Alternatieve Niveau 2 en 3 Cursussengids
Periode 1
UTRECHT, Juni 2013 Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen Vereniging
Voordat je begint met lezen.. De alternatieve studiegids is anders dan de reguliere studiegids van het departement Biologie. De informatie in deze gids is afgestemd op die in de reguliere, maar het kan gebeuren dat ze minder up to date is. Kijk dus vooral ook naar de reguliere studiegids op de site van de Universiteit. De directe link er naartoe is als volgt: http://www.uu.nl/faculty/science/nl/onderwijs/bachelor/studenten/opleidingen/biologie/studiepun t/naslag/studiegids Wil je ook meer weten over de veranderingen in het onderwijsmodel in de komende jaren, kijk dan op www.uu.nl/studenten/onderwijsmodel.
Voorwoord/Toelichting Beste student, Het kiezen van de juiste vakken voor de volgende periode blijft altijd moeilijk. Voor veel studenten biedt deze alternatieve studiegids dan ook een helpende hand. Veel van jullie kennen de gids inmiddels, maar voor degene waarbij hij wat minder bekend is, hier even een korte uitleg over wat de alternatieve studiegids precies is. De alternatieve studiegids lijkt in principe erg veel op de gewone studiegids: over elke cursus staat er een stukje tekst waarin beschreven wordt wat deze cursus precies inhoudt. Het grote verschil met de gewone studiegids is dat deze stukjes tekst geschreven zijn door studenten. Deze studenten hebben het vak vorig jaar gevolgd en delen op deze manier hun ervaringen met jullie. Zij beschrijven het verloop van de cursus, de onderwerpen die onderwezen worden en geven bijvoorbeeld aan hoe zwaar zij het vonden om de desbetreffende cursus te volgen. Dit is natuurlijk wel de mening van maar één enkele student, maar het geeft je in ieder geval een beeld van hoe het vak in elkaar zit. Dit kan je helpen bij je beslissing. Bij iedere cursus wordt ook het slagingspercentage van de cursus bijgevoegd. Deze slagingspercentages berusten op de studenten die het vak in een keer halen en de studenten die het vak na de herkansing halen. Daarnaast zijn deze keer de cijfers die uit de OACB onderwijsenquetes zijn gekomen onder elk vak gezet. Dit om een wat algemener beeld te geven van hoe de cursus wordt beoordeeld door studenten. Let wel op, sommige cursussen zijn maar door een relatief klein deel van de deelnemers beoordeeld. Jij kunt helpen om deze cijfers nog betrouwbaarder te maken door ook de enquete in te vullen! Ga jij een van deze nieuwe cursussen volgen? Mis jij een stukje of wil jij een nieuw stukje schrijven voor de gids van volgend jaar? Laat het ons weten! Stuur een mailtje naar
[email protected] met daarin het vak waarover jij een stukje zou willen schrijven. Je kunt natuurlijk ook iemand van ons aanspreken! Ben jij een ouderejaars bioloog en wil je beginnen aan je scriptie/onderzoeksproject? Ook hiervoor kun je bij ons terecht. Kijk achter in deze alternatieve studiegids voor meer informatie! Heel veel succes met het maken van je keuze en natuurlijk veel plezier bij het volgen van je cursussen! De onderwijscommissie van de UBV, Tijmen van Loon Berber Heerschop Bernadet Tatje Milou Arts
Yeszamin Onderwater Kahren van Eer Iris Hameleers Pim van Caspel
NB: Ben jij op zoek naar een gezellige commissie die niet te veel tijd kost maar wel belangrijk werk verzet? Kom ons dan versterken! Stuur een mailtje naar
[email protected] en wie weet zien wij jou op de volgende vergadering! NB 2: Wil je een bijdrage leveren aan de tentamenbank? Vraag je docent of je het tentamen mee mag nemen voor de tentamenbank en geef het aan de Vice-voorzitter der UBV. Hier heeft iedereen profijt van!
Inhoudsopgave
Voordat je begint met lezen..
