Alternatieve Niveau 2 en 3 Cursussengids
Periode 3
UTRECHT, November 2014 Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen Vereniging
1
2
Voordat je begint met lezen… De alternatieve studiegids is anders dan de reguliere studiegids van het departement Biologie. De informatie in deze gids is afgestemd op die in de reguliere, maar het kan gebeuren dat ze minder up to date is. Kijk dus vooral ook naar de reguliere studiegids op de site van de Universiteit. De directe link er naartoe is als volgt: http://www.uu.nl/faculty/science/nl/informatievoorstudenten/bachelor/studenten/opleidingen/biol ogie/studiepunt/naslag/studiegids/Pages/default.aspx Wil je meer weten over de veranderingen in het onderwijsmodel van de komende jaren, kijk dan op: www.uu.nl/studenten/onderwijsmodel
3
Voorwoord Lieve Biologen, De eerste weken zitten er weer op, de eerste tentamens zijn weer gemaakt, de eerste feesten zijn weer uitzonderlijk goed bezocht, de snelste routes naar de Uithof zijn weer gevonden en de wekker is weer goed ingesteld. Ook de vakantiefoto’s zijn allemaal uitgezocht en herinneringen van de vakantie zijn daadwerkelijk herinneringen geworden. De eerstejaars hebben allemaal een plekkie gekregen bij de UBV waardoor er maar één conclusie getrokken kan worden: Er is geen reden meer voor het ow zo bekende ‘leer ontwijkend gedrag’, we zijn klaar voor periode twee! Klaar om nu de beloftes van de vorige periode waar te maken, klaar om nu vanaf dag 1 de boeken in te gaan, de samenvattingen te maken en de college bij te wonen. Eigenlijk gewoon klaar om op de tentamens die tentamens zonder te veel zwetende oksels en trillende beentjes te maken. Tussen het uitvoeren van de goede voornemens, is al weer tijd om aan je toekomst te denken. Want of je nu een tweedejaars, derdejaars, vierdejaars of misschien wel vijfdejaars bent, aan de toekomst komt altijd ooit inzicht. De ene zal alleen zijn scriptie nog moeten doen, de andere moet nog een heel studiepad af, maar één ding is zeker: voor allen kan deze alternatieve studiegids een uitkomst zijn. In periode 3 staan er namelijk weer vele verschillende cursussen voor de boeg. Van eukaryote microbiologie tot wetenschapper in advies en van evolutie tot oriëntatie in onderwijspraktijk, misschien al zover om een scriptieonderzoek te doen, of liever toch een stage als onderzoeker tijdens het onderzoekproject, alles is mogelijk. Vergeet ook niet even de cursussen buiten biologie te bekijken, want hoe leuk onze cursussen namelijk ook zijn, ook bij dierengeneeskunde, geowetenschappen en biomedische wetenschappen hebben ze veel te bieden voor biologen. Misschien iets voor jou? Ook is er in deze winter en lente maanden weer een UBV-cursus te volgen. In de cursus ‘Loopbaanzaken’ leer je jezelf goed kennen, verbeter je je skills voor netwerken en CV maken en sleep je er heel misschien wel een goede stage plek uit. Al met al is er dus genoeg te lezen in deze alternatieve studiegids. Wij hebben er in ieder geval ons best op gedaan om een zo uitgebreid mogelijk beeld te geven over alle cursussen voor periode 3. Let nog wel even op de nieuwe studiepaden en vergeet niet de evaluatie enquêtes over de cursussen in te vullen! Heel veel succes met het kiezen van de juiste cursussen voor jou! Veel liefs, Brigit van Brenk
4
Toelichting Beste student, Het kiezen van de juiste vakken voor de volgende periode blijft altijd moeilijk. Voor veel studenten biedt deze alternatieve studiegids dan ook een helpende hand. Veel van jullie kennen de gids inmiddels, maar voor degene waarbij hij wat minder bekend is volgt hier een korte uitleg over wat de alternatieve studiegids precies is. De alternatieve studiegids lijkt in principe erg veel op de gewone studiegids: over elke cursus staat een stukje tekst waarin beschreven wordt wat deze cursus precies inhoudt. Het grote verschil met de gewone studiegids is dat deze stukjes geschreven zijn door studenten. Deze studenten hebben het vak vorig jaar gevolgd en delen op deze manier hun ervaringen met jullie. Zij beschrijven het verloop van de cursus, de onderwerpen die aan bod komen en geven bijvoorbeeld aan hoe zwaar zij het vonden om de desbetreffende cursus te volgen. Dit is natuurlijk wel de mening van één enkele student, maar het geeft je in ieder geval een beeld van hoe het vak in elkaar zit. Dit kan je helpen bij je beslissing. Bij iedere cursus wordt ook het slagingspercentage van de cursus vermeld. Deze slagingspercentages berusten op de studenten die het vak in een keer halen. Daarnaast worden sinds kort ook gemiddelde beoordelingen die uit de OAC-B onderwijsenquêtes zijn gekomen onder elke cursus vermeld. Dit geeft een algemeen beeld van hoe de cursus wordt beoordeeld door studenten. Let wel op, sommige cursussen zijn maar door een relatief klein deel van de deelnemers beoordeeld. Jij kunt helpen om deze cijfers nog betrouwbaarder te maken door ook de enquête in te vullen! Volg je deze periode cursussen bij Biologie? Of volg je een cursus bij een andere studie waar meer biologen over zouden moeten horen? En wil jij een nieuw stukje schrijven voor de gids van volgend jaar? Laat het ons weten! Stuur een mailtje naar
[email protected] met daarin het vak waarover jij een stukje zou willen schrijven. Je kunt natuurlijk ook iemand van ons aanspreken! Ben jij een ouderejaars bioloog en wil je beginnen aan je scriptie/onderzoeksproject? Ook hiervoor kun je bij ons terecht. Kijk achter in deze alternatieve studiegids voor meer informatie! Heel veel succes met het maken van je keuze en natuurlijk veel plezier bij het volgen van je cursussen! De onderwijscommissie van de UBV, Brigit van Brenk Denise Groeneweg Emma van Deelen Jonas Jonker Iris Hameleers Koen Vriends
Louise Franssen Loutje Hoekstra Mark Bouwmeester Marloes Leeflang Milou Arts Pim van Caspel
5
Inhoudsopgave Voorwoord Toelichting Blokjesrooster Voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen De Onderwijscommissie van de UBV (OcUBV) Studieadviespaden Periode 3 - timeslot A + D - Niveau 2 Wetenschaps- en techniekcommunicatie (BETA-B2WTC) Orientatie op de Onderwijspraktijk (BETA-B2OOP)
2 4 6 7 8 9 10 10 10 10
- Niveau 3 Eukaryote microbiologie (B-B3EUKA09) Toxicologie (B-B3TOX10) Wetenschapper in advies (B-B3WEAD09) Moleculaire en cellulaire biologie (B-B3MCB05)
11 11 12 12 13
Periode 3 - timeslot B + C - Niveau 2 Evolutie (B-B2EVO09) Paleoecologie (B-B2PALE09)
14 14 14 14
- Niveau 3 Planten, adaptatie en afweer (B-B3PLAA05) Ontwikkelingsbiologie en genetica (B-B3OBG05)
16 16 17
Periode 3 - timeslot A + D of B + C - Niveau 3 Scriptiecursus (B-B3AFST05)
18 18 18
Periode 3 - Fulltime - Niveau 3 Onderzoeksproject (B-B3ONPR09)
19 19 19
Vakken buiten Biologie Reproductie (BMW30805) – Biomedische Wetenschappen Sedimentaire systemen (GEO2-1208) - Geowetenschappen Wildlife Health (DB3B23-VWM) - Diergeneeskunde Emerging Infectieziekten (DB3B23-IZ) - Diergeneeskunde
