Alternatieve Niveau 2 en 3 Cursussengids
Periode 2
UTRECHT, September 2013 Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen Vereniging
Voordat je begint met lezen.. De alternatieve studiegids is anders dan de reguliere studiegids van het departement Biologie. De informatie in deze gids is afgestemd op die in de reguliere, maar het kan gebeuren dat ze minder up to date is. Kijk dus vooral ook naar de reguliere studiegids op de site van de Universiteit. De directe link er naartoe is als volgt: http://www.uu.nl/faculty/science/nl/informatievoorstudenten/bachelor/studenten/opleidingen/biol ogie/studiepunt/naslag/studiegids/Pages/default.aspx Wil je ook meer weten over de veranderingen in het onderwijsmodel in de komende jaren, kijk dan op www.uu.nl/studenten/onderwijsmodel
Voorwoord/Toelichting Beste student, Het kiezen van de juiste vakken voor de volgende periode blijft altijd moeilijk. Voor veel studenten biedt deze alternatieve studiegids dan ook een helpende hand. Veel van jullie kennen de gids inmiddels, maar voor degene waarbij hij wat minder bekend is, hier even een korte uitleg over wat de alternatieve studiegids precies is. De alternatieve studiegids lijkt in principe erg veel op de gewone studiegids: over elke cursus staat er een stukje tekst waarin beschreven wordt wat deze cursus precies inhoudt. Het grote verschil met de gewone studiegids is dat deze stukjes tekst geschreven zijn door studenten. Deze studenten hebben het vak vorig jaar gevolgd en delen op deze manier hun ervaringen met jullie. Zij beschrijven het verloop van de cursus, de onderwerpen die onderwezen worden en geven bijvoorbeeld aan hoe zwaar zij het vonden om de desbetreffende cursus te volgen. Dit is natuurlijk wel de mening van maar één enkele student, maar het geeft je in ieder geval een beeld van hoe het vak in elkaar zit. Dit kan je helpen bij je beslissing. Bij iedere cursus wordt ook het slagingspercentage van de cursus bijgevoegd. Deze slagingspercentages berusten op de studenten die het vak in een keer halen en de studenten die het vak na de herkansing halen. Daarnaast zijn deze keer de cijfers die uit de OAC-B onderwijsenquetes zijn gekomen onder elk vak gezet. Dit om een wat algemener beeld te geven van hoe de cursus wordt beoordeeld door studenten. Let wel op, sommige cursussen zijn maar door een relatief klein deel van de deelnemers beoordeeld. Jij kunt helpen om deze cijfers nog betrouwbaarder te maken door ook de enquete in te vullen! Ga jij een van deze nieuwe cursussen volgen? Mis jij een stukje of wil jij een nieuw stukje schrijven voor de gids van volgend jaar? Laat het ons weten! Stuur een mailtje naar
[email protected] met daarin het vak waarover jij een stukje zou willen schrijven. Je kunt natuurlijk ook iemand van ons aanspreken! Ben jij een ouderejaars bioloog en wil je beginnen aan je scriptie/onderzoeksproject? Ook hiervoor kun je bij ons terecht. Kijk achter in deze alternatieve studiegids voor meer informatie! Heel veel succes met het maken van je keuze en natuurlijk veel plezier bij het volgen van je cursussen! De onderwijscommissie van de UBV, Tijmen van Loon Berber Heerschop Milou Arts Yeszamin Onderwater
Kahren van Eer Iris Hameleers Pim van Caspel
NB: Ben jij op zoek naar een gezellige commissie die niet te veel tijd kost maar wel belangrijk werk verzet? Kom ons dan versterken! Stuur een mailtje naar
[email protected] en wie weet zien wij jou op de volgende vergadering! NB 2: Wil je een bijdrage leveren aan de tentamenbank? Vraag je docent of je het tentamen mee mag nemen voor de tentamenbank en geef het aan de Vice-voorzitter der UBV. Hier heeft iedereen profijt van!
Inhoudsopgave
Voordat je begint met lezen..
