Concept Versie 1.0 6 juni 2012 DB 3 juli 2012 Bijlage PvA klimaatneutrale stadsdeelorganisatie
Plan van aanpak klimaatneutrale stadsdeelorganisatie Nieuw-West
Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling E. Theissing
Inhoud
Pagina 1. Inleiding
3
2. Inventarisatie huidige situatie
4
3. Ontwikkelingen
5
4. Mogelijke maatregelen
6
5. Haalbaarheid doelstelling klimaatneutraal
9
6. Financiering
9
7. Geplande acties maatregelen 2012 en 2013
10
1
1.
Inleiding
In de afgelopen jaren zijn al diverse acties in gang gezet voor energiebesparing en duurzame energie binnen de eigen organisatie. Er zijn tal van energiebesparende maatregelen getroffen en op de meeste stadsdeelgebouwen staan zonnepanelen. Dit plan van aanpak bouwt daarop voort en richt zich op de ambitie om in 2015 een klimaatneutrale organisatie te zijn. Deze ambitie is vermeld in de Duurzaamheidsagenda stadsdeel NieuwWest 2012-2014, die in maart 2012 door de stadsdeelraad is vastgesteld. ‘Klimaatneutraal’ betekent dat het stadsdeel netto niet meer bijdraagt aan de toename van broeikasgassen in de atmosfeer. Hoofddoel is om op den duur alleen nog maar CO 2 neutrale energie te gebruiken, hetzij door deze zelf op te wekken, hetzij door inkoop. Uitgangspunt is de energievoorziening klimaatneutraal te maken zonder CO 2 compenserende maatregelen buiten het stadsdeel. Het is duidelijk dat deze doelstelling heel ambitieus is. Er is alleen een kans van slagen als er systematisch naartoe wordt gewerkt, met een plan van aanpak dat zich richt op samenhangende en concrete maatregelen. Bij dit plan van aanpak wordt de ‘trias energetica’ gehanteerd. Dit is een benadering die uitgaat van de volgende volgorde van maatregelen: 1. Eerst optimaal beperken van de energievraag 2. Vervolgens zoveel mogelijk duurzame energiebronnen benutten 3. Als laatste het efficiënt gebruiken van fossiele brandstoffen. Afbakening Het stadsdeel heeft als organisatie vooral invloed op het energieverbruik van de eigen gebouwen en het eigen wagenpark. De indirecte CO 2 uitstoot, die gepaard gaat aan ingekochte materialen (voedsel, kantoorartikelen e.d.) vallen buiten de afbakening die het stadsdeel hanteert. Samenvattend richt het plan van aanpak zich dus op: •
•
De eigen stadsdeelgebouwen van de organisatie: de stadsdeelkantoren en de stadsdeelwerven. Het gaat hierbij met name om de energie voor verwarming, verlichting, gebruik van apparatuur enzovoort; Het eigen wagenpark, waaronder personenauto’s, veegwagens, scooters en vuilniswagens.
Aanpak Het plan van aanpak is concreet en beknopt gehouden, en richt zich op concrete maatregelen die in het komende jaar haalbaar zijn. Maar omdat het voorliggende plan al in de loop van 2012 is opgesteld, bestrijken maatregelen de jaren 2012 en 2013. Voor het einddoel zijn vooral de technische en financiële ontwikkelingen in de komende jaren van belang, en de mogelijkheden om hier nu al op in te spelen. Omdat het plan een looptijd heeft t/m 2015, en ontwikkelingen niet altijd goed kunnen worden voorspeld, moet het plan qua maatregelen enigszins aanpasbaar blijven. Daarom is gekozen voor een dynamisch plan, waarbij het plan jaarlijks wordt getoetst aan actuele ontwikkelingen en waar nodig aangepast. Over de voortgang en tussentijdse resultaten wordt gerapporteerd in het milieujaarverslag.