20 20 21 21 22
UBV-cursus Loopbaanzaken
23 23
Dankwoord
24
6
Blokjesrooster
7
Voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen Er zijn voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen. De regels hiervoor staan genoemd in de Onderwijsexamen regeling (OER). In het artikel uit de OER dat de toelating tot het onderwijs van niveau 2 en 3 bepaalt, staat: art. 4.2 – ingangseisen cursussen; voorkennis 1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die van het eerste jaar van de opleiding onderdelen met een studielast van tenminste 45 studiepunten heeft behaald. 2. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het gevorderde niveau (niveau 3) van de opleiding heeft de student die van de keuzeonderdelen van de opleiding op verdiepend niveau (niveau 2) van het 2e jaar onderdelen met een studielast van tenminste 15 studiepunten heeft behaald. 3. Toegang tot de cursussen Afstudeeropdracht (scriptiecursus) en Onderzoeksproject heeft de student die tenminste 120 studiepunten van de major van de opleiding heeft afgerond met een voldoende eindcijfer, waarvan het verplichte deel van de major (67½ studiepunten) geheel moet zijn behaald. 4. Vanwege gewetensbezwaren kan de student verzoeken om deel te nemen aan de cursus Biologie van dieren (niveau 1) waarbij van de cursus de verplichte dissectiepractica worden vervangen door een andere opdracht. 5. Aan de niveau 2 cursus gedragsbiologie kan eerst worden deelgenomen nadat een voldoende is behaald voor de niveau 1 cursus Biologie van dieren met dissectie en de cursus Evolutie en biodiversiteit. 6. De cursus Biologie van dieren met dissectie is verplicht voor alle cursussen van niveau 2 en 3 met practica waarbij gebruik wordt gemaakt van dieren. 7. Onverminderd het bepaalde in het vijfde en zesde lid wordt in de Universitaire Onderwijscatalogus (en de studiegids) bij elke cursus aangegeven welke voorkennis vereist is om daaraan met goed gevolg te kunnen deelnemen.
De volledige OER kan je inzien en downloaden op de website van de Universiteit: http://www.uu.nl/faculty/science/nl/onderwijs/bachelor/studenten/opleidingen/biologie/studiepun t/naslag/oer/Pages/default.aspx
8
De Onderwijscommissie van de UBV (OcUBV) De onderwijscommissie van de UBV is de commissie die service op onderwijsgebied levert aan alle Utrechtse biologiestudenten. De commissie heeft ook jou een heleboel te bieden! Aan wat voor services kun je zoal denken? -
Tentamenbank op internet Tentamenbundel voor eerstejaars Alternatieve studiegidsen Alternatieve mastergids Stagebank Studie-informatie
De producten van de OcUBV kun je vinden op de website van de UBV: www.ubv.info onder het kopje onderwijs. Ook over de commissie zelf staat informatie op de website. Klik hiervoor vanaf de hoofdpagina door naar het kopje commissies. Voor meer algemene informatie en nieuws op onderwijsgebied kun je ook altijd een email sturen naar
[email protected] of bellen naar de UBV-kamer (030-2536741). Natuurlijk kun je ook een onderwijscommissie- of UBV-bestuurslid aanspreken, vragen staat vrij!
Zin om te helpen met het maken van deze gids? Wil je in een commissie, maar er niet al te veel tijd aan kwijt zijn? Kom de OcUBV versterken! Hoe? Zoals hierboven: mail/bel/spreek iemand aan
NB: Ben jij op zoek naar een gezellige commissie die niet te veel tijd kost maar wel belangrijk werk verzet? Kom ons dan versterken! Stuur een mailtje naar
[email protected] en wie weet zien wij jou op de volgende vergadering! NB 2: Wil je een bijdrage leveren aan de tentamenbank? Vraag je docent of je het tentamen mee mag nemen voor de tentamenbank en geef het aan de vice-voorzitter van de UBV. Hier heeft iedereen profijt van!
9
Studieadviespaden De Bachelor Biologie kent momenteel 12 studieadviespaden. Een studieadviespad is een cluster van cursussen in een bepaalde richting en bevat cursussen van zowel niveau 1, 2 als 3 met toenemende complexiteit en specialisatie. Vaak is het zo dat bepaalde cursussen binnen een studieadviespad een ingangseis vormen voor een cursus met een hoger niveau uit hetzelfde studieadviespad. Het is verstandig om deze ingangseisen regelmatig te checken want ze kunnen worden aangepast. De verschillende cursussen binnen een studieadviespad worden zo goed mogelijk op elkaar afgestemd zodat er geen onnodige overlap is tussen cursussen. Bovendien wordt de verwerving van voldoende academische vaardigheden bij de verschillende (combinaties van) studieadviespaden gegarandeerd. Uiteraard kun je meerdere studieadviespaden combineren, maar afhankelijk van het aantal cursussen dat je bij biologie volgt, de grootte van de studieadviespaden en de gekozen combinatie is het niet altijd mogelijk om alle cursussen uit de gekozen studieadviespaden te volgen. Het volgen van studieadviespaden is niet verplicht maar is wel aan te raden omdat het je een goede basis geeft voor bepaalde masterprogramma’s. Maar let op, het volgen van een studieadviespad is geen garantie om toegelaten te worden tot een bepaalde master. Zorg dus dat je ruim van tevoren uitzoekt wat de toelatingseisen zijn voor de masters waar jij in geïnteresseerd bent. Hieronder staan de studieadviespaden genoemd met de bijbehorende cursussen uit periode 3. Meer informatie over de studieadviespaden vind je in de reguliere studiegids. Studieadviespad
Afkorting Bijbehorende cursussen Niveau 2 Celbiologie CB Ecologie en EN Evolutie natuurbeheer Paleoecologie Educatie, communicatie ECM Wetenschaps en en management techniekcommunicatie Orientatie in het Onderwijspraktijk Evolutiebiologie EV Evolutie Paleoecologie Gedragsbiologie GB Evolutie Mariene Biologie MW Paleoecolgie Microbiologie MB Neurobiologie Ontwikkelingsbiologie
NB OB
Plantenbiologie
PB
Theoretische biologie
TB
Toxicologie
TX
Evolutie
Niveau 3 Mol. en cell. Biologie
Wetenschapper in Advies
Eukaryote microbiologie Plant, adaptatie en afweer Ontwikkelingsbiologie en genetica Planten, adaptatie en afweer Planten, adaptatie en afweer Ontwikkelingsbiologieen genetica Toxicologie Wetenschapper in Advies
10
Periode 3
- timeslot A + D -