1
Voorwoord/Toelichting
2
Inhoudsopgave
4
Blokjesrooster
5
Voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen
5
De Onderwijscommissie van de UBV (de OcUBV)
7
Studieadviespaden
8
Periode 1 - timeslot A + D - Niveau 2 De Cel (B-B2CEL09) Theoretische ecologie (B-B2THEC05) Plantenfysiologie (B-B2PLFY09) - Niveau 3 Genoombiologie (B-B3GENB09) Gedragsecologie (B-B3GECO09)
9 9 9 9 10 11 11 12
Periode 1 - timeslot B + C - Niveau 2 Ontwikkelingsbiologie (B-B2OBI07) Microbiële interacties (B-B2MINT10) Mariene wetenschappen 1 (B-B2MSCI07) - Niveau 3 Endocrinologie (B-B3ENDO10) Bio-ethiek (B-B3BETH05)
13 13 13 13 14 15 15 15
Periode 1 - timeslot A + D of B + C - Niveau 3 Scriptiecursus (B-B3AFST05)
17 17 17
Periode 1 - Fulltime - Niveau 3 Biodiversiteit en landschap (B-B3BILA10) Onderzoeksproject (B-B3ONPR09)
18 18 18 18
Dankwoord
20
Blokjesrooster
Voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen Er zijn voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen. De regels hiervoor staan genoemd in de Onderwijsexamen regeling (OER). In het artikel uit de OER dat de toelating tot het onderwijs van niveau 2 en 3 regelt, staat: art. 4.2 – ingangseisen cursussen; voorkennis 1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die van het eerste jaar van de opleiding onderdelen met een studielast van tenminste 37½ studiepunten heeft behaald. 2. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het gevorderde niveau (niveau 3) van de opleiding heeft de student die van de keuzeonderdelen van de opleiding op verdiepend niveau (niveau 2) van het 2e jaar onderdelen met een studielast van tenminste 15 studiepunten heeft behaald. 3. Toegang tot de cursussen Afstudeeropdracht (scriptiecursus) en Onderzoeksproject heeft de student die tenminste 120 studiepunten van de major van de opleiding heeft afgerond met een voldoende eindcijfer, waarvan het verplichte deel van de major (67½ studiepunten) geheel moet zijn behaald. 4. Vanwege gewetensbezwaren kan de student verzoeken om deel te nemen aan de cursus Biologie van dieren (niveau 1) waarbij van de cursus de verplichte dissectiepractica worden vervangen door een andere opdracht. 5. Aan de niveau 2 cursus gedragsbiologie kan eerst worden deelgenomen nadat een voldoende is behaald voor de niveau 1 cursus Biologie van dieren met dissectie en de cursus Evolutie en biodiversiteit. 6. De cursus Biologie van dieren met dissectie is verplicht voor alle cursussen van niveau 2 en 3 met practica waarbij gebruik wordt gemaakt van dieren. 7. Onverminderd het bepaalde in het vijfde en zesde lid wordt in de Universitaire Onderwijscatalogus (en de studiegids) bij elke cursus aangegeven welke voorkennis vereist is om daaraan met goed gevolg te kunnen deelnemen.
De volledige OER kan je inzien en downloaden op de website van de Universiteit: http://www.uu.nl/faculty/science/nl/onderwijs/bachelor/studenten/opleidingen/biologie/studiepun t/naslag/oer/Pages/default.aspx
De Onderwijscommissie van de UBV (de OcUBV) De onderwijscommissie van de UBV is de commissie die service op onderwijsgebied levert aan alle Utrechtse Biologiestudenten. De commissie heeft ook jou een heleboel te bieden! Aan wat voor services kun je zoal denken? -
Tentamenbank op internet Tentamenbundel voor eerstejaars Alternatieve studiegids Alternatieve mastergids Stagebank Studie-informatie
De producten van de OcUBV kun je dus vinden op de website van de UBV: www.ubv.info onder het kopje onderwijs. Ook over de commissie zelf staat informatie op de website. Klik hiervoor vanaf de hoofdpagina door naar ‘commissies’. Voor meer algemene informatie en nieuws op onderwijsgebied (vragen staat vrij!) kun je ook een email naar
[email protected] sturen, bellen naar de UBV-kamer (030-2536741) of spreek een onderwijscommissie- of UBV-bestuurslid aan!
Zin om te helpen met het maken van deze gids? Wil je in een commissie, maar er niet al te veel tijd aan kwijt zijn? Kom de OcUBV versterken! Hoe? Zoals hierboven: mail/bel/spreek iemand aan
Studieadviespaden De Bacheloropleiding Biologie kent vier studieadviespaden. Een studieadviespad is een cluster van cursussen die je een goede basis geeft voor bepaalde masterprogramma’s, maar je bent niet verplicht deze cursussen te volgen. Je wordt geadviseerd een pad te volgen als je een bepaalde richting op wilt. Hieronder staan de studieadviespaden genoemd met de bijbehorende cursussen van periode 4. Meer informatie over de studieadviespaden vind je in de reguliere studiegids.
Organismen, Ecosystemen en Biodiversiteit Niveau 2 Theoretische ecologie Microbiële interacties Mariene wetenschappen I Plantenfysiologie
Niveau 3 Genoombiologie Biodiversiteit en landschap
Gedragsbiologie Niveau 2 -
Niveau 3 Gedragsecologie Endocrinologie Bio-ethiek
Moleculaire Levenswetenschappen Niveau 2 Theoretische ecologie Ontwikkelingsbiologie 1 De Cel Microbiële interacties
Niveau 3 Genoombiologie
Educatie, Communicatie en Management Niveau 2 -
Niveau 3 -
Periode 1
- timeslot A + D -