1
Voorwoord/Toelichting
2
Inhoudsopgave
4
Blokjesrooster
5
Voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen
6
De Onderwijscommissie van de UBV (de OcUBV)
7
Studieadviespaden
8
Periode 2 - timeslot A + D - Niveau 2 Toegepaste Biostatistiek (B-B2TBS05) Gentherapie, kanker en aids (B-B2GKA05) - Niveau 3 Wetenschapper in beleid (B-B3WBEL09) Milieuveranderingen door de tijd/Environmental change (B-B3ENVCH)
9 9 9 9 10 10 10
Periode 2 - timeslot B + C - Niveau 2 Gedragsbiologie (B-B2GEBI05) Metabolisme (B-B2META09) - Niveau 3 Mariene wetenschappen 2 (B-B3MSCI05) Computationele biologie (B-B3COMB10) OCEP (B-B3OCEP05) Tropische ecosystemen en klimaat (B-B3TREK11)
12 12 12 12 14 14 14 15 16
Periode 2 - timeslot A + D of B + C - Niveau 3 Scriptiecursus (B-B3AFST05)
17 17 17
Periode 2 - Fulltime - Niveau 3 Onderzoeksproject (B-B3ONPR09)
18 18 18
Dankwoord
19
Blokjesrooster
Voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen Er zijn voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen. De regels hiervoor staan genoemd in de Onderwijsexamen regeling (OER). In het artikel uit de OER dat de toelating tot het onderwijs van niveau 2 en 3 regelt, staat: art. 4.2 – ingangseisen cursussen; voorkennis 1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die van het eerste jaar van de opleiding onderdelen met een studielast van tenminste 45 studiepunten heeft behaald. 2. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het gevorderde niveau (niveau 3) van de opleiding heeft de student die van de keuzeonderdelen van de opleiding op verdiepend niveau (niveau 2) van het 2e jaar onderdelen met een studielast van tenminste 15 studiepunten heeft behaald. 3. Toegang tot de cursussen Afstudeeropdracht (scriptiecursus) en Onderzoeksproject heeft de student die tenminste 120 studiepunten van de major van de opleiding heeft afgerond met een voldoende eindcijfer, waarvan het verplichte deel van de major (67½ studiepunten) geheel moet zijn behaald. 4. Vanwege gewetensbezwaren kan de student verzoeken om deel te nemen aan de cursus Biologie van dieren (niveau 1) waarbij van de cursus de verplichte dissectiepractica worden vervangen door een andere opdracht. 5. Aan de niveau 2 cursus gedragsbiologie kan eerst worden deelgenomen nadat een voldoende is behaald voor de niveau 1 cursus Biologie van dieren met dissectie en de cursus Evolutie en biodiversiteit. 6. De cursus Biologie van dieren met dissectie is verplicht voor alle cursussen van niveau 2 en 3 met practica waarbij gebruik wordt gemaakt van dieren. 7. Onverminderd het bepaalde in het vijfde en zesde lid wordt in de Universitaire Onderwijscatalogus (en de studiegids) bij elke cursus aangegeven welke voorkennis vereist is om daaraan met goed gevolg te kunnen deelnemen.
De volledige OER kan je inzien en downloaden op de website van de Universiteit: http://www.uu.nl/faculty/science/nl/onderwijs/bachelor/studenten/opleidingen/biologie/studiepun t/naslag/oer/Pages/default.aspx
De Onderwijscommissie van de UBV (de OcUBV) De onderwijscommissie van de UBV is de commissie die service op onderwijsgebied levert aan alle Utrechtse Biologiestudenten. De commissie heeft ook jou een heleboel te bieden! Aan wat voor services kun je zoal denken? -
Tentamenbank op internet Tentamenbundel voor eerstejaars Alternatieve studiegids Alternatieve mastergids Stagebank Studie-informatie
De producten van de OcUBV kun je dus vinden op de website van de UBV: www.ubv.info onder het kopje onderwijs. Ook over de commissie zelf staat informatie op de website. Klik hiervoor vanaf de hoofdpagina door naar ‘commissies’. Voor meer algemene informatie en nieuws op onderwijsgebied (vragen staat vrij!) kun je ook een email naar
[email protected] sturen, bellen naar de UBV-kamer (030-2536741) of spreek een onderwijscommissie- of UBV-bestuurslid aan!
Zin om te helpen met het maken van deze gids? Wil je in een commissie, maar er niet al te veel tijd aan kwijt zijn? Kom de OcUBV versterken! Hoe? Zoals hierboven: mail/bel/spreek iemand aan
Studieadviespaden De Bacheloropleiding Biologie kent vier studieadviespaden. Een studieadviespad is een cluster van cursussen die je een goede basis geeft voor bepaalde masterprogramma’s, maar je bent niet verplicht deze cursussen te volgen. Je wordt geadviseerd een pad te volgen als je een bepaalde richting op wilt. Hieronder staan de studieadviespaden genoemd met de bijbehorende cursussen van periode 4. Meer informatie over de studieadviespaden vind je in de reguliere studiegids.
