Alternatieve Niveau 2 en 3 Cursussengids
Periode 4
UTRECHT, Januari 2012 Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen Vereniging
Voordat je begint met lezen.. De alternatieve gids is anders dan de reguliere studiegids van het departement Biologie. De informatie in deze gids is afgestemd op die in de reguliere, maar het kan gebeuren dat ze minder up to date is. Kijk dus vooral ook naar de reguliere studiegids op de site van de Universiteit. De directe link erna toe is als volgt: http://www.uu.nl/faculty/science/nl/onderwijs/bachelor/studenten/opleidingen/biologie/studiepun t/naslag/studiegids
Wil je misschien ook meer weten over de veranderingen in het onderwijsmodel in de komende jaren, kijk dan op www.uu.nl/studenten/onderwijsmodel.
2
Voorwoord/Toelichting Beste student, Het kiezen van de juiste vakken voor de volgende periode blijft altijd moeilijk. Voor veel studenten biedt deze alternatieve studiegids dan ook een helpende hand. Veel van jullie kennen de gids inmiddels, maar voor degene waarbij hij wat minder bekend is, hier even een korte uitleg over wat de alternatieve studiegids precies is. De alternatieve studiegids lijkt in principe erg veel op de gewone studiegids: over elke cursus staat er een stukje tekst waarin beschreven wordt wat deze cursus precies inhoudt. Het grote verschil met de gewone studiegids is dat deze stukjes tekst geschreven zijn door studenten. Deze studenten hebben het vak vorig jaar gevolgd en delen op deze manier hun ervaringen met jullie. Zij beschrijven het verloop van de cursus, de onderwerpen die onderwezen worden en geven bijvoorbeeld aan hoe zwaar zij het vonden om de desbetreffende cursus te volgen. Dit is natuurlijk wel de mening van maar één enkele student, maar het geeft je in ieder geval vaak een andere kijk op het vak, wat je kan helpen bij je beslissing. Bij ieder cursus wordt ook de slagingspercentages van de cursus bijgevoegd. Deze slagingspercentage berust op de percentage studenten die het vak in een keer halen, en het percentage studenten die het vak na de herkansing halen. Elke periode zijn er wel een aantal nieuwe cursussen, omdat deze cursussen nog nooit eerder gegeven zijn, is hier nog weinig over bekend en kan er ook geen ervaringsbericht over geschreven worden. Ook kunnen er dan geen slagingspercentages weergegeven worden. Soms staat hier dan een stukje over een vergelijkbare cursus die in de afgelopen jaren is gegeven. Ga jij een van deze nieuwe cursussen volgen? Mis jij een stukje of wil jij een nieuw stukje schrijven voor de gids van volgend jaar? Laat het ons weten! Stuur een mailtje naar
[email protected] met daarin het vak waarover jij een stukje zou willen schrijven. Je kunt natuurlijk ook iemand van ons aanspreken! Ben jij een ouderejaars bioloog en wil je beginnen aan je scriptie/onderzoeksproject? Ook hiervoor kun je bij ons terecht. Kijk achter in deze alternatieve studiegids voor meer informatie! Heel veel succes met het maken van je keuze en natuurlijk veel plezier bij het volgen van je cursussen! De onderwijscommissie van de UBV, Nora Assendorp Berber Heerschop Mayke Rijpert NB: Ben jij op zoek naar een gezellige commissie die niet te veel tijd kost maar wel belangrijk werk verzet? Kom ons dan versterken! Stuur een mailtje naar
[email protected] en wie weet zien wij jou op de volgende vergadering! NB 2: Wil je een bijdrage leveren aan de tentamenbank? Neem de tentamens mee die je gemaakt hebt en geef ze aan de vicevoorzitter van de UBV. Hier heeft iedereen profijt van!
Inhoudsopgave
Voordat je begint met lezen..