- Niveau 2 De Cel (B-B2CEL09) De Cel is een cursus die belangrijk is voor het studiepad moleculaire en cellulaire biologie. Het is echter ook een handige cursus als je een ander studiepad volgt waarin cellulaire biologie voorkomt, want het is een cursus die aan de basis staat van vele onderwerpen in de biologie. De Cel bouwt voort op Moleculaire biologie uit het eerste jaar, dus als je dat een leuk vak vond kom je hier ook zeker aan je trekken. Het is een cursus waar veel studie uren in gaan zitten die wordt gegeven door Adri Thomas, Fons Cremers en Jan Andries Post. Gedurende de cursus loopt er een essay project over een onderdeel van het cytoskelet die in groepen van 6 personen worden gemaakt. Het essay moet worden gepresenteerd aan het eind van de cursus gedurende een symposium. Van dit project leer je primaire artikelen lezen en samenwerken, wat met 6 mensen vrij lastig is. Ik vind het essay project een onderdeel dat veel toevoegt aan de cursus. Het resterende deel bestaat uit hoorcolleges, die worden opgenomen, een paar COO’s en werkcolleges. Er zijn niet heel veel contacturen ingepland, maar door het essay project zal je toch vaak langer op de uithof zijn. Het boek dat gebruikt wordt is het dikke Molecular biology of the Cell, dit boek staat centraal in de cursus en hier zijn de colleges voornamelijk op gebaseerd. Het is een fijn boek dat lijkt op Campbell qua stijl en indeling. Het is belangrijk om de figuren te begrijpen en te kunnen reproduceren. In de werkcolleges worden een aantal vragen die lijken op toetsvragen behandeld. Het concept van DNA naar eiwit wordt behandeld en ook chromosoomstructuur, DNA-replicatie, controle gen expressie, eiwit transport, cytoskelet, celorganellen enzovoorts worden behandeld. Het lijkt in eerste instantie een herhaling van de stof die je al hebt gehad, maar het gaat er een stuk dieper op in. Dit maakt het ook leuker, maar pas op dat je het daardoor niet onderschat! Uiteindelijk wordt de stof getoetst in drie pittige tentamens met veel details. Hierbij is afkortingen kennen vrij belangrijk. Al met al een leuke en vooral uitdagende cursus. Beoordeling: 6,6 door 19 van de 88 deelnemers Slagingspercentage (zonder herkansing): 76,5%
Theoretische ecologie (B-B2THEC05) Net als het tweede deel van de eerstejaars cursus systeembiologie, gaat dit vak vooral over modellen die biologische systemen beschrijven. Het bestaat uit drie delen en wordt gegeven door twee docenten, Rob de Boer en Feike Schieving. Tijdens het eerste deel zal Rob het voornamelijk hebben over verschillende biologische interacties, bijvoorbeeld tussen predator en prooi en hoe je hier zelf een model voor kan maken. Elke dag begint met een hoorcollege en wordt gevolgd door een werkcollege of computerpracticum waarbij je GRIND zal moeten gebruiken. Tijdens de werkcolleges is er genoeg tijd beschikbaar om vragen te stellen en de studentassistenten zijn zeer behulpzaam. Dit deel wordt afgesloten met een toets. Het tweede deel wordt door Feike gegeven. De opbouw is hetzelfde, maar dan zonder computerpractica. De inhoud van dit deel verschilt van Rob’s deel, er worden vooral reproductie
strategieën en de bijbehorende modellen behandelt. Feike is voor de meesten wat moeilijk te volgen en je moet hem leren begrijpen. Zijn manier van de stof behandelen kan warrig overkomen en zijn uitleg is soms langdradig, maar uiteindelijk begrijp je het wel. Ook tijdens de werkcolleges kan je vragen aan hem stellen en hij doet zijn best om deze te beantwoorden. Ook dit deel wordt afgesloten door een toets. Het laatste onderdeel bestaat uit een literatuurstudie waarbij er in groepjes van drie gewerkt wordt. Er wordt een onderwerp gekozen en hier wordt, aan de hand van primaire artikelen, aan gewerkt en een presentatie over gemaakt. Elk groepje heeft een begeleider, Feike, Rob of een van de assistenten. Tijdens het project zal je GRIND vaak moeten gebruiken om of zelf een model te maken of de resultaten uit de artikels te reproduceren en te verklaren. Het klinkt erg pittig, wat het ook is, maar toch blijkt het ook leuk te zijn. Tijdens dit deel merk je pas hoeveel je eigenlijk geleerd hebt in deze cursus. De presentaties aan het eind zijn in het Engels. Zelf vond ik de cursus erg interessant, zowel de wiskunde als de biologie die aan bod komt. De kennis die je leert is erg nuttig want modellen zal je zeker vaak tegenkomen. Niet iedereen is er even enthousiast over, maar de meeste studenten zijn het er wel over eens dat je er veel van leert. Het is belangrijk om de stof bij te houden, de werkcolleges te maken en vragen te stellen als je iets niet snapt. Beoordeling: 7,4 door 8 van de 39 deelnemers Slagingspercentage (zonder herkansing): 89,7%
