Alternatieve Niveau 2 en 3 Cursussengids
Periode 3
UTRECHT, November 2013 Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen Vereniging
1
Voordat je begint met lezen… De alternatieve studiegids is anders dan de reguliere studiegids van het departement Biologie. De informatie in deze gids is afgestemd op die in de reguliere, maar het kan gebeuren dat ze minder up to date is. Kijk dus vooral ook naar de reguliere studiegids op de site van de Universiteit. De directe link er naartoe is als volgt: http://www.uu.nl/faculty/science/nl/informatievoorstudenten/bachelor/studenten/opleidingen/biol ogie/studiepunt/naslag/studiegids/Pages/default.aspx Wil je meer weten over de veranderingen in het onderwijsmodel van de komende jaren, kijk dan op: www.uu.nl/studenten/onderwijsmodel
2
Voorwoord/Toelichting Beste student, Het kiezen van de juiste vakken voor de volgende periode blijft altijd moeilijk. Voor veel studenten biedt deze alternatieve studiegids dan ook een helpende hand. Veel van jullie kennen de gids inmiddels, maar voor degene waarbij hij wat minder bekend is volgt hier een korte uitleg over wat de alternatieve studiegids precies is. De alternatieve studiegids lijkt in principe erg veel op de gewone studiegids: over elke cursus staat een stukje tekst waarin beschreven wordt wat deze cursus precies inhoudt. Het grote verschil met de gewone studiegids is dat deze stukjes geschreven zijn door studenten. Deze studenten hebben het vak vorig jaar gevolgd en delen op deze manier hun ervaringen met jullie. Zij beschrijven het verloop van de cursus, de onderwerpen die aan bod komen en geven bijvoorbeeld aan hoe zwaar zij het vonden om de desbetreffende cursus te volgen. Dit is natuurlijk wel de mening van één enkele student, maar het geeft je in ieder geval een beeld van hoe het vak in elkaar zit. Dit kan je helpen bij je beslissing. Bij iedere cursus wordt ook het slagingspercentage van de cursus vermeld. Deze slagingspercentages berusten op de studenten die het vak in een keer halen. Daarnaast worden sinds kort ook gemiddelde beoordelingen die uit de OAC-B onderwijsenquêtes zijn gekomen onder elke cursus vermeld. Dit geeft een algemeen beeld van hoe de cursus wordt beoordeeld door studenten. Let wel op, sommige cursussen zijn maar door een relatief klein deel van de deelnemers beoordeeld. Jij kunt helpen om deze cijfers nog betrouwbaarder te maken door ook de enquête in te vullen! Volg je deze periode cursussen bij Biologie? Of volg je een cursus bij een andere studie waar meer biologen over zouden moeten horen? En wil jij een nieuw stukje schrijven voor de gids van volgend jaar? Laat het ons weten! Stuur een mailtje naar
[email protected] met daarin het vak waarover jij een stukje zou willen schrijven. Je kunt natuurlijk ook iemand van ons aanspreken! Ben jij een ouderejaars bioloog en wil je beginnen aan je scriptie/onderzoeksproject? Ook hiervoor kun je bij ons terecht. Kijk achter in deze alternatieve studiegids voor meer informatie! Heel veel succes met het maken van je keuze en natuurlijk veel plezier bij het volgen van je cursussen! De onderwijscommissie van de UBV, Linde Berg Berber Heerschop Milou Arts Yeszamin Onderwater
Kahren van Eer Iris Hameleers Pim van Caspel Jonas Jonker
3
Inhoudsopgave Voordat je begint met lezen…
1
Voorwoord/Toelichting
2
Inhoudsopgave
3
Blokjesrooster
4
Voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen
5
De Onderwijscommissie van de UBV (OcUBV)
6
Studieadviespaden
7
Periode 3 - timeslot A + D - Niveau 2 Didactiek (B-B2DIDA09) - Niveau 3 Eukaryote microbiologie (B-B3EUKA09) Toxicologie (B-B3TOX10) Wetenschapper in advies (B-B3WEAD09) Moleculaire en cellulaire biologie (B-B3MCB05)
8 8 8 8 8 9 9 10
Periode 3 - timeslot B + C - Niveau 2 Evolutie (B-B2EVO09) Paleoecologie (B-B2PALE09) - Niveau 3 Planten, adaptatie en afweer (B-B3PLAA05) Orientatie op de communicatieve en educatieve practijk, OCEP (B-B3OCEP05) Ontwikkelingsbiologie en genetica (B-B3OBG05)
11 11 11 11 12 12 13 13
Periode 3 - timeslot A + D of B + C - Niveau 3 Scriptiecursus (B-B3AFST05)
15 15 15
Periode 3 - Fulltime - Niveau 3 Onderzoeksproject (B-B3ONPR09)
16 16 16
Vakken buiten Biologie Reproductie(BMW30805) – Biomedische Wetenschappen
17 17
Dankwoord
18
4
Blokjesrooster
5
Voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen Er zijn voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen. De regels hiervoor staan genoemd in de Onderwijsexamen regeling (OER). In het artikel uit de OER dat de toelating tot het onderwijs van niveau 2 en 3 bepaalt, staat: art. 4.2 – ingangseisen cursussen; voorkennis 1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die van het eerste jaar van de opleiding onderdelen met een studielast van tenminste 45 studiepunten heeft behaald. 2. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het gevorderde niveau (niveau 3) van de opleiding heeft de student die van de keuzeonderdelen van de opleiding op verdiepend niveau (niveau 2) van het 2e jaar onderdelen met een studielast van tenminste 15 studiepunten heeft behaald. 3. Toegang tot de cursussen Afstudeeropdracht (scriptiecursus) en Onderzoeksproject heeft de student die tenminste 120 studiepunten van de major van de opleiding heeft afgerond met een voldoende eindcijfer, waarvan het verplichte deel van de major (67½ studiepunten) geheel moet zijn behaald. 4. Vanwege gewetensbezwaren kan de student verzoeken om deel te nemen aan de cursus Biologie van dieren (niveau 1) waarbij van de cursus de verplichte dissectiepractica worden vervangen door een andere opdracht. 5. Aan de niveau 2 cursus gedragsbiologie kan eerst worden deelgenomen nadat een voldoende is behaald voor de niveau 1 cursus Biologie van dieren met dissectie en de cursus Evolutie en biodiversiteit. 6. De cursus Biologie van dieren met dissectie is verplicht voor alle cursussen van niveau 2 en 3 met practica waarbij gebruik wordt gemaakt van dieren. 7. Onverminderd het bepaalde in het vijfde en zesde lid wordt in de Universitaire Onderwijscatalogus (en de studiegids) bij elke cursus aangegeven welke voorkennis vereist is om daaraan met goed gevolg te kunnen deelnemen.
