Ans deze maand P. 1
van slag Algemeen Nijmeegs Studentenblad / mei 2009
Vooraf Tekst: Redactie / colofon P. 02
commentaar
www.ans-online.nl
‘Ik ben altijd op zoek naar conflicten, naar iets dat niet klopt. Dát levert scènes op.’ Aldus regisseur Alex van Warmerdam, die prima uit de voeten kan met botsende elementen. Ook choreograaf Ed Wubbe, die aan het artistieke hoofd staat van het geroemde Scapino Ballet, is altijd op zoek naar een scherp randje. ‘Een stuk dat alleen maar harmonieus is, is misschien wel mooi maar ook saai. Ik vind het leuk om tegenstellingen bij elkaar te zetten, waardoor frictie ontstaat.’ Niet al wat wringt is fout, zo blijkt. Helaas blijkt dit niet op te gaan op de Radboud Universiteit. Er is al jarenlang een tekort aan technische bèta’s. De RU startte in 2006 met het project Bèta 1op1 om op die manier meer bèta’s te werven. Dat bleek succesvol: het aantal eerstejaars is de afgelopen jaren aanzienlijk gestegen op deze faculteit. Nu wordt het project stopgezet omdat er geen geld voor is. Ook bij Communicatiewetenschappen wordt de faculteit in een hoek gedreven door de financiële situatie. Een kat in het nauw maakt vreemde sprongen: er wordt namelijk flink gesneden in de onderzoekstak van de studie. De opleiding werd in 2007 nog uitgeroepen als de beste van het land en profileert zich als sterk onderzoeksgericht. Nu wordt studenten op het hart gedrukt dat de studie niet zal lijden onder deze stap, maar de wetenschappelijke opleiding wordt zonder onderzoekstak flink op de tocht gezet. Hoe kan een docent, die zelf geen onderzoek kan doen, zijn studenten de kneepjes van het academisch vak bijbrengen? Vooralsnog klinkt er weinig protest vanuit de hoek van de studenten. Dat de situatie bij Communicatiewetenschappen niet klopt, staat buiten kijf. Waar blijven die scènes? De hoofdredactie
23e jaargang. Oplage 10.000 stuks. Aan deze ANS werkten mee: Hoofdredactie Andy Leenen Loes Perrée Redactie Anne Elshof
Timo Pisart Juliet Van de Voort Dave Willems Webredacteur Rob Ramaker Medewerkers Zef Faassen Luuk Heezen Imke Kerkhof Marijn Koop Suzan van Kup-
peveld Jolanda van der Meer Joost Nellen Tamar van der Niet Kenne Peters Mart Waterval Ateke Willemse Eindredactie Marieke Haafkes Martine Peters
van Ton Tom Raeven Ewoud Rohn Iris Ruijs Ruud Vos Illustraties Erik Molkenboer Loes van Woezik Foto’s Boy van Dijk Tom de Goeij Willie Kerkhof
Website van het Algemeen Nijmegees Studentenblad Tekst: Rob Ramaker, 28 april 2009, Categorie: Nieuws
Bèta 1op1 sneuvelt Als succesvol bètaproject kun je opeens met lege handen staan. Door de financiële malaise van de faculteit komt er een einde aan de scholierenwerving door bètastudenten. Gaat nu een generatie potentiële Willie Wortels Bedrijfskunde studeren? Discussieer mee op ANS-online.nl. Veolia leest Nineteen eighty-four Het ‘klantgericht transportbedrijf’ is door Orwell geïnspireerd in de pogingen het crapuul in de Limbo-expres te beheersen. Behalve incognito controle en camerabewaking, zijn medewerkers nu uitgerust met buisjes voor DNA-monsters. Niet al te kwistig omgaan met je lichaamssappen dus! Eerste verkiezingsschermutseling Gaat het dit jaar dan echt gebeuren, de campagne als universitaire bitchfight? Wij hopen op verdachtmakingen, sensatiezucht en goedkoop scoren. Op het AKKU weblog gaat de eerste sneer richting de rivaal. Dat pikken jullie toch niet SIAM?
Hans> 29 April ‘09> 09.48 Ze kunnen in Limburg beter in lange zwarte jas, leren hoed, en met een duits accent om de papieren vragen.
Loes Perrée Klaas van der Pijl Voorpagina Boy van Dijk Crypto Renee Huynen Martine Peters van Ton Tom Raeven Columnisten Erik Cleijne Het elfde gebod
Strip Joost & Michiel Lieuwma Uitgave & Advertentie Aquisitie Stichting MultiMedia multimedia@ student.ru.nl Dagelijks bestuur:
Pieter van Goor Jop van den Hoogen Jolene Meijerink Abonnementen (20 euro per jaar) Harry Gorter tel: 024-3615653 Druk Drukkerij
Offsettservice Valkenswaard Ontwerp Marloes de Laat en Roel Vaessen Lay-out Loes Perrée Redactieadres Heyendaalseweg 141, 6525 AJ Nijmegen, 024-3612176
deze ans En...
04 De voorwendstudent
05 06 07 18 21 23 28 30 31 32
‘Ik loog er eigenlijk alleen over tegen mijn familie en ouders. Als ik bij hen was, legde ik soms boeken op tafel om de schijn op te houden. Ondertussen deed ik helemaal niets. Ik studeerde en werkte niet.’
12 Oda le Noble ‘De binnenwereld is het meest interessant; ik kan niet gezellig over koetjes en kalfjes praten. De grote Chinese Taoïst Lao-Tse zegt: “Zij die spreken, weten niet. Zij die weten, spreken niet.”’ ANS had een briefwisseling met het tamboerijnvrouwtje.
Cleijne column Het laatste oordeel Rare hoekjes van de geest Band of brains De verdieping - Historische stadswandeling Het elfde gebod Voedsel voor de geest Deze ANS niet & Team B Crypto Slaapdronken
23 Ed Wubbe ‘Ik werd op de dansacademie aangenomen zonder dat ik iets kon. Dat zou in deze tijd ondenkbaar zijn. Ik zou zelf geen danser van 21 aannemen die pas net komt kijken.’
26 Het issue ‘De papieren krant schiet als informatiedrage hopeloos tekort. Het wordt gezien als de ideale verzameling van actuele onderwerpen, maar is in werkelijkheid een curieuze samenstelling van bij elkaar geraapte thema’s en verhalen.’
9
12
Het Algemeen Nijmeegs Studentenblad is een onafhankelijk maandblad dat gratis in de binnenstad en op de universiteit van Nijmegen wordt verspreid. Het verschijnt 10 keer per jaar in de maanden september t/m juni. De uitgave van ANS wordt mede mogelijk gemaakt door:
21
27
Pretendstudenten Tekst: Andy Leenen en Mart Waterval P. 04
Voorwendstudent Het is smeuïge kroegpraat: studenten die jarenlang pretenderen nog te studeren, terwijl ze in werkelijkheid allang zijn gestopt. ‘Ik beweerde op een gegeven moment zelfs dat ik coschappen liep.’ Prestatiedruk en schaamte. De belangrijkste motieven voor studenten die jarenlang in een leugen leven, omdat ze slechte studieprestaties niet durven toe te geven. De gevolgen reiken ver, zo blijkt uit een artikel in Univers – het weekblad van de Universiteit van Tilburg. In 2007 pleegde een Tilburgse student zelfs zelfmoord in de nacht voor zijn zogenaamde afstuderen. Hoewel het een marginaal fenomeen is, zijn de verhalen schrijnend. ANS sprak drie studenten over de schaduwkant van hun studententijd. Rookgordijn Schaamte is dus vaak een belangrijke drijfveer om teleurstellende studieprestaties te verbergen voor de omgeving. ‘Ik was door de middelbare school gerold met weinig inzet’, verklaart Aron, voormalig student Geneeskunde. ‘Op de universiteit kwam ik mezelf tegen. Ik geneerde me ervoor dat ik vakken niet had gehaald en durfde de waarheid niet te vertellen. Kleine leugens vormden het begin van een negatieve spiraal.’ Uiteindelijk heeft hij vijf jaar tegen vriend en vijand volgehouden te studeren, terwijl hij al na zijn eerste jaar geen studiepunten meer haalde. ‘Na enkele jaren een coherent verhaal te hebben opgehangen, dacht ik dat de waarheid in mijn vijfde jaar wel boven water zou komen. Ik beweerde toen zelfs dat ik coschappen liep. Met een eenduidig verhaal gelooft iedereen je.’ Aron heeft het rookgordijn op kunnen houden tot hij zou moeten afstuderen. ‘Mijn ouders hoorden niets van me, dus belden ze zelf de studieadviseur met de vraag wanneer ik mijn diploma zou krijgen. Die vertelde dat ik al jaren niet meer was ingeschreven. Toen stond mijn leven op z’n kop. Toch had ik stiekem gehoopt dat zij er achter zouden komen. Ik durfde het zelf niet te vertellen.’