Plantenfysiologie (B-B2PLFY09) Dit vak wordt gegeven door Marcel Proveniers. Hij doet het hele vak in z’n eentje, wat ik echt heel erg knap vind aangezien het ook nog heel goed in elkaar zit. Doordat hij het in zijn eentje geeft is er een constante lijn in het hele programma en is het duidelijk wat er van je verwacht wordt. Ook is hij erg enthousiast, vertelt duidelijk met gestructureerde slides en legt hij veel bruggen naar de toepasbaarheid van de kennis die je gedurende de colleges tot je neemt. De cursus gaat vooral over planthormonen. Wat super vet is, omdat planten zo kunnen communiceren, groeien, bloeien of juist niet. Je komt achter de complexere wereld van deze “stilstaande dingen”. Ik vond het erg interessant, omdat er al veel onderzoek naar planten gedaan is en er al veel praktische toepassingen zijn die nu gebruikt worden. Een voorbeeld is dat je gaat kijken naar hoe men voedzamer voedsel kan maken, maar ook hoe planten weer met elkaar kunnen communiceren en antistoffen aanmaken tegen anderen waardoor je bijvoorbeeld een bepaald soort onkruid kunt bestrijden. Er worden twee keer twee uur colleges gegeven en twee keer in de week werkcollege. Deze zijn erg duidelijk. De werkcolleges die je de ene keer maakt wordt de daarop volgende keer weer uitgebreid besproken, waardoor er voldoende tijd is om vragen te stellen en veel belangrijke processen en zaken van de colleges nog eens uitgebreid behandeld worden. De werkcolleges zijn niet verplicht maar wel erg handig, zo heb je naast het college al twee keer over het onderwerp nagedacht (maken en bespreken van stof) waardoor het daarna makkelijker is om alle onderwerpen te leren voor de toets. Als het toch niet duidelijk genoeg is dan is het boek toch ook heel chill om te lezen en om wat uitgebreidere plaatjes te bekijken. Erg duidelijk, en zeker aan te raden. Dit jaar waren er twee tentamens. In het tentamen zitten geen grote verrassingen, het is een redelijke hoeveelheid stof, maar omdat je het al een aantal keer hebt behandeld, en de werkcolleges een goede indicatie geven in hoeverre je de stof moet beheersen is het te doen. Als je het vak
bijhoudt is het prima te doen. Er is nog een schrijfopdracht die je samen met een of twee anderen doet, dit gaat over een actueel onderwerp waarbij je je kennis kunt gebruiken. Ook is er aan het eind van de cursus nog een presentatie opdracht waardoor je een van de hormonen onder de loep neemt, hierdoor herhaal je ook je kennis en leer je de toepassing erbij. Dit telt voor een klein deel mee aan je eindcijfer. Al met al een hele leuke cursus. Beoordeling: 7,6 door 17 van de 92 deelnemers Slagingspercentage (zonder herkansing): 76,6%
- Niveau 3 Genoombiologie (B-B3GENB09) Dit vak behoord tot het studieadviespad Moleculaire Levenswetenschappen en richt zich op alles wat met het genoom te maken heeft. Formeel moet je het niveau 2 vak De Cel gevolgd hebben voordat je dit vak kunt volgen, maar je wordt niet uitgesloten van de cursus als je dit niet hebt gedaan. Ik denk wel dat het volgen van De Cel waardevol is voordat je je voor deze cursus inschrijft, ik heb dit zelf niet gevolgd en had verder ook geen andere vakken van het studieadviespad Moleculaire Levenswetenschappen gevolgd. Ik heb het vak wel met een voldoende afgesloten maar het was flink aanpoten. De hoorcolleges van dit vak worden gegeven door twee docenten: Guido van den Ackerveken en Berend Snel. Guido geeft vooral les in de eerste vier weken en geeft duidelijke colleges. Berend geeft vooral les in de laatste 6 weken en zijn colleges zijn soms chaotisch en lastig te begrijpen. Gelukkig kun je bij de andere docent goed terecht als één van de twee je niet goed ligt. Aan het begin van de cursus hebben we een gezamenlijk een paar tentamenvragen van De Cel besproken zodat iedereen een beetje een idee had wat het basis niveau was. De eerste 4 weken werd deze basiskennis met behulp van 3 uur hoorcollege op iedere maandag verder uitgebreid. Hierbij werden onderwerpen als RNA, Genoomstructuur en Regulatie en Expressie van het genoom behandeld. De drie contacturen in de week lijken weinig, maar er wordt veel stof besproken in die 3 uur en het is vaak ook redelijk diepgaand. Je moet het dus goed bijhouden en het is ook handig om de literatuur in de reader te lezen omdat veel vragen van het tentamen in week 4 gebaseerd zijn op de artikelen in de reader. Naast de hoorcolleges op maandag waren er ook een aantal debatten op vrijdag die je moet voorbereiden in groepen van 7 a 8 studenten. Alleen het laatste debat telt mee voor een cijfer maar bij elkaar ben je wel 2 volle dagen met je groepje bezig aan voorbereidingen voor beide debatten. De laatste 6 weken van het vak bestaan ook uit hoorcolleges op maandag, voornamelijk over bioinformatica en moleculaire technieken die komen kijken bij genoom biologie. Ook hier is het handig om de verplichte literatuur in de reader goed te bestuderen. Zeker ook omdat de colleges niet altijd even verhelderend zijn. In de laatste 6 weken werk je in groepen van 4 aan het genoom werkstuk. Iedere groep heeft z’n eigen onderwerp waar die in 5 weken een werkstuk over schrijft. Vervolgens peer review je in de 9e week het werkstuk van één andere groepje. Het werkstuk maken is wel veel werk, maar ik heb ontzettend veel geleerd van het schrijven van ons werkstuk. Het is een hele fijne voorbereiding voor je scriptie.
