Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
Partners for Innovation BV
Emiel Hanekamp Carolien van Merksteijn
december 2009
Samenvatting Stadsdeel Oud-Zuid heeft zich twee klimaatdoelen gesteld: 1. In 2025 is de CO2-uitstoot van het gehele Stadsdeel 40 procent minder dan in 1990; 2. De gemeentelijke organisatie zelf is uiterlijk 2015 CO2-neutraal. Dit Plan van Aanpak en de al eerder uitgevoerde CO2-voetafdruk, gaan over de activiteiten: • • •
Energieverbruik (gas en elektriciteit) van alle gebouwen waar ambtenaren werkzaam zijn; Het energieverbruik (brandstof en elektriciteit) van alle dienstwagens en machinerieën; Het woon-werkverkeer per auto, motor en bromfiets van medewerkers.
De totale CO2-voetafdruk van Stadsdeel Oud-Zuid in 2008 is 3.741 ton CO2. Hiervan is al 1.000 ton (26,6%) vermeden (CO2-neutraal), door het inkopen van groene stroom. Het doel van dit Plan van Aanpak is om in drie scenario’s pakketten maatregelen voor te stellen om tot een klimaatneutrale stadsdeelorganisatie te komen in 2015. De maatregelpakketten moeten praktisch uitvoerbaar zijn. De voorkeursvolgorde voor invoering van maatregelen is: 1. Verminder energieverbruik en CO2-uitstoot; 2. Pas duurzame energie en brandstoffen toe; 3. Wek energie uit fossiele bronnen efficiënt op; 4. Compenseer onvermijdelijke CO2-uitstoot. Drie scenario’s beschrijven maatregelpakketten met een oplopend ambitieniveau: • Scenario 1: Huidig beleid: Bestaand beleid en maatregelen die energie of CO2-besparen; • Scenario 2: Huidig beleid Plus: Alle 1 maatregelen uit scenario 1 met aanvullende maatregelen met een terugverdientijd <15 jaar; • Scenario 3: Nieuw Oud-Zuid: Alle 1 maatregelen uit scenario 2 met aanvullende maatregelen met een terugverdientijd > 15 jaar. Scenario
Totale kosten
1. Huidig beleid
Kostenbesparingen
CO2-reductie
€ 2.538
2015 € 400
2020 € 1.184
2025 € 1.968
2. Huidig beleid Plus
€ 4.536
€ 1.366
€ 3.380
€ 5.394
56%
3. Nieuw Oud-Zuid
€ 8.294
€ 1.874
€ 4.939
€ 8.005
75%
1
35%
Er zijn een paar maatregelen die niet worden overgenomen uit een vorig scenario omdat een nieuwe maatregel de combinatie hiermee uitsluit. Voorbeeld: Aanschaf elektrische auto’s sluit aanschaf energie zuinige auto’s uit.
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
2
Scenario 1 brengt beperkte investeringen met zich mee met een gemiddelde terugverdientijd van minder dan 10 jaar, uitgezonderd het energie efficiënter maken van de voertuigen en de machinerieën. Scenario 2 onderscheid zich vooral door meer besparingsmaatregelen, met een gemiddelde terugverdientijd die nog iets lager ligt dan voor scenario 1, en scoort beter op CO2-reductie. Wel moet ruim 2 miljoen euro meer geïnvesteerd worden. Scenario 3 scoort in vergelijking met scenario 2 iets minder op terugverdientijd maar wel veel beter op CO2-reductie. Er moet ongeveer 3,7 miljoen euro meer geïnvesteerd worden dan in scenario 2. In scenario 1 wordt zo goed als geen duurzame energie opgewekt, behalve het aanhaken op het centraal stedelijk project windenergie. In scenario 2 wordt een beetje duurzame energie opgewekt, dit geeft een CO2-reductie van 5%. Scenario 3 wekt redelijk wat duurzame energie op. Het gaat hier met name om gebruik van aardwarmte en/of warmte- koudeopslag en zonnecollectoren op het dak van het Zuiderbad, respectievelijk 8% en 4% van de CO2-reductie. Daarnaast wordt er in alle scenario’s nog groene stroom ingekocht voor de elektriciteitsbehoefte die in 2015 nog bestaat. Dit geeft respectievelijk een bijdrage van 25%, 22% en 9% aan verlaging van de CO2-voetafdruk maar is niet aanvullend op wat nu al gebeurd.
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
3
De drie scenario’s leveren een verschillende hoeveelheid nog te compenseren CO2 op in 2015. In onderstaande tabel zijn de hoeveelheden opgenomen die nog gecompenseerd moeten worden om de ambitie, “een klimaat neutrale stadsdeelorganisatie in 2015”, te kunnen realiseren. Scenario Scenario 1: Huidig beleid Scenario 2: Huidig beleid plus Scenario 3: Nieuw Oud-Zuid
CO2-compensatie in 2015 (ton) 2.417 1.661 938
Compensatie kosten (€) 2 € 36.255 € 24.915 € 14.070
De raad van Stadsdeel Oud-Zuid heeft op 27 mei 2009 een amendement op het milieubeleidsplan 2009-2011 aangenomen waarin staat dat er geen gebruik wordt gemaakt van CO2-compensatie, indien met reductiemaatregelen en opwekking van duurzame energie de doelstelling van een CO2neutrale stadsdeelorganisatie in 2015 niet wordt gehaald. Hoewel wij ons het gevoel, van een moderne aflaat, bij CO2-compensatie (of klimaatcompensatie) kunnen voorstellen, zijn we van mening dat CO2-compensatie een belangrijk instrument kan zijn voor het Stadsdeel om haar ambities op klimaatgebied te realiseren: • • •
CO2-compensatie biedt de mogelijkheid om iets te doen aan CO2-emissies die onvermijdelijk zijn en waar anders misschien pas over jaren iets aan gedaan zou kunnen worden. CO2-compensatie biedt de mogelijkheid om nu iets te doen aan CO2-emissies die technisch, financieel en/of praktisch onvermijdelijk zijn. CO2-compensatie is een begin van het reëel waarderen van energieverbruik door het beprijzen CO2-uitstoot.
Onderstaande compensatie maatregelen zijn geïdentificeerd en uitgewerkt. TVT 3 (jaar)
Compensatie maatregel 1. Energiebesparing en duurzame energie in gebouwen van Oud-Zuid 2. Energiebesparing en duurzame energie in gebouwen binnen het Stadsdeel 3. Middelgrote windmolen in het Stadsdeel 4. Zonnepanelen op gebouwen Stadsdeel 5. Investeren in windmolens in Amsterdam
2
Investeringskosten (€)
Implementatie
< 10
laag
2010 - 2012
< 10
laag
2010 - 2012
< 20
hoog
> 2015
> 20
zeer hoog
< 20
hoog
2010 - 2012 > 2015
Voor de kosten zijn we uitgegaan van Gold Standard CO2-credits. Op basis van een snelle analyse van de kosten (www.carboncatalog.org) van CO2-credits hebben we een bedrag van € 15 per ton CO2 genomen. 3 TVT = terugverdientijd
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
4
TVT 3 (jaar)
Compensatie maatregel 6. Investeren in een windmolen(fonds) 7. Opzetten van een lokaal ‘klimaatfonds’ 8. Inkopen CO2-credits, Gold Standard
Investeringskosten (€)
Implementatie
nvt
hoog
2010
nvt
medium
2011
nvt
zeer laag
2010
Voor drie van de acht compensatiemaatregelen is niet op voorhand te zeggen of hiermee ook de benodigde compensatie gehaald kan worden. Dit is ook nog eens afhankelijk van het scenario dat gekozen gaat worden. Bij het verder uitwerken van 1 of meerdere van bovenstaande compensatiemaatregelen moet daarom ook in meer detail gekeken worden naar het CO2-reductie potentieel. Ons advies voor Stadsdeel Oud-Zuid over compensatie is: 1. Maak een keuze voor een scenario. 2. Reserveer jaarlijks minimaal het bedrag dat met CO2-compensatie overeenkomt. 3. Besteedt dit bedrag aan maatregel 1 en 2, mogelijk in combinatie met het oprichten van een klimaatfonds. 4. Investeer in windmolens in de regio Amsterdam indien de ambitie hoger ligt.
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
5
Inhoudsopgave Samenvatting ................................................................................................................................ 2 Inhoudsopgave .............................................................................................................................. 6 Hoofdstuk 1: Inleiding.................................................................................................................... 7 Aanleiding ................................................................................................................................. 7 Plan van Aanpak ........................................................................................................................ 7 Aanpak ...................................................................................................................................... 8 Leeswijzer.................................................................................................................................. 8 Hoofdstuk 2: De stadsdeelorganisatie ............................................................................................ 9 Organisatiestructuur .................................................................................................................. 9 Scope van het Plan van Aanpak.................................................................................................. 9 Sphere of Influence.................................................................................................................... 9 Relevante ontwikkelingen binnen Stadsdeel Oud-Zuid ............................................................. 10 Relevante ontwikkelingen op gebied van CO2 en energieprijzen............................................... 10 Hoofdstuk 3: Samenvatting CO2-voetafdruk 2008 ........................................................................ 12 Hoofdstuk 4: Maatregelen voor Energie- en CO2-besparing.......................................................... 16 Maatregelen onder stap 1: Verminderen energieverbruik en CO2-uitstoot ............................... 17 Maatregelen onder stap 2: Pas duurzame energie toe ............................................................. 20 Maatregelen onder stap 3: Wek energie zo efficiënt mogelijk op ............................................. 21 Maatregelen onder stap 4: Compenseer de onvermijdelijke CO2-uitstoot ................................ 21 Haalbaarheid waterstof en elektrisch vervoer .......................................................................... 21 Uitgangspunten en aannames bij de voorgestelde maatregelen .............................................. 22 Borgen van klimaatbeleid ........................................................................................................ 23 Hoofdstuk 5: Drie scenario’s ........................................................................................................ 24 Scenario 1: Huidig beleid ......................................................................................................... 24 Scenario 2: Huidig beleid Plus .................................................................................................. 26 Scenario 3: Nieuw Oud-Zuid..................................................................................................... 27 Vergelijking van de drie scenario’s ........................................................................................... 29 Hoofdstuk 6: Compensatie opties ................................................................................................ 31 Standpunten ............................................................................................................................ 31 CO2-compensatie en Stadsdeel Oud-Zuid ................................................................................. 32 Advies...................................................................................................................................... 35 Annex A: Lijst bronnen ................................................................................................................. 37 Bronnen Plan van Aanpak ........................................................................................................ 37 Bronnen CO2-voetafdruk .......................................................................................................... 37 Annex B: Detaillijst maatregelen .................................................................................................. 40 Annex C: Detaillijst aannames ...................................................................................................... 51 Annex D: Lijst veel gebruikte besparingsopties binnen gebouwen................................................ 52 Annex E: Toelichting Trias Energetica ........................................................................................... 55 Annex F: Terugverdientijd............................................................................................................ 56
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
6
Hoofdstuk 1: Inleiding Aanleiding De verandering van het klimaat is een van de grootste uitdagingen van deze tijd. Het is een “algemeen maatschappelijke verantwoordelijkheid” 4. Daarom is ‘klimaat’ een heel belangrijke pijler van het milieuprogramma van de stad Amsterdam en van Stadsdeel Oud-Zuid. Amsterdam en Stadsdeel Oud-Zuid hebben zich twee klimaatdoelen gesteld 5: 1. In 2025 is de CO2-uitstoot van de stad Amsterdam 40 procent minder dan in 1990; 2. De gemeentelijke organisatie zelf is uiterlijk 2015 CO2-neutraal. Dat wil zeggen dat de stadsdeelorganisatie zo min mogelijk CO2-uitstoot en waar deze uitstoot onvermijdelijk is dit compenseert, zodat de netto CO2-uitstoot nul bedraagt. Om de tweede doelstelling te halen heeft Stadsdeel Oud-Zuid al een aantal maatregelen in gang gezet 6: het energieverbruik van de belangrijkste gemeentelijke gebouwen wordt aangepakt, er wordt groene stroom ingekocht, duurzaamheid is een standaard gunningcriterium bij alle inkopen en men probeert het personenvervoer (zakelijk en woon-werk verkeer) te verminderen. Bovengenoemde maatregelen zijn echter onvoldoende om de doelstelling om als stadsdeelorganisatie klimaatneutraal te zijn in 2015 te kunnen halen. Er zullen dus aanvullende maatregelen genomen moeten worden. Om te kunnen bepalen voor welke activiteiten het beste maatregelen kunnen worden genomen en om het effect van deze maatregelen te kunnen volgen (en indien nodig bij te kunnen sturen) is het van belang om de nulsituatie (CO2-voetafdruk) goed in kaart te brengen.
Plan van Aanpak Partners for Innovation is door Stadsdeel Oud-Zuid gevraagd om de CO2-voetafdruk van 2008 van Stadsdeel Oud-Zuid vast te stellen en aan de hand hiervan een Plan van Aanpak op te stellen waarin wordt beschreven welke maatregelen het Stadsdeel zou kunnen nemen om haar klimaatdoel te realiseren. De CO2-voetafdruk geeft voor 2008 van alle 7 activiteiten van de stadsdeelorganisatie aan hoeveel CO2-uitstoot daarmee gemoeid zou zijn bij gebruik van fossiele brandstoffen en zonder compensatie maatregelen. Het Plan van Aanpak is een praktisch uitvoerbaar plan om te komen tot een CO2neutrale stadsdeelorganisatie in 2015. Het plan beschrijft drie strategieën (verder scenario’s genoemd) om te komen tot dit doel. Elk van de scenario’s heeft zijn voors en tegens in termen van kosten, inspanningen en resultaat (daadwerkelijke CO2-reducties versus compensatie van CO2emissies). Het Plan van Aanpak geeft een basis om keuzes te kunnen maken over de te nemen ‘klimaatmaatregelen’. 4
www.klimaat.amsterdam.nl/main.php?obj_id=582205492 www.oudzuid.amsterdam.nl/natuur_en_milieu/klimaat?popup=false&focus=true 6 Milieu uitvoeringsprogramma 2008 7 Passend binnen de scope van het onderzoek: energiegebruik gebouwen, energieverbruik wagenpark en machinerieën en woon-werkverkeer per auto. Zie verder Hoofdstuk 2. 5
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
7
Bij de daadwerkelijke invoering van CO2-reducerende maatregelen wil het Stadsdeel de volgorde van de Trias Energetica 8 volgen (zie annex E). Voor de CO2-uitstoot die na invoering van alle reductiemaatregelen nog overblijft, worden voorstellen gedaan hoe deze te compenseren.
Aanpak Voor het Plan van Aanpak zijn de volgende activiteiten uitgevoerd: • Analyse van alle documentatie van het Stadsdeel over: klimaat- en energiebeleid, personeelsbeleid, vervoersplannen en -beleid, milieubeleidsplannen, duurzaam bouwen en EPAU rapportages van een aantal gebouwen. • Verzamelen en analyseren van informatie over diverse reductiemaatregelen en CO2-compensatie. • Interviews met sleutelpersonen uit de stadsdeelorganisatie. • Een workshop met sleutelpersonen uit de stadsdeelorganisatie, inclusief de wethouder milieu, Paul van Grieken. In combinatie met de bevindingen uit de CO2-voetafdruk is vervolgens de analyse uitgevoerd en is dit rapport geschreven.
Leeswijzer Hoofdstuk 2 geeft een korte schets van de stadsdeelorganisatie, de scope van de CO2-voetafdruk en het Plan van Aanpak, de Sphere of Influence, relevante ontwikkelingen binnen en buien het Stadsdeel op het gebied van CO2. Hoofdstuk 3 geeft de verkorte resultaten van de eerder vastgestelde CO2-voetafdruk over 2008 weer. Hoofdstuk 4 geeft alle maatregelen voor de verschillende scenario’s weer. Ook wordt hier aandacht geschonken aan de technische haalbaarheid van maatregelen voor het wagenpark en de aannames die gemaakt zijn. Hoofdstuk 5 gaat in detail in op de drie verschillende scenario’s. In hoofdstuk 6 wordt dieper ingegaan op compensatie en worden de maatregelen beschreven waarmee de ‘onvermijdelijke’ uitstoot gecompenseerd kan worden.
8
Eerst besparen, dan duurzame alternatieven toepassen en vervolgens efficiënt opwekken met fossiele brandstoffen.