- Niveau 2 Wetenschaps- en techniekcommunicatie (BETA-B2WTC) WTC is een bèta-breed vak waar studenten van verschillende bèta studies zich in kunnen schrijven. Zowel studenten van Wiskunde, Natuurkunde, Scheikunde en Biologie namen deel aan de cursus, de meerderheid bestond wel uit biologie studenten. Dit was het eerste jaar dat de cursus op deze manier gegeven werd dus gedurende de cursus was er af en toe onduidelijkheid over hoe het tentamen er bijvoorbeeld uit zou gaan zien. De docenten Liesbeth de Bakker en Frans van Dam geven erg prettig college. Vooral Liesbeth de Bakker weet je aandacht goed vast te houden omdat ze erg duidelijk praat en de hoeveelheid informatie goed doseert. De colleges van Liesbeth en Frans worden afgewisseld met colleges van experts, bijvoorbeeld op het gebied van gezondheidscommunicatie of risicocommunicatie. Op woensdag middag heb van je één tot drie college en op vrijdag van negen tot één. De colleges zijn erg interactief, er wordt verwacht dat je vragen kunt beantwoorden over de gelezen stof en het luisteren wordt afgewisseld met interactieve opdrachten. Dit kan variëren van rollenspellen tot het analyseren van een vacature op het gebied van wetenschapscommunicatie. Elke week wordt er een ander aspect van wetenschapscommunicatie behandeld en daardoor is de stof erg afwisselend. Wel is er een goede samenhang tussen de onderwerpen. Wat er in de colleges wordt behandeld staat ook duidelijk in het boek. Dit jaar waren de docenten nog bezig het boek te schrijven waardoor wij na elk college een hoofdstuk meekregen, maar volgend jaar moet het boek waarschijnlijk in één keer door de studenten gekocht worden. Ook wordt er tijdens de colleges tijd ingeroosterd om aan de grote opdracht te werken. Tijdens de cursus wordt je ingedeeld in een groep van vier studenten en ga je een communicatie activiteit ontwerpen. Dit kan bijvoorbeeld een lezing of een tv-show zijn over een relevant onderwerp uit de wetenschapscommunicatie. Samen met het tentamen aan het eind van de cursus bepaalt dit je cijfer voor de cursus. Het tentamen vond ik goed bij de stof aansluiten. Wij hadden alleen geen oefententamen dus was het lastig om je goed voor te bereiden. Ook moet je tijdens de cursus een reflectiedocument bijhouden waarin je opschrijft hoe je houding ten opzichte van de wetenschapscommunicatie veranderd gedurende de cursus. Hier moet je een kort reflectiedocument van maken en dit moet voldoende zijn om de cursus te kunnen halen. Ik vond de cursus WTC prima te doen qua niveau en de tijd die je eraan kwijt bent. Een goede cursus om naast een cursus te volgen die wel veel tijd vergt. Voor mensen die het onderzoek in willen en niet de wetenschapscommunicatie in willen later is het ook een interessante cursus denk ik. Je wordt je meer bewust van het beeld van de wetenschap dat er heerst in de maatschappij en waar bepaald onbegrip vandaan komt. Ik zou de cursus iedereen aanraden! Beoordeling: nvt Slagingspercentage(voor de herkansing): nvt
11
Orientatie op de Onderwijspraktijk (BETA-B2OOP) Helaas hebben wij hier nog geen informatie over beschikbaar. De cursus zal voor de eerste keer gegeven worden. De cursus is de vervanging voor de cursus Oriëntatie Communicatie Educatie Praktijk (OCEP) die in periode 2 voor het laatst werd gegeven. Geciteerd van Osiris: “Deze cursus biedt een eerste oriëntatie op de beroepspraktijk van een leraar in het voortgezet onderwijs en de kennis en vaardigheden die je daar voor nodig hebt. Je traint een aantal vaardigheden met medestudenten in je cursusgroep, je bestudeert literatuur, je ontwerpt een onderwijsactiviteit, en je loopt een korte stage in het voortgezet onderwijs waarbij je deel onderwijs observeert en uiteindelijk een (deel van) een les uitvoert. LET OP: Je moet je uiterlijk 10 december aanmelden! Plaatsing gebeurt op volgorde van aanmelding, waarbij wordt gestreefd naar een evenredige verdeling over de verschillende (school)vakken.” Heb je nog meer vragen over deze nieuwe cursus, raden wij je aan te mailen naar:
[email protected]
- Niveau 3 Eukaryote microbiologie (B-B3EUKA09) De cursus Eukaryote microbiologie bestaat uit twee onderdelen. De eerste vijf weken van de cursus bestaat uit een theoretisch deel, gegeven door Han Wösten. Han is een man met een ontzettend goed gevoel voor humor. Zijn colleges zijn dan ook altijd een plezier om naar te luisteren. De focus bij deze colleges ligt vooral bij de schimmels, omdat Han daarin gespecialiseerd is. Het niveau van zijn colleges is echter wel vrij hoog. Het is dus voordelig als je al enkele vakken in de moleculaire richting gevolgd hebt, anders moet je hard aan de slag om bij te blijven. Na de theoretische weken volgt een tentamen over alle stof. De tweede helft van de cursus is een praktisch gedeelte waarin een ministage wordt gevolgd. Deze mini-stage staat onder begeleiding van Luis Lugones. Hij en een aantal studentassistenten begeleiden je door een groot deel van de verschillende soorten onderzoek die er hier in Utrecht aan schimmels worden gedaan en laten je daar op een praktische manier mee kennis maken. Wat extra leuk is aan dit praktische gedeelte, is dat er ook echt van je resultaten gebruik wordt gemaakt. De resultaten van alle practicum groepjes worden op een rijtje gezet en er wordt gekeken of er interessante resultaten uit komen. Eukaryote microbiologie is een aan te raden cursus voor iedereen die zijn kennis van de schimmels aan wil vullen of alvast wil proeven aan het doen van onderzoek. Beoordeling(door 22 van de 60 deelnemers): 8.0 Slagingspercentage(voor de herkansing): 67%
12
Toxicologie (B-B3TOX10) De cursus toxicologie is eigenlijk heel breed opgezet. Je begint aan de basis op cellulair niveau en behandelt verschillende werkingsmechanismen. In de loop van de cursus wordt dit dan steeds meer uitvergroot totdat je uiteindelijk eindigt met ecotoxicologie. Juist omdat dit zo breed opgezet is worden de colleges dan ook door verschillende docenten gegeven, dit zorgt ervoor dat er soms wat overlap is. Elke week is hetzelfde opgebouwd met twee hoorcolleges en aan sluitend daarop werkcolleges .Verder is er nog zelfstudietijd om aan de grote opdracht te werken. 40% van je cijfer in deze cursus wordt bepaald door een research proposal wat je maakt in groepjes van 3-4 personen. Dit is een goede manier om aan je schrijven te werken en je te verdiepen in de stof. Je mag zelf kiezen uit een aantal onderwerpen welke je het leukst lijkt. Ook sta je onder begeleiding van een docent aan wie je van alles kan vragen en wat je dan ook zeker moet doen! Behalve schriftelijk presenteer je het proposal ook mondeling in een presentatie aan de klas. Dit is de manier om je gemiddelde omhoog te krikken. De tentamens waren voorheen open boek toetsen maar sinds vorig jaar niet meer. Deze moet je dus dan ook niet onderschatten. Wel krijg je een blokboek waarbij er per hoofdstuk een korte beschrijving staat en een aantal oefenvragen die heel handig zijn als voorbereiding. Kortom een breed en interessant vak, niet ontzettend tijdsintensief en goed te halen. Beoordeling(door 18 van de 52 deelnemers): 6.9 Slagingspercentage(voor de herkansing): 73%