De volledige OER kan je inzien en downloaden op de website van de Universiteit: http://www.uu.nl/faculty/science/nl/onderwijs/bachelor/studenten/opleidingen/biologie/studiepun t/naslag/oer/Pages/default.aspx
6
De Onderwijscommissie van de UBV (OcUBV) De onderwijscommissie van de UBV is de commissie die service op onderwijsgebied levert aan alle Utrechtse biologiestudenten. De commissie heeft ook jou een heleboel te bieden! Aan wat voor services kun je zoal denken? -
Tentamenbank op internet Tentamenbundel voor eerstejaars Alternatieve studiegidsen Alternatieve mastergids Stagebank Studie-informatie
De producten van de OcUBV kun je vinden op de website van de UBV: www.ubv.info onder het kopje onderwijs. Ook over de commissie zelf staat informatie op de website. Klik hiervoor vanaf de hoofdpagina door naar het kopje commissies. Voor meer algemene informatie en nieuws op onderwijsgebied kun je ook altijd een email sturen naar
[email protected] of bellen naar de UBV-kamer (030-2536741). Natuurlijk kun je ook een onderwijscommissie- of UBV-bestuurslid aanspreken, vragen staat vrij!
Zin om te helpen met het maken van deze gids? Wil je in een commissie, maar er niet al te veel tijd aan kwijt zijn? Kom de OcUBV versterken! Hoe? Zoals hierboven: mail/bel/spreek iemand aan
NB: Ben jij op zoek naar een gezellige commissie die niet te veel tijd kost maar wel belangrijk werk verzet? Kom ons dan versterken! Stuur een mailtje naar
[email protected] en wie weet zien wij jou op de volgende vergadering! NB 2: Wil je een bijdrage leveren aan de tentamenbank? Vraag je docent of je het tentamen mee mag nemen voor de tentamenbank en geef het aan de vice-voorzitter van de UBV. Hier heeft iedereen profijt van!
7
Studieadviespaden De Bacheloropleiding Biologie kent vier studieadviespaden. Een studieadviespad is een cluster van cursussen die je een goede basis geeft voor bepaalde masterprogramma’s. Je bent niet verplicht deze cursussen te volgen maar het wordt geadviseerd een pad te volgen als je een bepaalde richting op wilt. Hieronder staan de studieadviespaden genoemd met de bijbehorende cursussen van periode 3. Meer informatie over de studieadviespaden vind je in de reguliere studiegids.