2
Voorwoord/Toelichting
3
Inhoudsopgave
4
Blokjesrooster
5
Voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen
6
Studieadviespaden
8
Periode 4 - timeslot A + D - Niveau 2 – De Cel (B-B2CEL09) Neurobiologie (B-B2NEUR10)
9 9 9 10
- Niveau 3 – Cognitie en gedrag (B-B3CEG05) Immunobiologie (B-B3IMMB09) Geschiedenis en Wijsbegeerte (B-B3GESB05)
10 10 11 12
Periode 4 - timeslot B + C - Niveau 2 – Moleculaire Genetica (B-B2MOLG05) Wetenschapscommunicatie (B-B2WECO09) Metabolisme (B-B2META09) Natuurbehoud en duurzaamheid (B-B2NADU11)
13 13 13 14 15 15
- Niveau 3 – Aquatische Ecologie (B-B3AQEC05) Scriptiecursus - Niveau 3 Scriptiecursus
15 15 16 16 16
Onderzoeksproject
17
Dankwoord
- Fulltime -
18
4
Blokjesrooster
Voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen Er zijn voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen. De regels hiervoor staan genoemd in de Onderwijsexamen regeling (OER). In het artikel uit de OER dat de toelating tot het onderwijs van niveau 2 en 3 regelt, staat:
art. 4.2 – ingangseisen cursussen; voorkennis 1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die van het eerste jaar van de opleiding onderdelen met een studielast van tenminste 37½ studiepunten heeft behaald. 2. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het gevorderde niveau (niveau 3) van de opleiding heeft de student die van de keuzeonderdelen van de opleiding op verdiepend niveau (niveau 2) van het 2e jaar onderdelen met een studielast van tenminste 15 studiepunten heeft behaald. 3. Toegang tot de cursussen Afstudeeropdracht (scriptiecursus) en Onderzoeksproject heeft de student die tenminste 120 studiepunten van de major van de opleiding heeft afgerond met een voldoende eindcijfer, waarvan het verplichte deel van de major (67½ studiepunten) geheel moet zijn behaald. 4. Vanwege gewetensbezwaren kan de student verzoeken om deel te nemen aan de cursus Biologie van dieren (niveau 1) waarbij van de cursus de verplichte dissectiepractica worden vervangen door een andere opdracht. 5. Aan de niveau 2 cursus gedragsbiologie kan eerst worden deelgenomen nadat een voldoende is behaald voor de niveau 1 cursus Biologie van dieren met dissectie en de cursus Evolutie en biodiversiteit. 6. De cursus Biologie van dieren met dissectie is verplicht voor alle cursussen van niveau 2 en 3 met practica waarbij gebruik wordt gemaakt van dieren. 7. Onverminderd het bepaalde in het vijfde en zesde lid wordt in de Universitaire Onderwijscatalogus (en de studiegids) bij elke cursus aangegeven welke voorkennis vereist is om daaraan met goed gevolg te kunnen deelnemen.
De volledige OER kan je inzien en downloaden op de website van de Universiteit: http://www.uu.nl/faculty/science/nl/onderwijs/bachelor/studenten/opleidingen/biologie/studiepunt/naslag/o er/Pages/default.aspx
6
De Onderwijscommissie van de UBV (de OcUBV) De onderwijscommissie van de UBV is de commissie die service op onderwijsgebied levert aan alle Utrechtse Biologiestudenten. De commissie heeft ook jou een heleboel te bieden! Aan wat voor services kun je zoal denken? •
Tentamenbank op internet
•
Tentamenbundel voor eerstejaars
•
Alternatieve studiegidsen
•
Alternatieve mastergids
•
Stagebank
•
Studie-informatie
De producten van de OcUBV kun je dus vinden op de website van de UBV: www.ubv.info onder het kopje onderwijs. Ook over de commissie zelf staat informatie op de website. Klik hiervoor vanaf de hoofdpagina door naar ‘commissies’. Voor meer algemene informatie en nieuws op onderwijsgebied (vragen staat vrij!) kun je ook een email naar
[email protected] sturen, bellen naar de UBV-kamer (030-2536741) of spreek een onderwijscommissie- of UBV-bestuurslid aan!
Zin om te helpen met het maken van deze gids? Wil je in een commissie, maar er niet al te veel tijd aan kwijt zijn? Kom de OcUBV versterken! Hoe? Zoals hierboven: mail/bel/spreek iemand aan
Studieadviespaden De Bacheloropleiding Biologie kent vier studieadviespaden. Een studieadviespad is een cluster van cursussen die je een goede basis geeft voor bepaalde masterprogramma’s, maar je bent niet verplicht deze cursussen te volgen. Je wordt geadviseerd een pad te volgen als je een bepaalde richting op wilt. Hieronder staan de studieadviespaden genoemd met de bijbehorende cursussen van periode 3. Meer informatie over de studieadviespaden vind je in de reguliere studiegids.
Organisme, Ecosystemen en Biodiversiteit Niveau 2 Biodiversiteit, natuurbescherming en duurzaamheid
Niveau 3 Aquatische ecologie
Gedragsbiologie Niveau 2 Neurobiologie
Niveau 3 Cognitie en gedrag
Moleculaire Levenswetenschappen Niveau 2 Moleculaire genetica
Niveau 3 Immunobiologie
Educatie Communicatie en Management Niveau 2 Wetenschapscommunicatie
Niveau 3 -
8
Periode 4
- timeslot A + D -
- Niveau 2 –