3
Co
Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt eerst de huidige stand van zaken in kaart gebracht, met cijfers over de CO 2 uitstoot van de stadsdeelorganisatie in het afgelopen jaar. Daaruit volgt de omvang van de opgave voor de komende jaren. Hoofdstuk 3 en 4 inventariseren ontwikkelingen en potentiële maatregelen die het stadsdeel zou kunnen benutten om de doelstelling te realiseren. Beschreven wordt wat de effectiviteit en technische en financiële haalbaarheid van deze maatregelen is. Daarbij wordt ook aangegeven welke van deze maatregelen in aanmerking komen om nu al toe te passen. Hoofdstuk 5 probeert in te schatten of we dit tempo in 2015 inderdaad klimaatneutraal kunnen zijn. Hoofdstuk 6 gaat over de financiering en hoofdstuk 7 vermeldt de voor 2012 en 2013 geplande acties.
2.
Inventarisatie huidige situatie
Huidige tussenstand CO 2 uitstoot Het energieverbruik en de CO 2 uitstoot van het stadsdeel over 2011 zijn voor dit plan van aanpak het vertrekpunt voor de komende jaren. De verbruikscijfers bestaan uit het gas- en elektriciteitsverbruik van de gebouwen, en het brandstofverbruik van het wagenpark. Tabel 1 vermeldt het verbruik in 2011. Daaronder staan de cijfers van opwekking of inkoop van duurzame energie. Met behulp van standaard omrekenformules zijn de hoeveelheden gas, stroom, benzine en diesel vertaald in tonnen CO 2 die daarmee worden uitgestoten. Tabel 1. Overzicht energiegebruik en CO 2 emissie 2011 Energiegebruik en CO 2 -emissie Energiegebruik 2011
CO 2 (ton/jaar)
Stadsdeelkantoren Gas Elektra
270.927 m
3
1.746.657 kWh
487 1.043
Stadsdeelwerven Gas Elektra
83.097 m 3 404.967 kWh
149 242 1.921
Totaal stadsdeelgebouwen Wagenpark Brandstof
439.455 Liter
Totaal CO 2 uitstoot (stel: als geen gebruik van duurzame energie) Reductie CO 2 Eigen zonnepanelen Inkoop groene stroom
1.165 3.086
18.253 kWh
11
2.151.624 kWh
1.285
Totaal reductie CO 2 door gebruik van duurzame energie Totaal netto CO 2 uitstoot
1.296 1.790 ton/jaar
De tabel laat zien dat van de totale jaarlijkse CO 2 uitstoot van 3.086 ton zo’n 1.296 ton in mindering mag worden gebracht, omdat een deel van het energieverbruik op groene wijze
4
wordt geproduceerd of ingekocht. Er blijft per saldo nog een uitstoot van 1.790 ton over om tot 2015 te reduceren, oftewel 58% van de bruto uitstoot. Het grootste deel daarvan komt door het brandstofverbruik van het eigen wagenpark, dat (nog) niet in staat is om duurzame brandstoffen te tanken. De gebouwen (kantoren en werven) nemen 33% voor hun rekening, omdat zij gebruik kunnen maken van groene stroom. Onderstaande figuur geeft deze situatie grafisch weer. Figuur 1: Overzicht CO2 uitstoot per 2011
Uitgevoerde maatregelen (2010-2011) Er zijn in 2010 en 2011 al een aantal CO 2 reducerende maatregelen bij de stadsdeelgebouwen en het wagenpark uitgevoerd, zoals: • 160 zonnepanelen op de daken van het stadsdeelkantoor Pieter Calandlaan en de stadsdeelwerven op de Fogostraat en de Henk Sneevlietweg; • Diverse investeringen in energiebesparing, zoals bewegingssensoren verlichting, ledlampen, CO 2 gestuurde ventilatie en een nieuwe regelinstallatie voor de verwarming; • 15 elektrische voertuigen, waarvan 13 personenwagens.
3.
Ontwikkelingen
Er zijn een paar actuele ontwikkelingen op het gebied van huisvesting en flexwerken, die relevant zijn voor het nemen van CO 2 reducerende maatregelen. Het is een uitdaging om die energiemaatregelen op een goede manier af te stemmen op die ontwikkelingen. Huisvesting Het herinrichten of renoveren van een stadsdeelgebouw is een zeer geschikt moment om energiebesparende maatregelen te treffen die normaliter niet zo gemakkelijk te nemen zijn. In tabel 2 staan de voorgenomen ontwikkelingen bij de huisvesting.