Ook bij Frank, voorheen pabo-scholier in Nijmegen, begon het bedrog klein. ‘Op een dag ben ik thuisgebleven, omdat ik geen zin had in de les. Vervolgens ging ik nog een paar keer niet en uiteindelijk nooit meer.’ Hij stopte na een maand omdat hij de opleiding niet interessant vond. ‘Ik loog er eigenlijk alleen over tegen mijn familie en ouders. Als ik bij hen was, legde ik soms boeken op tafel om de schijn op te houden. Ondertussen deed ik helemaal niets. Ik studeerde en werkte niet. Aan het einde van het jaar beweerde ik simpelweg dat ik was weggestuurd, omdat ik het eerste jaar met een 5,4 net niet had gehaald.’ Eeuwig zonde Franks ouders zijn tot op heden niet op de hoogte van de waarheid. Momenteel volgt hij de opleiding Small Business - in deeltijd. ‘Ik ben niet zo’n studiebol, dus ik combineer het nu met mijn werk in een kledingwinkel.’ Het bedrog is voor hem zonder gevolgen gebleven. Hij heeft geen spijt van zijn actie. ‘Ik vond het een mooie tijd, het studentenleven was te leuk om te verlaten en weer thuis te gaan wonen. Mijn ouders onderhielden me financieel. Het is misschien lullig van het geld, maar ik voel me daar niet schuldig over. Ik heb toch niet zo’n goede relatie met mijn familie. Het is vooral zonde dat ik een jaar studiefinanciering kwijt ben.’ Dat het ook veel slechter af kan lopen, blijkt uit het verhaal van Floris. Hij vertelt over zijn broer, die twaalf jaar geleden begon aan de studie Bestuurskunde in Rotterdam. ‘Hij heeft daar vier jaar gewoond. In het begin was hij nog open over zijn studieresultaten, maar hij werd steeds mysterieuzer. Hij liet maanden niets van zich horen. Ik ben hem een paar keer gaan zoeken met mijn andere broer. Dan kamden we kroegen uit om
Ans Cleijne deze column maand P.P.05 5
Cleijne Column
De ideale wereld voor een partij mannelijkheid als de mijne is toch wel één of andere grote blokhut in de wijde natuur. Bij het krieken van de dag zou ik een keer tegen de vrouw schreeuwen dat ik weg zou gaan. Met een enorm kanon en een hengel zou ik dan het bos in trekken om terug te komen met een slee vol vette herten en berenvellen en een witte haai die ik met een touw door de sneeuw sleep. Dan stamp ik de deur in en flikker alles in de woonkamer neer. ‘Papa is terug!’, roepen de kinderen blij. Veel kinderen natuurlijk, want dat is wat een man voort moet brengen. Kinderen en veel vlees. hem te vinden.’ Toen Floris op een middag thuiskwam, zat zijn broer plotseling op de bank. ‘Hij was uit zijn kamer gezet en had torenhoge schulden. Mijn ouders hadden hem opgehaald, hij had zelfs geen geld meer voor een treinkaartje. Ik was ontzettend boos op hem; ik dacht dat hij dood was.’ Floris vindt het vooral zonde dat zijn broer zijn kansen heeft verkwanseld: ‘Hij had op een veel hoger niveau kunnen werken, nu is hij manager bij een cateringbedrijf.’ Vertrouwen verloren Aron behoort tot de gelukkigen die een tweede kans hebben gekregen: inmiddels is hij begonnen aan een studie Rechten. Na overleg met zijn ouders besloot hij hulp te zoeken bij een psycholoog. Hij kijkt nu heel anders tegen deze periode van zijn leven aan dan toen hij er middenin zat. ‘Ik dacht wel vaker: “Waar ben ik in godsnaam mee bezig?” Als ik moest liegen voelde ik me schuldig, maar dat kon ik goed verbergen. Ik leefde in een soort roes.’ Aron was vooral bang dat hij vrienden zou verliezen zodra het bedrog uitkwam. ‘Sommige mensen zeiden: “Wat ben jij een zak geweest. Aan de andere kant, het is jouw probleem.” Uiteindelijk heeft het me geen vrienden gekost. Daar ben ik erg blij om.’ Toch betreurt hij zijn handelswijze. ‘Ik heb het vertrouwen van mensen verloren, bovendien is het uitgegaan met mijn vriendin. Als ik het over zou mogen doen, zou ik het heel anders aanpakken. Ik raad iedereen die hiermee worstelt aan om zo snel mogelijk de waarheid te vertellen, want je raakt alleen maar dieper in de shit.’ ANS
Om privacyredenen zijn de namen van de betrokken studenten gefingeerd
Ik pak natuurlijk ook meteen een pul bier, want vrouwlief heeft tijdens mijn afwezigheid met de kinderen allerlei land bewerkt en van alles gevlochten en gemaakt en hersteld en vooral ook heel veel bier gebrouwen. Dat drink ik allemaal op, en na een pul of acht veeg ik mijn baard schoon en zeg ik tegen de kinderen dat ze buiten moeten gaan spelen. Sommige kinderen willen bij papa zijn, maar die kastijd ik dan de deur uit. Papa gaat mama er eens goed van langs geven. De paar dagen dat ik daar ben stop ik mijn vrouw vol en sla ik mijn kinderen, drink al het bier op en vreet mezelf rond. Dan, op weder een ochtend, pak ik mijn spullen weer bij elkaar om het bos in te trekken. De kindertjes staan te huilen en willen niet dat papa weg gaat, maar papa geeft ze dan een witte haaientand zodat ze aan hem zullen blijven denken en trouw zullen zijn. Mama doe ik nog een laatste keer en ik bezwanger haar in één moeite door. Om te voorkomen dat ze naar een ander rent zeg ik wat liefs tegen haar. En na wat frivools zeg ik grappend: ‘wie is dan jouw stoere mastodontjager?’ ‘Jij...’, zegt ze dan vermurwd. Vrouw en kinderen gemanipuleerd hebbende trek ik de wijde wereld in. Een wereld vol beesten, avontuur en mannelijkheid. Een boze beer begroet ik door mijn dubbelloops door zijn tanden te slaan en zijn gehemelte aan splinters te vuren. Een verschrikt hert vang ik met mijn hengel, en klim dan op hem om in volle galop tegen een boom te pletter te sturen. Koolmeesjes gebruik ik om de loop van mijn geweer mee aan te stampen. Ik wou dat het al begonnen was!
Het laatste oordeel Tekst: Rob Ramaker/ Foto: Loes Perrée P. 06
het laat ste oor deel
college: Psychologie van de seksualiteit, dinsdag 7 april, 10.45-13.30, SP2 docent: Dr. M.H. Prins uitstraling: Geblondeerde, veertigjarige puber publiek: Giechelende brugklassers inhoud: Wetenschappelijke porno eindcijfer: 6
Duffe opsommingen of ultiem entertainment? Iedere maand verschanst ANS zich in de collegebanken om een genadeloos oordeel te vellen over het onderwijs aan de RU. ‘Een man wil gewoon neuken, en als hij vaak neukt is dat stoer.’ Dr. Prins maakt meteen een einde aan het idee dat hij seksualiteit omslachtig gaat bespreken. Zijn no-nonsense aanpak blijkt onweerstaanbaar, aangezien de collegezaal is gevuld met een veelvoud van de dertig studenten waarvoor het college verplicht is. Vandaag behandelt hij onder andere de beperkte acceptatie van homoseksualiteit onder Nederlandse jongeren. In een terzijde merkt Prins op het ‘krankzinnig’ te vinden dat ambtenaren van de burgerlijke stand ‘antihomo mogen zijn’. Het college blijkt zelfs een heuse moraal te bevatten. De docent roept op te stoppen met dichotoom denken. Hij hoopt dat studenten tegenstellingen als man–vrouw, hetero–homo en zondig–kuis voortaan zien als glijdende schalen met een grijs gebied in het midden. De stof wordt levendig uitgelegd aan de hand van hedendaagse voorbeelden. De docent put hierbij flink uit de jeugdcultuur, zijn onderzoeksgebied. Acceptatie van homoseksualiteit bespreekt hij aan de hand van de Gay Parade en bekende rolmodellen als ‘Geer en Goor’. Verder wordt Kelly uit Big Brother opgevoerd als ‘een dappere transseksueel met het IQ van een kamerplant’. Het college is duidelijk en grappig, maar de wetenschappelijke inhoud karig. In twee uur worden slechts twee grafieken en enkele concepten oppervlakkig behandeld. Het is lovenswaardig dat Prins veel moeite doet om abstracte begrippen te verduidelijken en amusant college te geven, maar hij schiet hierin zijn doel voorbij. De stof is overgoten met zo’n dikke laag populaire cultuur en kroegpraat dat de toon van zijn voordracht af en toe op de Viva lijkt. Dieptepunt is een ellenlange verhandeling over modieuze begrippen als metroseksuelen, überseksuelen en retroseksuelen. Hoewel Prins zijn populistische voorbeelden gelukkig niet al te serieus neemt, dwaalt hij ondertussen wel enorm af van de serieuze inhoud. Een ander pijnlijk moment volgt als de docent hakkelend een schema probeert uit te leggen dat niet klopt in zijn sheets. De bekentenis dat hij het college ‘gisteravond heel laat in elkaar heeft geflanst’, verklaart zijn verwarring. Het is onduidelijk waarom Prins zich zoveel moeite heeft getroost om onderhoudend college te geven. Zijn gehoor beloont de inspanningen slechts met desinteresse. Er wordt gekletst en gegiecheld alsof het een brugklas tijdens de eerste les seksuele voorlichting betreft. De docent is af en toe nauwelijks te verstaan en maant de veredelde scholieren dan met een flinke sis tot stilte. Wanneer na twee uur college nog een documentaire volgt, weet het merendeel niet hoe snel ze moet vluchten. Als vervolgens expliciete beelden van sekseveranderende operaties volgen, verdwijnen nog meer studenten. Naar buiten, waar de lentezon de hormoonspiegels verder opjaagt. Het Laatste Oordeel der Studenten De toeschouwers waarderen Prins’ directe benadering. Wel vinden zij het behoorlijk puberaal ‘dat de docent consequent neuken zegt in plaats van seks’. Studenten vinden de vele filmpjes en foto’s een toevoeging en ze omschrijven het college als ‘grappig en interessant’. Dat Prins’ uitgesproken mening ‘veroordelend’ werkt, wordt genoemd als negatief punt. Het gebrek aan nieuwe informatie en het lage verteltempo worden niet door iedereen als vervelend ervaren, omdat ‘je dan niet na hoeft te denken’. Dit schept ruimte voor dubieuze fantasieën over eigen sekservaringen, weekendplannen en het privéleven van de docent. Over het onderwerp van haar dagdromen merkt een dirty mind zelfs op ‘dat je dat echt niet wil weten’.
Leef, woon, werk, feest... met ANS P. 7
Rare hoekjes van de geest Alex van Warmerdam wordt gelauwerd om zijn eigenzinnige, absurde films. De markante regisseur is gefascineerd door machtsspelletjes: ‘Ik vind wreedheid erg geestig.’ Begin mei komt zijn nieuwe film uit: ‘De laatste dagen van Emma Blank’.
