuwbouwplannen rekening
8
Onderzoek woonwensen serviceappartementen Het Laar
mee te houden. In het algemeen kan worden gesteld dat de financiële situatie van alleenstaanden beter wordt maar dat deze lager is dan van samenwonenden. Hierdoor geven zij de voorkeur aan goedkopere appartementen. Daarnaast hebben de toekomstige alleenstaanden een andere leefstijl die van invloed zal zijn op de wensen ten aanzien van de hoteldiensten en welzijnsactiviteiten. Verder zijn alleenstaanden kwetsbaarder dan samenwonenden en kunnen zij in de toekomst vaker een beroep doen op zorg en dienstverlening. •
Ouderen willen graag een 3-kamer appartement met twee slaapkamers huren. Alleenstaanden geven de voorkeur aan een appartement van 70 tot 90 m2; samenwonenden aan een appartement van 90 tot 110 m2.
•
Er zijn geen verschuivingen opgetreden ten opzichte van 2006 in de wensen ten aanzien van extra voorzieningen en aanpassingen in het ideale appartement. Ouderen hechten veel belang aan de aanwezigheid van een groter balkon, alarmeringssysteem, een grote voorraadkast, extra toilet buiten de badkamer en berging in de kelder.
•
Punt van aandacht bij de extra voorzieningen en appartementen betreft de beschikbaarheid van zogeheten ‘slimme zorg toepassingen’ zoals domotica, ICT en beeld-tot-beeld verbindingen. Ouderen kennen daar op dit moment niet het hoogste belang aan toe maar deze toepassingen worden wel gezien als een belangrijk middel voor het bevorderen van de zelfredzaamheid van ouderen, mede gelet op de problematiek in de zorg wat betreft de vergrijzing en de personeelstekorten. Wij raden servicecentrum Het Laar aan bij haar nieuwbouw al te investeren in slimme zorg toepassingen.
•
Er is bij ouderen zeker behoefte aan een maaltijdenservice. Hierbij gaat de voorkeur uit naar een tweegangenmenu. Er is geen duidelijke voorkeur voor het eten van de maaltijd in een restaurant dan wel in het eigen appartement.
•
Ook ten aanzien van de diensten in het vaste servicepakket zijn er geen verschuivingen opgetreden ten opzichte van 2006. Het vaste servicepakket dient bij voorkeur te bestaan uit: een gemeenschappelijke ontmoetingsruimte, restaurant, glazenwasser, winkel, bewaakte receptie en een huismeester.
•
Sport en wellness faciliteiten worden niet noodzakelijk geacht.
•
De behoefte aan een eigen parkeerplaats of een garage is opmerkelijk toegenomen ten opzichte van 2006 en vormt nu de belangrijkste aanvullende dienst.
•
Ouderen geven de voorkeur aan de goedkopere en daarmee ook de relatief 2 kleinere appartementen: 75m voor een 2-kamer appartement (50 procent van 2 de alleenstaanden) en 90m voor een 3-kamer appartement (42 procent van de samenwonenden). Toch kiest nog steeds bijna een op de vijf ouderen voor een 2 duurder appartement (vanaf 950 euro en 100 m ). Dit zijn wel met name de ouderen met een partner.
IVA beleidsonderzoek en advies
1
Inleiding
1.1
Aanleiding en doelstelling
9
Servicecentrum Het Laar is een woonzorgcomplex voor ouderen in de gemeente Tilburg. Zij biedt een breed palet aan appartementen, zorg en dienstverlening: van een steun in de rug voor zelfstandig wonende ouderen tot en met verzorgingshuis- en verpleeghuiszorg. Het Laar kent een wachtlijst voor haar serviceappartementen waarin ouderen zelfstandig kunnen wonen en gebruik kunnen maken van diverse hoteldiensten en zorgfaciliteiten. Vanwege de wachtlijst overweegt het servicecentrum nieuwbouw. Hierbij vindt men het belangrijk dat de beoogde nieuwbouw aansluit bij de wensen en behoeften van oudere mensen. Daarom heeft servicecentrum Het Laar aan IVA Beleidsonderzoek en advies gevraagd een onderzoek te doen naar de woonwensen van toekomstige bewoners van de nieuw te realiseren serviceappartementen. In 2006 heeft IVA al een dergelijk onderzoek verricht. Dit naar aanleiding van mogelijkheden die er destijds waren voor nieuwbouw. Deze plannen zijn toen uiteindelijk niet doorgegaan. Servicecentrum Het Laar wenst een update van het onderzoek dat IVA in 2006 heeft verricht. Doel van het onderzoek is om inzicht te krijgen in de mate waarin er – ten opzichte van 2006 – veranderingen zijn opgetreden in de wensen van de potentiële doelgroep van de serviceappartementen wat betreft de woning, zorg en dienstverlening. Bovendien is het belangrijk inzicht te krijgen in wat eventuele ‘nieuwe’ wensen zouden kunnen zijn? Wat voor appartementen willen ouderen? Welk serviceniveau wensen zij? Is er behoefte aan zorg binnen handbereik? En wat wil men daarvoor (extra) betalen? Centrale vraagstelling is: Welke wensen heeft de huidige potentiële doelgroep van de nieuw te bouwen serviceappartementen ten aanzien van wonen, zorg en diensten? Bij wonen gaat het om de appartementen zelf: oppervlakte, aantal kamers, indeling, aanpassingen en voorzieningen in de woning. Bij dienstverlening gaat het om de service en welzijnsfaciliteiten die geleverd worden bij de appartementen. Hierbij valt te denken aan een huismeester, winkel, kapsalon, eet- en drinkgelegenheid en activiteiten in de sociale en recreatieve sfeer. Bij zorg gaat het om huishoudelijke en persoonlijke verzorging en de zorg in geval van calamiteiten. Het is niet alleen de vraag wat de wensen zijn van ouderen ten aanzien van de beoogde nieuwbouw, maar ook in hoeverre zij daarvoor willen – en kunnen – betalen. Daarom wordt in het onderzoek ook de betaalbaarheid aan de orde gesteld.
