Hulpverleningsregio Haaglanden
HRH Advies regionale brandweer inzake bestemmingsplan Zuidwest, deelgebied 2, Delft
Auteurs: drs. S. Kamphuis MBA
ir. I.L.Rijnhart
Chef org. eenheid: akkoord
G.H.M. van Opstal
Hoofd van Dienst: akkoord
mr. R.K. Brons
Advies regionale brandweer Zuidwest, Delft Datum: februari 2008
HRH
Hulpverleningsregio Haaglanden
Inhoudsopgave Samenvatting advies................................................................................................3 Inleiding....................................................................................................................4 Bepaling scenario’s .................................................................................................4 Vaststellen van de effecten .....................................................................................5 Kansreducerende maatregelen................................................................................6 Effectreducerende maatregelen...............................................................................7 Zelfredzaamheid ......................................................................................................8 Preparatieve maatregelen........................................................................................10 Optreden hulpverleningsdiensten ............................................................................10 Restrisico .................................................................................................................11 Eindadvies................................................................................................................13 Bijlage 1a: Afstanden ongeval LPG-tankwagen.......................................................14 Bijlage 1b: Afstanden ongeval tankwagen salpeterzuur ..........................................15 Bijlage 2: Hulpverleningsprocessen per discipline ...................................................16 Bijlage 3: Bereik alarmsirenes..................................................................................17
2
Advies regionale brandweer Zuidwest, Delft Datum: februari 2008
HRH
Hulpverleningsregio Haaglanden
Samenvatting advies De gemeente Delft heeft de Hulpverleningsregio Haaglanden gevraagd advies uit te brengen in het kader van externe veiligheid wegens het bestemmingsplan Zuidwest, deelgebied 2 te Delft. Het bestemmingsplan valt onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen wegens een LPG-tankstation in het plangebied en de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen vanwege de transportroutes gevaarlijke stoffen aan de zuidzijde (Kruithuisweg, N470) en de zuidwestzijde (A4) direct naast het plangebied. Hierbij liggen er verschillende kwetsbare objecten (met name woningen, kantoren en winkels) in de invloedsgebieden. Het plangebied is nauwelijks veranderd ten opzichte van de huidige situatie. De regionale brandweer is zich hiervan bewust en heeft daar in haar advies ook rekening mee gehouden, maar mede met het oog op de toekomst zijn er wel verschillende adviezen gedaan. Bij een ongeval met een tankwagen met gevaarlijke stoffen (zowel bij het LPG-tankstation als op de transportroute gevaarlijke stoffen) is de kans groot dat er veel slachtoffers vallen. Gezien de hoogte van het groepsrisico voor het LPG-tankstation wordt geadviseerd te kijken naar een mogelijkheid om de verkoop van LPG te verplaatsen naar een minder dichtbevolkt gebied. De kansreducerende (brongerichte) en effectreducerende (effectgerichte) adviezen zijn hieronder kort weergegeven. Omdat niet alle adviezen opgenomen kunnen worden in het bestemmingsplan, maar bedoeld zijn voor andere afdelingen binnen de gemeente, is hieronder aangegeven of de maatregel genomen dient te worden door de afdeling ruimtelijke ordening of door de gemeente in algemene zin. Ruimtelijke ordening
Gemeente
1. In de toekomst andere locatie voor LPG verkoop
2. Goede werkprocedure en bedrijfsnoodplan LPG-tankstation 3. Opnemen worst case scenario in bedrijfsnoodplan omringende bedrijven 4. Risico- en crisiscommunicatie naar omwonenden en bedrijven 5. Voldoende bereik alarmsirenes 6. Voldoende bluswater (inclusief opstelplaatsen) 7. Aanwezigheid van aanvalsplan en rampenbestrijdingsplan 8. Onderzoek mogelijkheden extra vluchtwegen kwetsbare objecten 9. Snelheidsbeperkende maatregelen Kruithuisweg 10. Splinterwerend glas in nieuwe gevels 11. Onderzoek automatische afschakeling ventilatie
Indien aan de vetgedrukte adviezen (2 en 4-8) uitvoering wordt gegeven heeft de Hulpverleningsregio Haaglanden geen bezwaar tegen de wijziging van het bestemmingsplan zoals omschreven. De andere adviezen (1, 3 en 9-11) zijn aanvullende wensen. Indien hier gehoor aan wordt gegeven zullen de risico’s nog meer verkleinen.