Wetenschapper in advies (B-B3WEAD09) Wetenschapper in Advies is in allerlei opzichten heel anders dan veel andere cursussen bij Biologie. Deze cursus volg je niet om kennis op te doen over een bepaald biologisch veld, maar om meer te leren over het vak van wetenschappelijk adviseur. Je leert enkele vaardigheden die hierbij van pas komen, maar je ervaart vooral hoe het zelf is om wetenschappelijk advies te geven. Dit doe je voornamelijk door het schrijven van een heus adviesrapport voor een ‘echte’ opdrachtgever. Met een groep medestudenten ga je een hele periode aan de slag om advies te geven over een casus van een bedrijf of overheidsinstelling. Je doorloopt het hele traject van een adviseur. Je begint met het verdelen van rollen in je groepje en het houden van een startgesprek met een opdrachtgever. Als je eenmaal duidelijk hebt wat je opdrachtgever van jou verwacht en andersom, doe je uitgebreid onderzoek naar het betreffende onderwerp. Niet alleen duik je in de literatuur, maar je spreekt ook af met experts op dit vakgebied of je zet zelf een (klein) experiment op. Vervolgens stop je je verzamelde informatie in een eerste versie. Hierop krijg je commentaar van je opdrachtgever en van één van de docenten (Jasper van Winden of Vijko Lukkien). Daarna ga je over tot het schrijven van een definitieve versie, die je ten slotte presenteert aan de opdrachtgever. Naast deze doorlopende opdracht krijg je workshops over verschillende vaardigheden die van pas kunnen komen: samenwerken, interviewtechnieken en informatieverwerking zijn enkele voorbeelden. Deze worden bijna allemaal door Jasper van Winden verzorgd. Je eindcijfer bestaat vooral uit het adviesrapport en eindpresentatie, daarnaast worden enkele deelopdrachten meegerekend. Er is dus geen tentamen voor dit vak. Dit betekent niet dat dit een makkelijk vak is waar je weinig tijd mee kwijt bent. Het in elkaar zetten van een adviesrapport neemt meer tijd in beslag dan je denkt en je zult sowieso veel lange dagen maken. Wat mij betreft was dit het echter waard. Bij deze cursus krijg je echt een idee hoe het er aan toegaat bij een adviesbureau en als je uiteindelijk je adviesrapport in je handen hebt is het alsof je je pasgeboren kindje vasthoudt. Beoordeling(door 33 van de 47 deelnemers): 7.8 Slagingspercentage(voor de herkansing): 98%
13
Moleculaire en cellulaire biologie (B-B3MCB05) De cursus moleculaire en cellulaire biologie is een niveau 3 cursus die wordt gegeven door Fons Cremers. Tijdens deze cursus leer je allerlei aspecten van de wetenschap kennen waar je als onderzoeker in de richting van moleculaire en cellulaire biologie mee te maken krijgt. De cursus heeft geen tentamen, maar allerlei opdrachten die je moet inleveren waar je op wordt beoordeeld. Deze opdrachten moesten meestal in groepjes (4-5 studenten) worden uitgevoerd. Zo hebben we een artikel beoordeeld en bepaald of het in een tijdschrift gepubliceerd zou mogen worden en hebben we een uitgebreid verslag geschreven over het kloneren van een bepaald gen in een vector. Als ondersteuning bij deze opdrachten werden diverse colleges gegeven van verschillende docenten, die altijd wel interessant en handig waren. Daarnaast hebben we een ministage gevolgd, waarbij we drie weken meeliepen met onderzoekers bij een vakgroep in het Kruyt. In de weken voor de stage hebben we ons verdiept in het onderwerp en in overleg met onze begeleiders een onderzoeksvoorstel geschreven. Op het lab hebben we ons eigen onderzoek uitgevoerd, waar we uiteindelijk individueel een artikel over hebben geschreven. De cursus wordt afgesloten met een minisymposium waar alle groepjes presenteren wat zij hebben gedaan tijdens de ministage. Ongeveer de helft van de studenten heeft een ministage gevolgd. De andere helft heeft in die tijd een heel uitgebreid onderzoeksvoorstel geschreven. Dit heb ik zelf niet gedaan, dus daar kan ik niet over oordelen. Deze cursus is een aanrader als je onderzoek doen leuk vindt. Twijfel je of je onderzoek doen leuk vindt, dan is dit een goed vak om daarachter te komen. In korte tijd kun je van veel verschillende aspecten proeven en leer je heel veel nieuwe vaardigheden. Je moet kritisch nadenken en zelf veel gaan onderzoeken, omdat je niet veel informatie gegeven krijgt. Dit was soms lastig, omdat je dan niet wist hoe diep je ergens op in moest gaan. Gelukkig kon je altijd bij Fons binnen lopen voor advies of een duwtje in de goede richting. Zeker de ministage vond ik erg leerzaam en leuk om te doen. Het is heel anders dan een practicum, omdat je veel meer zelf moet nadenken waar je mee bezig bent en echt zelf kunt bedenken wat je wilt gaan doen. Het vak was ook erg afwisselend, omdat je steeds weer een andere opdracht moest inleveren. Hierdoor kost het wel veel tijd, omdat je telkens met je groepje moest afspreken en deadlines had. Kortom, een afwisselende cursus, waarbij je veel afwisselende dingen leert en erachter kunt komen of onderzoek iets voor jou is. Beoordeling(door 28 van de 52 deelnemers): 8.0 Slagingspercentage(voor de herkansing): 98%
14
Periode 3
- timeslot B + C -
- Niveau 2 Evolutie (B-B2EVO09) De niveau twee cursus evolutie bouwt voort op de eerstejaarscursus evolutie en biodiversiteit. De colleges zijn interactief, wat betekent dat je van tevoren de stof goed doorgenomen moet hebben en er tijdens het college vragen aan alle studenten gesteld worden. Op die manier heb je de stof al twee keer doorgenomen en blijf je goed bij de les, waardoor je alles veel sneller leert. De colleges worden gegeven door Edwin Pos. Hij legt alles heel duidelijk uit, maar verwacht wel van de studenten dat ze ook echt actief meedoen. Aangezien je de stof van tevoren gelezen moet hebben, is het wel van belang het boek aan te schaffen. Het boek is prettig geschreven en interessant, en noodzakelijk om te kunnen leren voor je tentamen. Werkcolleges zijn er niet bij de cursus, maar in feite zijn die al verwerkt in de colleges. Over alle interactiecolleges wordt aan het einde van de cursus een tentamen gegeven. Dit tentamen is goed te doen als je actief hebt meegedaan met alle colleges en ook zelf nog aan de stof hebt gewerkt. Daarnaast zijn er twee extra opdrachten die voldoende moeten worden afgerond. Bij de galerij van bedreigde biodiversiteit ga je in koppels op zoek naar een organisme dat volgens jullie beschermd moet worden. Hier schrijf je een kort stuk over en je probeert de rest van de groep in een presentatie te overtuigen dat dit organisme beschermd moet worden. Vervolgens maak je een presentatie over het organisme dat een ander koppel gekozen heeft en probeer je de groep ervan te overtuigen dit organisme juist niet te beschermen. Aan het eind worden een aantal organismen uitgekozen om beschermd te worden met een fictief aantal miljoenen euro’s. Gedurende de cursus ben je ook in koppels bezig met de fyla expositie. In deze opdracht probeer je zoveel mogelijk organismen uit verschillende fyla te verzamelen. Het moet fysiek materiaal zijn, dus een plant of een slak, maar een fossiel mag ook, zolang je maar aan de hand van een aantal kenmerken kunt bewijzen dat het tot een bepaald fylum behoort. Hoe meer fyla je verzamelt, hoe hoger je cijfer. Het is best lastig om alle fyla te vinden, maar als je op tijd begint moet het zeker lukken. Het is erg leuk om naast de colleges ook echt actief bezig te zijn met biodiversiteit. De cursus is niet heel zwaar, maar je bent er wel wat tijd mee kwijt. Al met al is het een erg leuke cursus als je geïnteresseerd bent in evolutie, want het gaat veel dieper en breder in op de processen van evolutie dan in het eerste jaar wordt gedaan. Beoordeling(door 33 van de 67 deelnemers): 8.0 Slagingspercentage(voor de herkansing): 73%