10
1.2
Onderzoek woonwensen serviceappartementen Het Laar
Onderzoeksopzet Om inzicht te krijgen in de centrale doelstelling en vraagstelling van het onderzoek is een onderzoek verricht waarbij op twee manieren gegevens zijn verzameld over de woonwensen van ouderen: schriftelijke enquête onder toekomstige bewoners van de beoogde nieuwbouw en een beknopte literatuurstudie. 1.2.1 Enquête doelgroep nieuwbouw Er is een survey gehouden onder de potentiële doelgroep van de nieuwbouw. In het huidige onderzoek is deze potentiële doelgroep gedefinieerd als ouderen die ten tijde van het onderzoek op de wachtlijst staan voor een serviceappartement van servicecentrum Het Laar. Meer specifiek gaat het om mensen die na 2006 op de wachtlijst zijn gekomen voor een serviceappartement en die na 1930 geboren zijn. Hiermee is gekozen voor een gerichte benadering van de respondenten voor de survey (in vaktermen: purposive sampling for diversity). Reden hiervoor is dat we meer geïnteresseerd zijn in de bandbreedte aan wensen en opvattingen over wonen, zorg en diensten dan in de specifieke kenmerken van de toekomstige bewoners als zodanig. De survey bestaat uit een schriftelijke enquête. Om een vergelijking met 2006 te kunnen maken is – zoveel mogelijk – gebruik gemaakt van de ‘oorspronkelijke’ vragenlijst. In overleg met het servicecentrum is de nieuwe vragenlijst definitief opgesteld. Gestreefd is naar een bruikbare respons van 100 ingevulde vragenlijsten. Hiertoe zijn er 214 ouderen die na 2006 op de wachtlijst staan en die geboren zijn na 1930 aangeschreven. Deze mensen hebben de enquête en een begeleidende brief ontvangen vanuit servicecentrum Het Laar met het verzoek de vragenlijst in te vullen en te retourneren aan IVA. De survey heeft in augustus 2011 plaatsgevonden. De uiteindelijke respons bedraagt 136 ingevulde vragenlijsten; responspercentage is 64 procent. Dit is voor een schriftelijke enquête een relatief hoge respons. De antwoorden zijn geanalyseerd met behulp van een statistisch analyseprogramma. De resultaten van de analyses worden in procenten weergegeven. In een aantal gevallen is onderzocht of er significante verschillen zijn op basis van persoonskenmerken zoals inkomen en alleen-/samenwonenden. We noemen een verschil significant als de kans dat het verschil berust op toeval kleiner of gelijk is aan 5 procent. Daarnaast wordt aangegeven op hoeveel personen de resultaten betrekking hebben. In totaal hebben 136 respondenten de vragenlijst ingevuld en teruggestuurd. Zoals gebruikelijk hebben niet alle respondenten alle vragen beantwoord. Bovendien is het bij enkele vragen de bedoeling dat een deel van de respondenten – bijvoorbeeld alleen degene die samenwonen met een partner – de betreffende vraag beantwoordt. Verder is nagegaan of er nog opmerkelijke verschillen zijn tussen de huidige resultaten en die van 2006. Dit hebben we niet statistisch kunnen toetsen en heeft op hoofdlijnen plaatsgevonden op basis van de genoemde percentages. Als er sprake is van een significant of een opmerkelijk verschil wordt dit in de tekst benoemd.
IVA beleidsonderzoek en advies
11
1.2.2 Beknopt literatuuronderzoek Daarnaast is er een beknopte literatuurstudie verricht naar recente publicaties op het gebied van de ontwikkeling van ouderenpopulaties in de toekomst. Het gaat hierbij vooral over overzichtsstudies van bijvoorbeeld SCP en CBS, die een beeld geven van demografische patronen en (ontwikkeling van) leefstijlrepertoires. Dit literatuuronderzoek is van belang om de bevindingen van de survey nader te kunnen toelichten, te kunnen verklaren en in context te kunnen plaatsen. 1.2.3 Rapportage De resultaten van de survey en de literatuurstudie zijn vastgelegd in de onderhavige rapportage. Hoofdstuk twee tot met vier beschrijven de bevindingen vanuit de enquête: hoofdstuk twee gaat over de achtergrondkenmerken van de respondenten, hoofdstuk drie over de huidige situatie en hoofdstuk vier over de gewenste situatie. Tot slot, vindt er in hoofdstuk vijf een reflectie plaats op de bevindingen vanuit de literatuur en worden op basis van de survey en literatuur enkele conclusies getrokken.
13
IVA beleidsonderzoek en advies
2
Achtergrondkenmerken respondenten
In dit hoofdstuk worden de achtergrondkenmerken van degene die de vragenlijst hebben ingevuld en dus op de wachtlijst staan voor een serviceappartement besproken. Eerst gaan we in op de persoonskenmerken van de respondenten. Daarna wordt aandacht besteed aan de redenen voor inschrijving.
2.1
De respondenten Uit tabel 2.1 blijkt dat ruim de helft van de ouderen een vrouw is en dat iets meer dan de helft van de respondenten het huishouden deelt samen met een partner. De respondenten zijn gemiddeld 73 jaar oud. De oudste respondent is 90 jaar, de jongste 56 jaar. Het grootste deel van deze ouderen, namelijk 62 procent, is tussen 66 en 75 jaar oud. De partners zijn gemiddeld 70 jaar oud; de oudste partner is 76 jaar en de jongste 46 jaar. Van de partners is het merendeel (67 procent) tussen de 70 en 75 jaar.
Tabel 2.1 Persoonskenmerken, in percentages
Geslacht respondent (n=129) Man
44
Vrouw
56
Alleen- of samenwonend (n=132) Alleenstaand
47
Samenwonend met partner
53
Leeftijd, gemiddelde in jaren Respondent (n=133)
73
Partner (n=70)
70
Kinderen (n=134) Ja
81
Nee
19
14
Onderzoek woonwensen serviceappartementen Het Laar
Een groot deel van de respondenten, namelijk 81 procent, heeft kinderen (tabel 2.1). Wat betreft kinderen is er geen significant verschil tussen samenwonende en alleenstaande ouderen, zij hebben ongeveer even vaak kinderen. Ten aanzien van de persoonskenmerken zijn er enkele verschillen te onderscheiden ten opzichte van 2006. In 2006 is iets meer dan de helft alleenstaand (56 procent); nu woont iets meer dan de helft juist samen met een partner. Bovendien hebben in 2006 samenwonenden vaker kinderen dan alleenstaanden (respectievelijk 89 procent en 77 procent). Dit verschil doet zich in 2011 niet voor. Het merendeel van de ouderen heeft een (gezamenlijk) netto maandelijks inkomen van maximaal 2400 euro (tabel 2.2). De meeste ouderen hebben als hoogst voltooide opleiding: middelbaar algemeen voortgezet onderwijs. Bijna de helft heeft een middelbaar onderwijsniveau, ruim een kwart een laag onderwijsniveau en eveneens een kwart een hoog onderwijsniveau. Er is sprake van een significant verband tussen opleiding en inkomen. Hoe hoger de voltooide opleiding van mensen, hoe hoger het netto inkomen per maand.
Tabel 2.2 Sociaal economische status, in percentages
Netto inkomen per maand (n=133) 601-1.500 euro
29
1.501-2.400 euro
42
2.401-3.000 euro
18
3.001 euro of meer
11
Hoogst voltooide opleiding (n=128) Geen opleiding
1
Lager onderwijs
10
Lager of voorbereidend beroepsonderwijs
17
Middelbaar algemeen voortgezet onderwijs
31
Middelbaar beroepsonderwijs en beroepsbegeleidend onderwijs
16
Hoger algemeen en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
9
Hoger beroepsonderwijs
13
Wetenschappelijk onderwijs
2
Anders
2
15
IVA beleidsonderzoek en advies
De financiële draagkracht van mensen is sterk van invloed op de wensen die zij hebben ten aanzien van wonen, zorg en welzijn én de mate waarin zij daarvoor willen betalen. Het inkomen van alleenstaanden ligt logischerwijs significant lager dan van samenwonenden. Om meer inzicht te geven in de financiële draagkracht van alleenstaanden en samenwonenden presenteert tabel 2.3 het inkomen uitgesplitst naar beide groepen.