3
Advies regionale brandweer Zuidwest, Delft Datum: februari 2008
HRH
Hulpverleningsregio Haaglanden
Inleiding In het kader van externe veiligheid is de Hulpverleningsregio Haaglanden door de gemeente Delft (het bevoegd gezag in het kader van de Wet Ruimtelijk Ordening) gevraagd, om te adviseren omtrent de externe veiligheid in verband met het bestemmingsplan Zuidwest, deelgebied 2 te Delft. In het plangebied bevindt zich een LPG-tankstation, welke onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen valt. Daarnaast ligt het plangebied in het invloedsgebied van de A4 en de Kruithuisweg (N470), beide transportroutes gevaarlijke stoffen waar de circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen op van toepassing is. Ten opzichte van het vorige bestemmingsplan zijn een aantal wijzigingen aangebracht waaronder de uitbreidingsmogelijkheid van de C1000 nabij het LPG-tankstation. Volgens de toelichting van het bestemmingsplan valt de C1000 niet binnen de plaatsgebonden 10-6 risicocontour, maar op basis van de voorschriften is het wel mogelijk voor het college om een vrijstelling te verlenen om net binnen de risicocontour te bouwen. Het bestaande groepsrisico van het LPG-tankstation geeft een aanzienlijke overschrijding van de oriënterende waarde (ongeveer 9x) 1 . De nieuwe situatie zal geen noemenswaardige toename van het groepsrisico met zich meebrengen. De regionale brandweer is zich bewust dat het hierbij met name gaat om een bestaande situatie en heeft daar in haar advies ook rekening mee gehouden, maar mede met het oog op de toekomst zijn er wel verschillende adviezen gedaan. Bepaling scenario’s LPG-tankstation Volgens de handleiding risicoberekeningen BEVI moet voor een LPG-tankstation als meest waarschijnlijke en meest voorkomende ongeval rekening gehouden worden met een lekkage van de losslang (kans hierop is 1,4 * 10-3 per jaar). Hierbij komt er een beperkte hoeveelheid LPG vrij wat zal ontbranden indien er een vonk bij komt. Het ‘worst case’ scenario voor een LPG-tankstation is een BLEVE (Boiling Liquid Expanding Vapour Explosion) van een LPG-tankwagen die betrokken is bij een brand nabij of van het LPG-tankstation. Hierbij zal de gehele inhoud van de tankwagen ineens explosief vrijkomen. Daarbij komt niet alleen veel hitte vrij, maar ook een drukgolf. De kans hierop is afhankelijk van verschillende omstandigheden, maar in de meeste gevallen erg klein (kans kleiner dan 1 op de 10 miljoen per jaar). Transportroute gevaarlijke stoffen (A4 en Kruithuisweg) Op basis van de ervaring van de regionale brandweer is bepaald dat als meest waarschijnlijke en meest voorkomende ongeval moet worden beschouwd een ongeval met een tankwagen op de transportroute gevaarlijke stoffen. Bij het ‘most credible accident’ scenario zal het ongeval niet leiden tot het vrijkomen van de gehele inhoud van de tankwagen, maar tot een lekkage. De kans hierop is zo’n 1 op de 10.000 per jaar. Hierdoor komen gevaarlijke stoffen vrij. Uit de meest recente tellingen (2007) blijkt dat het tot heden gaat om de stofcategorieën brandbare vloeistoffen, giftige vloeistoffen of brandbare gassen (LF1, LF2, LT1, LT2, GF3). Het ‘worst case’ scenario voor de transportroute gevaarlijke stoffen is een BLEVE (Boiling Liquid Expanding Vapour Explosion) van een LPG-tankwagen die betrokken is bij een ongeval. Hierbij zal de gehele inhoud van de tankwagen ineens explosief vrijkomen. Daarbij komt niet alleen veel hitte vrij, maar ook een drukgolf. De kans is 1
Zie voor een uitleg van de verschillende termen en benamingen de wegwijzer van het Bureau Externe Veiligheid Haaglanden via http://www.haaglanden.nl/sites/default/p-main.asp?id=2129&mrkt=1
4
Advies regionale brandweer Zuidwest, Delft Datum: februari 2008
HRH
Hulpverleningsregio Haaglanden
afhankelijk van verschillende omstandigheden en ligt tussen de 1 op de 10.000 en 10.000.000 per jaar. In het plangebied is het zwembad Kerkpolder aanwezig. Hier worden giftige stoffen opgeslagen, maar eventuele effecten bij een ongeval zullen buiten de inrichtingsgrens zeer waarschijnlijk beperkt blijven tot lichtgewonden. Daarnaast ligt het plangebied in het effectgebied van Benfried. Dit bedrijf slaat agrarische hulpstoffen op, waaronder meststoffen en bestrijdingsmiddelen. Indien de wind richting het plangebied staat zullen aanwezigen in het plangebied slachtoffer kunnen worden bij een ongeval, bijvoorbeeld brand in de meststoffenopslag. Gezien de afstand zal het hier zeer waarschijnlijk alleen om lichtgewonden gaan en daarom is in dit verdere rapport hier geen rekening meer mee gehouden. Vaststellen van de effecten LPG-tankstation Voor het ‘most credible accident’ scenario, een lekkage van de losslang zullen de effecten sterk afhangen van de grootte van de lekkage en de tijd tot een eventuele ontbranding. Alleen indien de terugslagklep faalt, is er kans dat veel LPG vrijkomt en dit zal ontbranden. Bij het werken van de terugslagklep is het zeer waarschijnlijk dat de vrijgekomen LPG snel zodanig verdunt met de omgevingslucht, dat ontbranding niet meer plaatsvindt. Aangezien binnen de directe omgeving van het vulpunt geen andere gebouwen zijn dan het LPG-tankstation, zullen alleen de aanwezigen binnen het LPG-tankstation en mogelijk verkeersdeelnemers op de Buitenhofdreef kans lopen op brandwonden bij het ontbranden van het LPG. Bij het ‘worst case’ scenario, een BLEVE van een LPG-tankwagen zullen tot 230 meter (1% letaliteitgrens) nog dodelijke slachtoffers kunnen vallen. Tot op zo’n 