15
Paleoecologie (B-B2PALE09) Deze cursus gaat over de verandering van de vegetatie van de wereld vanaf het ontstaan van de aarde tot aan vandaag. Voordat deze veranderingen in stappen behandeld worden, leer je eerst over hoe de aarde opgebouwd is en ook over het ontstaan van sedimenten. De verschillende soorten sedimenten leer je kennen door middel van een aantal colleges, een huiswerk opdrachtje en een practicum. In alle practica die in deze cursus gegeven worden, wordt er gebruik gemaakt van tastbaar materiaal om de stof beter te kunnen begrijpen en onthouden. Verschillende stenen, fossielen en later in de cursus ook levende exemplaren (van planten) zijn hiervoor beschikbaar gesteld. De practica zijn afwisselend en vaak leuk om te doen, al komt er bij sommige wel erg veel tekenen aan te pas. Van tevoren wordt goed duidelijk gemaakt wat de bedoeling van het practicum is zodat je daarna zonder veel hulp de opdracht af kan maken. Als je wel vragen hebt of extra uitleg wilt zullen de studentassistenten, Frederike Wagner en de soms aanwezige gastdocenten je goed helpen, ze zijn daarvoor makkelijk aanspreekbaar. Frederike Wagner is de begeleidster van de cursus en samen met Timme Donders geeft ze alle colleges. We kregen aan het begin van de cursus de keuze om de colleges in het Nederlands (met Duits accent) te krijgen of in het Engels (met Nederlands accent). Er werd voor Engelse colleges gekozen, deze waren goed te volgen omdat de stof van het vak niet al te moeilijk is. Dit bleek ook uit de tentamens die met hoge slagingspercentages en over het algemeen ook hoge cijfers afgrond werden. Paleoecologie is een interessant vak waarbij stapje voor stapje duidelijk gemaakt wordt welke plantenfamilies het eerste te land kwamen en hoe de vegetatie zich verder in de tijd ontwikkelde. Deze cursus is over het algemeen dus goed haalbaar. De meeste tijd die je hieraan kwijt bent gaat naar de verplichte practica/werkcolleges, daarnaast heb ik persoonlijk niet heel veel tijd aan leren voor de tentamens besteed. Het boek dat voor de cursus aanbevolen werd heb ik niet gebruikt en het was ook geen verplichte leerstof. Vooral de grote afwisseling in onderwijsvormen vond ik een pluspunt. Voor studenten die in deze richting geïnteresseerd zijn is dit vak zeker aan te raden. Beoordeling(door 24 van de 75 deelnemers): 6.7 Slagingspercentage(voor de herkansing): 96%
16
- Niveau 3 Planten, adaptatie en afweer (B-B3PLAA05) De niveau drie cursus planten adaptatie en afweer bestaat uit twee delen. Het eerste deel van de cursus, de eerste vijf weken van de periode, krijg je een deel van de hoorcolleges van Corné Pieterse en een deel van Ronald Pierik. De hoorcolleges vormen alle stof die je nodig hebt voor het deeltentamen. Heel fijn is dan ook dat sinds dit jaar alle hoorcolleges worden opgenomen en terug te luisteren zijn. Dit vind ik zelf altijd zeer prettig, omdat je nooit alles mee krijgt/kan schrijven en wanneer het hoorcollege is opgenomen kun je het terug luisteren wanneer je wilt. Je hebt voor deze cursus geen lesboek, alleen een kleine reader. In deze reader staat geen stof uitgelegd, maar is wel de leidraad voor de practica die je in de hele periode doet. In de eerste vijf weken krijg je dus veel hoorcolleges maar die zijn alleen in de ochtend. Daarna mag je naar het lab in het Kruyt. Daar begin je met meerdere kleine practica. Deze practica sluiten goed aan bij de stof die je krijgt uitgelegd. Doordat ze goed aansluiten bij de stof, is het werken in het lab ook meteen een extra leermoment voor je tentamen. Je ziet meteen de net uitgelegde stof terug in de praktijk. Dat heb ik zelf als heel erg prettig ervaren. Het deeltentamen vond ik goed te doen, er zitten geen bijzonderheden in. Als je goed meedoet met de practica en naar alle colleges gaat dan heb je alle stof gehad. Het tweede deel van de cursus gaat er anders aan toe. In groepjes van vier ga je meelopen met onderzoek dat nu gedaan wordt aan de universiteit. Je gaat dan meelopen met een onderzoek dat goed aansluit bij een van de onderwerpen waar het in de cursus over ging. Zo krijg je een kijkje in hoe een onderzoek er nu eigenlijk aan toe gaat. In dit deel ben je dus vele uren in het lab aan het werk, dit wel (natuurlijk) onder begeleiding van het hoofd van het desbetreffende project. Het is niet zo dat je helemaal geen hoorcolleges meer hebt in dit deel. Een paar ochtenden komen er nog hoorcolleges: dan spreken de mensen die de verschillende groepen begeleiden over hun eigen onderzoek. Dit tweede deel sluit je af met een presentatie en een tentamen. De presentatie gaat over het onderzoek waar jij aan mee gedaan hebt. Ze vinden het wel erg fijn als je deze presentatie in het Engels doet, want meerdere begeleiders spreken weinig tot geen Nederlands. Maar daar wordt niet heel streng over gedaan, een foutje hier of daar is niet erg als je punt maar duidelijk is. Het afsluitende tentamen van de cursus is gebaseerd op de stof uit het eerste deel en de hoorcolleges in het tweede deel, maar omdat de verschillende onderzoeken gaan over onderwerpen uit het eerste deel is er weinig nieuwe informatie. Over het algemeen vind ik deze cursus goed te doen. Ik vond het leuk en interessant. Ik had de niveau 2 cursus, plantenfysiologie, niet gevolgd, waardoor alle stof nieuw was voor mij. Toch vond ik de cursus erg goed te volgen. Mocht je twijfelen over de vakken die je wilt gaan doen: ga Planten, adaptatie en afweer doen. Beoordeling(door 14 van de 41 deelnemers): 8.1 Slagingspercentage(voor de herkansing): 93%
17
Ontwikkelingsbiologie en genetica (B-B3OBG05) De niveau 3 cursus Ontwikkelingsbiologie en genetica zal nog verder ingaan op de ontwikkeling en differentiatie van cellen in organismen. De cursus bestaat uit hoorcolleges en practica. Er wordt geen boek gebruikt, dus alle theorie die op de twee deeltentamens getoetst wordt zal tijdens colleges en practica besproken worden. Tijdens deze cursus ga je wel diep op de stof in. De nadruk ligt vooral op de verschillende factoren die de identiteit van een cel bepalen. Er worden soms moeilijke termen naar je gegooid, maar in de slides komt duidelijk naar voren welke je wel uit je hoofd moet kennen, en welke niet. Daarbij wordt alles ook duidelijk uitgelegd, waardoor de tentamens goed te doen zijn. De tentamens bestaan uit open en multiple choice vragen. Er zullen ook wetenschappelijke artikelen zijn die tot de tentamenstof behoren. Deze artikelen horen bij de presentatie opdracht, die moet worden uitgevoerd door groepjes van 3 à 4 personen. Deze presentaties moeten in het Engels worden gegeven. Door deze presentaties leer je