Tenslotte is er in week 10 nog een eindtoets over de laatste 6 weken van het vak. De toets is best goed te doen als je maar zorgt dat je de hoorcolleges hebt bijgewoond en de reader hebt gelezen. Beoordeling: 7,7 door 21 van de 46 deelnemers Slagingspercentage (zonder herkansing): 83,7%
Gedragsecologie (B-B3GECO09) Dit vak wordt gegeven door twee docenten: het eerste deel van de cursus wordt verzorgd door Gerard Driessen en het tweede deel wordt door de cursuscoördinator, Marie Jose Duchateau, gegeven. Van beide docenten is de kwaliteit van hun college hoog. Het is makkelijk te volgen, de slides zijn goed opgebouwd en erg ingewikkelde stof wordt heel duidelijk uitgelegd zonder het te traag te maken. Het vak zelf gaat vooral over de evolutie van gedrag: waarom en hoe er bepaald gedrag bij bepaalde soorten is ontstaan en welke correlaties er tussen te vinden zijn. Voor mij zelf was dit het eerste gedragsvak dat ik heb gevolgd, dus voorkennis is niet zo van belang (ik heb het goed afgesloten). Naast de colleges en twee tentamens is er een zelfstandig onderzoek wat je in een groepje van max. 3 personen uit gaat voeren. Hier worden opties voor gegeven, maar zelf mag je ook het één en ander inbrengen. Dit was vooral heel erg leerzaam en interessant. Niet alleen het mini onderzoekje zelf, maar ook zeker de tips die je krijgt over het schrijven van een artikel (opbouw, schrijfstijl, referenties, etc.) en het maken van een poster! Nog nooit heb ik weken lang op een inleiding zitten ploeteren om hem perfect te maken, maar dat is het dan uiteindelijk ook als je naar de docenten luistert. Dit vond ik wel het meest nuttige van de gehele cursus, omdat dit bij weinig andere cursussen zo duidelijk wordt verzorgd. Er is maar één boek nodig en via de structuur van dat boek worden de colleges gegeven. Dit maakt het leren van de stof stukken makkelijker! Het boek staat vol interessante voorbeelden en is heel goed te lezen. Al met al is het een heel interessante cursus die goed gegeven wordt. Je leert er niet alleen de inhoud van het vak maar je leert er ook echt goede vaardigheden naast die van belang zijn. Top! Beoordeling: 7,7 door 15 van de 40 deelnemers Slagingspercentage (zonder herkansing): 71,8%
Periode 1
- timeslot B + C -
- Niveau 2 Ontwikkelingsbiologie (B-B2OBI07) Bij ontwikkelingsbiologie zal het vooral gaan over de ontwikkeling van enkele modelorganismen (zoals: de kip, Zebravissen, Xenopus en Drosophila) en de moleculaire achtergrond van de ontwikkeling. Wim Dictus en Adri Thomas verzorgen de colleges voor dit vak. Vooral de colleges van Wim zijn erg leuk om te volgen aangezien hier nog wel eens interactieve elementen in zitten! Ontwikkelingsbiologie is een cursus met redelijk veel contacturen. Dit komt doordat er veel practica zijn met als hoogtepunt het prepareren van kippenembryo’s zodat de botten die in aanleg zijn zichtbaar worden (de embryo’s mogen mee naar huis worden genomen). Aan het einde van de practica worden deze nabesproken, aangezien tijdens de tentamens vragen over de hier besproken informatie worden gesteld is het een aanrader bij de nabesprekingen aanwezig te zijn. Het essay dat je moet gaan schrijven voor deze cursus zal over een van de 25 mijlpalen van ontwikkelingsbiologie gaan en moet met drie medestudenten worden geschreven. Het klinkt cliché maar het is echt een goed idee om op tijd te binnen met het schrijven van het essay, vooral omdat je bij dit vak drie tentamens hebt die qua stof best pittig zijn. Een erg leuk vak waarin de basis van de ontwikkelingsbiologie zeer goed uitgelegd wordt. Beoordeling: 7,8 door 31 van de 90 deelnemers Slagingspercentage (zonder herkansing): 75,6%
Microbiële interacties (B-B2MINT10) De cursus Microbiële interacties is opgedeeld in twee delen. Het eerste deel gaat over alle interacties tussen dieren en micro-organismen, bijvoorbeeld parasitaire en mutualistische interacties. Dit deel gaat vooral dieper in op ziekten door bacteriën en hoe het immuunsysteem daarop reageert. Het wordt gegeven door Margot Koster (van biotechnologie). De colleges zijn helder en het tentamen is goed te doen. Het tweede deel gaat over plant-microbe interacties. Hier wordt ingegaan op het afweermechanisme van planten en de interactie met pathogenen, maar ook op de voordelen van symbiose met bijvoorbeeld schimmels in de bodem. Dit deel wordt afwisselend gegeven door Corné Pietersen en Peter Bakker. Corné Pietersen geeft prima college, de colleges van Peter Bakker kunnen echter soms langdradig en warrig worden. Voordeel hiervan is dat het niveau van dit deel niet erg hoog ligt en het tentamen niet erg moeilijk is. De cursus heeft erg veel extra opdrachten. Het essay uit het eerste deel is de lastigste opdracht maar ook niet echt moeilijk. Er zijn veel practica (ingeroosterd tot 5 maar je kan meestal wat eerder weg), deze stellen eigenlijk niet zo veel voor. Het is wel erg leuk dat je in de Botanische Tuinen gaat zoeken naar geïnfecteerde planten. Na het laatste tentamen heb je nog twee weken voor een posterpresentatie. Al deze extra opdrachten gaan wel wat ten koste van de diepgang van de cursus, maar het is wel fijn om veel afwisseling te hebben. De cursus heeft geen boek of reader, leren doe je vanaf de collegeslides.
