Alternatieve Niveau 2 en 3 Cursussengids
Periode 4
UTRECHT, Februari 2015 Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen Vereniging
1
Voordat je begint met lezen… De alternatieve studiegids is anders dan de reguliere studiegids van het departement Biologie. De informatie in deze gids is afgestemd op die in de reguliere gids, maar het kan gebeuren dat ze minder up to date is. Kijk dus vooral ook naar de reguliere studiegids op de site van de Universiteit. De directe link er naartoe is als volgt: http://www.uu.nl/faculty/science/nl/informatievoorstudenten/bachelor/studenten/opleidingen/biol ogie/studiepunt/naslag/studiegids/Pages/default.aspx Wil je meer weten over de veranderingen in het onderwijsmodel van de komende jaren, kijk dan op: www.uu.nl/studenten/onderwijsmodel
2
Voorwoord Lieve Biologen.
Zijn de oliebollen, appelflapjes en kerst schrans feestjes al omgezet tot knijpdijtjes, liefdes handvaten en de benodigde bierbuikjes? Zijn er al hersencellen dermate uitgedroogd door de champagne, en aanverwante, dat ze niet onderdoen voor die van Toetanchamon? Het voelt alsof de zomerkleding pas net de kast in is gegaan en de snowboards en ski’s nog uit het vet moeten komen, maar toch is het alweer tijd om de laatste deadlines van periode 2, met een overdosis cafeïne en zweet op t voorhoofd, op tijd uit de ov-printer te krijgen. En met de start van de derde periode in zicht, is het ook tijd om de vierde periode alvast vorm te gaan geven. Als laatste periode van het academische jaar 2014-2015 staan er weer een paar mooie cursussen op het programma en een aantal moeilijke keuzes voor de boeg. Welke vakken worden het dit keer? Wel of niet het tweede keuze formulier op tijd inleveren, moet ik sowieso niet wat vaker op tijd komen? Hoe snel wil ik mijn bachelor eigenlijk halen, en welke kant van de biologie wil ik überhaupt op, en wil ik daarbij een stage lopen, misschien wel ambassadeurschap? Maar dan ik ben ik alweer klaar en wat wil ik dan eigenlijk, waar wil ik werken of eerst nog reizen? Wat wil ik nou uit het leven? Wat betekent het leven eigen, heeft het een zin? En daarbij denk ik, dus besta ik? Niet geheel onbelangrijk praat ik nu in mezelf? Op de diepere levensvragen kan deze gids je helaas niet verder helpen, wel kun je natuurlijk altijd kijken bij filosofie. Voor de eerste vragen kunnen we je gelukkig wel helpen! Van bijna alle studiepaden is er deze periode een cursus te volgen. Van de cel tot aan de prachtige afkorting BMIBE (Biologische mechanisme in “biobased economy”). Van les in de botanische tuinen bij natuurbehoud, duurzaamheid en planten diversiteit tot lab werk bij immunologie. Kortom er is genoeg om honger naar kennis te stillen en eens de spreekwoordelijke bloemetjes buiten te zetten of in je straatje der wetenschap te blijven. De keuze kunnen wij helaas niet voor je maken. De lat dat zijn wij, de vakken bepaal jij!
Heel veel plezier met het compleet maken van je bachelor!
Veel liefs, Namens de onderwijscommissie, Iris Hameleers
3
Toelichting Beste student, Het kiezen van de juiste vakken voor de volgende periode blijft altijd moeilijk. Voor veel studenten biedt deze alternatieve studiegids dan ook een helpende hand. Veel van jullie kennen de gids inmiddels, maar voor degene waarbij hij wat minder bekend is volgt hier een korte uitleg over wat de alternatieve studiegids precies is. De alternatieve studiegids lijkt in principe erg veel op de gewone studiegids: over elke cursus staat een stukje tekst waarin beschreven wordt wat deze cursus precies inhoudt. Het grote verschil met de gewone studiegids is dat deze stukjes geschreven zijn door studenten. Deze studenten hebben het vak vorig jaar gevolgd en delen op deze manier hun ervaringen met jullie. Zij beschrijven het verloop van de cursus, de onderwerpen die aan bod komen en geven bijvoorbeeld aan hoe zwaar zij het vonden om de desbetreffende cursus te volgen. Dit is natuurlijk wel de mening van één enkele student, maar het geeft je in ieder geval een beeld van hoe het vak in elkaar zit. Dit kan je helpen bij je beslissing. Bij iedere cursus wordt ook het slagingspercentage van de cursus vermeld. Deze slagingspercentages berusten op de studenten die het vak in een keer halen. Daarnaast worden sinds kort ook gemiddelde beoordelingen die uit de OAC-B onderwijsenquêtes zijn gekomen onder elke cursus vermeld. Dit geeft een algemeen beeld van hoe de cursus wordt beoordeeld door studenten. Let wel op, sommige cursussen zijn maar door een relatief klein deel van de deelnemers beoordeeld. Jij kunt helpen om deze cijfers nog betrouwbaarder te maken door ook de enquête in te vullen! Volg je deze periode cursussen bij Biologie? Of volg je een cursus bij een andere studie waar meer biologen over zouden moeten horen? En wil jij een nieuw stukje schrijven voor de gids van volgend jaar? Laat het ons weten! Stuur een mailtje naar
[email protected] met daarin het vak waarover jij een stukje zou willen schrijven. Je kunt natuurlijk ook iemand van ons aanspreken! Ben jij een ouderejaars bioloog en wil je beginnen aan je scriptie/onderzoeksproject? Ook hiervoor kun je bij ons terecht. Kijk achter in deze alternatieve studiegids voor meer informatie! Heel veel succes met het maken van je keuze en natuurlijk veel plezier bij het volgen van je cursussen! De onderwijscommissie van de UBV, Brigit van Brenk Denise Groeneweg Emma van Deelen Jonas Jonker Iris Hameleers Koen Vriends
Louise Franssen Loutje Hoekstra Mark Bouwmeester Marloes Leeflang Milou Arts
4
Inhoudsopgave Voorwoord
1
Toelichting
3
Blokjesrooster
5
Voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen
6
De Onderwijscommissie van de UBV (OcUBV)
7
Studieadviespaden
8
Periode 4 - timeslot A + D - Niveau 2 De Cel (B-B2CEL09)
9 9 9
Neurobiologie (B-B2NEUR10) - Niveau 3 Immunobiologie (B-B3IMMB09)
10 11 11
Geschiedenis en wijsbegeerte (B-B3GESB05)
12
Evolutie 3 (B-B3EVO14)
13
Stage Wetenschaps- en techniekcommunicatie (BETA-B3WTS)
14
Periode 4 - timeslot B + C - Niveau 2 Natuurbehoud, duurzaamheid en plantendiversiteit (B-B2NADU11)