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
8
Hoofdstuk 2: De stadsdeelorganisatie Organisatiestructuur Stadsdeel Oud-Zuid bestaat uit een dagelijks bestuur van vier wethouders en een stadsdeelraad van 29 leden. Er zijn ongeveer 700 medewerkers. De afdelingen zijn: Beleid & Communicatie, Publiek Maatschappelijke Dienstverlening, Openbare Ruimte en Middelen & Control.
Scope van het Plan van Aanpak De scope van de CO2-voetafdruk en het Plan van Aanpak geeft aan van welke activiteiten de CO2uitstoot is vastgesteld en voor welke activiteiten reductiemaatregelen moeten worden ingevoerd. Voor Stadsdeel Oud-Zuid zijn de volgende activiteiten voor het jaar 2008 in de CO2-voetafdruk meegenomen: • • •
Energieverbruik (gas en elektriciteit) van alle gebouwen waar ambtenaren werkzaam zijn; Het energieverbruik (brandstof en elektriciteit) van alle dienstwagens en machinerieën; Het woon-werkverkeer per auto, motor en bromfiets van medewerkers.
Deze scope is in lijn met de scope die gehanteerd wordt door de stad Amsterdam en andere stadsdelen, wanneer gesproken wordt over “de CO2-voetafdruk van de stadsdeelorganisatie”.
Sphere of Influence Stadsdeel Oud-Zuid heeft invloed op de CO2-uitstoot van haar eigen organisatie, haar werknemers, maar ook op haar burgers en bedrijven. De figuur hieronder geeft aan hoe groot deze invloed is.
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
9
De scope van dit Plan van Aanpak richt zich op de middelste cirkel – De stadsdeelorganisatie, en neemt voor een gedeelte de werknemers mee voor het woon-werkverkeer en als bijeffect van de gedragsveranderingcampagne van de bedrijfsinterne milieuzorg.
Relevante ontwikkelingen binnen Stadsdeel Oud-Zuid In de afgelopen jaren zijn een aantal ontwikkelingen in gang gezet die invloed hebben op de CO2uitstoot van Stadsdeel Oud-Zuid en de wijze waarop de klimaatdoelstelling gehaald kan worden. De stadsdeelkantoren aan de Karel du Jardinstraat en de Koninginneweg worden opgeheven en de gehele stadsdeelorganisatie verhuist naar het Tripolis gebouw. Deze verhuizing zal al snel plaatsvinden; in april 2010. Voor het Plan van Aanpak zijn daarom geen maatregelen opgenomen die betrekking hebben op beide ‘oude’ stadsdeelkantoren. Ook zijn er geen echte reductie maatregelen opgenomen voor het ‘nieuwe’ stadsdeelkantoor Tripolis omdat er nog geen gegevens beschikbaar zijn van dit gebouw. Wel wordt voorgesteld om een energiebesparingscan uit te laten voeren. Deze scan wordt in september 2009 uitgevoerd en zal ook een vergelijking maken met het energieverbruik van de oude kantoorpanden. Gedurende de uitvoering van deze opdracht heeft de raad van Stadsdeel Oud-Zuid een amendement op het milieubeleidsplan 2009-2011 aangenomen, waarin staat dat “Mocht het onverhoopt niet mogelijk blijken om met bovenstaande maatregelen in 2015 als stadsdeelorganisatie CO2-neutraal te zijn, dan zal er niet overgegaan worden tot CO2compensatie” 9. In hoofdstuk 6 wordt er dieper ingegaan op de implicaties van deze beslissing en de opties die Oud-Zuid heeft om toch CO2 neutraal te worden. Gedurende de uitvoering van de opdracht is steeds duidelijker geworden dat Stadsdeel OudZuid gaat fuseren met Stadsdeel ZuiderAmstel. Deze fusie zal binnen 5 jaar een feit zijn, waardoor integratie van verschillende afdelingen en hun gebouwen en van het wagenpark en machinerieën zal moeten plaatsvinden. Ook beleidsmatig zal er de nodige afstemming moeten plaatsvinden.
Relevante ontwikkelingen op gebied van CO2 en energieprijzen Binnen de centrale stad Amsterdam en in het bredere speelveld van Nederland en Europa zijn ook ontwikkelingen die invloed hebben op de manier waarop de beoogde CO2-reductie kan worden behaald. Deze ontwikkelingen worden kort toegelicht. De stad Amsterdam heeft het klimaat onderwerp tot een centraal beleidspunt gemaakt. Er is een klimaatbureau Amsterdam opgericht, met als opdracht een beweging op gang te brengen in Amsterdam om de kansen voor innovatie, voor nieuwe werkgelegenheid, voor andere en betere 9
Hierbij wordt verwezen naar o.a. www.energieraad.nl/newsitem.asp?pageid=10671 “Vaak wordt klimaatneutraliteit bereikt door CO2-reductie in andere landen, via bosaanplant of energiebesparing daar, terwijl er geen of weinig maatregelen worden genomen om het eigen energiegebruik te verminderen. Juist omdat er een enorm draagvlak is voor CO2-reductie, moet dat draagvlak gebruikt worden voor échte verandering. Door kritisch te kijken naar de vele initiatieven en door verbeteringen voor te stellen, willen Stichting Stimular, CE Delft en Stichting Natuur en Milieu ervoor zorgen dat klimaatneutraal een geloofwaardig begrip blijft.”
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
10
organisaties en gedragsvormen te benutten en – tegelijkertijd – de CO2-emissie fors te verminderen 10 . Het Amsterdamse klimaatprogramma behelst het realiseren van twee doelstellingen: 1. In 2025 is de CO2-uitstoot van de stad Amsterdam 40 procent minder dan in 1990. 2. De gemeentelijke organisatie zelf is uiterlijk 2015 klimaatneutraal. Dat wil zeggen dat de organisatie zo min mogelijk broeikasgassen uitstoot en waar uitstoot onvermijdelijk is dit compenseert, zodat de netto uitstoot nul bedraagt. Sinds de film van Al Gore, in 2007, staat het klimaatprobleem vol in de aandacht. Algemeen wordt verwacht dat de klimaat- en CO2-problematiek de komende decennia een belangrijk politiek onderwerp zullen blijven. In december 2009 zal in Kopenhagen moet een nieuw akkoord worden bereikt, als opvolger van Kyoto om de uitstoot van broeikasgassen mondiaal ingrijpend terug te dringen. Het wereldwijde energieverbruik is het afgelopen jaar gedaald door de economische depressie. Een verwacht herstel van de wereldeconomie volgend jaar zal het verbruik en de energieprijs weer laten toenemen. De EIA (Energy Information Administration, Amerika’s belangrijkste energieagentschap) voorspelt een 44% stijging in energie vraag over de komende 2 decennia 11. Hierdoor zal de olieprijs naar verwachting van 61 dollar per vat in 2009 naar 130 dollar per vat in 2030 rijzen. Indien deze voorspellingen kloppen zullen de berekende besparingen voor Stadsdeel Oud-Zuid verdubbelen, en terugverdientijden halveren.
10
Rapport Nieuw Amsterdams Klimaat: www.klimaat.amsterdam.nl/klimaat/downloads/downloads/rapport_nieuw 11 www.reuters.com/article/GCA-GreenBusiness/idUSN2719528620090527
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
11
Hoofdstuk 3: Samenvatting CO2-voetafdruk 2008 Stadsdeel Oud-Zuid heeft de doelstelling om als organisatie in 2015 klimaatneutraal te zijn. Dat wil zeggen dat zo min mogelijk CO2 wordt uitgestoten en waar deze uitstoot onvermijdelijk is dit gecompenseerd 12 wordt, zodat de netto CO2-uitstoot nul bedraagt. Voor het jaar 2008 is een CO2-voetafdruk vastgesteld. Deze CO2-voetafdruk geeft inzicht in het totale energieverbruik en de hoeveelheid CO2-uitstoot van alle activiteiten van de stadsdeelorganisatie . De CO2-voetafdruk geeft dus ook inzicht in het huidige gebruik van duurzame energie (in het geval van Stadsdeel Oud-Zuid is dit de inkoop van alle groene stroom). In de CO2-voetafdruk is wel apart aangegeven welk deel van de CO2-voetafdruk geen feitelijke CO2-uitstoot geeft. De totale CO2-voetafdruk van Stadsdeel Oud-Zuid in 2008 is 3.741 ton CO2. Hiervan is al 1.000 ton (26,6%) vermeden (CO2-neutraal), door het gebruik van groene stroom. Voor de CO2-voetafdruk is gekeken naar:
• • •
Energieverbruik van alle gebouwen waar ambtenaren werkzaam zijn; Energieverbruik van het wagenpark en de machinerieën; Woon-werkverkeer van medewerkers per auto, motor of bromfiets.
12
Op 27 mei 2009 heeft de stadsdeelraad van het Stadsdeel Oud-Zuid het volgende besluit genomen: “Mocht het onverhoopt niet mogelijk blijken om met bovenstaande maatregelen in 2015 als stadsdeelorganisatie CO2neutraal te zijn, dan zal er niet over gegaan worden op CO2-compensatie.”
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
12
Totale CO2-voetafdruk (kg CO2)
Waarvan CO2-neutraal (kg CO2)
2.138.190 1.250.194 353.481 3.741.866
986.571 10.084 996.655
Energieverbruik gebouwen Wagenpark en machinerieën Woon-werkverkeer Totaal CO2-voetafdruk
De figuren illustreren dat de gebouwen de meeste hoeveelheid energie verbruiken maar door het gebruik van groene stroom net iets minder CO2-uitstoot veroorzaken dan het wagenpark en de machinerieën. Woon-werkverkeer levert een geringe bijdrage aan de CO2-voetafdrukvan de stadsdeelorganisatie.
Het zwembad ‘Zuiderbad’ aan de Hobbemastraat heeft het hoogste energieverbruik en ook de hoogste CO2-emissie, gevolgd door de sporthallen ‘sportcentrum De Pijp’ aan de Lizzy Ansingstraat en de ‘Apollohal’ aan de Apollolaan en de stadsdeelkantoren Karel du Jardin en Koninginneweg. Deze 5 gebouwen maken ruim 83% van het totale energieverbruik en ook 83% van de CO2-uitstoot van de gebouwen uit.
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
13
Zakelijk personenvervoer Grote voertuigen Machinerieën Totaal wagenpark en machinerieën
CO2-voetafdruk (kg CO2) 12.093 706.524 531.578 1.250.194
Waarvan CO2-neutraal (kg CO2) 10.084 10.084
Het wagenpark (grote voertuigen) heeft de hoogste CO2-emissie, op de voet gevolgd door de gebruikte machinerieën. Zij vertegenwoordigen ook de grootste CO2-posten op de totale CO2voetafdruk, gevolgd door het gasverbruik voor gebouwen.
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
14
Eigen vervoer – Auto Eigen vervoer – Motor/Bromfiets Bedrijfsvervoer – Benzine Bedrijfsvervoer – Diesel Totaal woon-werkverkeer
CO2-voetafdruk (kg CO2) 253.749 43.290 8.542 47.900 353.481
Waarvan CO2-neutraal (kg CO2) -
Het gebruik van de eigen auto voor woon-werkverkeer is de belangrijkste bron (71,8%) van CO2emissies bij woon-werkverkeer. Het woon-werkverkeer met bedrijfsauto’s maakt 16% van de totale CO2-emissie van woon-werkverkeer uit. De totale CO2-voetafdruk is als betrouwbaar te kwalificeren.
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
15
Hoofdstuk 4: Maatregelen voor Energie- en CO2-besparing In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van alle mogelijke, door Stadsdeel Oud-Zuid te nemen CO2-reductiemaatregelen. Dit overzicht geeft alleen de beschrijving van de maatregelen, in annex B zijn alle gegevens per maatregel weergegeven. De beschreven maatregelen zijn beoordeeld als praktisch uitvoerbaar voor Stadsdeel Oud-Zuid en is een selectie van alle gedurende het project geïdentificeerde maatregelen. Bij de daadwerkelijke invoering van CO2-reducerende maatregelen wil het Stadsdeel de volgorde van de Trias Energetica 13 hanteren: eerst besparen, dan duurzame alternatieven toepassen en vervolgens efficiënt opwekken met fossiele brandstoffen. Als vierde stap is voor Stadsdeel Oud-Zuid compensatie toegevoegd: het compenseren van de ‘onvermijdelijke’ CO2-uitstoot. In hoofdstuk 6 wordt verder ingegaan op compensatie en de mogelijk te nemen compensatiemaatregelen. De voorkeursvolgorde voor invoering van de maatregelen ziet er dus als volgt uit:
Stap 1: Verminder energieverbruik en CO2-uitstoot
Stap 2: Pas duurzame energie en brandstoffen toe
Stap 3: Wek energie uit fossiele bronnen efficiënt Stap 4: Compenseer
De maatregelen zijn ook gegroepeerd naar soort maatregel en de drie activiteiten uit de CO2voetafdruk. Onderstaande tabel geeft een overzicht van deze onderverdeling. Soort maatregel (per stap) 1.1 Monitoren en sturen op resultaten 1.2 Scans & voorwaarden voor goede uitvoering 1.3 Nieuwe gebouwen, machinerieën & voertuigen 1.4 Technische verbeteringen 13
Zie annex E voor een toelichting
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
16
Activiteit 1. Gebouwen 2. Wagenpark en machinerieën 3. Woon-werkverkeer
1.5 Bewustwording 2.1 Duurzame energie opwekken 2.2 Duurzame energie inkopen 2.3 Technische verbeteringen 3.1 Technische verbeteringen Van alle maatregelen zijn de volgende gegevens verzameld en of berekend. Deze gegevens zijn terug te vinden in annex B. Gegevens per maatregel Meerkosten van aanschaf (Euro) Kostenbesparing per jaar (Euro) TVT = terugverdientijd (jaren) CO2-reductie (%) Gerelateerde CO2-uitstoot 2008 (kg CO2) CO2-reductie (kg CO2) CO2-efficientie (kg CO2/euro) Overige voor- en nadelen Implementatie Scenario Bron cijfers
Toelichting Meerkosten van in te zetten personeel en de investering bij aanschaf van een product of dienst t.o.v. het traditionele alternatief. Kostenbesparing t.g.v. verminderd energieverbruik. De terugverdientijd is berekend met de payback methode. De formule die is toegepast is: Meerkosten investering / besparing per jaar. Zie annex F. Verwachte reductiepercentage, berekend of overgenomen van de informatiebron 14. De CO2-uitstoot (van de CO2-voetafdruk 2008) waarop het reductiepercentage effect heeft. De berekende CO2-reductie o.b.v. bovenstaande 2 getallen. De berekende effectiviteit in kg CO2 per Euro. Een schatting van het jaar waarop de maatregel ingevoerd zal worden. Het scenario of de scenario’s waarin de maatregel valt. -
Maatregelen onder stap 1: Verminderen energieverbruik en CO2-uitstoot 1.1 Monitoren en sturen op resultaten Gebouwen 1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.1.4
Continu monitoring energieverbruik gemeentelijke gebouwen (web-based) Goede afspraken maken over: 1) Wie is verantwoordelijk voor verklaren afwijkingen in web-based monitoring, 2) Welke afdeling is verantwoordelijk voor kleine dan wel grote investeringen in onderhoud/opwaarderen gebouw bijbehorende lange termijn budgetten. Werf 2e van de Helststraat meenemen in web-based monitoring energieverbruik, nieuw te bouwen werf op termijn ook. Verankeren koppeling tussen ambtenaar verantwoordelijk voor accorderen factuur energie en verantwoordelijke monitoren energieverbruik en onderhoud (indien niet dezelfde persoon).
14
De kolom “CO2-reductie” in % heeft betrekking op de hoeveelheid CO2 van de desbetreffende activiteit. Bijvoorbeeld voor verlichting is er gekeken naar de hoeveelheid CO2 t.g.v. verlichting. Dit zijn dus onderdelen van de totale CO2-uitstoot. Dit is te zien aan de kolom “Gerelateerde CO2-uitstoot 2008”, waarin de hoeveelheid CO2 genoemd staat waarop dit percentage betrekking heeft.
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
17
15
1.1.5
Taak: "Milieubarometer invullen" op duidelijke manier opnemen in functieomschrijving van verantwoordelijke ambtenaren om prioriteit te verhogen.
Wagenpark en Machinerieën 1.1.6 1.1.7
Afvalophaal: routes tenminste jaarlijks doorrekenen en optimaliseren op basis van weeggegevens. Resultaatgericht vegen: jaarlijks kritisch kijken naar veegnoodzaak.