De Cel (B-B2CEL09) De Cel is een cursus die bij uitstek past binnen het studieadviespad Moleculaire Levenswetenschappen. Aan de hand van het boek ‘The Cell’ van Alberts wordt er ingegaan op het functioneren van een eukaryotische cel. De cursus bestaat uit een theoretisch en een praktisch deel. Het theoretische deel is opgedeeld in drie onderdelen waarvan over elk onderdeel een tentamen wordt afgenomen. Het eerste deel gaat over genregulatie en expressie en heb je colleges van Adri Thomas. Hij kan zeer goed en boeiend colleges geven, maar hij verwacht ook een goede inzet van jou en dat je alles zeer precies weet en kan formuleren. Ook heb je werkcolleges (die heel handig zijn om te volgen) en een aantal COO’s. Het komt er op neer dat je heel precies het centrale dogma (DNA –> RNA –> eiwit) en alles wat daar mee te maken heeft moet begrijpen. Vergis je niet in het feit dat sommige dingen je bekent voor zullen komen uit de eerstejaars cursus Moleculaire Biologie. Er wordt in deze cursus veel dieper in gegaan op wat je eerder hebt gehad. Dit onderdeel wordt als moeilijkste ervaren. In het tweede deel behandel je signaaltransductie en compartimentalisatie. Dit gedeelte wordt afwisselend behandeld door Jan Andries Post (ook de coördinator van de cursus) en Fons Cremers. In deze periode heb je geen COO’s meer, maar uitsluitend colleges en werkcolleges. Jan Andries Post kan nogal lang van stof zijn, maar uiteindelijk wordt het je wel duidelijk wat hij van je verwacht. Het enthousiasme van Fons Cremers werkt aanstekelijk en zorgt ervoor dat je goed bij de les blijft. Dit onderdeel is zeer goed te doen. Het derde en laatste gedeelte wordt wederom afwisselend door Jan Andries Post en Fons Cremers gegeven en gaat over celskelet, celcyclus en celdood. Ook hier zijn geen COO’s meer dus afgezien van het onderwerp lijkt dit gedeelte qua opbouw zeer op het tweede deel. Naast deze theoretische delen is er nog een praktisch deel waarin je gedurende de gehele periode in groepen werkt aan een celbiologisch proces. Dit wordt gedaan aan de hand van een essay. Uit een overkoepelend onderwerp worden meerdere sub-onderwerpen bepaald en deze worden verdeeld tussen de verschillende groepen. Uiteindelijk maak je met de gehele groep dus 1 praktische opdracht. De sub-onderwerpen worden aan het eind van de periode in een minisymposium gepresenteerd aan andere studenten. Dit onderdeel was zeer leerzaam, aangezien je met een zeer grote groep werkt aan 1 onderwerp. Dit haalde echter ook wel eens frustraties naar boven als er bepaalde delen niet op tijd werden ingeleverd. Al met al is het een zeer boeiende cursus, waarin wel echt inzet van je wordt verwacht. Hou je echter alles goed bij dan is deze cursus goed te doen. Een echte aanrader voor mensen die geïnteresseerd zijn in de moleculaire biologie. Slagingspercentage(1e keer): 71,1% Slagingspercentage (na herkansing): 88,9%
Neurobiologie (B-B2NEUR10) LET OP: deze cursus heeft een nieuwe coördinator en docenten dit jaar en zal gaan veranderen. Volgens de nieuwe coördinator Casper Hoogenraad zal de cursus zelf een bredere opzet krijgen dan de hierna beschrevene cursus van de afgelopen jaren. Het boek van de nieuwe cursus zal Neuroscience door Purves et al. (5de deel) zijn. In de cursus neurobiologie komen allerlei aspecten van de neurobiologie aan bod. Vorig jaar was Richard van Wezel de coördinator. Dat gaat veranderen, want Richard verhuisd naar Nijmegen. Dat zal invloed hebben op de cursus, maar ik neem aan dat de grote lijnen hetzelfde blijven. De cursus die ik heb gevolgd bestaat voornamelijk uit colleges. Allerlei onderwerpen over de hersenen en het centraal zenuwstelsel passeren de revue. Een greep uit het aanbod: het visueel- en auditief systeem, de ontwikkeling van de hersenen, het somato-sensorisch systeem, het cerebellum, hogere cognitie, etc. Veel verschillende onderwerpen dus die duidelijk een raakvlak hebben. Ik vond echter dat de cursus er niet in slaagde dat verband te benoemen. Het zou bijvoorbeeld fijn zijn geweest als er een keer een driedimensionaal model (verhelderende practica waren er niet) bijgehaald werd om klassikaal besproken te worden. Enige terugkoppeling zou ook niet hebben misstaan. Eerlijkheid gebied mij te zeggen dat ik van medestudenten hoorde dat zij hier minder last van hadden. De colleges werden gegeven door Richard van Wezel en Chris Klink. Chris gaf losjes, maar af en toe wat warrig colleges, terwijl Richard een stuk gestructureerder, maar misschien iets stijver les gaf. Naast het tentamen, wat door de meesten als redelijk gemakkelijk werd ervaren, was er maar één verslag dat de studenten moesten maken. Voor de verandering eens individueel. Het was de bedoeling een artikel te schrijven voor de wetenschappelijke bijlage van een krant. Het artikel moest worden gebaseerd op recent onderzoek en relevant zijn binnen de cursus. Een leuke opdracht waarin de studenten veel vrijheid werd gegund. Later moesten de artikelen onderling worden gereviewd. Als je ambities hebt in de neurobiologie moet je dit vak zeker gaan volgen. Er worden veel mechanismen en structuren behandeld, maar het grote plaatje bleef, voor mij, wazig. Slagingspercentage(1e keer): 94% Slagingspercentage(na herkansing): 97%
