Hulpverleningsregio Zuidoost-Brabant Regionale brandweer Beleidsnotitie proactie: Vormgeven aan veiligheid Visie 2010 Plan van Aanpak 2004-2006
Colofon Uitgave Hulpverleningsregio Zuidoost-Brabant Regionale brandweer Datum September 2003
Inhoud 1
Samenvatting
4
2
Inleiding
6
3
Visie 2010
7
4
Vormgeven aan veiligheid
8
4.1
Doel 2004-2006
4.2
Organisatie
8
4.3
Personeel
9
4.4
Producten algemeen
9
4.5
Kwaliteit
11
5
Uitvoering en producten 12
5.1
Toelichting
5.2
Productenboek proactie 12
6
Financiële consequenties
13
6.1
Financiën
13
7
Conclusie
14
8
12
1 Samenvatting Voor de periode 2003-2006 is het brandweerbeleidsplan Samen voor veiligheid regionaal vastgesteld. In dit beleidsplan zijn de volgende proactie(gerelateerde) beleidsvoornemens benoemd: ad. 8 project van lokaal naar regionaal: onderzoek naar de mogelijkheden voor de optimale uitvoering van de taken uit de veiligheidsketen; ad. 10 ontwikkeling van regionaal beleid proactie en preventie; ad. 13 bevorderen veiligheidsdenken en -bewustzijn bij de burger; ad. 20 verdere ontwikkeling en implementatie van het RBR en de daaruit voortvloeiende plannen. De voorliggende beleidsnotitie proactie Vormgeven aan veiligheid geeft aan deze beleidsvoornemens invulling vanuit de doelstelling: Het vergroten en verspreiden van proactiekennis en -vaardigheden én het ambtelijk en bestuurlijk inbedden van proactieve veiligheid. In de beleidsnotitie wordt de visie 2010 behandeld (hoofdstuk 3). Deze visie resulteert in concrete doelstellingen voor de periode 2004-2006 (hoofdstuk 4). De uitwerking van deze doelstellingen in producten is weergegeven in het overzicht Uitvoering en producten (hoofdstuk 5). De beleidsnotitie proactie zal met de reeds beschikbare middelen en capaciteit worden uitgevoerd (hoofdstuk 6). De doelstellingen voor de periode 2004-2006 zijn gegroepeerd conform de volgende taakvelden: •
risico-inventarisatie en -evaluatie;
•
ruimtelijke ordening;
•
risicocommunicatie;
•
beleidsvorming.
Het productenboek in het middenkatern van deze notitie biedt een overzicht van de aan deze doelstellingen verbonden producten, inclusief een tijdspad.
2 Inleiding In de regio Zuidoost-Brabant vonden de afgelopen jaren tal van ontwikkelingen plaats op het gebied van proactie. Zo is de startnotitie Proactie: de tijd van praten voorbij gepresenteerd en is de regionale 2002meting uitgevoerd. Deze initiatieven droegen bij aan het besef dat er nog veel veiligheidswinst te halen is. Dit besef leeft ook op landelijk niveau, getuige onder meer het Project Versterking Proactie Preventie (PVPP). Dit project is opgestart naar aanleiding van de vuurwerkramp in Enschede en de nieuwjaarsbrand in Volendam. Om de landelijke ontwikkelingen regionaal door te voeren is de beleidsnotitie Vormgeven aan veiligheid geschreven, welke een uitwerking is van het eerder vastgestelde regionale beleidsplan Samen voor veiligheid. Concreet betekent dit dat de notitie Vormgeven aan veiligheid op het gebied van proactie uitwerking geeft aan de volgende beleidsvoornemens uit het plan Samen voor veiligheid: ad. 8 project van lokaal naar regionaal: onderzoek naar de mogelijkheden voor de optimale uitvoering van de taken uit de veiligheidsketen; ad. 10 ontwikkeling van regionaal beleid proactie en preventie; ad. 13 bevorderen veiligheidsdenken en -bewustzijn bij de burger; ad. 20 verdere ontwikkeling en implementatie van het RBR en de daaruit voortvloeiende plannen. De opbouw van de notitie Vormgeven aan veiligheid is als volgt. Allereerst voorziet deze in een globale visie voor de periode tot 2010. Deze visie resulteert in concrete doelstellingen voor de periode 2004-2006. Om inzichtelijk te maken wat deze doelstellingen in termen van producten betekenen is er een overzicht hiervan gemaakt. Hierbij hoort ook een productenboek. De notitie Vormgeven aan veiligheid zal met de reeds beschikbare middelen en capaciteit worden uitgevoerd.