Woon-werk verkeer 1.2 Scan - voorwaarde voor goed doordachte uitvoering besparingsopties16 Energiebesparingscan gebouwen (2008 grotendeels afgerond) 1.2.1 1.2.2 1.2.3
Maatwerkadvies & indicatieve CO2 voetafdruk Tripolis 2009 als beslisdocument voor te nemen maatregelen Nieuwe energiebesparingscan voor alle gebouwen elke 5 jaar om voorop te lopen met technische ontwikkelingen op gebied energiebesparing Bij verbouwing monumenten, bij de aanvraag van de bouwvergunning al maximaal inzetten op energiebesparingmogelijkheden.
Energiebesparingscan voertuigen en machinerieën 17 (niet gestart) 1.2.4 1.2.5 1.2.6
Eenmalige energiebesparingscan van gehele wagenpark en machinerieën Nieuwe energiebesparingscan hele wagenpark elke 5 jaar om voorop te lopen met technische ontwikkelingen op gebied energiebesparing Stadsbreed of met VNG onderzoek doen naar technische en economische haalbaarheid mogelijkheden energiezuinige machinerieën: op 4 tact, of elektrisch met voldoende vermogen
Analyse woon-werk verkeer 1.2.7
Nieuwe vervoersscan en nieuw vervoersplan elke 5 jaar
1.3 Nieuw gebouw / nieuwe machines / nieuwe voertuigen Gebouwen 18 1.3.1
Vanaf 2015 klimaatneutraal bouwen, vanaf 2009 'halfneutraal bouwen' (EPL = 8) voor alle nieuwbouwplannen (nieuw kantoor i.v.m. fusie - niet zeker of dit nieuwbouw wordt,nieuwe stadsdeelwerf nog onzeker)
1.3.2
Vanaf 2009 klimaatneutraal bouwen (EPL = 9,5 a 10) voor alle nieuwbouwplannen (nieuw kantoor i.v.m. fusie niet zeker of dit nieuwbouw wordt, nieuwe stadsdeelwerf nog onzeker)
Wagenpark en machinerieën Kantoorapparaten en catering 1.3.3
Apparatuur (met stekker) vervangen door energiezuinige apparatuur, vervroegd vervangen
1.4 Technische verbeteringen Gebouwen (uitvoeren maatregelen energiebesparingscan) 19 1.4.1
Maatregel energielabel / maatwerkadvies Zuiderbad uitvoeren: Isoleren buitengevel met 100 mm isolatie aan de binnenkant. Isoleren buitengevel kan door spouwmuur op te vullen met vlokken (piepschuim of glasvezelvlokken bijvoorbeeld).
15
De milieubarometer is een online meetinstrument dat de milieukosten en de milieubelasting van een bedrijf of instelling eenvoudig en snel zichtbaar maakt, www.milieubarometer.nl 16 De klimaateffecten tijdens de bouw of in het productieproces van nieuwe gebouwen/ wagenpark/ machinerieën vallen buiten de scope van de CO2-voetafdruk. Het is echter wel belangrijk om deze impact te minimaliseren. 17 Dit betreft een inventarisatie van het bestaande wagenpark inclusief machinerieën en de mogelijkheden om aanpassingen te maken om het brandstofverbruik van het wagenpark terug te dringen. Bijvoorbeeld, besparing brandstof door betere afstelling van wagens. 18 De scan zelf levert nog geen energiebesparing op, pas als de besparingsopties worden uitgevoerd zal er daadwerkelijke besparing optreden. 19 Zie annex D voor een lijst van veel gebruikte besparingsopties binnen gebouwen
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
18
1.4.2
Maatregel energielabel / maatwerkadvies Zuiderbad uitvoeren: Voorzetramen voor enkelglas
1.4.3
Maatregel energielabel / maatwerkadvies Zuiderbad uitvoeren: HF verlichting met aanwezigheidsdetectie voor sector 1 tot en met 5
1.4.4
Maatregel energielabel / maatwerkadvies sporthal De Pijp uitvoeren: Voorzetramen voor lichtstraat
1.4.5
Maatregel energielabel / maatwerkadvies sporthal De Pijp uitvoeren: HF-verlichting met aanwezigheidsdetectie
1.4.6 1.4.7 1.4.8 1.4.9 1.4.10 1.4.11 1.4.12 1.4.13 1.4.14
Maatregel energielabel / maatwerkadvies sporthal Apollolaan uitvoeren: HF-verlichting Zuiderbad lamellen afdekking, ingebouwd in zwembad (i.v.m. ruimte gebrek) met motor (i.v.m. arbo) Herstelwerkzaamheden dak Zuiderbad uitvoeren Transparante gevel Apollohal aanpassen met zonnewering (reflecterend doek binnenkant) Transparate gevel Apollohal aanpassen met zonnewering (houten lamellen buitenkant) Besparingstrajecten van onderhoud installaties (door DWA uitgewerkt) laten uitvoeren Periodiek inregelen installaties, gebaseerd op aanpassingen gewenste situatie Vastleggen energiebesparende maatregelen in meerjaren onderhoudsplannen gem. gebouwen Nieuw geplande dak De Pijp een extensief groendak maken. Subsidie of 'revolving fund' dat nog in ontwikkeling is door centrale stad, voor technische verbeteringen, ook geschikt maken voor andere gebouwen binnen Stadsdeel Verlichting, isolatie en verkoeling/warmte systeem (verwarming, airco, enzovoort) alle gebouwen verbeteren volgens de laatste technieken, met als leidraad een (nog te maken) energiebesparingscan - zie de aparte lijst van mogelijke besparingsopties (annex D). Aardwarmte, zonnecellen, zonnecollectoren, windenergie horen hier niet bij.
1.4.15
1.4.16
Wagenpark en Machinerieën (uitvoeren maatregelen energiebesparingscan) 1.4.17
Ondergronds afval verzamelen zo snel mogelijk zo ver mogelijk uitbreiden en afvalophaal routes en frequenties hierop aanpassen
Woon-Werkverkeer 1.5 Bewustwording Duurzaam inkopen 1.5.1
1.5.2
1.5.3 1.5.4
Duurzaam Inkopen uitrollen: Communicatie traject over duurzaamheidscriteria SenterNovem & per criterium ambitie bepalen (o.a. belangrijk voor aanbesteding gebouwen, wagenpark en ICT). Richtlijnen vastleggen voor inkoop onder aanbestedingsgrens. Ondersteuning Duurzaam Inkopen verankeren in organisatie: Aanstellen actieve Duurzaam Inkopen medewerker bij Beleid Accountmanagement Control afdeling (dmv duidelijk opnemen in functieomschrijving), overstap op actief raadplegen SenterNovem Duurzaam Inkopen productbladen, inrichten interne cursus voor meenemen Duurzaamheid bij inkoop onder aanbestedingsgrens en beschikbaar stellen instrumenten voor 'lastige' inkoop van bijvoorbeeld ICT. Monitoring duurzaam inkopen 2009 Ambitie vastleggen: bij iedere verhuizing minder CO2-uitstoot per vierkante meter
Bedrijfs Interne Milieuzorg 1.5.5 1.5.6 1.5.7 1.5.8
Al het personeel (in eigen dienst of bijvoorbeeld in dienst cateraar) beter betrekken bij BIM. Thuiswerken mogelijk maken (technisch en organisatorisch) Bedrijfsinterne milieuzorg (BIM) onderdeel maken van functieomschrijving van verschillende personen. Deze personen moeten zorgen dat elk jaar een BIM wordt opgesteld en nageleefd. Vooral met BIM richten op continue informatiestroom/communicatie, houding- en gedragverandering. En aanhaken op ARC (Amsterdam Reduceert CO2, projectbureau) Voorbeelden: raam open = kachel uit, dubbelzijdig printen
Wagenpark en Machinerieën 1.5.9 1.5.10
Het nieuwe rijden voor alle chauffeurs, elke 3 jaar opfriscursus - met tussentijdse cursus voor nieuwe chauffeurs - 3 cursussen tot 2015 Cursus voor omgaan met nieuwe auto's op elektriciteit
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
19
1.5.11 1.5.12 1.5.13
Communicatie middelen voor werknemers herzien met nieuwe inzichten nav de cursus 'Het nieuwe rijden' 20 Instructies voor omgaan met nieuwe auto's op elektriciteit aanpassen Burgers stimuleren zo weinig mogelijk afval te produceren en aan te bieden
Woon-werkverkeer 1.5.15 1.5.16 1.5.17
Parkeervergunningen intrekken en volledige parkeerkosten rekenen Alle maatregelen vervoersplan zo snel mogelijk doorvoeren Cursus het nieuwe rijden voor werknemers die woon-werkverkeer per auto afleggen
Een maatregel die niet een CO2-reductie in de daadwerkelijke uitstoot oplevert maar wel een kostenreductie en een verlaging van de CO2-voetafdruk is het monitoren van de hoeveelheid teruggeleverde stroom van de warmtekracht koppelinginstallatie in het Zuiderbad.
Maatregelen onder stap 2: Pas duurzame energie toe 2.1 Duurzame energie opwekken voor eigen gebruik Photovoltaic (elektriciteit uit zonnepanelen) 2.1.1
Nieuw geplande dak sporthal De Pijp vol leggen met zonnepanelen - 1000 m2
Thermische zonne-energie (warmte uit zonnecollectoren) 2.1.2
Zonnecollectoren op het dak van het Zuiderbad - 1000 m2
Windenergie (elektriciteit uit windturbines) 2.1.3
Aanhaken op centraal stedelijk project over windenergie
Aardwarmtesysteem (warmte en koude uit aardlagen oppompen) 2.1.4
Aardwarmte of warmte-koude opslag systemen aanleggen voor alle gebouwen > 1000 m2
Biogas 2.1.5
Uitzoeken of biogas installatie met snoeiafval uit parken technisch en economisch haalbaar is
2.2 Duurzame energie inkopen Elektriciteit 2.2.1
100% groene stroom inkopen - behoefte scenario 1
2.2.2 2.2.3
100% groene stroom inkopen - behoefte scenario 2 100% groene stroom inkopen - behoefte scenario 3
2.3 Technische verbeteringen (n.a.v. maatwerkadvies) Gebouwen 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.3.4 2.3.5 2.3.6
Maatregel energielabel / maatwerkadvies sporthal De Pijp uitvoeren Maatregel energielabel / maatwerkadvies sporthal De Pijp uitvoeren Maatregel energielabel / maatwerkadvies sporthal De Pijp uitvoeren: PV-panelen Maatregel energielabel / maatwerkadvies sporthal Apollolaan uitvoeren: PV-panelen Maatregel energielabel / maatwerkadvies sporthal Apollolaan uitvoeren: Zonnecollector tapwater Maatregelen energielabel / maatwerkadvies Tripolis uitvoeren met TVT < 15 jaar.
Wagenpark en machinerieën 2.3.7
Wagenpark en machinerieën zoveel mogelijk klimaatneutraal laten opereren: in 2015 alle voertuigen behalve zware wagens op elektrisch, alle machinerieën op biobrandstof. Voorbereidingen treffen voor overstap op waterstof voor zwaardere wagens.
20
Bij ingebruikname van Elektrische wagens voor onderhoud Vondelpark bleek dat deze niet op dezelfde manier gebruikt konden worden als de wagens op benzine. Overbelasting leidde tot verbranding motor. Instructies voor gebruik elektrische wagens zijn daarom nodig.
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
20
Maatregelen onder stap 3: Wek energie zo efficiënt mogelijk op 3.1 Technische verbeteringen Gebouwen 3.1.1
Maatregel energielabel / maatwerkadvies Zuiderbad uitvoeren: HR-107-ketel sector 1 tot en met 5
Wagenpark en machinerieën 3.1.2
Wagenpark en machinerieën vervangen door energiezuinige wagens en machines, vervroegd vervangen
Maatregelen onder stap 4: Compenseer de onvermijdelijke CO2-uitstoot 4.1 Compensatiehoeveelheid in kg CO2 per scenario Compensatie tot 100% van CO2 uitstoot (zie lijst van compensatieopties in hoofdstuk 6) 4.1.1 4.1.2 4.1.3
Scenario 1 Scenario 2 Scenario 3
Maatregel 2.3.7 is behoorlijk ambitieus, omvat een verscheidenheid aan voertuigen en technieken en vertoont op diverse punten grote onzekerheden. Onderstaand is een korte toelichting gegeven op de overwegingen om deze maatregel op te nemen.
Haalbaarheid waterstof en elektrisch vervoer Amsterdam zet de komende jaren stevig in op elektrisch vervoer21. In het Plan van Aanpak Elektrisch Vervoer wordt duidelijk uiteengezet waarom. Naast het stimuleren elektrisch vervoer heeft Amsterdam ook stevige ambities op het gebied van waterstof. De gemeente wil tot de kopgroep behoren in de transitie naar de waterstofeconomie van de toekomst. Om dit vorm te geven is in december 2008 een roadmap opgesteld met te nemen stappen voor de komende jaren. In de visie van de gemeente Amsterdam sluiten elektrisch vervoer en waterstof elkaar niet uit, maar vullen zij elkaar aan. Het gebruik van waterstof kent veel overeenkomsten met elektrisch vervoer. Het verschil tussen de twee zit hem in de toepassing: voor waterstof geldt dat deze goed toepasbaar is bij een hoger vermogen en hogere actieradius. Waterstof is dus meer geschikt bij toepassing in bijvoorbeeld stadsbussen en veerponten; grote voertuigen die veel kilometers op een dag maken. Waar het vermogen en actieradius van een toepassing beperkt zijn, vormt elektrisch vervoer een aantrekkelijke optie. Dit zijn in principe alle kleinere vormen van stedelijk vervoer, zoals personenauto’s en bestelbusjes. De ontwikkelingen die er stedelijk, landelijk en internationaal zijn op gebied van elektrisch en waterstof vervoer lijken het aannemelijk te maken dat er binnen een overzienbare periode voldoende goede alternatieven zullen zijn om de overstap naar elektrisch of waterstofvervoer te kunnen maken. Met de ambities en plannen van de gemeente Amsterdam lijkt het verstandig voor Stadsdeel OudZuid om hierbij aan te sluiten. Het Stadsdeel kan daarbij dankbaar gebruik maken van wat er 21
Plan van Aanpak Elektrisch Vervoer, Werkprogramma 2009-2011, Projectgroep Elektrisch Vervoer Amsterdam, 21 April 2009
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
21
stedelijk wordt ontwikkeld en geleerd. Het Stadsdeel heeft daarbij ook onvoldoende middelen om een specifieke technologische ontwikkeling zelf verder te brengen.
Uitgangspunten en aannames bij de voorgestelde maatregelen Bij het identificeren en selecteren van maatregelen zijn de volgende uitgangspunten toegepast: • De maatregel moet al besloten zijn (‘bestaand beleid’) of technisch en praktisch uitvoerbaar zijn binnen een termijn van 2015. • De maatregel moet CO2-reduceren of energie besparen ook als hier geen feitelijke CO2uitstoot mee samenhangt. Besparen op elektriciteitsgebruik geeft geen daadwerkelijke CO2-reductie omdat gebruik wordt gemaakt van groene stroom. Daarnaast zijn er aannames gemaakt ten aanzien van de kosten voor energie en medewerkers van Stadsdeel Oud-Zuid en aannames om de maatregelen en de scenario’s vorm te kunnen geven. In onderstaande tabel zijn de prijzen opgenomen die bij de berekeningen zijn gebruikt. Kosten 1 m3 gas 1 kWh 1 liter Benzine 1 liter Diesel 1 FTE per jaar
€ 0,45 0,174 1,446 1,075 60.000
Bron Maatwerkadvies Enerdomus22 Maatwerkadvies Enerdomus ANWB – 30 juli 200923 ANWB – 30 juli 2009 Eigen schatting
De andere meest belangrijke aannames zijn: Het vervangen van de brandstoffen diesel of benzine door de brandstof elektriciteit levert een 50% kostenbesparing op. • Er is geen besparing opgenomen voor de verhuizing vanuit de twee stadsdeelkantoren naar het gebouw Tripolis. Cijfers voor Tripolis zijn nog niet bekend. De CO2-uitstoot van Tripolis is daarom gelijkgesteld aan de CO2-uitstoot van de beide stadsdeelkantoren.24 • Er is uitgegaan van een gelijkblijvend energieverbruik per werknemer voor de periode tot en met 2015. Alle gebruikte aannames zijn opgenomen in annex C. •
22
Cijfers uit maatweradviezen uitgevoerd voor het Zuiderbad, de Appollhal en sporthal De Pijp www.anwbtankkorting.nl/ANWB_Auto_DagPrijsANWB_New.asp 24 Inmiddels wordt een EPA-U maatwerkadvies voor Tripolis uitgevoerd die ook een vergelijking maakt met de CO2-voetafdruk van 2008 en de beide ‘oude’ kantoorgebouwen.