Organismen, Ecosystemen en Biodiversiteit Niveau 2 Evolutie Paleoecologie
Niveau 3 Eukaryote microbiologie Planten, adaptatie en afweer Toxicologie
Gedragsbiologie Niveau 2 Evolutie
Niveau 3 -
Moleculaire Levenswetenschappen Niveau 2 -
Niveau 3 Ontwikkelingsbiologie en genetica Eukaryote microbiologie Moleculaire en cellulaire biologie
Educatie, Communicatie en Management Niveau 2 Didactiek
Niveau 3 Wetenschapper in advies OCEP
8
Periode 3
- timeslot A + D -
- Niveau 2 Didactiek (B-B2DIDA09) Didactiek is een cursus die in het studiepad voor een educatieve master zit. Het is een cursus met alleen maar hoorcolleges, dus geen werkcolleges, COO’s of practica. Het is echter verraderlijk om hierdoor te denken dat het een zogenaamd ‘’inkop’’ vak is. De hoorcolleges zijn namelijk interactief en er wordt van je verwacht dat je actief meedoet. Ook moet je voor elk college iets voorbereiden, het verschilt per keer wat dat is. Daarnaast moet je een ontwerpopdracht doen. Dit houdt in dat je een les moet voorbereiden met wetenschappelijke achtergrond als motivatie waarom je wat doet. De cursus werd afgelopen jaar gegeven door Frans Kranenburg. Dit was een hele aimabele man, maar het is niet zeker of hij de cursus volgend jaar ook nog geeft. Mocht hij het vak echter wel blijven geven is dat zeker positief. Hij is laagdrempelig voor vragen en is altijd bereid je te helpen. Zelf vond ik de cursus handig aangezien ik de educatie kant op wil. De colleges echter wel heel langdradig en ze zijn soms moeilijk vol te houden. Een tip die ik graag wil meegeven is dat het een hele taaie periode wordt als je ook besluit om OCEP ernaast te doen! Beoordeling(door 3 van de 22 deelnemers): 6,7 Slagingspercentage(zonder herkansing): 59,1%
- Niveau 3 Eukaryote microbiologie (B-B3EUKA09) De cursus Eukaryote microbiologie bestaat uit twee delen van elk 5 weken. Het eerste deel bestaat uit hoorcolleges die gegeven worden door Han Wösten. De colleges zijn goed te volgen en worden op een ontspannen manier gegeven. Naast de colleges moet je in de vrije uren zelf opdrachten maken uit een reader. Deze reader bevat zowel uitleg als opdrachten en is het enige lesmateriaal dat je aan hoeft te schaffen voor de cursus. De opdrachten worden tijdens de colleges besproken. Voor de laatste paar colleges moet je een aantal wetenschappelijke artikelen lezen waar ook vragen over worden gesteld. Na vijf weken volgt een toets die goed te maken is wanneer je de colleges hebt gevolgd en je zowel de stof als de opgaven uit de reader begrijpt. Na het tentamen ga je vijf weken het lab in. Je werkt dan in groepjes mee aan een echt onderzoek en dit is wat de cursus zo leuk maakt. Dit praktische deel van de cursus kan misschien wat rommelig van start gaan maar in de loop van deze vijf weken zal je beter begrijpen waar je precies mee bezig bent. Aan het eind van deze mini-stage heb je heel wat skills in het lab opgedaan en begrijp je de stof die tijdens de colleges is besproken nog beter. Over het algemeen is Eukaryote microbiologie een leuke en leerzame cursus waarbij de moeilijkheidsgraad een beetje zal afhangen van je voorkennis. Beoordeling(door 21 van de 55 deelnemers): 7,7 Slagingspercentage(zonder herkansing): 69,1%
9
Toxicologie (B-B3TOX10) Tijdens de cursus Toxicologie maak je kennis met de basisaspecten van de toxicologie en milieuepidemiologie. In de cursus staat ‘De dosis maakt het vergif’ (Paracelsus) centraal. Het is een hele brede cursus en gaat van het niveau van cellen tot ecosystemen. Door de vele betrokken vakgebieden worden de colleges door veel verschillende (gast)docenten gegeven. Vaak overlapt de collegestof voor een deel, omdat niet zo goed is afgestemd welke docent wat vertelt. Tijdens de werkcolleges pas je de kennis toe en wordt alles nog eens besproken. Daarnaast schrijf je een onderzoeksvoorstel. In kleine groepjes werk je hier gedurende de hele cursus aan en aan het einde van de periode presenteer je dit. Af en toe spreek je af met een begeleider die je een beetje in de goede richting stuurt, maar over het algemeen ben je redelijk vrij in je keuzes. Het niveau van deze cursus is niet erg hoog. Bij de tentamens mag je het boek, uitgeprinte presentaties en aantekeningen gebruiken. Ook de colleges zijn goed te volgen en bevatten veel herhaling uit cursussen zoals Metabolisme, Orgaansystemen en Biologie van dieren. Kortom, Toxicologie is een redelijk makkelijke cursus met aardig wat herhaling maar er zijn ook lastigere gedeeltes, zoals toxicokinetiek. Daarnaast bevat de cursus veel leuke weetjes (wist je bijvoorbeeld dat je de anti-aanbaklaag uit onze koekenpannen terug kunt vinden in ijsberen?). Beoordeling(door 10 van de 32 deelnemers): 6,8 Slagingspercentage(zonder herkansing): 85,7%