3 Visie 2010 De beleidsnotitie proactie is gebaseerd op de visie dat in 2010 de hieronder beschreven organisatorische structuur van proactie bestaat. Daarbij hoort ook een personele invulling. De verwachting is dat in 2010 de aanpak van proactie meer multidisciplinair is. Voor 2010 wordt op het gebied van proactie een sterke toename voorzien in de ontwikkeling en bundeling van de regionale expertise. Ook zal proactie bijdragen aan de discussie die leidt tot een regionaal politiekmaatschappelijk aanvaard niveau van veiligheid. Landelijke kwaliteitseisen op het gebied van externe veiligheid vormen een vast onderdeel van het veiligheidsdenken. Bij de regionale brandweer resulteert de expertiseontwikkeling in een kenniscentrum voor proactie. Dit regionale centrum levert producten zoals (gevraagde en ongevraagde) adviezen aan gemeenten over de taakvelden ruimtelijke ordening, risico-inventarisatie en -evaluatie, risicocommunicatie en beleidsvorming. Het regionale intranet is hierbij ondersteunend. Op gemeentelijk niveau is er in 2010 eveneens sprake van een groei in expertise. Enerzijds door de 1
kennisoverdracht vanuit het regionale kenniscentrum, anderzijds doordat functionarissen de opleiding tot veiligheidsconsultant hebben voltooid. Elke kring beschikt zo over voldoende basisdeskundigheid op het gebied van proactie. Door de combinatie van kennistoename en de regionaal aangeleverde producten kunnen de brandweerkorpsen proactie inbedden in de eigen gemeente. De gemeentelijk commandant vervult een antennefunctie voor de lokale ontwikkelingen. De kwaliteitscyclus maakt integraal onderdeel uit van de werkwijze van proactie. In het toekomstige beleid komt sterker de nadruk te liggen op de kwantiteit en de organisatie.
1 Functionarissen verantwoordelijk voor proactie, bijvoorbeeld de gemeentelijk commandant of medewerkers proactie.
4 Vormgeven aan veiligheid 4.1 Doel 2004-2006 Het doel van de notitie Vormgeven aan veiligheid is het vergroten en verspreiden van kennis en vaardigheden op het gebied van proactie én het bestuurlijk en ambtelijk inbedden van proactieve veiligheid. Concreet betekent dit voor het beleid tot en met 2006 het volgende: •
de 'plan-do-check-act'-cyclus is in 2006 in zijn geheel doorlopen. Dit wil zeggen dat er in 2006 kan worden bekeken of de beoogde doelstellingen zijn gehaald, alsook waar bijsturing noodzakelijk of wenselijk is;
•
bestuurlijke en ambtelijke inbedding van het proactiebeleid heeft plaatsgevonden en het kwaliteitsniveau is eenduidig verbeterd;
•
de samenwerking tussen de gemeenten onderling en tussen gemeenten en de regionale brandweer is verder doorontwikkeld. Dit is noodzaak gegeven het feit dat proactie een hoog expertiseniveau kent én kennis en capaciteit versnipperd zijn over de regio;
•
kennis en vaardigheden zijn toegenomen en evenwichtig verdeeld over de regio.
4.2 Organisatie De beleidsnotitie proactie wordt uitgevoerd binnen de bestaande regionale en gemeentelijke organisatie. De regionaal aangestelde adviseurs proactie zullen een stevige bijdrage leveren aan het realiseren van de doelstellingen. Zij kunnen dit niet zonder de samenwerking met en de inbreng van de gemeentelijke commandanten en proactiemedewerkers. Deze zijn onvoorwaardelijk verbonden met het realiseren van de lokale inbedding, hierbij ondersteund door de regionale producten en adviezen. De ingezette lijn van samenwerking tussen de gemeenten en de regio wordt voortgezet. Deze samenwerking krijgt vorm door advies van de regio aan gemeenten en door samenwerking tussen de gemeenten onderling én tussen de kringen en de regio. Een goed voorbeeld van samenwerking tussen de kringen en de regio is de regionale werkgroep proactie en planvorming. Op (boven)lokaal niveau wordt er geïnvesteerd om proactiekennis en -vaardigheden te vergroten, bijvoorbeeld door het volgen van de opleiding tot veiligheidsconsultant. Een opleidingsbehoefte is al in 1996 gesignaleerd bij het project De brandweer bestuurd. De destijds gemaakte afspraak dat de regionale brandweer voorziet in de benodigde opleiding komt te vervallen. Er is nu immers een landelijk alternatief: de opleiding tot veiligheidsconsultant/ -manager aan het Nederlands Instituut voor Brandweer en Rampenbestrijding (Nibra). Dit betekent wél dat er op termijn (2007-2010) middelen moeten worden begroot om hieraan, afhankelijk van de te maken keuzes, te voldoen (zie ook hoofdstuk 6). Informatie vanuit het Landelijk Netwerk Proactie en andere landelijke organisaties zal actief worden gecommuniceerd naar de gemeenten in de regio. Zodra het regionale intranet beschikbaar komt, wordt dit gebruikt om samenwerking en informatie-uitwisseling te versterken.