23
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
22
Borgen van klimaatbeleid De uitvoering van veel maatregelen vergt niet alleen een eenmalige actie maar moet onderdeel worden van een structurele aanpak. Het is belangrijk dat de maatregelen een plek krijgen in de routine van het Stadsdeel om zodoende te uitvoering te bespoedigen. De volgende suggesties zorgen voor borging van klimaatbeleid binnen Stadsdeel Oud-Zuid: 1. Identificatie van de afdeling en personen binnen de afdeling die op de meest logische, snelle en efficiënte wijze de maatregelen tot uitvoering kunnen brengen. 2. Opnemen van specifieke doelstellingen en de uitvoering hiervan met specifieke maatregelen in de relevante afdelingsplannen. 3. Verantwoordelijk maken van mensen voor de uitvoering van specifieke taken en het behalen van doelstellingen. Dit moet dus ook terugkomen in functioneringsgesprekken. 4. Meten is weten, dus neem ook de monitoringtaken op in afdelingsplannen en verantwoordelijkheden van mensen. Zorg daarbij voor hoge kwaliteit data om (toekomstige) besluitvorming te vergemakkelijken.
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
23
Hoofdstuk 5: Drie scenario’s Hoewel het doel duidelijk is, “een CO2-neutrale stadsdeelorganisatie in 2015”, is het pad er naar toe nog te kiezen. Dit hoofdstuk beschrijft drie paden (verder scenario’s genoemd) om te komen tot het doel. De drie scenario’s bestaan ieder uit een bij elkaar horend pakket van reductiemaatregelen. Elk van de scenario’s heeft zijn voors en tegens in termen van kosten, inspanningen en resultaat (daadwerkelijke CO2-reducties versus compensatie van CO2-emissies). In dit hoofdstuk worden de scenario’s beschreven op basis waarvan Stadsdeel Oud-Zuid keuzes kan maken. De drie scenario’s zijn: • Scenario 1: Huidig beleid: Bestaand beleid en maatregelen die energie of CO2-besparen; • Scenario 2: Huidig beleid Plus: Alle 25 maatregelen uit scenario 1 met aanvullende maatregelen met een terugverdientijd <15 jaar; • Scenario 3: Nieuw Oud-Zuid: Alle 25 maatregelen uit scenario 2 met aanvullende maatregelen met een terugverdientijd > 15 jaar. Op basis van deze afbakening per scenario zijn alle geïdentificeerde maatregelen aan de scenario’s toebedeeld. Voor de drie scenario’s zijn vervolgens berekeningen gemaakt van: • De totale meerkosten; • De totale jaarlijkse besparingen; • De totale extra meerkosten t.o.v. het bestaande beleid (scenario 1); • De totale jaarlijkse extra besparingen t.o.v. het bestaande beleid (scenario 1); • De totale CO2-besparing in 2015; • De totale CO2-reductie t.o.v. 2008. In de volgende drie paragrafen zijn de drie scenario’s nader beschreven. Vervolgens worden in de paragraaf daarna de drie scenario’s met elkaar vergeleken.
Scenario 1: Huidig beleid In dit scenario zijn alle reeds besloten maatregelen opgenomen. Alles bij elkaar is dit al een behoorlijk pakket aan maatregelen die op alle activiteiten ingrijpen. De volgende tabel en figuur geven de belangrijkste kenmerken en uitkomsten. Kosten (1000 €) Personeel Investering Totaal
Cumulatieve besparingen (1000 €) 226 In 2015 400 14,5% 2.312 In 2020 1.184 42,8% 2.538 In 2025 1.968 71,2%
25
Er zijn een paar maatregelen die niet worden overgenomen uit een vorig scenario omdat een nieuwe maatregel de combinatie hiermee uitsluit. Voorbeeld: Aanschaf elektrische auto’s sluit aanschaf energie zuinige auto’s uit.
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
24
CO2-reductie CO2-reductie Nog te compenseren
1.324 ton CO2 35,4% van CO2-voetafdruk 2008 2.417 ton CO2
De onderstaande twee figuren laten zien wat de kosten en besparing per jaar zijn en de cumulatieve CO2-besparingen van scenario 1.
Alle maatregelen uit stap 1 en stap 2 bij elkaar kosten ruim een half miljoen Euro en zijn in 2019 ongeveer terugverdiend. Er wordt zo goed als geen duurzame energie opgewekt in dit scenario, behalve het aanhaken op het centraal stedelijk project windenergie (2.1.3). Daarnaast wordt er groene stroom ingekocht voor de elektriciteitsbehoefte die in 2015 nog bestaat (na alle besparingen die zijn doorgevoerd). Dit geeft een belangrijke bijdrage (25%) aan verlaging van de CO2-voetafdruk maar is niet aanvullend op wat nu al gebeurd. Het vervroegd vervangen van de wagens (3.1.2), in stap 3, kost verreweg het meest (80% v/d kosten van dit scenario) en levert maar 19% CO2-besparing op van het totaal. Tevens heeft deze maatregel een lange terugverdientijd van circa 20 jaar. Positief is dat deze maatregel fors bijdraagt aan onder andere een schonere luchtkwaliteit. Dit scenario realiseert een CO2-reductie van 35%.
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
25
Scenario 2: Huidig beleid Plus In dit scenario zijn alle maatregelen uit scenario 1 meegenomen plus de maatregelen met een terugverdientijd kleiner dan 15 jaar. De volgende tabel en figuur geven de belangrijkste kenmerken en uitkomsten. Kosten (1000 €) Personeel Investering Totaal
435 In 2015 4.101 In 2020 4.536 In 2025
Cumulatieve besparingen (1000 €) 1.366 30,1% 3.380 74,5% 5.394 118,9%
Meerkosten t.o.v. scenario 1 (1000 €) ‘Meer’ besparingen (1000 €) t.o.v. scenario 1 Totaal 1.998 In 2015 966 In 2020 2.196 In 2025 3.425 CO2-reductie CO2-reductie Nog te compenseren
2.080 ton CO2 55,6% van CO2-voetafdruk 2008 1.661 ton CO2
De onderstaande twee figuren laten zien wat de jaarlijkse kosten en besparing zijn en de cumulatieve CO2-besparingen van scenario 2.
Alle maatregelen uit stap 1, stap 2 en maatregel 3.1.1. (HR-ketel bij Zuiderbad) bij elkaar kosten ruim twee en een half miljoen Euro en zijn in 2019 ongeveer terugverdiend.
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
26
In scenario 2 wordt iets aan duurzame energie opgewekt, dit geeft een CO2-reductie van 5%. Daarnaast wordt er groene stroom ingekocht voor de elektriciteitsbehoefte die in 2015 nog bestaat (na alle besparingen die zijn doorgevoerd). Dit geeft een belangrijke bijdrage (22%) aan verlaging van de CO2-voetafdruk maar is niet aanvullend op wat er nu al gebeurd. Dit scenario realiseert een CO2-reductie van ongeveer 56%.
Scenario 3: Nieuw Oud-Zuid In dit scenario zijn alle maatregelen uit scenario 1 meegenomen plus de maatregelen met een terugverdientijd kleiner dan 15 jaar. De volgende tabel en figuur geven de belangrijkste kenmerken en uitkomsten. Kosten (1000 €) Personeel Investering Totaal
596 In 2015 7.698 In 2020 8.294 In 2025
Cumulatieve besparingen (1000 €) 1.874 22,6% 4.939 59,5% 8.005 96,5%
Meerkosten t.o.v. scenario 1 (1000 €) ‘Meer’ besparingen (1000 €) t.o.v. scenario 1 Totaal 5.756 In 2015 1.474 In 2020 3.755 In 2025 6.036 CO2-reductie CO2-reductie Nog te compenseren
2.803 ton CO2 74,9% van CO2-voetafdruk 2008 938 ton CO2
De onderstaande twee figuren laten zien wat de jaarlijkse kosten en besparing zijn en de cumulatieve CO2-besparingen van scenario 3. In dit scenario wordt fors ingezet op duurzame energie opwekken. Dit is terug te zien in de kosten (in 2015 meer dan 8 miljoen Euro) maar levert in 2015 ook een forse CO2-reductie van 75% op en een kostenbesparing van ruim 1,9 miljoen Euro. In 2025 zijn zelfs bijna alle investeringen weer terugverdiend. Alle maatregelen uit stap 2, uitgezonderd ‘Inkoop groene stroom’ (2.2.3) en ‘Wagenpark en machinerieën zoveel mogelijk klimaatneutraal’ (2.3.7), kosten bij elkaar ruim twee miljoen Euro. Zij leveren bij elkaar wel een bijdrage van 16% aan reductie van de CO2-voetafdruk. Het gaat hier met name om gebruik van aardwarmte en/of warmte- koudeopslag (2.1.4) en zonnecollectoren op het dak van het Zuiderbad (2.1.2), respectievelijk 8% en 4% van de CO2-reducte. Daarnaast wordt er nog groene stroom ingekocht voor de elektriciteitsbehoefte die in 2015 nog bestaat (na alle besparingen die zijn doorgevoerd). Dit geeft een bijdrage van 9% aan de verlaging van de CO2-voetafdruk maar is niet aanvullend op wat er nu al gebeurd.
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
27
Dit scenario realiseert een CO2-reductie van 75%.
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
28
Vergelijking van de drie scenario’s De drie scenario’s lopen fors uiteen in termen van investeringskosten, TVT en CO2-reductie.
Scenario
Totale kosten
1. Huidig beleid
Kostenbesparingen
CO2-reductie
€ 2.538
2015 € 400
2020 € 1.184
2025 € 1.968
2. Huidig beleid Plus
€ 4.536
€ 1.366
€ 3.380
€ 5.394
56%
3. Nieuw Oud-Zuid
€ 8.294
€ 1.874
€ 4.939
€ 8.005
75%
35%
Een paar maatregelen hebben echter grote invloed op de cijfers van de scenario’s. Maatregel 1.4.17 Ondergronds afval verzamelen 2.1.1 Nieuw geplande dak sporthal De Pijp vol leggen met zonnepanelen - 1000 m2 2.1.2 Zonnecollectoren op het dak van het Zuiderbad - 1000 m2
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
Scenario’s
Totale kosten
Jaarlijkse kostenbesparing
CO2-reductie (kg)
2 en 3
€ 590.000
€ 14.000
35.000
3
€ 800.000
€ 60.000
72.000
2 en 3
€ 670.000
€ 30.000
150.000
29
Maatregel 2.1.4 Aardwarmte of warmtekoude opslag systemen in grote gebouwen 2.3.7 Wagenpark en machinerieën zoveel mogelijk klimaatneutraal laten opereren 3.1.2 Wagenpark en machinerieën (vervroegd) vervangen door energiezuinige wagens en machines
Scenario’s
Totale kosten
Jaarlijkse kostenbesparing
CO2-reductie (kg)
3
€ 500.000
€ 70.000
290.000
3
€ 3.100.000
€ 127.000
540.000
€ 2.030.000
€ 100.000
250.000
1 en 2
Vooral maatregel 2.3.7 en 3.1.2 hebben een zeer grote invloed op de totale kosten van een scenario. Daarbij zijn deze kosten ook nog eens behoorlijk onzeker, onder andere omdat het een zeer divers aantal wagens (personenauto’s, vuilniswagens en straatveegwagens) en machinerieën (parkonderhoud en afvalverwijdering) betreft. Scenario 2 onderscheid zich vooral door meer besparingsmaatregelen en scoort in vergelijking met scenario 1 beter op zowel terugverdientijd als CO2-reductie. Wel moet natuurlijk ruim 2 miljoen euro meer geïnvesteerd worden. Scenario 3 scoort in vergelijking met scenario 2 iets minder op terugverdientijd maar wel veel beter op CO2-reductie. Er moet ongeveer 3,7 miljoen euro meer geïnvesteerd worden dan in scenario 2.
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
30
Hoofdstuk 6: Compensatie opties CO2-compensatie is het voorkomen van CO2-uitstoot op een andere wijze (en andere plaats) dan door vermindering van de ‘eigen’ CO2-uitstoot. Het compenseren van, door eigen activiteiten, vrijgekomen CO2 kan op verschillende manieren: 1. Door CO2 vast te leggen, bijvoorbeeld in groeiende bossen. Bomen hebben voor hun groei kooldioxide (CO2) nodig die ze uit de lucht halen. Op die manier compenseren ze de uitstoot van CO2. 2. Door het vervangen van milieubelastende activiteiten door milieuvriendelijke activiteiten, bijvoorbeeld door kolencentrale te vervangen door een windmolenpark of een terrein vol zonnepanelen. Er zijn diverse organisaties die CO2-compensatie aanbieden en regelmatig komen er nieuwe aanbieders bij 26. Deze organisaties verkopen CO2-credits. 1 CO2-credit staat gelijk aan één ton CO2 die elders gereduceerd (in groeiend bos) of voorkomen is (aanleg van windpark i.p.v. kolencentrale). Na berekening van de CO2-uitstoot kan eenzelfde hoeveelheid CO2-credits aangeschaft worden om deze te compenseren. Bij CO2-compensatie moet op een aantal zaken gelet worden, die de ‘kwaliteit’ van de CO2-credits bepalen en daarmee of deze vorm van compensatie voldoet aan de doelstelling die de koper zich heeft gesteld: • • •
•
Berekening van de CO2-uitstoot; De gevoerde CO2-boekhouding, onafhankelijk controle en openbaarheid van deze informatie; De controle op de uitvoering van CO2-compenstie. Er bestaan verschillende soorten systemen die ook een eigen wijze van controle hebben (Certified Emisson Reductions , Emissions Ruduction Unita's, Verified Emisson Reductions, Europese emissiehandelsrechten en Future Emission Reductions); De soorten projecten die men uitvoert en de landen waar men in actief is.
Standpunten De raad van Stadsdeel Oud-Zuid heeft op 27 mei 2009 een amendement op het milieubeleidsplan 2009-2011 aangenomen waarin staat dat er geen gebruik wordt gemaakt van CO2-compensatie, indien met reductiemaatregelen en opwekking van duurzame energie de doelstelling van een CO2neutrale stadsdeelorganisatie in 2015 niet wordt gehaald. Argument voor dit amendement zijn dat er ‘veel haken en ogen zitten aan het nut en de effectiviteit van CO2-compensatie’.
26
www.klimaatcompensatie.nl, www.hierisklimaatneutraal.nl, www.icroa.org, www.davidsuzuki.org en www.ecobusinesslinks.com
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
31
Zowel consumentenorganisaties als natuur- en milieuorganisaties 27 staan in principe positief tegenover klimaatcompensatie (niet alleen CO2 maar ook andere broeikasgassen worden gecompenseerd), zij het dat sommige organisaties kanttekeningen plaatsen of voorwaarden stellen aan de uitvoering. Ook vinden vrijwel alle organisaties dat het klimaatprobleem in eerste instantie moet worden aangepakt bij de bron en dat pas daarna klimaatcompensatie in beeld komt. Kortom: “Eerst reduceren en dan compenseren van broeikasgassen”. De aanbieders van klimaatcompensatie wijzen op het belang van herbebossing zolang er nog wereldwijd ontbossing plaatsvindt en anderzijds op de noodzaak om steeds meer te gaan investeren in duurzame energie en energiebesparing als vorm van klimaatcompensatie. De wereldwijde ontbossing is voor 25% veroorzaker is van het klimaatprobleem. Daarnaast ligt er wereldwijd nog ruim 2 miljard hectare grond braak, dat geschikt is voor de aanplant van bos. Zo vormt bosaanplant (voor sommigen) een tijdelijke oplossing zodat tijd ontstaat om wereldwijd over te schakelen op duurzame energie. De organisaties die investeren in bosaanplant, geven aan dat zij zich houden aan de regels van het Clean Development Mechanisme. Die stellen dat op de plaats van aanplant van 'klimaatbos' na 1990 geen bos mag hebben gestaan. Zo wordt ondervangen dat bestaand bos wordt gekapt om er klimaatbos op te planten. De meeste aanbieders van klimaatcompensatie hanteren ook het adagium “eerst reduceren en dan compenseren” en adviseren hun klanten hier ook over.
