Plan van Aanpak veiligheid Verhuizing Nieuwbouw TNW
Facilitair Management & Vastgoed Projecten
Plan van Aanpak veiligheid Verhuizen Nieuwbouw TNW Zuid
Deelplan 1; Veiligheidsaspecten gebruiker TU Delft, 21 maart 2016 Opgesteld door: Projectleider: Status: Versie:
Facilitair Management & Vastgoed – Projecten Bart de Jong Definitief 1.4
INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding .................................................................................. 4 1.1 Wat staat er in dit document ................................................. 4 1.2 Aanleiding van de verhuizing ................................................. 4 1.3 Mutatieblad ......................................................................... 4 2. Veiligheidsexperts ................................................................... 5 Verantwoordelijke medewerkers TNW (ML I en ML II labs) ........... 5 3. Chemicaliën verhuizen ............................................................. 6 3.1 Chemicaliën transport stappenplan ......................................... 6 3.1.1 Transport chemicaliën “ADR geregistreerd” .............................. 6 3.1.2 Transport chemicaliën “niet ADR geregistreerd” (samples) ......... 6 3.1.3 Gloveboxen ......................................................................... 6 3.2 Voorbereidingen chemicaliën.................................................. 7 3.3 Nazorg ................................................................................ 7 3.4 Stroomschema verhuizing chemicaliën ..................................... 8 4. Biologische agentia (ML I & ML II) verhuizen ........................... 9 4.1 Agentia transport stappenplan ............................................... 9 4.1.1 Tijdig experiment stoppen ..................................................... 9 4.1.2 Gekoeld transport ................................................................. 9 4.1.3 Transport GGO’s en MO’s -80 vriezers ................................... 10 4.2 Voorbereidingen Area supervisor MLI en MLII lab. .................. 10 4.3 Nazorg .............................................................................. 10 4.4 Stroomschema verhuizen biologische agentia ......................... 11 5. Fysische opstellingen verhuizen ............................................. 12 5.1 Fysische opstellingen stappenplan ........................................ 12 5.2 Voorbereidingen fysisch opstellingen ..................................... 12 5.3 Nazorg .............................................................................. 12 5.4 Elektrische apparaten ......................................................... 12 6. Radioactieve bronnen en stoffen verhuizen ............................ 13 6.1 Radioactieve bronnen transport stappenplan .......................... 13 6.2 Voorbereidingen ................................................................. 13 6.3 Nazorg .............................................................................. 13 6.4 Stoffen en vloeistoffen radioactief) ....................................... 13 6.5 Kwik ................................................................................. 14 7. Gassen ................................................................................... 16 7.1 Levering gascilinder nieuwbouw ........................................... 16 7.2 Verhuizing gascilinders........................................................ 16 7.3 Afvoeren gascilinders oudbouw ............................................ 16 8. Asbest procedure ................................................................... 17 8.1 Inventaris ......................................................................... 17 8.2 Gebouw ............................................................................ 17 9. Afvalbakken ........................................................................... 17 BIJLAGE 1: Checklist downscaling Lab ........................................ 18 BIJLAGE 2: stickersjabloon vriezer/koeling ................................ 19 BIJLAGE 3: Safety Assessment sheet moving .............................. 20 Bijlage 4: Decontaminatie-verklaring ......................................... 21
2
3
1. Inleiding 1.1 Wat staat er in dit document Het deelplan 1 veiligheid voor de verhuizing van de Nieuwbouw TNW is onderdeel van een driedelig plan van aanpak veiligheid. Dit deelplan beschrijft de voor de gebruiker relevante procedures voor het verhuizen van de laboratoria. Het geeft handvatten in de voorbereiding en tijdens de verhuizing over chemicaliën, biologische agentia, radioactieve stoffen en vele andere laboratoria zaken. Het plan van aanpak bestaat uit drie delen. Deel 1 en 3 zijn voor de gebruikers en deel 2 is voor het projectteam verhuizen: 1. Procedures en instructies voor de gebruikers om een veilige verhuizing te waarborgen. 2. Procedures en instructies voor het verhuisteam en werkgroep om een veilige verhuizing te waarborgen. 3. Het calamiteitenplan met instructies tijdens de verhuizing.
1.2 Aanleiding van de verhuizing Aan de Van der Maasweg is in 2014 gestart met de bouw van de nieuwbouw van de faculteit Technische Natuurwetenschappen (TNW). Het definitief ontwerp omvat 30.000 m2 bvo verdeeld over drie bouwlagen met daarop een installatie laag. In het gebouw worden de afdelingen Chemical Engineering (ChemE), Biotechnologie (BT), BioNanoscience (BN), een deel van de Facilitair Ondersteunende Dienst van TNW en een deel van het onderwijs gehuisvest. Deze afdelingen zijn nu verspreid gehuisvest over drie locaties. De verhuizing naar de nieuwbouw brengt diverse activiteiten met zich mee. Hierbij kan onder andere gedacht worden aan de voorbereidingen en uitvoering van de inventaris inventarisaties in de huidige panden, de voorbereidingen om de verhuizingen te coördineren, aanbesteden van een verhuisbedrijf, de planning van inhuizen, verhuizing en de nazorg. De huidige oudbouw locaties zijn al jarenlang in gebruik. De grote hoeveelheid aan lab-materialen en documentatie is groter dan de nieuwbouwlocatie kan bergen. In dit plan van aanpak worden de handvatten en randvoorwaarden voor de verhuisactiviteiten beschreven om een veilige verhuizing te waarborgen. Het plan van aanpak is op gebouwd uit 3 deelplannen. Het eerste deel bevat instructies voor de gebruikers bij het verhuizen van chemicaliën, biologische agentia etc. Het tweede deel beschrijft d e procedures voor het verhuisteam en werkgroep veiligheid in de voorbereidings -en uitvoeringfase van de verhuizing. Tot slot is het derde deel het calamiteitenplan tijdens de verhuizing. In dit deel geeft hoofdstuk 2 een overzicht van de betrokken veiligheidsexperts van TNW/FMVG en de verantwoordelijk medewerkers biologische agentia binnen TNW. Hoofdstuk 3 beschrijft het stappenplan voor verhuizen van chemicaliën, hoofdstuk 4 voor het verhuizen van biologische agentia, hoofdstuk 5 voor het verhuizen van fysische opstellingen, in hoofdstuk 6 wordt voor radioactieve bronnen het stappenplan toegelicht, in hoofdstuk 7 de werkwijze voor gascilinders en tot slot in hoofdstuk 8 en 9 de procedure voor asbestverdachte zaken en afvalbakken beschreven.
