ASBESTPROCEDURE 2e UITGAVE
W.C. Linschoten
Regionale Brandweer Zaanstreek-Waterland
INDEX
HANDLEIDING BIJ HET OPTREDEN VAN DE DIVERSE DIENSTEN.................................................................................................... 3 ALGEMEEN................................................................................................................ 3 BESLISSCHEMA VOOR DE BRANDWEER........................................................... 4 CATEGORIE INDELING EN PROCEDURES.......................................................... 5 Categorie I brand.............................................................................................. 5 Categorie II brand ............................................................................................ 5 Categorie III brand ........................................................................................... 5 TABEL EFFECTEN ASBESTBRAND EN EXPLOSIE ............................................ 6 STAPPENPLAN BRANDWEER ............................................................................... 7 STAPPENPLAN BETROKKEN GEMEENTEN …………………..….………….. 9 STAPPENPLAN GENEESKUNDIG......................................................................... 10 STAPPENPLAN POLITIE ........................................................................................ 11 CHECKLIST BRANDWEER ontsmettingsprocedure .............................................. 12 Tijdens de actie .............................................................................................. 12 Na afloop van de actie.................................................................................... 12 0VERZICHT MEEST TOEGEPASTE ASBESTHOUDENDE PRODUCTEN ...... 13 MATERIALEN.......................................................................................................... 14 niet asbesthoudend ......................................................................................... 14 Asbesthoudende ............................................................................................. 14 NADERE UITWERKING T.B.V. OPTREDEN BIJ BRANDEN WAARBIJ ASBEST BETROKKEN IS. ....................................................... GEZONDHEIDSRISICO'S VAN ASBEST .............................................................. METINGEN TIJDENS OF NA "ASBESTBRANDEN"........................................... ZWERFAFVAL.........................................................................................................
15 16 16 18
CONCLUSIE........................................................................................................................ 18 SLOTBESCHOUWING...................................................................................................... 19 TELEFOONLIJST………………………………………………………………………….22 REGISTRATIEFORMULIER BESMETTE UITRUKKLEDING bijlage1….………....23 VERKLARENDE WOORDENLIJST bijlage 2……….……….………………………… 24 VOORBEELDBRIEF CATEGORIE 1 EN 2 bijlage 3……………………………………25 VOORBEELDBRIEF CATEGORIE 3 bijlage 4………………………………………….26 VOORBEELDBRIEF NAZORG bijlage 5………………………………………………...28
3
HANDLEIDING BIJ HET OPTREDEN VAN DE DIVERSE DIENSTEN ALGEMEEN Bij branden waarbij asbest vrijkomt in de atmosfeer hebben diverse diensten een taak. Deze taak beperkt zich niet alleen tot de brandbestrijding maar ook daarna is voor de diverse diensten nog een belangrijke taak weggelegd. Verantwoordelijkheid van de overheid: In die gevallen waar er geen direct verantwoordelijke of aansprakelijke kan worden vastgesteld, maar er wel sprake is van een voor de volksgezondheid schadelijke situatie, dient de overheid in te grijpen. Ook indien de verantwoordelijke of aansprakelijke kan worden vastgesteld, dient de overheid in te grijpen als de verantwoordelijke of aansprakelijke geen of te laat actie onderneemt. Voor het stabiliseren van een gevaarlijke situatie en het beperken van de schade wordt dan vaak een beroep gedaan op de inzet van de brandweer. De inzet van de brandweer dient echter in principe niet langer te duren dan tot het moment dat de situatie stabiel en beheersbaar is. Indien de situatie geen acuut ingrijpen vergt, dan is de rol van de brandweer beperkt. De opruimtaak is dan een zaak voor andere overheidsdiensten, die dan meestal een gespecialiseerd bedrijf in de arm nemen. Hierna zijn per dienst de taken en de daarbij behorende aandachtspunten omschreven.
De asbestprocedure is ingedeeld in de categorie I, II en III. Een brand hoeft pas een asbestbrand te heten, als er zichtbare verspreiding optreedt van scherven asbestplaat of eventueel van asbestcementstof.
BESLISSCHEMA VOOR DE BRANDWEER
Asbest aanwezig?
nee Normale procedure
ja Inschakelen OVD en ROGS
ja nee
Asbest komt vrij of is vrijgekomen
Normale procedure
ja nee Categorie I asbestbrand
Verspreiding asbest buiten perceelgrens
ja Asbest in woongebied, scholen, bedrijven, e.d.
ja
Categorie III asbestbrand
nee
Categorie II asbestbrand
4
5
CATEGORIE INDELING
Beslissing door de OVD op advies van de ROGS.
Categorie I asbestbrand:
Een brand met emissie van asbest binnen de perceelgrenzen.
Categorie II asbestbrand:
Een brand met primaire emissie van asbest buiten het pand/ terrein, maar geen woon-, werk-, of recreatiegebied betrokken.
Categorie III asbestbrand: Een brand met primaire emissie van asbest buiten het pand/ terrein in een woon-, werk-, of recreatiegebied. (terrein met huizen, kantoren, enz)
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
PROCEDURES: Asbestprocedure: Alarmering van OVD-B, ROGS, OVD-P, Gemeentelijke Voorlichter, Gemeente, politie afdeling milieuondersteuning. OVD-G alarmeren op aangeven van de OVD of ROGS.
Ontsmettingsprocedure klein: Alarmering van OVD, ROGS, TS ontsmetting.
Ontsmettingsprocedure groot: Alarmering van een TS ontsmetting, de decontaminatie container, PM, OVD-B, OVD-G en de ROGS.
Attentie:
externe diensten en personen dienen zich te conformeren aan de ontsmettingsprocedure van de brandweer.
6
TABEL EFFECTEN ASBESTBRAND EN EXPLOSIE
Soorten materialen en karakteristieken
Asbestbrand
Asbestexplosie
Primaire emissie
Matig
gering
Toepasbaarheid atmosferisch Verspreidingsmodel
Redelijk
niet toepasbaar
Kans op sec. emissie buiten het directe ongevalsgebied
aanwezig (bij mechanische beschadiging)
gering
Bijzonderheden
Flintervorming
geen flintervorming
Primaire emissie
Gering
waarschijnlijk groot
Toepasbaarheid atmosferisch Verspreidingsmodel
wordt niet verspreid
redelijk
Kans op sec. emissie buiten het directe ongevalsgebied.