CO2-compensatie en Stadsdeel Oud-Zuid Hoewel wij ons het gevoel, van een moderne aflaat, bij CO2-compensatie (of klimaatcompensatie) kunnen voorstellen, zijn we van mening dat CO2-compensatie een belangrijk instrument kan zijn voor het Stadsdeel om haar ambities op klimaatgebied te realiseren: •
•
•
CO2-compensatie biedt de mogelijkheid om iets te doen aan CO2-emissies die onvermijdelijk zijn en waar anders misschien pas over jaren iets aan gedaan zou kunnen worden. Het vliegen in een vliegtuig bijvoorbeeld kan nog niet zonder gebruik van de fossiele brandstof kerosine. Hoewel er wel gewerkt wordt aan biobrandstoffen zal dit toch nog wel een tijd duren voordat biobrandstoffen in de luchtvaart gemeengoed worden. CO2-compensatie biedt de mogelijkheid om nu iets te doen aan CO2-emissies die technisch, financieel en/of praktisch onvermijdelijk zijn. De omschakeling bijvoorbeeld naar een klimaatneutraal kantoorgebouw is technisch, financieel en praktisch waarschijnlijk wel haalbaar maar niet op de korte (en waarschijnlijk) middellange termijn. Gebouwgebonden energieverbruik (en CO2-emissies) blijven daardoor nog enige jaren onvermijdelijk. CO2-compensatie is een begin van het reëel waarderen van energieverbruik door het beprijzen CO2-uitstoot.
Naast bosaanplant en duurzame energie of energiebesparingprojecten in ontwikkelingslanden zijn er ook maatregelen te bedenken die dichter bij huis uitgevoerd kunnen worden. Deze maatregelen vallen, in zijn algemeenheid, feitelijk buiten de definitie van Kyoto over CO2-compensatie maar 27
http://www.milieucentraal.nl
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
32
bieden het voordeel dat er naast CO2-reductie ook meestal ook sprake is van kosten reductie. Wel is deze vorm van CO2-compensatie vaak duurder dan de aangeboden CO2-credits. Op basis van de CO2-voetafdruk en de besprekingen met afgevaardigden van Stadsdeel Oud-Zuid hebben we de volgende ‘compensatie’ maatregelen uitgewerkt: 1. Energiebesparing en duurzame energie toepassen in gebouwen, die buiten de CO2voetafdruk vallen maar waar het Stadsdeel wel eigenaar van is; 2. Energiebesparing en duurzame energie toepassen in gebouwen met een algemeen nut (scholen, sportzalen, etc.) die in het Stadsdeel staan; 3. Plaatsing van middelgrote windmolen(s) in het Stadsdeel; 4. Zonnepanelen op gebouwen van Stadsdeel Oud-Zuid; 5. Investeren in windmolens in de regio Amsterdam; 6. Investeren in een windmolen(fonds); 7. Opzetten van een lokaal ‘klimaatfonds’; 8. Inkopen van Gold Standard CO2-credits.
1. Energiebesparing en duurzame energie in stadsdeelgebouwen Bij berekening van de CO2-voetafdruk van de stadsdeelorganisatie is ervoor gekozen om alleen die gebouwen mee te nemen waar regelmatig medewerkers van het Stadsdeel werkzaam zijn. In de lijst van 14 gebouwen staan daarom ook gebouwen die geen eigendom zijn van het Stadsdeel of waarvan het gebouw meer een publieke functie heeft, zoals bijvoorbeeld de twee sporthallen en het zwembad. Het Stadsdeel is eigenaar van ongeveer 25 gebouwen. In de gebouwen die niet worden meegenomen in de CO2-voetafdruk en het Plan van Aanpak kan er waarschijnlijk ook nog wel het nodige gedaan worden om het energieverbruik terug te dringen. Voor al deze gebouwen worden dit jaar EPA-U maatwerk adviezen uitgevoerd. Op dit moment is nog onbekend hoeveel CO2 gereduceerd zou kunnen worden in deze gebouwen met de voorgestelde maatregelen uit de maatwerkadviezen. Ook de kosten van maatregelen om het energieverbruik terug te dringen zijn nog onbekend. Wel is het aannemelijk dat veel maatregelen, net als voor de gebouwen die wel binnen het Plan van Aanpak zijn bekeken, binnen 10 jaar zijn terugverdiend. Indien daadwerkelijk maatregelen uitgevoerd gaan worden zullen met de huurder gebruiker van het pand afspraken gemaakt moeten worden over de uitvoering van deze maatregelen en hoe de kosten (investering en aanleg) en baten (verminderde energiekosten) verdeeld gaan worden.
2. Energiebesparing en duurzame energie toepassen in gebouwen binnen het Stadsdeel Stadsdeel Oud-Zuid heeft een groot aantal gebouwen binnen haar stadsgrenzen met een maatschappelijke functie, zoals scholen en gymzalen. Ook bij deze gebouwen kan vaak nog veel aan energiebesparing en duurzame energie gedaan worden. Als compensatiemaatregel zou Oud-Zuid
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
33
een programma op kunnen zetten om de eigenaren van deze gebouwen aan te sporen om CO2reducerende maatregelen te kunnen nemen. Voor deze maatregelen geldt ook dat nog onbekend is hoeveel CO2 gereduceerd zou kunnen worden en wat de eventuele kosten zijn. Een terugverdiend binnen de 10 jaar lijkt aannemelijk. Tevens geldt ook dat over de verdeling van kosten en baten goede afspraken gemaakt moeten worden. Op dit moment zijn er ook aantrekkelijke subsidies beschikbaar vanuit de rijksoverheid om het energieverbruik en de luchtkwaliteit binnen scholen aan te pakken.
3. Plaatsing van windmolen in het Stadsdeel Plaatsing van één of enkele middelgrote windmolens in het Stadsdeel is een manier om de CO2uitstoot te compenseren. Groot voordeel is dat dit een heel zichtbare wijze van compensatie is die publicitair aantrekkelijke kan zijn. Onduidelijk is of überhaupt een windmolen geplaatst zou kunnen worden, nog los van de vraag hoeveel moeite en tijd dit zal kosten in verband met vergunningen en mogelijk oppositie vanuit bewoners en bedrijven.
4. Zonnepanelen plaatsen op gebouwen van Stadsdeel Oud-Zuid Plaatsing van zonnepanelen op de daken van gebouwen van het Stadsdeel (die niet vallen binnen de CO2-voetafdruk) is een manier om de CO2-uitstoot te compenseren. Er zijn veel platte daken beschikbaar. Nadeel van deze maatregel is dat er zeer hoge investeringskosten mee gemoeid zijn en dat de terugverdientijd erg lang is.
5. Investeren in Amsterdamse windmolen(s) Amsterdam produceert al windenergie voor 40.000 huishoudens maar heeft de ambitie om dat te gaan verdubbelen. In de haven van Amsterdam staat 65 Megawatt vermogen aan windmolens opgesteld. Er wordt gewerkt aan uitbreiding. Op diverse plekken in de stad is ruimte voor nieuwe windmolens. En in de haven worden bestaande molens vervangen door molens met meer vermogen. De termijn waarop windmolens gerealiseerd kunnen worden is lang, ongeveer 5 jaar. Stadsdeel Oud-Zuid zou actief mee kunnen werken aan de realisatie van deze windmolens en een deel van de investering op zich nemen. De CO2-besparing is gelijk aan het investeringsdeel.
6. Investeren in een windmolen(fonds) Sinds enkele jaren komen er steeds meer mogelijkheden om in duurzame energie te investeren vooral in wind energie. Dit kan via participaties of lidmaatschap in individuele windmolenprojecten (bijvoorbeeld Raedthuys & Partners, Meewind, Windvogel en Zeeuwind) maar ook via het kopen van aandelen van fondsen (bijvoorbeeld Meewind, Fortis Clean Energy Fund en Ohra New Energie Fonds) die investeren in meerdere projecten en bedrijven op gebied van duurzame energie. Voordelen van het op deze manier investeren in duurzame energie zijn dat het per direct kan, het investeringsbedrag ‘vrij’ gekozen kan worden, de financiële risico’s goed in beeld gebracht kunnen worden en dat naast de revenuen ook het geïnvesteerde bedrag weer terugkomt bij het Stadsdeel.
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
34
7. Opzetten van een lokaal ‘klimaatfonds’ Amsterdam is aan het onderzoeken wat de mogelijkheden en randvoorwaarden zijn voor het opzetten van een stedelijk klimaatfonds. Dit fonds biedt een financieringsconstructie voor projecten die bijdragen aan de reductie van broeikasgassen, waaronder CO2. Stadsdeel Oud-Zuid zou aan kunnen sluiten bij een stedelijk fonds of een deelfonds oprichten dat zich specifiek richt op projecten in haar eigen Stadsdeel. Het fonds zou het karakter van een ‘revolving fund’ moeten krijgen. Dit betekent dat het fonds weer gevuld wordt met de revenuen die de projecten opleveren door een vermindering van het energieverbruik. Het opzetten van een dergelijk fonds kan nog de nodige tijd in beslag nemen en ook de hoogte van het in te leggen bedrag kan nu niet bepaald worden. Wel lijkt een voldoende groot start kapitaal voor het fonds van belang om niet het risico te lopen dat goede projecten (projecten met een hoge CO2-reductie per euro) niet gefinancierd kunnen worden.
8. Inkopen van Gold Standard CO2-credits Hoewel deze maatregel feitelijk niet toegepast kan worden vanwege het amendement dat hierover is aangenomen hebben we hem wel in dit rijtje opgenomen om te kunnen laten zien wat de kosten zijn. Voor de kosten zijn we uitgegaan van Gold Standard CO2-credits. Op basis van een snelle analyse 28 van de kosten van dergelijke CO2-credits hebben we een bedrag van € 15 per ton CO2 genomen.
Advies Aan CO2-compensatie zitten nadelen maar ook voordelen. De voorwaarden waaronder compensatie zou mogen plaatsvinden en de criteria waaraan CO2-compensatie zou moeten voldoen, bepalen in belangrijke mate of compensatie past binnen de doelstelling die men zich heeft gesteld. Stadsdeel Oud-Zuid is actief bezig met haar klimaatbeleid. Dit Plan van Aanpak is daar een voorbeeld van. Ook heeft men met het vaststellen van een terugverdientijd van 10 jaar of minder en het beleid voor klimaatneutraal bouwen binnen het Stadsdeel, al redelijk ruime financiële voorwaarden geschapen om investeringen in energiebesparing en toepassing van duurzame energie, binnen de eigen organisatie, mogelijk te maken. Indien Stadsdeel Oud-Zuid erin slaagt om al haar beleidsvoornemens op klimaatgebied ook gerealiseerd te krijgen, kan gesteld worden dat zij alles wat redelijkerwijs mogelijk is op gebied van CO2-reductie ook doet. CO2-compensatie zou daarop een aanvulling kunnen zijn om toch de ambitie van een klimaatneutrale Stadsdeel organisatie te kunnen realiseren. Onderstaande tabel vat de verschillende mogelijke maatregelen samen en geeft een eerste indicatie van: De terugverdientijd; Een onderlinge vergelijking van de investeringskosten (de werkelijke investeringskosten zijn soms moeilijk vast te stellen en ook afhankelijk van hoeveel CO2 er gecompenseerd moet worden); en Een jaartal wanneer de maatregel geïmplementeerd kan zijn.
28
www.carboncatalog.org
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
35
Compensatie maatregel 1. Energiebesparing en duurzame energie in gebouwen van Oud-Zuid. 2. Energiebesparing en duurzame energie in gebouwen binnen het Stadsdeel. 3. Middelgrote windmolen in het Stadsdeel. 4. Zonnepanelen op gebouwen Stadsdeel. 5. Investeren in windmolens in Amsterdam. 6. Investeren in een windmolen(fonds). 7. Opzetten van een lokaal ‘klimaatfonds’. 8. Inkopen CO2-credits, Gold Standard.
TVT 29 (jaar)
Investeringskosten (€)
Implementatie
< 10
laag
2010 - 2012
< 10
laag
2010 - 2012
< 20
hoog
> 2015
> 20
zeer hoog
< 20
hoog
> 2015
nvt
hoog
2010
nvt
medium
2011
nvt
zeer laag
2010
2010 - 2012
Voor drie van de acht compensatiemaatregelen is niet op voorhand te zeggen of hiermee ook de benodigde compensatie gehaald kan worden. Dit is ook nog eens afhankelijk van de scenario’s die gekozen worden. Bij het verder uitwerken van 1 of meerdere van bovenstaande compensatiemaatregelen moet ook in meer detail gekeken worden naar het CO2-reductie potentieel. De drie scenario’s leveren een verschillende hoeveelheid nog te compenseren CO2 op. In onderstaande tabel zijn de hoeveelheden opgenomen die nog gecompenseerd moeten worden om de ambitie, “Een klimaat neutrale stadsdeelorganisatie in 2015”, te kunnen realiseren. Scenario Scenario 1: Huidig beleid
CO2-compensatie in 2015 (ton) 2.417
Scenario 2: Huidig beleid plus Scenario 3: Nieuw Oud-Zuid
1.661 938
Compensatie kosten (€) 30 € 36.255 € 24.915 € 14.070
Ons advies voor Stadsdeel Oud-Zuid over compensatie is: 1. Maak een keuze voor een scenario. 2. Reserveer jaarlijks minimaal het bedrag dat met CO2-compensatie overeenkomt. 3. Besteedt dit bedrag aan maatregel 1 en 2, mogelijk in combinatie met het oprichten van een klimaatfonds. 4. Investeer in windmolens in de regio Amsterdam indien de ambitie hoger ligt.
29
TVT = terugverdientijd Voor de kosten zijn we uitgegaan van Gold Standard CO2-credits. Op basis van een snelle analyse van de kosten (www.carboncatalog.org) van CO2-credits hebben we een bedrag van € 15 per ton CO2 genomen. 30
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
36
Annex A: Lijst bronnen Bronnen Plan van Aanpak De tabel hieronder geeft weer welke informatie van Stadsdeel Oud-Zuid is verkregen om tot dit Plan van Aanpak te komen. Omschrijving documenten 1. Ambitieniveau duurzaam ouwen Stadsdeel Amsterdam Oud-Zuid 2. Menukaart DUIK 3. Besluiten Raad Oud-Zuid: 10% regeling Duurzaam Inkopen 4. Bouwbrief Oud-Zuid 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16.
Handreiking Duurzaam Inkopen en Aanbesteden (SenterNovem) Milieubeleidsplan Oud-Zuid 2005-2008 Milieubeleidsplan Oud-Zuid 2009-2011 concept Milieubeleidsplan Oud-Zuid 2009-2011 Bijlagen Milieu-uitvoeringsprogramma 2008 OudZuid Milieuverslag Oud-Zuid 2007 Personeelsregelement Oud-Zuid Uitvoeringsprogramma Lucht Oud-Zuid Vervoersplan Oud-Zuid 2008 Vervoersplan Oud-Zuid 2009 Vervoersscan 2008 Verslag energie-APK Zuiderbad
Namen geïnterviewde personen 1. Heidi de Boer – Milieubeleid 2. Janphilip Oudejans – Vervoersplan 3. Theo Eigeman – Vastgoed 4. William Vrijburg – Bedrijfs Interne Milieuzorg stadsdeelkantoren 5. Ronnie Ruijzendaal – Zuiderbad 6. Hilda de Greef – sporthallen Apollohal en De Pijp 7. Gorge Kist en Vera Patrick – Wagenpark en Machinerieën 8. Jan Grinwis – ICT1
Daarnaast hebben wij aanvullende deskresearch gedaan. De verwijzingen naar de gebruikte documenten vindt u in de footnotes.
Bronnen CO2-voetafdruk Voor de drie verschillende activiteiten uit de scope zijn verschillende bronnen van gegevens gebruikt. Deze staan in de tabel hieronder weergegeven. Activiteit
Bronnen
Energieverbruik van alle
• Energieverbruik (aardgas m3 en elektriciteit kWh) zoals opgegeven
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
37
Activiteit
Bronnen
stadsdeelgebouwen waar ambtenaren werkzaam zijn. •
Energieverbruik van alle dienstwagens en machinerieën. Woon-werkverkeer per auto, motor en bromfiets.