Organismen, Ecosystemen en Biodiversiteit Niveau 2 Metabolisme
Niveau 3 Milieuveranderingen door de tijd Mariene wetenschappen II Computationele biologie Tropische ecosystemen en klimaat
Gedragsbiologie Niveau 2 Gedragsbiologie
Niveau 3
Moleculaire Levenswetenschappen Niveau 2 Theoretische ecologie Ontwikkelingsbiologie 1 De Cel Microbiële interacties
Niveau 3 Computationele biologie
Educatie, Communicatie en Management Niveau 2 -
Niveau 3 Wetenschapper in beleid OCEP
Periode 2
- timeslot A + D -
- Niveau 2 Toegepaste Biostatistiek (B-B2TBS05) Het vak Toegepaste Biostatistiek is een verplicht vak in je tweede jaar. Het richt zich vooral op het verwerken van resultaten uit een onderzoek. Het leert je wat voor toetsen je moet gebruiken om te testen of de uitkomst van je onderzoek nu ook werkelijk significant verschilt ten opzicht van de standaard. Het leert je wanneer en waarom je statistische toetsen moet gebruiken. Vind je bijvoorbeeld een significante resultaat, dan heb je bewijs gevonden voor je hypothese. Statistiek is dus een hulpmiddel om te berekenen (dit doet gelukkig vaak een pc voor je) of je hypothese juist is. Als je het onderzoek in wil, is dit ontzettend belangrijk! Het vak is opgedeeld in twee delen: een eerste wat algemener deel, die een basis vormt. Dit deel wordt als het makkelijkst ervaren. Het tweede deel gaat dieper in op alle toetsen en is soms erg ingewikkeld. Als je zorgt dat je het bijhoudt (erg belangrijk!) en overzicht houdt voor jezelf is het vak makkelijk met een goed cijfer af te sluiten. Volgens de docenten hebben leerlingen zonder Wiskunde B het wel lastiger met de veel aanwezige wiskundige delen, hier zou je misschien rekening mee houden. Maar tijdens het vak is er voldoende goede inhoudelijke assistentie van docenten en begeleiders en er is meer dan genoeg oefenmateriaal. Als je maar geïnteresseerd bent, zijn zij altijd bereid om je te helpen en ook om soms hints te geven. Verder voorzien zij je van een handig schema van de toetsen en is het verplichte boek is ook wel echt nodig. Erin staan alle toetsen met bijbehorende formules. Al met al een vak dat door de een enorm makkelijk gevonden wordt en door de ander vrij lastig. Maar als je overzicht bewaard en bij blijft met de stof, is het echt goed te doen. Beoordeling: 6,6 door 54 van de 228 deelnemers Slagingspercentage (zonder herkansing): 49,1%
Gentherapie, kanker en aids (B-B2GKA05) Voor GKA zal de didactisch zeer vaardige Adri Thomas je een tour geven door de klassieke en recente literatuur over zijn favoriete onderwerpen: gentherapie, kanker en AIDS. Het vak is hoofdzakelijk opgebouwd uit colleges, waarin de stof wordt behandeld op basis van primaire literatuur. Verder is er een essay-opdracht waarin je een review artikel moet schrijven over een medicijn dat te maken heeft met één van de onderwerpen van de cursus. Dit is een erg goede manier om je schrijfvaardigheden te verbeteren, en zorgt voor een leuke manier om dieper op de stof in te gaan. Er worden twee deeltoetsen gehouden, waarbij de eerste toets over gentherapie en kanker gaat, en de tweede toets geheel is toegewijdt aan AIDS. Het vak is vrij pittig, aangezien Adri van je vraagt dat je de stof echt tot in detail begrijpt, maar als je al gelijk begint met de zelfstudie en het herhalen van de stof is het goed te doen. Ik vond het een erg leuke cursus omdat de onderwerpen redelijk divers zijn en uiteindelijk allemaal gaan over dingen die mis kunnen gaan bij gezonde cellen, en hoe deze misstanden eventueel gecorrigeerd zouden kunnen worden. Hiermee krijg je uiteindelijk een beter begrip van het functioneren van cellen. Ondanks dat ik doorgaans geen moleculaire vakken doe, was ik geboeid door de lesstof en heb ik echt iets geleerd van deze cursus. Beoordeling: 8,1 door 25 van de 59 deelnemers Slagingspercentage (zonder herkansing): 61,0%
- Niveau 3 Wetenschapper in beleid (B-B3WBEL09) Dit jaar wordt Wetenschapper in beleid voor het eerst als niveau 3 cursus gegeven. Het is niet bekend hoe dit de cursus beïnvloedt. Toen ik voor het eerst het blokjesrooster voor 2e en 3ejaars biologie zag wist ik 1 ding vrij zeker. Het vak wetenschapper in beleid zou ik aan me voorbij laten gaan. Ik was immers niet geïnteresseerd in wetten en regeltjes en deed biologie omdat ik dat vakinhoudelijk interessant vond. Toch ben ik in mijn derde jaar dit vak gaan doen met een goede reden. Ik kwam erachter dat een carrière in het ‘ hardcore’ onderzoek niet voor mij was weggelegd. Iets toegepast, dat leek me veel leuker! Dit vak is voor iedereen die zijn leven niet in een lab wil slijten een aanrader. Daarnaast is het als bioloog goed om eens na te denken over de rol die wetenschappers kunnen/moeten spelen bij het opstellen en uitvoeren van beleid. Tot dit jaar werd het vak gegeven door Jos Dekker en Pita Verweij, maar Jos is per 2013 met pensioen. Wie de nieuwe docent, naast Pita, zal worden is vooralsnog onbekend. Pita komt