15 15 15
- Niveau 3 Aquatische ecologie (B-B3AQEC05)
16 16
Cognitie en gedrag (B-B3CEG05)
17
Biologische mechanismen in een “biobased” economie (B-B3BMBC13)
18
Periode 4 - timeslot A + D of B + C - Niveau 3 Scriptiecursus (B-B3AFST05)
19 19 19
Periode 4 - Fulltime - Niveau 3 Onderzoeksproject (B-B3ONSCR én B-B-B3ONST)
20 20 20
Vakken buiten Biologie
21
Biologie in het werkveld cursussen
22
Dankwoord
24
5
Blokjesrooster
6
Voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen Er zijn voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen. De regels hiervoor staan genoemd in de Onderwijsexamen regeling (OER). In het artikel uit de OER dat de toelating tot het onderwijs van niveau 2 en 3 bepaalt, staat: art. 4.2 – ingangseisen cursussen; voorkennis 1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die van het eerste jaar van de opleiding onderdelen met een studielast van tenminste 45 studiepunten heeft behaald. 2. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het gevorderde niveau (niveau 3) van de opleiding heeft de student die van de keuzeonderdelen van de opleiding op verdiepend niveau (niveau 2) van het 2e jaar onderdelen met een studielast van tenminste 15 studiepunten heeft behaald. 3. Toegang tot de cursussen Afstudeeropdracht (scriptiecursus) en Onderzoeksproject heeft de student die tenminste 120 studiepunten van de major van de opleiding heeft afgerond met een voldoende eindcijfer, waarvan het verplichte deel van de major (67½ studiepunten) geheel moet zijn behaald. 4. Vanwege gewetensbezwaren kan de student verzoeken om deel te nemen aan de cursus Biologie van dieren (niveau 1) waarbij van de cursus de verplichte dissectiepractica worden vervangen door een andere opdracht. 5. Aan de niveau 2 cursus gedragsbiologie kan eerst worden deelgenomen nadat een voldoende is behaald voor de niveau 1 cursus Biologie van dieren met dissectie en de cursus Evolutie en biodiversiteit. 6. De cursus Biologie van dieren met dissectie is verplicht voor alle cursussen van niveau 2 en 3 met practica waarbij gebruik wordt gemaakt van dieren. 7. Onverminderd het bepaalde in het vijfde en zesde lid wordt in de Universitaire Onderwijscatalogus (en de studiegids) bij elke cursus aangegeven welke voorkennis vereist is om daaraan met goed gevolg te kunnen deelnemen.
De volledige OER kan je inzien en downloaden op de website van de Universiteit: http://www.uu.nl/faculty/science/nl/onderwijs/bachelor/studenten/opleidingen/biologie/studiepun t/naslag/oer/Pages/default.aspx
7
De Onderwijscommissie van de UBV (OcUBV) De onderwijscommissie van de UBV is de commissie die service op onderwijsgebied levert aan alle Utrechtse biologiestudenten. De commissie heeft ook jou een heleboel te bieden! Aan wat voor services kun je zoal denken? -
Tentamenbank op internet Tentamenbundel voor eerstejaars Alternatieve studiegidsen Alternatieve mastergids Stagebank Studie-informatie
De producten van de OcUBV kun je vinden op de website van de UBV: www.ubv.info onder het kopje onderwijs. Ook over de commissie zelf staat informatie op de website. Klik hiervoor vanaf de hoofdpagina door naar het kopje commissies. Voor meer algemene informatie en nieuws op onderwijsgebied kun je ook altijd een email sturen naar
[email protected] of bellen naar de UBV-kamer (030-2536741). Natuurlijk kun je ook een onderwijscommissie- of UBV-bestuurslid aanspreken, vragen staat vrij!
Zin om te helpen met het maken van deze gids? Wil je in een commissie, maar er niet al te veel tijd aan kwijt zijn? Kom de OcUBV versterken! Hoe? Zoals hierboven: mail/bel/spreek iemand aan
NB: Ben jij op zoek naar een gezellige commissie die niet te veel tijd kost maar wel belangrijk werk verzet? Kom ons dan versterken! Stuur een mailtje naar
[email protected] en wie weet zien wij jou op de volgende vergadering! NB 2: Wil je een bijdrage leveren aan de tentamenbank? Vraag je docent of je het tentamen mee mag nemen voor de tentamenbank en geef het aan de vice-voorzitter van de UBV. Hier heeft iedereen profijt van!
8
Studieadviespaden De Bachelor Biologie kent momenteel 12 studieadviespaden. Een studieadviespad is een cluster van cursussen in een bepaalde richting en bevat cursussen van zowel niveau 1, 2 als 3 met toenemende complexiteit en specialisatie. Vaak is het zo dat bepaalde cursussen binnen een studieadviespad een ingangseis vormen voor een cursus met een hoger niveau uit hetzelfde studieadviespad. Het is verstandig om deze ingangseisen regelmatig te checken want ze kunnen worden aangepast. De verschillende cursussen binnen een studieadviespad worden zo goed mogelijk op elkaar afgestemd zodat er geen onnodige overlap is tussen cursussen. Bovendien wordt de verwerving van voldoende academische vaardigheden bij de verschillende (combinaties van) studieadviespaden gegarandeerd. Uiteraard kun je meerdere studieadviespaden combineren, maar afhankelijk van het aantal cursussen dat je bij biologie volgt, de grootte van de studieadviespaden en de gekozen combinatie is het niet altijd mogelijk om alle cursussen uit de gekozen studieadviespaden te volgen. Het volgen van studieadviespaden is niet verplicht maar is wel aan te raden omdat het je een goede basis geeft voor bepaalde masterprogramma’s. Maar let op, het volgen van een studieadviespad is geen garantie om toegelaten te worden tot een bepaalde master. Zorg dus dat je ruim van tevoren uitzoekt wat de toelatingseisen zijn voor de masters waar jij in geïnteresseerd bent. Hieronder staan de studieadviespaden genoemd met de bijbehorende cursussen uit periode 4. Meer informatie over de studieadviespaden vind je in de reguliere studiegids. Studieadviespad Celbiologie Ecologie en natuurbeheer Educatie, communicatie en management Evolutiebiologie Gedragsbiologie Mariene Biologie Microbiologie
Afkorting Bijbehorende cursussen Niveau 2 Niveau 3 CB De cel EN Natuurbehoud, duurzaamheid en plantendiversiteit ECM Geschiedenis en wijsbegeerte
EV GB MW MB