•
•
•
•
op de afrekening van de leverancier, zoals opgegeven door Heidi de Boer (beleidsmedewerker Milieu); Schatting van energieverbruik Olympiaplein, door Partners for Innovation, op basis van oppervlakte gebouw, activiteiten die er plaatsvinden, energieverbruik per bvo van overige gebouwen OudZuid, gemiddeld energieverbruik per huishouden31 en gemiddeld oppervlakte huishouden32. Energieverbruik (liters en kWh) van alle dienstwagens, gebaseerd op tankpassen en schatting voor Goupil elektrowagens, zoals opgegeven door Jan van Rooijen (wagenparkbeheerder). Geschat aantal gereden kilometers uit de vervoersscan medewerkers Oud-Zuid (2008) met toelichting van André van den Berg (onderzoeker); Brandstofverbruik (liters) van de personenauto’s die worden ingezet voor bedrijfsvervoer, gebaseerd op tankpassen, zoals opgegeven door Jan van Rooijen (wagenparkbeheerder); Schatting van brandstofverbruik voor 1 dienstwagen voor bedrijfsvervoer, door Partners for Innovation, op basis van gegevens van vergelijkbare dienstauto’s.
Elke activiteit veroorzaakt directe en indirecte CO2-uitstoot. Directe CO2-uitstoot treedt op bij verbranding van fossiele brandstoffen, bijvoorbeeld bij het rijden in een auto. Het verbruik van elektriciteit en de inkoop van goederen zijn voorbeelden van indirecte CO2-uitstoot. Er zijn een groot aantal CO2-emissie kentallen voor directe en indirecte CO2-uitstoot. Deze zijn berekend aan de hand van uitgevoerde Levens Cyclus Analyses (LCA). LCA’s van directe uitstoot zijn in de regel minder complex dan voor indirecte uitstoot en daarmee ook vaak betrouwbaarder. De kwaliteit van een CO2-emissie kental hangt daarnaast ook af van de mate waarin het kental de feitelijke situatie representeert. Voor de CO2-voetafdruk van Stadsdeel Oud-Zuid zijn verschillende algemeen geaccepteerde en openbare bronnen voor kentallen gebruikt. In de tabel hieronder is per kental aangegeven welke bron is gebruikt en wat de kwaliteit van dit kental is. De belangrijkste bronnen zijn hieronder in de tabel nog toegelicht. Gebruikte kental
Kwaliteit
Bron
Elektriciteitsverbruik: 0,38666 kg CO2/kWh Aardgasverbruik: 2,2431024 kg CO2/m3 Euro 95 benzineverbruik (ook voor ASPEN benzine en HBP gebruikt): 2,34 kg CO2/liter Dieselverbruik: 2,68 kg CO2/liter
Hoog (indirect) Zeer hoog (direct) Zeer hoog (direct)
GHG Protocol 2007 GHG Protocol 2007 GHG Protocol 2006
Zeer hoog (direct)
GHG Protocol 2006
31
www.milieucentraal.nl Rapport VROM, Wonen, Wijken en Integratie: Cijfers over Wonen 2006; Feiten over mensen, wensen, wonen 32
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
38
Gebruikte kental
Kwaliteit
Bron
CO2-emissie per autokilometer: 0,1880 kg CO2/km (Totaal Benzine, Diesel, LPG) CO2-emissie per motorkilometer en brommerkilometer (50/50 genomen van 2 kentallen): 0,0975 kg CO2/km
Gemiddeld (indirect)
STREAM 2008
Laag (indirect)
STREAM 2008
GHG-protocol / EIA Het World Resource Institute en de World Business Council for Sustainable Development hebben het Greenhouse Gas Protocol (GHG-protocol) gevormd, om bedrijven, overheden en milieugroeperingen wereldwijd te assisteren bij het bouwen van een nieuwe generatie van betrouwbare en effectieve programma’s voor het aanpakken van klimaatverandering. Hiervoor hebben ze een aantal tools en een dataset van algemeen geaccepteerde CO2-emissie factoren ontwikkeld. De kentallen voor CO2uitstoot per kWh elektriciteit van het GHG-protocol zijn gebaseerd op cijfers van het International Energy Agency. STREAM CE Delft heeft een uitvoerige studie uitgevoerd naar de CO2-uitstoot van de meeste transportmiddelen in Nederland;“Studie naar Transport Emissies van alle Modaliteiten” (STREAM). De CO2-emissie kentallen zijn gebaseerd op verschillende bronnen van fossiel brandstof verbruik, energie verbruik, laadfactoren, omwegpercentages, grootte van het transportmiddel en vele verschillende transportmiddelen. De betrouwbaarheid van de gebruikte CO2-emissie kentallen zijn hoog uitgezonderd die voor woonwerkverkeer. Dit komt omdat voor zowel autogebruik als brommer- en motorgebruik gemiddelde waardes voor de kentallen zijn genomen. Voor de gebruikte auto’s voor woon-werkverkeer is het niet bekend of dit benzine auto’s of diesels zijn. Daarom is een kental genomen dat gebaseerd is op de verhouding Benzine/Diesel/LPG dat voorkomt op de Nederlandse wegen. Tevens is de verhouding motorrijders en brommerrijders onbekend. Er is daarom gekozen om de kentallen voor deze vervoersvormen 50/50 mee te rekenen voor de hele groep motor- en brommerrijders.
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
39
Annex B: Detaillijst maatregelen Hieronder staan alle maatregelen in detail beschreven. Er staat ook vermeld in welk scenario de maatregelen vallen. Sommige maatregelen vallen maar in een scenario, maar anderen in alle drie. Dit is aangegeven met een cijfer. Scenario 1 is “Huidig beleid”, Scenario 2 is “Huidig beleid plus” en scenario 3 is “Nieuw Oud-Zuid”. Meerkosten aanschaf Besparing investering + personeel euro / jaar
TVT
CO233 reductie
Gerelateerde CO2uitstoot 2008
jaar
%
kg CO2 / jaar
CO2reductie kg CO2/jaar
CO2 efficiëntie kg CO2/ euro
Overige voordelen
Overige nadelen
Implementatie jaar
Scenario 1, 2 en/of 3
Bron cijfers omschrijving
1. Verminderen energieverbruik en CO2-uitstoot 1.1 Monitoren + sturen op resultaten Gebouwen Continu monitoring energieverbruik 1.1.1 gemeentelijke gebouwen (web-based) Goede afspraken maken over: 1) Wie is verantwoordelijk voor verklaren afwijkingen in web-based monitoring, 2) Welke afdeling is verantwoordelijk voor kleine dan wel grote investeringen in onderhoud/opwaarderen gebouw bijbehorende lange termijn budgetten. (Nu spanningsveld vastgoed en 1.1.2 gebouwbeheerder.) Werf 2e van de Helststraat meenemen in web-based monitoring energieverbruik, 1.1.3 nieuw te bouwen werf op termijn ook. Verankeren koppeling tussen ambtenaar verantwoordelijk voor accorderen factuur energie en verantwoordelijke monitoren energieverbruik en onderhoud (indien niet 1.1.4 dezelfde persoon).
€ 56,350
€ 3,375
16.7
0.5%
2,138,190
10,691
€ 3,000
€ 1,687
1.8
0.3%
2,138,190
5,345
€ 3,947
€ 143
27.6
0.5%
57,520
288
€ 3,000
33
€ 1,687
1.8
0.3%
2,138,190
5,345
0.19
2009
Snellere afhandeling, kleinere kans 1.78 op conflicten
2010
0.07
2011
Snellere afhandeling, kleinere kans 1.78 op conflicten
2011
123 SLOK + Eigen inschatting
23 Eigen inschatting
3 SLOK + Eigen inschatting
23 Eigen inschatting
De kolom “CO2-reductie” in % heeft betrekking op de hoeveelheid CO2 van de desbetreffende activiteit. Bijvoorbeeld voor verlichting is er gekeken naar de hoeveelheid CO2 t.g.v. verlichting. Dit zijn dus onderdelen van de totale CO2-uitstoot. Dit is te zien aan de kolom “Gerelateerde CO2-uitstoot 2008”, waarin de hoeveelheid CO2 genoemd staat waarop dit percentage betrekking heeft.
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
40
Meerkosten aanschaf Besparing investering + personeel euro / jaar
TVT
CO233 reductie
Gerelateerde CO2uitstoot 2008
jaar
%
kg CO2 / jaar
CO2reductie kg CO2/jaar
CO2 efficiëntie kg CO2/ euro
Overige voordelen
Overige nadelen
Implementatie jaar
Scenario 1, 2 en/of 3
Bron cijfers omschrijving
34
Taak: "Milieubarometer invullen" op duidelijke manier opnemen in functieomschrijving verantwoordelijke ambtenaren om prioriteit te verhogen. Milieubarometer is instrument in BIM communicatie.
1.1.5
Wagenpark en Machinerieën Afvalophaal: routes ten minste jaarlijks doorrekenen en optimaliseren op basis van 1.1.6 ‘echte’ weeggegevens. Resultaatgericht vegen: jaarlijks kritisch 1.1.7 kijken naar veegnoodzaak.
€0
€ 0 nvt
0.0%
2,138,190
0 nvt
€0
€ 2,834 nvt
1.0%
706,524
7,065 nvt
€0
€ 1,468 nvt
1.0%
362,200
3,622 nvt
Monitoring alle milieu impact, niet alleen van CO2
Luchtvervuili ng Luchtvervuili ng
2011
23 Eigen inschatting
2009
123 Eigen inschatting
2009
123 Eigen inschatting
2009
Offerte maatwerkadvies 123 Tripolis
2014
Offerte maatwerkadvies Tripolis + Eigen 23 inschatting
2011
23 Eigen inschatting
Woon-werk verkeer 1.2 Scan - voorwaarde voor goed doordachte uitvoering besparingsopties Energiebesparingscan gebouwen (2008 grotendeels afgerond) Maatwerkadvies & indicatieve CO2 voetafdruk Tripolis 2009 als beslis1.2.1 document voor te nemen maatregelen € 11,300 Nieuwe energiebesparingscan voor alle gebouwen elke 5 jaar om voorop te lopen met technische ontwikkelingen op gebied energiebesparing
1.2.2
€ 91,000
Bij verbouwing monumenten, bij de aanvraag van de bouwvergunning al maximaal inzetten op energiebesparingmogelijkheden.
1.2.3
Energiebesparingscan voertuigen en machinerieën
€ 1,500 36
35
€ 0 nvt
€ 0 nvt
€ 0 nvt
0.0%
0.0%
0.0%
556,052
2,138,190
2,138,190
0 nvt
0 nvt
0 nvt
Cultureel erfgoed blijft behouden, hergebruik' materialen
(niet gestart)
34
De milieubarometer is een online meetinstrument dat de milieukosten en de milieubelasting van een bedrijf of instelling eenvoudig en snel zichtbaar maakt, www.milieubarometer.nl 35 De scan zelf levert nog geen energiebesparing op, pas als de besparingsopties worden uitgevoerd zal er daadwerkelijke besparing optreden. 36 Dit betreft een inventarisatie van het bestaande wagenpark inclusief machinerieën en de mogelijkheden om aanpassingen te maken om het brandstofverbruik van het wagenpark terug te dringen. Bijvoorbeeld, besparing brandstof door betere afstelling van wagens.
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
41
Meerkosten aanschaf Besparing investering + personeel euro / jaar Eenmalige energiebesparingscan van gehele wagenpark en machinerieën
1.2.4
Nieuwe energiebesparingscan hele wagenpark elke 5 jaar om voorop te lopen met technische ontwikkelingen op gebied energiebesparing Stadsbreed of met VNG onderzoek doen naar technische en economische haalbaarheid mogelijkheden energiezuinige machinerieën: op 4 tact, of elektrisch met voldoende vermogen
1.2.5
1.2.6
TVT
CO233 reductie
Gerelateerde CO2uitstoot 2008
jaar
%
kg CO2 / jaar
CO2reductie kg CO2/jaar
CO2 efficiëntie kg CO2/ euro
€ 13,000
€ 0 nvt
0.0%
1,250,194
0 nvt
€ 23,000
€ 0 nvt
0.0%
1,250,194
0 nvt
€ 8,000
€ 0 nvt
0.0%
531,578
Overige voordelen
Overige nadelen
Implementatie jaar
Luchtvervuili ng
0 nvt
Gezonder; elektrisch: stiller en goedkopebra ndstof
0 nvt
Luchtvervuili ng, minder ruimte/verro mmeling
Scenario 1, 2 en/of 3
Bron cijfers omschrijving
2010
2 Eigen inschatting
2010
3 Eigen inschatting
2012
23 Eigen inschatting
2014
23 Eigen inschatting
Analyse woon-werk verkeer
Nieuwe vervoersscan en nieuw vervoersplan elke 5 jaar
1.2.7
1.3 Nieuw gebouw / nieuwe machines / nieuwe voertuigen Gebouwen Vanaf 2015 klimaatneutraal bouwen, vanaf 2009 'halfneutraal bouwen' (EPL = 8) voor alle nieuwbouwplannen (nieuw kantoor ivm fusie - niet zeker of dit nieuwbouw wordt, nieuwe stadsdeelwerf nog onzeker)
1.3.1
Vanaf 2009 klimaatneutraal bouwen (EPL = 9,5 a 10) voor alle nieuwbouwplannen (nieuw kantoor ivm fusie - niet zeker of dit nieuwbouw wordt, nieuwe stadsdeelwerf nog onzeker)
1.3.2
€ 24,000
€ 0 nvt
0.0%
297,039
Mogelijk langere reistijd voor werknemers
37
€0
€0
37
€ 0 nvt
€ 0 nvt
50.0%
100.0%
0
0
0 nvt
0 nvt
Stimulans werkgelegen heid, Voorbeeldfu nctie, Comfortabel werkklimaat
2015
Eigen inschatting + http://www.destentor.nl /regio/deventer/500239 5/Kostenplaatjegemeente-nieuw1 stadskantoor-klopt.ece
2015
Eigen inschatting + http://www.destentor.nl /regio/deventer/500239 5/Kostenplaatjegemeente-nieuw23 stadskantoor-klopt.ece
De klimaateffecten tijdens de bouw of in het productieproces van nieuwe gebouwen/ wagenpark/ machinerieën vallen buiten de scope van de CO2-voetafdruk. Het is echter wel belangrijk om deze impact te minimaliseren.