wetenschappelijke artikelen te ontleden en wordt ook nog eens de collegestof herhaald. De cursus is in twee delen opgedeeld. In het eerste gedeelte van de cursus ligt de focus voornamelijk op het model organisme C. elegans, een microscopische kleine worm. Tijdens de practica zal je voornamelijk bezig zijn met het kruisen en onderscheiden van gemuteerde C. elegans, maar ook met moleculaire technieken. De studentassistenten waren enthousiast en ook heel fijn om mee samen te werken. Deze practica zijn goed bij te houden en ook heel leuk om uit te voeren, maar ze nemen wel veel tijd van je week in beslag. Bij de practica maak je gebruik van een reader. Hierin staan een aantal vragen waarvan je een gedeelte ook moet inleveren, dit zal meetellen voor een practicum cijfer. Het is dus belangrijk die vragen goed bij te houden tijdens elke practicumles. In het tweede gedeelte van de cursus ligt de focus op de fruitvlieg Drosophila melanogaster en het zebravisje Danio rerio. De hoorcolleges over de zebravis gaan iets minder diep op de stof in. In dit gedeelte van de cursus ben je tijdens de practica dagen vervolgens alleen nog maar met zebravissen bezig. Deze practica werden als minder interessant gezien, vergeleken met de C. elegans. Maar dat kwam vooral, omdat de embryo’s niet net zo leuk als de C. elegans over het beeld konden kruipen. Al met al een hele interessante cursus! Beoordeling(door 27 van de 47 deelnemers): 7.0 Slagingspercentage(voor de herkansing): 85%
18
Periode 3
- timeslot A + D of B + C -
- Niveau 3 Scriptiecursus (B-B3AFST05) Deze cursus is de laatste verplichte cursus die je in je bachelor zal doen. Dat maakt hem er echter niet minder belangrijk op: het is de parel op de kroon die je bachelor is. Een mooi resultaat voor je bachelor kan zich terug betalen in wellicht een stage mogelijkheid bij de vakgroep waarbij je je scriptie hebt geschreven, maar boven alles leidt een goed resultaat tot een goed gevoel. De inschrijfprocedure voor dit vak is iets anders dan dat je gewend bent bij andere vakken. De inschrijving gebeurt eerst via Osiris, maar daarna zal je van de cursuscoördinator een e-mail krijgen met een formulier waarop je je eerste drie voorkeuren voor een vakgroep moet aangeven. Vervolgens zal er wat gepuzzeld worden om zoveel mogelijk mensen aan hun wensen tegemoet te komen. Er zijn altijd vakgroepen die veel populairder zijn dan andere, zoals gedragsbiologie. De kans dat daarvan je eerste keuze wordt gehonoreerd is lager dan bij andere vakgroepen en sta er dus niet van te kijken als je niet wordt ingeloot. Na het eerste college zal je kennis maken met je begeleider. Afhankelijk van je begeleider en zijn/haar manier van kijken zal je een onderwerp krijgen of een niet afgebakende richting. Dit is vaak ook af te stemmen aan je eigen voorkeur. Er zijn een paar verplichte colleges die gegeven worden door de coördinator. Daarnaast is het boek “een leesbare scriptie” verplicht voor de cursus en er is ook een werkcollege waarin je bibliotheekinstructie krijgt. Dat heb je vaak al in je tweede jaar gehad maar het is zeer verfrissend om het allemaal nog een keer te horen. Je leert effectiever te zoeken naar literatuur (Web of Science, Scopus etc.) en je leert je gevonden literatuur beter te bewaren en te organiseren (RefWorks). Dan de scriptie zelf nog schrijven, je zou het haast vergeten maar daar gaat het uiteindelijk om. Reken er op dat je veel meer dan de 20 uur per week die er officieel voor staan mee bezig zal zijn. Het is wel te combineren met een andere cursus zolang die niet te zwaar is. In uitzonderlijke gevallen loont het ook om je andere vak te laten vallen om al je aandacht te kunnen richten op je scriptie. Je scriptie schrijven is dus geen makkelijke taak, maar wanneer je eenmaal klaar bent houd je er een zeer goed en voldaan gevoel aan over. Dat maakt alle tegenslagen die je tegenkomt, lange dagen, en RSI helemaal goed!
19
Periode 3
- Fulltime -
- Niveau 3 Onderzoeksproject (B-B3ONPR09) Wanneer je voor deze cursus kiest, kun je het schrijven van de scriptie combineren met een ministage. Je mag zelf bepalen hoe je de tijd indeelt, zolang je maar ongeveer vijf weken aan beide onderdelen besteed. Zelf heb ik ervoor gekozen om eerst vijf weken fulltime aan het onderzoek te werken, om vervolgens de resterende vijf weken aan het schrijven van mijn scriptie te besteden. Bij nader inzien is het wellicht slimmer om deze werkzaamheden wat meer af te wisselen, want vijf weken van 9:00 tot 17:00 aan een scriptie werken kost erg veel geestelijke inspanning. De meeste studenten zullen tijdens het onderzoeksproject iemand (bv. een aio) assisteren bij zijn/haar onderzoek. Ik mocht echter een eigen onderzoek verrichten, namelijk naar de evolutie van corbiculate bijen (zoals honingbijen en hommels). Dit onderzoek deed ik op het moleculaire laboratorium van Roy Erkens, omdat ik de DNA-sequentie van een bepaald gen wilde verkrijgen voor verschillende soorten bijen. Het werk was erg gevarieerd, namelijk van het vangen van bijen tot het sequencen van DNA tot het analyseren van de data achter de computer. Helaas bleek het onderzochte gen niet geschikt, waardoor ik geen bruikbare onderzoeksresultaten verkreeg. Dit zeg ik om aan te geven dat je niet teleurgesteld moet zijn wanneer er geen harde conclusies uit je onderzoek komen. Het doel van het Onderzoeksproject is daarentegen om ervaring op te doen met onderzoek en dat doe je wel degelijk. Bij het Onderzoeksproject hoort ook het houden van een presentatie voor je werkgroep. Hierin zullen de resultaten van je onderzoek besproken worden. Afhankelijk van je begeleider dien je ook een verslag in te leveren van het verrichte onderzoek. Naast het onderzoek werk je aan je scriptie. Deze thesis is geen uitgebreide uitwerking van het onderzoek, maar je moet eerder als een losstaand geheel zien. Het is echter wel mogelijk om je eigen onderzoeksresultaten erin te verwerken. Ik vond deze cursus zeer leuk en leerzaam. Aangezien het onderwerp van de scriptie gerelateerd is aan het onderzoek, was ik extra gemotiveerd om aan mijn scriptie te werken. Een bijkomend voordeel is dat de benodigde wetenschappelijke literatuur zowel betrekking heeft op de scriptie als op het onderzoek, waardoor het lezen een veel leukere bezigheid wordt. Daarnaast ben je tijdens deze cursus veel op jezelf aangewezen: je zult zelf tijdig contact op moeten nemen met je begeleider(s), je moet een degelijke tijdsplanning aanhouden, je dient creatief te zijn met het bedenken van oplossingen. Het is daarmee een uitstekende voorbereiding op de onderzoeksprojecten tijdens je master. Het Onderzoeksproject is dus echt een aanrader, zeker wanneer je het leuk vindt om onderzoek te verrichten. Graag wil ik nog als tip meegeven dat je veel uren aan het onderzoek kwijt kunt zijn. Houdt daarom een strakke planning aan, zodat je scriptie niet in het gedrang komt.