4.3 Personeel In 2002 is een regionale proactiemeting uitgevoerd. Deze meting leverde informatie op over de beschikbare capaciteit. De resultaten laten zien dat er op regionaal niveau 2.5 fte aan capaciteit beschikbaar is en dat de gemeentelijke capaciteit versnipperd over de regio 4.4 fte bedraagt. Van deze 4.4 fte staat 1.8 fte ook als dusdanig geregistreerd. De rest is verweven met de functie van commandant. Voor de periode 2004-2006 wordt voor het invullen van het proactiebeleid uitgegaan van deze in totaal 7 fte aan beschikbare capaciteit. De beleidsnotitie proactie kan met deze capaciteit worden uitgevoerd. 4.4 Producten algemeen In relatie tot het doel 2004-2006 voor proactie worden de volgende producten onderscheiden: A. Risico-inventarisatie en -evaluatie De basis voor de beheersing van de effecten van incidenten ligt in het kennen van de gevaren. In die zin geldt dat het voor technologische risico's van belang is te weten waar, hoeveel en in welke insluitsystemen stoffen aanwezig zijn. Er zijn voor de brandweer echter meer risico's dan alleen technologische. Zo kan worden gedacht aan grote binnen- en buitenevenementen, complexe gebouwen, brandonveilige panden, kwetsbare objecten (bijvoorbeeld ziekenhuizen, kleuterscholen, bejaardenhuizen), is er meer en meer sprake van meervoudig ruimtegebruik (conflicterende gebruiksfuncties onder één dak) enzovoorts. Ten aanzien van risico-inventarisatie en -evaluatie wordt onderzocht welke risico's er bestaan, maar vooral ook wat de mogelijke gevolgen zijn. Afnemers van deze informatie zijn preparatie, opleiden, bijscholen, oefenen, incidentbestrijding en rampenbestrijding. Het onderwerp 'risicovolle bedrijven' zit de komende jaren in de beheerfase; de inventarisatie- en evaluatieslag is daar al grotendeels gemaakt. In de periode 2004-2006 zal de nadruk liggen op de inventarisatie en evaluatie van: •
het vervoer van gevaarlijke stoffen;
•
de aanwezigheid van mensenmassa's;
•
complexe en onveilige gebouwen.
B. Ruimtelijke ordening Eén van de kerntaken van proactie is het adviseren bij ruimtelijke ontwikkelingsplannen, infrastructurele projecten, concrete bouwinitiatieven en tijdelijke risico's zoals evenementen. Het is aan de brandweer om
veiligheid als thema uit te dragen en bijvoorbeeld vroegtijdig in te brengen in het besluitvormingsproces. Even belangrijk is het om een bijdrage te leveren aan het meer concrete planvormingsproces, door het hanteren van veiligheid als ordeningsprincipe bij het opstellen en uitwerken van ruimtelijke plannen en projecten. In de periode 2004-2006 ligt het accent op het vastleggen van beschikbare kennis. Dit betekent steeds betere adviezen verstrekken en het ontwikkelen van handzame instrumenten voor advisering. In deze periode zal het belang van veiligheidsadvisering bij ruimtelijke ordeningsprojecten blijken. Naarmate deze inhoudelijke kwaliteit toeneemt, wordt het voor iedereen duidelijk dat de inbreng van proactie serieus en waardevol is. C. Risicocommunicatie Gemeenten hebben de wettelijke verplichting om inwoners te informeren over rampen en ongevallen, over de maatregelen die zijn getroffen ter voorkoming en beperking hiervan en over de te volgen gedragslijn. Naast deze wettelijke verplichting is het wenselijk om beleid ten aanzien van risicocommunicatie te ontwikkelen en burgers en bedrijfsleven hierin te betrekken. Zo kunnen met risicocommunicatie verwachtingen van burgers, bedrijfsleven en media ten aanzien van de te nemen maatregelen worden gestuurd. Deze verwachtingen moeten reëel zijn; de risicoloze samenleving bestaat immers niet. De taak van proactie is met name gericht op het vooraf inzichtelijk maken van de mogelijke gevolgen van een voorzienbare calamiteit, de zelfredzaamheid van omwonenden en omstanders daarbij, en de mogelijkheden van de hulpverlening. Deze taak kan zowel op zichzelf als in combinatie met risicoinventarisatie en -evaluatie, of ruimtelijke ordening worden uitgevoerd. In de periode 2004-2006 richt proactie zich op de informatievoorziening aan de eigen voorlichtingsorganisatie, zodat zij over deze risico's kunnen communiceren aan doelgroepen. Daarnaast wordt er over gevolgen, zelfredzaamheid en hulpverlening gecommuniceerd met betrokken overheidspartners op gemeentelijk, regionaal en provinciaal niveau. D. Beleidsvorming Beleidsvorming richt zich in dit geval op de voortgaande ontwikkeling van de ambities van proactie. Het gaat hierbij om de algemene beleidsvorming zoals bijvoorbeeld onderhavige notitie en niet om beleidsontwikkelingen van specifieke onderwerpen zoals ruimtelijke ordening. Uiteraard komt dergelijk beleid wel terug in het taakspecifieke proactiebeleid. In de periode 2004-2006 richt de beleidsvorming van proactie zich op het vormgeven van de beleidskaders die als opmaat gelden voor het taakspecifieke beleid. Daarnaast blijft de beleidsvorming zich richten op het verhogen van kwaliteit en samenwerking.