- Niveau 3 – Cognitie en gedrag (B-B3CEG05) Cognitie en gedrag is een niveau 3 cursus die leuk is om te volgen als je geïnteresseerd bent in gedragsbiologie en dan vooral in het aspect hoe dieren leren. De cursus is ook een aanrader als je wat ervaring wilt opdoen met het observeren van dieren. Voor deze cursus hoef je geen gedragsbiologie gevolgd te hebben, al is het wel handig. Het heeft namelijk redelijk wat overlapping met gedragsbiologie, vooral het deel van Bolhuis is vrijwel hetzelfde. De andere docenten zijn Liesbeth Sterck, Simon Reader en Marie-Jose Duchateau. De cursus is opgedeeld in 3 delen. In de eerste 5 weken krijg je colleges, werkcolleges en een practicum met zebravissen. In de eerste 4 weken lees je ook het boek ‘Denken dieren na’, waar in de 4e week een discussie over wordt gehouden. Dit vond ik een heel leuk onderdeel, het was een interessant boek en omdat je erover 10
ging discussiëren bleef je actief met het onderwerp bezig. De 5e week wordt afgesloten met een tentamen, waarbij de tentamenstof bestaat uit de colleges en primaire literatuur. De primaire literatuur bestaat uit artikelen die elke docent op webct zet. In de laatste 5 weken wordt de groep opgedeeld in 2en, waarbij het ene deel begint met het observeren van Java-apen in Rijswijk. De kosten van de trein zijn voor jezelf, en voor mensen met een weekend-ov is het redelijk duur omdat je voor 9 uur geen korting krijgt. Dit zijn 3 observatiedagen waarin je een groep van ongeveer 20 apen observeert. In het begin lijkt het onmogelijk om alle apen te herkennen en ook nog hun gedrag te noteren, maar het gaat redelijk snel en gelukkig zijn er ook assistenten bij die je goed helpen. Na de observatiedagen ga je een onderzoeksvraag uitwerken in trio’s waarbij je de data gebruikt van de 3 observatiedagen. Het onderdeel wordt afgesloten met een presentatie. Ik vond dit het leukste deel van de cursus, omdat je heel actief bezig bent met de dieren waardoor je allemaal verschillende karakters gaat ontdekken en dominantiehiërarchieën kunt herkennen bijvoorbeeld. De laatste 2 weken van de cursus staat voor het schrijven van een onderzoeksvoorstel in het Engels, waarbij je een onderwerp en een begeleider krijgt toegewezen. Je schrijft dit weer met z’n 3en. Omdat je niet zelf kan kiezen kan het wel zo zijn dat je een onderwerp krijgt wat je helemaal niet zo interesseert. De 2 weken die voor dit onderdeel stonden waren wel redelijk kort om een heel projectvoorstel te schrijven. Maar al met al vond ik het een hele leuke cursus! Slagingspercentage(1e keer): 91,8 % Slagingspercentage(na herkansing): 100%
Immunobiologie (B-B3IMMB09) Immunobiologie is een niveau 3-cursus gegeven door onder andere Ronald Bontrop, Can Kesmir en Rob de Boer. Het vak borduurt in feite verder op hetgeen in Biologie van Dieren aan bod is gekomen over het immuunsysteem, maar dan in groot detail. Ook komen een aantal dingen van systeembiologie terug, zoals BLAST. Maar maak je geen zorgen; alles wordt gewoon vanaf de basis uitgelegd en dit onderdeel viel mij (geen liefhebber van bioinformatica) erg mee. De cursus is opgedeeld in vier aspecten, die min of meer door elkaar heen lopen: 1. Het theoretische deel waar door middel van hoorcolleges een stuk of 10 hoofdstukken uit het boek Immunology van Peter Parham behandeld worden. De lessen werden in het Engels gegeven omdat er dat jaar een Chinees bij zat, maar ik kan me goed voorstellen dat ze ook in het Nederlands gegeven worden, als er geen internationale studenten bij zijn. In beide gevallen vond ik eigenlijk alle docenten helder. Er wordt ook lesgegeven door een aantal verschillende docenten die allemaal hun eigen specialisatie hebben. Dit leidde echter niet tot een rommelig geheel. Integendeel, de docenten waren prima op elkaar afgestemd. 2. Een ander deel wordt gebruikt om papers die als ondersteuning dienen van de stof te bespreken. De bedoeling is dan om klassikaal een discussie over de verschillende aspecten van dat artikel te voeren. Dit is een verplicht onderdeel en je krijgt een cijfer voor participatie. Dit houdt in dat je in ieder geval iets van toepassing op het artikel moet zeggen tijdens de discussie, wil je een voldoende krijgen voor participatie. Het is geen ramp als je dat een paar keer niet doet, maar het is wel makkelijk 1/10 van je cijfer scoren. 3. Verder krijg je tussen de colleges en discussies door ook computer practica. Zoals gezegd wordt ‘BLAST’ gebruikt, maar bijvoorbeeld ook ‘R’ om bepaalde immuunresponses te modelleren. Aan het