Tabel 2.3 Inkomen naar alleen-/samenwonend, in percentages Alleenstaand (n=61)
Samenwonend (n=68)
601-1.501 euro
52
7
1.501-2.400 euro
38
47
2.401-3.000 euro
7
28
3.001 euro of meer
3
18
Netto inkomen per maand
Tabel 2.3 laat zien dat de helft van de alleenstaanden een netto maandelijks inkomen heeft van maximaal 1.500 euro. Dit geldt voor een minderheid van de samenwonenden, namelijk 7 procent. Een op de tien alleenstaanden heeft een inkomen dat hoger ligt dan 2.400 euro netto per maand. Voor samenwonenden is dat 46 procent.
2.2
Inschrijving Het woonwensenonderzoek is uitgevoerd onder degenen die zich ingeschreven hebben voor een serviceappartement van servicecentrum Het Laar. Voor de mensen op de wachtlijst zijn de belangrijkste redenen om zich in te schrijven: uit voorzorg voor als zijzelf of partner klachten krijgen en daardoor zorg nodig hebben, en dat men bij een serviceappartement altijd, indien nodig, snel op zorg kan rekenen (tabel 2.4). Wat betreft de belangrijkste redenen om te verhuizen naar een serviceappartement is er geen sprake van een significant verschil tussen alleenstaande en samenwonende ouderen; zij noemen ongeveer even vaak dezelfde belangrijkste redenen.
16
Onderzoek woonwensen serviceappartementen Het Laar
Tabel 2.4 Belangrijkste reden om te verhuizen naar een serviceappartement, in percentages (n=131)
Uit voorzorg voor als ik of mijn partner klachten krijg en zorg nodig heb
52
Snel op zorg gerekend kan worden indien nodig
32
Gezondheidsklachten
7
Huidig huis is te groot
4
Wil graag mensen om me heen hebben
2
Meer comfort en gemak dan huidige woning
2
Veel voorzieningen in de buurt zijn
1
Voel me niet meer thuis waar ik nu woon
0
Anders
1
Tabel 2.5 laat zien dat de meeste mensen juist kiezen voor servicecentrum Het Laar vanwege de goede naam die het centrum heeft en de goede woningen en diensten die het aanbiedt. Daarnaast wordt ook regelmatig aangegeven dat servicecentrum Het Laar ook zorg kan leveren als dat nodig mocht zijn en vanwege het aanbod van aanvullende diensten en zorgfaciliteiten.
Tabel 2.5 Waarom servicecentrum Het Laar, in percentages (n=130)
Het Laar heeft een goede naam en biedt goede woningen en diensten aan.
41
Het Laar kan ook zorg leveren als dat nodig mocht zijn.
22
Vanwege het aanbod van aanvullende diensten en zorgfaciliteiten
15
Heb altijd in deze buurt gewoond
6
Dichtbij familie en/of kinderen
5
Er wonen al bekenden of familieleden in Het Laar
4
Woon graag in deze wijk
2
Het Laar biedt grote en comfortabele woningen
2
Anders
3
IVA beleidsonderzoek en advies
3
17
Huidige situatie
Voordat wordt ingegaan op de wensen van respondenten wat betreft wonen, zorg en dienstverlening, gaan we in dit hoofdstuk eerst in op de huidige situatie van respondenten ten aanzien van deze aspecten. Hoe wonen ouderen op dit moment, wat is hun algemeen welbevinden in termen van dagelijkse bezigheden en activiteiten, gezondheid en mobiliteit, en in hoeverre maken zij gebruik van zorg?
3.1
Huidige woonsituatie De respondenten wonen op dit moment iets vaker in een grondgebonden woning (52 procent) dan in een appartement (48 procent) (tabel 3.1). De woonruimte is iets vaker gekocht (55 procent) als gehuurd (45 procent). In het onderzoek van 2006 is de woonruimte even vaak gekocht als gehuurd. Er is geen significant verschil in type woning naar alleenstaand of samenwonend. Dit is in het onderzoek in 2006 wel het geval. Uit dat onderzoek blijkt dat samenwonenden significant vaker in een koopwoning wonen dan alleenstaanden (respectievelijk 60 procent en 45 procent), terwijl alleenstaanden vaker de woonruimte huren. De meeste huidige woningen hebben 2 of 3 slaapkamers (tabel 3.1). Een op de vijf heeft vier of meer slaapkamers. Slechts enkele mensen hebben maar één slaapkamer. Er is geen significant verschil tussen een woning met meer slaapkamers en het feit of men alleen dan wel samen woont. In 2006 was dat wel het geval: alleenstaanden hebben vaker 1 slaapkamer en samenwonenden vaker een woning met vier of meer slaapkamers. Verder laat tabel 3.1 zien dat de woonoppervlakte varieert, maar relatief kleine wo2 ningen van minder dan 70m komen weinig voor. Er is geen significant verschil vast te stellen in woonoppervlakte tussen alleenstaanden en samenwonenden. Beide groepen leven op een vergelijkbaar woonoppervlak. De helft van de respondenten heeft aanpassingen in hun huidige woning zoals een verhoogd toilet of een traplift (tabel 3.1). Het gaat hierbij vooral om 1 à 2 aanpassingen in huis. Er is geen significant verschil in aanpassingen vast te stellen tussen alleenstaanden en samenwonenden.
18
Onderzoek woonwensen serviceappartementen Het Laar
Tabel 3.1 Huidige woonsituatie, in percentages
Type woning (n=133) Koopwoning
37
Huurwoning
15
Koopappartement
18
Huurappartement
30
Aantal slaapkamers in de huidige woning (n=136) 1
4
2
40
3
37
4 of meer
19
Woonoppervlakte (n=130) Kleiner dan 50 m
2
Tussen de 50 en 70 m
1 2
9
Tussen de 70 en 90 m2
19
Tussen de 90 en 110 m2 Tussen de 110 en 130 m Groter dan 130 m
25 2
2
25 22
Aanpassingen (n=135)
3.2
Nee, heb geen aanpassingen
49
Heb een paar aanpassingen
42
Heb meerdere aanpassingen
5
Mijn woning is volledig aangepast
4
Dagelijkse activiteiten Om een beeld te krijgen van de leefstijl van de toekomstige bewoners van de nieuw te realiseren serviceappartementen zijn enkele vragen gesteld over hun dagelijkse bezigheden en activiteiten. Uit de antwoorden in tabel 3.2 blijkt dat de belangrijkste bezigheden overdag van zowel de respondent als hun partner zijn: sporten, fietsen en/of wandelen en huishouden, gevolgd door actief zijn in het verenigingsleven. Bij
19
IVA beleidsonderzoek en advies
de respondenten wordt tuinieren nog regelmatig benoemd en bij de partner oppassen op de kleinkinderen. De helft van de ondervraagde ouderen vindt zichzelf ondernemend. Voor de partners geldt ongeveer hetzelfde (tabel 3.2). Een minderheid van de ouderen voelt zich zeer ondernemend of niet ondernemend. Samenwonenden voelen zich significant vaker ondernemend dan alleenstaanden; 62 procent tegenover 39 procent.