400 meter kunnen mensen 1e graads brandwonden oplopen. In gebouwen zijn personen deels beschermd, maar tot op 90 meter lopen mensen ook binnen nog steeds gevaar om het leven te komen, mede door de drukgolf die ontstaat. Er zijn twee typen BLEVE, namelijk een koude BLEVE en een warme BLEVE. Een koude BLEVE vindt plaats door mechanische invloeden op de druktank, bijvoorbeeld een ongeval. Bij dit scenario hebben mensen geen tijd om te vluchten. Hulpverleningsdiensten zijn pas ter plaatse nadat de koude BLEVE zich heeft voorgedaan. Een warme BLEVE ontstaat doordat de tankwagen door hitte (bijvoorbeeld een brand van het LPGtankstation) wordt aangestraald gedurende een vrij beperkte tijd (ongeveer 20 minuten). Door de hitte verweekt het staal van de druktank, terwijl het LPG opwarmt, waardoor de druk in de tankwagen toeneemt totdat de tankwand onder de druk bezwijkt en de inhoud instantaan vrijkomt. Een warme BLEVE kan eventueel voorkómen worden indien de brandweer de tankwagen op tijd en afdoende kan koelen. Hierbij is een juiste en snelle melding zeer belangrijk. Mensen hebben bij dit scenario tijd om te vluchten indien ze op de hoogte zijn van de gevaren (velen hebben echter helaas de neiging om naar de brand te gaan kijken, waardoor het aantal slachtoffers juist zal toenemen, in plaats van afnemen). In bijlage 1 is een tabel met de afstanden met betrekking tot het ‘worst case’ scenario voor het LPG-tankstation aangegeven inclusief een tekening waarin het principe simplistisch is weergegeven. Transportroute gevaarlijke stoffen (A4 en Kruithuisweg) Voor het ‘most credible accident’ scenario is de gevaarlijke stof, die betrokken is bij het ongeval en/of lekkage van de tankwagen maatgevend voor de effecten. Het grootste effect zal plaatsvinden indien een brandbaar gas, bijvoorbeeld LPG wordt
5
Advies regionale brandweer Zuidwest, Delft Datum: februari 2008
HRH
Hulpverleningsregio Haaglanden
vervoerd en de tankwagen betrokken is bij een ongeval en/of lekkage. Er ontstaat dan een drukgolf waardoor tot op 70 meter dodelijke slachtoffers kunnen vallen. Tot op 180 meter zal er glasbreuk optreden en kunnen er slachtoffers vallen door hittestraling of glasscherven. De lekkage zal bij dit scenario niet leiden tot het spontaan vrijkomen van de gehele inhoud van de tankwagen. De afstanden blijven dan ook beperkt. Afhankelijk van de hoeveelheid en het soort glas dat in de gebouwen wordt gebruikt, kan dit veel invloed hebben op het aantal dodelijke slachtoffers. Indien er splintervrij glas gebruikt wordt, zullen aantal en aard van de slachtoffers veel minder ernstig zijn. De plaats waar het ongeval zich voordoet op de weg en het tijdstip van het ongeval, zullen ook bepalend zijn voor het aantal slachtoffers. Met name een ongeval op de Kruithuisweg kan veel slachtoffers veroorzaken aangezien de huizen hier vlak langs zijn gebouwd. Indien de tankwagen een giftige vloeistof vervoert is het afhankelijk van de soort stof tot welke afstand mensen slachtoffer kunnen worden. ’s Nachts bij stabiel en windstil weer kunnen tot op 600 meter nog dodelijke slachtoffers vallen. Tot op veel grotere afstand vallen er nog gewonden. Wel is dit, afhankelijk van de windrichting en windsnelheid in een beperkt gebied in een beperkte brandbreedte. Het ‘worst case’ scenario voor de transportroute gevaarlijke stoffen is gelijk aan die zoals beschreven bij het LPG-tankstation. Kansreducerende maatregelen Voor een LPG-tankstation is het belangrijk dat de kans op een lekkage, ongeval en/of brand zo klein mogelijk is. Dit kan door verbeterde losslangen en goed onderhoud. De hittewerende coating, zoals afgesproken in het landelijke convenant 2 zorgt ervoor dat de kans op een warme BLEVE weliswaar erg verkleint. Nietemin blijft het dan ook belangrijk dat de brandweer snel en adequaat wordt gealarmeerd en er voldoende bluswater beschikbaar is. Zie hiervoor ook paragraaf ‘preparatieve maatregelen’. Belangrijk is dat een ongeval met een tankwagen met gevaarlijke stoffen niet mag leiden tot het spontaan vrijkomen van de gehele inhoud. Dit kan voorkómen worden door snelheidsbeperkende maatregelen. Hoe meer kinetische energie een rol speelt bij een ongeval hoe groter de kans op aanzienlijke schade van de tankwagen. Zeker bij het daardoor vrijkomen van een giftige stof of een brandbaar gas (bijvoorbeeld LPG) kunnen de gevolgen enorm zijn. Op de Kruithuisweg (transportroute gevaarlijke stoffen), mogen vrachtvoertuigen ter hoogte van het plangebied 50-80 km/uur. De kans dat een tankwagen betrokken is bij een ongeval is niet ondenkbaar. Daarbij zal het bij het meest geloofwaardige ongeval vaak gaan om een kleine schade, met mogelijk beperkte lekkage van de stof. Een zogenoemde koude BLEVE, waarbij de ladingtank lek raakt door inwerkend geweld en daarop grootscheeps openscheurt is minder waarschijnlijk, maar boven 50 km per uur zeker niet onmogelijk. Brand als gevolg van een aanrijding kan altijd leiden tot een warme BLEVE. 1. Door instellen en handhaven van snelheidsbeperkende maatregelen (in casu 50 km/h) kan de kans verkleind worden dat een tankwagen met hoge snelheid verongelukt of betrokken raakt bij een ongeval. Hierdoor zal de beschadigde 2
Landelijk is afgesproken in een convenant met de LPG branche dat alle tankwagens voor het vervoer van LPG uiterlijk in 2010 voorzien worden van een hittewerende coating, die gedurende 75 minuten voorkomt dat de temperatuur van het LPG zodanig oploopt dat de tankwand bezwijkt en een warme BLEVE optreedt.