Wetenschapper in advies (B-B3WEAD09) Wetenschapper in advies is een erg leuke cursus. Mocht je zin hebben om iets heel anders te doen en niet de hele tijd met je neus in de boeken te zitten dan is dit vak zeker aan te raden. Bij deze cursus mag je namelijk advies geven aan een echte instelling over een echt probleem. In mijn geval ging dat advies over akkervogels en was het gericht aan de Provincie Flevoland. Het vak wordt gegeven door Jasper van Winden en Victor Winter. Zij zijn erg vriendelijk en toegankelijk maar soms ook een beetje warrig. Een deel van de cursus bestaat uit hoorcolleges maar het grootste deel van de tijd besteed je aan je adviesrapport. De onderwerpen van de colleges zijn erg interessant en leerzaam. Zo worden er colleges gegeven over samenwerken, schrijfstijl en projectmatig werken. Al aan het begin van de cursus geven Jasper en Victor aan dat de colleges niet diep op de stof in zullen gaan. Dat is soms jammer, omdat je dan niet het gevoel hebt dat je veel nieuws leert. Toch denk ik dat de dingen die je opsteekt later goed van pas kunnen komen. Van de verschillende hoorcolleges moet je er minimaal 6 volgen. Het meeste leer je echter van het opstellen van het adviesrapport zelf. Daarvoor werk je samen in groepjes van ongeveer 5. Deze worden samengesteld worden aan de hand van de teamrollen van Belbin, dit zorgt voor een interessante groepsdynamiek. Je voert regelmatig gesprekken met je opdrachtgever, leest literatuur en houdt interviews met betrokken en ‘experts’. Voor wetenschapper in advies worden twee boeken aangeraden. Beide heb ik echter niet gebruikt. Het vak heeft weinig verplichte uren, het grootste deel van de tijd ben je bezig met je eigen project. Het vak wordt afgesloten met een presentatie aan de opdrachtgever. Er volgt geen tentamen. Al met al vond ik Wetenschapper in advies erg leuk en leerzaam. Heel anders dan de ‘normale’ vakken. Doordat je opdrachtgever met je advies aan de slag gaat, en het misschien wel in praktijk gaat brengen, heb je aan het einde het gevoel dat je werkelijk een steentje hebt bijgedragen aan een betere wereld. Beoordeling(door 17 van de 40 deelnemers): 7,8 Slagingspercentage(zonder herkansing): 92,5%
10
Moleculaire en cellulaire biologie (B-B3MCB05) De cursus Moleculaire en cellulaire biologie gaat nog dieper in op processen in de cel dan de eerstejaarscursus ‘Moleculaire biologie’ en de tweedejaarscursus ‘De cel’. Het vak wordt gegeven door zeven onderzoekers van de onderzoeksgroep Moleculaire Celbiologie, gevestigd in het Kruyt. Er zijn geen tentamens. Het cijfer wordt bepaald aan de hand van losse beoordelingen van een stuk of vier theoretische opdrachten, de mate van interactief meedoen aan de colleges en een minionderzoek. Het geheel wordt uitstekend gecoördineerd door Fons Cremers. Omdat het vak gedoceerd wordt door onderzoekers die naast het geven van de colleges ook daadwerkelijk onderzoek uitvoeren, krijg je een hoop mee van het onderzoeksleven. Een nadeel van cursussen met zo’n multi-docenten aanpak is vaak dat er overlap ontstaat doordat de verschillende docenten niet weten wat hun voorgangers al hebben verteld. Dat is hier niet het geval, want elke docent heeft zijn eigen specifieke onderzoeksterrein om over te vertellen. De één zal vertellen over microtubuli op een zeer moleculair niveau, de volgende over transport en motoreiwitten op een meer cellulair niveau, vervolgens komt iemand vertellen over het ontstaan van axonen en de formatie van synapsen en de daaropvolgenden zullen weer geheel andere cellulaire processen aanhalen. Het klinkt misschien als een verzameling losse onderwerpen, maar er zit wel degelijk een goede samenhang tussen. Ook de verschillende opdrachten sluiten goed aan op de stof. De opdrachten werk je uit in groepen van vijf. Ze variëren van het kritisch beoordelen van een artikel en er in feite een kleine peer review over schrijven, tot het gedetailleerd uitschrijven hoe een bepaald gen construct precies gefabriceerd kan worden en hoe je hier verder mee kunt werken. In beide gevallen onverwacht leerzaam. Er zijn zoveel kleine dingetjes waar je zelf niet zomaar aan denkt en die toch belangrijk zijn, dat leer je niet bij Moleculaire biologie of bij De cel. In feite kun je die vakken zien als de theorie, en dit vak meer als de praktijk. In het bijzonder de laatste opdracht, het mini-onderzoek. Dit duurt vijf weken, waarvan je er drie daadwerkelijk bezig bent met het uitvoeren van experimenten. Onder begeleiding van een van de eerder voorbijgekomen docenten/onderzoekers schrijf je een essay over het onderzoek dat je volledig zelf hebt uitgevoerd. Aan het eind van de periode presenteer je je eigen onderzoek met je groepje. Dit onderzoekje is erg leuk en tevens een hele goede manier om erachter te komen of je verder wilt met onderzoek in het lab in het algemeen, en moleculaire en cellulaire biologie in het specifiek. Kortom, een erg leuke cursus die sterk aan te raden is voor iedereen die interesse heeft in moleculaire biologie en nieuwsgierig is naar het onderzoeksleven. Beoordeling(door 19 van de 35 deelnemers): 8,4 Slagingspercentage(zonder herkansing): 97,1%
11
Periode 3
- timeslot B + C -
- Niveau 2 Evolutie (B-B2EVO09) Evolutie is een vak met een heel eigen onderwijsmethode en daarom, ondanks de vergelijkbare soort stof, toch heel anders dan de eerstejaarscursus Evolutie en biodiversiteit. De colleges worden gegeven door Edwin Pos en zijn erg interactief. Je wordt geacht voor het college de stof al gelezen te hebben want tijdens de colleges werk je met de hele zaal een hoofdstuk door. Dit gaat aan de hand van gerichte vragen aan de studenten waarbij iedereen aan de beurt komt. Als je goed meedoet zit de stof er op deze manier meteen goed in omdat je er na je zelfstudie ook met de groep over hebt gepraat. Naast de colleges zijn er twee opdrachten die je op een andere manier naar evolutie laten kijken. Ten eerste is er de galerij van bedreigde diersoorten waarbij je met zijn allen een comité van de IUCN red list bent. Het idee