Gering
zeer groot
Bijzonderheden
terrein van de brand wel verontreinigd
ook terrein explosie ernstig verontreinigd
Primaire emissie
waarschijnlijk groot
zeer groot
Toepasbaarheid atmosferisch Verspreidingsmodel
Redelijk
redelijk
Kans op sec. emissie buiten het directe ongevalsgebied.
Gering
zeer groot
Bijzonderheden
terrein van de brand sterk verontreinigd
ook terrein explosie sterk verontreinigd
Asbestcement, hardgebonden
Slecht gebonden asbesthoudende Producten (bv, Pical, Eterniet)
Vrijwel ongebonden asbest (bv. spuitasbest, losse isolatie)
Beoordeling door de ROGS/AGS. Toelichting term asbestexplosie: Een asbesthoudend gebouw explodeert en het asbest verspreidt zich over de omgeving. Het verspreidingsgebied wordt voornamelijk bepaald door de drukgolf bij de explosie en in veel mindere mate door de windrichting en windsnelheid.
7
STAPPENPLAN BRANDWEER ACTIE 1. 2. 3. 4.
5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13.
14. 15. 16. 17.
Bestrijd de brand. Stel vast of (vermoeden bestaat dat) asbest aanwezig is. Zo ja, waarschuw de OVD-B en de ROGS. Deel de brand in categorie I, II of III in. Cat. I = brand met emissie van asbest op het terrein. Cat. II = brand met primaire emissie van asbest buiten het terrein, maar geen woon-, werk- of recreatiegebied betrokken. Cat. III = brand met primaire emissie van asbest buiten het terrein in een woon-, werk-, of recreatiegebied. Waarschuw verzekeraar via Stichting Salvage en start CTPI. Onderzoek vrijgekomen materiaal op asbest. (microscoop) Bepaal het verspreidingsgebied. Bij twijfel aanwezigheid asbest cat. 2 en 3>> sterlaboratorium ter plaatse. Waarschuw overige betrokkenen. Formeer zo nodig een beleidsteam. Waarschuw bevolking voor primaire emissie. Gebruik nevelschermen om primaire emissie asbestcement tegen te gaan. Tref maatregelen ter voorkoming verontreiniging opp. water indien mogelijk. Zet terrein van de brand en verspreidingsgebied af. Houd publiek op afstand en handhaaf openbare orde. Tref verkeersmaatregelen. Geef voorlichting aan bevolking en pers.
EERSTVERANTWOORDELIJKE Brandweer (par. 6.3.6.) Brandweer bevelvoerende (par. 6.3.1.) Brandweer (par. 6.3.1 en par. 6.6) ROGS (par. 6.3.3.)
Bevelvoerder of OVD-B (par. 6.3.1, 6.6, 6.8.2, bijlage 9) ROGS ROGS (par. 6.3.2)
OVD of ROGS brandweer (par. 7.3) Brandweer (WVD), Gemeente/GGD (par. 7.3) Brandweer meetploegen (par. 6.3.4 en 6.7) 1e maal voorlichting alleen bij cat. III
Brandweer (par. 6.3.6)
Politie en gemeente. (par. 6.3.6) Politie (par. 6.3.6) Politie (par. 6.3.6) 2e maal: gemeente voorlichter en GGD (bij cat. I en II eerst en enige moment van voorlichting) (par. 6.3.4, 6.7, bijlage 6)
8
STAPPENPLAN vervolg
18. 19. 20.
AKTIE
EERSTVERANTWOORDELIJKE
Overleg over vervolgacties. (zowel operationeel als beleidsmatig) Zorg voor verwijdering asbest van straten en wegen. Geef voorlichting aan bevolking.
CTPI CTPI. Alleen bij cat. II en III i.o.m. verzekeraar. (par. 6.4.1, 6.8.2, 6.8.3) 3e maal: gemeente voorlichter en GGD alleen bij cat. III (par. 6.7 en bijlage 6) CTPI (par. 6.8.1, 6.8.2), i.o.m. verzekeraar.
31.
Bepaal wie opdracht tot bodemonderzoek en saneringsplan verleent. Verricht bodemonderzoek en stel saneringsplan op. Bepaal wie opdracht tot opruimen (en sloop) verleent. Bepaal welke bedrijven voor opruimen (en sloop) asbest in aanmerking komen. Vraag offertes voor opruimen aan en beoordeel deze. Verstrek sloopvergunningen of aanschrijving voor sloop asbest uit restant bouwwerk. Verleen opdracht tot opruiming asbest. Verricht opruimen asbest en voer afval af. Verricht eindcontrole na opruimen sloop. Beëindig verkeersmaatregelen en afzetten terrein van de brand en verspreidingsgebied. Geef voorlichting aan bevolking.
32. 33.
Handel schade af. Verhaal indien mogelijk kosten.
34. 35. 36.
Strafrechtelijk onderzoek. Verslaglegging en rapportage. Evaluatie.
37.
Het fungeren als vraagbaak in algemene zin (zowel binnen als buiten de markeringszone) als het gaat om algemene vragen t.a.v. een asbestbrand, het verspreidingsgebied en de te nemen voorzorgmaatregelen. De ROGS kan hierover informatie geven zoals vermeld in de brief welke naar de bewoners wordt verspreid.
21. 22. 23. 24.
25. 26.
27. 28. 29. 30.
Onafhankelijk asbestdeskundige (par. 6.4.2, bijlage 4 en 9) CTPI (par. 6.8.1, 6.8.2 en 6.8.4) Opdrachtgever i.o.m. verzekeraar. (par. 6.4.3, 6.6, bijlage 9) Opdrachtgever i.o.m. verzekeraar. (par. 6.8.3) Gemeente (par. 6.4.3, 6.8.2, bijlage 7)
Opdrachtgever,bij onwil Gemeente. (par. 6.8.2, 6.8.4) Deskundig asbestverwijderingsbedrijf, verzekeraar (par. 6.4.4 en 6.4.5 en 6.8.3) Onafhankelijk asbestdeskundige (par. 6.4.6, 6.6, bijlage 4) Politie en gemeente
4e maal: gemeente voorlichter en GGD alleen bij cat. III (par. 6.7 en bijlage 6) Verzekeraars (par. 6.8.5) Gemeente en/of brandweer (par. 6.8.4 en bijlage 8) Politie (par. 6.5) CTPI (par. 6.5) Brandweer (par. 6.5)
De paragrafen verwijzen naar het boekje: “Plan van aanpak asbestbrand” Uitgegeven door het ministerie van VROM en BZK.