6
Advies regionale brandweer Zuidwest, Delft Datum: februari 2008
HRH
Hulpverleningsregio Haaglanden
tankwagen in principe hooguit beperkt gaan lekken, in plaats dat de totale hoeveelheid ineens vrijkomt. Hierbij heeft de brandweer de gelegenheid de ontstane lekkage te dichten en het uitgestroomde product af te dekken en op te ruimen. De snelheidsbeperkende maatregelen zijn met name belangrijk voor de Kruithuisweg, gezien de afstand van de weg tot de woonhuizen en kantoren. 2. Goede werkprocedures en afspraken tussen de leverancier van LPG en het LPGtankstation kan ongevallen door onbekendheid en/of onervarenheid voorkomen. Effectreducerende maatregelen Indien er een ongeval plaatsvindt op de transportroute gevaarlijke stoffen of bij het LPG-tankstation is het belangrijk dat er zo min mogelijk mensen in de buurt zijn en dat de hulpverleningsdiensten snel actie kunnen ondernemen om verdere escalatie zo veel mogelijk te voorkomen. Indien het om een brandbare vloeistof (bijvoorbeeld dieselolie of benzine) gaat is het belangrijk dat de brandweer snel de vrijgekomen plas af kan dekken met schuim om een plasbrand te voorkomen. Gaat het om een brandbaar gas, dan is koeling van de tankwagen met water erg belangrijk, zeker indien een BLEVE zich nog niet heeft voorgedaan. Indien het om een giftige stof gaat is het belangrijk de vrijgekomen gifwolk neer te slaan en verdere verspreiding zo veel mogelijk te verhinderen, al zal niet voorkomen kunnen worden dat een deel van de giftige stof al tot problemen leidt. In dat geval zal waarschijnlijk uit voorzorg de omgeving worden gewaarschuwd, zodat ramen en deuren kunnen worden gesloten en de ventilatie uitgezet. Hierbij wordt een groter effect bereikt indien omringende bedrijven, snel hun ventilatie af kunnen zetten zonder dat zij moeilijke handelingen moeten verrichten. Om een warme BLEVE te voorkómen is het belangrijk dat er een snelle en correcte melding wordt gemaakt naar de alarmcentrale van de regionale brandweer en dat tankautospuiten binnen circa 8 minuten na de melding ter plaatse kunnen zijn. Alleen op die manier kan de brandweer mogelijk de LPG-tankwagen snel en voldoende koelen en een warme BLEVE voorkómen. Tijd is namelijk cruciaal. Indien de LPGtankwagens voorzien zijn van een hittewerende coating 3 (gepland voor 2010) is er meer tijd, namelijk 75 minuten en kan in ieder geval het gebied worden ontruimd. Bij het zich voordoen van een BLEVE (zowel een warme als een koude) treedt naast een vuurbol een drukgolf op. Aanwezigen buiten of zelfs in een gebouw zullen niet alleen slachtoffer kunnen worden van de druk en de vrijgekomen hitte, maar ook van glassplinters. Op grotere afstand zijn mensen in gebouwen alleen veilig voor de druk, indien er geen of splintervrij glas in de gevel aanwezig is aan de zijde waar het ongeval zich voordoet. Ook kunnen slachtoffers voorkomen worden wanneer mensen weten hoe ze moeten reageren. Hiervoor is risicocommunicatie een middel. Daarbij moet naast de manier van reageren en alarmeren van omstanders op een ongeval te worden behandeld. Om ervoor te zorgen dat er zo min mogelijk schadelijke effecten zijn, worden de volgende adviezen gegeven: 1. Gezien de hoogte van het groepsrisico (9x de oriënterende waarde) is de beste optie het groepsrisico structureel te verlagen door middel van het verplaatsen van het LPG-tankstation naar een gebied met een lagere personendichtheid (bijvoorbeeld een bedrijventerrein of het buitengebied). Hierdoor wordt de kans op een hoog aantal slachtoffers kleiner en het groepsrisico significant verlaagd. 3
Landelijk is afgesproken in een convenant met de LPG branche dat alle tankwagens voor het vervoer van LPG uiterlijk in 2010 voorzien worden van een hittewerende coating, die gedurende 75 minuten voorkomt dat de temperatuur van het LPG zodanig oploopt dat de tankwand bezwijkt en een warme BLEVE optreedt.