Tabel 3.2 Dagelijkse bezigheden en activiteiten, in percentages Respondent
Partner
Belangrijkste bezigheden overdag*
(n=122)
(n=68)
Betaald werk
5
4
Vrijwilligerswerk
24
24
Huishouden
49
65
Opleiding of cursus
9
4
Oppassen op kleinkinderen
22
37
Sporten, fietsen en/of wandelen
57
68
Tuinieren
27
24
Verenigingsleven, hobby’s
32
32
Anders
17
7
Ondernemend iemand
(n=125)
(n=69)
Zeer ondernemend
8
10
Ondernemend
51
49
Beetje ondernemend
36
35
Niet ondernemend
5
6
*Percentages tellen op tot meer dan 100%. Dit komt omdat meerdere antwoorden mogelijk waren.
Volgens tabel 3.3 maakt het merendeel van de ondervraagde ouderen graag uitstapjes. Dit geldt ook voor hun partners. Daarnaast zijn theater, bioscoop, concert, gym, fitness, bewegen op muziek en tuinieren activiteiten die de respondenten en hun partners graag ondernemen. Sauna bezoeken en dieren verzorgen zijn activiteiten die de respondenten het minst graag ondernemen.
20
Onderzoek woonwensen serviceappartementen Het Laar
Tabel 3.3 Activiteiten die men graag onderneemt*, in percentages Respondent (n=120)
Partner (n=70)
Uitstapjes maken
75
80
Theater, bioscoop, concert
35
39
Gym, fitness, bewegen op muziek
33
33
Tuinieren
32
27
Zwemmen
23
26
Bridge
23
17
Fotograferen, schilderen, boetseren
22
14
Biljarten
15
6
Handwerken
13
21
Muziek, zingen, koor
11
6
Sauna bezoeken
6
4
Dieren verzorgen
3
6
*Percentages tellen op tot meer dan 100%. Dit komt omdat meerdere antwoorden mogelijk waren.
3.3
Gezondheid en mobiliteit Het merendeel van de ondervraagde ouderen vindt zijn of haar gezondheid goed (tabel 3.4). Voor de partners geldt hetzelfde. Toch voelt een kwart van de ouderen zich matig of slecht gezond. Dit geldt voor zowel de ondervraagde ouderen als voor hun partners. Wat betreft gezondheid is er geen verschil tussen samenwonende en alleenstaande ouderen; zij voelen zich ongeveer even gezond. Uit tabel 3.4 blijkt dat het merendeel van de ondervraagde ouderen geen gebruik maakt van hulpmiddelen bij het opstaan en/of lopen, maar er is ook een klein deel dat minder mobiel is en wel gebruik maakt van een hulpmiddel. De partners van de ondervraagde respondenten gebruiken nog minder vaak hulpmiddelen; 92 procent van hen gebruikt nooit hulpmiddelen tegenover 80 procent van de respondenten. Ondanks het gegeven dat samenwonende en alleenstaande ouderen zich ongeveer even gezond voelen, rapporteren alleenstaanden wel significant vaker dat zij weleens tot vaak gebruik maken van hulpmiddelen bij de mobiliteit; 35 procent van de alleenstaanden tegenover 5 procent van de samenwonenden.
21
IVA beleidsonderzoek en advies
Tabel 3.4 Gezondheid en mobiliteit, in percentages
3.4
Respondent
Partner
Gezondheid
(n=131)
(n=70)
Slecht
2
0
Matig
24
22
Goed
61
61
Zeer goed
10
11
Uitstekend
3
6
Gebruik hulpmiddel
(n=125)
(n=67)
Nee, nooit
80
92
Soms
7
2
Regelmatig
7
2
Vaak tot altijd
6
3
Zorg en welzijn Zo’n 60 procent van de respondenten ontvangt geen hulp of zorg (tabel 3.5). Voor de partners ligt het percentage veel hoger. Hierbij ontvangt 84 procent geen hulp. Als de respondenten wel hulp ontvangen gaat het in de meeste gevallen om huishoudelijke hulp. Persoonlijke verzorging wordt bij een kleine minderheid van de respondenten ingezet. Uit tabel 3.5 blijkt dat de ondervraagde ouderen en hun partners in de meeste gevallen maximaal 5 uur per week hulp of zorg krijgen. Over het algemeen betalen de ondervraagde ouderen de hulp zelf. Een kwart krijgt een vergoeding voor de hulp.
22
Onderzoek woonwensen serviceappartementen Het Laar
Tabel 3.5 Ontvangst van hulp of zorg, in percentages Respondent
Partner
Ontvangt u hulp of zorg*
(n=121)
(n=64)
Nee, geen hulp of zorg
61
86
Huishoudelijke hulp
37
9
Hulp bij klussen in huis
20
3
Hulp bij onderhoud van de tuin
11
2
Hulp bij persoonlijke verzorging
4
0
Maaltijdenservice
3
0
Anders
1
2
Aantal uren gemiddeld hulp per week
(n=46)
(n=8)
Minder dan 3 uur
46
38
Tussen de 3 en 5 uur
41
62
Tussen de 5 en 10 uur
11
0
Meer dan 10 uur
2
0
Betaalt u de hulp zelf*
(n=49)
(n=8)
Nee, krijg hulp vergoed
29
25
Ja, betaal hulp zelf
74
75
Niet van toepassing, betaal hulp niet
4
0
*Percentages tellen op tot meer dan 100%. Dit komt omdat meerdere antwoorden mogelijk waren
23
IVA beleidsonderzoek en advies
4
Ideale situatie
Na de huidige situatie komt nu de ideale situatie aan de orde. In de vragenlijst is aan mensen gevraagd om zich voor te stellen dat zij het helemaal voor het zeggen zouden hebben, om vervolgens aan te geven hoe zij dan zouden willen wonen. Eerst komt de situatie met betrekking tot het wonen aan de orde; het appartement en de voorzieningen. Daarna komen de zorg en welzijnsaspecten die daarbij gewenst kunnen worden aan de orde. Tot slot, is er aandacht voor de betaalbaarheid en bereidheid van de wensen: hoeveel wil met betalen voor een appartement?
4.1
Ideale woonsituatie Tabel 4.1 laat zien dat de meeste respondenten (40 procent) een appartement met 2 een oppervlakte tussen 90 en 110 m ideaal vinden. Er is er een significant verschil in de grootte van het ideale appartement en alleenstaand of samenwonend zijn. Al2 leenstaanden geven significant vaker de voorkeur aan een grootte van 70 tot 90 m voor het ideale appartement, terwijl samenwonenden significant vaker de voorkeur 2 geven aan een appartement van 90 tot 110 m .