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
42
Meerkosten aanschaf Besparing investering + personeel euro / jaar
TVT
CO233 reductie
Gerelateerde CO2uitstoot 2008
jaar
%
kg CO2 / jaar
CO2reductie kg CO2/jaar
CO2 efficiëntie kg CO2/ euro
Overige voordelen
Overige nadelen
Implementatie jaar
Scenario 1, 2 en/of 3
Bron cijfers omschrijving
Wagenpark en machinerieën Kantoorapparaten en catering
Apparatuur (met stekker) vervangen door energiezuinige apparatuur, vervroegd vervangen
1.3.3
€ 269,800
1.4 Technische verbeteringen 38 Gebouwen (uitvoeren maatregelen energiebesparingscan) Maatregel energielabel / maatwerkadvies Zuiderbad uitvoeren: Isoleren buitengevel met 100 mm isolatie aan de binnenkant. Isoleren buitengevel kan door spouwmuur op te vullen met vlokken (piepschuim of 1.4.1 glasvezelvlokken bijvoorbeeld). € 29,601 Maatregel energielabel / maatwerkadvies Zuiderbad uitvoeren: Voorzetramen voor 1.4.2 enkelglas € 4,053 Maatregel energielabel / maatwerkadvies Zuiderbad uitvoeren: HF verlichting met aanwezigheidsdetectie voor sector 1 tot en 1.4.3 met 5 € 38,130 Maatregel energielabel / maatwerkadvies sporthal De Pijp uitvoeren: Voorzetramen 1.4.4 voor lichtstraat € 4,306 Maatregel energielabel / maatwerkadvies sporthal De Pijp uitvoeren: HF-verlichting 1.4.5 met aanwezigheidsdetectie € 146,660 Maatregel energielabel / maatwerkadvies sporthal Apollolaan uitvoeren: HF1.4.6 verlichting € 254,474 Zuiderbad lamellen afdekking, ingebouwd in zwembad (ivm ruimte gebrek) met 1.4.7 motor (ivm arbo) € 51,500
38
€ 22,198
12.2
10.0%
493,285
49,329
€ 51,832
0.6
30.5%
557,153
169,932
5.74
2010
Maatwerkadvies 23 Zuiderbad
€ 407
10.0
0.3%
557,153
1,671
0.41
2010
Maatwerkadvies 23 Zuiderbad
€ 170
224.3
1.9%
557,153
10,586
0.28
2010
Maatwerkadvies 3 Zuiderbad
€ 158
27.3
0.1%
386,542
387
0.09
2011
3 Maatwerkadvies De Pijp
€ 3,935
37.3
10.6%
386,542
40,973
0.28
2011
3 Maatwerkadvies De Pijp
€ 5,066
50.2
16.0%
284,101
45,456
0.18
2011
€ 24,966
2.1
30.0%
414,824
124,447
2.42
2011
Zie annex D voor een lijst van veel gebruikte besparingsopties binnen gebouwen
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
43
0.18
2011
Eigen inschatting + http://www.infoworld.nl /web/Artikel/Strijdentegen3 energieverspilling.htm
Maatwerkadvies 3 Apollohal Eigen schatting + http://www.zwembada 23 fdekkingen.nl
Meerkosten aanschaf Besparing investering + personeel euro / jaar 1.4.8
1.4.9
1.4.10
1.4.11
1.4.12
1.4.13
Herstelwerkzaamheden dak Zuiderbad uitvoeren. Transparante gevel Apollohal aanpassen met zonnewering (reflecterend doek binnenkant) Transparate gevel Apollohal aanpassen met zonnewering (houten lamellen buitenkant) Besparingstrajecten van onderhoud installaties (door DWA uitgewerkt) laten uitvoeren door installateurs Periodiek inregelen installaties, gebaseerd op aanpassingen gewenste situatie Vastleggen energiebesparende maatregelen in meerjarenonderhoudsplannen gemeentelijke gebouwen
€ 1,500
CO233 reductie
Gerelateerde CO2uitstoot 2008
jaar
%
kg CO2 / jaar
€ 4,161
0.4
5.0%
414,824
CO2reductie kg CO2/jaar
CO2 efficiëntie kg CO2/ euro
20,741
€ 51,500
€ 8,221
6.3
10.0%
182,686
18,269
€ 201,500
€ 16,442
12.3
20.0%
182,686
36,537
€ 50,000
€ 20,250
2.5
3.0%
2,138,190
64,146
€0
€ 13,500 nvt
2.0%
2,138,190
42,764 nvt
€0
€ 3,375 nvt
0.5%
2,138,190
10,691 nvt
Overige voordelen
13.83 Beter binnenklimaa 0.35 t Uitzicht, beter binnen0.18 kimaat
1.28
Overige nadelen
Implementatie jaar 2009
Scenario 1, 2 en/of 3
Bron cijfers omschrijving
2010
123 Eigen schatting Eigen schatting + http://www.lamellena 2 msterdam.nl Eigen schatting + http://www.lenco.nl/zo 3 nwering.htm
2010
123 Eigen schatting
2010
23 Eigen schatting
2011
23 Eigen schatting
2010
€ 211,000
€ 2,156
97.9
5.0%
386,542
19,327
waterbufferbi odiversiteit, luchtkwaliteit, akoestische buffer, verhoogde levensduur 0.09 dak
€ 56,000
€ 20,250
2.5
3.0%
2,138,190
64,146
1.15
2015
23 Eigen schatting
€ 33,075
7.6
30.0%
1,069,095
320,729
1.28
2015
23 Eigen schatting
1.4.15
Nieuw geplande dak De Pijp een extensief groendak maken. Subsidie of 'revolving fund' dat nog in ontwikkeling is door centrale stad, voor technische verbeteringen, ook geschikt maken voor gebouwen binnen stadsdeelorganisatie die gehuurd zijn (dus niet in eigen beheer).
1.4.16
Verlichting, isolatie en verkoeling/warmte systeem (verwarming, airco, enzovoort) alle gebouwen verbeteren volgens de laatste technieken, met als leidraad een (nog te maken) energiebesparingscan - zie
€ 251,500
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
44
1.4.14
TVT
2012
Eigen schatting + 3 www.groendak.info
Meerkosten aanschaf Besparing investering + personeel euro / jaar
TVT
CO233 reductie
Gerelateerde CO2uitstoot 2008
jaar
%
kg CO2 / jaar
CO2reductie kg CO2/jaar
CO2 efficiëntie kg CO2/ euro
Overige voordelen
Overige nadelen
Implementatie jaar
Scenario 1, 2 en/of 3
Bron cijfers omschrijving
een separate lijst van mogelijke besparingsopties. Aardwarmte, zonnecellen, zonnecollectoren, windenergie horen hier niet bij.
Wagenpark en Machinerieën(uitvoeren maatregelen energiebesparingscan) Ondergronds afval verzamelen zo snel mogelijk zo ver mogelijk uitbreiden en afvalophaal routes en frequenties hierop aanpassen € 590,000 € 14,170 1.4.17
41.6
5.0%
706,524
35,326
Verrommelin 0.06 g
2014
23 Eigen schatting
Woon-werk verkeer 1.5 Bewustwording Duurzaam inkopen Duurzaam Inkopen uitrollen: Communicatie traject over duurzaamheidcriteria SenterNovem & per criterium ambitie bepalen (o.a. belangrijk voor aanbesteding gebouwen, wagenpark en ICT). Richtlijnen vastleggen voor inkoop onder aanbestedingsgrens. Bewustwording onder medewerkers dat Duurzaamheid bij alle 1.5.1 aankopen belangrijk is.
1.5.2
€0
Ondersteuning Duurzaam Inkopen verankeren in organisatie: Aanstellen actieve Duurzaam Inkopen medewerker bij Beleid Accountmanagement Control afdeling (dmv duidelijk opnemen in functieomschrijving), overstap op actief raadplegen SenterNovem Duurzaam Inkopen productbladen, inrichten interne cursus voor meenemen Duurzaamheid bij inkoop onder aanbestedingsgrens en beschikbaar stellen instrumenten voor 'lastige' inkoop van bijvoorbeeld ICT.
€0
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
45
€ 0 nvt
€ 0 nvt
0.3%
0.3%
3,741,000
3,741,000
9,353 nvt
Alle duurzaamheida specten worden beter meegenomen bij aankoopbesliss ingen
2010
23 Eigen schatting
9,353 nvt
Alle duurzaamheida specten worden beter meegenomen bij aankoopbesliss ingen
2010
23 Eigen schatting
Meerkosten aanschaf Besparing investering + personeel euro / jaar
1.5.3
1.5.4
Monitoring duurzaam inkopen 2009
Ambitie vastleggen: Bij elke verhuizing minder CO2-uitstoot per vierkante meter
Bedrijfs Interne Milieuzorg Al het personeel (in eigen dienst of bijvoorbeeld in dienst cateraar) beter 1.5.5 betrekken bij BIM gedragsverandering. Thuiswerken mogelijk maken (technisch en 1.5.6 organisatorisch) Bedrijfsinterne milieuzorg (BIM) onderdeel maken van functieomschrijving van verschillende personen. Deze personen moeten zorgen dat elk jaar een BIM wordt 1.5.7 opgesteld en nageleefd. Vooral met BIM richten op continue informatiestroom/communicatie, houdingen gedragverandering. En aanhaken op ARC (Amsterdam Reduceert CO2, projectbureau) Voorbeelden: raam open = 1.5.8 kachel uit, dubbelzijdig printen
€0
€ 3,000
TVT
CO233 reductie
Gerelateerde CO2uitstoot 2008
jaar
%
kg CO2 / jaar
€ 0 nvt
0.0%
€ 0 nvt
3,741,000
CO2reductie kg CO2/jaar
CO2 efficiëntie kg CO2/ euro
Overige voordelen
Overige nadelen
Implementatie jaar
Scenario 1, 2 en/of 3
Bron cijfers omschrijving
0 nvt
duurzaamheida specten beter meenemen bij inkoop
2009
123 Eigen schatting
Kan onderdeel zijn van pakket aan ambities omtrent verhuizingen
2010
23 Eigen schatting
0.5%
3,741,000
18,705 nvt
€ 1,500
€ 13,500
0.1
2.0%
2,138,190
42,764
28.51
2010
23 Eigen schatting
€ 30,000
€ 13,500
2.2
2.0%
2,138,190
42,764
1.43
2010
23 Eigen schatting
€0
€ 844 nvt
0.1%
2,138,190
2,673 nvt
2010
23 Eigen schatting
€0
€ 844 nvt
0.1%
2,138,190
2,673 nvt
2010
123 Eigen schatting
2012
www.eco-driving.be Milieubeleidsplan 2009123 2011
Wagenpark en machinerieën
1.5.9
Het nieuwe rijden voor alle chauffeurs, elke 3 jaar opfriscursus - met tussentijdse cursus voor nieuwe chauffeurs - 3 cursussen tot 2015
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
€ 372,000
46
€ 22,137
8.7
1.5%
1,229,972
18,450
Minder 0.05 ongevallen
Meerkosten aanschaf Besparing investering + personeel euro / jaar
1.5.11
Cursus voor omgaan met nieuwe auto's op elektriciteit Communicatie middelen voor werknemers herzien met nieuwe inzichten nav de cursus 'Het nieuwe rijden'
1.5.12
Instructies voor omgaan met nieuwe auto's 39 op elektriciteit aanpassen
1.5.10
TVT
CO233 reductie
Gerelateerde CO2uitstoot 2008
jaar
%
kg CO2 / jaar
€ 252,000
€ 11,069
22.8
0.0%
0
€ 1,500
€ 2,460
0.6
0.5%
1,229,972
€ 1,500
€ 1,230
1.2
0.0%
0
Burgers stimuleren zo weinig mogelijk afval te produceren en aan te bieden
€ 3,000
€ 142
21.2
1.0%
0
Woon-werk verkeer Parkeervergunningen intrekken, tenzij urgente reden voor handhaving vergunning 1.5.15
€ 9,000
€ 1,000
9.0
2.0%
253,749
1.5.13
39
CO2reductie kg CO2/jaar
CO2 efficiëntie kg CO2/ euro
0 nvt
Overige voordelen
Overige nadelen
jaar Minder ongevallen, minder schadeposten door verkeerd gebruik elektrische voertuigen (zoals kortsluiting in motor), minder kosten door verminderd verbruik elektriciteit
Minder 4.10 ongevallen Minder schadeposten door verkeerd gebruik elektrische 0 nvt voertuigen.
6,150
0 nvt
5,075
Implementatie
Gaat ook vraag naar schaarse grondstoffen tegen en bevorderd recycling, Minder Enkele 0.56 verromeling en ontevreden
Scenario 1, 2 en/of 3
Bron cijfers omschrijving
2015
3 Eigen schatting
2012
23 Eigen schatting
2015
3 Eigen schatting
2014
3 Eigen schatting
2011
Eigen schatting + 23 http://amsterdam.nl/verke
Bij ingebruikname van Elektrische wagens voor onderhoud Vondelpark bleek dat deze niet op dezelfde manier gebruikt konden worden als de wagens op benzine. Overbelasting leidde tot verbranding motor. Instructies voor gebruik elektrische wagens zijn daarom nodig.
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
47
Meerkosten aanschaf Besparing investering + personeel euro / jaar
TVT
CO233 reductie
Gerelateerde CO2uitstoot 2008
jaar
%
kg CO2 / jaar
CO2reductie kg CO2/jaar
CO2 efficiëntie kg CO2/ euro
is aangetoond, en volledige parkeerkosten rekenen
1.5.16
Alle maatregelen vervoersplan zo snel mogelijk doorvoeren
1.5.17
Cursus het nieuwe rijden voor werknemers die woon-werkverkeer per auto afleggen
Overige voordelen
€ 0 nvt
2.0%
297,039
5,941
€ 10,000
€ 0 nvt
0.5%
297,039
1,485
Implementatie jaar
ruimtegebrek (parkeren)
€ 1,500
Overige nadelen
financieel voordeel voor 3.96 werknemer) Minder ongelukken, werknemer rijd 0.15 goedkoper
werknemers
Scenario 1, 2 en/of 3
Bron cijfers omschrijving er_vervoer/auto/parkeren/ parkeervergunningen/park eervergunningen/kosten
2010
123 Eigen schatting
2011
23 Eigen schatting
2. Pas duurzame energie en duurzame brandstoffen toe 2.1 Duurzame energie opwekken voor eigen gebruik Photovoltaic (elektriciteit uit zonnepanelen) Nieuw geplande dak sporthal De Pijp vol leggen met zonnepanelen (evt. bovenop 2 2.1.1 extensief groendak) – 1000 m
€ 808,000
Thermische zonne-energie (warmte uit zonnecollectoren) 2.1.2 Zonnecollectoren op het dak van het 2 Zuiderbad - 1000 m € 669,667 Windenergie (elektriciteit uit windturbines) Aanhaken op centraal stedelijk project over 2.1.3 windenergie
€ 1,500
Aardwarmtesysteem (warmte en koude uit aardlagen oppompen) Aardwarmte of warmte-koude opslag systemen aanleggen voor alle gebouwen > 2 2.1.4 1000 m (Tripolis, sporthallen en zwembad) € 506,000
€ 59,800
€ 30,000
13.5
22.3
€ 0 nvt
€ 69,310
7.3
100.0% nvt
72,000
0.09
2013
Eigen schatting + 3 http://www.solarclarity.nl Eigen inschatting + http://www.tipsomtebespa 23 ren.nl
36.0%
414,824
149,540
0.22
2015
1.0%
1,012,651
10,127
6.75
2010
30.0%
954,319
286,296
0.57
2015
http://mbuwater.nl/pagina 3 s/prijzen.html
0.0%
0
2012
3 Eigen inschatting
Eigen inschatting + 123 http://www.vrom.nl
Biogas
2.1.5
Uitzoeken of biogas installatie met snoeiafval uit parken technisch en economisch haalbaar is
€ 3,000
€ 0 nvt
2.2 Duurzame energie inkopen Biogas Dit wordt ingekocht als onderdeel van 3.1.3 (indien nodig); dus zal hier niet apart
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
48
0 nvt
Meerkosten aanschaf Besparing investering + personeel euro / jaar
TVT
CO233 reductie
Gerelateerde CO2uitstoot 2008
jaar
%
kg CO2 / jaar
CO2reductie kg CO2/jaar
CO2 efficiëntie kg CO2/ euro
Overige voordelen
Overige nadelen
Implementatie jaar
Scenario 1, 2 en/of 3
Bron cijfers omschrijving
genoemd worden. Biofuel Dit wordt ingekocht als onderdeel van 3.1.3 (indien nodig); dus zal hier niet apart genoemd worden. elektriciteit 100% groene stroom inkopen - behoefte 2.2.1 scenario 1 100% groene stroom inkopen - behoefte 2.2.2 scenario 2 100% groene stroom inkopen - behoefte 2.2.3 scenario 3 2.3 Technische verbeteringen (nav maatwerkadvies) Gebouwen Maatregel energielabel / maatwerkadvies sporthal De Pijp uitvoeren: WTW-systeem 2.3.1 voor kantoor en kantine Maatregel energielabel / maatwerkadvies sporthal De Pijp uitvoeren: Zonneboiler ten behoeve van het warm tapwater voor de 2.3.2 douches van de sporthallen Maatregel energielabel / maatwerkadvies 2.3.3 sporthal De Pijp uitvoeren: PV-panelen Maatregel energielabel / maatwerkadvies 2.3.4 sporthal Apollolaan uitvoeren: PV-panelen Maatregel energielabel / maatwerkadvies sporthal Apollolaan uitvoeren: 2.3.5 Zonnecollector tapwater Maatregelen energielabel / maatwerk advies Tripolis uitvoeren, voor zover 2.3.6 technisch mogelijk en binnen TVT 15 jaar.
€0
€ 0 nvt
100.0%
0
921,878 nvt
2015
1 Eigen inschatting
€0
€ 0 nvt
100.0%
0
457,882 nvt
2015
2 Eigen inschatting
€0
€ 0 nvt
100.0%
0
339,968 nvt
2015
3 Eigen inschatting
€ 5,670
€ 290
19.6
0.3%
386,542
1,160
0.20
2011
3 Maatwerkadvies De Pijp
€ 10,060
€ 659
15.3
0.3%
386,542
1,160
0.12
2011
3 Maatwerkadvies De Pijp
€ 6,560
€ 41
160.0
0.1%
386,542
387
0.06
2015
3 Maatwerkadvies De Pijp
€ 6,623
€ 41
161.5
0.1%
284,101
284
0.04
2015
3 Maatwerkadvies Apollohal
€ 7,560
€ 210
36.0
0.2%
284,101
568
0.08
2015
3 Maatwerkadvies Apollohal
€ 41,500
€ 5,000
8.3
15.0%
556,052
83,408
2.01
2010
Wagenpark en machinerieën
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
49
global greenhouse gas 23 abatement cost curve
Meerkosten aanschaf Besparing investering + personeel euro / jaar
2.3.7
Wagenpark en machinerieën zoveel mogelijk klimaatneutraal laten opereren: in 2015 alle voertuigen behalve zware wagens op elektrisch, alle machinerieën op biobrandstof. Voorbereidingen treffen voor overstap op waterstof voor grote wagens.