7
Advies regionale brandweer Zuidwest, Delft Datum: februari 2008
HRH
Hulpverleningsregio Haaglanden
2. Bezien moet worden of het mogelijk is dat bij de naburige objecten van de transportroute gevaarlijke stoffen (tot 400 meter) de ventilatie automatisch afgeschakeld kan worden. Gedacht dient hierbij bijvoorbeeld te worden aan het op afstand door middel van toonfrequente relais via het openbare elektriciteitsnet uit- en naderhand weer inschakelen van de afzuigventilatoren. Onderzoek hiernaar is gewenst. 3. Noodzakelijk is het dat de bewoners in de omgeving (minimaal 400 meter vanaf het hart van de weg (A4 en Kruithuisweg), maar liever tot 600 meter en 230 meter rondom het LPG-tankstation vooraf op de hoogte gebracht worden van de gevaren en daarnaast een instructie krijgen wat te doen bij een ongeval en/of brand. 4. Voor het LPG-tankstation is het belangrijk in het bedrijfsnoodplan op te nemen wat gedaan moet worden om verdere escalatie van een ongeval te voorkomen. Met name een brand in de buurt van een tankwagen moet beschreven worden en de noodprocedure wat men dan moet doen. Voor de personeelsleden (inclusief de parttimers) dient aangetoond te worden dat men over de kennis beschikt. Dit kan bijvoorbeeld via een voorschrift in de milieuvergunning worden afgedwongen. Zie hiervoor de voorbeelden van VROM 4 5. Voor de kantoren en de detailhandelsgebouwen (o.a. C1000) binnen het invloedsgebied van het LPG-tankstation is het belangrijk dat het ‘worst case’ scenario’s, een BLEVE van LPG-tankwagen worden opgenomen in het bedrijfsnoodplan. 6. Bij eventuele nieuwbouw of verbouw is het belangrijk dat mensen veilig kunnen vluchten. Dit betekent dat er een vluchtweg moet zijn via de vanaf het LPGtankstation en/of transportroute gevaarlijke stoffen afgekeerde zijde van het gebouw en de tuin. 7. Om te voorkomen dat mensen slachtoffer worden door glassplinters is het aan te raden dat in de toekomst (bijvoorbeeld bij vervanging van het glas of bij verbouwingen), in de gevels aan de zijde van het LPG-tankstation of de transportroute gevaarlijke stoffen van de gebouwen geen of splintervrij glas wordt geplaatst. Dit is belangrijk tot een afstand van 150 meter van het hart van de weg of het vulpunt i.v.m. het effectgebied van de eventuele drukgolf. Zelfredzaamheid In het plangebied zijn verschillende kwetsbare objecten. Op 45 meter van het LPGtankstation is een grote supermarkt en binnen het invloedsgebied zijn verschillende woningen en kantoren. Tientallen woningen liggen direct langs de Kruithuisweg. In het plangebied is wel de mogelijkheid om bijzondere kwetsbare objecten (zoals bejaardentehuizen, crèches, zorgvoorziening, scholen e.d.) te realiseren maar deze bestemmingen liggen niet in een van de invloedsgebieden. Hieronder is aangegeven hoe de zelfredzaamheid van de verschillende objecten eruit ziet bij de verschillende scenario’s.
4
VROM-inspectierapport Veiligheidsaspecten LPG-tankstations artikelcode 7435
8
Advies regionale brandweer Zuidwest, Delft Datum: februari 2008
HRH
Hulpverleningsregio Haaglanden
Tabel 1: mate van zelfredzaamheid bij verschillende scenario’s Scenario
Ongeval tankwagen giftige stof Ongeval tankwagen LPG Ongeval LPGtankstation
Gebouwtype
Valt binnen de: LC1001 LBW1 LC1001 LC1001 LBW1 LC1001 LC100 LBW LC100
Fysieke gesteldheid + + + + + + + + +
Afwegingscriteria Zelfstandig- AlarmeringsVluchtGevaarsin heid mogelijkheden mogelijkheden schatting + +/+ +/+/+ + +/+ + +/+/-2 -2 2 +/+/+/-2 2 + +/+/-2 2 + +/+/-2 2 +/+/+ -2 2 -2 + +/+/-
Woningen School Kantoren Woningen School Kantoren Woningen School Winkels/ kantoren 1 Afhankelijk waar het ongeval met de tankwagen op de route gevaarlijke stoffen zich voordoet. 2 Zeer afhankelijk van het besef van het gevaar en het tijd tussen ongeval en BLEVE
Om ervoor te zorgen dat mensen zo snel en veilig mogelijk (kunnen) vluchten zijn de volgende maatregelen noodzakelijk: 1. Het bereik van de alarmsirenes dient groot genoeg te zijn om de aanwezige populatie binnen de zone die bij de maatgevende scenario’s in het uiterste geval ontruimd dient te worden, te kunnen waarschuwen. Gebleken is dat binnen het plangebied de landelijke alarmsirenes geen volledige dekking hebben (zie bijlage 3). Geadviseerd wordt een extra sirene te plaatsen of de bevolking op een andere manier te alarmeren bijvoorbeeld met sms-berichten (cell broadcast). 5 2. Om ervoor te zorgen dat mensen goed voorbereid zijn en weten hoe ze moeten reageren bij een ongeval met een gevaarlijke stof op de transportroute gevaarlijke stoffen (A4 en Kruithuisweg) of bij een ongeval bij het LPG-tankstation is het van belang dat bewoners en gebruikers van objecten in een straal van minimaal 400 meter, maar liever tot 600 meter vanaf het hart van de weg naar beide zijden vooraf geïnformeerd worden en in een straal van 230 meter rondom het LPG-tankstation. Dergelijke informatieve bijeenkomsten dienen op gezette tijden herhaald te worden. Tijdens de bijeenkomsten is het belangrijk de verschillende gevaren uit te leggen en met name op de wenselijke manier van reageren en alarmeren in te gaan. 3. Tijdens het zich voordoen van een ongeval is het belangrijk dat de omgeving op de hoogte gebracht wordt, met name de aanwezigen in het benedenwindse gebied bij het vrijkomen van een giftige stof en binnen het effectgebied bij een mogelijke BLEVE of gaswolk. Omdat mensen tot de voorlichtingsrichtwaarde (VRW) een giftige stof nog kunnen waarnemen, wordt geadviseerd tijdens een crisis te communiceren tot deze waarde. Bij een BLEVE moet rekening gehouden worden met een gebied tot 400 m als straal rondom de LPG-tankwagen. Voor een ongeval met giftige stoffen op de transportroute gevaarlijke stoffen, is het afhankelijk van de weersomstandigheden en de aard van de stof tot hoever de stof nog tot irritatie leidt, maar hierbij moet rekening gehouden worden met enkele kilometers.