Tabel 4.1 Kenmerken ideale appartement, in percentages
Grootte ideale appartement (n=125) 50 tot 70 m2 70 tot 90 m
5
2
90 tot 110 m
28 2
110 tot 130 m
40 2
Groter dan 130 m
22 2
5
Type appartement (n=135) 2-Kamer appartement (1slaapkamer)
27
3-Kamer appartement (2 slaapkamers)
73
Kopen of huren appartement(n=134) Kopen
9
Huren
91
24
Onderzoek woonwensen serviceappartementen Het Laar
Ten opzichte van 2006 is er een verschuiving te signaleren wat betreft de oppervlakte van een appartement: de behoefte aan grotere appartementen neemt toe. In 2006 geeft 40 procent de voorkeur aan een oppervlakte van 70 tot 90 m2 en 27 procent aan 90 tot 110 m2. Nu – in 2011 – is dat precies andersom. Dit komt waarschijnlijk omdat ook het percentage samenwonenden nu groter is dan in 2006. Bijna alle respondenten geven de voorkeur aan het huren van een appartement (tabel 4.1). Het merendeel geeft de voorkeur aan een 3-kamer appartement. Uit tabel 4.2 komt naar voren dat met name een groter balkon en een alarmeringssysteem in geval van nood, brand en inbraak door ouderen op prijs worden gesteld; respectievelijk 83 en 91 procent. Ook een grote voorraad- of bergruimte, apart toilet en een berging in de kelder worden (zeer) belangrijk gevonden; respectievelijk 79, 78 en 73 procent hecht hier (zeer veel) belang aan. Het minst belangrijk worden airconditioning, een dichte keuken en elektronische hulpmiddelen gevonden; toch vindt respectievelijk 38, 30 en 24 procent dit (zeer) belangrijk.
Tabel 4.2 Belang van extra voorzieningen en aanpassingen in ideaal appartement, in percentages
Niet belangrijk
Beetje belangrijk
Belangrijk
Heel belangrijk
a.
Groter balkon (n=133)
7
11
44
39
b.
Dichte keuken (n=131)
42
28
22
8
c.
Grote voorraad- of bergruimte (n=131)
2
18
54
25
d.
Apart toilet (n=134)
14
8
34
44
e.
Inbouwkasten (n=135)
12
18
42
28
f.
Berging in de kelder (n=134)
7
20
46
27
g.
Eigen parkeerplaats (n=131)
18
18
33
31
h.
Airconditioning (n=133)
32
30
28
10
i.
Snelle internetverbinding (n=131)
22
21
36
21
j.
Alarmeringssysteem (n=134)
1
8
43
48
k.
Beeld-tot-beeld verbinding (n=132)
18
26
33
23
l.
Elektronische hulpmiddelen (n=128)
40
36
19
5
25
IVA beleidsonderzoek en advies
4.2
Ideale situatie zorg en welzijn Maaltijden Volgens tabel 4.3 wil 20 procent van de ouderen altijd zelf koken en 80 procent wil regelmatig tot nooit zelf koken. Hierbij zal 30 procent frequent gebruik maken van een maaltijdenservice. Samenwonenden zullen significant vaker (altijd of tenminste regelmatig) zelf willen koken dan alleenstaanden; 81 procent tegenover 60 procent.
Tabel 4.3 Mate van zelf koken, in percentages (n=133)
Altijd
20
Regelmatig
50
Soms
25
Nooit
5
Uit tabel 4.4 blijkt dat van de ouderen die gebruik zullen maken van de maaltijdenservice de helft de maaltijd altijd of regelmatig in het restaurant wil eten. Meer dan de helft (52 procent) wil de maaltijd altijd ’s avonds gebruiken. Ten opzichte van 2006 is sprake van een opmerkelijk verschil wat betreft de plaats van de maaltijdenservice. Toen had men een duidelijke voorkeur voor het eten in het eigen appartement; nu is er geen sprake van een voorkeur. In 2011 wil de helft eten in een restaurant, in 2006 is dat 31 procent.
Tabel 4.4 Gebruik van maaltijdenservice, in percentages
Gebruik maaltijdenservice restaurant of eigen appartement
(n=112)
Altijd in het restaurant eten
8
Regelmatig in het restaurant eten
42
Soms in het restaurant eten
45
Nooit in het restaurant eten
5
Tijdstip gebruik maaltijdenservice
(n=111)
’s middags
15
’s avonds
52
Soms ’s middags, soms ‘s avonds
33
26
Onderzoek woonwensen serviceappartementen Het Laar
Wanneer we de resultaten uit tabel 4.3 en 4.4 combineren kan een inschatting worden gemaakt van het aandeel ouderen dat regelmatig tot vaak de maaltijd wil eten in een restaurant. 30 Procent van de ouderen zal een beroep op de maaltijdenservice; hiervan geeft 50 procent de voorkeur aan een restaurant boven eten in het eigen appartement. Ofwel 15 procent van de potentiële doelgroep van de nieuwbouw wenst de maaltijd te gebruiken in een restaurant. Vast servicepakket Aan ouderen is van een aantal voorzieningen gevraagd of zij vinden dat deze in het vaste servicepakket moeten zijn opgenomen: ja of nee. Daarbij is opgemerkt dat de vaste servicekosten variëren van 150 tot 200 euro, maar dat er rekening mee gehouden moet worden dat deze kosten hoger zullen worden wanneer meer voorzieningen in het vaste servicepakket zijn opgenomen. Uit de antwoorden van de ouderen blijkt dat in het vaste servicepakket zeker een gemeenschappelijke ontmoetingsruimte opgenomen moet worden (tabel 4.5). Daarnaast wordt de aanwezigheid van een restaurant, een bewaakte receptie, glazenwasser, winkel, huismeester en een kapper gewaardeerd. Een café en schoonheidsspecialist zijn niet noodzakelijk. Als we een vergelijking maken met het onderzoek uit 2006 dan blijkt dat de percentages nu hoger liggen dan destijds. Nu vinden meer mensen het belangrijk dat de afzonderlijke voorzieningen in het servicepakket zitten dan enkele jaren geleden. Er is geen verschil te onderscheiden in de voorzieningen die het allerbelangrijkst zijn. Dat komt in beide onderzoeken overeen.
Tabel 4.5 Voorzieningen vast servicepakket zit, in percentages % ja a.
Aanwezigheid van een gemeenschappelijke ontmoetingsruimte (n=121)
93
b.
Aanwezigheid van een restaurant (n=109)
87
c.
Glazenwasser (n=107)
85
d.
Aanwezigheid van een winkel (n=113)
85
e.
Bewaakte receptie (n=114)
85
f.
Huismeester (n=96)
73
g.
Aanwezigheid van een kapper (n=91)
55
h.
Aanwezigheid van een café (n=89)
36
i.