1.3 Mutatieblad Nr 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Onderwerp Samples Gloveboxen NEN3140 Radioactief KWIK Asbest Checklist
Mutatie Procedure aangescherpt en vereenvoudigd § 3.1.2. Toevoeging procedure gloveboxen §3.1.3. Toevoeging NEN3140 keuring elec. Apparatuur §5.4 Toevoeging procedure Radioactieve stoffen §6.4 Toevoeging procedure Kwik § 6.5 Toevoeging asbest gebouwgebonden Toevoeging van bijlage 2,3,4
Versie 1.3 1.3 1.3 1.3 1.3 1.3 1.3
datum 7-3-2016 7-3-2016 7-3-2016 7-3-2016 7-3-2016 7-3-2016 7-3-2016
4
2. Veiligheidsexperts Het plan van aanpak wordt opgesteld, bijgehouden en gehandhaafd door een team van veiligheidsexperts, ieder met een eigen expertise. Voor de gebruikers is vastgesteld dat de betreffende DSO’er en/of verantwoordelijk medewerker (ML I en M L II labs) als eerste aanspreekpunt fungeer voor de afdeling. Voor asbest is Jan van der Pol contactpersoon, voor stralingsbronnen is Koos van Kammen contactpersoon en voor gascilinders het gassenteam van L&M onder leiding van Michiel Faber. Sanne van Es is als HBHV van de faculteit verantwoordelijk voor het BHV van zowel de oud- als nieuwbouw. Samiha is verantwoordelijk voor gebouw gebonden installaties en het gebouwbeheersysteem in zowel oud - als nieuwbouw.
NAAM
Afdeling
Functie
Telefoon
E-mailadres
Bart de Jong Karlijn Vriends Marinka Almering
Projecten Projecten TNW
06-41736411 06-48514093 015-2789966
[email protected] [email protected] [email protected]
Anneke kosterAmmerlaan Michiel Faber Samiha Toussaint Thom van Velzen Tonny Schuit Johan Knoll Jeremie Capoulade Jos Thieme Herman Schreuder Evert Wagner Jan van der Pol Koos van Kammen Sanne van Es
TNW
Projectleider verhuizen Projectmanager verhuizen Biologisch veiligheidsfunctionaris Arbo & Milieu adviseur (AMA)
015-2786420
[email protected]
FMVG FMVG TNW – BN TNW – ChemE TNW – BT TNW - BN TNW – ChemE TNW – ChemE TNW – ChemE FMVG RID FMVG
Milieu & logistiek coördinator Gebouwbeheer coördinator Department Safety Officer Department Safety Officer Department Safety Officer Laser Safety officiers Laser Safety officiers - OM Laser safety officiers – MECS Laser safety Officiers – TP Asbest coördinator Stralingsdeskundige Facility manager / HBHV
015-2782932 015-2789717 015-2789074 015-2784946 015-2789797 015-2785048 015-2784931 015-2787630 015-2782828 015-2783645 015-2781044 015-2781030
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Verantwoordelijke medewerkers TNW (ML I en ML II labs) NAAM
Sectie
Gebouw
Telefoon
E-mailadres
Pilar de la Torre Linda Otten Walter van Gulik Ben Abbas Susanne Hage Pouyan Boukany
IMB BOC CSE/BPE EBT BN PPE
5- BT 5- BT 5- BT 5- BT 22- BN 12- ChemE
015-2786160 015-2789969 015-2784629 015-2789866 015-2784265 015-2789981
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
5
3. Chemicaliën verhuizen Voor een veilige verhuizing van Chemische labs is het essentieel om een goed inventarisatie van de chemicaliën en samples te hebben. Deze inventarisatie is het uitgangspunt voor het verhuisteam bij het aanvragen van de benodigde vergunningen, vrijstellingen en analyseren van de benodigde capaciteit aan verhuismateriaal en manuren. Dit hoofdstuk beschrijft wat de gebruiker moet doen bij de verhuizing van de chemicaliën en samples in een lab. Dit stappenplan omvat het verhuizen van chemicaliën, samples en het verhuis klaar maken van het lab in zijn algemeen.
3.1 Chemicaliën transport stappenplan Het transporteren van chemicaliën is gebonden aan de internationale ADR regelgeving. Om het vervoer van chemicaliën zo gebruiksvriendelijk te laten verlopen, is er een procedure vastgesteld in samenspraak met het verhuisbedrijf. 3.1.1 Transport chemicaliën “ADR geregistreerd” 1.
2. 3. 4.
5. 6.
Het verhuisbedrijf categoriseert de chemicaliën op basis van de registratie van de TU Delft in 3 categorieën; a. Ongevaarlijk b. Gelimiteerde hoeveelheden c. Volledig gereglementeerde gevaarlijke stoffen De TU Delft classificeert de chemicaliën op ADR en verpakkingsklasse. De verhuizer ADR opgeleid en de gebruiker pakken de chemicaliën in UN -boxen conform ADR wetgeving en gesorteerd per box op ADR klasse. Vervoerdocumenten worden gemaakt en etiketten geleverd door het verhuisbedrijf. Het vervoersdocument bevat: a. Naam en mobiele nummer ADR verhuizer b. Naam en Contactgegevens verzender en ontvanger Per overdrachtsmoment tekenen verzender/ontvanger en ADR verhuizer de vervoersdocumenten en houden een kopie. Het transport vindt plaats in een ADR uitgeruste verhuiswagen van verhuis bedrijf. Intern wordt het transport gedaan via afgesloten rolcontainers via afgezette looproutes.