20
Vakken buiten Biologie Naast al deze leuke vakken bij Biologie is het ook mogelijk om je profileringsruimte te vullen met vakken die door andere studies worden aangeboden. De mogelijkheden zijn oneindig en de deuren van de universiteit staan wagenwijd voor je open! Maar dit maakt het uiteraard ook lastig om juist dat ene leuke vak te vinden dat zo perfect aansluit op de rest van je Bachelor. Om het voor jullie iets makkelijker te maken komen er voortaan in elke studiegids een aantal vakken buiten Biologie te staan. De stukjes worden geschreven door biologen uit Utrecht en de vakken sluiten goed aan op je huidige studie. Dit is natuurlijk geen compleet overzicht van de grote diversiteit aan cursussen die je zou kunnen volgen, en als een cursus niet in deze gids staat kan het evengoed een leuke cursus zijn. Maar hopelijk brengt het jullie op ideeën! En vraag gerust aan je studiegenoten welke vakken zij hebben gevolgd, want wie weet hebben ze nog een goede aanrader! Check voor je een cursus wilt gaan doen wel altijd goed de reguliere studiegids van de desbetreffende studie voor toelatingseisen en om na te gaan of de cursus dit jaar weer op dezelfde wijze gegeven wordt.
Reproductie (BMW30805) – Biomedische Wetenschappen De cursus Reproductie is een niveau 3 keuzecursus van BMW, gegeven door de faculteit Diergeneeskunde. In totaal zijn er 15 docenten afkomstig van het UMC of de faculteit Diergeneeskunde die één of meerdere colleges en practica verzorgen waarin ze hun vakgebied bespreken. Een aantal van deze docenten weet kennis perfect over te brengen maar sommigen zijn duidelijk niet zo goed in lesgeven. Dit was echter niet heel storend omdat de onderwerpen die besproken werden heel boeiend waren. Een grote diversiteit aan onderwerpen wordt behandeld, o.a. paringsgedrag, de anatomie van de voortplantingsorganen, oögenese en spermatogenese, IVF en stamcellen. Colleges werden afgewisseld door practica die niet altijd even relevant waren maar wel leuk om te doen. Zo hebben we in een lab geleerd hoe men sperma van fokpaarden onderzoekt op kwaliteit en hoe IVF wordt uitgevoerd. Veel van de colleges zijn gebaseerd op het boek van de cursus, ‘Essential Reproduction’, maar in mijn ervaring is het leren van de colleges en practica voldoende om de cursus te halen. Ik heb het boek alleen gebruikt om bepaalde onderwerpen terug te vinden die ik lastiger vond. De hoeveelheid stof die je moet leren is best groot maar de cursus is prima te halen. Er is een eindtoets die bij ons bestond uit 10 open vragen. Daarnaast moet je in een groepje een essay schrijven en hierover een presentatie geven. De essay opdracht was erg leuk omdat je veel vrijheid had in het kiezen van een onderwerp. Ons onderwerp was de invloed van kunstmatige voortplantingstechnieken, zoals IVF en ICSI, op de sex ratio van mensen in de wereld. Hieruit bleek dat bij bepaalde behandelingen ouders meer kans hebben op een jongen of juist een meisje. De cursus had niet altijd even veel diepgang maar ik vond het persoonlijk erg leuk. Het was heel afwisselend en totaal verschillend van cursussen die ik eerder bij Biologie gevolgd had. Omdat het een cursus van BMW is moet je er rekening mee houden dat ze zich erg focussen op de praktijk, de mens en ziektebeelden. Hierdoor wordt soms minder diep op de stof ingegaan dan bij biologie het geval is. Zeker een aanrader, waarschijnlijk vooral voor mensen die uitgeloot zijn voor Diergeneeskunde of eens een kijkje willen nemen in een ander vakgebied.
21
Sedimentaire systemen (GEO2-1208) - Geowetenschappen Sedimentaire systemen is opgedeeld in twee onderdelen, ieder gegeven door andere docenten. Joris Eggenhuisen is een zeer getalenteerde en relatief jonge docent die zijn studenten maximaal wil stimuleren. Hij eist een hoog niveau van zijn studenten en is daarom ook soms erg direct in de communicatie, iets wat veel mensen niet goed bevalt. Echter is zijn uitleg uitstekend en zijn de colleges goed in elkaar gezet. Je leert in dit eerste onderdeel ongelofelijk veel, van hoe zandribbels ontstaan tot hoe hele sedimentaire systemen zich ontwikkelen. Als je een beetje in de richting de van biogeologie wilt gaan, mag je dit vak niet missen. Er worden zoveel fundamentele dingen behandeld dat dit vak zelfs een vereiste is als je mee wilt met het biogeologie veldwerk. Hiervoor moet je wel de tussentoets halen, wat met goed opletten en wat leerwerk prima te doen is. Het tweede deel wordt gegeven door Frits Hilgen die duidelijk didactisch minder vaardig is dan Joris. Dit tweede onderdeel bevat vooral veel practica en het begrijpen van technieken in de stratigrafie. In beide onderdelen zijn er elke week verplichte practica practica en papieren die je moet inleveren voor een uiteindelijk dossier, waar je ook een cijfer voor krijgt. Er zit dus een vast ritme in dit vak van colleges volgen en daarna practica hebben. Het boek dat wordt gebruikt is uitstekend en ook later goed als referentie te gebruiken. De tentamens zijn een flinke uitdaging door vragen waar je je moeilijk op kan voorbereiden: alleen als je goed inzicht hebt in de lesstof kom je hier makkelijk uit de voeten. Kortom: sedimentaire systemen is zeker geen makkelijk vak, maar tegelijkertijd ongelofelijk leerzaam. Als je aardwetenschappen interessant vindt, mag je dit vak niet missen. De kennis die je er opdoet komt later zeker van pas.