Interview Alex van Warmerdam Tekst: Andy Leenen en Ateke Willemse/ Foto’s: Boy van Dijk P. 08
‘Ze zou doodgaan. Dat heeft ze beloofd.’ ‘Zo praat je niet over je moeder!’ Zomaar een woordenwisseling uit de nieuwe film van Alex van Warmerdam (56), van oorsprong theatermaker. Sinds 1986 stortte hij zich ook op het regisseren van films. Zijn debuut Abel en het in 2006 verschenen Ober waren beide goed voor twee Gouden Kalveren. In zijn nieuwste film, De laatste dagen van Emma Blank, staat de terminaal zieke Emma centraal. Ze is aan het einde van haar Latijn en dwingt familie om haar te verzorgen. Ieder krijgt een huishoudelijke taak toebedeeld, zoals kokkin of butler. ‘Ik was eigenlijk niet van plan om mee te spelen. Toen belandde ik onverhoopt in de rol waar ik het minste zin in had.’ Van Warmerdam neemt bij het maken van zijn films veel voor eigen rekening. Naast regisseur is hij vaak hoofdrolspeler, componist van de filmmuziek en decorontwerper. Daar blijft het niet bij: zo is zijn volledige theaterwerk verschenen in boekvorm en publiceerde hij vorig jaar de dichtbundel Van alle kanten komen ze. ‘Het schrijven van die bundel is me enorm goed bevallen, omdat het een totaal andere discipline is. Je komt in allerlei rare hoekjes van je geest. Dat betekent niet dat ik psychedelische wartaal opschrijf. Integendeel: ik heb er heel nauwkeurig aan gewerkt.’ Waarom houd je als regisseur de touwtjes zo stevig in handen? ‘Ik heb een exact idee over hoe het eruit moet zien, dus probeer ik de productie zo veel mogelijk in eigen hand te houden. Het decor ontwerp ik bij theatervoorstellingen ook zelf.’ Je bewerkte eerder het toneelstuk ‘Kleine Teun’ tot een film en je nieuwe film is geïnspireerd door het toneelstuk ‘Adel Blank’. Waarom vertaal je eigen theaterwerk naar het witte doek? ‘Het schrijven van een nieuw filmscript duurt al gauw twee à drie jaar. Bij bestaand theaterwerk zijn structuur en verhaal er al, dat gaat een stuk sneller. Ik heb meer haast gekregen, omdat ik minder jaren voor de boeg heb dan toen ik jong was. Mijn nieuwe film is overigens beter gelukt dan Kleine Teun, waarbij je af en toe voelde dat het een toneelstuk is geweest. Ik had toen niet genoeg dialogen geschrapt. Dat is nu rigoureuzer gedaan, het geouwehoer is gelimiteerd. Film is een visueel medium, ik vind het een erezaak dialoog binnen de perken te houden.’ Zijn er meer elementen in de adaptatie van ‘Adel Blank’ waar je trots op bent? ‘Het is een echte film geworden, niet een Kammerspiel in een gesloten huis. Er zit ook veel natuurlijke omgeving in de film. De afstanden in dit huis zijn relatief groot. Het eerste dat werd opgemerkt was: “Moeten die mensen helemaal van hier naar daar lopen? Dat duurt toch veel
te lang.” Ik beschouw dat als de choreografie van de film. Verder is het huis panoramisch gebouwd. In bijna ieder shot zit een doorkijk naar een andere kamer, dat geeft het diepte. Dat is het mooie van film, je kunt de vorm enorm sturen. Dat is ook een deel van de vreugde.’ Bij ‘Ober’ stond het thema dienstbaarheid centraal, dit keert ook uitgebreid terug in ‘De laatste dagen van Emma Blank’. Vanwaar deze fascinatie voor onderwerping? ‘Treinconducteurs, postbodes en obers spelen vaak een grote rol in mijn werk. Dat zijn dienstbare types waar ik veel mee kan, vooral wat betreft geestigheid. Het is grappig om iemand te zien die wordt onderdrukt. Mensen die elkaar de hele dag op de schouders slaan, daar is niets aan. Dit wil echter niet zeggen dat ik een concentratiekamp geestig vind. Het ligt er wel aan op wat voor manier dienstbaarheid wordt verbeeld. ‘Ik zoek naar conflicten, naar iets dat niet klopt. Dat levert scènes op. Mijn films zijn eigenlijk natuurfilms. In dat genre zie je dieren neuken, eten en zelfs elkaar opeten. Mijn karakters doen dit ook, ze vechten, neuken en eten er op los.’ Mannen zijn in je films vaak gefrustreerde sukkels. Heb je medelijden met je personages? ‘Nee, wel mededogen. De film vertelt bijvoorbeeld niet: diegene is een klootzak. Ik laat de karakters voor zichzelf spreken. Zo vind ik het heerlijk als iemand gezag probeert uit te oefenen, terwijl dat niet lukt. Daar heb ik geen medelijden mee: zelf vond ik vroeger niets leuker dan leraren tergen. Het is interessant dat sommige docenten goed orde konden houden; als zij de klas binnenkwamen, haalde niemand het in zijn hoofd om ze te schofferen. Aan de andere kant waren er leraren die geen enkel weerwoord hadden, hen werd het leven volslagen zuur gemaakt. Dat was erg gemeen, die arme leraren kregen een hele klas over zich heen. Ik maakte me trouwens ook schuldig aan het voor lul zetten van klasgenoten. Het is de puberteit, dan ben je nog niet echt een mens. Eerder een halve gek.’ Kenmerkend voor je films is de ongemakkelijke sfeer. De situaties werken op de lachspieren, maar niet zonder een lichte huivering. Vanwaar die dubbele bodem? ‘Ik vind wreedheid heel geestig, maar daar moet je als kijker wel gevoelig voor zijn. Ik hou me helemaal niet bezig met humor, ik denk niet: nu wordt het weer tijd voor een grap. De laatste dagen van Emma Blank is bijvoorbeeld heel grimmig, maar daarom ook erg geestig. Een aantal vrienden van mijn neefje, jongens van rond de twintig, lachten zich helemaal gek. Er zijn ook mensen die dat helemaal niet zien, die zitten heel stilletjes te kijken. Het is echter geen mislukte film als er niet wordt gelachen,
ANS-online.nl P. 09
daar is de geestigheid te terloops voor. Niemand zal zeggen na mijn film: “Nou, ik heb een lachfilm gezien waar werkelijk niets te lachen viel.”’ Wat is dan de gewenste reactie van het publiek? ‘Ik kan in een film stoppen wat ik wil, maar het blijft altijd de vraag of mensen dat oppikken. Daar heb ik weinig over te zeggen, een film komt pas echt tot leven door een toeschouwer. Jaws werd bijvoorbeeld gemaakt om mensen bang te maken. Toch wisten de producenten niet wat ze konden verwachten. Bij de première vroegen ze zich zelfs af of het publiek er wel in zou trappen. Toen werden ze gebeld dat de zaal hysterisch werd uit pure angst. Je kunt je niet voorstellen dat ze zich daar zorgen over maakten, want Jaws is meesterlijk gemaakt. Die onzekerheid over ontvangst geldt ook voor mijn werk. Ik probeer helder te zijn op de set, maar heb uiteindelijk niets te zeggen over wat de film losmaakt in het onderbewuste van de kijker.’ Hoe wordt er gereageerd op je films? ‘Ik krijg niet veel persoonlijke reacties, vaak zijn dit
alleen complimenten. Het gebeurt niet snel dat er iemand naar je toe komt die zegt: “Meneer, ik wilde nog even zeggen dat ik het een ontzettende kutfilm vond.” Na Abel is het wel de pest dat veel mensen wachten op nog zo’n film. Die ga ik niet maken, want ik heb hem al gemaakt. Vaak krijg ik te horen: “Ja, geen Abel hè.” “Nee”, zeg ik dan, “want dát is Abel en dit is een andere film.” “Ja, maar deze is minder leuk.” Zoek het uit! Ik vind dat echt irritant. In recensies bemerk ik vaak een soort calvinistische behoefte naar urgentie. Het moet een boodschap hebben, een maatschappelijke relevantie. Dat zijn afgrijselijke termen. Deze film gaat in feite over hebzucht, dat zag ik pas toen hij af was. Nu is net de kredietcrisis uitgebroken, dus is er de kans dat ik ervan wordt verdacht actueel bezig te zijn. Dat zou ik vervelend vinden. ‘Ik sprak op het festival van Cannes een Amerikaan die Kleine Teun had gezien. Zijn reactie is me altijd bijgebleven: hij vond het een walgelijke film. Vooral dat hoofdkarakter, die lafbek die niet van zich af durfde te bijten, vond hij onverteerbaar. Hij zei letterlijk: “Man, pak een geweer en schiet het hele zootje overhoop.”’ ANS
Leef, woon, werk, feest... met ANS Adverteren? Kijk op ANS-online.nl P.P.10 10
Maandaag t/m donderdag: Alle pasta’s 5 euro 3 gangen en Koffie (Keuze uit vlees en vis. 17.50 euro Telefoonnummer: 024 324 94 11 www.kervansaraynijmegen.nl
Adverteren? Kijkfeest... op ANS-online.nl Leef, woon, werk, met ANS P. P. 1111
Elke woensdagmiddag Taizéviering 9 mei: Fietstocht Megen 13 mei: Taizéviering (avond) 17 mei: Roze viering 19 mei: Crossroads 28 mei: Roze Lunch 29 mei: Stiltewandeling Plasmolen
www.ru.nl/studentenkerk
Interview Oda le Noble Tekst: Andy Leenen/ Foto: Tom de Goeij P. 12
‘Ik was 3 seconden in Nirvana’ Oda le Noble, in de volksmond het tamboerijnvrouwtje genoemd, is een vertrouwd gezicht voor vele Nijmeegse studenten. ANS had een briefwisseling met de klankenzangeres over haar semi-kluizenaarsbestaan en studententijd in Londen.
ANS-online.nl ANS-online.nl P.P.13 13
‘Wie aangekomen is in het zelf, beseft dat het de binnenwereld is die er toe doet. Wat zich afspeelt in het innerlijke universum is de essentie.’ Aldus Oda le Noble, al jarenlang een van de bekendste straatmuzikanten van Nijmegen. Ze wilde graag meewerken aan een interview, maar alleen door middel van een briefwisseling. Het gevolg waren enkele zoektochten en misgelopen afspraken, maar het resulteerde uiteindelijk in een intrigerende blik op haar leven. Mooiste baantje ooit ‘Zodra ik op een natuurlijke manier wakker ben geworden, kijk ik hoe laat het is. Volgens de Indiaan Don Juan Matus, bekend uit de werken van Carlos Castaneda, is opstaan een kunst. Mijn moeder verstond die kunst, mijn vader niet. Ik lijk op mijn vader wat opstaan betreft. Ik neem een geestelijk ontbijt door een hoofdstuk uit de Bhagavad Gita te lezen, of een stukje uit de Upanishads. De Duitse filosoof Arthur Schopenhauer zei over dit laatste werk: “Deze verhalen hebben mij getroost tijdens mijn leven en zullen dat doen als ik heenga.”’ Beide boeken zijn kerngeschriften uit het hindoeïsme, dat een belangrijke rol speelt in het leven van le Noble. Na de mentale ochtendmaaltijd fietst ze tien kilometer naar het centrum van Nijmegen en koopt ergens op de route de Volkskrant, vanwege de puzzel. Dan installeert ze zich op een van haar werkplekken in de stad. ‘Dit is het mooiste baantje dat ik ooit heb gehad, omdat ik allerlei inspirerende gesprekken voer. Zo sprak ik ooit een man van 37 jaar die een nieuwe gitaar kocht, dat was voor hem een jongensdroom die verwezenlijkt werd.’ Na haar werk doet ze boodschappen bij de Aldi of gaat naar een van haar vier stamcafés. Vervolgens eet ze soms een grote friet mayonaise, of gaat meteen naar huis. Thuis rust ze uit, leest de krant en maakt de puzzel. ‘Ik ben een echte lezer. Ik heb geen tv, radio of computer. Ik heb alleen via boeken contact met de buitenwereld. Het laatste deel van de dag mediteer ik, plaats een waxinelichtje in mijn heilige nis, zeg gebeden en ga kofferen – slapen.’ 7777 jaar Le Noble weidt openhartig uit over haar bijzondere leven, de antwoorden die ze opschrijft beslaan meerdere kantjes. ‘Mijn moeder werd verbannen door haar familie en hield een oog op de elite van het dorp waarin ze terechtkwam. Ze koos een kostschool voor mij uit. Het schooltype bestaat niet meer, maar is vergelijkbaar met havo. Het hoogst haalbare na die school was een opleiding voor de Akte NXIX, een diploma om les te geven op nijverheidsscholen. Deze opleiding volgde ik in het Noord-Hollandse Bergen; een kunstenaarsdorp ten noorden van Alkmaar. Ik heb er de dichter Adriaan Roland-Holst in levende lijve gezien.’