eind van de cursus moet je een computerpracticum uitzoeken en daar een paper over schrijven. Er is hier voldoende begeleiding bij van AIO’s en docenten tijdens de computerpractica. 4. Het leukste deel van de cursus zijn de practica. Je moet eerste een aantal artikelen lezen waarin een bepaalde techniek (Phage Display Libraries maken) wordt uitgelegd en hier ga je dan met in een groep van 4 een aantal dagen mee werken. Dat betekent lange uren in het lab, dus als je daar van houdt is dat natuurlijk prachtig. Als je er niet van houdt is het ook goed, want uiteindelijk zijn het maar een paar dagen. Hier wordt ook een paper over geschreven, waarin je de proef en de resultaten moet beschrijven, maar dit wordt ook zeer uitgebreid behandeld tijdens het practicum. Aan het eind van de cursus was er een gastcollege van de auteur van het boek hemzelf, Peter Parham, wat heel mooi was. Hoewel ik niet weet of hij dat elk jaar doet geeft zo’n gastcollege aan het eind altijd een mooi inzicht in de toepassing van het vak. Het vak sluit af met een tentamen waarin vooral Parham’s boek aan bod komt, en een beetje de computer practica en de gelezen papers. Dit tentamen viel mij erg mee omdat je 10 weken op een zeer goede en uitgebreide manier met de stof bezig bent geweest. Al met al is er voor ieder wat wils; zowel moleculair als klinische benadering van het immuunsysteem, in het lab werken bij de practica, bioinformatica opdrachten, en leuke discussies over recente literatuur. Slagingspercentage(1e keer): 82,2% Slagingspercentage(na herkansing): 91,1%
Geschiedenis en Wijsbegeerte (B-B3GESB05) Deze cursus bestaat uit twee delen: een geschiedenisdeel en een wijsbegeertedeel. Zowel het geschiedenis als het wijsbegeerte deel wordt gegeven door Bert Theunissen. De cursus heeft relatief weinig contacturen, maar gezien het vele leesmateriaal, kan hij als nog intensief genoemd worden. Gelukkig is daarbij de structuur van de cursus erg duidelijk: Per week wordt er 1 dag geschiedenis en de andere dag wijsbegeerte gegeven. Uiteraard is er wel wat overlap tussen deze 2 delen. Vooralsnog vond ik dat Bert Theunissen het in zijn colleges heel duidelijk houdt. Het fijne uitleggen door Bert Theunissen, in combinatie met zijn enthousiasme hierin, maakt alle colleges heel erg leuk om te volgen! Het studiemateriaal voor het geschiedenis onderdeel is de reader, wat een boek betreft over de gehele geschiedenis van de Biologie(waar Bert Theunissen ook aan heeft meegeschreven). En het studiemateriaal voor het wijsbegeerte onderdeel zijn artikels. Bert Theunissen geeft van vrijwel alle artikels, uitgeprinte versies uit bij de colleges, wat je moet lezen voor de volgende week. Tevens mailt hij vaak de gehele groep met welke artikels en welke delen van de reader, voor wanneer, gelezen moeten worden. Als je de cursus volgt is het ten zeerste aan te raden dit zo goed mogelijk bij te houden. Als je alles namelijk ongeveer weet, wordt het uiteindelijk een stuk makkelijk leren voor het tentamen! Er is maar een tentamen aan het einde van de blok en hiervoor moet je dus het boek (geschiedenis) en alle artikels (filosofie) kennen. Daarnaast haal je ook enorm veel informatie uit de colleges. Al met al, maakt het enthousiasme van de docent, de duidelijke structuur en tevens de zeer interessante onderwerpen het een heel erg leuk vak om te volgen (niet voor niets jaarlijks goed beoordeeld door de studenten). 12
Eigenlijk vind ik het een vak dat je haast wel gevolgd moet hebben tijdens je opleiding Biologie. De onderwerpen die worden besproken zijn namelijk veelal visies op de natuur. Hoe dit in de geschiedenis is verandert geeft je een heel duidelijk beeld waarom we vandaag de dag op deze wijze Biologie uitoefenen. Slagingspercentage(1e keer): 73,5% Slagingspercentage (na herkansing): 91,2%
Periode 4
- timeslot B + C -
- Niveau 2 –
Moleculaire Genetica (B-B2MOLG05) Het vak Moleculaire Genetica wordt gegeven door Renze Heidstra en Viola Willemsen. Je zit een heel groot deel van de tijd in het lab, waar je werkt aan experimenten volgens een proefschrift, je leert daarom heel veel over het werk in een laboratorium. Helaas zijn de stappenplannen vaak onvolledig, je moet goed opletten bij de uitleg aan het begin van de practica, en ook tussendoor zal er veel moeten worden gevraagd aan de docenten. Vorig jaar was de cursus overvol, wat zorgde voor druk op de docenten en assistenten, en veel vroeg van het geduld van beide partijen. Dit geldt ook voor het computerpracticum, dat soms onduidelijk is. De colleges dienen als verdere verdieping van de stof. Ik