niet altijd enthousiast over. Ze vertelt echter wel interessante dingen over o.a. milieu- en conservatiebeleid in de wereld en heeft meegeschreven aan het living planet report 2012 van het WNF. De cursus gaat dan ook bijna geheel over natuurbeleid en niet over beleid op het gebied van bijvoorbeeld volksgezondheid of moleculaire biologie. Er zijn vooral aan het begin van de cursus een groot aantal verplichte hoorcolleges en werkcolleges. Daarnaast werk je in een groepje aan een groot beleidsrapport of artikel, over een zelfgekozen onderwerp. Er is na de reeks hc’s een open boek tentamen wat vrij goed te doen is. Deze cursus wordt eigenlijk altijd door iedereen met een mooi cijfer afgesloten (gemiddeld cijfer was dit jaar een 7.5 en geen enkele onvoldoende). Afhankelijk van hoeveel tijd je in de groepsopdracht stopt kun je het als zwaar of licht ervaren. Ik zou het vak aan alle studenten aanraden, omdat het belangrijk is om eens na te denken over de rol die wetenschappers spelen in beleidsvoering. Beoordeling: 6,9 door 9 van de 31 deelnemers Slagingspercentage (zonder herkansing): 90,3%
Milieuveranderingen door de tijd/Environmental change (B-B3ENVCH) Deze cursus is echt een Paleoecologische cursus. Als voorkennis wordt aangeraden de cursus Paleoecologie te volgen, maar dit had maar een klein deel van de studenten gedaan en bleek niet noodzakelijk. De cursus wordt volledig in het Engels gegeven, en bevat redelijk wat colleges en interessante gastcolleges. De colleges zijn niet altijd even interessant: soms wat langdradig en een beetje teveel van hetzelfde. Daarnaast heb je ook veel practica, wat ik zelf erg leuk vond omdat je een goed beeld krijgt van wat paleo-ecologisch onderzoek nu eigenlijk inhoudt. De cursus behandelt drie onderdelen: Terrestrische systemen, Aquatische systemen en Atmosferische systemen. Het eerste gedeelte bestaat uit een pollenpracticum waarbij een fragment uit een sediment core (kern) geanalyseerd wordt en aan de hand daarvan een reconstructie van de vegetatie gemaakt wordt. Je gaat hiervoor ook een dag zelf het veld in om een core te maken en data te verzamelen in het Kromme Rijn gebied, net buiten de Uithof. Ook gingen wij een dagje naar
Naturalis in Leiden waar we een rondleiding kregen door het Herbarium en langs de fossielen. In het tweede gedeelte maak je kennis met diatomeeën (eencellige organismen) en hoe afzettingen hiervan een indicator voor milieuveranderingen kunnen zijn. De laatste practica gaan over hoe aan de hand van de hoeveelheid en de grootte van stomata de atmosferische condities zoals de CO2-concentratie bepaald kunnen worden. Bij elk onderdeel wordt een verslag geschreven. Daarnaast moet je een keer een korte presentatie in het Engels geven en er is een tentamen. Er is geen boek bij dit vak, dus de stof voor het tentamen bestaat voornamelijk uit de college handouts en je eigen aantekeningen. Dit is redelijk veel, omdat er veel colleges worden gegeven, maar het tentamen is goed te doen. De cursus wordt gegeven door Rike Wagner (tevens de cursus coördinator) en Timme Donders. De docenten en studentassistenten zijn allemaal erg enthousiast over hun eigen vakgebied, dus als de practica je even wat te eentonig vind worden (je zit veel achter de microscoop) weten de docenten je zeker te motiveren. Kortom een prima cursus als je geïnteresseerd bent in het effect van klimaatverandering en het maken van een reconstructie hiervan uit het verleden. Je krijgt een goed beeld van paleoecologisch onderzoek. Beoordeling: 7,6 door 10 van de 32 deelnemers Slagingspercentage (zonder herkansing): 87,5%
Periode 2
- timeslot B + C -
- Niveau 2 Gedragsbiologie (B-B2GEBI05) Marie José is de cursuscoördinator van Gedragsbiologie en geeft tevens een deel van de colleges. De rest wordt ingevuld door een klein legertje van docenten, waaronder Liesbeth Sterck en Johan Bolhuis. Daarnaast zijn er gastcolleges van organisaties, zoals Stichting AAP, de faculteit Diergeneeskunde en van Antwerpen ZOO. Het gedragsveld wordt doorgelopen aan de hand van the four why’s van Tinbergen: de evolutie, ontwikkeling, functie en causatie van gedrag. Verder worden de verschillende leerprocessen en sociale systemen doorgenomen. Daarna komt er een deel over de toepassing van deze kennis, zoals de conservatie van diersoorten. Sommige colleges zijn interessant en nuttig, andere zijn een herhaling van het type gedragsbiologie zoals je op de middelbare school en bij het vak Biologie van Dieren al leerde. Het niveau is dus wisselend, maar als je een beetje aandacht geeft aan de leerstof zeker goed te doen. Naast de colleges zijn er werkcolleges, die vaak niet meer zijn dan een stappenplan doorklikken op de computer. Het tentamen is anders dan je gewend bent: er wordt niet naar parate kennis gevraagd, maar meer naar inzicht en je eigen mening. Dit kan mensen op een bepaalde manier afschrikken omdat de manier van antwoorden hierdoor minder rechttoe rechtaan