Neurobiologie NB Ontwikkelingsbiologie OB Plantenbiologie
PB
Theoretische biologie
TB
Toxicologie
TX
Natuurbehoud, duurzaamheid en Evolutie 3 plantendiversiteit Neurobiologie Cognitie en gedrag
Neurobiologie De cel
Cognitie en gedrag
Biologische mechanismen in biobased economy Immunobiologie Neurobiologie
9
Periode 4
- timeslot A + D -
- Niveau 2 De Cel (B-B2CEL09) De Cel is een cursus die past in de studiepaden Celbiologie en Ontwikkelingsbiologie. De cursus is een vervolg op de cursus moleculaire biologie uit jaar 1, en wordt gegeven door Jan Andries Post, Adri Thomas, Fons Cremers en Anna Akhmanova. Aan het begin van de cursus krijg je de mogelijkheid om op blackboard ‘snippers’ terug te kijken. Dit zijn korte fragmenten van hoorcolleges van het vak moleculaire biologie uit jaar 1, die je kunt gebruiken om je basiskennis nog eens op te frissen. De colleges worden gegeven door Jan Andries Post, Adri Thomas en Anna Akhmanova, en zijn allemaal heel goed te volgen en zeer nuttig voor het tentamen. De stof van de eerste acht weken van de cursus wordt getoetst in drie deeltentamens die op de computer gemaakt worden. Het eerste deeltentamen betreft de colleges van Adri Thomas, die gaan over transcriptie en translatie. Voor deeltoetsen twee en drie betreft de leerstof de colleges die gegeven worden door Jan Andries Post en Anna Akhmanova, en opgenomen stukken college van Fons Cremers die je thuis moet kijken. Deze gaan over onderwerpen zoals signaaltransductie, celcyclus en celdood, vesiculair transport en het cytoskelet. Voornamelijk de colleges die op de universiteit gegeven worden zijn heel belangrijk om te volgen. De tentamens behandelen alleen de stof uit de colleges, waardoor het boek naar mijn mening minder belangrijk is voor het voorbereiden van tentamens dan de collegeslides. Als je iets niet helemaal begrijpt, is het boek wel een heel goed naslagwerk om dingen nog eens na te lezen. De snippers van Fons Cremers die je moet bekijken zijn helaas iets minder compleet, en hierbij is het wel noodzakelijk om ook het boek goed door te lezen. Verder bevat de cursus een aantal werkcolleges en COO’s waarin je onder begeleiding van de docenten vragen maakt die betrekking hebben op de behandelde stof. Ook deze werkcolleges zijn belangrijk om te volgen, omdat in de tentamens soms vragen zaten die sterk overeenkwamen met vragen uit de werkcolleges. De laatste twee weken van de cursus zijn volledig gewijd aan het voorbereiden van een presentatie. Hierbij moet je in groepen van maximaal acht studenten aan de hand van een primair artikel een presentatie voorbereiden van ongeveer 30 minuten. Door het grote aantal studenten per groep was dit best een uitdaging, maar uiteindelijk ook heel leerzaam. Bij het behandelen van het artikel word je als groepje begeleid door één van de docenten, en kom je als groepje ook samen met je begeleider om het artikel helemaal door te spreken. Dit hielp enorm bij het verwerken van de grote hoeveelheid stof. De cursus gaat enigszins veranderen. Er gaat gewerkt worden met het boek Essential Cell Biology (Alberts) en er zijn nog maar twee deeltoetsen. De onderwerpen die behandeld worden veranderen niet en de cursus wordt door dezelfde docenten gegeven. Er komen meer werkcolleges, die je in groepen moet maken en die telkens in een soort college/vragenuur besproken worden. De laatste twee weken blijven gelijk. Beoordeling (door 10 van de 86 deelnemers): 7.4 Slagingspercentage(voor de herkansing): 74%
10
Neurobiologie (B-B2NEUR10) Een cursus gefocust op ons gehele zenuwstelsel. Een basis cursus met wat herhaling van het eerste jaar uit de cursussen Evolutie en Biologie van de Dieren. Daarnaast krijg je ook veel nieuwe informatie. De cursus bestaat voornamelijk uit hoorcolleges met daarnaast twee werkcolleges die niet verplicht zijn, maar wel heel handig. Je hebt twee tentamens en de tentamens zijn op de computer. Hierdoor heb je niet zo zeer alleen meerkeuze vragen. Per tentamen zaten er nog steeds een aantal open vragen tussen. Naast de twee tentamens wordt je ook beoordeelt op een artikel die je met zijn tweeën moet schrijven. De opdracht heeft een andere insteek dan de opdrachten die je gewend bent. Je moet gaan onderzoeken of een door jou gekozen verhaal uit de krant, van je ouders of van het nieuws, daadwerkelijk een feit is. Door deze opdracht leer je kijken naar hoe goed een verhaal in bijvoorbeeld een tijdschrift of een krant, overeenkomt met het artikel waarop het gebaseerd is. Daarnaast leer je zoeken naar andere artikelen die juist het tegenovergestelde vertellen en op die manier ga je op zoek naar de waarheid. Ik vond het een hele goede cursus omdat het echt de basis is van de zenuwstelsel. Je leert in tien weken ongeveer alles wat je nodig hebt om een artikel te kunnen begrijpen. De cursus is vrij theoretisch, wat aan de ene kant wel jammer is, maar hierdoor kun je je wel goed focussen op het leren van de stof en de basis onder de knie krijgen. De stof is niet altijd even makkelijk, maar gelukkig zijn de coördinator en de andere leraren bereid om alle tijd te nemen voor je vragen en als het nodig is iets wel tien keer uit te leggen. Ik kan de cursus niet alleen aanraden aan de mensen die iets met gedrag of hersenen gaan doen, maar ook de mensen die meer moleculaire gericht zijn. Er zitten namelijk ook genoeg onderdelen in de stof die puur moleculaire celbiologie is. Beoordeling (door 9 van de 87 deelnemers): 6.8 Slagingspercentage(voor de herkansing): 86%
11