5
Zie hiervoor eventueel de Circulaire Waarschuwingsbeleid bij incidenten en crisis d.d. 7-1-2006
9
Advies regionale brandweer Zuidwest, Delft Datum: februari 2008
HRH
Hulpverleningsregio Haaglanden
Preparatieve maatregelen Om voldoende effectief te kunnen optreden ten tijde van een ramp of zwaar ongeval is het aantal preparatieve maatregelen noodzakelijk. 1. Er moet voldoende bluswater zijn. Aangezien het belangrijk is dat bij een ongeval met een LPG-tankwagen er dichtbij en snel voldoende bluswater is. Voor het LPG-tankstation is vastgesteld dat de primaire en secundaire bluswatervoorziening (de eerste hulp) goed is, maar de tertiaire (grote hoeveelheden water) matig. Voor de transportroute gevaarlijke stoffen (A4 en Kruithuisweg) is de bluswatervoorziening onvoldoende en wordt aangeraden om extra voorzieningen te treffen op hoogstens 80 meter ter weerszijden van elke plek waar een BLEVE zich kan voordoen. Hierbij gaat het niet alleen om voldoende bluswater, maar ook om opstelplaatsen voor de hulpverleningsvoertuigen. 2. Er dient een aanvalsplan en een rampenbestrijdingsplan 6 voor het LPGtankstation te worden opgemaakt, waarbij ook rekening is gehouden met een ongeval bij het LPG-tankstation tijdens het vullen van het LPG-tankreservoir. 3. Voor de transportroutes gevaarlijke stoffen is het belangrijk dat multidisciplinair bekend is wat men van elkaar verwacht en welke hulpverlening moet worden gegeven en met welke scenario’s rekening gehouden moet worden. Optreden hulpverleningsdiensten De noodzakelijke hulpvraag is afhankelijk van de aard en de gevolgen van de opgetreden calamiteit. In ieder geval kan er een onderscheid gemaakt worden in het ‘most credible accident’ scenario en het ‘worst case’ scenario, dan wel tussen een incident op de transportroute gevaarlijke stoffen en een incident bij het LPGtankstation. LPG-tankstation Voor het meest waarschijnlijke ongeval, een lekkage van de losslang, zal de brandweer zo snel mogelijk moeten voorkomen dat er meer LPG vrijkomt en dat er een onveilige situatie ontstaat door ophoping van explosieve mengsels. Bij ontbranding van het LPG moeten eventuele branden worden geblust. Bij het ‘worst case’ scenario is het belangrijk dat de LPG-tankwagen zo snel mogelijk gekoeld wordt. Hiervoor is veel bluswater nodig. Ook bij een brand van het LPGtankstation is het belangrijk dat de tankwagen gekoeld wordt, of indien nog mogelijk, zo snel mogelijk naar een veilige plaats wordt verplaatst. Alleen wanneer de brandweer snel en op correcte wijze wordt gealarmeerd, bestaat de kans dat ze snel genoeg kan koelen om een warme BLEVE te voorkomen. De kans op het ‘most credible accident’ scenario is relatief zeer groot (1 op 1000), de kans op het ‘worst case’ scenario is erg klein (minder dan 1 op 10 miljoen). Transportroute gevaarlijke stoffen Voor het ‘most credible accident’ scenario, een lekkage van een tankwagen met een gevaarlijke stof, betekent dat de hulpverlening snel moet kunnen optreden om erger te voorkomen. Afhankelijk van de soort stof die werd vervoerd moet er een andere soort inzet worden gepleegd. Bij het vrijkomen van een brandbare vloeistof, zal getracht worden een plasbrand te voorkomen. Hiervoor zijn met name een aanzienlijke hoeveelheid schuim(vormend middel) en de benodigde schuimvormende armaturen noodzakelijk. Indien de tankwagen een giftige vloeistof vervoerde is het belangrijk de gifwolk met water neer te slaan en/of te verdunnen. In het geval dat het om een LPG- tankwagen gaat, is het belangrijk de wagen met veel water te koelen. 6
Regionaal is er een format vastgesteld specifiek voor LPG-tankstations
10
Advies regionale brandweer Zuidwest, Delft Datum: februari 2008
HRH
Hulpverleningsregio Haaglanden
Afhankelijk van de vervoerde giftige stof en het scenario zal naast de brandweer Delft-Rijswijk ook de regionale ongevalsbestrijding gevaarlijke stoffen worden ingezet en desnoods verder worden opgeschaald. De kans op het ‘most credible accident’ scenario voor de transportroute is relatief groot (1 op de 10.000). De kans op het voordoen van het ‘worst case’ scenario is gemiddeld (1 op de 10.000-10.000.000 per jaar). De hulpverleningsbehoefte bij een ongeval op de transportroute gevaarlijke stoffen en bij het LPG-tankstation is bepaald door gebruikt te maken van de ‘Leidraad Maatramp’. Met deze Leidraad is het mogelijk voor ieder scenario een kwantitatieve indicatie te geven van de bijbehorende hulpvraag aan het adres van respectievelijk de brandweer, de GHOR, de politie en de gemeenten, evenals de organisaties in gezamenlijkheid, zulks in de vorm van multidisciplinaire activiteiten. Voor het LPG-tankstation en de transportroute gevaarlijke stoffen is vastgesteld voor het ‘worst case’ scenario, een BLEVE van een LPG-tankwagen, dat met ramptype ‘Ongevallen met brandbare/explosieve stof in open lucht’ een slachtoffercategorie van IV is te verwachten 7 . Voor een ongeval met een giftige stof (LT2), is het ramptype ‘Ongevallen met giftige stof in open lucht’ een slachtoffercategorie van IV 8 . Op basis daarvan kunnen de volgende hulpverleningsprocessen worden afgeleid. Hierbij moet nadrukkelijk worden vermeld dat het om een indicatie gaat. Er is geen verfijning gemaakt door de verschillende disciplines. In bijlage 2 is een tabel opgenomen van de indicatieve hulpvraag. Gezien de huidige bebouwing kan worden gesteld dat het aantal te verwachten slachtoffers (en daarmee de benodigde hulpbehoefte) in geval van het voordoen van het ‘worst case’ scenario bij het LPG-tankstation of op de route gevaarlijke stoffen zeer groot is en dat de beschikbare hulpverleningscapaciteit onvoldoende groot is om aan de hulpvraag te voldoen. Assistentie vanuit andere regio’s is noodzakelijk, maar waarschijnlijk nog steeds onvoldoende. Restrisico Door het nemen van maatregelen zoals in dit advies genoemd zal de kans op het optreden van het ‘worst case’ scenario van het LPG-tankstation en de transportroute gevaarlijke stoffen worden verminderd. Ondanks de preventieve maatregelen blijft er een risico aanwezig. Hieronder is aangegeven wat er toch nog kan gebeuren ondanks de genomen maatregelen: 1.