3.1.2 Transport chemicaliën “niet ADR geregistreerd” (samples) 1.
2. 3. 4.
5. 6.
De gebruiker beschrijft wat de samenstelling van de samples is, vervolgens groepeerd de gebruiker de sampels per ADR klasse – indien nodig met advies van de DSO’er – en stelt vast wat de hoeveelheid en best passende ADR classificering is. Voor de verpakkingsklasse van de te verhuizen chemicaliën wordt indien niet bekend de hoogste klasse gekozen. SGS levert de passende UN verpakkingen. De ADR opgeleid verhuizer en de gebruiker pakken de chemicaliën in UN-boxen conform ADR wetgeving en gesorteerd per box op ADR klasse. Vervoerdocumenten worden gemaakt en etiketten geleverd door het verhuisbedrijf. Het vervoersdocument bevat: a. Naam en mobiele nummer ADR verhuizer b. Naam en Contactgegevens verzender en ontvanger Per overdrachtsmoment tekenen verzender/ontvanger en ADR verhuizer de vervoersdocumenten en houden een kopie. Het transport vindt plaats in een ADR uitgeruste verhuiswagen van verhuisbedrijf. Intern wordt het transport gedaan via afgesloten rolcontainers via afgezette looproutes.
3.1.3 Gloveboxen Gloveboxen bevatten veelal niet-geclassificeerde samples. Om een glovebox te verhuizen worden de samples via procedures uit § 3.1.2. getransporteerd. Voor de glovebox zelf wordt ee n specifieke procedure gevolgd:
6
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Vooraf vult de gebruiker een risico analyse in via het formulier “safety Assemessment sheet moving” uit bijlage 3. In overleg met de DSO’er en AMA wordt advies gegeven over de persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) en werkwijze van decontaminatie. De gebruiker kan vervolgens de glovebox van binnen en buiten decontamineren. Na decontaminatie zal een “decontaminatieverklaring” moeten worden ingevuld, zie bijlage 4. De verklaring wordt opgestuurd naar de leverancier en aan de glovebox gehangen. De leverancier Salm en Kipp demonteert de glovebox tot een verhuisbare omvang Verhuisbedrijf Convoi transporteert de glovebox en chemicaliën De leverancier Salm en Kipp monteert en valideert de glovebox in de nieuwbouw. Voor de aansluitingen op afzuiging en gassen worden nieuwe koppelmaterialen gebruikt. De gebruiker regenereert de glovebox Gebruiker controleert samen met de leverancier of de glovebox juist functioneert
3.2 Voorbereidingen chemicaliën Naast het verhuizen van de chemicaliën zijn er voorbereidingen nodig om te kunnen verhuizen op een lab. Voor verhuizing moet apparatuur of inventaris dat in aanraking met chemicaliën is of mogelijk is geweest worden gereinigd conform de reguliere procedure decontaminatie. Procedure is in te zien bij de DSO’er van de afdeling. Indien de genoemde apparatuur of inventaris een speciale zorg nodig heeft i n verband met een specifieke verhuisaanpak qua logistiek, doorlooptijd, techniek, omvang en risico. Dan is de apparatuur als special aangemerkt. Dit is geïnventariseerd door de projectleider verhuizen en de gebruikers. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om er voor te zorgen dat losse lab inventaris en apparatuur verhuis-klaar staat op moment van verhuizen. De gebruiker wordt hiervoor tijdig voorzien van diverse inpakmaterialen. Voor het inpakken van materialen en chemicaliën wordt verwezen naar de verhuisinstructie. Het uitgangspunt bij het losse glaswerk is dat het door het verhuisbedrijf uit de kasten wordt gehaald, ingepakt, weer uitgepakt en in de kasten gezet in de nieuwbouw . Geadviseerd wordt om aanwezig te zijn bij uitpakken zodat je als gebruiker op de hoogte bent waar alles wordt neergezet. Het glaswerk dient vooraf wel huishoudelijk schoongemaakt te zijn door de gebruiker. Het in een chemisch lab in te zetten personeel zowel intern als extern dient vooraf getraind te zijn in de risico’s tijdens het werken met chemica liën. Indien medewerkers door de gebruiker worden ingehuurd en niet getraind zijn, dient er vooraf een veiligheidstraining gevolgd te worden via de afdeling HSE. Indien er medewerkers getraind dienen te worden neem contact op met de DSO’er van de betreffende afdeling of diens vervanger. De leveranciers en verhuizers die door het verhuisteam worden ingezet worden door het verhuisteam bij de betreffende DSO’er worden aangemeld voor een veiligheidstraining. Alle te verhuizen chemicaliën worden aangemerkt als specials type C. Een typering die voor de verhuizer aangeeft dat er extra aandacht nodig is in de aanpak van de verhuizing. Bij de chemicaliën wordt door het verhuisbedrijf met een apart ADR getraind team ingepakt, verhuisd en uitgepakt.
3.3 Nazorg Na de verhuizing is de noodzaak om de registratie van de chemicaliën aan te passen naar de nieuwe ruimte en kastnummering van de nieuwbouw in het labservant sy steem. Maar ook aansluitingen van gas naar apparatuur dienen te worden gevalideerd. Voor een lab in gebru ik genomen kan worden dient ook de area supervisor op de ruimtebordjes bekend te zijn en bij de deur te zijn bevestigd. FMVG plaats voor de verhuizing de ruimtebordjes. Voor het vrijgeven van een lab is een checklist opgesteld welke dient te zijn afgelopen door de gebruiker. Het vrijgeven van een lab is verantwoordelijkheid van area supervisor.
7
3.4 Stroomschema verhuizing chemicaliën Start
Chemical Laboratory
Yes ADR class 1? (Explosives)
Chemicals?
Yes
No
Contact department Logistics and Refuse Diposal and HSE advisor
ADR class 7? (radioactive sources)
ADR class 2? (gas cylinders)
Yes
ADR class 3, 4, 5, 6, 8,9?
Yes
Yes
Contact gas team for transfer or removal.