- Niveau 3 Immunobiologie (B-B3IMMB09) De cursus immunobiologie wordt voornamelijk gegeven door Can Kesmir. Zij is de coördinator en geeft het grootste deel van de colleges. Overige colleges worden gegeven door gastdocenten en sluiten aan op de lesstof. Het vak wordt volledig in het Engels gegeven en is opgebouwd uit een aantal onderdelen die gedurende de hele cursus voortduren. Allereerst zijn er presentaties van wetenschappelijke artikelen op het gebied van immunobiologie. Met een groepje moet je zelf een presentatie geven en bij enkele andere presentaties actief meedoen aan de discussie na afloop. Hier wordt je op beoordeeld en dit telt voor 15% mee. Verder zijn er gedurende de cursus zeven COO’s. Deze COO’s zijn bijna allemaal zeer modelmatig en een leuke uitdaging voor de theoretisch geïnteresseerde biologen. Over één hiervan moet je, wederom samen met je groepje, een verslag schrijven in de vorm van een wetenschappelijk artikel welke voor 25% meetelt. Het feit dat je slechts over eentje een verslag hoeft te schrijven werkt zeer demotiverend en bij de laatste COO’s was dan ook bijna niemand aanwezig. Halverwege de periode is er ook nog een praktisch deel. In het Kruytgebouw doe je drie dagen onderzoek naar nano-bodies. De practica zijn leuk om te doen, maar persoonlijk vind ik dat er iets meer begeleiding aanwezig mag zijn. Over het praktische deel moet je ook een verslag schrijven dat 20% meetelt. Het vak wordt afgesloten met een tentamen over de stof van het boek, dit tentamen is goed te doen en telt dus voor de laatste 40% mee. Dit vak is heel erg interessant, zeker omdat het binnen de bachelor biologie het enige vak is op het gebied van immunologie en leuk is voor de verbreding van je kennis. Voor mensen die graag de master Infection and Immunity willen volgen is het echt een aanrader. Het komt vooral op je eigen discipline en motivatie aan om er wat moois van te maken en daadwerkelijk wat van te leren! Beoordeling (door 7 van de 45 deelnemers): 7.1 Slagingspercentage(voor de herkansing): 93%
12
Geschiedenis en wijsbegeerte (B-B3GESB05) Dit vak is een van de meest bijzondere van de bachelor biologie. De cursus wordt gegeven door Bert Theunissen. Als je ervan houdt om lekker in de collegebanken te gaan zitten en meegenomen te worden in boeiende en hersen brekende verhalen, dan is Geschiedenis en Wijsbegeerte echt iets voor jou. Bert is een fantastische verteller en neemt je mee door de geschiedenis van de wetenschap Biologie: Van Socrates en Kant, tot Darwin en de huidige Biologie. Je leert hoe de wetenschap Biologie is ontstaan en de ideeën en ontdekkingen van de mensen die belangrijk zijn geweest voor de Biologie. Ook leer je veel over hoe wetenschap an sich wordt beoefend en welke aspecten er allemaal bij komen kijken zoals ethiek en politiek, oftewel de wijsbegeerte. Je krijgt twee colleges per week: Het ene college gaat over de geschiedenis en het andere behandelt de wijsbegeerte. Hiertussen worden ook regelmatig links gelegd, uiteraard. Bij het wijsbegeerte deel hoort ook een boek: Wat Is Wetenschap. Een leuk boek dat makkelijk doorleest. Ook krijg je regelmatig stukken tekst aangeleverd van de docent om te lezen voor het volgende college waar dan op teruggekomen wordt. De hoeveelheid studiestof is dus zeker goed te doen. Als je gewoon naar de colleges gaat en de stof op je gemak doorleest is het tentamen ook geen grote uitdaging. Het tentamen bestaat uit een geschiedenis deel en een wijsbegeerte deel. Het geschiedenis deel vraagt vooral naar de kennis van de cursus. Het wijsbegeerte deel vraagt een beetje meer nadenken en toepassen. Halverwege de cursus krijg je een soort take home tentamen waar je geen cijfer voor krijgt, maar die wel handig is om te kijken hoe de stof er al een beetje in zit en of je al in de goede richting aan het denken ben. Deze opdracht geeft Bert “Omdat het nou eenmaal moet van de UU.” Al met al een erg leuke en interessante cursus binnen de bachelor Biologie die weer eens wat anders van je vraagt qua nadenken dan de andere cursussen. Een echte verrijking van je opleiding tot wetenschapper in de Biologie! Met discussies over Diederik Stapel en het huidige natuurbehoud beleid, werd je uitgedaagd om kritisch te kijken naar de hedendaagse wetenschap. Is de manier waarop wij nu naar de wereld kijken, eigenlijk wel logisch? Beoordeling (door 7 van de 43 deelnemers): 8.2 Slagingspercentage(voor de herkansing): 67%
13
Evolutie 3 (B-B3EVO14) Een nieuwe cursus waarbij gekeken wordt hoe evolutie als verbindend element fungeert tussen de verschillende vakgebieden in de biologie. Er wordt bekeken hoe ecologische, genomische, theoretische en microbiologische perspectieven gebruikt kunnen worden om de oorsprong en instandhouding van biologische variatie te bestuderen. Evolutionair biologen bestuderen zowel historische als huidige patronen van variatie en bestuderen deze variatie op alle niveaus, van variatie op individu-niveau (bv. ontogenetisch en gedragsmatig) tot variatie tussen “communities” en grotere taxonomische groepen. Deze werkwijze zal ook terugkomen gedurende de cursus. De cursus is verdeeld in een drietal hoofdthema's: Ecologie, Genomics en Theoretische Biologie. Deze thema’s zijn nogal divers, je gaat dan als student ook met een groep door middel van een ministage een onderzoek doen binnen één van deze hoofdthema’s waarbij er verschillende projecten aangeboden zullen worden. Wel krijg je van elk van deze vakgebieden de algemene theoretische achtergrond, die ook getoetst wordt aan de hand van een tentamen. Deze theoretische verdieping beslaat de eerste twee/drie weken van de cursus, hierna begint de experimenteercyclus. Aan het eind van de cursus zal de behandelde theorie en praktijk samen komen tijdens een symposium waarin elke groep zijn onderzoek en de resultaten in een symposium presenteert. Verder verwerkt iedere groep de resultaten in een onderzoeksverslag . Samengevat, kunnen de volgende onderwerpen aan bod komen : interactie, natuurlijke selectie, adaptatie, (analyse van) genetische diversiteit, founder-effecten, speciatie en het belang van genetische variatie. De rode draad bij veel van deze onderwerpen is co-evolutie. Beoordeling : n.v.t. Slagingspercentage(voor de herkansing): n.v.t.
14
Stage Wetenschaps- en techniekcommunicatie (BETA-B3WTS) Deze cursus wordt dit jaar voor het eerst gegeven. Hierdoor hebben we helaas nog geen stukje geschreven door een student die het vak gevolgd heeft. Voor meer informatie verwijzen we je door naar de reguliere studiegids van de Universiteit Utrecht.