is dat er een miljoen euro te verdelen is voor het beschermen van een diersoort. In groepjes van twee kies je een diersoort, vervolgens schrijf je een kort essay en presenteer je waarom en hoe dit dier beschermd moet worden. Daarna geef je een tegenpresentatie over een ander groepje waarin je de zaal probeert te overtuigen om het dier juist niet te beschermen. Ten slotte wordt één diersoort uitgekozen waar het denkbeeldige miljoen heen gaat. Bij de tweede opdracht is het de bedoeling om organismen uit zoveel mogelijk verschillende fyla te verzamelen. Dit kunnen bijvoorbeeld fossielen en planten zijn, maar ook een regenworm of een spin levert punten op. In 10 minuten moet je de docenten er van overtuigen dat organismen inderdaad uit de desbetreffende fyla komen. Hoe meer verschillende fyla, hoe hoger je cijfer. Deze opdrachten zijn erg leuk om te doen, vormen een fijne afwisseling en ze zijn echt een aanvulling op de normale stof. Het vak wordt uiteindelijk afgesloten met een tentamen wat weer wel erg veel weg heeft van een Evolutie en biodiversiteit tentamen. Het is vooral belangrijk om de colleges goed te leren, maar studeren met het boek erbij is ook zeker aan te raden. Al met al is het een erg leuk en veelzijdig vak, dat zeker de moeite waard is als je geïnteresseerd bent in evolutie. Beoordeling(door 30 van de 60 deelnemers): 7,7 Slagingspercentage(zonder herkansing): 86,7%
Paleoecologie (B-B2PALE09) Paleoecologie gaat over het bestuderen van vegetatie in het verleden en het verloop van de vegetatie in de tijd. Je begint bij de basis; eerst wordt de opbouw en het ontstaan van de aarde behandeld en gaat het over de aardlagen. Dan ontstaan de allereerste landplanten en ga je de ontwikkeling hiervan volgen tot je aankomt bij de huidige vegetatie. Langs dit pad komen ook massaextincties, temperatuurverschillen, de samenstelling van de atmosfeer en plaattektoniek aan bod en het effect hiervan op de verdeling van planten over aarde. De hoorcolleges worden afgewisseld door practica en worden gegeven door Rieke Wagner. Het fijne aan de practica is dat hetgene wat je besproken hebt in de colleges tastbaar gemaakt wordt in de practica. Je gaat bijvoorbeeld stenen bekijken en proberen te onderscheiden. Als je daar niets van begrijpt omdat je nooit iets anders dan een kiezel hebt opgeraapt is dat geen enkel probleem. De docenten komen je graag vol passie vertellen hoe de steen is ontstaan en waar deze vandaan komt.
12
Ook ga je heel veel planten die je besproken hebt tekenen om te leren er goed naar te kijken. Dat heb je vast al vaker gedaan maar met dit vak is het anders omdat je weinig echte planten zult zien. Het gaat namelijk over planten uit het verleden en de meeste zullen uitgestorven zijn. Je gaat dus kijken naar fossielen! De echte planten krijg je te zien in de botanische tuinen die je een aantal keer zal bezoeken. Wij hebben zelfs een hele dag in de kas doorgebracht om planten op te zoeken en te bekijken. Bij sommige onderwerpen krijg je werkcollege. Je moet dan presentaties houden over een boom of plant die je zelf mag uitkiezen. Je sluit het vak af met één enkel tentamen dat door vrijwel iedereen wordt gehaald. Kortom, een best afwisselend vak dat vooral niet al te moeilijk is. Ik heb het zelf gekozen omdat ik in de mariene richting wil waar paleo een belangrijke rol speelt. Maar ook de planten-, environmentalen evolutiebiologen kunnen hier zeker hun hart ophalen. Beoordeling(door 10 van de 39 deelnemers): 6,2 Slagingspercentage(zonder herkansing): 97,4%
- Niveau 3 Planten, adaptatie en afweer (B-B3PLAA05) Dit vak wordt gegeven door Ronald Pierik (van 1e jaar plantenbiologie) en Corné Pieterse (van 2e jaar microbiële interacties). De eerste 5 weken bestaan uit colleges waarbij Ronald over a-biotische stress responsen vertelt, zoals “Shade Avoidance” en “Flooding.” Daarna vertelt Corné over biotische stress responsen, zoals infecties door pathogenen en vraat door insecten. Deze colleges worden aangevuld met practica, waarbij je onderzoek doet naar bijvoorbeeld gen-expressie patronen, strekking van petiolen, effecten van vraat of de mate van infectie in een plant. Bij deze practica leer je veel nieuwe technieken van zeer enthousiaste docenten over hoe je onderzoek doet aan planten. De practica staan tot 5 uur ingeroosterd maar je bent vaak (veel) eerder klaar. Aan het einde van elk practicum deel houd je een korte presentatie over je onderzoek en bespreek je de resultaten. Na de eerste 5 weken theorie is er een tentamen. Daarna begint het tweede deel van de cursus dat door zeer veel studenten wordt ervaren als een van de leukste dingen van de bachelor studie, de mini-stage. Hierbij ga je in een groepje van 4 helpen bij een echt onderzoek, voornamelijk bij PhD studenten. Dit onderzoek mag je soms zelf bedenken maar meestal help je de PhD student met het onderzoeken van een voor hen nog onbeantwoorde vraag. Dit is een zeer intensief deel maar het laat je echt goed nadenken over hoe onderzoek wordt gedaan. Dit maakt het erg uitdagend en leuk! Tijdens dit deel houd je wederom presentaties, één om je onderzoeksplan uit te leggen en een tweede om je resultaten te bespreken. Uiteindelijk is er nog een tentamen wat voornamelijk je inzicht in onderzoek doen toetst. Je uiteindelijke cijfer bestaat uit de twee tentamens, de presentaties en je mini stage. PAA is een intensieve cursus, maar door de enthousiaste docenten, interessante leerstof en de leuke practica wordt het door studenten als een van de leukste vakken van de bachelor biologie ervaren. Beoordeling(door 13 van de 41 deelnemers): 8,3 Slagingspercentage (zonder herkansing): 97,6%