Sort out the chemicals according to ADR-class in separate trays
Contact Health Physics department (SBD) of the RID
No
Equipment transferred as it is and is chemical contamination contained?
Yes
No
Sort out liquids and powders in separate trays
Yes Cooled transport necessary?
Equipment contaminated with chemicals?
Chemicals without ADR?
Contact moving firm in advance.
Describe handling hazards and precautionary measures.
Yes No
Precious equipment that needs special care?
Yes
Describe measures (described in Specials)
No
Who will pack the items? Personnel of the faculty of Applied Physics PPE available?
Personnel of moving firm
Trained for the job?
No Additional training
Yes
Yes Start moving!
End
No
Order PPE’s
8
4. Biologische agentia (ML I & ML II) verhuizen 4.1 Agentia transport stappenplan 4.1.1 Tijdig experiment stoppen Om de verhuizing mogelijk te maken voor een ML I of ML II lab is het noodzakelijk om tijdig de experimenten met MO’s en GGO’s te stoppen. De labs moeten voordat medewerkers van derden (verhuizers, installateurs, leveranciers) de ruimte veilig kunnen betreden volledig gedownscale d zijn naar een ruimte zonder inperkingsniveau. Dit betekent concreet dat er in een ruimte zonder inperkingniveau geen experimenten uitgevoerd kunnen worden, biologische agentia veiliggesteld zijn en de ruimte schoon is zodat een externe medewerker niet meer blootgesteld kan worden aan deze agentia. Het tijdig downscalen van het lab voor de verhuizing vraagt de nodige voorbereidingen. Het downscalen houdt in dat je glycerol stocks moet maken van alle stammen (incl usief bijbehorende registratie) voor opslag in -80 vriezers. Dit geldt voor alle stammen op het lab die bewaard en/of meeverhuisd moeten worden. Vervolgens dien je het volume te schatten van de stocks, door de inhoud van de vriezer te hanteren als richtlijn . Dit mag op -80 vriezer niveau voor stammen op VMT/MLI niveau ook aantal aangegeven met MLII organismen. Tot slot dien je uitzonderingen te inventariseren van micro-organisme die niet op deze manier vervoerd kunnen worden. Als dit het geval is, dient contact opgenomen te worden met de BVF. Voor de uitzonderingen wordt een specifiek plan van aanpak opgesteld, voor de overige stammen geldt een gekoeld transport in een afgesloten vriezer. Zie hiervoor § 4.1.2 Tijdens opruimacties en het stoppen van de experimenten wordt er GGO afval geproduceerd. Deze moeten worden afgedood in de autoclaaf. Door als gebruiker per sectie vooraf een inschatting te maken hoeveel afval er geproduceerd wordt en wanneer, kan er bij MSD voor voldoende capaciteit worden gezorgd. Bedenk dat er tijdens de verhuizing veel collega’s zijn die ook gebruik willen maken van de faciliteiten dus plan dit gefaseerd en op tijd in. De afdelingssecretaris stemt met de secties onderling af hoe de capaciteit van het autoclaven wordt ingezet. Alle vriezers die verhuizen worden aangemerkt als een Special type C en worden door een speciaal team van het verhuisbedrijf verhuisd conform de ADR wetgeving. 4.1.2 Gekoeld transport Voor diverse situaties is gekoeld transport nodig. Gekoeld transport is het vervoe ren van vriezers, die tijdens transport worden voorzien van voeding (elektra of stikstof) zodat het proces van vriezen doorgang vindt. Tevens wordt tijdens het transport de temperatuur gemonitord door het verhuisbedrijf om de temperatuur te waarborgen.
9
4.1.3 Transport GGO’s en MO’s -80 vriezers Om een vergunning voor het transport van de GGO’s en MO’s te verkrijgen moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. In onderstaand stappenplan staan de stappen die de gebruiker, verantwoordelijk medewerker en verhuizer moeten nemen om te kunnen transporteren. 1. 2. 3. 4. 5.
6. 7.
De verantwoordelijke medewerker geeft vooraf aan de projectleider verhuizen per vriezer aan of het UN3245 of UN3373 bevat. De gebruikers plaats de ingevulde infosticker (zie bijlage 2) op de deur van de vriezer. De gebruiker sluit door middel van een slot voor het transport de vriezer zodat de vriezer verhuisklaar is. Het verhuisbedrijf controleert de GGO’s en MO’s op ADR -klasse per vriezer Vervoerdocumenten worden aangemaakt en etiketten geleverd door het verhuisbedrijf. Het vervoersdocument bevat: a. Naam en mobiele nummer ADR verhuizer b. Naam en Contactgegevens verzender en ontvanger Per overdrachtsmoment tekenen verzender/ontvanger en ADR verhuizer de vervoersdocumenten en houden een kopie. Het transport vindt plaats in een ADR uitgeruste verhuiswagen van het verhuisbedrijf. Intern wordt het transport gedaan via afgezette looproutes.
Naast de GGO’s en MO’s dient ook rekening gehouden te worden met glaswerk, plastic en afval dat potentieel besmet kan zijn met deze organismen. Dit moet op de juiste wijze worden afgevoerd en de laboratoria moeten schoongemaakt zijn. Hiervoor kunnen de reguliere procedures voor het downscalen van labs en afvoeren afval worden gehanteerd (deze zijn op te vragen bij de verantwoordelijk medewerker (VM) van de sectie). Voor meer informatie kan je contact op nemen met de VM van de sectie/afdeling of de BVF van de TU Delft.
4.2 Voorbereidingen Area supervisor MLI en MLII lab. Zodra er gestart wordt met de voorbereidingen voor de verhuizing neemt de area supervisor een aantal stappen. Uitgangspunt is dat er geen derden (verhuizers, installateur, leveranciers) de labs op gaan voordat het lab volledig is gedownscaled naar een ruimte zonder inperkingsniveau. Het lab downscalen verloopt via de reguliere procedure. De Verantwoordelijk Medewerker dient na het downscalen een verklaring getekend op de deur te hangen in overleg met de BVF. Nadat het lab is gedownscaled en de ruimten en al het inventaris schoon is kan er via de re guliere instructies verhuisd worden.