9
STAPPENPLAN t.b.v. betrokken Gemeenten
TAKEN: 1.
In overleg met de brandweer, OVD-G/GAGS, politie milieuondersteuning en Gemeente moet worden bepaald in hoeverre en binnen welke straal de asbest opgeruimd moet worden.
3.
Indien besloten is om de brokstukken asbest op te ruimen, dan zal aan een hiertoe bevoegd en gespecialiseerd bedrijf opdracht moeten worden gegeven om met name de zichtbare brokstukken op te ruimen. ( in principe door de eigenaar)
3.
Afzetten terrein.(afhankelijk van de situatie linten of hekken)
4.
Beoordelen constructies (Bouw en Woningtoezicht).
5.
In overleg met andere diensten zal een actieplan gemaakt moeten worden, waarbij aandacht wordt geschonken aan: - afzetten omgeving; - informeren bevolking; - informeren pers; - het moment van "sein veilig" voor de omwonenden middels een brief.
6.
De Gemeenten zien toe op de uitvoering van de opruimwerkzaamheden. De kosten zullen uiteindelijk verhaald dienen te worden op de eigenaar van het object. Bij onwil of weigering kan door Bouw en Woningtoezicht een 'aanschrijving' (last) worden afgegeven. Dit kan op grond van de bouwverordening hoofdstuk 5, paragraaf 1, artikel 5.1.1, punt c.
10
STAPPENPLAN GENEESKUNDIG TAKEN: 1.
Het in overleg met de brandweer, politie en Gemeenten maken van een actieplan en taakafbakening. (taak: OVD-G/GAGS)
2.
Het beoordelen van de potentiële blootstelling en advisering over het treffen van maatregelen m.b.t. bescherming van de volksgezondheid naar aanleiding van verspreiding van asbest in de omgeving. (taak: OVD-G/GAGS)
3.
Adviseren over het treffen van maatregelen m.b.t. bescherming van de volksgezondheid naar aanleiding van verspreiding van asbest in de omgeving. (taak: OVD-G/GAGS)
4.
Adviseren over de noodzaak en omvang van opruimacties in samenwerking met brandweer, Gemeenten en de politie. (taak: OVD-G/GAGS)
5.
Het, in overleg met andere diensten, maken van een actieplan, waarbij aandacht geschonken wordt aan: (taak: OVD-G/GAGS) - afzetten omgeving (door politie/Gemeenten); - het adviseren van de Gem. Voorlichter over nadere instructie voor de omwonenden; - opruimen van asbest; - informeren van de pers door de Gem. Voorlichter; - taken van de diensten.
6.
Het mede fungeren als aanspreekpunt voor omwonenden (zowel binnen als buiten de markeringszone) als het gaat om vragen of klachten m.b.t. de gezondheid t.a.v. een asbestbrand. (taak: MMK-GGD)
De taakverdeling tussen de OVD-G, GAGS en MMK-GGD wordt nog nader uitgewerkt.
11
STAPPENPLAN POLITIE TAKEN: 1.
Handhaving openbare orde; publiek op afstand houden. (taak: OVD-P)
2.
Zorgdragen dat overige diensten hun werk zonder belemmeringen kunnen uitvoeren. (taak: OVD-P)
3.
In overleg met andere diensten bepalen van het af te zetten gebied. Mede zorgdragen voor afzetting en toezicht op afzetting besmet en onbesmet gebied. (taak: OVD-P)
4.
Deelname aan het CTPI; (taak: politie sectie milieu en/of OVD-P in overleg)
5.
In samenwerking met andere diensten mede bepalen in hoeverre asbest opgeruimd moet worden. (taak: sectie milieu)
6.
Het in overleg met andere diensten, maken van een actieplan, waarbij aandacht geschonken wordt aan: (taak: OVD-P) - afzetten omgeving; waarschuwen bevolking; - informeren bevolking; opruimen van asbest; - informeren van de pers; taken van de diensten.
7.
Instellen van eventueel strafrechtelijk onderzoek. (taak: sectie milieu)
8.
Eventuele assistentie bij alarmering omgeving. (taak: OVD-P)
A.
Tijdens de brand. Het politiepersoneel ter plaatse zorgt voor de eigen en andermans veiligheid. Zij tracht zich zoveel mogelijk te onthouden van het betreden van met asbest besmet gebied. Indien dit toch noodzakelijk is, dient men beschermende kleding, incl. adembescherming met filterbus P3 te dragen en aanblaasunit De met de leiding belaste politiefunctionaris (OVD-P) is degene die overleg voert met andere instanties en beslissingen neemt. Hij laat zich hierbij adviseren door de milieuvakspecialist politie. De politie participeert in de vaststelling van het besmette gebied. Nadat door de Gemeente dit gebied met deugdelijk hekwerk is afgezet, houdt de politie toezicht bij deze afzetting, totdat de beveiliging zo mogelijk wordt overgenomen door een particuliere bewakingsdienst.
B.
Na de brand. Zolang als nodig is wordt door de politie toezicht bij de afzetting gehouden. (Controle op de naleving van de Arbo-wet ligt primair bij de Arbeidsinspectie) Voor zover noodzakelijk geschiedt een en ander in overleg met andere betrokken diensten. De vakspecialist milieupolitie verleent hierbij zonodig ondersteuning.
12
CHECKLIST BRANDWEER ONTSMETTINGSPROCEDURE Tijdens de actie *
Start de "Ontsmettingsprocedure klein of groot" op.
*
Start zo spoedig mogelijk met de registratie van personeel.
*
Logistieke voorzieningen, eten en drinken: eerst ontsmetten via het ontsmettingsveld, handen en gezicht wassen. Daarna is eten en drinken toegestaan buiten de afzetting.
*
Nazorg aan kleding of materiaal is noodzakelijk in overleg met de ROGS.