Sommige dingen laat ze in het midden, zoals haar leeftijd: ‘Natuurlijk is het heel duidelijk voor mij hoe u deze vraag bedoelt, maar voor mystici is dit niet eenvoudig te beantwoorden. Elk wezen heeft een eeuwige leeftijd en een tijdelijke. De eeuwige leeftijd is voor de gehele schepping eender, terwijl de leeftijd van de vorm varieert. Toen mij in een tattoo-studio werd gevraagd naar mijn leeftijd, zei ik: “Dat mag u niet vragen!” Na een korte stilte zei ik: “Ik wil het u wel vertellen, ik ben 7777 jaar.” De reactie “Oh, ik dacht 7725 jaar”, vond ik erg leuk.’ Ringo Starr Oda le Noble woonde van 1968 tot 1974 in Londen. In deze periode deed ze yoga, volgde talloze lezingen, behaalde een certificaat in een Afrikaanse taal en deed, op één dag na, een verpleegstersopleiding van een halfjaar. Ook was ze er lid van de Internationale Studentenclub van de British Council, waar ze een tweede prijs haalde in de debating club. ‘Londen heeft me echt veel gegeven; op de eerste dag dat ik daar was zag ik Queen Elizabeth II toen ze aankwam bij Buckingham Palace. Ook werkte ik in het academisch ziekenhuis, waar ik Ringo Starr ontmoette. Ik stal een sigaret van hem, van het merk Lark – leeuwerik.’ ‘Wereldwijd was 1974 een belangrijk jaar in vele levens. Dit jaartal duikt heel vaak op in biografieën als een bijzonder jaar. Zo ging Haille Selassie heen in 1974.’ Selassie was de keizer van Ethiopië en werd door de rastafari-beweging als de reïncarnatie van Jezus gezien. Op zondag 27 januari 1974 nam ook le Noble’s leven een kolossale wending, die ze haar belangrijkste spirituele ervaring noemt. ‘De Duitse Sonia gaf me LSD in Hanover Lodge te Londen. Deze ervaring was heel indringend, ik was drie seconden in Nirvana. De geest kwam in mij en ik zong in de straten van Londen. Daar ben ik ingewijd.’ Le Noble woont vanaf 1980 in deze regio, door het huwelijk met Gerardus Hendrikus Antonius le Noble – die ze ‘de liefste man van de hele wereld en omstreken’ noemt. Le Noble is sinds 1995 klankenzangeres in Nijmegen. ‘Vooral kinderen en honden reageren buitengewoon positief op mijn klanken. Niet elk geluid is muziek. Wat mij betreft moeten klanken vooral aangenaam zijn.’ Sinds het overlijden van haar man in 2000 leeft ze als semi-kluizenaar; buiten haar werk heeft ze geen contacten. Ze kiest voor een eenzaam bestaan omdat de grens tussen privéleven en openbaar leven volgens haar steeds vager wordt in deze tijd. ‘Een mens kan op twee manieren zijn grenzen verleggen, naar buiten of naar binnen. De binnenwereld is het meest interessant; ik kan niet gezellig over koetjes en kalfjes praten. De grote Chinese Taoïst Lao-Tse zegt: “Zij die spreken, weten niet. Zij die weten, spreken niet.”’ ANS
Adverteren? Kijk op ANS-online.nl P. 14
ansjes Een Ansje mag maximaal 35 woorden bevatten en kost 5 euro. De waarde van de aangeboden goederen mag de 900 euro niet te boven gaan. Mail naar
[email protected].
Leer supersnel ECG’s interpreteren met e-Xpert ECG. Online en interactief. Normaal 350 euro. Voor studenten slechts 35 euro. Surf naar www.cardiocollege.com/ studenten Zin in 3 weken vrijwilligerswerk in het buitenland? Zet je in voor sociale of bouwprojecten binnen en buiten Europa via IBO-Nederland. Meer info: www.ibo-nederland.org
Van Welderenstraat 104 Tel: 024-3226812
Cross Your Borders: een onderwijsproject voor middelbare scholieren over ontwikkelingsvraagstukken, uitgevoerd door enthousiaste studenten. Een steentje bijdragen aan een betere wereld én nuttige vaardigheden opdoen? Word vrijwilliger bij Cross Your Borders! Nieuwsgierig? Check www.crossyourborders.nl Ben jij sportief en gezellig aangelegd? Heb je bovendien zin om deel te nemen aan een waanzinnig 3-daags surffestival (incl. o.a. kamperen, optredens en cursussen)? Kijk dan nu op www.ru.nl/aeolus/surfin of mail naar
[email protected] Ervaren & succesvol congres zoekt leuke, jonge ambitieuze bezoekers om elkaar beter te leren kennen. Sta overal voor open. De date vindt plaats op 15 mei. Meer info op www.jongsucces.nl Weet jij waar het heen moet met Europa en durf jij de stem van jongeren te laten horen? Word dan Jongerenvertegenwoordiger Europese Zaken. Geef je voor 8 mei op via www.jeugdraad.nl/eu
Adverteren? Kijk op ANS-online.nl Leef, woon, werk, feest... met ANS 15 P.P.15
www.ans-online.nl. Tekst: De redactie / colofon P. 16
‘Ik denk niet dat ik ooit iets anders kan gaan doen. Als ik later oud ben zit ik nog altijd in mijn atelier, met trillende vingers van de artritis en een enorme bril op te schilderen.’ Kijk voor een interview met deze kunstenaar op ANS-online.nl
Nanne meulendijks:
Ans deze maand P. 17
Interview studentmuzikanten Tekst: Luuk Heezen en Timo Pisart/ Foto’s: Wille Kerkhof P. 18 woon, werk, feest... met ANS Leef, P. 18
Band of brains
Gierende gitaren, gillende groupies en liters bier: onlangs vond een aantal lokale bands Nijmegen rijp voor de titel Rock City. Floreert de muziekscene ook bij Nijmeegse studentmuzikanten? ‘Drugs, daar doen we niet aan. We zijn best lieve jongens.’ Sinds het landelijke succes van The Kevin Costners en De Staat groeit de aandacht voor Nijmeegse bands razendsnel. De Waalstad rockt als nooit tevoren. In kunstcentrum Extrapool vertellen vier studentmuzikanten over de lokale muziekscene en in hoeverre rock ‘n roll en studeren samengaan. Neurotisch trommelt Roderik Wijkstra (25), vierdejaars Bedrijfswetenschappen, op een geïmproviseerde tafel vol bierflesjes. ‘Het is echt een ziekte. Ik zat vanmiddag in de trein en na een half uur zei een kerel achter me: “Wil je daar nou eindelijk eens mee ophouden?”’, aldus de drummer van nederpopband Smout. Hoewel de andere muzikanten nooit van de Zeeuwse groep hebben gehoord, stond de band bij Bløf en De Dijk in het voorprogramma en speelden ze op 19 april in de halve finale van de Nederpopprijs. Ook Annemiek Schilpzand (20), eerstejaars Economie, wordt niet direct herkend. Als gitariste van het excentrieke Mr. Blue Sky stond zij op de grotere poppodia en werd ze in de bandwedstrijd de Gesel van Gelderland uitgeroepen tot meest bijzondere gitarist. De muziek van de band wordt vaak meidenrock genoemd. Annemiek: ‘Eerst vonden we dat denigrerend. We zijn toch geen Spice Girls? Maar eigenlijk is het een voordeel: zo krijgen we meteen aandacht. Hierdoor spelen we op bijzondere plekken, zoals het voor lesbo’s georganiseerde Wild Women-festival.’ De twee andere rocksterren zijn van groter formaat. Tom van Eerd (19), tweedejaars Sociologie en bassist van het inmiddels opgeheven SAT2D, behoeft voor de overige muzikanten geen introductie. De band won in 2008 de competitie Nu of Nooit, met als prijs een optreden op Pinkpop. Verder verzorgden zij voorprogramma’s voor Tokio Hotel, Golden Earring, The Gathering en vele anderen. ‘Waarom ben je in godsnaam gestopt met zo’n succesvolle band?’, vraagt Reinier van der Haak (25), derdejaars Psychologie, die zelf
landelijke bekendheid geniet met Roosbeef. Tom: ‘Omdat de neuzen niet meer dezelfde kant op stonden. Zodra optredens worden afgezegd wegens de verjaardag van een vriendje, weet je dat het niet meer goed zit.’ Soleren of studeren Aan Toms toewijding heeft de breuk niet gelegen. ‘In de weken voor Pinkpop heb ik nauwelijks iets aan mijn studie gedaan’, verzucht hij. ‘Zodra ik van muziek kan leven, schuif ik mijn studie meteen opzij. Maar tot die tijd geeft het een kick om beide aspecten precies in je schema te passen.’ Roderik: ‘Ik ben tevreden met mijn tijdsbesteding: ik besteed de weekenden volledig aan de band en doordeweeks studeer ik. In mijn kamer kan ik me echter niet concentreren, dan zit ik binnen no time te spelen. Na mijn afstuderen ga ik gewoon werken, van fulltime muzikant zijn is voorlopig geen sprake.’ Reinier betwijfelt of hij dat überhaupt zou kunnen. ‘Ik vraag me altijd af wat professionele muzikanten de hele dag doen. Met Roosbeef treden we vaak donderdag-, vrijdag- en zaterdagavond op, overdag kan ik dus studeren. Alleen met de band bezig zijn is op den duur geestdodend. Ik kan de intellectuele uitdaging van mijn studie niet missen.’ Annemiek denkt zelfs dat studeren het musiceren stimuleert: ‘Sinds ik weer studeer kan ik me veel gerichter met muziek bezig houden.’ Money talks Tom begint over het voorprogramma dat SAT2D verzorgde voor Tokio Hotel. ‘Ah, goede doelgroep’, merkt Reinier op. ‘Die kopen alles waar de bandnaam op staat.’ Tom: ‘Ze slapen een nachtje in de rij en wachten uren voor concertkaarten. Ik stond voor het podium toen de deur openging. Onmiddellijk sprintte een horde hysterisch schreeuwende meisjes naar voren, om tijdens het concert bij bosjes bewusteloos uit het