13
Orientatie op de communicatieve en educatieve practijk, OCEP (B-B3OCEP05) De cursus OCEP is vooral gericht op de praktijk, zoals de naam al aangeeft. Je kiest aan het begin of je een communicatieve (C) of een educatieve (E) stage gaat volgen. Voor de E-groep is dit een middelbare school, voor de C-groep is het een instelling die zich bezighoud met communicatie (denk aan musea, bedrijven die lesprogramma’s maken, internetbedrijven, etc.). Tijdens de instituutsweken bespreek je de redelijk schoolse stof over didaktiek en geef je vele presentaties. Daarnaast bereid je een simulatie voor. Hierbij is het de bedoeling dat E-mensen een lesje geven en dat C-mensen een situatie schetsen die zij tijdens hun stage tegen kunnen komen. De medestudenten spelen vervolgens de doelgroep die jij als simulant wilt bereiken. De dagen tijdens de instituutsweken duren meestal redelijk lang, van half tien tot half vier. Ze zijn nuttig omdat er een prettige, vriendelijke sfeer wordt geschept waarin iedereen durft les te geven of te communiceren. De stageweken zijn nog veel leerzamer omdat je hierin ook echt merkt hoe een baan in het onderwijs of in de communicatie eruitziet. Tijdens je stage loop je mee met de school of het bedrijf of de instelling waar je bent ingedeeld. Daarnaast werk je aan je eigen project waar de een productverslag over schrijft. Dit kan bij een E-stage bijvoorbeeld (een deel van) een practicumreeks of een digitale oefenmodule zijn. Bij een C-stage is het sterk afhankelijk van de instelling waar je terecht komt. Je kunt denken aan een informatieve folder, een expositie of een lesprogramma. Je eindcijfer wordt bepaald door losse cijfers voor twee verslagen. Ten eerste leerverslag, boordevol zelfreflectie en met referenties naar stof uit de instituutsweken. Ten tweede het productverslag van je stage opdracht. Ook wordt je beoordeeld door de stagebegeleider van je stage-instelling maar hier wordt in de praktijk weinig mee gedaan. Wel moet je inzet natuurlijk voldoende zijn geweest. Ik vond het een erg goede cursus omdat de docenten hun best doen en je erg veel mogelijkheden bieden om uit te vinden hoe jij je voelt in het CE-werkveld. Bij biologie hebben we niet veel vakken die net zo praktijkgericht zijn als OCEP, dat vind ik zeker goed aan de cursus. Als je enige interesse hebt in deze richting is het een absolute aanrader. Beoordeling(door 2 van de 19 deelnemers): 7,5 Slagingspercentage (zonder herkansing): 88,2%
Ontwikkelingsbiologie en genetica (B-B3OBG05) De niveau 3 cursus Ontwikkelingsbiologie en genetica zal nog verder ingaan op de ontwikkeling en differentiatie van cellen in organismen. De cursus bestaat uit hoorcolleges en practica. Er wordt geen boek gebruikt, dus alle theorie die op de twee deeltentamens getoetst wordt zal tijdens colleges en practica besproken worden. Tijdens deze cursus ga je wel diep op de stof in. De nadruk ligt vooral op de verschillende factoren die de identiteit van een cel bepalen. Er worden soms moeilijke termen naar je gegooid, maar in de slides komt duidelijk naar voren welke je wel uit je hoofd moet kennen, en welke niet. Daarbij wordt alles ook duidelijk uitgelegd, waardoor de tentamens goed te doen zijn. De tentamens bestaan bijna alleen uit open vragen. Er zullen ook wetenschappelijke artikelen tot de toetsstof behoren. Deze artikelen horen bij de presentatie opdracht, die moet worden uitgevoerd door groepjes van 3 à 4 personen. Deze presentaties moeten in het Engels worden gegeven. Door deze presentaties leer je wetenschappelijke artikelen te ontleden en wordt ook nog eens de collegestof herhaald. De cursus is in twee delen opgedeeld. In het eerste gedeelte van de cursus ligt de focus op de model organismes Drosophila melanogaster en de C. elegans. Tijdens de practica zal je voornamelijk bezig zijn met het kruisen en onderscheiden van gemuteerde C. elegans. De studentassistenten waren enthousiast en ook heel fijn om mee samen te werken. Deze practica zijn goed bij te houden en ook
14
heel leuk om uit te voeren, maar ze nemen wel veel tijd van je week in beslag. Bij de practica maak je gebruik van een reader. Hierin staan een aantal vragen waarvan je een gedeelte ook moet inleveren, dit zal meetellen voor een practicum cijfer. Het is dus belangrijk die vragen goed bij te houden tijdens elke practicumles. In het tweede gedeelte van de cursus ligt de focus op het zebravisje. Hierbij wordt dan ook college gegeven in het Hubrecht Instituut. We mochten in het Hubrecht ook een kijkje achter de schermen nemen naar wat voor experimenten er met zebravissen gedaan werden. De hoorcolleges over de zebravis gaan iets minder diep op de stof in. In dit gedeelte van de cursus ben je tijdens de practicadagen vervolgens alleen nog maar met zebravis embryo’s bezig. Deze practica werden als minder interessant gezien, vergeleken met de C. elegans. Maar dat kwam vooral, omdat de embryo’s niet net zo leuk als de C. elegans over het beeld konden kruipen. Al met al een hele interessante cursus! Beoordeling(door 9 van de 46 deelnemers): 7,0 Slagingspercentage (zonder herkansing): 84,8%
15
Periode 3
- timeslot A + D of B + C -