*
Hoe ontsmetten? LAARZEN: reinigen met een zachte straal. UITRUKKLEDING: omwisselen voor nieuwe kleding indien personen in het pand zijn geweest of benedenwinds zijn ingezet. Kleding in speciale zakken deponeren. Aanwezig op de persluchtwagen (in de Zaanstreek) 1. Aantal te vervangen kledingstukken noteren. 2. De gewenste maat noteren. 3. Doorgeven aan de persluchtwachtdienst. NEKFLAPPEN HELMEN: ter plaatse spoelen met een zachte straal of indien mogelijk uitwisselen. Daarna visuele inspectie door de ROGS. VOERTUIGEN: reinigen met een zachte straal van een autospuit. ADEMLUCHTAPPARATUUR: reinigen met een zachte straal van een autospuit. Fles pas wisselen na het afspuiten! Hoezen eventueel vervangen. SLANGEN e.d.: reinigen met een zachte straal van een autospuit.
*
Zorg, indien nodig, voor nacontrole/naontsmetting voor personeel en materieel. Na afloop van de actie
* * * * * * * *
Noteer de ontsmetting in het registratieformulier besmette uitrukkleding. (zie bijlage) Maak een incidentenverslag t.b.v. afdeling preparatie. (door OVD of ROGS) Namen van ontsmette personen dienen geregistreerd te worden in een asbestdossier. Het asbestdossier is aanwezig op de afdeling OGS/WVD. Namen van betrokkenen en eventuele bijzonderheden worden hierin vermeld. Laat de standaardkleding reinigen bij een stomerij en zorg voor vervanging door reservekleding. Vul zo mogelijk tekorten aan uitrustingsstukken en meetapparatuur aan. Stuur de verslagen door naar de afdeling Preparatie van de Regionale brandweer. Zorg voor opvang van personeel en zorg voor een toelichting aan het ingezette personeel indien noodzakelijk.
13
0VERZICHT MEEST TOEGEPASTE ASBESTHOUDENDE PRODUCTEN Asbestcementprodukten en overige producten waarin asbest in hechtgebonden vorm voorkomt.
Product
Waar aan te treffen
Mate waarin het is toegepast
Uiterlijk
Asbestsoort
asbestcement, vlakke plaat
Gevels, dakbeschot, rondom schoorstenen
Vaak
grijze plaat van 3 tot 8 mm dik, vaak aan één kant als wafelstructuur
witte of blauwe
asbestcement, vlakke gevelplaat met coating
Decoratieve buitengevels, galerij
vrij algemeen in flats
asbestcement, schoorsteen of luchtkanaal
bij kachel of CV, ventilatiekanalen
Vaak
rond of vierkant
witte
asbestcement, bloembak
Zowel buiten als binnen
Vaak
in diverse vormen
witte
asbestcement, golfplaat
Daken van schuren en garages
Vaak
als golfplaat
witte
Binnentoepassingen, aftimmeringen, inpandige kasten
Soms
geelbruine dunne plaat, lijkt op hardboard
asbestcement dakleien
Imitatie-leien
Weinig
asbestcement, standleidingen
Afvoer toilet
Vaak
asbestcement, imitatiemarmer
Vensterbanken en schoorsteenmantels
Soms
harde asbesthoudende vinyltegels
Toiletten, keukens
soms, meestal bij de bouw gelegd
afdichtkoord
Afdichting schoorstenen, kachelruitjes in oude haarden en allesbranders
Regelmatig
Wit tot vuilgrijs Pluizig koord
witte
asbesthoudend stucwerk
op (vochtige) muren en plafonds
Nauwelijks
Vezelige korrelstructuur
bruin, wit of blauw
brandwerend board
Onder CV-ketels, stoppenkast, plafonds, trapbeschot
Regelmatig, vooral in flats en grotere complexen
Lichtbruin tot geel, zachtboardachtig
bruin
asbestkarton
Bekleding zoldering
Weinig
Lichtgrijs, kartonachtig
witte
asbestplaatje
Vlamverdeler
Wordt soms nog in keukens aangetroffen
grijs, kartonachtig in metalen frame
witte
vinylzeil met asbesthoudende onderlaag
Keukens, trappen enz, voor 1983
zeer vaak
zeer divers
witte
asbestcement met cellulosevezels
Producten waarin asbest in een niet hechtgebonden vorm voorkomt.
als vlakke plaat maar met aan één kant gekleurde geëmailleerde of gespoten coating
vlakke plaatjes
witte
witte, blauwe witte
witte Als luchtkanaal als marmer, in breuk- of zaagvlakken zijn dunne witte vezels zichtbaar Harde tegel met meestal een wit gevlamd motief
witte
witte
14
MATERIALEN Akoestische materialen niet asbesthoudend: Armstrong, Gipsvinyl, Luxalon, Masterfill, Novolux, Pavaroc, Rockfon, Supalux. Gevelbekleding niet asbesthoudend: Rockpanel en Werzalit Bouwplaten niet asbesthoudend: Glasal, Heraklith, Litolux, Litonit, Luxotherm, Masterboard, Nobranda (nieuw), Ornimat, Promatect H of L, Supalux s, m of v, Vaplex. Dakplaten niet asbesthoudend: Eternit opticolor, Multipan, Novoclear, Novolite, Ondoline, Opstalon, Stramitex. Isolatiematerialen niet asbesthoudend: Agmate, Compotherm, Floormate, Polyfort, Polyterm, Polytop, Promapyr, Rockwool, Roofmate, Styrofoam, Vapoliet, Vapotherm, Wallmate
Asbesthoudende materialen: Asbestona (Harderwijk) Eternit, Everifeu, Everiplan 160 platen Everite buizen, Fulgarit (voor 1991) Intal board, Internit (secondaire emissie) Masal, Nobranda (bruine asbest, secondaire emissie) Pical (bruine asbest, secondaire emissie) Spuitasbest (vlokken) Toschi golfplaten en board Wanit (voor jan. 1991)
15
Nadere uitwerking t.b.v. optreden bij branden waarbij asbest betrokken is. TOELICHTING
Bij brand bestaat de mogelijkheid dat asbestbrokstukken en asbestvezels op een ongecontroleerde manier vrijkomen. Dit vrijkomen van asbest kan leiden tot een verhoogd risico voor hulpverleners en omstanders. Zowel tijdens als na de brand en gedurende de opruimfase. Omdat verschillende diensten een rol spelen bij dit soort incidenten is in goed onderling overleg deze handleiding tot stand gekomen. Hiermee heeft al vooraf een grote mate van afstemming en coördinatie plaatsgevonden. Tijdens een incident kunnen de diensten zich dan concentreren op de aanpak van de werkelijke problemen. Dit komt een veilige en juiste aanpak ten goede. Deze handleiding geeft de taken en mogelijkheden van de verschillende diensten weer. Ook wordt aandacht geschonken aan gezondheidsrisico's en metingen. De handleiding is tot stand gekomen in onderling overleg tussen de volgende diensten: Als handleiding is het gebruikt: de uitgave van VROM/BIZA: Plan van aanpak asbestbrand.