Leef, woon, werk, feest... met ANS P. 19
publiek te worden getild.’ Annemiek: ‘Dat lijkt me echt een hele leuke ervaring.’ Tom zucht: ‘Ik ben gewoon geen Tokio Hotel-fan.’ ‘Hoe kwamen jullie eigenlijk aan al die optredens?’, vraagt Reinier zich af. ‘Hadden jullie zo’n briljante boeker?’ ‘Nee, we hadden helemaal geen management’, antwoordt Tom. ‘Contacten zijn ontzettend belangrijk, we werden altijd gevraagd. Ik heb nooit iets hoeven regelen. Eigenlijk was dat best dom, we hadden er meer uit kunnen halen. Ik ben ervan overtuigd dat je in een jaar gemakkelijk honderd optredens kunt geven als je er zelf achteraan gaat.’ ‘En hoe ga je dat combineren met je studie?’ grapt Reinier. Vervolgens raken de muzikanten in discussie over de keiharde zakenwereld van muziek. Cd’tjes opsturen werkt nooit, meent Roderik. Tom vindt dat je het persoonlijk moet houden. Zelfs met Universal heeft hij meer dan zakelijk contact: regelmatig wordt hij ge-sms’t om te vragen hoe het met hem gaat. Toch draait uiteindelijk alles om geld, zo blijkt. Verbitterd zegt Roderik: ‘Een hitje is zo gemaakt, voor 700 euro koop je een plekje in de top twintig.’ Moedeloos valt iedereen stil. Hij concludeert: ‘Daar sta je dan met je talent.’ Rock ‘n roll? De studentmuzikanten maken geen ruige indruk. Tom is de enige die de hele avond bier drinkt. Reinier nipt van zijn cola en pakt pas later op de avond een enkel biertje: hij heeft morgenochtend een zwaar tentamen. Ook Roderik drinkt fris, omdat hij vandaag een wielerrit van 100 kilometer achter de rug heeft en niet wil dat zijn spieren verzuren. Annemiek drinkt zelfs nooit. Gaat het er bij hun optredens ook zo wild aan toe? ‘Vergis je niet’, begint Reinier, ‘na het spelen moeten alle spullen worden ingeladen en moet je naar huis terugrijden. Als je drie keer per week speelt,
gaat het opwindende er snel vanaf. Wanneer je iedere keer enorm gaat zuipen, lijdt je studie eronder. Net als de meeste muzikanten voldoe ik niet aan het standaardbeeld van drank, drugs en vrouwen. Degenen die zich wel zo gedragen, spélen de rockster.’ Vervolgens komt hij op de proppen met een anekdote over rockband Moke, die tijdens de Vierdaagsefeesten de Merleyn indoken om met hun ‘zatte kop’ tegen jonge vrouwen aan te rijden. ‘Ze zijn tegen de veertig, ik vind het behoorlijk treurig als je dan zoiets doet.’ ‘Inderdaad, je maakt soms bizarre dingen mee’, haakt Annemiek in. ‘Nadat we laatst in Wageningen speelden, gingen we uit eten in een heel normaal restaurant, dachten we. Maar we kregen geen bestek! Ja, dan moet je spinazie met je handen eten.’ Er volgt een ongemakkelijke stilte. Dan praat Roderik eroverheen met een verhaal over een tour door Frankrijk. ‘We zaten op een camping en hadden een avondje vrij. De eigenaar vroeg ons een paar liedjes te spelen bij het kampvuur. Hoewel we maar een paar man hadden verwacht, stonden er honderden mensen. Dat was een magische avond, we hebben de hele nacht gespeeld. Iedereen danste en er werden zelfs vuurpijlen afgestoken.’ Tom schiet in de lach. ‘Met Pinkpop heb ik me behoorlijk misdragen. Uiteindelijk eindigde ik ‘s nachts op de camping en heb daar een winkelwagentje gesloopt.’ Al snel verdwijnt de grijns van zijn gezicht. ‘Een ijzeren pin is toen mijn voet ingeschoten, ik ben de volgende dag met een gezwollen en ontstoken voet wakker geworden en moest naar het ziekenhuis. Omdat ik niet meer kon lopen heb ik de rest van het festival backstage gezeten. Daar heb ik wel een tijd met Foo Fighters-frontman Dave Grohl gepraat. Dat kan niet iedereen zeggen.’ ANS Mr. Blue Sky staat 7 mei in de Merleyn in de halve finale van studentenbandwedstrijd Kaf en Koren, Roosbeef speelt 14 mei op het Diesfestival van de RU.
Adverteren? Kijk op ANS-online.nl www.ans-online.nl. Tekst: De redactie / colofon P. 20 P. 20
De ver die pin g
De verdieping Tekst: Suzan van Kuppeveld/ Illustratie: Loes van Woezik P. 21
Gaat verdieping in het studentenleven verder dan de bodem van een bierglas? In deze rubriek een portie canonwaardige kennis, spirituele zelfreflectie óf toch een intellectuele kater. Deze maand: Een historische stadswandeling ‘Op 22 februari 1944 was het vliegverkeer druk boven Nijmegen. De wachters op de Sint Stevenskerk moeten enorm geschrokken zijn toen ze zagen dat de bommenluiken plotseling opengingen.’ Op de plaats waar zich 65 jaar geleden een catastrofe voltrok, start de stadswandeling. Veertig geïnteresseerden drommen samen rond het Marikenbeeld op de Grote Markt. Het publiek bestaat voornamelijk uit vijftigplussers op wandelschoenen. Wanneer de klokken van de Stevenskerk beginnen te luiden, arriveren twee docenten geschiedenis in paarse polo’s. Martijn Vermeulen en Sjel Jansen begeleiden de stadswandeling Het bombardement van 22 februari 1944. De gidsen vertellen vol vuur over de totstandkoming van de toer. Op basis van persoonlijk literatuuronderzoek en speurwerk in archieven is de ellende van 1944 gereconstrueerd en gelokaliseerd. ‘We willen laten zien wat de Nijmegenaren hebben meegemaakt.’ Militaire misser Sjel begint, nog steeds staande op de Grote Markt, met een bijzondere verklaring van het bombardement. ‘Het is aannemelijk dat de geallieerden getracht hebben het rangeerterrein bij het station te raken. De bommen zijn echter in de binnenstad terechtgekomen. Waarschijnlijk heeft de bommenrichter een inschattingsfout gemaakt met de windsnelheid. Bij terugkomst meldden piloten verbouwereerd aan hun superieuren: “We hit Nijmegen.”’ De misser had 763 doden en minstens twee maal zoveel gewonden tot gevolg en is hiermee de derde grootste ramp in de Nederlandse geschiedenis van de 20e eeuw. Interessant is dat door het inslaan van de bommen de aanblik van de stad is veranderd. ‘Het toenmalige centrum, vooral De Grote Markt en de Stikke Hezelstraat, waren totaal weg-
gevaagd. Nijmegen was ooit heel mooi.’ Waar nu een spuuglelijke Hema is, bevond zich een V&D in een prachtig gebouw. Volgens Martijn is de Hema niet lelijk. ‘De buitenkant bestaat voor een groot deel uit glas. In de ruiten zie je de weerspiegeling van het vooroorlogse Nijmegen in een naoorlogs gebouw’, aldus de enthousiaste gids. Schommelen Indien de bluswerkzaamheden beter waren verlopen, was er meer overgebleven van het vooroorlogse Nijmegen. ‘Helaas was ook de watertoevoer door de bombardementen geraakt’, vertelt Sjel terwijl Martijn foto’s van platte brandweerslangen laat zien. De volgende stop is de Stikke Hezelstraat. Martijn: ‘Hier hebben zich complete drama’s afgespeeld. Stel je voor dat de straten erg nauw waren en alles in de fik stond. De Nijmegenaren konden nergens heen.’ Dit beklemmende gevoel heeft de ontwerper van Plein ’44 proberen na te bootsen. Het patroon van het plein moet hoge bebouwing met smalle straatjes voorstellen. De wandeling gaat via het lelijkste plein van Nederland verder in de richting van de Marikenstraat naar het monument De Schommel. De afronding van de korte excursie vindt hier plaats. Er stond een kleuterschool die is gebombardeerd. Het publiek, dat anderhalf uur vol aandacht heeft geluisterd, trakteert de gidsen op een welverdiend applaus. Sjel draagt als afsluiting een ontroerend verhaal voor over de ervaringen van een non, die werkzaam was op de school. Toen ze ternauwernood onder het puin vandaan werd getrokken, riep ze verschrikt: ‘Ik heb geen kap op!’ ANS De stadswandelingen, die worden verzorgd door Stadswandeling Nijmegen, hebben onder andere thema’s als De Waaloversteek en de Piersonrellen van 1981.
Adverteren? Kijk op ANS-online.nl P. 22
Restaurant
Ankara
Al 30 jaar het adres voor Turkse specialiteiten Vleesgerechten vegetarische gerechten pizza's
Afhalen mogelijk Iedere dag geopend vanaf 17.00 uur
Burg.v.d.Berghstraat 144 Nijmegen 024-3228108 www.restaurantankara.nl
Ed Wubbe Al zeventien jaar is Ed Wubbe artistiek leider lands meest vooruitstrevende choreografen k van de toekomst.’ De voorstelling 4x20 Stor burg Nijmegen.