vond ze zelf niet altijd even interessant, ze bestonden vooral uit droge informatie en veel technieken die letterlijk werden uitgelegd. Ook komt de lesstof gedeeltelijk overeen met de stof uit de cursus De Cel die ik eerder al gevolgd had, wat niet goed was voor mijn interesse in de colleges. Dat en de soms warrige manier van presenteren zorgde ervoor dat de colleges af en toe moeilijk te volgen waren. Ik vond het jammer dat er geen werkcolleges zijn, waardoor sommige berekeningen die je op het tentamen moest uitvoeren nooit zijn geoefend en dus ook nooit van feedback voorzien zijn. Over het algemeen is dit een van de minst plezierige cursussen die ik heb gevolgd, terwijl het mijn eerste keuze was. Wel weet ik dat andere mensen het een erg leuke cursus hebben gevonden, dus het is een kwestie van smaak. Je leert er ook wel echt heel veel over werken in een laboratorium, wat zeker nuttig kan zijn voor de toekomst, maar de manier waarop dit ging zorgde bij mij voor veel frustratie. Voor iemand die graag een heel praktische cursus wil volgen is deze cursus echter een aanrader. Succes met kiezen! Omdat vorig jaar de mening over deze cursus verdeeld was wilden wij jullie dit jaar twee meningen geven. Het volgende stukje laat zien hoe het vak ook ervaren kan worden: Meestal heb je ’s ochtends 2 uurtjes college en dan de hele middag practicum tot vijf uur, waarvoor je ook een labjournaal moet bijhouden. Dit wordt nagekeken, al stelt het niet al te veel voor, het is
vooral voor jezelf handig om te begrijpen waar je nou precies mee bezig bent. Daar wordt dan ook steeds op gehamerd en het is aan te raden om je elke keer even vooraf te verdiepen in je practicum. Je gaat bij het practicum allerlei verschillende moleculaire technieken toepassen waaronder PCR. Je doet meerdere onderzoeken naast elkaar, wat ik af en toe wel verwarrend vond, maar ook leerzaam. Door de docenten word je uitgedaagd om zelf na te denken. Als je iets vraagt over waarom een bepaalde stap in het onderzoek nodig is, en dan krijg je als antwoord terug: ‘Wat denk je zelf?’. Dit was aan het begin even schrikken maar uiteindelijk erg verfrissend, want zelf nadenken helpt beter begrijpen dan een kant-en-klaar antwoord op je vraag . Verder was Renze af en toe wat wazig, maar als je in paniek raakt over iets wat fout gaat tijdens je onderzoek, blijft hij kalm dus dat is wel ideaal. Het vak is goed te doen, en geeft je een beetje een beeld hoe het is om in het lab te werken. Het is een goede manier om in aanraking te komen met moleculaire methoden en een nuttige cursus voor als je de moleculaire richting op wilt! Slagingspercentage(1e keer): 37% Slagingspercentage (na herkansing):59,3%
Wetenschapscommunicatie (B-B2WECO09) De cursus wetenschapscommunicatie wordt gegeven door Arend Jan Waarlo. Wetenschapscommunicatie betreft een alledaags thema: ‘communicatie’, waar iedereen wel het een en ander over weet. Dit houdt dus in dat een groot deel van de basis al is gelegd, wat de cursus redelijk makkelijk maakt om te volgen. Omdat een groot deel al bekend is kan het op sommige momenten echter wel wat saai overkomen. Een ander nadeel is dat je voor jou bekende concepten omtrent communicatie in een nieuw vakjargon moet gieten. Alles wat je al wist moet je nu anders verwoorden en dat hoeft niet zozeer lastig te zijn, het kan vooral overbodig voelen. Je kunt zelf immers al goed genoeg communiceren. Aan het eind van de cursus kom je er gelukkig wel achter dat het niet allemaal overbodig was en dat het wel degelijk een bredere kijk geeft op wetenschap en de maatschappij. De cursus wordt vooral gegeven aan de hand van hoorcolleges. Af en toe hebben de hoorcolleges een wat interactiever karakter en dan merk je ook dat iedereen wat enthousiaster wordt. Verder wordt de cursus afgerond met een tentamen, die het grootste gedeelte van je cijfer bepaald. Een deel van je cijfer wordt ook bepaald door een groepsproject in de vorm van een recensiebundel over een populair wetenschappelijk boek. Je moet er rekening mee houden dat het een niveau twee cursus is, dus er wordt vooral veel theorie besproken, weinig toegepast. Deels is dit jammer, omdat juist de toepassing van de theorie de stof wat kan opleuken en wat begrijpelijker kan maken. De cursus is echter toegankelijk voor ongeveer zestig personen en meer praktijk les geven is enkel geschikt voor een groep van ongeveer twintig personen. De opzet van deze cursus is redelijk nieuw en het valt dus wel op dat het een en ander nog bijgeschaafd kan worden. Ook was het niet altijd even duidelijk wat er precies van je verwacht werd, vooral bij het naderen van het tentamen heerste er een beetje chaos. Gelukkig kun je Arend Jan Waarlo altijd van alles vragen en was het voor iedereen snel weer wat duidelijker.