15
Periode 4
- timeslot B + C -
- Niveau 2 Natuurbehoud, duurzaamheid en plantendiversiteit (B-B2NADU11) De cursus Natuurbehoud, Duurzaamheid en Plantendiversiteit , oftewel NDP, is een cursus met veel contacturen in de vorm van practica en colleges. De stof van de cursus staat in twee readers die aan het begin van de cursus te bestellen zijn, buiten deze readers is er geen boek nodig. De cursus begint met een reeks practica die deels in de botanische tuinen plaatsvinden, hierbij ga je zelf opzoek naar de plantenfamilies die in het daarvoor gegeven college behandeld zijn. De families die worden behandeld zijn inheemse maar vooral ook tropische families. Deze colleges worden gegeven door Hans Persoon, die met veel passie over de verscheidenheid van het plantenrijk vertelt. Hij geeft erg veel informatie bij elke familie waardoor de colleges altijd wel een half uur uitlopen. Naast Hans Persoon is Gijs Steur ook een docent van deze cursus, hij geeft bijna geen college maar begeleid mede de practica. Na het deel in de botanische tuinen gaan de practica door op zaal waarbij je morfologische kenmerken van de planten moet benoemen en de planten gaat tekenen. Het bovengenoemde deel, is het deel van de cursus dat vooral over plantendiversiteit gaat. Natuurbehoud en Duurzaamheid worden behandeld aan de hand van ongeveer 5 Workshopdagen. Deze dagen bestaan uit in de ochtend een gastcollege waarbij een opdracht wordt gegeven die ‘s middags wordt uitgevoerd in groepsverband. Denk hierbij aan een debat, een kort essay of een presentatie. Naast de colleges, opdrachten en practica werk je tijdens het gehele verloop van de cursus ook aan de “Grote Opdracht”. Dit is een literatuuronderzoek waarvoor aan het begin van de cursus groepjes gevormd zijn van 5 à 6 personen. De cursus wordt afgesloten met een tentamen over alle behandelde stof en een posterpresentatie van de resultaten van “de grote opdracht” op het WNF kantoor in Zeist. Over het algemeen vond ik het een leuke cursus waarbij veel interessante informatie aan bod komt, misschien wel iets té veel. Je zit met de plantenfamilie- en de workshopdagen steeds van 9 tot ongeveer 4/5 op de universiteit terwijl je hiernaast dus nog een literatuur onderzoek moet maken, hier wordt niet echt rekening mee gehouden. De tip voor deze cursus is dus: Hou het goed bij en begin op tijd aan het literatuuronderzoek. Dan is het zeker te doen! Beoordeling (door 21 van de 89 deelnemers): 5.9 Slagingspercentage(voor de herkansing): 93%
16
- Niveau 3 Aquatische ecologie (B-B3AQEC05) Doen! Als je de kant van ecologie op wilt, is dit de cursus die je wilt toevoegen aan je bachelor. Het vak wordt op het Nederlands instituut voor ecologie gegeven (NIOO) in Wageningen. Voor de vroege vogels onder ons is dit geen probleem, maar ik had af en toe moeite om niet in slaap te vallen in de trein. Elke dinsdag en donderdag beginnen om 9 uur en het is vaak iets voor vijf afgelopen. Hier krijg je wel een mooie en volledige cursus voor terug. In de vroege morgen waren er elke dag andere gastcolleges (in Nederlands of Engels). Deze colleges werden gegeven door onderzoekers van het NIOO. Zo kom je veel te weten over het aquatisch ecologisch onderzoek in Nederland. Iedereen vertelde waar hij mee bezig was en al had gedaan, hoe dit werd aangepakt, hoe het fout kan gaan en waar ze eigenlijk wel wat hulp bij kunnen gebruiken. Na zo’n ochtend college werd het tijd om zelf aan de slag te gaan. In voorgaande jaren werd je in een groot doorlopend project gedeeld, nu is dit een beetje veranderd. Het praktische werk is opgedeeld in een aantal kleinere projecten, zodat iedereen allerlei facetten van het aquatisch onderzoek kan ervaren. Een project duurde ongeveer 3 dagen en werd met 2,3 of 4 personen gedaan. Er waren verschillende projecten, veldwerk, lab, semilab. Dit over verschillende onderwerpen als flora, fauna, macrofauna en microfauna. Een project was bijvoorbeeld om te kijken welke plant poelslakken het liefst eten, doormiddel van eigen slakkenvoer te maken en de resultaten met andere groepjes te vergelijken aan het eind van het project. De relevatie voor de projecten werd duidelijk door de colleges voorafgaand. Door het enthousiasme van alle onderzoekers werd alles extra leuk en interessant. Allerlei onderwerpen komen aan bod en er is genoeg ruimte voor eigen inbreng of ideeën. Aan het eind van elk project werd er een korte presentatie per groep gegeven over de resultaten en discussie. We sloten deze periode af met individuele presentaties over een (aquatisch) Ecologisch paper waar een kritische mening werd gewaardeerd. Na deze presentaties was het tijd om een onderzoeksvoorstel voor een masterstudent te maken die thuis of op de universiteit gedaan kon worden. Het eindcijfer bestaat uit een individuele presentatie over een paper die aan het begin van het blok werd uitgedeeld (iedereen kreeg een ander onderwerp), een onderzoeksvoorstel, een poster en een pitch over dit onderzoek voorstel (in groepjes van 3). Dit alles moest in het Engels, wat af en toe voor wat zenuwen zorgde maar ook voor een goede ervaring. Ook werden er kritische vragen gesteld en werd er goede feedback gegeven op de opdrachten door begeleiders. Al met al een hele leerzame cursus, waar een goede begeleiding is en waar iedereen ook geacht wordt zijn eigen intelligentie en creativiteit te gebruiken. Beoordeling (door 5 van de 15 deelnemers): 9.0 Slagingspercentage(voor de herkansing): 100%
17