5
Co
Flexwerken. Een toename van het flexwerken op de kantoren betekent dat de verhouding tussen het aantal medewerkers en het aantal werkplekken toeneemt. Dit heeft tot gevolg dat er minder kantoorvloer en -faciliteiten nodig zijn, hetgeen nieuwe besparingsmogelijkheden biedt voor verwarming en verlichting. Bij de verbouwing van het Tuinstadhuis is het flexwerken een van de uitgangspunten. Indien de mogelijkheden voor thuiswerken zouden worden verruimd, zou het gas- en elektriciteitsverbruik op de stadsdeellocaties kunnen verminderen. Bijkomende effecten zijn minder woon-werkverkeer, maar anderzijds is er ook een toename van het energieverbruik in de woning (verwarming, verlichting en gebruik computer) van de thuiswerker. Tabel 2: de verwachte ontwikkelingen per gebouw Locatie
Verwachte ontwikkeling
Relatie met energiebesparing
Stadsdeelkantoor Osdorpplein
Medewerkers van deze locatie verhuizen grotendeels naar het Tuinstadhuis. Op de begane grond komt naar verwachting het Burgerservicepunt.
Bij herinrichting energiebesparing meenemen.
Tuinstadhuis Plein 40/45
Het gebouw wordt heringericht en verbouwd.
Bij de maatregelen energiebesparing meenemen.
Stadsdeelwerf Borkorf Seineweg
Oude werf wordt binnen afzienbare tijd niet meer gebruikt.
Geen investeringen meer treffen in energiebesparing in dit pand.
Stadsdeelwerf Fogostraat
Wordt heringericht en uitgebreid en zal huisvesting bieden voor aan de activiteiten van de Borkorf.
Bij herinrichting energiebesparing meenemen.
4.
Mogelijke maatregelen
Om de eigen CO 2 uitstoot nog verder omlaag te brengen zijn er vijf mogelijkheden, die in combinatie met elkaar kunnen worden toegepast: 1. Verandering van gedrag (zuiniger rijden, verwarming lager, zuinig omgaan met apparatuur); 2. Energiezuiniger techniek (ledlampen, elektrische auto’s, energiezuinige klimaatbeheersing); 3. Zelf opwekken duurzame energie (zonnepanelen, windturbine); 4. Inkopen duurzame energie (biogas, groene stroom, duurzame stadswarmte); 5. Investeren in duurzame energie elders binnen het stadsdeel. Toegepast op de situatie van stadsdeel Nieuw-West zijn de vijf benaderingswijzen hieronder in een groslijst van maatregelen ondergebracht. Per maatregel is nagegaan of deze op korte termijn (tot 2015) ook haalbaar en effectief is. De laatste kolom laat dat met een ‘oordeel’ zien. Voor een aantal maatregelen is een indicatie gegeven van de potentiële bijdrage aan de verdere CO 2 reductie.
6
Tabel 3. Groslijst van nu denkbare of theoretische maatregelen Maatregel
Effectiviteit en haalbaarheid tot 2015
Energiebesparing
Energievraagbeperking is de 1 stap naar een klimaatneutraal stadsdeel. Hiervoor lopen al verschillende activiteiten:
e
• Besparende maatregelen, zoals bewegingssensoren en LEDlampen; • Monitoren van het energieverbruik en zo nodig treffen van maatregelen op basis van de meetresultaten; • Zuinige inregeling van bijvoorbeeld verwarming en klimaatbeheersing; • Stimuleren energiezuinig gedrag bij medewerkers; • Trainingen voor een zuiniger rijstijl en efficiënte routering, waardoor minder kilometers worden gereden.
Oordeel
+
Geraamde potentiële CO 2 reductie per jaar: 20 ton Verbouwing
De geplande verbouwingen van het Tuinstadhuis en de werf Fogostraat bieden uitzicht op aanzienlijke energiebesparing, bijvoorbeeld met energiezuinige verlichting en klimaatbeheersing. Bij de verbouwplannen wordt een energieadviseur betrokken. Daarnaast zal het flexwerken en het anders gebruiken van gebouwen ook energiebesparing geven.