14
Al met al is het een niet te moeilijke cursus, die denk ik iedereen wel kan halen. Als je het bespreken van de principes echter communicatie interessant vind dan is het zeker een aanrader. Slagingspercentage (1e keer): 83,6% Slagingspercentage (na herkansing): 89,1 %
Metabolisme (B-B2META09) Deze cursus wordt de eerste 3 weken door Fons Cremers gegeven daarna alleen nog door Henriette Schlupmann. In het deel van Fons gaat het over enzym vorm en functie en enzym kinetiek waarbij je moet rekenen, maar dat is goed te doen. Henriette vervolgt de cursus met thema’s als glycolyse citroenzuurcyclus, vetten, aminozuren, ribose-metabolisme en hoe sommige organen hier hun rol in spelen. De cursus is een raakvlak tussen de biologie en scheikunde en daarom komen er constant structuurformules van moleculen voorbij en het boek van de cursus: “Biochemistry” staat er daarom ook vol mee. Het boek moet je nauwlettend lezen om het te begrijpen, omdat het erg diep op de onderwerpen in gaat. De structuurformules worden niet getoetst maar een beetje chemisch inzicht kan bij deze cursus geen kwaad. De colleges van Henriette worden in het Engels gegeven en gezien ze een Frans/Zwitsers accent heeft moet je daar even aan wennen. Na het theoretische gedeelte van de cursus moet je een presentatie geven over een metabolische ziekte, dit is erg leerzaam omdat je alle informatie uit primaire artikelen moet halen. Daarnaast worden er ook nog enkele gastcolleges gegeven waarin je eindelijk een wezenlijke connectie kunt leggen tussen werken met metabolisme in theorie en in de praktijk. Dit is erg prettig omdat je voor die tijd enkel theoretisch te werk gaat en je soms afvraagt wat je daar dan mee kunt. Let op dit is wel een heel pittige cursus! Slagingspercentage (1e keer): 68,8% Slagingspercentage (na herkansing):93,8%
Natuurbehoud en duurzaamheid (B-B2NADU11) Deze cursus in nieuw, waardoor we ook nog geen ervaringsberichten van studenten hebben. Reguliere informatie vindt jij in de studiegids van het departement. Wil jij het vak gaan volgen en heb je zin om na afloop een stukje voor deze gids te schrijven, mail dan naar
[email protected] .
- Niveau 3 –
Aquatische Ecologie (B-B3AQEC05) Aquatische Ecologie is een van de weinige vakken waarbij je echt de hele cursus bezig bent met praktisch werk. Je loopt een stage bij het NIOO, het Nederlandse onderzoekscentrum voor zoetwater ecosystemen. In januari 2011 is het centrum verhuist van Breukelen naar Wageningen. Je werkt in tweetallen onder begeleiding van een PhD-students of een senior researcher. Zei zullen je een onderwerp aanreiken waarna je zelf aan de slag kan. Sommige van de begeleiders komen uit het buitenland, maar ze zijn over het algemeen goed vaardig in Engels en sommige zelfs in Nederlands.
Elke week wordt een kort college gegeven. Dit college bevat het programma van een van de begeleiders. Hij/zij verteld dat wat over het onderzoek dat hij/zij uitvoert. Over de colleges wordt geen tentamen gegeven. Je bent dus eigenlijk het hele blok bezig met je eigen onderzoek. Omdat dit het enige is waarop je beoordeeld wordt, en ook je artikel, wordt wel redelijk wat van je verwacht. Het is geen heel zwaar vak als je goed plant en je tijd goed gebruikt. Uitstellen leidt tot lange dagen aan het eind (van 8 tot 8 als je niet uit kijkt). Maar over het algemeen is het goed te doen. Het werken met de andere studenten en begeleiders is in een gezellige sfeer. Omdat het onderzoekscentrum niet zo groot is, ben je echt onderdeel van het onderzoeksteam en zo wordt je dan ook benaderd. Het is een gezellige, leuke, praktische maar ook intensieve cursus en een must voor iedereen die ecologie leuk vindt en meer wil oefenen in het praktisch onderzoek doen.