DIENST BRANDWEER POLITIE GGD
NAAM
DIENST/AFDELING
W.C. Linschoten
Afd. Preparatie (OGS/WVD)
H. Boutsma
Sectie Milieuhandhaving
B. Rozema
GGD Zaanstreek-Waterland, milieuarts VZA ambulancedienst
Ambulancedienst
F. Kuntz
Coordinator OVD-G
16
BIJLAGE TER INFORMATIE GEZONDHEIDSRISICO'S VAN ASBEST Asbesthoudende producten vormen op zich geen gevaar voor de volksgezondheid. Gevaarlijk zijn de vezels welke van het materiaal vrijkomen, zoals bij: -
mechanisch bewerken; (met geweld) beschadigen; renoveren, slopen, storten, schoonspuiten; verweren, slijtage; brand.
Asbest wordt gevaarlijk zodra vrijkomende vezels in de omgevingslucht komen en ingeademd kunnen worden. Het is overigens zo, dat er altijd al wisselende hoeveelheden asbestvezels in de lucht aanwezig zijn. Verreweg de grootste hoeveelheid asbest (ongeveer 75%) is verwerkt in asbestcement. Dit is toegepast tot 1 juli 1993. Vrijwel alle cement golf- en vlakke platen van voor 1989 bevatten asbest. In de periode 1989-1993 zijn zowel asbesthoudende als asbestvrije platen toegepast. In Nederland gefabriceerde asbestvrije platen zijn te herkennen aan de opdruk "NT" aan de bovenzijde van de plaat. Bij golfplaten bevindt de opdruk zich in de laatste golf. Voor de bescherming tegen inademing van verhoogde concentraties asbestvezels moeten personen, die werkzaamheden verrichten in het besmette gebied, adembeschermende apparatuur gebruiken. Dit kan zijn: 1.
Ademluchtapparatuur, zoals in gebruik bij de brandweer.
2.
Een overdruk volgelaatmasker met aanblaasunit en een P3-filter.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------METINGEN TIJDENS OF NA "ASBESTBRANDEN" Bij een zogenaamde asbestbrand gaat het om asbestcementmateriaal in daken, gevels en wanden, waarin het asbest al of niet hechtgebonden aanwezig kan zijn in de matrix. Deze materialen kunnen als gevolg van de grote hitte knappen en/of breken. Soms kan het gebeuren doordat koud bluswater op de oververhitte platen neerkomt. Dit breken van de platen kan gepaard gaan met geluiden welke lijken op "explosies". Bij dit breken kunnen aan de breukvlakken grote hoeveelheden asbestvezels/asbeststof vrijkomen en tezamen met stukken asbesthoudend materiaal en asbestflinters met de hittestroom hoog in de lucht komen. Door het gebruik van grote hoeveelheden water zullen ook reeds een groot aantal vezels met het water naar beneden vallen binnen de brandende locatie. Eenmaal in de lucht zullen deze vezels zich met de wind over zeer grote afstand verspreiden van de bron. Deze vezels geven, zoals reeds bij enkele branden is gebleken, als gevolg van de verdunning in de lucht een te verwaarlozen verhoging van de heersende achtergrondwaarde aan asbestvezels. Flinters en kleine brokstukken daarentegen komen, afhankelijk van hun gewicht en oppervlakte, op een zekere afstand van de bron terecht. (dit kan variëren van enkele tientallen tot honderden meters)
17
Na depositie op de grond kan er, als deze flinters en brokstukken worden beschadigd als gevolg van autoverkeer en/of er over lopen etc., secondaire emissie van asbestvezels optreden. Dit kan lokale verhoging van de achtergrondwaarde geven. Wanneer bij visuele inspectie van de omgeving geen flinters en/of brokstukken van asbestmateriaal worden waargenomen, is het moeilijk verder onderzoek te doen daar asbestvezels, als deze al ook zijn vrijgekomen bij de brand, door de geringe afmetingen, niet met het blote oog waarneembaar zijn. Afhankelijk van de hechtgebondenheid van het materiaal zullen er meer of minder vezels en verpulverde restanten in de omgeving terechtkomen. Indien het asbestmateriaal dat verbrand is, zeer hechtgebonden is zullen voornamelijk harde brokstukken en scherfjes teruggevonden worden in de omgeving en zal de vorming van asbestvezels zeer gering zijn, ook bij reemissie. Dit in tegenstelling tot materiaal dat niet hecht gebonden is, zoals bv. zeer zachte golfplaten. Daar zal men in de omgeving van zo'n brand veel meer verpulverde en rafelige restanten terugvinden, met een veel grotere kans op de vorming van vrijkomende asbestvezels. Bij inspectie van de omgeving is het belangrijk hierop te letten. Het uitsluitend letten op vezels heeft geen zin, daar deze niet met het blote oog waarneembaar zijn. Daarnaast is het belangrijk te benadrukken dat een asbestbrand zich in principe niet onderscheidt van andere branden. De rook van welke brand dan ook is per definitie gevaarlijk voor de gezondheid vanwege de aanwezigheid van een groot aantal stoffen/componenten zoals: -
onverbrande of deels verbrande stoffen als; roet en stof (incl. geadsorbeerde PAK's) koolmonoxide; nitreuze dampen; zoutzuur; etc.
De vraag of er allerlei metingen uitgevoerd moeten worden tijdens een asbestbrand is in de praktijk een moeilijk te beantwoorden vraag. De reden waarom men metingen wil laten uitvoeren is vaak tweeledig. Ten eerste wil men weten of er als gevolg van de brand een zekere emissie van asbestvezels/asbeststof heeft plaatsgevonden en ten tweede, als er als gevolg van deze emissie een zekere kans op blootstelling bestaat, hoe groot deze blootstelling dan is of is geweest. Het is bij de afweging of er tijdens een asbestbrand gemeten moet worden, belangrijk dat men zich vooraf realiseert: Wat de mate van urgentie van monsterneming en analyse is; Welk type monster het meest relevant of representatief is voor de situatie; - Wat de methode van monsterneming en analyse moet zijn.