r van het Scapino Ballet. Een van Nederkijkt vooral vooruit. ‘Dans is de kunstvorm ryproof is 7 mei te zien in de Stadsschouw-
Interview Ed Wubbe Tekst: Anne Elshof en Loes Perrée/ Foto’s: Klaas van der Pijl P. 23
‘Er is veel te veel dans in Nederland’ Ed Wubbe (51) stond op het punt om naar de Hogere Technische School te gaan toen hij voor het eerst een dansvoorstelling zag. ‘Ik dacht ineens: dit wil ik ook.’ Inmiddels is zijn naam onlosmakelijk verbonden aan het vooraanstaande Scapino Ballet, dat al jaren grote danspodia in binnen- en buitenland siert. Het feit dat dit gezelschap al meerdere malen het dansprogramma van Lowlands verzorgde is kenmerkend voor haar jonge karakter. Wubbe ontvangt ons in de studio’s in thuishaven Rotterdam waar hij zich met de dansers elke dag in het zweet werkt. Je bent pas op achttienjarige leeftijd begonnen met dansen. Zou het tegenwoordig nog mogelijk zijn om met zo’n late start de top te bereiken? ‘Eerlijk gezegd denk ik van niet. Toen ik begon, was er nog een grote behoefte aan mannelijke dansers. Ik werd op de dansacademie aangenomen zonder dat ik iets kon. Dat zou in deze tijd ondenkbaar zijn. Dans heeft zich de laatste jaren enorm ontwikkeld. Er is veel meer concurrentie, zowel vanuit binnen- als buitenland. Het Scapino Ballet kent bijvoorbeeld elf of twaalf nationaliteiten. Zelf zou ik geen danser van 21 aannemen die net komt kijken.’ Wat heeft je doen besluiten te gaan choreograferen? ‘Ik ben mijn danscarrière begonnen bij het juniorengezelschap van het Nederlands Dans Theater. Het was de bedoeling dat ik zou doorstromen naar het hoofdgezelschap. Op een gegeven moment bleek dat ik die overstap niet kon maken. Dat had te maken met het feit dat ik zo laat was gaan dansen. Ik kreeg toen de kans om wat kleine stukken te choreograferen voor het juniorengezelschap. Dat vond ik zo leuk dat ik dacht: “Dit wil ik vaker doen.” Introdans, een dansgroep uit Arnhem, zag een van mijn stukken en vroeg of ik ook een choreografie voor hen wilde maken. Zo is het balletje gaan rollen. Ik heb me langzaam ontwikkeld van danser tot choreograaf. Uiteindelijk heb ik het dansen helemaal achter me gelaten.’ Het Scapino Ballet wordt gezien als een trendsetter in de danswereld. Zijn jullie zo vernieuwend? ‘Dat vind ik wel. Het Scapino Ballet is een van de weinige met een uniek repertoire. We zijn een middelgroot gezelschap.
Interview Ed Wubbe Tekst: Anne Elshof en Loes Perrée/ Foto’s: Klaas van der Pijl P. 24
De meeste vergelijkbare groepen spelen allemaal successtukken van dezelfde gevestigde choreografen, waardoor ze inwisselbaar worden. Dat probeer ik te doorbreken door met onbekende en jonge choreografen te werken. We gaan minder voorspelbaar en spannender te werk. ‘Ook is het vernieuwend hoe transparant we zijn. Traditionele gezelschappen zijn heel gesloten. Wij willen juist naar buiten treden en mensen informeren. Dit doen we bijvoorbeeld door middel van livestream uitzendingen van onze repetities.’ In het boek ‘Dit is theater’ zeg je op het toneel mensen van vlees en bloed te willen laten zien, waarmee het publiek zich kan identificeren. Hoe bewerkstellig je dit? ‘Ik zie vaak balletten waarbij iedereen er hetzelfde uit ziet. Daar worden dansers uitgekozen die allemaal ongeveer even groot zijn en eenzelfde lichaamsbouw hebben. Er wordt een ideaalbeeld gecreëerd. Ik hou daar niet van. De dansers die ik uitkies zijn allemaal anders: klein, groot, dun, dik. Echt dikke dansers hebben we natuurlijk niet, maar ze zijn wel zichtbaar verschillend. Daardoor worden het mensen van vlees en bloed. Bij het Scapino Ballet zie je geen klonen, dat is zeldzaam in de vaak conventionele danswereld. Mede door die minder stijve presentatievorm trekken wij een jonger publiek.’ Je werk kent thema’s zoals desoriëntatie en miscommunicatie. Zijn deze kenmerkend voor deze tijd? ‘Dat weet ik niet. Ik vind het interessant een stuk te maken waarin er gevoelsmatig iets wringt. Een man of een vrouw met een perfect
uiterlijk is niet spannend. Juist een kleine imperfectie kan iemand prachtig maken. Zo is ook een stuk dat alleen maar harmonieus is misschien wel mooi, maar ook saai. Ik vind het leuk om tegenstellingen bij elkaar te zetten, waardoor frictie ontstaat. Als ik iets dramatisch wil laten zien, doe ik dat bijvoorbeeld juist met humor.’ Hoe is het gesteld met dans in Nederland? ‘Het is moeilijk om het hoofd boven water te houden. Er is veel te veel dans in Nederland. Schouwburgen hebben vaak een programma met theater en cabaret. Ze programmeren vervolgens dans omdat dat nog ontbreekt. De programmeurs hebben er vaak weinig verstand van en kiezen voor de goedkoopste dansgezelschappen. Dat zijn meestal niet de beste groepen. Jammer genoeg worden er te veel voorstellingen gemaakt die ik niet goed genoeg vind. Die schaden het imago van dans en daarmee ook van de kwalitatief hoogstaandere groepen.’ Wat maakt een dansvoorstelling slecht? ‘Er wordt te veel amateuristisch werk gemaakt waaraan je kunt zien dat de dansers en choreograaf de techniek niet beheersen. Soms hebben de makers simpelweg een slechte smaak. Bijvoorbeeld wanneer er geweld, verkrachting en droogneuken op het toneel te zien is. Dat maakt een voorstelling kitsch. Choreografen kunnen soms de plank volledig misslaan. Het is moeilijk concrete voorbeelden te geven. Het is net als met muziek: er zijn dingen die ik niet mooi vind, maar waaraan ik wel kan horen dat het goed is gemaakt. Maar van Frans Bauer bijvoorbeeld kan ik de kwaliteit echt niet inzien.’
Het elfde gebod P. 25
Weet het grote publiek dat verschil in kwaliteit wel op te merken? ‘Het moeilijke van dans is dat weinig mensen er op een vakmatige manier naar kunnen kijken. Van muziek en literatuur hebben we allemaal wel een beetje verstand. Ballet is niet overal te zien of te koop. Dat maakt het imago elitair. De beoordeling van de kwaliteit ligt dus ook in handen van een relatief klein clubje. Dat is doodzonde, ik denk dat dans juist de kunstvorm van de toekomst is. Het is snel, beeldend en je moet het live ervaren. In de studentensteden waar we spelen zie ik een steeds veelzijdiger en jonger publiek. Ik hoor daar mensen zeggen: “Verdomd, ik wist helemaal niet dat het zo tof is. Jammer dat ik dit niet eerder wist.” Het is natuurlijk een vreselijk cliché, maar onbekend maakt onbemind. Dans is - mits het goed wordt gebracht - een hele aantrekkelijke en spannende kunstvorm. ‘In de wereld waarin we nu leven, waarin we alles vanuit thuis kunnen doen, is het interessant nog iets te hebben waarvoor je echt ergens heen moet. Muziek kun je bijvoorbeeld ook thuis luisteren, maar dans komt alleen tot zijn recht in het theater.’ Het bezoeken van een concert heeft toch net zo goed toegevoegde waarde? ‘Natuurlijk geldt voor elke kunstvorm dat het beter is om het live te ervaren. Toch denk ik dat dit bij uitstek voor dans geldt. Muziek is veel gemakkelijker bereikbaar dan dans. Je kunt het overal mee naar toe nemen op een minuscule mp3-speler. Voor een dansvoorstelling moet je echt naar het theater om bij wijze van spreken het zweet van de dansers te kunnen ruiken.’ Binnenkort is in Nijmegen de voorstelling ‘4x20 Storyproof’ te zien. Waarin is dit stuk innovatief? ‘De presentatievorm maakt het stuk bijzonder. Ik heb vier jonge choreografen gevraagd een dans te maken van precies twintig minuten. Het is een mooi tijdsbestek waarin je een verhaal kunt vertellen en een spanningsboog kunt opbouwen. De vier choreografen gaan compleet anders met die twintig minuten om. Als je naar de voorstelling gaat is het interessant om te merken dat het ene stuk veel langer lijkt te duren dan het andere.’ Goede kunst hoort de tand des tijds te doorstaan. Heb jij tijdloos werk gemaakt? ‘Tijdloos is een relatief begrip. Dans is bij uitstek een vluchtige kunstvorm. Een van de choreografieën waarop ik het meest trots ben is Kathleen uit 1992, een van de eerste stukken die ik voor het Scapino Ballet maakte. Daarin wordt gedanst op erg heftige muziek, wat destijds nog wel gewaagd was. Het is nu zeventien jaar oud en staat nog steeds overeind. Ik kijk kritisch naar mijn eigen werk. Stel dat ik vijftig stukken heb gemaakt, dan zijn er wellicht vijftien die ik ook nu nog goed vind. De rest hoef ik niet meer te zien.’ ANS
Het elfde Gebod Het is hier warm, rokerig en druk. Ons studentenhuis is overspoeld door een jolige mensenmassa. Het thema van ons huisfeest is waarbenjij.nu. Farid is er niet, hem heb ik niet meer gezien sinds die nacht op het Keizer Karelplein. Naast me staat een meisje in een kleurrijk Indiaas gewaad uitgebreid te zoenen met een jongen die zijn bontmuts uit Moskou nog maar eens uit zijn kast heeft opgedoken. Ik vind het thema kut. Het geeft mensen de gelegenheid om uitgebreid hun kosmopolitische leventje te etaleren, terwijl ik nooit verder ben gekomen dan de wildwaterbaan in Center Parcs Heijderbos. Al was het thema van ons feest briljant geweest, niets had deze dag nog kunnen redden. Ik voel me intens slecht. Het gebeurde ter hoogte van Berg en Dal. Sam, mijn huisgenoot, en ik waren net keihard aan het meezingen met The Kooks, toen er in een flits iets zwarts voor mijn auto sprong. Ik trapte vol op de rem. Het net aangeschafte bier, bestemd voor het huisfeest, knalde tegen onze rugleuningen aan. In shock bleven we even stil zitten, ons niet realiserend wat er zojuist was gebeurd. Totdat het gejammer van een man tot ons doordrong. Vlak voor de auto lag een pikzwarte grote labrador. Over de hond heen gebogen stond een kalende man, midden vijftig, huilend als een kind: ‘Nee het kan niet waar zijn! Meneer de Bruin!’ De arme hond bleek niet meer te redden. In mineurstemming reden Sam en ik naar huis. Thuis aangekomen kreeg ik ook nog eens de volle lading van de huisgenoot wiens auto wij hadden geleend, er zat een hele grote deuk rechts naast het nummerbord. Dus nu voel ik me schuldig over de auto én over de hond. Terwijl ik de laatste slok van mijn biertje achterover sla, zie ik de huisgenoot van de gedeukte auto me vuil aankijken. Half wijzend doet hij het verhaal uit de doeken bij zijn elitaire vrienden, gehuld in I love NY-shirts. Eigenlijk heb ik helemaal geen leuke huisgenoten. Behalve Sam dan, die is wel oké. Ik haal hem over naar de NDRGRND te gaan. Half vier, ze laten ons vast nog wel binnen. Sam en ik worden er schandalig dronken. In zeer beschonken toestand concluderen we dat Nijmegen al even bekrompen is als de dorpen waar we vandaan komen. Hij vertrouwt me toe dat hij op kamerjacht is in Amsterdam, waar hij volgend jaar verder gaat met zijn studie. ‘Weet je’, lalt hij. ‘Het zou wel tof zijn als je ook naar Amsterdam ging. Dan zouden we samen een appartementje kunnen zoeken. Stukken goedkoper!’