Aanwezigheid van een schoonheidsspecialist (n=77)
12
De ondervraagde ouderen is de vraag gesteld of zij bereid zouden zijn meer vaste servicekosten te betalen als het appartementencomplex is voorzien van sport en/of wellness faciliteiten zoals een fitnessruimte, een sauna of een zwembad (tabel 4.6). Ruim 80 procent van de ouderen is niet bereid om hiervoor meer vaste servicekosten te betalen.
27
IVA beleidsonderzoek en advies
Tabel 4.6 Bereidheid tot hogere vaste servicekosten voor sport en/of wellness activiteiten, in percentages (n=133)
Ja
17
Nee
83
Calamiteitenzorg In paragraaf 2.3 is besproken dat het merendeel van de ouderen zich heeft ingeschreven voor een serviceappartement omdat er dan snel op zorg gerekend kan worden wanneer dat nodig is. Dat zij zich uit voorzorg inschrijven voor een serviceappartement blijkt ook uit het gegeven dat het voor de meeste ouderen belangrijk is dat er een beroep kan worden op verzorgend personeel indien nodig. Dit ofwel direct beschikbaar in het gebouw (84 procent) of binnen een bepaalde tijd ter plaatse (73 procent). In tabel 4.7 zijn de resultaten af te lezen.
Tabel 4.7 Calamiteitenzorg, in percentages (n=136) % ja a.
Beschikbaarheid verzorgend personeel in gebouw (n=111)
84
b.
Verzorgend personeel niet vast aanwezig in het gebouw, maar wel binnen een bepaalde tijd ter plaatse (n=93)
73
Aanvullende diensten Aan de respondenten is gevraagd van welke aanvullende diensten zij ja of nee gebruik zouden willen maken, naast het vaste servicepakket. Om zoveel mogelijk een realistische inschatting te kunnen maken is daarbij een indicatie gegeven van de kosten per maand of per keer. Tabel 4.8 laat zien dat de helft van de respondenten belangstelling heeft voor een eigen parkeerplaats of een garage. Daarnaast blijkt uit de tabel dat een maaltijdenservice met twee gangen voldoende is en dat er tamelijk veel belangstelling is voor deze aanvullende dienst. Een maaltijdenservice met drie gangen zal slechts door een klein deel van de ouderen op prijs worden gesteld. Verder bestaat er behoorlijke belangstelling voor los te huren logeerkamers; ruim een derde deel van de ondervraagde ouderen denkt van deze aanvullende dienst gebruik te maken. In het onderzoek van 2006 was er minder belangstelling voor een eigen parkeerplaats of garage (33 procent).
28
Onderzoek woonwensen serviceappartementen Het Laar
Tabel 4.8 Keuze voor bepaalde aanvullende dienst, in percentages (n=136) % ja
4.3
a.
Een eigen parkeerplaats of een garage (n=115)
51
b.
Dagelijkse maaltijdenservice: 2 gangen (n=110)
39
c.
Logeerkamers los te huren in het complex (n=110)
35
d.
Huishoudelijke hulp (n=116)
29
e.
Boodschappenservice (n=111)
26
f.
Grote schoonmaakservice (n=109)
26
g.
Klussendienst (n=106)
19
h.
Textielverzorging (n=104)
15
i.
Dagelijkse maaltijdenservice: 3 gangen (n=99)
9
Betaalbaarheid serviceappartement Huurprijs Aan het einde van de vragenlijst is gevraagd hoeveel geld mensen willen besteden aan kale huur voor een serviceappartement, exclusief servicekosten en energiekosten en zonder calamiteitenzorg. Een kale huur van € 600 - € 900 euro heeft bij het merendeel van de ouderen de voorkeur (tabel 4.9). Bijna 40 procent wenst minder te betalen dan € 600 aan kale huur en 12 procent meer dan € 900. Samenwonenden, die significant meer inkomen hebben dan alleenstaanden, zijn vaker geneigd om meer geld aan kale huur te besteden. Van de samenwonenden wil 17 procent wel meer dan 900 euro daar aan besteden, tegenover 6 procent van de alleenstaanden. Het is niet verwonderlijk dat de maximale huurprijs die men wil betalen significant samenhangt met het inkomen; naarmate het netto maandelijkse inkomen hoger is, mag de kale huurprijs ook hoger zijn. Alleen mensen met een inkomen dat hoger is dan 3000 euro netto per maand willen wel een huur van meer dan 1100 euro betalen. Het gaat dan om 40 procent van de ‘grootverdieners’, ofwel 4 procent van alle ouderen.
Tabel 4.9 Kale huurprijs appartement, in percentages (n=131)
Minder dan 600 euro
38
Tussen 600 en 900 euro
50
Tussen 900 en 1100 euro
7
Meer dan 1100 euro
5
29
IVA beleidsonderzoek en advies
In de vragenlijst is aan mensen gevraagd welke appartement ze zouden kiezen, mede gelet op de kosten. Het type appartement is te onderscheiden naar oppervlakte en kosten per maand. Er is bij de vraag vermeld dat het slechts gaat om een indicatie van de grootte en de kosten van de appartementen om een idee te krijgen van de waardering van de ondervraagde ouderen voor een bepaald appartement. In tabel 4.10 is te zien dat het merendeel van de ondervraagde ouderen de voorkeur geeft aan de kleinere en goedkopere appartementen.
Tabel 4.10 Voorkeur appartement gelet op kosten, in percentages (n=124) 2
32
2
2-kamer appartement (85 m ) voor ongeveer 750 euro per maand
18
3-kamer appartement (90 m2) voor ongeveer 850 euro per maand
32
3-kamer appartement (100 m2) voor ongeveer 950 euro per maand
10
2-kamer appartement (75 m ) voor ongeveer 650 euro per maand
2
3-kamer appartement (110 m ) voor ongeveer 1050 euro per maand.
8
Het is niet verwonderlijk dat het type appartement mede gelet op de kosten significant samenhangt met of men alleenstaand of samenwonend is (tabel 4.11). Van de alleenstaande ouderen zou 68 procent kiezen voor een 2-kamer appartement mede gelet op de kosten. Hierbij geeft de helft de voorkeur aan het relatief kleinere en goedkope appartement. Overigens, kiest nog steeds een kwart van de alleenstaanden voor een relatief kleiner 3-kamer appartement. Van de samenwonenden zou 79 procent kiezen voor een 3-kamer appartement mede gelet op de kosten. Ook hierbij kiezen de meeste samenwonende voor de kleinere en goedkopere appartementen.
Tabel 4.11 Voorkeur appartement gelet op kosten naar alleenstaand of samenwonend, in percentages Alleenstaanden Samenwonenden (n =59) (n=62)
2-kamer appartement (75 m2) voor ongeveer 650 euro p.m 2
2-kamer appartement (85 m ) voor ongeveer 750 euro p.m. 2
3-kamer appartement (90 m ) voor ongeveer 850 euro p.m.
51
13
17
18
24
42
2
3
16
2
5
11
3-kamer appartement (100 m ) voor ongeveer 950 euro p.m. 3-kamer appartement (110 m ) voor ongeveer 1050 euro p.m.