Al met al vond ik het een leuke cursus, leuke stof en niet te moeilijk. Een goede cursus om te peilen of je verder wil in het vakgebied plant-microbe interacties. Beoordeling: 7,2 door 13 van de 64 deelnemers Slagingspercentage (zonder herkansing): 87,5%
Mariene wetenschappen 1 (B-B2MSCI07) Mariene wetenschappen 1 is voor ons als biologen eigenlijk een uitstapje uit ons vakgebied. Hoewel het veel raakvlakken met de biologie heeft, is een groter gedeelte aardwetenschappelijk te noemen. Onderwerpen die aan bod komen zijn onder andere platentektoniek, sedimenten, nutriëntencycli, oceaanstromingen, hoe golven en wind ontstaan en wat voor invloed dit alles heeft op bijvoorbeeld de productiviteit van plankton. Mariene zoogdieren zijn slechts onderwerp van één college, dus laat dat geen reden zijn dit vak te kiezen. Zelf vond ik het erg interessant de wereld eens vanuit een (net wat) ander perspectief dan het biologische perspectief te bekijken. Bovendien werd de omschakeling vergemakkelijkt door docent en (sinds dit jaar) coördinator Appy Sluijs, die veel begrip had voor de andere kijk op zaken en daar in zijn colleges ook op in ging. Daarnaast is deze jonge docent ook één van de meest enthousiaste en grappigste die ik heb mogen ervaren. Hierdoor is de aandacht goed bij zijn colleges te houden. De colleges worden echter niet alleen door Appy gegeven, maar door meerdere docenten en gastsprekers met veel ervaring in hun vakgebied. Hiervan is niet iedereen even bekwaam in het enthousiasmeren van de studenten. Wat de aandacht ook doet verslappen is de herhaling van sommige biologische ‘standaardkennis’ voor de aardwetenschappen studenten die het vak ook volgen (maar dit zal andersom voor de aardwetenschappers ook gelden). Een gedeelte van deze colleges wordt in het Engels gegeven. Naast drie colleges per week, kregen we iedere week ook twee verplichte werkcolleges. Sommigen ervan waren saai (veel precies dezelfde grafieken tekenen, bijvoorbeeld), anderen daarentegen erg leerzaam of interactief (het uitleggen van begrippen en processen m.b.v. M&M’s en winegums). Voor de werkcolleges moesten we een werkboek aanschaffen. Hieruit hebben we echter wel slechts de helft van de hoofdstukken gemaakt. Het tekstboek dat als naslagwerk voor de colleges dient is wel erg nuttig, goed te begrijpen en leuk(!) om te lezen. Daarnaast helpt het boek je met leren door samenvattende vragen met antwoord en toetsen die op de site te vinden zijn. Aan het eind van de cursus kregen we de opdracht een wetenschappelijke poster te maken, die tijdens een posterpresentatie door medeleerlingen en jury beoordeeld werd, met prijsuitreiking voor de beste posters aan het einde van de middag tijdens een borrel. Samen met het eindtentamen was dit de enige onderdeel dat becijferd werd. Aangezien er geen deeltentamens zijn, is het aan te raden de stof goed bij te houden. Het boek beslaat namelijk meer dan 500 pagina’s en daar bovenop komt de stof van de gastcolleges die je vanaf handouts en je eigen aantekeningen moet leren. Gelukkig is hier, zeker net voor het tentamen, veel tijd voor ingeroosterd en ligt het slagingspercentage vrij hoog. Al met al is dit een cursus met een geweldige, informele sfeer, die niet erg biologisch, maar wel erg interessant is, veel raakvlakken met de biologie heeft en je een goed beeld geeft van de Mariene Wetenschappen. Beoordeling: 7,2 door 13 van de 64 deelnemers Slagingspercentage (zonder herkansing): 87,5%
- Niveau 3 Endocrinologie (B-B3ENDO10) De cursus Endocrinologie behandelt hoe endocriene stoffen (hormonen) invloed hebben op de ontwikkeling en de homeostase van het lichaam. Hierbij is het eerste deel vooral gericht op de ontwikkeling. Denk hierbij aan de ontwikkeling van de hypothalamus, hypofyse en de gonaden. Het tweede deel is gericht op de homeostase met focus op de bijnieren, pancreas, schildklier en hoe groei plaatsvind onder invloed van deze hormonen. Het vak wordt gegeven door twee docenten. Het grootste deel doceert Rudiger Schulz, een zeer enthousiaste man die heerlijk college kan geven. Daarnaast zijn er enkele colleges van Jan Bogerd, een docent waar je een snelle schrijfhand bij nodig hebt, want hij knalt door de colleges heen. Tevens zijn er enkele gast colleges van ieder jaar andere docenten. De tentamens voor deze cursus worden afgenomen via testvision en worden dus op de computer gemaakt. Deze tentamens zijn van een redelijk niveau en als je gewoon oplet tijdens de colleges zijn ze zeker te doen. Hierbij is het ontwikkeling deel wel beduidend lastiger dan het hormonale deel, zo wordt dit door de meeste studenten ervaren. Naast de tentamens is er ook een groepsproject aan de hand van een literatuur studie waarover een presentatie moet worden gegeven, gekoppeld aan een abstract van het stuk. Alle presentaties zijn tentamen stof die de docent niet in detail behandeld! Bij deze presentaties moeten de studenten 5 goed/fout vragen bedenken en deze invoegen in hun presentatie, waarna bij ieder tentamen 10 van deze vragen worden gekozen en in het tentamen geplaatst. Om enkele delen van de colleges duidelijker te maken is bij deze delen een microscopie practicum, denk hierbij weer aan de ontwikkeling en groei van de organen, waarbij naar verschillinde omstandigheden word gekeken (ontwikkeling in af- aanwezigheid van bepaalde stressfactoren). De cursus in zijn geheel is niet bijzonder lastig, de colleges dekken het belangrijkste op een rustig goed te volgen tempo waarbij alles duidelijk wordt uitgelegd. Daarnaast heeft de docent een heerlijke lach om naar te luisteren, iets wat regelmatig voorkomt tijdens zijn colleges! Beoordeling: 7,2 door 19 van de 56 deelnemers Slagingspercentage (zonder herkansing): 84,6%