- Niveau 3 Scriptiecursus (B-B3AFST05) Deze cursus is de laatste verplichte cursus die je in je bachelor zal doen. Dat maakt hem er echter niet minder belangrijk op: het is de parel op de kroon die je bachelor is. Een mooi resultaat voor je bachelor kan zich terug betalen in wellicht een stagemogelijkheid bij de vakgroep waarbij je je scriptie hebt geschreven, maar boven alles leidt een goed resultaat tot een goed gevoel. De inschrijfprocedure voor dit vak is iets anders dan dat je gewend bent bij andere vakken. De inschrijving gebeurt eerst via Osiris, maar daarna zal je van de cursuscoördinator een e-mail krijgen met een formulier waarop je je eerste drie voorkeuren voor een vakgroep moet aangeven. Vervolgens zal er wat gepuzzeld worden om zoveel mogelijk mensen aan hun wensen tegemoet te komen. Er zijn altijd vakgroepen die veel populairder zijn dan andere, zoals gedragsbiologie. De kans dat daarvan je eerste keuze wordt gehonoreerd is lager dan bij andere vakgroepen en sta er dus niet van te kijken als je niet wordt ingeloot. Na het eerste college zal je kennis maken met je begeleider. Afhankelijk van je begeleider en zijn/haar manier van kijken zul je een onderwerp krijgen of een onafgebakende richting. Dit is vaak ook af te stemmen aan je eigen voorkeur. Er zijn een paar verplichte colleges die gegeven worden door de coördinator. Daarnaast is het boek “een leesbare scriptie” verplicht voor de cursus en er is ook een werkcollege waarin je bibliotheekinstructie krijgt. Dat heb je vaak al in je tweede jaar gehad maar het is zeer verfrissend om het allemaal nog een keer te horen. Je leert effectiever te zoeken naar literatuur (Web of Science, Scopus etc.) en je leert je gevonden literatuur beter te bewaren en te organiseren (RefWorks). Dan de scriptie zelf nog schrijven, je zou het haast vergeten maar daar gaat het uiteindelijk om. Reken er op dat je veel meer dan de 20 uur per week die er officieel voor staan mee bezig zal zijn. Het is wel te combineren met een andere cursus zolang die niet te zwaar is. In uitzonderlijke gevallen loont het ook om je andere vak te laten vallen om al je aandacht te kunnen richten op je scriptie. Je scriptie schrijven is dus geen makkelijke taak, maar wanneer je eenmaal klaar bent houd je er een zeer goed en voldaan gevoel aan over. Dat maakt alle tegenslagen die je tegenkomt, lange dagen, en RSI helemaal goed!
16
Periode 3
- Fulltime -
- Niveau 3 Onderzoeksproject (B-B3ONSCR en B-B3ONST) Wanneer je voor deze cursus kiest, kun je het schrijven van de scriptie combineren met een ministage. Je mag zelf bepalen hoe je de tijd indeelt, zolang je maar ongeveer vijf weken aan beide onderdelen besteed. Zelf heb ik ervoor gekozen om eerst vijf weken fulltime aan het onderzoek te werken, om vervolgens de resterende vijf weken aan het schrijven van mijn scriptie te besteden. Bij nader inzien is het wellicht slimmer om deze werkzaamheden wat meer af te wisselen, want vijf weken van 9:00 tot 17:00 aan een scriptie werken kost erg veel geestelijke inspanning. De meeste studenten zullen tijdens het onderzoeksproject iemand (bv. een aio) assisteren bij zijn/haar onderzoek. Ik mocht echter een eigen onderzoek verrichten, namelijk naar de evolutie van corbiculate bijen (zoals honingbijen en hommels). Dit onderzoek deed ik op het moleculaire laboratorium van Roy Erkens, omdat ik de DNA-sequentie van een bepaald gen wilde verkrijgen voor verschillende soorten bijen. Het werk was erg gevarieerd, namelijk van het vangen van bijen tot het sequencen van DNA tot het analyseren van de data achter de computer. Helaas bleek het onderzochte gen niet geschikt, waardoor ik geen bruikbare onderzoeksresultaten verkreeg. Dit zeg ik om aan te geven dat je niet teleurgesteld moet zijn wanneer er geen harde conclusies uit je onderzoek komen. Het doel van het Onderzoeksproject is daarentegen om ervaring op te doen met onderzoek en dat doe je wel degelijk. Bij het Onderzoeksproject hoort ook het houden van een presentatie voor je werkgroep. Hierin zullen de resultaten van je onderzoek besproken worden. Afhankelijk van je begeleider dien je ook een verslag in te leveren van het verrichte onderzoek. Naast het onderzoek werk je aan je scriptie. Deze thesis is geen uitgebreide uitwerking van het onderzoek, maar je moet eerder als een losstaand geheel zien. Het is echter wel mogelijk om je eigen onderzoeksresultaten erin te verwerken. Ik vond deze cursus zeer leuk en leerzaam. Aangezien het onderwerp van de scriptie gerelateerd is aan het onderzoek, was ik extra gemotiveerd om aan mijn scriptie te werken. Een bijkomend voordeel is dat de benodigde wetenschappelijke literatuur zowel betrekking heeft op de scriptie als op het onderzoek, waardoor het lezen een veel leukere bezigheid wordt. Daarnaast ben je tijdens deze cursus veel op jezelf aangewezen: je zult zelf tijdig contact op moeten nemen met je begeleider(s), je moet een degelijke tijdsplanning aanhouden, je dient creatief te zijn met het bedenken van oplossingen. Het is daarmee een uitstekende voorbereiding op de onderzoeksprojecten tijdens je master. Het Onderzoeksproject is dus echt een aanrader, zeker wanneer je het leuk vindt om onderzoek te verrichten. Graag wil ik nog als tip meegeven dat je veel uren aan het onderzoek kwijt kunt zijn. Houdt daarom een strakke planning aan, zodat je scriptie niet in het gedrang komt.