IVA beleidsonderzoek en advies
5
31
Reflectie en conclusies
In dit hoofdstuk vindt een reflectie op de resultaten van de survey plaats vanuit de literatuur. Er is een aantal recente overzichtstudies met betrekking tot ouderen en hun woonwensen bestudeerd. Op basis van deze studies is nagegaan in hoeverre de resultaten van het huidige onderzoek overeenkomen dan wel afwijken van de landelijke tendensen. Tevens worden er enkele conclusies getrokken.
5.1
Reflectie vanuit de literatuur Wat is het profiel van de ouderen die binnen een aantal jaren in servicecentrum Het Laar willen gaan wonen? De ouderen in de leeftijdsgroep van 70 tot 75 jaar op de wachtlijst voor een woning, hebben dikwijls een partner, maar zijn bijna even vaak alleenstaand. Meestal hebben ze kinderen. Het gemiddelde inkomen bedraagt 2400 euro per maand, dat van alleenstaanden is beduidend lager. In tegenstelling tot 2006 verschillen beide groepen niet veel wat hun huidige woonsituatie betreft. Iets meer dan de helft woont in een huis. De woning is wat vaker gekocht dan gehuurd. Deze ouderen zijn naar eigen zeggen tamelijk vitaal, mobiel en ondernemend. Ze houden van fietsen, wandelen, sporten (gym, fitness), dingen doen in en om huis, alsook van uitstapjes en het bezoeken van bioscoop, theater- of muziekvoorstellingen. Ouderen met een partner voelen zich beduidend meer ondernemend dan alleenstaanden. De meeste ouderen vinden hun eigen gezondheid goed. Ze maken weinig gebruik van hulpmiddelen en redden zich heel aardig. Als ze hulp (doorgaans huishoudelijke hulp) nodig hebben, betalen ze dat over het algemeen zelf. Gevraagd naar de belangrijkste redenen voor een verhuizing naar servicecentrum Het Laar, antwoorden de meeste ouderen dat ze uit voorzorg handelen. Als ze in Het Laar wonen, kunnen ze rekenen op zorg op het moment dat zij zelf of hun partner klachten krijgen. Het Laar biedt naar hun idee een adequaat aanbod van zorgfacilitei1 ten en aanvullende diensten. Deze anticiperende houding is een landelijke trend . Hoewel in Nederland een van de belangrijkste verhuisredenen voor ouderen is dat zij 2 zich niet meer thuis voelen in de buurt waar ze wonen , gaat dat voor de ouderen op de wachtlijst van servicecentrum Het Laar niet op. Het profiel van deze ouderen is de afgelopen vijf jaar enigszins veranderd: in 2006 hebben samenwonenden vaker hun woning gekocht en beschikt men over meer slaapkamers dan alleenstaanden. Deze verschillen doen zich nu niet meer voor. Dit zou een indicatie kunnen zijn dat de situatie van alleenstaande ouderen in de afgelopen tijd is verbeterd.
1 2
Kullberg & Ras (2004); Kullberg (2005). Kullberg & Ras (2004).
32
Onderzoek woonwensen serviceappartementen Het Laar
Hoe zit dat dan met de woonwensen van ouderen? Gevraagd naar hun ideaalbeeld (los van financiële mogelijkheden) zouden zowel ouderen met als zonder partner kiezen voor een gehuurd driekamerappartement met twee slaapkamers. Alleenstaanden zouden voor een kleiner appartement (70-90 m2) kiezen dan ouderen met een partner (90-110 m2). Beide groepen vinden een goed alarmeringssysteem belangrijk, evenals een groot balkon, apart toilet (buiten de badkamer) en een forse bergruimte. Ook aan elektronische ondersteuningsfaciliteiten (domotica) en een breedbandverbinding hecht men waarde. Het minst belangrijk vindt men een dichte keuken en airconditioning. Maar inkomen speelt natuurlijk wel een rol. Redenerend vanuit hun huidige, reële situatie kiezen de meesten daarom voor een kleiner en goedkoper appartement. Dat geldt a fortiori voor ouderen zonder partner, die meestal een lager inkomen hebben. Uit onderzoek blijkt dat de groep van alleenstaanden of alleenwonenden de komende 3 20 jaar groeit . Er worden twee subgroepen onderscheiden: degenen die verweduwd zijn en de anderen. Het aandeel verweduwden daalt, terwijl het aandeel 'anders al4 leenwonenden' juist opvallend stijgt. Alleenstaande of alleenwonende ouderen zijn bovendien vaker kwetsbaar dan samenwonenden. Dat betekent dat zij gevoelig zijn voor een proces van het opeenstapelen van lichamelijke, psychische en/of sociale tekorten in het functioneren, dat de kans vergroot op ernstige gezondheidsproblemen. Doorslaggevend voor hun kwetsbaarheid is dat zij dikwijls meer dan één aandoening hebben (multimorbiditeit) en beperkt zijn in bewegen, zelfverzorging en het doen van het huishouden. Het aantal ‘kwetsbare ouderen’ groeit van 700.000 in 2010 5 naar ruim 1.000.000 in 2030 . Deze ontwikkeling is relevant voor de nieuwbouwplannen van servicecentrum Het Laar. Hoewel de groep bevraagde ouderen zonder partner zich nu niet tot de categorie ‘kwetsbaar’ rekent, vinden zij zichzelf wel minder ondernemend en vitaal. Dit zelfbeeld zou in de nabije toekomst kunnen gaan afwijken van de werkelijke situatie. Waarschijnlijk wordt het aandeel alleenstaande of alleenwonende ouderen dat in Het Laar wil komen wonen het komende decennium relatief groter. Dat het aandeel kwetsbare ouderen in deze groep eveneens relatief groeit, ligt in de lijn der verwachting. Kwetsbaar of niet, het is duidelijk dat de groep ouderen die nooit een partner heeft gehad of die al lang heeft moeten missen gewend zijn geraakt aan andere manier van leven. Zoals we hierboven constateerden, stellen ouderen zonder partner andere eisen aan hun woning. En dat zou ook kunnen opgaan voor het gebruik dat ze verwachten te gaan maken van de welzijns- en zorgdiensten die servicecentrum Het Laar biedt. Nu zijn op dit punt nog geen significante verschillen geconstateerd tussen ouderen met en zonder partner, behalve dat de laatste groep duidelijk minder vaak zelf zegt te gaan koken. Maar het is zaak om scherp in de gaten te blijven houden wat die landelijke trend impliceert voor servicecentrum Het Laar. 3
Campen (red.) (2011a); Campen (2011b). 'Anders alleenwonenden' zijn ouderen die niet verweduwd zijn, maar wel alleen wonen. Dit zijn bijvoorbeeld ouderen die gescheiden zijn, of nooit getrouwd, of alleen wonen na eerst te hebben samengewoond, of mensen die zelf in een instelling wonen, maar van wie de partner nog thuis woont. Campen (2011b). 5 Campen (2011b).