Het issue Tekst: Marijn Koopmans en Ateke Willemse/ Illustratie: Erik Molkenboer P. 26
het issue In deze rubriek staat iedere maand een ander Issue centraal, waarover de meningen sterk zijn verdeeld. Deze maand: Kan de krant definitief bij het oud papier?
papier hier? ‘Net als een prehistorisch dier heeft het bedrukte papier met nieuws, analyse en opinie zijn tijd gehad’, vreest Henk Hofland, in 1999 door vakgenoten verkozen tot Nederlandse journalist van de twintigste eeuw. In De Groene Amsterdammer van 20 maart 2009 bespreekt hij de toekomst van de gedrukte krant. Er is volgens hem sprake van een trend: lezers zijn niet langer geïnteresseerd in uitgebalanceerde artikelen. Oneliners liggen beter in de markt dan genuanceerde volzinnen. Een van de oorspronkelijke functies van kranten - het deskundig en onafhankelijk stimuleren van het publieke debat - komt door deze ontwikkeling in het gedrang. Ondertussen speelt internet een steeds grotere rol in de journalistieke wereld. Weblogs en sites als NU.nl winnen terrein. Voor studenten is internet inmiddels de belangrijkste nieuwsbron, zo bleek recentelijk uit een enquête naar mediagebruik door het Tilburgse universiteitsblad Univers. Mede dankzij gratis online journalistiek heeft de krant moeite zijn positie te behouden. Ronald Plasterk, Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, heeft momenteel het plan subsidie te verstrekken aan de innovatie van de journalistiek. Het gaat hem niet noodzakelijk om het in stand houden van de van bestaande bladen. ‘Dat zou neerkomen op monumentenzorg’, aldus Plasterk in zijn persbrief van 14 november 2008. Betekenen deze ontwikkelingen dat de dagen van de papieren krant zijn geteld?
De stelling van deze maand: internet maakt van kranten oud nieuws
Laurens Verhagen, hoofdredacteur NU.nl ‘Kranten hebben hun koppositie op het gebied van nieuws verloren. Internet heeft in rap tempo de rol van belangrijkste nieuwsverstrekker overgenomen. De combinatie van actie en reactie van betrokken burgers is ongekend krachtig. NU.nl kan niet zo veel verdieping bieden als de gedrukte media, maar dat is ook niet onze doelstelling. Wij streven naar korte en overzichtelijke primeurs. Voor verdieping moeten lezers elders zijn. ‘Ik ben niet van mening dat de overheid papieren kranten moet ondersteunen. Subsidie aan bijvoorbeeld onderzoeksjournalistiek lijkt me goed, maar het subsidiëren van een archaïsch distributiemodel is wat mij betreft ridicuul. Er valt zeker nog een maatschappelijke rol door kranten te vervullen. Ze moeten zich echter wel afvragen of ze nog op papier willen verschijnen.’
Alexander Pleijter, docent Journalistiek aan de Universiteit Leiden en de RU en oprichter van Toekomstvandejournalistiek.nl ‘Internet vormt extra concurrentie voor de krant, maar dat wil niet zeggen dat deze laatste uit de markt wordt gedrukt. In de moderne geschiedenis is een oud medium nog nooit eerder verdrongen door een nieuwere variant. ‘De voordelen van internet zijn oneindig. Op ieder moment van de dag kun je over elk onderwerp het laatste nieuws vinden. Ook kan internet op een eenvoudige manier meer verdieping bieden dan gedrukte media. Daar bestaat namelijk de mogelijkheid door te linken naar extra informatie. Toch is de rol van kranten in de samenleving tot op heden nog steeds aanzienlijk. Ondanks de daling van oplagen worden in Nederland bijna vijf miljoen dagbladen verspreid. Op een willekeurige dag lezen zeven van de tien volwassenen de krant. Ook maken uitgevers van dagbladen in Nederland nog altijd winst. De gedrukte krant zal dus waarschijnlijk
ANS-online.nl P. 27
niet geheel verdwijnen, maar er is wel een grote kans dat internet de belangrijkste nieuwsverstrekker wordt.’
wij al onze projecten zelf. Daar hebben wij de overheid niet bij nodig.’
Titia Ketelaar, adjunct-hoofdredacteur van NRC Handelsblad en chef redactie van nrc.next ‘De journalistiek moet zichzelf opnieuw uitvinden. Lezers zijn niet meer gewend om op een bepaald tijdstip een krant op de mat te vinden. Ze willen informatie ontvangen van een betrouwbare bron, maar dan wel op hun eigen manier en op een zelfgekozen tijdstip. ‘Als er geen toekomst zou zijn voor gedrukte kranten, waren wij drie jaar geleden nooit met nrc.next begonnen. Kranten plaatsen maatschappelijke ontwikkelingen in een bredere context. Nrc.next is begonnen met de gedachte dat lezers reeds op verschillende manieren nieuws hebben vernomen. Wij leggen vervolgens oorzaak en gevolg uit. Voor dergelijke verdieping hebben wij gespecialiseerde mensen nodig, dat is ook waar je als lezer voor betaalt. Tot nu toe financieren
Jaap Stronks, internetjournalist en nieuwe-mediastrateeg ‘De papieren krant schiet als informatiedrager hopeloos tekort. Het wordt gezien als de ideale verzameling van actuele onderwerpen, maar is in werkelijkheid een curieuze samenstelling van bij elkaar geraapte thema’s en verhalen. Als een krant is gelezen, verdwijnt deze in de prullenbak en daarmee vervliegen de woorden ook. Het is een tijdsgebonden product dat plaats zal maken voor een diverser, breder medialandschap. Deze radicale verandering in de media-ecologie is al in gang gezet. Binnen het publieke debat spelen kwaliteitskranten nog steeds een belangrijke rol, maar de vormgeving van het debat door interacties tussen organisaties, media en personen verschuift geleidelijk naar internet. Gezien het trouwe publiek van 50plussers zullen kranten nog een tijdje voortbestaan, maar hun rol zal marginaliseren. Dat is onontkoombaar.’ ANS
Voedsel voor de geest Tekst: Dave Willems/ Foto’s: Klaas van der Pijl P. 28
Voedsel voor de geest Op zoek naar pareltjes uit ranzige studentenkeukens, schuift ANS iedere maand aan bij een avondmaaltijd. Wat schaft de pot en wat bakken de koks van culinaire kennisvragen? Deze maand: Gastronomisch dineren met uitzicht op de Waal.
Nijmegen kent een heuse studentenelite, waaronder de tien bewoners van villa Vahali Adjectum, te vertalen als ‘huis aan het water’. Vanaf de fietsbrug over de Waal is het witte vrijstaande pand aan de Oosterhoutsedijk in Lent te bewonderen. Mayke (19), eerstejaars Psychologie, geeft een rondleiding door de gigantische villa. Dramatherapeute Noortje (24) pronkt met de bijzondere locatie van het pand wanneer ze haar gordijnen opentrekt en ons het uitzicht op de Waalkade toont vanachter de louter uit glas bestaande buitengevel. De pooltafel op de bovenverdieping symboliseert de overvloed aan ruimte. De slechte staat van het huis en de kapotte achterdeur, met een fiets ingereden door dronken huisgenoot Wouter, trekt volgens Mayke wel eens de aandacht van voorbijgangers. ‘Mensen staan hier soms aan het raam geplakt naar binnen te gluren. Omdat het huis er zo vervallen en verlaten uitziet, vragen ze zich af of het überhaupt bewoond is.’ Laura (20), eerstejaars Algemene Cultuurwetenschappen, vertelt over het roerige verleden van het huis. ‘Volgens de huisbaas hebben hier twee mensen gewoond die constant poogden elkaar te vermoorden. De ambulance kwam toen regelmatig langs.’ Samen met Judith (21), tweedejaars Nederlands, beginnen Laura en Mayke aan het voorgerecht. Als laatste kanshebbers voor de bokaal en het door ANS verzorgde diner trekken de bewoners alles uit de keukenkast, met als hoogtepunt vers geplukte koriander en basilicum uit Noortjes tuin. Buiten aan de eettafel met uitzicht op de Waal vertelt Esther (21), derdejaars Muziektherapie, over het jaarlijks terugkerende tuinfeest. ‘De band voor dit jaar hebben we al geregeld. Achter de struiken komt een kleine camping en het zwembad laten we binnenkort weer vollopen.’ Niet veel later komen Laura, Judith en Mayke met de olijvensoep en het stokbrood aangelopen. Het openen van de wijn luidt de eerste gang in, waarna de overheerlijke soep de smaakpapillen verwent. Plotseling blijkt echter dat vegetarisch koken geen specialisme is van Laura. ‘In kippenbouillon zit toch geen kip, dat zijn toch smaakstoffen?’, verontschuldigt ze zich. Gelukkig voldoen de overige gangen wel aan de strenge eisen van de vegetariër in het gezelschap. De warme spinaziesalade met walnoten en de tortilla’s met maïs en zongedroogde tomaatjes weerspiegelen culinair inzicht. Het dessert, ijs gesandwiched tussen twee wafels met slagroom en omringd door verse frambozen, is op zijn zachtst gezegd verrukkelijk. Na het eten schuift de verlate Eamonn (20), tweedejaars Informatiekunde, aan. Nu het team compleet is, wordt het tijd om te kijken of ze net zoveel kennis hebben als hun huis groot is.
ANS-online.nl P. 29
Warme spinaziesalade met walnoten 2 el walnotenolie 5 zongedroogde tomaatjes 225 gram spinazie 1 rode ui 2 el gehakte walnoot 3 el gehakte verse koriander Een snuf zout
Bak de zongedroogde tomaatjes, spinazie, ui en gehakte walnoot tot de spinazie begint te slinken. Voeg naar smaak zout toe. Doe de groenten in een grote slakom en bestrooi het geheel ter garnering met de koriander. Serveer met eigen gemaakte tortilla’s. Het gerecht is smakelijk en wordt voorafgegaan door een olijvensoep met brood en wordt afgerond met professioneel bereid ijs. De setting met uitzicht op de Waal is sfeervol. Ondanks het incident met de kippenbouillon is deze excellente maaltijd de drieëneenhalve ster meer dan waard.