2.
Door de snelheidbeperkende maatregelen op de Kruithuisweg zal er bij een ongeval met een tankwagen met LPG geen koude BLEVE optreden. De tankwagen zal mogelijk wel lekken, maar de totale inhoud zal niet spontaan uittreden. Door het vrijhouden van de wegen en de risicocommunicatie, zal de brandweer correct worden gealarmeerd en snel bij het ongeval kunnen komen en verder vrijkomen van de gevaarlijke stof zoveel mogelijk worden beperken. Een tankwagen met giftige stoffen is betrokken bij een ongeval op de transportroute gevaarlijke stoffen en raakt beschadigd. Er komen daarbij giftige stoffen vrij, maar door de risicocommunicatie aan de omwonenden, weten de mensen hoe ze moeten reageren. Ze gaan naar binnen en sluiten deuren en ramen en de ventilatie wordt stilgezet. Hierdoor vallen er wel veel licht gewonde
7
Voor het LPG-tankstation is gerekend met een effectstraal van 230 meter, een afstand bebouwing van 45 meter en een bevolkingsdichtheid van 100 personen per hectare. Voor de transportroute gevaarlijke stoffen is gerekend met een effectstraal van 230 meter, een afstand bebouwing van 20 meter en een bevolkingsdichtheid van 40 personen per hectare. 8 Op basis van een effectstraal van 600 meter, een afstand bebouwing van 20 meter en een bevolkingsdichtheid van 40 personen per hectare.
11
Advies regionale brandweer Zuidwest, Delft Datum: februari 2008
3.
HRH
Hulpverleningsregio Haaglanden
slachtoffers, maar wordt het aantal dodelijke en ernstig gewonde slachtoffers beperkt. Door een goede noodprocedure bij het LPG-tankstation, is er een snelle en correcte alarmering en kan de brandweer snel optreden. Door de aanwezigheid van voldoende bluswater, kan de tankwagen worden gekoeld en is de kans groot dat een warme BLEVE wordt voorkomen.
12
Advies regionale brandweer Zuidwest, Delft Datum: februari 2008
HRH
Hulpverleningsregio Haaglanden
Eindadvies Op basis van het voorgaande worden hier de belangrijkste adviezen kort geformuleerd. In de voorgaande hoofdstukken zijn de adviezen verder uitgewerkt. Omdat niet alle adviezen opgenomen kunnen worden in het bestemmingsplan, maar bedoeld zijn voor andere afdelingen binnen de gemeente, is hieronder aangegeven of de maatregel genomen dient te worden door de afdeling ruimtelijke ordening of door andere disciplines binnen de gemeente. Ruimtelijke ordening
Gemeente
1. In toekomst andere locatie voor LPG verkoop
2. Goede werkprocedure en bedrijfsnoodplan LPG-tankstation 3. Opnemen worst case scenario in bedrijfsnoodplan omringende bedrijven 4. Risico- en crisiscommunicatie naar omwonenden en bedrijven 5. Voldoende bereik alarmsirenes 6. Voldoende bluswater (inclusief opstelplaatsen) 7. Aanwezigheid van aanvalsplan en rampenbestrijdingsplan 8. Onderzoek mogelijkheden extra vluchtwegen kwetsbare objecten 9. Snelheidsbeperkende maatregelen Kruithuisweg 10. Splinterwerend glas in nieuwe gevels 11. Onderzoek automatische afschakeling ventilatie
Indien aan de vetgedrukte adviezen (2 en 4-8) uitvoering wordt gegeven heeft de Hulpverleningsregio Haaglanden geen bezwaar tegen de wijziging van het bestemmingsplan zoals omschreven. De andere adviezen (1, 3 en 9-11) zijn aanvullende wensen. Indien hier gehoor aan wordt gegeven zullen de risico’s nog meer verkleinen.
13
Advies regionale brandweer Zuidwest, Delft Datum: februari 2008
HRH
Hulpverleningsregio Haaglanden
Bijlage 1a: Afstanden ongeval LPG-tankwagen In onderstaande tabel zijn de afstanden aangegeven indien er een BLEVE van een LPG-tankwagen plaatsvindt. In het plangebied ligt een LPG-tankstation. Tabel 2. Effectafstanden bij het voordoen van een BLEVE van een LPGtankwagen Hittestraling Blootstellingsduur Effectafstand [m] (kW/m2) [sec] 100% letaal >35 12 150 1% letaal 19 12 230 e 1 graads 7,5 12 400 brandwonden
In onderstaande tekening is simplistisch weergegeven hoe de verschillende afstanden moeten worden geïnterpreteerd. Afhankelijk van de weersomstandigheden, windsnelheid en windrichting, zijn de gevolgen van hittestraling niet precies cirkelvormig, maar meer een ellips. De locatie van het plangebied is aangegeven met de gele rechthoek. 1e graads brandwonden
100% letaliteitsgrens (LC100)
1% letaliteitsgrens (LC01)
Effectgebied Tankwagen met LPG
14
Advies regionale brandweer Zuidwest, Delft Datum: februari 2008
HRH
Hulpverleningsregio Haaglanden
Bijlage 1b: Afstanden ongeval tankwagen met giftige stoffen In onderstaande tabel zijn de afstanden aangegeven indien er een ongeval van een tankwagen met giftige stoffen plaatsvindt. Aan de zuidzijde en de zuidwestzijde liggen de Kruithuisweg en de A4, beide transportroute gevaarlijke stoffen. Tabel 3. Effectafstanden bij het voordoen van een ongeval met een tankwagen met giftige stoffen (op basis van tankwagen met 23 ton propylamine, ‘s nachts met weertype F1,5 ) Concentratie Blootstellingstijd [min] Effectafstand [m] (mg/m3) 100% letaal 30 125 1% letaal 515 30 600 LBW 500 60 1362 AGW 50 60 4728 VRW 0,1 60 > 10 km In onderstaande tekening is simplistisch weergegeven hoe de verschillende afstanden moeten worden geïnterpreteerd.