4.3 Nazorg Na de verhuizing dient de gebruiker te controleren of de vriezer nog naar behoren functioneert en dit aan te geven op het informatieblad. Indien de vriezer niet correct functioneert is er in de nieuwbouw een back-up vriezer en kan de leveranciers Eppendorf binnen een aantal uur een leenvriezer komen plaatsen. De gebruiker dient zelf te zorgen voor een overheveling van de GGO’s en MO’s in een back-up vriezer en hiervan melding te maken bij de BVF en de projectleid er verhuizen. Vervolgens wordt gezamenlijk gekeken naar een definitieve oplossing. Bij aanvang in het nieuwe lab heeft de ruimte nog geen inperkingsniveau tot alles is verhuisd en medewerker s van derde alle werkzaamheden hebben verricht. Er mag pas worden gestart met onderzoek zodra het lab door de Verantwoordelijk Medewerker in overleg met de BVF is vrijgegeven en opgeschaald is naar het juiste inperkingsniveau (MLI of MLII etc.).
10
4.4 Stroomschema verhuizen biologische agentia Verhuizing MLI/MLII laboratoria
Experimenten stoppen
BVF/afdeling/secties Inventariseren uitzonderingen
GGO’s/ microorganismen opslaan
-80 met opgeslagen stammen
Afval: GGO’s/ microorganismen afdoden in autoclaaf
Afvoer afgedode ggo’s/ microorganismen
Hoe te vervoeren en specifiek calamiteiten plan indien nodig
Inventariseren tijdsplanning MSD
Inventariseren grootte afvoer stroom & capaciteit L&M
Sectie/afdeling/MSD
Afnemen dienst van Asito? Zelf schoonmaken
Afdeling/secties
Sectie/afdeling /L&M
Apparatuur schoonmaken
Afvoer naar L&M
BVF/afdeling/secties
Vaststellen condities; schoonmaken door externen. Alleen E4 programma
Lab schoonmaken
Heading
Secties
Proces labverhuizing sectie/afdeling Beslissing die genomen moet worden ruim voor verhuizing Vastleggen plan in document
Toestemmig BVF
Laboratoria downscalen
Benodigde gegevens/input van externen op het proces Betrokken bij beslissing
Zelf inpakken of door verhuizers?
Inpakken
Afdeling/secties Inpakcondities vaststellen
Verhuisplan
Verhuizen
Afdeling/secties/ Calamiteiten plan verhuizer/BVF Denk aan: Uitval -80 vriezers Vervoer & vrijkomen ggo’s
Uitpakken & Aansluiten
Afdeling/secties/ verhuizer
11
5. Fysische opstellingen verhuizen 5.1 Fysische opstellingen stappenplan Op basis van de al uitgevoerde algemene inventarisatie van het (lab) inventaris is door het verhuisteam en de gebruiker een selectie gemaakt van apparatuur en opstellingen die aansluitingen en voorzieningen bevatten die bestaat uit een van de volgende criteria: 230v rechtstreeks aangesloten in de groepenkast 400v rechtstreeks aangesloten in de groepenkast Afzuiging Vacuüm Stikstof Argon Water Andere gassen uit de muur De afdeling is verantwoordelijk voor het demonteren en monteren en aan - en afkoppelen van (lab)opstellingen en apparatuur. Wanneer hier hulp bij nodig is kan dit aangegeven worden in de gebruikersgroep. De kosten voor hulp bij demonteren en monteren en aan - en afkoppelen ligt bij de afdelingen. Dit geldt niet voor de reeds goedgekeurde opstellingen welke onder special type A vallen (mail d.d. 8 okt 2015, specials vastgesteld). Deze worden wanneer nodig al gedemonteerd en gemonteerd door een leverancier. Afdeling is eindverantwoordelijk voor het controleren of de juiste aansluitingen aanwezig zijn in de nieuwbouw conform de Waldner tekeningen. Hiervoor worden rondleidingen in de nieuwbouw georganiseerd. Indien de voorzieningen niet correct zijn dient een ve rzoek tot programmawijziging te worden ingediend via de afdelingssecretaris bij de Facility manager TNW.
5.2 Voorbereidingen fysisch opstellingen De gebruiker dient te zorgen dat op de dag van het aan/afkoppelen, het apparaat of opstelling buiten gebruik is gesteld, het lab gedecontamineerd is, zodat de opstellingen alleen nog hoeft te worden aan- en afgekoppeld. De gebruiker in overleg met de leverancier is verantwoordelijk om vooraf een controle op defecten, beschadigingen en prestaties uit te voeren .
5.3 Nazorg Als bij het afkoppelen van een rechtstreeks aansluiting op de elektrisch installatie (230 of 380V) een Voldoende Opgeleid Persoon (VOP) noodzakelijk is, wordt dezelfde persoon ook gepland voor het aankoppelen en valideren van de aansluitingen en voorzien ingen in de nieuwbouw. De afdeling zorgt op basis van de verhuisplanning dat het aankoppelen wordt ingepland. De area supervisor is verantwoordelijk om bij de oplevering van het aankoppelen deze te controleren op defecten, beschadigingen en prestaties.
5.4 Elektrische apparaten Voor elektrische apparaten (zowel 240V als 380V) geldt dat er een NEN3140 keuring moeten zijn gedaan. Elke sectie heeft een NEN3140 gecertificeerd medewerker voor het uitvoeren van deze keuring. Bij de verhuizing dienen alle apparaten te zijn voorzien van een geldig NEN3140 alvorens ze in de nieuwbouw in gebruik mogen worden genomen. Voor de apparatuur van TNW is de keuringsperiode op 1 keer per 5 jaar gesteld. Apparatuur die gekeurd is, is voorzien van een keuringssticker. Tijdens de oplevering van de verhuizing van een sectie wordt een controle op de NEN3140 uitgevoerd.