Bio-ethiek (B-B3BETH05) In deze zeer interessante cursus leren dr. Frans Stafleu en dr. Mariëtte van den Hoven je hoe je een ethisch vraagstuk van verschillende kanten kan bekijken en hoe je op een gestructureerde manier tot een oplossing kan komen. Hiervoor moet je wel eerst het een en ander leren over de belangrijkste stromingen in de ethiek. Zo leer je wat het utilisme, deontologie, zorgethiek, natuurethiek en de deugdethiek allemaal te bieden heeft en hoe deze stromingen pogen een antwoord op een moeilijk vraagstuk te geven. Voor diegene die denken dat ze tóch wel het juiste antwoord weten als het om bijvoorbeeld genetische manipulatie gaat: ik dacht er vroeger ook zo over. In de werkcolleges ga je diep op dit soort vragen in en kom je erachter, dat jij als wetenschapper in spé waarschijnlijk een redelijk eenzijdige blik hebt: alleen de harde feiten tellen mee. Waar we echter rekening mee moeten houden is dat de wetenschap er is om de maatschappij te dienen en dat we dus met de mening van de maatschappij rekening moeten houden. Verder moeten we ons natuurlijk afvragen of alle nieuwe ontwikkelingen ook ontwikkelingen zijn die we willen en bedenken wat voor gevolgen deze kunnen
hebben op de maatschappij. Het is dan ook belangrijk om bij een ethische discussie alle verschillende argumenten mee te nemen en ze stuk voor stuk te waarderen zodat je uiteindelijk een keuze kan maken gebaseerd op de beste argumenten. Al met al heb ik het gevoel dat ik door deze cursus een bredere blik heb gekregen en mezelf beter kan hanteren in een ethische discussie. Het is een leuke cursus en de docenten geven erg enthousiast en boeiend les. De zwaarte van de cursus valt mee: je moet een presentatie geven en een essay schrijven en verder een aantal artikelen lezen van belangrijke filosofen binnen de genoemde stromingen. Het boek dat bij de cursus gebruikt wordt is vooral ondersteunend en handig om nog eens duidelijk na te lezen wat er allemaal in het college uitgelegd is. Als je de teksten goed leest en oplet bij de colleges, is er geen enkele reden dat je dit vak niet zou kunnen halen! Beoordeling: 6,6 door 12 van de 41 deelnemers Slagingspercentage (zonder herkansing): 100%
Periode 1
- timeslot A + D of B + C -
- Niveau 3 Scriptiecursus (B-B3AFST05) Deze cursus is de laatste verplichte cursus die je in je bachelor zal doen. Dat maakt hem er echter niet minder belangrijk op: het is de parel op de kroon die je bachelor is. Een mooi resultaat voor je bachelor kan zich terug betalen in wellicht een stagemogelijkheid bij de vakgroep waarbij je je scriptie hebt geschreven, maar boven alles leidt een goed resultaat tot een goed gevoel. De inschrijfprocedure voor dit vak is iets anders dan dat je gewend bent bij andere vakken. De inschrijving gebeurt eerst via Osiris, maar daarna zal je van de cursuscoördinator een e-mail krijgen met een formulier waarop je je eerste drie voorkeuren voor een vakgroep moet aangeven. Vervolgens zal er wat gepuzzeld worden om zoveel mogelijk mensen aan hun wensen tegemoet te komen. Er zijn altijd vakgroepen die veel populairder zijn dan andere, zoals gedragsbiologie. De kans dat daarvan je eerste keuze wordt gehonoreerd is lager dan bij andere vakgroepen en sta er dus niet van te kijken als je niet wordt ingeloot. Na het eerste college zal je kennis maken met je begeleider. Afhankelijk van je begeleider en zijn/haar manier van kijken zul je een onderwerp krijgen of een onafgebakende richting. Dit is vaak ook af te stemmen aan je eigen voorkeur. Er zijn een paar verplichte colleges die gegeven worden door de coördinator. Daarnaast is het boek “een leesbare scriptie” verplicht voor de cursus en er is ook een werkcollege waarin je bibliotheekinstructie krijgt. Dat heb je vaak al in je tweede jaar gehad maar het is zeer verfrissend om het allemaal nog een keer te horen. Je leert effectiever te zoeken naar literatuur (Web of Science, Scopus etc.) en je leert je gevonden literatuur beter te bewaren en te organiseren (RefWorks). Dan de scriptie zelf nog schrijven, je zou het haast vergeten maar daar gaat het uiteindelijk om. Reken er op dat je veel meer dan de 20 uur per week die er officieel voor staan mee bezig zal zijn. Het is wel te combineren met een andere cursus zolang die niet te zwaar is. In uitzonderlijke gevallen loont het ook om je andere vak te laten vallen om al je aandacht te kunnen richten op je scriptie. Je scriptie schrijven is dus geen makkelijke taak, maar wanneer je eenmaal klaar bent houd je er een zeer goed en voldaan gevoel aan over. Dat maakt alle tegenslagen die je tegenkomt, lange dagen, en RSI helemaal goed!