4.5 Kwaliteit Onder kwaliteit wordt verstaan de kwaliteit van de geleverde producten en de manier waarop deze is geborgd. De kwaliteit van proactie wordt bepaald door inhoud, inbedding en de planning- en controlecyclus. Deze onderdelen zijn ook terug te vinden, zij het in andere termen, in de kwaliteitsniveaus zoals benoemd in het Project Versterking Proactie Preventie (PVPP). Daarnaast zal ook de kwantiteit inzichtelijk worden gemaakt; er zullen kengetallen worden ontwikkeld voor het beleidsplan 2007-2010.
5 Uitvoering en producten In dit hoofdstuk worden deze kwalitatieve doelstellingen voor de periode 2004-2006 omgezet in concrete producten. 5.1 Toelichting Om een en ander helder weer te geven is een overzicht ontwikkeld waarin de producten van proactie worden benoemd, met daaraan gekoppeld een tijdspad. Dit productenboek heeft tot doel de invulling van de proactietaken tot en met 2006 inzichtelijk te maken, als onderdeel van de 'plan-do-check-act'- cyclus. Advisering gebeurt continu, waarbij sturing plaatsvindt door vraag en aanbod. 5.2 Productenboek proactie Zie de bijlagen 1 en 2 (in het middenkatern) voor het productenboek proactie en een jaaroverzicht.
6 Financiële consequenties Uitvoering geven aan de beleidsnotitie proactie is met de huidige structurele capaciteit mogelijk. Dat wil zeggen dat invulling wordt gegeven aan het beleid door de regionale adviseurs proactie in combinatie met 2
de gemeentelijke functionarissen die proactie in hun takenpakket hebben. In de praktijk komt dit neer op een beschikbare capaciteit van 2.5 fte op regionaal niveau en een gemeentelijke capaciteit, die versnipperd over de regio 4.4 fte oplevert. De beleidsnotitie proactie kan met deze capaciteit worden uitgevoerd en is daarom onder voorbehoud budgettair neutraal. Zoals vermeld in de doelstellingen 2004-2006 is het wenselijk om op kringniveau te investeren in het vergroten van kennis en –vaardigheden op het gebied van proactie. Vooruitlopend op de periode na 2006 zou het daarom goed zijn middelen te reserveren om hieraan op termijn invulling te geven. Concreet betekent dit, gegeven de huidige opleidingskosten voor de opleiding tot veiligheidsconsultant, 12.420,- per persoon.
2 De gemeentelijk commandanten en medewerkers proactie.
7 Conclusie De beleidsnotitie proactie 2004-2006 Vormgeven aan veiligheid geeft vorm aan de proactiegerelateerde beleidsvoornemens uit het beleidsplan 2003-2006 Samen voor veiligheid. De proactievisie 2010 is vertaald in concrete doelstellingen voor 2004-2006, zoals weergegeven in het productenboek proactie. De beleidsnotitie proactie geeft invulling aan proactie, geeft vorm aan veiligheid én creëert kwaliteit. Hiermee wordt een voorzet gegeven ten aanzien van de bestaande doelstelling om kennis en -vaardigheden te vergroten en te verspreiden én proactieve veiligheid ambtelijk en bestuurlijk in te bedden. Daarnaast wordt er een groot beroep gedaan op regionale samenwerking, met een differentiatie afhankelijk van de lokale en de regionale rol.