12
6. Radioactieve bronnen en stoffen verhuizen 6.1 Radioactieve bronnen transport stappenplan Apparatuur en opstellingen die een radioactieve bron bevatten dienen te worden geclassificeerd in ADR klasse 7. De inventarisatie van de radioactieve bronnen is uitgevoerd door de lokale stralingstoezichthouder Ben Norder (12-ChemE), Marc Strampraad (5-BT) en stralingsdeskundige TNW Koos van Kammen (RID). De betreffende apparatuur die een bron bevatten zijn in het inventarisatie bestand geclassificeerd in ADR klasse 7.
6.2 Voorbereidingen Radioactieve bronnen worden verhuisd door het verhuisbedrijf en in same nwerking met de stralingsbrondienst (SBD) van het RID. Het daadwerkelijke transport van A naar B wordt door de SBD uitgevoerd inclusief het verzorgen van de benodigde documentatie. De SBD beschikt over een vergunning voor het vervoer over de openbare weg o p en rond de campus van TU Delft. De toekomstige locatie van de radioactieve bronnen is op december 2015 vastgesteld en doorgegeven aan de projectleider verhuizen. Dit omdat de nieuwe locatie tijdig geregistreerd dient te worden in de database van de SBD. Alle radioactieve bronnen worden gelijktijdig getransporteerd door de SBD, waardoor bepaalde apparatuur in een andere periode verhuisd dan de verhuizing van de sectie zelf. Het verhuisbedrijf plant in overleg met de betreffende secties een geschikte datum. De gebruiker is verantwoordelijk voor het buiten bedrijf stellen van de opstelling of apparatuur die een radiobron bevat op het moment dat de verhuizing gepland staat. Onderdeel van het uit bedrijfstellen is dat de opstelling, apparatuur en het lab sch oon zijn verklaart. Beoordeling van de schoonverklaring ligt bij de SBD.
6.3 Nazorg De gebruiker in overleg met de leverancier is verantwoordelijk om bij de oplevering van het aan te koppelen apparatuur te controleren op defecten, beschadigingen en prestatie s in het bijzijn van de area supervisor. Tevens dient de area supervisor bij de stralingsdeskundige TNW aan te geven dat de radiobron in gebruik wordt genomen op de nieuwbouw locatie.
6.4 Stoffen en vloeistoffen radioactief) (Natuurlijke) poeders en vloeistoffen van ADR klasse 7 mogen niet mee verhuizen naar de nieuwbouw. Uitgangspunt bij TNW is dat alleen bij het RID (gebouw 50) met poeders en vloeistoffen ADR 7 gewerkt worden i.v.m. de vergunningen. De gebruiker is verantwoordelijk voor het tijdig en correct afvoeren van ADR klasse 7 poeders en stoffen voor de verhuizing. Tijdens het inpakken van de chemicaliën zal controle worden uitgevoerd of er radio actieve stoffen aanwezig zijn. Indien er ADR 7 poeders of stoffen aanwezig zijn worden de werkz aamheden stil gelegd en de stralingsdeskundige van de SBD ingeschakeld.
13
7. Kwik Vanwege de bijzondere eigenschappen van kwik is het lange tijd gebruikt in verschillende apparaten en chemische analysemethoden. Voorbeelden zijn barometers, thermometers, batterijen en de analyse van het chemisch zuurstof gebruik. Omdat kwik en kwikzouten acuut en chronisch giftig zijn voor de mens en het milieu is het gebruik en de handel in kwik en kwikhoudende producten sinds 1998 beperkt door het Besluit kwik en kwikhoudende producten (zie http://wetten.overheid.nl/BWBR0009890/2014-07-01 voor de volledige tekst). Ook in de EU en VS zijn vergelijkbare besluiten van kracht.
7.1 Vervaardigen en voorhanden hebben In het besluit is vastgelegd dat het in Nederland verboden is om kwikhouden de producten te vervaardigen of in te voeren en om het voor handels- of productiedoeleinden voorhanden te hebben. Op deze verboden zijn echter een aantal uitzonderingen gemaakt die van toepassing kunnen zijn op het gebruik binnen de TU Delft. Uitzonderingen De uitzonderingen die van toepassing kunnen zijn voor het gebruik binnen de T U Delft: Historische objecten: Kwikhoudend product dat ten minst 100 jaar oud zijn (Art 2.1.2.2) Kwikhoudend meettoestel dat op 3 oktober 20117 ten minste 50 jaar oud was en bed oeld is voor verkoop aan het grote publiek (Art. 2.1.3) Deze uitzonderingen gelden niet voor kwikhoudende koortsthermometers. Verder is het verbod niet geldig voor (Art. 2.4):
a. b. c. d. e. f. g. h. i.
j. k.
een pycno- of porosimeter ter bepaling van het poriënvolume van grond of andere poreuze vaste stoffen; een monstername-apparaat ter bepaling van deeltjes in vloeistoffen; een kalibratie-instrument bestemd voor lage stroming gasmeters; een kuvet, bestemd voor de bepaling van het chemisch zuurstof-verbruik; een McLeod compressie manometer, bestemd voor het meten van absolute drukken kleiner dan 20 kPa; een dompelpomp-motorinstallatie; een rollaskop, bestemd voor het rolnaadlassen; een sleepringlichaam; een semiconductor testsysteem, alsmede een kwikrelais waarvan de maximale hoeveelheid kwik per component minder dan 0,15 gram bedraagt en dat uitsluitend bestemd is voor toepassing in semiconductor testsystemen; een kwikthermometer die uitsluitend bestemd is voor het uitvoeren van specifieke analytische testen volgens gestandaardiseerde normen; een apparaat om platina-weerstandsthermometers te kalibreren met behulp van het tripelpunt van kwik;
o. een fotografische film, een fotografische plaat en fotografisch papier, voorzover de film, de plaat of het papier niet meer dan 0,3 mg kwik per kg product bevatten. In de regelingen beheer van batterijen en accu’s en verpakking en verpakkingsafval zijn nog andere regels opgenomen.