+
Geraamde potentiële CO 2 reductie per jaar: 90 ton Nieuwbouw
Bij nieuwbouw is het mogelijk om 100% CO 2 neutraal te bouwen. Gezien de actuele ontwikkelingen is nieuwbouw voor een stadsdeelkantoor of werf in de komende jaren echter niet aannemelijk.
Stadswarmte op eigen gebouwen
Het Tuinstadhuis ligt vlakbij het leidingnet van Westpoort Warmte en met hen is reeds een aansluitcontract gesloten. Dit type stadswarmte mag volgens landelijke normen als 80% klimaatneutrale warmte worden gezien. Dat betekent een aanzienlijk CO 2 reductie voor het Tuinstadhuis. Ook het stadsdeelkantoor Pieter Calandlaan ligt dicht bij het geplande stadswarmte tracé. Daarom zal ook voor deze locatie worden onderzocht of aansluiting haalbaar is.
+
Geraamde potentiële CO 2 reductie per jaar: 210 ton Zonnepanelen op eigen gebouwen
Op de meeste eigen gebouwen liggen al zonnepanelen. Er zijn nog mogelijkheden voor het plaatsen van extra panelen, bij voorkeur panelen van een innovatief type met een hogere opbrengst.
+
Geraamde potentiële CO 2 reductie per jaar: 30 ton Biogas voor eigen Biogas uit de vergisting van organisch materiaal is voorlopig nog maar gebouwen beperkt leverbaar (in de toekomst naar verwachting meer). Biogas is momenteel wat duurder dan gewoon gas. Nieuw-West is gebonden aan een raamcontract voor de inkoop van gas. Het contract loopt eind 2013 af. Bij nieuwe raamcontracten zal de optie van duurzaam (biogas en/of groen gas) een aandachtspunt zijn.
+
Geraamde potentiële CO 2 reductie per jaar: 260 ton Kleine stedelijke windturbines
Als pilot is een kleine windturbine bij de stadsdeelwerf op Henk Sneevlietweg geplaatst. De resultaten hiervan vallen tegen. Mogelijkheden voor verdere toepassing bij eigen gebouwen zijn momenteel beperkt en het is niet effectief om hierin te investeren.
7
Co
Maatregel
Effectiviteit en haalbaarheid tot 2015
Elektrische voertuigen
Het grootste deel van de personenwagens is momenteel al elektrisch. Afhankelijk van de technische ontwikkelingen, de verwachte prijsdaling en het aflopen van leasecontracten zijn er de komende jaren waarschijnlijk mogelijkheden om ook bij een deel van de overige voertuigen over te gaan op elektrisch. De jaarlijkse potentiële CO 2 reductie is afhankelijk van bovengenoemde ontwikkelingen en factoren.
Hybride Vuilniswagens
In het land en internationaal lopen diverse pilots met hybride vuilniswagens. De wagens rijden tot 20 km/u op elektriciteit en bij hogere snelheden op diesel. Dergelijke wagens verbruiken veel minder brandstof. Ook wordt bij stationair draaien de emissie van uitlaatgassen en geluid sterk verminderd. Afhankelijk van de pilots wordt in 2012 de aanschaf van een dergelijke vuilniswagen nader onderzocht.
Oordeel
+
+
Geraamde potentiële CO 2 reductie per jaar: 15 ton (per wagen) Zware voertuigen op biogas
Voor zwaardere voertuigen (waaronder vuilniswagens) kan ook gekozen worden voor rijden op groen gas. Naar verwachting zal de beschikbaarheid van biogas komende jaren toenemen. Voor het eventueel gebruik van biogas is de nabijheid van een geschikt tankstation van belang. Het Amsterdamse beleid richt zich vooral op de overstap naar elektrisch en veel minder op de overgang naar voertuigen op gas. Wel is het van belang om de komende tijd deze optie verder te onderzoeken.