Cognitie en gedrag (B-B3CEG05) -Helaas door enkele problemen is dit nog een stuk van vorig jaar.Tijdens de cursus cognitie en gedrag worden de colleges voornamelijk gegeven door Marie José du Chateau en Liesbeth Sterck. De cursus is opgedeeld in twee delen. Het eerste deel word je aan de hand van colleges klaargestoomd voor het tentamen (dat na 5 weken plaatsvindt) om vervolgens te beginnen aan of het schrijven van een research paper of een ministage bij het Biomedical Primate Research Centre (BPRC). Het is een niveau 3 cursus en dat merk je zeer zeker. Het is echt wel even aanpoten en de vaart zit er goed in. Daarom is het ook erg fijn dat de cursus opgedeeld is, zodat je je kan focussen op één onderwerp per keer. Het eerste deel van de cursus krijg je als eerste college van Marie José. Zij bespreekt vooral de algemene gedragingen van dieren, waarna Liesbeth het stokje overneemt en het vooral heeft over de gedragingen bij primaten. De stijl waarin Liesbeth uitlegt is simplistisch, dat was in het begin erg wennen maar aan de andere kant ook wel fijn, omdat dan alles duidelijk uitgelegd worden. Tijdens dit eerste deel wordt er ook van je verwacht dat je het boekje “denken dieren na” koopt (±5 euro bij de boekhandel) en leest. Hier wordt na ongeveer vier weken een discussie over gehouden, welke erg interessant is. Het tweede gedeelte van de cursus ben ik begonnen met de ministage wat zacht uitgedrukt echt super vet is! Je gaat bij het BPRC twee en een halve dag lang kijken naar een groep hyperactieve makaken. In het begin kan je de apen voor geen meter uit elkaar houden en zie je het eigenlijk niet meer zo zitten, maar bij 2e dag krijg je er al veel meer grip op. En tenslotte als de laatste dag er op zit, is het toch wel erg jammer om de makaken weer achter te laten omdat je dan de hiërarchie binnen de groep redelijk door hebt en toch een soort van band opgebouwd hebt met de apen (al is dat wel eenzijdig….). Als laatste moet je een research paper schrijven waar je twee weken de tijd voor hebt. Je kan kiezen tussen vijf onderwerpen die ieder een eigen diersoort bevatten. Hier moet je ook over presenteren. Kortom, de cursus bestaat dus eigenlijk uit drie delen. Verder vraagt de cursus aardig wat tijd van je, maar de cursus is goed te halen mits je gemotiveerd bent om er wat voor te doen. En puur voor de ministage alleen al is deze cursus een aanrader om te volgen! Beoordeling (door 13 van de 42 deelnemers): 7.2 Slagingspercentage(voor de herkansing): 93%
18
Biologische mechanismen in een “biobased” economie (B-B3BMBC13) De cursus “Biological mechanisms in a biobased economy” is dit jaar voor het eerst gegeven en dit was ook wel een beetje te merken. De communicatie in het begin van de docenten naar studenten en naar elkaar liep nog niet helemaal soepel. De cursus coördinator is Henriette Schlupman, zij gaf alleen het tweede gedeelte van de cursus. De cursus bestaat uit twee onafhankelijke delen. Bij beide delen was er geen tentamen maar moest er in groepjes van 4/5 studenten samen worden gewerkt. Voor het eerste deel “biomass utilization” moesten we een verslag en een poster maken en deze presenteren. Voor het tweede deel “biomass production” moesten we een research proposal schrijven en een presentatie geven. De poster, poster presentatie, research proposal en presentatie moesten allemaal in het Engels. Er wordt niet gebruik gemaakt van een relevant leerboek of dictaat. De informatie moet allemaal uit artikelen worden gehaald. Sommige relevante artikelen worden al door de docenten geleverd, maar veel zal je ook zelf op moeten zoeken. Het eerste deel begon met een inleidend hoorcollege van Ronald de Vries. Het was helemaal gericht op schimmels. Hoe schimmels biomassa kunnen omzetten en welke combinaties schimmels goed samen werken. De groepjes werden verdeeld over 4 onderzoekers (Isabelle Benoit, Joost van den Brink, Evy Battaglia en Adiphol Dilokpimol) aan het Centraalbureau voor Schimmelcultures (CBS) met elk een ander onderwerp voor de poster. De rest van deel 1 van deze cursus waren er geen hoor- of werkcolleges en geen practicums en COO’s. Dit vond mijn groepje erg jammer omdat je een beetje in het diepte wordt gegooid. Je spreekt regelmatig af met je begeleider om te overleggen en de stand van zaken te bespreken. Er zijn geen hoorcolleges, het is juist de bedoeling dat je veel vraagt aan je begeleider. Hier kwam mijn groepje helaas pas achteraf achter. Je moet een balans vinden tussen alles aan je begeleider vragen en het zelf uitzoeken. Het tweede gedeelte van de cursus werd gegeven door Henriette Schlupmann samen met Paul Brouwer en Anne Tazelaar. Alle drie doen ze onderzoek naar de water varen Azolla. Hier ging dus ook het tweede gedeelte van de cursus over. Dit gedeelte was voor de studenten veel duidelijker qua structuur en wat er verwacht werd van de studenten. Bij dit deel zijn er wel hoorcolleges waaronder ook door gastsprekers zoals Peter Bijl van (LPP-foundation) die de mogelijke potentie van Azolla onderzoeken als biomassa producent. Je werkt in groepjes met het zelfde onderwerp maar iedereen heeft wel een andere onderzoeksvraag voor zijn onderzoek. Je gaat dan ook echt een onderzoek doen in het laboratorium, wat je gebruikt als basis voor je research proposal. Hierbij word je goed begeleid door een van de drie docenten. Dit praktische gedeelte vond ik erg leuk ik had al een tijdje geen cursus gevolgd waar je voor in het lab moest werken. Door dit te doen en verschillende processen uit te voeren en apparaten te bedienen worden de stappen die je kent uit de gelezen artikelen veel duidelijker. Dit praktische gedeelte kan gedeeltelijk nog samen met je groepsgenoten gedaan worden. Het research proposal schrijf je individueel. De uiteindelijke presentatie van de research proposals wordt weer per groepje gedaan. Als je goed met je groepje samenwerkt is deze cursus goed te doen ook als je niet veel met schimmels of biomassa hebt. Ik ben geen kampioen in het schrijven in het Engels en het presenteren in het Engels maar als je duidelijk je punt kan maken dan is dit niet erg als je niet perfect Engels spreekt/schrijft. Beoordeling (door 5 van de 19 deelnemers): 7.2 Slagingspercentage(voor de herkansing): 84%
19
Periode 4
- timeslot A + D of B + C -
- Niveau 3 Scriptiecursus (B-B3AFST05) Deze cursus is de laatste verplichte cursus die je in je bachelor zal doen. Dat maakt hem er echter niet minder belangrijk op: het is de parel op de kroon die je bachelor is. Een mooi resultaat voor je bachelor kan zich terug betalen in wellicht een stagemogelijkheid bij de vakgroep waarbij je je scriptie hebt geschreven, maar boven alles leidt een goed resultaat tot een goed gevoel. De inschrijfprocedure voor dit vak is iets anders dan dat je gewend bent bij andere vakken. Je schrijft je in via Osiris voor B-B3AFST05 en je gaat zelf op zoek naar een begeleider/onderwerp. Doe dit tijdig, liefst al ruim voor de periode dat je het wilt doen omdat dan de kans groter is dat je een onderwerp/begeleider naar je zin krijgt. Mocht deze zoektocht om de een of andere reden niet lukken, kun je een voorkeur in het online formulier invullen en gaan we samen proberen je ergens te plaatsen. Er zijn altijd vakgroepen die veel populairder zijn dan andere, zoals bijvoorbeeld