14
7.2 Gebruik De bovenstaande kwikhoudende producten mogen d us voorhanden zijn en gebruikt worden binnen de TU Delft. Hierbij is het van belang dat de gebruiker zich bewust is van de risico’s van het werken met Kwik en kwikhoudende producten. Uitgangspunt bij het gebruik van risicovolle stoffen en apparaten moet zijn dat er eerst gezocht moet worden naar een veiliger alternatief. Het risico aan blootstelling van kwik en kwikzouten moet zo veel mogelijk beperkt worden door het aanbrengen van technische maatregelen. Bij het werken met metallisch kwik kan dan gedacht worden aan het werken in een gesloten systeem, glovebox, zuurkast of in een gekoelde ruimte met extra ventilatie om blootstelling aan kwikdampen te beperken. In het verplichte veiligheidsrapport moet de wijze waarop er veilig gewerkt moet worden met de betreffende producten vastgelegd zijn. Evenals de benodigde persoonlijke beschermingsmiddelen. Voorgesteld wordt om vast te leggen in welke ruimten er met kwik of kwikhoudende producten gewerkt wordt, zodat bekend is waar deze specifieke risico’s zich in het gebouw bevinden. Voor de aanwezigheid van kwik en kwikzouten kan deze informatie uit de chemicaliënregistratie in de Lab Servant gehaald worden. Voor kwikhoudende apparaten zou dat in het apparatuur inventaris van de Lab Servant vastgelegd worden.
7.3 Afvoeren In de Wet milieubeheer zijn regels opgenomen over het ontdoen van kwik en kwikhoudende producten. Deze moeten apart worden ingezameld als chemisch afval en aangeboden worden bij FMVG-LMS.
7.4 Incidenten In het veiligheidsrapport moet beschreven zijn hoe bij een incident omgegaan moet worden met de blootstelling aan kwik. Daarbij wordt gedacht aan adembescherming en handbescherming . Ook de maatregelen om ongecontroleerde verspreiding in het milieu te voorkomen moeten beschreven zijn. Soms kan het werken boven een lekbak al voldoende zijn. De middelen die nodig zijn om gemorste kwik of kwikzouten op te nemen en af te voeren moeten aanwezig zijn. Incidenten moeten zo snel mogelijk gemeld worden bij de AMA of DSO.
15
8. Gassen Het uitgangpunt voor de gascilinders tijdens de verhuizing is dat de gascilinders nieuw in de nieuwbouw worden geleverd. Het aantal verhuisbewegingen van gascilinder wordt – mede gezien de kosten – tot het minimum beperkt. Gaskasten zijn in de nieuwbouw al leen toegankelijk voor het Gassenteam en niet voor de derde. In de nieuwbouw worden een aantal veel gebruikte gassen geleverd in bulk, hiervoor is het niet noodzakelijk een individuele cilinder te gebruiken als deze voorzieningen in het lab aanwezig zijn. Bulkgassen die centraal aanwezig zijn: • • • • •
Waterstof 5.0 Helium 5.0 Argon 5.0 Synthetische lucht 4.0 Perslucht (lage druk, kwaliteit onbekend)
8.1 Levering gascilinder nieuwbouw Voor het leveren van nieuwe gascilinders in de nieuwbouw is de reguliere procedure voor het bestellen van een gascilinder van toepassing. Neem hiervoor contact op met het Gassenteam.
8.2 Verhuizing gascilinders Indien een gascilinder meeverhuist worden de volgende stappen gehanteerd: 1.
2. 3.
4.
Door gebruiker wordt aangegeven welke cilinders verplaatst moeten w orden (voor 31-12016). Hierbij wordt door de gebruiker aangegeven: a. welke cilinder in welke huidige ruimte het betreft b. naar welke gaskast deze verplaatst moet worden c. het tijdsbestek waarin dit moet gebeuren (minimaal enkele dagen, in verband met transport!) Het Gassenteam koppelt de gascilinders af en brengt ze naar de voorraadkamer in het gebouw. Op dinsdag en donderdag wordt tijdens de regulier gasritten door leverancier Linde – begeleid door het gassenteam – de gascilinders naar de nieuwbouw getransporteerd. Indien de cilinders op andere dagen getransporteerd moeten worden, zijn er extra kosten die voor rekening van de gebruiker zijn. Het Gassenteam plaats en koppelt de gascilinders in d e nieuwbouw in de juiste gaskast aan en controleert of het correct functioneert.
8.3 Afvoeren gascilinders oudbouw De gebruiker is verantwoordelijk voor het (laten) afvoeren van de gascilinders die niet meeverhuizen. Hiervoor is het volgende stappenplan vastg esteld: 1.
2.
Gebruiker geeft aan bij Gassenteam welke cilinders afgevoerd moeten worden. Geef hierbij aan: a. welke cilinder in welke huidige ruimte het betreft b. het tijdsbestek waarin dit moet gebeuren (minimaal enkele dagen, in verband met planning!) Het Gassenteam verzamelt de retourcilinders en verzorgt inzameling leverancier.
16
9. Asbest procedure FMVG heeft in de gebouwen 5, 12, 15 en 22 een asbest scan laten uitvoeren voor zowel gebouw gebonden elementen als het (lab) inventaris. De scan heeft in kaart gebracht welke ruimten en inventaris mogelijk asbest verdacht kan zijn. Voor de verhuizing is het uitgangspunt gesteld dat er geen asbesthoudend inventaris naar Nieuwbouw TNW verhuist.
9.1 Inventaris Het inventaris van de labs is geïnventariseerd door een externe par tij in opdracht van FMVG. De area supervisor wordt aan de hand van de lijst door de projectgroep asbestinventarisatie benaderd om vast te stellen of het asbest verdacht inventaris mee verhuisd naar de nieuwbouw. Indien het inventaris asbest bevat dient de gebruiker de keuze te maken tussen: 1. Afvoeren van het materiaal 2. Saneren van asbest 3. Afvoeren van het materiaal en aanschaf nieuw inventaris. De Projectgroep Asbestinventarisatie stelt voor 31 december 2015 met de betreffende area supervisor vast welke keuzes per inventaris item worden gemaakt. Ook staan er per december 2015 afvalcontainers bij gebouw 5 en 12 voor het afvoeren van asbesthoudend materiaal.