Inderdaad, de Fransman eet zelfs 900 gram metaal per dag. Sinds 1959 heeft de veelvraat 128 fietsen, vijftien winkelwagens, zes kandelaars, twee bedden, een paar ski’s en een motorvliegtuig achter de kiezen. Gelukkig valt een tweede breintje minder zwaar op de maag. Bij het bereiden van cassis wordt gebruik gemaakt van de rode kleurstof karmijnzuur. Waar wordt deze kleurstof uit gewonnen? Esther: ‘Uit luizen.’ Laura: ‘Dat is toch bij rode M&M’s?’ Mayke: ‘Daarom mogen moslims die niet eten. Dan zal dat ook wel zo zijn voor cassis.’ De bewoners van Vahali Adjectum laten zich er niet inluizen. Voor de productie van de kleurstof worden de eitjes, en een beetje bloed, van de cochenilleluis gedroogd en vermalen. Het derde breintje is binnen. Van cruciaal belang bij luxe diners is de tafelschikking. Waar neemt volgens de tafeletiquette de voornaamste mannelijke gast plaats? Judith: ‘Aan het midden van de tafel.’ Mayke: ‘Daar zit toch meestal de gastheer?’ Judith: ‘Oh ja, dan links van de gastheer.’ Van villabewoners mag op zijn minst worden verwacht dat ze etiquette hoog in het vaandel hebben staan. Het antwoord is links van de gastvrouw. Geen breintje voor dit antwoord.
culinaire kennisvragen Niet alle delicatessen worden door iedereen als zodanig gezien. Een extreem voorbeeld is de doerian, een vrucht die als lekkernij wordt beschouwd in ZuidoostAzië. Waarom is deze delicatesse omstreden? Eamonn: ‘Stinkt dat ding niet naar rottend vlees?’ Judith: ‘Frikandellen stinken ook naar rottend vlees.’ Eamonn: ‘Dan zal dat het wel zijn, toch?’ De vrucht stinkt enorm, volgens velen naar rottende eieren. Vanwege de sterke geur is het bij sommige Aziatische bus- en luchtvaartmaatschappijen verboden om de doerian te vervoeren. De komst van Eamonn werpt zijn vruchten af, het eerste breintje wordt gescoord. Momenteel is het wereldrecord ‘alles eten’ in handen van Michel Lotito. Wat is het favoriete voedsel van deze eetmaniak? Judith: ‘Is dat niet die man die moertjes eet?’ Noortje: ‘Jezus, naar welke programma’s kijk jij?’ Judith: ‘Ja, ik weet het zeker. Metaal.’
Op 1 december 2007 betaalde de Chinese zakenman Stanley Ho een recordbedrag voor een witte truffel. Hoeveel dollar betaalde hij voor deze schimmel van 1,497 kilo? Mayke: ‘Dat kan echt oplopen tot in de miljoenen.’ Eamonn: ‘Witte tijgers zijn ook duurder dan normale tijgers.’ Judith: ‘Ik denk ergens tussen de drie- en vierhonderdduizend.’ Eamonn: ‘Doe maar driehonderdduizend.’ Dat is bijna goed, het juiste antwoord is 330 duizend dollar. De truffel werd gevonden en geveild door vinder Cristiano Savini, die het bedrag overmaakte naar een goed doel. Het laatste halve breintje binnen.
Het juryrapport: Gelukkig is in villa Vahali Adjectum wel alles goud wat blinkt. Met drieëneenhalf breintje hebben de bewoners een prima score neergezet.
Deze ANS niet P. 30
deze ans niet ‘Is het werkelijk nodig om de achterkant van de laatste editie zo te verkloten met zo’n ranzig verhaal. Ziekmakend. Shit om echt niet te publiceren. Die Jos is een walgelijke Pedo. Met een beetje redactionele integriteit weiger je dit te plaatsen.’ Op 14 mei verjaart de RU. Dit wordt niet langer tot diep in de nacht gevierd: de Diesviering is dit jaar een buitenfestival dat al ’s middags begint. ANS zal het festijn opluisteren met een quiz. Wat weet jij bijvoorbeeld van de mensen die dit jaar zijn geïnterviewd? Deelnemende studenten maken kans op onder andere prints van de kunstwerken die dit jaar de middenpagina sierden, en misschien binnenkort jouw studentenkamer! ‘Echt gewoon te ranzig en walgelijk voor woorden. kANSloos. Dit was de laatste die ik lees. Ik had jullie toch echt hoger ingeschat, maar dit is echt van een werkelijk laag en vies nivo. Dat er bij jullie dus niemand is geweest die dacht: “is het wel echt nodig om deze shit de wereld in te helpen?”’
Al weken wachten we in spanning op een boze brief van biologievod Motje. De compostwroeters waren niet zo blij met de geboorte van de term ‘Motjesque’, zo gaat het gerucht. Nu is de vraag, waar blijft het epistel? Zijn de Comic Sans drukletters kwijt? Of is vaste vormgever ‘Karla’s Knutselhoek’ te druk? ‘Er staat dus echt dat de vonk oversloeg tijdens bijles voor zn examens. Hoe oud was dat lulletje rozewater toen? Als het een vriend van mijn famillie was en mijn zoon waar die mee ouwehoert,....dan was die vieze pedo echt wel naar heel ver weg verhuist. Ik had hem compleet gesloopt.’ Het leek even onwerkelijk: Harry Steijn op de redactiemail? Gelukkig bleek het een trouwe lezer, die lichtelijk geïrriteerd reageerde op de achterkant van de april-ANS. Ook de andere 1 april grap, het digitale overzicht van studieresultaten voor ouders, miste haar uitwerking niet. ‘Hier moeten we iets aan doen’, brieste de strijdlustige Synergysecretaris tijdens de maandelijkse vergadering van het SOFv. Gelukkig werden de gesjeesde Bedrijfswetenschappers er snel op gewezen dat het hier een grap betrof.
Ans deze Crypto maand P.P.31 31
CRYPTO
HORIZONTAAL 3. Laat je pijpen door dit keukenapparaat (9); 5. Dyslectische hyves-buddies van Henny (8); 6. Gebundelde landkaarten met veel groen (8); 10. Metselaar gebruikt deze taalkundige term vaak (9); 11. Groep die niet van chaos houdt (4); 14. Deze schrijver woont in een woonwagen (7); 15. Behaard rijwiel (9); 18. Tof doekje voor het bloeden (10); 20. Afgesproken terughoudend te zijn (12); 21. Meisje in de natuur (5); 22. Deze vriend helpt je portemonnees jatten (7); 24. Liefdesdrank (15); 26. Seks durven hebben (9); 27. Kapsel van een oude computer (7); 28. Dit lichaamsdeel vliegt in Twente (4) VERTICAAL 1. Deugdzame onderscheiding (9); 2. Bijnaam (4); 4. Oudhollandsch op die wijze: de dierentuin (3); 7. Zeldzame AZ-voetballer (7); 8. Belezen Carolinger (9); 9. Een ongetwijfelde ontmoeting (9); 12. Praten over de bereiding van verse jus (15); 13. Dorst lessen en portemonnee vullen (13); 16. Ovumlid in het Verre Oosten (7); 17. Bezoek aan het DE-café tegen verdriet (6); 19. Nog een uitbundige band voor Guus Meeuwis (11); 23. Met de jaren ben je slim geworden (6); 25. Muziekstuk over chocolade (4)
OPLOSSING crypto APRIl
winnaaR
Horizontaal: 3. Afzuigkap; 5. Vrienten; 6. Bosatlas; 10. Voegwoord; 11. Orde; 14. Campert; 15. Snorfiets; 18. Leukoplast; 20. Gereserveerd; 21. Flora; 22. Rolmaat; 24. Aanmaaklimonade; 26. Vrijmoedig; 27. Haardos; 28. Tiet
Winnaar van de vorige crypto is Lisa Huis in ‘t Veld uit Nijmegen. Wil jij ook 15 euro winnen? Stuur je oplossing van de ANS crypto voor 17 mei onder vermelding van naam, adres en bank/ gironummer naar de redactie of naar
[email protected].
Verticaal: 1. Nobelprijs; 2. Maja; 4. Zoo; 7. Schaars; 8. Boekenbal; 9. Trefzeker; 12. Persconferentie; 13. Huisjesmelken; 16. Nasibal; 17. Troost; 19. Extravagant; 23. Wasdom; 25. Mars
www.ans-online.nl. Tekst: De redactie / colofon P. 32
Tekst: Juliet Van de Voort/ Foto: Loes Perrée Tijdstip: 09.00 uur, woensdagochtend
slaapdronken Roel Meurs (23), vierdejaars Bedrijfswetenschappen Is de kamernood in Nijmegen echt zo hoog dat je in het park slaapt? ‘Nou, nee. Maar tijdens mijn introductie had ik nog geen kamer en bracht ik de nachten door in een muffe kelder bij een vriend. Na een avond flink stappen kon ik hem niet vinden en was de batterij van mijn telefoon leeg. Aangezien ik wel behoefte had aan een luchtigere slaapplek, dacht ik: waarom slaap ik niet een nacht in het Kronenburgerpark?’ Was je niet bang voor ongure types die hier ronddolen? ‘Ik vond het eigenlijk wel spannend. Je ziet vaker mensen in het park slapen. Zoveel kan er niet gebeuren, dacht ik. Ik viel meteen in slaap toen ik hier rond een uur of drie neerplofte. Een paar uur later werd ik wakker in de stromende regen. Behalve zeiknat was ik ook nog eens bestolen. Daar kwam ik pas achter toen ik al op weg was naar een vriend. Ik was alles kwijt: portemonnee, telefoon, sleutels en fiets. De volgende ochtend heb ik het hele park uitgekamd, tevergeefs. Ik kon nog net een schamele veertig euro bij de bank opnemen, daar moest ik het de rest van de introductie mee doen. Ik heb er van geleerd: voor mij geen nachtelijke parkbezoekjes meer.’ Wat doe je nu als je niet meer op je benen kunt staan? ‘Vorig jaar was ik met carnaval in Maastricht. Om een uur of vier was ik kapot. Aangezien ik nog zeker twee uur moest wachten tot de eerste trein, ben ik een hotel binnengelopen. Ik was behoorlijk dronken, maar daar hadden ze gelukkig geen probleem mee. Ik heb een gat in de dag geslapen. Waren je spullen daar wel veilig? ‘Ja, maar daar heb ik wel zestig euro voor neergelegd. Bovendien werd dit uitstapje me niet in dank afgenomen. Mijn vriendin had geen idee waar ik uithing en was doodongerust. Dit doe ik dus ook niet meer. Op de een of andere manier mislukken mijn logeerpartijtjes voortdurend. Tegenwoordig hou ik het gewoon bij mijn eigen bed.’ ANS