€ 3,090,000
€ 127,244
TVT
CO233 reductie
Gerelateerde CO2uitstoot 2008
jaar
%
kg CO2 / jaar
24.3
100.0%
8.4
9.0%
543,671
CO2reductie kg CO2/jaar
543,671
CO2 efficiëntie kg CO2/ euro
Overige voordelen
Luchtvervuili ng, geluid (in geval van 0.18 elektrisch)
Overige nadelen
Implementatie jaar
Infrastructuu r aanpassen (elektriciteit oplaadstatio ns)
2015
Scenario 1, 2 en/of 3
Bron cijfers omschrijving
3 Eigen inschatting
3. Wek energie uit fossiele bronnen zo efficiënt mogelijk op 3.1 Technische verbeteringen Gebouwen Maatregel energielabel / maatwerkadvies 3.1.1 Zuiderbad uitvoeren Wagenpark en machinerieën Wagenpark en machinerieën vervangen door energiezuinige wagens en machines, 3.1.2 vervroegd vervangen
€ 54,060
€ 2,030,000
€ 6,432
€ 101,795
19.9
20.0%
557,153
1,250,194
50,144
250,039
0.93
2010
Maatwerkadvies 23 Zuiderbad
Luchtvervuili ng, geluid 0.12 (elektrisch)
2015
12 (milieuplan 09-11)
4. Compenseer de onvermijdelijke CO2 uitstoot 4.1 Compensatiehoeveelheid in kg CO2 per scenario Compensatie tot 100% van CO2 uitstoot (zie lijst van opties in hoofdstuk 6) 4.1.1 Scenario 1 € 36,251 4.1.2 Scenario 2 € 24,910 4.1.3 Scenario 3 € 14,077
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
50
nvt nvt nvt
100.0% 100.0% 100.0%
2,416,717 1,660,636 938,450
2015 2015 2015
1 Berekend 2 Berekend 3 Berekend
Annex C: Detaillijst aannames Alle aannames die gedaan zijn om tot de maatregelenlijst te komen zijn hieronder opgesomd: •
• •
•
• •
•
•
• •
De ‘klimaatneutrale’ CO2 uistoot (vanwege inkoop groene stroom) uit de CO2-voetafdruk is wel meegenomen bij het besparingsdoel, omdat er uitgegaan is van de Trias Energetica en energiebesparing. Het vervangen van de brandstoffen diesel of benzine door de brandstof elektriciteit levert een 50% kostenbesparing op. Er is geen besparing opgenomen voor de verhuizing van de twee stadsdeelkantoren naar het gebouw Tripolis, omdat uit bekende cijfers niet zonder meer geconcludeerd kan worden dat er een besparing behaald gaat worden. De CO2-uitstoot van Tripolis is dus gelijkgesteld aan de CO2-uitstoot van het gebouw aan de Koninginneweg en het gebouw aan de Karel du Jardinstraat. Er is uitgegaan van een gelijkblijvend energieverbruik per werknemer. Er zijn teveel onbekenden om te kunnen zeggen of het gaan stijgen dalen of gelijk blijven om hier echt een visie op los te laten. 1 FTE staat voor 200 werkdagen per jaar. Onder klimaatneutraal bouwen wordt verstaan: dat 100% van de CO2-uitstoot van alle gebouwgebonden energieverbruik wordt gecompenseerd in de vorm van energiebesparing, lokale duurzame energieopwekking en/of effectieve inzet van duurzame bronnen. Groendaken: Grootste voordeel is dat er massa op het dak zit, waardoor hitte buiten blijft. De isolatiewaarde van warmte in de winter van het ‘groen’ zelf is ook iets beter, omdat deze grotendeels afhankelijk is van het isolatiemateriaal dat onder het groendak wordt aangebracht. Maatregelen zijn niet cumulatief: Maatregelen uit 'lagere' scenario's worden niet automatisch in 'hogere' scenario's uitgevoerd, omdat sommige maatregelen voor elkaar in de plaats komen. Niet overal zijn specifieke maatregelen genoemd. Wel zijn er nog aanvullende detailmaatregelen gegeven voor de energiebesparing binnen gebouwen. Operationele kosten en baten zijn niet meegenomen.
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
51
Annex D: Lijst veel gebruikte besparingsopties binnen gebouwen Maatregel
TVT40 Toelichting
Isoleren van leidingen41,42
1.0
Isoleren plat dak41
5.0
Isoleren spouwmuur41
5.0
Toepassen warmteen/of koudeopslag in 41 de bodem
7.0
De materiaalkosten bedragen slechts € 1 tot € 5 per meter leiding, exclusief loonkosten. Wanneer ook de loonkosten worden meegerekend, zijn de kosten maximaal € 20 per meter per leiding. De besparing varieert met de leidingdiameter en de leidingtemperatuur. Bij een leidingdiameter van 50 mm en een leidingtemperatuur van 70 °C, die alleen tijdens het stookseizoen warm is, bespaart het isoleren van de cv-leiding ongeveer 15 tot 20 m³ gas per meter cvleiding per jaar. De gemiddelde terugverdientijd bij kantoren is 0 tot 1 jaar. (DHV rapport) Alle verwarmingsleidingen worden voorzien van nieuwe thermische isolatie met een dikte van minimaal 25 mm. Belangrijk is dat naast de leidingen, de appendages in de betreffende leidingen worden geïsoleerd. Naast de verwarmingsleidingen dienen ook de koelleidingen geïsoleerd te worden. De TVT is 12 jaar met 5% energiebesparing. De meerkosten voor het aanbrengen van isolatie bij een natuurlijk moment (vervangen van de dakbedekking) bedragen € 15 tot € 40 per vierkante meter dak. Dit geldt eveneens voor het aanleggen van een omgekeerd dak. Voor beide constructies bedraagt de besparing 5 tot 15 m³ aardgas per vierkante meter dak. De gemiddelde terugverdientijd bij kantoren is 2 tot 5 jaar. De investering bedraagt € 8 tot € 15 per vierkante meter muur en de besparing bedraagt 6 tot 8 m³ aardgas per jaar per vierkante meter muur. De gemiddelde terugverdientijd bij kantoren is 4 tot 5 jaar. Het isoleren van de spouwmuur, met een te verwachte garantie van 10 jaar, dient door een vakkundig en gecertificeerd bedrijf te worden uitgevoerd. Via www.ikobbkb.nl is een overzicht met relevante bedrijven beschikbaar die door het onafhankelijke bureau BV Kwaliteitsverklaringen Bouw (het vroegere BKS) worden gecontroleerd. De maatregel is te overwegen voor gebouwen met een koelmachine die een thermisch vermogen heeft van minimaal 100 kW (thermisch) of meer. Dit komt overeen met een gebouw met een vloeroppervlak van minimaal 1.000 m2. De meerkosten voor toepassen van warmte- en/of koudeopslag bij een aquifer bedragen € 150 per kW (thermisch). Deze kosten zijn inclusief de regeling, warmtewisselaar et cetera. De besparing is 40 tot 80 % op het energiegebruik ten opzichte van de conventionele koeling. De gemiddelde terugverdientijd bij kantoren is 3 tot 7 jaar. Voor de opwekking van energie kan een Warmte- & koude Opslag (WKO) worden gebruikt. De koude in de winter wordt in het grondwater opgeslagen om in de zomer te gebruiken in de gebouwen voor koeling. De warmte van de zomer wordt dan opgeslagen in het grondwater om in de winter de gebouwen te verwarmen. Bij het toepassen van dit systeem zijn een aantal randvoorwaarden van toepassing die het succes van het systeem bepalen. Zo moet de koude en warmtevraag in balans zijn en dienen de temperatuurtrajecten goed gekozen te worden.
40
TVT = Terugverdientijd in jaar volgens payback methode www.infomil.nl/onderwerpen/duurzame/energie/energiebesparing-en/ 42 DHV en provincie Zeeland, april 2009, “Provinciehuis Zeeland te Middelburg, CO2-neutraal Abdijcomplex
41
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
52
Maatregel
TVT40 Toelichting
Kantoorapparatuur uit buiten werktijd41
1.0
Power management toepassen op pc41, 43
1.0
De maatregel is van toepassing bij alle kantoorgebouwen en -gedeelten, waar kantoorapparatuur aanwezig is zoals computers, printers en kopieerapparaten et cetera. Voor het handmatig aan- en uitschakelen zijn geen materiele kosten verbonden, maar vraagt alleen extra aandacht door de medewerkers. De kosten voor een tijdschakeling met weekklokregeling bedragen tussen de € 25 tot € 100. Het onnodig laten aanstaan van apparatuur bespaart circa 5% tot soms wel 15 % van het elektriciteitsgebruik in gebouwen. De gemiddelde terugverdientijd bij kantoren is 0 tot 1 jaar. Computers en de daarbij horende programmatuur zijn standaard van powermanagement voorzien. Het vergt alleen aandacht bij het moment van installeren van de software. Het schakelen van 40 beeldschermen op deze wijze bespaart jaarlijks circa 1.000 kWh aan elektriciteit. Zodra we ook verminderde noodzaak voor het 'wegkoelen' van vrijgekomen warmte erbij betrekken, wordt in totaal circa 1200 kWh aan elektriciteit bespaard. De gemiddelde terugverdientijd kantoren is 0 tot 1 jaar.
1.0
De kosten van registratie en monitoring van energie kunnen sterk uiteenlopen. De externe kosten zijn gering, wanneer als middel van registratie een spreadsheet wordt gebruikt, waarbij dan wel eigen uren worden gemaakt. De aanschafkosten van meer geavanceerde softwarepakketten bedraagt € 5.000 of meer. Daarnaast moeten ook eigen uren worden gerekend. Het automatisch uitlezen van meterstanden en dagelijkse weergave van het energiegebruik via internet kan al vanaf € 400 per jaar. Monitoring levert een besparing op, zodra maatregelen worden genomen op basis van de gesignaleerde afwijkingen. Onderzoek van SenterNovem heeft aangetoond dat actief energiebeheer 5 tot 10 % besparing op het totale energiegebruik oplevert. De gemiddelde
Registratie en monitoring van energie41
43
www.eco-button.com/dutch/site/A2.1.home.htm
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
53
Maatregel
TVT40 Toelichting terugverdientijd bij kantoren is 0 tot 1 jaar.
Ventilatie uit buiten gebruikstijden41
Ruimte leeg: licht uit 41,42 door sensor Reflecterende folie achter radiatoren aanbrengen42 zuinige PC's 42 aanschaffen
1.0
3.0
De maatregel is van toepassing op gebouwen waar ventilatoren voor afzuiging aanwezig zijn die altijd aan staan (bijvoorbeeld toiletten). Het juist afstemmen van de ventilatie en het gebruik van een gebouw is een onderdeel van good housekeeping. Het vraagt een beperkte hoeveelheid tijd van de gebouwbeheerder. De kosten voor het juist instellen, wanneer een afwijking wordt geconstateerd, behoren tot het reguliere onderhoud. De gasbesparing is een evenredig deel van het gasverbruik door de mechanische ventilatie. Dit is afhankelijk van het aantal uren dat nu onnodig geventileerd wordt. Per uitgeschakeld uur (in één jaar) en per niet afgezogen m³ lucht wordt ca. 0,00025 m³ gas bespaard. Rekenvoorbeeld: een ventilator voert 1.000 m³ lucht per uur naar buiten af. De ventilator draaide 8760 uur per jaar (ofwel continu) en wordt nu alleen tijdens kantooruren ingeschakeld. Dit komt overeen met circa 2.500 uur per jaar (de ventilator is circa 6260 uur minder ingeschakeld). De jaarlijkse besparing bedraagt dan circa 1500 m³ gas. De gemiddelde terugverdientijd bij kantoren is 0 tot 1 jaar. Deze energiebesparende maatregel is toepasbaar bij kantoren en is van toepassing op ruimten waar verlichting onnodig langdurig brandt, maar dit niet noodzakelijk is. Denk bijvoorbeeld aan archieven, (fietsen-)kelders, toiletten, vergaderkamers et cetera. Het automatisch uitschakelen van de verlichting wordt doorgaans alleen toegepast als in de ruimte meerdere armaturen aanwezig zijn en is logischerwijs niet interessant bij een werkkast met slechts een lamp. Zowel hoogfrequente verlichting als conventionele verlichting in bijvoorbeeld magazijnen, toiletten, spreekkamers kan middels aanwezigheidsdetectie worden geschakeld. De kosten bedragen € 50 á 60 per sensor (exclusief installatie). Met één sensor kunnen meerdere armaturen worden geschakeld. De besparing is afhankelijk van het aantal uren dat de verlichting nu onnodig brandt. De gemiddelde terugverdientijd bij kantoren is 1 tot 3 jaar. Reflecterende folie aanbrengen achter radiatoren voor het glas en op de muren, ter beperking van stralingswarmte
9.0 Bij aanschaf van nieuwe PC’s energiezuinige systemen selecteren 9.0
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
54
Annex E: Toelichting Trias Energetica Bij de daadwerkelijke invoering van CO2-reducerende maatregelen wil het Stadsdeel de volgorde van de Trias Energetica 44 volgen: 1. Terugdringen van onnodig energieverbruik, bijvoorbeeld door energiebesparing in de vorm van goede warmte isolatie; 2. Voor de resterende behoefte zoveel mogelijk duurzame energie inzetten, bijvoorbeeld wind en zon; 3. Zuinig en efficiënt gebruik maken van fossiele bronnen voor energieopwekking. Bijvoorbeeld door optimaal gebruik te maken van de CO2-arme elektriciteit van een afvalverbrandingsinstallatie. Als vierde stap is voor Stadsdeel Oud-Zuid compensatie toegevoegd: het compenseren van de ‘onvermijdelijke’ CO2-uitstoot. De voorkeursvolgorde voor invoering van de maatregelen ziet er dan als volgt uit:
Stap 1: Verminder energieverbruik en CO2-uitstoot
Stap 2: Pas duurzame energie en brandstoffen toe
Stap 3: Wek energie uit fossiele bronnen efficiënt op
Stap 4: Compenseer
Door maatregelen in deze volgorde in te voeren wordt CO2-reductie zoveel mogelijk bij de bron aangepakt en ook (meestal) op de meest goedkope wijze. Een voorbeeld: Als er isolatie wordt toegepast in het Zuiderbad, wordt de warmtevraag kleiner. Er is vervolgens een kleine nieuwe HR ketel nodig. Bij omgekeerd invoeren is de capaciteit van de HR-ketel te groot.
44
http://www.senternovem.nl/duurzameenergie/de-technieken/trias_energetica.asp
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
55
Annex F: Terugverdientijd De terugverdientijd is berekend met de payback methode. De formule die is toegepast is: Meerkosten investering / Besparing per jaar Deze methode is geschikt om maatregelen onderling te kunnen vergelijken. Het laat echter wel de ‘waarde’ van geld buiten beschouwing. Hiermee wordt bedoeld het rente percentage dat op spaargeld wordt verdient of de rente die betaald wordt voor een lening. De payback methode geeft dus niet de werkelijke terugverdientijd. Binnen deze berekening zijn de operationele kosten (onderhoud, inzet FTE’s) en operationele baten buiten beschouwing gelaten. De reden dat er bij enkele maatregelen geen terugverdientijd wordt genoemd is omdat er dan wel geen besparing optreed of geen investeringskosten zijn. Deze situatie doet zich voor bij bijvoorbeeld maatregel 1.2.1 “Maatwerkadvies & indicatieve CO2 voetafdruk Tripolis 2009 als beslisdocument voor te nemen maatregelen”. Het laten maken van de energiebesparingscan levert geen CO2besparing op, en dus ook geen kostenbesparing. Het is echter wel een randvoorwaarde om de te nemen maatregelen te identificeren. De maatregel is daarom wel opgenomen, maar er kan geen terugverdientijd berekend worden.
Plan van Aanpak voor CO2-neutrale stadsdeelorganisatie Oud-Zuid
56