18
ZWERFAFVAL Wat moet er gebeuren wanneer in een gemeente ergens asbestbevattend afval wordt aangetroffen? (zwerfasbest) Het storten van afval buiten een inrichting is op grond van de Wet Milieubeheer verboden. Wanneer de dader achterhaald kan worden, dient het bevoegd gezag de dader te sommeren het afval door een gespecialiseerd bedrijf te laten opruimen en afvoeren. Wanneer de dader niet kan worden achterhaald of wanneer de dader geen gehoor geeft aan de aanschrijving van het bevoegd gezag, is het de taak van het bevoegd gezag zelf opdracht te geven tot het opruimen van het afval. Als de dader bekend is kan het bevoegd gezag de kosten trachten te verhalen op de dader. Bij het opruimen moet worden voldaan aan de wettelijke voorschriften. Er dient een werkplan te komen. De werkzaamheden moeten worden gemeld aan de arbeidsinspectie.
Mag de brandweer zelf 'zwerfasbest' opruimen? In principe mag dat, maar de brandweer moet zich dan wel houden aan de voorschriften in het Asbestbesluit Arbeidsomstandighedenwet. Dit betekent dat de brandweerlieden moeten zijn opgeleid die zwerfafval opruimen. In de praktijk zal de brandweer zich niet inlaten met dergelijke opruimwerkzaamheden. -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------CONCLUSIE Gezien de problemen welke zich voordoen om tot betrouwbare luchtmetingen te komen is het tijdens een brand niet zinvol om luchtmetingen te laten uitvoeren. Ook is een luchtmeting na een brand weinig zinvol. Het beste kan men in eerste instantie informatiebronnen raadplegen, vóór men allerlei maatregelen gaat nemen: -informatie uit de melding en van personen ter plaatse; -navraag bij de eigenaar of beheerder naar: -inventarisatie van asbesthoudende materialen; -hoeveelheid en de vorm/product waarin het asbest aanwezig is; -ouderdom van het object; -productinformatie bij leveranciers, fabrikanten, -Keuringsdienst van Waren, etc. Indien er een duidelijk vermoeden bestaat over de aanwezigheid van asbest moet tot onderzoek overgegaan worden van materiaalmonsters naar samenstelling en hechtgebondenheid. Het nemen van deze monsters kan het beste geschieden door personeel van een daartoe gespecialiseerd laboratorium.
19
De meerwaarde van het beschikbaar zijn van analyseresultaten is, dat de gevolgen van de asbestbrand "objectief" worden vastgesteld. Hierdoor kunnen vervolgacties beter onderbouwd worden. Bij een asbestbrand dient benadrukt te worden het belang van de visuele inspectie ter vaststelling van de ordegrootte van de brand en de gevolgen hiervan op de directe omgeving. Bij deze inspectie dienen de volgende aspecten meegenomen te worden: -
-
Welke producten/materialen zijn bij de asbestbrand betrokken; Vaststelling ordegrootte van de brand en de mate van verspreiding van vrijgekomen asbestproducten en flinters; in eerste instantie in het benedenwinds gelegen gebied; (pluimstijging, route rookgassen, weersomstandigheden tijdens de brand) vaststellen omvang besmet gebied; inschatten kans op verdere verspreiding en blootstelling.
Bovenstaande beschrijving geeft al aan, dat genoemde maatregelen niet zozeer genomen moeten worden in de "huis-, tuin- en keukensituaties", maar wel in bedrijven en industriële objecten van enige omvang. -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------SLOTBESCHOUWING
Hoewel er over de schadelijkheid van asbest geen discussie bestaat, dienst er over de blootstelling aan asbest in incidentele gevallen en onder aantoonbare lage concentraties genuanceerder te worden gedacht dan tot op heden in de praktijk geschied. Aanleiding hiertoe zou kunnen worden gevonden in de onderstaande aanbevelingen van de werkgroep "Brandweer en Milieu" van de NBF. 1.
In het algemeen kan worden gesteld dat als gevolg van de natuurlijke levenslange blootstelling aan de asbestconcentraties die in Nederland voorkomen (achtergrondbelasting) het risico voor de volksgezondheid in het algemeen klein is. Slechts in de omgeving van bronnen (plaatsen waar asbest wordt bewerkt en/of verwerkt) kon het risico voor het ontstaan van longkanker groter worden dan -6 1x10 . Overal in Nederland, zeker gezien het huidige verbod op de productie en toepassing van asbestproducten, blijft het risico op het krijgen van longkanker door levenslange blootstelling via de buitenlucht beneden de waarde van 1x10-4, hetgeen in het kader van het normstellingbeleid maximaal toelaatbaar wordt geacht.
20
2.
Voor een burger wordt het risico op longkanker niet bepaald door een incidentele hoge piek in de blootstelling, maar de dosis over jaren. Dus een éénmalige extra belasting van de omwonenden bij een brand (zo die er zijn) verhoogt het totale risico niet of nauwelijks. In ieder geval blijft dit risico op basis van jaargemiddelde beneden aanvaardbare grenzen.
3.
Bij een brand, waarbij asbesthoudende materialen betrokken zijn, is het wel waarschijnlijk, dat er gebonden asbestdeeltjes uitregenen in de omgeving van de brand maar een significante verhoging van de concentratie asbestvezels in de lucht in de directe omgeving van een brand is niet te verwachten. Als gevolg van de warmtestuwing zal met name de microscopisch kleine vezel hoog opgestuwd worden en als gevolg van de heersende wind over een groot gebied worden verspreid. Nader onderzoek van TNO zal hieromtrent mogelijk meer inzicht bieden. De verspreiding van gebonden asbestdeeltjes in de directe omgeving van een brand heeft geen significante verhoging van de concentratie asbestvezels in de directe omgeving tot gevolg hetgeen bezien vanuit dit standpunt dus niet behoeft te leiden tot extra maatregelen voor de bevolking. Eén en ander laat onverlet dat als gevolg van andere vrijkomende stoffen of omstandigheden wel maatregelen gewenst zijn in het kader van de volksgezondheid en/of schadebeperking.
4.
Het zich verspreiden van gebonden asbestdeeltjes binnen een beperkt gebied levert in het algemeen geen extra risico op voor de bevolking op voorwaarde dat deze deeltjes niet worden verpulverd (secondaire besmetting). Om deze reden is het van belang twee maatregelen te treffen: 1. Zorgdragen dat voorkomen wordt dat gebonden asbestdeeltjes door hierop uitgeoefende krachten uiteenvallen als gevolg waarvan vezels kunnen vrijkomen; 2. Zo snel mogelijk het besmette gebied reinigen,
5.