is. De tentamens zullen gaan over het boek (The Behavior of Animals) en de (werk)colleges. Het boek is vrij saai om te lezen door gebrek aan kleur en figuren. De figuren die dan wel in het boek staan zijn niet heel duidelijk en enkele foto’s zijn gemaakt met behulp van kleipoppetjes, in plaats van echte apen, waardoor het een beetje kinderachtig aanvoelt. Na de twee toetsen heb je twee weken om een inleiding voor een projectvoorstel te schrijven. Deze opdracht is vrij vaag en de begeleiding weet zelf ook niet altijd wat precies de opdracht is. Toch is het een goede opdracht om hier vaardigheden in op te doen die later nuttig zijn als onderzoekend bioloog. Beoordeling: 6,6 door 27 van de 59 deelnemers Slagingspercentage (zonder herkansing): 67,8%
Metabolisme (B-B2META09) Metabolisme is een cursus die je zeker moet volgen als je geïnteresseerd bent in de moleculaire tak van biologie. Het is wel een zware cursus waar je zeker wat tijd in moet steken. De cursus bestaat uit twee aparte onderdelen. Het eerste wordt gegeven door Fons Cremers, die een scheikundige benadering geeft over de werking van enzymen. In dit deel van de cursus, dat ongeveer drie weken duurt, worden de basisprincipes van de enzymkinetiek uitgelegd en er moet veel worden gerekend, dit wordt beiden getoetst in een deeltoets. Over het algemeen is het goed te volgen, zoals we allemaal weten is Fons erg enthousiast, wat aanstekelijk werkt. Het tweede deel van de cursus gaat vooral over de metabole pathways en wordt gegeven door Henriette Schlueppman. Zij is een Zwitserse die in Australië haar PhD heeft gehaald en geeft haar colleges hierdoor in het Engels met een Duitsachtig accent. Tijdens dit deel van de cursus komen de
glycolyse, glyconeogenesis, citroenzuurcyclus en oxidatieve fosforylering aan bod en de rol die zij spelen in wat er in het lichaam wordt gedaan met glucose wordt uitgebreid beschreven. Ook de opslag van glucose in glycogeen en hoe dit gereguleerd wordt, wordt behandeld. Tevens zal er behandeld worden hoe aminozuren en lipiden worden afgebroken. Wat vooral duidelijk wordt is dat al deze processen in de cel veel met elkaar te maken hebben. Het helpt veel om een schema te maken van alle pathways zodat je het in zijn geheel kan begrijpen. Schlueppman schuwt het direct vragen naar structuurformules van elk molecuul en eindproduct niet. Dit maakt wel dat het leren soms een beetje uitzichtloos en zinloos lijkt. De laatste 7 weken van de cursus worden getoetst in de eindtoets. Verder is er nog een presentatie over een metabole ziekte. Je hebt de optie zelf een ziekte op te zoeken en daar over te presenteren, maar het makkelijkste is om gewoon een aangedragen ziekte te onderzoeken. Verder wordt de stof aangedragen in de vorm van hoorcolleges, die ik zelf niet zo nuttig vond. Het boek ‘Biochemistry’ lezen gaf toch een duidelijker en completer beeld van de stof. De werkcolleges zijn erg belangrijk aangezien veel vragen letterlijk terugkomen in de toets. Als je goed oplet merk je zelfs welke vragen Schlueppman het belangrijkst vindt, zo weet je direct welke vragen er in het tentamen zullen komen. Al met al vond ik het een nuttige cursus, ik zou niet zeggen dat het erg leuk was omdat het toch iets te schools een boek uit het hoofd leren was. Maar zoals al gezegd is, is het een essentiële cursus als je van de moleculaire en cellulaire biologie houdt. Beoordeling: 6,3 door 15 van de 46 deelnemers Slagingspercentage (zonder herkansing): 63%
- Niveau 3 Mariene wetenschappen 2 (B-B3MSCI05) Ik ging Mariene wetenschappen 2 (MW 2) doen nadat ik MW 1 had gevolgd. In MW 1 leer je vooral over oceaan- circulatie en compositie, geologische processen en hun invloed op het klimaat. Waar MW 1 vooral rond geologische en fysische processen draaide, richt MW 2 zich vooral op de biologische kant en het verkrijgen van inzicht in hoe de biota in de oceaan zal reageren op het veranderende klimaat op aarde. MW 2 is een niveau 3 vak en dat is aan alles te merken: je hebt geen boek en je hebt bijna wekelijks te maken met een andere docent die een expert is op het te behandelen onderdeel. De onderwijsvormen zijn hoorcolleges, een paar werkcolleges, een leuke veldexcursie naar Texel voor onderzoek en een eind tentamen. Daarnaast doe je gedurende de periode ook nog een literatuuronderzoek in groepsverband, waarbij je zelf een onderwerp kan kiezen uit één van de cursusonderdelen. Hiervoor schrijf je wekelijks een verslag met daarin je bevindingen tot nu toe en je algemene vooruitgang in het onderzoek. Dit verslag wordt ook beoordeeld. Het onderzoek wordt afgesloten met een eindpresentatie. Persoonlijk vond ik het literatuuronderzoek door de hele periode heen wat te lang, echter was het (mede omdat je meestal per week een dag vrij krijgt voor zelfstudie) niet zwaar. Daarnaast draagt het goed bij aan je ontwikkeling als wetenschapper en doe je meer samenwerkingsvaardigheden op. De hoorcolleges zelf