Biodiesel voor wagenpark
Traditionele (1 generatie) biodiesel levert een CO 2 reductie van ongeveer 50% op, maar heeft nadelen, zoals verdringing van voedselproductie en verdwijnen van natuurgebieden. Ook heeft de verre aanvoer ervan CO 2 uitstoot tot gevolg. In het milieubeleid van Amsterdam en Nieuw-West is er voor gekozen om niet te kiezen voor deze vorm van biodiesel.
e
e
De 2 generatie biodiesel (uit organisch restafval) heeft bovengenoemde nadelen niet en levert een hogere CO 2 reductie op. In Westpoort staat een grote fabriek voor deze biodiesel (o.a. uit frituurvet). Uit navraag blijkt dat deze diesel al geleverd wordt aan zeer grote afnemers. Momenteel is de prijs circa 50% hoger dan gewone diesel. Daarnaast zijn aanpassingen nodig van motoren en brandstoftanks. Deze optie is daarom op korte termijn nog niet haalbaar, maar het is wel van belang om de ontwikkeling te blijven volgen. Investeren in duurzame energie elders in het stadsdeel
Het uitgangspunt is om het doel van een klimaatneutrale stadsdeelorganisatie binnen de eigen gebouwen en voertuigenpark te realiseren. Mocht het na maximale inspanning toch niet mogelijk lijken om in 2015 klimaatneutraal te zijn, dan kan het resterend teveel aan CO 2 gecompenseerd worden met een investering in duurzame energie elders binnen het stadsdeel. Een eventuele optie hiervoor is participatie in een grote windturbine van 3 megawatt.
+
Geraamde potentiële CO 2 reductie per jaar: 1.200 ton (uitgaande van 30% participatie in 3 MW turbine)
Uit bovenstaande groslijst volgen dus een paar nieuwe handvatten om het energieverbruik en de CO 2 uitstoot van de stadsdeelorganisatie verder omlaag te brengen. Deze kansrijke maatregelen vragen om een concrete uitwerking voor de komende jaren. Andere typen
8
maatregelen lijken de komende paar jaar nog niet aan de orde, omdat ze om verschillende redenen nog niet haalbaar zijn. Maar als zich nieuwe ontwikkelingen voordoen dan worden de plannen daar op aangepast.
5.
Haalbaarheid doelstelling klimaatneutraal
Met de eerder genoemde maatregelen gericht op energiebesparing, efficiënter ruimtegebruik, investeren in duurzame energie en aansluiting op stadswarmte kan de komende jaren nog een aanzienlijke extra CO 2 -reductie gerealiseerd worden. Met dergelijke maatregelen is naar verwachting voor de gebouwen een netto CO2-reductie van ongeveer 50% haalbaar in 2015 ten opzichte van 2011. Als we nog meer zonnepanelen op de daken kunnen plaatsen en voor de resterende vraag biogas kunnen gebruiken, dan moeten de gebouwen in 2015 klimaatneutraal kunnen zijn. Het klimaatneutraal maken van het eigen wagenpark is moeilijk te realiseren. De inzet op steeds meer elektrische voertuigen blijft van kracht, maar voorlopig zijn de technische ontwikkelingen nog niet zodanig dat zware voertuigen (zoals vuilniswagens) al helemaal elektrisch kunnen rijden. Daarom zullen we ook nauwlettend de ontwikkelingen blijven volgen van tweede generatie biodiesel en groen gas voor vrachtwagens. Naast technische ontwikkelingen spelen ook financiële factoren mee. Zo moet op basis van afschrijvingstermijnen rekening worden gehouden met natuurlijke vervangingsmomenten voor aanschaf van nieuwe voertuigen. De technische en financiële omstandigheden zijn voorlopig van dien aard dat we niet mogen verwachten dat het wagenpark in 2015 klimaatneutraal zal zijn. Om de laatste sprong naar klimaatneutraal te maken zou in dat geval ingezet kunnen worden op locale investeringen in duurzame energie. Te denken valt bijvoorbeeld aan de participatie in de plaatsing van een grote windturbine (3 megawatt). Met de te verwachten stroomopbrengst zou het stadsdeel klimaatneutraal te maken zijn.
6.