Scriptiecursus - timeslot A + D of B + C -
- Niveau 3 Scriptiecursus Deze cursus is de laatste verplichte cursus die je in je bachelor zal doen. Dat maakt hem er echter niet minder belangrijk op: het is de parel op de kroon die je bachelor is. Een mooi resultaat voor je bachelor kan zich terug betalen in wellicht een stagemogelijkheid bij de vakgroep waarbij je je scriptie hebt geschreven, maar boven alles leidt een goed resultaat tot een goed gevoel. De inschrijfprocedure voor dit vak is iets anders dan dat je gewend bent bij andere vakken. De inschrijving gebeurt eerst via Osiris, maar daarna zal je van de cursuscoördinator (Henri Groeneveld) een e-mail krijgen met een formulier waarop je je eerste drie voorkeuren voor een vakgroep moet aangeven. Vervolgens zal er wat gepuzzeld worden om zoveel mogelijk mensen aan hun wensen tegemoet te komen. Er zijn altijd vakgroepen die veel populairder zijn dan andere, zoals gedragsbiologie. De kans dat daarvan je eerste keuze wordt gehonoreerd is lager dan bij andere vakgroepen en sta er dus niet van te kijken als je niet wordt ingeloot. Na het eerste college zal je kennis maken met je begeleider. Afhankelijk van je begeleider en zijn/haar manier van kijken zul je een onderwerp krijgen of een onafgebakende richting. Dit is vaak ook af te stemmen aan je eigen voorkeur. Er zijn een paar verplichte colleges die gegeven worden door Henri. De colleges zijn altijd erg leuk als je houdt van lange verhalen. Ook voor veel feitjes en anekdotes die verder niets met je scriptie te maken hebben kun je bij Henri terecht. Voor een enkeling kan het een zure appel zijn waar je even door heen moet bijten. Er is ook een boek betrokken bij de cursus: “een leesbare scriptie” die absoluut handig wordt gevonden door Henri Groeneveld, ik vond het boekje overbodig. Er is ook een werkcollege waarin je bibliotheekinstructie krijgt. Dat heb je vaak al in je tweede jaar gehad maar het is zeer verfrissend om het allemaal nog een keer te horen. Je leert effectiever te zoeken naar literatuur (Web of Science, Scopus etc.) en je leert je gevonden literatuur beter te bewaren en te organiseren (RefWorks). Dan de scriptie zelf nog schrijven, je zou het haast vergeten maar daar gaat het uiteindelijk om. Reken er op dat je veel meer dan de 20 uur per week die er officieel voor staan mee 16
bezig zal zijn. Het is wel te combineren met een andere cursus zolang die niet te zwaar is. In uitzonderlijke gevallen loont het ook om je andere vak te laten vallen om al je aandacht te kunnen richten op je scriptie. Je scriptie schrijven is dus geen makkelijke taak, maar wanneer je eenmaal klaar bent houd je er een zeer goed en voldaan gevoel aan over. Dat maakt alle tegenslagen die je tegenkomt, lange dagen, en RSI helemaal goed!
Onderzoeksproject
- Fulltime -
Het Onderzoeksproject zou in de vierde periode voor het eerst georganiseerd worden, maar ik ben een van de gelukkigen die het in de tweede periode als pilot heeft mogen volgen. Wanneer je voor deze cursus kiest, kun je het schrijven van de scriptie combineren met een ministage. Je mag zelf bepalen hoe je de tijd indeelt, zolang je maar ongeveer vijf weken aan beide onderdelen besteed. Zelf heb ik ervoor gekozen om eerst vijf weken fulltime aan het onderzoek te werken, om vervolgens de resterende vijf weken aan het schrijven van mijn scriptie te besteden. Bij nader inzien is het wellicht slimmer om deze werkzaamheden wat meer af te wisselen, want vijf weken van 9:00 tot 17:00 aan een scriptie werken kost erg veel geestelijke inspanning. De meeste studenten zullen tijdens het onderzoeksproject iemand (bv. een aio) assisteren bij zijn/haar onderzoek. Ik mocht echter een eigen onderzoek verrichten, namelijk naar de evolutie van corbiculate bijen (zoals honingbijen en hommels). Dit onderzoek deed ik op het moleculaire laboratorium van Roy Erkens, omdat ik de DNA-sequentie van een bepaald gen wilde verkrijgen voor verschillende soorten bijen. Het werk was erg gevarieerd, namelijk van het vangen van bijen tot het sequencen van DNA tot het analyseren van de data achter de computer. Helaas bleek het onderzochte gen niet geschikt, waardoor ik geen bruikbare onderzoeksresultaten verkreeg. Dit zeg ik om aan te geven dat je niet teleurgesteld moet zijn wanneer er geen harde conclusies uit je onderzoek komen. Het doel van het Onderzoeksproject is daarentegen om ervaring op te doen met onderzoek en dat doe je weldegelijk. Bij het Onderzoeksproject hoort ook het houden van een presentatie voor je werkgroep. Hierin zullen de resultaten van je onderzoek besproken worden. Afhankelijk van je begeleider dien je ook een verslag in te leveren van het verrichte onderzoek. Naast het onderzoek werk je aan je scriptie. Deze thesis is geen uitgebreide uitwerking van het onderzoek, maar je moet eerder als een losstaand geheel zien. Het is echter wel mogelijk om je eigen onderzoeksresultaten erin te verwerken. Ik vond deze cursus zeer leuk en leerzaam. Aangezien het onderwerp van de scriptie gerelateerd is aan het onderzoek, was ik extra gemotiveerd om aan mijn scriptie te werken. Een bijkomend voordeel is dat de benodigde wetenschappelijke literatuur zowel betrekking heeft op de scriptie als op het onderzoek, waardoor het lezen een veel leukere bezigheid wordt. Daarnaast ben je tijdens deze cursus veel op jezelf aangewezen: je zult zelf tijdig contact op moeten nemen met je begeleider(s), je moet een degelijke tijdsplanning aanhouden, je dient creatief te zijn met het bedenken van oplossingen. Het is daarmee een uitstekende voorbereiding op de onderzoeksprojecten tijdens je master. Het Onderzoeksproject is dus echt een aanrader, zeker wanneer je het leuk vindt om onderzoek te verrichten. Graag wil ik nog als tip meegeven dat je veel uren aan het onderzoek kwijt kunt zijn. Houdt daarom een strakke planning aan, zodat je scriptie niet in het gedrang komt.
Dankwoord De Onderwijscommissie wil iedereen bedanken voor hun bijdrage aan het tot stand komen van deze gids.
Bedankt!
18