17
Vakken buiten Biologie Naast al deze leuke vakken bij Biologie is het ook mogelijk om je profileringsruimte te vullen met vakken die door andere studies worden aangeboden. De mogelijkheden zijn oneindig en de deuren van de universiteit staan wagenwijd voor je open! Maar dit maakt het uiteraard ook lastig om juist dat ene leuke vak te vinden dat zo perfect aansluit op de rest van je Bachelor. Om het voor jullie iets makkelijker te maken komen er voortaan in elke studiegids een aantal vakken buiten Biologie te staan. De stukjes worden geschreven door biologen uit Utrecht en de vakken sluiten goed aan op je huidige studie. Dit is natuurlijk geen compleet overzicht van de grote diversiteit aan cursussen die je zou kunnen volgen, en als een cursus niet in deze gids staat kan het evengoed een leuke cursus zijn. Maar hopelijk brengt het jullie op ideeën! En vraag gerust aan je studiegenoten welke vakken zij hebben gevolgd, want wie weet hebben ze nog een goede aanrader! Check voor je een cursus wilt gaan doen wel altijd goed de reguliere studiegids van de desbetreffende studie voor toelatingseisen en om na te gaan of de cursus dit jaar weer op dezelfde wijze gegeven wordt.
Reproductie(BMW30805) – Biomedische Wetenschappen De cursus Reproductie is een niveau 3 keuzecursus van BMW, gegeven door de faculteit Diergeneeskunde. In totaal zijn er 15 docenten afkomstig van het UMC of de faculteit Diergeneeskunde die één of meerdere colleges en practica verzorgen waarin ze hun vakgebied bespreken. Een aantal van deze docenten weet kennis perfect over te brengen maar sommigen zijn duidelijk niet zo goed in lesgeven. Dit was echter niet heel storend omdat de onderwerpen die besproken werden heel boeiend waren. Een grote diversiteit aan onderwerpen wordt behandeld, o.a. paringsgedrag, de anatomie van de voortplantingsorganen, oögenese en spermatogenese, IVF en stamcellen. Colleges werden afgewisseld door practica die niet altijd even relevant waren maar wel leuk om te doen. Zo hebben we in een lab geleerd hoe men sperma van fokpaarden onderzoekt op kwaliteit en hoe IVF wordt uitgevoerd. Veel van de colleges zijn gebaseerd op het boek van de cursus, ‘Essential Reproduction’, maar in mijn ervaring is het leren van de colleges en practica voldoende om de cursus te halen. Ik heb het boek alleen gebruikt om bepaalde onderwerpen terug te vinden die ik lastiger vond. De hoeveelheid stof die je moet leren is best groot maar de cursus is prima te halen. Er is een eindtoets die bij ons bestond uit 10 open vragen. Daarnaast moet je in een groepje een essay schrijven en hierover een presentatie geven. De essay opdracht was erg leuk omdat je veel vrijheid had in het kiezen van een onderwerp. Ons onderwerp was de invloed van kunstmatige voortplantingstechnieken, zoals IVF en ICSI, op de sex ratio van mensen in de wereld. Hieruit bleek dat bij bepaalde behandelingen ouders meer kans hebben op een jongen of juist een meisje. De cursus had niet altijd even veel diepgang maar ik vond het persoonlijk erg leuk. Het was heel afwisselend en totaal verschillend van cursussen die ik eerder bij Biologie gevolgd had. Omdat het een cursus van BMW is moet je er rekening mee houden dat ze zich erg focussen op de praktijk, de mens en ziektebeelden. Hierdoor wordt soms minder diep op de stof ingegaan dan bij biologie het geval is. Zeker een aanrader, waarschijnlijk vooral voor mensen die uitgeloot zijn voor Diergeneeskunde of eens een kijkje willen nemen in een ander vakgebied.
18
Dankwoord De Onderwijscommissie wil de volgende personen hartelijk bedanken voor hun bijdrage aan het tot stand komen van deze gids: Maarten Brouwer Anouk Boersen Najoua Ryane Nynke ten Hoeve Eline Lookermans Lara Nellissen Iris van Asten Marretje Adriaanse Michiel Bucking En natuurlijk Tijmen van Loon voor zijn tomeloze inzet voor de onderwijscommissie afgelopen jaar!
Bedankt!