zijn lange dagen, waarbij heel veel informatie op je afkomt. Gelukkig zijn de docenten zelf meestal vrij duidelijk in wat zij belangrijk vinden voor het tentamen. Ook kregen wij voor het eindtentamen een lijst van leerdoelen per cursusonderdeel. Zoals eerder gezegd krijg je veel verschillende docenten voor je die verschillen in didactisch niveau, waarbij als hoogtepunten toch wel de enthousiaste Appy Sluijs (geeft ook les in MW 1) en Mark Vermeij moeten worden genoemd. Laatstgenoemde geeft hele leerzame colleges over koralen en dit cursusonderdeel alleen al is een reden om MW 2 te kiezen. MW 2 vergt discipline van jezelf om naar alle colleges te komen en je in te zetten voor het literatuuronderzoek. Het is dan ook echt aan te raden om naar alle colleges te gaan, want je hebt geen boek om voor het eindtentamen te leren. Dit tentamen is goed te maken en de cursus is makkelijk te halen (MW 1 is aan te raden), maar men moet vooral de cursus kiezen als hun interessegebied in de mariene wetenschappen ligt. Dan haal je er veel meer uit! Beoordeling: 6,7 door 21 van de 44 deelnemers Slagingspercentage (zonder herkansing): 84,1%
Computationele biologie (B-B3COMB10) Computationele biologie is een vak waarover de meningen sterk verschillen. Ik vond het zelf een fantastische cursus boordevol interessante inzichten en unieke manieren om naar evolutie en ecologie te kijken via computer en wiskundige modellen. Een aantal vrienden waren op zijn zachtst gezegd minder enthousiast. Ik kan deze cursus daarom niet aan iedereen aanraden. Het is in elk geval een goed idee om voor deze cursus theoretische biologie gevolgd te hebben. Aan het einde van die cursus moet je aan een model werken dat een bepaalde ecologische interactie beschrijft. Hierbij moet je nadenken over de betekenis van parameters en variabelen en afwegingen maken tussen
verschillende modelversies. Als dit je interesseert en als je programmeren wil toepassen in modelleren dan is dit een cursus voor jou. Verder heeft de cursus als voordeel dat niet alleen bachelor, maar ook zat masterstudenten en een paar PhDers dit vak volgen. Van masterstudenten wordt meer verwacht dan van bachelor studenten, maar over het algemeen zit je samen en doe je de opdrachten samen. Door deze natuurlijke omgang met masterstudenten krijg je een veel duidelijker beeld van wat de masters inhouden. Computationele biologie geeft je hier meer dan genoeg tijd voor omdat je elke dinsdag- en donderdagmiddag practica hebt waarin je aan de opdrachten werkt. De ochtenden worden volledig opgenomen door colleges die met een lengte van 3 uur en 15 minuten pauze erg zwaar kunnen zijn. Verder zijn er op maandag soms besprekingen van de opdrachten, actief hierin meedoen is erg belangrijk voor een goed cijfer. Als er geen besprekingen zijn kun je de tijd goed gebruiken om artikelen te lezen, aan de opdrachten of de presentatie te werken. Als je dit goed bijhoud heb je verder niet veel tijd nodig buiten de cursus, je zal af en toe een artikel thuis moeten lezen maar dat is wel te doen. Er is geen officieel boek dus je zal het moeten doen met de colleges. Deze gaan snel en gaan erg diep, dus meeschrijven is belangrijk en als je iemand hebt om aantekeningen mee te wisselen en belangrijker mee te bespreken helpt dat enorm. Het uiteindelijke tentamen gaat echter nauwelijks over de specifieke kennis of over wiskunde, maar als je ze niet beheerst kun je jezelf moeilijk duidelijk maken, dus meeschrijven is toch belangrijk. De moeilijkheid is voor deze cursus lastig in te schatten. Ik vond het zelf goed te doen, maar er zijn studenten die gemiddeld hoger dan ik halen die voor het vak gezakt zijn, dus het is lastig te beoordelen. Het moet klikken. Actief participeren en vragen stellen tijdens de hoorcolleges helpt ook. Als je tijdens deze beschrijving een positief gevoel bij de cursus krijgt, dan is ie waarschijnlijk voor jou, anders raad ik het af te volgen. Als je twijfelt volg dan eerst theoretische ecologie. Beoordeling: 5,8 door 6 van de 13 deelnemers Slagingspercentage (zonder herkansing): 23,1%
OCEP (B-B3OCEP05) De cursus OCEP is vooral gericht op de praktijk, zoals de naam al aangeeft. Je kiest aan het begin of je een communicatieve (C) of een educatieve (E) stage gaat volgen. Voor de E-groep is dit een middelbare school, voor de C-groep is het een instelling die zich bezighoud met communicatie (denk aan musea, bedrijven die lesprogramma’s maken, internetbedrijven, etc.). Tijdens de instituutsweken bespreek je de redelijk schoolse stof over didaktiek en geef je vele presentaties. Daarnaast bereid je een simulatie voor. Hierbij is het de bedoeling dat E-mensen een les geven en dat C-mensen een situatie schetsen die zij tijdens hun stage tegen kunnen komen. De medestudenten spelen vervolgens de doelgroep die jij als simulant wilt bereiken. Uithofdagen duren meestal redelijk lang, van half tien tot half vier. Ze zijn nuttig omdat er een prettige, vriendelijke sfeer wordt geschept waarin iedereen durft les te geven of te communiceren. Dit gebeurt dan ook veelvuldig. De stageweken zijn nog veel leerzamer omdat je hierin ook echt merkt hoe een baan in het onderwijs of in de communicatie eruitziet. Bij biologie hebben we niet veel vakken die lijken op OCEP, die zo praktijkgericht zijn, dat vind ik zeker goed aan de cursus. Ik vond het een erg goede cursus omdat de docenten hun best doen en je erg veel mogelijkheden bieden om uit te vinden hoe jij je voelt in het CE-werkveld. Als je enige interesse hebt in deze richting is het een absolute aanrader. Beoordeling: 6,9 door 7 van de 19 deelnemers Slagingspercentage (zonder herkansing): 89,5%