gedragsbiologie. De kans dat je daar terecht kunt is kleiner dan bij andere vakgroepen. Begin dus op tijd met het “regelen” van je plaats. Afhankelijk van je begeleider en zijn/haar manier van kijken zul je een onderwerp krijgen of een onafgebakende richting. Dit is vaak ook af te stemmen aan je eigen voorkeur. Er zijn een paar verplichte colleges die gegeven worden door de coördinator. Daarnaast is het boek “een leesbare scriptie” verplicht voor de cursus en er is ook een werkcollege waarin je bibliotheekinstructie krijgt. Dat heb je vaak al in je tweede jaar gehad maar het is zeer verfrissend om het allemaal nog een keer te horen. Je leert effectiever te zoeken naar literatuur (Web of Science, Scopus etc.) en je leert je gevonden literatuur beter te bewaren en te organiseren (RefWorks). Dan de scriptie zelf nog schrijven, je zou het haast vergeten maar daar gaat het uiteindelijk om. Reken er op dat je veel meer dan de 20 uur per week die er officieel voor staan mee bezig zal zijn. Het is wel te combineren met een andere cursus zolang die niet te zwaar is. In uitzonderlijke gevallen loont het ook om je andere vak te laten vallen om al je aandacht te kunnen richten op je scriptie. Je scriptie schrijven is dus geen makkelijke taak, maar wanneer je eenmaal klaar bent houd je er een zeer goed en voldaan gevoel aan over. Dat maakt alle tegenslagen die je tegenkomt, lange dagen, en RSI helemaal goed! Beoordeling (door 15 van de 120 deelnemers): 7.5 Slagingspercentage(voor de herkansing): 100%
20
Periode 4
- Fulltime -
- Niveau 3 Onderzoeksproject (B-B3ONSCR én B-B-B3ONST) Wanneer je voor deze cursus kiest, kun je het schrijven van de scriptie combineren met een ministage. Je mag zelf bepalen hoe je de tijd indeelt, zolang je maar ongeveer vijf weken aan beide onderdelen besteed. Zelf heb ik ervoor gekozen om eerst vijf weken fulltime aan het onderzoek te werken, om vervolgens de resterende vijf weken aan het schrijven van mijn scriptie te besteden. Bij nader inzien is het wellicht slimmer om deze werkzaamheden wat meer af te wisselen, want vijf weken van 9:00 tot 17:00 aan een scriptie werken kost erg veel geestelijke inspanning. Je schrijft je in via Osiris voor B-B3ONSCR én B-B-B3ONST en je gaat zelf op zoek naar een begeleider/onderwerp. Doe dit tijdig, liefst al ruim voor de periode dat je het wilt doen omdat dan de kans groter is dat je een onderwerp/begeleider naar je zin krijgt. Mocht deze zoektocht om de een of andere reden niet lukken, kun je een voorkeur in het online formulier invullen en gaan we samen proberen je ergens te plaatsen. Dit is echter voor deze cursus veel moeilijker dan voor B-B3AFST05, houd daar rekening mee. Er zijn altijd vakgroepen die veel populairder zijn dan andere, zoals bijvoorbeeld gedragsbiologie. De kans dat je daar terecht kunt is kleiner dan bij andere vakgroepen en begin dus op tijd met het ‘regelen’ van je plaats. De meeste studenten zullen tijdens het onderzoeksproject iemand (bv. een aio) assisteren bij zijn/haar onderzoek. Ik mocht echter een eigen onderzoek verrichten, namelijk naar de evolutie van corbiculate bijen (zoals honingbijen en hommels). Dit onderzoek deed ik op het moleculaire laboratorium van Roy Erkens, omdat ik de DNAsequentie van een bepaald gen wilde verkrijgen voor verschillende soorten bijen. Het werk was erg gevarieerd, namelijk van het vangen van bijen tot het sequencen van DNA tot het analyseren van de data achter de computer. Helaas bleek het onderzochte gen niet geschikt, waardoor ik geen bruikbare onderzoeksresultaten verkreeg. Dit zeg ik om aan te geven dat je niet teleurgesteld moet zijn wanneer er geen harde conclusies uit je onderzoek komen. Het doel van het Onderzoeksproject is daarentegen om ervaring op te doen met onderzoek en dat doe je wel degelijk. Bij het Onderzoeksproject kan het houden van een presentatie voor je werkgroep van je verwacht worden. Hierin zullen de resultaten van je onderzoek besproken worden. Je dient naast je scriptie ook altijd een kort verslag in te leveren van het verrichte onderzoek. Naast het onderzoek werk je aan je scriptie. Deze thesis is geen uitgebreide uitwerking van het onderzoek, maar gaat veelal over hetzelfde onderwerp. Het is echter wel mogelijk en ook leuk om je eigen onderzoeksresultaten erin te verwerken. Ik vond deze cursus zeer leuk en leerzaam. Een bijkomend voordeel is dat de benodigde wetenschappelijke literatuur zowel betrekking heeft op de scriptie als op het onderzoek, waardoor het lezen een veel leukere bezigheid wordt. Daarnaast ben je tijdens deze cursus veel op jezelf aangewezen: je zult zelf tijdig contact op moeten nemen met je begeleider(s), je moet een degelijke tijdsplanning aanhouden, je dient creatief te zijn met het bedenken van oplossingen. Het is daarmee een uitstekende voorbereiding op de onderzoeksprojecten tijdens je master. Beoordeling (door 13 van de 101 deelnemers): 7.7 Slagingspercentage(voor de herkansing): 100%
21
Vakken buiten Biologie Naast al deze leuke vakken bij Biologie is het ook mogelijk om je profileringsruimte te vullen met vakken die door andere studies worden aangeboden. De mogelijkheden zijn oneindig en de deuren van de universiteit staan wagenwijd voor je open! Maar dit maakt het uiteraard ook lastig om juist dat ene leuke vak te vinden dat zo perfect aansluit op de rest van je Bachelor. Om het voor jullie iets makkelijker te maken komen er voortaan in elke studiegids een aantal vakken buiten Biologie te staan. De stukjes worden geschreven door biologen uit Utrecht en de vakken sluiten goed aan op je huidige studie. Dit is natuurlijk geen compleet overzicht van de grote diversiteit aan cursussen die je zou kunnen volgen, en als een cursus niet in deze gids staat kan het evengoed een leuke cursus zijn. Maar hopelijk brengt het jullie op ideeën! En vraag gerust aan je studiegenoten welke vakken zij hebben gevolgd, want wie weet hebben ze nog een goede aanrader! Check voor je een cursus wilt gaan doen wel altijd goed de reguliere studiegids van de desbetreffende studie voor toelatingseisen en om na te gaan of de cursus dit jaar weer op dezelfde wijze gegeven wordt. Helaas zijn er in de vierde periode (nog) geen vakken buiten Biologie die door veel biologiestudenten worden gevolgd. Mocht jij nog leuke vakken weten buiten Biologie in de vierde periode, laat dit dan weten aan de Onderwijscommissie!