9.2 Gebouw Op basis van de geconstateerde punten uit de asbestscan wordt tijdens de verhuizing asbestverdachte gangen en ruimten voorzien van gebouwbescherming om asbest besmetting te voorkomen. Ook worden de logistiek routes van het verhuisbedri jf afgestemd met de asbestcoördinator om beschadigingen te voorkomen. Eventueel worden gangen afgezet op het moment dat er verhuizingen plaatsvinden. Met de gebruikers worden hier t.z.t. afspraken over gemaakt.
10. Afvalbakken Het uitgangspunt is dat de afvalbakken in labs gedeeltelijk nieuw worden aangeschaft. Bij het verhuizen van de labs kunnen ook de afvalbakken met glas, bioafval en restafval meeverhuizen. De afvalbakken dienen in dat geval leeg en huishoudelijk schoon verklaard door de gebruiker, klaar te staan voor verhuizing. Afvalbakken die niet leeg en schoon verklaard zijn, neemt het verhuisbedrijf niet mee (let ook op dat de bio en chemie afvalbakken onderdeel zijn van de checklist downscaling lab) en worden als restpunt in de opleverronde bij de Area supervisor gemeld. Kosten voor het afvoeren van het afval zijn voor de betreffende sectie en/of afdeling en maken geen onderdeel uit van het verhuisproject.
17
BIJLAGE 1: Checklist downscaling Lab Versie datum auteur
: 0.2 : 03-12-2015 : Bart de Jong
Dit laboratorium is vrij van (blootstelling aan): ⃝ Biologische agentia (GGO’s, MO’s)
⃝ Chemicaliën ⃝ Samples chemicaliën ⃝ Radioactieve straling (controle door stralingsdeskundig TNW) ⃝ Laserstraling ⃝ Biologische en chemische afval In dit laboratorium is alle apparatuur, kasten en tafels gedecontamineerd. Uitgezonderd decontaminatie binnenzijde van zuurkasten, flowkasten en Gloveboxen. Gloveboxen dienen alleen aan de buitenzijde gedecontamineerd en ingesealed te zijn. Verklaard wordt dat het lab veilig door derden kan worden binnengetreden – rekening houdend met de geldende wet- en regelgeving. Eventuele bijzonderheden & instructies zijn vermeld in het opmerkingveld. 1e Areasupervisor Datum Handtekening
2e Areasupervisor Datum handtekening
Dit laboratorium heeft geen inperkingsniveau (MLI of MLII)
BVF TU Delft stelt vast dat na inspectie dat het laboratorium geen inperkingniveau heeft per datum _____________. De controle is uitgevoerd door de verantwoordelijk medewerker van de sectie. Verantwoordelijk medewerker Biologische agentia Datum Handtekening
Opmerkingen en/of instructie van Area supervisor
18
BIJLAGE 2: stickersjabloon vriezer/koeling 1. Sticker for Bio agentia Informationsticker freezer/refrigerator – Relocation TNW – Bio agentia 1 2 3 4 5 6 7 8 !
regelnummer Bio agentia UN-nummer bio agentia Verantwoordelijk Medewerker bio agentia Chemicals ADR klasse 1 e Area supervisor 2 e Area Supervisor Future location In case of emergency bio age ntia call
YES/NO
If no go to 3
YES/NO
If no go to 6
??????
2. Sticker for Chemicals Informationsticker freezer/refrigerator – Relocation TNW - Chemicals 1 2 3 4 5 6 !
regelnummer Chemicals UN-nummer Chemicals ADR klasse 1 e Area supervisor 2 e Area Supervisor Future location In case of emergency DSO’er
YES/NO
If no go to 4
??????
19
BIJLAGE 3: Safety Assessment sheet moving
Safety Assessment Sheet Author:
Name Author
phone TU
room #
private
ChemE
Approval of the Area supervisor Signature
Date
room #
Valid until
Name Area Supervisor Approval for working outside office hours Signature
Date
room #
Valid until
Name Area Supervisor Description of hazards, estimation of possible exposure and measures :
Temperature (ºC)
Pressure (bar)
Hazardous materials and solvents
Dangerous properties
MAC
Halogen rich/poor
Acid /base
Phase
How to act in case of emergency
20
BIJLAGE 4: Decontaminatie-verklaring
Decontaminatieverklaring Geachte relatie, Ter bescherming van ons personeel is het noodzakelijk dat alle apparatuur en onderdelen vrij zijn van biologische, chemische of radioactieve besmetting. Wij accepteren alleen apparatuur/onderdelen die: * Adequaat zijn SCHOONGEMAAKT en ONTSMET. * Voorzien zijn van een decontaminatieverklaring, ingevuld en ondertek end door een bevoegd persoon. Wij stellen uw medewerking voor het garanderen van een veilige en risicoloze werkplek op prijs.
A. Beschrijving van de apparatuur of onderdelen Type apparaat/onderdeel
:
Serienummer
:
B. Besmetting/schoonmaak De apparatuur is besmet met:
:
(wilt u hier exact de biologische, chemische of radioactieve besmetting specificeren)
En het is schoongemaakt en ontsmet met behulp van:
:
(wilt u hier de schoonmaak en ontsmettingsprocedure/methode beschrijven)
C. Verklaring Hiermee bevestigen wij dat alle informatie in deze verklaring volledig en juist is. De apparatuur en de onderdelen zijn adequaat ontsmet en schoongemaakt. Er zijn geen biologische, chemische of radioactieve restanten die een gevaar opleveren voor de veiligheid of gezondheid van de persoon die met de apparatuur en/of onderdelen werkt. Bedrijf/instituu : t Adres : Postcode + : plaats Locatie/afdelin : Land : g Telefoonnr.
:
Faxnummer
:
Naam contactpersoo n Datum
:
E-mail contactpersoo n Opdrachtnr.
:
Handtekening
:
:
:
Graag het ondergetekende formulier mailen naar: [email protected] 21