Financiering
Voor de realisatie van maatregelen zijn investeringen in energiebesparing en duurzame energie nodig. Het uitgangspunt is om investeringen zoveel mogelijk vanuit de reguliere budgetten te financieren en alleen eventuele extra kosten te financieren vanuit het milieubudget. In de vastgestelde Duurzaamheidsagenda Nieuw-West 2012-2014 is binnen het milieubudget voor 2012 en 2013 een jaarlijks bedrag van € 125.000 beschikbaar gesteld voor een duurzame en klimaatneutrale stadsdeelorganisatie. In hoofdstuk 7 wordt aangegeven hoe dit bedrag wordt ingezet om de geplande acties te bekostigen. Overigens leiden de investeringen in energiebesparing en duurzame energie straks ook tot kostenbesparing als gevolg van lagere energierekeningen.
9
Co
7.
Geplande acties maatregelen 2012 en 2013
Op basis van de maatregelen die in hoofdstuk 4 zijn betiteld als ‘nu reeds haalbaar en effectief’, vermeldt onderstaande tabel de concrete acties voor 2012 en 2013. Bij elke actie staat een korte toelichting en de wijze van financiering. Voor deze twee jaren is er totaal € 250.000 beschikbaar vanuit het milieubudget. Jaarlijks wordt in het Uitvoeringsprogramma Milieu en Duurzaamheid deze actielijst geactualiseerd. Tabel 3. Kort overzicht geplande maatregelen voor 2012 en 2013 Actie
Toelichting
Energiebesparing Tuinstadhuis
Bij de verbouwing van het Tuinstadhuis energiebesparende maatregelen meenemen.
Financiering milieubudget € 70.000
Energiebesparing Bij de verbouwing van de locatie Osdorpplein en de locaties Osdorpplein en stadsdeelwerf Fogostraat energiebesparende maatregelen Fogostraat meenemen.
€ 30.000
Energiebesparende maatregelen overig
Voor de locaties Pieter Calandlaan en Henk Sneevlietweg zijn aanbevelingen van een energieadviesbureau uitgevoerd. Maar er zijn nog aanvullende verbeteringen gepland voor de verlichting en installatietechniek.
€ 20.000
Energiemanagement
Systematisch energiebeheer van de eigen gebouwen door: • Digitale energiemonitoring: waar nodig actie ondernemen op basis van de resultaten; • Preventief onderhoud: in energiebesparing in onderhoudscontracten meenemen; • Instructies energiezuinige instellingen: zoals kloktijden van verwarming en klimaatbeheersing.
Energiezuinig gedrag
Acties gericht op het bevorderen van energiebewust gedrag bij de eigen medewerkers (voorbeeld: bij weggaan verlichting en PC uit). Dit is een prioriteit van de interne milieuzorg. Er zullen aansprekende campagnes worden uitgevoerd. Bevorderen en faciliteren gebruik van dienstfietsen en elektrische scooters in plaats van de auto.
Duurzame energie bij de eigen gebouwen Zonnepanelen voor Uitbreiding van het aantal zonnepanelen op stadsdeelgebouwen stadsdeelgebouwen. Tuinstadhuis op stadswarmte
Aansluiting stadswarmte op het Tuinstadhuis. De aansluiting is gepland eind 2012.
Onderzoek aansluiting Pieter Calandlaan op stadswarmte
Onderzoek naar een eventuele aansluiting op stadswarmte van het stadsdeelkantoor Pieter Calandlaan
Inkoop groen gas
Actief volgen van de ontwikkelingen met betrekking tot de inkoop van groen gas en hierover contact onderhouden met Concern Inkoop van de gemeente Amsterdam.
10
€ 50.000 € 40.000
Actie Eigen wagenpark Elektrisch vervoer
Brandstofgebruik
Toelichting
Uitbreiding aantal elektrische voertuigen. Onderzoeken of een pilot kan worden gedaan met een hybride (elektrisch in combinatie met diesel) afvalinzamelingswagen.
Financiering milieubudget € 40.000
Actief volgen van de ontwikkelingen van 2e generatie biodiesel gemaakt van organisch afval. Optie van het rijden van zware voertuigen op groen gas nader onderzoeken.
11