4
IVA beleidsonderzoek en advies
33
De huidige beeldvorming van de ouderen op de wachtlijst over hun behoeften aan welzijns- en zorgdiensten verschilt, op een enkele uitzondering na, nauwelijks van de 6 situatie in 2006 . Zowel ouderen met als zonder partner zien graag een gemeenschappelijke ontmoetingsruimte en een restaurant opgenomen in het vaste servicepakket. Voorts stellen zij een bewaakte receptie, de aanwezigheid van een winkel en de beschikbaarheid van een glazenwasser op prijs. Andere welzijnsdiensten acht men minder belangrijk. Voor sport- en wellness faciliteiten zou meer dan driekwart van de bevraagde ouderen niet meer vaste servicekosten willen betalen. Daarnaast is er (in tegenstelling tot 2006) veel belangstelling voor de beschikbaarheid van een eigen parkeerplaats of een garage. Van (tijdelijk te huren) logeerkamers verwacht ongeveer een derde van de ondervraagde ouderen geregeld gebruik te maken. Zorgdiensten vindt men evident belangrijk: 84 procent van de ouderen geeft aan dat verzorgend personeel direct beschikbaar zou moeten zijn; 73 procent stelt dat het verzorgend personeel binnen een bepaalde periode (snel) beschikbaar zou moeten zijn. Hoewel zelfstandig wonen een groot goed is, kiest men voor Het Laar vanwege de mogelijkheid om welzijns- en zorgdiensten in te kunnen kopen als dat nodig is. De situatie ten aanzien van servicecentrum Het Laar verschilt in dat opzicht niet van het 7 al langer zichtbare Nederlandse beeld.
5.2
Conclusies Op basis van de resultaten van de survey onder de potentiële doelgroep van de beoogde nieuwbouw en de literatuurstudie zijn enkele conclusies te trekken die van belang zijn voor de plannen met betrekking tot de nieuw te realiseren serviceappartementen. Deze worden hieronder puntsgewijs beschreven:
6 7
•
De doelgroep van de serviceappartementen van servicecentrum Het Laar bestaat in het algemeen uit de gezonde, vitale en ondernemende ouderen die van zorg verzekerd willen zijn als – over enkele jaren – de gezondheidsituatie van zichzelf of de partner daar om vraagt. Dit sluit aan bij de landelijke tendens.
•
Voor servicecentrum Het Laar is het – gelet op de redenen voor inschrijving – van belang de beschikbaarheid van verzorgend personeel te waarborgen voor ouderen die dat nodig mochten hebben. Hierbij gaat de voorkeur uit naar de aanwezigheid van verzorgenden en/of verpleegkundigen in huis.
•
De helft van de ouderen is alleenstaand. Uit de literatuur blijkt dat het aandeel alleenstaanden zal toenemen in de toekomst. Dit betreft dan met name de ‘anders alleenstaanden’ die een andere leefstijl hebben dan de ‘verweduwden'. Aangezien de wensen ten aanzien van wonen gerelateerd zijn aan het alleen- of samenwonend zijn, is het van belang hier bij de nieuwbouwplannen rekening mee te houden. In het algemeen kan worden gesteld dat de financiële situatie van alleenstaanden beter wordt maar dat deze lager is dan van samenwonen-
Luijkx (2006). Kullberg (2005).
34
Onderzoek woonwensen serviceappartementen Het Laar
den. Hierdoor geven zij de voorkeur aan goedkopere appartementen. Daarnaast hebben de toekomstige alleenstaanden een andere leefstijl die van invloed zal zijn op de wensen ten aanzien van de hoteldiensten en welzijnsactiviteiten. Verder zijn alleenstaanden kwetsbaarder dan samenwonenden en kunnen zij in de toekomst vaker een beroep doen op zorg en dienstverlening. •
Ouderen willen graag een 3-kamer appartement met twee slaapkamers huren. Alleenstaanden geven de voorkeur aan een appartement van 70 tot 90 m2; samenwonenden aan een appartement van 90 tot 110 m2.
•
Er zijn geen verschuivingen opgetreden ten opzichte van 2006 in de wensen ten aanzien van extra voorzieningen en aanpassingen in het ideale appartement. Ouderen hechten veel belang aan de aanwezigheid van een groter balkon, alarmeringssysteem, een grote voorraadkast, extra toilet buiten de badkamer en berging in de kelder.
•
Punt van aandacht bij de extra voorzieningen en appartementen betreft de beschikbaarheid van zogeheten ‘slimme zorg toepassingen’ zoals domotica, ICT en beeld-tot-beeld verbindingen. Ouderen kennen daar op dit moment niet het hoogste belang aan toe maar deze toepassingen worden wel gezien als een belangrijk middel voor het bevorderen van de zelfredzaamheid van ouderen, mede gelet op de problematiek in de zorg wat betreft de vergrijzing en de personeelstekorten. Wij raden servicecentrum Het Laar aan bij haar nieuwbouw al te investeren in slimme zorg toepassingen.
•
Er is bij ouderen zeker behoefte aan een maaltijdenservice. Hierbij gaat de voorkeur uit naar een tweegangenmenu. Er is geen duidelijke voorkeur voor het eten van de maaltijd in een restaurant dan wel in het eigen appartement.
•
Ook ten aanzien van de diensten in het vaste servicepakket zijn er geen verschuivingen opgetreden ten opzichte van 2006. Het vaste servicepakket dient bij voorkeur te bestaan uit: een gemeenschappelijke ontmoetingsruimte, restaurant, glazenwasser, winkel, bewaakte receptie en een huismeester.
•
Sport en wellness faciliteiten worden niet noodzakelijk geacht.
•
De behoefte aan een eigen parkeerplaats of een garage is opmerkelijk toegenomen ten opzichte van 2006 en vormt nu de belangrijkste aanvullende dienst.
•
Ouderen geven de voorkeur aan de goedkopere en daarmee ook de relatief kleinere appartementen: 75m2 voor een 2-kamer appartement (50 procent van de alleenstaanden) en 90m2 voor een 3-kamer appartement (42 procent van de samenwonenden). Toch kiest nog steeds bijna een op de vijf ouderen voor een duurder appartement (vanaf 950 euro en 100m2). Dit zijn wel met name de ouderen met een partner.
IVA beleidsonderzoek en advies
6
35
Literatuur
Kullberg, J. & Ras, M. (2004). Met zorg gekozen? Woonvoorkeuren en woningmarktgedrag van ouderen en mensen met lichamelijke beperkingen. Den Haag: SCP. Kullberg, J. (2005). Ouderen van nu en in de toekomst. Hun financiële spankracht, zorgbehoefte en woonwensen. Den Haag: SCP. Luijkx, K. (2006). Leefstijl en woon-, welzijn- en zorgwensen van ouderen. Tilburg: IVA. Campen, C. van (2011a). Kwetsbare ouderen. Landelijk beeld van de groeiende groep ouderen met meervoudige gezondheidsproblemen. Den Haag: SCP. Campen, C. van (2011b). Kwetsbaar alleen. De toename van het aantal kwetsbare alleenwonende ouderen tot 2030. Den Haag: SCP.