Het met de hand oprapen van gebonden asbestvezels zal geen extra vezelverspreiding of het vrijkomen van asbestvezels tot gevolg hebben. Het is niet aannemelijk dat iemand, wanneer hij éénmalig gedurende een korte tijd dit soort activiteiten verricht, hiervan nadelige gevolgen zal ondervinden. Het dragen van adembescherming hierbij behoeft niet als een verplichting te worden gezien.
6.
Naarmate het percentage bindmiddel in asbesthoudende materialen toeneemt, kunnen brokstukken van geringe omvang met bijvoorbeeld een zachte bezem bijeen worden geveegd. De mechanische kracht , die met een zachte bezem op gebonden asbestbrokken wordt uitgeoefend, is dermate gering, dat er niet of nauwelijks verwacht mag worden dat er vezels als gevolg van deze handeling vrij zullen komen. Het vooraf bevochtigen van de schoon te maken oppervlakte zal deze kans nog eens aanzienlijk verkleinen.
7.
Om het risico van een eventuele vezelverspreiding bij het bijeengaren van gebonden asbestbrokstukken nog verder te verkleinen is het bevochtigen van de omgeving aan te bevelen.
21
8.
De commissie (werkgroep brandweer en milieu NBF) is van oordeel dat een groter gevaar schuilt in de gevolgen van een secondaire besmetting. Het is dan ook van het grootste belang dat de directe woon- werkomgeving van de bevolking zo snel mogelijk wordt ontdaan van eventuele dispositie. In principe bestaat er geen bezwaar tegen het zelf reinigen van het eigen erf. (bevochtigen, rapen, vegen)
9.
De situatie na een brand dient zo snel mogelijk gestabiliseerd te worden zodat verdere besmetting van de omgeving ook in de tijd gezien, te allen tijde wordt voorkomen. De sanering van het feitelijk besmette object (gebouw + bijbehorende terreinen) dient zo snel mogelijk ter hand te worden genomen.
10.
Met de resultaten van metingen moet met de nodige voorzichtigheid worden omgegaan. Meer dan een globale indruk van de situatie ter plaatse is er niet uit af te leiden. De werkgroep (brandweer en milieu) steunt van harte het onderzoek van TNO/RIVM te komen tot de ontwikkeling van snelle en betrouwbare meetmethodieken. Tevens is het wenselijk meer inzicht te verkrijgen in het werkelijke verspreidingspatroon van asbestvezels bij een asbestbrand.
11.
Door een goede voorlichting dient te worden overgebracht dat het incidenteel verantwoord omgaan met asbest geen aantoonbare nadelige invloed heeft op het totale risico dat men loopt als gevolg van de achtergrondbelasting waaraan men dagelijks bloot staat.
22
TELEFOONLIJST
Telefoon (24 uur) Brandweer alarmcentrale
tel. ------- (AC)
Gemeenten
Zie eventuele bijlagen
OVD-G GAGS MMK-GGD
tel. ---------- (CPA)
Politie meldkamer
tel. ----------- (politie)
23
BIJLAGE 1
REGISTRATIEFORMULIER BESMETTE UITRUKKLEDING In te vullen door de ROGS indien besmette kleding moet worden ingenomen en/of omgeruild.
LET OP: KLEDINGZAKKEN LEEGMAKEN!!!!! Datum incident: _________________________________________________________ Adres incident: __________________________________________________________ Kleding is gebruikt bij: • • • •
Asbestbrand ٱ Inzet gierkelder ٱ Brand algemeen ٱ Anders: __________________
Aantallen: • • • •
Uitrukbroeken: Uitrukjassen: Handschoenen: Helmen:
________ ________ ________ ________
ٱ ٱ ٱ ٱ
Uitrukoveralls: ________ Ademluchtmaskers: ________ Ademluchttoestellen: ________ Ademluchtcilinders: ________
Kleding verpakken in speciale zakken met de tekst: “voorzichtig
bevat asbest”:
ٱ
Advies ROGS: • • • • • • •
Kleding Kleding Kleding Kleding Kleding Kleding Kleding
reinigen reinigen reinigen reinigen reinigen reinigen drogen
volgens normale procedure i.v.m. asbest besmetting i.v.m. chemische besmetting i.v.m. bacteriologische besmetting i.v.m. RA besmetting in overleg met ROGS
ٱ ٱ ٱ ٱ ٱ ٱ ٱ
Aanvullende opmerkingen door ROGS t.b.v. desbetreffende korps:
Naam ROGS:
_____________________________________________
Telefoonnummer ROGS:
_____________________________________________
Naam OVD:
_____________________________________________
Telefoonnummer OVD:
_____________________________________________
Naam medewerker TD/Ademlucht:
_____________________________________________
24
BIJLAGE 2 VERKLARENDE WOORDENLIJST
OVD-B:
Officier Van Dienst (brandweer)
ROGS:
Regionaal Officier Gevaarlijke Stoffen (brandweer)
AGS
Adviseur Gevaarlijke Stoffen
WVD-officier:
Waarschuwings en Verkennings Deskundige (brandweer)
CTPI: (asbest)
Coördinatie Team Plaats Incident. (bestaande uit: OVD-P, OVD-B, OVD-G, ROGS, vakspecialist milieu, Gemeentelijk Voorlichter, Salvage
OVD-G:
Officier Van Dienst Geneeskundig
OVD-P:
Officier Van Dienst (politie)
Decontaminatie container: Container ingericht t.b.v. ontsmetting van personeel, burgers en materieel AC:
Alarm Centrale (brandweer)
CPA:
Centraal Post Ambulance (GGD)
PAK's:
Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen
TS
Tankautospuit
PM
Personeel materieelwagen
GAGS
Geneeskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen
MMK
Medisch Milieu Kundige
25
BIJLAGE 3 Voorbeeldbrief categorie 1 en 2 asbestbrand Aan de bewoners van:
Datum 13 december 2004 Onze referentie Uw referentie Uw brief van
Telefoon Fax E-mail Onderwerp Brand in pand…
Geachte bewoner,