22
Biologie in het werkveld cursussen Vogelcursus De vogelcursus vindt plaats op dinsdagavonden tijdens de derde periode. Elke avond wordt er een groep vogels besproken en daarnaast een aantal algemene vogeleigenschappen. Zo is er een avond over zangvogels en vogelzang/geluid in het algemeen, alsmede een over watervogels en fysiologie en een over roofvogels/uilen en de nestbouw. Van de vogelgroep leer je eerst een aantal algemene kenmerken en daarna is het tijd voor soorten en hun kenmerken. Hierbij gaat het niet alleen om de uiterlijke kenmerken, maar natuurlijk ook om het vogelgeluid. Al deze dingen staan ook in een gemiddeld vogelboekje, maar als jij niet weet wat je je bijvoorbeeld moet voorstellen bij ‘een melancholiek en verdragend plu-oe-wie’ of ‘een 2-3 seconde durende droge ratel’, is het wel handig dat Luc en Erik ze allemaal even laten horen uit hun persoonlijke collectie. Dit theoretische gedeelte is allemaal leuk en aardig, maar als je het vervolgens niet in de praktijk gaat brengen ben je het zo weer vergeten. Daarom ga je een aantal woensdagochtenden (dus direct na de theorie avond) op stap. Je spreekt dan om 7 uur af ergens in Amelisweerd om een stukje te wandelen. Dat klinkt niet echt super, en het opstaan kostte mij dan ook enige moeite, maar als je dan eenmaal aan het lopen bent bij de eerste zonnestralen in een bos vol met zingende vogels, kom je toch elke keer weer terug als een blij mens. In het begin weet je nog niet waar je moet kijken, maar tegen het einde herken je steeds meer zelf. Het is leuk om zo direct resultaat te merken. Luc en Erik zijn hierbij essentieel: terwijl je met ze aan het praten bent horen ze nog dat er een zwangere appelvink binnen een straal van 450 meter haar nest aan het afwerken is (bij wijze van spreke). Naast deze ochtendwandelingen zit er nog een lange excursie op een zaterdag bij naar de Zouweboezem, waar weer hele andere vogels zitten. Al met al een hele leuke cursus, gegeven door enthousiaste docenten, die je een compleet beeld geeft van alles wat er in Nederland aan vogels rond vliegt.
Floracursus De floracursus wordt in de vierde periode gegeven als onderdeel van de bachelorcursus Biologie in het Werkveld. Nu is het sowieso leuk om de biologie van een wat meer praktische kant te bekijken, wat het doel is van Biologie in het Werkveld, maar één van de belangrijkste dingen is dan wel om meer te weten over planten. Hoe vaak gebeurt het wel niet dat een niet-bioloog aan je vraagt welke plant er aan de kant van de weg staat en hoe vaak moet je deze persoon dan wel niet teleurstellen. Na deze cursus zal dat een stuk minder voorkomen. Een achttal weken duik je onder begeleiding de Botanische Tuinen in waar je gaat oefenen aan het herkennen en determineren van verschillende plantenfamilies. Zo leer je de bekende en minder bekende bomen en planten van Nederland kennen. Na deze acht weken ga je een weekend naar het zuiden van Limburg om planten te zien die in de rest van Nederland niet voorkomen. Daarnaast leer je over de geografische samenstelling en oorsprong van het Limburgse heuvellandschap. De cursus wordt afgesloten met een tentamen waarin je een aantal planten moet kunnen herkennen en een aantal determineren. De floracursus is een echte aanrader voor iedereen die zijn of haar kennis van de Nederlands flora wilt verbreden.
23
Bijencursus Ik val gelijk met de deur in huis: de bijencursus is naar mijn idee de leukste UBV-cursus die wordt aangeboden! De cursus bestaat uit twee helften: een theoretisch en een praktisch gedeelte. Het theoretische gedeelte wordt gegeven door niemand minder dan oud-professor entomologie Rinus Sommeijer, verfaafd bijenhouder en -enthousiast Elbert Hoogendoorn en de alom bekende bijengedragsdeskundige Marie José Duchateau. Zij zullen je introduceren in onder andere de evolutie, ecologie en gedrag van bijen, als opstapje naar de kennis, vaardigheden en do’s and don’ts die je als (amateur) bijenhouder nodig zal hebben. Voor het praktische gedeelte wordt de twintig hoofden tellende groep gesplitst om de weken erna aan de slag te gaan in twee verschillende bijenstanden. Daar leer je onder andere volken inspecteren, koninginnen merken en honingslingeren. Geen zorgen, beschermende kleding is aanwezig! Als kers op de taart krijg je naast het “Biologie in het werkveld” certificaat ook een officieel brevet van de Nederlandse Bijenhouders Vereniging, waardoor je jezelf een volwaardig imker mag noemen. Het enige nare van de cursus is de locatie van de bijenstanden: de meest dichtsbijzijnde stand is in Tuindorp-Oost en de andere is in Vleuten, wat beiden niet erg dicht bij de Uithof is.
Herpetologiecursus De herpetologie cursus is de meest recente toevoeging aan het gevarieerde cursuspakket van de UBV. Dit betekent echter niet dat het de minste is! Vorig jaar werd het voor de eerste keer georganiseerd door Joris en Mátyás. Allebei zijn ze in hun vrije tijd enthousiast ‘herper’ en gaan ze op zoek naar reptielen en amfibieën. Hierdoor zijn ze binnen de UBV zeker expert op dit gebied. Deze kennis hebben ze gebruikt om een hele leuke cursus in elkaar te zetten. Ze moeten zich helaas beperken, maar in de zes weken die hun beschikbaar zijn proberen ze alles te vertellen over hoe reptielen en amfibieën geëvolueerd zijn en welke soorten er allemaal voorkomen in ons eigen ‘kikker’ landje. Ook nemen ze hierbij de tijd om zo veel mogelijk voorbeelden te laten zien in onze eigen botanische tuinen. Voor de cursus had ik geen idee van de zeldzame populatie rotshagedissen die daar uitgezet is en wat voor spannends zich allemaal schuil houdt in de poeltjes. Ook hebben we het geluk gehad zelfs ringslangen te zien bij de broedhoop, dit alles leek erg surreëel. De cursus werd afgesloten met een representatief tentamen (wat goed te doen was als je de cursus bij had gehouden) en een excursie op de Hoge Veluwe, begeleidt door een expert. Deze wist alle plekjes waar bepaalde soorten frequent gespot werden. De hele dag rondstruinen door het zonnetje op zoek naar diertjes in het gras, welke bioloog wil dat nou niet?
24
Dankwoord De Onderwijscommissie wil de volgende personen hartelijk bedanken voor hun bijdrage aan het tot stand komen van deze gids: Bas Heukels Brigit van Brenk Daphne Jurriens Eeke Haanstra Myrddin Verheij Paul Eussen Quincy Holzapfel Rosan Rongen Stijn van den Bergh Tamara Stuij Thomas Olijhoek Tijmen van Loon
Bedankt!
25