Tropische ecosystemen en klimaat (B-B3TREK11) Het vak wordt begeleid door Marijke Kuijk, zij heeft afgelopen jaar de cursus voor het eerst gegeven. Goed werk als je het mij vraagt. Ze heeft veel verschillende sprekers op de kop weten te tikken. De cursus bestaat dan ook voornamelijk uit colleges en gastcolleges. Deze worden ondersteund door een reader, maar daar heb ik niet heel erg veel aan gehad. Er is maar één toets in het midden van de cursus. Verder is er ook een computer practica, hierbij maak je een model dat de groei van een tropisch bos simuleert. Dit doe je in Excel aan de hand van een handleiding. De handleiding is wat vaag geschreven, aanwezig zijn bij de begeleide uren is zeker een pre! Verder ga je als vervolg met dit gemaakte model zelf iets onderzoeken. Daarbij mag je kiezen uit een aantal opdrachten of zelf iets verzinnen. Hierbij mag je het model naar hartenlust aanpassen en fine tunen. Ik vond dit een erg leerzaam deel van de cursus, maar wel erg lastig. Van dit onderzoek moet een essay geschreven worden. Als afsluiter geef je een presentatie over een onderzoeksvraag die naar voren komt in de laatste gastcolleges. De gastcolleges zijn erg interessant! Er zijn een aantal echte veteranten onderzoekers langs geweest, waaronder William Laurance. Hij is houder van de Prins Bernhard leerstoel van de UU. Als tweedejaars biologiestudent heb ik de cursus prima kunnen volgen. Wel had ik van een aantal derdejaars studenten begrepen dat het erg veel overlap heeft met de cursus biodiversiteit en natuurbehoud. Ik vond de cursus erg interessant om te volgen. Het heeft mij veel meer inzicht gegeven in de milieuproblemendie we hebben en wat voor rol de tropische bossen daarin spelen. Beoordeling: 6,5 door 24 van de 59 deelnemers Slagingspercentage (zonder herkansing): 72,4%
Periode 2
- timeslot A + D of B + C -
- Niveau 3 Scriptiecursus (B-B3AFST05) Deze cursus is de laatste verplichte cursus die je in je bachelor zal doen. Dat maakt hem er echter niet minder belangrijk op: het is de parel op de kroon die je bachelor is. Een mooi resultaat voor je bachelor kan zich terug betalen in wellicht een stagemogelijkheid bij de vakgroep waarbij je je scriptie hebt geschreven, maar boven alles leidt een goed resultaat tot een goed gevoel. De inschrijfprocedure voor dit vak is iets anders dan dat je gewend bent bij andere vakken. De inschrijving gebeurt eerst via Osiris, maar daarna zal je van de cursuscoördinator een e-mail krijgen met een formulier waarop je je eerste drie voorkeuren voor een vakgroep moet aangeven. Vervolgens zal er wat gepuzzeld worden om zoveel mogelijk mensen aan hun wensen tegemoet te komen. Er zijn altijd vakgroepen die veel populairder zijn dan andere, zoals gedragsbiologie. De kans dat daarvan je eerste keuze wordt gehonoreerd is lager dan bij andere vakgroepen en sta er dus niet van te kijken als je niet wordt ingeloot. Na het eerste college zal je kennis maken met je begeleider. Afhankelijk van je begeleider en zijn/haar manier van kijken zul je een onderwerp krijgen of een onafgebakende richting. Dit is vaak ook af te stemmen aan je eigen voorkeur. Er zijn een paar verplichte colleges die gegeven worden door de coördinator. Daarnaast is het boek “een leesbare scriptie” verplicht voor de cursus en er is ook een werkcollege waarin je bibliotheekinstructie krijgt. Dat heb je vaak al in je tweede jaar gehad maar het is zeer verfrissend om het allemaal nog een keer te horen. Je leert effectiever te zoeken naar literatuur (Web of Science, Scopus etc.) en je leert je gevonden literatuur beter te bewaren en te organiseren (RefWorks). Dan de scriptie zelf nog schrijven, je zou het haast vergeten maar daar gaat het uiteindelijk om. Reken er op dat je veel meer dan de 20 uur per week die er officieel voor staan mee bezig zal zijn. Het is wel te combineren met een andere cursus zolang die niet te zwaar is. In uitzonderlijke gevallen loont het ook om je andere vak te laten vallen om al je aandacht te kunnen richten op je scriptie. Je scriptie schrijven is dus geen makkelijke taak, maar wanneer je eenmaal klaar bent houd je er een zeer goed en voldaan gevoel aan over. Dat maakt alle tegenslagen die je tegenkomt, lange dagen, en RSI helemaal goed!