Periode 1
- Fulltime -
- Niveau 3 Biodiversiteit en landschap (B-B3BILA10) Het vak biodiversiteit en landschap is een ontzettend leuk vak wat ik iedereen aanraad om te volgen. Het vak wordt gegeven door Merel Soons, Hans Persoon en Hans ter Steege. De eerste week bestaat uit colleges en een aantal practica. In de colleges wordt onder andere de ecologie van Terschelling behandelt. Zo wordt er verteld hoe duinen en kwelders ontstaan. Ook zijn er colleges over het vaststellen van biodiversiteit en hoe het nu met de biodiversiteit op de wereld gaat. Tijdens de practica leer je planten te determineren, wat later van pas komt tijdens het veldwerk. In week 2 en 3 van de cursus ga je namelijk naar Terschelling! Hier bestaat de eerste week uit drie excursies. Hierbij bestudeer je de ecologie van West Terschelling, de Boschplaat en de Noordzee duinen. Tijdens deze dagen leer je ontzettend veel planten en plantenfamilies herkennen. Hierover wordt je de eerste vrijdag getoetst. In de tweede week ga je je eigen onderzoek uitvoeren. Dit is een ontzettend leerzame ervaring die ook nog eens ontzettend leuk is. Voorbeelden van de onderzoeken zijn een transect uitzetten op de kwelder of kijken naar verschillen in vegetatiepatronen tussen de noord- en zuidhelling van duinen. Je maakt over het algemeen wel erg lange dagen tijdens deze twee weken. Gelukkig ben je in het weekend helemaal vrij om te doen wat je zelf wilt. Eenmaal terug in Utrecht worden de verzamelde gegevens geanalyseerd en moet je een artikel schrijven over je resultaten. Dit jaar is dit voor het eerst gedaan met het statistische programma R. Dit bracht heel wat frustraties met zich mee, omdat dit een lastig programma is om mee te leren werken. Op het einde van de cursus is er een dag ingeroosterd waarbij elk onderzoeksgroepje hun gegevens presenteerd. Ook is er nog een afsluitend tentamen over alle geleerde stof. Al met al is dit een zeer leuke en leerzame cursus die ik iedereen aanraad, vooral vanwege de 2 weken veldwerk op Terschelling. Beoordeling: 7,1 door 14 van de 45 deelnemers Slagingspercentage (zonder herkansing): 100%
Onderzoeksproject (B-B3ONPR09) Wanneer je voor deze cursus kiest, kun je het schrijven van de scriptie combineren met een ministage. Je mag zelf bepalen hoe je de tijd indeelt, zolang je maar ongeveer vijf weken aan beide onderdelen besteed. Zelf heb ik ervoor gekozen om eerst vijf weken fulltime aan het onderzoek te werken, om vervolgens de resterende vijf weken aan het schrijven van mijn scriptie te besteden. Bij nader inzien is het wellicht slimmer om deze werkzaamheden wat meer af te wisselen, want vijf weken van 9:00 tot 17:00 aan een scriptie werken kost erg veel geestelijke inspanning. De meeste studenten zullen tijdens het onderzoeksproject iemand (bv. een aio) assisteren bij zijn/haar onderzoek. Ik mocht echter een eigen onderzoek verrichten, namelijk naar de evolutie van corbiculate bijen (zoals honingbijen en hommels). Dit onderzoek deed ik op het moleculaire laboratorium van Roy Erkens, omdat ik de DNA-sequentie van een bepaald gen wilde verkrijgen voor verschillende soorten bijen. Het werk was erg gevarieerd, namelijk van het vangen van bijen tot het sequencen van DNA tot het analyseren van de data achter de computer. Helaas bleek het onderzochte gen niet geschikt, waardoor ik geen bruikbare onderzoeksresultaten verkreeg. Dit zeg ik om aan te geven dat je niet teleurgesteld moet zijn wanneer er geen harde conclusies uit je onderzoek komen. Het doel van het Onderzoeksproject is daarentegen om ervaring op te doen met onderzoek en dat doe je weldegelijk.
Bij het Onderzoeksproject hoort ook het houden van een presentatie voor je werkgroep. Hierin zullen de resultaten van je onderzoek besproken worden. Afhankelijk van je begeleider dien je ook een verslag in te leveren van het verrichte onderzoek. Naast het onderzoek werk je aan je scriptie. Deze thesis is geen uitgebreide uitwerking van het onderzoek, maar je moet eerder als een losstaand geheel zien. Het is echter wel mogelijk om je eigen onderzoeksresultaten erin te verwerken. Ik vond deze cursus zeer leuk en leerzaam. Aangezien het onderwerp van de scriptie gerelateerd is aan het onderzoek, was ik extra gemotiveerd om aan mijn scriptie te werken. Een bijkomend voordeel is dat de benodigde wetenschappelijke literatuur zowel betrekking heeft op de scriptie als op het onderzoek, waardoor het lezen een veel leukere bezigheid wordt. Daarnaast ben je tijdens deze cursus veel op jezelf aangewezen: je zult zelf tijdig contact op moeten nemen met je begeleider(s), je moet een degelijke tijdsplanning aanhouden, je dient creatief te zijn met het bedenken van oplossingen. Het is daarmee een uitstekende voorbereiding op de onderzoeksprojecten tijdens je master. Het Onderzoeksproject is dus echt een aanrader, zeker wanneer je het leuk vindt om onderzoek te verrichten. Graag wil ik nog als tip meegeven dat je veel uren aan het onderzoek kwijt kunt zijn. Houdt daarom een strakke planning aan, zodat je scriptie niet in het gedrang komt.
Dankwoord De Onderwijscommissie wil de volgende personen hartelijk bedanken voor hun bijdrage aan het tot stand komen van deze gids: Michèle Olsthoorn Nina Papadomanolaki Rosan Rongen Sebastiaan Broekema Dorrit de Jong Chaniël Bakker Celine van Bijsterveld Joost Termeer Berber Heerschop Hans Schreutelkamp Jeroen Aarle
Bedankt!