In de nacht van ..... op ....... heeft er brand gewoed in een schuur/gebouw aan de ..... straat in ..... In het gebouw bevonden zich asbest houdende materialen. [Indien cat I] Het asbest heeft zich niet over de omgeving verspreid. Er bestaan dan ook op basis hiervan geen risico’s voor uw gezondheid. Het asbest dat nog op de locatie van de brand ligt zal zo spoedig mogelijk worden opgeruimd door een gespecialiseerd bedrijf. [Indien cat II] Buiten de brandhaard zijn asbestresten terecht gekomen, maar niet in het gebied waar u woont of werkt. Er bestaan dan ook geen risico’s voor de gezondheid. Het asbest dat nog op de locatie van de brand ligt zal zo spoedig mogelijk worden opgeruimd door een gespecialiseerd bedrijf. Ook het gebied waarover het asbest zich heeft verspreid zal worden opgeruimd. Om verdere verspreiding van het asbest te voorkomen, is het betreffende gebied afgezet tot na het opruimen. Als u na het lezen van deze brief nog vragen heeft, kunt u bellen met de brandweer op tel. ………………. (Regionaal Officier Gevaarlijke Stoffen)
Met vriendelijke groet, De burgemeester,
namens deze,
26
BIJLAGE 4 Voorbeeldbrief: categorie 3 asbestbrand
Aan de bewoners van:
Datum 13 december 2004 Onze referentie Uw referentie Uw brief van
Telefoon Fax E-mail Onderwerp Brand in pand…
Geachte bewoner, In de nacht van ..... op ..... heeft er brand gewoed in een schuur/object aan de ..... straat in ..... In het gebouw bevonden zich asbest houdende materialen. Door de brand zijn er asbestvezels in de lucht gekomen. Het inademen van asbestvezels kan gevaarlijk zijn. Daarom hebben wij op [dag, tijdstip] door middel van geluidswagens geadviseerd binnen te blijven, ramen en deuren gesloten te houden en ventilatiesystemen uit te zetten. Het risico van inademing van asbestvezels is inmiddels geweken. Daarom hebben wij op [dag, tijdstip] door middel van geluidswagens meegedeeld dat u weer naar buiten kunt, ramen en deuren weer open mag doen en ventilatiesystemen weer aan kunt zetten. Er liggen nog wel stukjes asbest op de grond. Asbest is niet gevaarlijk voor uw gezondheid zolang de stukjes cement niet worden verpulverd en in huis terecht komen. Om het risico zo klein mogelijk te houden is het van groot belang dat de stukjes asbest niet worden kapot getrapt of gereden worden. Betreed daarom de plaatsen waar de stukjes asbest liggen zo weinig mogelijk. Om te voorkomen dat de stukjes asbest door het verkeer verpulverd worden, hebben wij in uw wijk een aantal gebieden afgezet met speciaal asbestlint. De stukjes asbest worden door een deskundig bedrijf opgeruimd. Omdat de werknemers bijna dagelijks met asbest omgaan en direct met het asbest in aanraking komen, zullen zij beschermende kleding dragen. Voor u is het risico zo klein dat u geen beschermende kleding nodig heeft.
27
Wat u zelf wel en niet kunt doen: - Wanneer asbest houdend materiaal toch in uw huis terecht is gekomen, dan is vaak een professionele schoonmaak nodig. Voorkom dat stukjes asbest in uw woning terechtkomen, bijvoorbeeld via uw schoenzolen, fiets, kinderwagen, e.d. Trek uw schoenen buiten aan en uit totdat u van ons bericht ontvangt dat uw gebied/straat is schoongemaakt. - Ga in geen geval zelf de omgeving van uw huis schoonmaken. Alleen als er stukjes asbest het in- en uitgaan van uw huis belemmeren, kunt u die stukjes met een zachte bezem opzij schuiven. Daarna moet u die bezem buiten bij een afvoerputje goed afspoelen met water. Het door u opzij geschoven materiaal zal door personeel van het deskundige bedrijf worden opgeruimd. - Voorkom dat kinderen gaan spelen met stukjes asbest! Zorg dat uw kinderen niet in het gebied komen waar asbest kan liggen. - Het verzoek is om plaatsen waar stukjes asbest liggen te melden aan de brandweer tel……………….. Zodra het vrijgekomen asbest is opgeruimd zult u daarvan zo spoedig mogelijk per brief op de hoogte gesteld worden. Als u na het lezen van deze brief nog vragen heeft, kunt u bellen met de brandweer op tel. …………. (Regionaal Officier Gevaarlijke Stoffen)
Met vriendelijke groet, De burgemeester,
namens deze,
28
BIJLAGE 5 Voorbeeldbrief: afsluitende brief Aan de bewoners van:
Datum 13 december 2004 Onze referentie Uw referentie Uw brief van
Telefoon Fax E-mail Onderwerp Brand in pand…
Geachte bewoner, Zoals wij u in de eerdere brief op .... hebben laten weten zijn, als gevolg van de brand op [tijdstip, locatie] , asbestdeeltjes in uw woon/werkomgeving verspreid. Voor het opruimen van het asbest is bedrijf ........ ingeschakeld, dat gespecialiseerd is in dit soort werkzaamheden. De opruimwerkzaamheden zijn inmiddels afgerond en door een deskundige gecontroleerd. Het gebied is schoon en de verkeersmaatregelen zijn opgeheven. Mocht u ondanks de zorgvuldigheid bij het schoonmaken nog stukjes asbest in uw omgeving aantreffen dan kunt u dat melden bij de brandweer sector preparatie. Laat de stukjes liggen. Voorkom dat kinderen ermee in aanraking komen. In de vorige brief vroegen wij u uw schoenen of laarzen steeds buiten aan en uit te trekken. U dient die schoenen of laarzen nu buiten bij een afvoerputje goed met water af te spoelen. Daarna kunt u uw huis weer in en uitgaan zoals u gewend bent. Bij het afgebrande pand zullen nog enige tijd maatregelen nodig zijn. Het pand is van binnen en van buiten besproeid met water. Dit zorgt ervoor dat er geen asbest meer in de omgeving vrijkomt. Tijdens de sloop zullen bovendien extra maatregelen genomen worden om het vrijkomen van asbest te voorkomen. Wij danken u hartelijk voor uw medewerking en hopen dat de overlast voor u zo beperkt mogelijk is gebleven. Als u nog vragen heeft, dan kunt u altijd contact opnemen met de brandweer afdeling preparatie, tel …... (Regionaal Officier Gevaarlijke Stoffen)
Met vriendelijke groet, De burgemeester, namens deze,