Periode 2
- Fulltime -
- Niveau 3 Onderzoeksproject (B-B3ONPR09) Wanneer je voor deze cursus kiest, kun je het schrijven van de scriptie combineren met een ministage. Je mag zelf bepalen hoe je de tijd indeelt, zolang je maar ongeveer vijf weken aan beide onderdelen besteed. Zelf heb ik ervoor gekozen om eerst vijf weken fulltime aan het onderzoek te werken, om vervolgens de resterende vijf weken aan het schrijven van mijn scriptie te besteden. Bij nader inzien is het wellicht slimmer om deze werkzaamheden wat meer af te wisselen, want vijf weken van 9:00 tot 17:00 aan een scriptie werken kost erg veel geestelijke inspanning. De meeste studenten zullen tijdens het onderzoeksproject iemand (bv. een aio) assisteren bij zijn/haar onderzoek. Ik mocht echter een eigen onderzoek verrichten, namelijk naar de evolutie van corbiculate bijen (zoals honingbijen en hommels). Dit onderzoek deed ik op het moleculaire laboratorium van Roy Erkens, omdat ik de DNA-sequentie van een bepaald gen wilde verkrijgen voor verschillende soorten bijen. Het werk was erg gevarieerd, namelijk van het vangen van bijen tot het sequencen van DNA tot het analyseren van de data achter de computer. Helaas bleek het onderzochte gen niet geschikt, waardoor ik geen bruikbare onderzoeksresultaten verkreeg. Dit zeg ik om aan te geven dat je niet teleurgesteld moet zijn wanneer er geen harde conclusies uit je onderzoek komen. Het doel van het Onderzoeksproject is daarentegen om ervaring op te doen met onderzoek en dat doe je weldegelijk. Bij het Onderzoeksproject hoort ook het houden van een presentatie voor je werkgroep. Hierin zullen de resultaten van je onderzoek besproken worden. Afhankelijk van je begeleider dien je ook een verslag in te leveren van het verrichte onderzoek. Naast het onderzoek werk je aan je scriptie. Deze thesis is geen uitgebreide uitwerking van het onderzoek, maar je moet eerder als een losstaand geheel zien. Het is echter wel mogelijk om je eigen onderzoeksresultaten erin te verwerken. Ik vond deze cursus zeer leuk en leerzaam. Aangezien het onderwerp van de scriptie gerelateerd is aan het onderzoek, was ik extra gemotiveerd om aan mijn scriptie te werken. Een bijkomend voordeel is dat de benodigde wetenschappelijke literatuur zowel betrekking heeft op de scriptie als op het onderzoek, waardoor het lezen een veel leukere bezigheid wordt. Daarnaast ben je tijdens deze cursus veel op jezelf aangewezen: je zult zelf tijdig contact op moeten nemen met je begeleider(s), je moet een degelijke tijdsplanning aanhouden, je dient creatief te zijn met het bedenken van oplossingen. Het is daarmee een uitstekende voorbereiding op de onderzoeksprojecten tijdens je master. Het Onderzoeksproject is dus echt een aanrader, zeker wanneer je het leuk vindt om onderzoek te verrichten. Graag wil ik nog als tip meegeven dat je veel uren aan het onderzoek kwijt kunt zijn. Houdt daarom een strakke planning aan, zodat je scriptie niet in het gedrang komt.
Dankwoord De Onderwijscommissie wil de volgende personen hartelijk bedanken voor hun bijdrage aan het tot stand komen van deze gids: Joost Termeer Daan Laméris Anne van Vlimmeren Maarten Geurts Renate den Boer Steffie Rijpkema Paul Peters Michiel van Harskamp
Bedankt!