Voorlichtingsrichtwaarde (VRW)
Windrichting
Levensbedreigende waarde (LBW)
dodelijk
Alarmeringsgrenswaarde (AGW)
Invloedsgebied
1% letaliteitgrens (LC01)
Effectgebied Tankwagen met giftige stof
15
Advies regionale brandweer Zuidwest, Delft Datum: februari 2008
HRH
Hulpverleningsregio Haaglanden
Brandweer
Bijlage 2: Hulpverleningsprocessen per discipline Hulpverleningsproces
Gespecificeerde hulpvraag per proces
1. Bestrijden van brand en emissie van gevaarlijke stof 2. Redden & technische hulpverlening 3. Meten (conc. gevaarlijke stof) 4. Besmettingscontrole en organisatie
Gevraagde pomp/bluscapaciteit (meters vuurfront) Aantal door brandweer te redden personen Oppervlakte te bemeten gebied (km2) Aantal potentieel besmette burgers Aantal besmette hulpverleners Aantal besmette voertuigen
Indicatieve hulpvraag Brandweer
GHOR
1. Geneeskundige hulpverlening
2. Geestelijke gezondheidszorg 3. Preventieve volksgezondheid
Aantal slachtoffers (doden+gewonden T1+T2) Aantal doden Aantal gewonden totaal (T1+T2+T3) % gewonden T1+T2 % gewonden T3 % gewonden met mechanisch letsel % gewonden met bio-/chemisch/nucleair letsel % gewonden met thermisch letsel % gewonden met een besmetting Aantal personen met psychische hulpbehoefte Aantal personen met behoefte aan medicatie/vaccinatie/voorzieningen Collectief gezondheidsonderzoek (aantal personen)
Indicatieve hulpvraag GHOR
Politie
1.Handhaven openbare orde
2. Strafrechtelijk onderzoek 3. Verkeer regelen 4. Afzetten en afschermen gebied 5. Begidsen van hulpvl.voertuigen 6. Identificeren van overledenen
Overig gemeentelijk
Multidisciplinair
2. Waarschuwen van bevolking 3. Ontruimen en evacueren 4. Opvang en verzorging 5. Verzorgen primaire levensbehoeften
6. Milieuzorg 7. Toegankelijk en begaanbaar maken 8. Inzamelen van besmette waren
1000
450 38 1000 115 30
105 p.m. p.m. p.m. p.m.
3
3
500 100 1600 25% 75% 5% 100% 15% 10% 160 160
300 60 480 50% 50% 75% 20% 75% 10% 50 50
19200
2400
3
2
1750
6000
18
120
70 130 100
60 60 44 105 60
3
3
Aantal te registreren personen
1500
2200
Aantal te begraven/cremeren doden Materiële schade gedupeerde burgers (min euro) Aantal gedupeerden
100 10 500
60 35 300
Indicatieve Hulpvraag Gemeentelijke diensten 1. Voorlichting
250
Aanwezige personen (passanten, kijkers, betrokkenen) Aantal ordeverstoorders (geweldplegers, plunderaars, zware ramptoeristen) Aantal aanstichters (aan te houden harde kern) Aantal voor te geleiden en in te sluiten personen Af te zetten punten Aantal te begeleiden hulpverleningsvoertuigen Aantal te identificeren doden
Indicatieve hulpvraag Politie 1. Registreren van slachtoffers en overige betrokkenen 2. Uitvaartverzorging 3. Schaderegistratie en –afhandeling
giftige stof BLEVE
Aantal persverslaggevers Aantal te informeren huishoudens Aantal bellers Aantal bellers zijnde verwanten Aantal te waarschuwen huishoudens Totaal aantal ontheemden Ontheemden kortdurend opvang behoevend (hr) Ontheemden middellange opvang behoevend Ontheemden langdurig opvang behoevend (dgn) Fractie niet-zelfredzame evacués Fractie evacués met behoefte aan medische hulp, -zorg, medicijnen Niet gekwantificeerd Niet gekwantificeerd Niet gekwantificeerd
Indicatieve hulpvraag Multidisciplinaire processen
16
3
3
110 7500 10000 1250 6000 300 2400 1200 300 5% 5%
60 1500 7500 750 1200 600 480 240 120 5% 5%
+++ ---
--+++
+++
---
2
2
Advies regionale brandweer Zuidwest, Delft Datum: februari 2008
HRH
Hulpverleningsregio Haaglanden
Bijlage 3: Bereik alarmsirenes (let op, bereik is een schatting. Exacte bereik is mede afhankelijk van weersomstandigheden) De cirkels geven het bereik per sirene aan. Het gebied dat niet binnen een cirkel valt, wordt niet met de sirenes bereikt.
17