Wildlife Health (DB3B23-VWM) - Diergeneeskunde Dit jaar ben ik hard gaan graven op Osiris en uu.nl en werd voor het eerst echt duidelijk dat Biologie studenten bepaalde cursussen mogen volgen bij de faculteit Diergeneeskunde. Ik heb er dan ook, samen met nog een aantal biologen, twee cursussen gevolgd, waaronder 'Wildlife Health' in periode 3. (Er zijn ook andere cursussen te volgen dan deze, dus kijk eens op Osiris). Het is een voltijdse niveau 2 cursus van 7,5 ECTS. Dat wil zeggen dat de cursus 5 weken duurt, toen ik het volgde de laatste 5 weken van periode 3. Je kunt dus geen andere cursus volgen naast een Diergeneeskundecursus als deze. Let op: De inschrijving is anders dan bij Biologie, namelijk volgens het principe: "wie het eerst komt, wie het eerst maalt"!! Deze cursus trok uiteraard de meeste Biologie studenten. Van de 50 deelnemers was minimaal de helft bioloog. De cursuscoördinator heet Jooske IJzer die werkt bij het departement Pathobiologie. Zij is heel aardig en heeft mij geholpen om zoveel mogelijk Biologie-studenten er bewust van te maken dat er wel degelijk de mogelijkheid bestaat om gewoon cursussen te volgen bij DGK. Tijdens de cursus zelf waren er geen echt vaste docenten, de cursus werd bijna alleen gegeven door gastdocenten. De cursus bestond uit veel interessante colleges en werkcolleges, die alle stof behandelden (er was geen leerboek). Er kwamen veel onderwerpen aan bod, zoals anatomie, toxicologie, zoönosen, populatiedynamica en ook het beheer en (her)introduceren van wild. (Wat mij opviel is dat de Biologen een voorsprong wat betreft populatiedynamica en wilde dieren hebben. Dit komt omdat de DGK-studenten pas bij deze cursus voor het eerst kijken naar wilde dieren, ecologie en populaties.) Wat wel een vervelend (maar toch interessant) onderdeel was van de cursus, waren de 3 WCO's, die verslagen en presentaties betroffen. Best grote onderdelen waar relatief weinig tijd voor was en waarvan de bedoeling niet altijd precies duidelijk was. Het ging vooral over wildbeheer en de Flora en Faunawet e.d. Verder was er een excursie naar een duingebied voor o.a. de populatie damherten (we
22
hebben namelijk ook een aantal keer les gehad van 'echte jagers', dus een no-go voor mensen die hier niets van willen weten) en hier hebben we geleerd hoe we verdovingspijltjes moeten schieten. Daarnaast waren er de practica die ik persoonlijk het meest indrukwekkend vond. Twee practica waarbij we preparaten van overleden (Nederlandse) wilde dieren en organen bekeken en daarnaast nog een practicum Pathologie, waarbij we zelf secties mochten verrichten op zeehonden (Heel tof!). Het was reuze interessant om abnormaliteiten aan organen en weefsels te bestuderen. Zo kon je als student zijnde filosoferen over de doodsoorzaak. M.b.v. pathologisch onderzoek kan de populatie, die rondom het Waddengebied leeft, in de gaten gehouden worden wat voor ons biologen natuurlijk super is! Het was voor een student met biologische achtergrond prima te volgen, mits je natuurlijk gemotiveerd bent en het echt interessant vindt. Het tentamen, multiple choice, was geen pretje. Die was best zwaar voor alle deelnemers. De vraagstelling was soms heel gedetailleerd en gemeen. Het tentamen telde voor 50% mee, en de 3 WCO's samen ook voor 50%. Voor de hardwerkende student die geïnteresseerd is in wildbeheer en ziekten: Een aanrader!
Emerging Infectieziekten (DB3B23-IZ) - Diergeneeskunde Naast de cursus ‘Wildlife Health’ heb ik ook de cursus 'Emerging Infectieziekten' in periode 3 gevolgd. De cursus is op niveau 2 en is voltijds voor 7,5 ECTS, dat wil dus zeggen dat de cursus dan 5 weken duurt. Je kunt dus geen andere cursus volgen naast een Diergeneeskundecursus als deze. Dit jaar viel de cursus in de eerste 5 weken van periode 3. Let op: De inschrijving is anders dan bij Biologie, namelijk volgens het principe: "wie het eerst komt, wie het eerst maalt"!! De cursuscoördinator heet Alice Sijts, zij werkt bij het departement Infectieziekten en Immunologie. Verder werd een klein deel van de cursus begeleid door Herman Egberink van de afdeling Virologie. Ondanks dat Alice soms vrij moeilijk te verstaan is (ze praat zacht en ze slist), zijn het goede docenten. Soms was het tijdens deze cursus wel wat onduidelijk wat van ons verwacht werd, maar zo'n cursus ligt natuurlijk ook net iets buiten je 'comfort-zone'. Daarnaast vergde de cursus enige improvisatie van de docenten, omdat deze cursus niet ieder jaar gegeven wordt. (Dit omdat vanuit Diergeneeskunde niet altijd genoeg geïnteresseerden zijn. Dat veranderde dit keer dus dankzij geïnteresseerde Biologen!) Tijdens de cursus werd de epidemiologie, diagnostiek, immunopathogenese, preventie en therapie van infectieziekten behandeld, waarbij een mooi onderscheid werd gemaakt tussen bijvoorbeeld virussen, bacteriën en parasieten. De cursus had geen tentamen (!) wat natuurlijk veel tijd en leerwerk scheelt (mag ook wel een keer, toch? Er is dus ook geen leerboek voor deze cursus). In plaats van een tentamen moest de student iedere week met zijn groepje (zo'n 4 man) samen een verslag schrijven en een presentatie geven over een bepaalde ziekteverwekker. Het gemiddelde van de cijfers hiervoor was bijna het totale eindcijfer voor de cursus! Verder werden er hoorcolleges, gastcolleges en werkcolleges gegeven. Het waren weinig contacturen en om de studenten nog enigszins te motiveren voor de colleges werd iedere student verplicht een opgegeven hoorcollege samen te vatten voor een klein deel van het eindcijfer. Daarnaast sprak ieder groepje minimaal één keer per week af met de begeleider om te bespreken hoe het ervoor stond met het verslag en de presentatie. Er waren dus geen practica, COO's, e.d. Toch pasten de colleges goed bij de stof die behandeld moest worden in de verslagen/presentaties en waren ze voor mij als geïnteresseerde studente gewoon leuk om naartoe te gaan. Het was natuurlijk ook niet de bedoeling dat de studenten weg zouden blijven van de colleges, dus deze waren wel enigszins verplicht.
23
Al met al: als het leuk vindt om presentaties te geven, verslagen te schrijven, samen te werken en GEEN tentamen te hoeven maken, dan raad ik je deze cursus aan. (Hoewel het nu natuurlijk klinkt alsof het makkelijk verdiende studiepunten zijn, is dat niet helemaal waar. Als het onderwerp je niet interesseert, zou ik deze cursus ook niet aanraden). Dit jaar was iedereen die de cursus volgde (één diergeneeskunde student en 12 biologen) geslaagd met een 7 of hoger.
UBV-cursus Loopbaanzaken Deze UBV cursus heeft niet zo zeer te maken met gebieden in de biologie zoals planten, schimmels, bijen of reptielen maar met jou als bioloog. De cursus wordt gegeven door (Studie)loopbaanadvieseur Frans Meeuwsen, Student decaan aan de HU en tot 2010 was hij Studieadviseur bij Biologie. Elke bijeenkomst staat in het teken van verschillende aspecten van de loopbaan. In het eerste deel ga je vooral na bij jezelf hoe het komt dat je nu bent waar je bent. Ook kijk je naar wat voor een type persoon je bent en uiteindelijk ga je uitzoeken wat je wilt en bij je past om uiteindelijk te kijken hoe jij je het beste kunt profileren doormiddel van het maken van een CV, LinkedIn profiel en de ins en outs te leren van het netwerken. Heb je geen idee wat je wilt met je studie biologie? Of weet je juist wel wat je wilt maar niet zo goed hoe je die stage/baan te pakken moet krijgen? Dan is deze cursus iets voor jou. Belangrijk is dat je het opgegeven huiswerk maakt, en niet de avond ervoor! Het is stof waar je serieus over na moet denken en soms kan je even geconfronteerd worden met jezelf. Houd hier dus wel rekening mee. Persoonlijk heb ik veel van deze cursus geleerd en door mijn verworven netwerk-skills ga ik nu een half jaar onderzoek doen in Mexico! ¡Adiós!
24
Dankwoord De Onderwijscommissie wil de volgende personen hartelijk bedanken voor hun bijdrage aan het tot stand komen van deze gids: Arne Vermeer Daphne Jurriens Denise Groeneweg Jurgen Buring Maartje Staal Manon de Visser Milou Arts Lian Smeets Paul Peeters Sheila de Ruijter Tijmen van Loon Thomas Olijhoek En natuurlijk Linde Berg voor haar geweldige inzet voor de onderwijscommissie het afgelopen jaar!
Bedankt!